8
10 December 2015 | year 58
@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine
|
www.cursor.tue.nl
|
tuecursor
|
@tuecursor @TUeCursor_news
14 | T he ‘big five’ about important TU/e matters De vijf universiteitshoogleraren van de TU/e in gesprek, waarbij de meningen af en toe stevig uiteenlopen.
12 Focus
Virtueel over de campus lopen
18 Smakelijk kerstfeest!
De lekkerste kerstrecepten van studentenhuizen
20 Research
Digital 26 The Dating Dance
De samenhang van stofwisseling
Romance and the Millennial
2 | Vooraf
CURTOON
10 december 2015
Colofon
Tokio your votes please
Hoofdredacteur Han Konings
Eindredacteur Brigit Span
Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven Myrthe van der Putten (stagiaire)
Medewerkers Angela Daley Tiny Poppe
Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke
Coverbeeld Bart van Overbeeke
De bekendmaking van de uitslagen van de verkiezingen voor de U-raad en de faculteitsraden is elke keer een wat merkwaardig feestje in de Dorgelozaal voor de mensen die er direct bij betrokken zijn. Beleidsmedewerker Ben Donders probeert er als voorzitter van het Centraal Stembureau nog wat van te maken, maar hij heeft niet veel om mee te werken. Vorige week donderdag kon hij melden dat er honderd stemmen afkomstig waren uit het buitenland, waaronder twee uit Tokio. Dat is aan de andere kant van de wereld! Ook had iemand vier seconden voor sluitingstijd zijn of haar ideale kandidaat verkozen. Wauw, dat was close! Kortom, het is niet echt enerverend en de hamvraag luidt telkens: krijgt Groep-één ditmaal vijf of zes zetels? Dit jaar was er in de aanloop naar de verkiezingen wat reuring ontstaan over de campagnes die beide studentenfracties gevoerd hadden. Er zou door leden van de Eindhovense Studentenraad (ESR) mooie sier gemaakt zijn met enkele campagne punten van tegenstrever Groep-één. Daarmee zou een eerder gesloten herenakkoord tussen beide partijen zijn geschonden.
Herenakkoord? Had ik eerlijk gezegd nog nooit van gehoord en leek me Han Koning s, ook een onhandige constructie. hoofdredac teur Blijkbaar wordt al jaren vooraf bepaald wie waarover campagne mag voeren en is overlap strikt verboden. Wat een gotspe! Een internationale studente die door ESR gevraagd was voor de campagne, had er ook geen chocola van kunnen maken en dacht logischerwijs dat ze best iets mocht vinden van internationalisering en de positie van internationale studenten. Fout en foei, zeiden de heren akkoorders in koor. Zo’n overeenkomst lijkt me de dood in de pot van serieuze medezeggenschap over studentenzaken. Fuseer dan tot één grote studentenpartij en vorm gezamenlijk één front, in plaats van elkaar electoraal vliegen af te gaan vangen. Of is die twee-stammen-politiek ooit door onze bestuurders bedacht als een Macchiavelliaans opzetje? Verdeel en heers.
Opmaak Natasha Franc
Vertalingen Annemarie van Limpt Benjamin Ruijsenaars
Clmn
6-3
Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl
Cursor online www.cursor.tue.nl
Druk Janssen/Pers, Gennep
Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745
Na een turbulente week vol verkiezingsgeweld, lijkt nu de rook weer te zijn opgetrokken. De dagen van heftig gesteggel, promotie met andermans speerpunten en lastiggevallen worden in het Auditorium zijn voorbij. Heeft dit alles geleid tot een spannende uitslag? Nee hoor. De verkiezingsuitslag van 6-3 is in mijn beleving net zo onveranderlijk als de constante van Planck of de lichtsnelheid in vacuüm. Toegegeven, in 2014 is het een keertje 5-4 geweest, maar laten we dat voor het gemak even onder de categorie ‘sneller-dan-het-licht-neutrino’ van CERN scharen. Wat verrassend blijft, is het feit dat deze uitslag door de jaren heen zo bizar weinig verandert. Aan de inhoud of aanpak kan het volgens mij niet liggen. Een groot deel van het electoraat heeft geen enkel idee waar de universiteitsraad zich precies mee bezighoudt. Zelfs als dat wel bekend is, is het voor buiten staanders, zoals ondergetekende, lastig te begrijpen waar nou precies het verschil tussen de partijen ligt. Oud-raadsleden willen nog wel eens iets uitkramen over een verschil in aanpak, maar daarvan is nauwelijks iemand op de hoogte. Je zou dus verwachten dat de gemiddelde student willekeurig op een bolletje klikt.
Ligt het dan aan de promotie? Gedurende de zes-en-een-beetje jaar dat ik hier studeer, heeft één partij een make-over gehad, zijn de kandidatenlijsten volledig doorgewisseld en zijn speerpunten in goed overleg over en weer uitgeruild. Ook dat heeft nauwelijks invloed gehad op de uitslagen. Teun Minke ls, student Te Misschien heeft Groep-één gewoon chnische N atuurkunde een goed witboek voor de promotie liggen. Maar ja, als het uitdelen van Quests en flesjes water zo’n invloed op de uitslag heeft, dan had de ESR dat ondertussen ook wel eens kunnen proberen toch? Naar aanleiding van een stukje amateurpsychologie van mijn kant (en wat ervaring met computerspelletjes) ben ik tot de volgende conclusie gekomen: als je in een lopend spel een kant mag kiezen, kies je als ambitieuze gamer voor de winnende kant. Dit verhoogt namelijk de kans om zelf te winnen, waardoor je eigen statistieken omhoog gaan. Gevolg is dat ambitieuze gamers in het winnende team terechtkomen, waardoor het effect zichzelf versterkt. De theorie staat, nu nog even bevestiging met een experiment. Zullen we volgend jaar allemaal ESR stemmen, om te kijken of zij de komenden jaar de grootste blijven? De auteur verklaart politiek grotendeels objectief te zijn
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
This is the last Cursor of 2015. Cursor 9 will be published on January 7 2016.\ The Cursor editorial staff wishes you a very special holiday season. See you again in 2016!
Hogere boete voor doorreizen met ov-studentenkaart Zestigduizend oud-studenten moesten vorig jaar een boete betalen omdat ze hun studentenreisrecht niet op tijd hadden stopgezet. Het kabinet gaat deze boete verhogen van 194 euro naar 300 euro per maand. Het kabinet denkt dat de boete te laag is voor de oud-studenten. Bij lange afstanden ben je vaak goedkoper uit met een boete dan met een gewone ov-kaart. De verhoging zou de oud-studenten moeten laten stoppen met doorreizen op hun studentenreisproduct.
Virtual-realityfilm over TU/e-campus online
More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en
Studielening nu bijna gratis In 2016 is de rente op studieschulden wel erg gunstig: 0,01 procent, de laagste rente ooit. Vorig jaar was dit ook al erg laag met een rente van 0,12 procent. Als je dit jaar bent afgestudeerd heb je geluk, want dit percentage blijft voor aflossers vijf jaar vast. De schuld van de afgestudeerde zal dus de komende vijf jaar nauwelijks stijgen. Studenten die dit schooljaar zijn begonnen met studeren, zitten ook goed. Het DUO begint met rekenen van de rente van de studieschuld vanaf het eerste moment dat je begint met studeren.
Sinds deze week kun je over De Groene Loper van de TU/e wandelen zonder er te zijn. Het Communicatie Expertise Centrum maakte een ‘virtual visit’ over de campus als extra middel voor de werving van internationale studenten. De TU/e is volgens projectleider Maarten Lans de eerste universiteit in Nederland met een virtual-realityfilm over haar eigen campus. Lees meer hierover op pagina 12-13.
Universitaire salarissen met 1,25 procent omhoog
,
De salarissen van het universitaire personeel worden per 1 september 2015 met 1,25 procent verhoogd. Deze verhoging komt bovenop de loonsverhoging van begin 2015. Ook de eenmalige uitkering gaat omhoog: 350 wordt 500 euro. Dit eerste bedrag was afgesproken in de cao Nederlandse Universiteiten voor werknemers die voor 1 september 2015 zijn komen werken bij een universiteit. Voor kerst worden de extra bedragen uitgekeerd.
Although TU/e has not communicated it extensively, the university is also “extra vigilant” after the recent attacks in Paris. No extra security measures have been taken, says Mirjam Jahnke, head of the TU/e Safety & Security division. Jahnke explains that she immediately exchanged emails after Friday the 13th with the Executive Council but concludes together that they do not think the university is running a higher risk.
No increased risk for TU/e, , but extra vigilance after Paris
Het perfecte zachtgekookte ei modelleren Hoe lang moet je een ei koken om het perfect zachtgekookt te krijgen? Bij het mastervak Physics of Engineering Problems namen 26 studenten de uitdaging aan. Elk groepje had 1 vers en 1 oud ei. De studenten werden beoordeeld door 2 topchefkoks; Evert Thielen en Huub Oudshoorn. Een perfect zachtgekookt ei modelleren bleek onmogelijk. Het verse ei dat het dichtst bij kwam, moest 4,5 minuut koken en 20 tot 30 seconden schrikken. Een ouder ei moest 5,5 minuut koken en even lang schrikken.
Modeling the perfect soft-boiled egg How long do you have to boil an egg in order to get the perfect soft-boiled egg? 26 students accepted this challenge at the mastercourse Physics of Engineering Problems. Each team received 1 fresh and 1 old egg for the test. The students were evaluated by 2 top chefs; Evert Thielen and Huub Oudshoorn. Modeling the perfect soft-boiled egg turned out to be impossible. The fresh egg that neared perfection had to be boiled for 4,5 minutes and plunged in cold water for 20 to 30 seconds.(MvdP) Photo | Bart van Overbeeke
4 | Universiteitsberichten
10 december 2015
Donderdag 17 december, 16:00 uur, CZ4: promotie A. Zocca MSc (W&I) Promotoren: prof.dr.ir. S.C. Borst en prof.dr. J.S.H. van Leeuwaarden Voorzitter: prof.dr.ir. B. Koren Titel proefschrift: “Spatio-temporal dynamics of random-access networks: An interacting particle approach”
ALGEMEEN Nieuwjaarsbijeenkomst Op maandag 4 januari wordt de nieuwjaarsbijeenkomst van de universiteit gehouden. Vanaf 16:00 uur in de Senaatszaal. Dienst Personeel en Organisatie | Employabilityfonds: vergroot je inzetbaarheid op de arbeidsmarkt Wil jij een opleiding of training volgen die buiten de scope van je huidige functie valt, maar erop is gericht om je positie op de arbeidsmarkt duurzaam te verbeteren? Mogelijk kun je voor de financiering gebruik maken van het Employabi lityfonds. Kijk voor meer informatie op de intranetpagina’s van DPO of informeer bij je HR-adviseur.
MENS Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 10 december, 14:00 uur, CZ4: promotie ir. Y. Xiang (EE) Promotoren: prof.dr.ir. J.F.G. Cobben en prof.dr.ir. J.G. Slootweg Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Operation of Future Medium Voltage Distribution Grids Application of Statistical Methods for State Estimation and Fault Location” Donderdag 10 december, 16:00 uur, CZ4: promotie M. Kooiman MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. M.G.D. Geers Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Collective Dynamics of Dislocations” Donderdag 10 december, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. H.W.H. van Roekel (BMT) Promotor: prof.dr. P.A.J. Hilbers Voorzitter: prof.dr. J.P.W. Pluim Titel proefschrift: “Modular Design and Analysis of Synthetic Biochemical Networks” Maandag 14 december, 16:00 uur, CZ4: promotie S. Song PDEng (EE) Promotor: prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Design of a Low Power Frontend System for Fetal Monitoring Applications”
UNIVERSITEITSBERICHTEN
Maandag 14 december, 16:00 uur, CZ5: promotie drs. D.G.F.M. Bollen (IE & IS) Promotoren: prof.dr. D.G. Bouwhuis en prof.dr. C.C.P. Snijders Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “Modelling user preferences in multi-media recommender systems” Dinsdag 15 december, 14:00 uur, CZ4: promotie ir. F.J.C.M. Beckers (EE) Promotoren: prof.ir. W.L. Kling (wijlen) en prof.dr.ir. J.H. Blom Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Pulsed Power Driven Industrial Plasma Processing” Dinsdag 15 december, 16:00 uur, CZ4: promotie M. Altini MSc (EE) Promotoren: Prof.Dr.sc. O. Amft en prof.dr.ir. J.W.M. Bergmans Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Personalization of energy expenditure and cardio respiratory fitness estimation using wearable sensors in supervised and unsupervised free-living conditions” Dinsdag 15 december, 16:00 uur, CZ5: promotie drs. N. Van den Ende (IE & IS) Promotoren: prof.dr. D.G. Bouwhuis en prof.dr. W.A. IJsselsteijn Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “Experiencing Audio/Video Quality: an investigation into the relationship between perceived video quality and involvement” Woensdag 16 december, 16:00 uur, CZ4: promotie drs. S. Bashir (IE & IS) Promotor: prof.dr. C.C.P. Snijders Voorzitter: prof.dr. C.J.H. Midden Titel proefschrift: “Unpacking ICT: Understanding the implications of ICT Availability and Adoption for Firm Performance”
Intreerede Bettina Speckmann Vrijdag 11 december, 16:00 uur, BZ: intreerede prof.dr. B. Speckmann (W&I) - hl Voorzitter: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel: “Motion, Maps, and more …”
DIVERSEN De Lindespelers | Lichttechnicus gezocht De lichttechnicus maakt in overleg met een regisseur en productie leider lichtplannen voor onze voorstellingen, helpt bij de opbouw van het toneel, verzorgt het licht tijdens de voorstellingen, alle producties worden in eigen beheer gemaakt. Theaterervaring is fijn, maar niet noodzakelijk. Daarnaast kun je aan opleidingsprogramma’s deelnemen. Wil je meewerken aan de totstandkoming van theaterproducties? In theater of op bijzondere speel locaties? Kun jij een nieuw licht werpen op de scènes die wij op het toneel zetten? www.lindespelers.nl Of neem contact op met secretaris Berry Grooten 040-2906367 of secretaris@lindespelers.nl UNICEF | UNICEF zoekt student vrijwilligers in Eindhoven UNICEF zoekt Eindhovense studenten voor het oprichten van een nieuw studententeam van UNICEF in Eindhoven. Wil je je inzetten voor een betere wereld voor kinderen, werken aan je competenties of gewoon met medestudenten leuke activiteiten neerzetten? Dan is deelname aan het UNICEF Studenten team in Eindhoven iets voor jou! Kijk voor meer informatie op www.oneworld.nl/werken/ vacatures/unicef-zoekt-student vrijwilligers-eindhoven-4 Wij zien uit naar jullie reactie!
Advertenties
Gezocht: slimme student om te programmeren in C++ of Java voor innovatief project. Bel 085-0020200 of email paul.philips@hotmail.com cursor-paul philips 151104.indd 1
04-11-15 14:51
En ik vind Ruziën over internationalisering Pijnlijk en beschamend: het zijn de enige twee woorden die passen bij het Cursor-stukje over het speerpuntendrama van de universiteitsraadsverkiezingen. De Eindhovense Studentenraad bood excuses aan voor het aan de haal gaan met twee speerpunten van Groep-één. Het ging volgens de Cursor om welgeteld twéé incidenten. Paniek om niets dat het fragiele imago van de UR nóg meer schade berokkent. Het treurigst was nog wel een internationale student die niet mocht praten over internationalisering. De kiezer zal zich terecht afvragen hoe een fractie überhaupt een claim kan leggen op een term als internationalisering. Dat is een onderwerp, geen briljant idee dat je zelf bedacht hebt. Om hierover te bakkeleien, draagt bij aan het vooroordeel dat de UR irrelevant is. Het is bijna zo nietszeggend als dat beide fracties al jaren campagnevoeren met het speerpunt ‘goed onderwijs’, of nog erger, een magnetron. De kiezer ziet alleen bevestiging dat UR-verkiezingen nergens over gaan en straft onmiddellijk: het opkomstpercentage was historisch laag. Oud-UR-voorzitter Rinus van Weert zei altijd: Medezeggenschap is geen zeggenschap. De UR is in de basis een reactief orgaan. Daar hoef je je niet voor te schamen. Sterker nog, deze basis is ruim voldoende om verkiezingen te verantwoorden; het is immers zaak een student vertegenwoordiging te kiezen die capabel genoeg is om het debat met het CvB aan te kunnen. Daar zouden verkiezingen dan ook over moeten gaan: wie heeft de ervaring, de vaardigheden en bovenal de juiste visie om tegenover de rector plaats te nemen? Campagnes over internationalisering, een groene loper of ‘goed onderwijs’ schieten ruim tekort in concreetheid. Als reactief orgaan moet je de kiezer vertellen hoe jij zou reageren. Als je goed onderwijs wilt, wat wil je dan dat er verandert? En denk verder dan dat ene USE-vak of die Plan App; wat is nou jouw visie op onderwijs? Die informatie is essentieel als je wil dat de kiezer je serieus neemt. UR-leden verschuilen zich achter de claim dat studenten niet te interesseren zijn voor de inhoud. Dat is echter geen excuus om niet te communiceren; het is juist een uitdaging om betere communicatievormen te vinden. Laat eens zien wat je écht doet, de beslissingen die je dagelijks neemt en wat je nou vindt van wat het CvB je voorschotelt. Dan hoef je niet meer te ruziën over wie mag praten over internationalisering. Giel Op ’t Veld | oud-voorzitter Groep-één
Nieuws | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
, , TU/e ers vinden achteringang TU/e maakt kleinste voor kernreceptor temperatuursensor ,
Onderzoekers van de TU/e publiceerden deze week samen met collega’s van de Universiteit Leiden en geneesmiddelenfabrikant MSD in Nature Communications over een geheel nieuwe manier om één van de menselijke kernreceptoren - eiwitten die alle cruciale lichaamsfuncties aansturen - te blokkeren. De ontdekking, gedaan in de groep van Luc Brunsveld, maakt ontwikkeling van geneesmiddelen mogelijk die minder gevoelig zijn voor resistentie.
Onderzoekers van de TU/e-faculteit Electrical Engineering hebben een piepkleine draadloze temperatuursensor ontwikkeld, die zijn energie haalt uit de radiogolven van het draadloze netwerk waar hij deel van uitmaakt. Daardoor hoeft er geen enkele draad naar de sensor, er hoeft nooit een batterij vervangen te worden. Veel geld zal het niet kosten: bij massa productie zullen de sensoren zo’n 20 cent per stuk gaan kosten.
Bus 104 across campus also runs in 2016
“Geen college geld meer voor studentbestuurders”
Bus 104, which by way of trial has shuttled between Eindhoven station and the campus since February of this year, will continue in 2016 in any case. This is the outcome of talks between TU/e, the province of North Brabant and carrier Hermes. Whether the line will survive longer than next year depends on the current European tender for the transport concession - the exclusive right to provide bus transport - for the region for the period 2017-2026.
In the elections for the University Council, student party Groep-één reconquered the seat which it lost last year to the Eindhoven Student Council (ESR). For the first time there will be an English-language student in the University Council: Danyal Haider, a Bachelor student of Electrical Engineering. He belongs to the party of Groep-één. In a first reaction the Pakistani Haider says he is thrilled with his election and he wants to stand up in particular for the international community.
, Bewegend gezelligheidsdier terug op de TU/e
,
First English-language student in University Council
Studenten hoeven binnenkort geen collegegeld meer te betalen als ze een jaar lang fulltime bestuurswerk verrichten. Daar gaat minister Jet Bussemaker voor zorgen. Studenten proberen al jaren het ‘collegegeldvrij studeren’ er door te laten komen. Ook al zou de student geen onderwijs volgen, hij zou wel nuttig werk verrichten in het collegejaar. Bussemaker komt later terug op de vraag of het ‘collegegeldvrije studiejaar’ alleen geldt voor studenten van wie de ouders ze financieel niet of nauwelijks steunen of voor iedereen.
Het kunstwerk Hall Object is terug op de TU/e, de plek waar studenten het eerder gemaakt hebben samen met kunstenaar Job Smeets van Studio Job. Bij omroep VARA, waar het tien jaar stond, paste het na een renovatie niet meer in het gebouw. Het doel is om het kunstwerk een tweede leven te geven op de campus. Het ziet eruit als een konijn, kan zelfstandig door een ruimte bewegen en legt contact met mensen.
Humans behind the news Danyal Haider is the first English-speaking international TU/e student to sit in the University Council. The Pakistani Bachelor student of Electrical Engineering was on the list for Groep-één and received 153 votes. He has had to make quite an effort to win a place on the list.
Why did you stand for election? “I find it important that international students and employees should also participate in the University Council and that there is more communication in English. I know that more English-speaking students want to voice their opinions in the University Council, which is rather difficult if it is conducted only in Dutch. Any international could do this, but one person had to stand up.”
Was it difficult to get an electable position? “I sent a great many emails to both Groep-één and the Eindhoven Student Council for months and got hardly any reaction from them. They had certain reservations about putting an English-speaking student on the list, but it is regrettable that they don’t tell you so. I’ve also heard from other international students that there was almost no response. I find it strange when people say they are all for internationalization and hardly show this. It has taken a very long time before an English-speaking student appeared in the University Council. After great insistence on my part, Groep-één eventually put me on the list. I must say that they now really help me and clearly show that they do regard internationalization as an important item.”
Do you expect that everything will be in English at once?
Danyal Haider
“I hope that we can move towards an English-friendly Council”
“No, it takes two to tango. I will also have to learn more Dutch and I’m not against Dutch-only. Still, I do hope that we can move towards an English-friendly Council. I’m convinced that I have received lots of votes because one of the spearheads of Groep-één is that it wants to force the transfer to English in the University Council itself. And those votes were not only cast by international students.”
What causes would you like to embrace in the University Council? “Internationalization and more English are important items, but it’s not as if I find the other items such as the quality of education and a lively campus less important. Everything is equally important, yet because of my background my focus will certainly be on international aspects.” Interview | Judith van Gaal Photo | Bart van Overbeeke
6 | Gelinkt
10 december 2015
De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n dertienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds een aantal van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.
Maarten en Inge Steinbuch zijn al sinds hun vijftiende samen, en ook al bijna veertig jaar gewend om ’s avonds samen aan één tafel of bureau nog te werken. Elk aan hun eigen werk, welteverstaan. Maarten aan zijn taken als hoogleraar Control Systems Technology en Inge aan haar advieswerk in de zorgsector. Dit najaar werkten ze aan de keukentafel voor het eerst echt samen aan een project: de Slimme Scheurkalender, met 320 ‘slimme’ weetjes over Zuidoost-Brabant: een idee van Maarten om de Brainportregio te promoten.
“Na de eerste grote bes Het was een hele klus. Want toen Maarten eind augustus de plannen via zijn blog wereldkundig maakte, hadden ze nog maar twintig feitjes, vertelt hij. “Ik had in 2012 al eens twaalf Holland High Tech Facts op mijn blog gezet, nadat deze regio was uitgeroepen tot de slimste ter wereld, met in het achterhoofd om daar ooit méér mee te doen. Vlak voor de zomer sprak ik uitgever David van Iersel en een scheur kalender leek hem een gaaf idee. Afgelopen zomer, op het strand in Frankrijk, hebben we daarvoor de eerste weetjes bedacht.” “Toen dacht ik nog dat we die kalender nooit vol zouden krijgen”, zegt Inge. “Maar Maarten zag het wel zitten.” Anderhalve maand heeft het stel in alle vrije uren letterlijk zij aan zij gezeten om het hobbyproject tot een succes te maken. Inge: “In het begin was het nog afwachten of er voldoende belangstelling zou zijn om de kalender rendabel te maken, maar hij moest half oktober af zijn, dus we zijn toen toch maar begonnen.” Een bestelling van 1.700 exemplaren van het Veghelse bedrijf Vanderlande gaf de doorslag: daarmee kwam de ondergrens van drieduizend exemplaren in zicht. “Toen konden we ook niet meer terug”, lacht Inge.
“Ik dacht dat we de kalender nooit vol zouden krijgen” Een reguliere werkdag eindigt voor Maarten op hun woonboerderij in Helmond om half elf ’s avonds. Alleen zo kan hij met zijn veeleisende baan de weekends vrijhouden voor zijn gezin. “Dat betekende dat ik elke avond na half elf nog een uur met Inge meezocht naar weetjes. En de weekends gingen er dus ook aan op. De laatste drie fulltime en het allerlaatste weekend zelfs tot ’s avonds laat, omdat de uitgever op het laatste moment aangaf dat de luchtige weetjes over carnaval en de Efteling die we voor het weekend hadden bedacht niet in het format pasten. Daar had hij achteraf wel gelijk in, maar op dat moment hebben we wel wat afgemopperd. Op 14 oktober leverden we de tekst hijgend bij de uitgever in.” De kalender toont op elke pagina een kort feitje, met op de achterkant een uitgebreidere uitleg.
Een deel van de weetjes werd aangedragen door mensen uit Maartens omvangrijke netwerk in de regio, maar ook die feiten moesten nog worden gecheckt en voorzien van achtergrondinformatie. Het echtpaar kreeg overigens hulp van dochter Gaia: zij woont samen met een Engelsman was daarom de aangewezen persoon om de Engelse vertalingen te verzorgen. Inge Steinbuch heeft de meeste uren in het idee van haar man gestoken: avonden, vrijdagen en weekends struinde ze het internet af op zoek naar informatie. Eens maar nooit weer, zou je denken. Maar nee: bij voldoende belangstelling willen de Steinbuchs ook voor 2017 een Slimme Scheurkalender maken. “Het was veel werk”, verklaart Inge. “Maar ook ontzettend leuk om te doen en we hebben er veel van geleerd.” Als voorbeeld noemt ze het weetje over de ontstaans geschiedenis van printerfabrikant Océ. “Dat bedrijf is opgericht door een apotheker met scheikundige interesse die een kleurstof had gevonden om margarine de kleur van echte boter te geven.” Maarten: “Daardoor snapte ik ook meteen waarom Océ nog altijd veel research doet naar verschillende soorten inkt. Dat heeft dus historische redenen.”
Linked | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
stelling konden we niet meer terug” Voor een volgende editie zouden ze wel twee keer zoveel tijd nemen, zegt Inge. “Daar zou de kalender beslist beter van worden. En we willen dan ook illustraties zoeken bij elk weetje.”
“Behalve werken, doen we eigenlijk alles samen” Er zijn tienduizend kalenders gedrukt, en die zijn bijna allemaal verkocht. De gemeente Helmond stopt ze in hun kerstpakket. Maarten vindt het jammer dat de TU/e dit voorbeeld niet heeft gevolgd. Directeur van het TU/e Innovation Lab Steef Blok heeft er wel 2.500 aangeschaft. “Die wil hij met winst verkopen; de opbrengst gaat naar de studententeams van de TU/e.” Ook van de Steinbuchs kunnen die teams nog een donatie verwachten. De eerste opbrengst van hun keukentafelproject hebben ze al uitgekeerd aan een ander goed doel: Stichting Techniek promotie heeft een cheque met vijfduizend euro mogen ontvangen. Met het laatste beetje winst zullen de Steinbuchs binnenkort in Japan
het glas heffen op hun gezamenlijke prestatie. “Ik heb daar een conferentie, en Inge gaat anderhalve week mee. Het is voor het eerst dat ze zo ver met me meereist.” Het scheurkalenderavontuur heeft ondanks de stress geen frictie tussen de echtelieden veroorzaakt, zeggen ze allebei. Ze zijn dan ook al hun hele volwassen leven gewend om veel samen te doen, legt Inge uit. “Behalve werken, doen we eigenlijk alles samen.” Het weekend is dan ook strikte vrije tijd, die besteed wordt aan een zaterdags uitstapje naar de Helmondse markt, hout hakken en de dieren op hun boerderij verzorgen. Om een huwelijk goed te houden, moet je voldoende tijd samen doorbrengen, vindt Maarten. “Maar dan ook echt met aandacht voor elkaar”, vult Inge aan. “Alleen zo kun je voorkomen dat je niet uit elkaar groeit.” Haar echtgenoot lacht. “Ik denk dat we ook wel een scheurkalender zouden kunnen maken met 320 tips om je huwelijk goed te houden. Ik geloof echt dat ons dat lukt!”
Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke
“After the first major order there was no way back” Maarten and Inge Steinbuch have been together since they were fifteen years old, and they’re used to working at the same table or desk at night as they’ve been doing so for forty years as well. Working on their own projects, that is. Maarten works as a professor of Control Systems Technology; Inge holds an advisory position in health care. This fall, they have been working together on a project for the very first time: the Smart Page-a-Day Calendar, featuring 320 ‘smart’ factoids about Southeast Brabant.
TU/e: a home away from home for about thirteen thousands of employees and students. The community is a relatively small one, with infinite connections between its members, be they professional or private. In ‘Linked’, community members talk about their mutual relationship and their connection to the university.
The couple spent the last monthand-a-half literally side by side as they worked toward making their pastime project a success. Inge: “Initially, we had no idea if there would be a market for our calendar but it had to be done by October, so we started anyway.” An order for 1,700 calendars from the Veghelbased company Vanderlande was the positive reinforcement they needed to push through, because it suddenly made the minimum of 3,000 copies realistic. “There was no way back anymore”, she laughs. For Maarten, a regular day at the office ends at their farmhouse in Helmond at ten thirty at night. Having the demanding job he does, it’s the only way for him to spend time with his family on the weekends. “It meant I had to search for factoids with Inge for an hour after that every night. And the weekends, too.
The last three weekends we searched full-time - the very last one until late at night.” The one-a-day calendar shows a short fact, and more elaborate info on the back of the sheet. Part of the trivia was provided by people from Maarten’s extensive regional network, but all factoids had to be checked and more detailed information had to be gathered. Despite the stress, the creation of the one-a-day calendar has not caused any marital issues, the spouses agree. After all, they’ve been used to spending a lot of time together all of their adult lives, Inge explains. “Except for our work, we do everything together.”
8 | Student
10 december 2015
Aanschuiven bij
Het Tankstation
Hoe maak je van een tankstation een gezellige studentenwoning? Arne den Otter (21), derdejaars student Technische Innovatiewetenschappen: “Ik was op zoek naar woonruimte en de shop van het Berkman tankstation van mijn oom stond al een tijdje leeg.” Samen met Olivier Swinkels (21), eveneens derdejaars student Technische Innovatiewetenschappen, verbouwde hij vorig jaar het tankstation, waar nog steeds 24 uur per dag voordelig getankt kan worden. Het duo kreeg na een tijdje gezelschap van Kay Tuip (20), ook derdejaars student Technische Innovatiewetenschappen. Gezamenlijk timmerden ze drie slaapkamers in elkaar. “Helemaal super is het hier, hoewel ik als Limburger wel even moest wennen aan de twee Rotterdammers die geen Alfa bier drinken”, zegt Tuip lachend terwijl hij de foto’s van voor én na de ‘verbouwing’ toont op zijn iPad.
Recept
Gagelstraat 92
Wat maakt deze huisvesting bijzonder? “Het is een centrale en levendige plek, vlakbij de stad, met een Aziatisch restaurant en een grote toko op het terrein”, somt Kay op. “We kunnen hier in de zomer voor de deur voetballen en laatst hebben we in de wasstraat hiernaast nog een groot feest gehouden”, vult Olivier aan. Vervolgens wijst Arne op de bewakingscamera’s die nog in de keuken hangen, de rekken waar vroeger de winkelwaar werd uitgestald en, niet onbelangrijk, de goedkope huurprijzen omdat ze antikraak wonen. “Het enige wat nog ontbrak, was een wasmachine, maar dat hebben we opgelost door zelf een wasserette te beginnen”, wijst Tuip naar buiten waar de wasmachines staan. Hier kan 24 uur per dag door iedereen voor een klein bedrag gewassen en gedroogd worden, tot wel 18kg! “Een douche in de keuken is ook niet echt gebruikelijk. Het komt weleens voor dat, als ik sta te koken, Arne of Kay naakt langslopen, maar daar wen je aan”, aldus Olivier.
Spitskool met satésaus
Wat is tot nu het meest bijzondere dat jullie hier hebben meegemaakt? “Dat was, zonder meer, de inbraak onlangs”, zegt Olivier. “We hoorden lawaai in de carwash en we gingen erop af”, valt Arne bij. Vervolgens zetten ze de achtervolging in, want de inbrekers gingen er met het koper uit de wasstraat vandoor. “De ene hebben we kunnen tegenhouden en is vervolgens opgepakt door de politie, de ander later.” Olivier maakt dit recept klaar op twee matig functionerende elektrische plaatjes en een oven. Vooraf wordt tomatensoep uit blik van een ex-schaatssponsor geserveerd. Kook 500 gram gesneden spitskool ongeveer gaar, bak ondertussen 500 gram lapjes varkensfilet in hete boter en verwarm 300 gram wafel aardappeltjes eveneens in een voorverwarmde oven. Vergeet niet tussendoor ook nog de 500 gram satésaus te verwarmen.
Eet smakelijk
Recipe Cabbage and satay sauce
@ Het Tankstation
Gagelstraat 92
How do you turn a gas station (tankstation in Dutch) into a cozy student residence? Arne den Otter (21), third-year student of Innovation Sciences: “I was searching for a place to live when I heard the Berkman gas station shop that belongs to my uncle had been vacant for a while.” He and 21-year old fellow student of Innovation Sciences Olivier Swinkels renovated the gas station, where drivers can still pump gas 24/7. After a while, the duo was joined by 20-year old Kay Tuip, another third-year student of, yes, Innovation Sciences. The three of them built three bedrooms.
What’s so special about this place? “It’s a central and vibrant spot, located close to the city center, and there’s an Asian restaurant and a huge Asian supermarket at our doorstep”, Kay sums up. “ In summer, we can play soccer in front of our house, and we recently threw a party in the carwash next door”, Olivier adds. Arne continues to point out there are still functional security cameras set up in their kitchen, as well as store displays, and they pay little rent as they live there through an anti-squat construction. “A shower in the kitchen is something you don’t see everyday, either. You know, I’ll be cooking and Arne or Kay walk past stark naked. We’ve gotten used to it, though”, says Olivier.
Would you and your roommates like to feature in this item? Let us know at cursor@tue.nl
Olivier is in charge of preparing the dish on two sub-par electric burners and an oven. There’s canned tomato soup by a former ice-skating sponsor as an entrée. Bring 500 grams of cabbage to the boil until kind of cooked. In the meantime, fry 500 grams of pork steak in butter and bake 300 grams of potato wafers in a preheated oven. Don’t forget to heat the satay sauce as well (500 grams).
Interview | Tiny Poppe Photos | Bart van Overbeeke
Student | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
En hoe is het in Umeå?
Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Voordat ik vertel hoe het is in Umeå, is het waarschijnlijk interessanter om te weten hoe ik terecht ben gekomen in een plaats waar hoogstwaarschijnlijk weinig mensen van gehoord hebben. Umeå is de grootste stad van het noordelijke gedeelte van Zweden. Het bevindt zich op ongeveer dezelfde breedtegraad als Reykjavik, IJsland. Ik had eerst helemaal geen intentie om een stage in het buitenland te doen. Plekken zoals Australië, China en Amerika klonken fantastisch, maar niet voor een stage. Ik zou daar liever willen rondreizen dan erover wegdromen tijdens mijn stage. Ik wilde namelijk het beste uit mijn stage halen. Echter realiseerde ik me dat dit één van de weinige kansen zal zijn die ik krijg om een lange tijd in het buitenland te spenderen. Daarom ben ik gaan kijken naar stages in landen zoals Engeland en Frankrijk. Op een of andere manier is Scandinavië nooit in me opgekomen. Totdat ik een post las in de Industrial Design TU/e Facebook-groep die vermeldde dat het Interactive Institute Umeå opzoek was naar stagiaires. Toen ik hun website had bekeken, was ik erg enthousiast. De gebieden waarop zij zich focussen, waren onderwerpen die ik erg interessant vind. Ik heb geluk dat ik hier terecht ben gekomen. Ik heb de vrijheid gekregen om een beetje van mezelf in de fascinerende projecten te stoppen. Ik maak deel uit van een familie, in plaats van het koffiemeisje te zijn. Ik heb het erg naar mijn zin en dat is zeker nodig gedurende de donkere en koude winters in Noord-Zweden. In december begint de zonsondergang al vóór 14.00 uur. Gelukkig maken het prachtige landschap, het noorderlicht en de ontelbare fika’s dat weer goed. (= Zweedse sociale koffiepauze met veel zoetigheid). En wie wil er niet impulsief de nachttrein kunnen pakken om de poolcirkel over te steken en met husky’s te sleeën? Dominique Fürst, studente Industrial Design
And how are things in Umeå? Before telling what is happening in Umeå, it is probably more interesting to know how I ended up in a place you probably never heard of. Umeå is the biggest city of the Northern part of Sweden. It is located approximately on the same latitude as Reykjavik, Iceland. At first, I did not have any intention to do an internship abroad. Places like Australia, China and America sounded amazing to me, but not for an internship. I would rather travel fulltime in those countries, than having the beach on my mind while working inside. I wanted to get the most out of my internship. However, I realized that this was one of the few chances I would get to spend a longer period abroad. That is why I started looking for vacancies located in places like the UK and France. The possibility to go to Scandinavia never occurred to me. Until I read a post on the Industrial Design TU/e Facebook group which stated that The Interactive Institute Umeå was looking for interns. After scrolling through their website I was really excited. The areas they focused on were areas I was very interested in.
TU/e students go abroad more and more for their study. Be it for an internship of for doing research. They write in Cursor about all their experiences abroad.
I am lucky that I ended up here. I got the freedom to put a bit of myself into the fascinating projects. I am part of a family rather than the coffee-making intern. That is something you definitely need during the dark and cold winters of North-Sweden. In December the sunset already starts before 14.00(!). However, the beautiful landscape, Northern Lights and countless Fikas’ make up for that. (= Swedish social coffee break with lots of sweets). Who doesn’t want to be able to impulsively catch the night train to cross the Arctic Circle and sled with huskies? I would advise other students to broaden their view and look for their own perfect combination. Dominique Fürst, student of Industrial Design
Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.
10 | Human Interest
? De Vragenbank Wat is jouw grootste vooroordeel over anderen?
Wat is je grootste heimelijk genoegen?
“Vaak denk ik dat anderen het minder goed weten dan ik. Tenminste, als het over de dingen gaat waar ik goed in ben. Ik ben heel erg nauwkeurig en kan hier bij het Informatie Expertise Centrum goed werken met de systemen. Van presenteren en netwerken weten anderen weer meer. Een ander vooroordeel heb ik over te zware mensen. Als ik dikke mensen over hun gewicht hoor klagen, dan denk ik dat zij er iets aan zouden moeten doen, sterker; dat zij de énigen zijn die er iets aan kunnen doen. Ik weet waar ik het over heb; zelf ben ik de afgelopen jaren 25 kilo afgevallen.”
“Ik eet graag. Niet iets specifieks, hoewel ik een voorkeur heb voor hartig. Ik kook ook graag en ik weet veel over voedsel. Bij stress, of als ik me minder goed voel, pak ik thuis wel eens een zak chips, of twee zakken. Het is een manier om met mijn emoties om te gaan. Het is een valkuil voor me. Ik voel me nu de overtollige kilo’s eraf zijn zó veel gezonder. Dat zou ik graag zo willen houden.”
10 december 2015
Annemarie Steinmann (30), medewerkster bibliotheekservices, moest even nadenken voor ze zich liet interviewen door Cursor. Maar ze vindt dat ze “af en toe uit de comfortzone moet komen om iets leuks te bereiken”, en daarom pakt ze dapper vijf vragen uit de hoge hoed. Geloof je? En in wie of wat?
“Mijn moeder wilde graag dat ik mee ging naar de katholieke kerk. Dat deed ik tot mijn twaalfde of dertiende. Voor haar. Ik geloof zelf niet in een god. Ik kan me voorstellen dat andere mensen steun hebben aan een geloof, dat ze zich eraan kunnen vast klampen in zware tijden. Maar dat is niets voor mij. Ik denk dat je zelf verantwoordelijk bent voor je eigen geluk.”
Wat maakt jou uniek?
“Dit is een lastige vraag want nu moet ik iets positiefs over mezelf zeggen. Ik ben nogal verlegen. Wel krachtig, maar ik weet niet of dat me uniek maakt. Oh ja, ik kan me goed inleven in een ander. Ik heb een groot empathisch vermogen. Dat is wel eens lastig voor mezelf, want ik ben erg gevoelig. Maar dat maakt wel dat ik voor anderen op het juiste moment iets goeds kan doen.”
Wat had je liever NIET willen weten? “Als ik naar mijn zoontje Aaron kijk die nu twintig maanden oud is, dan denk ik dat het toch wel heel fijn is om nog niets te weten van de ellende in de wereld. Hij is beschermd door onwetendheid. En ik wil misschien liever niet weten dat je gezondheid verslechtert door stress, weinig bewegen, onverstandig eten. Het geeft een schuldgevoel. Het is wel eens lekker om onbezorgd te zijn. Ik krijg af en toe stress van mijn eigen stress. Voor een perfectionist als ik is dat vervelend.”
Interview | Norbine Schalij Photo | Bart van Overbeeke
? The Hot Seat
Annemarie Steinmann (30), who works at the library services, had to ponder her decision to be interviewed by Cursor. Still, she thinks you should “occasionally leave the comfort zone to achieve something funny”, and therefore bravely selects five questions from the top hat.
What is your greatest prejudice about others?
What is your greatest guilty pleasure?
Do you believe? And in whom or what?
“I often think that others know things less well than I do. At least, if it concerns things I’m good at. I am very meticulous and can work with the systems here at the Information Expertise Center very well. Then again, others know more about presenting and networking. Another of my prejudices is about obese people. When I hear obese people complain about their weight, then I think they should do something about it, better still; that they are the only ones who can do something about it. I do know what I’m talking about; over the past few years I managed to lose 25 kilos myself.”
“I like to eat. Nothing specific really, although I do like savoury things. I also like to cook and I am quite knowledgeable about food. In case of stress, or when I’m not feeling fine, I sometimes start on a bag of crisps when I’m home, or two bags. It’s a way of dealing with my emotions. It’s a trap for me. Now that I’ve lost so much redundant weight, I feel so much healthier. I’d like to keep it that way.”
“My mother always liked me to accompany her to the catholic church. I did so until I was twelve or thirteen. I did it for her. I myself don’t believe in a god. I can imagine that other people find support in a belief, that they can cling to it when times are hard for them. But that is not how I feel. I think you are responsible for your own happiness.”
What makes you unique?
What would you have preferred NOT to know?
“This is a tough question, for now I need to say something positive about myself. I am rather shy. Powerful alright, though I don’t know whether that makes me unique. Oh yes, I can put myself in somebody else’s position very well. I have great empathy. Which at times is a bit awkward for myself, for I’m very sensitive. Still, it does mean that I can do some good for other people at the right moment.”
“When I look at my little son Aaron who is now twenty months old, I think it is so nice to know nothing at all about the misery in this world yet. He is protected by ignorance. And maybe I would prefer not to know that your health is affected by stress, too little exercise, a bad diet. It makes you feel guilty. Occasionally it is really good to feel totally carefree. I sometimes get stressed due to my own stress. That’s quite annoying for a perfectionist like me.”
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
TUssen de oren
In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.
Creativiteit inside-the-box Mijn vrouw en ik kijken rond etenstijd graag naar Australian Masterchef, terwijl we tijdens de reclameblokken ons eigen eten in elkaar flansen. Een bekend onderdeel uit deze populaire kookwedstrijd is de Mystery Box - een kistje met een zeer beperkte set ingrediënten waarmee de deelnemers moeten koken. En dan blijkt dat je de mooiste gerechtjes kunt maken met drop, venkel, sesamzaad en rode port. Een enkele keer krijgen de deelnemers een lege box. Ze hebben dan de vrije hand en mogen volledig op hun eigen fantasie varen. Op zo’n moment klapt een aantal kandidaten
helemaal dicht en bakt er letterlijk en figuurlijk niets van. Out-of-the-box denken valt lang niet mee. Veel studenten en wetenschappers herkennen dat gevoel. De intimi derend lege pagina. De schier eindeloze mogelijkheden en toch het vergeefs wachten op inspiratie. Hoe formuleer je die eerste zin, die eerste alinea? Dan kunnen de structuur en beperkingen die worden opgelegd door het standaard format van wetenschappelijke rapportages het leven paradoxaal genoeg makkelijker maken. Maar als je stuk geen extern opgelegde structuur kent - een boek, een intreerede,
Brain matters
een column - dan kan het helpen om jezelf wat beperkingen op te leggen. Een prikkelend voorbeeld van een extreme beperking is deze: schrijf een volledig verhaal in zes woorden. Het meest bekende en misschien wel mooiste verhaal wordt geattribueerd aan Ernest Hemingway: ‘For sale: Baby shoes. Never worn’. De traditionele opvatting over creativiteit is dat het juist gebaat is bij volledige vrijheid - een open, ongestructureerd proces met voldoende tijd en ruimte om te spelen met ideeën. Externe beperkingen zoals tijdsdruk zijn
volgens deze opvatting uit den boze want dan gaan mensen op hun routines vertrouwen en krijg je enkel oppervlakkige, weinig verrassende uitkomsten.
Meyers, vice-president bij Google, claimt dat dit zeker ook opgaat voor technische productinnovatie: “Creativity thrives best when constrained”.
Een meer recente, alternatieve visie is dat beperkingen, of ze nu extern of zelf opgelegd zijn, juist een motor kunnen zijn die creativiteit aanjaagt. En er is inmiddels ook enige empirische evidentie die deze visie ondersteunt. Psychologe Patricia Stokes spreekt over beperkingen als “barrières die tot doorbraken leiden” in creatieve beroepen als muziek, product design, of architectuur. Marissa
Terwijl ik dit schrijf, is het inmiddels alweer half 7 geworden; Masterchef begint. Tijd om in een paar reclameblokken wat restjes uit onze koelkast te transformeren naar iets eetbaars, terwijl de kandidaten op tv staan te staren naar hun lege Mystery Box.
Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in HumanTechnology Interaction
In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.
Creativity inside-the-box Around dinner time my wife and I always like to watch Australian Master Chef, while knocking together our own food during the commercial breaks. A well-known item from this popular cooking contest is the Mystery Box - a box containing a very limited set of ingredients that the contestants have to cook with. And then it turns out that you can compose the nicest dishes with licorice, fennel, sesame seed and red port. On some occasions the contestants are given an empty box. Then they have a free rein and can go ahead using their own imagination to the full. At such
moments a number of candidates completely lose it and literally and figuratively make a complete mess of it. Out-of-the-box thinking is by no means easy. Many students and scientists know the feeling. The intimidating empty page. The well-nigh infinite possibilities and yet the vain waiting for that spark of inspiration. How to formulate that first sentence, the first paragraph? In that case, paradoxical though it may sound, the structure and limitations imposed by the standard format of scientific reports can make life easier. However, if your piece is not subject
to an externally imposed structure - a book, an inaugural lecture, a column – it may help to impose some restrictions upon yourself. A nettling example of an extreme limitation would be: write a full story in six words. The most widely known and perhaps the most beautiful story is attributed to Ernest Hemingway: ‘For sale: Baby shoes. Never worn’. The traditional view of creativity is that it comes to full fruition when given total freedom - an open, unstructured process with time and space enough to play with ideas. External limitations such as
pressure of time are fundamentally wrong, according to this train of thought, for that is when people fall back on their routine and you only end up with superficial results which are hardly surprising. A more recent, alternative view is that restrictions, whether external or self-imposed, can indeed be an engine driving creativity. Meanwhile there is some empirical evidence supporting this view. Psychologist Patricia Stokes speaks of constraints as “barriers that lead to breakthroughs” in creative fields such as music, product design, or architecture. Marissa Meyers,
vice-president at Google, claims that this is definitely also true for technical product innovation: “Creativity thrives best when constrained”. While I am writing this, the clock has marched on to 6.30 p.m. again; Master Chef is about to start. Time to transform some remains from our fridge into something edible within a few commercial breaks, while the candidates on TV are staring at their empty Mystery Box. Wijnand IJsselsteijn | professor of Cognition and Affect in Human-Technology Interaction
12 | Focus
10 december 2015
Text | Norbine Schalij Images | Capitola
Virtual visit:
Voor wie niet lijfelijk een open dag van de TU/e kan bezoeken, is er sinds 8 december een oplossing. Van Limbopad tot Flux is er een route te ‘lopen’ waarbij de TU/e zich in virtual reality laat zien. Je kunt een studentenbar binnengaan, in de bieb bijna over de balustrade tuimelen, meedansen bij een feestje tijdens de Intro en vanaf het dakterras van Flux de skyline van Eindhoven zien. En van daaruit zelfs beslissen of je ook nog het sportcentrum of de High Tech Campus wilt bezoeken.
Als je op het Limbopad de Dommel oversteekt hoor je water kabbelen. Als je in het Auditorium bent, hoor je geroezemoes. Als je bomen ziet, hoor je vogels fluiten. De opnames zijn gemaakt aan het eind van de zomer.
Beleving
Bezoekers krijgen - net als bij Google Street View- een 3D-impressie van de TU/e-campus. Het Communicatie Expertise Centrum maakte de virtual visit als extra middel voor de werving van internationale studenten die vanwege de afstand niet in de gelegenheid zijn een open dag te bezoeken. De TU/e is volgens projectleider Maarten Lans de eerste universiteit in Nederland met een interactieve virtual reality-ervaring van haar eigen campus.
De TU/e geeft de geïnteres seerden de kans op de campus rond te kijken. Op haar beurt is zij benieuwd wie er komt kijken en hoe ze dat doen. De muisbewegingen worden gevolgd. Waar klikken de mensen op, hoe is hun route en hoe lang blijven ze? En ook: wat doen ze daarna op de TU/e-website? Google Analytics geeft die informatie.
Geven en nemen
Het aantrekken van internationale studenten staat hoog op de agenda van de TU/e. In 2016 is er op de Nederlandse arbeidsmarkt een tekort aan ongeveer 35.500 ingenieurs. Om aan de groeiende behoefte naar goed opgeleide technische werknemers te kunnen voldoen, wil de TU/e meer studenten uit het buitenland aantrekken. De virtual visit is één van de middelen die de universiteit hiervoor inzet.
Wat is het nut?
Een internationale PhD-student, de Russische Adelya Khayrullina (Bouwkunde), is gids. Ze spreekt de bezoeker persoonlijk aan en nodigt uit. Ze geeft ook de prijzen van een brood in de supermarkt en tipt dat je voor een plek op het terras bij De Zwarte Doos niet te laat moet komen.
“See you later”
Focus | 13
See for news www.cursor.tue.nl/en
De digitale loper Op 74 punten is er extra info te halen in de vorm van een 2D- of 3D-video, een pop-up venster, of foto’s. Vier studentensportverenigingen (tennis, squash, volley- en basketbal), drie studieverenigingen (GEWIS, Van der Waals en Lucid) maar ook projecten als de Sagrada Familia in Ice zijn te bezoeken. En het onderkomen van de internationale studentengemeenschap op de TU/e, de Common Room, natuurlijk ook.
74 hotspots
Virtual visit to the TU/e campus
Since December 8 there has been a solution for anyone who cannot physically attend an open day at TU/e. From Limbopad to Flux a route can be ‘covered’ whereby TU/e shows itself in virtual reality. You can go into a student bar, almost tumble across the banisters in the library, dance along at a party during the Intro and admire the Eindhoven skyline from the roof terrace on top of Flux. And from that spot you can even decide whether you also want to visit the Sports Center or the High Tech Campus.
As in Google Street View, visitors are given a 3D impression of the TU/e campus. The Communication Expertise Center has made the virtual visit as an extra tool to recruit international students who due to the distance are unable to attend an open day. According to project leader Maarten Lans, TU/e is the first university in the Netherlands that provides an interactive virtual reality experience of its own campus.
What is the use? Attracting international students is an item featuring high on the TU/e agenda. In 2016 the Dutch labor market will face a shortage of around 35,500 engineers. In order to meet the growing need for well-trained technical employees, TU/e wants to attract more students from abroad. The virtual visit is one of the tools deployed for this by the university.
“See you later” An international PhD student, the Russian Adelya Khayrullina (Architecture, Building and Planning), is the guide. She addresses visitors personally and invites them. She also gives the prices of bread in the supermarket and tips you off that if you want to secure a seat on the terrace outside De Zwarte Doos you should not be late.
74 hotspots At 74 points you can get extra info in the form of a 2D or 3D video, a pop-up window, or photos. Four student sport clubs (tennis, squash, volleyball and basketball) and three study associations (GEWIS, Van der Waals and Lucid), as well as projects like the ‘Sagrada Familia in Ice’ can be visited. And, of course, the accommodation of the international student association at TU/e, the Common Room.
De virtual visit werkt nu nog het beste via een desk- of laptop. De komende maanden wordt ie geoptimaliseerd voor tablets en smartphones, en kun je rondkijken met je gyroscoop. Zet daar dan een 3D-bril-phone-houder bij op en je krijgt helemaal het gevoel dat je er ‘bent’. Maarten Lans, projectleider virtual visit bij CEC, kan zich voorstellen dat in een volgende versie ook een kijkje buiten de campus wordt genomen. “In het centrum, op Strijp-S of in een studentenhuis is ook genoeg interessants te zien voor internationale studenten. En vergeet het bedrijfsleven niet, dat is een enorm belangrijk aspect voor ze.”
Meer
Experience When crossing the river Dommel via the Limbopad, you hear the water murmuring. While in the Auditorium, you hear the din of voices. When you see trees, you can hear birds warbling. The footage was made at the end of the summer.
Give and take TU/e gives anyone interested an opportunity to look around on campus. In turn, it is curious to see who will come and watch and how they do so. The mouse movements are followed. What items do people click, how is their route and how long are they staying for? And also: what do they do next on the TU/e website? Google Analytics provides that information.
More At present the virtual visit works best via a desktop or laptop. In the coming months it will be optimized for tablets and Smartphones, and you can look around with your gyroscope. If you also put on a 3D spectacles phone holder you will really experience things as if you ‘are’ totally there. Maarten Lans, virtual visit project leader at CEC, can imagine that a next version will also pan out to cover ground outside the campus. “In the center, at Strijp-S or in a student home there are lots of interesting items to be seen as well for international students. And don’t forget the business community, which is a tremendously important aspect for them.”
virtualvisit.tue.nl
14 | Uitgelicht
10 december 2015
De ‘big five’ van de TU/e met elkaar in debat
Bovengemiddeld geïnteresseerd in universiteitsbrede zaken Interview | Han Konings Foto’s | Bart van Overbeeke
Cursor kroop op een maandagavond om tafel met de vijf universiteitshoogleraren van de TU/e en liet diverse onderwerpen de revue passeren. Zoals gebruikelijk is binnen een gezond academisch milieu, lopen ook bij de leden van dit exclusieve gezelschap de meningen af en toe stevig uiteen. Maar één uitgangspunt is leidend: bij alles dient het belang van de Eindhovense universiteit voorop te staan.
Bij de diesviering in april 2013 installeerde het College van Bestuur in een klap vier nieuwe universiteitshoogleraren: Wil van der Aalst (W&I), René Janssen (ST en TN), Anthonie Meijers (IE&IS) en Maarten Steinbuch (W) waren uitverkoren om ambassadeurs van de universiteit te worden. Bert Meijer (ST en BMT) werd al in 2004 als eerste benoemd tot universiteitshoogleraar en is bezig aan zijn derde termijn. In eerste instantie is het een benoeming voor een periode van vijf jaar, dus de vier ‘nieuwelingen’ zitten nu halverwege hun eerste rit. Daarom eerst maar eens vragen wat er nu zo bijzonder is aan deze eervolle functie. Oudgediende Bert Meijer, sinds 2008 ook wetenschappelijk directeur van het vooraanstaande Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen (ICMS), voelt zich zeer vereerd met zijn benoeming, maar blijft ook nuchter. “Ik doe onderzoek en zet me in voor de TU/e. Elf jaar geleden haalde ik veel voldoening uit de waardering die ik op deze manier kreeg van mijn collega’s. Waardering van verder weg krijg je wel vaker, maar hiermee kwam het opeens van dichtbij. Dat is heel fijn.” Maarten Steinbuch vertelt dat hij zeer gecharmeerd is van de diversiteit binnen de groep. “Ik denk dat we alle vijf om heel verschillende redenen zijn benoemd. Maar wat deze groep zeker gemeen heeft, is het feit dat we in bredere zin nadenken over wat hier gebeurt en wat de rol van de universiteit zou moeten zijn. Ieder doet dat vanuit zijn eigen specialisatie en vakgebied, maar op een manier die dat overstijgt.” “Deze functie maakt ons onafhanke lijker van de specifieke decaan waar we onder vallen”, aldus Wil van der Aalst. “Onze rol is wat anders dan
die van de doorsnee hoogleraar.” Anthonie Meijers vult aan: “Deze groep bemoeit zich bovengemiddeld met zaken die universiteitsbreed spelen.”
“Er lopen veel docenten rond met het idee dat hen een flink deel van hun verantwoorde lijkheden is ontnomen” Een belangrijke ontwikkeling was de invoering van het Bachelor College in september 2012. Hoe vinden de vijf dat dit heeft uitgepakt voor de universiteit? Is bijvoorbeeld de grote stijging van de instroom hier op terug te voeren? René Janssen: “Een wetenschapper zou zeggen dat het verband daartussen niet direct te bewijzen is, maar ik denk dat de groei voor een belangrijk deel hierdoor te verklaren is. Maar er spelen meer factoren mee. Voor technische studies is de afgelopen jaren in heel Nederland de belangstelling toegenomen. Maar ook de reclamecampagne die de TU/e toen voor de eerste keer op grote schaal lanceerde, heeft zeer zeker bijgedragen. In die campagne werd goed uitgedragen waar onze universiteit voor staat.” Het goede aan het nieuwe bachelormodel vindt Janssen de grote keuzevrijheid voor studenten. “Dat is veel flexibeler dan bij het oude systeem met de major en de minor. Dat was te rigide en eigenlijk nooit goed uitgekristalliseerd.
Nu lopen in het Bachelor College echter veel docenten rond met het idee dat hen een flink deel van hun verantwoordelijkheden is ontnomen. Al is dat laatste wellicht iets te hard geformuleerd, ze hebben de indruk dat hun verantwoordelijk heden ergens anders zijn onder gebracht. Daardoor voelen ze zich minder verantwoordelijk voor de invulling van het curriculum. Er zijn zoveel regels waaraan ze zich moeten houden. Men heeft minder dan voorheen de mogelijkheid om het onderwijs zelf in te richten. Zo wordt het ervaren en dat is geen positieve ontwikkeling.” Van der Aalst ziet als sterkste pluspunt van het Bachelor College de sense of urgency die erdoor werd opgeroepen. “Iedereen was doordrongen van het feit dat er iets moest gebeuren met de bachelor.” Als grootste nadeel beschouwt hij het tekort aan gelijke voorkennis bij studenten. “Het kennisniveau waar je vanuit kunt gaan bij aanvang van een vak, is sterk naar beneden gegaan. Vroeger werkte je met een homogene groep, met studenten die allemaal dezelfde vakken hadden gevolgd. Als mensen iets niet meteen wisten, kon je verwijzen naar het vak waarin dat onderdeel behandeld was. Dat is nu veel onduidelijker. Maar niet enkel het Bachelor College is daar debet aan. Ook het steeds internationaler worden van onze instroom draagt eraan bij. Bij die studenten weet je ook niet wat ze aan voorkennis in huis hebben. Maar het is een begrijpelijke ontwikkeling. Als je tijd investeert in brede bachelor vakken gaat dat bij informatica studenten ten koste van de harde informaticavakken.” Bij dat laatste punt haakt Maarten Steinbuch aan. “Ik denk juist dat de invoering van verbredende vakken een heel verstandige keuze is geweest. De ingenieurs die wij
tegenwoordig opleiden moeten zoveel meer leren dan enkel vakinhoudelijke kennis. De maatschappij verandert razendsnel en de keuzevrijheid en USE-vakken spelen een belangrijke rol om daar op te kunnen anticiperen. De turn around die wij hier in korte tijd hebben weten te realiseren en die we ook in redelijk goede banen weten te leiden, is uniek in Nederland. De prijs die we daarvoor betalen, is dat docenten de indruk hebben niet meer aan het stuur te staan. Dat gevoel is inherent aan de snelheid waarmee we dit proces hebben weten door te voeren. Gelukkig is nu een rapport verschenen waarin gepleit wordt om een aantal zaken weer wat terug te schroeven. Het is eerst gas geven geweest, nu zijn we aangeland op een moment om terug te kijken en de maatregelen die iets te rigide waren, weer wat aan te passen. Bijvoorbeeld voor de tussentoetsen in het tweede en derde jaar.”
Volgens Anthonie Meijers hangt een deel van de onvrede ook samen met de schaalvergroting die zich de afgelopen jaren heeft voorgedaan. “Denk aan te volle zalen of problemen om zalen te kunnen reserveren. Maar die praktische problemen moeten we echt los zien van het concept dat achter het Bachelor College zit”, aldus Meijers. “Dat is in mijn optiek een heel goed concept, waar echter zeker nog wat aan verbeterd kan worden. Bijvoorbeeld, hoe kunnen we bezien vanuit de student de coherentie verbeteren. Vanuit de majoren moet dan wel de wij/zij-houding, die er nu soms wel is, veranderen. De vijf basisvakken en de USEvakken horen ook bij de major. Dat moet meer naar elkaar toegroeien.”
“De wij/zijhouding moet veranderen”
Janssen denkt dat het ontstaan van die kloof ook ligt aan het feit dat er vanuit de faculteiten weinig inspraak mogelijk was over de vakken die naast de major werden aangeboden. “Het was toch slikken of stikken. Er moest ten koste van de major ruimte worden ingeleverd voor vakken waar in eerste instantie niet duidelijk van was wat de toegevoegde waarde er van was. Ik waardeer het concept, maar de uitwerking had zeker beter gekund.”
Het rapport waar Steinbuch naar verwijst -´Where innovation starts and people matter’- verscheen in oktober (zie ook Cursor 6 van 12 november, red.) en somt op diverse onderdelen de onvrede op van de wetenschappelijke staf. Klachten over de positie van jonge onderzoekers, over de overmaat aan regelingen en over het gebrek aan vertrouwen en het feit dat er doorgaans maar slecht geluisterd wordt naar de werkvloer. Universi teitshoogleraar René Janssen was voorzitter van de commissie die het rapport in opdracht van rector Frank Baaijens heeft opgesteld.
Bij dat standpunt sluit ook Bert Meijer zich aan. Ook hij ziet het nut, “maar ik vind wel dat we allemaal te veel door hetzelfde ringetje moeten springen. Er zijn veel compromissen gesloten en de kracht van een universiteit ligt nu juist in de diversiteit. Faculteiten hadden meer ruimte moeten krijgen om af te wijken van het opgelegde stramien. Neem bijvoorbeeld het blokkensysteem. Dat werkt enerzijds niet voor een OGO-practi cum, want daarvoor is er te weinig tijd, maar het werkt ook niet bij een college, want dan is er juist te veel tijd. Niemand heeft trek in vier uur calculus op één ochtend.”
Uitgelicht | 15
See for news www.cursor.tue.nl/en
Ook Janssen vindt zo’n systeem eigenlijk niet onderwijswaardig, “maar het is wel het enige systeem dat die keuzevrijheid voor de student mogelijk maakt.”
“Nederlandse universiteiten beconcurreren elkaar kapot” Het Bachelor College heeft bijgedragen aan de sterke groei van de laatste jaren. Is dat toe te juichen, of is die schaalvergroting een bedreiging? Steinbuch heeft zich al jaren terug laten kennen als een groot voorstander van groei. “Ik heb altijd geroepen dat we moesten verdubbelen toen we nog 6.500 studenten hadden. Naar dat aantal zijn we op weg en het ziet er zelfs naar uit dat we richting 15.000 studenten gaan.” Volgens Bert Meijer wordt hiermee juist het grootste probleem van de Nederlandse universiteiten
aangesneden. “We beconcurreren elkaar kapot. We willen allemaal groeien. Meer studenten betekent meer marktaandeel, dus een groter deel van de koek. Maar die koek wordt helaas niet groter. Je zou alle Colleges van Bestuur eens verplicht een week bij elkaar op de hei moeten zetten, zodat ze stoppen met die drang om voor bepaalde studies honderden studenten naar hun campussen te halen. Maar wie hier niet aan meedoet, marginaliseert en wordt kleiner. Het is een onstuitbare ratrace van adverteren, grote gebouwen neerzetten en studenten lokken. Dat doet geen recht aan de maatschappelijke taak die universiteiten hebben in Nederland.” Voor de TU/e ziet Janssen geen probleem met de groei. “Sinds 1990 hadden we te maken met terugloop. Nu groeien we en zouden we op de tafel moeten dansen. Het is onze verantwoordelijkheid om de mensen die hier naartoe komen, op te leiden. Zelfs als er geen extra geld komt, moeten we daarmee doorgaan. Dat is onze primaire taak.” Een numerus fixus ziet hij al helemaal niet zitten. “Dat zou alleen iets zijn als de mensen
die we opleiden geen baan meer zouden vinden. En dat is zeker niet het geval.” “We hebben in Nederland ook afgesproken dat we voor techniek naar vier op tien willen”, vult Steinbuch aan. “Onze economie eist dat van ons. We kunnen ons onderwijs wel efficiënter inrichten. Nu hebben we aan de TU/e nog het hoogste aantal contacturen van heel Nederland. Daar zou iets in moeten veranderen.” Anthonie Meijers waarschuwt dat we dan wel moeten nadenken hoe we onze gekoesterde kleinschaligheid gaan behouden. “Groei is goed, maar moet gepaard gaan met stabiliteit”, zegt Van der Aalst. Mede daarom heeft Janssen begrip voor het besluit met het CvB om even wat minder in te zetten op groei vanuit het buitenland. “Laten we eerst kijken of we de interne groei kunnen accommoderen. Als technische universiteit moeten we ons op technische opleidingen concentreren. Op andere plaatsen zie je dat er opleidingen worden aangeboden die daarbuiten vallen, maar die wel veel studenten trekken.” Janssen knikt als gevraagd wordt
of hij daar bijvoorbeeld de studie psychologie in Twente mee bedoelt. “Er zijn in Nederland toch genoeg plekken waar je dat kunt studeren. Op een TU vind ik dat een vreemde opleiding. Hier in Eindhoven zitten we in een technische omgeving, daar moeten we ons op concentreren.” “Tegelijkertijd moeten we er wel voor zorgen dat de kwaliteit van onze opleidingen heel hoog blijft. We moeten het zo goed mogelijk willen doen”, waarschuwt Meijer.
“Ik mis de aandacht voor onderzoek” Dat er de laatste jaren voor onderwijs en valorisatie veel aandacht was, vindt Van der Aalst begrijpelijk, maar hij mist de aandacht voor het onderzoek. “We nemen mensen aan op basis van hun track record voor wat betreft onderzoek, maar vervolgens ligt de nadruk van het bestuur toch vooral op onderwijs en projecten en valorisatie. Ik zou willen dat die
slingerbeweging weer een keer de andere kant op ging en het bestuur zou dat ook actief moeten stimuleren. Binnen een faculteit gaan de alarmbellen af als iemand tekort schiet in zijn onderwijstaak of wanneer er financiële problemen zijn, maar niemand trekt aan de bel als een staflid zelf nauwelijks meer publiceert. Vroeger werden groepen die qua onderzoek niet goed presteerden gesloten, nu lijken de prioriteiten ergens anders te liggen.” Steinbuch ziet die onderwaardering voor onderzoek niet. “In mijn groep kijk ik daar in ieder geval heel scherp naar en bij de promotie van universitair docent naar universitair hoofddocent richten wij ons op iemands presteren in met name het onderzoek. Maar de druk in die groep is wel ontzettend hoog. Jonge wetenschappers moeten onderzoek doen, publiceren, op internationaal vlak op zoek gaan naar middelen, dat is nogal wat. Ik heb echter zeker niet de indruk dat we op wetenschappelijk gebied zijn teruggezakt. Integendeel, ik denk dat we nog nooit zo sterk zijn geweest.” Volgens Meijer heeft het wellicht ook te maken met een erfenis uit het verleden. “Toen de instroom laag was heeft deze universiteit vooral ingezet op het versterken van de lokale reputatie. Terwijl het voor het onderzoek juist van belang is om op internationaal niveau een sterke reputatie op te bouwen. Die twee zaken moeten door het bestuur weer meer met elkaar in balans worden gebracht.” Steinbuch ziet die twee aspecten niet direct als communicerende vaten. “Ik denk niet dat als je het een meer gaat doen, het andere dan wat minder moet worden.” Meijer: “Klopt, maar het heeft wel effect op de uitstraling van ons onderzoek. Bij Caltech bijvoorbeeld is het enige wat telt of je op internationaal gebied floreert met je onderzoek.” Steinbuch: “Ik heb me nooit iets aan het bestuur gelegen laten liggen om wel of niet internationaal op te treden.” Het gesprek verplaatst zich naar een ander aspect dat bij onderzoek een belangrijke rol speelt: hoe komen onderzoekers aan hun geld? In andere Europese landen zijn de middelen daarvoor in veel ruimere mate voorhanden vindt het hele gezel schap. Janssen: “Het is wel grappig als je kijkt naar welke landen de meeste ERC-grants binnenhalen. Engeland staat daarbij aan kop, maar Nederland is vaak een goede tweede. Nu kun je redeneren dat in die landen het onderzoek het beste is, maar je kunt ook zeggen dat onderzoekers daar weinig andere mogelijkheden hebben om aan geld te komen.” Volgens Meijer was het vroeger makkelijker: “Begin jaren negentig kreeg je uit de eerste geldstroom sowieso middelen om drie aio’s aan te nemen en als die klaar waren, kreeg je weer geld voor nieuwe. Dat is nagenoeg weg. De aandacht die er vanuit de eerste geldstroom nog is om mensen onderzoek te
>>
16 | Uitgelicht
10 december 2015
laten doen, is relatief laag. Dat is in Duitsland en Zwitserland wel anders. Steeds meer geld moeten we in Nederland proberen te halen bij NWO, maar daar neemt het totaalbedrag ook niet toe.”
“Ik neem ontslag als ik mijn onderwijs niet meer in het Nederlands mag geven” Het Engelstalig worden van alle TU/e-opleidingen -bachelor en master- is ook een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt. Volgens Steinbuch zal de instroom van buitenlandse studenten er een enorme boost mee krijgen. Meijer is er faliekant tegen. “In een column heb ik ooit geschreven dat als ik mijn colleges niet meer in het Nederlands mag geven, ik ontslag neem. Wie zijn kind onderwijs in het Engels wil geven, moet ze naar Engeland of Amerika sturen. Onze missie is om de Nederlandse student die van de middelbare school komt op een zo hoog mogelijk niveau onderwijs te bieden in de eigen taal. Ik zou er de noodzaak pas van in zien als onze halve wetenschappelijke staf Engelstalig was.”
paria te voelen. Dat moet duidelijker worden.” Moet de universiteit daar iets aan doen, of de overheid? Janssen: “Nee, want wie zich wil meten met de wereldtop, moet mee met die top en dat betekent dat je de best mogelijke prestaties wil leveren.”
op dit moment een heel onzekere onderneming. Daar moet snel iets aan gebeuren.”
Tot slot komt een onderwerp aan bod dat ook in het rapport van Janssen
wordt aangestipt: de werkdruk. Volgens Steinbuch wordt dat mede veroorzaakt door het feit dat Nederland het Amerikaanse model wil volgen. “Daar moeten wetenschappers zorgen voor hun eigen funding en als ze dat niet lukt, vliegen ze eruit. Dan heb je in de VS nog altijd de mogelijkheid om terug te vallen naar een tweederangs universiteit. Die mogelijkheid hebben we in Nederland niet. Daarom moeten we ook niet die kant op willen. Dat maakt werken in de wetenschap
Wil van der Aalst
René Janssen
Bert Meijer
Maarten Steinbuch
Anthonie Meijers
Hoogleraar Informatiesystemen bij de faculteit Wiskunde en Informatica.
Hoogleraar Macromoleculaire en Organische Chemie bij de faculteit Scheikundige Technologie en hoogleraar Moleculaire Materialen en Nanosystemen bij de faculteit Technische Natuurkunde.
Hoogleraar Biomedische Chemie bij de faculteit Biomedische Technologie en hoogleraar Macromoleculaire en Organische Chemie bij de faculteit Scheikundige Technologie.
Hoogleraar Control Systeem Technologie bij de faculteit Werktuigbouwkunde.
Hoogleraar Filosofie en Ethiek bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences.
Janssen is wél een voorstander van Engels: “De wereld is groter dan Nederland. Er is iets voor te zeggen dat doceren in het Nederlands makkelijker is, maar hoeveel proefschriften lezen we in het Nederlands? Nul. Studenten zitten er niet mee. En wie er problemen mee heeft, kan zich laten bijspijkeren.”
“Groei is goed, maar moet gepaard gaan met stabiliteit”
“Als ook een groter deel van je staf internationaler wordt, kun je er niet omheen”, meent Meijers. Van der Aalst: “De taal van mijn vakgebied, Computer Science, is Engels. Niemand schrijft iets in het Nederlands. Ik begrijp ook niet waarom officiële stukken van het CvB niet in het Engels zijn. Maak de hele universiteit Engelstalig.” Van der Aalst denkt niet dat het de kennisoverdracht zal belemmeren.
“Wie zich wil meten met de wereldtop, moet mee met die top”
“Je zou alle Colleges van Bestuur verplicht een week bij elkaar op de hei moeten zetten”
Janssen: “Ik heb geen bezwaar tegen hard werken, maar het is op dit moment inderdaad gekoppeld aan teveel onzekerheid.” Meijer: “Het heeft er ook mee te maken dat het individu niet meer precies weet wat er van hem of haar verwacht wordt. Wat is het referentiekader, wanneer voldoe ik en wanneer niet? Mensen die geen grant hebben van NWO of ERC, hoeven zich geen
“Wat betreft ons onderzoek zijn we nog nooit zo sterk geweest”
“De praktische problemen bij het Bachelor College moeten we los zien van het concept”
Zoom in | 17
See for news www.cursor.tue.nl/en
The ‘big five’ about important TU/e matters At the foundation day celebration in April 2013 the Executive Board in one go installed four new university professors: Wil van der Aalst (Mathematics and Computer Science, René Janssen (Chemical Engineering and Chemistry and Applied Physics), Anthonie Meijers and Maarten Steinbuch (Mechanical Engineering) were chosen to become ambassadors of the university. Bert Meijer (Chemical Engineering and Chemistry and Biomedical Engineering) was the first one to be appointed university professor even in 2004 and is serving his third five-year stint. Maarten Steinbuch says that he is greatly taken with the diversity within the group. “I think that the five of us were appointed for quite different reasons. A strong common denominator in this group, though, is the fact that we reflect in a broader sense upon what is happening here and what the university’s role should be. While each of us acts from his own specialization and area of expertise, we do so in a way that transcends it.” “This position makes us more independent of the specific dean we come under”, says Wil van der Aalst. “Our role is somewhat different from that of the average professor.” Anthonie Meijers adds: “This group takes an above-average interest in issues that feature university-wide.”
“There is cutthroat competition among Dutch universities” The introduction of the Bachelor College has contributed to the strong growth of the university in the last few years. Steinbuch years ago proved himself to be a strong advocate of growth. “I’ve always said that we had to double the number when we still had 6,500 students. We’re on track to reach that number now and it even looks as if we may be going towards 15,000 students.” In Bert Meijer’s opinion this broaches precisely the biggest problem of Dutch universities. “We compete with each other to the death. We all want to grow. More students means a greater market share, and hence a bigger part of the pie. Unfortunately the pie is not getting any bigger. If you don’t join the fight, you marginalize and get smaller. It’s an unstoppable rat race of advertising, erecting
big buildings and luring students. That does not do any justice to the societal task which universities have in the Netherlands.” For TU/e Janssen does not anticipate a problem with growth. “Since 1990 we’ve been coping with declining numbers. Now we are growing and we should be dancing on the table. It’s our responsibility to educate the people that are coming here. We should continue to do so, even if we are not getting any extra funds.” “We made an agreement in the Netherlands that for technology we want to aim for four out of ten”, Steinbuch adds. “Our economy demands it from us. We can organize our education more efficiently. Today at TU/e we still have the highest number of contact hours of all of the Netherlands. Something ought to be changed there.” Anthonie Meijers warns that this will necessitate proper reflection on a way to preserve our cherished small scale. “Growth is good, but it should go together with stability”, says Van der Aalst. For that reason, too, Janssen says that he understands the decision adopted by the Executive Board to focus a little less on growing in numbers of international students. “Let’s first try to accommodate the internal growth. Here in Eindhoven we are in a technical environment, so we should concentrate on that.”
“I miss the attention devoted to research” Whilst Van der Aalst finds it understandable that a lot of attention has gone to education and valorization in recent years, he misses a measure of attention devoted to research. “We hire people on the basis of their track record in terms of research, but subsequently the emphasis of the board is placed primarily on education, projects and valorization. I’d like that pendulum to swing the other way again and I think the board should encourage that emphatically. Within departments the alarm bells start to ring when somebody fails in the performance of his teaching duties or when there are financial issues, but nobody sounds the alarm when staff members produce hardly any publications themselves anymore.” Steinbuch does not see that undervaluation for research. “In my group I look at that very sharply indeed and upon some-
body’s promotion from Assistant Professor to Associate Professor we focus on their achievements in research in particular. Still, the pressure in that group is tremendous. Young scientists have to conduct research , publish, find funds in international circles, which is quite a lot all in all. I definitely do not have the impression, though, that our level has declined in a scientific sense. On the contrary, I think we’ve never been as strong as we are now.” According to Meijer an inheritance from the past may account for some of this as well. “When the intake was low, this university aimed especially at strengthening the local reputation. However, it is of the essence for research to build up a strong reputation at an international level. The equilibrium between those two needs to be restored again by the board.”
“The world is bigger than the Netherlands” The need for all TU/e courses to be taught in English is another item receiving more and more attention. Steinbuch expects that the intake
Cursor sat down one Monday evening with the five university professors at TU/e and reviewed a number of subjects. As is customary within a healthy academic environment, views occasionally diverge widely among the members of this exclusive company. One starting point is leading for all of them, though: the interest of Eindhoven’s university always comes first.
of foreign students will get an enormous boost as a result. Meijer is dead against it. “I once wrote in a column that if I can no longer present my lectures in Dutch, I’ll resign. Anyone who wants their children to be taught in English should just send them to England or America. Our mission is to offer Dutch students coming from secondary school the highest possible level of education in their mother tongue.” Janssen, on the other hand, does advocate English: “The world is bigger than the Netherlands. There’s something to be said for the fact that teaching in Dutch is easier, but how many PhD theses do we actually read in Dutch? Zero. Students are not bothered at all. And whoever has trouble writing in English can seek help to brush it up.” “When a larger section of your staff is also becoming more international, there’s no escaping it”, Meijers thinks. Van der Aalst: “The language of communication in my field, Computer Science, is English. Nobody writes anything in Dutch. I don’t see either why official documents coming from the Executive Board should not be in English. Make the whole university English-speaking.”
the heavy workload at TU/e is also caused by the fact that the Netherlands wants to follow the American model. “In the USA scientists have to find their own funding and if they fail, they’re out. In the USA you then still have the possibility to fall back on a second-rate university. In the Netherlands we don’t have that option. So we should not want to move in that direction either. This makes working in science very insecure at the moment. Something needs to be done about that soon.” Janssen: “I don’t mind working hard, but I agree that at the moment there is too much insecurity surrounding it.” Meijer: “Another thing is that individuals no longer know exactly what is expected of them anymore. What is the reference framework, when am I performing adequately and when aren’t I? People who don’t have a grant from NWO or ERC don’t need to feel like pariahs.” Should the university do something about that, or the government? Janssen: “No, for if you want to compete with the global top, you have to move along with the top, which implies that you want to deliver the best performance possible.”
Finally, the workload comes up for discussion. Steinbuch thinks that
Interview | Han Konings Photos | Bart van Overbeeke
18 | Student
10 december 2015
Tekst | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke en Rien Meulman Oh, wat hebben wij de afgelopen jaren lekkere recepten ontdekt. Maar liefst 48 maal schoven we aan in een studentenhuis om zijn bewoners en gebruiken te leren kennen, maar stiekem ook om inspiratie op te doen voor de dagelijkse kookbeurt thuis. En nu, met kerst in zicht, bieden we jullie een selectie aan van de lekkerste voor-, hoofd- en nagerechten. Het resultaat mag er wezen. Voor vis-, vlees én vegaliefhebbers is er wat te vinden. Voor intieme en voor grote gezelschappen. Eet smakelijk en fijne feestdagen!
VOORAF Paprikasoep Dispuut Jupiter
Tomaten gevuld met risotto en vleesrolletjes Dispuut Camelot
HOOFDGERECHT VIS
Tagliatelle met garnalen Huize Pyter Sely Vispakketje Oost Vest Dijk Best
VLEES
Courgettetaart met kip Gabriel Metsulaan Gehaktballen in biercurrysaus met hutspot Villa Vlakbij Boeuf Bourguignon Tongelresestraat
VEGA
Spinaziepannenkoek Lucky Luik Quinoa salade Heezerweg 52
NAGERECHT
Fruitvariatie met warme chocoladesaus Casimirstraat-Vonderkwartier Smootie van fruit en spinazie Deken van Somerenstraat 9
Voorgerechten
Paprikasoep - voor elf personen Fruit twee sjalotjes, twee knoflooktenen en 11 gele en rode paprika’s (in stukjes) in een beetje olie. Voeg drie liter kippenbouillon en 3 dl slagroom toe. Koken tot het zacht is. Pureren met staafmixer.
Tomaten gevuld met risotto, gegarneerd met vleesrolletjes Rol reepjes wortel in een plak Coburgerham. Rol in een plak gerookte kipfilet wat kleingesneden zongedroogde tomaten en rol een plak runderrookvlees om wat zure haring heen. Fruit een uitje en wat knoflook en kook 25 gram risotto per persoon in dezelfde pan. Voeg peper en zout toe. Snijd het kapje van een vleestomaat en hol deze uit. Mix dit door de risotto en vul de tomaat ermee. Leg op een bord drie vleesrolletjes en een gevulde tomaat. Strooi er wat rucola overheen.
Student | 19
See for news www.cursor.tue.nl/en
VIS Tagliatelle met garnalen
Hoofdgerechten
- voor vier personen Ontdooi een zakje reuzengarnalen (500 g van de AH). Pel ze en haal eventueel het darmkanaaltje eruit. Kook een zak (500 g) tagliatelle. Fruit drie tenen knoflook, een rode peper en voeg de garnalen toe. Dan 125 ml witte wijn erbij en een blikje tomatenpuree. Roer tot slot 8 in stukjes gesneden gedroogde tomaten, verse basilicum en vers citroensap erdoor. Vul een bord met tagliatelle en schep daar de rode saus op.
VLEES Courgettetaart (met kip) - voor vijf personen -
Vispakketje Leg op een stuk aluminiumfolie tilapiafilet in mootjes, appelschijfjes, tomatenstukjes, ringetjes bosui en een eetlepel kruidenboter. Doe er ook nog beetje peper en zout en olie bij. Vouw dicht en leg ze ruim tien minuten op de barbecue, een grill of in de oven.
Boeuf Bourguignon - voor vier personen -
Snipper twee tot drie uien en twee tenen knoflook, schaaf plakjes van ongeveer drie courgettes en snijd een kilo kipfilet in blokjes. Bestrijk een grote ovenschaal met boter of olie tegen het aankoeken, waarna je bodem en zijkanten bedekt met bladerdeeg. De schaal gaat een minuut of tien in de oven, totdat het bladerdeeg bruin is. Terwijl de schaal in de oven staat, bak je eerst de uien, dan de kip tot die gaar is, en de courgette in een grote wokpan. Strooi een half tot heel zakje geraspte kaas en wat tijm er doorheen. Intussen is het bladerdeeg mooi bruin geworden, dus kan het geheel in de schaal. Nog even in de oven om te gratineren.
Bak in een braadpan die in je oven past 600 gram in stukjes gesneden rundvlees en 150 gram spekblokjes. Voeg toe: 15 doormidden gesneden sjalotjes, 2 winterpenen en 250 gram champignons in stukjes, 2 teentjes knoflook, 2 laurierbladen, 3 takjes tijm, 3 takjes peterselie en een beetje peper en zout. Giet er een hele fles goedkope rode wijn over en 250 ml water waarin een bouillonblokje is opgelost. Deksel erop en drie uren in een oven op 160 graden. Serveren met aardappelpuree.
VEGETARISCH Spinaziepannenkoeken
Quinoa-salade
- voor twee personen -
Kook de quinoa, een proteïnerijke graansoort uit Zuid-Amerika. Door het koken ontkiemt het en zet het uit. Laat het afkoelen en doe er rucola, gebakken champignons, cherrytomaatjes, komkommer en een gesneden lenteuitje bij. Roer er groene pesto door en klaar!
Bak twee pannenkoeken. Vul ze met een mengsel van spinazie à la crème en in plakjes gesneden camembert. Rol de pannenkoekjes op en doe ze in ovenschalen. Giet daar een mengsel van twee eieren, wat knoflook en een scheutje melk overheen. Zet ze in de oven tot het ei gestold is, reken op 10 minuten.
Nagerechten
Fruitvariatie met warme chocoladesaus Sinaasappel, banaan en appel in stukjes snijden en over bordjes verdelen. Chocoladesaus verwarmen en gelijkmatig over fruitschaaltjes verdelen.
Smoothie van fruit en spinazie Doe in een blender een boel verschillend fruit plus zes spinazieblokjes die je vooraf ontdooide.
20 | Onderzoek
10 december 2015
De samenhang van stofwisseling Interview | Tom Jeltes Photo | Dirk Gillissen (UvA)
De carrière van Natal van Riel illustreert bij uitstek hoe de grenzen tussen de traditionele wetenschapsgebieden vervagen. De universitair hoofddocent bij Computational Biology (faculteit BMT) studeerde Electrical Engineering aan de TU/e. Hij dook vervolgens in de systeembiologie, waarbij zijn kennis van regeltechniek en (elektrische) netwerken goed van pas kwam. Sinds kort is hij als deeltijdhoogleraar verbonden aan het AMC - het academisch ziekenhuis van de Universiteit van Amsterdam.
Aan de muur van Natal van Riels werkkamer in Gemini-Zuid hangt een grote poster getiteld ‘Bioche mical Pathways’. De plaat toont een duizelingwekkende wirwar van lijnen, pijlen, scheikundige namen en structuurformules in verschillende kleuren. Het is een overzicht van de zogeheten reactiepaden waarmee biochemici en systeembiologen de stofwisselingsprocessen in ons lichaam beschrijven. Toch is op de poster maar een klein deel van de op dit moment bekende pathways te zien, zegt Van Riel. “Die kaart is al decennia oud en geeft de kennis weer die we veelal in de eerste helft van de vorige eeuw hebben opgedaan. Bovendien zie je hier de processen die zich in
één lichaamscel afspelen, terwijl we er meer dan tien biljoen hebben, die ook nog onderling communiceren. Maar deze poster is vooral voor gesprekken met studenten nog altijd een nuttig overzicht.”
Er zijn veel overeenkomsten tussen regel techniek en systeembiologie Het is ook belangrijk om je te realiseren, doceert de kersverse hoogleraar, dat de stofwisseling
(ofwel metabolisme) van de mens veel gemeen heeft met dat van andere levende wezens, tot planten en bacteriën aan toe. “Veel van de pathways die je hier ziet, zijn ontdekt en bestudeerd in bacteriën, maar ze bestaan net zo goed in ons lichaam.” Wie de complexiteit van ons metabolisme tot zich laat door dringen, met al die deelprocessen die op tal van manieren op elkaar ingrijpen, snapt direct dat de oorzaken en gevolgen van stof wisselingsziekten zelden eenvoudig zijn te achterhalen. Computermodellen zijn daarom tegenwoordig een essentieel hulpmiddel om medische gegevens - de uitkomsten van bloed- of urineonderzoek,
Research | 21
See for news www.cursor.tue.nl/en
gecombineerd met metingen van bijvoorbeeld bloeddruk en hartslag - te relateren aan aandoeningen zoals diabetes. Een complicerende factor daarbij is dat die metingen vaak moment opnames zijn. “Wat een boterham met kaas bij het ontbijt doet met je lichaam, hangt niet alleen af van de persoon, maar ook nog van wat diegene de vorige avond heeft gegeten. Metabolisme is een heel dynamisch proces en dat maakt de analyse van de meetgegevens extra lastig.” Toch is dat precies waarin Van Riel, met zijn achtergrond in de regel techniek, zich heeft gespecialiseerd. “Er zijn veel overeenkomsten tussen elektrische netwerken met terugkoppeling en metabolische netwerken. Ik heb hier in mijn studie veel over de theorie van de regeltechniek geleerd, en kennis over de biochemie heb ik geleidelijk, stap voor stap opgedaan.” Dat is hem zo goed afgegaan dat hij nu door de Universiteit van Amsterdam, waarmee hij al samenwerkte in het
EU-project RESOLVE, is aangesteld als deeltijdhoogleraar binnen het nieuw op te richten AMC-VUmc Diabetes Research Center (ADRC).
Na een maag verkleining zijn de bloedwaardes soms direct gezond Via zijn aanstelling in Amsterdam kan Van Riel zijn computermodellen nu toetsen aan de ziekenhuispraktijk. Speerpunt daarbij is het effect van maagverkleiningen en darmomleggingen bij mensen met het zogeheten metabool-syndroom (aan overgewicht gerelateerde stofwisselings problemen, leidend tot met name diabetes en hart- en vaatziekten). “Het blijkt dat na zo’n ingreep de bloedwaarden van de patiënt vaak al binnen een paar dagen op gezond niveau zijn. Hoe dat kan, weet niemand. En het feit dat een deel
Links: de dynamiek van de suikerspiegel in het bloed, midden: bariatrische chirurgie (maagverkleining/darmomlegging) kan mensen met metabool-syndroom helpen, rechts: metabole kaart.
van de mensen met obesitas wél een gezond metabolisme lijkt te hebben, is ook nog een raadsel.” Hoe universeel stofwisseling processen zijn, blijkt wel uit het feit dat Van Riel onlangs met Philips zijn computermodellen inzette om het effect van ledverlichting in kassen op de groei, smaak, en voedingswaarde van tomaten te begrijpen. En dat uit dit project weer een onderzoek is ontstaan naar het nut van blauw licht - in plaats van schadelijk UV-licht bij de behandeling van huid aandoeningen zoals psoriasis en eczeem. “Bij tomaten en in de huid spelen metabolische
The consistency of metabolism It’s important to realize that the human metabolism is very similar to that of other living things, including plants and bacteria, says the brand new professor. “Many metabolic processes have been discovered and studied in bacteria, but they exist in our bodies just as well.” Whoever takes the time to understand the complexity of our metabolism, will realize cause and effect of metabolic diseases are rarely easy to pinpoint. Today, computer models are therefore an essential tool to relate medical data like the results of blood or urine tests combined with blood pressure and heart rate to diseases like diabetes. What complicates these measures is the fact they are often mere snapshots of a patient’s well-being. “The consequences of eating a cheese sandwich at breakfast depend on the individual and what they had for dinner the night before. Metabolism is a wildly dynamic process, which makes analysis even harder .”
Control theory and systems biology share many characteristics Still, this analysis is exactly what Van Riel has specialized in given his background in control theory. “There are quite a few similarities between electrical networks with feedback and metabolic networks. Studying here, I learned a lot about the control systems theory.
reactiepaden een rol, net als bij het diabetesonderzoek.” Daarnaast wordt volgens Van Riel ook steeds duidelijker dat zelfs neurologische aandoeningen deels worden veroorzaakt door stofwisse lingsproblemen. “Bij ADHD, depressie en zelfs autisme blijken de patiënten bijvoorbeeld opvallend vaak een tekort te hebben aan de stof tryptofaan. Dat is een aminozuur dat we uit onze voeding moeten halen, en dat je lichaam nodig heeft om neurotransmitters te maken. Wij zijn nu aan het uitzoeken of je met bepaalde vitaminen je spijs vertering zo kunt bijsturen dat wél voldoende tryptofaan wordt vrijgemaakt.”
Zowel bij diabetes, huidziektes en de genoemde neurologische aandoeningen spelen bovendien ontstekingsreacties een rol, aldus Van Riel. “Hoe dat precies werkt, wat oorzaak is en wat gevolg, dat weten we nog niet, maar het blijkt dat problemen met het metabolisme vaak gepaard gaan met verhoogde ontstekingswaarden in het bloed.” Dat doet een gemeenschappelijk achterliggend mechanisme vermoeden. Aan Van Riel en zijn collega’s de schone taak om ook daar met hun computermodellen een vinger achter te krijgen, en zo de geneeskunde een flinke stap vooruit te helpen.
Natal van Riel’s career is a perfect illustration of how the dividing lines between traditional fields of study are becoming a thing of the past. The associate professor of Computational Biology at the Department of Biomedical Engineering studied Electrical Engineering at TU/e, after which he delved into the world of systems biology. His knowledge of control theory and (electrical) networks turned out to be quite useful. As a part-time professor, he is now affiliated with the AMC - the university hospital of the University of Amsterdam.
My knowledge of biochemistry has grown gradually, step by step.” And he’s done quite well. So well, in fact, that the University of Amsterdam - which he already worked with through the EU project RESOLVE - has appointed him part-time professor at the AMC-VUmc Diabetes Research Center (ADRC) to be. Thanks to his new position in Amsterdam, Van Riel now has the opportunity to test his computer models in an actual hospital setting. Focus: the effects of stomach reductions and intestinal bypasses with people suffering from metabolic syndrome (obesity-related metabolic issues resulting in diabetes and cardiovascular disease mostly). “After surgery, patient blood levels are often back to normal already after a few days. Nobody understands how that happens. And the fact that many people suffering from diabetes do seem to have a healthy metabolism is still a mystery, too.” The universal nature of metabolic processes also shows from the fact that Van Riel recently worked with Philips to use his computer models to study the effects of LED lighting in greenhouses on growth, flavor, and nutritional value of tomatoes. And that study led to a research project on the use of blue light - rather than harmful UV light - for skin problems like psoriasis and eczema. “For tomatoes, the skin, and even neurological problems, metabolic pathways play an important role. The same is true for diabetes research.”
22 | Onderzoek/Research
10 december 2015
Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.
Businessmodellen voor duurzame energie Lesgeven en duurzame energie vormen een dubbele rode draad in het leven van Boukje Huijben. Voor haar promotie onderzocht ze met welke businessmodellen je het best zonnestroom kunt introduceren, en hoe ons overheidsbeleid daarbij helpt - of juist in de weg zit. Tijdens haar studie scheikunde in Nijmegen werkte Boukje Huijben mee aan zogeheten dunne-film zonnecellen. “We haalden zelfs een wereldrecord qua efficiëntie. Dat was natuurlijk fantastisch, maar ik vroeg me toen ook meteen af hoe we ervoor konden zorgen dat deze technologie ook daadwerkelijk toegepast zou worden in de maatschappij.” Met die gedachte in het achterhoofd koos Huijben in de master voor de richting Management and Technology en besloot ze nog een tweede master te doen in de milieuwetenschappen. Nadat ze beide masters cum laude had afgerond, stond ze een paar maanden voor de klas als
scheikundedocent. Dat smaakte naar meer: tijdens haar promotie aan de TU/e (bij de groep System Innovations and Sustainability Transitions) behaalde ze haar basiskwalificatie onderwijs (BKO) en gaf ze workshops in Hongarije en Italië voor startende ondernemers in de duurzame energie- en mobiliteitssector. Wellicht belandt ze ooit nog voor de klas op een middelbare school, maar voorlopig mag ze als postdoc lesgeven over businessmodellen aan projectmanagers van startups, gemeenten en energiebedrijven. “Dat is in het kader van het Energy Transition Lab van het Eindhoven Energy Institute. De kennisoverdracht gaat overigens in twee richtingen, want wij leren door die workshops ook weer veel over de markt.” In ieder geval heeft ze als promovenda internationaal naam gemaakt: ze heeft de eer de Nederlandse vertegenwoordiger voor businessmodellen en diensten voor energiebesparing te zijn bij de International Energy Agency (IEA).
Home Stretch Business models for sustainable energy Teaching and sustainable energy form a double thread in Boukje Huijben’s life. For her PhD she investigated which business models are the best for introducing solar power, and how our government policy is a help here - or a hindrance.
During her chemistry studies in Nijmegen Boukje Huijben worked together with others on so-called thin-film solar cells, she explains. “We even obtained a world record for their efficiency. That was fantastic, of course, but at the time I also asked myself at once how we could ensure that this technology would actually be applied in society.” Keeping that thought at the back of her mind Huijben in the Master’s course chose Management and Technology and decided to attend a second Master’s course in environmental sciences. After having completed both Masters cum laude, she worked a couple of months as a chemistry teacher. It whetted her appetite: during her PhD track at TU/e (in the System Innovations and Sustainability Transitions group) she obtained her University
Boukje Huijben
Nederland voert een zwalkend beleid in zonne-energie Vergeleken met de Vlaamse overheid wordt in Nederland een zwalkend beleid gevoerd als het gaat om zonne-energie, met wisselende subsidies en regelingen, legt Huijben uit. “In Vlaanderen was het duidelijk:
je kon groene-stroomcertificaten verdienen die een vast bedrag opleverden. Dat heeft ervoor gezorgd dat ze daar voorlopen vergeleken bij Nederland. Toch is die regeling in Vlaanderen een paar jaar geleden stopgezet omdat het veel geld kostte, waarna de markt stagneerde. De kritiek was ook dat niet iedereen de mogelijkheid had om van de subsidies te profiteren.” Iets vergelijkbaars speelt ook in Nederland met de salderings regeling (waarbij je de terug geleverde stroom mag aftrekken van je eigen verbruik): als je zelf geen dak hebt voor zonnepanelen,
dan kun je hiervan niet profiteren. “Er is wel een postcoderoosregeling ingesteld, waarbij je mocht deelnemen in een opwekfaciliteit vlakbij je eigen woning, maar dat lijkt geen succes. En het nadeel van salderen is dat je daarmee grootverbruikers niet stimuleert om zonne-energie op te wekken voor hen is dat namelijk niet rendabel omdat ze veel minder betalen en dus ook veel minder terugkrijgen. Dat hoor je te weinig in de politieke discussie.” Interview | Tom Jeltes Photo | Rien Meulman
In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl
Teaching Qualification (BKO) and gave workshops in Hungary and Italy for starting entrepreneurs in the sustainable energy and mobility sectors. Although she may one day end up teaching pupils at a secondary school, for the time being she can teach project managers of startups, municipalities and energy companies about business models as a postdoc. “I do this within the framework of the Energy Transition Lab of the Eindhoven Energy Institute. There is knowledge transfer taking place in two directions, for that matter, because those workshops in turn teach us a great deal about the market.” In any case she has made a name for herself inter nationally as a PhD candidate: she has the honor of being the Dutch representative for business models and services for energy
saving at the International Energy Agency (IEA).
The Netherlands displays a drifting policy in solar energy In comparison with the Flemish government, the Netherlands has pursued a drifting policy as regards solar energy, with varying subsidies and arrangements, Huijben explains. “In Flanders it was clear: you could earn green power certificates which yielded a fixed amount. This has given Flanders a head start on the Netherlands. Nevertheless that arrangement in Flanders was stopped a few years ago because it was too costly, after which the
market stagnated. The criticism expressed was that not everybody had the opportunity to profit from the subsidies.” There is a similar situation in the Netherlands with the netting scheme (according to which you can deduct the power transferred back from your own consumption): if you do not have a roof for solar panels yourself, you cannot profit from this. “True, a postcode rose arrangement was set up, whereby you could take part in a production plant near your own dwelling, but it does not appear to be successful. And the drawback of netting is that it does not encourage bulk consumers to generate solar energy: it is not profitable for them because they pay much less and consequently get much less back. This is heard too little in the political discussion.”
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Advertenties | 23
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
www.asml.com/careers /ASML
@ASMLcompany
Je hebt nu Cursor-magazine in je handen, maar wist je dat we ook online te vinden zijn? Op www.cursor.tue.nl vind je al het nieuws rondom de TU/e. Surf ook eens naar www.facebook.com/tuecursor en volg ons op www.twitter.com/tuecursor Wil jij jouw feest, lezing, symposium of andere activiteit gratis onder de aandacht brengen op www.tue.nl/agenda? Mail ons dan voor inloggegevens (cursor@tue.nl).
We zien je graag online terug! www.cursor.tue.nl
24 | Mens
10 december 2015
“Vertrouwen op eigen kracht heeft me ver gebracht” Interview | Monique van de Ven Photo | Bart van Overbeeke
Een geboren ingenieur? Mwah. Zo’n junior-chemiesetje of telescoop had Richard Lopata als kind niet. Wel was de 35-jarige biomedisch technoloog ontzettend goed in rekenen. En in scheppen, creëren - met lego: “Ik combineerde alle sets tot ik een volledig werkende kermisattractie of robot had, en volgde nooit het boekje”. “Ik heb drie studies overwogen: natuurkunde, geneeskunde en scheikundige technologie. Uiteindelijk is het een combi daarvan geworden: biomedische technologie. Mijn leven als student in Eindhoven was wennen, maar qua opleiding wist ik meteen dat ik goed zat. Vooral beeldvormende technieken en beeldanalyse vond ik ontzettend interessant.
Richard Lopata in het PULS/e-lab.
Dankzij een keuzevak kwam ik in het vierde jaar in aanraking met een onderwerp over het schatten van de doorbloeding van tumoren met behulp van MRI en contrastkinetiekmodellen. Ik vond dat zo leuk, dat ik zelfstandig een stageplek heb geregeld bij één van de grote mannen op MRIgebied, professor Marc Haacke in Michigan.
Na mijn afstuderen wilde ik in eerste instantie docent worden op de middelbare school. De herhaling stond me echter tegen. Ik had door dat ik ook graag aan nieuwe technieken werkte en onderzoek deed. Ik vond mijn afstudeeronderzoek en stage zo leuk, en besefte dat ik nog niet uitgeleerd was, dus wilde ik graag promoveren. Een mede-afstudeerder wees mij op een advertentie over een project rond het schatten van rekken in de hartwand met 3D-echografie. Het was in Nijmegen en ik wilde eigenlijk nog niet uit Eindhoven weg, maar toch heb ik de stap gewaagd - achteraf een gouden zet. Het project liep zo goed dat er een extra jaar financiering kwam, waardoor ik de
verschillende onderzoeken kon afronden en de resultaten in vakbladen kon wegzetten. Ze wilden me in Nijmegen graag behouden, maar er was geen geld; de meeste aanvragen waren afgewezen. Tijdens een promotie zitting in Maastricht raakte ik aan de praat met Frans van de Vosse, mijn huidige leidinggevende, hoofd van de groep Cardiovascular Biomechanics. Hij zocht een postdoc voor een tijdelijke positie in Maastricht, waar hij deeltijdhoogleraar is; voor mij zou dit een mooie overbrugging zijn. Uiteindelijk ben ik naar Frans zijn eigen groep aan de TU/e verhuisd. Tijdens deze postdocperiode ben ik begonnen met het schrijven van
mijn eerste projectaanvraag, een VENI, en wist ik in Maastricht en Eindhoven een aantal studies op te zetten. Toen de VENI en daarna een FP7 (een subsidie vanuit het Zevende Kaderprogramma van de EU, red.) gehonoreerd werden, werd langzaamaan duidelijk dat er in Eindhoven kansen lagen. Tijdens mijn postdoc zag ik in dat ik graag zelf een onderzoeksgroep wilde opstarten en uiteindelijk gaan leiden. Vervolgens kwamen de benoeming tot universitair docent, het opzetten van nationale en internationale samenwerkings verbanden en studies met klinische partners, het onderhouden van de onderzoekslijnen, taken binnen de faculteit en het inrichten en geven
People | 25
See for news www.cursor.tue.nl/en
van vakken. Na mijn vaste aanstel ling in 2014 mocht ik ook aan de inrichting van een nieuw lab beginnen: Photoacoustics & Ultrasound Eindhoven, kortweg PULS/e, BMT’s eerste ultrageluidslab. Daar ben ik ontzettend trots op.
“Ultrageluid blijft één van de werkpaarden in de kliniek” Ultrageluid was bij BMT altijd een beetje een onderschoven kindje vergeleken met de andere modali teiten, zoals MRI. In Nijmegen kwam ik in een klinisch fysisch lab terecht waar veel met ultrageluid werd gewerkt. Het is en blijft, naast röntgen, één van de werkpaarden in de kliniek. Voor cardiovasculaire toepassingen is het beter dan andere methodes. In eerste instantie was ik veel meer gefocust op de analyse van de ultrasoundsignalen en -beelden voor verschillende toepassingen: het hart, bloedvaten en skeletspieren. Maar nu ben ik veel fundamenteler, wat ook past bij de TU/e. Mijn onderzoekslijnen hebben twee gezichten: fundamenteel, oftewel technologieontwikkeling, en toegepast: medical engineering, waarbij klinische studies het uitgangspunt zijn. Het eerste betreft nieuwe imagingtechnieken, zowel ultrageluid als fotoakoestiek - maar ik zet me ook in voor de link met bijvoorbeeld onze tissue-engineeringgroep. Bij het tweede moet je onder meer denken aan nieuwe methodes gebaseerd op de combinatie van modellen met 2D-4D ultrasounddata. Deze technieken gebruiken we om de mechanische eigen schappen van bijvoorbeeld aneurysma’s (verwijdingen van aders, red.) te schatten, de pompfunctie van het hart of de doorbloeding van spieren en huid. Daarnaast besteden we veel tijd aan experimentele validatie en verificatietechnieken, waarbij ik kan putten uit de gigantische experimentele kunde en kennis van mijn collega’s. Mijn filosofie is ook om nieuwe meettechnieken en methodes van bench to bedside, oftewel van lab naar kliniek te
brengen. We werken nauw samen met klinieken en universitaire ziekenhuizen in binnen- en buitenland. Ik ben trots op hoe mijn VENI is uitgegroeid tot een nieuw project, waarbij we nu bijna tweehonderd patiënten aan het volgen zijn in het Eindhovense Catharina Ziekenhuis die een abdominaal aorta aneurysma hebben. Bij elk ziekenhuisbezoek krijgen ze een extra 3D/4D-echo, waar we allerlei beelden en mechanische analyses op loslaten om uiteindelijk te kunnen voorspellen of dit aneurysma gaat groeien of een ruptuur riskeert. Behalve van het onderzoek geniet ik van de interactie met promovendi, afstudeerders en stagiairs. Ik vind het fantastisch om iemand proberen te inspireren of te helpen als hij vastzit, en vervolgens op te leiden tot een zelfstandige, kritische ingenieur of doctor. Onderwijs is en blijft een oude liefde, maar is zoveel leuker in de collegezaal. In 2014 heb ik de docenten-award van de faculteit BMT gewonnen; niets belangrijker dan dat de studenten je inzet waarderen.
“Niets is meer zonde dan een talent niet te gebruiken” Wat mij in mijn werk kenmerkt? Om te beginnen moet elke onderzoeker een bepaalde mate van intelligentie, gedrevenheid, een kritische houding en eigenwijsheid hebben. Verder: mijn creativiteit, mijn analytisch vermogen en geduld - hoewel Frans dat laatste niet altijd met me eens zal zijn. Ik ben tot nu toe altijd van mijn eigen kracht uitgegaan en dat heeft me ver gebracht. Ik ga elke dag fluitend naar mijn werk; ik hoop dat dit over dertig jaar nog zo is. Het gaat echt niet altijd om prestaties. Het belang rijkste is om jezelf te ontwikkelen en te excelleren in de dingen waar je goed in bent én lol in hebt. Niets is méér zonde, dan een talent niet te gebruiken.”
“Belief in myself has brought me where I am today” Already a little scientist as a child? Richard Lopata didn’t have a chemistry set or a telescope, but he was a good student and strong in math. “I also loved to endlessly build with Legos and create new things. I combined all of my sets until I had a fully working fairground attraction or robot, and never followed the book.” “I considered three areas of study: physics, medicine and chemical engineering. It became a combination: biomedical engineering. Though I had to get used to my new life in Eindhoven, I immediately knew I was in the right place in terms of the education. In particular, I loved the courses in modeling, fluid dynamics and control theory. After my education, I wanted to be a high school teacher; I had already been a substitute teacher during my studies. However, the repetitiveness of the work really got to me. I did my research and internship with one of the big shots in the MRI field, Professor Marc Haacke in Michigan, and it was so much fun that I realized I wanted to learn more. I decided to do a PhD. A fellow graduate told me about a project in Nijmegen that was about using 3D ultrasound to estimate the stretch in the heart wall. I actually wanted to stay in Eindhoven but I took the risk and afterwards it turned out to be the perfect move. In Nijmegen, I went from a ‘young and promising’ new graduate to a fully-fledged and mature researcher. During a PhD defense in Maastricht, I got to talking with Frans van de Vosse, my current supervisor and head of the group Cardiovascular Biomechanics. He was looking for a postdoc for a temporary position in Maastricht, where he was a part-time professor. Eventually, I moved with Frans to his own group. I started setting up a number of studies during my postdoc and I wrote my first project application - and ended up getting a Veni grant. Slowly, it’s become clear that there are opportunities in Eindhoven and I am going to add more structure to my subgroup.
“Nothing is worse than wasting your talents” In addition to X-ray, ultrasound has been, and remains, one of the work horses in the clinic. It’s better than other methods for cardiovascular applications. At first, I was more focused on the analysis of the ultrasound signals and images for various applications: the heart, blood vessels and skeletal muscles. Now I’m much more fundamental. My research lines have two sides: on the one hand, the fundamental development of new imaging techniques and on the other, the development of new methods based on the combination of - mechanical - models with 2D-4D ultrasound data. Experimental validation and translation to the clinic are important in these projects. After I was made an assistant professor, I started organizing a real ultrasound lab, PULS/e - the first within BMT. I’m really proud of it. I also want my little ‘club’ to grow organically into a fullfledged research group. Every researcher needs a certain degree of intelligence, enthusiasm, skepticism and stubbornness. I think my defining characteristics are my creativity, analytical skills and my patience. Furthermore, I’ve always used my own strength as my basis. It’s not always about performance. The most important thing is to develop yourself and excel in the things you’re good at and that you like to do. Nothing is worse than wasting your talents.”
26 | Zoom in
10 december 2015
THE DIGITAL DATING DANCE:
Romance and the Millennial
Zoom in | 27
See for news www.cursor.tue.nl/en
Text | Angela Daley Photo | iStockphoto Tinder, OkCupid, SnapChat, WhatsApp, Facebook - gone are the days when dating meant dinner and a movie. While some might lament those changes, for the less-extroverted there are definite pluses to the modern mating ritual. Belgian Computer Science bachelor’s student, Aylin Buyruk (21) explains one advantage: “I’m quite awkward - it’s the curse of the geeks - we’re ALL awkward. So, I’m not great at face-to-face. It’s easier to type a message and send it.”
Twenty-plus years ago (ouch) when I was in college, dating went something like this: Hi, I’m Angela. Hi, I’m Marcos (he was a Brazilian soccer player… sigh), can I have your number? I then looked for a pen and a piece of paper, wrote down said number, and waited for him to call me when I was physically near my phone in my dorm room. Then, we had a conversation, which ended like this: Angela, would you like to go out with me? (insert squeal of girlish delight here) When I explained this scenario to Aylin Buyruk, her face wrinkled in disbelief and she said: “Wow. That sounds prehistoric and very, very scary”. So, how does love, lust and dating happen today? From meeting that perfect someone to ending it (it’s me, not you), what’s dating like for our TU/e students?
The scout-out Adrian Yankov (23) is from Bulgaria and getting his master’s in the Department of Mathematics and Computer Science. Even though he met his girlfriend at a party, he didn’t ask for her number but rather used Facebook to contact her afterwards. “I could find her on Facebook because she was at my friend’s party. We have a mutual friend so that made it easier.” (And he means “friend” in the Facebook sense.) Aylin Buyruk says Facebook is the crucial first step for scouting someone out. “You stalk him first on Facebook and try to see if you have any friends in common. Then you try to figure if there are events that he’s going to and you try to go too. Then you can try to find an
excuse to talk to him. It’s easier if their whole lives are online.” And when Facebook ‘stalking’, there’s one line of information everyone looks at first, says Alexandre König Dos Santos (24) of Portugal (bachelor’s of Electrical Engineering). “If you’re interested, then you look at her relationship status first. Then you check her pictures and newsfeed.” According to a recent article by Psychology Today, our students aren’t alone in their habits. If we’re single, most of us are using Facebook to make the process of finding that perfect someone a bit smoother: ‘[It] makes it easier and quicker for people to filter out potential partners who spark little interest or compatibility. Rather than waiting until the third date to realize that a person is not a good match for you, Facebook instantly provides information about the potential partner’s interests and hobbies’.
Nobody calls, EVER You don’t. I don’t. Heck, our moms barely call us anymore. From Millennials to Gen Xers (old school Baby Boomers still tend to call, apparently), hardly anyone these days uses a telephone for an authentic, I-can-hear-yourvoice conversation. Adrian Yankov explains why dating and calling don’t mix for him: “It’s less stressful to write somebody - you can think before you write. When you’re on the phone, your thoughts need to be flowing. If you get stuck, it can be embarrassing and you have to have courage as well.”
“The last time I called a friend”, laughs Aylin Buyruk, “he refused my call and sent a text - Why are you calling me? These days it seems like we’re all scared of talking on the phone. I think it’s partly because you always have it with you so there’s no escape. If you need to tell someone something, then you send a text and they can read it when they have a free moment. You don’t have to bother them.” But what about heavier conversations like disagreements and full-on fights with your beloved? Adrian Yankov’s girlfriend is from Lithuania and sometimes they’re apart during vacations. But even then, he says calling is used in emergency-only situations. “If it gets serious, then yes, I’ll call her - probably first through Facebook. And if she’s really mad, she won’t pick up. Then you need to use the phone.”
From flirting to Facebook official Although, Facebook and texting are the standards for getting to know someone, some students do still prefer to do things the old-fashioned way. “If I meet someone and things go well, then I get her number and we chat through WhatsApp”, explains Alexandre, “but I prefer face-to-face. Things go better for me. When you’re face-to-face, you have facial expressions, you have touching.” For the uninitiated, the speed of flirting in the always-connected dating world can feel whiplash-fast. Alexandre explains: “If you meet someone and message them two hours later and they don’t answer,
then you assume they’re not just ignoring you. But three-to-four hours - then you start wondering. If it takes 24 hours for them to write back, then it’s dying. Jump off the ship, save your life.” And going ‘Facebook official’ - in other words, changing that all-important status line - is the gold standard for announcing your relationship to the world. “After a month and a half, I changed my relationship status because it was very important for her”, says Adrian about his live-in girlfriend. “She was very happy because other girls would see it and know they had to stay away from me. She was insisting on it for a week.”
The breakup Imagine you’ve been talking to someone for a while - flirting, sending messages, exchanging long, lingering looks over coffee and then - poof! - they disappear into thin air. No more messages. No more contact of any kind. It’s called ghosting and though it was possible back in the prehistoric dating days of the 90s, the lines today are arguably more blurred. When do good manners dictate that you break-up in person? And are people more tempted to treat each other impersonally when the majority of flirting happens online? “I remember when that function came in [blue checks on WhatsApp that indicate someone has read a message],” explains Aylin Buyruk, continuing, “The girl I know who ghosted somebody - at first, she just ignored him completely. But
when he kept sending messages, she opened all of them so he could see that she’d seen them and he’d get the message.” In keeping with his face-to-face dating philosophy, Alex Köning Dos Santos is adamant that a real breakup should happen in person. “You shouldn’t be dating if you don’t have the balls to end it. Total rejection by cutting off contact? You’re killing someone’s selfconfidence.” But like other Millennials who only know dating of the digital variety, he questions where the line is, “How long do you have to date to make it breaking up? If I’ve dated someone for more than two weeks, then I go face-to-face. Before that? I would probably just not answer their messages. Or I’d wait the right amount of time to give the hint that it’s not going to happen. I don’t want to hurt anyone’s feelings, of course, but face-to-face is harder. You feel worse because you can see the person’s face as you’re rejecting them.” Whether online or off, Aylin jokes that dating isn’t easy no matter how you do it at TU/e, “It’s a technical university so it’s full of geeks and awkward, nerdy boys. Everyone thinks that we’re surrounded by guys so dating should be easy. It’s not. They usually don’t know how to talk to girls. So if shy isn’t your type, you’re screwed.”
Overal waar dagelijks in groten getale mensen komen, raken dingen kwijt. Zo ook aan de TU/e. Cursor speurt de hokken en portiersloges af waar deze kwijtgeraakte spullen terechtkomen. We zijn vooral benieuwd naar het verhaal achter deze eenzame kwijtgeraakte wezen, maar hey: we zijn de beroerdste niet. Als rechtmatige eigenaren hun eigendommen herkennen, zorgen wij ervoor dat je het terugkrijgt. Tips? Mail naar cursor@tue.nl
Waar gevonden: Auditorium (portiersloge vloer 0) Wat is het: sleutelhanger mét sleutels Waarom: Sleutels staan met stip op nummer één van verloren en gevonden voorwerpen aan de TU/e, blijkt als we de diverse gevonden voorwerpenafdelingen afstruinen. Dat is dus geen nieuws. Maar wie zijn Bertus en Jo? De gok dat het een zilveren of gouden bruiloft was, lijkt ons een erg safe. Maar was het leuk? Was die ene oom weer niet net iets: A] te dronken, B] te racistisch of C] te seksistisch? 13 oktober 1992 was in ieder geval voor de tijd van het jaar een mooie dag: 10 uur zon en onbewolkt. De zon kwam op om 8:02 en ging onder om 18:49. De maan was voor 99 procent zichtbaar. Op deze dag had Nederland een bevolking van 15.214.956, waarvan 50,56 procent vrouw. De populatie groeide rondom deze datum met gemiddeld 301 per dag en een Antonov An-124 stortte neer nabij Kiev: 9 doden. Maar Bertus en Jo wilden gewoon een leuk feest en wilden dat de gasten het zich nog zouden herinneren telkens als ze hun sleutelbos in de hand zouden hebben: jammer dat deze gast het dan kwijtgeraakt is, maar wedden dat ie zich Bertus en Jo nog herinnert!
Dream and Dare
Zestig jaar bestaat de TU/e in 2016. Zestig jaar vol dagelijkse kleine en grote dromen en uitdagingen voor de mensen die er stude(e)r(d)en en werk(t)en. Cursor haakt graag aan op het ‘Dream and Dare’-lustrumthema van de universiteit met deze fonkelnieuwe rubriek, waarin TU/e’ers zichzelf en elkaar uitdagen met prikkelende opdrachten.
Simon Stevin U had er deze week vast méér van verwacht, nadat we korfbalvereniging Atilla in Cursor 7 lieten wegkomen met hun “redelijk vrije interpretatie” van Cursors uitdagende achterpagina-opdracht. Maar voor de tweede keer op rij serveren we u, tot onze eigen lichte teleurstelling, een dare van lik-me-bestuursvestje. Waarbij we als redactie de hand overigens volledig in eigen boezem steken. Want voor de duidelijkheid: het uitgedaagde Simon Stevin volbracht zijn uitdaging naar behoren én in stijl. ‘Regel dat je, met je verenigingsbestuur, huisgenoten of andersoortig gezelschap, mag vergaderen in de boardroom van het College van Bestuur.’ Leek ons best een kluif, om jezelf binnen te kletsen in de vijf-tinten-grijze overlegruimte van de bestuurlijke TU/e-top, waar Zijne Majesteit de Koning in koninklijk Máxima-blauw een oogje in het zeil houdt. Daar beginnen ze vást niet aan, daar op drie hoog in MetaForum. Wisten wij veel dat rector Frank Baaijens met één simpel mailtje te paaien zou zijn. Baaijens, paaien (verdacht veel overeenkomstige letters, nietwaar?) - een kind kan de was doen. We hadden het kunnen weten: ons kent ons aan de Dommel. Binnen een dag was de ruimte geboekt. En zo liet het 59e bestuur (‘Benevolent’) van werktuigbouw kundige studievereniging Simon Stevin zich op maandag ochtend 30 november comfortabel in de royale zwartleren stoelen zakken. Vanaf het moment dat de bestuurders de dare-opties onder ogen kregen, was al duidelijk dat ze hun pijlen op deze opdracht zouden gaan richten. “Het leek ons wel leuk om daar een keer te gaan zitten. We zaten ook wat krap in de tijd en vergaderen moeten we toch elke week”, verklaart secretaris Sjors van Adrichem nuchter. Een aardige upgrade, van de gebruikelijke Simonkamer of “zo’n OGO-zaaltje” waar het bestuur normaliter vergadert naar de boardroom in MetaForum. Is Simon Stevin zo’n dikke maatjes met Baaijens? Valt mee, verzekert Van Adrichem. “Als bestuur hebben we niet zo vaak contact met de rector; wel zit onze onderwijscommissaris af en toe in overleggen
Hello... world?
Comic | Elles Raaijmakers Inkleuren | Minke Nijenhuis
met hem, samen met vertegenwoordigers van de andere verenigingen.” Wel is volgens de Simon-secretaris “algemeen bekend” dat Baaijens, zelf afkomstig van Biomedische Technologie, “het leuk vindt bij Werktuigbouwkunde”. Eén mailtje aan de rector, geen enkele extra tijdsinspanning en er dan óók nog eens koffie, thee “en zelfs wat kleine cakejes” bij geserveerd krijgen: een dikke pluim aan Simon-bestuurders Chloé Meeng, Sjors van Adrichem, Wouter van den Dobbelsteen, Ken Dekkers, Tim Jansen en Robbert Louwers voor zoveel gemakzucht efficiency. Benieuwd of hun bestuurscollega’s van studievereniging Japie (Scheikundige Technologie) “dat zijn wel toffe kerels”, aldus Van Adrichem - dat in Cursor 9 kunnen toppen.
De spelregels • heb plezier! • breng jezelf of anderen niet in gevaar • maak niets stuk wat niet van jou is • steel niets • fotografeer (en eventueel ook film) alles, want we willen wel bewijs zien! • vervul je uitdaging binnen de gestelde tijd