2 minute read
EEN LEGENDE UIT DE BELGISCHE TRANSPORTGESCHIEDENIS
In 1945, op 23-jarige leeftijd, beslist Joseph Lecloux om een voormalig transportbedrijf te kopen met 9 paarden en 52 karren. Hij start met de aankoop van een oude Reo-vrachtwagen, waarmee hij zijn transportdiensten aanbiedt in de regio Luik. Het is het prille begin van Transports Lecloux uit Chênée.
Twaalf maanden later koopt hij nog twee andere Reo-vrachtwagens, en daarna een Seddon en een MAN. De Luikse economie doet het bijzonder goed en de vraag naar transport neemt stevig toe. Lecloux groeit zeer snel uit tot één van de meest mythische ondernemingen in het Luikse. Zijn vrachtwagens pronken met een donkerrode kleur en de naam van het bedrijf staat op de deur, op een witte achtergrond en in de vorm van een halve maan.
Achter het bedrijf gaat een respectabele en gerespecteerde man schuil, die enorm veel menselijke warmte uitstraalt, ondanks een handicap die het hem niet gemakkelijk maakt. De mensen die hem gekend hebben, vertellen over de pijp die steevast in zijn mond zat en over zijn passie voor de transportsector. In het begin zijn de huifopleggers in de meerderheid, maar Lecloux specialiseert zich snel in het brandstoffentransport voor onder meer FINA en BP Trading. Nadien wordt het wagenpark verder uitgebreid met kipopleggers. En uiteindelijk neemt Lecloux er ook koeltransport bij.
Joseph Lecloux onderhoudt ook zeer nauwe banden met Jean Hocke, die op dat moment invoerder is van verschillende merken, maar dan vooral van MAN. Op enkele meeste werden gebruikt voor het transport van tankopleggers.
Seddon-voertuigen na (ook ingevoerd door Hocke), bestaat het wagenpark nagenoeg volledig uit MAN. Op het hoogtepunt is de vloot 44 motorenvoertuigen sterk en Lecloux zal uiteindelijk meer dan 200 MAN-trucks kopen.
Na de eerste torpedotrekkers 835, wordt het duidelijk dat dergelijke cabines enorm in de smaak vallen bij Lecloux. Getuige hiervan zijn de befaamde 10.212 en 13.230. Deze trekkers worden vaak gecombineerd met tankopleggers van LAG voor het transport van brandstoffen. Op het einde zal Transports J. Lecloux ook MAN F8 en F90-voertuigen kopen met frontstuurcabine.
Joseph Lecloux bouwt ook een eerste, en daarna een tweede hal in Chênée. Het eerste gebouw biedt plaats aan vier rijen van acht vrachtwagens en het tweede wordt, naast plaats voor nog meer vrachtwagens, gebruikt als kantoorruimte en als garage, waarin zes mecaniciens aan de slag zijn.
De kinderen van Joseph Lecloux (zoon JeanMarie en dochter Anne) waren voorbestemd om in de voetsporen van hun vader te treden. De economische achteruitgang in de omgeving van Luik beslist er echter anders over en de activiteiten worden stopgezet.
Trekker nummer 35, een MAN 10.212, is typerend voor J. Lecloux. Hier in combinatie met een tankoplegger van LAG in de kleuren van Trading.
De levering van de 49 ste en 50 ste trekker: de keuze viel op de MAN 10.212 H. Eén van de weinige vrachtwagens uit de vloot zonder MAN-signatuur. Het gaat om een Steyr 586 met LAG-tank.
Op het moment van deze foto had deze MAN 835 al 940.000 km op de teller. Vrij uitzonderlijk voor die periode.
De MAN 27-trekker in een ongewone positie. De oplegger is geladen met een honderdtal zakken (uit het archief van Arvia).