Vakblad voor designers | www.dzone.nl | 18e jaargang | Nummer 144 • 2012 Vakblad voor designers | www.dzone.nl | 18e jaargang | Nummer 144
inhoud
colofon
#144
Uitgeverij Three Publishers Binnenkadijk 329 1018 AX Amsterdam T +31 (0)20 625 67 82 E info@threepublishers.com Uitgever Hans Voorn hansvoorn@threepublishers.nl Hoofdredactie Hans Frederiks, hans@dzone.nl Eindredactie Jan Verberne, jan@dzone.nl Cover Transister / SHOP AROUND Papier en druk HET PAPIER VAN HET OMSLAG IS 250 GRS on, HET PAPIER VAN HET BINNENWERK IS ON OFFSET 120 G/M2 EN WERDen GELEVERD DOOR PROOST EN BRANDT, DIEMEN. DRUKWERK WERD VERZORGD DOOR ZWAAN PRINTMEDIA, WORMERVEER. DE UV-LAK OP HET OMSLAG WerD VERZORGD DOOR HELDER ZEEFDRUK, WORMERVEER ART DIRECTION / Vormgeving Frankie Tjoeng tessa valk DDK (ddk.nl) Redactiemedewerkers Peter van Ammelrooy, Erwin Blom, Leo Diker, Antoni Dol, Bert Hagendoorn, Joost van der Hoeven, Sander Kessels, Albert Kiefer, Rick Le Roy, Linda Lee, Michiel van Lith, Peter Luit, Aad Metz, Herbert van Staveren, Peter Villevoye EN Jan Willem Wennekes Illustraties Linda Lee Advertenties SalesQ Sales Manager Dennis Wilman T +31 (0)23 71132 00 F +31 (0)23 532 7122 E dennis@dzone.nl W www.dzone.nl/adverteren Abonnementenservice FBW Abonneeservice Postbus 612 3440 AP WOERDEN T +31 (0)348 431393 E abonnementen@dzone.nl W www.dzone.nl/abonnement
07 08
Redactioneel: Modern lezen Interview: Irma Boom: ‘We willen de koosnaam RIJKS uitbuiten, vandaar die spatie’
14 19 20 22 24 27 28 36 38
Versch werk Column Peter van Ammelrooy: Blokkendoos Portfolio: Transister De studio van… MediaMonks De inspiratie van… Jort Schutte, Achtung! Tees: de nieuwste en creatiefste T-shirts Interview: MediaMonks: ‘Wij zijn de Dirk Kuyt van ons vakgebied’ Achtergrond: Het Tweede Scherm Dingetjes: iPod-knoopjes, Basis-gezondheidshorloge, Favi-smartstick, Wise Tivi-stick, hond-pedometer, e-ink-scherm voor iPhone, extra’s bij Fuji X-Pro 1, draagbaar scannen
40 45 46 49
Workshop: RAW-opnamen in Lightroom Creatief ondernemen: Kiezen in de praktijk Hardware: Nieuwe designmogelijkheden met witprinter Volgend nummer
Vakblad voor designers | www.dzone.nl | 18e jaargang | Nummer 144 • 2012
DZONE MAGAZINE VERSCHIJNT 6 KEER PER JAAR IN NEDERLAND EN BELGIË. ABONNEMENTEN KUNT U SCHRIFTELIJK AANVRAGEN BIJ THREE PUBLISHERS OF DOOR HET FORMULIER IN TE VULLEN OP DE DZONE-WEBSITE WWW.DZONE.NL. ABONNEMENTEN DIENEN TWEE MAANDEN VOOR DE EINDDATUM TE WORDEN OPGEZEGD. ANDERS WORDEN ZIJ AUTOMATISCH VERLENGD VOOR EEN JAAR. Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken, of gedeponeerde handelsmerken, van hun respectievelijke houders en kunnen zijn gedeponeerd in bepaalde rechtsgebieden. Dzone is een geregistreerd handelsmerk van Three Publishers. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gebruikt, gepubliceerd of worden opgeslagen in een gegevensbestand, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Cover Artwork Artist: Transister Web: www.shop-around.nl vakblad voor designers 18e jaargang www.dzone.nl
4
inhoud
8
14
38
Dingetjes
27
Versch werk
Tees
20
Interview: Irma Boom
Portfolio:Transister
24
De studio van‌MediaMonks
5
Printmedia
zwaan.nl
longliveprint.nl
redactioneel
Modern lezen Tekst
Hans Frederiks
ILLUSTRATIE
Linda Lee
Bij Dzone denken we dat we boven op het moderne uitgeven zitten. Je weet wel: met apps en zo, vanuit InDesign een magazine publiceren als app. Dat deden we eigenlijk meteen toen het kon. Voorbeeld was natuurlijk Wired, dat hiermee al begonnen was toen het nog net niet kon, maar Adobe ze hielp bij het maken van de eerste Wireds als apps op de iPad, die toen net uit was. Die Wireds waren leuk om te zien op je iPad, maar waren honderden megabytes groot. Het duurde tijden voordat je iets op je iPad had, zeker als je het magazine via mobiele data binnenhaalde. Als je een en ander via je mobiele verbinding binnenhaalde, was je in één klap een groot deel van je maximale dataverbruik kwijt. Inmiddels hebben we – als Threepublishers, uitgever van Dzone – een aantal apps in de App Store staan: ePubs maken met InDesign van Aad Metz, IJsseloever, een project van Max Kisman en Wim Brands, een app voor MOTI, een afstudeerproject van Julien Kraakman voor Riksjatravel, een deel gratis, een deel slechts € 0,79. Liepen ze? Als het gratis was en men wist de app te vinden, dan werden ze gedownload. IJsseloever, een prachtige poëtische app, werd redelijk gedownload op de dagen dat we hem gratis in de Store zetten en mondjesmaat gekocht als ie voor de minimale prijs in de Store stond. En dan was er natuurlijk de Sad Mac App, bij het overlijden van Steve Jobs. Die app mocht niet van Apple, omdat ze zelf wilden bepalen wat er over Jobs in de Store verscheen. Dat is hun goed recht, zul je misschien zeggen. Ze mogen verkopen wat ze willen en niet verkopen wat ze niet willen. Nu is er weer iets met een app die we gemaakt hebben. We maakten een eerbetoon aan Adobe Illustrator, dat dit jaar 25 jaar geworden is. Op het moment van schrijven is ie afgekeurd door Apple, omdat ze niet weten of we van Adobe wel over Illustrator mogen schrijven. Pardon? Als ik een gedrukt boek maak, over Illustrator bijvoorbeeld, dan moet ik het wel erg dol maken wil Ako of Bruna het boek weigeren, en áls er iets met de uitgave aan de hand is, bepaalt de rechter wel of het uit de handel moet worden genomen. En nu be-
paalt een of andere ambtenaar bij Apple of we dit wel of niet mogen publiceren. En we hadden de Dzone App. We waren er erg trots op, je kon er met de laatste versie zelfs abonnementen afsluiten en hij stond in de kiosk op de iPad. Liep de app? Nauwelijks, voor geen meter eigenlijk om eerlijk te zijn. Hij kostte ook nog een flinke smak geld om te maken en in de lucht te houden. Opmaak- en publicatiekosten bij elkaar opgeteld was de app zwaar verliesgevend. We besloten ons abonnement met DPS niet te verlengen en als je nu naar de Dzone App kijkt, zie je wel een app, maar is er qua inhoud niets meer te vinden: je staart in een zwart gat. Ook niet voor degenen die al eerder een nummer van Dzone kochten. Toch blijf ik enthousiast over de digitale publicaties. Ik heb een paar abonnementen op mijn
iPad, kranten en wat magazines. Bijvoorbeeld het nieuwe The Magazine, dat elke veertien dagen vier tot vijf nieuwe verhalen heeft en als abonnement $ 1,99 per maand kost. Het laadt snel, je hoeft geen honderden megabytes binnen te halen. Zo lees ik ook de New York Times in de HTML5-versie die ze sinds kort aanbieden. Het is mooi, we hebben alle tools om blaadjes, rapporten en brochures geschikt te maken voor de iPad, voor Android, voor smartphones. Maar wie leest ze? Jij? Vertel me wat jij op je iPad leest. Alleen maar je mail, of ook nog wat anders? Je weet me te vinden op: hans@dzone.nl
7
interview
Ontwerpster Irma Boom
‘We willen de koosnaam RIJKS uitbuiten, vandaar die spatie’ Tekst en fotografie
Hans Frederiks
Irma Boom is het bekendst van haar boekontwerpen. Misschien wel haar bekendste boekontwerp is het jubileumboek voor de SHV, een opdracht van Paul Fentener van Vlissingen, CEO van de SHV. Ze werkte vijf jaar lang aan het boek, met een gewicht van 3,5 kilogram en 2.136 pagina’s dik. Naast Fentener van Vlissingen werkte ze voor het Prins Claus Fonds, museum Boijmans van Beuningen, het Prins Bernhardfonds, KPN en het Rijksmuseum. Voor het Rijksmuseum ontwierp ze het nieuwe logo, dat bij de introductie veel stof deed opwaaien vanwege de spatie tussen Rijks en Museum. Dit nieuwe logo was aanleiding voor Dzone om haar te vragen naar haar werkwijze, haar werk aan de huisstijl voor het Rijksmuseum en over haar opleiding en boekontwerpen.
Het gesprek met Irma Boom vindt plaats de ochtend nadat zij de Amsterdamprijs 2012 van de gemeente Amsterdam heeft ontvangen en uit handen van koningin Beatrix de Eremedaille voor Kunst en Wetenschap van de Huisorde van Oranje heeft gekregen. In een emmer op het kantoor staat een bos bloemen, die nog in een vaas moet belanden. Waar waren die prijzen voor? Irma Boom: ‘Het ging om de huisorde van de koningin, een onderscheiding die de koningin zelf aan je wil geven. Ik heb heel lang voor het Prins Claus Fonds gewerkt – dat doe ik nog steeds trouwens – en voor prins Claus zelf. Er is een band en verband met het koninklijk huis. De Amsterdamprijs is een kunstprijs
8
van de hoofdstad, die het Amsterdams Fonds voor de Kunst jaarlijks toekent aan drie kunstenaars als stimulans voor de artistieke veelzijdigheid van de stad.’ Je hebt voor het Prins Claus Fonds de huisstijl gemaakt, terwijl dat niet echt jouw specialisatie is. I: ‘Nee, ik ben een boekontwerper. Als ik een huisstijl of logo maak, denk ik heel vaak: schoenmaker, blijf bij je leest. Ik deed de huisstijl samen met prins Claus, dat was wel heel bijzonder. De kroon in het logo van het Prins Claus Fonds is die van prins Claus. Maar ik maakte al eerder de huisstijl voor Stroom en nu dan die voor het Rijksmuseum. Een gigantische opdracht.’
Noemen ze het tegenwoordig niet ‘visuele identiteit’? I: ‘Ja, het is de visuele identiteit, waarvan het logo een onderdeel is. Naast het logo werd er ook bijvoorbeeld een speciaal lettertype ontworpen. Ik werk overigens al sinds 2003 voor het Rijksmuseum en vanaf die tijd zijn we daar met een kleuren-DNA bezig. Dat kleuren-DNA was voor mij belangrijk door de schilderijen, waaraan we met dat DNA een grafisch element hebben toegevoegd, waardoor het meer van deze tijd wordt. Als ik voor het Rijksmuseum bezig ben, ben ik daar altijd naar op zoek. Het Rijks is geen Mauritshuis of Frans Hals Museum, het is Het Rijksmuseum. Het moet ook vernieuwend zijn. Het Rijks is een museum van déze tijd, ze verzamelen óók Rietveld of Schoonhoven en natuurlijk óók de
interview
Middeleeuwen. Ze beslaan vijf eeuwen, maar opereren in deze tijd – en in deze tijd moet je mensen aantrekken.’ Vandaar je keuze voor een schreefloze letter voor het logo? I: ‘Een schreefletter zou misschien voor de hand liggen, maar ik vond dat juist niet goed. Het Rijksmuseum heeft nu een letter die bijna voor het Stedelijk zou kunnen zijn. Een mooie, super strakke letter. Ik heb het idee dat het Rijksmuseum daar erg naar op zoek was. Tijdens de gesprekken die ik had met de directie, begreep ik dat men iets wilde dat heel eenvoudig was. Het is voor mij heel belangrijk dat er een goede samenspraak is met de opdrachtgever. Het is niet zo dat de opdrachtgever gaat zeggen dat ik zus of zo moet gaan doen, maar het moet wel in nauwe samenspraak gebeuren. Ik zie mezelf niet als iemand die uit zichzelf iets goeds gaat maken, dat kan alleen maar samen met de opdrachtgever, omdat het dan iets specifieks wordt. Het moet niet een logo worden dat je zou kunnen bedenken voor een ander museum. En dat kan alleen maar als je goed luistert.’ Wat vertelden ze dan? I: ‘Hun uitgangspunt is dat het Rijks een museum van deze tijd is, ondanks dat het museum vijf eeuwen beslaat. Het Rijksmuseum-logo moest ook iets persoonlijks hebben en iets innoverends. Wat met name elke keer terugkwam was de eenvoud. Het moest sober, niet met goud of allerlei toeters en bellen.’ Het gebouw van het museum, het bouwwerk van Cuypers, heeft dat opvallende natuurlijk wel, zeker na de verbouwing. I: ‘Ja, het ziet er van binnen uit als een kerk, met glas-in-lood en al die gewelven. Daarom begreep ik ook dat de directie iets eenvoudigs wilde hebben, want ze hebben al die ornamenten. Het logo staat daar bijna haaks op. Ik heb daarom een logo gemaakt dat heel simpel is. Met de IJ in Rijks ben ik het drukst geweest. (De IJ is een digraaf van de letters i en j. Vaak wordt de ij als een ligatuur omschreven, hoewel in de meeste lettertypes de i en de j niet met elkaar verbonden zijn, maar soms wel dichter bij elkaar gezet, iets wat Irma Boom ook met de IJ in het logo deed. H.F.) Rijksmuseum is voor buitenlanders een moeilijk uit te spreken woord. Ik heb heel lang gezocht om iets op die plek van die I en J te doen. De I en
J is een unieke lettercombinatie van de Nederlandse en Friese taal en ik vond dat daar iets mee moest gebeuren. Voor mijn gevoel is de focus van het hele logo geweest om iets met het woord RIJKS te doen en met name met de I en de J. Ik wilde een accent leggen op het woord RIJKS, vandaar de spatie tussen Rijks en museum.’ Over die spatie is veel te doen. I: ‘Over die spatie is veel onbegrip. Bijvoorbeeld bij Signalering Onjuist Spatiegebruik. Die hebben het vaak heel terecht over fouten bij het gebruik van spaties, maar ik heb ze proberen duidelijk te maken dat het hier gaat om een logo, om een woordbeeld. Dat kunnen ze niet begrijpen.’ Als je naar het oude logo kijkt, zijn RIJKS en Museum ook al gescheiden van elkaar, omdat het uit twee verschillende lettertypen bestaat.
woorden. We wilden dus die hele lichte, halve spatie – de lettertekenaar noemt het een haarspatie – om mee te spelen en mee te werken.’ Ik wil ook graag wat meer weten over dat kleuren-DNA van het Rijks. Hoe ben je daarmee begonnen? I: ‘Ik heb ooit een boek gemaakt over kleur voor Grafisch Nederland, Grafisch Nederland Kerstnummer 2004, en daarin had ik van schilderijen een soort kleurdiagrammen gemaakt, waarbij ik op een heel simpele manier kleur had onttrokken aan een schilderij. Dat boek gaat van Holbein tot aan Damien Hirst en de Joodse Bruid van Rembrandt. Wat we doen is heel subjectief, het is geen wetenschap. Ik werkte toen al voor het Rijksmuseum en ik vond dat ik iets meer moest doen met het idee van een kleuren-DNA. Ik wilde een grafisch element toevoegen aan wat ik deed voor het Rijks. Neem bijvoorbeeld de tickets. Stel dat daar de Joodse Bruid op stond, dan wil ik als
‘Het Rijksmuseum-logo moest iets persoonlijks hebben en iets innoverends’ I: ‘Een historisch genootschap, dat zich helemaal heeft verdiept in Cuypers en het Rijksmuseum, kwam met een document waarin ze me lieten zien dat RIJKS en MUSEUM in het begin – 1894 – ook los van elkaar werden geschreven. Zij vinden het juist een eerbetoon aan de historie van het Rijksmuseum. Ik bemoei me verder ook niet meer met Onjuist Spatiegebruik. Zij zijn er bekend door geworden en het logo heeft er veel publiciteit mee gekregen.’ Ik neem aan dat ze er bij het Rijks iets over gezegd hebben toen je het logo presenteerde? I: ‘Ja, ze vroegen waarom ik dat had gedaan. Ik had het eerst aan elkaar staan en onder RIJKS een streep gezet, ook al omdat “Rijks” een koosnaam voor het museum is. In kranten wordt ook heel veel gesproken over Het Rijks. Ik wilde daar een accent op leggen. “Museum” is een vrij generiek woord, en ik had het idee – en dat gaan we in de praktijk ook doen – om het woord RIJKS uit te buiten. Je hebt het RIJKSmuseum, je hebt ook de RIJKSapp, het RIJKScafé, waarbij je het generieke woord “museum” kunt vervangen door andere
extra element het kleuren-DNA toevoegen. Ik koos zes kleuren uit het schilderij. Puur voor het grafische element, om Saenredam of het Melkmeisje naar deze tijd te halen. Dat was in de tijd dat Ronald de Leeuw nog directeur was, en die vond dat veel te modern. Hij zei: we zijn geen Stedelijk Museum. Ik vond het echt specifieke kleuren voor het Rijks, het kón nooit het Stedelijk zijn, we noemen iets ook Rembrandt-geel, of Joodse Bruid-rood. Toen heeft het een beetje stilgelegen, totdat Wim Pijbes directeur werd. In die tijd vroeg een van de directieleden of we niet iets voor de merchandising konden doen, voor de museumwinkel. Bijvoorbeeld voor de verpakkingen, en of ik artikelen kon bedenken voor de winkel. Toen zijn we met die kleuren-DNA’s gaan werken met de iconen van het museum waar ze altijd mee naar buiten treden – de Joodse Bruid en het Melkmeisje. We pasten die kleuren toe, voor elk schilderij waar we iets mee moesten doen. Automatisch maakten we een kleurenDNA van zo’n schilderij. Sinds ik het logo heb gemaakt en het kleuren-DNA een serieus onderdeel van de visuele identiteit is geworden, hebben we Gregor Weber, hoofdconser-
9
interview
vator beeldende kunst bij het Rijks, gevraagd om met ons die kleuren-DNA’s specifieker te maken. Wij deden het eigenlijk een beetje erg willekeurig, we kozen de kleuren een beetje losjes. Maar met Gregor, die alles van kleur weet, zijn we alle honderd topstukken van het museum wat betreft kleuren-DNA aan het herzien, om ze nog specifieker te maken. Je krijgt de meest waanzinnige, prachtige kleu-
Irma haalt de map met de kleuren-DNA’s erbij, om wat voorbeelden te laten zien. I: ‘We kijken naar het schilderij, naar de kleuren die volgens ons belangrijk zijn in het schilderij. Niet per se hoe vaak de kleur voorkomt, maar wat belangrijk is voor het schilderij. Daardoor krijg je heel specifieke kleurencombinaties, die je zelf nooit zou hebben bedacht.
‘Door niet met de conventies rekening te houden en dingen te onderzoeken, kom je tot nieuwe resultaten’
achter dat zo’n kleur veel wordt gebruikt. Het is bijzonder dat hij dat heeft gedaan en daar na zessen, als het museum dicht was, de tijd voor nam. Het luistert heel nauw om precies de goede combinaties aan het schilderij te onttrekken. Als we er soms niet uitkomen, slaan we een schilderij over en komen we er later bij terug.’ Wat gaan jullie ermee doen? I: ‘Misschien best banaal, maar we gebruiken het voor drukwerk, voor entreetickets. We hebben ook een tas van het Melkmeisje. We gebruiken één of meerdere kleuren uit een kleuren-DNA.’ Heb je eigenlijk moeten pitchen voor deze opdracht?
rencombinaties. Ze zijn nu door Gregor op een heel nieuw plan getild, omdat hij écht verstand van kleur heeft. Het geel van het hesje van het Melkmeisje was helemaal niet knalgeel, maar groener geel. Het blauw is niet zomaar Yves Klein-blauw, maar een heel andere kleur blauw.’ Meten jullie dat? I: ‘Nee, we doen het met de kleurenwaaier, omdat we het ook grafisch verder willen gebruiken. Ik heb ook zo’n app van Pantone waarmee je dat kunt doen, maar dat is helemaal niet accuraat. We staan eindeloos voor het schilderij, met de waaier.’
10
Wij hadden zelf oorspronkelijk bepaalde kleuren gekozen, maar Gregor filosofeert voor het schilderij en komt vaak met kleuren die essentiëler zijn voor het schilderij. Als je hem hoort praten over wat die kleuren betekenen en waarom die kleur belangrijk is, krijg je een les kunstgeschiedenis. We gaan er trouwens ook een boek over maken. Deze kleur is in de gouden eeuw zo veel gebruikt.’ Irma wijst op een specifieke kleur. Wat zegt hij daar dan over? Was zo’n kleur bijvoorbeeld makkelijk te maken? I: ‘Nee, hij komt er ook op dat moment
I: ‘Nee, eigenlijk ongelooflijk, maar omdat ik al zo lang voor ze werk, vonden ze het oké. Op een gegeven moment vroegen ze me. Ik dacht dat ze een groot bureau zouden vragen, en daar had ik best vrede mee gehad. We werken hier met z’n tweeën en het is wel een enorme klus. We doen ook de bewegwijzering.’ Dat is toch een specifiek vak, waar bijvoorbeeld bureau Mijksenaar goed in is... I: ‘Wat ik interessant vind van het Rijksmuseum is dat ze vragen iemand een logo te maken die daar geen expert in is en iemand de bewegwijzering laten maken die daar geen expert in is,
interview
hoewel ik dat wel eens heb gedaan. Ze vragen iemand dingen te doen die hij niet zo vaak heeft gedaan. Dat vind ik fantastisch en het doet me denken aan de SHV, waar ik vijf jaar voor heb gewerkt. Toen ik mijn eerste boeken ging ontwerpen, wist ik niets van boekontwerp. Door niet met de conventies rekening te houden en dingen te onderzoeken, kom je tot nieuwe resultaten. Zo heb ik ook die huisstijl aangepakt. Door op zoek te gaan naar nieuwe dingen, vind je die ook. Je blijft altijd de angst houden of iets goed of slecht uitvalt. Daarom vind ik het moedig van het Rijksmuseum om in zee te gaan met een klein bureau. We nemen bij onze aanpak nothing for granted, niets voor vaststaand aan, we bekijken alles opnieuw.’ Je achtergrond. Je kwam uit Lochem, uit de provincie. Je kunstopleiding deed je in Enschede. I: ‘Ik wilde ook niet naar het westen, Utrecht vond ik al te ver. Ik ben toen met mijn vader langs kunstacademies gegaan, en ik heb voor
de AKI in Enschede gekozen. Ik wilde schilder worden, ik had een romantisch idee van wat een schilder was.’ Kon je goed tekenen? I: Nou, ik was altijd met kleur bezig. Op de lagere school was ik wel altijd aan het tekenen. Ik dácht altijd dat ik schilder wilde worden, maar daar bleek je heel andere talenten voor te moeten hebben. Ik had blijkbaar niet die innerlijke noodzaak om te produceren. Ik merkte dankzij Abe Kuipers, een docent die over boeken vertelde, dat mijn interesse veel meer bij vormgeving lag. Van het ene op het andere moment zat ik bij grafisch ontwerpen. Daar is de liefde voor boeken ontstaan, en eigenlijk heb ik daarna altijd boeken gemaakt.’ Toen ging je niet voor literaire uitgevers werken, maar voor de Staatsuitgeverij. I: ‘Ik had er eerst stage gelopen. Het hoofd van de afdeling bij de Staatsuitgeverij was mijn
docent en die vond dat ik daar moest gaan werken. Het leek me vreselijk, met veel ambtenarij. Ik had de keuze uit diverse mogelijkheden, en mijn moeder – die het vreselijk vond dat ik schilder wilde worden en allang blij was dat ik grafisch ontwerper was geworden – zei: ga maar bij de overheid werken! Ik heb er altijd dingen gedaan die niemand daar wilde doen. Er werkten veel oudere mensen en ik was daar de jongste. Ik deed alle advertenties, voor de postzegelboekje bijvoorbeeld – die wilde niemand maken, men vond dat het saaiste wat je maar kon doen. Maar die advertenties vielen op. Ootje Oxenaar, die daar ook werkte, zei: “Ik weet niet wie die advertenties maakt voor die postzegelboekjes, maar die moet wel de volgende postzegelboekjes maken!” En vlak voor ik wegging bij de Staatsuitgeverij was er een project dat ook niemand wilde doen: het boek Art meets science, spirituality in the changing economy. Alleen al het woord spirituality vond iedereen daar verschrikkelijk. Het
11
Neem nu een abonnement op dzone en ontvang de eerste twee nummers gratis. Dzone biedt nieuws, informatie en achtergronden voor digitale vormgevers, interaction designers en application ontwikkelaars. Dzone is onmisbaar voor wie op de hoogte wil blijven van nieuwe initiatieven en mogelijkheden in de oude en nieuwe media.
Stuur voor een jaarabonnement een email met je gegevens naar abonnementen@dzone.nl Vermeld a.u.b. je naam, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer, gewenste betalingswijze (acceptgiro of automatische incasso). Je kunt natuurlijk ook een ouderwets briefje met je gegevens sturen naar: Three Publishers Antwoordnummer 9455 1000 WP Amsterdam
12
Vakblad voor designers | www.dzone.nl | 18e jaargang | Nummer 144 • 2012
interview
bleek een reader te zijn voor een conferentie in het Stedelijk Museum, waar onder anderen de Dalai Lama zou komen, Rauschenberg, noem maar op. De hoofdsponsor van het project was Paul Fentener van Vlissingen. Paul vond het een prachtig boek geworden en voordat ik het wist, was ik voor hem aan het werk. Hij was mijn eerste freelance opdrachtgever.’
‘Wat ik wil maken, is een boek als totaal object – ik wil óók met de inhoud bezig zijn’
En niet zo maar een. Hij zorgde voor zeer langdurige projecten. I: ‘Projecten van vijf jaar. Ik heb in totaal vijftien jaar voor hem gewerkt. Johan Pijnappel (kunsthistoricus – H.F.) en ik werkten samen aan het jubileumboek voor de SHV. Hij vroeg ons iets te doen voor het jubileum van de SHV. Die opdracht kregen we vijf jaar vóór het jubileum. Het enige wat hij tegen ons zei, was: maak iets bijzonders. Look for the unusual. Hij had voor dit boek ook een bedrijfshistoricus kunnen vragen, een professor doctor, maar hij vroeg een kunsthistoricus monumentale kunst en een ontwerper om iets te maken voor het honderdjarig bestaan van de SHV. Als hij een bedrijfshistoricus had gevraagd, had hij een boek gekregen dat op de boekenplank was terechtgekomen. We hebben veel onderzoek gedaan naar jubileumboeken en uiteindelijk wisten we dat we een boek wilden maken dat een gereedschap moest worden voor toekomstige managers en aandeelhouders. We hebben drieënhalf jaar lang alleen maar onderzoek gedaan en gekeken wat SHV nu precies was. Aan de hand van archiefstukken hebben we het boek samengesteld en daarmee een verhaal verteld.’ Je bent niet geïnteresseerd in het vormgeven van literaire werken... I: ‘Ik denk dat anderen daar beter in zijn. Wat ik wil maken, is een boek als totaal object. Ik wil óók met de inhoud bezig zijn, en bij een literair werk heeft een schrijver dat al gedaan. Wie voor mij wel een groot voorbeeld was als je het over literaire boeken hebt, was Jan Vermeulen, die omslagen maakte voor de boeken van Jan Wolkers. In Lochem, waar ik opgroeide, had je één goede boekwinkel en daar zag ik al die boekomslagen van Wolkers in de etalage. De omslagen die hij maakte, voor bijvoorbeeld Turks fruit, zijn een icoon van de vorige eeuw.’
13
inspiratie
Versch werk
14
inspiratie
Designer: Aron Vellekoop León Omschrijving: Inner Apes, Dit was mijn inzending voor de Open Call Poster Project van Graphic Design Festival Breda 2012. De opdracht was om een interpretatie te geven van het statement ‘Greed is out, Empathy is in’ van Frans de Waal. De schets voor dit werk ontstond in Illustrator en op papier. De uitwerking, texturen en details zijn allemaal te danken aan Photoshop. Water Pipe, Het eerste werk uit een mogelijke groeiende serie waarbij ik speel met betekenissen van woorden en verbeeldingen daarvan. Patio, Gezeefdrukte print in een oplage van 14, 3 kleuren print op 200 grams papier, 50 x 50 cm. Patio heeft alles te maken met mediterraans genieten. Sharpen, Een van mijn eerste zeefdrukken. 2 kleuren print op 200 grams papier, 50 x 70 cm. Oplage van 24. Contact: aron@vellekoopleon.nl, +31(0)6 55 16 84 22 www.aronvl.com, aronvl.bigcartel.com @aron_vl
15
inspiratie
Designer: Studio Isabelle Vigier Omschrijving: USB stick and card game voor muziekensemble Shackle. Contact: i.vigier@lumen.nu Website: www.isabellevigier.com
16
inspiratie
Designer: Studio Freeke Omschrijving: vrij werk Contact: mike@studiofreeke.nl Website: www.studiofreeke.nl Webshop: www.shopfreeke.nl
17
inspiratie
Zuid-Afrikaanse straatkunstenaars schilderen flyers voor ‘Reggae Bomb’ bij Tivoli Werk van Zuid-Afrikaanse straatkunstenaars prijkt op de nieuwe ‘flyers’ voor ‘Reggae Bomb’, al meer dan tien jaar dé reggae avond in het Utrechtse Tivoli. In de townships van Kaapstad is het heel gebruikelijk om reclame-uitingen groots op je huis te schilderen. De Utrechtse Graphic Design Studio Loudmouth en Tivoli hebben een aantal straatkunstenaars in Kaapstad gevraagd dergelijke schilderingen te maken voor ‘Reggae Bomb’.
advertentie
goedkoop advertentie ruimte inkopen doe je zelf!
DAGBLADEN
HUIS-AAN-HUIS
RADIO
TIJDSCHRIFTEN
BUITENRECLAME
column
Blokkendoos Tekst
Peter van Ammelrooy
Wat zegt u tegen de leverancier van uw vaste automerk die u een nieuw model toont dat sterk afwijkt van wat u gewend bent? Als het stuur daarvan op de achterbank uitkomt, rem en gaspedaal zijn verwisseld en de klep van de kofferbak permanent openstaat? Vermoedelijk bevat uw reactie de woorden ‘waar’, ’de’, ‘zon’, ‘niet’ en ‘schijnt’, om de plek aan te duiden waar de handelaar het automobiel het beste kan laten. ‘Maar hij rijdt nu wel sneller’, jubelt de verkoper. ‘En doet tien kilometer extra op een liter!’ Nee, dank u. Helaas hebben we niks te kiezen als het om personal computers gaat. Wie nu een nieuwe pc koopt en aanzet, staart na luttele seconden tegen het tegeltjestableau van Windows 8. Dát is volgens Microsoft de grootste technologische revolutie sinds James Watt in 1763 naar een lekkende, sputterende, kapotte met stoom aangedreven waterpomp van Thomas Newcomen keek en dacht: dat kan beter. Het resultaat was een technologie die ons droge polders, het marxisme en de NS bezorgde. Microsoft draait de boel om: het nam een adequaat draaiend besturingssysteem en maakte er een computermotor van met mankementen, lek-
kages en een hoop gesputter. Dat laatste wordt voortgebracht door de gebruiker, die opnieuw moet leren een computer te bedienen. De tegeltjes vervangen het hele gamma aan navigatiemiddelen uit de vorige versies van Windows – de snelkoppelingen op je bureaublad, het startmenu, widgets, gadgets, popups en de Sidebar. ‘Je pc wordt er sneller van!’ roept Microsoft. ‘Stabieler! En je ziet zonder je mail te openen hoeveel aanbiedingen je hebt gekregen voor een grotere penis, de nieuwste tweets van Fidel Castro en de Facebook-updates van mensen die je maar niet ontvriend krijgt! De weersverwachting! De
aandelenkoers van PostNL!’ Informatie delen, noemen ze dat bij Microsoft – net zoals tv-journaals een diarree aan headlines door het beeld laten lopen om te maskeren dat ze eigenlijk geen fluit te melden hebben. ‘Maar je kunt in Windows 8 ook werken in je vertrouwde desktopomgeving’, sust de softwareboer, ‘alsof er niks is veranderd.’ Waarom dan de boel zo grondig overhoop gehaald? Niet omdat de gebruiker daarop zat te wachten. Een snellere Verkenner, die niet een miljoen jaar doet over het kopiëren van een dozijn foto’s: graag. Outlook dat niet elke dag crasht bij de eerste mail die ik naar een persoonlijke map sleep: dat zou fijn zijn. Niet langer de mededeling dat Windows op zoek gaat naar een ‘oplossing op internet’ als een programma vastloopt (en er nooit eentje vindt): geef die mannen een Nobelprijs. Nee: het startvenster is er alleen gekomen omdat Microsoft de ijdele hoop heeft dat een eenmaal aan de tegels gewende gebruiker die blokkendoos ook op zijn mobiele telefoon wenst, op zijn tablet, op zijn televisie, op het scherm van de magnetron en op het dashboard van zijn auto. Hoop, maar ijdel. ‘Dus u wilt niet even een proefrit maken?’ probeert de beteuterde autoverkoper nog. Nee, dankjewel Steve Ballmer: ik rijd wel in je vorige brik tegen een boom aan.
19
inspiratie
portfolio Transister Voor elk omslag van Dzone kiezen Shop Around en de redactie van Dzone voor een maker uit de grote groep beeldenmakers die Shop Around vertegenwoordigt. Deze keer is dat Nelleke Boerkoel. Nelleke Boerkoel studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. In 2006 begint ze met Hanneke van Leeuwen het duo Transister, ze maken beeld in opdracht en vrij werk, waarmee ze hebben geëxposeerd in o.a. Museum Rotterdam, Blaak010, de Dependance, Galerie Maike Hüsstege, en Dekk22. Sinds 2010 gaat zij alleen verder, vanaf 2013 onder de naam Robin Duister. Tijdens haar studie werkt ze al veel met met pen, potlood en inkt op papier waarna de beelden digitaal bewerkt worden, dit heeft ze in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een eigen stijl. Het werk oogt realistisch met een fijne lijnvoering, maar met een rauwe rand. De beelden zijn eigenlijk niet zo zoet en zorgeloos als ze er op het eerste gezicht uitzien. Kenmerkend zijn de veelvuldige verwijzingen naar hedendaagse popcultuur, gemengd met een flinke dosis Glam, Trash en Fashion. De portretten zijn zowel dromerig als direct; wie langer kijkt ziet een achterliggende gedachte (of twist) die bij een eerste blik niet direct zichtbaar is. Transister werkte voor opdrachtgevers als Phillips Design, Gemeente Rotterdam, Museum Rotterdam en Carbonell. Redactioneel kun je haar werk tegenkomen in o.a. Nieuwe Revu, Eigenzinnig Magazine, Strak literair geïllustreerd tijdschrift, RocknRoll Highschool Magazine en de Rotterdamse kunstkalender. www.shop-around.nl
Love Like Vultures vrij werk Carbonell Karakterontwerp en illustraties voor de Britse en Duitse website Lost Girls for Popjugend project van Shop Around en Galerie Maike Husstege Museum Rotterdam Walldesign voor Jong2009 Walldesign Kralingen Ontwerp walldesign viadukt in Kralingen Rotterdam in opdracht van Gemeente Rotterdam
20
inspiratie
Shop Around
Shop Around werd opgericht in 1998 als een rep bureau, vooral gericht op illustratoren en grafisch ontwerpers. In de loop der jaren heeft het zich ontwikkeld tot een creatief productiebureau dat gespecialiseerd is in eigentijdse illustraties, grafisch design, wall design, animatie, motion graphics en interactieve vormgeving. Shop Around heeft vestigingen in Amsterdam en Rotterdam. Sinds twee jaar is er ook een vestiging in New York. www.shop-around.nl
21
inspiratie
De studio van
MediaMonks De werktafel, het bureau, de studio, de werkomgeving van een creatief ziet er vaak bijzonder uit. Soms strak, soms achaotisch, vaak met veelzeggende details. Elke Dzone leggen we zo’n studio vast. Deze keer de studio van digital production agency MediaMonks.
Schuin tegenover station Hilversum bevindt zich de abdij van MediaMonks. MediaMonks werkt exclusief voor reclamebureaus en de klanten daarvan, zoals Axe, Heineken, KLM, McDonalds, Samsung en Visa. In een interview verderop in dit nummer van Dzone spreken we met Wesley ter Haar, founder/ operations director, en Victor Knaap, managing director/Main Monk, over de groei van MediaMonks, hun manier van werken en de projecten. www.mediamonks.com
22
inspiratie
23
inspiratie
‘Voor Up! Holland Up! zijn we op zoek gegaan naar de beste oranjesupporters van Nederland, om de eerste auto die rijdt op geluid te besturen: hoe harder mensen juichen, des te harder de Volkswagen rijdt.’ www.volkswagen.nl/uphollandup
‘Om te kunnen werken met goede ideeën ben ik niets zonder Die Mannschaft van Achtung!.’
24
‘GP van Roggel: een Formule 1-straatrace in een van de kleinste dorpen van Nederland, waarin Jenson Button het opnam tegen de snelste van Roggel.’ www.grandprixvanroggel.nl
inspiratie
Mannschaft’ van Achtung!. Met een groep van ongeveer 25 man werken we in wisselende teams nauw samen om onze projecten te kunnen realiseren. Iedereen in die teams voegt altijd essentiële dingen toe aan het basisidee en zo ontstaan vaak de meest uiteenlopende projecten. Bovendien blijf ik op de hoogte van het nieuwste werk door elke dag ilovenewwork.com te checken. En als laatste ben ik, denk ik, al een stuk of vijftig keer onwijs geïnspireerd door de allervetste film ever made: The Empire Strikes Back :)’
De inspiratie van
Jort Schutte, Achtung! Elke editie benadert Bert Hagendoorn, voormalig Dzone-hoofdredacteur, een bureau of designer over de inspiratie voor het eigen werk. Deze keer is de beurt aan Jort Schutte – artdirector bij Achtung! Bert vroeg hem naar de inspiratie voor zijn werk en zijn nieuwste project.
Jort werkt als artdirector bij interactief reclamebureau Achtung!. De focus van zijn werk ligt op interactieve projecten, in de ruimste zin van het woord – en dus niet per se digitaal of online. Het mogelijk maken voor mensen om meer te doen met wat hij maakt dan er alleen maar naar te kijken, vindt hij de grootste uitdaging van zijn job. Zes jaar geleden richtte hij samen met twee vrienden het inspiratieblog ilovenewwork.com op, dat inmiddels ook evenementen organiseert.
‘Fantastische gameklassieker van Lucas Arts.’
Jort studeerde Communicatie & Multimedia Design aan de Willem de Kooning in Rotterdam. Waar haal jij je inspiratie vandaan voor je werk? ‘Voor interface-design houd ik het werk van Fantasy Interactive en North Kingdom goed in de gaten. Het designwerk van deze bureaus is al sinds ik op het Grafisch Lyceum zat een groot voorbeeld voor mij. Om te kunnen wer-
Wat is je grote voorbeeld, voor wie in het vak heb je veel respect? ‘Qua interactie Allan Alcorn, de ontwerper van Pong. Zonder internet was ik nergens geweest, dus zeker ook: Tim Berners-Lee. En, ook al heeft hij ook een aantal verschrikkelijke films op zijn naam staan: George Lucas. Want naast de eerste Star Wars-trilogie en Indiana Jones is hij ook verantwoordelijk voor fantastische gameklassiekers met Lucas Arts.’ Wat kunnen we de komende tijd van je verwachten? ‘We zijn nu bezig met een campagne voor Stop Aids Now, waarin mensen online de situatie van aidsweeskinderen – die wij op tv hebben laten zien – direct kunnen verbeteren. Een heel intens project voor een heel moeilijk probleem. Fijn om aan te werken en hopelijk lukt het ons om mensen echt dieper te raken, zodat ze wat kunnen gaan doen met wat we gemaakt hebben in plaats van er alleen maar naar te kijken.’ www.achtung.nl www.jortschutte.nl www.ilovenewwork.com
ken met goede ideeën ben ik niets zonder ‘Die
‘George Lucas: Star Wars.’
‘Voor interfacedesign houd ik het werk van Fantasy Interactive en North Kingdom goed in de gaten.’
‘Allan Alcorn, de ontwerper van Pong.’
25
De eenvoudige weg naar betere beelden.
Bekijk de video.
Uitlichten Maak uzelf niet gek door keer op keer te proberen.
Kies het exacte deel van het beeld met Intuos5.
Dankzij de Intuos Grip Pen kunt u het gebied dat u wilt retoucheren heel precies definiëren. Volg de lijnen en trim de zijkanten tot ze helemaal perfect zijn.
- Perfect in combinatie met creatieve software: Adobe® Photoshop® / Adobe® Photoshop® Lightroom® - Bovendien zit een heel palet van uw favoriete tools nu in één pen: de Intuos Grip Pen.
26
CreativePros
www.wacom.eu/better-pictures
tees
Lastig hè, een leuk T-shirt vinden dat nog eens uniek is ook. Om je hiermee een beetje te helpen verzamelt het Shop Around-team samen met de redactie van Dzone elke Dzone een aantal leuke T-shirts om op deze pagina te tonen. Deze shirts zijn vaak in – zeer – kleine oplage gedrukt door creatieven en worden verkocht op hun eigen websites. Wees er dus snel bij, anders zijn ze weer weg!
A sick zine - This makes no cents € 15 - asickzine.com
Dufarge - Rotterdam Pooligans € 15,- info@dufarge.com
Menze Kwint - Fast Food - € 35 - itshirt.net
Maxime Francout Woot Shirt € 29,- maximefrancout.com
Lennard Schuurmans - Bubble Visor € 25 - bubblevisor.blogspot.nl
27