Cursor 1 - jaargang / year 59

Page 1

1

8 September 2016 | year 59

@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine

|

www.cursor.tue.nl

|

tuecursor

|

@tuecursor @TUeCursor_news

3|D e aftrap van een bijzonder uitdagend jaar Sterke groei noopt TU/e tot maken stevige keuzes in dit collegejaar.

feature 8 New in Cursor

Living on Campus

11 Brainmatters

Pokémon Psychologie

CEO 14 Interview Shell Nederland

“Brabanders zien sneller dat een glas halfvol zit”

22 Zoom in

“Studying together for a doctorate is a good test for a relationship”


2 | Vooraf

CURTOON

8 september 2016

Colofon

North and South

Water­ trappelen

Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven (online)

Medewerkers Tiny Poppe

Fotografie Vincent van den Hoogen Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Benjamin Ruijsenaars

Waar haalde de Tilburgse collegevoorzitter Koen Becking afgelopen maandag de Han Koning s, inspiratie vandaan om te pleiten voor een hoofdredac teur verregaande samenklontering van alle onderwijsinstellingen die onder de grote rivieren liggen? Ik denk dat ik het weet: hij is ongetwijfeld een fan van North and South, de legendarische serie uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, die onlangs weer op de buis is gebracht door Net5. Becking heeft een stevige link met de omroepwereld: van 2007 tot zijn aantreden in 2012 in Tilburg maakte hij deel uit van de KRO-directie. Oké, de AVRO zond destijds dit heldenepos over de Amerikaanse burgeroorlog uit, maar het zal altijd zijn blijven rondspoken in zijn achterhoofd: “Ooit creëer ik mijn eigen Noord en Zuid.” Maar, zonder gekheid, wie pleit in deze tijd nog voor het samenvoegen van instellingen die op zichzelf al omvangrijk en complex genoeg zijn? De wanorde bij InHolland mag als afschrikwekkend voorbeeld dienen en in onze hoofdstad scheuren de universiteit en hogeschool na dertien jaar voortmodderen ook weer met een hoop geraas uit elkaar. Laten we in het Zuiden niet dezelfde fouten maken als onze collega-instellingen in het Noorden. Zoek samenwerking op plekken waar het echt iets oplevert. De University of the Southern Netherlands lijkt me daarvoor niet het juiste vehikel.

Veel wetenschappers hebben door de Tom Jeltes toenemende werkdruk moeite het hoofd boven water te houden. Zolang de waterstand in het academische zwembad nog niet met gerichte beleidswijzigingen wordt verlaagd, zullen onderzoekers noodgedwongen hun zwemvaardigheid moeten verbeteren. Hoogleraar Akke Suiker (Bouwkunde) dook als rechtgeaarde wetenschapper in de literatuur over sport, voeding en gezondheid en is inmiddels fitter dan ooit. Hardlopen en ‘superfoods’; hij beveelt het zijn collega’s van harte aan. Met als aanvullende ‘geheimtip’: probeer eens een mobiel NS-kantoor in de eersteklas stiltecoupé. Lees het interview op pagina 6-7

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Clmn

Sneeuwvlokjes

Zet wat babyboomers bij elkaar en het gesprek draait uit op hoe elke 18-jarige tegenwoordig een ‘uniek sneeuwvlokje’ is dat een persoonlijke behandeling verdient. Millennials hebben veel noten op hun zang, hebben op van alles ‘recht’ en de wereld moet zich aan hun persoonlijke eigenaardigheden aanpassen. Het valt mij ook op dat elke student tegenwoordig wel ‘iets’ heeft. Waar het een paar jaar geleden ineens mode was om ADHD te hebben (extra examentijd!) wil de ene nu aparte wc’s op de campus (uiteraard zonder genderpoppetje op de deur) en de ander eet strikt alleen paars gestippelde vis of lichtblauwe pannenkoeken. Prima toch? Deze intro schrok ik echter dat er zoveel kids waren die oprecht kwaad werden als er minder rekening gehouden werd men met hun dieetwensen dan gehoopt. Voor veganisten/vegetariërs was er inderdaad geen uitgebreid buffet met allerlei soorten sla, maar had je soms nepvlees of

anders een vergoeding als je zelf wat ging halen dat wél naar wens was. Bóós dat sommigen waren. Razend. Ze waren immers vegetariër! Ze waren veganist! Het was hun overtuiging! Hoe wisten we dit? Nou, ze hadden het al vijf keer aan iedereen verteld in hun eerste kwartier op de campus. Yet nobody cares, special snowflake.

Jim Stolk, Design en student Industrial Technische Informatic a

Voedselallergieën moet je als organisatie uiterst serieus nemen, maar als je om wat voor reden dan ook vrijwillig besluit om (bijvoorbeeld) geen vlees te eten dan word je bediend volgens best effort. Immers, je kúnt het eten, maar je wíl het niet. Als je graag naar een andere wc gaat dan die bij je geslacht hoort: prima. Als je het vervelend vindt dat Shell spreekt tijdens de Opening Academisch Jaar, blijf dan gewoon weg. Respect dat je je eigen keuzes maakt, we willen juist zelfstandig denkende studenten. Maar drammerige mensen zijn net sneeuwvlokjes, soms gooi je er liefst wat warm water overheen om ze te laten verdwijnen.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

CvB voelde zich overvallen door Tilburgse proefballon

ISO: zonder papiertje niet lesgeven op universiteit

Koen Becking, collegevoorzitter van de Tilburg University, had zijn plan voor de vorming van een University of the Southern Netherlands, dat hij maandag publiekelijk lanceerde, pas drie dagen daarvoor voorgelegd aan zijn Eindhovense collega Jan Mengelers. Die voelde zich erdoor overvallen en besloot niet te reageren. “Er was toch weinig meer aan te doen. Maar zonder goed bestuurlijk overleg moet je zoiets niet naar buiten brengen.” Een tegenstander van samenwerking is Jan Mengelers zeker niet. “Dat doen we met heel veel instellingen en op allerlei gebieden. Maar daar is dan wel goed bestuurlijk overleg aan vooraf gegaan. Dat is totaal niet het geval inzake het plan van Koen Becking.”

Dertig procenten van de docenten geeft les aan de universiteit zonder didactische training te hebben gevolgd. Stel die training verplicht, maant het Interstedelijk Studenten Overleg. “Om les te geven op de basisschool is vier jaar scholing vereist, terwijl universitaire docenten zomaar voor de klas mogen staan.”

TU/e Professor initiates radio station for students and expats The Eindhoven region will see the birth of a new, English-language radio station for knowledge workers, students and expats. Its initiator is Jean-Paul Linnartz, part-time professor in the Signal Processing Systems group of the TU/e Department of Electrical Engineering. Linnartz has obtained a broadcasting license for the frequency that was until recently used by the national Radio 5 station. In addition to medium wave (AM) the station, which has not got a name yet, will also broadcast via the Internet. The planning is for the radio station to go on the air as early as this autumn.

Aurora residents not prepared to pay extra for washing and drying The residents of Aurora, the new residential tower block owned by Vestide, are of the opinion that the costs for the use of the joint washing machines and dryers should come under the service charges. At the time of the space cabins this use was free, whereas Vestide is now asking three euros for washing and two for drying. In addition, the residents think that more washing machines and dryers are needed for the potential users, numbering over three hundred. Vestide says it is prepared to meet up with the residents to discuss the use of the washing machines and dryers.

Nog 54 dagen voor studententeam STORM weer in Eindhoven is met elektrische toermotor STORM Wave. De 23 TU/e-studenten hebben 11 grenzen gepasseerd in hun reis om de wereld in 80 dagen. Ze zijn nu in Kirgizië, na zo’n 8000 kilometer te hebben afgelegd van de in totaal 26.000 kilometer. Gemiddeld leggen ze zo’n 500 kilometer per dag af. De motor heeft een maximum snelheid van 160 km/u. De hoogst gemeten temperatuur bij de accu is 80 graden Celsius. (JvG)

Aan de TU/e ligt het percentage docenten met de basiskwalificatie onderwijs (bko) op 47,1 procent. Docenten die in Eindhoven nieuw in dienst komen, moeten binnen drie jaar hun bko-certificaat halen. Ook docenten die willen promoveren, moeten eerst hun bko halen. Voor onderwijzend personeel dat volgens evaluaties onvoldoende presteert, kan het didactische traject eveneens verplicht worden gesteld.

TU s hebben te weinig gedaan om groei op te vangen De voorzitter van ondernemersvereniging FME, Ineke Dezentjé, zegt dat de technische universiteiten de afgelopen jaren te weinig gedaan hebben om de groei van de studenteninstroom op te vangen. Een invoering van een numerus fixus voor enkele populaire opleidingen aan de TU’s vindt de FME onacceptabel. Overigens zijn er nu al enige technische studies met een numerus fixus. De TU/e heeft ze nog niet, maar volgens bestuurswoordvoerder Barend Pelgrim sluit de Eindhovense universiteit niets uit. “Al zou een studentenstop heel zuur zijn, omdat dit lijnrecht indruist tegen de doelstelling van het kabinet om meer technici op te leiden.”

Team STORM lichtend voorbeeld voor rector en minister Zowel minister Henk Kamp als rector Frank Baaijens ziet studententeam STORM als lichtend voorbeeld van technisch gedreven doeners. Dat vertelden ze maandag tijdens de opening van het academisch jaar aan de TU/e. Onderzoeker en oud-KNAWvoorzitter Hans Clevers riep op om jonge onderzoekers meer zekerheid te verschaffen. Rector Baaijens betitelde komend collegejaar als “bijzonder uitdagend” voor iedereen aan de TU/e. “Om vast te kunnen houden aan onze leidende principes, zoals de individuele begeleiding van studenten, is het noodzakelijk dat we stevige keuzes gaan maken”, zei hij.

8000 kilometer op de teller

8000 kilometers on the odometer Still 54 days to go before student team STORM will be back in Eindhoven with their electric touring motorcycle STORM Wave. The 23 TU/e students have crossed 11 frontiers in their trip around the world in 80 days. At present they are in Kirgizstan, after having covered some 8000 kilometers of the total of 26,000. On average they travel some 500 kilometers per day. The motorcycle can reach a maximum speed of 160 km/h. The highest measured temperature of the battery is 80 degrees Celsius. (JvG) Photo | STORM Eindhoven

More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en


4 | Universiteitsberichten

ALGEMEEN STU | Trainingsaanbod kwartiel 1 Gratis deelname voor alle TU/estudenten. Aanmelden via informatietabblad van de training op OASE. STU01 Afstudeergroep: Dinsdagen STU03 Werkgroep Plannen & Doelen stellen: Donderdagen STU04 Help! Tentamenstress aanpakken: 25 oktober 2016 (3 bijeenk.) STU58 Cover letter & CV: 18 oktober 2016 (ENG) STU59 Job interview: 25 oktober 2016 (ENG) STU75 Overwin je faalangst: 30 september 2016 (5 bijeenk.) STU76 Vergroot je zelfvertrouwen: 27 september 2016 (4 bijeenk.) STU98 Plannen & doelen stellen voor studenten met ASS/AD(H)D: di/wo/vr Totaalaanbod STU-trainingen via vakcode STU00. TU/e Innovation Day | Innovatief ingenieursonderwijs Op 5 oktober vindt de tweede 4TU. CEE en TU/e Innovation Day over innovatief ingenieursonderwijs plaats. De dag is bedoeld voor docenten en docent-ondersteuners. De dag start met de keynote speakers Kristina Edström en Jacob Kuttenkeuler van de KTH in Stockholm over het effectief vormgeven van onderwijs en het verzorgen van feedback. Kristina Edström gaf eerder al een workshop over ‘Teaching Tricks’ voor de TU/e. Deze teaching tricks helpen om het onderwijs efficiënter en effectiever vorm te geven, ondanks de groei aan studenten. Zij wordt vergezeld door collega Kuttenkeuler. Hij heeft veel van de tips uitgeprobeerd in zijn eigen ingenieursvakken en deelt graag zijn bevindingen. Na de keynote kunnen deelnemers tijdens de lunch kennismaken en zelf aan de slag met tools en slimme manieren van onderwijs geven op een ‘playground’. Zo zal de TU/e-studio aanwezig zijn, Canvas, leren deelnemers zelf filmpjes maken en zijn er blended learning-voorbeelden. Het laatste onderdeel van de TU/e innovation day bestaat uit twee rondes van drie workshops: toetsen van voorkennis en vaardigheden; de opzet van toetsen van een vak; gamification van het onderwijs; brein leren; interdisciplinair leren; en effectief onderwijs. Meer informatie en het programma van de Innovation Day staat op intranet: https://intranet.tue.nl/ onderwijs/4tucee/tue-innovationday-2016/

MENSEN Bureau voor Promoties en Plechtigehden | Promoties Donderdag 8 september, 16:00 uur, CZ4: promotie J.J. van Franeker MSc (TN) Promotor: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Droplets, fibers

UNIVERSITEITSBERICHTEN

& crystals: controlling the nanostructure of polymer and perovskite solar cells” Donderdag 8 september, 16:00 uur, CZ5: promotie Y. Pei MSc (EE) Promotoren: prof.dr.ir. D.M.W. Leenaerts en prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Silicon-Based Ka-Band Reconfigurable PhasedArray Transmitter” Maandag 12 september, 16:00 uur, CZ4: promotie H. Zhou MSc (W) Promotoren: prof.dr.ir. I. Lopez Arteaga en prof.dr. H. Nijmeijer Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Broadband planar nearfield acoustic holography” Maandag 12 september, 16:00 uur, CZ5: promotie H.H.W.J. Bosman MSc (EE) Promotor: prof.dr. A. Liotta Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Anomaly detection in networked embedded sensor systems” Dinsdag 13 september, 16:00 uur, CZ4: promotie E.T. Tánczos MSc (W&I) Promotor: prof.dr.ir. J.J. van Wijk Voorzitter: prof.dr.ir. B. Koren Titel proefschrift: “On High-Dimensional Support Recovery and Signal Detection” Dinsdag 13 september, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. G.J.L.M. Jongen (BMT) Promotoren: prof.dr.ir. F.N. van de Vosse en prof.dr. S.G. Oei Voorzitter: prof.dr.ir. L. Brunsveld Titel proefschrift: “Simulation of the cardiotocogram during labor Towards model-based understanding of fetal physiology” Woensdag 14 september, 16:00 uur, CZ4: promotie D. Bier MSc (BMT) Promotor: prof.dr.ir. L. Brunsveld Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “Molecular Basis of Stabilization and Inhibition of 14-3-3 Protein - Protein Interaction” Donderdag 15 september, 16:00 uur, CZ4: promotie S.E.M. Truijens MSc (EE) Promotoren: prof.dr. S.G. Oei en prof.dr. V.J.M. Pop Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Patient-reported outcomes in perinatal care” Donderdag 15 september, 16:00 uur, CZ5: promotie drs. J.A.C. Leeferink (ESoE) Promotor: prof.dr. D. Beijaard Voorzitter: prof.dr. J.W. Niemantsverdriet Titel proefschrift: “Leren van aanstaande leraren op en van de werkplek” Maandag 19 september, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. A. van den Brink (TN)

8 september 2016

Promotoren: prof.dr.ir. H.J.M. Swagten en prof.dr. B. Koopmans Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “New Directions for Magnetic Memory Alternative switching mechanisms for magnetic random-acces memory” Dinsdag 20 september, 16:00 uur, CZ4: promotie M. Semkiv MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. P.D. Anderson Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Two-scale modeling of filled-elastomer mechanics” Dinsdag 20 september, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. R. Jongerius (EE) Promotor: prof.dr. H. Corporaal Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Exascale Computer System Design: The Square Kilometre Array” Woensdag 21 september, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. S.C. Stouten (ST) Promotor: prof.dr. V. Hessel Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Use of Supported Liquid-Phase Catalysts and Supercritical CO2 in Continuous Micro Flow - Mizoroki-Heck Reaction and CO2-based Methoxycarbonylation” Woensdag 21 september, 16:00 uur, CZ5: promotie S. Wing MSc (TN) Promotor: prof.dr. U.M. Ebert Voorzitter: prof.dr. K.A.H. van Leeuwen Titel proefschrift: “Pathways for solar wind plasma and energy transfer to the Earth’s magnetosphere”

DIVERSEN NWO | Hoe dan wel?! Innovatieve alternatieven gezocht voor de NWO-MVI Young Responsible Design Award Het NWO-programma Maatschappe­ lijk verantwoord innoveren daagt studenten, jonge onderzoekers, ontwerpers en ondernemers uit om aan de slag te gaan met een maatschappelijk verantwoord ontwerp voor een technologie, product of dienst. Het doel: het oplossen van een prangend maatschappelijk vraagstuk. Zend met je team je idee in en doe het in de vorm van een korte video uiterlijk op 1 november a.s. Meer informatie op www.nwo.nl/mvi-award

UXcampNL | Register for a UXcampNL ticket UXcampNL is an unconference born from the desire to bring together the industry and academic communities to share knowledge in an open environment. It is an intense one day event with presentations, discussions, workshops and demos in the field of User Experience. The fourth edition of this event took place last year at Eindhoven University of Technology and attracted around 100 participants. Due to the success of previous editions and requests from the industry we have opened the event to a larger group of participants this year. Unlike a traditional conference, it is shaped by the attendees

In memoriam ir. J.H.M. (Hans) Van Well (1952-2016)

Op vrijdag 12 augustus is toch nog onverwacht Hans van Well overleden. Hij was al enige tijd ziek, maar het leek juist beter met hem te gaan. We zullen ons Hans herinneren als enthousiaste architectuurdocent en -begeleider en constante factor in het bacheloronderwijs. Dit jaar zou hij 25 jaar verbonden zijn aan onze faculteit. Als begeleider in het eerste en tweede jaar heeft hij veel studenten de grondbeginselen van het architectonisch ontwerpen bijgebracht. Hij deed dit in een eigen stijl, eigen-“wijs” door zich bij tijd en wijle tijdens de begeleiding oprecht sterk te verwonderen over het werk van de studenten. Waarna hij vaak met een vraag de discussie aanzwengelde, om te zien in hoeverre de student zich bewust was van zijn keuzes in het ontwerpproces. Hans was een fijne collega om mee te werken, enthousiast, gedreven en goed bekend met de klassiekers in de architectuur. Hans had een buitengewone fascinatie voor het werk van de Italiaanse architect Carlo Scarpa en diens enorme liefde voor het detail. Hans heeft lang geworsteld met zijn ziekte, maar hij kwam steeds terug op de TU om zijn werk weer op te pakken met eenzelfde plezier. Het is triest dat hij zijn strijd tegen de ziekte uiteindelijk niet heeft kunnen winnen. We zullen hem missen. We wensen zijn vrouw en kinderen veel sterkte bij dit verlies. Bestuur en medewerkers van de faculteit Bouwkunde

themselves. Anyone willing to contribute and learn is welcome to join, give a talk, workshop or start a discussion. This year we have another addition to the UXcampNL: a career fair. This lets employers and practitioners meet, learn and find new career opportunities. UXcampNL 2016 will take place on 24th of September and we are expecting 200 attendees. The location this year will be Designhuis. If you’re interested in attending, don’t forget to register for a UXcampNL ticket. The website of our event: www.uxcamp.nl

Combinatie Jeugdzorg | Weekendpleeggezin gezocht voor Bart Bart (13) woont bij zijn moeder in Eindhoven. Hij is een vrolijke, extraverte, eigenwijze jongen met een sterk rechtsvaardigheidsgevoel. In zijn vrije tijd speelt hij het liefst Minecraft op de computer. Daarnaast vindt hij koken en bakken erg leuk en trekt hij graag de natuur in. Voor Bart zoeken we een weekendpleeggezin in de regio Eindhoven waar hij eens per 2 maanden een weekend kan logeren en af en toe een langere periode, kan verblijven. Hij zou het leuk vinden om in een gezin met andere puberkinderen te logeren.

Bent u of kent u het pleeggezin voor Bart dat hem een stabiele en veilige plek kan bieden? Neem dan contact op met Sandra van Hout van Combinatie Jeugdzorg via (040) 245 19 45 of triangel@combinatiejeugdzorg.nl Congrestival040 | Duurzaamheidscafé wil ideeën voor Eindhoven bij elkaar brengen Hoe meer slimme groene ideeën, des te groter de kans dat Eindhoven daadwerkelijk stappen kan zetten op het gebied van duurzaamheid. Maar het gaat er tevens om al die activiteiten bij elkaar te brengen. Om die reden is er op 19 september in de Fontys Sporthogeschool een ‘duurzaamheidscafé’, vanaf 16.00 uur. Het is de bedoeling om rond negen verschillende thema’s zoveel mogelijk input uit de bevolking los te maken. Het ‘café’ is gratis toegankelijk. Een van de sprekers is Laetitia Ouillet, kartrekker van TU/e’s strategic area Energy. Meer info en inschrijven: www.040goedbezig.nl/ congrestival040/ duurzaamheidscafe/

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Residential tower block Luna eighty percent full Thanks to a special offer for students, whereby the rent for a standard room was reduced by 200 euros, residential tower block Luna still filled up after all. At this moment the building that formerly housed Electrical Engineering has filled up to some eighty percent of its capacity, according to proprietor Camelot. Altogether there will soon be 441 housing units available. At the top there are still several luxurious lofts free and the second and third floors will be completed by the end of this month. The two lowest floors, known as De Plint, are scheduled for completion in November.

Eating ban in MetaForum library TU/e is going to supervise the eating ban in the library in MetaForum more strictly. Until recently eating was tolerated. Employees working at the desk are going to confront students with it and the ban will also be clarified by means of banners. The reason for this is that it turned out to be more and more difficult to keep the library clean.

Hajraa mag van gemeente permanent tot drie uur ’s nachts feesten De gemeente Eindhoven wil de eindtijd van het Hajraa-feest juridisch mogelijk maken in haar beleid, zodat ook in de toekomst tot drie uur ’s nachts kan worden gefeest. Het evenement van studentenvolleybalvereniging Hajraa wordt daarbij als uniek geval gezien, zodat andere organisaties of personen geen beroep kunnen doen op het gelijkheidsbeginsel. De gemeente neemt het evenementenbeleid Eindhoven-breed eind 2016 onder de loep. De afgelopen editie gold als pilot voor Hajraa. Uit een evaluatie bleek dat omwonenden er nauwelijks last van hebben gehad.

Racewagen blijft in Zandvoort in pit Aan de elektrische racewagen KP&T IM/e van studententeam InMotion is eind augustus in Zandvoort met man en macht gewerkt, maar gereden heeft hij niet. Het Zandvoort Master Weekend 2016 zou de kick-off zijn voor de testperiode van dit prototype, maar door technische problemen en slecht weer rolde het team van de ene uitdaging naar de andere. Vrijdag na het opbouwen van KP&T IM/e bleek al bij de laatste checks dat er problemen in de kabelboom waren. Ook op de Automotive Campus in Helmond, waar de vijftig studenten de afgelopen twee jaar de wagen ontwikkelden, had de elektrische racewagen zijn wielen nog niet gebruikt.

Bicycle repairman on campus bankrupt If you need your bike repaired, you will have to find a repairman off campus from now on. De Groene Fietser could not stay at its present location anymore, so TU/e terminated the lease. Although an effort was made along with Real Estate Management to find an alternative location, the search was unsuccessful. At the end of July the liquidation of the BV was ordered and anyone who still have their bikes there for repair, will get them back as soon as possible.

De mens achter het nieuws Victor Stastra (21) is een van de eerste studenten bij de Jheronimus Academy of Data Science (JADS) die begint aan de pre-master Data Science & Entrepreneurship. Hij heeft aan de TU/e een bachelor Technische Bedrijfskunde gedaan. Toen hij daarmee startte, in 2012, hoorde hij ook bij het eerste cohort van het Bachelor College.

Waarom heb je voor deze opleiding gekozen?

Victor

“Ik vind het erg interessant wat tegenwoordig met data gedaan kan worden en wat er in de toekomst nog mogelijk is. Het biedt hele nieuwe inzichten voor steden, de medische sector, de bankensector et cetera. De studie combineert ook redelijk ‘harde’ kennis zoals programmeren en het omgaan en analyseren van databases met innovatief denken. De focus ligt op entrepreneurship. Het opdoen van nieuwe kennis vind ik belangrijk voor mijn master. Data Science is echt een andere discipline dan Technische Bedrijfskunde (TBK). Verder vind ik het leuk om in een nieuwe omgeving te komen, klooster Mariënburg in Den Bosch. Ook bijzonder: bij bijna elk vak wordt een dataset gebruikt en per semester is er een project samen met een bedrijf. Deze concrete en Stastra praktische aanpak spreekt mij aan.”

Net zo’n proefkonijn als de eerste astronaut op de maan

Moet je jezelf nog bijscholen? “Ik was in principe toegelaten zonder bijscholing, maar heb er toch voor gekozen de pre-master van een half jaar te doen. Tijdens TBK heb ik in mijn keuzeruimte niets over databases en bijna niets over programmeren geleerd, en dit komt in de major-vakken ook niet terug. Om met een goede fundering aan de master te beginnen en deze ook zonder achterstand te doen, heb ik besloten de basis tijdens de premaster te leren.”

Voel je je geen proefkonijn? “Het is natuurlijk het eerste jaar dat deze opleiding bestaat, maar de universiteiten erachter (Tilburg University en de TU/e, red.) zijn dat niet en de master is natuurlijk ook geaccrediteerd. Uiteraard ben ik enigszins proefkonijn, maar dat waren de eerste astronauten die buiten de dampkring of op de maan kwamen ook. Er is een hoop transparantie en we worden aangemoedigd veel te evalueren met de opleidingscoördinatoren. Dat vind ik bemoedigend.”

Hoe verloopt de intro in Den Bosch? “Deze Intro is heel anders dan de TU/e Intro. Het draait meer om voorlichting, bedrijfspresentaties en bedrijfsbezoeken dan dat het om drinken en feesten gaat. We zijn op bezoek geweest bij het stadhuis en kregen een rondleiding door de stad. Verder werkten we in een groepje aan de dataset voor een challenge op woensdag. Het is een leuke groep mensen en we hebben best veel tijd om een beetje te praten en elkaar te leren kennen. Donderdag maken we een rondvaart en gaan we afsluitend dineren. De volgende dag beginnen de colleges alweer.” Interview | Norbine Schalij Foto | Bart van Overbeeke


6 | Interview

8 september 2016

Akke Suiker in zijn ‘mobiel kantoor’.


Interview | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Akke Suiker, hoogleraar Applied Mechanics & Design:

“Van suiker moet je gewoon afblijven” Interview | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke

Het eerst wat opvalt bij een bezoek aan Akke Suiker (47) op zijn werkkamer in Vertigo is het contrast tussen de gebruinde, afgetrainde veertiger - in de kracht van zijn leven - en de overduidelijk verouderde profielfoto op de website van de TU/e, waarop Suikers robuuste kaaklijn nog grotendeels wordt gecamoufleerd door de rondingen van zijn goedgevulde wangen. Die transformatie is geen toeval, zo blijkt al snel uit het gesprek. Toen hij vier jaar geleden bij zijn aanstelling tot hoogleraar aan de TU/e besloot om met zijn gezin in Delft te blijven wonen - waar hij studeerde, promoveerde en was opgeklommen tot universitair hoofddocent bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek -, gooide hij zijn levensstijl drastisch om. “Dat was nodig om de lange dagen vol te houden, leek me.” Suiker is tweemaal per week gaan hardlopen, twaalf kilometer door de week en zo’n twintig in het weekend. “Daarnaast doe ik thuis aan fitness en heb ik me verdiept in voeding. Ik weet nu welke dingen gezond zijn en in welke combinaties, en welke dingen je beter links kunt laten liggen.” Suiker, bijvoorbeeld, zegt hij lachend. “Daar moet je gewoon van afblijven.”

“Ik zou een taperecorder mee moeten nemen tijdens het hardlopen” Behalve veel groente en fruit, neemt hij ook veel kruiden tot zich. “Kurkuma

De werkdruk voor wetenschappers neemt alsmaar toe; dat merkt ook Akke Suiker, hoogleraar Applied Mechanics & Design bij Bouwkunde. Daarom heeft hij sinds zijn komst naar de TU/e in 2012 zijn levensstijl drastisch omgegooid. Dankzij een uitgekiend dieet, inspirerende hardloopsessies en een mobiel kantoor in de trein tussen woonplaats Delft en Eindhoven, houdt Suiker het hoofd boven het academische water - en werd hij al tweemaal gekroond tot beste masterdocent van zijn faculteit. bijvoorbeeld, dat eet ik elke dag. Kardemon is ook heel gezond. En de superfoods zoals gojibessen, incabessen en veenbessen.” Hij spoelt het weg met minimaal twee liter water per dag. Met resultaat: “Ik heb altijd al een goed energie­ niveau gehad, maar dat is nog een stuk beter geworden. Ik kan het iedereen aanraden.” Hardlopen is overigens niet alleen goed voor je conditie, vindt Suiker. “Je hebt ook tijd om dingen rustig te overdenken; tijdens het hardlopen krijg ik mijn beste ingevingen. Eigenlijk zou ik een taperecorder mee moeten nemen om alles meteen in te spreken, want je vergeet natuurlijk ook veel dingen.” Elke dag staat hij om kwart over vijf op en neemt de trein van Delft naar Eindhoven. “In de eerste klas heb ik mijn privékantoor, drie uur per dag. Dat werkt heel goed, vooral in de stiltecoupé. Ik moet veel proefschriften, afstudeerverslagen en artikelen lezen, en daarvoor moet je je even kunnen afzonderen; op de universiteit lukt dat vaak niet. Toen ik nog in Delft werkte, op tien minuten van huis, moest dat dus eigenlijk ’s avonds thuis, maar ik heb een gezin met drie kinderen die natuurlijk ook aandacht vragen. Treinreizen is dus ook quality time voor werk. Het voornaamste nadeel is dat ik na een vergadering ’s avonds pas na middernacht thuis ben. Dat moet niet te vaak gebeuren.” Al in zijn eerste jaar in Eindhoven werd Suiker, expert op het gebied van micromechanica en multiscale modelleren, door de studenten

gekozen tot beste docent in de masterfase van de faculteit Bouwkunde. Vorig jaar werd hij dat opnieuw, nadat hij in Delft al eens de beste docent van de hele universiteit was. Lesgeven zit hem in het bloed, vertelde hij toen aan Delta, het blad van de TU Delft. Zijn vader gaf les op zowel de lagere- als de middelbare school, en ook onder voorgaande generaties Suiker bevonden zich opvallend veel leraren. “Ik beredeneer nooit hoe ik iets moet uitleggen”, zegt de gelauwerde docent. “Ik volg gewoon mijn gevoel en dat blijkt goed uit te pakken.”

“Als ik colleges voorbereid, kom ik in een soort trance”

feiten aanloopt. ”Mijn brood eet ik al op achter de computer; in feite ook een efficiencyslag. Een van de grote uitdagingen van de komende tijd wordt omgaan met de enorme stroom aan informatie in de vorm van e-mails die op je afkomt.

Je merkt dat mensen al niet meer reageren op een eerste e-mail, maar alleen op reminders. Ik ken al collega-hoogleraren, niet aan de TU/e overigens, die hun mail al helemaal niet meer beantwoorden. Als het echt belangrijk is, bellen ze wel, zeggen die. Die houding is eigenlijk tegen mijn natuur, maar ik vrees dat je er niet aan ontkomt als het zo doorgaat.”

Verouderende meesters Eén van de projecten waaraan Akke Suiker bijdraagt met zijn kennis van micromechanica draait om het conserveren van olieverfschilderijen; met name de ‘oude meesters’ uit de Gouden Eeuw die het Rijksmuseum onder zijn hoede heeft. Binnen het recent opgerichte Netherlands Institute for Conservation, Art and Science (NICAS) werkt hij samen met onder meer conservatoren van het Rijksmuseum en chemici van de Universiteit van Amsterdam. Schade aan olieverfschilderijen ontstaat deels door veranderingen in vochtigheid en temperatuur, legt Suiker uit. “Door klimaatwisselingen gaat het materiaal uitzetten en krimpen. Als dat niet lukt, doordat het vastzit op een onderlaag, dan ontstaan spanningen die scheurtjes kunnen veroorzaken: de craquelure. Vaak zie je dat pas na lange tijd gebeuren, soms pas na eeuwen, omdat de treksterkte van de verf door chemische processen na verloop van tijd afneemt.”

Dat neemt niet weg dat hij de colleges geconcentreerd moet voorbereiden. “Daarbij kom ik een natuurlijke flow, een soort trance. Dat heb ik ook als ik een artikel schrijf, overigens. Het is vooral een kwestie van aanleg, denk ik.” Het is dan ook geen wonder dat hij relatief veel college geeft. Twee mastervakken en een vak in het Bachelor College.

Daarnaast zijn er ook heel trage diffusieprocessen: bepaalde componenten van de verf bewegen in de loop van eeuwen door de verflaag. “Dat zie je met name bij metaalzepen, die ontstaan als vetzuren een reactie aangaan met metalen uit de pigmenten, zoals lood en zink. Die metaalzepen hebben een groter volume dan de bestanddelen en gaan daardoor door de verflaag heen steken. Dan krijg je van de lelijke bruine spikkeltjes op het schilderij. Dat zijn zeer complexe processen, omdat het een combinatie is van de diffusie van die vetzuren, de chemie van de reacties met de metalen, en de mechanische effecten op de verflaag, met scheurvorming tot gevolg.”

Suiker bevestigt volmondig het sentiment dat een baan in de wetenschap de laatste jaren steeds drukker is geworden. Ondanks zijn efficiënte dagindeling heeft ook hij het gevoel dat hij vaak achter de

Daar komt nog bij dat de studie­objecten niet alleen fragiel, maar ook nog eens zeer kostbaar zijn. “Er worden wel kleine verfsamples uit de schilderijen genomen, maar met oude meesters kunnen we natuurlijk geen grootschalige rekmetingen doen. Met die schilderijen kun je ook niet zomaar over straat, dus de analyse van de samples wordt intern gedaan in het Rijksmuseum en het Mauritshuis.”

Akke Suiker, Professor of Applied Mechanics & Design

“You just shouldn’t take any sugar” The workload for scientists is increasing all the time; which is experienced also by Akke Suiker, Professor of Applied Mechanics & Design at Architecture, Building and Planning. That is why since his arrival at TU/e in 2012 he has made a drastic change in his lifestyle. Thanks to a sophisticated diet, inspirational running sessions and a mobile office in the train between

his domicile Delft and Eindhoven, Suiker manages to stay afloat in the academic waters - and has twice been crowned best Master lecturer of his department. When four years ago, upon his appointment as Professor at TU/e, Akke Suiker decided to stay in Delft with his family - where he studied, obtained his PhD and had moved

up to the position of Associate Professor of Aerospace Engineering -, he drastically changed his lifestyle. “That was necessary in order to survive the long days, I thought.” Every day he gets up at 05.15 a.m. and takes the train from Delft to Eindhoven. “In the first class I have my private office, three hours per day. That works very well, especially in the quiet zone.” Suiker took to running twice a week, twelve kilometers on weekdays and some twenty during the weekend.

“Apart from that, I engage in fitness at home and have delved into nutrition. Now I know which things are healthy and in which combinations, and which things had better be left untouched.” Sugar, for instance, he says with a smile (the Dutch word for sugar is ‘suiker’, like his name). “You just shouldn’t take any suiker.” Running is not just beneficial to your condition, by the way, Suiker finds. “It also gives you time to reflect on things at ease; while running I usually get the best

flashes of insight.” One of the projects to which Akke Suiker contributes with his knowledge of micromechanics concerns the conservation of oil paintings; particularly the ‘old masters’ from the Dutch Golden Age which the Rijksmuseum has under its wing. Within the recently established Netherlands Institute for Conservation, Art and Science (NICAS) he works together with other experts including conservators from the Rijksmuseum and chemists from the University of Amsterdam.


8 | Student

8 september 2016

Binnenkijken bij

‘Niet te geleuve’ Jeroen Boschlaan 189 en 191

Hoeveel personen: zes. Meest trots op: het balkon. Schamen zich voor: binnenkant van het keukenkastje met schoonmaakspul. Studentenhuis sinds: studentenheugenis. Huurprijs: 305, 315 of 325 euro. Bijzonderste bewoner: Gosse Bijlenga, tweedejaars werktuigbouwkunde. Is pas na een half jaar zijn kamer wat gaan inrichten.

Interview | Norbine Schalij

Op de bovenste verdieping van een portiekflat aan de Jeroen Boschlaan zijn twee appartementen samen­ gevoegd tot één studentenhuis. Niet letterlijk; er is geen muur doorgebroken. Maar het is een wonder dat de drempels onder voordeuren 189 en 191 niet zijn weggesleten; zó vaak gaan de zes jongens op en neer.

Stef Voermans (derdejaars Technische Natuurkunde), Joost Kraakman (eerstejaars Scheikundige Technologie) en Koen de Raad (derdejaars Web Science) glunderen op hun balkon. Hier zitten ze geregeld te barbecueën. Naast elkaar dan, en het bordje op schoot. Dit balkon is het favoriete deel van het huis.

Photos | Bart van Overbeeke

En hoe is het in ...?

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Melbourne | ‘Hey mate, how’s it going?’ hoor je de kassa-

dames in de Albert Heijn niet zo gauw zeggen, maar hier in Australië is het de normaalste zaak van de wereld. In het ‘stressed-out’ Nederland kunnen we nog wel wat leren van de openheid en vriendelijkheid van de Melbournians. Voor mijn stage ben ik beland bij de Monash University in Melbourne, Australië, en ik heb nu al een aantal weken mogen genieten van de meest leefbare stad van de wereld. Na een vliegreis van 22 uur en een tussenstop in Singapore (waarom heeft Schiphol geen vlindertuin?) kwam ik eindelijk aan in Melbourne. Waar je bij Australië denkt aan warme stranden en elke dag bbq’en, kwam ik aan in een koude, regenachtige stad; het is hier natuurlijk winter! 15 graden en donker om zes uur ‘s avonds is wel even wennen na die hittegolf in Nederland. Ondertussen ben ik gewend aan het weer en begint het Australische leven ook te wennen. Melbourne voelt erg westers aan, maar heeft toch veel kleine verschillen. De diversiteit onder de mensen is hier bijvoor-

beeld enorm. Slechts 68 procent van de inwoners heeft Engels als moedertaal! Doordat het zo’n mengelmoes van culturen is, is het ook moeilijk om een ‘Australische’ cultuur aan te wijzen, wat de stad erg interessant maakt. Naast het verschil in cultuur is ook de natuur hier compleet anders. Iedereen kent de scènes van Border Security dat mensen worden weggestuurd omdat ze een kilo gedroogde champignons mee willen nemen, maar dat is dus om de unieke biodiversiteit te beschermen. De vogels maken hier een ongekende herrie en de bloemen lijken wel uit een sprookje te komen. Ik ben ook al vrienden geworden met possums, extreem schattige buideldiertjes. Al met al is Melbourne echt een supervette en interessante stad. Ik kan het zeker aanraden om je stage hier te zoeken! Arthur Oldeman, Master Chemical Engineering

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Projectje van Stef en Koen. Samen maakten ze een coil gun, een elektromagnetisch pistool waarmee je een spijker kunt wegschieten. Theorie: met vier batterijen laad je de condensator en de verkregen 300 volt schiet de spijker loeihard weg. Praktijk: de spijker vliegt met een boogje en zegt: ‘pmmm’. Voor dit plaatje schamen de jongens zich het meest. En dan denkt Cursor: dat valt toch wel mee? Wij hebben wel eens goordere binnen­kanten van keukenkastjes gezien.

Een van de twee keukens. In deze wordt gekookt, in de andere gegeten. Dáár hangt dan ook de grote trots van de bewoners: een reflecterend straatnaambord met ‘Jeroen Boschlaan, schilder overleden 1516’ erop. Maar verder is daar niets te zien.

Zie je wel?

Living on campus

With the opening of the student tower blocks Aurora and Luna there will from now on be many hundreds of students and employees living on campus. Time to make a tour: Living on Campus.

“Two steps away from my bed and I’m there” The TU/e campus is the first university campus which Wouter Duivesteijn (31) ever visited. When he was at secondary school, he came here to attend a Masterclass in the area of regression theory. He did not go and study in Eindhoven, though. He ended up in Utrecht, where he got cracking on Applied Computational Science. Now he has recently started at TU/e as an Assistant Professor in the Data Mining group and from his rented room in Luna he looks out on his workroom in MetaForum. “Two steps away from my bed and I’m there.” Before coming here, his scientific career successively took him to the universities of Leiden, Dortmund, Bristol and Ghent. “For my PhD in Leiden I did not move from Utrecht, but in all those other cities I would often rent a place via the university. In Dortmund and Ghent I had my own house. The city of Dortmund really only came alive when there was a football match during the weekend. The rent I pay in Luna for a room, some 750 euros, is what I paid in Ghent for a whole house. Then again, that is a different location.” He has not gathered a lot of campus experience yet. “I moved last week and that took up most of my time. What I have noticed is that the whole block is full of different nationalities. I come across them in the lift. I still need to make contact with them. Which will be fun.” He thinks it is ideal to see which way the wind blows for the next six months while looking for a house. “I’m going to do that together with my girl-friend, who is now still working at the university in Dortmund. So for the next few years that will involve driving up and down for both of us. Still, the 150 kilometers from Eindhoven is a shorter distance than the 300 from Ghent.” Interview | Han Konings Photo | Bart van Overbeeke


10 | Interview

8 september 2016

? De Vragenbank

Frank Schipper (39) kwam voor het eerst in 2003 naar de TU/e voor een promotie­onderzoek bij Technology, Innovation & Society. Hij had twee masters uit Leiden op zak: politicologie en Latijns- Amerikastudies. Nu is hij UD Techniekgeschiedenis.

Hoe ziet jouw leven er over tien jaar uit?

Hoe hoop je dat mensen je later herinneren?

Wat is je slechtste eigenschap of gewoonte?

Geloof je in toeval?

Wat had je liever niet willen weten?

“Dan woon ik in Rijswijk. Gisteren hebben we ons huis in Delft verkocht en mijn vriend Martijn en ik gaan naar een woning in Rijswijk met een tuin van 740 m2. Over tien jaar produceer ik een substantieel deel van mijn eigen voedsel. In Delft probeerden we dat ook, maar daar was de tuin van 40 m2 wat beperkt. Ik ben over tien jaar even gastvrij als nu en zal nog steeds gasten ontvangen via couchsurfing (een logeernetwerk). Dat is echt fantastisch en levert heel erg leuke contacten op.”

“Als een sociale persoon, een musicus en een natuurliefhebber. Ik houd van mensen, heb lieve vrienden en goede familiebanden, en die heb ik graag om me heen. Verder ben ik gepassioneerd muziekliefhebber. Komende zondag speel ik piano à quatre mains met mijn muziekdocent voor honderd bejaarden in Rijswijk. Als derde wil ik graag dat mensen mij zien als een natuurliefhebber. Ik ben graag buiten, bestudeer vogels en deel die passie graag met anderen.”

“Oh, dat is een makkelijke vraag: ik ben vaak te laat. Ik dank God op mijn blote knieën voor mijn vriend die mij de laatste twintig jaar tot een meer punctueel persoon heeft gemaakt. Sinds ik werk is het ook een heel stuk verbeterd, maar ik kom uit een familie van notoire tijd-lapzwansen. We noemen het “slecht in timemanagement”. Van huis uit ben ik Latijns-Amerikanist. Daar is de tijdconceptie ook anders, dat past eigenlijk beter bij me.”

“Wat is toeval? Ik geef twee concrete voorbeelden die ik gek blíjf vinden. Als student ging ik op reis om vijf maanden bij Chilenen in huis te wonen in Santiago de Chile. Van mijn veertien Leidse huisgenoten kreeg ik een cadeau bij mijn afscheid. Dat was een heel apart fotolijstje met gedroogde bladeren aan de rand. Toen ik bij de Chilenen - die ik vooraf niet kende - thuis was, zag ik precies hetzelfde fotolijstje op de kast staan. Twee: ik had een fel oranje rugzak gekocht voor die reis, een bijzondere kleur. En van de huisgenoten daar had er één precies dezelfde rugzak. Toeval bestaat niet!”

“Ik mis de magie van het kind zijn. Als mijn neefje van anderhalf een zeepbel ziet, dan kan hij zich zó verwonderen. Kinderen vallen van de ene magie in de andere. Ik vind het jammer dat je dat als volwassene tot op zekere hoogte kwijtraakt. Ik weet nog dat ik als puber in de Efteling voor het eerst bewust de mechaniekjes achter de apparaten in het sprookjesbos zag. Jammer! Ik zoek en vind tegenwoordig magie in muziek en natuur, want ik vind het prettig om nog wat magie te houden.”

Interview | Norbine Schalij Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat

Frank Schipper (39) came to TU/e for the first time in 2003 to conduct doctoral research at Technology, Innovation & Society. He had completed two Master’s programs in Leiden by then: political science and Latin America studies. Now he is Assistant Professor of the History of Technology.

What will your life look like ten years from today?

How do you hope to be remembered by people later?

What is your worst trait or habit?

Do you believe in coincidence?

What would you rather not have known?

“Then I will be living in Rijswijk. Yesterday we sold our house in Delft and my friend Martijn and I are moving into a house in Rijswijk with a 740-m2 garden. Ten years from today I will be producing a substantial portion of my own food. In Delft we tried that as well, but there the garden was a bit limited with 40 m2. In ten years I will be as hospitable as I am today and will still receive guests via Couchsurfing (a network for staying with local hosts). That is really fantastic and it yields very nice contacts.”

“As a social person, a musician and a nature lover. I love people, I have very dear friends and good family relations, and I like to have them around me. Also, I am a passionate music lover. Next Sunday I will be playing the piano à quatre mains with my music teacher for a hundred old-aged people in Rijswijk. Thirdly, I would like people to see me as a nature lover. I like to be outdoors, study birds and I like to share that passion with others.”

“Oh, that’s an easy one: I am often late. I thank God on my knees for my friend, who has made me more punctual in the last twenty years. It has also improved considerably since I have been working, but I’m from a family of notorious rotters where punctuality is concerned. We call it “bad at time management”. I am into Latin America at heart. There they have a totally different conception of time, which actually suits me better.”

“I shall give you two specific examples which I continue to find weird. As a student I went on a journey to live together with Chileans in their house in Santiago de Chile for five months. My fourteen Leiden housemates gave me a farewell present. It was a very special photo frame with dried leaves on the edge. When I was at the Chileans’ home, I saw exactly the same photo frame sitting on the cupboard. Two: I had bought a bright orange backpack for that trip, a special color. And one of my housemates there had exactly the same backpack. There’s no such thing as coincidence!”

“I miss the magic of being a child. When my eighteen-month-old nephew sees a soap bubble, he can marvel over that so much. Children go from one kind of magic to another. I find it regrettable that you lose that to some extent as an adult. I still remember when I was a teenager at the Efteling that I first consciously saw the mechanisms behind the devices in the fairy-tale forest. Such a pity! Nowadays I look for and find magic in music and nature, for I like hanging on to a bit of magic.”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Pokémon Psychologie Er zijn waarschijnlijk meer hoog­ bejaarde Japanse soldaten - verscholen in de jungle van een klein tropisch eilandje in de Stille Oceaan - die denken dat WOII nog in volle gang is, dan dat er mensen zijn die niet weten wat Pokémon Go is. In parken en straten, in de stad en op de campus zien we groepjes mensen lopen, gebogen over kleine schermpjes. Ze kijken af en toe bij elkaar, dan weer op hun eigen schermpje, en steken al swipend en vrolijk kletsend, zonder op of om te kijken, het fietspad over waar ik vol in de remmen moet om voorrang te geven aan Squirtle, Rattata en Meowth. Verwijtend word

ik aangekeken. Ik had ze zo gauw even niet gezien - die schattige Pocket Monstertjes. Ik zie wel een markt voor nieuwe verkeersborden, maar dat terzijde. Pokémon Go is een enorme hit. Sinds de officiële lancering in zo’n dertig landen, op 22 juli van dit jaar, is de app in twee weken tijd meer dan dertig miljoen keer gedownload. Gebruikers van de app - kinderen, jongeren, maar ook zeker volwassenen - lopen vele kilometers op zoek naar de Pokémon, of zijn op weg naar zogenoemde PokeStops - een soort hangplek voor Pokémon, waar je ze ook met

elkaar kunt laten stoeien. Het is een droom voor iedereen die probeert om via technologie mensen in beweging te krijgen. En daar lopen er zeker ook een paar van rond op de TU/e, mijzelf incluis. In technologisch opzicht is Pokémon Go geen game-changer. De eerste vormen van augmented reality bestaan al sinds eind jaren zestig van de vorige eeuw. Ook vergelijkbare mobiele games bestonden al langer, zoals Human Pacman uit 2004. Waarom dan nu dit succes? Ik denk dat het komt omdat Pokémon Go belangrijke psychologische behoeftes vervult.

Het combineert de nostalgie en herkenbaarheid van het Pokémon kaartspel met eindeloze mogelijk­ heden tot fysieke exploratie en sociale interactie. Vooral het delen van de ervaringen - tijdens het spelen, maar ook op school, op het werk, en op social media - speelt hierbij een belangrijke rol. Is dan alles goud wat er schattig uitziet? Nou nee. Het probleem is dat we voortdurend met onze neus op dat schermpje zitten. Behalve een potentiële bochel en bijziendheid, zijn er vooral waarschuwingen rondom gebruik in het verkeer. De eerste Pokémon gerelateerde

verkeersdode is al een feit. Collega’s van Industrial Design hadden daar een paar jaar geleden al iets op gevonden. Gewoon lekker buiten spelen zonder schermpjes (voetbal, verstoppertje), maar wel met een paar digitale snufjes die het extra interessant maken. Head Up Games worden ze genoemd - ook wel HUGs. Dat heeft toch ook weer iets schattigs.

Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

Brain matters

Pokémon Psychology There are probably more aged Japanese soldiers - hidden in the jungle of a small tropical island in the Pacific - who think that the Second World War is still raging, than people who do not know what Pokémon Go is. In parks and streets, in the city and on the campus we see groups of people walking, stooping and focused on their minute screens. Occasionally they look at each other’s screens, then turn back to their own, and while swiping and chattering merrily, without taking any notice of their surroundings, they cross the cycle track where I have to slam on my

brakes to give right of way to Squirtle, Rattata, and Meowth. I get reproachful looks. I had not spotted them there for a minute - those cute little Pocket Monsters. I do see a market for new traffic signs, but that is an aside. Pokémon Go is a gigantic hit. Since its official launch in some thirty countries, on July 22 of this year, the app has been downloaded more than thirty million times in two weeks’ time. Users of the app - children, youngsters, but adults definitely too - cover many kilometers looking for the Pokémon, or are en route to so-called PokeStops - a kind of

hangout for Pokémon, where you can also make them romp with each other. It is a dream for everyone who tries to get people to move by means of technology. And there are certainly some of those walking round on the TU/e campus, including myself. In a technological respect Pokémon Go is not a game-changer. The first forms of augmented reality have existed ever since the 1960s. Similar mobile games have also been with us longer already, like Human Pacman from 2004. Why is this so successful then? I think it is because Pokémon Go fulfils essential

psychological needs. It combines the nostalgia and recognizability of the Pokémon card game with endless possibilities for physical exploration and social interaction. Especially the sharing of experiences - while playing, but also at school, at work, and on social media - plays an important part in this. Is it all gold that looks cute? Well, no. The problem is that we are constantly peering at our screens. Except for a potential hump and near-sightedness, there are warnings in particular concerning the use in traffic. The first Pokémon-

related traffic fatality has occurred already. A couple of years ago colleagues from Industrial Design had already invented a solution for that. Just play outside without any screens (football, hide and seek), but with a few digital gadgets that make things extra interesting. Head Up Games they are called - also known as HUGs. Now doesn’t that sound awfully cute?

Wijnand IJsselsteijn | Professor of Cognition and Affect in HumanTechnology Interaction


12 | Focus

8 september 2016

Text | Judith van Gaal Photos | Bart van Overbeeke In hartje Den Bosch, aan de Sint Janssingel, ligt het prachtige oude kloostercomplex Mariënburg: met een eeuwenoude kapel en een monumentale kloostertuin. De afgelopen maanden is een vleugel van het historisch pand gebruiksklaar gemaakt voor de eerste lichting studenten en medewerkers van de TU/e en Tilburg University, onder de noemer van Jheronimus Academy of Data Science (JADS) Den Bosch. Een impressie van de kersverse Academy.

Colleges volgen in

Van klooster naar campus | De geschiedenis van het klooster begint in de vijftiende eeuw, toen enkele nonnen er in trokken. Zij zouden er uiteindelijk zo’n tweehonderd jaar blijven. De Zusters van de Sociëteit van Jezus, Maria en Jozef betrokken het complex eind negentiende eeuw. Kadans Vastgoed B.V heeft het pand overgenomen en de laatste zusters vertrokken in het voorjaar van 2016. De TU/e en Tilburg University huren nu een vleugel van het complex. Afgesproken is dat zij ‘respectvol’ met het klooster­ gebouw - een rijksmonument - omgaan. De provincie, de gemeente ’s-Hertogenbosch en beide universiteiten hebben er ieder 10 miljoen euro in geïnvesteerd.

Gebruiksklaar maken | De afgelopen maanden zijn allerlei aanpassingen gedaan. Zo is het glas-in-lood hersteld, zijn de installaties verbeterd, is er wifi aangelegd en is de akoestiek in de collegezaal verbeterd. Veel moeite is ook gedaan om de trappen en de gang van vloerbedekking te ontdoen en lijmvrij te maken, zodat de prachtige terrazzo-vloer zichtbaar werd. De kleursamenstellingen - van bijvoorbeeld de nieuwe vloerbedekking - zijn zoveel mogelijk in de huisstijl van JADS, die is gebaseerd op het kleurenpalet van de Bossche schilder Jheronimus Bosch.

Flexplekken | Onderzoekers, promovendi en docenten kunnen terecht op flexplekken.

De opleidingen | De TU/e en Tilburg University zijn op hun eigen campus een joint bachelor Data Science gestart en in Mariënburg kunnen studenten de joint master Data Science Entrepreneurship volgen. De TU/e draagt aan de master bij met colleges over techniek en ondernemerschap in het bijzonder en Tilburg University over ondernemerschap, ethiek en recht. Tilburg en Eindhoven behouden hun onderzoekscentra en in ‘s-Hertogenbosch zit het gecombineerd onderzoekscentrum op het gebied van data entrepreneurship en data innovation.

Studentenwoningen en collegezaal in kapel |

JADS Room | De vroegere mensa wordt nu gebruikt als kantine en als centrale plek om informeel samen te zijn en te ontspannen. Zo hangen er enkele led-schermen, waarop onder meer kan worden gegamed.

Het streven is om het volgend collegejaar het andere deel van het complex in gebruik te nemen. De vleugel die nu in gebruik is, wordt dan ingezet voor incubators. In de kapel komt een collegezaal met 180 zitplaatsen. Verder worden er 70 tot 80 studentenwoningen gerealiseerd. Kadans Vastgoed gaat die woningen beheren en exploiteren.


Focus | 13

See for news www.cursor.tue.nl/en

een klooster

Attending lectures in a convent

In the heart of Den Bosch, at Sint Janssingel, we find the magnificent old convent building Mariënburg: with a centuries-old chapel and a monumental convent garden. In the past few months one wing of the historical premises has been made ready for use by the first batch of students and employees of TU/e and Tilburg University, brought together under the name Jheronimus Academy of Data Science (JADS) Den Bosch.

The history of the convent begins in the 15th century, when a number of nuns moved in. Now TU/e and Tilburg University are renting a wing of the building. It has been agreed that they will deal ‘respectfully’ with the convent - a nationally listed building. The province, the municipality of ’s-Hertogenbosch and the two universities have each invested 10 million euros in it.

Drie collegezalen | Op de eerste verdieping zijn drie collegezalen. In de eerste passen 24 studenten, in de tweede 70 en in de derde zaal zo’n 30 studenten.

Bedrijven | Bedrijven, met name in Brabant, staan te springen om betrokken te worden bij de opleiding, vertelt Angelique Penners-Wouters, Director Operations van JADS. “Zo’n 420 bedrijven hebben interesse getoond en met enkele bedrijven hebben we een samenwerkingsovereen­ komst getekend.” Studenten gaan ook met cases en datasets aan de slag die de bedrijven aanleveren. Het idee is dat startups op het gebied van Data Science zich ook in het gebouw vestigen.

The aim is to occupy the other part of the building in the next academic year. Then the wing that is being used now will be designated for incubators. In the chapel there will be a lecture hall with 180 seats. In addition, 70 to 80 student dwellings are going to be realized. Kadans Vastgoed will manage and operate those dwellings. TU/e and Tilburg University have started a joint Bachelor Data Science on their own campus and in Mariënburg students can follow the joint Master Data Science Entrepreneurship. TU/e is contributing to the Master’s program by means of lectures on technology and entrepreneurship in particular and Tilburg University will focus on entrepreneurship, ethics and law. Tilburg and Eindhoven get to keep their research centers and ‘s-Hertogenbosch will accommodate the combined research center in the area of data entrepreneurship and data innovation. Mariënburg will be open to the general public on September 10 and 11 and during the Open Monuments weekend, and during the Weekend of Science on October 1 and 2. See www.jads.nl.

Zolder | De zolder heeft nu verschillende studeer- en overlegplekken. Een overloop heeft nog geen vaste bestemming, maar in overleg met studenten wordt gekeken waarvoor die ruimte kan worden gebruikt.

Monumentale tuin | De aangrenzende tuin is monumentaal. Dat wil zeggen dat bezoekers voorzichtig moeten omgaan met alles dat groeit en bloeit. Studenten zullen bijvoorbeeld met de fiets aan de hand naar de stalling moeten; fietsen is niet toegestaan. Pareltjes in de tuin zijn onder meer de huizenhoge oude plataan en de meterslange perenhaag waar je onderdoor kunt lopen.

Twee culturen | De culturen van Eindhoven en Tilburg zijn ‘totaal verschillend, maar complementair’, stelt Angelique Penners-Wouters, Director Operations van JADS: “In Tilburg is alles centraal geregeld, aan de TU/e ook veel binnen faculteiten. Tilburg heeft semesters, de TU/e werkt met kwartielen. Tilburg kent geen notebookprogramma, Eindhoven wel. De examenreglementen verschillen. De besluitvorming is complex. Je hebt met twee CvB’s te maken en twee verschillende universiteitsraden daarachter. Maar we hebben veel van elkaar geleerd en konden het beste van twee werelden kiezen. We hebben gebruik kunnen maken van elkaars kennis. Tilburg is bijvoorbeeld verder in het alumnibeleid en de TU/e met valorisatie.” De TU/e regelt alles rondom ICT, HRM en financiële zaken en Tilburg rondom beveiliging, receptie en schoonmaak.

De eerste lichting | De eerste lichting van de masteropleiding bestaat uit 22 masterstudenten en 16 premasterstudenten, die een half jaar nog enkele vakken moeten volgen voordat ze met hun master kunnen beginnen. Volgend collegejaar komt er naar verwachting ook een premaster voor hbo-studenten. Daarnaast starten 9 studenten met de data science ontwerpersopleiding. Verder zullen van zowel de TU/e als Tilburg zo’n 25 TU/ewetenschappers en ondersteunend personeel aan de slag gaan in Den Bosch. Voor de gecombineerde bacheloropleiding hebben zich zo’n 45 studenten ingeschreven - zij volgen het onderwijs in zowel Eindhoven als Tilburg.

Mariënburg is 10 en 11 september voor het publiek geopend tijdens het Open Monumentenweekend, en tijdens het Weekend van de Wetenschap op 1 en 2 oktober. Zie www.jads.nl.


14 | Uitgelicht

8 september 2016

President-directeur Shell Nederland Marjan van Loon:

Wie Marjan van Loon van haar stuk wil brengen, zal zwaar geschut nodig hebben. De presidentdirecteur van Shell Nederland - maandag nog op de TU/e om mede het nieuwe academisch jaar te openen - schiet zelden in de stress. Of het nu gaat om de overgang naar duurzame energie­ bronnen, of het motiveren van jonge mensen voor de techniek, Van Loon denkt liever in oplossingen dan in problemen. Een kwestie van Brabantse inborst, denkt zij zelf: “Ik denk dat Brabanders sneller zien dat een glas halfvol zit.”

“Alles wat mij terugvoert naar Brabant, volg ik met interesse” Tekst | Enith Vlooswijk Foto’s | Vincent van den Hoogen & Bart van Overbeeke

“Je bent wie je bent, dat blijft er altijd in zitten”, zegt Marjan van Loon door de telefoon. Tussen twee afspraken in heeft ze nipt de tijd om wat vragen te beantwoorden. Een paar uur daarvoor heeft de president-directeur van Shell Nederland een publiek van jonge startups toegesproken in het Eindhovense PSV-stadion. Ze noemt die toespraak “een soort thuis­ wedstrijd”, aangezien ze ooit scheikundige technologie studeerde in Eindhoven. “Ik vind het belangrijk dat mensen zien wie ik ben, dus dat ik ook een Brabantse ben. Voor mij houdt dat in dat ik het beste uit vandaag probeer te halen en positief naar de toekomst kijk. Als er een probleem is, denk ik meer naar oplossingen toe. Ik vind het ook altijd leuk om te lezen wat er in Brabant gebeurt. Ik ben daar trots op. Alles wat mij

terugvoert naar mijn wortels, volg ik met interesse.”

Bijna had haar carrière zich buiten Shell afgespeeld Even terug naar die wortels. Als middelbare scholiere in Helmond blijkt Van Loon goed te zijn in de bètavakken. Ze kiest daarom voor een studie Scheikundige Technologie in Eindhoven en studeert af op de geschraapte warmtewisselaar. Tijdens een recruitment-event op de universiteit spreekt de studente met twee technische managers van Shell, die er bijna voor zorgen dat haar

carrière zich buiten Shell gaat afspelen. Het tweetal vraagt naar haar studie, haar extra-curriculaire activiteiten, maar ook: hoe denkt ze zich als vrouw te gaan handhaven in een team van voornamelijk mannelijke techneuten? Die laatste vraag schiet Van Loon in het verkeerde keelgat. Pas nadat een recruiter haar belt en vraagt wat er mis is gegaan, laat ze zich alsnog door Shell binnen hengelen. Zelf vindt ze het een onbelangrijk voorval. “Dit was 26 jaar geleden. En ik kan oprecht zeggen dat ik me tijdens die 26 jaar bij Shell altijd gesteund heb gevoeld door een bedrijfsklimaat waarbij gelijke kansen als belangrijk worden gezien.” Haar carrière bij Shell draait al snel rond de productie van vloeibaar gas, LNG. Ze werkt jarenlang in

Australië en Maleisië, waarna ze in 2007 terugkeert naar Nederland om Global Manager LNG & Gas Processing te worden. Als vicepresident LNG (vanaf 2009) is ze onder meer verantwoordelijk voor alle R&D en het design van de Prelude FLNG, een drijvende LNG-fabriek van 480 meter lang. In een interview in Maritiem Nederland vertelt ze in 2014, dat ze zich vroeger vast een hoedje geschrokken zou zijn, als ze had geweten ooit zover te komen. Ze lacht als de uitspraak weer ter sprake komt. “Ik leef bij de dag, bij de baan die ik heb”, legt ze uit. “Als persoon zit ik zo in elkaar. Ik ben wel ambitieus, in de zin dat ik interessante dingen wil doen, maar ik heb er nooit waarde aan gehecht op welke lat van de senioriteit ik terechtkwam.” Ook de werkcultuur bij Shell heeft volgens Van Loon bijgedragen aan

haar succes. “Er is veel aandacht voor de ontwikkeling en de kwaliteit van vrouwen en andere minderheden op de werkvloer. Dit vind ik heel belangrijk, ik heb zelf ondervonden dat het je heel succesvol kan maken. Ik behoor tot een van de eerste generaties waarbij parttime werken werd ingevoerd als de kinderen nog klein zijn. Shell was een van de eerste bedrijven waarbij dat mogelijk was. Later maakte ik een internationale stap, waarbij ik twijfelde of dat wel zou lukken. Toen heb ik heel veel aanmoediging gekregen: probeer het gewoon en als er problemen zijn, dan kunnen we wel helpen.” Eigenlijk was het niet eens de bedoeling om fulltime te blijven werken na de geboorte van de kinderen, vertelt ze. “Maar bij het vertrek naar Australië, waar ook mijn man ging werken voor Shell, werd ik eigenlijk bij toeval leading partner. Achteraf was dat een omslagpunt: ik werd ineens binnengehaald als serieuze dame, veroorzaakt door het simpele feit dat mijn man langer op zijn werk­vergunning moest wachten. Dat is essentieel geweest.” Het blijft lastig, een vrouw in hoge positie interviewen zonder te beginnen over haar vrouw-zijn. Als bekend wordt dat Van Loon de nieuwe president-directeur van Shell Nederland wordt, kopt het Algemeen Dagblad zonder gêne: “Vrolijke Marjan runt zonder stress Shell en gezin” - alsof dat voor haar mannelijke voorganger niet gold. Ook andere media benadrukken verwonderd dat Van Loon “geen man” is en dus ook “niet afkomstig uit het old boys netwerk”. Van Loon lijkt er weinig moeite mee te hebben. Ze vertelt juist graag over dit aspect, in de hoop dat meer jonge vrouwen haar voorbeeld zullen volgen. “Ik denk dat rolmodellen belangrijk zijn. Ik heb zelf altijd datgene gedaan wat ik leuk vond, maar ik heb het ook altijd heel belangrijk gevonden dat ik naast mijn werk nog een gezin had, vrienden, hobby’s. Die moeten ook in mijn leven passen. Dat is voor mij nooit een barrière geweest. Ik merk


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Uitgelicht | 15


16 | Uitgelicht

dat vrouwen opgelucht zijn als ze horen dat ze ook nog een leven kunnen hebben als ze carrière maken.”

“Duurzame energiebronnen moeten eerst betrouwbaar en betaalbaar worden”

8 september 2016

Als president-directeur van Shell Nederland wil Van Loon samen met andere partijen hard gaan trekken aan de transitie naar een duurzame energievoorziening in ons land. Dit vereist volgens Van Loon een combinatie van dringende actie, realisme en langetermijnplanning door de regeringen en de industrie. “De transitie naar duurzame energiebronnen is een enorme uitdaging”, zegt ze. “Het vereist een ongekende samenwerking, investeringen en innovatie. Shell is een energiebedrijf dat stoelt op innovatie. We weten veel over de dragers en de gebruikers van energie en die kennis willen we

gebruiken om een actieve rol te spelen bij die transitie.” Shell ziet een belangrijke rol voor gas en wind in de Nederlandse energietransitie en wil daar zelf ook een bijdrage aan leveren. Die intentie bleek bijvoorbeeld uit het bod dat Shell met Uneco en Van Oord uitbracht op de tender van de nieuwe windmolenparken Borssele 1 en 2 op de Noordzee. En ook bij een restwarmteproject in Rotterdam is Shell betrokken. De tender van Borssele 1 en 2 werd niet gewonnen door Shell. “Of Shell zich gaat inschrijven voor andere tender in Nederland? Stay tuned,

zou ik zeggen. Ook elders in Europa en de wereld hebben we interesse. In die zin maakt het verlies van de Borssele tender niet zoveel uit. Je laat niet alles afhangen van een enkel project.” Toch staat het bedrijf niet bepaald bekend als groene energie-aanjager. Sterker nog, toen de multinational onlangs de strategie voor de komende jaren bekendmaakte, bleek het bedrijf qua groeimogelijk­ heden vooral te mikken op de winning van gas en olie uit de diepzee en de petrochemie. Niet echt wat je noemt groene voornemens. “Duurzame energiebronnen moeten eerst betrouwbaar en betaalbaar worden”, verdedigt Van Loon de plannen. “Tot die tijd zijn er veel fossiele brandstoffen nodig, dus het vergt onderzoek om ook daarmee een lage dioxide-uitstoot te bereiken. Duurzame energie is nog maar een klein deel, maar het groeit en dat gaan we verder uitbreiden.” In een nieuwe divisie, New Energies, zijn verschillende onderdelen samengevoegd om dit voor elkaar te krijgen. “Het is niet en/of, maar en/en. Shell heeft zich duidelijk gepositioneerd als een bedrijf dat zijn rol wil spelen in de energie­ transitie. Op verschillende plekken, op verschillende manieren met verschillende snelheden.”

“Ik heb me, als Brabander, altijd erg thuis gevoeld bij Shell” Haar toespraak in Eindhoven was gericht aan jonge hightech startups, met wie Shell open samenwerkingsverbanden wil aangaan om te komen tot baanbrekende innovaties op het gebied van duurzame energie. En hoewel het bedrijf eerder dit jaar aankondigde wereldwijd 2.200

banen te schrappen, zijn jonge, bevlogen ingenieurs volgens Van Loon nog altijd welkom. Sterker nog, als Shell Campus-ambassadeur tracht ze méér Eindhovens talent over de streep te trekken. “Dit is een tijd van grote veranderingen. Het is zo hard nodig om een nieuwe generatie te inspireren tot technologie en innovatie! Het zou jammer zijn als studenten uit Eindhoven niet te weten komen wat voor kansen hier voor hen liggen. Het imago van Shell is dat van een grote multinational, dat schept afstand. Ik doe daarom extra mijn best om uit te leggen dat ik, als Brabander, me altijd erg thuis heb gevoeld bij Shell.” Haar enthousiasme werkt aanstekelijk wanneer ze vertelt over de combinatie van techniek en management in haar werk. Of over het innovatieve karakter van de drijvende LNG-fabriek in Australië, waarvan aanvankelijk niemand geloofde dat het mogelijk was, maar die er dankzij slim samenwerken door afzonderlijke Shell-disciplines en toeleveranciers toch is gekomen. Een helse opgave, zou een ander kunnen denken, maar een goede vriendin vertelde het Eindhovens Dagblad ooit dat de presidentdirecteur nooit gestrest is. Klopt dat? Van Loon schiet in de lach. “Ja, het kan zijn dat zíj me nog nooit gestrest heeft meegemaakt!” Even later geeft ze haar vriendin echter toch gelijk. “Ik ben inderdaad niet zo snel gestrest. Dat betekent niet dat ik achterover leun als er problemen zijn, maar ik ben altijd bezig met het vinden van oplossingen voor die problemen met het geloof dat we er wel uitkomen. Dat brengt me misschien ook weer terug op die Brabantse achtergrond. Ik wil niet generaliseren, ook buiten Brabant heb je natuurlijk mensen die zo in elkaar zitten, maar ik denk wel dat Brabanders sneller zien dat een glas halfvol zit. Dat heb ik tijdens mijn opvoeding wel meegekregen.”

Loopbaan Marjan van Loon De Helmondse Marjan van Loon (50) studeerde Scheikundige Technologie aan de TU/e. Na haar afstuderen in 1989 kwam ze als chemisch technoloog in dienst van Shell, waar haar loopbaan in het teken zou komen te staan van de productie van LNG (Liquid Natural Gas). Vanaf 1997 bekleedde ze verschillende managementposities in Australië en Maleisië, waarna ze in 2007 terugkeerde naar Nederland om Global Manager LNG & Gas Processing te worden. Twee jaar later werd Van Loon benoemd tot vicepresident LNG. Sinds 1 januari is Marjan van Loon president-directeur Shell Nederland B.V. Van Loon is getrouwd en heeft twee kinderen.


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

CEO Shell Nederland Marjan van Loon:

“Women often look relieved when they hear that I have a life apart from my career as well”

“You are who you are, and you always will be”, says Marjan van Loon on the phone. Between two appointments she can spare a bit of time to answer some questions. Just a few hours earlier the CEO of Shell Nederland addressed an audience of young startups in the Eindhoven PSV stadium. She calls that speech “a kind of home game”, as she once studied chemical engineering in Eindhoven. “I find it important that people see who I am, so that I am Brabantborn as well. For me that implies that I try to get the best out of today and look at the future with a positive mindset. If there is a problem, I tend to think more in terms of solutions. I always enjoy reading what’s going on in Brabant. I am proud of that. Anything that takes me back to my roots, I follow with a keen interest.”

Her career had almost been away from Shell Back to those roots for a bit. At her secondary school in Helmond Van Loon turns out to have a knack for beta subjects. For that reason she decides to study Chemical Engineering and Chemistry in Eindhoven and graduates on the subject of the scraped surface heat exchanger. During a recruitment event at the university the student speaks to two technical managers from Shell, who almost cause her career to take place outside Shell. The two ask about her studies, her

extracurricular activities, but also: how does she think she will stand firm as a woman within a team of mainly male techies? That final question does not go down very well with Van Loon. Not until a recruiter calls her and asks her what went wrong, does she allow herself to be won over by Shell. She herself sees it as an insignificant event. “That was 26 years ago. And I can truly say that during those 26 years at Shell I have always felt supported by a corporate climate in which equal opportunities are deemed to be important.” Her career at Shell soon revolves around the production of liquid gas, LNG. For many years she works in Australia and Malaysia, after which in 2007 she returns to the Netherlands to become Global Manager LNG & Gas Processing. As vice-president LNG (since 2009) she is responsible among other things for all the R&D and the design of the Prelude FLNG, a 480-meter-long floating LNG plant. In an interview in Maritiem Nederland she says in 2014 that she would probably have had the fright of her life if many years ago she had known that she would one day come this far. She laughs when the comment crops up again. “I live by the day, in the job that I have”, she explains. “That is how my personality is made up. It is true that I am ambitious, in the sense that I want to do interesting things, but I have never attached any value to the rank of seniority that I reached.” Van Loon thinks that the working atmosphere at Shell has also

contributed to her success. “A lot of attention is devoted to the development and the quality of women and other minorities on the shop floor. I find that very important, because I have experienced myself that this can make a person quite successful. I belong to one of the first generations in which part-time work was introduced when the children are still young. Shell was one of the first companies where that was possible. Later I made an inter­ national step, doubting whether I would pull it off. I was given a lot of encouragement at the time: just try it and if there are any problems, surely we can help.” It is always difficult, interviewing a woman in a high position without starting about the fact that she is a woman. Once it is announced that Van Loon is going to be the new CEO of Shell Nederland, the Algemeen Dagblad headlines read without any embarrassment: “Merry Marjan runs Shell and her family without any stress” - as if that was not true for her male predecessor. Other media, too, emphasize with amazement that Van Loon “is not a man” and hence “does not come from the old boys’ network”. Van Loon does not seem to be bothered by that. It is an aspect that she really enjoys discussing, hoping that more young women will follow her example. “I think that role models are important. I have always done what I enjoyed doing, but I have also always found it very important apart from my work to spend time on my family, on friends, on hobbies. They also have to fit into my life. For

Anyone who wants to put Marjan van Loon out of countenance will need heavy metal. The CEO of Shell Nederland - who was present at TU/e last Monday to assist in opening the new academic year – seldom gets stressed. Whether it involves the transition to sustainable energy sources, or motivating young people for technology, Van Loon prefers thinking in solutions to thinking in problems. A matter of her Brabant background, she herself thinks: “I think Brabanders see more swiftly that a glass is half full.”

me that has never been a barrier. I have noticed that women are relieved when they hear that they can have a life too when they carve out a career.”

“Sustainable energy sources must first become reliable and affordable” As CEO of Shell Nederland Van Loon wants to work together with other parties really hard to bring about the transition to a sustainable energy supply in our country. Van Loon thinks that this calls for a combination of urgent action, realism and long-term planning from governments and trade and industry alike. “The transition to sustainable energy sources is an enormous challenge”, she says. “It requires unprecedented cooperation, investments and innovation. Shell is an energy company that is founded on innovation. We know a great deal about the carriers and the users of energy and we want to utilize that knowledge to play an active role in that transition.” Shell sees an important role for gas and wind in the Dutch energy transition and wants to make a contribution to it as well. That intention was shown by the bid made by Shell, Uneco and Van Oord jointly for the tender of the new wind farms Borssele 1 and 2 in the North Sea. And Shell is also

involved in a residual heat project in Rotterdam. The tender for Borssele 1 and 2 was not won by Shell. “Is Shell going to bid for other tenders in the Netherlands? Stay tuned, I would say. We are also interested in projects elsewhere in Europe and the world. In that sense the loss of the Borssele tender does not make so much difference. You do not make everything dependent on a single project.” Nevertheless, the company is not really known to be a driver of green energy. Better still, when the multinational recently announced the strategy for the coming years, the company seemed to look at opportunities for growth in particular in the extraction of gas and oil from the deep sea and petrochemistry. Not really what one would call green intentions. “Sustainable energy sources must first become reliable and affordable”, says Van Loon in defense of the plans. “Until then we will need large quantities of fossil fuels, so it will take research to achieve low dioxide emissions with those as well. While sustainable energy is still just a small portion, it is growing and we are going to expand that further.” In a new division, New Energies, a number of different units have been merged to achieve this. “It is not a question of and/or, but of both/and. Shell has clearly positioned itself as a company that wants to play its role in the energy transition. At different places, in different ways and at different speeds.”


18 | Onderzoek

8 september 2016

Interview | Tom Jeltes Photos | Bart van Overbeeke

Goed geregeld Tom Oomen geeft een ferme klap op zijn bureau. “Voel je hem trillen? Als je ver genoeg inzoomt dan lijkt dit harde tafelblad op een pudding, die op een heel complexe manier vervormt.” Dergelijke trillingen en vervormingen zijn een groot probleem bij de productie van bijvoorbeeld computerchips, vertelt hij. “De bewegende onderdelen van de waferscanners van chipmachinefabrikant ASML moeten over een afstand van een meter worden verplaatst, met versnellingen groter dan in de Formule1, maar dan tot op een nanometer nauwkeurig - een miljoenste van een millimeter.” Om zo weinig mogelijk last te hebben van trillingen uit de omgeving, zweven de bewegende onderdelen in een magneetveld, legt hij uit, maar toch is nog geavanceerde regeltechniek nodig om de invloed van de minuscule vervormingen in het apparaat zelf te compenseren. Het zo precies mogelijk aansturen van mechatronische systemen,

zoals de chipmachines van ASML dus, maar bijvoorbeeld ook de industriële printers van Océ, is het vakgebied van de universitair docent uit de groep Control Systems Technology van TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde. Hiervoor werkt Oomen nauw samen met de producenten van deze apparaten; behalve ASML en Océ ook met onder meer Philips en NXP Semiconductors. “Maar regeltechniek vind je overal, hoor. Niet alleen in de hightech­ industrie. Ook moderne auto’s zitten er vol mee, van de cruise control tot de aansturing van de motor en de automatische schakelbak.” Al die regelsystemen bevatten een combinatie van sensoren, actuatoren, en een regelmodel dat vertelt welke actie de actuatoren (bij cruise control het gas- en rempedaal) moeten uitvoeren afhankelijk van de input van de sensoren (de snelheids­ meter). “Het regelmodel houdt rekening met parameters als het gewicht van de auto en het

vermogen van de motor. Daardoor wordt automatisch de juiste hoeveelheid gas bijgegeven als de weg omhoog loopt. In de hightechindustrie zijn de regel­ systemen niet wezenlijk anders, alleen veel nauwkeuriger en daardoor complexer.”

In het lab staan een flatbed­ printer van Océ, een CT-scanner van Philips, en een reticle stage van ASML Juist zijn nauwe samenwerking met die hightechindustrie in de regio heeft volgens Oomen wellicht een rol gespeeld bij zijn nominatie voor de verkiezing van het Wetenschaps­ talent 2016. “Een deel van mijn

Regeltechniek is onmisbaar voor vrijwel alle moderne apparaten en machines, maar voor de gebruiker is het een nagenoeg onzichtbare technologie. Toch is het werk van universitair docent Tom Oomen bij Control Systems Technology niet onopgemerkt gebleven. Wetenschapsmagazine New Scientist nomineerde hem onlangs namelijk voor de titel ‘Wetenschapstalent 2016’.

werk, het opstellen van de regelmodellen, is heel theoretisch en wiskundig van aard. Maar zonder concrete data afkomstig van de complexe machines waarvoor je de modellen wilt opstellen, kom je niet verder. Daarom hebben wij hier in het lab onder meer een CT-scanner van Philips staan, een Arizona flatbedprinter van Océ, en een onderdeel van een chip­ machine, de zogeheten reticle stage, van ASML. Daarmee kunnen wij onze modellen direct testen op voor de industrie relevante apparaten. Dat is redelijk uniek, volgens mij.” Het reticle van ASML is het deel van de chipmachine waarop het masker wordt aangebracht met het patroon dat na belichting met UV-straling op de silicium wafer wordt weggeëtst. Het kan in zes verschillende richtingen worden bewogen (drie rotaties en drie translaties), maar bevat liefst veertien actuatoren. “Dat betekent dat we acht actuatoren als het ware over hebben. Die vrijheid willen we benutten om het flexibele gedrag van de reticle tegen te gaan. Overactuatie heet die aanpak.” Oomen beweegt en buigt een collegeblok in zijn handen om te laten zien hoe de extra actuatoren kunnen bijdragen aan een grotere nauwkeurigheid van de machine. “Daarvoor moeten we uiteraard zo goed mogelijk weten hoe de reticle precies vervormt, en dat kunnen we nu zelf hier in het lab gaan meten.” Ondertussen moeten echter ook nog flinke stappen worden gezet met de theorie. “Een systeem modelleren met zoveel in- en uitgangen, en met een zo grote nauwkeurigheid, dat kunnen we eigenlijk nog niet aan.” Terwijl de opstelling van ASML ideaal is voor het testen van overactuatie, is de Arizona flatbedprinter van Océ voornamelijk bedoeld om zelflerende regel­ systemen te ontwikkelen. Opnieuw komt het collegeblok van pas: Oomen verfrommelt een vel papier tot een propje en gooit het richting de prullenmand in de hoek van zijn kantoor. Het belandt net voor de

‘Reticle stage’, onderdeel van een chipmachine van ASML.

afvalbak op de vloer. “Ik had iets harder moeten gooien”, zegt de werktuigbouwkundige, waarna er nog een propje volgt, dat afketst op de rand van de prullenmand. Ook een printer kan nauwkeuriger worden door te leren door trial and error, legt hij uit. “De regelsystemen van veel apparaten werken met een vast model. Als de omstandigheden veranderen, bijvoorbeeld door slijtage, dan gaat zo’n apparaat daardoor minder presteren. Terwijl je met de meetgegevens van de sensoren prima kunt compenseren voor de invloed van die slijtage.”

“Zelflerende algoritmes lopen continu achter de feiten aan” Het belangrijkste nadeel van zo’n zelflerend systeem illustreert hij opnieuw aan de hand van de prullenbak. “Als ik die bak telkens een stukje verschuif, dan zul je met een zelflerend algoritme nooit raak gooien.” Het algoritme loopt als het ware continu achter de feiten aan, doordat het doel zich voortdurend verplaatst. Die - toch wel essentiële - tekortkoming van zelflerende regelaars willen Oomen en zijn collega’s oplossen. Het idee is dat er niet alleen gebruik wordt gemaakt van realtime metingen (feedback error), maar dat het regelsysteem ook vooraf bekende informatie tot zich neemt, bijvoorbeeld over de te volgen baan (zoals in feedforward). “Onze ervaring leert dat je met de introductie van feedforward een factor tien aan nauwkeurigheid kunt winnen, en met zelflerende systemen nogmaals een factor tien.” Oomen (35) is een van de vijfentwintig overgebleven kanshebbers voor de titel Wetenschapstalent 2016. Vorig jaar won Maaike Kroon, toen nog hoogleraar aan TU/e-faculteit Scheikundige Technologie. Zij maakte ongeveer gelijktijdig


Research | 19

See for news www.cursor.tue.nl/en

Tom Oomen bij de Arizona flatbedprinter van Océ.

bekend dat ze de universiteit zou verruilen voor Abu Dhabi. Een dergelijke stap ligt voor de werktuigbouwkundige, in tegen­ stelling tot Kroon ‘eigen kweek’ van de TU/e, niet voor de hand.

Great control Control technology is indispensable for nearly all modern devices and machines, but for users it is virtually invisible. Still, the work of Assistant Professor Tom Oomen at Control Systems Technology has not gone unnoticed. Indeed, science magazine New Scientist has recently nominated him for the title of ‘Scientific talent 2016’.

“Ik ben hier perfect op mijn plek, ook met alle hightechindustrie in de omgeving; ik zou niet weten waar ik mijn vak beter zou kunnen uitoefenen dan hier in Eindhoven.”

De bekendmaking van het Wetenschapstalent 2016 vindt plaats op 22 september in Amsterdam, waar beste de vijf genomineerden een presentatie mogen geven voor de jury. De samenstelling van de top vijf is afhankelijk van het aantal stemmen dat de kandidaten hebben behaald. Stemmen kan tot 8 september via www.newscientist.nl/talent/

Tom Oomen slaps his desk firmly. “Can you feel it vibrate? If you zoom in far enough then this hard table top looks like a jelly pudding, which is deformed in an extremely complex manner.” Such vibrations and deformations are a big problem in the production of things like computer chips, he says. “The moving components of the wafer scanners of lithography machine manufacturer ASML must be moved across a distance of one meter, which involves accelerations exceeding those in Formula 1 racing, but accurate up to one nanometer - a millionth of a millimeter.” In order to be hindered as little as possible by vibrations from the environment, the moving parts float in a magnetic field, he explains, but it still takes sophisticated control technology to compensate for the impact of the minuscule deformations inside the machine itself.

control are the gas and brake pedals) must carry out depending on the input of the sensors (the speedometer). “The control model takes para­ meters such as the weight of the car and the engine power into account. This implies that the proper amount of gas is added automatically when the road goes up. In the high-tech industry the control systems are not essentially different, just far more accurate and consequently more complex.” Oomen thinks that it is precisely his close cooperation with that high-tech industry in the region which may have been a factor in his nomination for the election of the Scientific Talent 2016. “A part of my work, the arrangement of the control models, is of a quite theoretical and mathematical nature. However, without concrete data coming from the complex machines for which you want to arrange the models, you cannot get any further. That’s the reason why in this lab our equipment includes a CT scanner from Philips, an Arizona flatbed printer from Océ, and part of a lithography machine, the so-called reticle stage, from ASML. This makes it possible for us to test our models directly on devices relevant to the industry. Which is quite unique, I think.”

In the lab there is a flatbed printer from Océ, a CT scanner from Philips, and a reticle stage from ASML

The most accurate control of mechatronic systems, such as the lithography machines from ASML, but also of devices like industrial printers from Océ, is the specialization of the Assistant Professor from the Control Systems Technology group of the TU/e Department of Mechanical Engineering. To this end, Oomen is cooperating closely with the producers of these devices; they include ASML and Océ as well as Philips and NXP Semi­conductors. “Control technology can be found everywhere, by the way. Not only in high-tech industry. Modern cars are full of it, from the cruise control to the engine management and the automatic gearbox.”

All those control systems contain combinations of sensors, actuators, and a control model that says which action the actuators (which in cruise

The announcement of the Scientific Talent 2016 will take place on September 22 in Amsterdam, where the top five nominees can give a presentation to the jury. The composition of the top five depends on the number of votes which the candidates have obtained. Voting is possible until September 8 via www.newscientist.nl/polls/ new-scientist-wetenschapstalent-2016/


20 | Advertenties

8 september 2016

International Student Association of TU Eindhoven

Tour de Hap 13 september | 18:00

Spring

COSMOS

in de

Startweken

Go to our website and join us today!

1. Visit cosmostue.nl

2. Click on Join

Kring 20 september 18:00

2016 @De Bunker

3. Enjoy the benefits

For international and Dutch TU/e students. Are you bored at home? Are you new to Eindhoven and have nothing to do? Then check out Cosmos! We organize: - Blitz Party - Cocktail Nights - Holi

- Diwali - Trips - And much more!

Why become a member? - Membership is free! - Discounts at parties and events - Free coffee and tea + discount on pizza

Praise & Prayer 6 september | 18:00

Lekker stuk, kom je strakjes bij me spelen?

Lekke stuk! r doppio .nl

Doppio is Dè studententheatervereniging van Eindhoven. Wil jij kijken of theater wat voor jou is? Kom dan langs tijdens de Open Cultuurweek om te ervaren hoe een repetitie er bij ons uitziet en om de gezelligheid van de vereniging te proeven!

Dit valt er allemaal te doen: Maandag 12 september 19.30 - 21.00 Workshop - regisseur Frank Dinsdag 13 september 19.30 - 21.00 Internationale workshop - regisseur Merja Woensdag 14 september 19.30 - 21.00 Workshop - regisseur Stans 20.30 - 00.00 Spelletjesavond

r e k ! k e L tuk s .nl pio

p do

Donderdag 15 september 19.30 Inschrijfavond producties

www.doppio.nl


Onderzoek/Research | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Zonne-inkt zonder druppels Om betere ‘dunne film’-zonnecellen te kunnen maken, wil je kunnen zien wat er precies gebeurt tijdens het aanbrengen van de werkzame foto-actieve laag. Met ingenieuze röntgen- en optische technieken wist promovendus Hans van Franeker de vorming van minuscule - en ongewenste - druppeltjes in plastic zonnecellen zichtbaar te maken. In principe kun je zonnecellen maken door simpelweg een dunne laag van een speciale ‘inkt’ op een ondergrond (het substraat) aan te brengen en het geheel te voorzien van elektroden. Naar de optimale samenstelling van deze foto-actieve ‘plastic’ inkt wordt echter nog hard gezocht - onder meer aan de TU/e in de groep M2N van Spinozapremie-winnaar René Janssen. Hans van Franeker, die binnenkort promoveert bij M2N, legt uit dat de inkten voor plastic zonnecellen in het algemeen twee opgeloste stoffen bevatten (polymeren en fullereen), die in de uiteindelijke zonnecel in de juiste mate gemengd moeten zijn. Een belangrijk gevaar is de vorming van druppeltjes, zegt hij. “Dat gebeurt doordat het polymeer een andere interactie heeft met het oplosmiddel dan het fullereen; tijdens het droogproces ontstaan

dan fullereenrijke druppeltjes, waardoor beide componenten ontmengd raken.” En dat leidt weer tot zonnecellen met een veel lagere efficiëntie, legt Van Franeker uit. “Volledige menging is echter ook niet goed; je wilt ergens in het midden zitten, waarbij de polymeren vezels vormen waar de fullerenen tussen gaan zitten.” Alleen zo ontstaat de optimale combinatie van lichtgevoeligheid en elektrische geleiding waar de wetenschappers naar op zoek zijn. De uiteindelijke nanostructuur van de zonnecel blijkt volgens de promovendus sterk af te hangen van de gebruikte oplosmiddelen en de manier waarop de inkt op het substraat wordt aangebracht.

Waaróm werkt de ene stof beter dan de andere? De foto-elektrische laag wordt gemaakt via zogeheten spin coating; het substraat draait hierbij rond, waardoor de inkt gelijkmatig wordt verdeeld. Het is gebruikelijk dat de resulterende zonnecellen uit het lab

Home Stretch Solar ink without any drops In order to make better ‘thin-film’ solar cells, you want to be able to see what happens exactly during the application of the photo-active layer. Using ingenious X-ray and optical technology, PhD candidate Hans van Franeker managed to make the formation of minuscule - and unwanted - droplets in plastic solar cells visible.

In principle you can make solar cells by simply applying a thin film of a special ‘ink’ on a substrate and equipping that whole with electrodes. However, there is still a very intense search going on for the optimal composition of this photo-active ‘plastic’ ink – inter alia at TU/e in the M2N group of Spinoza Prize winner René Janssen. Hans van Franeker, who will before long obtain his PhD at M2N, explains that the inks for plastic solar cells in general contain two dissolved substances (polymers and fullerene), which need to be mixed in the right proportion in the final solar cell. An important danger is the formation of droplets, he says. “That formation occurs because the polymer has different interaction with the solvent than the fullerene; during the drying process, fullerene-rich drops are formed, which cause the two components to be unmixed.”

Hans van Franeker

pas na het productieproces onder de loep worden genomen, zegt Van Franeker. “Je test de materialen aan de hand van het eindresultaat: hoe goed de zonnecellen werken die je ermee kunt maken. Maar daarmee weet je vaak nog niet waaróm de ene stof beter werkt dan de andere.” Van Franeker, die in Utrecht natuurkunde studeerde voordat hij naar Eindhoven kwam voor de master Sustainable Energy Techno­ logy, ontwikkelde daarom een meetmethode waarbij hij de

zonnecel-in-wording tijdens het spin coaten kon bestuderen. Hij keek hierbij naar veranderingen in de kleur van de zonnecel, en naar de reflectie en verstrooiing van röntgenstraling en laserlicht “Zo heb ik kunnen aantonen dat bij één oplosmiddel er druppels ontstaan zodra zo’n twintig procent van het oplosmiddel is verdampt. Als je echter een klein beetje van een tweede oplosmiddel toevoegt, een zogeheten co-solvent, dan vormen zich al vezels voor dat stadium is bereikt en voorkom je dat er

druppels ontstaan.” Dat het toevoegen van een co-solvent wonderen kon doen voor plastic zonnecellen was al bekend; dankzij het werk van Van Franeker is nu duidelijk hoe dat komt. “Dit soort in-situ metingen tijdens fabricageprocessen zijn niet altijd eenvoudig, maar het is volgens mij zeker de moeite waard om er meer gebruik van te maken.”

Interview | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

And that leads to solar cells that have a far lower efficiency, Van Franeker explains. “Total mixing is not good either, though; you want to be somewhere in the middle, where the polymers form fibers among which the fullerenes can find a place.” Only thus do you attain the optimum combination of photosensitivity and electric conduction which the scientists are trying to find. The final nanostructure of the solar cell turns out to depend strongly, as the PhD candidate adds, on the solvents that are used and the way in which the ink is applied onto the substrate.

Why does one substance work better than another?

The photo-electric layer is made via so-called spin coating; in this process the substrate is turning round, so that the ink is distributed evenly. It is customary for the resulting solar cells from the lab to be scrutinized only after the production process, says Van Franeker. “You test the materials on the basis of the final result: how well the solar cells that you can make in this way actually work. However, it means that you often still don’t know why one substance works better than another.” Van Franeker, who studied physics in Utrecht before coming to Eindhoven for the Master Sustainable Energy Technology, therefore developed a measuring method that allowed him to study the nascent solar cell during the spin coating process. Hereby he looked at changes in the color of the solar cell, and at the reflection and scattering of X-rays and laser light.

“In this way I’ve been able to show that with one solvent, drops are formed as soon as some twenty percent of the solvent has evaporated. However, if you add a small amount of a second solvent, a so-called co-solvent, then fibers will form even before that stage has been reached and you prevent the formation of droplets.” That the addition of a co-solvent could work wonders for plastic solar cells was known already; thanks to the work done by Van Franeker it is now clear how that could happen. “This kind of in-situ measurements during manufacturing processes are not always simple, but I definitely think it is worthwhile making more use of them.”


22 | Zoom in

8 september 2016

Iranian couple obtains PhD at Department of Architecture, Building and Planning on the same day

“Studying together for a doctorate is a good test for a relationship” The Iranian couple Mohammadali Heidari Jozam and Erfaneh Allameh raise working and living together to an entirely new level: on the same day before the summer they both defended their PhD theses about smart technology in houses at the TU/e Department of Architecture, Building and Planning.

Mohammadali (Ali for short) Heidari Jozam (33) and Erfaneh Allameh (32) combined the writing of their thesis about technology in houses with work and the care for their two-yearold daughter Helia. “In retrospect it was a very hectic time”, says Erfaneh, who in the past six years also shouldered most of the care responsibilities for their daughter, apart from her thesis. “As I also had a job at the same time, it took me a bit longer to finish my thesis as well”, Ali adds. Having a discussion with this couple - which has raised working and living together to an art - is like talking to one person. One will begin a sentence and the other completes it. For both of them one word is enough to know what the other wants to say.

“Only our names and dates of birth are different” They laugh with approval when they hear that camping together is regarded as a good test for a relationship in the Netherlands, but that obtaining a joint doctorate is similar in quite a lot of ways. Ali: “For a very long time now we

have been used to doing everything together. Our resumes show a lot of resemblance as far as studies, courses, extra study programs and grants are concerned. Only our names and dates of birth are different.” “As a result, one word from the other is often enough”, says Erfaneh. The couple thinks that the strength of their professional relationship lies in their capacity to utilize each other’s talents during the design process. “For instance, I have more artistic traits and Ali has more technical qualities. When we need to design a house or a building I begin with the draft.” Ali smiles: ”She is more of a dreamer, I make it realistic, I ensure it is feasible.” As early as during the Bachelor’s program of Architecture at the university of Isfahan in Iran the two got acquainted. Through their friendship and studying together they grew on each other to such an extent that during a study trip to Europe Ali proposed to Erfaneh. The couple, who got married between the Bachelor’s and Master’s phase, soon had to break up again, though, as Erfaneh moved to Teheran for her Master’s program, a four-hour trip away from her husband. Ali, proudly: “As she

was a very good student, she was admitted at once to a top university without an entrance examination.” Erfaneh goes on: “For his Master’s program he stayed at the same university in the same city where we had obtained our Bachelor’s degrees.” Traveling up and down was terminated after two years because they both went to work for a firm of architects after completing their studies. After several years the couple decided to continue their research into smart technology in houses which they had started in the meantime - at TU/e on a grant from the Iranian Ministry of Science Research and Technology. Erfaneh: “Since this technology is changing and growing very fast, we both found this a most interesting subject for our PhD.” Ali: “For my Master’s thesis I conducted research into the flexibility in houses and that’s how I got more and more interested in seeing how new technology can improve the quality of one’s living space.” Whilst both decided on the same subject, Erfaneh in her thesis concentrates more on the way in which new technologies can influence people’s behavior in

everyday life and Ali focuses in particular on the influence of new technologies on our living space. “His focus was more on the space and mine was on behavior”, Erfaneh summarizes. While her mother is talking, Helia creeps onto her lap. When she gets restless, Ali briefly interrupts the discussion to instruct her about a game on the iPad.

In October they will return to their homeland Iran They both look back on a very pleasant time they spent in the country which they only knew from the research at TU/e, Philips and PSV. Erfaneh explains that after only six months they already felt very much at home here. “We have worked together quite agreeably with both Dutch and foreign colleagues and there is a large Iranian community in Eindhoven.” “And the Dutch are really nice,” Ali adds. Although they are especially going to miss their friends here very much, the distance from their

families counts more heavily for them and they are going back to their homeland in October. “In February, this time also together again, we will get started as Assistant Professors, in the same group and at the same university”, says Ali. Both of them are familiar with teaching. Erfaneh has already taught architecture courses at the university in Iran. Ali, who is more specialized in technical software, was a lecturer from 2011 to 2014 for the Module 3D Studio Max course at TU/e. Apart from that, they also want to try and make their dream come true by building a smart house in the form of a living lab and they will continue their research “We are also going to focus on other challenges in the area of smart home developments, such as new building methods, affordability and prefabrication of intelligent houses”, Erfaneh concludes.

Interview | Tiny Poppe Photo | Bart van Overbeeke


See for news www.cursor.tue.nl/en

Zoom in | 23

Erfaneh Allameh and Mohammadali Heidari Jozam with their daughter Helia.


De TU/e is een mini-universum. 729.651 vierkante meter vol weten­ schappelijke dromen, maar ook 729.651 vierkante meter vol met mensen met hun mensen-dingen. Rare dingen, dagelijkse dingen, opmerkelijke dingen, dood­normale dingen, uitzonderlijke dingen. We zien deze dingen, we lopen voorbij deze dingen, en wij, wij documenteren deze dingen. Een gevonden voorwerpje hier, een terloopse observatie daar, wij spotten het, fotograferen het, becommen­ tariëren het.

Ook iets gespot? Mail naar cursor@tue.nl

Bijzondere bijbanen

Ben in de bus Ben van Lier (23), die nog een half jaar op de TU/e zal rondlopen om af te studeren bij Business Information Systems, zit wekelijks 8 tot 16 uur achter het stuur van een Hermes stadsbus. “Een breder beeld van de samenleving krijgen, dat gaat bij uitstek goed in een bus”, zegt Ben van Lier. Hij houdt van de interactie met passagiers van allerlei pluimage. Maar een grotere motivatie dat Ben op de bus is beland, is zijn voorliefde voor alles wat rijdt, helemaal als er een motor in zit. Hij had lang de ambitie om vrachtwagenchauffeur te worden. Maar echt geschikt om de hele dag in zijn eentje te zijn met goederen die niets terugzeggen, nee dat is Ben niet. Zijn vrienden kennen hem als een druk mannetje, maar achter het stuur is hij de rust zelf. “Pure zelfbeheersing.” Zijn eigen Saab 93 kan hard, maar hoeft dat niet van hem. Een topbijbaan, noemt Ben zijn nul-uren contract bij Hermes. Hij kent de 25 stadslijnen door Eindhoven op zijn duimpje. “Kan ik achteruit rijden.” Bij mooi weer raam open, fijner werk om 12 euro per uur voor te krijgen, kan hij niet bedenken. Het is ook niet zomaar een baan; Ben is wel een half jaar bezig geweest vanaf de eerste sollicitatie tot zijn eerste werkdag, nu een jaar geleden. “Om mijn busrijbewijs te financieren, werkte ik ’s nachts bij een sorteercentrum van PostNL.” Hij heeft nog niet de route over de campus gereden, lijn 104. Daar zit hij ook niet op te wachten. “Het lijkt me drie keer niks. Je moet dan zeventien maal hetzelfde rondje rijden in één dienst. Dat is echt saai. Bovendien zijn de TU/e-wegen niet echt geschikt. De bus is zeer gevoelig voor drempels, kuilen en - bij wijze van spreken - schaduw van lantaarnpalen.” Een typische buschauffeur is Ben niet. De blouse van het uniform dat hij draagt (“model vuilniszak”) heeft een kleine maat, maar is nog te groot. Dat komt niet door sport. Het enige dat Ben doet, is studeren, bus rijden, drie of vier avonden per week trombonespelen (Hoi Quadrivium! Hoi Studentproof!) en tijd maken voor leuke dingen. “Tot nu toe heb ik tijd zat.” Interview | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke

Waaro: all over the place Wattie: de ‘S’ Een nieuw jaar, een nieuw begin: positivo’s aller landen verenigt U! Onze universiteit is goed man (m/v)! Borstklop hier, schouderklop daar. Goed op heel veel vlakken: onderwijs, onderzoek, schaal­ grootte, gezelligheid, voorzieningen én samenwerking met bedrijfsleven. Dat laatste geldt niet enkel voor usual suspectsamenwerkingen, edoch nu ook voor de food-and beverage-tak. Al ’n tijd hebben we een Spar, sinds deze week een Subway en binnenkort een Starbucks. Voordat we ons gaan vergelijken met een Google-campus toch één opmerking. Waarom moeten al deze externe F&B-bedrijven met de letter ‘S’ beginnen? ‘Mmmhhhhh, dat we externe bedrijven binnenlaten is al wel ‘n ding, maar samenwerking staat dan ook hoog in ons vaandel en laten we maar meteen voorop stellen dat we enkel samenwerken met bedrijven wier naam begint met de ‘S’ van samenwerken.’ Maar met voorzieningen zat het al goed, we hebben al de tofste campus in Nederland: we hebben een bioscoop in de Swarte Doos, we hebben een monumentale Schoorsteen, we hebben concerten in het Sgaslab en we hebben een eigen Swembad! ‘S’ stands for Swag: en yep, lekkerbekken onder U verheugen zich nu al op de komst van de Sushi-keizer.

Hoe kom jij aan je geld? Misschien mag je het innen bij paps en mams, misschien schraap je het zelf bij elkaar met uren werk. Is dat zwaar en moet je ervan zweten? Of is het spannend en lijkt het een spel? In deze serie vertellen TU/e-studenten over de bijzondere bijbanen die zij hebben.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.