3 minute read

Burgerschap & cultuur: ik ben omdat wij zijn

Kunst en cultuur zijn essentieel om te kunnen deelnemen aan de samenleving én daar iets aan toe te voegen, menen Rozemarijn Schouwenaar en Maartje Reitsma. Voor respectievelijk de specialist Cultuureducatie van LKCA en de adviseur voor Expertisepunt Burgerschap (po en vo) is cultuur in de breedste zin van het woord veel meer dan een alleen middel voor burgerschapsonderwijs: het is er ten diepste mee verweven.

De opzet was aanvankelijk om het onderwerp kunst, cultuur en burgerschap vooral praktisch te benaderen. Er wordt, in de woorden van Rozemarijn, immers ‘al zoveel beleid geschreven, maar wat dat nou in de praktijk betekent, blijft vaak in het midden’. Toch neemt het gesprek direct een andere wending wanneer Maartje een recent wetenschappelijk onderzoek aanhaalt: “Onderzoekers stellen vast dat gibbons duetten zingen om zich met elkaar te verbinden. Daarmee laat dit onderzoek zien dat zang niet alleen cultureel bepaald is, maar dus ook een biologisch fenomeen is. Zang, dans maar ook andere kunstzinnige uitingen zorgen voor verbinding en zijn onontbeerlijk voor een gemeenschap. Het stroomt door onze aderen en maakt ontegenzeggelijk deel uit van wie we zijn.”

Ubuntu

En wie zijn we dan? Maartje: “In de (Zuid-) Afrikaanse levensvisie Ubuntu is het ‘ik ben, omdat wij zijn, omdat de wereld is’. De gemeenschapszin die daaruit spreekt, komt telkens terug tijdens momenten van rouw en vieringen en van begrafenissen tot geboortes. Het zijn momenten waarop mensen via dans, zang en andere culturele expressies weer verbinding maken met elkaar en vormgeven aan wie ze zijn en wíllen zijn.” Rozemarijn: “Een mooie filosofie die aansluit bij het community principe vanuit de hiphop: one for all and all for one. Als een van de meest geïndividualiseerde landen ter wereld heeft het Nederlandse burgerschapsonderwijs Ubuntu hard nodig. Maar verwar burgerschap niet met socialisatie alleen”, onderstreept ze, Gert Biesta indachtig. “Persoonsvorming en individueel welbevinden in de klas zijn minstens zo belangrijk.” Haar collega kan zich daar helemaal in vinden: “Burgerschap draait om de vraag ‘Hoe word ik volwassen in een complexe wereld, hoe voeg ik me daarin én wat voeg ik eraan toe zonder mijn authenticiteit te verliezen?’. In succesvol burgerschapsonderwijs ontdekt de leerling dat. Dat is het grote verschil met maatschappijleer, waar de nadruk ligt op een analyse van politiek en maatschappij.”

Magisch

Wie naar eigen aard en talenten van waarde wil zijn in de samenleving, moet zich veilig voelen om naar buiten te treden. Culturele activiteiten zijn daarvoor ideaal, illustreert Rozemarijn: “Het raakt de jongeren, versterkt >> eigenwaarde en zorgt voor respect voor de ander. Ik heb in het mbo theatervoorstellingen en nagesprekken bijgewoond waar opeens coming-outs plaatsvonden rond seksuele geaardheid waar door klasgenoten heel positief op gereageerd werd. Dat is het magische van kunst.”

Lef

Dan wordt de conversatie een stuk concreter: hoe kunnen scholen de snaar raken die van kinderen empathische, sociale en zelfbewuste burgers maakt? “Succesvol ‘cultureel burgerschap’ vraagt om lef om het op een andere manier te doen, te beginnen bij het besef dat er meer is dan meetbare leerprestaties”, meent Maartje. Rozemarijn vult aan: “Balans vinden tussen hoofd, hart en beweging.” Maartje knikt instemmend: “Een flinke uitdaging, want een hele generatie weet niet beter dan ontwikkeling in cijfers uit te drukken en hun identiteit daaraan te ontlenen. We zijn echter zoveel meer dan dat. Sterker nog: collectief welbevinden draagt bij aan een betekenisvolle (cognitieve) leerontwikkeling.”

Lange weg

Eenmaal doordrongen van het belang van kunst en cultuur, moeten scholen vaak nog een lange weg afleggen vanaf ‘de tekening’ die een kind bij wijze van spreken maakt wanneer hij zijn taakjes af heeft. Goed burgerschapsonderwijs en daarmee goed kunstonderwijs vraagt om tijd en om kwaliteit, om investeringen en leraren.”

Rozemarijn trekt het breder: “Kijk verder en betrek ook zzp’ers en creatievelingen die eigenzinnig en maatschappelijk bezig zijn, zoek het niet altijd bij de geijkte culturele instellingen. Begin met de gedachte van een leer-ecosysteem waarbij het kind of de jongere het centrum is en kijk dan hoe zij of zij zich tot de omgeving verhoudt. Hoe ziet dat ecosysteem eruit en wie leven daarin? Dat kan per regio, stad en zelfs van wijk tot wijk heel verschillend zijn.

Maak daar verbinding mee en breng zo burgerschap in de praktijk in die grote, complexe wereld: dáár staat ons wat te doen. Doe je dat, dan krijgen begrippen als ‘talentontwikkeling’, ‘diversiteit’ en ‘eigenaarschap’ echt betekenis.”

“Zoals bij het project Meemakers (van KCR) dat eigenaarschap stimuleert bij de jongeren”, legt Rozemarijn uit. Daarbij laat de ene jongere de andere kennismaken met het culturele leven door ze mee te nemen naar plekken die ze zélf tof vinden. Leg maar eens uit waarom je klasgenoot in aanraking moet komen met juist díe dansavond of dat uitzicht in de stad moet ervaren...”

Als voorbeeldschool noemt ze het ROC Friese Poort. Daar ziet ze dat practor Koen Vos met het hele team een visie op brede vorming ontwikkelde, waarin creativiteit een prominente plek inneemt. Van het schoolbestuur tot aan ouders, leerlingen en mensen in de wereld daaromheen. “Dat resulteerde in een cultureel aanbod dat de verschillende vakken ontstijgt en dwars door alle niveaus heen gaat. Die betrokkenheid en ook verbinding van alle lokale partijen is een schoolvoorbeeld van een goed leerecosysteem waarin burgerschap in praktijk wordt gebracht. Immers: ik ben, omdat wij zijn, omdat de wereld is…”

This article is from: