8 minute read
Mediawijsheid met taalvaardigheid dankzij serious game
Spelenderwijs werken aan mediawijsheid én taalvaardigheid
Dat rekenen en taal van groot belang zijn, hebben we al meermaals in deze editie van PrimaOnderwijs mogen vaststellen. Maar, tijd is schaars, zeker in het basisonderwijs waar het curriculum behoorlijk vol zit. Daarom is het ideaal dat onderwerpen als digitale geletterdheid en mediawijsheid zich makkelijk lenen voor vakoverstijgend onderwijs! We nemen de serious game MediaMasters als voorbeeld. MediaMasters gaat over de kansen en gevaren van (digitale) media.
Door het spelen van de game bouwen leerlingen niet alleen basiskennis op over mediawijsheid maar komt spelenderwijs ook taalvaardigheid aan de orde. Er zijn namelijk verschillende elementen tijdens het spelen van MediaMasters waar de SLO kerndoelen uit 2006 op het gebied van taalvaardigheid en de input uit curriculum.nu (NL1.1 t/m 6.1) bij aansluiten.
Bewuste, kritische houding & rijke bronnen
In MediaMasters staat mediawijsheid centraal: het bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in de mediasamenleving. Om dat te bewerkstelligen zoeken de leerlingen tijdens het spel samen antwoorden op basis van digitale informatie. Deze informatiebronnen bestaan uit rijke teksten binnen de wereld van (digitale) media, in zowel geschreven als (audio)visuele vorm. Vervolgens moeten leerlingen deze informatie ordenen en beoordelen op betrouwbaarheid en passen ze de opgedane kennis toe tijdens een aantal opdrachten in de game. Door in verschillende bronnen (zoals websites, filmpjes en teksten) te zoeken naar informatie zijn de leerlingen tijdens het spelen van MediaMasters veel bezig met begrijpend lezen: “Antwoorden zijn soms vlak onder je neus te vinden, maar de vaardigheden om de informatie die je zoekt ook echt te vinden en te verwerken moet je wel trainen”, aldus leerkracht van groep 7-8 Mounia Lahjaji (Daltonschool de Molenwiek, Haarlem). Dat leerlingen door deze vorm veel met taal en tekstbegrip bezig zijn, wordt ook gezien door leerkracht van groep 8 Johan van der Plas, van basisschool de Klaroen in Maarssen: “Tijdens MediaMasters kan ik meerdere vakken koppelen,
zoals begrijpend lezen, taal en 21e-eeuwse vaardigheden. De kinderen zijn actief bezig met het opzoeken, onderzoeken en begrijpen van teksten online. Ook proberen de kinderen de teksten samen te vatten om zo de belangrijkste informatie te onthouden.” Deze manier van werken – het zoeken, beoordelen en gebruiken van verschillende online bronnen om het antwoord op een vraag of opdracht te vinden – sluit nauw aan bij het domein informatievaardigheden, dat naast mediawijsheid een van de vier domeinen van digitale geletterdheid is.
Woordenschat en begrijpend lezen
Er komt in de game een uitgebreide reeks onderwerpen voorbij, met bijpassende woorden en begrippen uit de mediacontext. Zowel leraren als leerlingen kunnen hierdoor hun woordenschat uitbreiden. Deze woorden en begrippen worden door leerlingen ook toegepast. Zo is er bijvoorbeeld een vraagvorm in MediaMasters waarbij leerlingen de ontbrekende woorden in een zin moeten invullen. Hierdoor zijn leerlingen niet alleen bezig met de oplossing zoeken van een vraag, maar ook met begrip van bepaalde woorden en vaktermen, begrijpend lezen en zinsconstructie. Dit wordt ook onderstreept door Lahjaji: “Soms wil een kind dat bij het digibord staat tijdens MediaMasters te snel iets invullen, bijvoorbeeld bij de sleepwoordenvraag. Maar dan komen we er door de zinsstructuur achter dat er een woord toch niet klopt. Daar praten we dan weer over en dat maakt het echt interactief.”
Mondelinge taalvaardigheid
MediaMasters is een klassikaal spel. Dat maakt het eenvoudig om het gesprek aan te gaan over (digitale) media, online gedrag en persoonlijk mediagebruik. Door met de leerlingen verder te praten over de onderwerpen die aan bod komen, biedt het spel hen de mogelijkheden om hun gedachten te verwoorden en te delen, evenals hun ervaringen in de (online) wereld. Leerlingen kunnen daarbij hun nieuw verworven woordenschat toepassen en uitbreiden. Leerkracht Yvonne Aarts (groep 6, basisschool de Meent, Waalre) over haar aanpak: “Op het moment dat we in MediaMasters met een stelling bezig zijn, ga ik met de kinderen ook in op mondelinge taalvaardigheid: naast een stukje theorie over hoe een debat werkt (zoals dat je argumenten moet bedenken om je mening te onderbouwen) gaan we in gesprek aan de hand van wisbordjes of in een ‘voor/weet niet/ tegen’-opstelling. Ik laat dan een paar kinderen de voors of tegens benoemen. Er zijn dan ook altijd kinderen die van mening veranderen omdat ze een argument van een ander kind horen. Dat bespreek ik dan ook: wat maakte dat jij van mening bent veranderd?” Hierdoor draagt MediaMasters ook bij aan het vergroten van de mondelinge taalvaardigheid.
Concluderend, MediaMasters blijft in de eerste plaats een serious game waarin mediawijsheid en digitale geletterdheid de boventoon voeren. Maar taal is een wezenlijk onderdeel van media. Hierdoor werken leerlingen tijdens het spelen van de game dan ook aan hun taalbasis, in de betekenisvolle context van mediawijsheid. Dat doen ze door te luisteren, te lezen, gesprekken te voeren, te creëren en actief bezig te zijn op devices of het digibord.
Ook met mediawijsheid aan de slag?
Schrijf je in voor MediaMasters via www.mediamasters.nl en speel mee tijdens de Week van de Mediawijsheid van 3 t/m 11 november. Het spelen van MediaMasters is gratis.
Eff ectief, eigentijds onderwijs geven: heb jij de basis op orde?
PO/VO/MBO
De kern van het werk van de leraar is het ontwerpen van onderwijs. De uitvoering van dat onderwijs is te vatten in zes rollen: Gastheer, Presentator, Didacticus, Pedagoog, Afsluiter en Leercoach. Inzicht in deze rollen en refl ecteren op hoe je deze beheerst, biedt leraren handvatten om de basis op orde te bréngen en/of te hóuden. Het bewust beheersen van deze basis is voorwaardelijk voor verdere NIEUW! professionele groei. Met De zes rollen van de leraar in de praktijk ondersteunt CPS leraren om die basis helder op het netvlies te krijgen of te houden bij de uitvoering in de praktijk. Ervaren leraren kunnen dit boek gebruiken om hun eigen basisgedrag nog eens goed onder de loep te nemen: doe ik de juiste dingen? En doe ik die dingen goed? Daarnaast is deze praktische uitwerking van de zes rollen uitermate geschikt voor startende leraren en studenten van lerarenopleidingen. Eigentijds onderwijs - verschillende vormen van sturing - praktische voorbeelden po/vo/mbo - blijvende professionalisering individueel/team/schoolbreed
Inclusief bij deze uitgave biedt CPS je de Quickscan Yollen: refl ecteer op hoe jij je nu beweegt in de zes rollen en gebruik dit als start voor je eigen ontwikkeltraject.
Dit is de opvolger van de populaire CPS-uitgave De vijf rollen van de leraar.
Prijs: € 29,90 | Auteurs: Bert Moonen, Lotte van der Goot en Sander van Veldhuizen ISBN: 9789065081797 | Sector: po/vo/mbo
Sleutelingrediënten
voor het leven
Saskia gebruikt in haar combinatiegroep 7/8 de methodiek van Leren Leren Nederland waarbij de ontwikkeling van de executieve functies centraal staan. “Executieve vaardigheden zijn nodig om goed te kunnen leren”, vindt zij. “Ze zijn de onderleggers voor de basisvaardigheden.”
“Ik heb zo’n anderhalf à twee jaar geleden de eerste materialen aangeschaft. Ze heeft nu spellen, interventiekaarten en meer om aan de vaardigheden te werken. “We zijn veel bezig met emotieregulatie, reactie-inhibitie, volgehouden aandacht en doelgericht doorzettingsvermogen.” De leerlingen merken dat ze er baat bij hebben. Ieder kind bezit in basis een intrinsieke motivatie om dingen goed te doen. De aanpak van Leren Leren Nederland stimuleert de intrinsieke motivatie bij de kinderen. Dankzij de materialen zoals spelletjes en kaarten van Leren Leren Nederland is de groei van vaardigheden leuk verpakt. “Groeien moet ook iets moois zijn.” Saskia geeft graag een concreet voorbeeld. “Ik had een leerling die het lastig vond om taken in de klas te doen. Hij wist niet goed waar hij moest starten, hoe lang hij er mee bezig moest zijn en wanneer te stoppen. Hij bleef eigenlijk hangen.”
Saskia ging met hem in gesprek en gebruikte de Interventiekaarten Executieve Vaardigheden. Deze kaarten helpen bij het maken van actiepunten. De leerling gaf het volgende aan: ‘Ik heb een schema nodig, maar het moet wel leuk zijn om naar te kijken’. Saskia: “Hij had heel veel interesse in de Formule 1. Dus we hebben een schema in het teken van Max Verstappen gemaakt.” Elke ochtend vulde Saskia met de leerling het schema voor die dag in. “Hij reageerde daar heel goed op. Na een paar weken vulde hij het zelf in, met hulp van mij. Eén taakje werden er twee, twee werden er drie enzovoort. Na een paar maanden had hij enkel nog een echt Formule 1-schema, want voor zijn taken had hij het niet meer nodig.” Saskia: “Wanneer iets niet goed gaat bij een leerling, is het de kunst niet te (ver)oordelen. Als hij iets niet kan of wil, ga dan in gesprek. Daardoor voelt de leerling erkenning en begrip. Samen kun je dan aan een oplossing werken. Uiteindelijk levert je dat als leerkracht tijd op, want de leerling kan aan de slag, in plaats van zich onnodig lang onbegrepen en ‘verloren’ te voelen.
Tineke van der Klink-Bouwens rechts en Robine Kroon-Zijderhand (links) leggen uit wat executieve functies zijn. “Dit zijn uitvoerende functies die denken, doen en emoties aansturen. Het is een verzameling van cognitieve hersenfuncties die zorgen voor zowel sociaal aangepast gedrag als de mogelijkheid om doelgericht te werken. Bij de 11 executieve functies horen vele vaardigheden. Deze vaardigheden zijn fundamenteel en worden ook wel de sleutelingrediënten voor het leven genoemd. Ze zijn continue in ontwikkeling.”
Kijk voor meer informatie op www.lerenlerenschiedam.nl