De analyse van de balansen van 2018 van de concessiehouders zware bedrijfsvoertuigen toont aan dat een toename van de verkopen niet vertaald wordt in een toename van het omzetcijfer. De andere indicatoren zijn daarentegen wel positief

DIDIER PERWEZ (VOORZITTER VAN TRAXIO) EEN KRACHTIGER STEM VOOR DE MOBILITEITSSECTOR

Werkplaatsen hebben hun deel aan moeilijkheden gehad gedurende de coronacrisis. Eerst werden ze wekenlang gesloten. Dat ze inmiddels weer open zijn, maar dan onder strikte veiligheidsnormen, mag niet doen vergeten dat ze nog moeten opboksen tegen tal van andere uitdagingen in de sector van verkoop en naverkoop. Een overzicht met Didier Perwez, voorzitter van de confederatie Traxio.

Claude Yvens – claude.yvens@transportmedia.be

Transport Management: Hoe kijkt u tegen deze periode van quarantaine aan en de manier waarop uw leden hun rol hebben vervuld?

Didier Perwez: Vooreerst moet ik er op wijzen dat onze leden de mobiliteit van de prioritaire diensten hebben verzekerd gedurende alle fasen van de quarantaine. Die periode heeft uiteraard een zeer diepgaande economische impact. Voor het hele jaar 2019 hadden we 19.000 aanvragen voor technische werkloosheid. In maart 2020 waren er dat 90.000.

WELKE IMPACT HEEFT DE CORONACRISIS?

TM: Lopen de ondernemingen het risico zelf te verdwijnen omwille van deze economische crisis?

Didier Perwez: De overheid heeft snel gereageerd, maar het opstarten van de

Didier Perwez, voorzitter van Traxio: "Het is niet uitgesloten dat bedrijven, die al voor de crisis waren verzwakt, zullen verdwijnen.”

verschillende hulpprogramma’s was niet gemakkelijk. Anderzijds, een uitstel van betaling is slechts een uitstel. Indien we dus faillissementen van bedrijven willen vermijden, moeten we overstappen op andere ondersteuning. De FEB onderhandelt met de federale regering over institutionele leningen en een nieuw uitstel van betalingen. Maar we kunnen het verdwijnen van ondernemingen niet uitsluiten, vooral van bedrijven die reeds in moeilijkheden verkeerden bij het begin van de crisis.

In de distributie is het niet uitgesloten dat één of andere constructeur er toe gedwongen wordt één van zijn leveranciers over te nemen en het zullen enkel de grote spelers zijn die blijven. De crisis vormt hier enkel een versnelling van een bestaande tendens: vijf jaar geleden was er nog een bankagentschap op elke hoek van de straat en nu moet men minstens tien kilometer ver om er één te vinden. Een andere interessante evolutie die ik opmerk, is te zien hoe de ondernemingen die de officiële netwerken hebben verlaten zeer sterke dienstverleners worden als zelfstandige bedrijven.

TM: Dat is misschien een fenomeen in de autowereld, maar toch nog niet bij de bedrijfswagens…

Didier Perwez: Toch denk ik dat het er zit aan te komen, want de marges zijn beter bij de bedrijfsvoertuigen. Het is ook een kwestie van de structurering van de markt. Ik merk in elk geval dat belangrijke spelers zoals Groupauto of AD interesse beginnen te tonen voor de vrachtwagen. In ieder geval bestaat de vraag.

DE UITDAGING VAN DIGITALISATIE

TM: Komen we dan bij de grote technische uitdagingen die onze sector ingrijpend

zullen veranderen, te beginnen met geconnecteerde voertuigen. Hoe zal dat de driehoeksverhouding tussen klant, concessiehouder en constructeur veranderen?

Didier Perwez: Verduidelijken we eerst dat Europa er heel veel aandacht voor heeft dat een geconnecteerd voertuig geen rijdende bom kan worden, want als u gegevens van een voertuig naar een centrale database stuurt, dan kunnen er ook andere gegevens naar gestuurd worden. Anderzijds preciseert Europa zeer goed dat het altijd de chauffeur moet zijn die het laatste woord heeft en dat het altijd hij moet zijn die bijvoorbeeld een rendez-vous met de werkplaats moet in gang zetten. We weten dat sommige constructeurs zullen proberen dit principe te omzeilen om de chauffeur naar deze of gene werkplaats te dirigeren. Maar het grootste voordeel van deze digitalisatie is dat men een grotere reactiviteit krijgt. Waarom zou men niet kunnen ingrijpen op een voertuig wanneer het niet gebruikt wordt, ’s nachts bijvoorbeeld?

TM: Riskeert die vorm van digitalisatie en directe tussenkomsten van de constructeur niet dat het creëren van toegevoegde waarde door de concessiehouder afgevlakt wordt? Didier Perwez: Dat is mogelijk, maar de menselijke factor zal blijven. Het is nog altijd aan de chauffeur of de klant die men in de eerste plaats zal vragen zijn keuze te maken.

"Zelfs bij het digitaliseren van de naverkoop diensten zal de menselijke kant primordiaal blijven.” (Didier Perwez)

TM: Zelfs in het geval van vloten?

Didier Perwez: Dat is een andere aspect, maar ik ben er zeker van dat de bedrijven de nodige inventiviteit aan de dag zullen leggen om uit hun traditionele domein te komen en diensten voor te stellen die nu nog niet bestaan. Voor onze leden is er bijvoorbeeld veel belangstelling om de agenda’s en de stocks open te stellen.

TM: Wat zal de invloed van elektrificatie zijn op de werkplaatsen?

Didier Perwez: Het is nog te vroeg om dat te berekenen want we zullen moeten uitgaan van het rijdende wagenpark. Met Educam werken we er aan om de opleiding van de technici te laten evolueren en herwaarderen, maar er is nog een groot verschil tussen de ‘new tech’ gesprekken die we overal horen en de belevenis op het terrein. Herinneren we er overigens aan dat elektrische aandrijving niet de enige oplossing is voor onze mobiliteit.

EEN KRACHTIGER STEM

TM: Op het Salon van Brussel lanceerde Traxio een gemeenschappelijk initiatief met Febiac en Renta. Waarom?

Didier Perwez: Het is in het verleden voorgekomen dat onze organisaties beschouwd werden als concurrenten. Dat is zeker niet meer het geval vandaag. Mobiliteit is een te belangrijk publiek thema geworden en de stem van de sector moet duidelijker en luider klinken, onder meer op het vlak van de automobielfiscaliteit. Dat verhindert ons niet om iedere dag voor de belangen van onze eigen leden op te komen, maar er zijn mogelijkheden en synergie waar we klaar voor staan om ze te evalueren en er is een echte wil om samen te werken aan gemeenschappelijke projecten. Dat terzijde, het belangrijkste streefdoel voor dit gemeenschappelijk platform is het model van multimodaliteit te promoten bij de overheid.

TRAXIO IN HET KORT

Traxio is een confederatie van 14 sectorgebonden federaties die in de ruimste zin actief zijn op het gebied van mobiliteit. De belangrijkste federaties op het gebied van lichte bedrijfsvoertuigen en zware bedrijfswagens zijn GDA (Groupement des Distributeurs Automobiles), IAS (Independant Automotive Specialists) dat de multimerken dienstverleners groe peert en de verkopers van tweedehands voertuigen, Febelcar (carrosseriebedrij ven), Traxio Road Support (pechverhelpers) en FMA (automobielmaterieel). De leden van Traxio vertegenwoordi ger ongeveer 10.000 werkgevers en 98.000 werknemers in België.