Cursor 4 - jaargang / year 59

Page 1

4 20 October 2016 | year 59

@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine

|

www.cursor.tue.nl

|

tuecursor

|

@tuecursor @TUeCursor_news

14 | Dismantling work pressure Het CvB nam deze week de moeilijke beslissing tot het invoeren van een studentenstop. Dit is één van de maatregelen die de (werk)druk wat van de ketel moet halen.

6 SG a necessary gift

Studium Generale is een noodzakelijk cadeau voor studenten

8 Binnenkijken bij...

9 Living on campus

In het Nayadehuis doen ze álles samen

Sharing a kitchen and bathroom in Aurora

Design 12 Dutch Week

Van eigenzinnige klokken tot inbakerdoeken met moeders hartslag


2 | Vooraf

CURTOON

20 oktober 2016

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven (online)

Medewerkers Angela Daley

Fotografie Bart van Overbeeke

Coverbeeld Shutterstock / Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Benjamin Ruijsenaars Susie Day

Het F-word Begin deze week heeft ons College van Bestuur samen met de decanen de teerling geworpen. Ze trokken dan weliswaar niet de Rubicon over, maar vanuit hun vaste vergaderlocatie in het Belgische Lanaken hadden ze wel de Maas Han Koning s, kunnen doorkruisen. Waar ik het over heb? hoofdredac teur Over het F-word. F staat voor fixus. Voor het eerst plaatsen we op vier opleidingen een deksel, oftewel een cap. In het collegejaar 2018-2019 wordt bij die opleidingen nog maar een maximum aantal studenten toegelaten. Een beslissing die er al lang aan zat te komen, maar die uiteindelijk toch met pijn in het hart genomen zal zijn. Growth is good was jarenlang het motto aan onze universiteit. Maar als de groei van de financiën geen gelijke tred houdt met het binnenstromen van eerstejaars, wordt het moeilijk om dat mantra vol te houden. Het CvB is bang dat teveel geld richting het onderwijs gaat en dat daarmee het onderzoek een ondergeschoven kindje wordt. En de verwevenheid tussen die twee vindt men cruciaal voor het opleiden van ingenieurs. Op de rem trappen, is dan een begrijpelijke reactie, maar het zal velen er ook toe gebracht hebben dat andere F-word te gebruiken. Jarenlang alles uit de kast gehaald om scholieren ertoe te bewegen een technische studie te gaan volgen en dan nu niet volledig de vruchten daarvan plukken. Schieten we onszelf hiermee niet in de voet en schrikken we nu toekomstige generaties af? Ongetwijfeld vragen die ook in Lanaken voorbij zijn gekomen en bij Cursor gaan we proberen hier de komende tijd de antwoorden op te krijgen.

Doordoordoor Op mijn nachtkastje, de geluidsboxen en de rand van mijn Norbine Sc halij keukentafel liggen stapeltjes boeken die mij venijnig aankijken. Wanneer ga je ons nou eens lezen? Sorry, ik moet van Bert Meijer en Yvonne de Kort vaker naar SG (pagina 6-7), ik wil nog naar DDW (pagina 12-13), er is nog een studentenhuis te bezoeken (pagina 8-9), etc. Maar, lieve boeken, er gloort hoop voor jullie. Ik leg jullie in het biebje van de kantine van Kennispoort. Ik neem je mee naar het sportgala, waar je als entreekorting dient omdat ESSF ‘Books4life’ steunt. Dan worden jullie gelezen, en kan ik dóór. Of moet dat juist niet? (pagina 14-17)

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Clmn

Leanders factor

Newtons eerste wet zegt dat wanneer de som van alle krachten op een voorwerp nul is, het voorwerp stilstaat of een constante snelheid heeft. Hieruit volgt dat voorwerpen die stilstaan een neiging hebben om stil te blí ven staan: inertie. Ik wil graag een nieuw natuurkundig concept introduceren: mentale inertie. De neiging van een non-actief brein om non-actief te blijven. Een zekere hoeveelheid moeite die je moet overbruggen voordat je kan beginnen aan een taak vanuit stilstand. Een moeite die bij mij zo hoog als de Mount Everest lijkt te zijn. We plakken er gelijk een variabele aan: Leanders factor (waarom bescheiden doen?). Een dimensieloos getal tussen 0 en 1 dat aangeeft hoe erg een persoon door mentale inertie wordt beïnvloed. Lezers die zich absoluut niet herkennen als uitstellers (leugenaars), vallen tussen de 0 en 0.3. Dan heb je de gemiddelde mens, tussen 0.3 en 0.7. Als laatste, de hardcore uitstellers: 0.7 tot 1. Mijn Leander-factor is jammer genoeg 1.

Niet dat dat altijd zo is, dus ik denk dat we mijn factor onmiddellijk tijdsafhankelijk kunnen maken (misschien een sinus). Het ligt vooral aan de taak: lekker concrete Leander va n Ee dingetjes zoals twee A4’tjes aan Biomedisch kelen, student e Technolo gie wiskunde opschrijven gaat makkelijk, omdat het simpelweg een hoop trucjes uitvoeren is. Heerlijk. Dat staat in tegenstelling tot verslagen schrijven, waarvoor daadwerkelijk constructief denkwerk vereist is. Uren op Youtube zitten want, ‘oh, deze zin leest niet lekker. Dit kan ik niet goed beargumenteren. Waarom ben ik niet de zoon van een Pulitzerprijs-winnaar?’ Ergo, niet tijdsafhankelijk, maar werkafhankelijk. Tweede variabele ertegenaan gooien die beschrijft hoe erg het werk op een USE-leerlijnverslag lijkt en klaar. Knap staaltje afleidwerk. Is hier een Nobelprijs voor te winnen?


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Auditorium venue for lustrum ball More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en

TU/e’s own Auditorium will be the venue on December 16 for the lustrum ball held to celebrate TU/e’s sixtieth birthday. An external company that is also managing the light and sound will ensure that the Auditorium “is transformed into a venue worthy of a ball”. Fifteen hundred tickets (at forty euros each, including drinks and snacks) will go on sale Monday October 24. The party is primarily intended for the university’s students and PhD candidates; students can buy two tickets each through their student.tue.nl account, PhD candidates should mail the organizers. The music will be provided by, among others, disco-funk band Mr. Nice and the Hermes House Band.

Nieuw TU/e-team werkt aan duurzaamste huis ter wereld TU/e-studenten hopen in 2018 het duurzaamste huis ter wereld te bouwen. En wel in Dubai, waar het nieuwe team VirTUe deelneemt aan de Solar Decathlon Middle-East. Het initiatief, waarvoor twee leden vorige week alvast afreisden naar de Verenigde Arabische Emiraten, komt vanuit het honors-programma Smart Cities.

TU/e zet studentenstop op vier opleidingen

Ter plaatse krijgen alle deelnemers (22 teams van over de hele wereld) eerst tien dagen de tijd om hun huizen op te bouwen. Daarna volgt de daadwerkelijke wedstrijd, waarbij alle ontwerpen in tien dagen worden beoordeeld op aspecten als architectuur, constructie, innovatief gehalte, energiebeheer, comfort en communicatie. VirTUe telt momenteel vijftien studenten, maar is op zoek naar versterking.

De TU/e gaat voor vier bacheloropleidingen de invoering van decentrale selectie voorbereiden vanaf het collegejaar 2018-2019. Het gaat om Industrial Design, Biomedische Technologie, Technische Bedrijfskunde en Technische Informatica. Dit om de hoge kwaliteit van het onderwijs te kunnen blijven garanderen en beheerst te kunnen blijven groeien, aldus het College van Bestuur. De afgelopen tijd kwamen er protesten uit het bedrijfsleven tegen het invoeren van studentenstops voor technische opleidingen. Daar vond men het onverantwoord en verweet men de TU’s te weinig gedaan te hebben om de groei op te vangen. Onderwijsminister Jet Bussemaker liet de Tweede Kamer vorige week echter weten begrip te hebben voor de afwegingen van de TU’s.

Op 11 oktober hees de TU/e voor het eerst een regenboogvlag aan een van de 4 masten bij de vijver, die 12 meter hoog zijn. De vlag werd speciaal besteld voor Coming-out-day en kostte 284,35 euro. Hij is 280 x 425 cm groot en wordt voortaan jaarlijks gehesen. Aan dezelfde mast past ook de TU/e-, de Eindhovense-, de Brabantse-, de Nederlandse- of de Europese vlag. De dakvlag op Atlas (tijdelijk buiten gebruik) is een maatje groter: 300 x 450 cm.

Hang de vlag uit

Fly the flag On October 11 for the first time TU/e raised a rainbow flag on one of the 4 flagpoles next to the pond, each of which is 12 meters tall. The flag was ordered specially for Coming Out Day and cost 284.35 euros. It measures 280 x 425 cm and will be raised annually from now on. The flags of TU/e, Eindhoven, Brabant, the Netherlands and Europe also fit this same flagpole. The roof flag on Atlas (temporarily out of use) is one size bigger: 300 x 450 cm. (NS) Photo | Monique van de Ven

TU/e leads two large EU research projects TU/e has secured two of the twenty or so new FET Open subsidies offered by the European Union. As project leader of the ONE-FLOW project, Volker Hessel (Chemical Engineering and Chemistry) is keen to combine the benefits of natural biochemical processes with sophisticated continuous reactor technology for such aims as making new and cheaper medicines. The SiLAS project headed up by Jos Haverkort (Applied Physics) aims to result in a laser based on silicon, so that simple optical and electronic functions can be combined on a chip. Together the two projects will provide TU/e with income totaling some 2.5 million euros.


4 | Universiteitsberichten

ALGEMEEN Dienst Personeel en Organisatie | Employabilityfonds Wil jij een opleiding of training volgen die buiten de scope van je huidige functie valt, maar erop is gericht om je positie op de arbeidsmarkt duurzaam te verbeteren? Mogelijk kun je voor de financiering gebruik maken van het Employability­ fonds. Kijk voor meer informatie op de intranetpagina’s van DPO of informeer bij je HR-adviseur. Centraal Stembureau | Kandidaatstelling Verkiezingen TU/e 2016 Dit jaar worden de verkiezingen gehouden voor de verkiezing van de geleding studenten van de Universiteitsraad en de Faculteits­ raden. De verkiezingen geschieden door middel van elektronisch stemmen. Van dinsdag 25 oktober t/m donderdag 27 oktober 2016 kunnen kandidaatstellingsformulieren ingeleverd worden bij het Centraal Stembureau, MF 3.075 (geopend van 9:00 - 12:00 uur en van 14:00 - 17:00 uur). Het Centraal Stembureau stelt in zijn vergadering d.d. maandag 7 november 2016 de kandidaten­ lijsten vast en publiceert deze vervolgens op haar webpagina’s (intranet.tue.nl/verkiezingen). Dinsdag 8 november t/m donderdag 10 november 2016 bestaat de mogelijkheid om tegen het betreffende besluit schriftelijk bezwaar aan te tekenen bij het Centraal Stembureau. In zijn zitting d.d. maandag 14 november 2016 stelt het Centraal Stembureau de verzamellijst van alle kandidatenlijsten vast en kent daarbij de lijstnummers toe. Deze verzamellijst wordt eveneens gepubliceerd op genoemde webpagina’s. In de periode maandag 14 november

t/m donderdag 17 november 2016 worden de kennisgevingen van de stemming verzonden. Voor meer informatie: intranet.tue.nl/verkiezingen Nomination Elections TU/e 2016 This year elections will be held for the student sections of the University Council and the Department Councils. These elections will take place by means of electronic voting. The period of nomination has been set for Tuesday 25 October thru Thursday 27 October 2016 and nomination forms can be submitted at the Central Electoral Committee, MF 3.075 (open from 09:00 - 12:00 and from 14:00 - 17:00). In the meeting of Monday 7 November 2016, the Central Electoral Committee shall decide on the list of candidates and publish these on the web pages intranet. tue.nl/elections From Tuesday 8 November thru Thursday 10 November 2016 written objections concerning the decision taken may be lodged with the Central Electoral Committee. In the session held on Monday 1 4 November 2016 the Central Electoral Committee shall ratify the collected list of all candidates and allocate list numbers. This collected list will also be published on the web pages. In the period from Monday 14 November thru Thursday 17 November 2016 voting notifications will be sent. For further information: intranet.tue.nl/elections

Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Intreerede professor Wakkary Vrijdag 28 oktober, 16.00 uur, ID: intreerede prof.dr. R.L. Wakkary (ID)

20 oktober 2016

UNIVERSITEITSBERICHTEN

Voorzitter: prof.dr.ir. Frank Baaijens Titel: “Designing to Know” Promoties Donderdag 20 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. L.F. Zubeir (ST) Promotoren: prof.dr.ir. M.C. Kroon en prof.dr. J. Meuldijk Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Carbon capture with novel low-volatile solvents: Experiments and modeling” Donderdag 20 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. K.A. Buist (ST) Promotoren: prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers en prof.dr.ir. N.G. Deen Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Novel experimen­ tal techniques for granular flow” Maandag 24 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie A. Zawedde MSc (W&I) Promotor: prof.dr. M.G.J. van den Brand Voorzitter: prof.dr. J. de Vlieg Titel proefschrift: “Modeling the Dynamics of Requirements Process Improvement” Dinsdag 25 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie M.R. Rasouli MSc (IE & IS) Promotoren: prof.dr.ir. P.W.P.J. Grefen en prof.dr. R.J. Kusters Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “Information governance in service-oriented business networking” Donderdag 27 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie E. de Hoop MPhil (IE & IS) Promotor: prof.dr.ir. G.P.J. Verbong

Voorzitter: prof.dr. C.J.H. Midden Titel proefschrift: “Material Voices Articulating democracy through biodiesel’s socio-material entanglements in India” Donderdag 27 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie V. Ghilas MSc (IE & IS) Promotor: prof.dr. T. van Woensel Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “The Pickup and Delivery Problem with Time Windows and Scheduled Lines: Models and algorithms” Maandag 31 oktober, 14:00 uur, CZ4: promotie M. Jakšic MSc (IE & IS) Promotoren: prof.dr.ir. J.C. Fransoo en prof.dr. A.G. de Kok Voorzitter: prof.dr. J. de Jonge Titel proefschrift: “Inventory models with uncertain supply” Maandag 31 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie J. Wang MSc (W) Promotor: prof.dr. H. Nijmeijer Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Battery electric vehicle energy consumption modelling, testing and prediction: A practical case study” Maandag 31 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie drs. G.J.W. Bent (ESoE) Promotor: prof.dr. P.J. den Brok Voorzitter: prof.dr. D. Beijaard Titel proefschrift: “Exploring Geography Teaching in Primary Education Perspectives of teachers, teacher educators and pupils” Dinsdag 1 november, 16:00 uur, CZ5: promotie K. Thiruvalluvan Sujatha MSc (W) Promotoren: prof.dr.ir. N.G. Deen en prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Cutting Bubbles An experimental and numerical investigation of micro-structured bubble column”

Woensdag 2 november, 16:00 uur, CZ4: promotie I.C. Campos Velarde MSc (ST) Promotor: prof.dr.ir. M. van Sint Annaland Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “High Temperature Hydrodynamics for Chemical Looping Biomass Gasification” Woensdag 2 november, 16:00 uur, CZ5: promotie A.V. Chvyreva MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. E.F. Steennis Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Creeping Sparks: a study on surface discharge development” Donderdag 3 november, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. J.A.J. Essing (EE) Promotoren: prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund en prof.dr.ir. D.M.W. Leenaerts Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Modular Design Approach for Watt-Level MillimeterWave Power Amplifiers” Maandag 7 november, 16:00 uur, CZ4: promotie M. Tian MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. N.G. Deen Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Lignocellulosic Octane Boosters” Maandag 7 november, 16:00 uur, CZ5: promotie F.A. Gutierrez Mejia MSc (TN) Promotor: prof.dr.ir. M.W.J. Prins Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Proteins with a twist: Torsion profiling of proteins at the single molecule level” Dinsdag 8 november, 16:00 uur, CZ4: promotie S. Pourmirza MSc (IE & IS) Promotor: prof.dr.ir. P.W.P.J. Grefen Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “Runtime Party Switch in an Inter-Organizational Collaboration” Lees verder op pagina 21 >>

In memoriam Een leven vol passie Vrijdag 30 september jongst­leden is Ralph Otten, voormalig opleidingsdirecteur van de faculteit Electrical Engineering en voormalig voorzitter van de Electronic Systems groep, overleden na een tragisch ongeluk tijdens een vakantie in Georgië, in de Kaukasus. Ralph studeerde in 1971 af aan de faculteit Elektrotechniek van de toenmalige Technische Hogeschool Eindhoven. Na zijn studie werd hij wetenschappelijk medewerker in de nieuw opgerichte vakgroep Design Automation van Jochen Jess, de huidige Electronic Systems groep. Ralph combineerde een promotie met onderwijs en, de eerste jaren, met een studie medicijnen in Nijmegen. Hij promoveerde in 1976. In 1981 werd hij uitgeleend aan IBM Research in Yorktown Heights, waar hij verantwoordelijk werd voor de Yorktown Silicon Compiler, destijds de meest geavanceerde toolflow voor circuitontwerp. Gedurende de jaren bij IBM bleef hij verbonden aan de TU/e en gaf hij ieder jaar een trimester college. Tijdens een sabbatical jaar in 1996 werd hij ook visiting professor in Berkeley en Stanford. Zijn Amerikaanse periodes zijn bepalend geweest in Ralphs leven. Vele wetenschappelijke en industriële contacten, en vele persoonlijke vriendschappen stammen uit die periodes. In 1986 werd Ralph bij Koninklijk besluit benoemd tot hoogleraar in de Elektrotechniek aan de TU Delft. Ralph begeleidde daar vele promovendi. Ook daar zijn weer hechte vriendschappen ontstaan. In 2000 keerde Ralph terug naar de TU/e, als voorzitter van de Electronic Systems groep. Hij heeft de groep nieuw vorm gegeven en de basis gelegd voor wat de groep nu is. Als opleidingsdirecteur heeft hij grote invloed gehad op de huidige Electrical Engineering curricula. Tot zijn emeritaat in 2014 was hij (mede-)docent van maar liefst negen vakken. Ralphs werk heeft grote impact gehad. Hij was de grondlegger van slicing floorplan design, tegenwoordig een standaard stap in commerciële ontwerptrajecten voor digitale circuits.

Em.Prof.dr.ir. Ralph Otten 26 februari 1949 - 30 september 2016

Het maakte cruciale optimalisaties in circuitontwerp praktisch haalbaar. Zijn wetenschappelijke bijdragen variëren verder van algoritmen voor logische synthese tot een nieuwe representatie van planaire grafen en theoretische analyses van simulated annealing. Dit jaar ontving hij de ISPD Lifetime Achievement award voor zijn werk. Ralph had een brede interesse voor geschiedenis, kunst, cultuur en religie. Hij was een verwoed verzamelaar van boeken en muziek. Verdi had daarbij een speciale plaats in zijn hart. Hij had ook veel plezier in modelbouw. Slot Rommelstein in zijn tuin is een waar sprookje met nauwkeurig nagebootste landschappen en fantasieën. Hij was een Bourgondiër die genoot van een goed diner en zelf graag kookte. Zijn single malt whisky collectie is imposant. Italië was zijn favoriete land. Ralph had altijd tijd en aandacht voor de mensen om hem heen. Verjaardagen, Kerst en Sinterklaas werden uitgebreid gevierd, vaak met een creatieve en educatieve noot. Vooral voor zijn petekinderen en hun ouders, die in Delft bij hem zijn gepromoveerd, is hij belangrijk geweest. Zijn begeleiding bij de voorbereiding van de eerste communie van de jongsten was bijzonder. Alles wat Ralph deed, deed hij met passie: zijn hobby’s, zijn onderzoek, zijn onderwijs en zijn vriendschappen. Sinds 1978 samen met zijn vrouw Carla die alles met veel liefde en plezier met hem heeft gedeeld. Hij deed alles op eigen wijze. Hij was creatief en had uitgesproken visies. We verliezen in Ralph een groot inspirator. We wensen Carla, zijn petekinderen en hun ouders, familie en vrienden veel sterkte.

Namens de Electronic Systems groep en de faculteit Electrical Engineering, Prof.dr.ir. Twan Basten, voorzitter Electronic Systems Em.prof.dr.ir. Wim van Bokhoven, oud-decaan Electrical Engineering Em.prof.dr.ing. Jochen Jess, oud-voorzitter Electronic Systems


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Eindhovense studentes op de bres voor UNICEF

TU/e breaks world record for nanowire solar cells

Voor veel studenten zal het welzijn van kinderen elders in de wereld een ver-van-hun-bed-show zijn. En dat kan Itzel Belderbos ook best begrijpen. De TU/e-studente is dan ook niet van plan om belerend met het vingertje te gaan wijzen of doorlopend een collectebus onder de neuzen van haar medestudenten te duwen. Maar ze prikkelen met leuke activiteiten en misschien toch even aan het denken zetten: dat wil ze met het kersverse Eindhovense studententeam van UNICEF wél.

Researchers at TU/e have gained a new world record for the efficiency of nanowire-based solar cells: 17.8 percent. These types of solar cells have been around for just a few years but in terms of efficiency are catching up to other types and are thus very promising for the sustainable energy supply. TU/e researcher Dick van Dam was awarded his doctorate on 17 October for his research that makes this possible. The previous record, of 15.3 percent, was held by Sweden’s Lund University. The efficiency percentage indicates how much of the sunlight that falls on the cell can be used as electrical energy.

iGEM-team TU/e maakt noodrem voor medische therapie Ook dit jaar vaardigt de TU/e weer een studententeam af naar de finale van de iGEM-competitie (International Genetically Engineered Machine) in Boston. Van 27 tot 31 oktober presenteren zij hun ‘kill-switch’ voor bewerkte afweercellen die worden ingezet bij de bestrijding van kanker. Deze noodrem moet voorkomen dat de afweercellen gezonde lichaams­ cellen aanvallen.

De ploeg telt vijf TU/e-studentes, één Fontys-studente en iemand die culturele antropologie studeerde in Nijmegen. De zeven hebben volgens Belderbos al wat acties en activiteiten in gedachten, maar deze moeten nog worden uitgewerkt. In eerste instantie willen de studenten zichzelf vooral een beetje op de kaart zetten, met kleine kennismakingsactiviteiten.

In 2015 namen 280 internationale teams deel die hun resultaten presenteerden tijdens de jaarlijkse finale in het najaar in Boston. Het iGEM-team van de TU/e mocht toen een gouden medaille in ontvangst nemen en ontving de prijs voor Best Innovation in Measurement.

Arrival of new digital education systems within sight The arrival of the new digital education systems will soon be forthcoming, for on March 13, 2017, Canvas and Osiris will take off. They are going to replace the existing systems, including Oase, Owis and Studyweb. Canvas is comparable to Oase, but the greatest difference is especially in the possibility for more interaction between students reciprocally and between students and lecturers, says dean of the Graduate School Jan Fransoo. Osiris, the student information system, takes care of the management of all the student data - from the moment of their enrollment up to their graduation. Students will be able to find their grades there, can register for courses and examinations and monitor their academic progress. Right from the start the new systems will all be available on one and the same (personalized) portal. It will not be necessary anymore to log in separately for the separate systems.

ID wederom present op de Dubai Design Week De faculteit Industrial Design is vanaf 24 oktober weer present op de Dubai Design Week, die dit jaar voor de tweede maal wordt georganiseerd. Binnen de zogeheten Global Grad Show, een tentoonstelling waarvoor vijftig universiteiten input leveren, zullen vijf projecten uit Eindhoven te bewonderen zijn. ID toont het multifunctionele neonatale dekentje Hugsy; het interactieve operatiesysteem TP Surgery; de Haptic Engine, bedoeld om ontwerpers bij te staan in het creëren van haptische effecten; de SoleMaker, waarbij de 3D-scan van iemands voet vertaald wordt naar de ideale zool, en Digital Fabric, waarbij mode gecombineerd wordt met augmented reality.

De mens achter het nieuws

Interview | Tom Jeltes Foto | Ineke Neutelings

Ineke Neutelings, inmiddels promovenda bij TU/e-faculteit Industrial Design, stond vorig jaar op de Global Graduation Show van eerste Dubai Design Week met haar afstudeerproject - de Sonostapp, een prothese die geluiden produceert die het makkelijker maken om te leren lopen met een nieuwe beenprothese. Ze was onder de indruk van de professionaliteit - en het budget - waarmee het emiraat dit evenement uit de grond had gestampt.

Welk beeld is je bijgebleven van vorig jaar? “De expositieruimte waar wij onze projecten mochten presenteren was prachtig ontworpen. Bovendien was het onderdeel van splinternieuw gebouw dat nog helemaal leeg was. Ze hadden speciaal voor de eerste Dubai Design Week zelfs een heel Design District gebouwd met meerdere gebouwen. De gedachte was overduidelijk niet om klein te beginnen en het daarna verder uit te bouwen, maar om meteen iets groots neer te zetten. Het was allemaal perfect georganiseerd.”

Ineke Neutelings “Een prachtige ervaring om op te kunnen trekken met leeftijdsgenoten uit andere landen”

Wat is er bijzonder aan de Dubai Design Week? “Dit soort evenementen hebben vaak een lokaal karakter, maar op de Global Graduation Show hadden ze ontwerpen uit de hele wereld, inclusief de makers die er hun verhaal bij konden doen. Per universiteit betaalde de organisatie reis- en verblijfkosten van twee deelnemers. Alleen de luxe vlucht met Emirates was al een ervaring op zich. Er werd wel verwacht dat we elke dag van negen uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds aanwezig waren in de expositieruimte; gelukkig kregen we duidelijke schema’s met wanneer de pers en hoogwaardigheidsbekleders langs zouden komen. De Global Graduation Show bestond uit zo’n vijftig afstudeerprojecten van een tiental universiteiten; het was een prachtige ervaring om een week op te kunnen trekken met leeftijdsgenoten uit andere landen.”

Was er veel publiek? Bij het WK wielrennen van afgelopen week in buurstaat Qatar viel dat nogal tegen. “De Dutch Design Week wordt vast drukker bezocht omdat die al langer bestaat, maar over belangstelling hoefden we niet te klagen. In Dubai wonen veel expats uit allerlei landen en de tentoonstellingen zijn ook door veel toeristen bezocht, sommigen kwamen speciaal voor de Design Week naar Dubai. Maar ook de lokale bevolking was goed vertegenwoordigd - de vrouwen van top tot teen bedekt, de mannen in traditionele kledij of in pak. Ook was er veel belangstelling van de pers, waaronder van CNN en belangrijke tijdschriften over design.”

Wat is je nog meer opgevallen? “Het is toch wel een bijzondere plek, zo’n luxe stad in de woestijn. Een beetje eng zelfs - als je ziet dat ze ondanks de hitte en het watergebrek toch groene zones weten aan te leggen; dat voelde tegennatuurlijk. Het was er ook brandschoon; de stoep werd voortdurend gedweild om hem zandvrij te houden. De verschillende districten zijn alleen verbonden per autowegen, waardoor je je lopend eigenlijk niet kunt verplaatsen. Het Design District was zo nieuw dat onze taxichauffeur er een paar keer omheen is gereden voordat hij uitvond hoe je er moest komen. Terwijl we het al konden zien liggen.”


6 | Interview

20 oktober 2016


Interview | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Wisseling van de SG-wacht

Een noodzakelijk cadeautje voor studenten Interview | Norbine Schalij Foto | Bart van Overbeeke Bevlogen mensen zijn het, Yvonne de Kort en Bert Meijer, beiden hoogleraar aan de TU/e. We kennen Bert Meijer (61) als hoogleraar Organische Chemie, directeur van het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen en Universiteitshoogleraar. Yvonne de Kort (47) is hoogleraar Omgevingspsychologie bij Human-Technology Interaction. Beiden hebben een tjokvolle agenda, maar maken graag ruimte voor zaken waar ze het belang van inzien. Zoals Studium Generale. Meijer was zestien jaar voorzitter van de bestuurscommissie van SG, De Kort neemt die rol nu van hem over. Het gesprek rolt van het ene onderwerp in het andere. We hebben het over Meijers 25-jarig hoogleraarschap, De Korts motivatie om voorzitter te worden, de eerste keer dat zij elkaar in de haren vlogen (“Nou ja, dat viel wel mee”, zegt Meijer) bij een vergadering over de invoer van studiepunten voor het volgen van SG-activiteiten. Maar Meijer houdt de vinger goed aan Cursors pols. “Het komt toch wel duidelijk naar voren hoe belangrijk de rol van SG is in een academische gemeenschap?” Vol vuur verdedigt hij meerdere keren tijdens het gesprek het bestaan van Studium Generale. “Cultuur is enorm verrijkend in de periode van je leven die het meest belangrijk is. De indrukken die je krijgt tussen 16e en 26ste jaar zijn essentieel. Een groot deel van die tijd zijn studenten hier en dat geeft de universiteit een enorme verantwoordelijkheid om ze alles te geven wat hen vormt.”

“Er moet één Tros-lezing bij zitten” De Kort noemt SG een noodzaak, maar ook een cadeautje voor studenten. “Het is belangrijk dat zij over hun eigen grenzen heen kijken, desnoods gedwongen via studiepunten. Ze moeten toch de wereld waarvoor zij de techniek maken leren kennen. En eens iets anders horen dan hun eigen hoogleraar.” Meijer en De Kort snappen dat velen de tijd er niet voor nemen. Er is studiedruk, er moeten bijbanen worden verricht, studieverenigingen worden bezocht. De Kort: “Zelf heb ik er als TU/e-student ook niet goed de tijd voor genomen, als aio leerde ik SG pas beter kennen. Doodzonde achteraf.”

Volgens Meijer zou SG meer bezoekers kunnen trekken met optredens van mensen van faam en naam. “Als ik het programmaboekje krijg, blader ik het door op zoek naar die ene ‘Tros-lezing’ die er mijn inziens bij zou moeten zitten. Waar is de grote naam waar ook ik mijn agenda voor schoonmaak? Waarom treedt Elon Musk hier niet op? Ik wil niet klagerig overkomen, zo bedoel ik het niet, maar ik ben ervan overtuigd dat wanneer zo iemand, of Stephen Hawking of, toen dat nog mogelijk was, Steve Jobs, hier zou spreken, dat je dan ieders interesse hebt.” En eenmaal gekomen, komen studenten vast nog eens bij iets anders, iets nieuws. Maar de voorzitter van de bestuurscommissie gaat helemaal niet over het programma. “Dat is maar goed ook, dat zou ik echt niet willen”, zegt De Kort. “Daar is het SG-bureau voor, zij doen dat heel goed. En ze moeten het programma heel divers houden, naast grote namen ook onbekend talent tonen.” Wat je als voorzitter wél kunt, is je sterk maken voor randvoorwaarden. Zo heeft Meijer, samen met de SG-directeur van toen, Maarten Pieterson, en TU/e-bouwpastoor Herman Rikhof, het collegezaalgebouwtje dat bij het voormalige scheikundegebouw hoorde (begin deze eeuw gerenoveerd tot Vertigo), gered van de sloop. “We wilden er een bioscoop met bistro-achtig café van maken.” We kennen het nu als De Zwarte Doos.

“Ik heb net als Bert een grote mond en vuur, alleen nog niet zijn statuur”

Studium Generale: a necessary gift for students They are such enthusiastic persons, Yvonne de Kort and Bert Meijer, both professors at TU/e. We know Bert Meijer (61) as Professor of Organic Chemistry, Director of the Institute for Complex Molecular Systems and University Professor. Yvonne de Kort (47) is Professor of Environmental Psychology at Human-Technology Interaction. Although the agendas of both are chock-a-block with appointments, they are quite willing to make room for matters which they regard as important, such as Studium Generale. Meijer chaired the Executive Committee of SG for sixteen years and De Kort is taking over that role now.

De Zwarte Doos is het meest tastbare dat Meijer heeft achtergelaten in de zestien jaar dat hij voorzitter was. De Kort zegt met een knipoog dat ze de druk op haar schouders voelt toenemen. “Ik heb niet meteen grote veranderingen op het oog. Als het goed is, merkt niemand iets van de bestuurswissel. Mijn taak is SG steunen. Ik wil dat er tijdstippen én ruimtes voor SG blijven. Ik heb net als Bert een grote mond en vuur, maar nog niet zijn statuur. Ik hoop dat dat met de jaren komt.” Meijer heeft een tip: “Maak de toegankelijk­heid tot SG groter. Laat telkens zien hoe belangrijk het is, desnoods door een ronde SG-kiosk op de Martkhal van MetaForum te zetten.” Iets anders wat Meijer SG toewenst is “een kleine rel per jaar”. Hij wil graag dat het soms een beetje schuurt, dat het discussie oplevert. Nou, zo’n relletje zit er volgens De Kort aan te komen. Ze gaat natuurlijk niet zeggen wat of wanneer, maar ze is onlangs geïnformeerd door SG dat er iets spannends gaat gebeuren. Een kritische vriend heeft Meijer altijd willen zijn en dat is hij volgens SG-directeur Lucas Asselbergs ook geweest. Niet dat er meteen

gebeurde wat hij bedacht. Zo blij hij wordt als hij langs De Zwarte Doos komt, zo droevig is hij bij het Gaslab. “Weet je wat mij altijd enorm geïrriteerd heeft? De ontoegankelijk­heid van het Gaslab. Ik werk ’s avonds vaak tot laat en dan kom ik er langs op de fiets. Als er dan iets te doen is, kan ik niet zien wát. Je moet flink wat lef hebben om die deur open te doen en naar binnen te gaan. Soms staan er zelfs wat obscure typetjes bij de deur, ik kan me voorstellen dat je als eerstejaars student niet naar binnen durft. Dat staat lijnrecht tegenover dat wat SG moet zijn! Openstaan voor alle studenten en niet voor een sub-setje. Er mag best een Black Sabbath-achtige avond zijn, maar kondig dat aan, heel groot: ‘Vanavond Vrij Entree’.” Lichtprofessor De Kort krijgt meteen een idee: “We kunnen met een naar buiten gericht scherm laten zien wat er binnen in dat fantastische gebouw gebeurt. Met reclame erop.” Voor twee lezingen in oktober is dat niet nodig: Maarten van Rossem en Twan Huijs. Uitverkocht. De Kort en Meijer zijn trouwens niet geweest: te volle agenda.

De beste films, boeken, en andere cultuurdragers volgens Yvonne de Kort Beste films: ‘Breaking the waves’, ‘Lola rennt’, ‘Whiplash’ en ‘The secret life of Walter Mitty’. Beste boeken: ‘The God of Small Things’ van Arundhati Roy en diverse boeken van Anna Enquist. Beste muziek: Bach (Matthäus, cello suites) in de klassieke hoek, Elbow in pop/rock, Shovels & Ropes in singer song, Miles Davis in jazz, maar ook Remy van Kesteren en Eric Vloeimans & friends. Beste theater: “Eigenlijk is dans het meest mijn ding (NDT1 en 2), maar daar ben ik al te lang niet geweest. Wel enorm genoten van Wende en Amsterdam Sinfonietta dit jaar.” Beste tv-programma: “Documentaires en iedere dag een dosis Australian Masterchef (maar echt alleen de Australische variant), en dan liefst zelf wat in elkaar flansen in de reclame-onderbrekingen.”

De beste films, boeken, en andere cultuurdragers volgens Bert Meijer Beste film: “Wellicht niet mijn beste, maar wel het vaakst, minstens twintig maal, gezien: ‘A good year’.” Beste boek: ‘Onder professoren’ van W.F. Hermans Beste muziek: “Vele soorten, variërend van Pink Floyd, via Tchaikovsky en Amy Macdonald naar Roxy Music.” Beste theater: toneel; zoals De Goede Dood (regie Wannie de Wijn) en cabaret. Beste tv-programma: “Studio Sport (als Ajax wint en PSV verliest; ik kijk niet als het andersom is), Nieuwsuur, en een goede krimi op zijn tijd.”

With great zest Bert Meijer defends the existence of Studium Generale a number of times during the discussion. “Culture is tremendously enriching in the most important period of your life. The impressions we absorb within the age bracket from 16 to 26 are essential. Students are here for a large portion of that time, which makes the university’s responsibility for imparting everything that educates them enormous.” De Kort calls SG a necessity as well

as a present for students. “It is important that they should look beyond their own borders, if need be we force them to do so by means of credits. After all, they need to get to know the world for which they are designing and constructing the technology. And they can benefit from listening to other speakers than their own professors.” Meijer and De Kort understand why many students do not take the time to do so. There is the pressure

of the study, sidelines need to be filled, study associations must be visited. De Kort: “I myself did not take the time to do so properly as a TU/e student either, so it was only when I was a PhD student that I got to know SG better. In retrospect that’s a great pity.”


8 | Student

20 oktober 2016

Binnenkijken bij

Nayadehuis Nassaustraat 3 Hoeveel personen: Elf, waaronder drie ‘droge’ (geen lid van de Eindhovense studenten waterpolo & zwemvereniging). Meest trots op: Sfeer, huisschild, bierkelder. Schamen zich voor: Niets! “We zijn trots op wat we hebben en zijn erg schaamteloos.” Studentenhuis sinds: 1971 (maar pas na een paar jaar op dit adres). Huurprijs: Gemiddeld 280 euro inclusief alles, inclusief een hoogslaper. Meest bijzondere bewoners: vijf kippen. Interview | Norbine Schalij

Nadine Mocking (masterstudente Bouwkunde) zaagde, tekende, schilderde en lakte dit schild en hing het daarna aan de buitengevel. Alles in haar eentje. Lekker behulpzaam, die huisgenoten. Noem de mythologische nimf van het Nayadelogo vooral geen zeemeermin!

“Het lijkt een zooi”, zegt Pedro Németh, derdejaars Technische Bedrijfskunde, “maar er zit allemaal structuur in.” De lijnen voor het buitenwatertoernooi worden jaarlijks één weekend gebruikt voor het openwatertoernooi in de IJzeren Man. Het smerige matras (net buiten beeld) wordt gelukkig nooit gebruikt.

Photos | Bart van Overbeeke

En hoe is het in ...?

Sydney |

Kan niet beter, zou ik zeggen. Na een stop van vijf dagen in het bloedhete Dubai, arriveerde ik op 9 juli 2016 in het prachtige Australië. Dit was een goede drie weken voordat de studie hier begon, maar wie wil er nou niet zo snel mogelijk naar Sydney? Als deel van mijn master Structural Design aan de TU/e heb ik besloten een semester van mijn studie te gaan studeren aan de University of Technology Sydney (UTS). Reden hiervoor: de locatie.

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

In de Blue Mountains. Patrick staat rechts op de foto.

Geloof me, daar kun je niet omheen. Daarnaast zijn veel van mijn vakken gefocust op groepswerk. Ik heb dan ook niet één keer een college gehad in een ‘normale’ collegezaal, maar juist in een klaslokaal, waar bloktafels worden omringd door een diversiteit van studenten.

Om heel eerlijk te zijn, heb ik nooit echt onderzoek gedaan naar de universiteit, die, kwam ik later achter, de beste jonge universiteit van Australië bleek te zijn én in de top 250 universiteiten van de wereld staat. Daarnaast heeft de UTS tijdens mijn semester een recordaantal internationale studenten binnengehaald. De mensen die ik hier heb leren kennen, komen dan ook van over de hele wereld.

En dan natuurlijk nog de reden waarom ik naar Australië ben gegaan: de locatie. Man, man, man, wat is hier veel te zien. Wandeltochten van Bondi tot Coogee Beach, hikingtochten in de Blue Mountains (zie foto), rijdend in een camperbusje langs de kust naar Melbourne: het blijft onbeschrijfelijk. Mijn planning bevat voor nu dan ook nog genoeg uitstapjes door het prachtige Australië. Gezien deze uitstapjes vaak niet gratis zijn en studenten natuurlijk naar de centjes kijken, zou ik in dit geval zeggen: het kost wat, maar je komt altijd rijker thuis. Voor alle studenten die twijfelen of vragen hebben over mijn exchange periode in Sydney, voel je vrij om contact met mij op te nemen. Ik deel mijn kennis en ervaring graag met jullie.

Het leren kennen van mensen viel me hier alles mee. De algemene introductieweek zorgt ervoor dat iedereen wel contact met anderen legt.

Cheers! Patrick Lenaers, masterstudent Structural Design

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

In de keuken hangt een schilderij dat ex-bewoner TK ooit maakte als straf voor het bekladden van het huisreglement. “Daar moet je namelijk met respect mee om gaan”, zegt Pedro. De meeste kamers zijn zó hoog dat Nadine (1.64 m) en Tim Sonnemans (1.89 m, hij beraadt zich op een nieuwe studie) er boven elkaar kunnen staan.

De bewoners doen graag alles samen. Sporten, eten, uitgaan, klussen, en zelfs gezellig samen naar de Praxis. Moet het gekker worden?

De kippen van Nayade mochten hun gang gaan in de tuin van het aangrenzend advocatenkantoor (Mauritsstraat 24). Tótdat de advocaten hun tuin terug willen. En dat is nu. De kippen zouden op marktplaats komen met deze foto van Fontys­ student - en broer van Pedro Rico Németh. Maar enkele dagen na Cursors bezoek hebben ze al een plaatsje gevonden bij een lieve boer.

Living on campus

With the opening of the student tower blocks Aurora and Luna there will from now on be many hundreds of students and employees living on campus. Time to make a tour.

“I also used to cook at home for my parents” Laura Juan (24) started the second year of the Master’s program Innovation Management in September. The first year she completed at the university in Valencia, where she lived. Via the Erasmus program she ended up in Eindhoven and for seven weeks now she has shared the kitchen and the bathroom in Aurora with three other internationals. Is Eindhoven not a touch disappointing for someone who is used to such a magnificent city as Valencia? No, Laura thinks it is quite a pretty and especially clearly laid out little city. Surely it will have made a difference that her first few weeks in the Netherlands were extremely sunny? “Yes, they were quite fantastic, I enjoyed sitting outside on our balcony together with my flat mates. It’s getting too cold for that now, but I don’t really mind cold or rain that much. What I do like less is the wind.” In Valencia Laura used to live with her parents. “Still, they left me a great deal of freedom, so living together with three other students now is comparable with that. At home I was often the one to cook, for both my parents have full-time jobs. And I really enjoy cooking.” Laura is living together with two men and a woman. One of the guys is from India. “He’s very busy, so he seldom joins us for dinner.” Nevertheless at night she does eat together regularly with her two other flat mates, who both come from Italy. For lunch she also goes back to Aurora. “I’m a vegetarian, and the choice provided here on campus is a bit limited, unfortunately. What I have tried immediately, though, is the stroopwafels (treacle waffles), because everybody was lyrical about them.” Living on campus and in Aurora has agreed with her fine so far. “I’ve already made lots of friends within the block and keeping the kitchen and bathroom clean is actually no bother at all. Whoever feels called upon to do this just does it. We haven’t even made a duty list yet.” The only downside really is the fact that she does need to ride some distance to do her shopping - she shops at AH opposite the railway station. “However, that is partly because I always forget something or other”, she says with a smile. Interview | Han Konings Photo | Bart van Overbeeke


10 | Interview

20 oktober 2016

? De Vragenbank

Nieuwsgierig pakt Raymond Starke (37) vijf vragen uit de hoge hoed. Hij beantwoordt ze uitgebreid maar zorgvuldig, want ‘hij wil niemand voor het hoofd stoten’. Starke is communicatiemedewerker en sportverenigingmanager bij het Studentensportcentrum en zaalvoetbaltrainer bij Totelos.

Wanneer is je dag geslaagd?

Wat heb je bereikt waar je heel trots op bent?

Wat is het grootste verschil tussen jou en je ouders?

Wat is je favoriete woord?

“Als ik veel op een dag heb gedaan, allerlei indrukken heb opgedaan, en dan thuis zonder schuldgevoel kan gaan zitten. Dat kan een dag zijn waarop ik heb gecoacht, met vrienden heb doorgebracht of een mooie wielrentrip had. Ik vind het heerlijk om daarna thuis met muziek te kunnen ontspannen. Ik luister ’s avonds graag naar muzikanten als Yann Tiersen, Nick Drake, Otis Redding, Miles Davis en ook naar flamencoartiesten als Paco Peña, Tomatito en Paco de Lucía.”

“Op wat ik doe als trainer/coach bij Totelos Dames. En dan gaat het me niet zozeer om onze successen, als wel om de groei die verschillende spelers hebben doorgemaakt. Ik heb als doel dat ze zich zoveel mogelijk moeten kunnen ontwikkelen, ook als persoon. Verschillende types studenten moeten zich in de teams thuis kunnen voelen. Dat heb ik van mijn opa geleerd, die nog jeugd­ trainer is geweest van Jan Mulder en Arie Haan. Hij zorgde ervoor dat ook de minste speler werd opgesteld en kon een speler naar huis sturen om z’n huiswerk af te maken.”

“Mijn moeder is behoorlijk eigenzinnig en mijn vader is als echte Oost-Groninger sociaal ingesteld. Die karaktertrekken heb ik ook. Ik vind wel dat mijn ouders zichzelf meer mogen gunnen. Ze leven op veel gebieden nog net zo ‘sober’ als toen we met ons achten in één huis woonden- mijn ouders, drie broers, twee zussen en ik. Als je heel je leven ijverig en plichts­getrouw hebt gewerkt, mag je best wat comfort hebben. Er is niets mis met een keer een taxi nemen of een concert bezoeken.”

“Jeeezus. Haha, dat woord niet hoor. Maar wat een vraag! (Denkt na). No worries. Soms maken mensen zich erg druk over in mijn ogen onbelangrijke zaken. Ik vind het bijvoorbeeld totaal geen probleem als iemand mijn verjaardag vergeet. Even goede vrienden. Als we een keer een wedstrijd verliezen, lig ik daar ook niet wakker van. Wel als het de spelers niet interesseert of als iemand wordt buitengesloten.”

Interview | Judith van Gaal Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat What makes your day a success?

What have you achieved that you are very proud of?

“That’s when I have done a lot of things, had all sorts of impressions, and can then sit at home without feeling guilty. It might be a day that I’ve done some coaching, have spent with friends, or have enjoyed a long bike ride. After a day like that I love relaxing at home, listening to music. In the evenings, I enjoy listening to musicians such as Yann Tiersen, Nick Drake, Otis Redding and Miles Davis, as well as to flamenco artists like Paco Peña, Tomatito and Paco de Lucía.”

“I’m proud of what I do as trainer/ coach at Totelos Dames. And it’s not so much a question of our successes, but the progress that various players have made. My aim is that they should be able to develop as much as possible, as people too. Different types of students should be able to feel at home in the teams. That’s something I learned from my granddad, a soccer youth trainer of, among others, the well-known Dutch soccer players Jan Mulder and Arie Haan. He made sure that even the least able player was on the team, and he could send a player home to finish his homework.”

Wie of wat heeft jou het meeste veranderd? “Mijn familie en allerlei mooie mensen die ik heb ontmoet, hebben mijn leven beïnvloed. Mijn mentor heeft er destijds voor gezorgd dat ik doorging met mijn studie communicatie. Daarnaast heeft het lezen van het werk van Epicurus mijn leven veranderd. Volgens deze Griekse filosoof zijn er drie ingrediënten voor ‘geluk’: vriendschap, vrijheid ervaren/ onafhankelijk zijn en nadenken over het leven. Probeer uit te bannen wat je ongemak of pijn kan geven. Daarom drink ik bijvoorbeeld geen alcohol en vind ik het eervol dat ik studenten kan helpen met sporten.”

Intrigued, Raymond Starke (37) pulls five questions out of the top hat. He answers them in detail but carefully, because ‘he doesn’t want to offend anyone’. Starke is Communication Officer / Sports Coordinator / Futsal Trainer & Coach at the Student Sports Center. What is the biggest difference between you and your parents? “My mother is pretty headstrong, and being typical of someone from East Groningen my dad is very sociable. These are personality traits I’ve inherited. I do think, though, that my parents could permit themselves a little more luxury. In many respects they live just as frugally as when all eight of us were living under one roof - my parents, my three brothers, two sisters and me. If you have worked hard and dutifully all your life, you can certainly indulge yourself a little. There’s nothing wrong with taking a taxi once in a while or going to a concert.”

What is your favorite word?

Who or what has changed you the most?

“Jeeezus. Ha ha, not that word though. But what a question! (Ponders). No worries. Sometimes people get wound up about things that I think are unimportant. I think it’s completely okay, for example, if someone forgets my birthday. No hard feelings. If we lose a match once in a while, it doesn’t keep me awake at night. But if the players are not interested or if someone is excluded from the group, that does.”

“My family and all kinds of wonderful people whom I have met, they have influenced my life. My mentor at the time made sure that I continued my communication degree. After that, reading the work of Epicurus changed my life. According to this Greek philosopher, there are three ingredients for happiness: friendship, experiencing freedom/independence, and reflecting on life. Try to exclude anything that can cause you trouble or pain. That’s why I don’t drink any alcohol, for example, and I feel it is honorable work helping students play sport.”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

TUssen de oren

I stand corrected Laatst zat ik in het Metaforum. Tussen twee afspraken door dacht ik daar snel wat nakijkwerk te doen, maar in plaats daarvan ontspon zich een stukje TU/e-folklore waar ik tot dat moment geen weet van had. Ik zat aan één van de lange tafels naast de trap van de kantine én het was 11.00 uur - zo’n punt waarop tijd en ruimte samenvallen. De lege plaatsen aan mijn tafel oefenen grote aantrekkingskracht uit op studenten die in groepjes neerstrijken voor overleg. Steeds weer komen er mensen aan mijn tafel zitten; pratend, grabbelend

in tassen, totdat één van hen onverdacht een laptop op tafel legt. En dan gebeurt het: nog voordat het scherm volledig open is, wordt de betreffende student kordaat terechtgewezen door een bewaker: aan deze tafels géén laptops tot 14:00, ze zijn gereserveerd voor lunch. ‘Maar dat had je kunnen weten, want het staat hier heel duidelijk’, klinkt het steeds. De studenten mompelen wat en druipen gezamenlijk af, keer op keer. Mij wordt het standje bespaard - vanwege mijn leeftijd, of omdat ik mijn nakijkwerk op papier doe en ik zie het schouwspel met

stijgende verbazing aan. De gelijkenis in het gedrag van die clubjes studenten: bijna een serieel uitgevoerd simultaanballet. Maar vooral: de onverzettelijkheid van deze bewaker. ‘Gaat dat hier de hele middag zo?’, durf ik na een tijdje te vragen, zodra ik me ervan verzekerd voel dat ik niet op mijn vingers getikt ga worden. ‘Ja iedere dag, de hele lunch.’ De bewaker blijkt een heel aardige man. ‘Nou, dat lijkt me nou niet het leukste element van uw baan’, hoor ik mezelf invoelend zeggen. Ik heb met hem te doen. Het moet vreselijk zijn mensen steeds te

moeten bestraffen en frustreren in hun plannen. Om depressief van te worden. Ik had er niet verder naast kunnen zitten. ‘Hoezo? Ik doe dit heel graag’, verzekert de man me verbaasd. ‘Onze mensen moeten ook kunnen lunchen tenslotte. En zij moeten leren zich aan regels te houden. Ik heb hier een opvoedkundige functie.’ Hij legt me uit dat dit de kern van zijn werk is, de baan die hij tientallen jaren geleden gekozen heeft. Ik geef college over het fenomeen Theory of Mind: de vaardigheid

om de gedachten, gevoelens, en intenties van anderen te kunnen inschatten. Het is een vaardigheid die belangrijk is in het sociale verkeer en waar bijvoorbeeld mensen binnen het autismespectrum moeite mee kunnen hebben. Theory of Mind - je zou haast kunnen zeggen dat dat als psycholoog zo’n beetje mijn vak is. Maar hier leer ik mooi dat ook ik het grondig mis kan hebben. Word ik dus toch nog op mijn vingers getikt. Yvonne de Kort | hoogleraar Omgevingspsychologie bij Human-Technology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

Brain matters

I stand corrected Sitting in Metaforum recently, I was between two appointments contemplating the idea of doing a quick spot of marking when a piece of TU/e folklore, about which I was unaware, played out before my very eyes. I was seated at one of the long tables next to the stairs leading from the canteen, and it was 11 a.m. - a point at which time and space intersect. The empty seats at my table are exerting an irresistible force on students. They are dropping into chairs in small groups, ready to have informal meetings. Waves of

people are coming to sit at my table; talking and scrabbling in their bags, until one of them innocently lays a laptop on the table. And then it happens: before the screen is fully open the student in question is firmly reprimanded by a security guard: no laptops at these tables before 2 p.m., they are reserved for lunch. ‘But it shouldn’t be news to you, it’s written here quite clearly,’ I hear repeatedly. Mumbling, the students creep away, time and again. I am spared the telling-off - thanks to my age or because I’m doing my correcting on paper - and I watch the spectacle with growing

amazement. The similarity in the behavior of the groups of students; this is almost a sequential performance of one and the same choreographed ballet. And most striking of all: this security guard’s intransigence. ‘Is it like this all afternoon?’ I dare to ask after a while, as soon as I am sure that I won’t be rapped over the knuckles. ‘Yes, every day, all through the lunch period.’ The guard turns out to be a very nice man. ‘Well, that doesn’t seem like the most enjoyable aspect of your job,’ I hear myself saying sympathetically. I feel for the

guy. It must be awful to have to dole out punishment time and again and to frustrate people’s plans. It’s enough to make you depressed. But I could not have been more wrong. ‘What do you mean? I really like doing this,’ the man assures me in amazement. ‘After all, our people also need to be able to have lunch. And the students have to learn to obey the rules. My job here is to teach them some social skills.’ He explains to me that this is the core part of his work, the job that he chose to do decades ago. I give lectures on the phenomenon

of Theory of Mind: the skill of correctly estimating the thoughts, feelings, and intentions of other people. It is a skill that is important in social interaction and something with which people on the autism spectrum, for example, can have difficulty. Theory of Mind - you could almost say that it is my specialist field as a psychologist. But now I am being well and truly taught that I too can be completely wrong. So, after all, I have been rapped over the knuckles. Yvonne de Kort | Professor of Environmental Psychology at Human-Technology Interaction


12 | Focus

20 oktober 2016

Text | Norbine Schalij

DDW:

Wie is de baas? Is dat degene die de wekker zet, of is dat de wekker? Zegt de jas van de verhuizer dat het tillen verkeerd gaat, of voelt hij dat aan zijn rug? Vertelt een knop hoe sterk de koffie is, of ruikt je neus dat? Deze en bijna zestig andere kwesties komen aan de orde op de expositie Mind the Step, die als onderdeel van de Dutch Design Week (22-30 oktober) in het Klokgebouw gehouden wordt. De ontwerpen zijn van studenten en medewerkers van de TU/e, Universiteit Twente en de TU Delft.

Mind the Step, van 22 tot en met 30 oktober, in het Klokgebouw. TU/e-medewerkers en -studenten kunnen via intranet een kaartje met korting kopen dat geldig is voor hele week en alle DDW-locaties in de stad (respectievelijk 15 en 10 euro).

www.ddw.nl

Ruimte voor publieke gebouwen in vluchtelingenkampen | Bij noodhulp voor de meer dan zestig miljoen vluchtelingen die de wereld kent, is slechts aandacht voor basisvoorzieningen: beschutting, eten en wasgelegenheid. “De kampen zijn ontworpen voor tijdelijk gebruik daarom zijn de publieke ruimtes en voorzieningen zeer basaal of nagenoeg afwezig in de meeste gevallen”, zegt Juliette Bekkering, hoogleraar Architectural Design and Engineering. “En juist die openbare gelegenheden kunnen het welbevinden verhogen en de toekomstige kansen van de bewoners vergroten.” Haar afstudeerstudio ‘Public buildings for refugees’ laat op Mind the Step maquettes zien voor een badhuis, een pop-upschool en een ruimte voor ceremonies.

Grip krijgen op het ongrijpbare | IoT Sandbox is te omschrijven als ‘Een levend laboratorium op zandbakformaat’ of een ‘Arena op schaal’. ID-masterstudenten Joep le Blanc en Bastiaan van Hout bouwden de Sandbox plus een bijbehorend bedieningspaneel om het ontwerpen voor onvoorspel­ bare verschijnselen concreet te maken. De bedoeling van de IoT Sandbox die ID-medewerker Joep Frens ontwierp, is studenten gereedschappen te geven om grip te krijgen op het dynamische aspect van Internet of Things. Dat is gemakkelijker opgeschreven dan uitgevoerd. “Je kunt veranderingen niet voorspellen. Dat maakt dat het ontwerp heel open moet zijn, in tegenstelling tot een camera bijvoorbeeld, waarvan je weet welke functies erbij horen.” Het publiek in het Klokgebouw krijgt een demonstrator (lees: maquette op 1:20 schaal) te zien en mag daarin spelen met design van onder andere licht, geluid en beeld.

Terug in moeders armen | Voor baby’s die in een couveuse moeten verblijven én voor zijn of haar ouders is het pijnlijk en stressvol om elkaar los te laten. Vier masterstudenten bij Industrial Design ontwikkelen daarom Hugsy; een inbakerdoek voor prematuur geboren baby’s waarmee ‘kangaroo care’ kan worden gegeven. De doek houdt de baby warm tijdens de beweging van couveuse naar moederlijf en geeft terug in de couveuse de hartslag van de moeder en haar geur weer. Op dit moment worden klinische testen gedaan in Máxima Medisch Centrum. De bedoeling is dat Hugsy binnen twee jaar in meerdere ziekenhuizen gebruikt wordt. Industrial Design-masterstudente Sylvie Claes zal zich hiervoor bij haar afstuderen, na afloop van dit project, inzetten.


Focus | 13

See for news www.cursor.tue.nl/en

De dingen de baas Een klok die zijn eigen gang gaat | Anne Spaa heeft voor haar afstuderen bij Industrial Design twee objecten gemaakt die de gebruiker - én designers - aan het denken moeten zetten. Een wekker en een staande klok met een morali­ serende werking over slaaptijd en afstand nemen van je werk. Ongeacht het moment dat jij de wekker zet, zal hij enkel afgaan na het doorlopen van 7 1/2 uur. De functionele moraal van het object is dus: het is belangrijker dat je genoeg slaapt dan op tijd wakker te worden. De klok van ID’er Anne Spaa lijkt in het weekend te veranderen in een object dat niets doet. Met dat ‘niets doen’, hoopt Weekend Alarm zijn bezitter te motiveren om het zelfde te doen, rust te nemen en los te komen van werk en verantwoordelijkheden. Foto | Bart van Overbeeke

Slimme werkkleding | Een project dat reeds in gebruik is, is Smart Workwear van John Vlaming, alumnus van Industrial Design. Een sensor in werkkleding registreert de stand van rug en geeft via bluetooth een signaal naar een scherm. Met deze feedback kunnen rugproblemen hopelijk worden voorkomen. Op Mind the Step staat een werkshirt met de sensor, en kan het publiek een video zien van het magazijn van HAVEP waar een pilot loopt met tien mensen.

Voel de PusH | Een programmeerbare knop om mensen te laten praten over de wens techniek voelbaar te laten zijn. Dat is wat Wendy Dassen laat zien, nee vóelen, op Mind the Step. Ze ontwierp het voor een masterproject Industrial Design. “Programmeerbare haptiek is een nieuw veld. Het is meer zoeken naar vragen, dan zoeken naar antwoorden.” Dassen heeft een kastje gemaakt (PusH) met een knop die zo te programmeren is dat je zwaarder of lichter moet indrukken, maar ook een extra weerstandje halverwege of een versnelling op het eind kunt tegenkomen. Een voorbeeld om dat te gebruiken: “Het zou mooi zijn als de knop waarmee je voor sterke koffie kiest, anders aanvoelt dan de knop waarmee je slappe koffie kiest.”

DDW: The boss of things

Who is the boss? Is that the person who sets the alarm, or is it the alarm clock? Does the removal man’s jacket say that the carrying is being done incorrectly, or does he feel it in his back? Does a button tell how strong the coffee is, or does your nose smell it? These and almost sixty other questions are raised in the exhibition Mind the Step, which is being staged in Het Klokgebouw as part of the Dutch Design Week (October 22-30). The designs are the work of students and employees of TU/e, the University of Twente, and TU Delft.

Within nine themes, visitors can see and experience how students use engineering in design; and the objects are sure to set you thinking about your behavior in relation to everyday objects. The designers themselves will often be present. After all, they are just as curious about your reaction as you are about their products. Presentations will also be held daily as part of the Mind the Story program. Mind the Step, from October 22 through 30, in het Klokgebouw (Strijp S). TU/e employees and students can buy a reducedprice ticket via intranet that is valid for the entire week and all DDW venues in the city (15 and 10 euros respectively). www.ddw.nl


14 | Uitgelicht

20 oktober 2016

Hoe maken we de werkdruk weer hanteerbaar? De TU/e blijft onverminderd populair als mogelijke plek om te gaan studeren; de open dagen voor vwo’ers, die morgen en overmorgen plaatsvinden, waren weer snel volgeboekt. Het College van Bestuur nam begin deze week in samenspraak met de decanen een moeilijke, maar ook begrijpelijke beslissing die de druk wat van de ketel moet halen. Bij vier opleidingen zal in het collegejaar 2018-2019 een maximaal aantal studenten kunnen instromen en zal een decentrale toets bepalend zijn of je wordt toegelaten. Vicevoorzitter Jo van Ham en DPO-directeur Nicole van der Wolk vertellen wat er op centraal niveau nog meer wordt gedaan aan de werkdruk. Cursor zocht op de campus naar nog meer initiatieven die daaraan kunnen bijdragen.

De instroom blijft de komende jaren onverminderd hoog en de zoektocht naar getalenteerde docenten en wetenschappers om die groei qua mankracht bij te benen, wordt ook niet makkelijker. Jo van Ham: “De groei die we de afgelopen jaren hebben doorgemaakt en de investeringen die we daarmee moeten doen in het onderwijs, vormen een bedreiging voor ons onderzoek. De budgetten daarvoor zijn namelijk niet meegegroeid en daarmee dreigt er een kaalslag in ons onderzoek. Maar de verwevenheid van ons onderwijs met ons onderzoek is juist essentieel bij het opleiden van ingenieurs, dus moesten we ingrijpen om nog kwaliteit te kunnen garanderen.” Voor de opleidingen Industrial Design, Biomedische Technologie, Technische Informatica en Technische Bedrijfskunde wordt daarom voor het collegejaar 2018-2019 een maximum gesteld aan het aantal studenten dat met die opleidingen kan beginnen. Een decentrale toets bepaalt straks wie wordt toegelaten. Het is voor het eerst dat de TU/e naar dit middel grijpt. Op centraal niveau worden de komende tijd meer initiatieven ontplooid die de wetenschappers moeten ontlasten. Van der Wolk: “Zo moet werkdruk een essentieel onderdeel worden van het jaargesprek. Daar moet besproken worden wat iemand nog wel doet en wat niet. Binnen bijvoorbeeld een vakgroep zou een leidinggevende ook gedifferentieerder moeten omgaan met zijn team. Binnen de vier domeinen onderwijs, onderzoek, valorisatie en management zou elke keer gekeken moeten worden waar per wetenschapper voor de komende periode de nadruk komt te liggen. Geef die ene persoon nu wat meer ruimte voor zijn onderwijs en laat hem voor die andere domeinen tijdelijk wat gas terugnemen. Daardoor kun je je vakgroep efficiënter laten functioneren. Voor leiding­ gevenden zijn er cursussen om op deze manier te leren werken.” Vicevoorzitter Van Ham haast zich om te zeggen dat elke wetenschapper wel in elk domein actief moet blijven. “Het is zeker niet de bedoeling dat iemand zich straks enkel nog met het geven van onderwijs bezighoudt. Dat is in strijd met onze eis dat het allemaal met elkaar verweven moet zijn.”

Helpende hand bij projectvoorstellen Wat wetenschappers ook steeds meer tijd kost, is hun zoektocht naar onderzoeksmiddelen. Zowel op nationaal als Europees niveau. “Er gaat veel tijd zitten in het schrijven van projectvoorstellen, in het vinden van de juiste organisatie waar je je aanvraag kunt indienen en in het zoeken naar geschikte strategische partners”, vertelt Van Ham. “Als het geld eenmaal is toegekend, moet je het voortdurend

administratief verantwoorden en ben je weer tijd kwijt met tussenrapportages. Om hier een helpende hand te bieden, zijn we een Research Support Netwerk (RSN) aan het oprichten. Dat netwerk wordt ingevuld door mensen die nu al binnen de faculteiten zitten, want die spreken de taal van de wetenschappers waarvoor ze werken. Die personen krijgen ondersteuning vanuit het Innovation Lab. We richten er dus geen aparte centrale afdeling voor op.” Volgens Van Ham werken enkele faculteiten al met dit soort ondersteuners. “De wetenschapper blijft vanzelfsprekend verantwoordelijk voor het inhoudelijke deel, maar vragen als ‘waar moet ik het indienen’, ‘wanneer’ en ‘hoe’, en ‘hoe maak ik een juiste begroting’ kunnen straks door het RSN gedaan worden. Dat moet de wetenschapper meer lucht geven voor zijn eigenlijke taak: het doen van onderzoek.”

Zoektocht naar getalenteerde wetenschappers Het vinden van getalenteerde wetenschappers en docenten is de afgelopen tijd ook geen sinecure, zo bekent Van der Wolk. In het tweede kwartaal van dit jaar stonden bijvoorbeeld nog 117 vacatures open, voornamelijk WP’ers. Ook dit is een factor die bijdraagt aan de werkdruk. “We moeten ook op dit vlak de bescheidenheid van ons afgooien”, meent het DPO-hoofd. “We moeten ons presenteren als een attractieve instelling waar je graag wilt komen werken. Wat zijn onze unieke punten? En, ook belangrijk, hoe we beter en eerder scouten naar talent.” Een taskforce onder leiding van rector Frank Baaijens gaat met dit onderwerp aan de slag, laat Van Ham weten. “We moeten ons ook branden als een aantrekkelijke werk­gever.” Van der Wolk rekent erop dat nog voor het eind van dit kalenderjaar de taskforce met aanbevelingen komt op dit vlak. Voor de ondersteunende diensten is er de komende jaren geen extra budget beschikbaar. “Nee, we kunnen ons geld maar een keer uitgeven”, zegt Van Ham zeer nadrukkelijk, “en hebben besloten dat het niet naar het OBP gaat. Al kunnen diensten die direct te maken krijgen met de groei van ons onderwijs of onderzoek natuurlijk nog wel rekenen op extra middelen.” Van Ham denkt dat bij de diensten nog wel wat te winnen is aan het efficiënter inrichten van processen. “Voor de onderwijsondersteunende diensten zijn we nu net bezig met een grote operatie om dat voor elkaar te krijgen.” Binnen afzienbare tijd verschijnt er een visiedocument voor de bedrijfsvoering, zo belooft Van Ham. “Daar zullen we meer in toelichten en kijken we ook wat we op dat gebied nog wel kunnen doen en wat mogelijk niet meer.” Interview | Han Konings Foto | Shutterstock / Bart van Overbeeke


Uitgelicht | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

“Het begint pijn te doen, maar we kunnen het nog managen” Bij Electrical Engineering (EE) wordt de groeiende werkdruk al sterk gevoeld. Een vergrijsde wetenschappelijke staf en explosief toegenomen studentenaantallen nopen de faculteit bovendien tot structurele veranderingen, die ervoor moeten zorgen dat de situatie de komende jaren hanteerbaar blijft. Momenteel gaat het allemaal nog net, vindt decaan Bart Smolders. Wel is het duidelijk dat iedereen binnen de faculteit het erg druk heeft. “We krijgen beslist signalen dat de mensen op hun tenen lopen; je merkt dat het pijn begint te doen, maar we kunnen het nog wel managen.” Je ziet volgens Smolders dat vrijwel alle werkzaamheden die geen direct contact met collega’s of studenten vereisen - zoals het voorbereiden van colleges, peer-review van artikelen, beoordelen van studenten­ verslagen - hoofdzakelijk ’s avonds en in de weekenden thuis worden uitgevoerd. De kantooruren op de TU/e zijn grotendeels volgepland. “Die zijn gevuld met onderwijs, het begeleiden van studenten en promovendi en overleggen met partners binnen onderzoeksprojecten.” De afgelopen jaren is het aantal studenten dat jaarlijks instroomt bij EE gegroeid van zestig tot tweehonderdvijftig of meer. Het wetenschappelijk personeel is daardoor meer tijd kwijt aan onderwijs. En dat effect zal de komende jaren nog toenemen, omdat de studenten uit de grotere cohorten binnenkort moeten gaan afstuderen.

Hoorcolleges zijn wel op te schalen, en voor werkcolleges kun je ouderejaars studenten inzetten, maar de begeleiding van master­ studenten is lastiger op te vangen. Smolders: “Het aantal afstudeerders gaat binnenkort exploderen, en de begeleiding vraagt veel ‘effort’ van de vaste wetenschappelijke staf.”

Binnenhalen van ervaren wetenschappers is geen sinecure En die staf dreigt juist te krimpen: de komende zes jaar moeten bij EE zo’n 35 nieuwe wetenschappers aangenomen worden: onder meer omdat 20 wetenschappers met pensioen of emeritaat gaan, vertelt Smolders. “Voornamelijk UHD’s en hoogleraren, omdat veel UD’s in de loop van hun carrière tot die positie doorgroeien. Die zijn echter het lastigst te vervangen. Het lukt ons wel om talentvolle jonge UD’s te vinden, maar senior onderzoekers zijn moeilijk over te halen om hierheen te komen.” Deel van het probleem is dat ervaren wetenschappers in het algemeen gesetteld zijn, zowel qua werk als sociaal leven. “Zeker voor buitenlandse kandidaten is zo’n stap om naar Eindhoven te komen ingrijpend, niet in de laatste plaats vanwege hun familiesituatie. Daar lopen we nu tegenaan.” De faculteit is er dan ook nog niet in geslaagd om vervangers te vinden voor hoogleraren Wil Kling en Harm Dorren, die vorig jaar kort na elkaar zijn overleden.

Bij EE speelt daarnaast nog specifiek dat de faculteit een zeer groot onderzoeksportfolio heeft. De salarissen van de vaste wetenschappelijke stafleden worden maar voor zeventig procent gefinancierd uit de eerste geldstroom, de rest moet worden binnen­ gehaald uit onderzoeksprojecten. Volgens Smolders is dat bij uitstek een taak voor de ervaren wetenschappers - waarvan er dus veel met pensioen gaan, terwijl de overblijvers worden geconfronteerd met meer onderwijstaken. De verplichting om lucratieve projecten binnen te halen, zorgt voor extra werkdruk, die de faculteit wil wegnemen door de komende jaren toe te werken naar een financieel model waarin alle vaste salarissen betaald kunnen worden uit de eerste geldstroom. Dat is mogelijk doordat deze geldstroom signi­ ficant zal toenemen door de toegenomen studenten­aantallen. Het hervormen van het financiële model van de faculteit is één van de maat­ regelen die het faculteitsbestuur neemt om de faculteit ook in de toekomst draaiende te kunnen houden. Daarnaast is besloten om extra geld vrij te maken voor de inzet van student-assistenten,

en worden in de groepen waar de nood het hoogst is de komende jaren nieuwe UD-posities gecreëerd. Smolders: “Daarnaast zijn we op allerlei fronten bezig om ervaren onderzoekers te werven. We willen meer gestructureerd aan de slag met ‘scouting’, het zoeken van talent.” De faculteit is ook een advertentiecampagne begonnen in Spectrum, het blad van de IEEE, de internationale organisatie van ‘electrical and electronics engineers’ dat met meer dan vierhonderdduizend lezers een enorm bereik heeft. “Daar hebben we gelukkig best veel reacties op gekregen”.

Interview | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke

Bart Smolders.

Feedback geven en werk beoordelen op z’n Zweeds Een andere manier van het aanbieden van onderwijs, die de docent veel tijd bespaart en er tegelijkertijd voor zorgt dat er veel interactie blijft bestaan met de student. Voor de drukke docent aan de TU/e een uitkomst. Hoogleraar Perry den Brok van de Eindhoven School of Education (ESoE) kwam enige jaren terug met zo’n methode in aanraking aan de KTH in Stockholm. Kristina Edström houdt zich aan de KTH al jaren bezig met de ontwikkeling en invoering van nieuwe onderwijsmethodes. Het accent ligt daarbij onder meer op de vraag hoe een docent omgaat met het geven van feedback en met het beoordelen van het werk van studenten. Twee onderdelen die een docent veel tijd kosten en iets waar ook de ESoE veel onderzoek naar doet. Den Brok heeft de Zweedse onderzoekster al enkele malen

Kristina Edström en Jacob Kuttenkeuler.

uitgenodigd om aan de TU/e iets te vertellen over haar aanpak. De laatste keer was op 5 oktober tijdens de tweede editie van de TU/e Innovation Day, waarbij docenten kennis kunnen opdoen over vernieuwende onderwijsmethodes.

de norm, het is briljant of gewoon slecht.” Edström beweert dat zij de tijdsinvestering voor het beoordelen van de eindverslagen van een groep van veertig studenten met deze methode heeft teruggebracht van twee weken naar één dag.

Volgens Edström is het voor docenten moeilijk om iets ouds op te geven en is men eerder geneigd om maar weer iets nieuws toe te voegen. Maar daarmee wordt volgens haar de toch al kostbare tijd van de docent nog verder opgesoupeerd. Iets wat docenten snel moeten leren loslaten, is het geven van uitgebreide feedback op de essays en verslagen van hun studenten, zo vertelde Edström op de Innovation Day. “Het kost je als docent enorm veel tijd en de student doet er doorgaans weinig tot niets mee.” Edström legt de verantwoorde­lijkheid voor feedback bij de studenten zelf neer. “Laat ze elkaars verslagen beoordelen, dan leren ze ook die vaardigheid en ze merken dat er meer manieren zijn om tegen een bepaald onderwerp aan te kijken. Nog een tip, houd de manier van beoordelen simpel: het voldoet aan

Den Brok is groot voorstander van de Zweedse aanpak. “Er is vaak de angst dat studenten niet in staat zouden zijn tot het geven van goede feedback, maar dat blijkt niet uit de praktijk. Wie er toch twijfels over heeft, kan steekproefsgewijs de feedback van studenten controleren. Aan de KTH krijgen studenten extra punten voor het geven van goede feedback.” De grove beoordelingen die studenten aan de KTH krijgen voor hun werk, worden bij Edström opgeteld en leiden via een bepaalde vertaalsleutel tot het definitieve punt.” Volgens Den Brok moet het ook binnen de examenreglementen van de TU/e mogelijk zijn om op deze manier te gaan werken. “We zouden zo onze tussentoetsen kunnen gaan beoordelen.”

Pleidooi voor mondeling examineren Een collega van Edström, hoogleraar Jacob Kuttenkeuler, hield op de Innovation Day een warm pleidooi voor het mondeling examineren.

Volgens hem is dit ook een methode waarmee de docent veel tijd kan besparen en die ook werkbaar blijft voor grotere groepen. Kuttenkeuler: “Het telkens weer moeten bedenken van vragen voor schriftelijke tentamens was ontzettend tijdrovend voor me. Tijdens het mondelinge examen dat ik nu afneem, krijgt de student van mij zeven minuten om een presentatie te geven over de behandelde stof en daar mag hij ook het bord bij gebruiken. Na die zeven minuten weet ik hoe het gesteld is met de kennis van die student en ga ik aanvullende vragen stellen. Bij elkaar kost me dat zo’n vijfentwintig minuten. Ook ik houd de beoordeling hierbij simpel.” Volgens de Zweedse hoogleraar levert deze methode hem veel extra tijd op. “Ik kan ’s avonds weer samen eten met mijn gezin en soms zelfs koken.” Volgens hem is het uit te rekenen voor welke groepsgrootte het mondelinge examen nog steeds voordelig uitpakt. Den Brok pleit ervoor om de Zweedse aanpak onderdeel te maken van de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO), die beginnende docenten aan de TU/e verplicht zijn te volgen. “Vooral docenten die aan het begin van hun loopbaan staan, kunnen hier veel baat bij hebben. Het bespaart ze niet alleen tijd, maar het brengt ze ook intensiever in contact met hun studenten.”

Interview | Han Konings Foto | Bart van Overbeeke


16 | Uitgelicht

20 oktober 2016

“Ben loyaal aan de organisatie, maar zeker ook aan jezelf” De toenemende werkdruk staat ook bij de bonden hoog op de agenda. Volgens Gerard Verhoogt (FNV Overheid) en Leontien van Eijk (CNV Connectief), waren er bij de peiling die zij er vorig jaar over gehouden hebben aan de TU/e, zo’n zeven kantjes met opmerkingen en klachten binnengekomen. Met drie lunchsessies willen de bonden het onderwerp bespreekbaar maken. Tijdens de derde sessie op 25 november gaat het College van Bestuur de discussie aan met medewerkers. “Het is soms onvoorstelbaar hoe groot de loyaliteit is van de TU/e-medewerker”, zegt Leontien van Eijk, secretaresse bij Scheikundige Technologie en aanspreekpunt voor CNV Connectief. “De werkdruk is de afgelopen jaren steeds verder opgelopen, maar we zien toch dat mensen het in eerste instantie zelf proberen op te lossen. Ze gaan meer thuiswerken, ze slaan hun pauze over en eten hun boterhammen op aan hun bureau. Alles om het tempo te kunnen bijbenen.” Samen met de drie andere vakbonden die aan de TU/e actief zijn (naast de FNV en de CNV zijn dat AC-HOP en VAWO/CMHF), is een programma samengesteld dat uiteenvalt in drie onderdelen. Verhoogt en Van Eijk zijn verheugd dat het College van Bestuur zich nadrukkelijk heeft aangesloten bij hun initiatief. Tijdens de afsluitende sessie van 25 november vindt een plenaire bijeenkomst plaats, waarbij collegevoorzitter Jan Mengelers en vicevoorzitter Jo van Ham de discussie aangaan met het publiek. “Voor ons is hiermee vast komen te staan dat ook het CvB de werkdruk als een serieus probleem beschouwt en ermee aan de slag wil”, aldus Verhoogt.

Het voorkomen van een burn-out is een gedeelde verantwoordelijkheid, aldus Lochtenberg. “De leidinggevende moet een ‘nee’ van zijn medewerker accepteren als die zegt er niet meer bij te kunnen hebben. Maar die medewerker moet het ook zelf duidelijk en bijtijds aangeven als zijn of haar limiet bereikt is. Ik zie echter geregeld dat er in organisaties angst bestaat om dat ook echt uit te spreken. En een werkgever vindt natuurlijk niets idealer dan een medewerker die altijd ‘ja’ zegt. Dat zijn vaak de mensen die als eerste omvallen. Dan is je medewerker ziek en ligt het werk voor langere tijd stil.”

Signalen voor overbelasting “Onderbouw wel goed waarom je nee zegt”, vervolgt Lochtenberg. “Maak voor je leiding­ gevende inzichtelijk waar je je tijd aan besteedt en dat je met nog meer werk niet meer de

kwaliteit kunt garanderen die hij van je gewend is. Ben loyaal aan de organisatie waar je voor werkt, maar ben zeker ook loyaal aan jezelf.” De signalen die een leidinggevende kan oppikken voor overbelasting, lopen volgens Lochtenberg vaak op in intensiteit. “Het zijn bijna altijd veranderingen in iemands normale gedragspatroon. Iemand is opeens veel vaker ziek dan de jaren daarvoor. Dan heb ik het niet over een griepje, maar over een langere reeks van verzuimdagen. Als de stress oploopt, worden mensen minder tolerant, prikkelbaar, warrig, vergeetachtiger en reageren ze kortaf. Dan zit je toch al echt in de alarmfase. Fysiek verandert er vaak ook het een en ander. Mensen worden in korte tijd zwaarder of vallen juist enorm af, gaan veel meer roken, of zeggen rond te lopen met een knoop in hun maag.” Lochtenberg ziet verschillen in dynamiek als het gaat om onderwijsinstellingen of het bedrijfsleven, maar ook veel overeenkomsten. “Aan een universiteit heb je als wetenschapper

veel te maken met studenten die je tevreden moet houden, maar in een bedrijf heb je je consumenten. Ik denk wel dat een universiteit meer momenten kent met een piekbelasting en doorgaans moet het allemaal gedaan worden in een periode van zo’n veertig weken.” De twee workshops die na de cabaretvoorstelling worden aangeboden, gaan in op de fysieke signalen die werkstress oproepen en op het in balans houden van de dingen die je energie kosten en die je energie geven. Lochtenberg: “Die in balans houden is cruciaal. Als je wekelijkse rondje hardlopen je energie geeft, is het onverstandig om dat op te geven voor het nakijken van de verslagen van je studenten. Dat verstoort de balans.” De lunchsessies van de bonden zijn op 26 oktober en 9 en 25 november. Ze beginnen allemaal om 12.30 uur en vinden plaats in het Gaslab. Interview | Han Konings Foto | Glenn van Kamperdijk

Liever genezen dan voorkomen Op woensdag 26 oktober verzorgt Joep Lochtenberg, die zelf een burn-out achter de rug heeft en naar aanleiding daarvan een preventiecentrum oprichtte, de eerste lunchsessie. In een cabaretvoorstelling maakt hij inzichtelijk wat werkstress met iemand doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Volgens Lochtenberg wordt er in Nederland nog veel te weinig aandacht besteed aan het voorkomen van een burn-out. “Het behandelen ervan is financieel interessanter en wordt betaald door de zorgverzekeraar.”

Cabaretvoorstelling over werkstress van Lochtenberg.

Eigen onderzoek naar welbevinden TU/e-hoogleraren Evangelia Demerouti en Yvonne de Kort verzorgen op 9 november op uitnodiging van de bonden een lunchsessie in het Gaslab. Ze bespreken zaken die van invloed zijn op werkdruk, zoals de stijl van leidinggeven en het werken in een kantoortuin. Demerouti deed als hoogleraar Organizational Behavior & Human Decision Processes onderzoek naar onder meer het welbevinden van TU/e-medewerkers. Volgens haar kunnen veel aspecten daarvan op invloed zijn. “Werkdruk pak je niet alleen top-down aan,

maar moet ook bottom-up gebeuren. In het algemeen geldt dat het bestuur voor zeventig procent invloed zou moeten uitoefenen en de werknemer zelf voor dertig procent. Een werknemer kan bijvoorbeeld aangeven dat hij of zij te veel taken heeft, en voorstellen aandragen ter verbetering. Niet zeuren, maar wel feitelijk aangeven wat je niet af gaat krijgen en tegen welke problemen je aanloopt. Leidinggevenden moeten daar overigens niet op wachten, maar proactief kijken naar de werklast van hun medewerkers en op tijd werkhulpbronnen regelen. De werkdruk aan de TU/e neemt al toe

door de toenemende studentenaantallen. We moeten er als organisatie voor waken dat we niet te bureaucratisch worden, want dan heb je niet alleen een hogere werklast, maar ook processen die je hinderen om je werk af te krijgen.” Yvonne de Kort, hoogleraar Environmental Psychology of Human-Technology Interaction, spreekt vooral over de context waarbinnen mensen stress of ontspanning kunnen ervaren. De Kort: “Welke sociale prikkels krijgen werknemers? We richten allerlei innovatieve kantoorconcepten in, ook op

de TU/e, en ik wil daarbij de diversiteit laten zien. Allerlei aspecten kunnen van invloed zijn op je welbevinden, als je kijkt naar de inrichting van je werkplek. Bijvoorbeeld waar je zit je in de kamer, maar ook de mate van privacy. Ervaar je een gebrek aan privacy, dan kun je bijvoorbeeld baat hebben bij persoonlijke zaken als een fotolijstje. De aankleding van een werkplek kan op onvermoede manieren een rol spelen.”

Interview | Judith van Gaal


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

How do we make the work pressure manageable again? The intake will continue to be high in the coming years and the quest for talented lecturers and scientists to keep up with that growth in terms of manpower is not getting any easier either. Jo van Ham: “The growth we have experienced in the past few years and the investments that must consequently be made in education constitute a threat to our research. After all, the budgets for that have not increased accordingly and this threatens to devastate our research. However, it is the very interconnectedness of our education and our research that is essential in training engineers, so we were forced to intervene in order to be able to warrant the quality.” This is why for the academic year 2018-2019 the programs Industrial Design, Biomedical Engineering, Computer Science and Engineering and Industrial Engineering and Management Sciences will see a maximum for the number of students that can start on those programs. A decentralized test will determine later who will be admitted. It is the first time that TU/e has to use this approach.

A helping hand for project proposals At a central level more initiatives will be developed in due course that are intended to relieve scientists. Van der Wolk: “For example, work pressure must become an essential part of the annual interview. During that interview it must be discussed what someone does and does not still do. Within a group, for instance, a manager should also use a more differentiated approach to tasks within his team. It should be checked each time within the four domains of education, research, valorization and management where the emphasis should be per scientist for the coming period. Give that one person some more time for his educational duties now and allow him to go easy temporarily for the other domains. This will make it possible for the whole group to function more efficiently. There are courses for managers to teach them how to work in this way.” Vice-president Van Ham hastens to add that each scientist does need to remain active within each domain. “The intention is definitely not for anyone to engage exclusively in teaching. That would be contrary to our requirement that everything needs to be interwoven.”

What also takes scientists more and more time is their search for research resources, both nationally and at a European level. “The drafting of project proposals takes a great deal of time, as does finding the right organization where you can submit your application and finding suitable strategic partners”, Van Ham explains. “Once the resources have been granted, you continuously need to render account administratively and have to devote time to interim reports. In order to lend a helping hand here, we are setting up a Research Support Network (RSN). That network will be filled with people who are already within the departments, because they speak the language of the scientists they work for. Those persons will be supported by the Innovation Lab. We are not setting up a separate central department for this, then.” Van Ham says that several departments already work with this kind of support staff. “It stands to reason that scientists themselves remain responsible for the substance, but questions like ‘where do I need to submit it’, ‘when’ and ‘how’, and ‘how do I prepare a proper budget’ can then be dealt with by the RSN. This should leave scientists more space for their actual task: conducting research.”

TU/e still continues to be popular as a possible place to study; it did not take long before the open days for pre-university education students, which are scheduled for tomorrow and the day after tomorrow, were fully booked again. Early this week the Executive Board together with the deans made a difficult, though understandable decision that is intended to relieve the pressure a bit. In the academic year 2018-2019 there will be four programs for which a maximum number of students can enroll and admission will be determined by means of a decentralized test. Vice-president Jo van Ham and DPO Director Nicole van der Wolk explain what else is being done at a central level about the work pressure.

Quest for talented scientists

No extra budget will be available for the supporting services in the coming years. “No, we can only spend our money once”, Van Ham emphasizes, “and we have decided that it is not going to the OBP (administrative and support staff) this year. Although services that are directly affected by the growth of our education or research can count on extra resources, of course.” Van Ham thinks that there is something to be gained through a more efficient structure of processes. “For the OBP we are busy with a large-scale operation right now to realize that.”

Finding talented scientists and lecturers has proved to be anything but simple in the recent past also, Van der Wolk admits. In the second quarter of this year, for instance, there were still 117 open vacancies, mainly for scientific staff. This is yet another factor contributing to the pressure of work. Within the foreseeable future a vision “We need to let go of any modesty in this document will be published for the operarespect as well”, says the DPO Director. tional management, Van Ham promises. “We must present ourselves as an attractive “In that document more information will institution which people love to come to work be provided and we will also try to find out for. What are our unique selling points? what we can still do in that area and what And, another important item, how we can may not be possible anymore.” scout for talents better and sooner.” A taskforce led by Rector Frank Baaijens will set to work on this subject, Van Ham adds. “We also need to brand ourselves as sure about work pres an attractive employer.” Van der Wolk Lunch sessions expects the taskforce to come up with h ganized three lunc recommen­dations in this area even The unions have or ber 26 to Oc rk pressure: on before the end of this calendar year. sessions about wo at rt sta all d 25. They and November 9 an slab. take place in the Ga ll wi d an s 12.30 hour ll wi d the Executive Boar In the last session s. ee oy ns with empl enter into discussio


18 | Onderzoek

20 oktober 2016

Interview | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke

Zorgen over inkoop zorg De groei van de zorguitgaven lijkt de afgelopen jaren af te vlakken, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat klinkt als goed nieuws, maar met wat eenvoudige ingrepen zouden we beduidend voordeliger af kunnen zijn dan de honderd miljard euro per jaar waar we nu op afstevenen. Dat is de stelling van hoogleraar Arjan van Weele, al ruim een kwarteeuw twee dagen per week verantwoordelijk voor onderwijs en onderzoek op het gebied van inkoop- en contractmanagement aan de TU/e, op een leerstoel geïnitieerd door inkoopbranche­ vereniging NEVI. Aan de marktwerking in de zorg schort nogal wat, vindt Van Weele. Het begint al met de keuzevrijheid van de verzekerde, legt hij uit. “Je kunt elk jaar overstappen naar een andere verzekeraar, maar dat vereist een intensief zoekproces waardoor zo’n overstap technisch heel moeilijk is. Juist voor de minima, voor wie een tientje per maand echt verschil maakt, is het gewoon te complex.”

“De keuzevrijheid is, zeker voor spoed­eisende hulp, gewoon zeer beperkt” Daarnaast heeft de consument in theorie het recht om zelf zijn zorgaanbieders te kiezen, maar is ook dat in de praktijk een wassen neus. Van Weele neemt een voorval uit zijn eigen leven als voorbeeld. “Ik had pijn in mijn zij. Een blindedarmontsteking, concludeerde de huisarts, die mij doorstuurde naar de spoedeisende hulp van het Antoniusziekenhuis in Utrecht. Ik crepeerde van de pijn en heb toen dus niet uitgezocht in welk ziekenhuis ik de beste behandeling zou krijgen - achteraf

Worries about procurement of healthcare The price-quality ratio in healthcare could be significantly better, argues part-time Professor of Purchasing and Supply Management Arjan van Weele. Indeed, healthcare insurers have precious little insight into the quality of the care delivered and also display scant interest in patient satisfaction. Moreover, market forces in healthcare are anything but perfect. “Price increases are simply charged on to the insured, who is totally powerless in practice.”

kon ik die informatie overigens ook niet vinden. Vervolgens kwam ik bij de vestiging in Nieuwegein terecht, waar het Antonius de blindedarmoperaties doet. Je hebt dan echt geen invloed op welke specialist je aan je bed krijgt, hoor. De keuzevrijheid is, zeker voor spoedeisende hulp, gewoon zeer beperkt. Je bent in zo’n situatie blij met iedereen die jou te hulp schiet.” Na een dag was Van Weele weer thuis, vertelt hij. Helaas was de kous voor hem daarmee niet af. “Ik kreeg een ernstige darminfectie, waarmee ik nog een week in het ziekenhuis heb gelegen. Dat heeft mijn zorgverzekeraar veel geld gekost; dan verwacht je achteraf iets van een evaluatie. Als ik met de auto bij mijn dealer geweest ben, dan heb ik de dag erna een email in mijn inbox met een vragenlijst. Precies hetzelfde wanneer ik een hotel geboekt heb via booking.com. In de zorg doen ze dat niet. Mij is nog nooit gevraagd of ik tevreden ben over mijn tandarts of huisarts, of over het ziekenhuis.” En dat terwijl hij best wel iets kwijt zou willen over zijn ervaringen. “Technisch gezien is de zorg in Nederland volgens mij prima, maar je krijgt als patiënt heel weinig informatie. Niemand vertelt je bijvoorbeeld dat je darmen door zo’n infectie een paar dagen volledig stil komen te liggen, en dat je je daar geen zorgen over hoeft te maken.” Van Weele concludeert dat de zorgverzekeraars simpelweg niet weten hoe tevreden hun cliënten zijn over de zorgaanbieders die ze onder contract hebben staan. Bij de onderhandeling tussen verzekeraars en zorgaanbieders over de tarieven speelt kwaliteit dan ook geen rol, aldus Van Weele. “Het gaat alleen maar over de tarieven van de zogeheten diagnose-behandelcombinaties. Ziekenhuizen krijgen een vaste vergoeding voor elke gebroken

The increase in healthcare spending in the Netherlands seems to have leveled off in recent years, says Statistics Netherlands. While this may sound like good news, a few simple modifications could make healthcare considerably more affordable for us than the one hundred billion euros per year that we are heading for. Such is the argument put forth by Professor Arjan van Weele, who has for over twenty-five years been responsible two days a week for education and research in the area of procurement and contract management at TU/e, occupying a chair initiated by procurement branch association NEVI. The operation of market forces is quite inadequate, says Van Weele. It starts with the freedom of choice of the insured, he explains. “You can switch to another insurer every year, but that calls for an intensive search process, which makes such a switch technically complicated. Especially for the minimum income households, for which ten euros per month makes a tangible difference, it is just too complex.” Besides, in theory consumers are entitled

De prijs-kwaliteitverhouding van de zorg zou aanzienlijk beter kunnen zijn, betoogt deeltijdhoogleraar Inkoopmanagement Arjan van Weele. De zorgverzekeraars hebben namelijk nauwelijks inzicht in de kwaliteit van de geleverde zorg en ook in patiënttevredenheid tonen ze weinig interesse. Bovendien is de marktwerking in de zorg allesbehalve volmaakt. “Prijsverhogingen worden simpelweg doorberekend aan de verzekerde, die in de praktijk machteloos is.”

pols of blindedarmoperatie. Als je als consument een auto koopt, dan kijk je niet alleen naar het aanschafprijs, maar ook naar de kosten van het onderhoud. En als je een printer koopt, moet je uitzoeken hoe duur de cartridges zijn.” Zorgverzekeraars kijken volgens hem echter niet naar slagingspercentages van behande­ lingen. “In zekere zin is het daardoor zelfs gunstig voor het ziekenhuis als je terug moet komen met een darminfectie, want dat is weer een behandeling waar ze geld aan verdienen.”

“Bij onderhandelingen tussen verzekeraars en zorgaanbieders speelt de kwaliteit geen rol” Hij vergelijkt de cultuur in de zorg met die bij truckfabrikant DAF, die hij als inkoopconsultant heeft bijgestaan. “Daar is kwaliteit altijd het eerste criterium bij de inkoop. Ze gaan alleen in zee met de leveranciers die voldoen aan de hoogste eisen. Pas na die selectie wordt over de prijs onderhandeld.” Een belangrijk verschil is dat DAF zelf met de gebakken peren zit als ze slechte trucks leveren - een kwestie van marktwerking. Voor zorgverzekeraars ligt dat anders; over de kwaliteit van de zorg is zoals gezegd te weinig bekend, en als de kosten te hoog oplopen dan wordt dit eenzijdig afgewenteld op de verzekerde. “De premie is niet veel anders dan de verwachte kosten plus gewenste winst, gedeeld door het aantal verzekerden.” Niet alleen hebben de verzekeraars geen idee van de kwaliteit van de zorg, ook het inzicht in de kosten valt tegen. Dat bleek uit een onderzoek naar medisch diagnostische

to select their care providers themselves, but in practice that is also a matter of form. “For emergency care in particular, that freedom of choice is simply very limited. In such a situation you are happy with anyone who comes to the rescue.” Moreover, Van Weele concludes that healthcare insurers just do not know how satisfied their clients are with the care providers that they have contracted. In the negotiations about rates between

“In negotiations between insurers and care providers quality is of no consequence” insurers and healthcare providers quality is of no consequence, says Van Weele. “It’s only about the rates of the so-called diagnosis treatment combinations. Hospitals get a fixed reimbursement for every broken pulse or

diensten dat Van Weele onlangs uitvoerde met een afstudeerder. “De huisarts schrijft bloedonderzoek voor, en kruist op een formulier aan wat moet worden gemeten, zoals cholesterol, bloedsuiker en dergelijke. Dat wordt gedaan in gespecialiseerde laboratoria, die de rekening naar de verzekeraar sturen. Dat kostte de verzekeraar waarmee wij samenwerkten honderd miljoen per jaar, terwijl ze dat zelf veel lager inschatten. Die cijfers hadden ze namelijk niet beschikbaar - iets wat je bij een bedrijf als DAF niet kunt voorstellen.” Het gemiddeld aantal kruisjes dat de huisarts zet, blijkt per huisarts enorm te variëren. Daarnaast kan een patiënt ongemerkt zelf wat extra hokjes aankruisen (“je weet maar nooit”) en blijkt het ene laboratorium bijna twee keer zo duur als het andere. Bovendien zijn er zoveel van deze labs dat alleen die in Brabant al genoeg capaciteit hebben voor heel Nederland, aldus Van Weele. “Onze inschatting was dan ook dat je zonder verlies van kwaliteit zeker een kwart kunt besparen op bloed­ onderzoek.” Het moet en kan dus beter, vindt de hoogleraar. Fatsoenlijke evaluaties zijn met de huidige stand van de IT namelijk geen probleem meer. Als goed voorbeeld noemt hij Buurtzorg Nederland (waar hij commissaris is geweest). “Daar werken ze in teams van maximaal twaalf mensen, zonder management. Via een fantastisch IT-systeem wordt gemeten hoe tevreden de artsen en patiënten zijn over de thuiszorg, en ook hoe de werknemers dit ervaren. Die scores zijn bijzonder hoog en ze zijn ook nog eens goedkoper dan de concurrentie. Ik hoop dat dit initiatief veel navolging zal krijgen, want alleen door kwaliteit en patiënttevredenheid voorop te stellen, kun je de zorg echt verbeteren.”

appendectomy.” According to him, healthcare insurers do not monitor success rates of treatments. “In a way that even makes it advantageous for hospitals if patients need to come back due to an intestinal infection after an appendectomy, for that entails another treatment that they earn money with.” Things must and can be better, the professor thinks. After all, given today’s status of IT, proper evaluations are no problem at all anymore. An example in kind that he mentions is Buurtzorg Nederland (where he was a supervisory director). “There they work in teams of a maximum of twelve people, without a management layer. Via a fantastic IT system it is measured how satisfied doctors and patients are with home care, and also how the employees feel about this. Those scores are very high and what’s more, they are cheaper than the competition. I hope that this initiative will be followed on a large scale, for only by making quality and patient satisfaction a priority can we really improve healthcare.”


See for news www.cursor.tue.nl/en

Research | 19


20 | Universiteitsberichten (vervolg)

Dinsdag 8 november, 16:00 uur, CZ5: promotie drs. C.P. Hoogland (ESoE) Promotor: prof.dr. B.E.U. Pepin Voorzitter: prof.dr. P.J. den Brok Titel proefschrift: “Images of Numeracy Investigating the effects of visual representations of problem situations in contextual mathematical problem solving” Woensdag 9 november, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. A.H.A.M. van Onzen (BMT) Promotor: prof.dr.ir. L. Brunsveld Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “Self-assembled biocompatible nanoparticles Tetrazine - trans - cyclooctene chemistry in action”

Woensdag 9 november, 16:00 uur, FZ/ZD: promotie S. Borukhova MSc (ST) Promotor: prof.dr. V. Hessel Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Flow Reactor Networks for integrated synthesis of active pharmaceutical ingredients”

STUDENT TU/e SURE Innovation | We are hiring! Ben je ambitieus en geïnteresseerd in het oplossen van uitdagende innovatievraagstukken? Wil je werkervaring opdoen in het verlengde van je studie? En ben je geïnteresseerd in het ontdekken

20 oktober 2016

UNIVERSITEITSBERICHTEN

relevant work? Are you interested in discovering your future career opportunities? And are you (almost) a master student? We’re looking for you! You even earn a good sum of money! Apply now via www.sureinnovation.nl

van je toekomstmogelijkheden? En ben je (bijna) masterstudent? Wij zijn op zoek naar jou! Je verdient een goede zakcent! Meld je aan via www.sureinnovation.nl

HBS Huiswerkbegeleiding | Bijlesdocenten gezocht! HBS Huiswerkbegeleiding zoekt voor haar locaties in Gemert, Helmond, Panningen, Roermond, Valkenswaard, Venlo en Weert studenten die op HBO of WO zitten.

TU/e SURE Innovation | We are hiring! Are you ambitious and interested in solving challenging innovation issues? Do you want to gain

Je beantwoordt vakinhoudelijke vragen van leerlingen die op het voorgezet onderwijs zitten, overhoort de leerstof en geeft advies over studievaardigheden.

Ook het geven van bijles kan tot je takenpakket behoren. Ben je een enthousiast persoon die minimaal één middag in de week beschikbaar is en spreekt deze vacature je aan? Solliciteer dan op www.hbshuiswerkbegeleiding.nl.

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

Advertenties

We push technology further to print microchip features that are ner to make the energy use of a battery more efficient to make electric cars the standard Do you dream of changing the world of innovation? Do complex technological challenges appeal to your imagination? We are looking for you. ASML always wants to get in touch with eager and curious students. Join us at workingatasml.com/students

000759-00 Advertentie 01 Studenten BS 266x200mm-V2.indd 1

Kun jij reanimeren?

19-09-16 13:40

Geef mij ij tijd.

Geef voor nieuwe doorbraken in kankeronderzoek. Ga naar kwf.nl/doneer

Red levens in jouw buurt. Meld je aan op hartstichting.nl/reanimatie

Elke bijdrage, hoe klein ook, maakt de wereld van nierpatiënten weer groot. Sms NIER naar 4333 of geef via nierstichting.nl Met 1 SMS doneert u eenmalig € 2,- (exclusief telefoonkosten). Meer informatie: www.nierstichting.nl/sms


Onderzoek/Research | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Paddenstoelen in ons brein Voor de behandeling van hersenziekten is het belangrijk om te begrijpen hoe we informatie vastleggen in ons brein. Promovendus Rémy Kusters leverde vanuit Eindhoven de theoretische bijdrage aan het project ‘Barriers in the brain’, waarin werd uitgezocht hoe variatie ontstaat in de sterkte van verbindingen tussen hersencellen. Over synaptische paddenstoelen met koppen en nekjes. Met het bezoek van Cursor, de dag voor zijn promotie, is voor Rémy Kusters de cirkel rond. Het was namelijk een berichtje in dit blad dat hem in 2012 attendeerde op een interessant project waarvoor Kees Storm van de groep Theory of Polymers and Soft Matter (Technische Natuurkunde) een subsidie had gekregen. Een paar maanden later kon hij bij Storm aan de slag als promovendus binnen het project Barriers in the brain. In samenwerking met groepen uit Leiden, Utrecht en Amsterdam (Vrije Universiteit) onderzocht Kusters het ontstaan van zogeheten ‘dendritische stekels’, de paddenstoelvormige uitstulpingen op uitlopers (dendrieten) van hersencellen, die een belangrijke rol spelen bij het doorgeven van signalen in de hersenen. “Als we

dingen leren, of informatie opslaan, dan is dat het niveau waarop je veranderingen ziet in de hersenen”, legt Kusters uit. “De vorm van de hersenen, het gewicht, en de oppervlakkige structuur blijven hetzelfde, en zelfs het netwerk van verbindingen tussen neuronen wordt al op jonge leeftijd vastgelegd.” Alleen op het niveau van de synaps - de verbinding tussen de uitlopers van twee hersencellen, ofwel neuronen - vinden wezenlijke veranderingen plaats.

Minder stekels bij Alzheimerpatiënten Hoewel nog veel onduidelijk is over hoe we herinneringen precies opslaan in ons brein, is wel bekend dat de sterkte van de verbinding tussen hersencellen een belangrijke rol speelt. Bij de synaps wordt een elektrisch signaal dat via een axon (de zendende uitloper van een hersencel) wordt aangevoerd, omgezet in een chemisch signaal. Na de overdracht vindt de omgekeerde conversie plaats, en reist het signaal verder via een dendriet (de ontvangende uitloper van de naburige hersencel). De chemische

Home Stretch Mushrooms in our brains For the treatment of brain diseases it is important to understand how we record information in our brain. PhD candidate Rémy Kusters provided the theoretical contribution to the project ‘Barriers in the brain’, in which it was investigated how variation in the strength of connections between brain cells is created. About synaptic mushrooms with heads and necks.

The visit by Cursor, on the day before obtaining his PhD, makes the wheel come full circle for Rémy Kusters. After all, it was a report in this newspaper in 2012 that alerted him to an interesting project for which Kees Storm from the Theory of Polymers and Soft Matter group (Applied Physics) had received a subsidy. A couple of months later he could get started for Storm as a PhD candidate within the Barriers in the brain project. In cooperation with groups from Leiden, Utrecht and Amsterdam (VU University) Kusters researched the genesis of so-called ‘dendritic spines’, the mushroom-shaped protrusions on branched extensions (dendrites) of brain cells, which fulfil an important role in conveying signals in the brain. “When we learn things, or store information, then that is the level at which you see changes in the brain”, Kusters explains. “The shape of the brain,

Rémy Kusters.

stap vindt plaats met zogeheten neurotransmitters, die op het buitenmembraan van de dendriet worden opgenomen door speciale receptormoleculen. “Hoe meer van deze receptoren, hoe sterker de verbinding”, legt Kusters uit. “Het blijkt dat dendrieten spontaan paddenstoelvormige uitstulpingen vormen, waardoor zich meer receptoren op de synaps verzamelen.” Een deel van de receptormoleculen wordt door de cel actief naar de ‘kop’ van de paddenstoel getransporteerd, maar de meeste receptoren komen

daar terecht via diffusie - een willekeurige, ongerichte beweging. “De vorm van de stekel, met een grote kop en een smal nekje, blijkt van grote invloed op het aantal receptormoleculen in de kop. Intuïtief is dat al te begrijpen, maar ik heb precies uitgerekend hoe de receptoren over het membraan bewegen, en dan blijkt het effect nog groter dan je op het eerste gezicht zou denken.” De vorm van de dendritische stekels is dus niet toevallig, is zijn conclusie, maar heeft alles te maken met hun functie. Dat sluit aan bij de observatie dat onder meer bij

Alzheimerpatiënten minder van deze stekels worden aangetroffen. Kusters vervolgt zijn wetenschappelijke carrière in Parijs, als postdoc aan het gerenommeerde Institut Curie. Na negen jaar in Eindhoven mag de tussen Luik en Maastricht opgegroeide Belg daar weer zijn moedertaal spreken, vertelt hij. “Parijs is natuurlijk een internationale stad, maar dat ik Frans spreek, is daar beslist een voordeel.” Interview | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

the weight, and the superficial structure stay the same, and even the network of connections between neurons is laid down at an early age.” It is only at the level of the synapse - the connection between the extensions of two nerve cells, or neurons - that essential changes take place. Although a great many things about the way in which we store memories in our brain exactly are still not clear, we do know that the strength of the connection between brain cells plays an important role. At the synapse an electric signal that is carried via an axon (the transmitting extension of a nerve cell), is converted into a chemical signal. After the transfer the reverse conversion takes place, and the signal travels further via a dendrite (the receiving branch of the neighboring nerve cell). The chemical step is made by means of so-called neurotrans­

mitters, which are absorbed on the exterior membrane of the dendrite by special receptor molecules.

Fewer spines in Alzheimer patients “The more of these receptors, the stronger the connection”, Kusters explains. “It appears that dendrites can spontaneously form mushroomlike extrusions, causing more receptors to gather on the synapse.” While a portion of the receptor molecules is actively transported to the ‘head’ of the mushroom by the cell, most of the receptors end up there through diffusion - a random, unfocused movement. “The shape of the spine, with a big head and a narrow neck, turns out to have a big impact on the receptor molecules in

the head. Although that can already be understood intuitively, I have calculated exactly how the receptors move across the membrane, and then the effect turns out to be even greater than you would think at first sight.” Hence the shape of the dendritic spines is by no means accidental, as he concludes, but has everything to do with their function. This is in line with the observation that in Alzheimer patients, among others, fewer of these spines are found. Kusters will continue his scientific career in Paris, as postdoc at the renowned Institut Curie. After nine years in Eindhoven the Belgian who grew up between Liège and Maastricht gets to speak his mother tongue again, he says. “Paris may be an international city alright, but that I speak French is definitely a bonus there.”


22 | Zoom in

20 oktober 2016

Against All Odds:

The Story of a TU/e graduate It takes hard work to succeed - particularly when the odds are massively stacked against you. As a Muslim Indian woman, Jumana Mundichipparakkal (25, Department of Mathematics and Computer Science) knows first-hand that perseverance has altered the course of her life, “I saw that some of my friends were getting married at 15 and 16 and knew this would happen to me, too.”

Jumana recently graduated cum laude with a master’s degree in Embedded Systems. This month, she’ll begin working for microprocessor development company ARM in Cambridge, UK. But the road to this first major career step hasn’t been easy for her. To achieve her goals, she’s spent the majority of her youth defying the many cultural and economic restraints placed upon her by her society and, at times, her own family.

“When you’re 12, you can’t do sports anymore. I used to hate it because I was really good at this sort of stuff. My mom and I would fight because she didn’t want me to play outside. She’s scared of the society even though inside she doesn’t care.” Jumana’s mother, a nurse, was a strict mother: “She made sure to give me a lot of work to do. I used to hate it. I never had toys. I used to almost consider my mother my enemy.”

Marriage, babies and little schooling

When Jumana left to continue her education at boarding school, she says she realized she’d mistaken her mother’s intentions. The memory makes her eyes fill with tears: “I feel guilty because when I left home I didn’t even want to say goodbye. My mom knew I was happy to leave, that I was getting rid of her. Then she wrote me a letter. I did all of this for you to be good so you wouldn’t mess up your life.”

What does it mean to be a Muslim Indian girl? For most, their lives will follow a prescribed order - little schooling followed by an early marriage and children. Working outside of the home is often not an option. Consider these statistics: 75 percent of Muslim women in India are illiterate and Muslim girls’ school enrollment rates tend to be low: 40.6 percent as compared to 63.2 percent in the case of upper caste Hindus. Less than 17 percent of Muslim girls finish eight years of schooling and less than 10 percent complete higher secondary education. On average, Muslim girls study a dismal 2.7 years, as compared to 3.8 years for Hindu girls.

Mom’s tough love Early in her education, Jumana’s intelligence and dedication to her studies set her apart from her classmates. While her family appreciated her successes, they were also conflicted by the idea that Jumana’s ambition set her apart from societal norms. “I was born into a conservative Muslim family. I had a lot of issues with my own family. I observed that women are just at home. The other women in my family punished my mother because she worked and earned money.” Like most Indian families, Jumana’s father was the official head of her family but it was her mother who really ran things. And Jumana and her mother clashed constantly.

Forty hours away After schooling in her small hometown, Jumana was determined to get more education in a bigger place. “I knew if I didn’t get educated the next thing for me was marriage.” She applied to a boarding school 40 hours away from her hometown and was accepted with a full scholarship, “I became very empowered by this - traveling by train can be very dangerous in India. Once I left my home, I stopped wearing my head covering.” But Jumana says it was clear from the start that things weren’t going to be easy for her: “It became very difficult to understand the lectures because I couldn’t follow the teachers’ accents. I used to go to the bathroom to study more even though the lights went out at 11pm.” In order to succeed, she took an enormous risk. “I asked for special permission to take 10 days to study on my own. They told me if I didn’t achieve, I’d have to pay back all of my fees.” Once again, hard work and determination paid off.

Jumana scored a 92 percent on her final exams and that achievement assured her a spot at a top technical university.

University, TU/e and beyond Though Jumana could’ve attended a university close to her hometown, she purposely chose one far away. Her parents made it clear that from that point forward, she was on her own. “Of course they were proud of me but when my dad dropped me at university he told me ‘we will not tell you what to do anymore. From now on, it’s all you.’” Jumana focused on robotics at university and worked an internship during every school break to build up her CV. Again at the top of her class, a friend encouraged her to go even further - a master’s degree abroad. Initially, her mother supported her dreams but a family member interfered. “I convinced my mom and she gave me 500 euros so I could pay the admission fees for the top universities. Then a few weeks later she told her brother what I was doing. He’s the most educated person in our family and he said ‘What are you doing sending her abroad?! Boys and girls sleep together in those countries!’ Then my mother said, ‘I won’t give you a single rupee.’” Undeterred by her mother’s worries, Jumana called the uncle’s son in Europe to ask for help. “He’s rich and he knew it was even safer for me to study abroad than at home. But he wouldn’t help me either. He said, ‘Let me know when you get a scholarship. Then we’ll talk.’” Because no family member would give Jumana money, she turned to her friends for help. She borrowed 50 euros from each and swore to pay them back within three months. “I found a job tutoring a girl for 30 euro a month. I’d go there every evening to teach her. People at my university used to think I was an awkward person because I didn’t join in the parties.”

Jumana admits she felt guilty pursuing her dream of studying abroad without her parent’s consent. In the end, however, her efforts paid off, “Then comes the glory of the story. I got a full scholarship at TU/e and everywhere else I applied except one. The admissions started coming to my home and my parents’ told them that this was a big deal. They said: ‘This the first time we’ve ever seen scholarships from all over the place.’ And then my mom cried.” A 5000 euros Tata scholarship soon followed, paying for her flights and other living expenses and removing the final obstacles to Jumana’s new life in Europe. And have her years at TU/e taught her anything beyond her studies? Jumana says living abroad has given her perspective on both her faith and her family. “If you travel a lot in your life, you don’t become so narrow. It’s widely-accepted in my faith that girls need to be covered. But I also think God is merciful and you can ask for His forgiveness. I don’t think God is too worried if Jumana is wearing this sort of dress. And I think I’m still my mom’s girl who practices everything she taught even though on the outside I’m not. I do realize now that she sacrificed a lot.” Like many intelligent, strong women, Jumana is quick to offer advice for how other girls can achieve their own life goals, “Always remember that nothing comes for free. If you see someone achieving, then they’re working very hard for it. Just compete with yourself and not with others. There are many things I didn’t know how to do but I just tried to be better today than what I was yesterday. Don’t fall for the limitations that society puts on a girl.”

Interview | Angela Daley Photo | Bart van Overbeeke


See for news www.cursor.tue.nl/en

Zoom in | 23

Jumana Mundichipparakkal.


De TU/e is een mini-universum. 729.651 vierkante meter vol weten­ schappelijke dromen, maar ook 729.651 vierkante meter vol met mensen met hun mensen-dingen. Rare dingen, dagelijkse dingen, opmerkelijke dingen, dood­normale dingen, uitzonderlijke dingen. We zien deze dingen, we lopen voorbij deze dingen, en wij, wij documenteren deze dingen. Een gevonden voorwerpje hier, een terloopse obser-­ ­vatie daar, wij spotten het, foto­gra­ feren het, becommen­ta­riëren het.

Waaro: Den Dolech 2 Wattie: Them Big Ones Mannen en gereedschap: je kunt er boeken vol over schrijven. Vanuit het Freudiaanse perspectief ‘hoe kleiner de X, hoe groter het gereedschap’ (motor, auto), of gewoon vanuit admiratie voor techniek. Geef toe, deze kranen bij The Buiding Formerly Known As Hoofdgebouw aka Atlas, zijn wel errug groot en indrukwekkend. In deze weken zouden we zelfs Donald Trump willen parafraseren: ‘Just grab ‘em by the big ones’. Vreemd blijft wel dat dat deze foto’s twee dagen achter elkaar gemaakt zijn. Die blauwe joekel doet zijn ding, zal best duur zijn om in te zetten, en de dag erna komt er een even grote kraan, maar dan toch anders en geel. Was de blauwe niet goed genoeg? Ruiken we geldverspilling of weten we echt niet waar we het over hebben? Kunnen de blauwe en de gele echt iets substantieel anders ‘kranen’? En die blauwe, meestens als een ‘mannelijke’ kleur gezien, heeft ook een naam als je goed kijkt: ‘Haegens’. Typische benaming van een mede-Vindicat-lid, bij de achternaam benoemen natuurlijk. En de gele? Die heet Saan als je goed kijkt. Geel is weer net iets vrouwelijker en Saan ook en dan ook juist een voornaam voor de vrouw. Hmmmm, misogyne tijden me dunkt.

Ook iets gespot? Mail naar cursor@tue.nl

Bijzondere bijbanen

Tim filmt colleges Tim Beishuijzen (23) doet meer voor je dan je misschien weet. In een team van ruim twintig personen zorgt hij ervoor dat hoorcolleges in onder andere het Auditorium worden opgenomen. Zodat jij, wanneer je je bed niet kan uitkomen, je fiets gejat is of je om een andere reden niet naar college kan gaan, toch niets mist. Of dat wat je niet begreep nog eens kunt naluisteren. Niet een béétje tevreden is Tim met zijn bijbaan, héél content is hij. “Ik vind het een laid back baantje. Past heel goed in een gewone collegeweek. Ik hoef twee uur lang even niet na te denken, terwijl ik wel geld verdien. Het is fijn om niet een hele dag kwijt te zijn. Ik zie het als een pauze waarin ik toch nuttig bezig ben.” Gemiddeld acht uur in de week is de video-operator aan het relaxen en daar verdient hij elf euro per uur mee, wat hij ‘fatsoenlijk betaald’ noemt. Vanuit de control room bij de Blauwe Zaal worden colleges in zestien collegezalen opgenomen en doorgelust. Behalve in het Auditorium worden ook opnames gemaakt in Flux, Paviljoen en Helix.

Stilstaande en heen en weer lopende docenten Het is trouwens niet alleen maar uitrusten dat Tim doet. Hij moet wel degelijk in de gaten houden of de docent en zijn aantekeningen goed in beeld komen. “In de helft van de colleges staat de docent stil naast de powerpoint, dan hoef ik niet op te letten. Maar tien procent van de docenten loopt steeds heen en weer. Dan ga ik na afloop wel even praten en probeer tips te geven.” Ook wie veel op het middelste bord schrijft kan een gesprekje met Tim verwachten. “Dat bord is moeilijk in beeld te krijgen. En heel lange formules zijn ook moeilijk te filmen.” Het liefst neemt hij natuurlijk colleges op van zijn eigen faculteit (Tim deed een bachelor BMT). “Bij Elektro en Natuurkunde gebruiken ze formules waar ik nog nooit van gehoord heb, dat is lastig. Maar de colleges van Bedrijfskunde en Bouwkunde zijn wat toegankelijker, dat vind ik leuk.” Hij is via een vriend in het team video-operators gerold dat onder leiding staat van Dienst Interne Zaken. Tim merkt dat andere vrienden er ook graag willen werken (helaas, op dit moment zijn er geen vacatures). Zelf doet hij het al drie jaar en hij hoopt zijn hele studententijd door te gaan. Maar het einde is in zicht; hij is bezig aan een gecombineerde master Biomedische Technologie/Technische Informatica. “En daarna ga ik voor een echte baan.” Interview | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke

Hoe kom jij aan je geld? Misschien mag je het innen bij paps en mams, misschien schraap je het zelf bij elkaar met uren werk. Werk je in de horeca, geef je bijles, vul je vakken. Of heb je een baan die anders is dan anders? In deze serie vertellen TU/e-studenten over de bijzondere bijbanen die zij hebben.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.