Cursor 13 - jaargang / year 59

Page 1

13 11 May 2017 | year 59

@tuecursor @TUeCursor_news

Magazine of the TU/e | www.cursor.tue.nl |

tuecursor |

@tuecursor @TUeCursor_news |

cursortueindhoven

14 | V erzuipen in de mailgolf Are you drowning in the email waves? The do’s and don’ts of digital mail.

Hartjes: 6 Tessie always on the move

‘Ik doe dit niet voor mijn cv’

on 11 Brainmatters a likeable flaw

Feyenoord als school­ voorbeeld van choking

grant for Internationals 21 Huge 22 regene­rating tissue join hands

Carlijn Bouten leidt revolutie in geneeskunde

Four cuisines on one plate


2 | Vooraf

CURTOON

11 mei 2017

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie

Judith van Gaal Tom Jeltes (wetenschap) Norbine Schalij Monique van de Ven (online)

Medewerkers Yongwei van Bussel Tiny Poppe

Fotografie

Bart van Overbeeke Satyaki Chaudhuri

Coverbeeld Marc Weikamp

Opmaak

Natasha Franc

Vertalingen

Susie Day Benjamin Ruijsenaars

Stoempen voor de dagprijs

Leerzaam

In het verleden heb ik op deze plaats het wegkapen van wetenschappelijk talent bij een andere universiteit al eens vergeleken met de spelerscarrousel in het Han Koning s, internationale voetbal. Naast voetbal heb ik ook hoofdredac teur een grote voorliefde voor wielrennen. Heerlijk dat ploegenspel, waarbij de ontsnappers bijna tot op de seconde nauwkeurig weer worden ingerekend en waar een eenzame nobody het peloton zo nu en dan weet te verrassen. Wielrennen is hard labeur, er worden weinig cadeautjes weggegeven. Dat gevoel kreeg ik ook toen ik dinsdag sprak met onze hoogleraar Carlijn Bouten, die 8 mei bekend kon maken dat ze een Zwaartekrachtsubsidie van 18,8 miljoen had weten binnen te slepen voor haar onderzoek op het gebied van regeneratieve geneeskunde. Ook een fraaie ploegenprestatie, want in deze lucratieve klassieker had ze Maastricht en Utrecht aan haar zijde. Daarnaast wist ze twee gerenommeerde kleppers binnen haar equipe te krijgen: onze eigen moleculaire krachtpatser Bert Meijer en de Utrechtse cellenbedwinger Hans Clevers. Hard werken was het én volhouden, want het was al de derde keer dat ze probeerde te ontsnappen aan het nog altijd uitdijende peloton van subsidievragers. Maar liefst 540 uur stoempen op de laptop heeft ze erin gestoken, waarbij ik niet weet of ze daarbij ook stimulerende middelen heeft gebruikt. Voor zover ik weet worden onderzoekers hier nog niet op gecontroleerd. Kortom, loon naar werken. Een mooie palmares had Bouten al, maar deze overwinning is tot op heden ongetwijfeld de schoonste.

Journalistiek is een leerzame tijdsbesteding Tom Jeltes - zeker als je voornamelijk over wetenschap schrijft, zoals ik. Toch is wat ik uit interviews leer meestal slechts van nut voor een artikel. De wijze lessen van Bouke van Kleef over het omgaan met e-mail zetten mij echter direct aan tot actie in real life. Niet langer zie ik elk nieuw mailtje langskomen terwijl ik een stuk aan het typen ben. Maar of ik mezelf er ook van kan weerhouden om mijn mail aan het begin van de werkdag te openen? Lees meer op pagina’s 14-16

Aangesloten bij

Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad

prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres

TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk

Janssen/Pers, Gennep

Advertenties

Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

De volgende Cursor verschijnt

Donderdag 1 juni

Clmn

#StudentenHuizenMatter

Zoals zoveel mensen van mijn generatie heb ik tegenwoordig de hele dag Twitter openstaan om bij te blijven bij de actualiteit. Die heerlijke filterbubbel levert voornamelijk nieuws en meningen waar ik het mee eens ben, maar soms komt er per ongeluk iets tussendoor van een andersgestemde doordat ik verzeild raak in een #twitterfittie. Geen paniek! Deze online matpartijen zijn meestal hilarisch én je wordt onderwezen over verborgen maatschappelijke problemen waarvan je het bestaan niet kende. Recent werd ik meegesleurd in een #ophef over de voor- en nadelen van het bijbouwen van teveel zelfstandige woonruimtes voor studenten. Millennials, de meest bevoorrechte generatie ooit, zouden steeds meer de voorkeur hebben om in studio’s te wonen in plaats van studentenhuizen. Volgens een paar tweeps was dit verschrikkelijk want funest voor het sociale leven/ontwikkeling van studenten, in het bijzonder meisjes doordat deze flats schijnbaar worden overheerst door jongens #oppression. De grote patriarchale kracht genaamd de overheid moest dus ingrijpen en deze

meisjes redden door meer studentenhuizen te stimuleren. Inderdaad, waar blijft de March for Studentenhuizen? Studenten op een universiteit met zoveel uiteenlopende verenigingen krijgen natuurlijk geen kans een sociaal leven te ontwikkelen als ze ’s avonds laat naar hun eigen kamer gaan. Veel vraag naar studio’s Jim Stolk, studen en dus aanbod is doorgeslagen en Technisc t Industrial Design he Informat ica #kapitalisme. Als ik naar de studenten kijk bij mijn eigen studievereniging, die daar zeven dagen per week zitten te gamen tot elf uur ’s avonds, kan ik me voorstellen dat ze sociaal lijden als ze thuis niet wéér dezelfde mensen zien. Studentenhuizen zijn eigenlijk een gemarginaliseerde groep woningen en ontstaan niet als daar (bijvoorbeeld via verenigingen) vraag naar is. Mijn tweet: misschien zou het echter wel goed zijn als de overheid zich wat minder zou bemoeien, dan leren studenten zittende in hun studio wat zelfstandigheid #unpopularopinion. Bijkomend pluspunt: zonder vervelende huisgenoten kun je ongestoord online ruzie maken waardoor ik kan #educateyourself’en over deze enorme maatschappelijke struggles #woke.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Common Room: cooking with alarm Frying onion and peppers and getting a visit from agitated security guards who think there’s a fire - that wasn’t the plan. It happened to a member of Cosmos, the association for international students. The smoke alarm in the Common Room is the most frequently activated on campus, prompting a couple of reports a year, states the fire service. According to international student association Cosmos, the smoke alarm is simply too sensitive and unpredictable. Building manager Johan Lauwers emphasizes that cooking is not permitted in the pantries on campus.

Zorgrobot TU/e tweede op RoboCup German Open TU/e-roboticacollectief Tech United heeft met zorgrobot AMIGO de tweede plaats behaald in de @Home-League van de RoboCup German Open in Maagdenburg. Ondanks dat het team de vorige twee jaren de eerste plaats pakte op het EK, valt de tweede plek van dit jaar niet tegen. Het team vertrok niet met erg hoge verwachtingen naar Maagdenburg, omdat het team niet op tijd de nodige veranderingen en innovaties kon doorvoeren. Bij de start van het toernooi was AMIGO qua software dan ook nog niet helemaal klaar, maar hij wist desondanks de regerend wereldkampioen, ToBi uit Bielefeld, te verslaan. Het voetbalrobotteam van Tech United won een week eerder in Coimbra de finale van de Portugese Robotics Open, het officieuze EK.

TU/e-hoogleraar Maarten Steinbuch is 1 van de 5 regionale prominenten - onder wie zwemmer Pieter van den Hoogenband en dj Sander van Doorn - die in graffiti vereeuwigd zijn in Hotel Eindhoven. Steinbuch vertegenwoordigt de wetenschap. Elk kunstwerk meet 3,59 bij 2,30 meter. In Steinbuchs portret zitten 20 manuren, 1,5 liter latex en 150 milliliter markerinkt; er werden 32 verschillende kleuren spuitbussen voor gebruikt. Steinbuch is de 2e wetenschapper die de graffitikunste­ naars van Studio Giftig portretteerden, na James Watt. (MvdV)

More news on page 5 and www.cursor.tue.nl/en

Miljoenen voor nieuwe biomaterialen die helpen lichaam zichzelf te genezen Wetenschappers van de TU/e, Universiteit Maastricht en uit Utrecht gaan intelligente biomaterialen ontwikkelen die het zelfherstellend vermogen van het lichaam activeren en sturen. Hun onderzoeksprogramma Materials-Driven Regeneration krijgt een Zwaartekrachtsubsidie van 18,8 miljoen euro. De universiteiten investeren samen zes miljoen euro. Volgens hoogleraar en programmacoördinator Carlijn Bouten is de potentiële impact van het MDR-programma enorm groot. “We gaan langdurig en op hoog niveau fundamenteel onderzoek verrichten aan biomaterialen waarmee we in de toekomst chronische ziektes kunnen aanpakken die nu nog niet genezen kunnen worden. We verwachten dat ons werk dan veel mensen een langdurig ziekteproces zal besparen. En het bespaart de maatschappij de kosten die anders nodig waren geweest voor de langdurige zorg.”

E.S.C-commissie werkt aan Bevrijdingsfestival Op het Lichtplein, gelegen achter de Witte Dame aan de Emmasingel, moet op 22 september een Bevrijdingsfestival plaatsvinden waar bewoners en studenten samen feesten, maar waar ze ook de discussie aangaan over het belang van vrede en vrijheid. Een commissie van het Eindhovens Studenten Corps is druk bezig met de voorbereidingen.

Team Eindhoven tweede in Batavierenrace Voor het TU/e-Fontys-team was op 29 april in de universiteitscompetitie van de Batavierenrace geen podiumplaats weggelegd. Enigszins teleurstellend eindigde het team op de zesde stek. Team Eindhoven compenseerde het echter ruimschoots in het algemeen klassement met een tweede plaats. Drie jaar geleden wist het TU/e-Fontys-team voor het laatst eremetaal te vergaren in de 175 kilometer lange estafetteloop van Nijmegen naar Enschede. Toen behaalden de Eindhovense lopers de derde plaats in de universiteitscompetitie.

Graffiti-prof

Graffiti prof TU/e professor Maarten Steinbuch is 1 of the region’s 5 public figures - including swimmer Pieter van den Hoogenband and DJ Sander van Doorn - who have been immortalized in graffiti in Hotel Eindhoven. Steinbuch represents science. Each artwork measures 3.59 by 2.30 meters. In Steinbuch’s portrait there are 20 work hours, 1.5 liters of latex and 150 milliliters of ink; spray cans in 32 different colors were used. Steinbuch is the 2nd scientist to have his portrait painted by the graffiti artists at Studio Giftig, after James Watt. Photo | Bart van Overbeeke


4 | Universiteitsberichten

11 mei 2017

Equation Galerkin Methods for Kinetic Theory”

ALGEMEEN Academic Awards 2017 On Wednesday 17 May at 4 pm the TU/e Academic Awards ceremony will take place in the Klokgebouw building in Eindhoven. During this event the TU/e honors the winners of the 2017 MSc Thesis Award, PDEng Thesis Award and PhD Thesis Award as well as the winner of the 2017 Marina van Damme Grant. Professor Maarten Steinbuch will deliver a keynote speech on The Future of Robots, Cars and Humans. The ceremony is followed by a festive reception (17.15-18.30). www.tue.nl/academicawards

BRAINS Award 2017 | Leave your mark TU/e neemt deel aan BRAINS Award. Wij dagen jou als student uit om je meest vernieuwende en/of sociaal relevante idee in te sturen, waarmee je kans maakt op geld­ prijzen tot € 5.000, publiciteit en eeuwige roem. De impact is groot. In 2015 won het toen nog onbekende Team FAST de BRAINS Award. Nu zijn ze internationaal spraakmakend met hun alternatieve energiedrager, hydrozine. Meedoen is eenvoudig. Beschrijf je idee in maximaal 400 woorden en schrijf je in vóór 28 mei. De finale is op 14 juni in het Muziekgebouw in Eindhoven. Meer info: www.brainseindhoven.nl. TGD Activity Committee | Internship opportunities abroad Would you like to do your internship abroad? Are you interested in helping out in some engineering projects in developing countries? Do you already have an internship and don’t know what to expect? During the workshop we will challenge you with some tricky situations you could face during your international experience and present the internships we have done in developing countries. Along with this, a professor will kick in some internship opportunities in several countries!

Brabant Orgel | Bijzonder concert in Auditorium Op zaterdag 13 mei wordt om 15.00 uur een bijzonder concert gegeven in het Auditorium van de TU/e. Dit is het tweede concert met orgel en orkest in het kader van het 50-jarig bestaan van het TU/e-orgel. Universiteitsorganist Jan Verschuren en het Randstedelijk Serenata Symphonie Orkest verzorgen dit concert. Samen voeren zij uit het beroemde Orgelconcert opus 4, no. 4 in F-dur van Georg Friedrich Händel en het Orgelconcert in sol-mineur van Francis Poulenc. Jan Verschuren zal ook enkele solowerken ten gehore brengen. Naast het prachtige Praeludium en Fuga in G-dur BWV 541 van Johann Sebastian Bach speelt hij werken van Melchior Schildt en Zsolt Gárdonyi. Ter gelegenheid van het orgeljubileum wordt een boekje uitgegeven over het unieke Pels & Van Leeuwen-orgel dat de TU/e bezit. De bezoekers van dit bijzondere concert ontvangen dit

STUDENT

UNIVERSITEITSBERICHTEN

boekje, waarin een cd zal worden bijgesloten met o.a. de live-opname van dit concert, na afloop gratis. • Aanvang: 15.00 uur, deuren open vanaf 14.30 uur. • De entree bedraagt € 10, medewerkers en studenten van de TU/e hebben gratis toegang op vertoon van hun TU/e-pas.

Titel proefschrift: “Optimal placement and operation of novel grid technologies in distribution grids”

MENSEN

Donderdag 18 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. B.W.J. Mathijsen (W&I) Promotoren: prof.dr. J.S.H. van Leeuwaarden en prof.dr. A.P. Zwart Voorzitter: prof.dr.ir. B. Koren Titel proefschrift: “Asymptotic dimensioning of stochastic service systems”

Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Intreerede prof Den Doelder Vrijdag 12 mei, 16.00 uur, BZ: intreerede prof.dr.ir. C.F.J. Den Doelder PDEng (ST) Voorzitter: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel: “Herbinding”

Donderdag 18 mei, 16:00 uur, CZ5: promotie M.A. Temiz MSc (W) Promotoren: prof.dr.ir. I. Lopez Arteaga en prof.dr.ir. A. Hirschberg Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Passive Noise Control by Means of Micro-Perforated Plates: Developing Tools for an Optimal Design”

Intreerede prof Cantatore Vrijdag 19 mei, 16.00 uur, BZ: intreerede prof.dr.ir. E.J.D. Cantatore (EE) Voorzitter: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel: The Flexible Future of Electronics Promoties Donderdag 11 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie H. Khandelwal MSc (ST) Promotoren: prof.dr. A.P.H.J. Schenning en prof.dr. D.J. Broer Voorzitter: prof.dr.ir. E.J.M. Hensen Titel proefschrift: “Infrared Regu­ lating Smart Windows” Maandag 15 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie S. Silitonga MSc (B) Promotoren: prof.ir. F. Soetens en prof.ir. H.H. Snijder Voorzitter: prof.ir. E.S.M. Nelissen Titel proefschrift: “Fatigue life estimation of metal structures based on damage modeling” Maandag 15 mei, 16:00 uur, CZ5: promotie A. Litke MSc (ST) Promotoren: prof.dr.ir. E.J.M. Hensen en prof.dr. Th. Weber Voorzitter: prof.dr. N.A.J.M. Sommerdijk Titel proefschrift: “Transition metal sulfides and oxides: synthesis, energy conversion application, and charge carrier dynamics” Dinsdag 16 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie T.C.J. Dela Haije MSc (W&I) Promotor: prof.dr. L.M.J. Florack Voorzitter: prof.dr.ir. B. Koren Titel proefschrift: “Finsler Geometry and Diffusion MRI” Dinsdag 16 mei, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. R.J.W. de Groot (EE) Promotor: prof.dr.ir. J.G. Slootweg Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom

Dinsdag 23 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie V.B. Hillen MSc (ID) Promotor: prof.dr.ir. C.C.M. Hummels Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: “People Place Process A self reflection tool to become a professional in design thinking, based on Pedagogical Action Research” Maandag 29 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie N. Sharma MSc (TN) Promotoren: prof.dr. B. Koopmans en prof.dr.ir. H.J.M. Swagten Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Writing with a 3D Nanopen Magnetic applications of focused electron beam induced deposition” Dinsdag 30 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie A. Bhattacharya MSc (TN) Promotoren: prof.dr. J. Gómez Rivas en prof.dr. A. Fiore Voorzitter: prof.dr. P.M. Koenraad Titel proefschrift: “Terahertz Micro-resonators Investigated in the Near- and Far-field” Dinsdag 30 mei, 16:00 uur, CZ5: promotie J. Quevedo Fernandez MSc (ID) Promotoren: prof.dr.ir. J.-B.O.S. Martens en prof.dr. P. Markopoulos Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: “Sketching Animations in Design and Beyond” Woensdag 31 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie M.R.A. Abdelmalik MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. E.H. van Brummelen Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Adaptive Algorithms for Optimal Multiscale Model Hierarchies of the Boltzmann

Team Blue Jay | Ambitieuze studenten gezocht Studententeam Blue Jay bouwt aan ’s werelds eerste domestic drone. Ons doel is om in 2021 drones te implementeren in ziekenhuizen. Door drones kleine klusjes voor patiënten te laten doen, kunnen mensen langer zelfstandig blijven wonen, en hebben zorgmedewerkers meer tijd voor hun patiënten. Zo lossen we een groot maatschappe­ lijk probleem op. We zoeken naar enthousiaste studenten die deze uitdaging aandurven. Heb jij de ambitie om een maatschappelijk probleem op te lossen met technologie? Zoek je een project waarin je je talenten kan ontwikkelen, zowel technisch als organisatorisch? Durf je het aan om met grote bedrijven samen te werken? Team Blue Jay is de extra curriculaire activiteit waar jij naar op zoek bent! Geïnteresseerd? Neem contact met ons op! info@bluejayeindhoven.nl www.bluejayeindhoven.nl Kom naar onze infolunch! Donderdag 18 mei 12:45-13:30 auditorium 14 Woensdag 24 mei 12:45-13:45 auditorium 14 Team Blue Jay | Ambitious students wanted! Team Blue Jay is building world’s first domestic drone. By 2021 we want to have our drones implemented in hospitals. By doing small chores our drones will help people live independently longer and will ensure that caregivers have the time they need to interact with the patients, solving a big societal problem. We are looking for enthusiastic students who will take up this big challenge. Do you want to contribute to society with cutting-edge technology? Do you want to use and build your talents, combining the best of hardware, software and management skills? Do you dare to work together with leading companies? Blue Jay is the extracurricular activity you are looking for! Interested? Contact us! info@bluejayeindhoven.nl www.bluejayeindhoven.nl

Newtonweg 3, 6101 WX Echt Afdelingen: Automotive - Cable Routing - Elektro, Instrumentatie en Automatisering - Engineering Analysis - Machinebouw - Plant Design Aanmelden: Stuur een mail met CV naar pszuid@viro.nl. Deze ochtend is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. www.werkenbijviro.nl Nimble Stages | Hulp bij stages in het buitenland Vanwege dure stagebemiddelaars die profiteren van de tijdsdruk die universiteiten opleggen voor het vinden van een stage, zijn er een hoop studenten die dé ervaring van hun leven mislopen: stagelopen in het buitenland. De broers Stijn Wollerich (22) en Ruben Wollerich (21) zijn als reactie hierop een initiatief gestart waardoor studenten niet hoeven te betalen voor de bemiddeling van een buitenlandse stage: Nimble Stages. Zij bemiddelen ambitieuze studenten met bedrijven in Latijns Amerika, omdat zij geloven dat dit zowel een leuke als een enorm leerzame ervaring is. http://nimblestages.com/ Nimble | Need help with finding an internship abroad? Due to expensive internship intermediaries that profit from the time pressure that universities put on students for finding an internship, there are many students that miss the unforgettable experience of doing an internship abroad. The two Dutch brothers Stijn Wollerich (22) and Ruben Wollerich (21) started as a response to this their initiative Nimble, where students are not charged anything for their inter­ mediary services. The start up intermediates students with Latin American companies, because they believe that this is both an educational as a fun experience. http://nimblestages.com/

Join our info-lunch! Thursday 18th of May 12:45-13:30 auditorium 14 Wednesday 24th of May 12:45-13:45 auditorium 14

DIVERSEN VIRO | VIRO Speeddate 22 mei 2017 Ben jij onze toekomstige collega? Wil jij werken aan je persoonlijke groei en je talenten verder ontwikkelen? Vind jij het belangrijk dat je met plezier naar je werk gaat? Ben jij op zoek naar een boeiende job in een dynamische werkomgeving? Kom dan naar onze Speeddate en ontdek wat VIRO jou te bieden heeft. Tijdstip: 9.30 – 13.00 uur Locatie: VIRO vestiging Echt,

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TU/e alumnus elected Engineer of the Year

Student Shop must give way to ICT helpdesk

In the coming year TU/e alumnus Rick Scholte, elected Engineer of the Year, wants to make a point of devoting his attention to the risks of noise pollution, in particular for children. The founder and director of Sorama, which develops sound cameras, admits he was utterly surprised to receive the Prins Friso Engineers Award. According to jury chairperson Micaela dos Ramos, Scholte is working in a field ‘that deserves to gain more attention in the coming years. Rick excels because he is able to realize smart and affordable solutions to noise problems that impact both public health and safety. In so doing, he cleverly manages to bring together industry and knowledge institutes.’

In MetaForum the Student Shop may disappear because the Executive Board is keen to use the site to accommodate the ICT Service’s employee helpdesk. This is currently in Matrix, but renovation work to create Innovation Space means it must vacate its premises in mid July. Whether the Student Shop will continue to exist, and if so where, is as yet unclear.

Muurschilderingen sieren straks de wanden van Atlas Schilder Gijs Frieling gaat het nieuwe kunstwerk vervaardigen in Atlas, het vroegere Hoofdgebouw dat op dit moment wordt gerenoveerd. Met zijn schetsontwerp ‘Where is science going’ won hij de opdracht voor het vervaardigen van een gefaseerd kunstwerk. Zo’n vijftien schilderingen zullen straks verspreid door het openbare deel van het hele gebouw gaan verschijnen. Het werk heeft overeen­komsten met de popart van bijvoorbeeld Roy Lichtenstein. Die baseerde zich op strips, Frielings basis is de esthetiek van de wetenschap.

The lack of clarity is causing great disturbance. Bertie Fijneman, who as the Facility Services coordinator is responsible for the Student Shop, works with three employees, one of whom will be leaving this summer under the early retirement scheme. With nine student assistants, in the calendar year 2016 they helped nearly 67,000 customers acquire readers, office items and promotional gifts. Fijneman says that on a single day as many as 25 students may pop in to buy an emergency replacement calculator for their exams, having forgotten to bring their own.

“Sterke financiele basis essentieel voor overleven” Dromen werkelijkheid laten worden. Volgens collegevoorzitter Jan Mengelers is dat wat de TU/e al 61 jaar doet. Patrick Aebischer, die tot eind 2016 voorzitter was van de Zwitserse EPFL, vertelde op 20 april tijdens de viering van de dies natalis in de Paterskerk, dat universiteiten daar in de toekomst een nog sterkere financiële basis voor nodig zullen hebben. “Universiteiten die daar niet voor zorgen, gaan failliet of verliezen hun onderzoekspoot”, zo waarschuwde hij. Na een kleine historie van de TU/e en de omgeving waarin de universiteit zich de afgelopen 61 jaar heeft ontwikkeld, keerde voorzitter Jan Mengelers in zijn speech al snel terug naar het heden. “De kwaliteit van ons onderwijs en het reduceren van de werkdruk bij onze medewerkers heeft de hoogste prioriteit. Als ook komend collegejaar de instroom met meer dan dertig procent toeneemt, zullen we gepaste maatregelen moeten nemen.” Hij zei het niet hardop, maar alle aanwezigen wisten dat dit betekent dat in september 2018 voor vier opleidingen een studentenstop gaat gelden.

De mens achter het nieuws Het Plugged Festival barst vanavond (donderdag 11 mei) los op de campus. Julius Oosting (22) heeft daar als voorzitter van het festival met vooral Eindhovense bandjes al heel wat uurtjes in gestoken.

Waarom heb je voor de organisatie getekend? “Ik doe dit nu voor de derde keer en het is erg leuk om te doen. Ik heb veel affiniteit met festivals. Wat ik het leukste festival vind? Lowlands! Dat is net een groot dorp. Iedereen zit daar in hetzelfde schuitje, omdat er geen dagkaarten worden verkocht. Je hebt alles erop en eraan, van muziek tot kunst. Heel gaaf. We zijn voor deze editie van het Plugged Festival met een vrij nieuwe groep begonnen. We hebben iets breder geprogrammeerd, maar verder weinig veranderd aan het concept. Oh ja, en het bier is 25 cent duurder, dat kost nu 1,50 euro. We willen meer stabiliteit in de inkomsten.”

Kon je het wel goed met je studie combineren?

Julius Oosting “Ik heb veel affiniteit met festivals”

“Ja, dat ging goed. Ik heb er sinds september gemiddeld een uur of vijf per week in gestoken. Nu dan wat meer. Bovendien heb ik eerder dit jaar veel tijd besteed aan een project voor GLOW. Maar dat ging allemaal goed samen met mijn studie. Ik heb in de vier jaar dat ik aan de TU/e studeer in zeventien commissies gezeten en vorig jaar een bestuursjaar gedaan. Dat is wel even voldoende. Hierna ga ik verder met mijn bachelor afronden.”

Het festival is op dezelfde avond als de kroegentocht van Protagoras. Hebben jullie daarover afspraken gemaakt? “Het heeft een tijdje geduurd voor we een datum en locatie hadden. Uiteindelijk kwamen we op 11 mei uit, de dag dat Protagoras al een kroegentocht had gepland. We hebben goed overleg met hen gehad en afgesproken dat de deelnemers aan de kroegentocht later bij ons kunnen feesten.”

Op welk bandje verheug je je zelf het meest? “Ik heb zin in Thaïti, dat is lekker zomers en vrolijk. En The Black Marble Selection schijnt ook bijzonder te zijn. Ik luister veel naar muziek en mijn smaak gaat alle kanten uit. Vooral de cross-over tussen elektronische muziek en bandjes vind ik gaaf.”

Tekst | Judith van Gaal Foto | Satyaki Chaudhuri


6 | Interview

11 mei 2017


Interview | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Tessie Hartjes:

“Ik snap niet dat studenten hun studie in vijf jaar willen aftikken” Interview | Judith van Gaal Foto | Bart van Overbeeke Wie richtte het drone-team Blue Jay mede op? Tessie Hartjes. Is een van de drijvende krachten achter de Innovation Space? Tessie Hartjes. Voormalig voorzitter bij Eindhoven Studentenstad? Tessie Hartjes. De gedreven 27-jarige studente Electrical Engineering heeft een cv waar andere studenten van zouden dromen. Maar daar doet ze het niet voor en dat zouden anderen volgens de actieve en maatschappelijk betrokken duizendpoot ook niet moeten doen. “Laat gewoon zien wie je bent.”

“Studenten die hun studie in vijf jaar aftikken, daar snap ik dus écht he-le-maal niéts van.” Tessie Hartjes, die tot dan toe rustig heeft gesproken, zit ineens rechtop in haar stoel en zet haar stem kracht bij. Vol overtuiging betoogt ze waarom ze niet snapt dat sommige studenten zich ‘alleen maar’ op hun studie storten. “Ik sprak laatst een moeder die vol trots vertelde dat haar dochter haar bachelor in drie jaar had gehaald en in twee jaar haar master wilde doen. Dan vraag ik me af ‘wat heb je daar aan?’. Bedrijven maken er echt geen probleem van als je zes jaar over je studie doet.” “Ik krijg van studenten vaak de opmerking ‘Hé, dat doe je zeker voor je cv’. Maar dat is echt niet zo. Sterker nog, de kans bestaat dat ik na mijn afstuderen met een start-up aan de slag ga - dan hoef je niet eens langs een HR-persoon. En wil je opvallen voor een werkgever, dan hoef je heus niet per se in een studententeam. Het enige waar het volgens mij om draait, is dat je jezelf laat zien. Misschien sport je bijvoorbeeld volop. Ik doe zo veel, omdat ik graag maatschappe­ lijk betrokken ben, ik het fijn vind als ik de mogelijkheid heb om iets te veranderen en ik leer er zo veel van.” Stilzitten is er dan ook niet bij. “Ik vind het zonde van mijn tijd om naar Netflix te kijken. En als ik films kijk, dan zijn het waargebeurde films. Daar leer ik tenminste wat van.” En oké, misschien doet ze soms een beetje té veel, maar ze is zo snel enthousiast en kan zo moeilijk nee zeggen. “Dat is mijn grote valkuil. Ik wil graag helpen en daar ga ik ver in. Ik ken de weg op een gegeven moment en weet wie ik moet benaderen en dan heb ik het net zo snel zelf geregeld.”

“Zelfs mijn vader suggereerde dat het misschien tijd werd om af te studeren” Betrokken zijn en problemen zelf oplossen hebben zij, haar tweelingbroer en twee zussen in de opvoeding meegekregen. “Mijn ouders hebben ons de wereld laten zien. We bezochten niet alleen de mooie plekken, maar gingen ook de sloppenwijken in. Ik merk dat mijn generatie meer bezig is met welzijn dan met welvaart. Leeftijdgenoten willen snel veel bereiken op het moment dat ze gaan werken, maar volgens mij kan dat tijdens je studie al. Ze zijn minder gewend om ergens voor te knokken. Ik ben opgegroeid met ‘je mag veel, maar als er wat mis gaat, is het je eigen verantwoordelijkheid’.”

Ze studeert inmiddels negen jaar aan de TU/e en dat ‘is ook wel aan de lange kant’. “Zelfs mijn vader, die altijd tegen zijn kinderen riep ‘neem de tijd voor je studie, je kunt je hele leven nog werken’, suggereerde laatst dat het misschien tijd werd om af te studeren.” Dat had ze vorig jaar al willen doen, maar door haar activiteiten bij Blue-Jay in combinatie met haar vader die een niertransplantatie moest ondergaan, heeft Hartjes dat uitgesteld. Hartjes begon met Technische Innovatie­ wetenschappen, maar switchte naar Electrical Engineering. Als enige meid uit haar klas op haar middelbare school in Winterswijk koos ze voor een technische studie. “En dat met een 4,5 voor wiskunde op mijn eindlijst. Als het aan mijn mentor had gelegen, had ik een andere keus gemaakt. Die heeft achter mijn rug om mijn moeder gebeld en geopperd dat ik iets met talen zou doen, omdat ik daar hogere punten voor haalde.” Lachend: “Waarop mijn moeder antwoordde ‘dan zit daar ook geen uitdaging in’. Dat is heel bepalend voor me geweest. Doordat ik dat vertrouwen heb gekregen, ben ik steeds op zoek naar uitdagingen gegaan.” Hartjes gaf in de beginjaren van haar studie voorlichting bij VHTO (Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek). “Ik heb ze onder meer verteld dat ze overal vriendinnen kunnen maken, niet alleen binnen hun studie. Dat contact met andere meiden is vaak belangrijk. Ik heb gemerkt dat meiden vaak banger zijn om iets uit te proberen en dat ze bijvoorbeeld in een project minder snel vragen stellen over zaken waar ze minder over weten.”

Vooroordeel: Eindhoven, een kille stad vol nerds Tijdens haar studie was Hartjes onder meer actief in de universiteitsraad, voorzitter van een dispuut, aanvoerder bij studentenhockey­ team Don Quishoot en maakte ze zich jarenlang hard voor een tweede hockeyveld dat er nu eindelijk gaat komen, stond ze aan de wieg van studententeam Blue Jay en was ze voorzitter bij Eindhoven Studentenstad. “Dat laatste was echt een persoonlijke drijfveer. Ik had als vooroordeel dat Eindhoven niet de warmte heeft van een oude stad en dat er een hoop nerds rondlopen. Ik ben erachter gekomen dat dit juist zo’n inspirerende regio is, met korte lijntjes. En ja, je loopt eerst tegen gesloten deuren aan als je iets wil regelen, maar het is ook informeel. Iedereen zou het dronecafé van Blue Jay kunnen opzetten en anderen bereid vinden om te helpen.

Van dat soort projecten krijgen mensen een glimlach op hun gezicht. Oudere mannen uit het bedrijfsleven die ik heb gesproken zijn er nog wel eens jaloers op als ze zien wat je als student mag doen.”

“Ik ben niet te beroerd om te zeggen wat ik vind” En juist doordat ze zo actief is, wordt ze veel gevraagd voor nieuwe dingen. Zo hield ze in 2015 een toespraak over de aanslag op Charlie Hebdo en begin april sprak ze bij het aanbieden van de Brainport Nationale ActieAgenda in het Mauritshuis in Den Haag. “Ik hoef het podium niet te hebben, maar ik vind het wel leuk en nuttig om te doen. En wat kan er nu helemaal mis gaan? Niks toch. Ik zie het als een kans. Ik ben van nature geen goede spreker, dat denken mensen wel eens. Maar

hoe vaker je er staat, hoe beter het gaat. Ik ben sowieso niet te beroerd om te zeggen wat ik vind, ik houd van discussies. Daarin verschil ik van mijn tweelingbroer. Hij is softer, wordt zenuwachtig van menings­ verschillen. Ik ben wat harder en minder bezig met emoties. Ik heb eens een theorie gelezen dat bij een tweeling van verschillende geslachten de meiden vaak wat mannelijke trekjes hebben en andersom. Best interessant.” Ze gaat nu afstuderen, maar houdt zich intussen nog bezig met onder meer de Innovation Space, de nieuwe ‘proeftuin’ waar studenten, bedrijven, onderzoekers en start-ups hun projecten tot wasdom kunnen brengen. “Zo’n mogelijkheid ontbrak nog echt aan de universiteit. Op basis van alleen theorie kun je niet innoveren. Ik hoop dat het veel studenten inspireert.” En na haar afstuderen? “Mogelijk dat ik met een start-up op het gebied van elektrisch vervoer aan de slag ga.” Hoe dan ook - stilzitten zal Tessie Hartjes nooit.

Tessie Hartjes: “I don’t get it that students want to tick off their studies within five years” Who helped set up the Blue Jay drone team? Tessie Hartjes. Who is one of the driving forces behind the Innovation Space? Tessie Hartjes. The former chair of Eindhoven Studentenstad? Tessie Hartjes. The passionate 27-year-old student of Electrical Engineering has a résumé which other students would dream of. That is not why she does what she does, though, nor should other students do it for that reason, says the active and socially committed jane-of-all-trades. “Just show who you are.” “Students who tick off their studies within five years, that is something I really do not get for one tiny bit.” Tessie Hartjes, who has been speaking calmly until then, suddenly sits up erect in her chair and adds some volume to her voice. Full of fervor and conviction she argues why she simply cannot understand that some students ‘only’ focus on their studies. “The other day I was talking to a mother who proudly told me that her daughter had obtained her Bachelor’s degree within three years and wanted to do her Master’s program within two years. Then I start asking myself ‘what good will that do you?’.” “I do so much, because I like social involvement, I like it when I have the opportunity to bring about some change and I learn such a great deal from that.” Sitting still is just not an option. And right, maybe there are times when she is doing a bit too much, but she develops enthusiasm so easily and finds it so difficult to say no. “That is my biggest trap. I like to help and I go to great lengths to do so. At a given moment I know the way and I know who to turn to and then it’s just as quick if I take care of things myself.” She is going to graduate now, but meanwhile she is still involved with the Innovation Space among others, the new ‘testing ground’ where students, enterprises, researchers and start-ups can bring their projects to full fruition. “Such a possibility was really still lacking at the university. You cannot innovate on the basis of theory alone. I hope it’s going to inspire lots of students.” And what about after her graduation? “Perhaps I’m going to set to work on a start-up in the area of electric transport.” Whatever it is going to be – sitting still will never be an option for Tessie Hartjes.


8 | Student

11 mei 2017

Binnenkijken bij

Huize PG

In de voortuin zie je vijf van de tien bewoners: Xenia Zürn (ID), Tamara Schouten (TBK), Teun Hendriks (TN), Vincent Verberne (MWT), Maud Vorstenbosch (TBK). Plus vier van hun dertien fietsen en geen van hun vier auto’s. En de fotograaf (gespiegeld in de ruit).

Van Meursstraat 1 Hoeveel personen: 10. Allemaal TU/e’ers (geweest), tussen 19 en 29 jaar, 5 mannen, 5 vrouwen. Meest trots op: de woonkamer en als je de foto ziet, snap je waarom. Schamen zich voor: de verfkleuren die Vestide besloot te gebruiken en waar zij niet van mogen afwijken. Studentenhuis sinds: 1969. Begon als dispuut van Demos, maar dat is nu niet meer zo. Meest bijzondere bewoner: Gijs Smit vanwege het gebak dat zijn moeder voor hen bakte. Huurprijs: 250-330 euro. Interview | Norbine Schalij

Wii, Game Club, Guitar Hero, Call of Duty en de karaokeset, het ligt er allemaal. Favoriet (bij de mannen) is Fifa. Wie verliest met 5-0 moet onder de salontafel doorkruipen. Wekelijks spelen ze ook 30 Seconds en op dinsdag gaan ze graag naar de pubquiz van De Wildeman. “Dinsdag, dat is de expertdag”, aldus Teun.

Photos | Bart van Overbeeke

En hoe is het in ...?

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor een stage, een exchange semester of voor het verrichten van onderzoek. Cursorlezers kunnen op deze plek over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Hamilton |

Kia ora! Voor mijn stage ben ik afgereisd naar Hamilton, Nieuw-Zeeland. Ik doe onderzoek naar polymeer versterkt met houtvezels aan de University of Waikato. Als mechanical engineer ben ik natuurlijk geïnteresseerd in de mechanische eigenschappen van het materiaal, maar er zit nog veel meer achter het produceren van dit soort composieten. Dit maakt het een erg leuke en uitdagende opdracht waar ik al veel van geleerd heb. Toen ik in Nieuw-Zeeland aankwam, moest ik wel even wennen. Iedereen praat enorm snel. Het is Engels, maar de kiwi’s spreken bijna alles anders uit dan ik gewend was. Dat verandert niet dat de sfeer erg goed is; iedereen staat open voor een praatje en het is heel gemakkelijk om nieuwe mensen te leren kennen. Omdat ik voor integratie ben, moest ik me natuurlijk aanpassen aan de cultuur. Ik heb mijn best gedaan door te leren longboarden, van een brug te springen en het volkslied in Maori te leren. Tijdens mijn stage woon ik op de campus in Student Village. Op de campus wonen, kan ik iedereen aanraden: het is maar een paar minuten lopen naar het lab en alle maatlijden worden voor je gekookt.

Er wonen ongeveer driehonderd studenten waardoor er altijd wel wat te doen is. Er worden veel activiteiten georganiseerd: sportwedstrijden, om de paar weken een quiz en natuurlijk ook wat trips om de buitenlandse studenten het land te laten zien. Een van die trips was naar Mount Maunganui, de busrit van een paar uur was zeker de moeite waard. The Mount is een vulkaan aan het eind van een zandbank in zee, vanaf de top is het een geweldig uitzicht (zoals te zien op de foto) en na de klim is het strand een goede plek voor een verfrissende duik in zee. Mijn stage is bijna afgelopen, maar gelukkig blijf ik nog een paar weken om meer van dit prachtige land te zien. Wouter Peerbooms, student Mechanical Engineering

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Huize PG (de naam heeft een Scandinavische oorsprong volgens de bewoners. Het schijnt een afkorting te zijn van Premium Gangem - maar wat dat betekent, weet niemand) heeft heel wat stopcontacten in gebruik. Tosti-ijzer, meerdere koffiezet­ apparaten, waterkoker, brood­ rooster, wasdroger, vaatwasser, een “fatsoenlijk grote” koelkast en een onfatsoenlijke dubbele frituur.

Geel met turquoise, ofwel “Lelijk met lelijk”.

Nika Schutten (TBK) en Gijs Smit (Data Science) krijgen de credits voor de muur met de sigaar en Fidel Castro. Ieder huisfeest krijgt een van de drie woonkamermuren een make over. Huize PG is trouwens ook vaak Hotel PG, kijk hier het enorme aantal slaapplekken.

Dit rad maakte Teun met Jasper en Joep van “spul dat we vonden in de tuin”. Fietswiel, statafelblad, handvat van een Aldi-diepvriestas. De honderd kaarsrechte spijkers waren de enige investering.

Living on campus

In the student tower blocks Aurora and Luna many hundreds of students and employees are living on campus. Time to make a tour.

“Everyone here is so nice and talkative” Jenna Nikkarinen (22), second-year student of International Business and Management at Fontys University of Applied Sciences, likes living in Eindhoven. What’s more, she is considering staying on in the city after her degree program and learning Dutch. Because Eindhoven suits her perfectly. “People in Finland are withdrawn and shy. Everyone here is so nice and talkative. I love that. When I landed at Schiphol, it felt like coming home,” she explains in Luna’s spacious hall, the building on whose tenth floor she lives. It was always her dream to go abroad to study and learn to speak English well. Friends recommended this English-taught program in Eindhoven. “It is much cheaper to study here than, say, in England, and here everyone speaks good English. It is also nice that everything here is close by: my school, the city center with lots of little restaurants, cafes and bars.” It took her about six months to feel completely settled. “When I had just arrived, the hardest thing was coping with everything that was new to me; everything was strange and unfamiliar. I also found it hard to get used to the English program and the teaching methods I hadn’t come across before. So in the beginning I had to spend a great deal of time on my studies.” Although she misses her family now and then, she feels completely at home now thanks to her international group of friends. “We do a lot of things together. We have already been to Brussels and Germany, we have dinner parties and go out together in the evenings. In my leisure time I like to jog on the campus or down by Karpendonk Lake, because I love being outdoors.” She thinks every foreign student should buy a bicycle and try stroopwafels, but above all she recommends the hot sausage rolls. “Not very healthy, but delicious.” Learning the Dutch language will have to wait a while because in September Jenna is going to Lisbon for a Communication minor, and the rest of the academic year will be devoted to her internship. She expects to start a Dutch course during the last year of her degree or to learn the language through a program of self-study. “I already understand a lot, but I can’t yet say very much back. And I will need to if I stay,” she says with a laugh. Interview | Tiny Poppe Photo | Bart van Overbeeke


10 | Interview

11 mei 2017

? De Vragenbank

Patricia Veling (49) werkt als studentendecaan bij het Onderwijs en Studenten Service Centrum. Volgens haar heeft ze de vijf lastigste vragen getrokken. Na lang peinzen gaan twee kaartjes terug in de hoed, want daar weet ze echt niets op te bedenken.

Wie of wat bezorgt jou de slappe lach?

Wanneer deed je voor het laatst iets nieuws?

Aan wie zou je een vraag willen stellen en welke vraag zou dat zijn?

Wat is je meest gênante moment ooit?

Geloof je in leven na de dood?

“Ik was met mijn zoon en dochter twee dagen naar Zeeland, daar zaten we in een Airbnb huisje. We deden een heel simpel spel, ‘Koehandel’, waarbij je eerst dieren moet kopen en daarna verhandelen. Degene die het meeste geld verdient, is de winnaar. Ik was echt heel slecht, dus ik verloor, en de kinderen zeiden: Je bent echt de slechtste zakenvrouw die ik ooit heb gezien, je snapt er echt niets van! Daar kreeg ik zo de slappe lach van.”

“Dat was vorig jaar zomer, toen heb ik in een klein vliegtuigje boven Eindhoven en Waalre gevlogen met mijn bestuursgenoot van de tennisclub. Het was echt supergaaf, want in zo’n klein vliegtuigje heb je een heel mooi uitzicht, je ziet alles veel duidelijker. Toen we boven de tennisclub in Waalre vlogen, waar op dat moment het open toernooi bezig was, maakte de piloot ineens een duikvlucht. De tennissers schrokken zich rot. Toen we gingen landen op Eindhoven Airport maakte de piloot een doorstart, dat was net een kermis­attractie, ineens vlogen we recht omhoog. Met als gevolg twee gillende vrouwen in een vliegtuig.”

“Ik zou wel eens aan Jamie Fraser (een personage uit de serie Outlander, red.) willen vragen of hij een Schots beschuitje met me wil eten, omdat het een bijzonder aantrekkelijke man is.”

“Afgelopen zomer heb ik een aantal vriendinnen bezocht in Spanje. Ik had een auto gehuurd op het vliegveld van Girona. Aangezien mijn terugvlucht heel vroeg in de ochtend ging en de autoverhuur­ bedrijven nog niet open waren, moest ik de autosleutels midden in de nacht in een deposit box doen op de parkeergarage bij het vliegveld. Ik pakte mijn handtas, creditcard en de navigatie uit de auto. Net op het moment dat ik de sleutels in de box liet glijden, bedacht ik me dat mijn koffer nog in de achterbak lag… .”

“Nee, ik geloof er niet in, maar ik zou het wel fijn vinden als ik erin kon geloven, want de dood lijkt voor mijn gevoel dan minder erg. Ik vind het wel een mooie gedachte dat je ziel ergens rondzweeft, dat je er toch nog bent, ergens in de kosmos. Dat je voor je geliefden niet dood bent, maar nog in hun gedachten en harten leeft.”

? The Hot Seat

Interview | Yongwei van Bussel Photo | Bart van Overbeeke

Patricia Veling (49) works as a student counselor at the Education and Student Service Center. To her mind, she has pulled out the five most difficult questions. After deliberating at length, she puts two cards back in the top hat. She has no idea how she would answer them.

Who or what makes you collapse with laughter?

When did you last do something new?

Who do you have a question for and what is that question?

What was your most embarrassing moment?

“I was spending two days in Zeeland with my son and daughter; we were staying in an Airbnb house. We were playing a very easy Dutch game called Koehandel. You first buy animals, then you trade them and the person who earns the most money is the winner. I was really bad, so I lost, and the children said: You are really the worst business woman we have ever seen. You don’t understand a thing about it! That made me laugh uncontrollably.”

“That was last summer, when I flew in a small aircraft over Eindhoven and Waalre with my fellow board member from the tennis club. It was so amazingly cool because you have a really great view from a little plane. When we flew over the tennis club in Waalre, where the open tournament was being played, the plane suddenly went into a dive. The tennis players had the fright of their lives. When we were about to land at Eindhoven Airport the pilot aborted the landing and suddenly, it was just like a fairground ride, we were flying straight upwards. With two screaming women in the passenger seats.”

“I would like to ask Jamie Fraser (a character in the Outlander series - ed.) if he will eat Scottish shortbread with me, because he is an extraordinarily attractive man.”

“Last summer I visited a number of female friends in Spain. I had hired a car at Gerona airport. As my return flight departed very early in the morning and the car rental companies were not yet open, I had to leave the car keys in a deposit box at the airport’s multistory car park in the middle of the night. I took my handbag, credit card and navigation system out of the car. Just as I let the keys slide into the box, I remembered that my suitcase was still in the trunk….”

Do you believe in life after death? “No, I don’t believe in it. But if I could somehow, I would find it comforting because it seems to me that it would make death less awful. What I do find an appealing thought is that your soul roams around somewhere, that you still exist, somewhere in the cosmos. That for your loved ones you are not dead, but still alive in their thoughts and hearts.”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

In iedere Cursor worden studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Hand in hand kameraden!

Tijd om uit de kast te komen: ik ben al sinds de lagere school fan van Feyenoord. Mijn ouders hadden het er aanvankelijk wat moeilijk mee, en ook mijn omgeving keek me vreemd aan. Ik kom namelijk niet uit Rotterdam of omstreken, maar ben geboren in Utrecht. Tegenwoordig beschouwen mensen om me heen het als een likeable flaw. Nu kan ik een heel verhaal ophangen waarom ik fan ben van Feyenoord: over het doorzettingsvermogen, de trouwe fans, de niet-lullen-maarpoetsen mentaliteit, of het onvolprezen You’ll Never Walk Alone schallend uit tienduizenden kelen in Stadion de Kuip. Allemaal geweldig,

maar niet de reden dat ik fan ben geworden. Ik keek vroeger nauwelijks voetbal, maar verzamelde als negenjarige jongen wel voetbalplaatjes. In mijn Figurini Panini-album keken de Feyenoordspelers uit die tijd gewoon net wat vriendelijker in de camera. Kwetsbaarder. Meer lach, minder bravoure. Dat sprak me aan, want ik was vroeger ook niet zo’n rouwdouwer. Achteraf bezien is een keuze voor Feyenoord vanwege zijn kwetsbaarheid wel interessant te noemen. Wanneer je wel eens rondloopt in de buurt van ‘de harde kern’ bekruipt je toch het sterke vermoeden dat niet iedereen

elke ochtend braaf zijn voor­ geschreven tabletjes inneemt.

Kwetsbaarheid wordt faalangst en de twijfel slaat toe Het spel van Feyenoord, uit tegen Excelsior afgelopen zondag, was in ieder geval kwetsbaar te noemen. Feyenoord bakte er helemaal niets van en werd met 3-0 van de kunstgrasmat geveegd. Studenten die in dit kwartiel het vak Sport

Motivation and Sport Performance volgen, weten waarom. Feyenoord is, voor het eerst sinds achttien jaar, dicht bij het landskampioenschap. De meeste spelers van dit Feyenoord hebben zoiets nog nooit van dichtbij meegemaakt, en dan gaat de druk de jonge spelers onherroepelijk parten spelen. Choking wordt dat genoemd - doordat er zoveel op het spel staat, gaan sporters soms te veel nadenken over wat eigenlijk vrijwel geautomatiseerd gedrag zou moeten zijn. Kwetsbaarheid wordt faalangst. Het zweet breekt uit en de twijfel slaat toe. Het komt ook regelmatig voor buiten de sport - eigenlijk overal waar je onder druk moet presteren - bij het geven van

een publieke presentatie, het maken van een tentamen, of het verdedigen van een proefschrift. Zondag is het erop of eronder. Kwetsbaarheid zal weer worden verborgen onder een schild van bravoure en zelfvertrouwen. Hand in hand kameraden! Laten we hopen dat ze na de wedstrijd weer lachend op de foto staan.

Wijnand IJsselsteijn | Hoogleraar Cognition and Affect in HumanTechnology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

Brain matters

Hand in hand kameraden! The time for a confession has come: ever since primary school I’ve been a fan of Feyenoord. Initially it was a bit awkward for my parents, and my environment also looked at me slightly flummoxed. After all, I’m not from Rotterdam or the surrounding area, but was born in Utrecht. Nowadays people around me regard it as a likeable flaw. Of course I could tell some involved tale to explain why I’m a Feyenoord fan: about their perseverance, the loyal fans, the cut-the-crap-andget-down-to-work attitude, or tens of thousands of voices blaring out

the unsurpassed You’ll Never Walk Alone in de Kuip Stadium. All of that may be fantastic, but it’s not why I became a fan. I used to watch hardly any football as a kid, but when I was nine years old I did collect football pictures. In my Figurini Panini album the Feyenoord players from those days simply had a friendlier expression on their faces in the photo. More vulnerable. More of a smile, less bravado. That appealed to me, for I didn’t used to be such a yobbo either at that time. In retrospect, the preference for Feyenoord because of its vulnerability can be

said to be interesting. When you occasionally mingle with ‘the hard core’ you do tend to suspect that not all of them follow doctor’s orders to take their pills every morning. The way Feyenoord played, during the away game versus Excelsior last Sunday, could be called vulnerable at any rate. Feyenoord made a complete mess of it and was swept off the artificial grass pitch 3-0. Students who in this quartile follow the course of Sport Motivation and Sport Performance know why. For the first time in eighteen years,

Feyenoord is close to winning the national championship. Most players on today’s Feyenoord team have never experienced something like that yet, and in such a case the pressure on young players inevitably starts churning up. Choking this is called - because there is so much at stake, sportsmen sometimes begin to wonder too much about what should actually be virtually reflex behavior. Vulnerability turns into fear of failure. They break out in a sweat and doubt creeps in. This occurs quite regularly in other areas than sports also - in fact wherever people have to perform under pressure -

when making a public presentation, when sitting an exam, or when defending a PhD thesis. Next Sunday it will be all or nothing. Vulnerability will be shrouded again under a shield of bravado and self-confidence. Hand in hand kameraden! Let us hope that they all have smiles on their faces again in the photo after the match.

Wijnand IJsselsteijn | Professor of Cognition and Affect in HumanTechnology Interaction


12 | Focus

11 mei 2017

Text | Yongwei van Bussel Photos | Bart van Overbeeke Komen TU/e-studenten rond van hun inkomsten of staan ze wel eens rood? Zijn ze bewust bezig met wat ze waaraan uitgeven? Een kijkje in het uitgavengedrag van TU/e-studenten. Can TU/e students make ends meet with their incomes or do they sometimes go into the red? Is their spending something they think carefully about? A glimpse into how TU/e students handle their money.

Een kijkje in het ‘huishou va

A glimpse into the ‘household a

Sabine Rongen

Noud Erents

Sparen voor een master in Sydney

Beleggen om ervan te leren

De Tilburgse Sabine Rongen (21), eerstejaars student Biomedische Technologie, woont thuis bij haar ouders. Een bewuste keuze, aldus Sabine. “Ik houd meer geld over, omdat ik geen vaste woonlasten heb, want ik hoef niets af te dragen aan mijn ouders. Wel betaal ik soms de boodschappen.” Het collegegeld betaalt ze zelf, net als de studieboeken en ander studie­ materiaal. Al het geld wat ze maandelijks netto overhoudt, zet ze opzij om te sparen voor haar masteropleiding, die ze heel graag in Sydney wil volgen. Sabine heeft een dubbele nationaliteit; haar moeder is Australische. Het voordeel daarvan is dat het voor haar veel goedkoper is om te studeren in Australië; je betaalt een lager tarief aan collegegeld. En ze spaart om opnieuw een grote reis te gaan maken.

Noud Erents (22) zit in het eerste jaar van de masteropleiding Operations Management & Logistics. Naast zijn studie is hij voorzitter van de studentenbeleggersvereniging B&R Beurs Eindhoven Investment Society, die hij vorig jaar samen met tien andere TU/e-studenten heeft opgericht.

Naast haar studie heeft ze een bijbaantje op landgoed Bosch en Duin in de Loonse en Drunense Duinen. Sabine: “Het is heel gezellig werk, ik verzorg feesten en partijen, waaronder bruiloften, en ik bedien gasten in het restaurant en op het terras.” Haar werkuren liegen er niet om: in de weekenden werkt ze ongeveer 24 uur en af en toe werkt ze doordeweeks een dagje extra . In de zomer werkt ze er vijf dagen in de week en kunnen de uurtjes oplopen tot 75 uur. Ze is in haar dagelijks leven niet bewust bezig met wat ze uitgeeft of wat er aan inkomsten binnenkomt. “Ik houd het in zoverre bij dat ik mijn rekeningen betaal. Als ik aan het reizen ben, ben ik iets meer met geld bezig. Ik smijt niet met geld, maar ik neem wel deel aan georganiseerde tours. Ik probeer op overnachtingen te besparen door te kiezen voor goedkopere hostels.” Een tip die ze aan de lezers wil meegeven: “Zoek een goede balans tussen werken en geld uitgeven. Als je werkt, heb je minder tijd om geld uit te geven.”

Noud is van mening dat geld in ieders leven een belangrijke rol speelt; zonder geld kun je bijna niets kopen. “Zolang ik een buffer aan liquide middelen heb om onverwachte kosten op te vangen, ben ik tevreden. Als ik geld overhoud, geef ik het liever uit zodat ik er plezier van heb, anders heeft het geen toegevoegde waarde.” Of hij investeert het in beleggingen, zodat hij ervan leert en er later profijt van heeft. Vanuit deze gedachte is zijn interesse voor beleggen ontstaan. Als het geld groeit, is dat een leuke bijkomstigheid, maar hij is er niet op uit om zijn vermogen te laten groeien. In die zin speelt geld geen heel grote rol in zijn studentenleven. Hij denkt wel goed na of hij iets koopt, op spontane uitgaven kun je hem - bijna - niet betrappen. Een tip die hij meegeeft aan studenten: “Leen maximaal bij DUO, want de rente van die lening is momenteel lager dan de rente die je ontvangt bij de meeste spaarrekeningen.”

INKOMSTEN PER MAAND

UITGAVEN PER MAAND

Maximale lening via DUO

Zorgverzekering (basis- en aanvullend)

Bijbaan Zorgtoeslag

e 1.024,- e 800,- e 90,-

e 130,-

Auto (benzine, verzekering, wegenbelasting)

e 60,-

Telefoonabonnement

e 15,-

Daarnaast heeft hij momenteel geen bijbaantje. “De werkdruk per kwartiel verschilt heel erg en met het bestuur erbij is dit lastig om in te plannen”, aldus Noud. “Daarnaast ga ik graag af en toe in het weekend naar mijn ouders in Kerkrade. Een bijbaantje in Eindhoven of in Kerkrade is dan wat lastig te combineren.” Zijn ouders betalen zijn collegegeld en zijn zorgverzekering, de overige kosten betaalt hij zelf.

INKOMSTEN PER MAAND

UITGAVEN PER MAAND

Maximale lening via DUO € e 1.024,-

Huur studentenkamer (incl gas/water/licht) €

e 200,-

Levensonderhoud (boodschappen, kleding, schoenen) €

e 200,-

Zorgtoeslag €

nts e r E Noud

Hobby’s (voetbal, dansen) circa e 50,Uit eten/ drinken

gen n o R e Sabin

Levensonderhoud (kleding en schoenen, af en toe boodschappen) e 1.914,-

e 80,-

e 150,-

Telefoonabonnement €

e 10,-

Uit eten/ drinken €

e 75,-

e 50,e 455,-

e 1.104,-

e 485,-


Focus | 13

See for news www.cursor.tue.nl/en

udboekje’ an TU/e-studenten

TU/e Finance Week Wil je aan den lijve ervaren hoe het is om op beleggingsmarkten te verhandelen? Pik dan op de laatste dag van de TU/e Finance Week (8 tot 11 mei) nog de ‘Investment Game by B&R Beurs’ mee. Of ga naar de lezing ‘Banks and bonuses: A difficult marriage’ waarin dr. Kilian Wawoe uitlegt waarom bonussen worden gebruikt in de financiële wereld en hoe dat verband houdt met de crisis in het bankwezen.

accounts’ of TU/e students

financeweek.tue.nl

Nakul Shetty

Mirjam van Laarhoven

“Keep a record of what you spend your money on”

Meer geld, maar minder tijd om het uit te geven

Nakul Shetty (26) is in the second year of the Master’s program in Automotive Technology. He is working on his thesis project at Industrial Design. His topic is ways to avoid motion sickness in autonomous vehicles. After completing his Bachelor’s, he worked for three years before coming to the Netherlands for his Master’s. He chose to work first because he was not sure whether he wanted to continue studying. “Of course money is important; money is a necessity to buy things or go on vacation or eat out,” says Nakul. When he buys luxury goods, like loudspeakers, or goes on vacation, he thinks carefully about the step. Where food is concerned, he just buys it. To keep track, he keeps a record of his expenditure in an Excel sheet. His best purchase in the Netherlands? Undoubtedly his motorbike, because he is a passionate motorcyclist; he also rode back in India. He normally spends less than he receives in income, but unforeseen circumstances sometimes arise. “Last February I lost my wallet including my ID card, money and bank cards. Buying a new ID card cost me 250 euros.” Nakul does not have a job because it is difficult for an international student to find work. “You need a work permit and you can’t work more than ten hours a week. In addition, for most jobs you have to speak Dutch.” His tip for students: “Keep a record of what you spend your money on, but now and then do something fun. Set priorities for your expenditure. If, for example, you bring your own lunch with you, then you are saving money, so you can go out to eat sometime!”

Mirjam van Laarhoven (29) werkt bij Philips als productontwikkelaar op het gebied van sustainability. Tot voor kort werkte ze ook één dag in de week bij Fontys Hogescholen waar ze les gaf bij de opleiding Mechatronica. Ze is afgestudeerd bij Werktuigbouwkunde én ze heeft de lerarenopleiding tot leraar natuurkunde aan de ESoE afgerond. Samen met TU/e-alumnus Martijn Jansen (Industrial Design) ontwikkelde ze in 2015 de betaalapp JARS, een ‘online potje met écht geld’ waarmee je op een gemakkelijke manier kleine bedragen kunt uitwisselen met bekenden. Mirjam: “Helaas is JARS al een tijdje niet meer in de lucht omdat het erg moeilijk bleek hiermee door te breken nu er meerdere ‘competitors’ op de markt zijn. Daarnaast hadden we allemaal een baan naast het werken aan JARS.” Wat ze opmerkelijk vindt, is dat als je eenmaal gaat werken, je een ‘bak’ geld krijgt, terwijl je er tijdens je studie even hard voor werkt. Als student lette ze er wel op waar ze wat aan uitgaf. “Ik was en ben nog steeds een koopjesjager. Het is jammer dat ik in mijn studententijd relatief veel tijd had om iets te kopen, maar minder te besteden had. Nu ik werk, heb ik veel meer te besteden, maar veel minder tijd.” Vergeleken met haar studententijd denkt ze minder bewust na waar ze het geld aan uitgeeft. Dat komt volgens haar omdat je minder hoeft af te wegen. Ter vergelijking: voorheen kocht ze alleen gewoon bier, nu koopt ze vaker speciaal bier. “Mijn verse spullen koop ik op de markt, zoals groente en fruit. En ik kom met vier broden terug van de bakker, die vries ik thuis in. Houdbare producten laat ik bezorgen door de Albert Heijn” Mirjams tip aan studenten: “Leen alleen als je het echt nodig hebt. Het duurt erg lang om het af te betalen. En schrijf je in bij woningcorporaties zelfs nu je nog studeert, het is gratis en je bouwt er wachttijd mee op.”

INCOME PER MONTH

EXPENDITURE PER MONTH

INKOMSTEN PER MAAND

UITGAVEN PER MAAND

Contribution from his parents towards his studio rent and daily expenses € e 800,-

Studio rent (inc. gas/electricity / water/light) €

Salaris bij Philips (startsalaris, netto) €

Huur woning (incl. gas/water/licht/ tv) €

e 800,-

e 650,-

Housing benefit €

Life’s necessities (groceries, clothes, shoes, eating out, drinks) €

Levensonderhoud (boodschappen, kleding, schoenen) €

e 100,-

e 350,-

e 250,-

Internet €

hetty S l u Nak

Fuel for motorbike €

e 5,e 20,-

m Mirja e 1.050,-

e 1.025,-

e 2.000,-

oven h r a a van L e 2.000,-

Auto (incl. verzekering, wegenbelasting en benzine) € e 100,Vakanties & uit eten, uitgaan € e 350,-

e 1.350,-


14 | Uitgelicht

11 mei 2017

De do’s en don’ts

van digitale post

E-mail is waarschijnlijk het belangrijkste communicatiemiddel op de TU/e. De vraag is echter of we het wel op de juiste manier gebruiken. Hoe gaan we om met de vollopende mailboxen? Zijn veel van de e-mails die we sturen en ontvangen niet overbodig? Wie zetten we in de cc? En slaan we de juiste toon aan? Tijd om even stil te staan bij de etiquette van e-mailgebruik; van de correcte aanhef en bedankmails tot cc-cultuur.

Tekst | Tom Jeltes en Norbine Schalij Illustratie | Marc Weikamp Foto’s | Norbine Schalij


Uitgelicht | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

W

ijnand IJsselsteijn, hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction, schreef onlangs een column in Cursor waarin hij ervoor pleitte bewuster om te gaan met e-mail, om te voorkomen dat het een te groot deel van je kostbare tijd opslokt. Hij schreef letterlijk: ‘De tsunami aan e-mail begint bij al diegenen die op de ‘send’-knop drukken, mijzelf incluis. Een goede beslisregel of je een e-mail zou moeten sturen, is of je dat bericht ook zou sturen als je enkel de ouderwetse slakkenpost mag gebruiken. Dus voor iedere geadresseerde apart een briefje schrijven, envelopje zoeken, postzegel erop, enzovoort. Zo ja, dan prima. Zo nee, dan niet doen. En pretty-please-with-sugaron-top: eerst tot tien tellen alvorens je die duivelse ‘reply-to-all’-knop indrukt’. Het zal niet verbazen: IJsselsteijn krijgt zelf ook meer mail dan hem lief is. “Ik merk dat het de laatste tijd echt te veel wordt, en dat ik daardoor dingen ga missen. Het gevolg is dat ik ofwel direct reageer, of helemaal niet meer, omdat de mail al in razend tempo is weggezakt in de berg berichten. Soms maak ik in het weekend tijd voor e-mail, maar je hebt toch echt ook vrije tijd nodig.”

“Mijn mailtjes zakken in razend tempo weg in de berg berichten” De hoogleraar praat regelmatig over dit probleem met collega’s - onder meer naar aanleiding van de bewuste column. “Het levert mensen een rare mix van schuldgevoel en stress op”, zegt hij. “Het is lastig om daarmee om te gaan. Veel collega’s hebben uit nood een olifantshuid gekweekt. Die zijn gewoon gestopt zich zorgen te maken over achter­ stallige mails, zeggen ze. Dat is eigenlijk de reactie die ik nog het meest hoor.” Het is een vorm van zelfbescherming, denkt hij. “Anders gaat het te veel knagen, en loop je bijvoorbeeld risico op een burn-out.” Andere collega’s gaan op hun eigen manier om met de overvloed aan binnenstromende e-mails. “Die zeggen dat ze lange mails sowieso niet meer lezen en meteen weggooien. Of ze reageren wel altijd, maar dan heel kort. Maarten Steinbuch (hoogleraar bij Werktuig-

bouwkunde, staat bekend om zijn grote netwerk, red.) is zo iemand. Hij antwoordt eigenlijk altijd, en ook snel, maar wel met slechts een paar woorden, zonder opsmuk zoals aanhef of groet.” Zelf kan hij dat niet, vertelt IJsselsteijn. “Ik schrijf nog ouderwetse verhalende mails met een kop en een staart. Eigenlijk zonde van de tijd, maar ik kan niet anders. Op dat punt moet ik nog wat overwinnen, denk ik. Ik werk ook mijn inbox niet bij op mijn smartphone, zoals sommige collega’s doen tijdens lezingen en vergaderingen. Ik merk dat ik het lastig vind om mijn aandacht te verdelen - als ik ergens ben, dan wil ik er ook echt helemaal zijn.” Kenniswerkers besteden gemiddeld een kwart van hun tijd aan e-mailen, zo blijkt volgens IJsselsteijn uit onderzoek, en ambtenaren maar liefst de helft. Zo’n beetje het volledige personeelsbestand van de TU/e zou je met enig fatsoen in een van beide categorieën kunnen onderbrengen: genoeg reden dus om dit probleem ook hier serieus te nemen.

“Begin de dag nooit met je e-mail” Dat wordt dan ook gedaan. Dienst Personeel en Organisatie biedt bijvoorbeeld een cursus aan waarin de deelnemers wordt geleerd slimmer te werken, met een focus op efficiënter omgaan met e-mail. De titel: ‘werken in plaats van e-mailen’ spreekt wat dat betreft boekdelen. Cursusleider is Bouke van Kleef, directeur van het Tilburgse trainings- en adviesbureau AVK. Hij benadrukt allereerst dat het geen goed idee is om te e-mailen tussen je andere werkzaamheden door. “Mensen die multitasken doen langer over hun taken, maken meer fouten en onthouden dingen slechter. We hebben in de training een oefening die laat zien dat multitasken niet werkt. Het eerste wat je dan ook moet doen, is de meldingen van Outlook en de pingeltjes van je smartphone uitzetten.” Ook is het belangrijk om geen zaken die haast hebben via de mail te regelen. “Bij ons gaan we uit van een reactietermijn van 48 uur op werkdagen”, zegt Van Kleef. “Alles wat sneller moet, doe je niet via e-mail, maar telefonisch.” Dat geeft je de rust om slechts een paar momenten per dag je inbox te openen.

Wijnand IJsselsteijn

“Maar begin je dag er nooit mee. Je mailbox beschouwen als takenlijst is een van de grootste fouten die je kunt maken, want dan bepalen andere mensen wat je die dag doet.”

Cc’en is afschuiven van verantwoordelijkheid Daarnaast is het, zoals IJsselsteijn in zijn column al stelde, zaak om het probleem van de overvloed aan e-mails bij de bron aan te pakken. “Je moet het aantal mensen in de cc tot het absolute minimum beperken”, zegt

Van Kleef. “Veel organisaties zijn daar niet bewust genoeg mee bezig. Het gevolg is dat met name de mensen die wat hoger in de boom zitten, overstelpt worden met mails waarin zij in cc zijn toegevoegd.” Deze cc-cultuur kan worden gezien als een vorm van afschuiven van verantwoordelijkheid: als mijn leidinggevende er van weet, dan is die medeverantwoordelijk als er iets fout gaat. Anderzijds kan de cc juist een manier zijn om iets over de schutting te gooien naar een collega of ondergeschikte. Hoe dien je dan te reageren op een mail waarin je in de cc bent toegevoegd? “De onuitgesproken basisregel is: wanneer je in cc staat, moet je wel lezen, maar hoef je niet te handelen”,

Links Luke Fleuren (2dejaars BMT), rechts Liza Boormans (2dejaars MWT)

Stop met die reminders voor vak-evaluaties “Ik probeer altijd heel netjes te mailen naar docenten. Uit beleefdheid maak ik mooie lange mails met aanhef en afsluiting. Ik gebruik ‘Beste meneer/mevrouw en achternaam. Ik vind ‘geachte’ te chic. Ik schrijf ook: ‘alvast bedankt voor uw antwoord’ of ‘graag hoor ik van u’. En dan is het grappig dat ik vaak heel kort antwoord krijg, zonder aanhef, maar wel met eronder ‘verzonden vanaf iPad’ of iets dergelijks. Ik snap het wel, want docenten hebben het druk”, zegt Liza Boormans (tweedejaars MWT). “Een keer heb ik slechts twee letters en een punt teruggekregen: ‘ok.’ Nou ja, het is beter dan niks.” Haar vriendin Luke Fleuren (tweedejaars BMT) vertelt dat ze maximaal een keer per tentamenweek een vraag stelt aan een docent. “Dat is dan een heel gerichte vraag over iets specifieks. Als we iets algemeens niet snappen dan lossen we dat met medestudenten op.” Dat ze de vragen niet stellen na afloop van een college komt omdat de vragen juist tijdens collegevrije weken opborrelen. Luke en Liza ergeren zich enorm aan de reminders voor vak-evaluaties. “Elk vak mailt enquêtes en daar komen vaak wel drie reminders bij. Eén keer is genoeg!”


16 | Uitgelicht

zegt Van Kleef. “De cc is dus alleen voor de mensen die de inhoud van de mail moeten kennen, maar er niets mee hoeven te doen.” Mensen in cc moeten bovendien weten waarom ze erin staan, benadrukt Van Kleef. “Het doel van het bericht is sowieso vaak onduidelijk. Vaak sturen mensen heel lange berichten, maar denk je aan het eind: wat moet ik nu eigenlijk? Ook dat is een grote frustratie. Je moet veel doelbewuster de mail opstellen. Realiseer je dat mensen vaak alleen de eerste alinea echt met aandacht lezen. Daarin moet dus ook de voornaamste boodschap zitten.”

Kijk eens kritisch naar beleefdheidsmailtjes Als het gaat om het totale volume aan e-mailverkeer terug te brengen, is het ook zaak om kritisch naar beleefdheidsmailtjes te kijken. Schrijf je een bedankje aan de rector als hij heeft geantwoord op een vraag via e-mail? Of is het juist niet kies om zo’n drukbezet man lastig te vallen met een feitelijk inhoudsloze mail? “Alleen het

11 mei 2017

woordje bedankt terugmailen, zou ik niet doen”, vindt Van Kleef. “De inhoudsloze mail is namelijk een van de grootste frustraties die we bij onze klanten tegenkomen.” Bovendien lokt een bedankje vaak een ‘graag gedaan’ uit, en dat is wéér een inhoudsloos bericht. Van Kleef: “Mijn stelregel zou zijn: als je regelmatig samenwerkt, dan doe je niet aan dit soort bedankjes via de e-mail. Weinig organisaties maken dat expliciet, maar ik vind dat ze dat eigenlijk wel zouden moeten doen. Je kunt beter iemand letterlijk een schouder­ klopje geven als je hem of haar tegenkomt. Daar staat tegenover dat een bedankmailtje wel iets kan toevoegen als je iemand nog niet echt kent: het kan positief bijdragen aan een beginnende werkrelatie.” Precies voor dit soort keuzes hebben Van Kleef en zijn collega’s van AVK een e-mail etiquettespel gemaakt, dat organisaties kan helpen om tot duidelijke afspraken te komen over onder meer cc-cultuur en beleefdheidsmailtjes. “Er zijn natuurlijk ook dingen, met name groepsprocessen, waarvoor e-mail eigenlijk niet geschikt is. Gelukkig is e-mail in deze tijd technisch feitelijk overbodig.” Hij noemt de functie Teams binnen Microsoft Office 365, een soort geavanceerd chatplatform.

Links Joeri Roelofs, rechts Rens Slenders (beide premaster Werktuigbouwkunde)

Aankloppen werkt beter Schakelstudenten Werktuigbouwkunde Joeri Roelofs en Rens Slenders sturen nauwelijks mailtjes naar docenten. “Langslopen bij onze studieadviseur werkt sneller”, zegt Rens. Al wel tien maal heeft hij aangeklopt en altijd kreeg hij óf antwoord op zijn vraag, óf hulp bij het oplossen van zijn probleem. Slechts tweemaal stuurde hij een mail naar docenten. Een keer kreeg hij wel antwoord, een keer niet. Het waren administratieve mededelingen. “We moesten ons inschrijven voor een vak omdat we nog niet in Canvas konden.” Die mailtjes maakt Rens met aanhef ‘Beste <meneer/mevrouw> <achternaam>’. Als het formeel is, kan het niet fout zijn, denkt hij. Dat denkt Joeri ook, maar die herinnert zich lachend: “Ik kreeg hoi en groeten terug”. Aan bedankmail doen deze Werktuigbouwkundigen in spe niet. Rens: “Ik denk dat het voor een docent niet uitmaakt of hij een bedankje krijgt.”

“Dat is veel handiger voor projectwerk dan e-mail.” Vooruitlopend op de introductie van deze functionaliteit aan de TU/e, wordt door sommige teams overigens al gewerkt met gratis varianten, zoals Slack.

Leidinggevenden: toon zelf ook respect voor rust en herstel IJsselsteijn sloot zijn column in Cursor af met een “verzoek aan alle managers, van rector tot decaan, van groepsleider tot diensthoofd: stuur geen e-mails naar medewerkers in het weekend. Of ’s avonds laat. Geef het goede

voorbeeld en laat zien dat je respect hebt voor rust en herstel. Daar slaap je zelf ook beter van.” Van Kleef gaat in zijn advies nog een stap verder: “Bij ons is de afspraak dat een mail die na vier uur is verzonden nooit voor die dag zelf is, en dat een mail na drieën op vrijdag niet meer activerend mag zijn. Een verzoek op vrijdagmiddag betekent namelijk meestal dat je iets in het weekend nog moet doen, of dat je in ieder geval de druk voelt om dat te doen. Het is prima als je het prettig vindt om op zondagavond de week voor te bereiden, maar dat zouden werknemers echt alleen uit vrije wil moeten doen. Dat levert uiteindelijk blijere mensen op.”

Enquête over e-mail-etiquette: hoe doen we het? Een online enquête via de site van Cursor leverde zo’n honderd reacties op van Nederlandstalige TU/e’ers (waarvan de helft student, een derde ondersteunend medewerker en de rest docent). De Engels­ talige versie trok een twintigtal respondenten. Hoewel vast niet representatief voor de hele TU/e-gemeenschap (niet alleen vanwege de kleine aantallen, maar ook omdat mensen die omkomen in de mail wellicht minder tijd hebben om hierover enquêtes in te vullen), kwamen uit deze enquête toch een paar interessante dingen naar voren.

Tijd Meer dan driekwart van de ondervraagden gaf aan de hele dag door met zijn mail bezig te zijn (dat gold zelfs voor álle Engelstalige respondenten), met een zwaartepunt aan het begin van de werkdag. Dat gaat rechtstreeks in tegen het advies van expert Bouke van Kleef, die elders in dit artikel stelt dat je vaste momenten moet inplannen voor de mail, en dat het begin van de werkdag eigenlijk een slecht moment is - omdat je moet voorkomen dat je mailbox je taken voor de werkdag bepaalt. Voor dringende zaken zou je op een andere manier benaderd moeten worden.

Aantal Grofweg de helft van de respondenten geeft aan minder dan tien mailtjes per werkdag te ontvangen op de TU/e-mail; de meesten hiervan krijgen er zelfs minder dan vijf. Een kwart krijgt er echter meer dan twintig per dag, waarvan zo’n tien procent (van het totaal) er meer dan veertig ontvangt. Eén persoon gaf aan dagelijks meer dan tachtig e-mails in zijn mailbox te krijgen. En die zijn niet allemaal even waardevol, geeft men aan. Gemiddeld schat men dat de helft van de binnengekomen e-mails daadwerkelijk nuttige informatie bevat voor de ontvanger.

Toon In e-mails aan docenten lijken studenten te kiezen voor een iets formelere aanhef dan de docenten van ze verwachten. Ruim de helft van de reagerende studenten zegt te kiezen voor de formulering ‘Geachte <titel> <achternaam>’, terwijl van de docenten twee derde aangeeft het liefst te worden benaderd met ‘Beste <voornaam>’. De Engelstalige studenten zijn wat voorzichtiger: van hen geeft driekwart aan te kiezen voor ‘Dear <title> <surname>’. Verwachtingen en verlangens zullen overigens ongetwijfeld ook afhangen van de leeftijd, functie, en uitstraling van de docent.

Hoogleraar Wijnand IJsselsteijn zegt het zelf prima te vinden als studenten hem aanschrijven met ‘Beste Wijnand’ - mits hij de studenten kent. “Uiteindelijk gaat het erom of de toon van de mail respectvol is. Waar ik niet tegen kan, is een dwingende toon; dat ik per direct iets voor ze moet doen. Dan denk ik: je hebt geen idee hoe lang mijn actielijst al is op dit moment. Aan het begin van een collegereeks leg ik altijd uit dat ik veel mails krijg, en dat ze, als het belangrijk is, contact kunnen opnemen met het secretariaat om een afspraak in te laten schieten.”

Contact Bellen blijkt uit de enquête overigens allerminst populair te zijn in het contact tussen student en docent: geen van de studenten geeft aan vragen telefonisch te bespreken met een docent. Dat is waarschijnlijk maar goed ook: geen van de docenten zegt het liefst gebeld te worden met een vraag. Slechts een kwart van de docenten geeft verder aan dat ze een vraag het liefst via de mail krijgen. Het stellen van vragen tijdens of na afloop van de colleges geniet de voorkeur van meer dan de helft van de docenten. Iets minder dan de helft van de studenten vindt dat ook het fijnst; veertig procent opteert voor het sturen van een e-mail.

Ergernis Veel irritatie rond e-mail heeft te maken met de inhoud. Bijna veertig procent noemt ‘onduidelijke e-mails’ als grootste ergernis, gevolgd door ‘spam’, ‘onnodig in cc’, ‘onbeleefde e-mails’ en ‘inhoudsloze mails’, zoals bedankjes. Kortom: wees vooral duidelijk.


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

The do’s and don’ts of digital mail

Knowledge workers spend a quarter of their time on email on average, a survey has shown, and civil servants as much as half of it. About the entire TU/e workforce could with decent modesty be fitted into one of the two categories: ample reason, then, to take this problem seriously here as well. That is precisely what is being done. Personnel and Organization, for one, has a course on offer, in which participants are taught to work in a cleverer manner, with a focus on more efficient handling of email. In that respect the title: ‘working instead of emailing’ speaks volumes. Course leader is Bouke van Kleef, director of the Tilburg training and consultancy agency AVK. He starts by emphasizing that it is not a good idea to email in between your other activities. “People who multitask take longer to finish their tasks, make more mistakes and remember things worse. Our training includes an exercise which shows that multitasking does not work. So the first thing you need to do is switch off the Outlook messages and the pings of your smartphone.”

“Never start the day with your email” Also, it is important not to arrange matters that are urgent via email. “In our approach we use a response time of 48 hours on working days”, says Van Kleef. “Anything that needs to be done faster, should not be done via email, but by telephone.” That gives you the peace to open your inbox only a few times every day. “Never start your day that way, though. Looking upon your mailbox as a to-do list is one of the biggest mistakes you can make, for then it is other people who determine what you are going to do that day.” In addition, it is essential to tackle the problem of floods of emails at the source. “You should bring down the number of people in the cc to the bare minimum”, says Van Kleef. “Many organizations do not deal with this consciously enough. The result is that especially people higher up in the hierarchy are swamped by mails in which they have been included in the cc.” This cc culture can be regarded as a form of shifting responsibility: if my superior knows about it, then he is also responsible if anything should go wrong. On the other hand, the cc can be a way of throwing something over the wall to a colleague or a subordinate. How then should you respond to a mail in which you have been added to the cc? “The tacit basic rule is: when you are in the cc, you must read, but you don’t need to act”, Van Kleef explains. “This means that

Email is probably the most important means of communication at TU/e. Still, it remains to be seen whether we actually use it properly. How do we deal with mailboxes filling up? Aren’t many of the emails we send and receive superfluous? Who do we include in the cc? And are we adopting the right tone? Time to dwell on the etiquette of email use; from the correct salutation and ‘Thank you’ mails to the cc culture.

Besides, a ‘Thank you’ often elicits a ‘You’re welcome’, which again is an empty message. Van Kleef: “My principle would be: if you work together regularly, you don’t get involved in this kind of thanks via email. Although there are few organizations which say so explicitly, I think they actually should do so. It is better to literally pat someone on the shoulder when you meet them. Conversely, a thank you mail can actually add something if you don’t really know somebody yet: it can make a positive contribution to initial work relations.”

the cc is intended only for the people who need to be aware of the contents of the mail, but who don’t need to do anything with it.” Moreover, people included in the cc need to know why they are there, Van Kleef emphasizes. “The purpose of the message is often vague anyway. People frequently send very long messages, and when you get to the end you think: what am I really supposed to do now? That, too, is terribly frustrating. You need to draft the mail much more purposefully. Be aware that people often only read the first paragraph with full attention. So that should contain the chief message.”

Look critically at courtesy mails As far as reducing the total volume of email traffic is concerned, it is important to look critically at courtesy mails as well. Should you write a thank you to the Rector when he has responded to a question posed via email? Or is it not really proper to bother

Bouke van Kleef

such a busy person with what is actually a mail without any substance? “I wouldn’t just mail back the word ‘Thanks’”, says Van Kleef. “After all, a mail devoid of substance is one of the biggest frustrations we come across at our clients.”

Another thing to watch out for is not to cause unnecessary stress through emails, says Van Kleef. “At our agency the principle is that a mail sent after 4 p.m. is never intended for that same day, and a mail sent after 3 p.m. on a Friday afternoon cannot be one calling for action. Indeed, a request posted on Friday afternoon usually means that you still need to do something during the weekend, or that at any rate you feel the pressure to do so. It is fine if people like to prepare themselves for their working week on Sunday night, but employees should really only do so of their own free will. At the end of the day that results in people enjoying their work more.”


18 | Onderzoek

In een donkere kamer in het IPO-gebouw bevindt zich een Eindhovense woonwijk. Een Afghaans berglandschap. Een keuken waar de vlam in de pan slaat. Een diepe put. In het VirTU/e Lab van HumanTechnology Interaction worden virtuele werkelijkheden ingezet voor psychologisch onderzoek, én wordt onderzocht wat maakt dat mensen die schijnwerkelijk­ heid als echt ervaren.

11 mei 2017

In de virtuele put Interview | Tom Jeltes Photos | Bart van Overbeeke Illustration | Antal Haans

Ik sta in een kleine kamer met een bureau en een boekenkast. Een deur van hooguit anderhalve meter hoog vormt de enige uitgang. Het deurtje zwaait open. Ik laat me niet kennen en neem deze horde met opgeheven hoofd, getooid met VR-bril. Dat gaat uiteraard zonder problemen. Het is tenslotte maar een schijnwerkelijkheid; daaraan word ik voortdurend herinnerd door de zware nVisor SX111 die ik op mijn hoofd meetors. Mij krijgen ze niet klein; ik trap nergens in! De volgende ruimte bevat een vierkante put van zo te zien zo’n tien meter diep. Een virtuele jongeman met gewatteerde jas kijkt me onderzoekend aan. Er verschijnt een witte bal in zijn handen - is het een sneeuwbal? - die hij met een vlugge beweging feilloos richting mijn hoofd gooit. Voordat ik het zelf doorheb, maak ik een ontwijkende beweging. Tja, je reflexen heb je natuurlijk niet onder controle. Het kleine deukje in mijn zelfvertrouwen breidt zich echter snel uit tot een enorme krater als onderzoeker Antal Haans mij vraagt om in de put te stappen. Ik loop naar de rand en kijk in de peilloze diepte onder mij. Allemaal nep, weet ik. Naar hedendaagse begrippen niet eens erg realistisch. Toch weigeren mijn benen als ik naar voren probeer te stappen en breekt het zweet me uit. Pas na een halve minuut - en met mijn ogen recht naar voren gericht op de wand achter de put - lukt het mijn geest om het weigerachtige lichaam in beweging te krijgen. Een seconde later sta ik op de bodem naar de put. “Met deze virtuele omgeving doen we onderzoek naar wat wij presence noemen: we willen weten welke aspecten bepalen in hoeverre mensen daadwerkelijk ervaren dat ze zich in de virtuele wereld bevinden”, vertelt Haans, universitair docent bij Human-Technology Interaction. Een paar visuele wetmatigheden blijken daarbij volgens hem essentieel: zolang het beeld zich aanpast aan de bewegingen van het hoofd (gemeten met een rotatiesensor op de headset), en voorwerpen op realistische wijze groter lijken te worden als je er naartoe beweegt (op basis van positiemetingen met camera’s in alle hoeken van het lab), is het grootste deel van het effect al bereikt. Dat blijkt wel als hij me onderwerpt aan een uitgeklede versie van de hierboven beschreven virtuele omgeving: slechts wat contouren zijn zichtbaar, weergegeven door neonkleurige lijnen tegen een zwarte achtergrond. Desondanks draait ook nu mijn maag zich om als ik de rand van de put nader. Aan de wand van het VirTU/e lab hangt een soort duikerspak waar her en der dunne elektriciteitsdraadjes uit steken. Bedoeld voor full body tracking legt mijn gids uit. Zodat je bijvoorbeeld ook je eigen armen en benen kunt zien in de virtuele wereld. In mijn gewone kloffie zie ik die niet, maar dat doet

Antal Haans begeleidt een proefpersoon in de virtuele kamer. Bijschrift


Research | 19

See for news www.cursor.tue.nl/en

Onderzoek in het VirTU/e Lab

weinig af aan de manier waarop mijn lichaam reageert op wat er voor mijn ogen wordt geprojecteerd. Je kunt het gevoel van presence verder versterken door behalve visuele informatie ook 3D-geluid toe te voegen en de tastzin te prikkelen, vertelt Haans. “Maar daar doen we tot dusverre nog maar weinig mee; het blijkt namelijk technisch niet zo eenvoudig. En als het net niet goed genoeg is, dan doet het juist af aan de ervaring.”

Aan de wand hangt een soort duikerspak waar her en der dunne elektriciteitsdraadjes uit steken Een uitzondering is de volgende variant waaraan ik word onderworpen: Haans legt een plank op de zorgvuldig met schilderstape gemarkeerde vloer van het VirTU/e Lab. Met de VR-bril op blijkt de plank tot midden boven de put te steken. Doordat ik die plank nu onder mijn voeten voel terwijl ik er voorzichtig een paar stappen op zet, is mijn makkelijk

In the virtual pit In a dark room inside the IPO building we find an Eindhoven housing estate. We see an Afghan mountain landscape; a kitchen where a frying-pan bursts into flame; a deep pit. In the VirTU/e Lab of HumanTechnology Interaction, virtual realities are created for psychological research, and it is examined what it is that makes people experience this mock-reality as real.

Veel van het onderzoek in het VirTU/e Lab valt onder de noemer persuasive technology. Hierbij wordt de technologie ingezet om een bepaalde gedragsverandering te bewerkstelligen, bijvoorbeeld door mensen een ‘virtuele’ ervaring te laten ondergaan, zoals een keukenbrand. Ook wordt geëxperimenteerd met zogeheten social agents - mensachtige virtuele personages die met gebruikers communiceren. Het blijkt dat mensen deze social agents meer vertrouwen wanneer deze hun hoofdbewegingen met een kleine vertraging kopiëren. De virtuele kamer met de put.

te misleiden lichaam er al snel weer van overtuigd dat ik op een paar centimeter van de dood balanceer. Dit keer geef ik het al snel op en schuifel met verhoogde hartslag terug over de plank tot ik weer vaste grond onder de voeten heb. Behalve voor onderzoek naar de perceptie van virtuele omgevingen, wordt het VirTU/e Lab in gebouw IPO door wetenschappers en studenten van Human-Technology Interaction ook gebruikt voor experimenten die lastig zijn uit te voeren in ‘het wild’ of in een ‘normaal’ lab. Virtual reality biedt the best of both worlds, aldus Haans. “Je kunt het realisme van een natuurlijke situatie combineren met de controle die je hebt in een laboratoriumsetting.”

Wat is de invloed van de ‘virtuele’ afstand van dronepiloten tot hun doelwitten Daarnaast wordt het VirTU/e Lab veel gebruikt voor omgevingspsychologisch onderzoek. Bijvoorbeeld naar hoe je ruimtes zo kunt ontwerpen dat mensen zich er veilig en prettig voelen. Ook voor een experiment rond dynamische buitenverlichting (waarbij straatlantaarns alleen aanschakelen als er daadwerkelijk iemand in de buurt is) is een virtuele omgeving gebruikt als stap tussen een pilot op de TU/e-campus en een vervolgstudie in de Eindhovense wijk Achtse Barrier. Momenteel loopt een onderzoek naar hoe vluchtwegen in gebouwen zo kunnen worden vormgegeven dat mensen in een panieksituatie automatisch de juiste kant op vluchten. Ook de Amerikaanse dronepiloten die vanuit bases in Texas en New-Mexico de onbemande gevechtstoestellen in Irak en Afghanistan besturen, opereren in zekere zin in een virtuele werkelijkheid - hoe tastbaar de gevolgen van hun handelen ook zijn: na een werkdag eten ze gewoon bij vrouw en kinderen thuis. Het blijkt dat opvallend veel van deze militairen last hebben van posttraumatische stress. In het verleden is in het VirTU/e Lab onderzocht hoe de ‘virtuele’ afstand van dronepiloten tot hun doelwitten invloed kan hebben op hoe deze piloten hun werk ervaren.

I am in a virtual reality; I am constantly reminded of this by the heavy nVisor SX111 which I am carrying around on my head. They can’t bring me to my knees; I’m not going to fall for anything! My bravado disappears like snow under a hot sun, however, when researcher Antal Haans asks me to step into a pit. I walk up to the edge and peer down into the unfathomable depth. It takes me as long as thirty seconds before I actually dare to take a step forward. “By means of this virtual environment we are conducting research into what we call presence: we want to know which aspects determine the extent to which people actually experience being in the virtual world”, says Haans, Assistant Professor at Human-Technology Interaction. In his view, there are a few visual mechanisms that prove to be essential: as long as the image adjusts to the head movements (measured by a rotation sensor on the headset), and objects realistically seem to become bigger when you move towards them (on the basis of position measurements with cameras in all corners of the lab), the biggest part of the effect has already been achieved.

certain behavioral change, for example by making people undergo a ‘virtual’ experience, like a kitchen fire. In addition, experiments are carried out with so-called social agents - humanoid virtual characters that communicate with users. It appears that people trust these social agents more when they mimic their head movements with a small delay. The VirTU/e Lab is also used frequently for research into environmental psychology. This is done to find out how you can design rooms in such a way that people feel safe and comfortable there. For an experiment concerning dynamic outdoor lighting (in which street lights are only switched on when there is someone actually passing by), use was also made of a virtual environment as a step between a pilot on the TU/e Campus and a follow-up study in the Eindhoven Achtse Barrier estate. At present, research is being conducted into how escape routes in buildings can be designed in such a way that people will automatically flee in the right direction in a panic situation.

Research in the VirTU/e Lab

Except for research into people’s perception of virtual environments, the VirTU/e Lab in the IPO building is also used by scientists and students of Human-Technology Interaction for experiments that are difficult to carry out in ‘the wild’ or in a ‘normal’ lab. Virtual reality offers the best of both worlds, Haans explains “You can combine the realism of a natural situation with the control you have in a laboratory setting.” Persuasive technology covers a great part of the research conducted in the VirTU/e Lab. Hereby technology is deployed to bring about a

In a way, the American drone pilots at bases in Texas and New Mexico controlling pilotless combat aircraft in Iraq and Afghanistan are also operating in a virtual reality - however tangible the results of their actions may be: at the end of their working day they just enjoy dinner at home in the circle of their family. It has become clear that a remarkably high proportion of this military personnel is suffering from posttraumatic stress. In the past it was researched in the VirTU/e Lab how the ‘virtual’ distance of drone pilots from their targets can affect the way in which these pilots experience their work.


20 | Onderzoek/Research

11 mei 2017

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Waterstof uit een membraanreactor Waterstof is een veelgebruikte grondstof voor de chemische industrie, en wordt bovendien gezien als een belangrijke energiedrager voor een duurzame toekomst. De huidige productiemethoden van waterstof kosten echter veel energie, en ook het transport ervan is erg inefficiënt. De Iraanse promovendus Arash Helmi werkte daarom aan een membraanreactor waarmee lokaal op kleine schaal zeer pure waterstof kan worden gemaakt. Waterstof wordt voornamelijk gewonnen uit aardgas, overwegend via een proces dat stoomreforming wordt genoemd. Hierbij wordt onder hoge druk stoom toegevoegd aan het aardgas (voornamelijk methaan, CH4) waardoor een mengsel van water­stofgas (H2) en koolmonoxide (CO) ontstaat: syngas. In een volgende stap reageert de CO grotendeels met water tot CO2 en nog meer waterstof. Deze grootschalige waterstof­ productie kost veel energie, vertelt Arash Helmi. “Bovendien moet de waterstof nog worden gescheiden van de andere reactieproducten.” Als je waterstofgas wilt gebruiken als brandstof in een elektro­ chemische brandstofcel, bijvoorbeeld, dan mag het minder dan vijf moleculen CO op een miljoen bevatten, legt hij uit. “Anders

vergiftig je als het ware de brandstofcel.” Helmi ontwikkelde daarom met collega’s van de groep Chemical Process Intensification (faculteit Scheikundige Technologie) een zogeheten wervelbed-membraan­ reactor, waarin de reactie- en scheidingsstap worden gecombi­ neerd met behulp van een speciaal membraan - een halfdoorlatend vlies met het metaal palladium als belangrijkste ingrediënt. Daarmee slaagden ze erin om op energie­ zuinige wijze waterstof met de juiste puurheid te maken, zegt de Iraniër. “De testreactor hier in Helix heeft negenhonderd uur continu gedraaid, met een output van een kubieke meter waterstofgas per uur, bij standaarddruk en kamertempe­ ratuur. Als input gebruikten we syngas, maar deze technologie is ook geschikt om waterstof direct uit aardgas te winnen.” Het is een unieke prestatie, volgens Helmi. De concurrentie - in Tokyo en Vancouver - is er nog niet in geslaagd om dergelijke lange looptijden te realiseren, zegt hij. “Bovendien gebruiken ze in Tokyo een minder efficiënte gepakt-bedreactor en zijn ze er in Vancouver nog niet in geslaagd om een cilindrisch membraan te maken, zoals wij. Ons membraan is door de vorm bestand tegen hogere drukken

Home Stretch Hydrogen from a membrane reactor Hydrogen is used widely as a raw material in the chemical industry and is also regarded as an important energy carrier for a sustainable future. However, present-day production methods of hydrogen consume a lot of energy, and its transportation is also anything but efficient. For this reason PhD candidate Arash Helmi from Iran has been working on a membrane reactor which makes it possible to produce very pure hydrogen locally on a small scale.

Hydrogen is produced mainly from natural gas, predominantly so in a process that is called steam reforming. In this process, steam is added under high pressure to natural gas (chiefly methane, CH4) so that a mixture of hydrogen gas (H2) and carbon monoxide (CO) is generated: syngas. In the next phase the CO reacts largely with water to CO2 and even more hydrogen. This large-scale hydrogen production costs a lot of energy, says Arash Helmi. “Moreover, the hydrogen still needs to be separated from the other reaction products.” Thus, if you want to use hydrogen as fuel in an electrochemical fuel cell, it must not contain more than five molecules of CO in a million, he explains. “Otherwise you are poisoning the fuel cell, as it were.” Therefore Helmi together with colleagues from the Chemical Process Intensification group (Department of Chemical Engineering and Chemistry) developed a so-called

Arash Helmi

dan een vlak membraan, waardoor wij een hogere opbrengst kunnen bereiken.”

Met een micromembraan­ reactor zou je elektrisch kunnen rijden op biogas Op dit moment wordt bij HyGear in Arnhem een pilot-reactor gerealiseerd, die een vijf keer zo hoge opbrengst moet hebben. “Dat is voldoende voor veel toepassingen

in de chemische industrie. Fabrikanten kunnen zo’n reactor op hun eigen terrein neerzetten om zelf de waterstof te produceren die ze nodig hebben als grondstof voor hun producten.” Voor toepassing van waterstof als energiedrager, daarentegen, is juist miniaturisatie nodig. De gedachte is dat een microreactor wordt ingebouwd in de auto, waar hij ter plekke de waterstof produceert voor een brandstofcel. Op die manier kun je elektrisch rijden op bijvoorbeeld biogas. Behalve een werkende testreactor, heeft Helmi’s werk ook veel inzicht opgeleverd in de werking van wervelbed-membraanreactoren.

“We hebben samen met collega’s uit Delft zeer gedetailleerde metingen gedaan, en daarmee de eenvoudige modellen kunnen verbeteren die door de industrie worden gebruikt.” Hoewel hij zijn promotietraject als succesvol beschouwt, plaatst Helmi nog wel een kritische kanttekening. “Een membraan op basis van palladium zal nooit op grote schaal kunnen worden toegepast, daarvoor is dat materiaal te duur en te schaars. Er wordt in onze groep dan ook gewerkt aan alternatieve membranen.” Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

fluidized bed membrane reactor, in which the reaction and separation steps are combined by means of a special membrane in which the metal palladium is the main ingredient. By means of this special reactor they succeeded in making hydrogen of the right purity in an economical way, says the Iranian. “The test reactor here in Helix has been running continuously for 900 hours, producing an output of one cubic meter of hydrogen gas per hour, at a standard pressure and room temperature. We used syngas as input, but this technology is also suited for extracting hydrogen directly from natural gas.” It is a unique achievement, Helmi thinks. The competitors - in Tokyo and Vancouver - have not yet managed to realize such long running periods, he says. “Besides, in Tokyo they use a less efficient packed bed reactor and in Vancouver they have not yet succeeded in making a cylindrical membrane, like we have.

Thanks to its shape, our membrane can withstand higher pressures than a flat membrane, which enables us to attain a higher yield.”

A micromembrane reactor would allow us to drive electrically on biogas At the moment a pilot reactor is being realized at HyGear in Arnhem, which is intended to have an output five times as high. “That is enough for many applications in the chemical industry. Manufacturers can set up such reactors on their own sites so that they themselves can produce the hydrogen they need as the raw material for their products.” Conversely, for the application of

hydrogen as energy carrier, miniaturization is required. The idea is to fit a microreactor into the car, where it can produce the hydrogen for a fuel cell. In that way you can drive electrically on biogas, for example. In addition to a working test reactor, Helmi’s work has also provided profound insight into the functioning of fluidized bed membrane reactors. “Together with colleagues from Delft we have conducted highly detailed measurements, whereby we have also been able to improve the simple models that are used by the industry.” Although he considers his doctoral period as successful, Helmi does want to add a critical comment. “A membrane based on palladium will never see large-scale application, because the material is too expensive and scarce for that. This is why in our group we are working on alternative membranes.”


Onderzoek/Research | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Zwaartekrachtsubsidie bij derde poging binnengehaald

“Dit onderzoeksprogramma betekent een revolutie in de geneeskunde” Interview | Han Konings Foto | Bart van Overbeeke Hoogleraar Carlijn Bouten kon maandag 8 mei eindelijk gefeliciteerd worden met het binnenhalen van een Zwaartekrachtsubsidie van 18,8 miljoen euro voor het onderzoeksprogramma Materials-Driven Regeneration. Driemaal is scheepsrecht, want twee eerdere pogingen waren op niets uitgelopen. Wetenschappers van de TU/e, Universiteit Maastricht en uit Utrecht gaan intelligente biomaterialen ontwikkelen die het zelfherstellend vermogen van het lichaam activeren en sturen. De universiteiten zetten er daarnaast zelf in totaal zes miljoen voor opzij. Ja, het werk dat eraan vooraf is gegaan, was zeker niet gering, maar de voldoening bij de toekenning van de miljoenensubsidie is daardoor des te groter. “Ik heb uitgerekend hoeveel tijd ik erin gestoken heb: 540 uur in totaal”, vertelt Bouten. “Dat betekende veel werken tijdens de avonduren en in weekenden én in vakanties. Kinderen het zwembad in en ik nog even snel achter de laptop. Ik heb de aanvraag samen met hoogleraar Marianne Verhaar van het UMC Utrecht opgesteld en we hebben de oude opzet omgegooid en de focus veranderd. Onze flexibiliteit is namelijk ook onze grote kracht.” Het onderzoeksprogramma, dat de komende tien jaar gaat beslaan, richt zich op het herstellen van chronische aandoeningen, maar dat herstel moet dan wel door het lichaam zélf worden uitgevoerd. Daarbij moet gedacht worden aan het herstel van hart- of nierfalen of versleten tussenwervelschijven. Het aantal mensen met dit soort ziektes neemt sterk toe, vooral door de vergrijzing. Dat veroorzaakt veel menselijk leed en het leidt tot stijgende zorgkosten. Bouten: “Dit onderzoeksprogramma betekent een revolutie in de geneeskunde. Het is een relatief nieuwe tak van de wetenschap, waarbij wij de afgelopen jaren al zeer druk bezig zijn geweest die op de kaart te zetten. De groepen die eraan deelnemen, zijn zeer divers en ditmaal hebben we er twee zeer ervaren wetenschappers bij betrokken: TU/e-hoogleraar Bert Meijer van het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen (ICMS), en uit Utrecht hoogleraar

Hans Clevers, top of the bill als het gaat om celonderzoek. Zij zagen zich bij deze aanvraag als een soort lijstduwers, Marianne Verhaar en ik zijn de lijsttrekkers.”

De wetenschappers willen doorgronden hoe zich in het lichaam nieuw weefsel vormt De nieuwe materialen die de komende tien jaar ontwikkeld worden en die het lichaam gaan ondersteunen bij het herstel, moeten naadloos aansluiten op de moleculaire machinerie van cellen en zich aanpassen bij veranderingen. Hoog op het wensenlijstje van de onderzoekers staat een imitatie van de biologische extracellulaire matrix (ECM). Zo’n structuur houdt de cellen bij elkaar en stuurt de ontwikkeling ervan richting functioneel weefsel. Voor verschillende soorten weefsel zullen verschillende varianten nodig zijn van zo’n synthetische matrix. De wetenschappers willen doorgronden hoe zich in het lichaam nieuw weefsel vormt in geïmplanteerde mallen die langzaam oplossen. Ze gaan dit onderzoeken bij de groei van nieuwe hartkleppen, nieuwe bloedvaten, nieuwe nieren, nieuw bot en kraakbeen, en tussenwervelschijven, in het menselijk lichaam.

KNAW-lidmaatschap Woensdag 10 mei werd ook nog bekendgemaakt dat Carlijn Bouten lid wordt van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Haar installatie is op 8 juni. Nieuwe leden worden gekozen op basis van hun wetenschappelijke prestaties en na de ronde van dit jaar telt het genootschap zo’n 580 leden. Bouten: ”Het is natuurlijk een enorme eer voor mij om tot dit gezelschap toe te mogen treden. Het is dan weliswaar meer werk erbij, maar het biedt me ook een fantastisch nieuw platform om te kunnen discussiëren over de belangrijke issues die spelen op mijn vakgebied en het betekent een belangrijke uitbreiding van mijn netwerk.”

Bouten verwacht dat de komende tien jaar 36 promovendi aan de slag kunnen. De eerste vijf jaar zal volgens haar vooral aan kennis­ verwerving worden besteed. “Daarna gaan we ons echt focussen op de vraag hoe we het onderzoek kunnen vertalen naar toepassingen voor de patiënt en zullen we klinische studies gaan uitvoeren.” Een deel van het programma richt zich op het herstel van complexe organen en hun werking. Daarvoor is niet alleen functioneel weefsel nodig zoals hart- of nierweefsel; er zijn bijvoorbeeld ook bloedvaten nodig. Dat naar dit soort onderzoek en de uiteindelijke resultaten veel behoefte is, merkte Bouten de laatste dagen al. “Ik kreeg al veel mailtjes binnen met vragen van mensen die willen weten wanneer dit soort technieken op de markt komen.” Het onderzoekscollectief gaat proberen de genezingsprocessen te sturen bij patiënten van verschillende leeftijden en met verschillende ziekten. “Het doel is om te komen tot maatwerk; therapieën die passend zijn bij individuele patiënten en hun specifieke toestand.”

Ook ethische vragen zal men niet uit de weg gaan. “Annelien Bredenoord, hoogleraar Ethiek van de Biomedische Innovatie van het UMC Utrecht, zal zich met de maatschappelijke implicaties van ons onderzoek bezighouden”, vertelt Bouten. “Dat zijn overigens vragen die we onszelf ook al lang stellen. Waar we ons nu mee bezighouden, gaat wel verder als het inbrengen van een kunstheup. Onze materialen gaan ‘communiceren’ met het lichaam. Maar we ontwikkelen paperclip-technologie: simpele devices gebaseerd op complexe kennis, die betaalbaar moeten zijn. We verwachten dat ons werk dan veel mensen een langdurig ziekteproces zal besparen. En het bespaart de maatschappij de kosten die anders nodig waren geweest voor de langdurige zorg.” Behalve het opdoen van fundamentele wetenschappelijke kennis heeft het programma ook als doel om de volgende generatie wetenschappers op te leiden op gebied van regeneratieve geneeskunde, vertelt Bouten. “Het Nederlands onderzoek op dit terrein is uniek en wereldwijd leidend, en die positie moeten we behouden.”

Gravitation grant secured at third attempt

“This research program signifies a revolution in medicine” TU/e professor Carlijn Bouten was finally able to receive congratulations Monday May 8 for securing a Gravitation grant of 18.8 million euros for the research program Materials-Driven Regeneration. Third time lucky. Two earlier attempts came two nothing. Scientists at TU/e, Maastricht University and from Utrecht will be developing intelligent biomaterials capable of activating and directing the body’s self-healing capacity. In addition, the universities are themselves allocating a total of six million euros to the endeavor. The research program, which will span the coming ten years, will focus on the recovery from chronic diseases, but that recovery must be carried out by the body itself. Think, for example, of recovery from heart or of kidney failure, or worn intervertebral discs. The number of people with diseases of this kind is increasingly rapidly, due chiefly to the ageing population. This causes suffering for many people, and leads to rising healthcare costs.

“This research program signifies a revolution in medicine,” says Bouten. “It is a relatively new branch of science; we have been working hard in recent years to put it on the map.” The new materials that will be developed over the coming ten years and which assist the body with the healing process must mesh seamlessly with the molecular machinery of cells and be able to adapt to changes. High on the researchers’ wish list is an imitation of the biological extracellular matrix (ECM). This structure keeps the cells together and directs cell development towards functional tissue. Different types of tissue will require different versions of the synthetic matrix.


22 | Zoom in

11 mei 2017

Four ‘cuisines’ The nice thing about food is that on a single plate you can ‘play away from home’ with several ‘cuisines’ at the same time. A nice starting point for a dinner initiated by Cursor, for which four TU/e students of different nationalities each provided a side dish of their own. The dinner table discussion touches on food culture, etiquette, ready-to-eat meals and satay sauce: “The Dutch drown absolutely everything in it!” The still life on our plates is as exotic as it is colorful. An Indonesian dish of fried rice flanked by spicy Turkish meatballs (köfte) and an accompanying bowl of bright pink Lithuanian beetroot soup. The last dish goes by the wonderfully tricky name of ‘Šaltibaršciai’. The dessert (strawberries and ice cream) was made in advance for the photograph, necessitating some haste in eating the main course. Responsible for this multiculinary palette are Aggariyo Wanagiri (19), Ali Fuat Becan (24) and Emilija Lazdanaite (22), respectively. The dessert has been produced by half-Dutch, half-American Cees Gniewyk. At the first introduction to each others’ concoctions, all the senses are immediately triggered. “Wow, this will be the first time in my life I’ll eat ‘pink’,” says Aggariyo in anticipation. Sitting down to dinner with several nationa­ lities is not an everyday occurrence, say the group members. And having a co-production like this on the plate is an even rarer event. Even if they live with others, most say they eat food they prepare for themselves because timetables in a single student house just don’t tend to coincide. Nor, it turns out, is cooking the cuisine of their country a daily habit. In fact, Aggariyo has a distinct preference for Italian food while Emilija, since her arrival in Eindhoven, eats only food beyond her national culinary borders. “Lithuanian cuisine isn’t that abundant, you know!” However exotic the dishes might be, most of the ingredients come from Albert Heijn or Jumbo, say their makers. Aggariyo does, however, buy the sweet soya sauce he has used in his

rice dish at the specialist Indonesian shop in the city center. And because Ali absolutely could not manage without his köfte herb mix, he brought a stock of the stuff with him in his suitcase when he came to the Netherlands. So he is set for a good couple of months.

Simple, affordable and healthy Whatever lies on the dinner plates of the international students - and it will be much the same for Dutch students - tends to fall under one of these general headings: ‘simple to prepare’, ‘affordable’ and if at all possible ‘healthy’. Preferably it will be a combination of all three, but they are also more than satisfied with a simple pasta and an even simpler sauce. They will make up for the missed healthy platter on some other occasion. “I make a lot of vegetable, fish and rice combos,” says Cees. “Healthy yet simple.” In Eindhoven Emilija and Ali became enthusiasts for Indonesian food. “Now I always drown my köfte in the soya sauce,” explains Ali. ‘Drowning’ is something that Aggariyo sees a lot of here in the Netherlands. But then with satay sauce. “Just about everything disappears under it. While in Indonesia satay is a dish in its own right. Here satay exists mainly as a sauce. But recently I saw in the store that you also get satay soup here. I immediately told my family and friends back home.” “The nice thing about food is that on a single plate you can ‘play away from home’ with several ‘cuisines’ at the same time,” says Cees. “They don’t tend to clash.”

Naturally, the topic of table manners is raised. It suddenly becomes clear why Aggariyo was rather subdued at first. “We are always quiet in Indonesia after the meal has been served. That’s how we show respect for the person who has cooked.” Respect is precisely the thing that Emilija finds is missing in Eindhoven’s lecture rooms. “Sandwiches, apples, candy bars. Here, they are all pulled from bags and eaten during lectures without any embarrassment. I find that disrespectful towards the professor and your fellow students.” Aggariyo recalls how he saw someone use their laptop as a table to prepare their breakfast. Something else the internationals find remarkable is the microwave oven culture in the Netherlands. “If you walk into a supermarket here, the first thing facing you is a wall of precooked food, and only after that do you come to the racks of fresh vegetables,” says Cees. Aggariyo finds that strange too. “We have no microwave oven at home, so nor do we have ready-to-eat meals. In Indonesia if you want to eat quickly, you simply pick up a snack at one of the take-out bars, which you’ll find on every street corner. The only ready-to-eat food that Ali knows of in Turkey is instant soup. Powder to which you need add only water. “Oh, you mean cup-a-soup,” exclaims Cees at once. Emilija thinks this trend stems from the Dutch hankering for efficiency. “I don’t believe that the Dutch are lazy cooks. But to go so far as to say they love their cuisine...no, I wouldn’t say that either.” In Indonesia it is different, Aggariyo knows.

Ali Fuat Beca

n

yk

Cees Gniew

“Cooking and then eating is a social happening with us, one to which you invite your whole family. Whether you have an exam the next day or you have to do your bookkeeping, it makes no difference. For a dinner date you push everything aside.” So for Indonesian Aggariyo, who lives alone, it is all the more silent at the dining table in the evenings. “I do miss the company. Certainly when I’m eating. So I regularly invite my fellow students over to eat at my house.” Cees too likes to seek company at mealtimes. “The rest of my time is pretty hectic and solitary. So eating together makes a nice change.”

Homesick for food Whereas a Dutch person might down handfuls of chocolate sprinkles after a long stay abroad, these internationals get homesick for their own country’s cuisine. Emilija already knows that when she gets home she will devour Lithuanian black bread, which she hasn’t eaten in a long while. “With just butter on it,


Zoom in | 23

See for news www.cursor.tue.nl/en

on one plate nothing else. Delicious!” Aggariyo will fall on the ‘martabak’; a kind of pancake stuffed with chocolate. Ali longs for real köfte and the Turkish turkey sausage he has had to go without for so long. And Cees urgently needs to make another trip to the States to enjoy the famous sandwich known as the Philly Cheese Steak. “A calorie bomb, it has to be said. But a really tasty one.”

Recipes For food fans, the recipes of the dishes served.

Time for the dessert made by Cees. Strawberries and ice cream with curls of grated chocolate. Almost melted, but still recognizable and tasty. Or as they say in Lithuania: Gero Apetito! Interviews | San van Suchtelen Photos | Bart van Overbeeke

Turkish Köfte (meatballs) • 0.5 kg minced meat • 1 egg • 1 onion • köfte spice mix for 0.5 kg • packet of parsley

Place the minced meat in a large bowl. Add the raw egg, the finely chopped onion, a few finely chopped sprigs of parsley and an appropriate amount of spice mix. Knead the mixture by hand until all the ingredients are well mixed. Take enough of this mixture to form a ball the size of a golf ball (3 to 4 cm diameter). Roll lots of these balls between your palms and cook them in a frying pan over a low heat.

Indonesian fried rice (for 6 people) anaite Emilija Lazd

• 500 g rice • 3 shallots • 7 garlic cloves • 1 chili pepper • sweet soya sauce • a pinch of salt • a little pepper • 4 eggs • olive oil • 1 bunch of scallions

Cook the rice following the instructions on the packet. Drain the rice and let it stand in the pan for 15 minutes to dry. Make scrambled eggs by stir frying the eggs in a wok. Spoon the eggs onto a plate and in the same pan cook the finely chopped shallots, scallions and garlic cloves. To this mixture, add the scrambled eggs and the rice, and stir well. Add salt, pepper and sweet soya sauce to taste.

Lithuanian cold beetroot soup Saltibarsciai

Aggariyo W anag

iri

ional the month internat Every last Friday of at’s wh n Cosmos holds student associatio on mm Co nner in the called a potluck di ch ing to join in (Dut sh wi ne Room. Everyo gs in br ) me lco we very students are also xt eat or drink. The ne to g in th me so along . 26 ay M ll be held on potluck dinner wi

• 500 g marinated and cooked beetroots • 1 liter Turkish kefir (yoghurt) • half a cucumber • 1 bunch of scallions • 1 teaspoon dried dill • 6 eggs • 3 boiled potatoes • pinch of salt

Hard-boil the eggs. Cut the cucumber, the boiled potatoes and the beetroots into small pieces and finely chop the scallions. Mix the pieces of cucumber, beetroot, potato and scallion in a large bowl together with the kefir. Add a pinch of salt to taste. Serve the beetroot soup in small dishes and on the surface of the soup float two halves of an egg. Garnish with a sprinkling of dill.


De TU/e is een mini-universum. 729.651 vierkante meter vol weten­ schappelijke dromen, maar ook 729.651 vierkante meter vol met mensen met hun mensen-dingen. Rare dingen, dagelijkse dingen, opmerkelijke dingen, dood­normale dingen, uitzonderlijke dingen. We zien deze dingen, we lopen voorbij deze dingen, en wij, wij documenteren deze dingen. Een gevonden voorwerpje hier, een terloopse obser-­ ­vatie daar, wij spotten het, foto­gra­ feren het, becommen­ta­riëren het.

Ook iets gespot? Mail naar cursor@tue.nl

Bijzondere bijbanen

Jordi geeft kliminstructie Eigenlijk zou de kop moeten zijn: Jordi geeft kliminstructie, werkt in een pretpark, voetbalt drie keer, geeft een dj-optreden, studeert Werktuigbouwkunde, ziet zijn vriendin die in Nijmegen studeert en dat doet hij allemaal íedere week. Maar dat past niet. Jordi Peerlings (21) kent zichzelf goed en weet dat zo’n actief leven bij hem past. “Ik ben een open, sociaal, sportief, actief en enthousiast persoon.” Hallo, vergeet zelfverzekerd niet, Jordi! Het leukste aan zijn bijbaan, waar we hem voor spreken, noemt hij niet het bedrag dat hij ervoor krijgt - hij niet eens precies hoeveel hij hiermee verdient - maar de veelzijdigheid en dat hij geen opdrachten hoeft uit te voeren. Hij moet zelf maar zien waar het werk ligt in Klimbos Weert. “Ik houd van die vrijheid. Ik kan tegen stress en drukte en raak niet snel in paniek.” Gelukkig maar, want er kan van alles misgaan in zo’n klimbos. Jordi begint de instructie altijd met de veiligheidsregels. “Je mag niet naar boven met drugs of alcohol op, als je hart- of rugklachten hebt, zwanger bent of epilepsie hebt.” Eenmaal is er een groep van SSRE geweest waarvan een deel aangeschoten was. “Een collega vertelde me dat ze al slingerend aan kwamen lopen. De helft van de 25 studenten moest beneden blijven.” Daar was iedereen het wel mee eens. “Het staat in de regels. Het minst prettig vind ik dat bezoekers het míj soms kwalijk nemen dat ik ze aan de regels houd, bijvoorbeeld dat alle sieraden af moeten.” Al vijf jaar werkt Jordi bij Kinderpretland Weert. Zodra de eigenaar langs het voetbalveld aan Jordi vroeg of hij dat wilde, zei hij zijn bijbaan als afwasser in een restaurant op - veel te eentonig. “Toen bestond Klimbos Weert nog niet. Ik heb de bouw ervan meegekregen en van het begin af aan gezegd dat ik daar ook zou willen werken.” Het duurde even, maar nu is dat voor elkaar en als het aan Jordi ligt, blijft hij dit zijn hele leven doen, mits hij geen vast werk heeft dadelijk na zijn Werktuigbouwkundestudie. Of het niet genoeg is, staat hij ook nog wekelijks met een vriend achter een mengpaneel - eigen apparatuur. Het dj-duo ‘Mystery beats’ draait muziek in kroegen, clubs of grote zalen bij examenfeesten. “Het zijn wel eens lange dagen. Jammer dat werken bij het pretpark en het klimbos altijd uit hele dagen bestaat.” De mensenkennis die hij opdeed, gebruikt hij aan de universiteit bij OGO-vergaderingen. “Ik kan goed de communicatie op gang houden of brengen. Merk ook wanneer mensen elkaar verkeerd begrijpen. Ik stel verhelderende vragen als het moet en zorg dat de groep een geheel wordt. Ik ben geen verlegen jongen meer. ” Maar was je dat ooit wél, Jordi? Interview | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke

Waaro: Aurora (tijdje geleden) Wattie: garage-interieur In een week waarin werd opgeroepen geen advertenties op GeenStijl te plaatsen vanwege hun vrouwenhaathetze lijkt deze foto een anachronisme. Of is het juist in deze tijden een statement? Je ziet hier ramen van het gebouw Aurora, en terwijl het onderste raam een spiegeling (van bomen) laat zien, laat het bovenste raam mij linea recta in een willekeurige garage belanden. De bewoner heeft een groot vierkant tekenvel tegen zijn raam geplakt en daarop staan 1] een sportieve wagen, 2] drie voluptueuze naakte dames en 3] een verloren piemel. Het cliché-beeld van een garage, naast de smeerput, is toch wel een kalender met naakte dames, liefst liggend op de een of andere bolide (met in de ene hand een spons en de andere een flacon autoshampoo). Ik moest echt even twee keer kijken. Hier heb je iemand (voor het gemak nemen we aan iemand van het mannelijke geslacht) die zijn studentenkamer wel erg old school jongensachtig heeft ingericht. Hey, sinds Max Verstappen is zelfs de meest verstokte autohater een beetje om en bloot kan altijd mooi zijn. Maar om het aan de hele buitenwereld te tonen? Moet haast een statement zijn van ‘jullie kunnen me wat met jullie feminisme’ of zoiets. Maar je weet wat ze zeggen over mannen met een overmatige fascinatie voor auto’s, maar ja….. die piemel die hij getekend heeft, is best groot.

Hoe kom jij aan je geld? Misschien mag je het innen bij paps en mams, misschien schraap je het zelf bij elkaar met uren werk. Werk je in de horeca, geef je bijles, vul je vakken. Of heb je een baan die anders is dan anders? In deze serie vertellen TU/e-studenten over de bijzondere bijbanen die zij hebben.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.