Cursor 14 - jaargang / year 59

Page 1

14 01 June 2017 | year 59

@tuecursor @TUeCursor_news

Magazine of the TU/e | www.cursor.tue.nl |

tuecursor |

@tuecursor @TUeCursor_news |

cursortueindhoven

8 | Vijfduizendste promotie aan TU/e: van 1 naar 5.000 For universities, PhD candidates are the promise for the future. In the 61 years of its existence, TU/e has trained 5,000 doctors. The first non-Dutch candidate obtained his PhD here in 1991. In 2016 TU/e delivered doctors of as many as 40 different nationalities.

6

Barbecueën in blote bast

“What happens on ’t Pleintje, stays on ’t Pleintje”

14

Comfort in de couveuse

Ways to make life for premature babies more comfortable

16

Onderwijs­ organisatie TU/e op de schop

Reorganization to support lecturers and students better

22

Working in the straight-talking Netherlands

Life after TU/e


2 | Vooraf

CURTOON

1 juni 2017

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie

Judith van Gaal Tom Jeltes (wetenschap) Norbine Schalij Monique van de Ven (online)

Medewerkers Yongwei van Bussel David Ernst San van Suchtelen

Fotografie

Bart van Overbeeke

Coverbeeld

Satyaki Chaudhuri Bart van Overbeeke

Opmaak

Natasha Franc

Vertalingen

Susie Day Benjamin Ruijsenaars

Off the record

Kapers op de kust Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt. Die tegengestelde sentimenten, ooit zo mooi verwoord door Goethe, zullen dinsdag 30 mei op diverse plekken in onze universiteit gevoeld zijn. Met de toekenning van zeven Vidi-beurzen zal links en rechts op de campus Han Koning s, de champagne gevloeid hebben. Een fraaie klapper in hoofdredac teur deze wetenschapstombola. Maar later op de middag kwam de terugslag. Onze universiteitshoogleraar Wil van der Aalst, wereldtop als het gaat om datascience, is weggekaapt door de TU in Aken. De worst van vijf miljoen euro die de Humboldt Stiftung hem voor de neus hield, was eenvoudigweg te sappig en te aantrekkelijk om niet in te bijten. De aankondiging van dit vertrek komt kort na het nieuws dat Jan Fransoo, dean van de Graduate School, volgend jaar ook al richting het oosten trekt. Die gaat naar een private universiteit in Hamburg. In tijden dat het voor onze universiteit een hele toer is om goed wetenschappelijk personeel aan te trekken, zijn dit niet de berichten waar je op zit te wachten. Rector Frank Baaijens zegt elke keer trots te zijn dat onze onderzoekers uitverkoren worden voor dit soort prestigieuze aanstellingen, maar hij zal in de beslotenheid van zijn bestuurs­ kamer toch wel enige krachttermen hebben geuit. Natuurlijk mogen we de Duitse ketels niet al te veel verwijten dat ze zwart zijn. Ook de TU/e heeft in de wetenschappelijke piraterij haar sporen verdiend. Denk aan de roof van de Twentse procestechnologen en vorig jaar hengelden we nog de Nijmeegse hoogleraar Jan van Hest binnen. Een ideetje voor Baaijens: ga binnenkort eens naar de bioscoop, daar draait sinds vorige week Pirates of Caribbean 5. Misschien valt er nog iets te leren van captain Jack Sparrow.

Veel medewerkers die te maken Judith van hebben met Gaal de reorganisatie vonden het belangrijk dat er een artikel over kwam. De hele onderwijsondersteuning gaat op de schop en dat betekent dat verschillende medewerkers op een andere positie komen of dat hun functie-inhoud verandert. Weinig medewerkers wilden echter hun eigen verhaal kwijt aan Cursor. Reden; ze vonden het niet het juiste moment omdat ze nog weinig duidelijkheid hadden. Of; ze waren bang dat hun uitspraken in hun nadeel zouden werken. Kan ik ergens best in komen, maar jammer is dat wel. Daardoor staat er bijvoorbeeld niet in het artikel dat sommige medewerkers het proces niet altijd zorgvuldig vonden. Dat vertelden ze alleen off the record. Hopelijk kunnen ze wel elders hun opbouwende kritiek kwijt.

Aangesloten bij

Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad

prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres

TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk

Janssen/Pers, Gennep

Advertenties

Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

De volgende Cursor verschijnt

donderdag 22 juni

Clmn

Make mediocrity great again

It’s the final quartile of the year so I reckon some are approaching their graduation while others are getting a year closer to it. Kudos! And as is usual, a closure brings an opportunity for sincere reflection. This time, it may be a purely academic look-back for some, whereas some others may prefer a more wholesome contemplation. It’s at such times, though, that I resume wrestling with my mediocrity and wonder if others do so too. I agree with Joseph Heller’s counter-Shakespearean “Some men are born mediocre, some men achieve mediocrity and some men have mediocrity thrust upon them” and although I’m not sure where I fall, I’m quite certain of my extraordinary mediocrity. And that leads me to wonder if we are cognizant of our average nature, if we ever bask in the unexceptional glory of our ordinariness. After all, we are raised to admire greatness, of conquest, of genius and often of remarkable wealth. And while that inspires us to strive for excellence, I think the parallel quest for identity sometimes impinges on our empathy and, by extension, on our ability to

collaborate and to compromise. To me, it is rather obvious why finding common ground can sometimes be difficult when everyone is desperately trying to be uncommon. When I first stepped into the laboratory, the kick-off conversation with one of the professors included Kunal Datta , a reminder that I was there only to Sustainabl Master’s student e Energy Te chnology make small contributions to the research. That echoes these days, especially when goals seem too lofty and failures severe. It isn’t so that modest expectations don’t succeed. I think, rather, that there is enormous value in consistent mediocrity and that it pushes us to achieve more, from its least acknowledged nook on the learning curve, with some success at times. To be good at something, we must first be excellent at being average, and perhaps celebrate it; that’s probably the most important bit. And although it may take some blood and sweat to wrap this year up, it’s definitely worth the struggle if the recollection brings a smile.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TU/ecomotive met lijvige Lina niet competitief in Londen TU/ecomotive heeft in Londen niet competitief kunnen deelnemen aan de Shell Eco-marathon; zijn nieuwe duurzame stadsauto Lina was, zoals vooraf bekend, fors te zwaar. De ploeg had de auto naar eigen zeggen kunnen strippen tot het juiste gewicht, “maar dan hadden we hem waarschijnlijk permanent moeten beschadigen, terwijl hij er net in volle glorie staat”. Lina is gemaakt om straks ook daadwerkelijk de openbare weg op te gaan. Shell heeft hiervoor de Urban Concept-klasse, met een maximum gewicht van 225 kilo voor auto’s om tijdens het evenement de baan op te mogen. De Eindhovense Lina tikt echter 310 kilo aan. Lina heeft in Londen wel een aantal rondes over het parcours mogen rijden.

Prestigieuze Duitse Humboldtbeurs voor Wil van der Aalst TU/e-universiteitshoogleraar Wil van der Aalst heeft een prestigieuze Duitse Alexander von Humboldt-wetenschapsbeurs in de wacht gesleept. Hij ontvangt een bedrag van vijf miljoen euro om onderzoek te doen in Duitsland. Keerzijde van deze prijs is dat Van der Aalst de TU/e waarschijnlijk gaat verlaten. De Eindhovense universiteitshoogleraar is zeer vereerd met de prijs, maar heeft er ook gemengde gevoelens over. “De prijs is gekoppeld aan een leerstoel en de voorwaarde is dat je die positie in Duitsland ook aanneemt. Dat betekent dat ik de TU/e waarschijnlijk per 1 januari 2018 ga verlaten, maar het formele onderhandelingsproces moet nog plaatsvinden”, zegt de hoogleraar Information Systems. Een Alexander von Humboldt Professorship is bedoeld om topwetenschappers naar Duitsland te trekken. Van der Aalst is genomineerd door de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule (RWTH) in Aken.

Topflight talent, surgery and immortality best projects

NWO awards seven Vidi grants this year to TU/e recipients No fewer than seven people at TU/e will receive a Vidi grant this year from research funding body NWO, supporting their research with up to 800,000 euros. Three of them are connected with the interfaculty Institute for Complex Molecular Systems (ICMS): Patricia Dankers and Tom de Greef (both also at the Department of Biomedical Engineering) and Björn Baumeier (Mathematics and Computer Science). The other lucky recipients are Tom Oomen (Mechanical Engineering), Alex Alvarado (Electrical Engineering), Daniël Lakens (IE&IS) and Job Beckers (Applied Physics).

34 foodtrucks stonden op het culinaire festival dat van 25 t/m 28 mei voor de 4de maal op TU/ecampus neerstreek. 500 meter prikverlichting en 100 bloembakken met 300 plastic plantjes versierden het terrein. 80 biertafels, 160 banken en 70 bistrosets gaven 1.560 zitplaatsen. Al dat spul past in 6 zeecontainers. De grond (116 bij 100 m) werd gehuurd voor 1.000 euro per dag. Jaarlijks zijn er 300 evenementen op de campus, van kleine buitenborrels tot meerdaagse (sport)festivals. In april, mei, juni en september gemiddeld 10 per week. (NS)

In Eindhoven’s Klokgebouw the TU/e Academic Awards were announced for the best Master’s project, PhD thesis and design project of 2016. The winners are Ronen Kroeze (TN, MSc Thesis Award), Jaron Sanders (W&I, PhD Thesis Award) and Evangelos Stamatopoulos (Automotive Systems Design, PDEng Thesis Award). The Marina van Damme grant for women engineers goes to BMT alumna Elise Huisman, who aims to make sterile surgery available in poor countries.

Foodstock

Foodstock

34 food trucks were on site at the

culinary festival that pitched up at the TU/e campus for the 4th time May 25 through 28. 500 meters of string lights and 100 flower boxes with 300 plastic plants decorated the area. 80 beer tables, 160 benches and 70 pub table sets provided 1,560 seats. All this stuff fitted in 6 shipping containers. The ground (116 m by 100 m) was leased for 1,000 euro a day. Every year 300 events are held on campus, ranging from small outdoor drinks parties to multi-day sport and other festivals. In April, May, June and September they average 10 a week.

More news on page 5 and www.cursor.tue.nl/en

Photo | Willeke Machiels


4 | Universiteitsberichten

ALGEMEEN Bar Potential | Name contest: win free beer for a year! Next August, the new bar in ‘Luna’ will open. A new and exciting establishment right here on campus! The name however is yet to be decided on and we would like to give everyone a chance to help think of a brilliant and lasting name. In return, we offer free beer for a year! And of course, the winning name will actually be used and immortalized on the TU/e. We would like to see a name without the word ‘bar’ or any synonyms. The applications can be stored in the following Google Forum: https://goo.gl/ forms/7T1uwjTFZRhdJrgx2 (the link will also be available from our site www.barpotential.nl).

Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Afscheidsrede professor Bambang Oetomo Vrijdag 2 juni, 16:00 uur, BZ: afscheidsrede prof.dr. S. Bambang Oetomo (ID) Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel: “Ontmoetingen tussen Neonatologie en Technologie” Afscheidsrede professor Van Roermund Vrijdag 16 juni, 16.00 uur, BZ: afscheidsrede prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund (EE) Voorzitter: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel: “Integration 2.0”

En ik vind

UNIVERSITEITSBERICHTEN

Promoties Donderdag 1 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie S. Jumayev MSc (EE) Promotoren: prof.dr. E.A. Lomonova MSc en prof.dr. J. Pyrhönen Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “High-speed slotless permanent magnet machines: modeling and design frameworks” Donderdag 1 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie A.E. Coumans MSc (ST) Promotoren: prof.dr.ir. E.J.M. Hensen en prof.dr. Th. Weber Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Catalytic hydrodeoxygenation of biomass to sustainable fuels” Dinsdag 6 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie S. Li MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. F.M.J. Willems Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Sensing, communication and illumination with LED lighting systems” Dinsdag 6 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie Y. Bu MSc (ST) Promotoren: prof.dr. J.W. Niemantsverdriet en prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Voorzitter: prof.dr.ir. R. Tuinier

1 juni 2017

Titel proefschrift: “In situ UV-vis and mass spectrometry in the study of Cu model catalyst in CO-related heterogeneous catalysis” Woensdag 7 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. H.J.M. Caelers (W) Promotoren: prof.dr.ir. G.W.M. Peters en prof.dr.ir. L.E. Govaert Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Structure Tuning for Enhanced Properties in isotactic Polypropylene” Maandag 12 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. H.L. Salunkhe (W&I) Promotor: prof.dr.ir. C.H. van Berkel Voorzitter: prof.dr.ir. B. Koren Titel proefschrift: “Modeling and Buffer Analysis of Real-time Streaming Radio Applications Scheduled on Heterogeneous Multiprocessors” Dinsdag 13 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. A.J.P. Teunissen (ST) Promotor: prof.dr. E.W. Meijer Voorzitter: prof.dr.ir. E.J.M. Hensen Titel proefschrift: “Competing Interactions in Chemical Reaction Networks” Dinsdag 13 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie drs. H.R.M.A. van der Heijden (ESoE) Promotor: prof.dr. D. Beijaard Voorzitter: prof.dr. P.J. den Brok Titel proefschrift: “Teachers who make a difference An investigation into teachers as change agents in primary education”

Woensdag 14 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. M. Dorosti (W) Promotor: prof.dr. H. Nijmeijer Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Reduced-order Model Updating for Prediction of Performance Variables in Mechanical Structures” Maandag 19 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie R. Kotian PDEng (EE) Promotor: prof.dr. A. Liotta Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “Reliable Transmission Power Control for Internet of Things” Maandag 19 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie E.C.M. Kneepkens MSc (BMT) Promotor: prof.dr. H. Grüll Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “Preclinical evaluation of paramagnetic temperature sensitive liposomes for image-guided drug delivery” Dinsdag 20 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie B. Asadi Khashooei MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. W.P.M.H. Heemels Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Event-triggered Control for Linear Systems with Performance and Rate Guarantees: An Approximate Dynamic Programming Approach” Dinsdag 20 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie V. Vandalon MSc (TN) Promotoren: prof.dr.ir. W.M.M. Kessels en prof.dr.ir. M.C.M. van de Sanden Voorzitter: prof.dr. H.J.H. Clercx

Titel proefschrift: “Sum-Frequency Generation Study of the Surface Chemistry During Atomic Layer Deposition” Woensdag 21 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie G. Simsek MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. E.H. van Brummelen Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Numerical Methods for Diffuse Interface Models of Binary Flows”

STUDENT Batavierenrace | Gezocht: Nieuwe organisatie Batavierenrace Was jij erbij? Ruim 10.000 studenten genoten op 29 april van de Batavierenrace. Wil jij volgend jaar het grootste studentenevenement van Nederland organiseren? Stuur je CV en motivatiebrief voor 31 mei naar OCinteresse@batavierenrace.nl Meer info: www.batavierenrace.nl/45/ interesse/organiseer-de-bata.html

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

Val niet in hetzelfde gat als ik na je afstuderen

Bungee jumpen in een diep ravijn, dat beschrijft denk ik het beste hoe ik me voelde in de periode na mijn afstuderen. En dat terwijl de banen als voorspeld voor het grijpen lagen. Detacheerders, projectbureaus en de BAM’s van deze wereld hadden allemaal mijn droombaan in huis, zeiden ze. Het kon niet op. Ik dacht niet verder na. Ik ging niet stilstaan om te bedenken wat ík nou zelf wilde, interessant vond, als ambitie had. Ik koos gewoon uit datgene waaruit ik kon kiezen. Met als resultaat dat ik in een baan belandde die helemaal niet het beste uit mij haalde. Ja, mijn opgedane kennis kon ik er deels in kwijt en ik leerde natuurlijk heus wel wat nieuwe dingen. Maar ik kwam steeds moeilijker mijn bed uit en keek steeds vaker naar de klok in de hoop dat het al vijf uur was en ik naar huis kon gaan. Dit ís dus het werkende leven, dacht ik. Mijn vrienden zaten in vergelijkbare banen, maar we bespraken niet echt onze teleurstelling of frustratie. Tot een van onze vrienden in een burn-out belandde. 27 jaar en in een burn-out, we waren allemaal met stomheid geslagen.

Hoe kon het zover komen? Velen van ons bleken eigenlijk niet op een plek te zijn gekomen waar we van hadden gedroomd tijdens de opleiding. We hadden het onszelf niet gegund om beter te kijken naar wat we zélf wilden. Nu werk ik bij een organisatie die jonge afgestudeerden de vrijheid geeft om geleidelijker de overgang te maken van het studentenleven naar het werkende leven. Nog even doorleren, jezelf ontwikkelen in de domeinen die jij kiest. Onderdeel zijn van een groep gelijkgestemden. Op opdrachten zitten die bij je passen. En een persoonlijke coach die je begeleidt, waarmee je kunt sparren over een volgende opdracht of module die je wilt kiezen. Ik had het mijn vriend gegund. Het had hem waarschijnlijk zijn burn-out bespaard. Ik had het ons allemaal gegund. Ik gun het jullie allemaal. Val niet in hetzelfde gat als ik, als wij. Dát wil ik meegeven aan hen die in de komende maanden afstuderen en de arbeidsmarkt opkomen.

Koen van Dael, alumnus faculteit Industrial Engineering and Innovation Sciences

Je hebt nu Cursor-magazine in je handen, maar wist je dat we ook online te vinden zijn? Op www.cursor.tue.nl vind je al het nieuws rondom de TU/e. Surf ook eens naar www.facebook.com/tuecursor en volg ons op www.twitter.com/tuecursor en www.instagram.com/cursortueindhoven. Wil jij jouw feest, lezing, symposium of andere activiteit gratis onder de aandacht brengen op www.tue.nl/agenda? Mail ons dan voor inloggegevens (cursor@tue.nl).

We zien je graag online terug! www.cursor.tue.nl


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TU/e start pilot met collegegeld Sietse Wolberink braskoning van Eindhoven Sietse Wolberink van onafhankelijk dispuut betalen in tien termijnen Komend collegejaar wordt het voor iedere student aan de TU/e mogelijk om de betaling van het collegegeld uit te smeren over tien termijnen. Het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) gaat er in samenspraak met leden van de universiteitsraad een pilot voor opzetten. Dit collegejaar maken al 3.767 studenten gebruik van de mogelijkheid om het in vijf termijnen te betalen. Dat is 35 procent van alle TU/e-studenten. Eind augustus 2018 worden de voor- en nadelen van de nieuwe regeling geïnventariseerd. Op basis daarvan beslist het College van Bestuur of de pilot wordt voortgezet.

TU/e stays on top of the world for collaboration with industry TU/e is the second strongest university in the world when it comes to research collaboration with industry. This is evident from the CWTS Leiden Ranking published yesterday. TU/e also scores well in terms of most cited publications. Each year the Leiden-based CWTS draws up a list of all universities and ranks them according to different aspects, one of these being the percentage of publications in international scientific journals containing co-authors from industry. For TU/e this is 13.4 percent. There is only one university in the world that betters this: China’s Petrol University Beijing.

HenK mag zich een jaar lang ‘braskoning’ van Eindhoven noemen. In de eindstrijd van het Eerste Eindhovensche Brasgala van studievereniging Simon Stevin ondervond hij 16 mei op het Flux-veld nauwelijks tegenstand van medefinalist Mitchell Multem van Lucid, die hij binnen drie seconden tegen de vloer werkte. Naast eeuwige roem en glorie (in elk geval tot medio 2018) won de braskampioen een immens staaltje ‘werktuigbouwkunst’ in de vorm van een lemniscaat, verwijzend naar Simons lustrumthema Van Oneindelicke Cracht.

TU/e keen to introduce 12-hour timetable “The current 10-hour timetable no longer meets our needs,” says Rector Magnificus Frank Baaijens. The strong growth in student numbers necessitates the switch to a 12-hour timetable. The introduction should take place in the third quarter of the coming academic year. A number of alternative approaches to the 12-hour timetable are currently under consideration. Broadly speaking, the start and finish times of an academic day will fall between 08.30 and 19.00 hrs. Baaijens would have preferred to introduce the 12-hour timetable right at the start of the new academic year, but said that organi­zational issues made that unfeasible. “First we need to discuss this issue in several university bodies and departments and TU/e services must be given the opportunity to prepare themselves fully for this change.”

Proefdraaien voor de decentrale selectie De opleiding Technische Bedrijfskunde is verspreid over acht dagen aan het proefdraaien voor de decentrale selectie die mogelijk voor het collegejaar 2018-2019 van kracht wordt. Voor vier opleidingen heeft de TU/e dan een studentenstop aangekondigd om de onderwijskwaliteit te waarborgen. Ditmaal krijgen de scholieren nog een advies, volgend jaar worden ze op basis van hun resultaten gerangschikt en ligt de limiet op tweehonderdvijftig eerstejaars. Op de studiekeuzecheckdagen zelf maken de scholieren een case, waarbij ze gebruikmaken van vooraf toegestuurd huiswerk. Ook krijgen ze een college wiskunde, waarbij hen wordt verteld hoe belangrijk dit vak is voor hun mogelijk toekomstige studie. Met slechts een 5 of 6 voor wiskunde op je eindlijst zal het moeilijk worden, is de boodschap.

De mens achter het nieuws Michiel Hochstenbach (44) verzorgt al tien jaar serviceonderwijs wiskunde bij de opleiding Technische Bedrijfskunde. Deze week informeerde hij scholieren over het belang van dit vak voor deze opleiding. Zijn mooiste uitdaging is om daarna te proberen iedereen op hetzelfde niveau te krijgen.

Is Technische Bedrijfskunde een tweede thuis voor je geworden? “Ja, na hier tien jaar serviceonderwijs verzorgen, mag je dat wel zeggen. Misschien ken ik deze faculteit wel beter dan die van Wiskunde & Informatica. Er zitten hier leuke studenten, hoogvliegers op veel gebieden met veel ondernemerszin. Relatief veel van hen hebben al iets van een bedrijfje opgestart. Bedrijfskundestudenten zijn daar volgens mij best uniek in. Ze hebben ook veel gevoel voor humor, wat ik ook probeer te verwerken in mijn onderwijs. Zeker als je een blok van vier uur wiskunde achter elkaar hebt, is dat broodnodig. Het vierde uur wil ik iets gezelligs met ze doen, het wordt minder formeel, ze kunnen me vragen stellen en degenen die denken dat vierde uur niet nodig te hebben, mogen van mij gaan.”

Michiel Hochstenbach

“Met een zesje voor wiskunde ga je het hier heel zwaar krijgen”

Zie je jezelf bij het college wiskunde voor scholieren als een soort boeman? “Dat is wel erg sterk geformuleerd, ik beschouw mezelf meer als een instructeur. Mensen met een 7 of hoger op hun eindlijst vertel ik dat zij het op dit vlak wel zullen redden. Voor scholieren die met veel pijn en moeite net een vijf of zesje hebben gescoord, is het wel afschrikwekkend bedoeld. Dan ga je het hier heel zwaar krijgen. Het is niet onmogelijk, maar misschien is het hbo dan toch een betere keuze voor je.”

Is het vervelend om iemand die boodschap te moeten geven?

“In het verleden hebben mensen wel met tranen in hun ogen aan me gevraagd waarom het hen niet lukt. Ze wilden het graag, hadden hard gewerkt, maar het ontbrak ze soms aan het abstractieniveau dat nodig is. Ze bleven dan maar vragen om meer voorbeelden, maar daarmee viel het kwartje nog steeds niet. Soms ligt het echter aan een verkeerde manier van leren. Daar is wat aan te doen. Vroeger, toen ik nog bijles gaf, is het me gelukt om iemand op die manier van een 2 naar een 9 te krijgen. Echt waar. Dat vond ik toen heel leuk.”

Wat doe je naast het geven van serviceonderwijs? “In 2011 ontving ik een Vidi-beurs. Het onderzoek dat ik daarmee kon gaan doen, naar snelle matrixmethoden, ga ik binnenkort afronden. Sinds enige tijd ben ik zelf weer enkele talen gaan leren: Chinees, Italiaans en Hebreeuws. Het lijkt me namelijk geweldig als ik op internationale conferenties met collega’s wat kan converseren in hun eigen taal. Maar ik moet bekennen: Chinees is echt heel moeilijk.” Interview en foto | Han Konings


6 | Student

1 juni 2017

Deze achtertuin had een bijzondere buurman. Die kweekte buiten wietplanten. Eén zeer grote omgewaaide hennepplant gooide hij ooit over zijn schutting in hun ‘tuin’. “Alsjeblieft en mondje dicht”, was de boodschap. De jongens hebben de toppen geknipt en deze over vier touwen in de kelder gedroogd. Daarna hadden ze ‘Pleintje-huiswiet’.

Binnenkijken bij

’t Pleintje Hertog Hendrik van Brabantplein 2 Hoeveel personen: 8 mannen, verdeeld over 4 verdiepingen. Meest trots op: de schoonmaakster en de poster van Sylvie Meis (anderhalf bij drie meter, opgehangen in het trapgat met gevaar voor eigen leven). Schamen zich voor: hun blote basten. Want pas als de fotograaf de scene verlaat, trekken zij op deze zomerse dag hun shirts uit. “Schamen? Echt niet,” zegt Stijn Hofstraat (BMT). Studentenhuis sinds: ? Maar wel is bekend dat het vroeger een opvanghuis voor ongewenst zwangere vrouwen was. Meest bijzonder bewoner: Bertje. Dat is Robbert Bossink (3 ½ jaars BMT). Hij is bijzonder omdat hij “altijd overal bij is” en midden in de nacht eieren met chilisaus bakt voor iedereen. Ook veilige voor Tom Koks (TBK), die een eigeel-allergie heeft. Huurprijs: 240-275 euro.

Interview | Norbine Schalij

“We passen goed op elkaar”, zegt Tom. Zo houden ze op maandag geregeld interventie, “want op donderdag tot en met zondag gebeuren de meest domme dingen.” Concrete spannende voorbeelden geeft hij niet. “What happens on ’t Pleintje, stays on ’t Pleintje.” Van links naar rechts Rik, Jorn, Robbert, Stijn, Tom en Niels.

Foto’s | Satyaki Chaudhuri

En hoe is het in ...?

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor een stage, een exchange semester of voor het verrichten van onderzoek. Cursorlezers kunnen op deze plek over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Tampere | De sauna en Nokia. Drie jaar geleden waren dat voor

mij de enige twee dingen waar Finland bekend om stond. En eigenlijk ging ik er vanuit dat dat het ook wel zo’n beetje zou zijn. Daarom was ik ook verbaasd toen ik in de Volkskrant las dat Finland de meeste investeringen ontving in Europa op het gebied van innovatie. Als technische innovatiewetenschapper moest ik me dit wel aantrekken en omdat ik ervan uit ging dat iedereen Finland alleen van de sauna en Nokia kende, sprak de willekeurige originaliteit me wel aan. Het noordelijke Denemarken en Zweden spraken me al aan om de hoge welvaartstandaard eens onder de loep te nemen, maar met de originaliteitsprijs van hun oostelijke buur stond mijn eerste impulsieve keuze vast. Bovendien leerde ik later dat Finland bekend stond om een goed educatief systeem en had de TU/e een overeenkomst met de universiteit in Tampere. Wat wil je nog meer? Warmte, om eerlijk te zijn. En goedkoper bier. Dat zijn twee dingen die hier even wennen waren. Maar de kou had natuurlijk ook zijn voordelen:

Hub Coumans staat links op de foto.

het maakt het ijsbad na de 95-gradensauna een stuk effectiever en het witte landschap is rustgevend. In februari zochten we de kou nog wat hoger op in Lapland. Een ijskasteel, het huis van de Kerstman, rendier- en huskysleeën... zolang je niet te lang buiten bent, is het de kou waard. Hetzelfde geldt voor het Noorderlicht; we hadden het geluk de dansende en kleurrijke variant te mogen aanschouwen aan de heldere hemel. Qua studeren zelf merk je wel dat de Finnen vooruitstrevend zijn. Of in ieder geval flexibeler. Tentamendatums zijn overal en nergens, en voor gemiste opdrachten blijkt er altijd wel iets te verzinnen om toch je ECTS binnen te halen. Verder zijn de contacturen laag waardoor je zeeën van vrije tijd hebt. De tijd die helaas toch weer snel voorbij lijkt te vliegen door de nieuwe omgeving, cultuur en natuurlijk een geweldige groep internationals die ook het meeste uit hun vijf maanden willen halen. Hub Coumans, student Technische Innovatiewetenschappen

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


Student | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Kamer van Tom. Op de map kan hij zien waar zijn huisgenoten zitten of naartoe gaan. TU/e-studenten Mike Brom (IE&IS) en Bram Linders (IE&IS en W&I) zijn in Taiwan, Jesper Hegeman (W) is in Myanmar, Jordi Tijsse Claase (W) maakt een rondreis. Zelf gaat hij binnenkort naar Zuid- en Noord-Amerika, Rik Bogers (IE&IS) en Niels Hovens (IE&IS) gaan naar Taipei. En Bertje? “Ik ga naar de klote, vanavond, met Stijn.”

Zes mannen, één barbecue. In de boodschappentas zaten 48 stuks vlees (plus 12 bevroren hamburgers, maar die zijn als reserve bedoeld), geen groente, maar wel salade: aardappelsalade en rundvleessalade.

’t Pleintje heeft vier verdiepingen, maar geen huiskamer. Geen huiskamer = geen huisfeest, “hoewel het hier vaak wel aanvoelt als een huisfeest”, aldus Niels.

Living on campus

In the student tower blocks Aurora and Luna many hundreds of students and employees are living on campus. Time to make a tour.

“The food here really took some getting used to” The Italian Gianmarco Venditti (28) is in the first year of his PhD pathway at the Department of Applied Physics. He is a fairly recent Aurora resident, since May 1st, but it suits him well. He is delighted with the natural light and the view out over the River Dommel from his studio on the fifth floor. Gianmarco chose to do his PhD in the Netherlands because it offered some very attractive prospects. “The salary of a PhD candidate, for example, is much higher in the Netherlands than in Italy. If you take an apartment in Rome, almost half your salary disappears in rent. That makes it almost impossible to live alone.” Something he wondered about initially was how the central washers and dryers worked in Aurora. “First of all I had to put credit on my payment card via a website, only then could I use the washers. I thought that simply feeding in coins would be enough to make the machines work.” If there is one thing he could change about his studio, it would be to place the kitchen near the window. He doesn’t find it practical having the kitchen next to the door. For this Italian, Dutch food really took some getting used to. The transition was almost ‘traumatic’ for him. “In Italy we have a really good canteen on the university campus where you can get a wide range of tasty pastas and pizzas. You can get that here too, but it is different. And the Dutch eat much earlier, as early as five or six o’clock in the evening. I am used to eating not before about 10 o’clock at night.” He enjoys living on campus. “It is a pleasant campus, there is a lot of greenery and I am at work in no time.” You won’t find him doing nothing for longer than five minutes because then he starts to get bored. Even though he has been living in the Netherlands only a short while, he has already bought a brand new bicycle. “I really like the cycle paths in the Netherlands, and everything is close together so you can easily go by bike. In Italy the distances are much greater.” Interview | Yongwei van Bussel Photo | Satyaki Chaudhuri


8 | Focus

1 juni 2017

Tekst | Brigit Span Infographic | Joris Fiselier Foto’s | Bart van Overbeeke Promovendi zijn voor universiteiten de belofte voor de toekomst, een kweekvijver van talent. In de 61 jaar dat de TU/e bestaat, zijn er 5.000 doctoren opgeleid, waarvan de 5.000ste vandaag, donderdag 1 juni, zijn bul krijgt. Overigens promoveert ‘nummer 5.001’ vandaag ook. In deze mini-special cijfers rondom TU/e-promoties, en op de volgende pagina’s interviews over/met de 1ste en de 5.000ste.

Vijfduizend keer ‘Hora est’ Promotoren top 10 Welke TU/e-hoogleraren begeleidden in de loop der jaren de meeste promovendi?

85

Bert Meijer (ST)

Eindhoven de snelste

72

Rutger van Santen (ST)

61

Promovendi in Eindhoven zijn, samen met die van Tilburg University, het snelst in het afronden van hun promotie. Ze doen er gemiddeld 4,5 jaar over. Het landelijk gemiddelde ligt rond de 5 jaar.

Han Meijer (ST)

50

Piet Lemstra (ST)

Mannen

17,3%

Maarten Steinbuch (W)

52

Verhouding mannelijke/ vrouwelijke promovendi Vrouwen

60

82,7%

Frank Baaijens (BMT)

50

Bert de With (ST)

49

Harry Timmermans (B)

47

46

Jan Janssen (W)

René Janssen (ST)

Aantal promovendi per jaar Van de eerste… Marinus T. Vlaardingerbroek promoveert op 15 december 1959 als eerste aan de -toen nog- Technische Hogesch0ol, faculteit Elektrotechniek. Hij promoveerde op een studie van actieve componenten voor communicatie-systemen. De titel van zijn proefschrift: ‘Small-signal performance and noise properties of microwave triodes’. 24

45

41 28

13 1

1959 1960

1965

1970

1975

1980

1985


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

See Engl the versi ish onlinon e

Focus | 9

Top 10 nationaliteiten TU/e-promovendi Waren er de eerste decennia vooral Nederlandse promovendi aan de TU/e, in 1991 promoveerde de eerste Chinees hier. In 2016 waren er PhD-studenten van maar liefst 40 verschillende nationaliteiten die hier hun doctorstitel haalden.

Nederland

54,6%

Duitsland

Rusland

2,2

1,3

België 1,4

1,3 Roemenië 2,1

1,4 Turkije

Italië

1,5

Iran

4,4

27,8%

China

2,0 India

Overige landen

Aantal promoties per faculteit Scheikundige Technologie (ST)

1.125 Technische Natuurkunde (TN)

892 Electrical Engineering (EE) Bron: Bureau voor Promoties en Plechtigheden TU/e

711 Werktuigbouwkunde (W)

631 Wiskunde & Informatica (W&I)

604 245

Industrial Engineering and Innovation Sciences (IE&IS)

511

222

Bouwkunde (B)

216

263 Biomedische Technologie (BMT)

230 Industrial Design (ID)

163

85 Eindhoven School of Education (ESoE)

43

Tot en met 1 juni 2017 hebben 80 promoties plaatsgevonden

125

…tot de 5000ste

77

2,9%

Cum laude Sinds 1999 kent de TU/e het predikaat ‘cum laude’ toe aan promoties. 2,9 % van alle dissertaties werd tot nu toe voltooid ‘met lof’.

1990

1995

2000

2005

De 5.000ste promotie aan de TU/e vindt 58 jaar na de allereerste promotie plaats. Sultan Jumayev (faculteit Electrical Engineering) uit Turkmenistan verdedigt op 1 juni 2017 zijn dissertatie ‘High-speed slotless permanent magnet machines’. Zijn proefschrift levert Jumayev een dubbel doctorale graad op: aan de Lappeenranta University of Technology in Finland en de TU/e.

2010

2015

2017


10 | Uitgelicht

1 juni 2017

Van 1 naar 5.000 promoties

De eerste promovendus van de TU/e: Rinus Vlaardingerbroek Interview | Brigit Span Foto’s | Privé-archieven

Eigenlijk komt dit verhaal te laat voor Rinus Vlaardingerbroek. Om precies te zijn een jaar en zes weken te laat. De allereerste aan de TU/e gepromo­veerde doctor kan zijn verhaal niet meer zelf vertellen; op 21 april 2016 overleed hij op 85-jarige leeftijd aan de complicaties van een operatie die hij onderging vanwege een maagtumor. Maar zijn vrouw Annie en zijn ‘wetenschappelijke kleindochter’ Carola van Pul nemen de honneurs voor hem waar “want hij had het een grote eer gevonden om zijn verhaal te mogen vertellen.” Het was 15 december 1959, drie jaar na de oprichting van de TU/e, toen Rinus Vlaardingerbroek (1931) als eerste promo­ vendus het ‘hora est’ hoorde klinken. Met zijn proefschrift Small-signal performance and noise properties of microwave triodes, een studie van actieve componenten voor communicatiesystemen, mocht hij zich voortaan doctor noemen. “We vonden het een beetje spannend toen hij zijn proefschrift moest verdedigen”, herinnert Rinus’ vrouw Annie (86) zich. “In onze ogen werden moeilijke vragen gesteld, maar hij zei achteraf ‘Ach, daar moet je je niet zo druk over maken, we wisten toch dat ik zou slagen!’. Maar stiekem was hij ook zenuwachtig hoor.”

Hij ontving een speciale bul, die hij later terugschonk aan de TU/e. Deze hangt nu nog in het kantoor van het Bureau voor Promoties en Plechtigheden. Rinus werkte tijdens zijn promotie bij het Philips Natuurkundig Laboratorium, waar hij na zijn studie aan de TU Delft naartoe ging. Het was een drukke tijd, herinnert zijn vrouw Annie zich: “We wisten niet anders dan dat hij altijd aan het werk was. Hij heeft een jaar of vier, vijf gedaan over zijn promotie. ’s Avonds lag ie dan op de grond lekker te schrijven. En ’s nachts schoot hij wel eens wakker met een idee. ‘Dat moet ik toch even opschrijven’, zei hij dan. Hij schreef alles met de hand, en een juffrouw typte het uit”.

Rinus en Annie feliciteren Carola na haar promotieplechtigheid.

The five-thousandth PhD candidate: Sultan Jumayev Sultan Jumayev is TU/e’s five-thousandth PhD candidate. What’s more, he is the first Turkmen to receive a doctorate here; a global citizen who finds friendships more important than his work and believes that his technical training must not compromise his cultural development. Jumayev will gain his PhD on June 1 at Electrical Engineering.

When he heard from his supervisor Elena Lomonova during a working visit to Germany that there was something special about his gaining his PhD - TU/e’s five-thousandth his first thought was actually: ugh, more hassle. Because Sultan Jumayev’s path towards obtaining a doctorate has not always been typical - he has studied what is called a double degree program, which arose from collaboration between TU/e

and Finland’s Lappeenranta University of Technology. “Basically you do one research study and write one thesis, but you are supervised by two universities, and you defend your thesis at both institutions,” explains the tall, sporty-looking Turkmen in fluent English with a Russian accent. “I am the first PhD candidate in this collaboration, and I had to satisfy two differing sets of protocols and deadlines.”


Uitgelicht | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Hij promoveerde bij professor Knol. “Ze kenden elkaar goed, mijn man en professor Knol”, zegt Annie. “Hij hield een beetje van ons denk ik.” En die nauwe band, die manier van met elkaar omgaan, zette Rinus zelf voort in zijn relatie met promovenda Carola van Pul in 2000.

Co-promotor van zijn ‘wetenschappelijke kleindochter’ Carola van Pul (41, uhd aan faculteit Technische Natuurkunde en klinisch fysicus in het Máxima Medisch Centrum) kreeg toen ze in 2000 interesse toonde in de promotieplek ‘MRI bij pasgeboren kinderen’ bij Technische Natuurkunde (TN) te horen ‘dat ze maar eens met Rinus Vlaardingerbroek moest gaan praten hierover’. Rinus had zichzelf na zijn pensionering aangeboden als vliegende keep binnen TN. Promotor Pieter Wijn schoof daarbij Rinus naar voren als co-promotor. “Rinus was van het slag dat niet stil thuis kan zitten”, zegt Carola. In het laatste deel van zijn carrière bij Philips maakte hij zich het vakgebied rond magnetic resonance imaging (MRI) eigen, uit pure interesse. Hij schreef er na zijn pensionering zelfs een boek over, dat een standaardwerk werd. “Ik gebruik dat boek nog steeds in mijn colleges aan de TU/e”, zegt Carola. “We noemen dat boek ook wel eens de ‘papieren Rinus’, we slaan het open als we iets niet weten.”

In het voorwoord van dit standaardwerk schrijft directeur Freek Knoet van Philips MR dat ‘ze zichzelf gelukkig prijzen dat Rinus magnetic resonance imaging had gekozen als werkgebied om zich in intellectuele topconditie te houden na zijn pensionering’. De eerste bijeenkomst die Carola met Rinus had, was bij hem en Annie thuis in Veldhoven. In de loop der jaren groeide er een vriendschappelijke, zelfs familiaire band tussen Carola en het echtpaar Vlaardingerbroek. Annie spreekt over haar als ‘onze Carola’: “Zo’n intensief contact verbindt je. Zeker als je later d’r vriend ontmoet en ze langs blijven komen. De geboorte van hun kinderen hebben wij ook meegemaakt”, zegt Annie. Carola herinnert zich Rinus als “heel wiskundig, hij was sterk in fysische formules en vond het belangrijk om te weten hoe iets werkt. Ik moest veel met de hand afleiden van hem voor mijn proefschrift. Hij vond ons maar ‘luie wezens’ als we het in Mathematica programmeerden. Hij was zeker van zichzelf, zonder mij daarbij een minderwaardig gevoel te geven. Het kostte veel overtuigingskracht om hem te overreden. Hij was tegelijkertijd iemand die écht oprecht geïnteresseerd is in anderen en begreep waar ik als natuurkundige mee bezig ben.” Ook na haar promotie bleven ze contact houden. “We probeerden elkaar twee keer per jaar te zien en stuurden elkaar korte mailtjes. Rinus noemde mij zijn wetenschappelijke kleindochter en voor mij voelde dat ook zo. Mijn kinderen noemden hem ‘opa Rinus’. Ik heb nu zelf een promovendus die ik begeleid, de cirkel is rond. De benaderbaarheid die Rinus had, probeer ik door te geven. En Rinus blijft altijd bij me in mijn werk: als ik slordig ben met mijn wiskunde,

heb ik soms het idee dat hij over mijn schouder meekijkt.” Toen hij verhuisde van Veldhoven naar Ede werd ook het werk aan de TU/e afgebouwd. “Maar hij bleef bezig. Toen hij in de zeventig was, heeft ie nog een cursus kwantum­ mechanica gevolgd, want hij verveelde zich”, zegt Carola. Annie bevestigt: “Tot het laatste moment was hij formules aan het maken

Luckily for him, a shortcut was found, he says. “In Finland the defense has two parts, and the second part has now been integrated in the PhD ceremony here in Eindhoven, where I have done most of the work. My Finnish opponent is a member of TU/e’s doctoral committee.” Jumayev’s doctoral study is special in yet a third way: he is the first Turkmen to gain a doctorate at TU/e. His homeland is wedged between Iran and Afghanistan to the south, and Uzbekistan and Kazakhstan to the north. “The country consists mainly of desert, the Karakum,” he says enthu­ siastically. “That means something like ‘black sand’. The river valleys are a sort of oasis; that’s where the people live. They are kind and very open - family is very important in Turkmenistan. Throughout my childhood, I spent the summers staying with my grandma in a small village. I used to love swimming there, and going fishing and roaming the forests. That’s what I miss here the most.”

Sultan Jumayev. Photo | Bart van Overbeeke

om zijn hoofd maar in conditie te houden. Hij had het geweldig gevonden als ie deze mijlpaal nog had kunnen meemaken, hij bleef altijd zo betrokken en nieuwsgierig.”

Lees verder op pagina 12 >>

Working on the side, he designed wooden cabins for his uncle’s company Turkmenistan is a sparsely populated and relatively poor country, although it does have various mineral resources, including oil. But it was also part of the former Soviet Union, Jumayev points out. “That means that everyone who wanted it had access to good education. Consequently, my parents are highly educated people, and I too attended a school run along Russian lines, where I learned not only Turkmens but also to speak fluent Russian - I consider myself bilingual.” Lees verder op pagina 12 >>


12 | Uitgelicht

1 juni 2017

TU/e’s first PhD candidate: Rinus Vlaardingerbroek This story comes a little too late for Rinus Vlaardingerbroek. The very first holder of a doctorate from TU/e can no longer tell his own story; on April 21, 2016 he passed away at the age of eighty-five from the complications of an operation he had for a stomach tumor. But his wife Annie and his ‘scientific granddaughter’ Carola van Pul speak on his behalf “because he would have found it a great honor to tell his story.” It was December 15, 1959, three years after TU/e’s founding, when Rinus Vlaardingerbroek (1931) as the first doctoral candidate heard the words ‘hora est’, indicating that the time for the opposition and defense had elapsed. With his thesis entitled, Small-signal performance and Noise Properties of Microwave Triodes, a study of active components of communication systems, he earned the right to call himself ‘doctor’. “We found it a little nerve-wracking when he had to defend his thesis,” recalls Rinus’s wife Annie (86). “To us, the questions asked seemed difficult, but afterwards he simply said, ‘Ah, no need to worry yourself, we knew I’d pass, didn’t we?!’ But deep down he was nervous too, you know.” While studying for his doctorate, Rinus worked at the Philips Physics Laboratory, which he joined after completing his first degree at TU Delft. Carola van Pul (41, associate professor at the Department of Applied Physics (TN) and clinical physicist at Máxima Medical Center) was assigned Rinus as her co-supervisor in 2000. After retiring, Rinus had offered his services as and when required at TN. She recalls Rinus as “very mathematical, he was strong in physics formulas and thought it important to know how something worked.” After she gained her doctorate, they stayed in touch. “We tried to see each other twice a year and sent each other emails. Rinus called me his scientific granddaughter and that’s how it felt to me too. I am supervising a PhD candidate of my own now; the circle is complete. Rinus was so approachable, I try to emulate that. And he is always with me in my work: if I am being sloppy about my math, I sometimes think Rinus is looking over my shoulder.”

After high school and aged just sixteen, Jumayev left home to study engineering in Saint Petersburg. “Education is no longer free in Russia, but I could afford to pay for this study by working three days a week for my uncle’s company; he had also moved to Saint Petersburg. He has a timber company there, and I designed wooden cabins for his customers.” The transition from remote Turkmenistan to the Russian metropolis - with a population equal to that of his homeland - was considerable, he says. “In terms of its culture, Russia lies halfway between Asia and Europe. I know that now, but at the time I felt the difference was gigantic. People in Saint Petersburg were a lot more reserved than I was used to, although Russians are much more emotional than, say, the Dutch. And even though I spoke Russian, I still had to master the local jargon. That was pretty different from the language of classic Russian literature that I had learned.” Still, after a while he did manage “to find the key to the heart of the Russians,” as he puts it, and to make friends. “Ultimately people all over the world are the same. More or less.”

“I spent a lot of time sleeping in the Saint Petersburg subway, sometimes even standing up” In his fourth year in Saint Petersburg, he heard about the possibility of studying for a Master’s at Finland’s Lappeenranta University. “The Finnish government was running a grant program, but it was intended for Russian students. I had a lucky break: the coordinator was good enough to arrange that, as a non-Russian, I too could sit the admission exam. I was admitted, on the condition that within a year I could speak sufficient English. That was a language I had never learned at school, so it was a question of working hard alongside my academic studies and job. I remember sleeping a lot during the long subway journeys through Saint Petersburg, sometimes even standing up!”

The unexpected opportunity that presented itself in Finland meant that after his studies in Saint Petersburg Jumayev did not return to Turkmenistan to start working ‘in oil’. If that had happened, he thinks, he would likely have had a traditional Turkmen’s life. “Work, buying a house, getting married, having children. I am happy that instead I had the chance to see something of the world.” Although the Finnish university is literally only 200 kilometers from Saint Petersburg, the culture across the border was very different, he found. “Luckily I made friends there too and I was really keen to stay, but back then, after the crisis, there was no work. I had almost booked a ticket back to Turkmenistan when I heard about the double degree and was allowed to apply for a position with Elena Lomonova. I think her having a Russian background was a stroke of luck for me. ” In any event, he was taken on as a PhD candidate, on a project in which he developed a model to design electric motors based on permanent magnets. Motors like these are excellent for achieving extremely high rotation

speeds, which makes them suitable for use in, say, portable intensive care ventilators - the test case in Jumayev’s project. After an initial six-month period spent doing research in Finland, the Turkmen settled down in Eindhoven. “Yet again I left everything behind, and I had to make new friends because I can’t live without friends. Luckily, that wasn’t difficult because as it happens the Dutch are more sociable than the Finnish.” What’s more, Eindhoven is home to a lot of young, well-educated people of all cultures who have a mindset he can identify with, Jumayev discovered. “At any rate, these days I am exploring cultures without passing judgment. After all, every one of a society’s good qualities comes with a disadvantage, and vice versa. I’ve learned that from experience. Once I have gained my doctorate, I intend to pay more attention to my social and cultural side; you see, I believe that your cultural development must be in balance with your technical skills. I am reading a lot about sociology, cultures and religion; it has become my second job, as it were.”

Interview | Tom Jeltes


Onderzoek/Research | 13

See for news www.cursor.tue.nl/en

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Slimme ramen voor een beter klimaat Infrarood licht zie je niet, maar dit onzichtbare deel van het zonlicht kan wel flinke invloed hebben op de temperatuur binnenshuis. De Indiase promovendus Hitesh Khandelwal maakte daarom ruiten die infrarood licht doorlaten als het koud is, en het juist weerkaatsen onder warme omstandigheden. Met deze ‘slimme ramen’ kan zo bespaard worden op zowel verwarming als airconditioning. Bijna de helft van de energie in zonlicht zit in het infrarode deel van het spectrum - met golflengtes groter dan pakweg 780 nanometer. Ramen met speciale coatings die infrarood (IR) licht reflecteren kunnen daarom helpen woningen en kantoren koeler te houden. “Uit een simulatie die we samen met de faculteit Bouwkunde hebben gedaan, blijkt dat zo’n statische reflector de temperatuur in een warm klimaat wel vijf tot zes graden omlaag kan brengen”, vertelt promovendus Hitesh Khandelwal. In India, waar hij vandaan komt, kan een eenvoudige IR-coating daarom al heel nuttig zijn, legt de chemicus uit. “Maar in een gevarieerder klimaat wil je in de winter juist zoveel mogelijk energie

uit het zonlicht door de ramen naar binnen laten komen.” Met ruiten die naar believen infrarood licht doorlaten of weerkaatsen, kun je dan in de zomer besparen op airconditioning en in de winter op stookkosten. “We hebben een simulatie gedaan met het klimaat van Madrid, waar ze warme zomers hebben en relatief koude winters, en daaruit blijkt dat je daar zo’n twaalf procent aan energie kunt besparen met schakelbare IR-coatings.” In de groep Functional Organic Materials and Devices van TU/efaculteit Scheikundige Technologie, waar Khandelwal promoveerde, zijn ze expert op het gebied van zogeheten vloeibare kristallen: het type materiaal waarvan onder meer LCD-schermen worden gemaakt. In zijn door het Dutch Polymer Institute gefinancierde promotie­ onderzoek wist de Indiër een combinatie van vloeibare kristallen te vinden die alleen invloed hebben op infrarood licht - met een golflengte tussen 700 en 1400 nanometer. “Als je twee glasplaten neemt met twee laagjes van mijn vloeibare kristallen ertussen, dan laten die vrijwel evenveel zichtbaar licht door als gewoon dubbel glas,

Home Stretch Smart windows for a better climate While you cannot see infrared light, this invisible component of the sunlight can have a great impact on the indoor temperature. For this reason the Indian PhD candidate Hitesh Khandelwal made window panes that allow infrared light to pass through when it is cold, and to reflect it under warm conditions. These ‘smart windows’ can help save heating and air conditioning costs alike.

Almost half of the energy in sunlight is in the infrared portion of the spectrum - with wavelengths exceeding say 780 nanometer. This explains why windows with special coatings that reflect infrared (IR) light can help keep houses and offices cooler. “A simulation that we conducted together with the Department of the Built Environment shows that such a static reflector can bring the temperature in a warm climate down by as many as five to six degrees”, says PhD candidate Hitesh Khandelwal. In India, his native country, a simple IR coating can be extremely useful therefore, as the chemical engineer explains. “Conversely, in a more varied climate you want to allow the maximum of energy from the sunlight to come in through your windows in winter.” By means of panes that can allow infrared light

Hitesh Khandelwal

terwijl het overgrote deel van de infraroodstraling wordt gereflecteerd.” De IR-zonwering heeft daarmee als voordeel dat de ruiten er gewoon transparant uitzien en er ’s zomers geen extra kunstmatige verlichting nodig is, zoals bij het gebruik van conventionele zonwering vaak wel het geval is. Met een bescheiden elektrische spanning schakelen de vloeibare kristallen bovendien tussen een grotendeels transparante en een reflecterende toestand - voor

infrarood licht. Een toestand tussen de beide extremen in, is bovendien ook mogelijk. Khandelwal liet daarnaast zien dat de voor het schakelen benodigde spanning zelfs opgewekt kan worden in de ruit zelf - met zonne-energie. Hij gebruikte daarvoor het principe van de Luminescent Solar Concentrator, waarbij zonlicht naar zonnecellen in de rand van de ruit wordt geleid.

Tot slot werkte de promovendus nog aan een coating die automatisch transparanter wordt voor infrarood licht bij afnemende temperatuur. “Dat zou een relatief goedkope oplossing zijn voor bestaande ramen. Ook hiervoor hebben we aangetoond dat het principe werkt - alleen nog niet bij de juiste temperatuur, maar dat lijkt een kwestie van tijd.” Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

to come through or reflect it as needed, you can save on air conditioning costs in summer and on fuel costs in winter. “We have conducted a simulation with the climate in Madrid, where they have hot summers and relatively cold winters, and it turned out that you can save some twelve percent in energy by means of switchable IR coatings.” In the Functional Organic Materials and Devices group of the TU/e Department of Chemical Engineering and Chemistry, where Khandelwal obtained his PhD, they are experts in the field of so-called liquid crystals: the type of material of which LCD displays are made, among other things. In his PhD research, which was funded by the Dutch Polymer Institute, the Indian managed to find a combination of liquid crystals that only affect

infrared light - with a wavelength between 700 and 1400 nanometers. “When you take two glass panes with two intermediate layers of my liquid crystals, they will allow nearly as much visible light to pass through as ordinary double glazing, while most of the infrared radiation is reflected.” This gives the IR blinds the advantage that the window panes just look transparent without requiring any extra artificial lighting in summer, as is often the case when conventional blinds are used. Moreover, by means of a modest electric voltage the liquid crystals switch between a largely transparent and a reflecting state - for infrared light. And a state in between the two extremes is possible as well. Khandelwal further showed that the voltage needed for the switch can even be generated in the window pane itself - with solar energy.

For this he used the principle of the Luminescent Solar Concentrator, whereby sunlight is directed to solar cells in the edge of the pane. Finally, the PhD candidate also worked on a coating that automatically becomes more transparent for infrared light when the tempe­ rature decreases. “That would be a relatively cheap solution for existing window panes. We have demonstrated that the principle works for this purpose as well though not at the right temperature for now, but that merely seems to be a matter of time.”


14 | Onderzoek

1 juni 2017

Comfort in de couveuse Interview | Tom Jeltes

Door pijn en stress ontwikkelen couveusebaby’s zich minder goed. Samen met ingenieurs van de TU/e bedacht Sidarto Bambang Oetomo, neonatoloog in het MMC Veldhoven, daarom manieren om het leven van premature baby’s comfortabeler te maken. Op 2 juni neemt Bambang Oetomo (65) afscheid als deeltijdhoogleraar bij Industrial Design.

Tot ongeveer een eeuw geleden overleed een groot deel van de te vroeg geboren baby’s, vertelt Sidarto Bambang Oetomo. Dat kwam voornamelijk doordat ‘prematuurtjes’ zelf hun lichaam niet op temperatuur kunnen houden. Met de introductie van de couveuse werd dat probleem verholpen, legt hij uit op zijn kamer in het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven. “Maar de prijs die we daarvoor betalen, is dat de baby wordt gescheiden van zijn moeder, en dat levert veel stress op. Uit onderzoek blijkt dat dit een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling van de hersenen van het kind. Bij puppy’s die direct bij de moeder weggehaald worden, bijvoorbeeld, zie je ook dat de hersenontwikkeling anders verloopt.” In combinatie met de pijn en stress van de medische behandeling, het aanleggen van infusen, het plakken van elektroden, beademing, en zelfs het verschonen van luiers, zorgt dat ervoor dat te vroeg geboren baby’s op latere leeftijd vaker een ontwikkelingsachterstand of gedrags­ problemen hebben. “Toen ik in 2007 deeltijdhoogleraar werd bij Industrial Design in het kader van een samenwerkingsverband tussen het MMC en de TU/e, heb ik daarom besloten dat het verminderen van pijn en stress, het vergroten van het comfort van couveusebaby’s, het voornaamste doel moest worden van deze samenwerking.” Bambang Oetomo - zijn buitenlandse naam dankt hij aan zijn Javaanse vader, die na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland kwam om hier te studeren - werd in Groningen opgeleid in de neonatologie: het deel van de kindergeneeskunde dat zich richt op te vroeg geboren en zieke baby’s. In 1983 begon hij in het toenmalige Academisch Ziekenhuis Groningen met onderzoek naar ademhalings­ problemen bij te vroeg geboren baby’s. Hij was daar betrokken bij de eerste studies naar de toediening van zogeheten surfactant, een stofje dat ervoor zorgt dat de longblaasjes bij het uitademen open blijven staan, en waar premature baby’s een tekort aan hebben. “Die surfactant-therapie is heel succesvol gebleken: de sterfte van couveusebaby’s is erdoor teruggebracht van 35 á 40 procent naar minder dan 10 procent.”

“Wij richten ons als enigen op het verhogen van comfort van couveusebaby’s” Na zijn Groningse carrière raakte Bambang Oetomo in Veldhoven zoals gezegd gefascineerd door de blijvende effecten van pijn en stress die couveusekindjes overhouden aan hun tijd in de Neonatale Intensive Care Unit (NICU). Hij was daarmee een uitzondering in de wereld van de neonatologie, vertelt hij. “Collega-onderzoekers richten zich op nieuwe medicijnen, of het

Sidarto Bambang Oetomo. Foto | Bart van Overbeeke


Research | 15

See for news www.cursor.tue.nl/en

verbeteren van beademingstechnieken en protocollen. Hoewel uit de literatuur duidelijk blijkt dat meer comfort in de NICU ook van groot belang kan zijn op de ontwikkeling van het kind, zijn wij naar mijn weten nog altijd als enigen bezig met ‘devices’ om dat comfort mee te bereiken.” Met dat doel werkte de neonatoloog de afgelopen tien jaar samen met studenten en onderzoekers van met name ID-groep Designed Intelligence. Belangrijk is volgens hem onder meer om de kinderen in de couveuse het gevoel te geven van nabijheid van de moeder. “Uit onderzoek blijkt dat met name het op de borst houden van het kind, wat we ook wel buidelen noemen, een positieve invloed heeft op de ontwikkeling.”

plakelektrodes die via draadjes verbonden zijn met de monitoren. Dat maakt het lastig om het kind uit de couveuse te tillen voor een geruststellende knuffel. Bovendien is het aanbrengen en vervangen van de elektrodes een pijnlijke en stressvolle ervaring. Een van eerste en belangrijkste ontwerpen onder Bambang Oetomo’s leiding was dan ook het Smart Jacket van toenmalig promovenda Sibrecht Bouwstra, waarbij de elektrodes verwerkt zijn in een soort babypakje. “Het Smart Jacket heeft destijds terecht veel aandacht gekregen”, vertelt de hoogleraar. “Het concept is daarna in een paar stappen

verder doorontwikkeld tot een volledig draadloos systeem dat nu de Bambi-Belt heet.” Omdat zich geen partijen meldden om deze vinding naar de markt te brengen, besloot Bambang Oetomo op aandringen van zijn zoon Fabio om dat dan zelf maar te doen. Nu hij met pensioen gaat, gaat hij dan ook aan de slag binnen het resulterende bedrijf, Bambi Medical, dat wordt geleid door zijn zoon. Over de samenwerking bij deze projecten met zijn collega’s van Industrial Design is Bambang Oetomo erg enthousiast. “Met name met hoogleraar Loe Feijs, en met Wei Chen, die toen ik er kwam net als universitair docent was begonnen,

Hij wil nu zelf de opvolger van het Smart Jacket op de markt brengen Om dat vertrouwde gevoel ook in de couveuse na te bootsen, werd onder begeleiding van Bambang Oetomo door studenten geëxperimenteerd met een kussentje, de Mimo, met ingebouwde hartslag. Dat proces resulteerde uiteindelijk in de Hugsy: een soort kruising tussen een matras en dekentje dat zachtjes vibreert in het - opgenomen - ritme van de hartslag van de moeder. Het gevoel van nabijheid wordt nog versterkt door de lichaamsgeur van de moeder die in de Hugsy blijft hangen. “Je ziet dat de kinderen er helemaal rustig van worden”, zegt de arts. “Ik twijfel er dan ook niet aan dat het goed werkt, maar dat moeten we nog wel wetenschappelijk aantonen. Dat doen we door de hartritmevariabiliteit te meten en te kijken naar de hoeveelheid van het knuffelhormoon oxytocine in het speeksel. Dat zijn nieuwe, objectieve manieren om de stress te meten.” Een andere, gerelateerde, onderzoekslijn draait om meetapparatuur. Om de hartslag, ademhaling en zuurstofopname van het kind te meten, is de baby vaak volgeplakt met

Comfort in the incubator Due to pain and stress, prematurely born babies develop less well. Therefore, together with TU/e engineers, Sidarto Bambang Oetomo (65), neonatologist at the MMC Veldhoven, thought of ways to make life for premature babies more comfortable. On June 2 Bambang Oetomo is leaving as part-time Professor at Industrial Design.

vormde ik een goed team. We bespraken samen onze ideeën, en zetten daar vervolgens een groepje studenten op. Die maakten een prototype en een verslag en Wei Chen en ik verwerkten dat tot een wetenschappelijke publicatie. Dat draaide als een geoliede machine.” Daarnaast was de neonatoloog betrokken bij de ontwikkeling van reanimatie­ poppen - met de 3D-geprinte baby van promovendus Mark Thielen, onlangs ook beschreven op deze pagina’s, als voorlopig hoogtepunt. Ook buiten Industrial Design wist de arts trouwens makkelijk raakvlakken te vinden. Dat leidde bij Technische Natuurkunde en Electrical Engineering ook tot diverse gezamenlijke projecten, vertelt hij: “Zo hebben we met TN gekeken of we met plasma de insteekopeningen door de huid konden desinfecteren die ontstaan door het aanleggen van een infuus. En met EE, de videogroep van Peter de With, zijn we nog bezig met het automatisch herkennen van pijn bij baby’s aan de hand van gezichts­uitdrukking. Dat blijkt overigens lastig: het licht in de couveuse is slecht, de baby’s liggen niet stil, en hebben ook nog niet de kenmerkende lijnen in hun gelaat die volwassen wel hebben. Maar het is een mooi voorbeeld van hoe de ideeën die ik vanuit de kliniek presenteerde direct met veel enthousiasme werd opgepakt door de ingenieurs. Dat was echt fantastisch.”

De Hugsy.

Up until about a century ago, a large percentage of babies born prematurely died, says Sidarto Bambang Oetomo. This was mainly because the ‘neonates’ themselves could not maintain their body temperatures. The introduction of the incubator solved that problem, as he explains in his room at the Máxima Medisch Centrum in Veldhoven. “However, the price we pay for this is that the baby is separated from its mother, which generates a great deal of stress. Research has shown that this has a negative effect on the development of the child’s brains. In puppies that are taken away from the mother immediately, for example, you also see that the brain development proceeds differently.” In combination with the pain and stress of the medical treatment, the insertion of infusion lines, the sticking of electrodes, ventilation, and even changing diapers, often cause prematurely born babies at a later age to show a developmental retardation or behavioral problems. “When I became part-time Professor at Industrial Design in 2007 in the framework of a joint venture between the MMC and TU/e, I decided that the reduction of pain and stress, the enhancement of the comfort of incubator babies, had to be the chief aim of this joint venture.”

In order to mimic that trusted, familiar feeling in the incubator, experiments were conducted by students led by Bambang Oetomo involving a small pillow, the Mimo, with a built-in heartbeat. That process eventually resulted in the Hugsy: a kind of cross between a mattress and a blanket that vibrates softly in the - recorded - rhythm of the mother’s heartbeat. The sense of proximity is increased further by the scent of the mother that is retained in the Hugsy. Another, related, research line involves measurement equipment. To measure the child’s heartbeat, breathing and oxygen intake, the baby often carries a whole load of sticky electrodes connected to the monitors via wires. This makes it awkward to lift the baby out of the incubator for a reassuring cuddle. In addition, fitting and replacing the electrodes is a painful as well as a stressful experience. One of the first and most important designs made under Bambang Oetomo’s guidance was the Smart Jacket of then PhD candidate Sibrecht Bouwstra, whereby the electrodes are incorporated into a kind of baby suit.

“Reduction of pain and stress had to be the chief aim”

To this end, the neonatologist in the past decade worked together with students and researchers of especially the ID group Designed Intelligence. In his opinion, one of the things that are essential is to give children in incubators the feeling that their mothers are nearby. “Research has shown that particularly holding a baby on the chest, which we also call kangaroo care, has a positive influence on the development.”

“At the time the Smart Jacket rightly obtained a great deal of attention”, says the professor. “Subsequently the concept was developed further in a series of steps to an entirely wireless system that is now called the Bambi-Belt.” As no parties stepped in to put this finding on the market, Bambang Oetomo’s son Fabio urged him to do so himself. Now that he is retiring, he will get started within the resulting company, Bambi Medical, which is led by his son.


16 | Achtergrond

1 juni 2017


Achtergrond | 17

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Reorganisatie om docenten en studenten beter te ondersteunen

Weten bij wie je waarvoor moet zijn Tekst | Judith van Gaal Illustraties | Roel Venderbosch Als docent één aanspreekpunt hebben en als student duidelijk weten bij wie je met je vragen moet zijn. Het optuigen van de toekomstgerichte onderwijsorganisatie en onderwijs­ ondersteuning (TOO) aan de TU/e heeft als belangrijkste doel docenten en studenten beter en sneller te helpen. Dat gaat niet van het ene op het andere moment en ook niet zonder persoonlijke gevolgen. Functies verdwijnen en werkprocessen veranderen. En hoewel dit al een aanloop van jaren heeft, ‘begint het nu pas echt’.

Vrijdagochtend 09.30 uur. De vijf leden van de plaatsingsadviescommissie (PAC) zitten samen in een vergaderruimte op de derde verdieping van MetaForum. Ze zoeken elkaar sinds eind februari wekelijks een ochtend op, bekijken dan of de personen die selectie­ commissies hebben voorgedragen aan de juiste functie-eisen voldoen en of de selectie op de goede manier is gegaan. Het PAC-voorstel gaat daarna naar het College van Bestuur, dat er goedkeuring aan moet verlenen. Als eersten zijn de leidinggevende posities ingevuld en halverwege mei is die fase afgerond. Veertien medewerkers zijn op deze zogeheten sleutelposities geplaatst en voor zeven leidinggevende posities is geen geschikte kandidaat gevonden binnen de groep van mensen die binnen de reorganisatie vallen. Nu volgt het misschien nog wel lastigste gedeelte voor de PAC; de overige medewerkers plaatsen. “Dat wordt nog een hele puzzel”, constateert PAC-voorzitter Ellen van Dodewaard, HRM-directeur bij Tilburg University. Alle medewerkers in scope zijn in dienst van de TU/e. Zij worden geplaatst in de nieuwe organisatie, of zij nu een vast of tijdelijk contract hebben. Euflex-medewerkers vallen juridisch buiten het plaatsingsproces. Als het plaatsingsproces op 1 juli 2017 is afgerond, wordt duidelijk of er nog vacatures zijn en of Euflex-medewerkers daarvoor in aanmerking komen. In totaal hebben maar liefst 131 van de 165 medewerkers binnen de reorganisatie belangstelling voor een andere functie getoond. Van Dodewaard toont zich tevreden over het proces tot nu toe. “We verwachten het voorlopige plaatsingsplan 8 juni aan het CvB te kunnen overhandigen. En al is dat waarschijnlijk niet nodig; als we meer tijd nodig hebben, kunnen we daar aanspraak op maken. Zorgvuldigheid staat voorop.” Het hele veranderingstraject is op poten gezet vanwege de komst van het Bachelor College en de Graduate School en de toename van

de instroom, die zorgt voor meer werkdruk. De ondersteunende processen waren hier nog niet op aangepast. KPMG heeft een rapport opgesteld met de knelpunten en mogelijke oplossingen. Zo ontbrak er bijvoorbeeld een duidelijke scheiding tussen de dienst die verantwoordelijk is voor het strategisch beleid en degenen die uitvoeren. Omdat het zoveel diensten en faculteiten betreft, heeft de TU/e voor een reorganisatie gekozen. Verschillende functies zijn verdwenen en er zijn nieuwe functies bijgekomen.

Rollen veranderen van bestuurslid tot baliemedewerker En dat betekent spannende tijden voor de 165 medewerkers die binnen de reorganisatie vallen. Een groot deel van hen wacht inmiddels al enkele maanden op duidelijkheid over hun functie. Daarvan hebben er 143 in december gehoord dat ze functievolger zijn. Het is overigens niet gezegd dat ze ook op diezelfde functie terecht kunnen. Als er minder nieuwe dan ‘oude’ plekken zijn voor een bepaalde functie dan moeten enkele personen toch iets anders gaan doen. Functievolgers kunnen verder bij een andere faculteit worden ondergebracht. Ook kunnen de taken binnen uiteenlopende functies verschuiven - van bestuurslid tot baliemedewerker. Dat geldt overigens ook voor bepaalde functies die buiten de reorganisatie vallen. Zo zijn de deans dadelijk niet meer verantwoordelijk voor de onderwijslogistiek, maar alleen nog voor de onderwijsinhoud. En als medewerker op de administratie kun je best bij een andere faculteit aan de slag moeten. Van 22 medewerkers komt de oude functie niet meer terug in de nieuwe organisatie. Dat wil overigens niet zeggen dat het werk geheel verdwijnt.

Manon van Run (38), medewerkster op de onderwijsadministratie bij Bouwkunde, heeft in december te horen gekregen dat ze functievolger is. Het kan wel zijn dat ze op een andere faculteit terecht komt. Ze heeft besloten dat ze het op zich af laat komen en zich er niet druk om gaat maken. “Ik wil het liefst hier op de faculteit blijven, maar het belangrijkste is dat ik mijn baan behoud. Ik hoop dat we ons werk op onze manier kunnen blijven doen. Ik ben ook benieuwd wat zo’n hoofd ESA gaat doen. We zijn nu zelfsturend. Het is goed als faculteiten op één lijn zitten, maar ik hoop wel dat we een bepaalde vrijheid houden. De ene faculteit zit strakker op de regels dan de andere. Ik vind dat je moet kijken naar de student en in het belang van de studenten moet kunnen afwijken. Ik hoop ook dat ze de regels voor de bachelor en master meer gelijktrekken. Als bachelor­ studenten te laat aanmelden voor een vak moeten ze volgens de administratiekosten­ regeling bijvoorbeeld twintig euro betalen. Masterstudenten hoeven dat niet. Ik heb er moeite mee als ik twee studenten voor me heb staan en de ene hoeft geen boete te betalen en de andere wel. Ik vond het lastig om mijn persoonlijke voorkeur voor een andere functie op basis van een UFO-profiel aan te geven. Dat profiel geeft niet aan welke inhoudelijke taken je moet verrichten. Ik vind wel dat ze het traject netjes hebben proberen te doen. Het is open en je hebt de mogelijkheid om vragen te stellen. De reorganisatie biedt ook wel kansen om zaken op een andere manier aan te pakken.”

Naast opleidings­ directeur ook hoofd ESA Er zijn niet alleen functies verdwenen, er zijn ook functies bijgekomen. De nieuwe functie waar het meest over te doen is geweest, is die van hoofd Education & Student Affairs (ESA). Die persoon wordt verantwoordelijk voor de onderwijslogistiek en de opleidingsdirecteuren worden alleen op de onderwijsinhoud gezet. Aan alle faculteiten komt in principe een hoofd ESA. Als faculteiten samen in een gebouw zitten, zoals EE en TN bij Flux, is één hoofd ESA voldoende. Het was één van de lastigste discussies, blikt collegelid Jo van Ham terug. Het voornemen viel niet overal in goede aarde. De discussies gingen vooral over de taken,

de rolverdeling en de plek waar de functie wordt ondergebracht. Uiteindelijk worden de hoofden ESA bij de faculteiten ondergebracht, ‘daar waar het werk plaatsvindt’. De opleidingsdirecteuren zijn vooral verantwoordelijk voor het curriculum en andere onderwijsinhoudelijke zaken. De hoofden ESA gaan veelal over de faciliteiten (studieadvies, docentondersteuning, kwaliteitszorg en onderwijscoördinatie), de voorbereiding en de uitvoering van beleid en ze sturen de administraties functioneel aan. Daarnaast wordt ieder hoofd ESA verantwoordelijk voor een ‘ketenproces’ op universitair niveau (zie ook onder ‘Soepelere samenwerking’). Sjoerd Hulshof is nu opleidingsdirecteur bij Electrical Engineering en hij staat dubbel in dit besluit. “Aan de ene kant is het te begrijpen, aan de andere kant maakt de combinatie van taken het juist interessant voor mij. Bij ons zitten de administraties van EE en TN al samen en die stuur ik beide aan en dat werkt prima.”

De bonden De vakbonden zijn nauw betrokken bij de reorganisatie en hebben de belangen van de medewerkers behartigd. Jan Vleeshouwers namens de gezamenlijke bonden: “We zien dat het proces voorspoedig verloopt. Het is nu zaak dat het spoedig tot een goed einde komt. Alleen in de voorbereidende fase hebben we een paar keer aan de bel moeten trekken. Sommige functies waren verdwenen in de nieuwe situatie, die niet hadden moeten verdwijnen. Dan was het zinvol werk, dat dan tussen wal en schip belandde. Dat heeft het kernteam wel rechtgebreid, onder meer door taakbeschrijvingen aan te passen.” De bonden hadden eerder aangegeven niet blij te zijn met het moment waarop de brieven met vermelding functievolger of niet naar de mensen zijn gegaan. Ondanks afraden van de bonden, heeft het College toch besloten om die net voor de kerst en de vakantie te sturen.

Soepelere samenwerking Bij wie moet je als docent nu zijn met vragen over het onderwijs? Bij TEACH-DPO-Professional Development, bij STU of bij Eindhoven School


18 | Achtergrond

of Education? Hoe ziet de toelatingsprocedure er nu precies uit als je hier komt studeren? Wat te doen met late inschrijvers? Medewerkers binnen de reorganisatie hebben deze en nog veel andere knelpunten gesignaleerd, en ook oplossingen aangedragen. Het Bachelor College en de Graduate School zijn opgetuigd, maar de administratieve processen zijn daarop niet of nauwelijks aangepast. Daar moet verandering in komen en daarom zijn verschillende processen en taken tegen het licht gehouden. Sommige processen worden gestandaardiseerd, dat wil zeggen dat ze voor alle partijen gelijk worden getrokken. En andere processen zijn geharmoniseerd, dat wil zeggen beter op elkaar afgestemd. Het doel is om ‘ketens van processen’ op verschillende onderdelen, zoals onderwijsondersteuning, op de rit te krijgen. Lex Lemmens, dean van het Bachelor College en lid van het kernteam TOO, licht toe hoe die ketens ‘van onderop’ zijn opgebouwd. “We hebben eerst aan medewerkers gevraagd om hun droom neer te zetten. Dus; hoe ziet de ideale situatie er voor hen uit? Vervolgens hebben we gekeken hoe we dat doen. Vanuit een gezamenlijk gevoel, maar waarbij we wel het belang van de faculteiten in de gaten houden. Uiteindelijk is het idee dat er soepel wordt samengewerkt en dat bijvoorbeeld beleidsmedewerkers niet alleen in hun eigen faculteit kunnen meedenken maar ook in andere faculteiten of centraal.” Een van de belangrijkste ketens is die van docentondersteuning, stelt Lemmens. “De basis is; wat heeft de docent nodig? De technische hulpvraag wordt geanalyseerd en hij of zij moet praktijkondersteuning krijgen vanuit de faculteit, maar ook de Eindhoven School of Education, DPOProfessional Development en STU moeten worden betrokken. Dat is nu niet het geval.”

1 juni 2017

Een van de medewerkers die processen binnen een keten met medewerkers in kaart heeft gebracht, is Ludo van Meeuwen, adviseur toetsen en beoordelen. “Ik heb onder meer gekeken naar het proces rondom het aanleveren van tentamens. Wat gebeurt daar nu? Voor verschillende betrokkenen was dat een black box; mensen waren niet op de hoogte van elkaars taken. Dat ze dat daarna wel wisten, hielp al een hoop. We hebben een aantal processen in kaart gebracht en gekeken hoe het beter kan. We hebben bijvoorbeeld gekeken hoe het transport van de tentamens er tussenuit kan. Ook over de docentondersteuning heb ik met verschillende medewerkers gesproken. Docenten moeten een aanspreekpunt op de faculteit krijgen en tegelijkertijd moeten ze centraal weten welke vragen er leven. Daar is nog wel wat werk te verrichten, de verantwoordelijkheden op managementniveau moeten nog duidelijker worden en mensen moeten elkaar daar op aanspreken. Als mensen ja zeggen en nee doen, is dat een probleem.”

Van STU naar ESA De 165 medewerkers die binnen de reorga­ nisatie vallen blijven of gaan werken binnen de dienst Education & Student Affairs (ESA, de opvolger van het huidige Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU)), de onderwijsondersteunende teams van faculteiten, of onderwijsondersteunende afdelingen van Dienst Algemene Zaken en Dienst Personeel en Organisatie. Waar je je voorheen bij STU inschreef als student, wordt dat binnenkort, om precies te zijn vanaf 1 juli, dus bij ESA. Medewerkers komen onder vier afdelingen te vallen en er komen verschillende facultaire teams.

Alle administratieve processen worden ondergebracht in het Center for Student Administration. De afdeling Policy, Advice & Projects bestaat dadelijk uit medewerkers die verantwoordelijk zijn voor beleid, advies en projecten, internationalisering en managementinformatie. Teacher Support & Quality Assurance regelt alles rondom docentondersteuning en kwaliteitszorg van het onderwijs. De afdeling Student Facilities tenslotte, gaat zich richten op studentenadvisering, professionele vaardigheden en taaltrainingen voor studenten en medewerkers. Patrick Groothuis, directeur ESA, vertelt dat de medewerkers die onder ESA vallen dadelijk nog meer dan nu binnen de faculteiten actief zullen zijn. “Dat is een bewuste keus geweest. In Delft is bijvoorbeeld meer gecentraliseerd, maar we vinden de nabijheid bij het werk erg belangrijk. Het team studievoortgang zal bijvoorbeeld voor negentig procent binnen de faculteiten actief zijn. We moeten over schuttingen heenkijken en ze waar mogelijk weghalen. Verder moeten de rollen van medewerkers nog duidelijker worden. Waar sommige personen voorheen verschillende taken hadden, gaan ze zich nu meer richten op hun specifieke functie. Ze blijven wel in de breedte inzetbaar.”

front office voor docenten en studenten. Sommige diensten willen we wel centraal en projectmatig blijven aanbieden. Denk aan het uitreiken van de notebooks of aan de Rabobank waarbij internationale studenten hun bankzaken kunnen regelen. Daar zijn studenten enthousiast over-maar we moeten kijken waar we die dan aanbieden.” De centrale balie verdwijnt niet van het ene op het andere moment; dat duurt nog zo’n twee jaar.

Hoe verder? “Het begint nu eigenlijk pas”, stelt Groothuis. Waarmee hij bedoelt dat dadelijk de functies wel zijn ingevuld, maar dat daarmee niet als vanzelf een nieuwe manier van werken van de grond komt. Het College van Bestuur realiseert zich dat ook en heeft daarom twee miljoen euro uitgetrokken om die cultuurverandering te realiseren. Medewerkers kunnen dadelijk een persoonlijk opleidingsbudget inzetten en de nieuwe teams krijgen begeleiding. Deze teams gaan de plannen verder ontwikkelen. De komende maanden wordt dat proces vanaf de zijlijn gemonitord.

De centrale balie bij STU verdwijnt Moet je voor het aanpassen van je cijfer nu bij de centrale STU-balie aankloppen of bij de onderwijsadministratie van je eigen faculteit? Het is niet altijd duidelijk met welke vraag je waar moet aankloppen, vertelt ESA-directeur Patrick Groothuis. “Dat is soms verwarrend. Elk gebouw heeft dadelijk op één plek een

Reorganization to support lecturers and students better One point of contact for lecturers, clarity for students so they know who to turn to for their questions. The main aim of setting up the future-oriented organization and support of education (TOO) at TU/e is to help lecturers and students better and faster. Jobs disappear and work processes change. The whole change process was staged because of the arrival of the Bachelor College and the Graduate School and the increase in the intake, which leads to more work pressure. The support processes had not been adjusted to this yet. KPMG has drafted a report of the bottlenecks and possible solutions. For example, a clear separation between the service responsible for the strategic policy and those who execute it was lacking. As so many services and departments are involved, TU/e has decided on a reorganization. Various jobs have disappeared and new ones have been added. So these are exciting times for the 165 employees concerned in the reorganization. In the meantime a large number of them have been waiting for more clarity about their jobs for several months. In December, 143 of them were told that they are job followers. This does not imply, though, that they will have the same jobs when all is done and dusted. If there are fewer new than ‘old’ positions for a certain job, several persons will have to do something else. Also, job followers can be deployed at another department. And the tasks within various jobs may shift – from board member to desk clerk. For 22 employees, their old jobs will not reappear in the new organization. That does not mean, for that matter, that the jobs will disappear altogether. Jobs have not only disappeared, jobs have also been added. The new job that has sparked the most chatter is the one of head of Education & Student Affairs (ESA). That person will be responsible for the educational logistics and the Program Directors will only be responsible for the course content. All departments will in principle have a head of ESA. When departments occupy one building jointly, as is the case for EE and Applied Physics in Flux, one head of ESA is enough. This proposal was not received favorably everywhere. The discussions focused especially on the tasks, the allocation of roles and the places where the jobs are accommodated. In the end, the heads of ESA will be put up at the departments, ‘at the locations where the work is actually done’. The trade unions are closely involved in the reorganization and have promoted the interests of the employees. Jan Vleeshouwers speaks on behalf of the joint unions: “We see that the process is running smoothly. Now it is essential that things are completed satisfactorily. Only in the preparatory stage have we had to sound the alarm a few times. Some jobs that had disappeared in the new situation should not have disappeared at all. Those cases were

about useful work, which subsequently fell between two stools. The core team did rectify that, among other things by adjusting the job descriptions.” Earlier the unions had indicated that they were not pleased with the moment when the letters with the mention of job follower or not were posted to the employees. Despite the unions advising against it, the Executive Board still decided to send those out just before Christmas and the holidays. Whilst the Bachelor College and the Graduate School have been set up, the administrative processes have not been adjusted to this or scarcely so. That needs to change, which is precisely why certain processes and tasks have been held up to the light. Some processes will be standardized, which means that they will be brought to the same level for all parties. And other processes have been harmonized, which means attuned to each other better. The purpose is to arrange ‘chains of processes’ for different elements properly, such as educational support. The 165 employees affected by the reorganization will continue or start to work within the Education & Student Affairs service (ESA, the successor of the current Education and Student Service Center (STU)), the educational support teams of departments, or educational support departments of General Affairs and Personnel and Organization. Whereas arrivals would formerly enroll as students at STU, this will take place at ESA before long, as of July 1 to be precise. Employees will come under four departments and there will be a number of different departmental teams. Patrick Groothuis, director of ESA, says that the employees coming under ESA will be active within the departments more than they are now. Do you now need to turn to the central STU desk to adjust your grade or to the course administration of your own department? Groothuis: “At times that can be confusing. In the future every building will have a front office in one place for lecturers and students. Some services we do want to continue providing centrally and on a project basis. Think of the distribution of the notebooks or of the Rabobank, where international students can settle their banking matters. Students are enthusiastic about this - but we shall see where we can offer those services then.” The central desk will not be gone from one moment to the next; that will take some two more years. “In fact, it is just beginning now”, says Groothuis. By this he means that the jobs will have been fleshed out before long, but that this does not imply that a new way of working will take off as if automatically. The Executive Board is aware of this, so it has earmarked two million euros to realize that culture change. Employees will be able to deploy personal training budgets and the new teams will be assisted. These teams are going to develop the plans further. That process will be monitored from the sidelines in the coming months.


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Achtergrond | 19


20 | Interview

1 juni 2017

? De Vragenbank

De TU/e-campus heeft sinds kort een ‘commercieel directeur’. Het is Bert-Jan Woertman (46) die hiervoor directeur marketingcommunicatie van de High Tech Campus was. Hij beantwoordt met groot plezier uitgebreid de vragen uit onze hoge hoed en zou er nog wel meer willen bespreken. Maar of hij gelooft (en in wat of wie dan?), vindt hij geen interessante vraag.

Wie is jou het meest dierbaar en waarom?

Welk vooroordeel hebben anderen over jou?

Welk boek zou iedereen moeten lezen?

Wat is je favoriete liedje?

Waarmee zou je beroemd willen worden?

“Mijn gezin staat op 1, helder. Ik heb drie kinderen en een vrouw, twee meisjes van 12 en 11 en een zoon van 8. Mijn vrouw heb ik in 1999 leren kennen op het werk, op de High Tech Campus, toen dat nog het NatLab was. Portiers kenden daar iedereen en wisten dat ik een jonge vrijgezel was. Ik kreeg van hen een tip over een leuk meisje en als human resourcemanager kon ik met collega’s haar foto uit de database trekken. Die heb ik, haha, eerst naar mijn moeder gestuurd. Dat meisje werkte ook net bij HRM en we kwamen in dezelfde cursus terecht. Na drie maanden woonden we samen.”

“Veel mensen denken, denk ik, dat ik superrelaxed ben. Dat is niet waar. Ik ben niet-formeel, maar dat is wat anders. Ik ben heus bij tijd en wijle gespannen en druk. Ik sta nooit stil, mijn hoofd staat altijd aan. Ik ben bezig met kansen zien, verbanden leggen, informatie onthouden, dingen bedenken. Ter compensatie zoek ik in mijn vrije tijd de rust op. Altijd al gedaan. Toen mijn studievrienden uit Groningen (daar deed ik Psychologie, na mijn hbo-opleiding Bestuurskunde in Enschede) naar Pinkpop gingen, ging ik mee, maar dan om te wandelen in Zuid Limburg.”

“Iedereen zou sowieso boeken moeten lezen. De beste boeken zijn die waardoor je jezelf in een ander perspectief gaat zien, of waardoor je in een andere wereld komt. Mijn eerste boek was een cadeautje van mijn moeder toen ik 8 was. Ik heb eerst gejankt van teleurstelling dat het een boek was! Maar zij ging me voorlezen en ik vond het zo spannend en mooi, dat ik stiekem zelfstandig verder las. Sindsdien lees ik alles. Iedereen moet lezen: ‘Nooit meer slapen’, van W.F. Hermans. En ‘Into the wild’ van Jon Krakauer. En een ander boek van hem, ‘De ijle lucht in’, geef ik aan vrienden cadeau om ze aan het lezen te krijgen.”

“Ik vind een heleboel leuk. Ik ben initiator van Campus Pop op HTC en ik heb jarenlang in een band gezongen. Die band had geen naam en bestond uit vier, soms vijf, researchers. We werden wel eens gevraagd om op te treden als ergens een podium gevuld moest worden. Maar geregeld zat de drummer in Japan, of de gitarist in de VS, en dan konden we weer niet. Daarom hebben we Campus Pop gestart. Het is acht keer gehouden, maar bestaat niet meer bij gebrek aan vrijwilligers. Maar mijn favoriete liedje? Mijn gezin zal zeggen: ‘Garden Party’ van Mezzo Forte. Of iets van het Goede Doel om lekker mee te blèren.”

“Het lijkt me wel lekker om een echte hit te hebben. Dan wil ik een half jaar intensief genieten van die beroemdheid en daarna weer in vergetelheid raken. Af en toe mag het dan weer in de top 2000. Maar serieuzer: Ik zou met elkaar, als Brainport Eindhoven, beroemd willen zijn. En dat kán. We zijn klein, een stad met 220.000 mensen, maar het lijkt of we een soort toverdrank hebben om wereldwijd onze partij mee te blazen in hightech en design, tweede in de ranking voor samenwerking met industrie te zijn of de slimste regio van de wereld. Het succes van samen doen, daarmee wil ik beroemd worden.”

Interview | Norbine Schalij Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat

The TU/e campus recently gained a ‘commercial director’. This is Bert-Jan Woertman (46), previously director of marketing communication for the High Tech Campus. He greatly enjoys giving full answers to the questions drawn from our top hat and would be happy to discuss others too. But whether he believes (in what then, or whom?) is not a question he finds interesting.

Who is most dear to you and why?

What preconceived ideas do others have about you?

Which book should everyone read?

What is your favorite song?

How would you like to become famous?

“Number one is my family, no question. I have a wife and three children; two girls aged twelve and eleven and a son aged eight. I got to know my wife at work in 1999, on the High Tech Campus. The doormen knew everyone there and knew that I was young and single. They tipped me about a great girl, and as a human resources manager I could ask my colleagues to get her photograph from the database. The first thing I did with it was, haha, send it to my mother. The girl had just started working in HRM and we ended up on the same course. After three months we moved in together.”

“Many people think, so I believe, that I am extremely relaxed. That is not true. I am informal, but that is different. At times I really am tense and a bit frantic. I never stand still, my mind is always busy. I am occupied seeing opportunities, making connec­ tions, remembering information, thinking up things up. To compensate, in my leisure time I seek peace and quiet. Always have done. When my college friends from Groningen (I studied Psychology there, after my vocational degree in Public Administration at Enschede) went to the Pinkpop festival, I went along too, but to go walking in South Limburg instead.”

“Everyone should read books regardless of which ones. The best books are those that enable you to see yourself from another perspective, or which take you to another world. My first book was a present from my mother when I was eight. At first I cried tears of disappointment because it was a book! But then she read to me and I found it so exciting and wonderful that I read further on my own, in secret. Since then I’ve been an avid reader. Everyone should read Beyond Sleep by W.F. Hermans. And Into the Wild by Jon Krakauer. And another book by him, Into Thin Air, I give to friends as a gift to get them reading.”

“There are lots I like. I am the initiator of Campus Pop at HTC and for years I sang in a band. That band had no name and consisted of four, sometimes five, researchers. Now and then we were asked to perform if a stage somewhere needed to be filled. But it frequently happened that the drummer was in Japan, or the guitarist in the US. That’s why we started Campus Pop, so we ourselves could perform. It was held eight times, but folded due to a lack of volunteers. But my favorite song? My family will say: ‘Garden Party’ by Mezzo Forte. Or something by the Dutch group Het Goede Doel that you can sing along to.”

“I think it would be a lot of fun to have a really big hit. I’d spend six months intensely enjoying the fame before sinking back into obscurity. Now and then it could appear in the top 2000. But more seriously, I’d like for us all, as Brainport Eindhoven, to become famous. We are small, a city of 220,000 people, but it seems as though we have some kind of magic potion for having our work resound worldwide in high-tech and design, for ranking second in cooperation with industry or for being the smartest region in the world. Acting together successfully, that’s how I’d like to become famous.”


Mens & Mening | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

In iedere Cursor worden studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

TUssen de oren

Onze auto heeft geen cruisecontrol. Ik mis het. Vreselijk. Want ik wil natuurlijk zo snel mogelijk op mijn bestemming zijn, maar ik wil ook niet iedere paar weken zo’n paars-witte envelop op de mat aantreffen. En dus is er een sweet spot waar de snelheidswijzer zich idealiter de gehele route zou bevinden. Maar dat stomme pijltje tussen die twee streepjes houden lukt me niet. Tenminste niet langer dan een minuut of drie. Dan drijven mijn gedachten af naar andere zaken, andere tijden, andere oorden - en zo ook mijn snelheidswijzer.

Cruisecontrol

In vaktermen hebben we het hier over een vigilantietaak: de aandacht houden bij een taak die niet intrinsiek stimulerend is. Onderzoek heeft uitgewezen dat vigilantie extreem kwetsbaar en van korte duur is ordegrootte enkele minuten.

Dit probleem bracht mij al mijmerend terug naar mijn eigen studententijd. Ik zal het maar meteen bekennen: ik volgde vrijwel nooit college. Ook toen al worstelde ik met de uitdaging mijn aandacht bij één punt te houden. Dat lukte me bij de meeste vakken niet en daarom bleef ik uiteindelijk weg. Er waren twee uitzonderingen: de colleges van

Brain matters

Cruise control Our car has no cruise control. I miss it. Terribly. For of course I want to be at my destination as soon as possible, but I don’t want to find such a hated purple-and-white envelope on my doorstep every couple of weeks. Which means there is a sweet spot where the speedometer gauge would ideally be hovering throughout the route. However, I don’t seem to be able to keep that stupid gauge between those two narrow lines. That is, no longer than for some three minutes. Then my thoughts digress to other matters, other days, other places - as does my speedometer. In specialist terms we are talking about a vigilance task here: staying focused on a task that is not intrinsically stimulating. Research has shown that vigilance is extremely vulnerable and shortlived - with an order of magnitude of merely a few minutes.

While I was in this reverie, the problem took me back to my own student days. Let’s get it off my chest straight away: I hardly ever attended lectures. Even then it was a struggle to keep my attention focused on one point. I could not manage it for most of the courses,

Esmeijer en Schlösser. De eerste, emeritus, kromgegroeid en kaal, zwaaide bezwerend met zijn aanwijsstok zodra we op een cruciaal punt in de eindige-elementenmethode belandden -‘de hemel beware u!’. De tweede, misschien een decennium jonger, grijs golvend haar tot op zijn schouders, schetste al rekenend boeiende vergezichten op het bord wanneer hij zich verloor in fysische transportverschijnselen. Zij sleepten me door de 45 lange minuten tussen zoemer en bel. Aandacht is een fascinerend fenomeen, een continu machtsspel tussen top-down en bottom-up gedreven processen. Zo strijden

intentie en inzet met talloze prikkels, gedachten en gebeurtenissen om dat kleine beetje aandacht dat we kunnen verdelen. Zonder BKO of cursus theatervaardigheden wisten deze heren dat spel voor mij te winnen met een afwisselend spel van geluid, beeld en emoties.

Aandacht is een continu machtsspel Zelfs voor een gedreven student, luisterend naar boeiende verhalen doorspekt met concrete voorbeelden,

een luchtig grapje en activerende onderdelen is 45 minuten aandacht opbrengen een tall order. In het licht van onze groeiende roosterproblemen wordt nagedacht over nieuwe roostervormen, waaronder varianten van 90 minuten les zonder pauze. Al verlies je dan op papier geen kostbare collegetijd, ik wil toch alle docenten op het hart drukken hun studenten - en zichzelf die hersteltijd tussendoor even te gunnen. Aandacht is vluchtig en ons brein heeft geen cruisecontrol.

Yvonne de Kort | hoogleraar Omgevingspsychologie bij Human-Technology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

so in the end I stayed away. There were two exceptions: the lectures presented by Esmeijer and Schlösser. The first one, emeritus, crooked and bald, would wave his pointer as if conjuring us as soon as we landed at a crucial point in the finite elements method -‘Heaven forbid!’. The second one, maybe a decade younger, grey wavy hair down to his shoulders, while calculating would sketch broad vistas on the board when losing himself in physical transport phenomena. They managed to drag me along through the 45 long minutes between the buzzer and the bell.

and bottom-up. This is how intention and effort contend with numerous stimuli, thoughts and events for that precious bit of attention that we can divide. Without a UTQ or course in theater skills these men managed to win that play for me with a captivating mixture of sound, image and emotions.

Attention is a fascinating phenomenon, a continuous power play between processes driven top-down

Even for a passionate student, listening to fascinating stories larded with concrete examples,

Attention is a continuous power play

a light-hearted witticism and activating components, mustering 45 minutes of attention is a tall order. In the light of our increasing timetable problems, efforts are made to come up with new forms of timetables, including variants of 90 minutes of lectures without a break. Even though theoretically speaking you do not lose any valuable lecture time, I would still like to urge all the lecturers to allow their students - and themselves some interim recovery time. Attention is volatile and our brain has no cruise control. Yvonne de Kort | Professor of Environmental Psychology at Human-Technology Interaction


22 | Zoom in

1 juni 2017

Working in the straight The Eindhoven region is acting increasing like a magnet for international knowledge workers, employees who have matured and been primed at TU/e. But how do they like it, once they start working here? Four alumni from four different parts of the world tell their story. About cultural difference in the work place, the Dutch tell-it-like-it-is mentality, and the expensive bread rolls in the canteen. “I still understand only a little of the Dutch food culture”.

Brainport Eindhoven, also known as the Silicon Valley of the Netherlands, is a multicultural melting pot. Here, English is the working language and cultural differences are secondary to the shared task being completed. When asked about the nationality of their colleagues, those interviewed sometimes have to take a moment to think. They all know they are surrounded by a colorful palette of foreign colleagues, that much is sure. But where they come from? Indians are named the most often, but Greeks, the Chinese, the Turkish and Russians are evidently well represented in this regional high-tech sector.

Yixiao Q

iao (27) Nationali ty: Studied a Chinese t TU/e: E lectrical Engineeri ng Will short ly engineeri join Philips as an ng mana gement tr ainee

Nonetheless it cannot be assumed that all these nationalities will easily gel in the work place to form a cohesive group. Or as Igor Stojanov puts it so well: “We all belong to the human race. People are inclined to seek ‘others of their kind’ with whom they feel a bond and can identify. Where I work, you often see the ‘foreigners’ together. But at the end of the day everyone - regardless of their ethnicity - gets along well.” As a trainee, Yixiao Qiao deliberately seeks to maximize her contact with other nationalities. “Because it is sometimes good to go beyond your comfort zone, and in that way to build a network,” she says. “But I also arrange to meet up with other Chinese twice a week, you know! With them I still feel most at home and comfortable.” Emilio Maldonado feels he is mainly a connecting factor between the Dutch and his foreign colleagues, who left to themselves do not tend to seek out each other.

The decision to stay in the Netherlands after graduating may be a question of seizing an opportunity - a job appears - but can also be strategic. Mikhail Astafev: “I saw going to work in an expanding location like Eindhoven as an investment in my future. But it also offered other advantages. Thirty percent of an expat’s income is not subject to tax and I am eligible for permanent residency.” Yixiao’s decision to stay on in the Netherlands was reached while she was still studying. “This country’s open culture really appeals to me. People here are more likely to say what they think of something. And because my husband also found work here, it was an easy decision.” Although his winning a scholarship in the Netherlands meant Igor was going to be staying on in the Netherlands for at least three years after graduating, he didn’t need this incentive. “Come what may, I wanted to work here. The Dutch are one of the world’s happiest peoples and their country is one of the best to live in.”

advantage of the Netherlands suddenly occurs to Yixiao. “Foreigners who graduate in the Netherlands receive a search visa of sorts for one year. You can spend up to this amount of time looking for work. That’s of course a very generous period.” Mikhail believes there’s also a disadvantage to be weighed up: “Foreign driver’s licenses become invalid six months after the holder arrives. But as soon as you are formally recognized as an expat, it is quite easy to convert your license into a Dutch one.” Do our foreign guests now speak any words of Dutch, or is that not necessary in an environment where only English is spoken? Emilio: “My employer neither expects nor requires that I learn the language. Still, I’m considering learning Dutch because if you don’t you will always be an outsider.” Mikhail agrees with him. “It’s not an absolute

Permits, homes and driver’s licenses For most of them, the pathway to the Dutch job market happily did not involve endless organizing and intensive searching. Here, matters like work permits, a visa and even a place to live are often arranged in advance by the employer. But anyone having to make their own arrangements must beware of exploitative landlords, Mikhail knows. “You have to find out your rights in advance, as well as the going rates for rooms because the prices asked are often much too high. That’s why it is especially nice if your employer takes care of things like that for you.” As a European citizen himself, Igor has noticed that expats have great freedom of movement within the EU zone. But Yixiao, as an Asian, also found she was well taken care of: “Philips had arranged everything. I needed only to fill in some documents and my visa, work permit and accommodation were in order.” Another

Mikhail

Asta Nationali ty: Russia fev (27) n Studied a t TU/e: P DEng Des Technolo ig gy of Ins trumenta n and Now emp tion loyed as: software engineer at ICT Au tomatise (since Se ring ptember 2016)


Zoom in | 23

See for news www.cursor.tue.nl/en

t-talking Netherlands necessity where I work either, but having a command of the language - to whatever extent - can make the simple difference between having a life and getting by. It fosters your integration.” But Igor sees a drawback. “Of course you can learn the language but at work you soon revert to English because that’s the working language. That inevitably hampers your language development.”

Employment culture shock Igor Sto

janov (2 Nationali 7) ty: Mace donian-B Studied a ulgarian t TU/e: Business Informati on Now work s for: Phil Systems ip software designer, s as a for the pa two years st

For some expats, their entry into the Dutch work place triggers an employment culture shock. Especially where communication is

concerned. Emilio was happily surprised, for example, when he noticed that people address each other by the first names. “That makes it so much easier to talk,” he thinks. Here, too, he came across paid overtime for the first time. “We don’t have that in Mexico. Overtime is something you do there unconditionally. It shows your employer how grateful you are that you are permitted to work for him.” Mikhail was soon introduced to the tell-itlike-it-is mentality. Saying what you think and doing what you say. “I soon came to love it. It means a lot of misunderstandings and gossip are avoided here.” The flat organizational structure is another thing many expats find striking. “As an employee you can simply say ‘no’ to your boss and even go on to discuss the matter together.” Igor: “What’s more, employers here recognize that there’s more to life than work.” But the impression the Netherlands makes isn’t all positive when it comes to cultural differences. “How can a developed country like the Netherlands have such an under­ developed food culture?” Mikhail wonders. Every day the canteen is stocked with mediocre bread rolls that you pay through the nose for. I don’t understand it at all.” To conclude, do the expats have any words of advice for the expats of the future? Mikhail: “Don’t assume you’ll earn a big salary when you start out. You could be very disappointed. And simply cook or make your own lunches, instead of relying on the company canteen. Yixiao: “Because expats often assume a modest demeanor, they are sometimes verbally overpowered by their Dutch colleagues. While modesty is a fine virtue, foreigners would do well to ditch it more often and become more involved in debates. You no doubt have just as much to offer as your Dutch colleagues. Let it show.” Interviews | San van Suchtelen Photos | Personal archives

Emilio M

aldonad Nationali o (30) ty: Studied a Mexican t TU/e: Automoti ve Techn ology Now emp loyed as: consulta Punch Po nt at we powertra rtrain BV, supplie r of ins (since Septemb er 2016) Photo

| Bart

van O verbe e

ke


De TU/e is een mini-universum. 729.651 vierkante meter vol weten­ schappelijke dromen, maar ook 729.651 vierkante meter vol met mensen met hun mensen-dingen. Rare dingen, dagelijkse dingen, opmerkelijke dingen, dood­normale dingen, uitzonderlijke dingen. We zien deze dingen, we lopen voorbij deze dingen, en wij, wij documenteren deze dingen. Een gevonden voorwerpje hier, een terloopse obser-­ ­vatie daar, wij spotten het, foto­gra­ feren het, becommen­ta­riëren het.

Ook iets gespot? Mail naar cursor@tue.nl

Bijzondere bijbanen

Lars obert Vragen wat de mensen willen drinken, dit inschenken achter de bar en naar de tafel brengen; Lars van Ruremonde (23) ziet het eerder als hobby dan als werk. “Het is een soort ontspanning, ik hoef er nauwelijks bij na te denken.” En dat hij na werktijd mag opeten wat er over is van het Chinese buffet, is helemaal een voordeel voor de Natuurkundestudent. Lars werkt al zeven jaar bijna iedere zaterdag en zondag in restaurant De Chinese Muur in Drunen. Tussen zes en negen brengt hij drinken rond en ruimt hij tafels af voor gasten die daar genieten van een zogenoemd ‘lopend buffet’. De eters lopen natuurlijk zelf, en scheppen hun eigen bordjes vol zo vaak ze willen. “Ik ben er binnengehaald door een vriend. Eerder had ik andere bijbaantjes, zoals post bezorgen en reparatie en onderhoud doen bij een computerbedrijf.” Uit dat tweede baantje is voortgekomen dat Lars nu ook webmaster is bij Technische Natuurkunde, een studentassistentschap voor 4 uur in de week. Maar idealer is zijn werk in Drunen, vijf kilometer van zijn ouderlijk huis. Hij werkt voor meneer en mevrouw Chu, Chinezen van de eerste generatie. Zij spreken een beetje Nederlands, maar diepgaande gesprekken over voedselallergie zitten er niet in. “Het komt steeds vaker voor dat gasten speciale dieetwensen hebben. Dan vragen ze me of er bijvoorbeeld gluten, ve-tsin of lactose in een gerecht zit. Ik kan dat ook niet aan de koks vragen, dat zijn Chinezen die geen Nederlands of Engels kunnen. En er is ook niemand die kan tolken, want de bediening bestaat uit Brabanders. Ik los het dan zelf zo goed mogelijk op. Met Google en mijn gezonde verstand.” Nog nooit heeft hij allergieën niet serieus genomen. “Het kan echt heel gevaarlijk zijn als iemand iets eet wat niet kan.” Zelf heeft hij nog nooit een calamiteit meegemaakt; geen brand, flauwgevallen gasten of andere ongelukken. “Met carnaval vloog er wel eens bami door het restaurant, maar ik heb de indruk dat dat tegenwoordig minder voorkomt.” Wat ook minder voorkomt, is dat Lars dienbladen met volle glazen laat vallen. “Dat gebeurde wel in mijn eerste weken, maar je leert snel genoeg met dienbladen omgaan.” Wat hij ook geleerd heeft, is omgaan met klanten die al het een en ander aan alcohol hebben gedronken voor binnenkomst, “niet mee in discussie gaan, beetje meepraten”. Wat hij níet geleerd heeft, is Chinees koken. Met al die kruiden lijkt hem dat toch wat ingewikkeld. Op dit moment heeft Lars trouwens een twaalf weken durende vakantie van zijn oberbijbaan. Hij loopt in Q4 stage bij de universiteit van Wisconsin bij een fusieplasma gerelateerd project. Maar na die tijd mag hij weer in Drunen aan het werk. Interview | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke

Waaro: De Zuidgrens Wattie: ’n teken Helemaal aan de zuidgrens van de campus aan de Professor Dorgelolaan (ter hoogte van ‘De Koepel’) staat deze boom. Op het eerste gezicht zou je denken dat iemand gewoon op een boom wilde taggen (zoals sommigen dat ook op koeien plegen te doen, maar dat terzijde). Maar wij denken dat er meer aan de hand is en je raadt het al: het is een geheim teken. Nu hebben ze niet echt hun best gedaan om het supersecret te maken, want het is gewoon duidelijk een teken van: hier stoppen, de bosjes in en daar verkopen we je xtc-pillen. De boom staat namelijk naast de leukste ingang van onze campus: een opening in het hek van 70 centimeter breed of zo met aan weerszijden van de opening witgeschilderde lege terpentine­ flessen op hun kop (zie inzet in foto). Daarachter een lieflijk klein bosje waar het heerlijk wandelen is, óf xtc kopen natuurlijk. Natuurlijk een van de meest gebruikte drugs, die 3,4-methyleendioxy­ methamfetamine met als brutoformule C11H15NO2. Eigenlijk heet het ‘gewoon’ MDMA, ontdekt in 1912 en met name gevoelens van empathie opwekkend in plaats van extase, maar de naambedenker had ecstasy gekozen omdat “het beter zou verkopen dan Empathy”. Enne,….net zoals de stof MDMA sinds 1988 illegaal is volgens de Nederlandse Opiumwet zijn wij ook illegaal bezig: de boom staat denken we op gemeentegrond edoch het bosje is wel onze campus. Ach, wat doet ertoe: als je maar empathie hebt!

Hoe kom jij aan je geld? Misschien mag je het innen bij paps en mams, misschien schraap je het zelf bij elkaar met uren werk. Werk je in de horeca, geef je bijles, vul je vakken. Of heb je een baan die anders is dan anders? In deze serie vertellen TU/e-studenten over de bijzondere bijbanen die zij hebben.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.