Mgv#6 website

Page 1

MAGAZINE VOOR GGZ EN VERSLAVINGSZORG Jaargang 69

|

nummer 06

| nOVeMBer 2014

|

WWW.mGVOnLIne.nL

MGV MAGAZINE

24 PAGINA’S DIE JE NIET WIL MISSEN

IntervIeW

Familie als partner in de ggz samenlevIng

transities in de ggz: de UtreChtse aanpak MGV KENNIS

26 PAGINA’S DIE JE NIET MAG MISSEN PraktIJk Mirjam van Orden en anderen

Onbewust bekwaam; RICHtLIJnenGebRuIk GetOetst InnOvatIe Otto Dellemann

GGZ 2.0 PraktIJk Peer van der Helm en Petra Schaftenaar

eIGen sCHuLd, dIkke buLt? LeefkLImaat en stRaf In de kLInIsCH-psyCHIatRIsCHe ZORG

1

samenlevIng Caroline Place en anderen

paneL psyCHIsCH GeZIen


COlOFOn MGV is een crossmediale uitgave voor ggz en verslavingszorg van uitgeverij Performis/next level publishing, 's-Hertogenbosch en het Trimbos-instituut, Utrecht. Het is

versPreIDIng De standaardoplage van MGV bedraagt 1.650, hiervan worden 1.350 magazines verspreid onder abonnees.

een forum waarop professionals uit alle ggz-disciplines, bestuurders, cliënten en zorgverzekeraars het debat aangaan over de inhoud van hun vak en over de taken van de ggz in de

aBOnnementen

samenleving. MGV verschijnt 6 x per jaar in druk in een oplage

Abonnementsprijzen per jaar: particulieren € 89,95, studenten € 42,50, instel-

van 1.650 exemplaren. Daarnaast vindt u op de website

lingen (drie exemplaren, bij meer exemplaren extra korting) € 209,95*.

www.mgvonline.nl regelmatig actuele bijdragen en online

*De prijzen voor een instellingsabonnement met IP-toegang voor meerdere

discussies.

gebruikers zijn als volgt:

REDACTIE: De redactie bestaat uit vakspecialisten uit ver-

2-100 gebruikers: € 458,-, 101-500 gebruikers: € 520,50, 501-1000 gebruikers: € 707,-.

schillende geledingen van de geestelijke gezondheidszorg en

Voor meer dan 1000 gebruikers of andere licenties, neem contact op met de

wetenschappelijk onderzoek. (zie www.mgvonline.nl)

klantenservice via 073 -6895889 of info@performis.nl

HOOFDREDACTIE: dr. S.E. (Sonja) van ’t Hof. BUREAU-/WEBREDACTIE: drs. R.M. (Regine) zum Vörde sive Vörding en K. (Kristien) Harmsen.

aDverteren

KERNREDACTIE: prof. dr. F. (Frits) Boer, dr. C.T. (Titia) Feldmann, dr. G. (Gerdien) Franx, prof. dr. M.W. (Michiel) Hengeveld

ZWART/WIT

1X

3X

6X

1/1 pagina

950

845

799

1/2 pagina

659

599

545

1/4 pagina

455

429

395

(voorzitter), dr. A.J.K. (Adger) Hondius, dr. C.G. (Kees) Kooiman, dr. H. (Hans) Kroon. REDACTIEADRES: Postbus 725, 3500 AS Utrecht tel: 030 2971119 mgv@trimbos.nl UITGEVER: Performis B.V., Paardskerkhofweg 14, 5202 CJ ’s-Hertogenbosch tel: 073 689 5889 www.performis.nl FULL COLOUR

BLADMANAGEMENT: Geert Janus

1X

3X

6X

TOESLAGEN

1/1 pagina

1450

1232

1087

pagina 2 omslag

30%

1/2 pagina

999

899

799

pagina 3 omslag

20%

1/4 pagina

599

539

489

pagina 4 omslag

40%

PROJECT- EN MARKETINGCOÖRDINATIE: Vera van Boxtel VORMGEVING: A.M. Marin / www.ammarin.nl in opdracht van Performis B.V. ABONNEMENTEN: Ga naar www.performis.nl/titel/mgv/ of bel 073 689 5889. Jaarabonnementsprijzen: particulieren € 89,95, studenten € 42,50, instellingen (drie exemplaren, bij meer exemplaren extra korting) € 209,95*. *Voor de prijzen van een instellingsabonnement met IP-toegang: neem contact op met 073 6895889 of info@performis.nl

ADVERTEREN: Geert Janus, tel: 073 689 5889, mgv@performis.nl, www.performis.nl

FOrmaten kwart pagina (staand)

87

x

112 mm

halve pagina (liggend)

180

x

112 mm

halve pagina (staand)

87

x

230 mm

220

x

270 mm + 3 mm extra afloop rondom

hele pagina aflopend

Dit werk is auteursrechtelijk beschermd. MGV ISSN print: 0024-8576

MGV ISSN online: 1875-8495

Prijzen advertorials, inserts, meenieters etc. op aanvraag. Tarieven in euro’s, excl. BTW. Advertenties kunnen zonder opgaaf van redenen worden geweigerd.

2


INHOUD 4

Jaargang 69 | nummer 06 | nOVeMBer 2014

4

reDaCtIOneel

SONJA VAN ’T HOF

UItgelICHt

APPeLTJeS VAn OrAnJe – TOeKOmST PSYCHIATrIe – DAKLOZen

6

IntervIeW

SONJA VAN ’T HOF EN REGINE ZUM VÖRDE FAmILIe ALS PArTner In De GGZ

11

12

COlUmn

BAUKE KOEKKOEK HeT ZACHTe PSYCHIATrISCHe BeD

samenlevIng

AD POPPELAARS TrAnSITIeS In De GGZ: De uTreCHTSe AAnPAK

18

PraktIJk

Mirjam van Orden en anderen

Onbewust bekwaam; RICHtLIJnenGebRuIk GetOetst

22

InnOvatIe

Otto Dellemann

14GGZ 2.0

28

KENNIS 47

KRISTIEN HARMSEN KAnSen OP WerK VIA een WerKerVArInGSPLAATS Peer van der Helm en Petra Schaftenaar PraktIJk

eIGen sCHuLd, dIkke buLt? LeefkLImaat en stRaf In de

COlUmn 45kLInIsCH-psyCHIatRIsCHe ZORG

35

43

samenlevIng

KEES KOOIMAN rOm TuSen HemeL en AArDe

Caroline Place en anderen

paneL psyCHIsCH GeZIen: mensen met aanHOudende psyCHIsCHe aandOenInGen In beeLd

geZIen & geleZen

De meesterPrOeF

RUUT VEENHOVEN

50

3

PraktIJk

BIJBlIJven

LEESSUGGESTIE VAN HANS KROON


MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | novEMbEr 2014

Familieleden Familieleden hebben rechtstreeks invloed op de medische conditie van iemand met psy-

APPeLTJeS VAn OrAnJe

KONINKLIJK UITGEREIKT

chische kwetsbaarheid. Kennen ze de juiste

Twee vrijwilligersprojecten voor mensen met psychiatri-

aanpak, dan verloopt alles beter. Grof geschat

sche kwetsbaarheid kregen in oktober een koninklijk

hebben jaarlijks zo’n twee miljoen volwasse-

verrassingsbezoek. Koning Willem-Alexander en koningin

nen een psychische stoornis. Forse ‘secundaire

Maxima bezochten elk een winnaar van de Appeltjes van

ziektelast’ dus voor gemiddeld vier verwan-

Oranje: de stichting AanZet in Leeuwarden (www.

ten, acht miljoen mensen (ik laat de jeugd-ggz

stichtingaanzet.nl) en stichting MeeleefGezin in Doorn

buiten beschouwing). Ze lopen bovendien zelf

(www.meeleefgezin.nl). AanZet wil mensen met een

een groot risico op psychische klachten. Je zou denken dat ze goed worden geïnformeerd en betrokken bij de behandeling van hun familielid. Nou nee, vertellen Bert Stavenuiter en Rita van Maurik. Het wordt wel beter, en nu we moeten bezuinigen, pardon, een participatiesamenleving moeten worden, krijgen

psychische kwetsbaarheid vertrouwen bijbrengen en schakelt ze als vrijwilligers in bij het organiseren en uitvoeren van projecten variërend van een Maatjesproject tot PC Probaat, waar tweedehands computers worden schoongemaakt. Stichting MeeleefGezin biedt ouders met psychiatrische problemen een ‘meeleefgezin’ voor hun jonge kinderen van 0 tot en met 4 jaar. Het Meeleefgezin moet langdurig een stabiele en veilige omgeving

naastbetrokkenen een wettelijke positie in het

bieden waar het jonge kind op geregelde tijden welkom is.

gezondheidsrecht.

Omdat het past in wijkgericht werken zijn verschillende

Werken hulpverleners volgens richtlijnen?

gemeenten geïnteresseerd geraakt.

Soms zijn ze onbewust bekwaam, stellen Van

Een verslag van het bezoek van koningin Maxima aan

Orden en anderen vast. Gold dat ook maar

Stichting MeeleefGezin staat in de rubriek Lopende zaken

voor de gemeenten. Ambtenaren krijgen in de

op www.mgvonline.nl.

pre-transitiefase bijscholing van ggz-organisaties over psychische aandoeningen. Poppelaars constateert in het Utrechtse goede hoop op mooie dingen. Of het naar verwachting uitpakt blijft de vraag: de monitoring is niet geregeld. Bewust onbekwaam, stel ik vast.

Sonja van ’t Hof, hoofdredacteur

4

UItgelICHt

© Oranje Fonds – Bart Homburg

reDaCtIOneel


reDaCtIOneel & UItgelICHt

DAKLOZENBELEID SUCCESVOL:

HeT KÁn DuS

Chronische dakloosheid kan doorbroken worden, zo blijkt uit het evaluatierapport van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang dat onlangs verscheen. Mathijs Tuynman, een van de onderzoekers, concludeert dat de dakloze nu veel beter af is dan tien jaar geleden, maar hij vraagt zich ook af of dit in de nabije toekomst zo zal blijven. ‘De belangrijkste succesfactoren

COnGreS DE TOEKOMST

VAN DE PSYCHIATRIE

waren de financiële impuls en de bereidheid tot samenwerken van ggz en verslavingszorg, en diensten in gemeenten’, zegt Tuynman. ‘VWS heeft er in het begin enorm veel geld in gestoken, ook voor samenwerking. Vroeger konden verslaafden vaak niet in de opvang terecht, en kreeg je zonder huisadres

Nu de organisatie van de zorg flink in beweging is en de zorgprofessional

geen verslavingszorg. Die mensen vielen overal buiten de boot.

voor veel vragen staat, bezint ook een nieuwe generatie psychiaters zich

Dat heeft het nieuwe beleid met de samenwerking doorbroken.

op hun vakgebied. Om het debat aan te zwengelen wordt op 21 november

Veel ambtenaren en managers van gemeentelijke diensten

in Arnhem het congres De toekomst van de psychiatrie georganiseerd.

spreken echter wel hun zorg uit over de overheveling van de

Spreker op dit congres is psychiater Joeri Tijdink, een van de oprichters van

zorgtaken naar de gemeente. Zij vrezen dat bij de aanbesteding

de website ‘De jonge psychiater’. Volgens hem staat de psychiatrie op een

van onder andere zorg, ondersteuning en beschermd wonen

heel belangrijk punt in de geschiedenis: ‘Er wordt aan alle kanten bezuinigd

voor de goedkoopste variant zal worden gekozen en dat

op de behandeling van patiënten. Daarom moeten psychiaters goed

aanbieders niet meer gaan samenwerken, maar concurreren.

nadenken over wie ze wíllen behandelen en wie ze kúnnen behandelen.

Wij adviseren gemeentes dus slim te bezuinigen, en níet op

Psychiaters zouden vooral patiënten moeten behandelen die heel erg ziek

samenwerking.’

zijn. Dat vereist een verandering van diagnostisch denken met meer

Lees het interview met Mathijs Tuynman in de rubriek Lopende

nadruk op hoe ernstig ziek iemand is. Bovendien is het van belang dat de

zaken op www.mgvonline.nl.

wetenschappelijke kennis, die de afgelopen twintig jaar flink is toegenomen,

Tuynman M, Planije M. ‘Het kán dus!’ Een doorbraak in het

in de spreekkamer van de psychiater terechtkomt.’

Nederlandse dakloosheidsbeleid. Evaluatie Plan van Aanpak

Het volledige interview met Joeri Tijdink staat in de rubriek Lopende zaken op

maatschappelijke opvang in de vier grote steden, 2006-2014.

www.mgvonline.nl.

Utrecht: Trimbos-instituut; 2014.

5


MGV | Jaargang 69 | nummer 03 | MEI 2014

InterviEW

Familie als partner in de ggz 6


IntervIeW | FaMiLie aLs partner in de GGZ

voor de familie van psychiatrische patiënten is het klimaat danig veranderd. vroeger werden ze op afstand gehouden, binnenkort worden hulpverleners wettelijk verplicht mantelzorgers te betrekken bij de behandeling. omdat de zorg anders niet meer is te betalen en omdat het goed is voor de patiënt. Familieorganisatie Ypsilon is verheugd: ‘autonomie van de patiënt is een groot goed, maar iedereen functioneert alleen bij de gratie van een sociale omgeving.’ Door: Sonja van ’t Hof en Regine zum Vörde

Z

Zomaar een voorbeeld. Er bestaat een training voor ouders van

nodig.’ De gemiddelde ggz-instelling moet 30% inleveren.

adolescenten die kwetsbaar zijn voor psychoses en die wiet

Hanteer je de kaasschaaf of reorganiseer je de zorg om de

gebruiken. Een onderzoeksgroep in het AMC in Amsterdam mat

kwaliteit te handhaven? Het laatste heeft Stavenuiters voorkeur:

het effect daarvan op ouders én jongeren en vergeleek dat met

‘Je moet voor bepaalde taken wel andere mensen inzetten en

een controlegroep waarin de ouders de training niet kregen.1

dan kom je uit bij familie. Die wil dat ook graag, mits begrensd.

Toen bleek: nadat de ouders een training hadden gevolgd,

Niet zorg over de schutting kieperen, maar afspraken met de

gebruikten de jongeren minder wiet. ‘Aangezien wietgebruik een

familie maken over wat die aan kan, en afspreken dat de familie

van de triggers voor een psychose is, word je blij als je kind

tijdig aan de bel trekt als het niet meer lukt. Dan maak je gebruik

minder gebruikt’, zegt Bert Stavenuiter. Hij is directeur van

van elkaars expertise.’

Rita van Maurik

Ypsilon, de vereniging van familieleden van mensen met kwetsbaarheid voor psychose. 'Er is dus een medische reden om

FAMILIEBETROKKENHEID: ‘JA, TENZIJ’

verwanten te betrekken. Zij hebben rechtstreeks invloed op de

Instellingen en behandelaren waren lange tijd niet happig op

medische conditie van de patiënt. Doen ze de goede dingen

familiebetrokkenheid. Deels uit angst voor bemoeizucht, en

wanneer iemand een psychose krijgt, dan daalt het aantal

deels omdat het gezondheidsrecht sinds de jaren tachtig de

psychoses en de duur ervan; doen ze het verkeerd, dan wordt

autonomie van de patiënt centraal stelt. Een erfenis van de

het erger.’

antipsychiatrie en de strijd van de cliëntenbeweging uit de

Daarnaast is er een maatschappelijke reden. ‘Iedereen snapt dat

twee decennia daarvoor. Familieleden van patiënten met

de zorg onbetaalbaar wordt, dus moet het anders. Daar hoort bij

psychoses en schizofrenie begonnen zich daar sterk tegen te

dat mensen weer op eigen benen leren staan, herstellen. Maar

verzetten, omdat behalve hun ernstig zieke familielid ook hun

dat kun je nooit alleen, daarvoor heb je mensen in je omgeving

gezin erdoor ontwricht raakte. Zij richtten in 1984 Ypsilon op

7

-


MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | novEMbEr 2014

samenlevIng

transities in de ggz: DE UTRECHTSE AANPAK Twee soorten buurtteams, voor basis-ggz en voor jeugd- en gezinsproblemen, vormen de spil in de Utrechtse plannen voor de licht ambulante zorg. De zorgorganisaties zijn tevreden over de voorbereidingen, al zien ze gevaren. En over de monitoring van de uitvoering is nog niets bekend. Door: Ad Poppelaars

D

De Buurtteams Sociaal en Buurtteams Jeugd & Gezin gaan

Verwey-Jonker Instituut.1 ‘De Buurtteams zijn in principe in

sociale basiszorg leveren aan mensen met ggz-problemen

staat extra kwaliteit te leveren tegen minder kosten’, was

(gefinancierd uit de Wmo), naast de medische basiszorg door

de belangrijkste conclusie. Volgend jaar komen ze in alle

huisartsen met de praktijkondersteuners (gefinancierd uit de

Utrechtse wijken. Het is de bedoeling dat zij nauw samen-

Zorgverzekeringswet). Op een persbijeenkomst in september

werken met de huisartsenposten en praktijkondersteuners,

2014 lichtten de verantwoordelijke wethouders Victor Everhardt

dat burgers voor ggz-problemen bij beide terecht kunnen

(D66) en Margriet Jongerius (GroenLinks) op het stadhuis hun

en dat beide naar de tweede lijn kunnen verwijzen. Jongerius

plannen toe. De wethouders legitimeren de plannen met de

preciseert: ‘De buurtteams moeten meer dan tot nu toe

bekende argumenten: in de buurt, dus dichtbij; één loket, dus

problemen oplossen en niet meer onnodig doorverwijzen.

integrale aanpak met meer maatwerk; cliënten meer zelf laten

Daarom hevelen we ook budget uit de tweede lijn naar hen

doen en alleen nog professionele hulp wanneer dat echt nodig is.

over.’ Everhardt vult aan dat veel ggz-problematiek nauw

Utrecht heeft de afgelopen drie jaar met succes buurtteampilots

verweven is met sociale problematiek waarvoor tegelijkertijd

uitgevoerd, bleek uit een evaluatieonderzoek van het

oplossingen gevonden moeten worden.

12


samenleving | transities in de GGZ: de utrechtse aanpak

COMMERCIËLE NIEUWKOMER KRIJGT BUURTTEAMS SOCIAAL

ervaringsvoorsprong werd daardoor omgetoverd in een

Voor de Buurtteams Sociaal is 12 miljoen euro beschikbaar,

Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW). Door deze koerswij-

25% minder dan voorheen. De gemeentelijke inkoopprocedure

zing vervalt zijn budget voor ambulante begeleiding voor

kende een spectaculair verloop. Er waren twee gegadigden.

ggz-cliënten. Hij voorziet dat een deel van zijn cliënten niet zal

De ene partij bestond uit veertien samenwerkende Utrechtse

overstappen naar de buurtteams omdat ze dit moment zullen

zorgorganisaties die de positief beoordeelde pilots hadden

aangrijpen om te beoordelen of ze nog wel begeleiding nodig

uitgevoerd − waarvoor zij van Staatssecretaris Van Rijn een

hebben. Huub Beijers van het Steunpunt GGZ Utrecht, ook

pluim hadden gekregen. De andere was een nieuwkomer:

een van de afgewezen organisaties: ‘Ik snap dat er soms voor

Incluzio, onderdeel van de commerciële organisatie Facilicom

vernieuwing “nieuw bloed” nodig is. De presentatie van

uit Schiedam, onder andere actief in de schoonmaakbranche,

Incluzio was beter dan de onze, maar het was wel heel zuur

horeca en beveiligingsdiensten.

voor een deel van onze alliantie dat wij op deze manier

Een gemeentelijke adviescommissie, bestaande uit drie

gepasseerd zijn nadat wij met z’n allen zoveel hebben gegeven

ambtenaren en vier externe adviseurs, beoordeelde de beide

in de succesvolle pilots. Voor ons als cliëntenorganisatie gaat

offertes. De samenwerkende Utrechtse zorginstellingen

het er nu vooral om de ervaringsdeskundigheid en diversiteit

kregen 626 punten, Incluzio 780. Op basis hiervan gunde de

van onze medewerkers in de nieuwe buurtteams te behouden.

gemeente Utrecht Incluzio de opdracht, wetende dat die

Maar of Incluzio echt iets nieuws gaat brengen, zal moeten

organisatie geen ervaring heeft met buurtteams. De zittende

blijken. Hun plan is nog niet boven tafel gekomen.’

achterstand,’ zegt Jan Berndsen van Lister, een Regionale

hulpverleners in de zes pilotteams moeten zoveel mogelijk De wethouders lichtten bij navraag hun keuze toe. ‘Het gaat

BUURTTEAMS JEUGD & GEZIN: AANPASSINGEN

ons om vernieuwing. Het moest een nieuwe organisatie zijn,

De gemeente Utrecht is al in 2011 begonnen met de voorberei-

omdat wij denken dat die daar beter toe in staat is. Zij neemt

ding op de transitie van de jeugdzorg, waarvoor het Rijk voor

de ervaren medewerkers van de bestaande organisaties over

2015 68,4 miljoen euro naar Utrecht overhevelt.

zodat de professionaliteit op hbo-niveau en ervaringskennis

Wat bij de Buurtteams Sociaal niet lukte, lukte hun collega’s

meegenomen worden’, aldus Everhardt. Jongerius vult aan:

wel. De bestaande jeugd-ggz-aanbieders als Altrecht, Indigo,

‘We wilden voorkomen dat de zittende organisaties via de

Reinaerde, Timon en Youké, verenigd in het Netwerk Jeugd in

buurtteams automatisch naar zichzelf zouden doorverwijzen.

Utrecht, kregen de opdracht om via een onafhankelijke

Wij hadden er ook meer vertrouwen in dat Incluzio overhead-

stichting de buurtteams J&G op te zetten. Deze werken nauw

kosten kan reduceren en zij leverde voor het bedrag meer

samen met de vernieuwde teams van Bureau Jeugdzorg en de

mensen in de uitvoering. Om de overdracht zacht te laten

intensieve ambulante jeugd-ggz.

landen hebben we een overgangsbudget van 20 miljoen euro

Hans Attema, projectleider Transitie Jeugd bij Altrecht, heeft

opgebouwd waarmee ook de tien oude organisaties 50% van

veel vertrouwen in de gekozen opzet, structuur en taakverde-

hun budget behouden om hun werk af te ronden in 2015.’

ling. ‘De hamvraag wordt wel of de Buurtteams J&G op tijd

Volgens een ingewijde rekent Incluzio op 5% financieel

klaar zullen zijn. En wij in de tweede lijn gaan allemaal

rendement (€ 600.000) uit het buurtteambudget. Peter de

maximaal 20% van ons budget voor specialistisch zorg

Visser, de directeur van Incluzio, ontkende dit op de persbij-

inleveren. Onze lichte ambulante zorg bouwen we om tot een

eenkomst. ‘Wij gaan het buurtteamwerk van Incluzio apart van

beter aanbod voor de zwaardere en complexe ambulante

Facilicom in een stichting onderbrengen.’

jeugdpsychiatrie. Maar duidelijkheid over het budget voor 2015

overgenomen worden.

moet nog komen.’

VERNIEUWING NOG ONZEKER

Jan-Dirk Sprokkereef, bestuurder van Bureau Jeugdzorg

De veertien afgewezen organisaties die succesvol de pilots

Utrecht, laat zich positief uit over de ontwikkelingen. In tegen-

hadden uitgevoerd, zijn teleurgesteld zonder rancuneus te zijn.

stelling tot een aantal andere gemeenten ligt Utrecht volgens

‘De gemeente vond ons te weinig vernieuwend en onze

hem op schema voor 2015. ‘We zijn weliswaar 25% gekort op

13

-


MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | november 2014

“ De Buurtteams zijn in principe

in staat extra kwaliteit te leveren tegen minder kosten, concludeerde het Verwey-Jonker Instituut

ons budget maar daar staat tegenover dat met deze operatie

beoogde kostenbesparingen hand in hand zullen gaan met de

de jeugdzorg veel minder verbrokkeld gaat worden en dat

zorgverbeteringen. Verder dreigen er gaten in het jeugdzorg-

zware zorg minder vaak onnodig ingezet hoeft te worden. Wij

aanbod te vallen omdat onzeker is of de buurtteams op tijd

hebben in ons Bureau Jeugdzorg het jeugdbeschermingswerk

operationeel zijn. De Rekenkamer vreest ook dat de gespecia-

gereorganiseerd in SAVE-teams Jeugdzorg. 2 In de stad Utrecht

liseerde jeugdzorg te snel wordt afgebouwd en betwijfelt of de

gaan onze SAVE-teams nauw samenwerken met de Buurt-

zorginkoop gebaseerd wordt op de juiste cliëntengegevens.

teams J&G.’

Dat laatste signaal komt ook uit andere gemeenten: niet alle

Ondanks zijn enthousiasme voor de transitie ziet Sprokkereef

cliënten blijken vindbaar in de basisregistraties.

ook problemen. ‘Jazeker, de afstemming tussen jeugdzorg en jeugdpsychiatrie wordt belast door de verschillende waarde-

ZACHTE LANDING BESCHERMD WONEN

ringen van wat gaande is. De handhaving van ggz-dbc’s kan

Het Beschermd Wonen wordt voorlopig ontzien. De gemeente

“kolommendenken” in stand houden. Ook blijkt dat de

blijft de RIBW’s Lister en Kwintes subsidiëren, maar met een

gemeente ambtelijk nog meer inkoopdeskundigheid moet

korting van 5%. Daarmee creëert Utrecht een budget voor

ontwikkelen. En de afstemming met de buurtteams J&G heeft

innovatie en ontwikkeling. De invulling daarvan is nog

tijd nodig. Maar dit zijn allemaal oplosbare overgangsproble-

onbekend.

men.’

Daardoorheen speelt de nieuwe Wet Langdurige Zorg (Wlz),

Beijers van het Steunpunt GGZ Utrecht is kritischer, met name

die voor een deel van de zittende ggz-cliënten blijft bestaan

over de spilfunctie van de Buurtteams J&G. ‘Het kernprobleem

en hen meer rechtszekerheid biedt voor hun behandeling en

is dat er bij probleemjongeren en hun gezinnen veel wantrou-

verblijf. Nu is nog onduidelijk hoeveel budget voor Beschermd

wen bestaat jegens de jeugdzorg. Het zal moeten blijken of de

Wonen – gekort via de Wmo en ongekort via de Wlz – beschik-

Buurtteams J&G die toegangsbarrière weten te slechten.’ Ook

baar blijft voor de RIBW’s.

ziet hij dat zijn eigen consulenten en de transculturele

‘We zien dat de gemeente tijd nodig heeft om ambtelijk

psychiaters zich zorgen maken over de kwaliteit van hulp door

expertise over de ggz en het Beschermd Wonen op te bouwen’,

de buurtteams aan etnische probleemgezinnen. ‘We moeten

aldus Jan Willem van Zuthem van Kwintes. ‘Wij investeren daar

die signalen serieuzer nemen,’ zegt hij.

veel tijd in.’ Beide RIBW’s benadrukken dat ze de grondgedach-

De sterkste waarschuwingen komen van de Rekenkamer van

ten van de nieuwe Wmo en de buurtteams onderschrijven en

de gemeente Utrecht, in haar rapport over de decentralisatie

dat zij hun aanbod echt willen vernieuwen. ‘Mensen langdurig

van de jeugdzorg. Zij vraagt zich af of in de eerste jaren de

intramuraal behandelen is niet altijd nodig en heeft soms zelfs

3

14


samenlevIng | transities in de GGZ: de utrechtse aanpak

schadelijke effecten. We moeten onze cliënten nog beter

Roxanne Vernimmen, bestuurder van Altrecht, over dit

screenen en meer gaan trainen op terugkeer naar zelfstandig-

samenwerkingsbeleid: ‘De gemeente en Achmea zijn samen

heid. Wij leren op dat vlak veel van projecten die in het

afspraken met ons komen maken over de FACT-zorg en andere

Italiaanse Triëst gaande zijn,’ zegt Berndsen van Lister.

zorg voor ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA). Achmea

Ook Van Zuthem gaat het nodige veranderen. ‘We hadden te

gaf ons middelen voor een projectleider die met alle betrokke-

veel zorgconsumentisme en boden te veel eenheidsworst. Het

nen de zorg en participatiemogelijkheden voor EPA-patiënten

traditionele langdurig beschermd wonen gaan we ombouwen.

gaat verbeteren.’

In 10% van onze capaciteit gaan we kortdurende opvang

Ook is er een overeenkomst afgesloten met huisartsen en

bieden en in 40% tijdelijk verblijf bedoeld voor trainen naar

ggz-instellingen over verwijzingen en consultaties. Maar aan

zelfstandig wonen.’

de andere kant heeft Altrecht nog geen contract voor 2015.

Beide bestuurders onderkennen de noodzaak van lokale

Die duidelijkheid komt pas eind november.

samenwerking met andere partijen maar realiseren zich dat voor de gemeente Utrecht goede samenwerking niet voldoen-

KRAMPREACTIE

de is om de subsidie te continueren.

De Utrechtse partijen lijken tevreden over de transitievoor-

De coördinerende rol van Utrecht als centrumgemeente komt

bereidingen en iedereen is er zich van bewust dat een goede

volgens Van Zuthem nog niet goed van de grond; vrijwel alle

samenwerkingsrelatie met de gemeente om een positieve

omliggende gemeenten wensen toch apart overleg met de

houding vraagt. Ze zijn het er over eens dat het een ingrij-

instellingen. ‘Ze willen allemaal zelf zien en horen wat er gaat

pende operatie is met overgangsproblemen en serieuze

gebeuren voor hun gemeente.’ Het kost de instelling zeeën

afbreukrisico’s. De komende maanden moet nog veel geregeld

van tijd.

worden. De grootste zorg van wethouder Jongerius is een eventuele ‘krampreactie’: ‘Als er dingen mis gaan in

UTRECHT EN ACHMEA: SAMENWERKEN

dit proces, hoop ik dat we niet in een kramp schieten en alles

De gemeente Utrecht en zorgverzekeraar Achmea hebben

moeten verbureaucratiseren en weer in hokjes gaan organise-

eind 2013 besloten om hun verantwoordelijkheden op elkaar af

ren,’ zegt ze. ‘We moeten zorgen dat er geen mensen tussen de

te stemmen en sloten daartoe een convenant tot en met 2017. 4

wal en het schip vallen.’

Ze willen een samenhangend aanbod voor de sociale basis-

Bij doorvragen naar hoe zij dat gaat monitoren, blijft de

zorg, de medische basiszorg en aanvullende (langdurige) zorg.

wethouder vaag. ‘We gaan goed kijken naar de resultaten

De aandoening en zorgbehoeften moeten het uitgangspunt

die behaald worden.’ Ook andere geïnterviewden weten niet

van dienstverlening zijn, en cliënten moeten geen last van

hoe de monitoring in Utrecht opgezet wordt om te volgen hoe

hebben hoe dat achter de schermen financieel geregeld is.

de plannen in de praktijk uitpakken. Maar de gemeentelijke

Wethouder Jongerius is enthousiast. ‘We hebben echt op alle

Rekenkamer ziet blijkbaar wel een bui hangen: ze adviseert de

niveaus goede afstemmingsafspraken.’

gemeenteraad zich vanaf nu duidelijker te laten informeren.

nOten 1 www.verwey-jonker.nl/doc/vitaliteit/7373_ Het-is-de-integrale-aanpak-die-werk.pdf 2 voor informatie over SAVE-teams en hun werkwijze: http://www.bjzutrecht.nl/wp-content/uploads/2014/01/Brochure-SAVE.pdf 3 http://www.utrecht.nl/fi leadmin/uploads/documenten/7.extern/Rekenkamer/B_ 20140923_ Jeugdhulp-in-ontwikkeling_ RKUtrecht.pdf 4 www.utrecht.nl/fi leadmin/uploads/documenten/5.sociaal-maatschappelijk/GG_GD/Over_Volksgezondheid/Utrecht_gezond_Convenant_ Achmea_Utrecht_ 2014.pdf

15


MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | november 2014

Onbewust bekwaamRICHTLIJNENGEBRUIK GETOETST

Door: Mirjam van Orden, Bert-Jan Roosenschoon & Annemiek Polman*

* De auteurs danken Brijder, Palier,

Werken hulpverleners met de multidisciplinaire richtlijnen? De Parnassia

Parnassia en PsyQ van de Parnassia Groep voor hun medewerking aan het onderzoek en Daphne van Hoeken en

Groep bemerkte dat hulpverleners soms richtlijnen blijken toe te passen

Marc Blom voor tekstueel commentaar.

zonder het te weten.

Empirisch ondersteund werken (‘evidence based’) houdt in dat behandelingen worden aangebo1

den waarvan op grond van wetenschappelijk onderzoek het hoogst haalbare effect mag worden

Van Balkom A, Oosterbaan D.

verwacht.1 Zorgverzekeraars vragen steeds vaker om effectief bewezen behandelingen. Onder aus-

Leiden richtlijnen tot een betere

piciën van de Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ zijn de

klinische praktijk? Tijdschrift voor Psychiatrie 2008; 50,

afgelopen jaren vele multidisciplinaire richtlijnen ontwikkeld, met als doel de beste zorg te bieden

323-328.

volgens de stand der wetenschap en praktijk.

2 Franx G, Hof S van 't.

De vraag is in hoeverre er in de dagelijkse praktijk wordt gewerkt volgens deze richtlijnen. De multidisciplinaire richtlijnen zijn goed bekend bij hulpverleners,2 maar ze worden om verschillende

De praktijk van multidisciplinaire

redenen slecht toegepast. Dit zou komen doordat vaak niet duidelijk is hoe bindend een aanbe-

richtlijnen.

veling uit de richtlijn is. Bovendien geven sommige richtlijnen weinig aanwijzingen over hoe een

Maandblad Geestelijke volksgezondheid

interventie moet worden uitgevoerd. De recente richtlijnontwikkeling volgens de GRADE-metho-

2012; 67, 159-163.

diek belooft meer duidelijkheid te bieden.2-4 Onderzoek naar implementatiestrategieën wijst uit

3

dat louter het verspreiden van kennis, bijvoorbeeld via e-mail of congressen, geen gedragsveran-

Duin D van, Hermens M, Kan C, Geurts H.

deringen bij hulpverleners teweegbrengt.5 Naast het op peil brengen van kennis en vaardigheden

Autismespectrumstoornissen bij volwas-

spelen ook attitude en organisatieaspecten een cruciale rol. Goede implementatie van richtlijnen is

senen en GRADE.

essentieel voor het verbeteren van de kwaliteit in ggz-instellingen.

4 Schoemaker C, Hermens M, van den Berg M, van der Heijden G. GRADE-richtlijnen: sterke en zwakke

MULTIDISCIPLINAIRE RICHTLIJNEN IN DE PARNASSIA GROEP

aanbevelingen.

Ook de Parnassia Groep hecht belang aan de toepassing van de multidisciplinaire richtlijnen. Om

Maandblad Geestelijke volksgezondheid

dat te bevorderen heeft de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek van de Parnassia Academie een

2012; 67, 284-287.

onderzoeksmethode ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van survey-feedback (zie kader).

5

Met behulp van een vragenlijst, de ‘Quick scan’, worden hulpverleners bevraagd naar het gebruik

Oxman A, Thomson M, Davis D, Haynes R.

van de multidisciplinaire richtlijn(en) in het algemeen, naar de toepassing van diagnostische, psy-

No magic bullets: a systematic review

chosociale en biomedische interventies en naar belemmerende en bevorderende factoren in het

of 102 trials of interventions to improve

gebruik van de richtlijnen. Ook vraagt de lijst naar hun visie op het werken volgens richtlijnen,

professional practice. Canadian Medical Association Journal 1995;

en naar het omgaan met kennis. Na analyse van de gegevens vindt er een survey-feedbackbijeen-

15, 1423-1431.

komst plaats voor alle hulpverleners uit een behandelteam, samen met het afdelingsmanagement.

18


PraktIJk | OnBeWust BekWaaM - richtLiJnenGeBruik GetOetst

Deze onderzoeksmethode wordt sinds 2008 toegepast bij de zorgbedrijven van de Parnassia Groep, zoals PsyQ, Parnassia, Brijder en Palier, in ambulante, klinische en residentiële settingen bij een breed scala aan zorgprogramma’s voor volwassenen en ouderen. De focus van de meting kan per zorgprogramma verschillen, variërend van een toetsing van de toepassing van richtlijnen die men geacht wordt te gebruiken tot een algemene evaluatie in hoeverre er systematisch gelijkvormige zorg wordt geleverd op basis van praktijkervaring (‘best practice’).

Wat Is sUrveY-FeeDBaCk?7,8,9 Bij survey-feedback worden gegevens verzameld met een vragenlijst en de uitkomsten teruggekoppeld naar de betrokkenen – niet alleen het management, maar het hele team. De betrokkenen worden gestimuleerd om de gesignaleerde problemen te verbeteren en zij ervaren het veranderingsproces daardoor als door henzelf in gang gezet en niet als opgelegd. De kunst is de feedback zodanig te organiseren dat mensen werkelijk aan de slag gaan met de uitkomsten. Het effect van de methode is te meten door na verloop van tijd dezelfde vragenlijst opnieuw af te nemen. De methode werkt alleen als zij wordt ingezet als leermiddel voor het team en het proces moet daarom worden begeleid door onderzoekers. DE VIJF STAPPEN VAN SURVEY-FEEDBACK ZIJN:

1. afstemmen van doel en aanpak door onderzoekers en afdelingsmanagement; 2. invullen survey door hulpverleners; 3. onderzoekers bespreken uitkomsten met leidinggevenden; 4. onderzoekers bereiden terugkoppeling naar afdelingen voor; 5. leidinggevenden bespreken de uitkomsten in hun afdelingen.

OnDerZOek van rICHtlIJngeBrUIk Alle hulpverleners van een te onderzoeken behandelafdeling worden door de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Daarmee krijgen we een zo

6 Ekkers W, Korrelboom K, Huijbrechts

representatief mogelijk beeld van de werkwijze, en betrekken we alle medewerkers bij de dis-

I, et al.

cussie. In de voorbereidingsfase bekijkt een onderzoeker samen met het managementteam welke

Competitive Memory Training for

richtlijnen er voor het betreffende zorgprogramma beschikbaar zijn. Samen met één of meerdere medewerkers van de afdeling wordt een vragenlijst gemaakt, toegespitst op de afdelingssituatie en

treating depression and rumination in depressed older adults: a randomized controlled trial.

op basis van een bestaand formaat. Het afdelingsmanagement geeft de goedkeuring voor het af te

Behaviour Research and Therapy 2012; 10,

nemen instrument en organiseert de eerste plenaire teambijeenkomst.

588-596.

Op deze bijeenkomst informeren de onderzoekers het behandelteam over empirisch onder-

7

steund werken, multidisciplinaire richtlijnen en de survey-feedbackmethodiek, en wordt de vragen-

Bennebroek Gravenhorst K.

lijst afgenomen. Hulpverleners die niet aanwezig zijn wordt naderhand door hun afdeling gevraagd

Beweging in veranderende organisa-

deze ingevuld op te sturen aan de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek.

ties. Werken met vragenlijsten voor

De resultaten worden eerst besproken met het afdelingsmanagement en kunnen daarna vaak

versterking van veranderingsprocessen. Deventer: Kluwer; 2003

worden aangescherpt. Tijdens de tweede plenaire bijeenkomst, de survey-feedbackbijeenkomst, nodigen de onderzoekers het hele team uit om dieper in te gaan op opvallende resultaten. Bij de bespreking van knelpunten pogen de onderzoekers tot een heldere probleemdefinitie te komen en stimuleren ze het team om zelf oplossingen te bedenken. De informatie uit deze discussie is onderdeel van de uiteindelijke verslaglegging.

8 Bennebroek Gravenhorst K. Survey-feedback als interventie bij organisatieverandering. Tijdschrift voor Management en Organisatie 2005; 4, 8-25.

ervarIngen met Het PrOCes

9 Stumpe J.

Tot nu zijn 46 afdelingen van de Parnassia Groep onderzocht. De gemiddelde respons op de vragen-

Survey-feedback: uitkomst met spon-

lijst is hoog (72%), maar verschilt sterk tussen afdelingen (range 32-100%).

tane vervolgactie, medewerkers pakken

In eerste instantie heerst vaak enige terughoudendheid of soms zelfs weerstand tegen het onderzoek. Hulpverleners weten niet precies wat er op ze afkomt, en hebben vaak het gevoel dat er ‘in hun

19

zelf de draad op. Management Consultant Magazine 2003; 1, 30-33.


MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | november 2014

Eigen schuld, dikke bult? Leefklimaat en straf in de klinisch-psychiatrische zorg

Door: Peer van der Helm & Petra Schaftenaar

Het straffen van psychiatrische patiënten die gewelddadig zijn lost vaak 1 Harte JM, Theeuws R, Leeuwen ME van. Geweld in de psychiatrie. Wel of geen

niets op. Hun agressie heeft vaak wortels in een traumatisch verleden.

aangifte doen? MGV 2011: 66(10); 734-745.

Wat wel werkt is het leefklimaat op de afdeling zodanig te verbeteren dat

2 Ros N, Helm GHP van der, Wissink I. et al. Institutional climate and aggression in a secure psychiatric setting.

patiënten en medewerkers zich er veilig voelen. Dat vergt een ‘paradoxale beweging’.

Journal of Forensic Psychiatry and Psychology 2013. DOI: 10.1080/14789949.2013.848460. 3 Duxbury J. An evaluation of staff and patient views of and strategies employed to manage inpatient aggression and violence on one mental health unit: a pluralistic design. Journal of Psychiatric and Mental Health

Medewerkers van (forensische) ggz-instellingen hebben vaak te maken met patiënten die zich

Nursing 2002: 9;325-337.

agressief en gewelddadig gedragen.1,2 Dat heeft een grote impact op hun professioneel han-

4 Meehan T, Vermeer C, Windsor C.

delen. Sociotherapeuten en psychiatrisch verpleegkundigen passen daardoor meer restrictieve maatregelen, straf en discipline toe. We noemen dit ook wel ‘beheersmatig werken’.3,4 In een

Patients’ perceptions of seclusion: a

gesloten setting kan het veelvuldig toepassen van straf en discipline gemakkelijk uitmonden in

qualitative investigation.

repressie en vernedering.5,6

Journal of Advanced Nursing 2000: 31;

Er bestaat nog geen landelijk overzicht van strafmaatregelen in instellingen; dit komt waar-

370-377.

schijnlijk omdat er geen heldere scheidslijn is tussen dwang (iets wat toegepast wordt in het

5

kader van de behandeling) en straf en repressie, dat onder meer genoegdoening en wraak als

Hanrath J.

functie heeft. 5,7 Het bestraffen van patiënten voor het overtreden van regels en voor agressie

De groepsleider als evenwichtskunste-

werkt preventief, zo denken sommige medewerkers – beter dan het ondersteunen van patiënten

naar. Proefschrift Universiteit Utrecht.

in een moeilijke situatie. De dreiging van straf zou ook preventief voor andere patiënten wer-

Amsterdam: Boom-Lemma; 2013.

ken, denken andere medewerkers: ‘Dat zal ze leren’.

28


PRAKTIJK | LEEFKLIMAAT en straf IN de KLINISCH-PSYCHIATRISCHE ZORG

Leren patiënten van straf en waar komt het idee vandaan dat straffen helpt? We zochten antwoorden op deze vragen bij de klinieken voor gespecialiseerde (forensisch-) psychiatrische zorg van Inforsa in Amsterdam, waar patiënten verblijven met een lange historie van ernstige problemen en ontwrichtend gedrag. 6 Derckx VL.

DE PRAKTIJK VAN INFORSA

Implementatie van het OPCAT: preventie

Bij Inforsa wordt geprobeerd om zo min mogelijk te beheersen en te straffen en te dat ver-

stellingen.

vangen door vertrouwen, contact en verbinding met de patiënt. Op basis van deze visie zijn er

Groningen: Rijksuniversiteit Groningen; 2012.

van onmenselijke behandeling in zorgin-

vernieuwende zorgconcepten geïntroduceerd om de relatie met de patiënt te verstevigen, het

7

leefklimaat te verbeteren en dwang en straf te verminderen. Zo worden op de afdelingen geza-

Hofte S, Helm GHP van der, Stams GJJM.

menlijk successen en andere feesten gevierd, worden inrichtingselementen toegepast van het

Het internationaal recht en knelpunten

concept van healing environment (een fysieke omgeving die optimaal bijdraagt aan het welzijn,

in de uitvoering van de gesloten jeugd-

herstel en functioneren van mensen)8 en is er een nieuw beleid voor nachtelijke zorg (gericht

zorg: adviezen voor de praktijk. Justitiële Verkenningen 2012: 6; 84-100.

op ruimte en ondersteuning en met open deuren). Ook vindt structureel moreel beraad plaats en worden medewerkers hierin getraind. Loopt de spanning op, dan is alles gericht op contactvol de-escaleren. Daarvoor worden speciale hulptroepen ingezet: de ‘de-escalatieondersteuner’ of iemand van het zogenoemde één-op-één-team.

8 Schaaf P van der, Hoogh S de. De kwaliteit van de fysieke zorgomgeving. Stand van zaken onderzoek

De-escalatieondersteuners kunnen door collega’s maar ook door patiënten bij een (dreigende)

omgevingsvariabelen en de effecten op

escalatie of conflict worden geroepen. Zij zijn specialist op het gebied van de-escalerend werken

de (zieke) mens.

en richten zich expliciet op het ombuigen van de wederzijdse spanning tussen patiënt en team

Utrecht: TNO; 2008.

(zie voor een uitgebreide beschrijving Ruiter, 20139).

9

Straf geven en dwang toepassen leidt dikwijls juist tot verdere escalatie van de situatie, uit

Ruiter M.

behoefte aan controle en genoegdoening (zie verder). Daarom probeert de de-escalatieonder-

Dwang en drang in de forensische zorg,

steuner ook escalerende interventies te voorkomen. Het één-op-één-team wordt ingezet ter pre-

van controle naar contact. In: G van der Helm et al., Leefklimaat in de klinische

ventie van insluitingen van de patiënt (in de vorm van contactvolle hand-in-handbegeleiding als

forensische zorg.

het eigen team hier niet de mogelijkheid voor heeft, of als een neutraal iemand de-escalerender

Amsterdam: SWP; 2013, 116-132.

werkt). Anderzijds is de één-op-één-begeleider altijd betrokken bij afzonderingen/separaties en insluitingen op de eigen kamer van de patiënt, juist om eenzame opsluiting te voorkomen. Want

10 Fluttert F.

eenzame opsluiting doet de spanning bij de betrokken patiënt vaak verder oplopen.10

Management of Aggression in Forensic

Om het proces van leren voor medewerkers te completeren, wordt dwangzorg altijd geëvalu-

Mental health Nursing.

eerd en reflecteert een onafhankelijke medewerker met de betrokken patiënt op diens ervarin-

Proefschrift Universiteit Utrecht. Utrecht: Universiteit Utrecht; 2011.

gen. De eerste resultaten laten zien dat medewerkers zeker niet machteloos staan tegenover patiënten met ernstige gedragsproblemen en dat er aan een positief leefklimaat kan worden gewerkt, met enerzijds (veel) minder dwangzorg en anderzijds een minder op beheersende (en daaruit voortvloeiend straffende) attitude van professionals. Hoe kunnen deze resultaten worden verklaard?

11 Stel J van der. Zelfregulatie, ontwikkeling en herstel. Verbetering en herstel van cognitie, emotie, motivatie en regulatie van gedrag. Amsterdam: SWP; 2013.

AGRESSIE IN DE KLINISCHE (FORENSISCHE) PRAKTIJK

12

Patiënten die in de gesloten (forensische) zorg worden behandeld, verkeren in een afhankelijke

Haan E de.

positie: ze zijn niet vrijwillig opgenomen en kunnen dus niet weg als ze dat willen. Deze totale

De herstelspecial, de route naar her-

afhankelijkheid geeft het risico van vermindering van executieve functies

11

en kan leiden tot

aangeleerde hulpeloosheid en daardoor de kansen op herstel verminderen.12 Dit, in combinatie

29

stelondersteunende zorg, wat werkt en wat niet. Amersfoort: GGZ Nederland; 2013.


MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | november 2014

MINDER REPRESSIE: AANSLUITING BIJ DE GGZ Het behandelen met minder dwang heeft het afgelopen decennium (terecht) veel aandacht gekregen in de ggz.37,38 Er zijn verschillende methoden voor ontworpen, alhoewel het vaak ontbreekt aan gecontroleerd onderzoek ernaar. In verschillende instellingen zijn grote successen geboekt met het terugdringen van dwang en drang en is er daardoor vaak ook minder repressie. In de ggz nemen drang- en dwangkaders inmiddels een structurele plek in; de richtlijn over dwang en drang van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie39 en de aan37 Voskes Y, Theunissen J, Widdershoven G.

komende multidisciplinaire richtlijn zijn voorbeelden van deze ontwikkeling. De stap naar

Best practices rondom dwangreductie in

minder dwang wordt momenteel gezet; de stap naar minder repressie en straffen moet nog wel

de geestelijke gezondheidszorg.

gezet worden. Leefklimaatonderzoek is daar een mogelijkheid voor omdat repressie daar direct

Amsterdam/Amersfoort: Vumc/GGZ-Neder-

gemeten wordt.

land; 2011.

Goede voorbeelden van ondersteuning van medewerkers om minder repressief te werken

38

zijn Non Violent Resistance (‘geweldloos verzet’ om uit de negatieve spiraal te komen, terwijl

Baart A, Dijke J van, Ouwerkerk M,

onacceptabel gedrag wel vermindert), Moreel beraad (het bespreken van morele dilemma’s in

Beurskens E.

de behandeling), Schemagerichte benadering voor medewerkers (medewerkers bewust maken

Buigzame zorg in een onbuigzame wereld. Presentie als transitiekracht. Amsterdam: Boom-Lemma; 2011.

van eigen dysfunctionele schema’s), en de training TOP pedagogisch medewerkers (een onthe-job intervisiemethodiek). Het leefklimaatonderzoek levert hier zowel wetenschappelijk als inhoudelijk een bijdrage

39 Tilburg W van, Veldhuizen JR van,

aan. De resultaten van het periodieke leefklimaatonderzoek bij Inforsa, maar ook bij andere

Beijaert EW, et al.

instellingen, laten een duidelijke vooruitgang zien sinds er minder gestraft en meer contact

Richtlijn dwang en drang van de NVVP.

gemaakt wordt, ook wanneer de spanning oploopt. Responsiviteit van de begeleiders staat

Verkregen op 15 mei 2014 op: https://www.

centraal en daarmee is de weg vrijgemaakt om een aantal zorgethische perspectieven in de

dwangindezorg.nl/onvrijwillige-zorg/

praktijk uit te werken. Hoe aan te sluiten bij op de behoeftes en noden van de patiënt? Hoe

regels-en-richtlijnen/adviezen-richtlijnen-en-checklists/richtlijn-dwang-en-

recht te doen aan de kwetsbaarheid van zieke mensen? Kan de relationele afstemming en niet

drang-nvvp

het tevoren geplande resultaat leidend worden?38

samenvatting Agressie van klinisch psychiatrische patiënten lokt bij medewerkers

Peer van der Helm is lector residentiële jeugdzorg bij het Expertisecen-

soms beheersmatig werken of zelfs straffen uit om controle over de leef-

trum Jeugd van de hogeschool Leiden.

groep te behouden. Dat leidt weer tot negatieve reacties bij patiënten

helm.vd.p@hsleiden.nl

en contactafname. Na een bespreking van deze mechanismen wordt

Petra Schaftenaar is adviseur zorginnovatie van Inforsa.

betoogd dat minder straffen en contact houden door medewerkers pa-

petra.schaftenaar@inforsa.nl

radoxaal genoeg juist leidt tot meer controle op de leefgroep, een beter leefklimaat en een veiliger werkomgeving voor medewerkers.

34


SAMENLEVING | PANEL PSYCHISCH GEZIEN

Panel Psychisch Gezien: mensen met aanhoudende psychische aandoeningen in beeld

Door: Caroline Place, Harry Michon, Lex Hulsbosch & Hans Kroon

Beleidsmakers, hulpverleners en onderzoekers spreken voortdurend over behandeling, begeleiding en maatschappelijke participatie van psychiatrische patiĂŤnten. Maar hoe denken mensen met langdurige psychische problemen hier eigenlijk zelf over? Het Panel Psychisch Gezien vraagt het hen.

Met het arbeidsrehabilitatieprogramma Individuele Plaatsing en Steun (IPS) komen mensen met ernstige psychische problemen vaker aan het werk dan met de gebruikelijke manier van begeleiden.1 Maar hoeveel mensen met aanhoudende psychische problemen hebben eigenlijk

I

Het panel Psychisch Gezien wordt

(g)een baan? Wat zijn hun wensen op dat gebied? Zijn ze tevreden met de ondersteuning die

gefinancierd door het ministerie van

ze krijgen? Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kunnen mensen met

Volksgezondheid Welzijn en Sport en

een psychische beperking vanaf 2007 een beroep doen op ondersteuning en voorzieningen van

uitgevoerd door het Trimbos-instituut

de gemeente. Zijn zij op de hoogte van deze mogelijkheden van de Wmo? Maken ze er gebruik

in samenwerking met de programma-

van?

commissieleden van het NIVEL, het Kenniscentrum Phrenos, het Sociaal en

Met het panel Psychisch GezienI proberen we antwoord te krijgen op dergelijke vragen.

Cultureel Planbureau, HEE, Zorgverzeker-

Het panel bestaat uit ruim zevenhonderd mensen met langdurige psychische problemen, die

aars Nederland, GGZ Nederland en het

ons een beter beeld geven van hun leven, deelname aan de samenleving en ontwikkelingen

Landelijk Platform GGZ.

daarin. In enquĂŞtes wordt hen gevraagd naar hun situatie. Daarnaast vragen we panelleden naar hun opvattingen, wensen en behoeften over bijvoorbeeld participatie en de zorg die zij krijgen. Psychisch Gezien is namelijk ook gestart om mensen met ernstige psychische proble-

1 Michon H, Busschbach J van, Vugt M van et al.

men een (duidelijkere) stem te geven in discussies over ggz-gerelateerde onderwerpen. In dit

De effectiviteit van Individuele Plaatsing

artikel bespreken we de opzet van het panel Psychisch Gezien en gaan we in op de representa-

en Steun.

tiviteit van het panel. We sluiten af met enkele bevindingen over onderwerpen die in het panel

In: Busschbach J van, Rooijen S van, Weeghel

aan de orde zijn gesteld en zoomen daarbij in op eenzaamheid, steun, dwangtoepassingen en betaald werk.

35

J van (red). Psychiatrische rehabilitatie. Jaarboek 2013-2014. Amsterdam: Uitgeverij SWP; 2013. p. 175-186.


MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | novEMbEr 2014

B. DrOZDek (2014)

iF YOU Want tO gO Fast gO alOne, iF YOU Want tO gO Far gO tOgether On COnteXt-sensitive grOUp treatment OF asYlUm seekers and reFUgees traUmatized BY War and terrOr Academisch Proefschrift, Universiteit Utrecht. Promotor: Prof.dr. R.J. Kleber

BOEK

asielzoekers en toegelaten vluchtelingen, tussen alleenstaanden en samenlevenden, en tussen

door:

gemartelden en niet gemartelden. Wel blijkt dat

Hans Rohlof

het verkrijgen van een verblijfsstatus de

Psychiater, Centrum ’45, Oegstgeest

behandeling positief beïnvloedt. 69 Iraanse en Afghaanse patiënten zijn zeven jaar na afloop

Begin dit jaar promoveerde Boris Drozdek op

van de behandeling onderzocht. Het bleek dat

niet veel aandacht gegeven aan inheemse

een proefschrift met een spannende titel. Het

de behandeleffecten na vijf jaar langzaam

behandelmethoden of aan somatisering. De

onderwerp van zijn studies is context-sensitieve

verdwenen, zij het dat de klachten onder de

contextgevoeligheid blijkt wel uit aandacht voor

groepsbehandeling van getraumatiseerde

basisscores bleven voor psychopathologie.

individuele omstandigheden maar relatie- en

asielzoekers en vluchtelingen. Hoewel er op de

Dit is meer een naturalistische studie dan een

gezinsproblematiek blijven onbeschouwd: pas op

studies wat valt af te dingen, is het toch een

experimenteel design, en de onderzochte

het eind beveelt Drozdek aan om het gezin van

belangrijke bijdrage op het gebied van

groepen zijn niet geheel vergelijkbaar. Daarnaast

de patiënt meer bij de behandeling te betrekken.

hulpverlening aan vluchtelingen in het bijzonder

zijn de groepen wat klein en is het mogelijke

En al pleit hij voor een individuele aanpak, het

en aan migranten in het algemeen.

effect van medicatie niet meegenomen.

groepsprogramma is toch vrij gestructureerd.

Boris Drozdek introduceerde een meerdaagse

Desondanks blijven de resultaten in het

Terecht merkt Drozdek overigens op dat

dagbehandeling van vluchtelingen in de Reinier

algemeen staan.

onderzoek meer aandacht dient te besteden aan

van Arkel te Den Bosch. Het zogenaamde

verbetering van dagelijks functioneren; veel

‘Bossche model’ bestaat uit vijf fasen: eerst

CULTUREEL COMPETENT

patiënten willen met name dat agressie en

worden onder andere de doelen vastgesteld,

Drozdek legt uit op welke modellen hij zijn

irritatie in het gezin verdwijnen.

vervolgens de biografie en emoties besproken;

behandeling gebaseerd heeft: de ecologische

Ik mis enige vergelijkingen van de behandeling

dan volgen een trauma-verhalende fase, een fase

systemen-theorie van Bronfenbrenner, de

van getraumatiseerde vluchtelingen en literatuur

waarin het verleden wordt verbonden met de

ontwikkelings-psychopathologie-theorie van

over cultuurspecifieke groepsbehandeling.

toekomst, en een samenvattende fase. Drozdek

Cicchetti en Toth, en de persoonsgerichte

Er zijn dus wat tegenstrijdigheden en tekortko-

vergelijkt in zijn proefschrift de driedaagse

psychiatrie zoals ontwikkeld door Mezzich en

mingen te vinden. Maar een groot compliment

dagbehandeling met de tweedaagse en tot zijn

anderen. Hij bepleit een individuele en een

voor de gedegen uitvoering en voor de uitgebrei-

verbazing blijkt de eerste een significant beter

cultureel gevoelige benadering. Hier rijzen wat

de en door literatuur gesteunde polemiek die het

effect te hebben. Hij vindt overigens geen

vragen. Wat is exact de cultureel gevoelige

proefschrift bevat: daar valt in de komende jaren

verschillen in behandeleffecten tussen

benadering van het Bossche model? Er wordt

nog behoorlijk over te discussiëren.

44


geZIen en geleZen | recensies

BOEK

C. WItteman, P. van Der HeIJDen & l. Claes (2014)

psYChOdiagnOstiek

door: Theo Ingenhoven Psychiater, Centrum voor Psychotherapie,

het OnderzOeksprOCes in de praktiJk

Pro persona, Lunteren

Utrecht: De Tijdstroom, 129 p., € 24,-

Deze Nederlands-Vlaamse coproductie heeft geresulteerd in een handzaam en fraai vormgegeven leidraad voor het methodisch uitvoeren van een psychodiagnostisch onderzoek. Diagnostiek wordt daarin beschreven als een zorgvuldig en waar

therapeutisch protocollair behandelaanbod, in de

ONDERTOON

mogelijk evidence based proces; een weg vol

basis-ggz dus. Psychotherapeuten, klinisch

Nog zorgelijker is de cynische ondertoon die in

kansen en uitdagingen, maar ook vol

psychologen of psychiaters werkzaam in de

verschillende passages van het boek is geslopen.

valkuilen. De inleidende hoofdstukken

specialistische ggz zullen in dit boekje niet vinden

Bij herhaling wordt aangegeven dat in deze tijd

geven een helder overzicht van wat er

wat nodig is voor gedegen psychiatrisch

van bezuinigingen (cognitieve gedrags)

allemaal bij een psychodiagnostisch

onderzoek, differentiaaldiagnostiek, persoonlijk-

therapeuten niet langer de noodzaak van

onderzoek komt kijken, en van de verschil-

heidsonderzoek en indicatiestelling voor

gedegen psychodiagnostiek lijken te onderken-

lende vormen van dataverzameling (klinisch

psychotherapie. Zij zullen ook wat vreemd

nen. ‘Er is meestal geen tijd om dergelijke

oordeel, semigestructureerde interviews,

opkijken van de casuïstiek. In hoofdstuk 3 wordt

fundamentele vragen te proberen te beantwoor-

vragenlijsten). Maar er wordt ook gewaar-

de 22-jarige studente An ten tonele gevoerd met

den. Men stelt een diagnostische classificatie

schuwd voor de diagnostische overmoed

insulineafhankelijke diabetes mellitus, eetbuien

vast aan de hand van (bijvoorbeeld DSM-)criteria,

waarin ervaren clinici kunnen vervallen: bij

en braken. De diagnostische vraagstelling wordt

en gaat ervan uit dat die deugt. Vervolgens zoekt

het ontbreken van feedback (intake-overleg;

direct vernauwd tot een dilemma in de

men de bij die classificatie behorende

intervisie) dreigt een tunnelvisie. Daarom

DSM-classificatie: wel of geen Boulimia Nervosa?

protocollaire behandeling op, en als die er is,

stelt men in de inleiding duidelijk dat er

In plaats van eerst een gedegen speciële

start men die behandeling.’ (p. 64) ‘Als men een

voldoende ruimte moet zijn voor een

anamnese (uit het psychiatrisch onderzoek) af te

verklaringsmodel opstelt, kijkt men waarom op

grondige diagnostische fase voorafgaand

nemen, of de tijd te nemen voor een functionele

dat moment die klachten en problemen zo

aan een behandeltraject.

anamnese (uit de gedragstherapie), worden al

worden ervaren, hoe het begonnen is, en welke

snel de SCID-I (interview) en EDI (vragenlijst) ten

factoren de problemen in stand houden.’ (p. 65)

BASIS-GGZ

tonele gevoerd. Dit staat haaks op wat juist zo

‘Het is in de praktijk niet altijd haalbaar om een

Het boekje is lekker basic geschreven. Het lijkt

fraai in het voorafgaande hoofdstuk was

verklaringsanalyse uit te voeren. Vanzelfsprekend

zich vooral te richten op de GZ-psycholoog (al

beschreven: zorgvuldige anamnese, opbouw van

is het het goedkoopst om het nooit te doen.’

dan niet in opleiding) die in een kort tijdsbestek

therapeutische relatie. De classificatie Boulimia

(p. 72) Inderdaad goedkoop, wel erg goedkoop,

globale diagnostiek moet zien te bedrijven,

Nervosa volgens de DSM kan ook wel worden

maar of dat ook kosteneffectief is, betwijfel ik ten

gericht op vlotte verwijzing naar een gedrags-

bevestigd zonder de SCID.

zeerste.

45


MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | novEMbEr 2014

CONGRES

sUÏCidepreventie van mOrgen COngres Over sUÏCidepreventie, geOrganiseerd dOOr ggz Friesland Op 10 septemBer 2014 (WOrld sUiCide preventiOn daY) te leeUWarden. ZIE VOOR EEN VOLLEDIG VERSLAG MGVONLINE.NL/LOPENDE ZAKEN

door: Tobi Graafsma Bijzonder hoogleraar klinische psychologie (Bascule leerstoel) aan het Institute for Graduate Studies and Research (IGSR) van de Universiteit van Suriname en hoofd van de afdeling Medische Psychologie van het drs. L. Mungra Streekziekenhuis, Nickerie, Suriname. Van de Amerikaanse sociaal-filosoof Henry

Niemand nam of kreeg de regie, men keek vooral

defensieve opstelling is niet nodig. En het derde

David Thoreau moet de uitspraak zijn: ‘Most

weg. Hij vroeg zich af of suïcide misschien nog

ijkpunt was: suïcidale patiënten hebben een grote

men live a life of quiet desperation’. Wie met

een taboe is. Psychiater Jan Mokkenstorm,

impact op de behandelaar. Deze heeft dan ook

suïcidale mensen in contact komt weet: voor

directeur van 113-online, vond het tijd worden

recht op − eventueel zich opdringende − steun.

hen geldt zeker niet dat er een stille wanhoop

voor ‘ontwrichtende veranderingen’ en wenste

is. Integendeel, de wanhoop staat op

geen genoegen te nemen met zoveel suïcide-

113-ONLINE REGISSEUR

springen, er dreigt een tragedie. Maar wat

slachtoffers (naar schatting van Ad Kerkhof

Het overheidsbeleid werd uiteengezet door

maakt dan dat de stilte overgaat in een

moeten we voor 2013 rekening houden met

senior VWS-beleidsmedewerker Gonne Kelder. Er

storm? Deze vraag kwam op het door

ongeveer 1800 doden ten gevolge van suïcide).

is een nieuw plan, de ‘Landelijke Agenda’, waarin

GGZ-Friesland georganiseerde congres over

Mokkenstorm trok een vergelijking met de

een meerjarig beleid wordt bepleit met een

suïcidepreventie aan de orde. Het algemene

preventie van dodelijke verkeersongevallen en

nadruk op preventie. Er is nu wel een regisseur

thema van de dag is samen te vatten met

liet zien hoe succesvol de grote inspanningen op

aangesteld: 113-online. Op de vraag of de

‘Mienskip’, het Friese woord voor saamhorig-

dat terrein zijn geweest. Dat moet naar zijn

gemeenten er bij zijn betrokken was het

heid, contact en wederkerigheid; het woord

oordeel ook kunnen op het gebied van suïcidali-

antwoord: een goede vraag! Daar is kennelijk nog

voor elkaar kennen en ondersteunen, door

teit. Hij zet in op ‘zero suïcides’, zo vertelde hij.

werk aan de winkel.

barre tijden heen. Praten over suïcidaliteit,

Hij wil de ‘mindset van gelatenheid’ doorbreken

De middag stond in het teken van de praktijk.

over dood willen om rust in het hoofd te

en de betrokkenheid verhogen.

Opvallend vond ik de betrokkenheid en de

brengen, hoort daar soms bij.

Psychiater Toon Rutgers vertelde vervolgens over

inspiratie van alle sprekers en workshopgevers.

de praktische toepassing van de redelijk nieuwe

Het was een sfeervol congres: spreken over

VEEL BELEID, WEINIG PRAKTIJK

multidisciplinaire richtlijn suïcidepreventie. Hij

suïcidaliteit kan, zeker in een atmosfeer van steun

Klinisch psycholoog Ad Kerkhof, hoogleraar VU,

sprak over drie ijkpunten die hem in zijn loopbaan

en contact, van Mienskip, een ontroerende en

liet zien hoe er de afgelopen decennia veel

altijd zeer hadden geholpen. Het eerste was:

vruchtbare aangelegenheid zijn. Een uitgebreider

bijzonder goede beleidsvoorstellen zijn

beschouw suïcidaliteit als uiting van een wens

verslag van het middagprogramma staat op

ontworpen om suïcides te voorkomen. Ze

iets te veranderen en iets te bereiken. Het

http://www.mgvonline.nl/nieuws/suicidepreven-

werden echter nauwelijks omgezet in praktijk.

tweede: over suïcidaliteit kun je praten. Een

tie-van-morgen/

46


De meesterPrOeF | ruut VeenhOVen

De meesterPrOeF

DE MEESTERPROEF VAN rUUt veenhOven Wat BliJFt er in het liCht van de gesChiedenis Over van een prOmOtieOnderzOek? Ruut Veenhoven herleest zijn proefschrift uit 1984: Conditions of Happiness. Dordrecht/Boston: Kluwer Academic (nu Springer). Erasmus Universiteit in Rotterdam. Promotor: prof. dr. R. Wentholt. Ik vond dat het bij het verschil tussen welvaart en welzijn niet moet gaan om de leverancier van goederen en diensten, maar om het effect ervan op het welbevinden van de gebruikers. In die tijd speelde ook een ideologische discussie over het westers kapitalisme. Veel studenten hadden een poster van Che Guevara op hun kamer hangen en dachten dat we beter Tijdens mijn studie sociologie in de jaren zestig van de vorige

af zouden zijn in een socialistische planeconomie. Ook daarbij

eeuw raakte ik geïnteresseerd in het onderwerp geluk, in

vond ik dat politieke systemen beoordeeld moeten worden op

eerste instantie om maatschappelijke redenen. De discussie

hun uitkomsten, zoals het geluk van de burgers.

over grenzen aan economische groei was net op gang

Daarnaast speelden persoonlijke ervaringen een rol: ik zag nogal

gekomen en in dat kader werd geroepen om meer ‘welzijn’ in

wat mensen die ondanks goede levensomstandigheden niet

plaats van ‘welvaart’. Maar wat was ‘welzijn’ dan precies? In

gelukkig waren. Die belangstelling voor determinanten van geluk

een cursus sociale filosofie had ik net kennis gemaakt met de

op individueel niveau werd versterkt toen ik na mijn afstuderen

utilitaristische moraalfilosofie, volgens welke we moeten

terechtkwam in een universitaire vakgroep sociale psychologie.

streven naar ‘groter geluk voor een groter aantal’. Ik dacht dat de tijd nu rijp was voor toepassing van dat principe. Tot

IDEOLOGISCHE PREOCCUPATIES

mijn verbazing werd welzijn echter niet gedefinieerd in

Ik deed tijdens mijn studie al een eerste literatuurverkenning.

termen van geluk, maar als een speciaal soort welvaart,

Ik vond veel filosofische speculatie, maar weinig empirisch

namelijk publieke voorzieningen, zoals bibliotheken en

onderzoek naar geluk in de zin van subjectief welbevinden.

buurthuizen. Er kwam een Ministerie van Welzijn van waaruit

Om dat empirisch onderzoek was het me wel te doen, want

dat aanbod bestierd werd en het gebruik werd geteld.

ik wilde juist loskomen van de ideologische preoccupaties van

47

-


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.