Vakblad voor designers | www.dzone.nl | 18e jaargang | Nummer 141 • 2012
inhoud
colofon
#141
Uitgeverij Three Publishers Binnenkadijk 329 1018 AX Amsterdam T +31 (0)20 625 67 82 E info@threepublishers.com Uitgever Hans Voorn jan@dzone.nl Hoofdredactie Hans Frederiks, hans@dzone.nl Eindredactie Jan Verberne, jan@dzone.nl Cover Philip Lüschen / SHOP AROUND Papier en druk HET PAPIER VAN HET OMSLAG IS 260grs Invercote Creato , HET PAPIER VAN HET BINNENWERK IS ON OFFSET 120 G/M2 EN WERDen GELEVERD DOOR PROOST EN BRANDT, DIEMEN. DRUKWERK WERD VERZORGD DOOR ZWAAN PRINTMEDIA, WORMERVEER. DE UV-LAK OP HET OMSLAG WerD VERZORGD DOOR HELDER ZEEFDRUK, WORMERVEER ART DIRECTION / Vormgeving Frankie Tjoeng tessa valk DDK (ddk.nl) iPad-editie Frankie Tjoeng tessa valk DDK (ddk.nl) Redactiemedewerkers Peter van Ammelrooy, Erwin Blom, Leo Diker, Antoni Dol, Esther Gons, Bert Hagendoorn, Joost van der Hoeven, Sander Kessels, Albert Kiefer, Rick Le Roy, Linda Lee, Michiel van Lith, Peter Luit, Aad Metz, Herbert van Staveren en Peter Villevoye, Illustraties Linda Lee, Sauerkids, Tiquestar Illuminat Rex Advertenties SalesQ Sales Manager Dennis Wilman T +31 (0)23 71132 00 F +31 (0)23 532 7122 E dennis@dzone.nl W www.dzone.nl/adverteren Abonnementenservice FBW Abonneeservice Postbus 612 3440 AP WOERDEN T +31 (0)348 431393 E abonnementen@dzone.nl W www.dzone.nl/abonnement
DZONE MAGAZINE VERSCHIJNT 6 KEER PER JAAR IN NEDERLAND EN BELGIË. ABONNEMENTEN KUNT U SCHRIFTELIJK AANVRAGEN BIJ THREE PUBLISHERS OF DOOR HET FORMULIER IN TE VULLEN OP DE DZONE-WEBSITE WWW.DZONE.NL. ABONNEMENTEN DIENEN TWEE MAANDEN VOOR DE EINDDATUM TE WORDEN OPGEZEGD. ANDERS WORDEN ZIJ AUTOMATISCH VERLENGD VOOR EEN JAAR. Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken, of gedeponeerde handelsmerken, van hun respectievelijke houders en kunnen zijn gedeponeerd in bepaalde rechtsgebieden. Dzone is een geregistreerd handelsmerk van Three Publishers. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gebruikt, gepubliceerd of worden opgeslagen in een gegevensbestand, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
4
07 Redactioneel: Zonnige wolken 08 Interview: Han Hoogerbrugge: ‘Interactiviteit doet iets met mensen’
16 Column Esther Gons: De wereld wordt kleiner 18 Versch Werk 23 Column Peter van Ammelrooy: Obesitas by design 24 Portfolio: Philip Lüschen 26 De studio van… Booyabase 28 De inspiratie van… Zender 30 Tees: De nieuwste en creatiefste T-shirts 32 Interview Bert Hagendoorn: ‘Goed werk moet wel onder de aandacht komen’
34 Review: CS6: Een nieuwe koers op vele fronten 38 Review: InDesign CS6: Vloeiende lay-out voor digitaal publiceren 40 Review: Kiezen uit programma’s voor professioneel animeren 45 Koele apps: Het verhaal van Morris Lessmore 46 Advertorial: Adobe Touch Apps: Werken waar je wilt als de inspiratie toeslaat
48 Advertorial: Creative Cloud als creatief hart van je werk 50 D ingetjes: chocola printen, boze helikopters, digitale tijdaanwijzers, Eye-Fi Mobile SD-kaart, Powerpot, krassen op het scherm
52 Leesplank:
IT Leaks, Ontdek Photoshop Lightroom 4, Digitale fotografie: licht en belichting, The Adobe Photoshop Lightroom 4 Book, Flitstechnieken
55 Cr eatief ondernemen: de nieuwe rijkdom 56 Wedstrijd: FrameRate Fest: HTML5-wedstrijd met Kinect 58 Wedstrijd: Winnaars Rode Kruis Tablet Ad Contest 59 Review: Wacom Intuos5: Toetsenbord de deur uit 60 Design: The making of: YouTube-kanaal voor Vodafone 65 Volgend nummer
Cover Artwork Artist: Philip Lüschen Web: www.shop-around.nl vakblad voor designers 18e jaargang www.dzone.nl Dzone kun je ook op je iPad lezen. Scan deze QR Code en je gaat vanzelf naar de Apple Store!
inhoud
08
50
Gadgets
30
Interview: Han Hoogerbrugge
Tees
18
Versch werk
26
De studio van‌ Booyabase
28
De inspiratie van... Zender
5
PRINT IS DEAD
bevlogen drukkers
longlIvePrInT.nl
ZWAAn.nl
redactioneel
Zonnige wolken Tekst
Hans Frederiks
ILLUSTRATIE
Linda Lee
Tadaah! Daar is ie dan weer, de nieuwe versie van de Creative Suite. Met allemaal nieuwe mogelijkheden, versnellingen van applicaties en wat al niet meer. Als je je nog in de duistere krochten van CS1, 2 of 3 bevindt, is het misschien eindelijk tijd om over te stappen op CS6. Dat kan nu ook nog eens goedkoop: door lid te worden van de Creative Cloud krijg je alle applicaties uit de Über Collection tot je beschikking. Cloud? Cloud?? Van wie komt die uitdrukking ‘De Cloud’ eigenlijk? Als je er goed over nadenkt, zijn wolken op een zonnige dag voorboden van regen. Wolken mogen er nog zo mooi uitzien met al die verschillende verschijningsvormen van roze wolken tot en met donderwolken, op een gegeven moment komt er een keer een bliksemschicht uit. Wolken, Schmolken, ik geloof niet dat we nog van deze metafoor afkomen. Enfin, op die Creative wolk van Adobe bevindt zich de hemel voor de designer, waar de gebraden applicaties je zó in de mond vliegen. Met de Creative Cloud schudt Adobe alle concurrenten – voor zover die er nog zijn – van zich af en verleidt het met de lage prijs zelfs illegale gebruikers om nu eindelijk Adobe te betalen wat Adobe toekomt. Wat ís er eigenlijk nog voor concurrentie? Wat zou je kunnen gebruiken als alternatief voor Photoshop, Illustrator, InDesign, Dreamweaver of Lightroom? Er is natuurlijk nog steeds de firma Corel, die zijn applicaties trouw blijft updaten. Ze hebben ook suites, voor ontwerp, voor video, ze hebben AfterShot Pro – het voormalige Bibble – voor het bewerken van Raw-bestanden. Ze bieden veel voor weinig geld. Als je hun suite vergelijkt met bijvoorbeeld de Creative Suite Design Standard Editie, dan lijkt € 712,82 niet veel vergeleken met € 1545,-, maar realiseer je dan wel dat de CorelDraw Graphics Suite alleen onder Windows draait. Dat ze nog bestaan is me eigenlijk een raadsel. Corel maakt echt geen slechte software, maar doordat het alleen onder Windows draait, wordt het niet zo
aantrekkelijk. AfterShot Pro is leuke software, de Raw-omzettingen zijn prima, maar zoveel goedkoper dan Lightroom 4 is het ook weer niet. Wat betreft opmaakpakketten is er natuurlijk nog steeds Quark XPress, dat me persbericht na persbericht stuurt, maar waarbij die persberichten misschien alleen nog interessant zijn voor degenen die nu nog Quark XPress gebruiken. Geef me één reden waarom je zou overstappen van InDesign naar XPress? Vanaf nu gaat Adobe ons verslaafd maken aan de Creative Cloud. Stel, je wordt lid van de Creative Cloud, voor die € 49,99 per maand – een koopje eigenlijk. Dan heb je dus geen doos meer met daarin een dvd met alle applicaties, die je net zo lang kunt gebruiken totdat de software het niet meer doet op een nieuwe computer, die je in de toekomst een keer moet kopen. Maar de software die je in die doos hebt gekocht is wel van jou. Software die je huurt, bij je lidmaatschap van de Creative Cloud, is niet van jou. Het is net als
het huren van een huis: dat wordt ook nooit van jou. Als je het geld voor je lidmaatschap niet betaalt, word je uit de club gegooid, en dan kun je dus niet meer met je software werken. Eenmaal lid geworden van de club kun je – zolang je designer bent en aan het werk bent met de software – niet goed meer je lidmaatschap opzeggen. Als je je contributie niet betaalt, sluit Adobe je af en werken je gedownloade applicaties niet meer, zodat je geen bestand meer kunt openen. Je kunt het ook zonniger zien. Als je een tijdje geen werk hebt (oh, mmm, niet zo zonnig eigenlijk), zeg je tijdelijk je lidmaatschap op en hoef je dus ook niet te betalen voor software die je op dat moment niet gebruikt. Nog zonniger: een klein bedrag per maand betalen, altijd de laatste versie van je software hebben: dat is handig, dat is eigenlijk ideaal. Ik zie de zonnige aspecten van die Creative Cloud echt wel. Opmerkingen? Mail me op hans@dzone.nl
7
interview
‘Het allerbelangrijkste van het creatieve vak is altijd datgene waar je niks over kunt zeggen’
Han Hoogerbrugge, illustrator
‘Interactiviteit doet iets met mensen’ Tekst en fotografie
Hans Frederiks
Han Hoogerbrugge is tekenaar, illustrator, kunstenaar en schilder. Hij begon heel vroeg op internet met animaties, en al snel interactieve animaties, maakte het inmiddels tot cultstatus uitgegroeide Hotel en illustreert naast zijn dagelijkse ProStress elke week voor de Volkskrant en regelmatig voor Vrij Nederland. Hij had begin dit jaar een succesvolle tentoonstelling in Rotterdam. Dzone sprak met hem over de oorsprong van zijn werk, over Flash, over lesgeven aan de Willem de Kooning Academie en zijn manier van werken.
8
interview
Je hebt als opleiding Willem de Kooning gedaan. Schilderen en niet illustratie. Was dat een bewuste keuze? Han Hoogerbrugge: ‘Ik ging naar de academie om te gaan schilderen, ik heb het nooit specifiek gekozen. Ik heb daar niet rondgekeken en toen gedacht: ik ga voor schilderen. Het was in die tijd een beetje zo dat als het niet met schilderen lukte, je illustratie ging doen. Het maakt in feite niet zoveel uit. Je hebt heel goede illustratoren en heel goede schilders. Ik denk dat je ook prima in beide gebieden actief kunt zijn, zonder dat je
‘Ik dacht: als het zo simpel is, waarom ga ik dan geen echte animaties maken?’ dat schaadt. Het gaat tegenwoordig eerder over “beeldmakers” dan illustratoren. De grenzen worden steeds vager.’ Wat was je inspiratie toen je op de academie zat? Han: ‘David Hockney, Rob Scholte, die bekend werd toen ik op de academie zat, en veel van de Duitse schilders uit die tijd. En wat klassiekers, zoals Francis Bacon.’ Wat maakte je toen? Han: ‘Heel abstracte schilderijen, vlakken met streepjes. Heel formele dingen. Ik ben pas na de academie weer wat realistischer dingen gaan doen. Ik heb eindexamen gedaan met objecten, en die waren abstract. Na de academie maakte ik zeefdrukken, met wat meer herkenbare beelden. Ik wilde in 1996 een album maken met tien situaties en dat als een soort zelfportret presenteren, een stripboek als zelfportret. Het was een eenmalig ding, maar ik ben er nooit meer vanaf gekomen. Dat was twee jaar voordat de eerste animaties op internet kwamen.’ Hoe werkte je in die tijd? Han: ‘Ik maakte foto’s van mezelf in situaties die ik wilde tekenen en die trok ik over met de fineliner. Ik zette ze in Quark XPress bij elkaar. Nu werk ik nog hetzelfde, maar gebruik ik een videocamera in plaats van een fotocamera. Ik haal de benodigde stills uit de video, die print ik en ik trek ze dan weer over. Vervolgens scan ik het, breng ze in Flash en daar doe ik Trace-bitmap, zodat het
een vectorbestand wordt. Dan verandert meteen de lijn: je krijgt een wat meer cartoonachtige lijn. Ik werk makkelijk in Flash. Het is natuurlijk jarenlang, dag en nacht, mijn gereedschap geweest, nog steeds eigenlijk.’ Wanneer zag je voor het eerst internet? Han: ‘In ‘98 ben ik met Modern Living begonnen en het jaar daarvoor ben ik online gegaan. Ik moest er gewoon op. De eerste keer vond ik het vreemd. Heb ik dit nu op mijn computer? Heb ik dit binnengehaald? Ik kon eigenlijk niet geloven dat het gelukt was. Het was natuurlijk veel ingewikkelder dan nu, met je modem en allerlei dingen die je moest instellen. Met dat geluid van het modem als dat verbinding zocht – griiiistsjjjj – en dan was je in gesprek en kon niemand je bellen. Ik kon ook niemand mailen, want niemand had toen mail. Het was ook een dure grap, met de telefoonrekeningen. Toen ik online was gegaan maakte ik ook meteen een site. Een achtergrondplaatje en een linkje erbij. Ik kom uit de punktijd en had vroeger ook zelf blaadjes uitgegeven, dus het was onwaarschijnlijk leuk om daar zelf een blaadje op te maken zonder het gedoe van stencils en vriendjes die niet mee wilden werken. In eerste instantie zette ik de strips erop: een vel papier, maar dan online. Op een gegeven moment kwam ik de gif-animatie tegen en dat werkte hartstikke gaaf. Je maakte een mapje met daarin de plaatjes die in de animatie moesten komen, genummerd op volgorde, en dan koos je die map in het programma Gif Animator, en gaf je aan hoeveel keer de animatie moest “loopen”. Klaar was je. Meer kon je niet doen. Ik dacht: als het zo simpel is, waarom ga ik dan geen echte animaties maken? Ik ben kleine scènes, kleine situaties gaan bedenken, die leuk waren om naar te kijken. Ik kon het op dezelfde manier maken als die strip. Omdat alles nog met het modem was, wilde ik het zo klein mogelijk maken. Het streven was 40 kB of zo. Ik kwam erachter dat bij gif-animaties gekeken wordt naar de verandering van de pixels. Dus als je een plaatje hebt, kijkt het volgende plaatje naar alle pixels die zijn veranderd; die veranderde pixels kosten je kB’s. Als ik een wit overhemd tekende met een borstzakje en allemaal details, was die animatie ineens heel erg zwaar, soms wel zes keer zo groot. Als ik dan het hemd alleen maar zwart maakte, was het bestand ineens een heel stuk kleiner. Voor mij was toen meteen duidelijk: ik moest een zwart pak, geen details meer, alles om het klein te houden. De gif-animatie dicteerde
9
interview
dus voor een deel ook de vorm! Na een stuk of zeventien van dat soort animaties ben ik overgestapt op Flash.’ Wanneer ben je met Flash begonnen? Han: ‘Er was een project bij de VPRO – Life savers – en daar wilde ik graag aan meedoen. Ik meldde mezelf aan. Ze stonden daar niet echt om me te springen. Ik heb vaak terug moeten bellen. “Jaja, we denken er nog even over na...” Maar uiteindelijk kon ik aan de gang. Ze wilden alleen geen gif-animaties. Er moest meer interactiviteit in de animatie komen, dus ik werd gedwongen met Flash te gaan werken. Ik had het al een tijdje liggen, maar kwam er niet toe om me erin te verdiepen. Dat was dus de switch naar Flash, en toen veranderde er een hoop.’ Zoals? Han: ‘Interactiviteit maakt natuurlijk ontzettend veel uit. Het verschil tussen een filmpje ondergaan en zelf iets kunnen doen – hoe lullig het ook is – is een wereld van verschil. Als je ergens op kunt klikken: dat maakt het verschil. Interactiviteit doet iets met mensen. Als je ergens op kunt klikken, ben je er meteen bij betrokken, ook al is het iets heel simpels wat je doet. Als je een lineair filmpje maakt waarbij iets gebeurt – iemand valt bijvoorbeeld – dan moet jij plannen wanneer dat gebeurt. De maker bepaalt wanneer het moment is. Maar als je iemand laat lopen en die valt pas als je erop klikt, dan bepaalt degene die klikt de timing en die klopt dan altijd. De gebruiker is eraan toe om iets te laten gebeuren.’ In Hotel gebeurde wel meer. Han: ‘De mensen die bij de VPRO Lifesavers hadden gemaakt, vroegen me later of ik een verhaal wilde maken. Dat werd Hotel. Hotel moest een soort interactieve soap op het web worden,
10
‘Hotel is geen echt mislukt werk. Het is anders geworden dan we bedoelden’ met meerdere hoofdstukken en meerdere karakters. Dat was het streven, maar eigenlijk is het geworden wat ik altijd deed: korte animaties van iemand die iets raars doet. Dat leidt af van het verhaal. In Hotel zitten zoveel mooie dingen, tegelijkertijd is het ook zo faliekant mislukt... Maar ook weer niet. Sommige dingen die mislukken, zijn ook heel mooi omdat ze mislukken. Het is mislukt in de zin dat het weinig continuïteit heeft, je hebt niet het gevoel dat je het verhaal ingetrokken werd, terwijl dat wel de bedoeling was. Er zijn nu teveel afleidende zaken, waardoor je het niet meer volgt. Het is heel goed dat het mislukt is. Als het heel goed gedaan was, was het misschien niet zo leuk geweest. Hotel is inmiddels een cultding geworden. Onlangs was er iemand die een podcast online had gezet waarin hij Hotel besprak. Het werk is uit 2004, maar mensen blijven het nog steeds ontdekken en er van alles van vinden. Het is geen echt mislukt werk. Het is anders geworden dan we bedoelden. Bij een lezing laat ik het er dus meestal buiten, maar ik krijg vaak toch een vraag of ik iets meer over Hotel kan vertellen. En dan denk ik: shit!’ We praten over de presentaties die hij doet, zoals onlangs voor FITC in Amsterdam. Presenteren gaat hem makkelijk af, ook voor techneuten als die van FITC. Han: ‘Ik heb het geluk dat mijn werk humoristisch is. Als ik één of twee filmpjes heb laten zien, is de zaal ontspannen. Bij zo’n techneutenfestival hebben ze meestal een hele dag achter de rug van goed opletten, en bij mij kunnen ze dan even lachen. Verder willen de mensen eigenlijk altijd hetzelfde weten: waar ik mijn inspiratie vandaan haal en hoe ik mijn animaties maak.’
Wat vertel je over je inspiratie? Han: ‘Ik zeg altijd dat het van alles is. Ik heb niet een bepaald iets. Voor een deel is het duidelijk uit de verwijzingen in mijn werk: David Lynch, die zit al in ProStress. Tarantino ook. Maar voor de rest is het een aaneenschakeling van dingen die ik zie, die me opvallen. Neem deze prachtige, waanzinnige foto uit de Volkskrant van een rechtszaal in Rusland waar twee jongens in een kooi zitten. Wat ik daarmee ga doen? Ik heb niet specifiek het idee dat ik er iets mee ga doen. Dagelijks valt mijn oog op dingen waar ik dan even bij stilsta. Dat zijn mijn inspiratiebronnen. Ken je het werk van Arnoud Mik? Dat is een Nederlandse kunstenaar die video’s maakt. Het zijn allemaal fictieve dingen, maar het ziet er allemaal realistisch uit. Hij had een rechtszaak met een Berlusconi-achtige persoon. Er zit geen geluid bij, je herkent het, maar het is heel raar. Dit beeld uit de Volkskrant deed me er erg aan denken. Ook omdat die kooi er staat. Het is zo bizar, dat het bijna niet echt kan zijn, maar het is het dus wel.’ Je hebt inmiddels een publiek gekregen. Heeft dat je werk beïnvloed? Han: ‘Ja, er verandert best wel wat, maar het is moeilijk om aan te geven wat precies. Als ik aan het werk ben denk ik er eigenlijk nooit over na. Ik ben me er wel van bewust dat veel mensen het kennen; 80 procent van de mensen die bij de opening van de tentoonstelling in Rotterdam waren, ken ik niet. Later was er een avond waar ik anderhalf uur geïnterviewd werd. De hele zaal zat vol met mensen die ik niet kende. Dan krijg je dus steeds meer het idee dat er veel mensen zijn die je werk leuk vinden, zelfs zo dat ze het er voor
interview
11
interview
over hebben om naar zo’n avond toe te komen. Dat doet wel wat met je, maar ik kan moeilijk zeggen wat het precies is. Omdat mijn werk altijd op het web is gepubliceerd, staat het een beetje los van alles. Ik kan het niet verkopen, het komt ook niet in een museum, want het is online al door iedereen te zien. De tentoonstellingen die ik inmiddels heb gehad, voelen als een soort erkenning, die ik op een andere manier wel altijd gehad heb, maar nu in een formelere vorm.’ Hoe verdien je je geld? ProStress op het web is gratis... Han: ‘Met commerciële opdrachten, zoals voor de Volkskrant. Van wat ik online doe kan ik niet eten. Met ProStress kan ik mijn geld niet verdie-
12
nen. Van het album dat ervan gemaakt is, zijn de inkomsten ook niet gigantisch. Tenzij er meerdere drukken komen, maar mijn publiek is daar niet groot genoeg voor. Maar de opdrachten gaan gewoon door. Ik maak elke dag wel ProStress, maar dat is maar één ding; ik heb tijd genoeg voor andere dingen.’ Er zijn stripmakers die voldoende hebben aan een dagstrip
dat zou ik graag willen, met ProStress. Ik wil dat ProStress een combinatie is van alles. Soms is het heel melig, soms onbegrijpelijk, soms is het misschien niet eens een grap. Het is de cartoonstrip 2.0, die meer biedt dan bijvoorbeeld Peanuts. Het is wel gebaseerd op dat format, in die drie plaatjes moet je iets kunnen neerzetten, maar het hoeft niet een haha-grap te worden. Daardoor nemen bladen het misschien ook weer
die je in verschillende kranten plaatst. In Nederland is de striptraditie in de kranten helaas bijna helemaal weg... Han: ‘Zoiets zou ik heel graag doen. Dat mijn werk gewoon in bladen terechtkomt. Ik zou graag een strip voor een krant willen maken. Een strip die je over de hele wereld zou kunnen gebruiken,
niet zo snel op. Het heeft bij die kranten natuurlijk ook met geld te maken. De Engelse strips in Het Parool zijn ongetwijfeld erg goedkoop, omdat ze wereldwijd zoveel verkocht worden. Zoiets zou voor mij ook ideaal zijn, als je het op tien plekken tegelijk zou kunnen publiceren...’
interview
Je hebt het inmiddels wel zo druk dat je een manager hebt. Han: ‘Je denkt natuurlijk meteen aan de foute managers uit de muziekindustrie, maar zo is het niet. Het is iemand die me bijvoorbeeld ‘s morgens nog even zegt: er komt vandaag iemand van Dzone voor een interview. Of die de mailtjes van FITC afhandelt. Voor die lezing zijn er wel een stuk over 25 mailtjes heen en weer gegaan: voor een persbericht, voor de technische uitrusting, van alles en nog wat. Ik heb een paar dingen op de tv gedaan naar aanleiding van de tentoonstelling in Rotterdam en dan willen ze fragmenten van wat je hebt gemaakt. Het is natuurlijk weer niet in het formaat dat zij aankunnen, enzovoort. Allemaal
kleine dingen, maar als je ze optelt, heb ik per dag nog maar een halve dag voor mijn werk.’
werk en het kunt beoordelen, dat je begrijpt wat je doet. Daar verzin ik dan opdrachten bij.’
Ik begreep dat je inmiddels op de Willem de Kooning Academie lesgeeft. Wat precies? Han: ‘Ik geef illustratie, het onderdeel Concept. Ik ben er dit jaar begonnen.’
Gaat je dat heel natuurlijk af? Han: ‘Ja, god… redelijk denk ik wel. Het is net als bij die presentaties. Ik denk niet dat ik een doorsnee presentator ben en ik ben ook geen doorsnee lesgever. Ik sta daar natuurlijk met de achtergrond van mijn werk. Dus als ik niet zo erg duidelijk ben, klopt dat ook met mijn werk. Ik heb ook niet de neiging om mijn werk helemaal uit te leggen. Dat is met lesgeven ook zo. Voor een deel moet je het zelf uitzoeken. Het moet ook een beetje een mysterie blijven. Ik kan niet zeggen: als je het zo en zo doet, komt het allemaal goed. Het
Wat vertel je je leerlingen? Han: ‘De academie geeft aan wat er verwacht wordt van het vak Concept. Het gaat over zelfstandig nadenken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen over je eigen werk. Dat je met reden bepaalde dingen doet en waarom dat is. Het belangrijkste is dat je leert kijken naar je eigen
13
een initiatief van Velpa, BĂźhrmannUbbens & Proost en Brandt
Een envelop zonder creatieve beperkingen
Dubbelzijdig plano en aopend bedrukt. Ook in kleine oplages, voor een scherpe prijs. Vraag uw drukkerij naar de mogelijkheden.
www.envelopmaat.nl
interview
vak Concept is een onderdeel dat heel moeilijk is over te brengen. Het ontglipt je zelf ook voortdurend. Je kunt niet precies uitleggen wat iets nu goed maakt. Aan de hand van een opdracht aan vijftien mensen kun je wel dingen proberen duidelijk te maken. Bij zo’n opdracht krijg je vijftien verschillende dingen terug, vijftien verschillende visies op iets. Het is het allerbelangrijkste dat je bij elkaar zit en ziet dat iemand bijvoorbeeld helemaal niet uit een opdracht komt. En dan zie je iemand anders die er heel veel mee kan. Het is fascinerend dat iets wat jou totaal geen input geeft, voor een ander een enorme wereld opent. Daar kun je van leren. Behalve dat je iets gedaan hebt wat je in de opdracht werd gevraagd, moet iets erbij komen wat het uiteindelijk meer maakt.’ Inspiratie bedoel je? Han: ‘Nee, nee inspiratie is het startpunt. Uiteindelijk moet je er iets van maken wat boven je inspiratie uit moet stijgen. Ik stel het me zo voor: straks studeren ze af, zo’n dertig mensen aan de Willem de Kooning. Die komen vrij en dan gaan ze dit soort werk doen. Er zijn zes academies, dus heb je het over 180 mensen die illustratie doen. Over tien jaar heb je 1800 man! Je moet zo goed zijn dat je er bovenuit stijgt. Je moet iets brengen wat eigen is. Dat kun je alleen maar als je heel erg veel investeert in je werk, als je goed nadenkt over wat je aan het doen bent. En als je begrijpt wat je aan het doen bent. Als je dat niet kunt, moet je hopen dat je een supertalent bent. Die zijn er ook. Maar dan nog: als je er iets mee wilt worden, zul je erin moeten investeren.’ Hard werken? Han: ’Vooral ook geraakt worden door wat je doet. En dat heeft volgens mij met concept te maken. Als je alleen maar leuk tekent, heb je daar op een gegeven moment genoeg van. Dan doet het je niks en dan doet het andere mensen ook niks. Mijn ideaalbeeld bij concept is dat je alert bent op de wendingen die ontstaan in je werk, dat je die uitbreidt en dat je voortdurend op zoek blijft naar wat iets voor jou is om te doen, in plaats van te wachten op opdrachten.’ Heb jij dat ook meegekregen toen jij op de Willem de Kooning zat? Han: ‘Mwah. De docenten aan wie ik de meeste herinneringen heb, waren wel de meest mysterieuze docenten. Degenen die de meeste vragen opriepen, meer dan dat ze uitlegden wat nu goed of slecht was. Niet de lessen die je
kreeg in de eerste jaren. Aquarelleren bijvoorbeeld. Als je daarmee te lang doorgaat, wordt het een modderbende, dat is techniek die je leert. Je hebt docenten die dat beter konden geven dan andere. Maar ik heb ook les gekregen van docenten die een heel uur van alles vertelden
weet ik wat nodig om ergens toe te komen. Maar je kunt niet zeggen: dagelijks zes flessen whisky en dan komt het wel goed. Je kunt geen formule van tevoren bedenken. Dus degene die dit wil doen moet gaan bedenken hoe het zit bij hemzelf. Tegelijkertijd heb je met heel jonge mensen te
waar je eigenlijk helemaal niets van begreep. Die heb ik onthouden. Het allerbelangrijkste van het creatieve vak is altijd datgene waar je niks over kunt zeggen, want je weet niet precies hoe het werkt. Bij de een werkt het heel goed als hij heel strak wordt gehouden, een ander heeft drugs en
maken die nog bij hun ouders wonen. En dan denk ik: ga nu eerst maar ergens wonen en kijken of je je geld kunt verdienen. Je wilt ook weer niet al te zwaar gaan zeuren dat ze zo moeten nadenken...’
15
doorgeefcolumn
Kleinere wereld Tekst en illustraties
Esther Gons
Onze wereld is veranderd, de manier waarop wij haar beleven ook. Groter, steeds groter en steeds meer. Meer mogelijkheden en meer verrijking. Technologie heeft ervoor gezorgd dat ons oog op de wereld steeds groter geworden is, met steeds meer mogelijkheden en steeds mooiere belevingen. Technologie, innovatie, dat zijn dingen waar ik wel van hou. Ik heb een smartphone, en een tablet. Ik probeer alle nieuwe apps en houd goed in de gaten welke ontwikkelingen welke markten beïnvloeden. Onze kijk op de wereld verandert voortdurend, juist omdat er steeds op een andere manier te kijken valt, steeds meer mogelijkheden, steeds meer technieken.
Maar als ik mijn iPad pak om in plaats van op mijn Moleskine op mijn allernieuwste app ‘paper’ wat ideeën uit te werken, besef ik ineens: misschien wordt mijn wereld eigenlijk wel juist steeds kleiner. Want dezelfde wereld en al haar verrijkingen ervaar ik nu alleen nog maar door mijn twee favoriete schermen.
Esther Gons is informatie-strategist en visual thinker. Ze doet aan visueel verslag leggen op conferenties als LeWeb en The Next Web en maakt complexe processen en concepten visueel in tekeningen en animaties. Wilgengebroed.nl, @wilg op twitter. Ze geeft de column door aan Timan Rebel, een developer en ondernemer, bezig met een nieuwe start-up.
16
Drag and Drop tussen twee computers:
fluitje van een cent ! Vanaf € 24,99 (incl. BTW) WORMHOLE Switch - File Drag and Drop - Content Copy and Paste - Keyboard / Mouse Sharing - Mac / Windows Compatible De j5create Wormhole Switch biedt de nieuwste mobilecomputing technologie. Deze eenvoudig te gebruiken USB naar USB Wormhole kabel en software heeft twee belangrijke functies. Je kunt je gegevens, foto’s, muziek of andere bestanden direct tussen twee computers kopiëren. Je sluit de kabel aan en je kunt meteen, door middel van drag and drop, bestanden van de ene naar de andere computer overzetten. Ook kun je gebruik maken van het toetsenbord en de muis van één computer om te werken aan een tweede. Dit biedt de mogelijkheid om een full-size toetsenbord (iPad met cameraconnector) en muis te gebruiken met je netbook of tablet. Er zijn veel redenen om “through the wormhole” te gaan. Niet alleen is het ideaal voor het delen van bestanden met familie en vrienden of tussen je eigen apparaten, maar het zal ook de efficiëntie verbeteren voor een verscheidenheid aan toepassingen. In onze snel veranderende digitale wereld, waar we samen met behulp van meerdere apparaten grote hoeveelheden gegevens delen, is de Wormhole Switch een “must have” tool dat je digitale leven zal veraangenamen.
Andere produkten uit de j5create-lijn zijn: WORMHOLE Stations - Wormhole switch Mac and Windows compatible - Compliment virtual keyboard experience for iPad - Flash memory card reader - USB 3.0 super speed - Cooling function
USB Display Adapters - USB-to-VGA external video card - USB-to-DVI external video card - USB-to-HDMI external video card - USB-to-VGA external video card with 1080p HD playback - USB-to-HDMI/DVI external video card with 1080p HD playback
Meer info?
Surf naar www.2serve.nl
inspiratie
Versch werk
Designer: Femke Tomberg Omschrijving: Antalis geeft jaarlijks vier notitieboekjes in kleine oplage uit als relatiegeschenk. De randvoorwaarden waren het formaat (16 x 10,5 cm) en dat maximaal 14 pagina’s van het binnenwerk bedrukt mogen zijn. Uit de papiercollectie van Antalis heb ik op kleur en textuur een serie samengesteld van zeven papiersoorten voor het binnenwerk. Wat ik voor de te bedrukken pagina’s wilde ontwerpen wist ik nog niet precies en ik speelde met het papier. Ik vormde het papier strak om een schaar en zag dat de vorm van de schaar duidelijk herkenbaar bleef. Zo kwam ik op het idee om ook andere voorwerpen op deze manier in te pakken. De papiersoorten waarmee ik de voorwerpen heb ingepakt zijn dezelfde als van het binnenwerk. De ingepakte voorwerpen heb ik gefotografeerd en laten drukken op 50 grams Olin. Dit dunne papier zit iedere keer als omsteker om de zeven katernen heen. Een van de ingepakte voorwerpen is een lepel. Omdat ik het mooi vond dat dit woord een palindroom is, heb ik het als titel voor het boekje gekozen. Om de ‘spiegelbeeldigheid’ van ‘lepel’ te onderstrepen, begint de titel op de achterkant en loopt hij door over de rug naar de voorkant. Het omslag is zwart (250 grams Rives Tradition Le Noir) met hierop in witte inkt de titel gezeefdrukt. De structuur van het papier zie je door de witte letters heen. Voor uitgeverij Prometheus heb ik omslagen gemaakt voor twee bundels van Willem Wilmink: ‘Ik heb de liefde lief’ en ‘Ik had als kind huis en haard’. Wilmink schreef erg toegankelijk en koos de onderwerpen voor zijn gedichten vaak dicht bij huis. Om bij deze herkenbaarheid aan te sluiten, scheurde ik voor ‘Ik heb de liefde lief’ een hartje uit papier, dat ik vervolgens scande. Daarna schreef ik met penseel en inkt de titel op een wit vel. Beide beelden plaatste ik in InDesign op elkaar. Voor de cover van ‘Ik had als kind een huis en haard’ deed ik hetzelfde en scheurde ik een huisje uit papier. Software: Illustrator en Indesign Contact: info@femketomberg.nl Website: www.femketomberg.nl Kijk hier om Femkes artikel te lezen over illustreren met papier: monsterkamer.nl/2012/03/31/illustreren-met-papier/
18
inspiratie
Designer: Bart Hartman Omschrijving: Ruud de Wild Camping Knallers design. Contact: info@bart-works.nl Website: www.bart-works.nl
Logodesign Revealed (label van Hardwell).
Albumhoes Hardwell Revealed.
Designer: Victor van Gaasbeek Omschrijving: Vrij werk. Colorful Confetti is een nieuw illustratie-experiment, gebaseerd op glas-in-loodafbeeldingen. Na eerdere experimenten zoals mijn Sliced Pixel-project en LineArt was het nu tijd voor een kleurexplosie. Software: Adobe Illustrator Website: www.victorvangaasbeek.com
19
inspiratie
Designer: Minke Advokaat Omschrijving: Posterontwerp voor ‘de werkvrije maandag’. Onderdeel van een promotie om de week relaxed te beginnen. Digitale techniek. Posterontwerp voor het North Sea Jazz festival. Digitale techniek van gemixte texturen Software: Schets: potlood/pentechniek Uitwerking: fotocollage en texturen in Photoshop. Contact: +31 (0)6 21809084 minke_advokaat@hotmail.com Website: www.minkeadvokaat.nl
Designer: Rick Berkelmans (Hedof) Omschrijving: Snap & Crackle, muurschildering voor Huis voor Beeldcultuur Breda 2012, latex en acrylverf Playstation, wallpaperserie voor Sony Playstation’s The Studio Project, 2011, fineliner Red Cross, gelimiteerde zeefdruk voor benefietavond van het Rode Kruis, 2011, fineliner, 3 kleuren zeefdruk 50 x 70 cm, 250 grams papier, oplage van 5 Red Bull, vynilstickerontwerpen voor de bar van het Red Bull-hoofdkantoor in Amsterdam, 2011, fineliner Software: Adobe Photoshop Contact: rickb@hedof.nl, +31 (6) 11952836 Website: www.hedof.nl
20
inspiratie
Insturen Elke editie wordt voor deze rubriek werk geselecteerd van designers en illustratoren over wie wij enthousiast zijn. Dat doen we om te inspireren, maar ook om iedereen de kans te geven zijn beelden hier te etaleren. Verras ons dus met jouw werk! Heb je beelden van een recent project of nieuw vrij werk waarvan je vindt dat het hier een plaats verdient, stuur daarvan dan de JPG’s met een korte toelichting naar verschwerk@dzone.nl
21
Neem nu een abonnement op dzone en ontvang de eerste twee nummers gratis. Dzone biedt nieuws, informatie en achtergronden voor digitale vormgevers, interaction designers en application ontwikkelaars. Dzone is onmisbaar voor wie op de hoogte wil blijven van nieuwe initiatieven en mogelijkheden in de oude en nieuwe media.
Stuur voor een jaarabonnement een email met je gegevens naar abonnementen@dzone.nl Vermeld a.u.b. je naam, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer, gewenste betalingswijze (acceptgiro of automatische incasso). Je kunt natuurlijk ook een ouderwets briefje met je gegevens sturen naar: Three Publishers Antwoordnummer 9455 1000 WP Amsterdam
Abonnement met gratis Steve Jobs T-shirt
Neem nu een jaarabonnement op Dzone en je krijgt dit schitterende T-shirt cadeau! Kijk op www.dzone.nl/abonnementen/tees en vul daar het formulier in.
â‚Ź 25,plus â‚Ź 2,verzendkosten
22
Wil je dit prachtige T-shirt zonder abonnement? Ga dan naar www.dzone.nl/tees en vul daar het formulier in!
column
Obesitas by design Tekst
Peter van Ammelrooy
ILLUSTRATIE
Tiquestar Illuminat Rex
Hij ging er onlangs in met gestrekt been, columnist John Naughton in de Britse krant The Observer. Hij streek heel wat web ontwerpers tegen hun bontgekleurde haren in met de aanklacht dat zij er online een potje van maken. Een mooi potje, daar niet van, maar ook eentje dat van websurfen een ervaring maakt die gelijk staat aan snowboarden in drijfzand. Van 2003 tot 2011 is de gemiddelde webpagina harder uitgedijd dan een olifant met constipatie – van 93,7 kB tot 679 kB. Een verzevenvoudiging in acht jaar. Gemiddeld 85 elementen tuimelen vandaag de dag met iedere webpagina onze computer binnen, tegen rond de 10 in 2003. Was een webpagina een mens van vlees en bloed, dan zou het lekker-dikke-mensen-kijken-programma van RTLnogwat walgend zijn camera afwenden. Jaren geleden, is Naughtons argument, bepaalden browsers hoe we een pagina te zien kregen. Aangezien ze van niets meer gruwen dan iemand anders die bepaalt hoe hun werk eruitziet, begonnen grafisch ontwerpers aan een lange, intensieve en uiteindelijke geslaagde campagne om de volledige controle te krijgen over het uiterlijk van webpagina’s en websites. Zodat die veel weg hebben van hun gedrukte equivalenten. Mooi, maar niet goed, vindt Naughton, want al die beeldenpracht vreet bandbreedte en die leidt er weer toe dat iedereen duurdere breedband moet aanschaffen om 5 kB aan informatie naar binnen te hengelen die in
een 140 keer zo’n omvangrijke verpakking wordt rondgezonden. Een lichte vorm van overdrijving is Naughton niet vreemd, maar hij heeft een punt. In hun ijver om alles te laten schitteren en fonkelen zijn sommige webontwerpers vergeten waar het allemaal om gaat: de overdracht van informatie. De geschiedenis herhaalt zich. Toen ontwerpers twintig jaar geleden Flash ontdekten in een tijd dat we nog content per cd-rom verscheepten, kreeg ik schijfjes binnen met navigatieschermen die complexer waren dan de cockpit van een Airbus A300. De informatie op die schijfjes was een jaar later al niet meer leesbaar, tenzij je zo slim was geweest je Flash-player niet te updaten. Archieven moeten stokoude computers overeind houden, omdat anders hun digitale verzamelingen ontoegankelijk worden. Met webpagina’s is het nog erger: de versie die werd gemaakt voor browserversie 11.01.999.321a, is twee dagen later onleesbaar in 11.01.999.321b.
Veel websites doen ook al geen moeite meer om text only-versies van hun pagina’s te maken – pagina’s die je makkelijk kunt opslaan voor referentie later en pagina’s die dus ook te lezen zijn door een Afrikaan in Nergenshuizen die via een 28 kbps-navelstrengetje met de rest van de wereld is verbonden. Overdaad dreigt ook voor onze digitale boeken. Het is prachtig dat we er muziek in kunnen stoppen, video, geluidseffecten, 3Danimaties, alle fonts ontworpen door Gerard Unger, PowerPoint-presentaties en voor de zekerheid de complete Wikipedia, voor als je niet online kunt gaan om op te zoeken wat de zeven hoofdzonden zijn. Laten we er daar eentje aan toevoegen, met instemming van Onze Lieve Heer: obesitas by design. Peter van Ammelrooy is journalist van de Volkskrant en houdt niet van vette happen.
23
inspiratie
Voor elk omslag van Dzone kiezen Shop Around en de redactie van Dzone voor een maker uit de grote groep beeldenmakers die Shop Around vertegenwoordigt. Deze keer is dat Philip Lüschen. Een doodskist waaruit je kan ontsnappen en een ‘voorkruipgereedschap’ om je wachttijd te verkorten in een wachtkamer. Een greep uit de wereld van multidisciplinair designer Philip Lüschen. Recent studeerde hij af aan de Design Academy in Eindhoven. Met zijn afstudeerproject Waiting Room Surival, in samenwerking met het Sint Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, won hij in 2011 de Keep an Eye Award, een stimuleringsprijs voor jonge talenten. Naast zijn sculpturale werk voor in de openbare ruimte vind je Philips fotografisch beeld vooral terug ter illustratie in geprinte media. In heldere kleuren en met een bijzonder gevoel voor materialiteit creëert hij zowel intuïtief als naar thema zijn beelden. Philip Lüschen woont en werkt in Amsterdam. mail@philipluschen.nl www.philipluschen.nl
Sculptuur, Escape Coffin Voor Dela Uitvaartverzekeringen Fotografisch beeld Voor Viewpoint Magazine Project: Waiting Room Survival Sculptuur: Incognito Nose Stand i.s.m. Sint Catharina Ziekenhuis Fotografisch beeld Vrij werk Advertentie voor Atelier Ted Noten Fotografisch beeld Vrij werk Project: Waiting Room Survival Boek i.s.m. Sint Catharina Ziekenhuis Project: Waiting Room Survival Tekening: Voorkruiptips uit Waiting Room Survival Book i.s.m. Sint Catharina Ziekenhuis Project: Waiting Room Survival i.s.m. Sint Catharina Ziekenhuis
Shop Around Shop Around werd opgericht in 1998 als een rep bureau, vooral gericht op illustratoren en grafisch ontwerpers. In de loop der jaren heeft het zich ontwikkeld tot een creatief productiebureau dat gespecialiseerd is in eigentijdse illustraties, grafisch design, wall design, animatie, motion graphics en interactieve vormgeving. Shop Around heeft vestigingen in Amsterdam en Rotterdam. Sinds twee jaar is er ook een vestiging in New York. www.shop-around.nl
24
inspiratie
25
inspiratie
De studio van
Booyabase De werktafel, het bureau, de studio, de werkomgeving van een creatief ziet er vaak bijzonder uit. Soms strak, soms chaotisch, vaak met veelzeggende details. Elke Dzone leggen we zo’n studio vast. Deze keer de studio van Booyabase.
Remko Koopman alias Booyabase is grafisch ontwerper en beeldend kunstenaar. Zijn werk is een mix van toegepaste grafische vormgeving, illustratie en autonome schilderkunst. Koopman is in 1998 afgestudeerd als grafisch en typografisch ontwerper aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Zijn werk kenmerkt zich door een retro- futuristische beeldtaal met een technisch karakter. Studio Booyabase heeft gewerkt voor onder andere Museum Boerhaave, Technische Universiteit Eindhoven, Gemeente Zwolle, Nuon, Eneco, Woonbron, Créme Organization, Kraak & Smaak, TJUNK en Stadsuitgeverij Amsterdam. Samen met kunstenaar Tamme de Boer vormt Koopman tevens Kunstcollectief Booyabase. Door elementen te mixen uit streetart, schilderkunst en grafische vormgeving heeft het duo een herkenbaar eigen handschrift weten te ontwikkelen. Het collectief is gespecialiseerd in muurschilderingen in de openbare ruimte. Daarnaast schilderen Koopman en De Boer traditioneel op canvas. Hun werk kenmerkt zich door een post-apocalyptische beeldtaal van vervallen fabrieken, machines en desolate industriegebieden. Booyabase levert regelmatig een bijdrage aan festivals, kunstmanifestaties en exposities in galeries en musea. Contact: Remko Koopman, 06-20497161, e-mail: remko@booyabase.nl, www.booyabase.nl, Facebook: Booyabase
26
inspiratie
27
inspiratie
De inspiratie van
Zender Elke editie benadert Bert Hagendoorn, voormalig Dzone-hoofdredacteur, een bureau of designer over de inspiratie voor het eigen werk. Deze keer is de beurt aan Sander Pappot, ook wel Zender. Bert vroeg hem naar zijn nieuwste projecten en zijn inspiratiebronnen.
Electronic Family Festival
Amsterdam Open Air
MonstersBall
28
Zender is freelance graphic designer en illustrator. Samen met Danny Merk deelt hij een studioruimte in het centrum van Amsterdam. Onder de naam KGB (Kreativ Graphik Buro) maken ze samen van alles: van simpel ontwerpwerk tot complexe motion-graphics. Zender wil zich naast zijn digitale werk meer op kunst focussen en geeft op dit moment een solo-expositie ‘System 1.0’.
Voor wie in het vak heb je heel veel respect?
Waar haal je je inspiratie vandaan? ‘Mijn inspiratie komt met name van internet en uit kunstboeken. Ik houd erg van typografie en illustraties. Ik kijk vaak op Behance, Friends of Type, Abduzeedo en Fffound en ik bestel veel boeken. Vaak duik ik in een kunststroming en probeer dan te achterhalen wie deze is begonnen en wat de stijl zo specifiek maakt: wat zijn de ingrediënten, wat is de techniek? Ik heb zo ondertussen alles wel een beetje uitgezocht, van de lowbrow art tot high-end fotomanipulatie, van The Universal Penman tot aan Pinstriping. Daarnaast ben ik bezig te leren zeefdrukken en heb ik mijn airbrush weer uit het stof gehaald. De lijst van inspiratie lijkt maar te groeien!’
Zender begon op jonge leeftijd als graffitikunstenaar, maar later kreeg hij steeds meer commerciële opdrachten. Daarna ging Zender naar de Verenigde Staten om meer over grafische vormgeving te leren, en werkte hij als stagiair bij een kleine designstudio. Terug in Amsterdam startte hij samen met Christiaan Dros een bedrijf gespecialiseerd in het vervaardigen van decoratieschilderingen onder de naam Zender & Chaos; samen maakten ze illustraties voor de Amsterdamse nachtlevenscene. Zender werkte voor agentschappen Shop Around en Artbox. Naast zijn grafische werk is Zender dj en organiseert hij diverse evenementen en festivals in Nederland. www.behance.net/zender www.kgbamsterdam.com
Costa del Soul
Re-Cover Show Dj Broadcast
‘In Nederland zijn dat onder andere Sit, Raymond Lemstra, London Police, Femtasia, Parra, Niels Meulman, Machine, Wayne Horse, Sjoco Sjon & Chaos. In het buitenland een lange lijst, van Mcbess, 123 Klan en Mark Ryden tot en met Obey, Alex Trochut en Julien Vallee.’
inspiratie
Bosco Interieur
‘Barry Mc Gee (Twist). Ooit hoop ik zulke expo’s te geven.’
Nachtspelen2
‘McBess - koning van de Wacom, maar ook een geweldige illustrator.’
Logo KGB
‘Femtasia - zo sfeervol…’
‘Margret Kilgallen. Naïef zoals naïef hoort te zijn, althans naar mijn smaak.’
29
tees
Lastig hè, een leuk T-shirt vinden dat nog eens uniek is ook. Om je hiermee een beetje te helpen verzamelt het Shop Around-team samen met de redactie van Dzone elke Dzone een aantal leuke T-shirts om op deze pagina te tonen. Deze shirts zijn vaak in – zeer – kleine oplage gedrukt door creatieven en worden verkocht op hun eigen websites. Wees er dus snel bij, anders zijn ze weer weg!
Leyp panterlogo – binnenkort verkrijgbaar op www.leyp.com.
Ain't got no head - David shrigley voor Stussy www.stussy.com.
30
Ampertastic Mr Fox - gemaakt door Sock Monkey - verkrijgbaar sockmonkee.bigcartel.com.
Mad Marc Rude RIP - gemaakt door CE x Bounty Hunter - in gelimiteerde oplages verkrijgbaar bij CE verkooppunten.
MC Ren and Stimpy - Justin Hager voor Grand Scheme www.grandscheme.com.au/.
Zeefdrukkers
interview
Bert Hagendoorn, consultant voor creatieve bureaus
‘Goed werk moet wel onder de aandacht komen’ Tekst
Hans Frederiks
Wie is Bert Hagendoorn? Hij was vijf jaar hoofdredacteur van Dzone, werkt sinds 2007 voor Adobe, is voorzitter van de Adobe User Group en is drie jaar geleden voor zichzelf begonnen. Bert is thuis in de creatieve industrie, hij kent de markt van creatieve, digitale en designbureaus als zijn broekzak. Als adviseur helpt hij bureaus zichzelf op de kaart te zetten. Want bureaus moeten met hun werk wel goed onder de aandacht komen.
Bert blogt ook bij Marketingfacts, DutchCowboys en NewWork, scout designers voor Kuvva en is jurylid van creatieve prijzen zoals SpinAwards en The FWA. Eerder werkte hij voor Satama en reclamebureau OER (beide opgegaan in LBi Lost Boys) en voordat hij hoofdredacteur bij Dzone werd werkte Bert zelf als creatief: als webdesigner, vormgever en artdirector. En het is voor hem ooit allemaal begonnen met graffiti.
32
Bert: ‘Veel creatieven zijn met graffiti begonnen. Het komt neer op passie voor kleur, compositie en typografie. Ik zag dingen op de trein die ik geweldig vond en wilde dat iedereen dat ook kon zien. Ik kwam op het Grafisch Lyceum terecht en ging later werken bij bureaus. Daar waren ze al heel vroeg bezig met 3D. We maakten leaders voor TMF, interactieve cd-roms voor Hoogovens en de eerste websites. Na een aantal maanden gewerkt te hebben in Hongkong
en Tokio als artdirector kwam ik bij Dzone, waar ik uiteindelijk hoofdredacteur werd. Ik schreef over het creatieve landschap, over wat bureaus maken, over designers en illustratoren, waardoor ik een groot netwerk opbouwde.’ Adobe Benelux Vanaf 2007 werkt Bert voor Adobe Benelux als Marketing Project Manager. Hij onderhoudt de relaties met de creatieve industrie,
interview
zet events op en ondersteunt communities in de Benelux. Bert: ‘Adobe zat op de marketingafdeling met de uitdaging dat het zelf te weinig connecties had met de creatieve industrie en de bureaus. De connecties die ik via Dzone en SpinAwards met bureaus, brancheorganisaties en awardshows had opgedaan waren interessant voor ze.’ Bert is ook voorzitter van de Adobe User Group Nederland, een zelfstandige vereniging met meer dan 5500 creatieve professionals en 25 sponsors. Tot nu hield deze organisatie al meer dan 25 bijeenkomsten met meer dan 250 bezoekers en twee XL events met meer dan duizend bezoekers. Consultant voor bureaus Sinds 2009 helpt Bert creatieve bureaus zichzelf beter te positioneren en onder de aandacht te komen. Hij denkt met ze mee en geeft advies over positionering, communicatiestrategie, het uitdragen van het imago en het op de juiste manier onder de aandacht van klanten komen. Hoe ga je bij een bureau aan het werk? Denken al die bureaus niet dat ze hun positionering wel op orde hebben? Bert: ‘Ze hebben twee uitdagingen. Aan de ene kant willen ze een naam hebben die mensen herkennen, en het liefst refererend aan het werk dat ze maken. Anderzijds willen ze bij klanten onder de aandacht komen. Met een goede positionering kun je je onderscheiden van de concurrentie. Het gaat erom je sterke punten naar voren te brengen. Waarom kiest een klant voor een bureau? Het gaat er natuurlijk om dat een bureau sterk werk maakt. Dat is de basis. Als iets niet goed is, kun je aan de weg timmeren wat je wilt, maar dan gaat het echt niet lukken. Maar dat goede werk moet wel onder de aandacht komen van toekomstige klanten.’ Hebben die bureaus niet iemand die doet wat jij aanbiedt? Bert: ‘Als het om positionering gaat,
‘Met een goede positionering kun je je onderscheiden van de concurrentie’ is het probleem dat een bureau zichzelf moeilijk van een afstand kan bekijken en vaak moeite heeft om samen te vatten wat ze nu precies doen, waar ze goed in zijn en wat ze onderscheidt van de rest. Het is de blik van de buitenstaander die ik zo’n bureau kan brengen. De blik van buiten, gecombineerd met de kennis van de markt en het landschap van bureaus in Nederland. Ik kijk samen met degenen die het bureau leiden naar waar het bureau voor wil staan en wat ze willen uitdragen.’ Is het moeilijk om bedrijven ervan te overtuigen dat ze je nodig hebben? Bert: ‘Nee, ik krijg echt veel vraag van bureaus. Zowel in goede als in mindere tijden is het belangrijk om aan je positionering te denken. Het is extra belangrijk in mindere tijden dat er business gegenereerd wordt, maar het is ook belangrijk dat je positionering in goede tijden duidelijk is. Ik zoek naar manieren dat hun werk onder de aandacht komt van opdrachtgevers. Ik ben een soort schakel tussen het bureau en de klant. Daar gebruik ik mijn kennis en mijn netwerk voor en mijn connecties bij de media. Het is heel organisch ontstaan. Ik heb niet bedacht: ik ga bureaus positioneren. Het is zo gelopen. Zeker wat betreft publiciteit kan ik ze vaak al snel helpen. Ik werk voor allerlei bureaus, klanten zijn ACHTUNG!, MediaMonks, Tribal DDB Amsterdam, Boondoggle en KONG. Voor de een is het meer positionering, voor de ander is het zaak om hun werk onder de aandacht te brengen.’ Geef eens een voorbeeld van het onder de aandacht brengen? Bert: ‘Een voorbeeld is ACHTUNG! Voor Volkswagen bedacht het bureau Fanwagen, een Facebook-applicatie waarbij mensen een speciale custom-made Volkswagen in Facebook-stijl konden winnen. Het model dat
de meeste stemmen kreeg, werd gewonnen door iemand die erop had gestemd. Het was een slimme manier om met social media iets over Volkswagen te vertellen, en het zag er ook nog geweldig uit (het won onlangs een Gouden SpinAward in de categorie design, waar Bert ook juryvoorzitter van was – red.). Het verhaal daarachter heb ik naar internationale blogs gestuurd en ik daarna is het op zo’n tachtig blogs geplaatst. Bij Creativity Online werd het meteen geplaatst en het kwam meteen in de AdCritic top 20, op een bepaald moment op nummer 1. Vervolgens werd het opgepakt door andere blogs, het ging als een lopend vuurtje rond. Maar eerlijk is eerlijk: het werk zelf is wat het belangrijkste is. Als het gaat om positionering ben ik bijvoorbeeld voor bureaus als Code d’Azur en Machine bezig. Sterke bureaus, ze maken mooi werk, maar ga maar eens kort samenvatten aan een potentiële klant die ze niet kent, waar ze voor staan. Daar help ik bij. Ze moeten antwoord geven op vragen als: wat zijn je diensten, waar sta je voor en waarom moet de klant naar jou komen en niet naar de ander? Als dat gedefinieerd is naar aanleiding van verschillende scans, kan dat op de verschillende profielen van zo’n bureau uitgerold worden, zoals de eigen website, Google, Twitter, Facebook en online en offline overzichten. Pas als dat gebeurd is, kun je met pr beginnen. Dat kan via een persbericht, maar ook via het inzenden naar awards, het presenteren op events en het schrijven voor blogs of bladen. Uiteindelijk is het voor alle creatieve bedrijven belangrijk om op een duidelijke plek op de kaart te staan en met je naam voorbij te komen. Ook voor zelfstandige ontwerpers of kleine bureaus. Door mijn kennis van de markt en het werk, plus mijn blik als buitenstaander, kan ik ze voorzien van advies en kunnen zij zichzelf bij de klant goed op de kaart krijgen.’
33
review
Adobe Creative Suite 6
Een nieuwe koers op vele fronten Tekst
Peter Villevoye
Je kunt er de klok op gelijk zetten. Adobe beloofde destijds een jaarlijkse cadans aan te gaan houden met het upgraden van hun Creative Suite, en verdomd – ze doen het. En hoe! Na de gebruikelijke sneak-peeks en (wederom) een ‘public bèta’ van Photoshop CS6 werd 23 april de zesde versie van de Adobe Creative Suite aangekondigd. In de loop van mei komt deze software ook beschikbaar. Ligt Adobe na twee jaar schuiven weer op koers in de stevig veranderde wereld van moderne mediatechnieken?
Dzone zal uitgebreid de programma’s induiken (om te beginnen met Adobe InDesign CS6, elders in dit nummer), maar eerst wat algemene zaken met betrekking tot de Creative Suite als geheel. Want er is méér aan de hand dan alleen wat nieuwe software... Nieuwe regelmaat Adobe houdt zich dus aan het plan dat het eerder ontvouwde: ieder jaar een upgrade. Weliswaar het ene jaar een ‘.0’-upgrade voor
Kip, vlees, vis of op dieet? Het valt wel op dat Adobe de samenstelling van de Suites heeft aangepast, of beter: het verschil tussen print- en webmedia wordt langzaam aan kleiner. De dtp-kippen en het web-vlees komen nu bij elkaar in de Design & Web Premium. Voor video en animatie is er wederom de Production Premium. Er is wat overlapping tussen deze twee Premium Suites (Photoshop, Illustrator en Flash), maar volgens Adobe kies je waarschijnlijk tussen óf vlees en kip, óf vis. Voor trouwe liefhebbers van slechts dtp-kip is er nog de Design Standard met Photoshop, Illustrator, InDesign en zowaar Acrobat. Maar je moet wel op heel streng dieet staan als je tegenwoordig nog niets hebt gedaan met webdesign of interactieve publicaties. En je kunt allicht ook de Master Collection (het hele CS6-buffet) aanschaffen.
34
alle programma’s van de hele Suite en het andere jaar slechts een ‘.5’-update voor de programma’s die het hard nodig hebben. Daarmee formaliseerde Adobe eigenlijk wat in de markt al lange tijd gebeurde: de meeste gebruikers werden ‘update-moe’ en sloegen telkens versies over, terwijl vooroplopende gebruikers juist snellere updates vroegen. Een tweespalt waar Adobe vooral ten tijde van CS4 en CS5 behoorlijk last van begon te krijgen. Een ander probleem was dat gebruikers soms twee tot drie versies achterliepen op wat courant was en dat Adobe bij een upgrade uitsluitend ging promoten wat er in de allernieuwste versie zat. Waardoor prachtige nieuwe features uit eerdere nieuwe versies niet of nauwelijks aandacht kregen en uit het zicht verdwenen. Nu krijgt iedereen zijn zin: achterblijvers kunnen rustig om de twee jaar updaten en de voorhoede mag zich ieder jaar weer verheugen op een update. Ook vermeldt Adobe in alle promotie veel beter het verschil met eerdere versies, zodat je beter overziet wat voor nuttigs je misschien nog meer hebt gemist. Nieuw luchtje Maar wat volgens mij belangrijker is voor Adobe en de gebruikers, is dat tegelijk met de Creative Suite 6 ook de Adobe Creative Cloud zich over onze hoofden uitspant. Dat is meer dan een online dienst om bestanden uit te wisselen, en het behelst géén opzet om Adobe CS-software via internet te moeten gaan gebruiken – wees gerust. Het mooiste aan de Creative Cloud is dat je álle CS6-programma’s
kunt installeren en gebruiken voor nog geen vijf tientjes per maand! Ja, je leest het goed: het lidmaatschap van de Creative Cloud bevat álle CS6-programma’s (dus de hele Master Collection en nog méér) voor de prijs van één kop koffie per dag. Als je daar dus mee aan de slag gaat, maakt het niet uit welke programma’s of Suite je exact hebt, wanneer een update verschijnt en hoeveel deze kost. Want met één druk op de Installeer- of Update-knop profiteer je direct van alle software en tussentijdse vernieuwingen, in welk CSprogramma dan ook. Niks moet, alles mag, en altijd up-to-date. Verschijnt de nieuwe CS-zoveelpunt-nog-wat? Je hebt ’m direct. Een relaxed gevoel! Versies zijn eigenlijk niet meer belangrijk. Een gewaagde zet voor een grote onderneming als Adobe. Een juridisch bijkomend voordeel is dat Adobe tussentijds nieuwe features aan de lidmaatschapversies van sofware mag toevoegen. Bij een verkochte ‘losse’ versie mag Adobe alleen bugs corrigeren. Volgens mij een belangrijke ‘vrijheid’ voor Adobe én de gebruikers, want relevante vernieuwingen kunnen zo sneller en geleidelijker worden doorgevoerd in plaats van dat iedereen moet wachten op een jaarlijkse los te kopen CSX.0- of .5-upgrade van een Suite of enkel programma. Ook dat vind ik een positieve ontwikkeling. Ik kan me namelijk voorstellen dat de marketinggeleide opmars naar een gezamenlijke CS-climax voor de vele ontwikkelteams bij Adobe geen optimale aanpak meer blijkt te zijn. Adobe CS begon ooit met vier tot vijf
review
Het artwork voor CS6.
programma’s per Suite, maar nu zijn het veel meer en veel grotere programma’s. Vernieuwingen tegelijk doorvoeren wordt te complex en is niet meer als één geheel te regisseren – en eigenlijk door gebruikers ook niet meer te appreciëren. Het wordt voor gebruikers ook niet meer te overzien, al het nieuwe tegelijk. Daarom dat Adobe wellicht naar een andere opzet wil verschuiven. Tijd en aandacht kan dan verspreid worden over meer afdelingen, perioden en momenten. En gebruikers worden stapsgewijs met de vernieuwingen geconfronteerd, op het moment dat het hun uitkomt. Los gekochte Suites of
programma’s (en de upgrades daarvoor) worden een ‘bevroren’ tussenstand van wat de Creative Cloud biedt. Want laat dit duidelijk zijn: de Creative Suites en programma’s zijn uiteraard ook nog steeds als losse ‘perpetual license’ verkrijgbaar, als je geen lidmaatschap voor de Creative Cloud wilt aanschaffen. Op de Adobe-website kun je zoals gebruikelijk uitpuzzelen welke upgrade-mogelijkheden je hebt en welke prijs dat dan gaat kosten. Het zal je niet verbazen dat de Creative Cloud dan in veel gevallen op lange termijn een betere en goedkopere oplossing zal blijken!
Dus toch maar de lucht in? Ondanks dat de naamgeving van dit revolutionaire lidmaatschap velen op het verkeerde been zet (‘Moet ik gaan cloudwerken?’) vind ik de zakelijke opzet en de lage prijs ervan echt weergaloos. Vraag me bijna af of Adobe niet verschrikkelijk verlies gaat lijden, maar daar zullen ze heus wel over hebben nagedacht. Ik denk dat ze meer nieuwe gebruikers verwachten (minder illegaal gebruik), want voor dat geld gaat een professional toch niet moeilijk doen? Of de nieuwe cloud-mogelijkheden (via internet samenwerken) gaan slagen, kan me eigenlijk
35
review
Het artwork voor CS6.
Revival voor Flash Na de pijnlijke schop-onder-de-kont van Apple heeft Adobe ingezien dat Flash problemen oplevert voor browsers op mobiele apparaten. Let wel: het gaat om de Flash-plugin voor browsers. En dat is dan ook gelijk de verklaring waarom Adobe Flash Pro CS6 de nieuwe koersen van HTML-Export en AIR App-productie zo gretig oppakt. En met goede hoop en veel succes! Je kennis van en ervaring met Flash zijn dus beslist niet waardeloos. Je zult alleen meer baat vinden bij andere doelen en doelgroepen, want een groot deel van de toepassingen en effecten die ooit met Flash werden ontwikkeld, is achterhaald door de groei van HTML.
niet zoveel boeien. Ik denk dat het werk die behoefte moet kweken en dat je er dan vanzelf wel mee gaat werken. Te vaak heb ik bedrijven zoals Adobe, maar ook Apple, hun cloud-diensten horen promoten en te vaak zien veranderen. Apple bood ooit iDisk,
36
Ik snap niet dat marketeers zo verzot zijn op ‘clouds’ – wolken brengen meestal schaduw, storm, regen en ander onheil DotMac, MobileMe en nu iCloud. En Adobe werkte eerder met de Workgroup Server, Version Cue, Acrobat Review, CS Live en nu weer Creative Cloud. Ik word gek van alle namen voor online webruimten, boxen en galleries. Als we de lucht in willen, dan merken we dat wel. Aan tafel! Het heeft geen zin om in een artikel van alle (17) CS6-programma’s de vernieuwingen te gaan opsommen. En dan missen we nog de Touch Apps voor je tablet, die je bij de Creative Cloud erbij krijgt. Daarom wat beschouwingen van grote lijnen en bijzonderheden. Als we alle programma’s in Adobe CS6 even op een rijtje zetten, zien we dat de
totale buit aan vernieuwingen heel divers is. Sommige programma’s hebben ingezet op grove verbeteringen onder de motorkap en bieden enkele mooie gloednieuwe features (zoals Illustrator, Photoshop, After Effects). Andere programma’s pakken compleet nieuwe doelen aan, waardoor het werken ermee enorm verandert (zoals Dreamweaver, Flash en InDesign). En dan zijn er nieuwe programma’s (Muse, Edge, Prelude en SpeedGrade) en zelfs programma’s die we al kennen en nu hechter bij CS horen (Acrobat, Story, Audition). En enkele programma’s zijn verdwenen (Flash Catalyst, Device Central, Contribute en OnLocation), maar daarvoor zijn dan goede nieuwe alternatieven of voorzieningen.
review
Een snelle rondgang langs de belangrijkste software. Ouderwets gezellig: Illustrator en Photoshop Je treft prima vernieuwingen aan in Illustrator en Photoshop CS6. Van naadloze patronen tot Camera Raw en video-voor-beginners. Je schrikt je eerst rot van die donkere interface, maar wees gerust: die kun je bij de voorkeuren weer op een lichtere variant instellen. Photoshop en Illustrator zijn vooral onder de motorkap vernieuwd, daardoor nu veel sneller en ook beter voorbereid op de toekomst. Status aparte voor InDesign en ADPS Het aparte artikel over InDesign CS6 besteedt aandacht aan vele vernieuwingen met betrekking tot de Digital Publishing Suite voor tablets. InDesign leunt daarvoor op een aantal nieuwe technieken in het programma zelf (Alternative en Liquid Layout), maar ook op de extensies voor de Overlay Creator en Folio Builder. Vreemd genoeg (of juist gelukkig) blijft Adobe die los van InDesign doorontwikkelen, en zul je die dus regelmatig moeten updaten. Misschien dat deze status aparte van ADPS een voorbode is voor het continu bijspijkeren van nieuwe technieken in programma’s. En in tegenstelling tot de strenge ‘stop’ die Adobe op een gegeven moment altijd afkondigt tijdens de ontwikkeling van de CS-versies, gaat ADPS door met ‘sprintjes trekken’ (updates doorvoeren). Het wankele web De webtechnieken schuiven allerlei kanten op. Er is Dreamweaver, maar ook Muse. Er is Flash maar ook Edge. Er is de nodige overlap maar ook raar verschil. Het lijkt alsof veel teams apart bezig zijn. Komen ze binnenkort ook weer nader tot elkaar? Dreamweaver Als vanouds heeft Adobe het mooiste gereedschap voor het web, Dreamweaver, weer aangevuld met verrassende nieuwe features. Sterker nog, de met CS5.5 al eerder ingeslagen koers om ook een goed gereedschap voor (web)app-developement te worden, wordt steeds nadrukkelijker neergezet. En terecht, want de wijze waarop PhoneGap en jQuery Mobile zijn geïmplementeerd verdient alle lof, en het opzetten van ‘responsive design’ komt redelijk uit de verf.
Toch bekruipt mij het gevoel dat Dreamweaver te weinig tijd krijgt om nieuwe features netjes in te bouwen. Elke keer lijkt de druk om op iets nieuws in te gaan groter dan de noodzaak om features ook bruikbaar en bedienbaar te maken voor designers. Een beleid om tussentijds te kunnen updaten zou voor Dreamweaver bij uitstek geschikt zijn om een en ander eleganter uit te voeren, lijkt mij. Typekit Dat weifelende aanbieden van interfaces voor nieuwe technieken geldt ook voor Typekit, de lettertypentechnologie voor het web die het gehannes met licenties en bestanden enorm vereenvoudigt. Adobe heeft het bedrijf wel opgekocht, maar de aansluiting ervan in Dreamweaver en Fireworks vereist nog steeds het kopiëren van stukjes code. Had dat niet beter gekund, vraag ik me dan af. Fireworks Adobe blijft ook bij deze CS6-fanfare weer hameren op het nut en voordeel van Fireworks voor webdesign. Maar dat heeft nog steeds weinig effect; de meeste ontwerpers blijven zweren bij Photoshop. De nieuwe features maken Fireworks CS6 wel wéér verleidelijker. Sterker nog, ik verdenk Adobe ervan dat ze Dreamweaver om die reden een beetje onelegant laten. Want CSS3kenmerken die vrij simpel een betere interface in Dreameaver zouden kunnen krijgen (en dat nog niet hebben), zijn heel handig uitgevoerd in Fireworks. Muse en Edge En wat te denken van de nieuwkomers Muse en Edge? Muse is geen concurrent voor Dreamweaver, maar wat moet het wel zijn? Edge maakt zich sterk voor HTML-animatie en legt de lat hoog, terwijl het heel toegankelijk blijft voor visuele ontwerpers. Veel nieuws voor video en animatie Veel nieuwe software, nieuwe interfaces, nieuwe features, en een behoorlijk speedboost voor Adobe After Effects en Premiere CS6. Meest in het oog springend is 3D in After Effects en de fenomenale SpeedGrade voor het cruciale ‘color-graden’ van een productie.
Conclusie Na twee roerige jaren ligt Adobe gelukkig weer op goede koers en is het zakelijk lekker op dreef. Sommige fronten zijn wat rommelig, maar hé, dit is de mediawereld. Ga anders maar klompenmaken. En mijn advies: zo snel mogelijk overstappen op de Creative Cloud!
Reguliere onkosten Software-inkopers en -beheerders zijn ook verheugd over het lidmaatschap van de Creative Cloud. Onregelmatige investeringen in software zijn lastiger te overzien en moeten telkens weer overwogen worden. Een vast bedrag per maand of jaar per gebruiker is veel inzichtelijker op de balans.
37