3 6 October 2016 | year 59
@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine
|
www.cursor.tue.nl
|
tuecursor
|
@tuecursor @TUeCursor_news
14 | Boren naar de vierde geldstroom De TU/e gaat aan de slag met particuliere fondsenwerving. Bedragen worden nog niet genoemd. CvB-voorzitter Jan Mengelers verwacht de komende twee jaar vooral bezig te zijn met friendraising.
of a fifteen6 End year TU/e career
Mirjam Jahnke gooit roer drastisch om
11 Brainmatters on hazing
Ontgroeningen langs de lat van experimenten uit de psychologie
12 Catering on campus
Alle nieuwe cateringconcepten op een rijtje
Science 18 The of Sound
Geluidsoverlast moet de wereld uit
2 | Vooraf
CURTOON
6 oktober 2016
Colofon Hoofdredacteur Han Konings
Eindredacteur Brigit Span
Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven (online)
Medewerkers Yongwei van Bussel
Fotografie Bart van Overbeeke
Coverbeeld Sandor Paulus
Opmaak Natasha Franc
Vertalingen Benjamin Ruijsenaars Susie Day
Poenschepper met een lange adem
Ik droom van...
Op de cover van deze Cursor hebben we met een vette knipoog invulling gegeven aan de stiekeme wensdroom die elke bestuurder koestert als hij of zij aan de slag gaat Han Koning s, met particuliere fondsenwerving. hoofdredac teur Collegevoorzitter Jan Mengelers schept de harde euro’s in het kruiwagentje van Karen Ali. Ali gaat acht maanden na haar vertrek bij STU samen met een nieuw team serieus werk maken van het aanboren van de vierde geldstroom. Daarmee zijn we samen met de VU de laatste universiteit in Nederland die dit terrein gaat verkennen. Mengelers erkent dat we daar rijkelijk laat mee zijn, maar navraag bij hoogleraar René Bekkers, directeur van het Centrum voor Filantropische Studies, leert dat het volstrekt onduidelijk is wat we dan al die jaren gemist hebben. Volgens Bekkers zijn er zowel nationaal als internationaal geen betrouwbare cijfers bekend over hoeveel geld er wordt binnengeharkt. Daarom mijn advies: ga eerst goed kijken wat al die andere instellingen de afgelopen jaren met vallen en opstaan hebben geleerd. Waren ze te direct in het benaderen van hun donateurs, of te onduidelijk als de vraag opdook waar al dat geld dan aan besteed ging worden? We moeten als laatkomer in de arena van poenscheppers profiteren van de wet van de remmende voorsprong. Zeker is dat het een project van de lange adem wordt en dat het in het begin om kleine stapjes gaat. Dat leidt bij Mengelers tot de constatering dat hij er de vruchten niet van zal plukken. Dus die rol van Lambik is voor hem helaas niet weggelegd.
Stel, je hebt een topbaan waar je met liefde en Judith van plezier alle tijd en Gaal energie in stopt. Zou je dat inwisselen voor een huisje in de Dordogne dat je nog moet opknappen? Hoofd beveiliging Mirjam Jahnke wel, om ook te ervaren wat voor moois het leven buiten de TU/e te bieden heeft (zie pagina 6-7). Zij is niet de enige die haar dromen realiseert. Zo de droom van Martijn Cox uitgekomen, toen onlangs bij drie kinderen een kunststof mal is ingebracht die als hartklep werkt (zie pagina 5). Dromen hebben is één, maar een droom verwezenlijken is andere koek. Ik droom van... veel meer mensen die ook hun dromen najagen.
Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl
Cursor online www.cursor.tue.nl
Druk Janssen/Pers, Gennep
Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745
Clmn
Immoreel erfgoed
Het studentencorps: The Hunger Games, maar dan in een parenclub vol alcoholisten. Hoewel in Eindhoven de Dommel evenwel zorgeloos voortkabbelt zonder fratsen van het ESC, waait er door Groningen een storm van verontwaardiging over studentenvereniging Vindicat. Weg met de ontgroeningen, foeterden universiteit (de RUG), hogeschool en gemeente. Eind augustus was de houding van de RUG nog apatisch. Toen er ontgroeningsfoto’s uit de Almanakken van Vindicat en Albertus Magnus uitlekten van het niveau ‘zet een stok in de bakkes van een feut en ram het culturele erfgoed in het gezicht van de volgende generatie’, vond de RUG dat het een interne kwestie betrof. Studenten mogen zelf weten wiens urine ze drinken, zeg maar. Zelfbeschikking is de laatste verdedigingslinie van studentencorpsen. Als ze alle avonden absint atten met hun anus, dan mogen ze dat toch gewoon? Dit extrapoleren ze naar hun omgangsvormen: als Vindicat à la Full Metal Jacket haar leden hersenoedeempjes wil slaan met bangaboekjes, dan is dat haar goed recht. Over recht gesproken: als er dan toch
slachtoffers zijn, dan zorgt de interne rechtspraak er wel voor dat ze een paar saunabonnen krijgen. Corpsen als Vindicat dulden geen pottenkijkers en daar wringt de schoen. Een mishandeling mag dan wel een uitzondering zijn, misogyne bangalijstjes zijn dat allerminst. Er gebeuren klaarblijkelijk zaken Alain Star die het daglicht buiten de sociëteit bij Human ke, promovendus -Technolog y Interactio niet kunnen verdragen en het is n belangrijk dat de universiteit daar zicht op heeft. De RUG en de rest van de studentenwereld hebben dusdanig lang Vindicat-gevalletjes genegeerd dat een radicaal antwoord niet kon uitblijven. Hoewel een ontgroeningsverbod te ver gaat, profileren verenigingen zichzelf te prominent om geheimzinnig te blijven over zaken die haaks op de samenleving staan. They can’t have their cake and eat it too. Ik koester de hoop dat het in Eindhoven meevalt, getuige de transparantie rondom de ontgroeningen richting het CvB. Brabanders gaan wel degelijk boven Groningers. Toch moeten we kritisch blijven; als de motivatie voor een vernederende ontgroening slechts het creëeren van saamhorigheid is, blijft dat een zwaktebod.
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Sportapps misbruiken vaak gezondheid als verkoopargument Veel recreatieve hardlopers stoppen als gevolg van blessures of een gebrek aan motivatie. De meeste hardloop-apps die op de markt zijn, doen er echter weinig aan om dit te voorkomen. Steven Vos, sporthoogleraar aan de TU/e, denkt dat de apps zelfs bijdragen aan deze uitval. Volgens Vos, die vrijdag 7 oktober zijn intreerede houdt, misbruiken deze apps gezondheid als verkoopargument. Vos en zijn collega’s hebben daarom een intelligente sportapp ontwikkeld die wél stimuleert door een persoonlijke benadering. Er is al veel onderzoek naar topsport, maar het onderzoek van de nieuwe hoogleraar richt zich juist op gewone mensen. Het doel van Vos is om iedereen in beweging te krijgen én te houden.
Eindhoven Student Hotel to open as early as February February may not be the most favorable time to start a hotel that aims at international students, but Managing Director Felix Hillen of Student Hotel expects to make a flying start in Eindhoven nonetheless. Last week there was a sneak preview in the hotel under construction, which is located right next to the Eindhoven railway station. The construction of the four-hundred-room Eindhoven Student Hotel, which will soon be the fifth branch of this international chain in the Netherlands, is ahead of schedule and will be put into service even in February 2017. The management is counting on an eighty-percent occupancy rate. The twenty-four floor giant at Stationsplein is currently in the completion phase.
Brandweer TU/e wint in hoogste klasse regionale wedstrijd Het brandweerkorps van de TU/e is zaterdag eerste geworden in de hoogste klasse tijdens een brandweerwedstrijd van de veiligheidsregio Brabant Zuid-Oost. Volgens bevelvoerster Janneke Zeebregts is het de eerste keer dat een bedrijfsbrandweerkorps in deze klasse, waarnaar de TU/e-ploeg vorig jaar promoveerde, wint. Promoveren naar een hoger niveau kan vanuit de eerste klasse niet meer, maar Zeebregts is vooral blij met het signaal naar andere korpsen. ‘Het is goed dat ze er zijn omdat ze veel verstand hebben van het bedrijf zelf’ - maar verder wordt volgens haar bij gemeentelijke korpsen nogal eens wat minachtend gedaan over bedrijfsbrandweerkorpsen. “Maar we hebben nu nog maar eens laten zien dat we echt niet voor andere korpsen onderdoen.”
TU/e tweemaal in Times-ranking per discipline De TU/e hoort in twee disciplines bij de wereldwijde top-100 volgens Times Higher Education. In de ‘World University Rankings 2016-2017 results by subject’ staat de TU/e op 64 in Engineering and Technology en op 75 in de lijst voor Computer Science. Vorige week verscheen de integrale ranglijst van Times Higher Education van universiteiten wereldwijd. Daarin staat de TU/e op 177. De totaalscore per discipline is opgebouwd uit vijf criteria: onderwijs, internationalisering, relatie met de industrie, onderzoek en wetenschappelijke citaties.
150 feestgangers gingen na de opening in de Blauwe Zaal van het 12de lustrum van SSRE op woensdag 28 september de kerk in. Die was 18 m lang, 8 m breed en 12 m hoog. Hij was gehuurd voor het bedrag van “een rijles of 30” en werd 12 uren lang opgeblazen door 6 blowers met een vermogen van 7000 watt. In de kerk draaide huis-dj Robert Silvaro 3,5 uur hits en eigen sets. Er zijn 5,5 fusten bier en 10 flessen wodkamix gedronken. Tussendoor zongen de leden het verenigingslied.
Voor het zingen de kerk in
Take me to church 150 partygoers went to church
following the celebration in the Blauwe Zaal of the start of SSRE’s 12th lustrum on Wednesday, September 28. The church was 18 m long, 8 m wide and 12 m high. It was hired for the sum of “about 30 driving lessons” and was kept inflated for 12 hours by 6 blowers with a power of 7000 watt. In the church, TU/e’s own DJ Robert Silvaro played hits and his own sets for 3.5 hours. 5.5 kegs of beer and 10 bottles of vodka mix were drunk. During the proceedings, the members sang the association’s song. (NS) Photo | Bart van Overbeeke
More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en
Elsevier: Eindhoven beste TU van Nederland De TU/e is de beste technische universiteit van Nederland. Uitgever Elsevier stelt dit vast in haar jaarlijkse onderzoek ‘Beste Studies’. De Eindhovense studenten (54,5 procent) zijn na die van Wageningen University (63,2 procent) het meest tevreden over hun eigen universiteit. In totaal zijn 2.151 opleidingen in het hoger onderwijs langs de meetlat gelegd. Op de website van Elsevier staan de overzichten met het oordeel van studenten en docenten over de diverse studies in Nederland. De onderzoekers keken daarbij ook naar het sociale leven in een studentenstad (onder andere de kroegdichtheid en culturele voorzieningen), kansen op de arbeidsmarkt, keuze tussen hbo en universiteit, brede en specialistische studies, finan ciering (wat kost studeren?) en activiteiten naast de studie.
4 | Universiteitsberichten
ALGEMEEN ICMS | TU/e Nobel Prizes Meeting 2016 The ICMS invites TU/e or TU/e-related scientists in the field of physiology, physics, literature and chemistry to share the background of the Nobel laureates, their science and why their work is so groundbreaking. Bert Meijer will be your host at the event on Thursday October 13, 2016 in De Filmzaal at the Zwarte Doos. The meeting will be from 16:30 to 20:00 hrs and during the break a modest buffet will be served. Please register via icms@tue.nl Dienst Huisvesting | Afscheid Johan Franssen Na een dienstverband bij de TU/e van 42 jaar gaat Johan Franssen met pensioen. Ter gelegenheid hiervan biedt Dienst Huisvesting hem een afscheidsreceptie aan in het PVOC op dinsdag 18 oktober a.s. van 16.00 - 18.30 uur. U bent van harte uitgenodigd dit samen met hem, zijn collega’s en oud collega’s te vieren. Veronique Marks Directeur Dienst Huisvesting
UNIVERSITEITSBERICHTEN
Centraal Stembureau | Verkiezingen TU/e 2016 Dit jaar worden de verkiezingen gehouden voor de geleding studenten van de Universiteitsraad en de Faculteitsraden. De verkiezingen geschieden door middel van elektronisch stemmen. Op maandag 10 oktober t/m woensdag 12 oktober 2016 liggen de kiezersregisters ter inzage, zowel schriftelijk (in MF 3.075 van 9:00 tot 12:00 en van 14:00 tot 17:00) als elektronisch. Kiesgerechtigden zullen hierover een e-mailbericht ontvangen. Met de daarin opgenomen link wordt hen bovendien de mogelijkheid geboden (via internet) kennis te nemen van de voor hen van toepassing zijnde gegevens zoals deze zijn opgenomen in het kiezersregister. Gedurende genoemde periode bestaat ook de mogelijkheid om verzoeken tot verbetering in te dienen.
6 oktober 2016
De termijn van de kandidaatstelling is vastgesteld op dinsdag 25 oktober t/m donderdag 27 oktober 2016. Het elektronisch stemmen vindt plaats op dinsdag 6 december en woensdag 7 december 2016. De stemmodule staat gedurende deze periode continu open, van 00:00 uur op de eerste dag tot 24:00 uur op de tweede dag (Nederlandse tijd).
Thursday 27 October 2016. Electronic voting will take place on Tuesday 6 December and Wednesday 7 December 2016 and is continuously available, during the first day from 00:00 until 24:00 on the second day (Dutch time).
Voor meer informatie: intranet.tue.nl/verkiezingen
Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Intreerede Steven Vos Vrijdag 7 oktober, 16:00 uur, BZ: intreerede prof.dr.ir. S.B. Vos (ID) Voorzitter: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel: “Designerly solutions for vital people”
Elections TU/e 2016 This year elections will be held for the student sections of the University Council and the Department Councils. These elections will take place by means of electronic voting. On Monday 10 October thru Wednesday 12 October 2016 the electoral register is available for inspection in written (in MF 3.075 from 9:00 to 12:00 and from 14:00 to 17:00 hours) or electronic. Electors will receive an e-mail about this. With the included links they are provided the opportunity (via the Internet) to take note of the details that apply to them as they are included in the electoral register. During that period it is also possible to submit enhancement requests. The period of nomination has been set for Tuesday 25 October thru
Schrijf je in vóór 5 november op techniekbedrijven.nl
Advertentie
For further information: intranet.tue.nl/elections
Promoties Donderdag 6 oktober 16:00 uur, CZ4: promotie D.M.M. Schunselaar MSc (W&I) Promotoren: prof.dr.ir. W.M.P. van der Aalst en prof.dr.ir. H.A. Reijers Voorzitter: prof.dr. M.G.J. van den Brand Titel proefschrift: “Configurable Process Trees: Elicitation, Analysis, and Enactment” Donderdag 6 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. M.M. van Rijsbergen (BMT) Promotor: prof.dr. K. Ito Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “The development of a degenerative spinal motion segment Moving towards the unknown” Dinsdag 11 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. D.T.E.H. van Casteren (EE) Promotor: prof.dr. E.A. Lomonova MSc Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “Advanced 3-D Magnetic Field Modeling Applied to a Permanent Magned Based Vibration Isolation System” Dinsdag 11 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie drs. L.D.E. Van Campenhout (ID) Promotoren: prof.dr.ir. C.C.M. Hummels en prof.dr.ir. H. Peremans Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: “Physical Interaction in a Dematerialized World” Donderdag 13 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie S. Moshtarikhah MSc (ST) Promotoren: prof.dr.ir. J.T.F. Keurentjes en prof.dr.ir. J.C. Schouten Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Spinning disc membrane electrolyzer: performance of cation-exchange membrane” Donderdag 13 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. K.J. Pol (EE) Promotor: prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “Robust, Flexible and Efficient Sigma-Delta Modulation, using Limit-Cycle Calibration and Adaptive Dynamic-Range Scaling” Maandag 17 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie A.D. van Dam MSc (TN) Promotoren: prof.dr. J. Gomez Rivas en prof.dr. E.P.A.M. Bakkers Voorzitter: prof.dr. K.A.H. van
18 november 2016 Beurs-WTC Rotterdam
Hét carrière-evenement voor de techniek- en bètastudent
Leeuwen Titel proefschrift: “Nanowire Photonics for Photovoltaics” Dinsdag 18 oktober, 14:00 uur, CZ: promotie A. Li BSc (EE) Promotoren: prof.dr. H. Corporaal en prof.dr.ir. A. Kumar Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “GPU Performance Modeling and Optimization” Woensdag 19 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie N. Rodriguez Rodriguez MSc (ST) Promotoren: prof.dr.ir. M.C. Kroon en prof.dr.ir. M. van Sint Annaland Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Azeotrope Breaking using Deep Eutectic Solvents”
STUDENT GardenGarten | We are looking for you! Do you want to: •W ork on a project alongside your studies? • Gain experience in design, technical development or business modeling outside of your courses? •W ork with people from different backgrounds and even develop into a startup company? Then we are looking for you! We are an idea, a student team and perhaps even a startup. We would like to change the way we grow food and integrate new agriculture technologies in the cities of the future. If you are interested in working with us please contact us: Michael Verhage: m.verhage@student.tue.nl
DIVERSEN Vrijwillige HulpDienst Eindhoven | CoachMaatjes gezocht! Wist jij dat er in Eindhoven 93 mensen die kampen met psychische problemen zich eenzaam voelen en om hulp hebben gevraagd? Bij de Vrijwillige HulpDienst, voor een maatje. Iemand om mee te gaan wandelen, te lachen, te sporten, drempels te overwinnen en hun ei bij kwijt te kunnen. Als maatje sluit je hier bij aan, ‘coach’ je iemand in zijn hulpvraag en trek je een tijd lang met iemand op. Dit als opstap naar een gelukkiger leven. Als TU-student wordt met name een beroep gedaan op je ‘Bètakwaliteiten’ maar mocht jij nou merken dat je juist dat ‘Alfa-denken’ ook wil ontwikkelen, dan is dit iets voor jou! Jouw aanwezigheid kan tellen als verrijking voor die ander, maar zeker ook voor jouw kijk op de wereld en je eigen ontwikkeling hierin. Heb je interesse? Bel/mail dan nu! 040 244 76 69 en vraag naar de coördinator van CoachMaatje Of mail naar yvonnew@vhd-eindhoven.nl
Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.
Nieuws | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Geen wijzigingen bij ontgroeningen in Eindhoven Studentenverenigingen zijn niet van plan om ontgroeningen helemaal af te schaffen. Ze horen er gewoon bij, vinden ze. Ook de Eindhovense studentenverenigingen, ESC, Demos en SSRE, gaan niets veranderen aan hun kennismakingstijd. De universiteit en hogeschool in Groningen lieten eind september, samen met de gemeente, weten ontgroeningen helemaal te willen stoppen. Ook vanuit de politiek kwam flinke kritiek. Maar de verenigingen zelf, ook die Eindhoven, zien niks in een verbod. ESC laat weten volledig transparant te zijn en zegt dat het College van Bestuur “precies weet wat wij doen”. Ook SSRE zegt zich te houden aan strikte eisen en regels rond de kennismakingstijd, in afstemming met de TU/e. Demos laat weten dat er wel ‘niet-alledaagse’ elementen in de kennismakingstijd zitten, gericht op persoonlijke groei en bedoeld om leden te “prikkelen en ze uit hun comfortzone te halen”.
Atlas is world s most sustainable education building After the current renovation is completed, the main building of TU/e, known now as Atlas, will be the world’s most sustainable education building. The design of the building has been awarded the highest BREEAM score ever in the category for construction projects in education: 93,86 per cent. BREEAM is the most commonly used method to measure the sustainability of buildings and has already been used for 250,000 buildings worldwide.
TU/e closes lustrum year with student ball
TU/e maintains modest score in THE rankings
A lustrum year without a ball? No way, thought a group of Mechanical Engineering students. It did not take them long to find support, including among Executive Board members, after which they were given the green light to organize the closing party. In chic surroundings, the lustrum year will draw to a close on Friday December 16.
For the first time this year all 13 Dutch universities are placed in the top 200 of the World University Rankings, a ranking produced by the British journal Times Higher Education (THE). This puts the Netherlands in fourth position, behind the United States, Great Britain, and Germany. TU/e slips one position to number 177; among the Dutch universities only Tilburg University ranks lower. The best university, according to THE is Oxford, followed by Caltech and Stanford.
At this stage, the organizing committee does not want to give too much away. The ball’s promotional activities get underway on October 17, when more information will be released about, for instance, the location, the event program, and ticket sales.
First Xeltis heart valves in humans TU/e spin-off Xeltis has begun a clinical study of new heart valves cultivated in the human body. Artificial heart valves have been placed in three children. These valves slowly change into living heart valves by absorbing cells from the bloodstream. The heart valves, which are based on TU/e research, have been optimized by Xeltis. The surgery was carried out in the summer. According to Dr. Zsolt Prodan, one of the surgeons involved, the three patients are doing well. He is presenting the results this week at the Annual Meeting of the European Association of Cardio-Thoracic Surgery.
De mens achter het nieuws Bij drie kinderen is succesvol een kunststof mal ingebracht die langzaam in een levende hartklep verandert door het opnemen van cellen uit de bloedbaan. Martijn Cox (34), die eerder aan de TU/e studeerde en promoveerde, stond aan de wieg van TU/e-spin-off Xeltis die de mal maakte. Voor Cox, die hier al bijna dertien jaar aan werkt, komt daarmee een droom uit.
Hoe bijzonder is dit voor jou? “Toen ik nog Biomedische Technologie studeerde en mensen me vroegen wat dat inhield, zei ik altijd dat je daarmee in de toekomst hartkleppen kunt maken van lichaamseigen weefsel. Dat intrigeerde me toen al. Frank Baaijens (de huidige rector, red.) en Carlijn Bouten (hoogleraar BMT, red.) werkten al langer aan die droom om een betere oplossing te kunnen bieden aan kinderen. Ik heb de kans om hierin promotie-onderzoek te doen en er een bedrijfje in te starten met beide handen aangegrepen. Ik denk dat het een goed voorbeeld is van hoe TU/e-onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven tot heel mooie maatschappelijke toepassingen kan leiden.”
Vond je het spannend of de operatie goed zou verlopen? “Ik ben bij de eerste operatie in Boedapest geweest. Je hebt alle onderzoeken en testen uitgevoerd en je weet dat je een goed product hebt. Maar als je de mal aan de chirurg geeft, geef je het toch echt uit handen. Dat is best even spannend. Ik heb even kennisgemaakt met de patiënt maar verder laten we dat contact aan de arts over. Wij leveren de technologie.”
Wat is jouw aandeel in het geheel geweest? “Ik heb tijdens mijn promotie het bedrijf QTIS/e met een collega opgericht en dat is vier jaar geleden met Xeltis gefuseerd. Het hoofdkantoor zit in Zwitserland, maar het merendeel van de mensen werkt in het gebouw Catalyst op de TU/e-campus waar onderzoek en productie plaatsvindt. We maken volop gebruik van de kennis die aan de TU/e aanwezig is. Ik deed in het begin alles, van de post tot aan de financiën. Vandaag de dag ben ik juist weer volop met het onderzoek bezig in samenwerking met mensen van over de hele wereld.”
Martijn Cox “Mijn droom is hiermee uitgekomen”
Wat zijn je toekomstplannen? “Ik ben nog lang niet uitgedroomd. Dit was een heel bijzonder moment, maar nu moeten we door. De implantatie van de hartkleppen zit nog in de experimentele fase en we willen het commercieel en op grotere schaal gaan toepassen. Mijn volgende grote droom is dat binnen tien jaar alle kunsthartkleppen en bloedvaten wereldwijd worden gemaakt met onze bio-absorbeerbare kunststof materialen.” Interview | Judith van Gaal Foto | Ton van de Meulenhof
6 | Interview
6 oktober 2016
Mirjam Jahnke:
“Ik kijk er naar uit om van mijn vrijheid te genieten” Interview | Judith van Gaal Foto | Bart van Overbeeke Mirjam Jahnke (49) gooit eind deze maand het roer drastisch om. Het hoofd beveiliging zet rigoureus een streep onder haar vijftienjarige TU/e-carrière. Niet omdat ze de universiteit beu is, wél om van haar vrijheid te kunnen genieten. Haar toekomst ligt in de Dordogne, waar zij en haar partner hun huis en tuin gaan opknappen en mensen en dieren willen helpen.
Interview | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
“Ik wil niet weg. Ik heb mijn werk met zo veel liefde en plezier gedaan.” Mirjam Jahnke kan het niet vaak genoeg zeggen. En toch stopt ze met haar baan als Safety & Security and Location Facility Manager. “Ik heb gemerkt dat ik zo gecommitteerd aan de TU/e ben dat ik er alles voor opzij zet. Wil ik sporten of word ik uitgenodigd voor een verjaardag, dan is het eerste wat ik denk; ‘past het wel in mijn werk?’. En het was soms alsof de duvel er mee speelde; had ik op vrijdagmiddag een lege agenda, werd er op een calamiteitenknop gedrukt. En dat vond ik nooit erg. Als ik zou blijven, zou ik er nog steeds zo veel tijd aan besteden, maar wel met het risico dat ik een keer een tik op mijn neus krijg. Er is meer buiten de universiteit. Ik moest er rigoureus een streep onder zetten, om dat ‘meer’ te kunnen gaan ervaren.” Dat besef is er de afgelopen tien jaar ingesijpeld. “Mijn partner Annemarie en ik wilden al langer naar het buitenland en genieten van het buitenleven. We liepen eind 2009 tegen een huisje in de Dordogne aan en daar hadden we meteen zo’n goede aard mee.” En in dat huis in Saint-Nexans gaat het koppel binnenkort wonen. “We willen er voor ons pensioen heen. Er moet nog veel aan het huis gebeuren en nu zijn we nog gezond. Bovendien kunnen we er dan langer van genieten.” Lachend: “En nee, er komt geen bed and breakfast. Dat heb ik hier ooit geroepen en die informatie gaat er blijkbaar gemakkelijk in, maar moeilijk uit. Daar hebben we de financiën niet voor.” Wat ze wél gaan doen? Stilzitten is er in elk geval niet bij, dat zit niet in het karakter van beide vrouwen. “We gaan in de tuin en het huis werken, ons Frans opvijzelen, mensen in het dorp helpen en dieren opvangen.
Het wordt geen vetpot, maar we hebben dadelijk eten, drinken en een dak boven ons hoofd en dat is het belangrijkste. We hebben in 2014 ons huis in Nederland verkocht en daarmee een buffer opgebouwd. De afgelopen twee jaar hebben we uit de koffer geleefd; we hebben in een caravan gewoond en bij onze moeders. Dat viel me soms niet mee. Ik kijk er naar uit om van mijn vrijheid te genieten.” Waarop ze zich haast te zeggen dat ze aan de TU/e ook veel vrijheid had. “Ik heb het vertrouwen gekregen om zaken te ontwikkelen en uit te voeren. Maar dat is anders. De vrijheid die ik bedoel, heb ik wel gevoeld in de jaren dat ik gevaren heb. En nee, dat zit hem niet in minder verantwoordelijkheid. Als je ’s nachts alleen wacht staat te draaien en iedereen slaapt, moet je er ook maar voor zorgen dat het schip goed door de Straat van Dover komt, door de Golf van Biskaje, langs een boorplatform of tussen de vissersbootjes in Hong Kong. Maar het gevoel dat je alleen op zo’n brug staat bij volle maan of ondergaande zon… Het genieten van de lucht, het water en de vissen die om je heen zwemmen. Daar verheug ik me op, meer met de natuur bezig zijn, en met mijn naaste omgeving.”
“Sommigen moesten even slikken toen ze hoorden dat een vrouw hun leidinggevende zou worden”
Mirjam Jahnke:
“I am looking forward to enjoying my freedom” At the end of this month Mirjam Jahnke (49) will be making a huge change to her life. The head of security is drawing a very definite line under her fifteen-year career at TU/e. Not because she is tired of the university, but so that she can enjoy her freedom. Her future lies in the Dordogne, where she and her partner will be restoring a house and garden, and want to help people and animals.
“I don’t want to leave. I have worked here with so much love and enjoyment.” Mirjam Jahnke cannot say it often enough. And yet she is leaving her job as Safety & Security and Location Facility Manager. “I noticed that I am so committed to TU/e that everything else comes second to it. If I want to play sport or am invited to a birthday party, the first thought that enters my mind is, ‘Is this going to interfere with my work?’. If I were to stay,
Haar handen jeuken als ze bedenkt wat ze nog zou kunnen oppakken aan de universiteit. Toch houdt ze het op 25 oktober voor gezien. Terugblikkend is er een hoop veranderd. “Vooral het eerste jaar was wennen. Sommigen moesten even slikken toen ze hoorden dat een vrouw hun leidinggevende zou worden en dan ook nog eens een die op vrouwen valt - waar ik overigens nooit een geheim van heb gemaakt. Ik had niet eerder een managementfunctie gehad. Bij de Brandweer Eindhoven had ik een adviserende rol en als stuurman moest ik alleen matrozen en dokwerkers aansturen.” De analyse over haar afdeling, gemaakt door haar voorganger, belandde linea recta in de prullenbak. “Ik wilde mijn eigen oordeel vormen.” Haar aanpak: “Vooral veel een-opeengesprekken en bij een verandering niet zeggen ‘we stoppen ermee’, maar praten, overtuigen en mijn keuzes onderbouwen. Het managen heb ik moeten leren. Ik gaf veel vrijheid, maar heb gemerkt dat niet iedereen daar even goed mee kan omgaan.”
Nooit wakker liggen van het werk De rust die ze uitstraalt zal haar zeker hebben geholpen. “Heel gek is dat, hoe hectischer mijn omgeving is, hoe rustiger ik ben.” En ook Jahnke schiet heus wel eens uit haar slof. “Een bepaald persoon zat in mijn irritatie-zone en ik in die van hem. Dat heb ik los moeten laten. En ik kan met iedereen een bak koffie drinken.” Hoeveel tijd het afdelingshoofd ook in haar werk steekt en wat er ook gebeurt, ze ligt er
I would continue to spend this much time on my work, but I would run the risk of paying the price. There is more to life, outside the university. I have to be uncompromising and draw a line under my career here in order to start experiencing that ‘more’.” This realization has been slowly growing over the past ten years. “My partner Annemarie and I have been wanting to live abroad and enjoy the outdoor life for quite some time now. At the end of 2009 we came across a house in the Dordogne that stole our hearts as soon as we saw it.” And that house in Saint-Nexans is where the couple will soon be living. At TU/e she has had a great deal of freedom. “I have earned the trust to develop and set up
nooit wakker van. “Ik raak het kussen aan en ik slaap. Het is wel belangrijk dat ik het proces van a tot z meemaak. Als een student is overleden, heb ik bijvoorbeeld ook contact met de familie. Terwijl dat vanuit mijn functie niet hoeft. Dat is mijn manier om het te verwerken.” In de loop der jaren kwamen er steeds meer taken bij - waarvoor de ideeën vaak uit haar eigen koker kwamen. “Bij mijn aanstelling was er nog geen crisismanagement, geen bedrijfsnoodplan. We hebben de EHBO afgeschaft en de BHV geüpgraded. Het parkeerbeleid is erbij gekomen. Ik weet het nog als de dag van gisteren: 5 april 2006 gingen de slagbomen voor de eerste keer open. We zijn volop bij de projecten rondom renovatie en nieuwbouw betrokken. We zijn met elektronische sleutelkluizen gaan werken, het toegangscontrolesysteem is gecentraliseerd. We houden een oogje in het zeil bij steeds meer evenementen. In 2010 kwam parkmanagement erbij, waarbij we de afspraken over zaken als infrastructuur en facilitaire diensten met derden op het terrein gelijk hebben getrokken. En vanaf 2015 kwam het betaald parkeren er bovenop, dat heeft een behoorlijke impact gehad. Ik ben er nog steeds trots op hoe dat geïmplementeerd is. Met een laatste update moeten alle problemen met het parkeer verwijs- en abonnementensysteem dadelijk helemaal zijn opgelost. Dat was nog een laatste vuiltje op mijn bord.” Haar laatste werkdag valt toevallig samen met de komst van Noel Whelan, een goeroe op het gebied van beveiliging en terrorisme. “Crisismanagement is een van mijn drives en in dat opzicht kan ik me geen mooiere laatste werkdag wensen.”
various activities. But that is different. The freedom I am talking about is something I experienced in the years that I used to sail. And no, it is not a question of having less responsibility. If it’s your watch at night while everyone else is asleep, you’re the one who has to get the ship safely through the Strait of Dover, or across the Bay of Biscay, or past a drilling platform or between the fishing boats in Hong Kong. But the feeling of being alone on the bridge under a full moon or as the sun sets...enjoying the air, the water and fish swimming all about you...That’s what I am looking forward to, being more involved with nature, and more occupied with my immediate surroundings.”
8 | Student
6 oktober 2016
Binnenkijken bij
Het ZES-huis Nieuwstraat 38 Hoeveel personen: 14 studenten wonen boven lunchroom Zoet & Zout. Meest trots op: locatie, huurprijs, balkon op derde verdieping, de zelfgebouwde bar. Schamen zich voor: relatie met de politie. Studentenhuis sinds: 1976. Huurprijs: van 139 euro voor 11,5 vierkante meter tot 283 euro voor 32 vierkante meter. Meest bijzondere bewoner: Edward Hyde, Werktuigbouwkunde, want hij is de eerste die Cursor drinken aanbiedt. Hulde! Interview | Norbine Schalij
“We zijn hecht”, zegt Marleen Kohlmann (Bouwkunde), “eigenlijk heel erg hecht.” Van de veertien bewoners zijn er elf lid van Zweefvliegclub Eindhovense Studenten. Niet-ZES’ers mogen mee-eten, meefeesten, meechillen, alles. Maar ze betalen wel vijftig euro huur extra.
De stevige bar is door bewoner Jan Steeg (W) gebouwd. Het krakkemikkige zweefvliegtuigje van karton door Jelle Visscher (B). Hij deed dat in zes maal zes minuten en het was ter ere van een huisfeest. Hoe het logo van de bierbrouwer van buitengevel naar binnenmuur is gekomen, weet niemand…
Foto’s | Bart van Overbeeke
En hoe is het in ...?
Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Bandung | Na een vijftal weken door Vietnam gereisd te hebben, ben ik aansluitend doorgegaan naar Bandung om te gaan studeren aan het befaamde Institut Teknologi Bandung, ook wel ITB.
De communicatie en voorlichting van het International Relation Office waren vrij beperkt, en vanuit de TU/e zijn wij de eerste exchange studenten in het ITB. Kortom: ik wist totaal niet wat ik kon verwachten of wat ik überhaupt moest doen. De eerste maandag van het semester zijn collega-TU/e’er Youri Meijer en ik dan ook vol goede moed de Service Desk binnengelopen, wapperend met onze Letters of Acceptance, met de mededeling dat wij hier zes maanden kwamen studeren en de vraag wat we moesten doen. Dit geeft meteen de grootste uitdaging weer van het studeren in Bandung. Het gebrek aan communicatie tussen de faculteiten, en de hoge mate van bureaucratie maakten het erg lastig om een geschikt vakkenpakket uit te kiezen. Dit heeft ons flink wat kopzorgen bezorgd, ook aangezien er maar weinig professoren bereid zijn in het Engels les te geven. Uiteindelijk hebben we al onze vakken kunnen plannen van maandag tot woensdag, wat ons een
vierdaags weekend geeft. Studie-technisch ligt het tempo veel lager dan in Eindhoven, maar gelukkig zijn de professoren enthousiast en proberen zij zoveel mogelijk de stof in het Engels te geven (twee van de vakken zijn half Bahasa/half Engels). Behalve de studie heeft Bandung nog veel meer te bieden. Het is een drukke, maar bruisende stad, er is altijd wel iets te doen. De locals zijn ontzettend vriendelijk en behulpzaam, en laten graag de internationals (of bule, zoals zij zeggen) alle leuke plekjes zien. In de weekenden maken we zoveel mogelijk tripjes naar verre eilanden om te surfen of snorkelen. En doordeweeks cruise ik door Bandung op mijn eigen Piaggio Vespa Super 150 uit ‘78 op zoek naar de colleges of leuke coffeeshopjes. Komende weken staan in het teken van het shapen van m’n eigen surfboard en het studeren voor de midterms. Hoewel ik pas vijf weken in Bandung ben, voelt het door alle nieuwe indrukken en ervaringen als zoveel langer! Indonesië is schittermagisch!
Geert Buth, student Innovation Management
Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.
Student | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Twee wijkagenten hebben Cédric Huyghe, derdejaars Technische Bedrijfskunde, een lijstje getoond met klachten van buurtbewoners van afgelopen jaren: -kerstbomen van het balkon, spuiten op publiek met brandslang, vuilnis zakken van het balkon, en nog wat dingen waar ZES zich achteraf toch voor schaamt. En terecht.
Ze komen van her en der, deze verkeersborden. En het zijn er plenty. Toch zijn de ZES’ers nog niet tevreden; er moet een waarschuwingsbordje ‘off piste’ bij. Cédric: “Eens per jaar gaan we met ZES op wintersport. We hebben de mistige dagen nog niet optimaal benut om zo’n bordje te pakken. Maar dat gaan we nog doen.”
Lief schildpadje. Leuke naam ook: Sok. Speelt met z’n gele vriendjes. Maar zo schattig is het niet altijd. Sok heeft minstens één blauwe vis opgegeten. Eigenaar Jasper Spanjaards (W) zegt dat hij het zelf heeft zien gebeuren.
Het is traditie in het ZES-huis dat wat op de deur wordt geschreven of geplakt door huisgenoten, erop blijft. Jasper: “De deur is heilig”.
Living on campus
“Living in the Netherlands is very different” Polina Ivannikova (18) is studying International Business and Management Studies at Fontys University of Applied Sciences. Since last August she has been living in Luna on the TU/e campus. She has a beautiful corner apartment on the eighth floor from which she has a great view of the TU/e campus and the city center. Russian Polina chose to study in the Netherlands because of the many opportunities and good prospects this country offers. “I think the Netherlands is one of the most comfortable European countries in which to live and work. I also appreciate Dutch study methods.” “In my first six months here I found it difficult to adapt to the Dutch culture. Living in the Netherlands is not hard, but it is very different. Dutch food and the Dutch way of celebrating the various Christian holidays - all of this is something special. What is more, as a foreigner you have to get used to the type of food people eat here, lots of cheese, croquettes and sandwiches! The cultural holidays like Carnival are also new to me.” Before she came to Luna, Polina lived in a dormitory in the Hemelrijken neighborhood. She really appreciates the fact that she now has a private apartment with her own bathroom and kitchen. It even has its own television, vacuum cleaner and dishwasher! “Living in Luna is ideal,” Polina says. “There is a nice atmosphere, and we have laundry facilities and a bicycle shed. There are waste containers in front of the building. There is also a concierge who you can turn to for all kinds of help. I could not open my window because it was broken, and it was fixed for me. The concierge also explained to me how to use the laundry room.” She feels it is a shame that the common rooms are not yet ready. Nevertheless, she has already met many of the other residents, who come from quite different countries - India, the Netherlands, Italy, Indonesia and China. With some of them she goes to the city center for dinner or to do grocery shopping. Her favorite place on campus? No doubt the rooftop of Luna. “From there you have a great view over the city center. Unfortunately it has been closed due to security concerns.”
Interview | Yongwei van Bussel Photo | Bart van Overbeeke
With the opening of the student tower blocks Aurora and Luna there will from now on be many hundreds of students and employees living on campus. Time to make a tour.
10 | Interview
6 oktober 2016
? De Vragenbank
Gretig pakt Jolie Smets (19) vijf vragen uit de hoge hoed. De tweedejaars Industrial Designstudent is een spraakwaterval, maar geen flapuit. De leukste vraag vindt ze die over beroemd worden, want dat geeft gelegenheid te praten over haar TU/e-studentenbandje ‘Bottom up’.
Over welk deel van je lichaam ben je het minst tevreden?
Waarmee zou je beroemd willen worden?
Wie of wat mis je het meest?
Als je zou moeten verhuizen naar een ander continent, waar ging je dan heen?
Wanneer zweeg je toen je eigenlijk je mond had moeten opentrekken?
“Ik vind het allemaal wel prima eigenlijk. Soms heb ik problemen met mijn huid, als het weer niet meezit. Ik heb lang gedanst op wedstrijdniveau bij de dansmariekes, daar had ik wel eens last van m’n knieën. Ik ben gestopt omdat ik de sport ontgroeide, niet vanwege blessures. Ik ben tevreden met mijn lichaam en vind dat iedereen dat zou moeten proberen te zijn.”
“Met de band! Tijdens een van de eerste borrels bij Lucid kwam een jongen op me af die gehoord had dat ik elektrische gitaar speel. Hij zingt. Toen hebben we snel een band opgericht, ‘Bottoms Up!’. De naam heeft iets met bier te maken en stiekem vinden we kontjes leuk en het klinkt lekker. Ons eerste optreden is op 12 oktober in de Markthal van MetaForum bij de Wervingsdagen. Wij hebben nu zeven covers waarvan ik ‘Vertigo’ van U2 het liefst speel.”
“Graag zou ik willen dat mijn overgrootouders, die ik nog gekend heb, zouden zien waar ik terecht ben gekomen. Dat ik op de TU/e zit. Mijn overgrootvader was zelf techneut, hij sleutelde graag aan auto’s. Hij zou wel trots op me zijn dat ik als meisje aan een technische universiteit studeer.”
“Azië heeft me altijd getrokken. Ik heb daar ook roots. Ik ben voor een deel Indisch en voor een deel Japans. Dat is een oud en ingewikkeld verhaal. Mijn overgrootmoeder is Indisch en kreeg met een Japanse man mijn oma. Zij zijn later met een Nederlander (maar zonder die Japanner) naar Nederland gekomen. Komende zomer ga ik met mijn vriend naar Japan op vakantie.”
“Ik houd eigenlijk nooit mijn mond. Dat merk je nu wel, denk ik. Ik kom mogelijk wat fanatiek over in groepswerk, maar ik zal nooit iemand kwetsen met woorden. Ik voel situaties makkelijk aan en weet wat ik wel en niet kan zeggen. En als er een niet-eigenaar op de fiets van mijn vriendin rijdt, dan ga ik er achteraan en roep ondertussen de politie.”
Interview | Norbine Schalij Photo | Bart van Overbeeke
? The Hot Seat
Jolie Smets (19) eagerly takes five questions out of the top hat. The second-year Industrial Design student is a chatterbox but not a blabbermouth. The question she likes most is about becoming famous because it offers the chance to talk about her TU/e student band, ‘Bottoms Up!’.
What part of your body are you least satisfied with?
What do you want to become famous for doing?
Who or what do you miss the most?
If you had to move to another continent, where would you go?
When did you say nothing when you should have spoken out?
“I’m happy with all of it. Occasio nally I have skin problems, in certain weather conditions. For years I danced competitively with a drum majorette troupe, and that was sometimes too much for my knees. But I stopped because I grew out of the sport, not because of injuries. I am satisfied with my body and think everyone should try to feel the same about their body.”
“Playing with the band! At one of the first drinks parties at Lucid, a young guy came up to me who had heard I play electric guitar. He sings. Before long we had set up a band together, ‘Bottoms Up!’. The name has something to do with beer, and secretly we like butts and it sounds good. Our first performance is on October 12 in the market hall in MetaForum at the Recruitment Days. We now have seven covers and my favorite one to play is ‘Vertigo’ by U2.”
“I’d really like for my great-grandparents to see where I’ve got to. That I’m at TU/e. My great-grand father was himself a technical man. He liked to fix cars. He would be proud of me, that here I am, a girl, studying at a technical university.”
“Asia has always appealed to me. And I have roots there. I am part Indonesian and part Japanese. It is an old and complicated story. My great-grandmother was Indonesian. Her daughter, my grandmother, was fathered by a Japanese man. Together with her child and a Dutch man, but without the Japanese man, my great-grandmother came to the Netherlands. Next summer I’m going on holiday to Japan with my boyfriend.”
“I never keep silent. I imagine you are noticing that yourself now. I may come across as being fanatical in group work, but I would never hurt anyone with words. I am sensitive to situations and know what I can and can’t say. And if I see a stranger riding a friend’s bike, I’d go after them, and call the police.”
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
TUssen de oren
In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.
Nullen, feuten en klassiekers De excessen rondom ontgroeningen zoals die in Groningen vorige week worden steevast met grote verbolgenheid uitgemeten in de media. Toch mogen deze gevallen ons niet meer verbazen. Uit twee van de beroemdste experimenten uit de psychologie - het Stanford prison experiment van Zimbardo en Milgrams studie naar gehoor zaamheid en autoriteit - kunnen we belangrijke en in dit kader relevante lessen trekken. De experimenten waren voor de deelnemers traumatisch. Zo bleek
in Stanley Milgrams experiment het merendeel van de deelnemers bereid een ander elektrische schokken te geven. Deze waren zo sterk dat ze - wanneer ze daadwerkelijk waren gegeven - het slachtoffer ernstig verwond, zo niet gedood zouden hebben. Men gehoorzaamde de experimentleider - de autoriteit - en deed wat nodig was om de ander iets te ‘leren’. Tien jaar later verdeelde Philip Zimbardo 24 jonge gewone mannen naar willekeur in een groep gevangenen en een groep gevangenis bewaarders. Het rollenspel had
Brain matters
14 dagen moeten duren, maar na 6 dagen schrok een bezoekster toen ze zag wat zich daar afspeelde. Gevangenen werden eenzaam opgesloten, mishandeld, of moesten met een zak over het hoofd en geketend aan de enkels naar het toilet. Ze trok aan de bel en stelde dat dit niet door de beugel kon. Het experiment werd afgebroken voordat er doden vielen. Ontgroeningen zijn, welbeschouwd, ook goed opgezette rollenspellen, waarin bijna willekeurig de partijen worden toegewezen aan anderszins
heel vergelijkbare individuen. Beide groepen spelen hun rol en voelen daarin de druk van autoriteit en tradities. Volgens de huidige regels voor ontgroeningen moeten ‘nullen’ tenminste 6 uur per nacht mogen slapen en mag geen alcohol worden gedronken. Maar het grote gevaar van dit type autoritaire rollenspellen zit in de spelers zelf en de geschiedenis leert helaas dat velen er gevoelig voor zijn. Gelukkig gaat het lang niet overal mis. Maar we moeten ons realiseren dat het risico groter is naarmate deze spellen zich meer buiten het
oog van buitenstaanders afspelen. In deze situaties kunnen spelers soms blind worden voor het lijden van een ander, (te) hardnekkig proberen hun eigen rol ‘goed’ te vervullen en daarin het eigen kompas uit het oog verliezen. Het zou mooi zijn wanneer we meer lering zouden trekken uit onze klassiekers - dit soort dingen leer je toch liever uit een boek dan aan den lijve. Yvonne de Kort | hoogleraar Omgevingspsychologie bij Human-Technology Interaction
In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.
Newcomers, freshmen and classics As always, excesses around hazing like those in Groningen last week are discussed extensively in the media with great anger. Yet these cases should not surprise us anymore. Two of the most famous experiments conducted in psychology - the Stanford prison experiment of Zimbardo and Milgram’s study of obedience and authority - may serve within this context to draw relevant lessons from. The experiments proved to be traumatic for the participants. Thus, in Stanley Milgram’s
experiment the majority of participants turned out to be prepared to administer electric shocks to others. These were so strong that - if they had actually been administered they would have seriously injured, if not killed, the victim. Participants obeyed the experiment leader - the authority - and did what was needed to ‘teach’ the other person something. Ten years later Philip Zimbardo randomly divided 24 young ordinary men into a group of prisoners and a group of guards. The role-play should have lasted 14 days, but after 6 days a female
visitor was startled by the events she saw taking place there. Prisoners were placed in solitary confinement, abused, or had to go to the bathroom with their head in a bag and their ankles in chains. She sounded the alarm, saying that this could not be permitted. The experiment was stopped before anyone was killed. All things considered, hazing involves well-organized role-play, in which the parties are allocated on an almost random basis to otherwise quite comparable individuals. Both groups play their
roles and experience the pressure of authority and traditions. According to the current rules for hazing, ‘newcomers’ must be allowed to sleep for at least 6 hours per night and no alcohol must be drunk. Still, the great risk of this type of authoritarian role-play lies in the players themselves and history shows, regrettably, that many are susceptible to this. Fortunately, things do not go wrong everywhere by any yardstick. We do need to be aware, though, that the risk is greater when this role-play occurs more without being seen by outsiders. In these situations
players can occasionally become blind to the suffering endured by others, try (too) stubbornly to fulfil their role ‘well’ and in the process lose sight of their own moral compass. It would be a good thing if we would learn more from our classics - surely it is preferable to learn these kinds of things from a book than to experience them personally.
Yvonne de Kort | professor of Environmental Psychology at Human-Technology Interaction
12 | Focus
6 oktober 2016
Text | Judith van Gaal Building illustrations | Sandor Paulus Background | iStockphoto A bite to eat and a beverage while working or studying make a welcome distraction. The range of catering on offer and the catering outlets on the campus are undergoing a complete change. Where can you go for what foods?
Catering on camp from In
Auditorium
Concept: Market * (canteen area) and Subway (adjacent). What: A more varied assortment than previously, with various types of bread, hot meals and soups in three quality and price classes. A local supplier is often given the opportunity to market their own products. The sandwiches at Subway, which opened in early September, are already selling like hot cakes. We may see a ‘hot stop’ here - outside the building as well. That would be, say, a hamburger stand that stays for a couple of weeks. Opening hours: Market: 08.30 to 14.00 hours Subway: 10.00 to 16.00 hours
Paviljoen
Concept: Market,* also offering the chance to a shop-in-shop and hot stop. What: Similar to Auditorium. Opening hours: 08.30 to 15.30 hours
Helix
Concept: Market,* also offering the chance to a shop-in-shop and hot stop. What: Similar to Auditorium. The restaurant furniture is new. The layout now offers more flexibility. Opening hours: 08.30 to 15.00 hours
Gemini
Concept: Market,* also offering the chance to a shop-in-shop and hot stop. What: Similar to Auditorium. Opening hours: 09.00 to 20.00 hours
MetaForum
Concept: Foodflip and Smart&Fresh. What: At Foodflip the assortment changes every four months. It is now ‘Love My Curry’ and will be something else in early 2017. The curry offering, which is now doing great business, with over 100 meals being sold daily, may well pop up elsewhere on campus. Smart&Fresh is the place to go for its ‘to go’ range. Items like salad shakers. Opening hours: 09.00 to 18.00 hours
Vertigo
Concept: We proudly serve Starbucks, Deli and Social Return. What: Starbucks will be open as of early November. Eurest is allowed to carry the concept in accordance with the rules on price and other matters, but has a little more scope when it comes to the assortment. In addition, the current product range in Vertigo will remain - under the name Deli. Sandwiches and juices will be available in a spacious coffee corner. Products like apple pie will also be available, made by people on the fringes of the labor market (the Colour Kitchen/Social Return). The kitchen will be fitted with new, quieter equipment and the serving area will be much bigger. At an L-shaped counter there will be two checkout desks and the seating area will be redesigned. Opening hours: 08.00 to 16.00 hours
Flux
Concept: Market* and shop-in-shop offering healthy biofood What: The existing product range is still available, and now an area carrying healthy food has been added. This shop-in-shop concept is owned by Lotje van der Heijden, a nutrition expert who runs an independent outlet at this location under Eurest’s management. She can offer advice, for example, indicate which products are gluten-free, and give tips on which foods go well with your activities. Opening hours: 08.00 to 14.30 hours
Focus | 13
See for news www.cursor.tue.nl/en
pus ndian curry to biofood Traverse
Concept: Eurest food** What: A varied range that changes daily. Several soups in various price and quality classes. A combination of simple and freshly prepared products, aimed at a target group consisting mainly of employees. Opening hours: 08.30 to 14.00 hours
Kennispoort
Concept: Eurest food** What: A varied range that changes daily. Several soups in various price and quality classes. A combination of simple and freshly prepared products, aimed at a target group consisting mainly of employees. Opening hours: 11.45 to 13.30 hours
LaPlace building
Concept: Eurest food.** What: A varied range that changes daily. Several soups in various price and quality classes. A combination of simple and freshly prepared products, aimed at a target group consisting mainly of employees. Opening hours: 09.00 to 14.00 hours
Zwarte Doos
Concept: Grand café What: The current range will continue. The menu will change every quarter and will be based on seasonal produce. Opening hours: 08.30 to 22.30 hours
Sports center
Concept: No particular concept What: Emphasis on healthy food. One of the few canteens not working with Eurest or another caterer. Opening hours: Monday to Friday from 09.00 to 24.00 hours (kitchen to 23.15), Saturday from 08.15 to 19.00 (sometimes longer, depending on the competition schedule) and Sunday from 09.00 to 14.00 hours (sometimes longer, depending on the competition schedule).
Atlas
The catering plans for Atlas (formerly Main Building), due for completion at the end of 2018, are being developed. A food court has been proposed, divided into three sections; a coffee bar, a sandwich bar and a hot-food provider. It has already been decided that the University Club will return. The caterer is not yet known.
Bar Potential
Concept: a bistro run ‘for and by students’ What: The student team keen to set up a food service establishment in De Plint, the name given to Luna’s lower floors, recently received the green light from the Executive Board. The bar is due to open on April 1st, 2017. Bar Potential aims be a non-commercial outlet serving food and beverages, offering students attractive prices and opening hours.
ing hours arou
Open
ms
d exa n a s e r u t c e l g n nd eveni
open longer. ens will stay te n ca e th , ings ts. d in the even us restauran are being hel municated via all camp s am ex d s an e com When lecture hours will b The opening
* Market: This concept includes the shop-in-shop (for example, the concept as it is now presented in Flux) and the hot stop (hot meals, wok dishes, pasta dishes). ** Eurest Food: This includes a salad bar, servings from the bread board and fresh fruit. The range is a little less broad than in the Market concept.
14 | Uitgelicht
6 oktober 2016
TU/e boort vierde geldstroom aan met particuliere fondsenwerving
“Een tranentrekkend verhaal alleen werkt niet” Tekst | Han Konings en Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke Illustraties | Floris Prins en iStockphoto De enorme donaties die grote Angelsaksische universiteiten als Harvard, Oxford en MIT al decennialang binnenhalen, liggen voor de TU/e buiten bereik. Maar na enkele pogingen in het verleden gaat de universiteit nu serieus werk maken van particuliere fondsenwerving. Die vierde geldstroom moet de TU/e minder afhankelijk maken van de drie andere stromen. Daar valt de komende jaren weinig groei te verwachten. De Eindhovense universiteit betreedt hiermee een tamelijk nieuw speelveld en heeft er een driekoppig team op gezet dat zich volledig op deze zogeheten philanthropic funding gaat richten. Karen Ali, voormalig directeur van STU, geeft er sinds kort leiding aan.
Kort na zijn aantreden in april 2014 had collegevoorzitter Jan Mengelers een bijeen komst met zijn drie collegavoorzitters van de EuroTech Universities. Zijn Zwitserse collega Patrick Aebischer van EPFL stelde hem met oprechte belangstelling de vraag: ‘En Jan, hoeveel miljoen doe jij?’. Lachend vertelt Mengelers dat hij in de veronderstelling verkeerde dat Aebischer informeerde naar de totale begroting van de TU/e, maar dat was niet het geval. “Hij wilde weten welk bedrag wij in Eindhoven wisten binnen te halen met philanthropic funding. Ik moest bekennen dat die som waarschijnlijk op nul euro uitkwam. Hij vertelde me dat zijn universiteit zo’n honderd miljoen euro wist op te halen en dat ook hij vijftien jaar geleden aan het begin van dat traject was weggezet als een fantast. Die zuinige Zwitsers zouden echt niet met geld over de brug komen. Dat blijkt dus heel anders te zijn uitgepakt.”
Voor Mengelers was het de eerste keer dat hij op dit vlak geprikkeld werd om er serieus over na te denken. “We moeten inzien dat onze eerste geldstroom, het bedrag dat we direct van het ministerie ontvangen, in de toekomst zeker niet zal toenemen”, vertelt Mengelers. “Dat is slecht nieuws in een tijd waarin onze studentenaantallen toenemen en we veel ambities hebben. Ook bij de tweede en derde
geldstroom, waar we nu jaarlijks zo’n honderd miljoen ophalen, verwacht ik de komende jaren geen sterke groei. Dus moeten we een vierde geldstroom aanboren, zodat we minder afhankelijk zijn van schommelingen en onzekerheden binnen die drie andere geldstromen.” Daarnaast laten met name universiteiten uit Angelsaksische landen al decennialang zien hoe succesvol fondsenwerving kan zijn. Mengelers: “Die kans hebben we hier aan de TU/e in al die jaren niet gegrepen. Dat heeft mijns inziens twee redenen. Het schenken van geld aan je vroegere universiteit zit niet echt in het dna van de Nederlander en belastingtechnisch zijn de mogelijkheden tot het doen van giften hier ook niet echt aantrekkelijk.”
De universiteit als ‘goed doel’ Herman van Hoeven, vanuit het Innovation Lab toegevoegd aan het team, vult aan: “De Nederlander vindt al snel dat alles wat aan de universiteiten gebeurt maar met gemeenschapsgeld betaald moet worden. Dat er aanvullende financiering nodig is, realiseert men zich vaak niet, want een universiteit staat niet als een goed doel bekend.” Mengelers is er niet direct op uit om zijn universiteit nu als een goed doel te profileren. “We moeten middels concrete projecten proberen met allerlei groeperingen relaties aan te knopen. Niet enkel met het bedrijfsleven, maar ook met individuen en
Belastingvoordeeltjes voor gulle gevers Om liefdadigheid te bevorderen genieten gulle gevers aan erkende goede doelen allerlei belastingvoordelen. Vooral structureel schenken is voordelig: als je notarieel laat vastleggen dat je minimaal vijf opeenvolgende jaren een bepaald bedrag schenkt, dan is dat bedrag volledig aftrekbaar van de belasting. Bij een inkomstenbelasting van 52 procent betekent dit dat je ruim de helft van het geschonken bedrag terugkrijgt. Voor eenmalige giften gelden strengere regels. Alleen het bedrag tussen 1 en 10 procent van het verzamelinkomen is aftrekbaar. Alles daarboven en daaronder niet. Ook giften in natura (een wetenschappelijke bibliotheek bijvoorbeeld) zijn op vergelijkbare wijze aftrekbaar, waarbij wordt uitgegaan van de marktwaarde van de goederen. Daarnaast mag bij een erfenis de nalatenschap worden ingezet om de erfbelasting te voldoen; in dat geval wordt twintig procent bovenop de marktwaarde gedaan. Dit om het schenken aan ‘de wetenschap’ aantrekkelijker te maken dan het veilen van de geërfde goederen.
maatschappelijke instellingen. Daarmee moeten we een soort partnering opbouwen, waarbinnen we gezamenlijk een vooraf geformuleerde droom willen realiseren. Wij doen dat vanuit een technisch perspectief, de donerende partner omdat die het verlangen heeft iets te willen betekenen voor de mensheid. Bij het leggen en het onderhouden van die verbintenissen ligt straks de crux. Met een tranentrekkend verhaal de boer op gaan en dan direct de collectebus onder iemands neus duwen, werkt niet.” Gaat de TU/e straks met elke gulle gever in zee? Mengelers: “Ik zou willen dat die verleiding er nu al was in de vorm van een lange rij donateurs met ieder een dikke zak geld. Maar dat gaan we niet doen, dan worden we een soort toverbal, waar iedereen even aan mag likken en die voortdurend van kleur verandert. We zullen eerst zelf specifiek moeten benoemen welke
dromen wij denken te kunnen gaan waarmaken en op basis daarvan moeten we dan de mogelijke partners erbij zoeken en die benaderen. Het wordt zeker niet: wie betaalt die bepaalt.” “Er komt hier geen grote doos te staan, waar dromen willekeurig in gestort kunnen worden”, zegt directeur Karen Ali. “De donateur en de universiteit kijken gemeenschappelijk wat er gerealiseerd kan worden en hoe dat het beste kan plaatsvinden.”
Eerst friendraising, dan pas fundraising Belangrijk is nu dat de universiteit ook serieus aan de slag gaat met het aanknopen van een
Op zoek naar het juiste palet voor een unieke TU/e-aanpak Vera Peerdeman is oprichtster en senior consultant van Nassau Fundraising, het Amsterdamse bureau dat het team van de TU/e gaat bijstaan met advies. Haar bureau begeleidt organisaties die al een jarenlange traditie hebben met fondsenwerving, zoals de bekende goede doelen, maar ook organisaties voor wie fondsenwerving nieuw is. “Elke organisatie staat weer voor andere uitdagingen, dat houdt ons werk elke dag weer interessant”, aldus Peerdeman. Op de vraag of een technische universiteit om een andere aanpak vraagt dan een algemene universiteit, zegt ze: “Er zullen vast en zeker nuances zijn in de wijze waarop je de filantropische boodschap uitdraagt. Zo heb ik nu al geleerd dat de TU/e bij wijze van spreken alles op één A4’tje communiceert. Met andere woorden: kort, bondig en to-the-point. Daar zullen we rekening mee houden.” Het samenstellen van het juiste palet van wervingstechnieken is nu de belangrijkste eerste stap. “Je kunt kiezen uit veel verschillende technieken”, zegt Peerdeman, ”maar welke past
of passen het beste bij de TU/e? Vervolgens is het zaak een strategie uit te tekenen die past binnen de voorwaarden van fondsenwerving, maar vooral ook binnen de cultuur van TU/e. Mensen moeten zich thuis voelen bij de uitingen en erdoor geïnspireerd raken. Het is tevens belangrijk om de plannen te toetsen. Bij interne stakeholders, maar ook bij de alumni. Vinden zij het aansprekend en haalbaar, hebben ze tips en adviezen, hoe kunnen we het laten werken?” Met de Wageningen University boekte Nassau in het verleden mooie resultaten. Kan de TU/e daar haar voordeel mee doen? ”Het succes was inderdaad groot, maar dat was Wageningen. Het is geen kwestie van copy-paste en je hebt hetzelfde resultaat. We gaan samen met het team van de TU/e kijken welke aanpak en ambitie goed aansluit bij deze universiteit en we zullen ons daarbij laten inspireren door Wageningen en andere succesvolle campagnes. Vervolgens moet dit leiden tot een unieke TU/e-aanpak.”
Uitgelicht | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
gedegen relatie met haar bijna 40.000 alumni, waarvan er zo’n 30.000 in het databestand zitten. Volgens Mengelers wordt er op dit moment al hard aan gewerkt om daar een mooi netwerk van te maken, “maar we gaan zeker niet de recent afgestudeerden direct bestoken met een blanco cheque. Dat opbouwen van relaties kost tijd, maar uiteindelijk hopen we wel dat het uitmondt in meer. Een alumnus kan ook net degene zijn die voor ons een deur opent naar een goededoeleninstelling, of naar een individueel persoon die bereid is te doneren.” Om maar duidelijk te zijn: het wordt een project van de lange termijn, vertelt Mengelers. “We gaan het nu eerst goed neerzetten, maar ik verwacht niet dat ik daar tijdens mijn voorzitterschap nog de vruchten van ga plukken. De eerste twee jaar zal er vooral sprake zijn van friendraising, maar onze ambities reiken zeker verder. Op dit moment zijn we de relatie met onze alumni langzaam aan het opkweken, bijvoorbeeld door ze uit te nodigen voor het graveren van hun naam in onze Alumni Avenue. Bijna elke alumnus heeft goede herinneringen aan zijn tijd hier, aan zijn studievrienden en zijn vakgroep, maar als ze hier vertrokken zijn, besteden we nauwelijks meer aandacht aan ze. Daar gaan we hard aan werken, want alleen al met een jaarlijkse donatie is dit voor ons een zeer belangrijke groep.” Het schenken van middelen voor het neerzetten van een gebouw is in de Verenigde Staten ook een geliefde methode voor alumni of bedrijven om op de campus iets blijvends achter te laten. Ziet Mengelers dat op termijn ook als een mogelijkheid voor de TU/e? “Ik sluit niets uit. Kijk naar de Technische Universiteit München, daar stak BMW tien miljoen euro in het gebouw voor Advanced Study en werd hun aula omgedoopt tot AUDI-torium, en de EPFL heeft het Rolex Learning Center. Waarom zou hier niet ooit een ASML-gebouw kunnen verrijzen?” De samenwerkingsverbanden die de TU/e op dit moment al heeft met diverse bedrijven, wil Mengelers niet rekenen tot het nu gestarte initiatief tot fondsenwerving. “Maar onlangs was pensioenfonds ABP bij ons op bezoek om zicht te krijgen op enkele van onze onderzoeks
projecten. Dat soort partijen zijn interessant voor ons. Het TU/e Innovation Lab werkt momenteel samen met de vergelijkbare labs in Delft, Twente en Wageningen een plan uit om bij dit soort organisaties seed capital los te krijgen voor start-ups die de eerste fase van hun ontwikkeling al voorbij zijn. Voor het ABP is het een mooie gelegenheid om te laten zien dat ook zij binnen Nederland hun maatschappelijk verantwoordelijkheid nemen. De publieke opinie en de overheid spreekt ze daar ook op aan: investeer in de toekomst en in innovatie. Over een paar weken halen we die contacten weer aan.”
Innovation Space als kraamkamer Wat zijn voor de TU/e inspirerende voorbeelden? Mengelers: “Dan moet je denken aan Harvard en MIT. Die halen jaarlijks onvoorstelbare bedragen op. Bij die laatste universiteit bestaat het Media Lab, een plek waar studenten kunnen experimenteren over de grenzen van de disciplines heen. Wij zijn bezig met het opzetten van iets vergelijkbaars, de Innovation Space. Dat moet een kraamkamer worden voor spannende en innovatieve zaken. Daar gaan we ook een fysieke locatie voor inrichten. Bij MIT is dat ondergebracht in een enorm gebouw, waar de harde bèta’s min of meer samensmelten met de meer creatieve geesten, zeg maar onze ID’ers. Media Lab heeft een omzet van zestig miljoen dollar en dertig miljoen daarvan komt van bedrijven, die jaarlijks 250.000 dollar storten, enkel om hier deel van uit te kunnen maken. Daar zijn verder geen voorwaarden aan verbonden. De rest wordt opgehaald met hun projecten. Onze studententeams van de toekomst zullen we daar gaan onderbrengen.” Het team Particuliere Fondsenwerving, dat nu uit drie mensen bestaat - vanuit het CEC is Edith Snelders er ook aan toegevoegd - hoeft het niet alleen te doen. “We gaan ons op dit vlak ook laten adviseren door een bedrijf dat al veel ervaring heeft op dit vlak: het Amsterdamse bureau Nassau (zie kader linkerpagina).
Marina van Damme-beurs De Marina van Damme-beurs, die jaarlijks wordt uitgereikt aan een Delftse, Twentse en Eindhovense alumna, mag je sinds november 2015 beschouwen als een legaat van de naamgeefster. Toen ondertekende ze aan de drie TU’s een overeenkomst waarin werd vastgelegd dat de beurs nog tot het jaar 2038 zal worden uitgereikt. De beurs valt toe aan de vrouwelijke ingenieur die het beste voorstel heeft ingediend om met een bedrag van 9.000 euro een belangrijke stap in haar carrière te zetten. Er zijn ook twee aanmoedigingsprijzen van 1.000 euro. Dat betekent dat Van Damme voor de TU/e al een bedrag van 253.000 euro heeft gereserveerd om de komende 23 jaar de beurzen nog te laten uitreiken. Met de ondertekening in november werd de beurs daarmee het grootste legaat dat de TU/e ooit heeft ontvangen.
De universitaire geldstromen De inkomsten van de Nederlandse universiteiten worden traditioneel opgedeeld in drie geldstromen. Onder de eerste geldstroom wordt de bijdrage van het rijk verstaan, een zogeheten lumpsum waaruit de universiteit salarissen van medewerkers en infrastructuur bekostigt. De rijksbijdrage is opgedeeld in een onderwijsdeel (een basisfinanciering plus een bedrag afhankelijk van het aantal studentinschrijvingen en diploma’s) en een onderzoeksdeel (weer een basisbedrag plus een bijdrage afhankelijk van diploma’s en promoties). Daarnaast worden ook de collegegelden wel onder de eerste geldstroom geschaard. De tweede geldstroom bestaat uit onderzoeksfinanciering van NWO en de KNAW waarvoor onderzoekers en instellingen de competitie aan moeten gaan met hun collega’s in Nederland. Vergelijkbare financiering van de Europese Unie en het Ministerie van Economische zaken valt weer onder de derde geldstroom, net als contractonderzoek en bijdragen uit collectebusfondsen (zoals de hartstichting of KWF kankerbestrijding). Dat laatste kan uiteraard gezien worden als vorm van philanthropic funding, een manier van financieren die door haar afwijkende karakter wellicht beter als vierde geldstroom kan worden bestempeld.
De geldstromen van de TU/e in 2015 Eerste geldstroom: Rijksbijdrage: 188,7 miljoen College- en examengelden: 23,3 miljoen Tweede en derdegeldstroom:-‘Werk in opdracht van derden’: 95,7 miljoen (feitelijk de tweede, derde en ‘vierde’ geldstroom): opgedeeld in nationale overheden: 23,6 miljoen, internationale overheden (EU): 29,2 miljoen, NWO/KNAW: 15,5 miljoen; overige non-profit: 8,3 en bedrijven etc.: 19,1 miljoen. (Bron: Jaarverslag TU/e)
16 | Uitgelicht
6 oktober 2016
Geven voor de wetenschap in Nederland en elders In 2013 werd in Nederland ruim 4,3 miljard euro geschonken aan goede doelen. De categorie ‘onderwijs en onderzoek’ komt er bekaaid af met 208 miljoen euro. Ter vergelijking: aan religieuze instellingen werd in dat jaar bijna 1 miljard gedoneerd. Bovendien gaat van bovengenoemd bedrag maar een deel naar universiteiten; ook basis- en middelbare scholen vallen namelijk onder de noemer ‘onderwijs en onderzoek’.
Die hebben op dit vlak al diverse grote projecten gedaan, onder meer een succesvolle samenwerking met Wageningen.” Dit bureau zal volgens Karen Ali vooral in het begin het team bijstaan met advies. Ali: “Maar wij zullen het daadwerkelijke werk gaan doen. Wij zullen die relaties moeten leggen, dat moet je niet door een extern bureau laten doen.” Volgens Mengelers kijken decanen en hoogleraren verwachtingsvol tegen dit initiatief aan. “Maar we verwachten van deze groep ook dat ze acte de presence geven als we een beroep op ze doen. Richting buitenwereld opereren we straks vanuit een loket, binnen de organisatie verdelen wij de aanvragen die binnenkomen.” Het Universiteitsfonds Eindhoven (UFe), een stichting met de zogeheten ANBI-status, waardoor bijvoorbeeld over schenkingen en erfenissen geen belasting betaald hoeft te worden, zal bij dit initiatief een belangrijke rol gaan vervullen. Volgens Mengelers lopen op dit moment gesprekken met het bestuur van het UFe over de vraag of dat fonds dan anders ingericht moet worden, of de statuten aangepast moeten worden en hoe het toezicht dan geregeld moet worden.
Financiële doelen zijn er voorlopig nog niet gesteld. Voor de nieuwe directeur Karen Ali was dat ook een belangrijke voorwaarde om met deze klus aan de slag te gaan. Ze noemde het eerder op de site van Cursor al een uitdagende nieuwe baan, die zeker raakvlakken heeft met haar vroegere functie bij STU. Op internationaal gebied was ze daar onder meer verantwoordelijk voor het aanknopen en onderhouden van relaties met buitenlandse instellingen. Ali: “Elke instelling steekt anders in elkaar en heeft een eigen cultuur, en vraagt dus om een eigen unieke aanpak. Met toekomstige donateurs zal het niet anders zijn. Ook daar moet je kijken hoe zo’n persoon in elkaar zit, in welke levensfase iemand zich bevindt en dan onderzoeken of er binnen de universiteit iets te vinden is dat daarop aansluit.”
De gegevens komen uit een rapport van het Centrum voor Filantropische Studies van de Vrije Universiteit. Volgens hoogleraar René Bekkers, directeur van dit Amsterdamse expertisecentrum, zijn zowel nationaal als internationaal eigenlijk geen betrouwbare cijfers bekend over giften aan universiteiten. In Nederland gaat het echter niet om veel geld. “Het ministerie vraagt niet van universiteiten dat ze deze bedragen apart registreren; dat geeft al aan dat het om kleine bedragen gaat.” Ook aan de TU/e vallen eventuele giften in het jaarverslag onder de zeer brede noemer ‘werk in opdracht van derden’. Hoewel ook de cijfers van buiten de landsgrenzen dus met enige voorzichtigheid benaderd moeten worden, lijkt wel duidelijk dat met name in de Verenigde Staten de universiteiten beduidend meer inkomsten hebben uit giften. In 2013 zou het gaan om zo’n dertig miljard dollar voor de universiteiten als geheel - hoewel een ander rapport rept van ‘slechts’ vier miljard dollar voor wetenschappelijk onderzoek in het bijzonder. Voor Groot-Brittannië worden voor diezelfde periode bedragen genoemd van 700 miljoen pond per jaar - wederom voor de universiteiten als instelling en niet specifiek voor onderzoek. Hoezeer filantropie in de Amerikaanse cultuur is verankerd, wordt geïllustreerd door de gift van 70 miljoen dollar die muziekproducenten Jimmy Lovine en Andre Young (beter bekend als Dr. Dre) enkele jaren geleden samen schonken aan de Universiteit van South California. Met de nieuwe ambities van de TU/e maken volgens expert Bekkers nu alle Nederlandse universiteiten werk van fondsenwerving, met zijn eigen Vrije Universiteit samen met de TU/e als laatste. “Terwijl de VU in 1880 nota bene is opgericht met behulp van filantropie.” Vanaf de jaren dertig spaarden meer dan 100.000 gereformeerde huisvrouwen jarenlang centen en stuivers in de zogeheten VU-busjes voor ‘hun’ Vrije Universiteit in Amsterdam.
Waar wil de TU/e over vijf jaar staan qua fondsenwerving? “Ik ben daar wat realistischer tegenaan gaan kijken, na door bureau Nassau te zijn bijgepraat over hun ervaringen met Wageningen”, vertelt Mengelers. “Daar werd ooit geroepen: ‘We willen honderd miljoen
binnenhalen in tien jaar. Dat werd terug gebracht tot vijftien miljoen en dat hebben ze uiteindelijk gerealiseerd in drie tot vijf jaar. Laat dat voor ons ook het streven zijn. Mijn opvolger zal hier echter pas de vruchten van plukken.”
Het team Particuliere Fondsenwerving van de TU/e: v.l.n.r. Herman van Hoeven, Karen Ali, Edith Snelders en Jan Mengelers.
Zoom in | 17
See for news www.cursor.tue.nl/en
TU/e taps fourth flow of funds through private fundraising
“Just a sob story does not have any effect”
The huge donations that have been secured for decades by large Anglosaxon universities such as Harvard, Oxford and MIT are beyond the reach of TU/e. Yet after several attempts in the past the university is now seriously taking action for private fundraising. That fourth flow of funds should make TU/e less dependent on the three other flows. This means that the Eindhoven university is entering a rather new arena, so it has put together a team of three which will focus fully on this so-called philanthropic funding. Shortly after having taken up office in April 2014, President of the Executive Board Jan Mengelers had a meeting with his three fellow Presidents of the EuroTech Universities. His Swiss colleague Patrick Aebischer from EPFL asked him with sincere interest: ‘Well, Jan, how many millions are you good for?’ Smiling, Mengelers admits that he assumed that Aebischer was inquiring into the total TU/e budget, but that was not the case. “He wanted to know what amount we managed to secure in Eindhoven in terms of philanthropic funding. I had to confess that that amount was probably zero. He told me that his university had succeeded in raising some one hundred million euros and that fifteen years ago, when that track had begun, he had also been dismissed as a fantasizer. Those niggardly Swiss surely would not pay up any money. It appears that things have turned out quite differently.” For Mengelers it was the first time that he was encouraged in this respect to give some serious thought to this matter. “We must acknowledge that our first flow of funds, the amount we receive directly from the Ministry, will definitely not increase in the future”, says Mengelers. “That is bad news at a time when our student numbers are rising and we nourish many ambitions. And I don’t expect a strong growth in the coming years either for the second and third flows of funds, with which we collect some one hundred million every year now. So we need to tap a fourth flow of funds, in order to make us less dependent on fluctuations and uncertainties
within those three other flows of funds.” Moreover, universities from Anglosaxon countries in particular have shown for many decades how successful fundraising can be. Mengelers: “Here at TU/e we have not seized that opportunity in all those years. In my opinion there are two reasons for this. Donating money to your former university is not really engrained in the Dutch DNA and taxwise the possibilities for making gifts are not truly attractive here either.”
The university as ‘charity’ Herman van Hoeven, who was added to the team from the Innovation Lab, adds: “The Dutch soon find that whatever is done at the universities should be paid for with public funds. Often people are not aware that supplementary funding is required, for a university is not known as a charity.” Mengelers does not intend at once to create a profile for his university as a charity. “We have to try by means of specific projects to establish relations with all kinds of groups. Not only with the business community, but also with individuals and social institutions. With those we need to build up a kind of partnering, within which we jointly wish to realize a pre-formulated dream. We do so from a technical perspective, while the donating partner is involved because he wants to be significant for mankind. The crux will be in the establishment and
the maintenance of those connections. Just going on tour with a sob story and immediately shoving a collection box under people’s noses does not have any effect.” Will TU/e be doing business with any generous donor? “We are definitely not going to have a big box that can be randomly filled with dreams”, says Director Karen Ali. “The donor and the university will jointly determine what can be realized and how this may be arranged in the best manner possible.”
First friendraising, only then fundraising For now it is essential that the university should set to work seriously on establishing a sound relation with its almost 40,000 alumni, of which some 30,000 are in the data file. According to Mengelers a lot of hard work is being done already to turn this into a fine network, “although we certainly are not going to bombard recent graduates with blank checks. Building up relations takes time, but in the end we do hope that it will lead to more. An alumnus may also be precisely the person who opens a door for us to a charitable
institution, or to an individual who is prepared to donate.” To be totally clear: it will be a long-term project, says Mengelers. “Whilst the first two years will be devoted mainly to friendraising, our ambitions certainly extend beyond that. At this moment we are slowly nurturing the relation with our alumni, for example by inviting them to engrave their names into our Alumni Avenue. Almost all alumni have good memories of their days here, of their university friends and their groups, but once they leave, we hardly devote any attention to them anymore. That is something we shall address with great efforts, for even with just an annual donation this is a very important group for us.” Where does TU/e wish to be in five years in terms of fundraising? “My view of that has become slightly more realistic, after having been brought up to date by bureau Nassau about their experience with Wageningen”, Mengelers explains. “There they once clamoured: ‘We want to secure one hundred million within ten years. That was toned down to fifteen million, which they managed to realize eventually within three to five years. Let that be our aim as well. It will be my successor who will reap the first fruits of this, though.”
TU/e’s flows of funds in 2015 First flow of funds: Government grant: 188.7 million Tuition and examination fees: 23.3 million Second and third flows of funds:-‘Work commissioned by third parties’: 95.7 million (actually the second, third and ‘fourth’ flows of funds): divided into national authorities: 23.6 million, international authorities (EU): 29.2 million, NWO/KNAW (Netherlands Organization for Scientific Research/Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences): 15.5 million; other non-profit: 8.3 and businesses etc.: 19.1 million. (Source: Annual report TU/e)
18 | Onderzoek
6 oktober 2016
Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke Illustration | Ines Lopez Arteaga
Science of Sound Ines Lopez Arteaga heeft in haar wetenschappelijke carrière al veel uiteenlopende projecten aangepakt - van zichzelf kapot trillende machines tot piepende treinwielen, stille truckcabines en optimaal asfalt voor snelwegen. Toch is er een duidelijke gemene deler: mechanische trillingen en de daarmee gepaard gaande geluidshinder. En dat is een onderwerp dat iedereen aangaat, vindt ze. Geluidshinder kan namelijk hartklachten, hoge bloeddruk, en leerproblemen veroor zaken. “Naar verwachting zorgt geluids overlast in 2020 voor meer verloren gezonde levensjaren dan welke vorm van milieuhinder dan ook; meer dan luchtvervuiling dus.” De Spaanse geluidsexpert studeerde werktuig bouwkunde aan de universiteit van Navarra in San Sebastian. Vervolgens promoveerde ze aan een aan diezelfde universiteit gelieerd instituut, waar ze een demper ontwierp voor tram- en treinwielen, om het bekende ijzing wekkende gepiep in bochten tegen te gaan.
“Ik bedacht een oplossing die goed werkte en ook meer dan tien jaar is gebruikt. Helaas bleek het lastig in het onderhoud. Inmiddels gebruiken ze in Spanje daarom een ander systeem, maar onlangs kwam ik mijn wiel nog tegen in het Kutxaespacio, een techniekmuseum in Baskenland. Dat gaf toch wel een goed gevoel.” Na haar promotie kwam Lopez voor een project met DAF Trucks naar Nederland, in 2001. “Ik was toen een van de weinigen die op basis van een rekenmodel kon voorspellen wat bepaalde aanpassingen van de cabine van de truck, bijvoorbeeld de binnenbekleding, zou doen met de trillingen en geluidsoverlast in de cabine.” De informatie voor haar modellen verkreeg ze door een geluidsbron in de cabine te plaatsen, en microfoonarrays erbuiten. Om te kijken hoeveel geluid er waar precies weglekte - precies omgekeerd aan het probleem in de praktijk dus.
Sinds dit voorjaar is Ines Lopez Arteaga de eerste vrouwelijke hoogleraar in de geschiedenis van TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde. De Spaanse is een geluidsexpert met een missie: geluidsoverlast moet de wereld uit. En daarvoor is ze bereid over de grenzen van haar eigen vakgebied heen te kijken.
Dergelijk onderzoek, waarbij geluidsbronnen ‘zichtbaar’ worden gemaakt met meerdere microfoons, werd in die tijd ook aan de TU/e opgestart. Dat resulteerde in 2009 in de spin-off Sorama, die geavanceerde 3D-geluidscamera’s ontwikkelt met duizenden microfoons. Rick Scholte, de oprichter van Sorama, was Lopez’ eerste promovendus en Lopez is bij het bedrijf betrokken als technisch adviseur.
Wielen maken boven 40 km per uur meer herrie dan de motor De bovengenoemde techniek - near-field acoustic holography - vormt ook een belang rijk element binnen Lopez’ onderzoek.
Onlangs nog rondde ze een project af met de Veldhovense chipmachinefabrikant ASML, waarin ze (samen met Sorama) onderzocht of je met een geluidscamera op afstand - contactloos dus - trillingen kon meten op een schaal van tien tot honderd nanometer. “Dat blijkt inderdaad te kunnen - niet dat we het al direct kunnen toepassen, maar het zogeheten proof-of-concept heeft mijn promovenda Elise Moers wel geleverd.” Als je aan geluidsoverlast denkt, denk je al snel aan verkeer. Het mag dus niet verbazen dat de Spaanse hoogleraar zich al jaren bezighoudt met het geluid van autowielen op uiteenlopende soorten wegdek. “Als een band over een ruw oppervlak rolt, dan gaat hij trillen”, legt Lopez uit. Die trillingen worden doorgegeven aan de lucht en bij de juiste frequenties levert dat een hoorbaar geluid op. “Het vervelende hierbij is dat de ruimte tussen de voorkant van het wiel en de weg fungeert als een soort hoorn die het geluid
Ines Lopez Arteaga met 3D-geluidscamera’s van Sorama. Foto | Bart van Overbeeke.
Research | 19
See for news www.cursor.tue.nl/en
Model van geluidsproductie van een band op het wegdek.
tot wel twintig decibel versterkt.” Dat effect zorgt er volgens haar voor dat wielen op asfalt boven pakweg veertig kilometer per uur meer geluid produceren dan de automotoren. “Pas boven de honderdtwintig á honderd dertig kilometer zorgen de luchtwervels rond de contouren van de auto voor nog meer lawaai.” Een deel van dat probleem is opgelost door de introductie in de jaren negentig van ZOAB (zeer open asfaltbeton), dat door de open structuur veel van het geluid absorbeert. Het probleem van ZOAB is echter dat door het ruwe oppervlak de band in verhouding iets meer trilt en de rolweerstand groter is. Daarom werkt men tegenwoordig met zogeheten dubbellaags ZOAB, opgebouwd uit een egalere toplaag van kleinere steentjes en een opener structuur daaronder. “Een eenvoudige
Science of Sound Since this spring Ines Lopez Arteaga has been the first female professor in the history of the TU/e Department of Mechanical Engineering. The Spanish lady is a sound expert with a mission: the world must get rid of noise nuisance. For this purpose she is prepared to look beyond the limits of her own field of expertise.
Minder rolweerstand heeft serieuze impact op het milieu
kan meten hoe de wrijvingskrachten variëren bij verschillende soorten wegdek. “Dat zijn kleine effecten, maar rolweerstand is de belangrijkste vorm van wrijving voor auto’s tot zo’n negentig kilometer per uur. Als je het wegdek zo kunt maken dat de rolweerstand net iets kleiner is, en je vermenigvuldigt dat met alle miljoenen auto’s, dan heeft dat een serieuze impact op het milieu.”
ZOAB dateert al van voor Lopez’ tijd als wetenschapper. Haar bijdrage aan dit probleem heeft voor de verandering niets te maken met geluid, maar met het effect van het wegdek op de rolweerstand. Ze is ook hoogleraar aan de KTH in Stockholm, waar ze een nieuwe experimentele opstelling heeft waarmee ze op de lengteschaal van het bandenprofiel
Ze beschouwt het als een belangrijke missie om de wegenbouwsector van dit belang te doordringen. In principe hebben banden fabrikanten net zo goed invloed op de rolweerstand, legt ze uit, maar die sector houdt de samenstelling van hun rubber uit concurrentieoverwegingen angstvallig geheim. “Door de wegenbouwers ervan te overtuigen dat je met goede wiskundige modellen op betere eigenschappen kunt uitkomen,
oplossing, maar je komt er pas op als je snapt wat er gebeurt.”
Ines Lopez Arteaga has dealt with many highly varied projects in her scientific career - from machinery that breaks up through its own vibrations to screeching train wheels, silent driver’s cabs in trucks and optimum macadam for motorways. Yet they clearly all have one thing in common: mechanical vibrations and the noise nuisance accompanying it. And this subject concerns everybody, she thinks. After all, noise nuisance can cause heart complaints, high blood pressure, and learning problems. “Expectations are that noise nuisance will in 2020 cause more lost healthy life years than any other form of environmental nuisance; even more than air pollution.” After having obtained her PhD Lopez came to the Netherlands for a project involving DAF Trucks, in 2001. There she conducted research in which sound sources are made ‘visible’ by means of several microphones - TU/e also started with this during that same period. In 2009 this resulted in the spin-off Sorama, which develops sophisticated 3D sound cameras with thousands of microphones. Rick Scholte, who founded Sorama, was Lopez’s first doctoral candidate and Lopez is affiliated with this company as technical adviser.
kind of horn which amplifies the sound up to as many as twenty decibels.” That effect subsequently leads to the wheels producing more sound on macadam than the car engines at speeds above around forty kilometers per hour. “Only above a speed of 120 to 130 km/h do the air vortices around the contours of the car produce even more noise.” Lopez is also professor at the KTH in Stockholm, where she has a new experimental setup that enables her to measure on the longitudinal scale of the tire profile how the frictional forces vary with different kinds of road surface. “Those may be small effects, but rolling resistance is the chief form of friction for cars up to some 90 km/h. If you can design the road surface in such a way that the rolling resistance is just a bit lower, and you multiply that by the many millions of cars, this will have a serious impact on the environment.” As far as noise nuisance is concerned, there is a lot to be gained by cooperating with other disciplines, says Lopez. “That is why I am working together with Maarten Hornikx from Building Acoustics, Berry Eggen from Industrial Design and Armin Kohlrausch from Human-Technology Interaction. Jointly we also deliver the series of lectures entitled Science of Sound and Music. I find it important to bridge the hard technical side of acoustics and the soft, human side. My ambition is to link sound as people experience it with the mathematical models, so that we can design machines that make a better sound, rather than just less noise. You can even fantasize about hospitals where the ambient noise contributes to the healing process. Surely that would be fantastic?”
Above 40 km per hour wheels make more noise than the engine
When one thinks of noise nuisance, traffic is usually the first thing that comes to mind. It can be no surprise, then, that the Spanish professor has been focusing for many years on the noise made by car wheels on various types of road surface. “When a tire rolls across a rough surface, it begins to vibrate”, Lopez explains. Those vibrations are transferred to the air and, given the right frequencies, this produces an audible sound. “The annoying factor here is that the space between the front of the wheel and the road functions like a
valt voor ons dus veel meer te bereiken.” Ook valt er nog rond geluidsoverlast veel te winnen door samen te werken met andere disciplines, zegt Lopez. “Ik werk daarom samen met Maarten Hornikx van Building Acoustics, Berry Eggen van Industrial Design en Armin Kohlrausch van Human-Technology Interaction. Samen verzorgen we de college reeks Science of Sound and Music. Ik vind het belangrijk om een brug te slaan tussen de harde technische kant van akoestiek en de softe, menselijke kant. Mijn ambitie is om de geluidsbeleving van mensen te koppelen aan de wiskundige modellen, zodat we machines kunnen ontwerpen die béter geluid maken, en niet alleen maar mínder geluid. Je kunt zelfs fantaseren over ziekenhuizen waar het omgevingsgeluid bijdraagt aan het genezingsproces. Dat zou toch fantastisch zijn?”
20 | Student
6 oktober 2016
De macht van de actieve student Wat zijn de rechten van TU/e-studenten en wat is belangrijk als je je leiderschap wilt ontwikkelen? Dit waren de hoofdthema’s van de eerste Commissie- en besturendag die Groep-één afgelopen maandag hield voor uitgenodigde studenten van studie- en studentenverenigingen. In het Gaslab en in de Zwarte Doos werden vier workshops gegeven.
Weet jij tot hoe lang je je tentamenwerk mag inzien en wanneer je recht hebt op een extra herkansing? De meeste studenten hebben geen idee waar ze die informatie kunnen vinden, maar mogelijk komt daar verandering in. Informaticastudent Bor de Kock en Elektrostudent Glenn Bergmans gaven deelnemers aan hun workshop de nodige tips om door te geven aan hun achterban. Bor en Glenn hebben recht van spreken; beiden deden jarenlang ervaring op in Groep-één, de universiteitsraad (UR), faculteitsraden (Bor bij Wiskunde & Informatica en Glenn bij Electrical Engineering) en andere organen en besturen. Bij hun eerste workshop over formele en informele inspraak op de TU/e zijn slechts drie aanwezigen, maar zij zijn wel tevreden. Jelle Hamoen van Demos zegt dat hij nu beter weet waar hij mensen naartoe kan sturen als ze met vragen bij hem komen. Hij heeft gehoord dat de raad instemmings recht, adviesrecht en initiatiefrecht heeft. Dat de U-raadsvergaderingen niet al te spannend zijn omdat er vooraf al vaak veel overlegd is. En dat het echt, héél zeker, belangrijk is om vakevaluaties in te vullen. Glenn: “Weinig mensen vullen die enquêtes na afloop van een vak in, maar het helpt meer dan klagen op facebook. De evaluaties komen bij de opleidingscommissie op tafel en het is wettelijk verplicht dat zij erover spreekt met de opleidingsdirecteur.” Bor somt een aantal bereikte resultaten op. “Een boek was te duur, de docent regelde een reader voor drie euro. Studenten vonden dat ze te weinig feedback kregen, er kwam meer aandacht voor. Te weinig opgaven bij een vak, er kwam een opgavenbundel bij. Een docent was niet te verstaan, hij ging naar Engelse taaltraining.” Het invullen kost vijf minuten, maar je bereikt binnen een maand niet veel. “Wat verandert, komt ten goede aan volgende generaties.”
stander voor je idee of plan te vinden. “Net zoals bij het eerste schaap over de dam. Dan heb je meer kans van slagen.” Bij de lezing van Bor en Glenn waar ‘de rechten waarvan je niet wist dat je ze had’ besproken worden zit Anniek Maaskant (lustrumcommissie ESC) goed op te letten. De regel ‘De studie mag geen extra kosten opleveren buiten het wettelijk collegegeld’ is voor haar als student Technische Bedrijfs kunde interessant. Bor vertelt dat hierdoor de clickers gratis zijn, alle studieboeken in de bibliotheek te vinden zijn en dat de buitenlandse stage niet verplicht is gesteld. Anniek: “Wij moeten elke opdracht digitaal én op papier inleveren. Dat kost soms wel tien euro per geprinte opdracht. Kunnen we daar iets aan doen?” Ze krijgt het advies om naar de klachtencommissie bij STU te stappen, in dit geval naar het online loket. “Probeer af te dwingen dat het voldoende is om digitaal in te leveren.” Ze knikt, maar vertelt desgevraagd dat ze om te beginnen maar eens naar de onderwijscommissie van Industria gaat mailen. “Kijken of ze er misschien al mee bezig zijn.” Wil je meer regelingen bestuderen? In de digitale studiegidsen van de TU/e is de OER (de Onderwijs en Examenregeling) te lezen. In deze juridische pil staan alle regels en plichten van zowel de opleiding als de student. Niet op elke Nederlandse universiteit is dit
Tien euro per geprinte opdracht Voor de tweede lezing komt met twintig anderen Mathijs Mientjes (activiteiten commissie van Van der Waals) naar het Gaslab. Hij heeft net de lezing van René Bruitsman van ORMIT gevolgd. ORMIT is specialist in leiderschapsontwikkeling. Mathijs: “Voor je goed leiderschap kunt geven, moet je je eigen zwakke en sterke punten kennen. En hoe mensen jou zien, kun je beïnvloeden door niet jezélf, maar je gedrag aan te passen.” Hij heeft door de lezing het plan opgepakt wat vaker feedback te vragen aan groepsgenoten. Zijn studie genoot Jan IJzerman heeft geleerd dat het heel belangrijks is om een eerste mede
Bor de Kock (links) en Glenn Bergmans tijdens een presentatie in het Gaslab.
Enkele OER
must-know
s
De TU/e kent een vrij onde rwijsprogram dan mag je da ma. Wil je iets t voorstellen anders dan he aan examenco t curriculum vo mmissie. orschrijft, Een student met erkende (s ch rijnende) pers nominaal stud oonlijke omst eert én maxim andigheden, aal twee vakk een extra herk of die (bijna) en (maar niet ansing aanvra het BEP) nog gen. moet afronden , kan Bij een monde ling tentamen wordt één stud examenbevo egde docenten ent tegelijk ge tentamineerd aanwezig. en zijn twee Je mag ieman d meenemen naar een mon beoordeeld te deling tentam worden, wan en wanneer je t een monde vreest oneerli ling is openba jk ar. Je mag uitste l van afstuder en aanvragen wilt volgen of indien je een nog iets wilt onderwijsde herkansen vo doen die verp el in het buite or een cum la licht zijn voor nland ude vermeldi toelating tot ng of onderd een master. elen moet Inzagerecht: tot twintig w erkdagen mag van het beoo je inzage aanv rdeelde werk. ragen. Je hebt Je hebt recht recht op een op het inzien kopie van opgaven en normering.
eten: Handig om te w
nakijktermijnen
/e ermijnen aan de TU en, zijn de nakijkt lijn ntamen. ht te t ric e he lijk na g de da lan gaat in op de ijn • Vergeleken met rm te De . ck n Ko werkdage voor ns Bor de gen, en uiterlijk 5 “best kort”, volge da rk we 5 en nn bi .m. doch • Tussentoets: z.s ts oe eindt n amen: 15 werkdage • Schriftelijk tent gen na presentatie da rk we 5 sessement: • Competence As dtoets: 1 werkdag • Mondelinge ein n ning: 15 werkdage • Praktische oefe 1 september or vo n em ge da rk we 5 ; de rio pe gen bekend in syste im er nt I • P: binnen 5 werkda or vo l tie ar kw e • E indtoets 4d
document makkelijk te vinden. Daarom heeft het Studenten Overleg Medezeggenschap onlangs samen met andere studenten organisaties een website voor OERdomme
studenten gemaakt. www.benjijoerdom.nl Tekst | Norbine Schalij Foto | Bart van Overbeeke
Onderzoek/Research | 21
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.
Zuinige schermen Twee jaar geleden verhuisde Mikhail Astafev van Siberië naar Eindhoven om een Professional Doctorate in Engineering (PDEng) te behalen. Zijn afstudeerstage voerde de Rus uit bij Color CNTRL Research, waar hij een oplossing bedacht om reflectieve beeld schermen energiezuiniger te maken. Ondertussen bracht hij met zijn band Angy-Near ook nog een plaat uit. Voor Mikhail ‘Mike’ Astafev was de Eindhovense ontwerpersopleiding een ideale manier om de overstap naar het (Nederlandse) bedrijfsleven te maken, vertelt hij. In het Siberische Novosibirsk was hij na een studie plasmafysica aan een promotie begonnen. Toen hij na een jaar echter merkte dat zijn ontwikkeling stagneerde, besloot de ambitieuze Rus naar Eindhoven te vertrekken. “Een vriend was hier al begonnen als PDEng trainee, en dat leek mij ook wel wat.” Hij volgde hier de opleiding Design and Technology of Instrumentation, een vanuit TU/e-faculteit Technische Natuurkunde gecoördineerd 4TU-programma opleidend tot een Professional Doctorate in Engineering (PDEng). De tweejarige PDEngopleiding omvat twee korte stages
en één lange afstudeerstage, legt Astafev uit. “De eerste was bij NXP Semiconductors, en de tweede in Zwitserland, bij de startup Femtoprint.” Zijn afstudeerproject van een jaar deed hij weer dichtbij huis, bij de Eindhovense research afdeling van startup Color CNTRL. Dat jonge bedrijf ontwikkelt zogeheten reflectieve beeldschermen - de technologie die ook wordt gebruikt in e-readers. “De schermen van Color CNTRL schakelen echter veel sneller dan de huidige e-readers, en bovendien zijn ze in kleur.” De werking berust op speciale inkten met nanodeeltjes, in de kleuren geel, cyaan en magenta. Die zitten opgesloten in minuscule compartimenten (de pixels). Met een elektrische spanning worden de inktdeeltjes samengebracht of juist homogeen verdeeld in de pixel. Op deze manier kan de bewuste kleur zichtbaar of praktisch onzichtbaar worden gemaakt. Met drie lagen van deze pixels kun je zo een kleurendisplay opbouwen. “In e-readers kost alleen het laden van de pagina energie”, legt Astafev uit. “Dat laden gaat wel traag, maar doordat de inkt gewoon op zijn plek blijft als je de spanning uitschakelt, verbruiken dergelijke reflectieve
Home Stretch Energyefficient screens Two years ago Mikhail Astafev moved from Siberia to Eindhoven to obtain a Professional Doctorate in Engineering (PDEng). The Russian researcher carried out his graduation traineeship at Color CNTRL Research, where he came up with a solution to make reflective screens more energy-efficient. Meanwhile he and his band Angy-Near also released an album.
For Mikhail ‘Mike’ Astafev the Eindhoven Designer program was an ideal way to make the switch to the (Dutch) business community, he says. In the Siberian city of Novosibirsk he had started a doctorate track after a study of plasma physics. However, when he noticed after a year that his development stagnated, the ambitious Russian decided to leave for Eindhoven. “A friend here had already started as PDEng trainee, and it sounded like the right thing for me too.” Here he followed the Design and Technology of Instrumentation program, a 4TU program coordinated from the TU/e Department of Applied Physics leading to a Professional Doctorate in Engineering (PDEng). The two-year PDEng program is comprised of two short traineeships and one long graduation traineeship, as Astafev explains.
Mikhail Astafev
beeldschermen zeker tien keer minder energie dan lcd-schermen.” Aan de benodigde beeldstabiliteit wordt bij Color CNTRL momenteel hard gewerkt; doordat de beeld schermen nog relatief vaak moesten worden ververst, bleef de energiewinst namelijk beperkt. De Rus kreeg van het bedrijf daarom de taak om te kijken hoe die stabiliteit van de inkt kan worden verbeterd. Hij probeerde wel tien oplossingen, zegt Astafev, waarvan er één daadwerkelijk iets opleverde.
“Daar waren mijn opdrachtgevers heel bij mee.” Wat die oplossing precies is, mag hij niet zeggen - de bedrijven die deelnemen aan het PDEng-programma hebben recht op geheimhouding van bedrijfsgevoelige informatie. “Soms is het lastig om hierover mijn mond te houden - dat heb ik op de universiteit niet geleerd - maar het went”, lacht hij. De tijd die Astafev niet doorbracht bij één van de bedrijven waar hij stage liep, spendeerde hij samen met zijn collega-trainees
- voornamelijk ‘internationals’ zoals hij - in hun gezamenlijke kamer op de begane grond van Flux. “Ik had het geluk dat ik onderdeel was van een gezellige generatie”, vertelt Astafev in soepel Engels. “We hebben veel samen gedaan.” Hij drumde zelfs in een rockband, Angy-Near, met twee Russische collega’s, waarmee hij ook een album opnam.
Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke
In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl
“The first one took place at NXP Semiconductors, the second one in Switzerland, at the start-up Femtoprint.” His one-year final project was done closer to home again, at the Eindhoven research department of start-up Color CNTRL. That young enterprise develops so-called reflective screens - the technology that is also used in e-readers “The screens of Color CNTRL switch much faster than today’s e-readers, though, and besides they are in color.” The functioning is based on special inks with nanoparticles, in the colors yellow, cyan and magenta. They are enclosed in minuscule compartments (the pixels). By means of electric tension the ink particles are assembled or, conversely, homogeneously divided in the pixel. In this way the relevant color can be made visible or practically invisible. With three
layers of these pixels you can thus build up a color display. “In e-readers only the loading of the page costs energy”, Astafev explains. “That loading process is slow, but because the ink simply stays in its place when you switch off the tension, such reflective screens consume at least ten times less energy than LCD screens.” At present they are working hard at Color CNTRL on the required picture stability; as the screens had to be refreshed relatively frequently, the energy gain remained limited. That is why the enterprise assigned the Russian the task to find out how that stability of the ink could be improved. He tried as many as ten solutions, says Astafev, of which one actually yielded a result. “That made my clients very happy indeed.” What exactly that solution is,
he is not at liberty to say - the companies participating in the PDEng program are entitled to confidentiality of company-sensitive information. “Sometimes it is difficult to keep mum about this - I did not learn that at university - but I’m getting used to it”, he laughs. The time that Astafev did not spend with one of the companies where he did his traineeship, he and his fellow trainees - mostly internationals like him - spent in their common room on the ground floor of Flux. “I was lucky in that I was part of a congenial generation”, Astafev explains in fluent English. “We have done a so many things together.” He even drummed in a rock band, Angy-Near, with two Russian colleagues, with which band he also recorded an album.
22 | Zoom in
6 oktober 2016
Article 13, a documentary on refugees in the Netherlands by Luca Paroni
“Do we really know who refugees are?”
Luca Paroni, R&D Engineer at TU/e spin-out LifeTech group, has a vivid interest for human rights. In the last year, during his free time (aka the night time that normal human beings reserve for sleeping), Luca directed Article 13, a documentary about refugees who went through the asylum request process in Eindhoven and the Netherlands. “Having an active role in the society you live in is, to me, as important as excelling in your academic career.” When watching the documentary ‘Article 13’ by Luca Paroni for the first time, I had to think about the book ‘The Homing Instinct: The story and Science of migration’, by the German scientist Bernd Heinrich. Heinrich has long been fascinated with the natural world. Within this book, he turned his attention to a wide range of species, from moths to eels, from whales to humans, to discover the mechanics and motivation behind their migrations. Amongst the amazing journeys he observed, the one of the monarch butterfly, a fragile creature famous for covering thousands of miles during its annual migration from the United States and southern Canada to the Mexican mountains. The destination is important, but what is really “home” for these creatures? Home to butterflies is flocks of millions of butterflies they travel with. But are other humans home to a human being? In this light, Heinrich has lessons for us. His final question, regarding migration and our relationship to the rest of animal creation, is perhaps the most appropriate, and lapidary: “They are free. Are we?”
Luca Paroni, director of Article13 To describe the director of Article 13, Luca Paroni, 10-times the word limits of this article might be necessary, and, still, it would not be
enough. According to the top lines of his CV, Luca is R&D Engineer at LifeTech group, spin-out of the Department of Biomedical Engineering of the Eindhoven University of Technology. Much longer and manifold the list of hobbies and passions, all converging to his endless curiosity and to his vivid interest for human rights. In the last year, during his free time (aka the night time that normal human beings reserve for sleeping), Luca directed Article 13, a documentary about refugees who went through the asylum request process in Eindhoven and the Netherlands. From May 2015 to April 2016, the asylum applicants in the Netherlands have been more than 60.000. Immigrants from Syrian Arab Republic in front (64 percent), followed by stateless (18 percent), Eritreans (9 percent), Somalis (2 percent) and Iraqi people (1 percent). Luca: “We are surrounded by an enormous amount of indirect information about migrants. But do we really know who they are, what their stories are? What are the difficulties and the prejudices, if any, they have to face when going through such a journey? In order to answer all these questions, I talked directly to refugees in Eindhoven and all over the Netherlands, I interviewed local politicians, and I approached locals to get a grip on the level of awareness. The documentary was the natural end-result of the variety of perspectives I collected about the topic.” So what motivates a biomedical engineer to make a documentary on refugees?
Luca: “When talking to students, colleagues or friends with scientific backgrounds, I sometimes notice a worrying lack of interest for what happens in the society around them. And that is a pity, I believe. Having an active role in the society you live in is, to me, as important as excelling in your academic career. And TU/e, and University in general, should be the information-bearer of such a positive message.” During the shooting of the documentary, Luca interviewed several migrants living in the asylum centre of Eindhoven. One of them is Talal, a young Sirian who obtained the refugee status from the Dutch government. Luca: “Talal graduated in Business Admini stration in Syria. Because of the war, he decided to leave his country in search of a better future in the Netherlands. When I interviewed Talal, he had been living in the asylum centre of Eindhoven for over a year, and I think I was the very first inter national he met. I wonder how it is even possible for something like that to happen. Chatting with Talal and getting to know him better was as easy as bonding with Greeks, Turkish, Spanish, Italians, Mexicans or whoever from the international community at TU/e.”
Refugees or, simply, Internationals? What made him different then? Prejudices perhaps, and lack of real opportunities for integration. Obstacles that Luca tried to tear down, during and after this experience, with the power of simple things: a cup of coffee, a dinner, a party, a football match. Luca: “Migration cannot prescind from the process that generates it. Talking about
human migrations without considering the humanity of migrants is unacceptable, a real contradiction in terms. Whoever decides, by choice or by force, to leave his country should have all the rights to do so, the same exact rights I had five years ago, when moving to the Netherlands.” Luca: “Having the chance to show my documentary at TU/e would be a little dream coming true. Organizing the documentary projection and an active debate around it might be an interesting change of pace for a technical university.” Possible collaborations with Studium Generale, Gaslab and the Zwarte Doos, are the appealing alternatives on the plate. For that, Luca has recently joined forces with Vincent Merk and Camilla Spadavecchia. Vincent Merk is senior lecturer in intercultural management and community adviser. In addition, he works as a training consultant in intercultural business commu nication, management and professional mobility. “At TU/e, I try to help develop further the international community,” says Vincent, “and to do so, I use two exceptionally powerful tools such as culture and communication.” Camilla Spadavecchia, a solid background in social and human geography, is a researcher in human rights, gender development and migration, with a particular interest for women’s migration and its impact on development and gender roles in origin communities. Camilla and Vincent will try and help Luca to have his documentary displayed at TU/e. When and if this will happen: we will keep you posted! In the meantime, you can watch the trailer online: https://vimeo.com/177993288. Luca Paroni: paroni.luca@gmail.com Camilla Spadavecchia (Press Office): camilla.spadavecchia@gmail.com Interview | Valentina Bonito
See for news www.cursor.tue.nl/en
Zoom in | 23
Luca Paroni (in front) with Vincent Merk (right) and Camilla Spadavecchia in the back. Photo | Bart van Overbeeke
De TU/e is een mini-universum. 729.651 vierkante meter vol weten schappelijke dromen, maar ook 729.651 vierkante meter vol met mensen met hun mensen-dingen. Rare dingen, dagelijkse dingen, opmerkelijke dingen, doodnormale dingen, uitzonderlijke dingen. We zien deze dingen, we lopen voorbij deze dingen, en wij, wij documenteren deze dingen. Een gevonden voorwerpje hier, een terloopse obser- vatie daar, wij spotten het, fotogra feren het, becommentariëren het.
Ook iets gespot? Mail naar cursor@tue.nl
Bijzondere bijbanen
Mathijs timet houthakkers Zonder Mathijs Meulendijks (24) zouden de deelnemers van Stihl Timbersports, noem ze atleten die aan wedstrijden houthakken en -zagen doen, niet weten wat hun score is. Hij is ‘timing operator’ en zorgt dat bij de wedstrijden de techniek tot in de puntjes verzorgd is. Cursor zag hem bij het Benelux Championship 2016 in Gemert. Het houthakwedstrijdseizoen loopt van mei tot september en voor masterstudent Werktuigbouwkunde Mathijs betekent dat dat hij dan acht keer een week ergens in Europa aan het werk is. Wat zijn dagtarief is, wil hij niet zeggen, maar hij verdient in één weekend meer dan collegastudenten met een banaler bijbaantje in een hele maand. “Ik werk met marktconforme prijzen, en dat mag ook wel gezien de professionele aanpak.” Mathijs wordt ingehuurd om uitslagen te verwerken en de timing te organiseren. Maar hij doet meer dan knopjes bedienen; ook het opbouwen van het podium en het instrueren van vrijwilligers staat op zijn takenlijstje. Zijn eigen bedrijf, dat al zeven jaar bestaat en gespecialiseerd is in services voor sportevenementen, wordt daarvoor ingehuurd. Vier jaar geleden begon hij bij de Stihl Timbersports wedstrijden. Met een team rijdt of vliegt Mathijs naar de wedstrijden in bijvoorbeeld Luxemburg, Zwitserland of Turkije. Tijdens de wedstrijden moeten de deelnemers de snelste tijd proberen neer te zetten in verschillende opdrachten. De wedstrijden bestaan uit drie hak- en drie zaagdisciplines. Bij de discipline ‘springboard’ hakken de kandidaten een hooggelegen blok hout door nadat ze via twee staplanken naar boven klommen. Bij de ‘Single Buck’ zagen de mannen met een handzaag, maar bij ‘Hot Saw’ gebruiken ze een opgevoerde motorzaag met een vermogen van zestig PK. Dat is volgens Mathijs te vergelijken met tien brommers. De baan past bij Mathijs’ karakter. Hij heeft het graag druk en laat zich niet gek maken. “Je komt nog eens ergens en het is divers werk, inclusief vrachtwagen rijden. Vijf uren werk ik heel geconcentreerd, vol adrenaline. Ik moet snel schakelen als iets mis gaat, want het publiek mag niets merken.” Hij blijft altijd rustig. “Er kan een bom ontploffen, dan doe ik nog mijn werk.” Een nadeel is er wel, vraag maar aan zijn vrienden: nooit kan hij mee op stap, vaak mist hij verjaardagsfeestjes. Hij zal heus niet fulltime carrière maken in de evenementenbranche. “Ik verwacht eerder dat ik het naast een ‘normale’ baan blijf doen. Het is leuk voor de afwisseling, maar altijd van huis (en dan vooral in de weekenden) vind ik verre van ideaal.” Deze kampioenschappen (hoera, in Brabant) werkt hij tot middernacht door. En de maandagochtend erop zit Mathijs gewoon om half negen in het college Composieten van Joris Remmers. Interview | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke
Waaro: KOE-veld Wattie: Tafeldans Sinds enkele maanden, om precies te zijn sinds 22 april, staan her en der op de campus deze gele tafels. ‘Her en der’ is trouwens overdreven: deze overblijfselen van het Dream and Dare-festival staan tussen ‘Metaforum en vijver’ en op het KOE-veld. Het is mooi om te zien dat er gretig gebruik van wordt gemaakt door de campusbewoners en voor zover we kunnen overzien, is er pas sinds kort eentje gevandaliseerd en nog geen één gejat (of we hebben niet goed geteld). Het valt ons wel op dat de tafels elke dag ergens anders staan. Misschien willen de gebruikers met de zon mee verhuizen, of juist uit de zon, of lekker clusteren voor een vergadering, of ver uit elkaar voor een geheim gesprek. Het lijkt elke ochtend wel of de tafels zelf een dansje hebben gedaan en zich neervlijden waar ze wilden. Doet ons denken aan de stoelendans, maar dan met tafels. Of nog idealistischer: net als het witte-fietsenplan uit de jaren zestig in A’dam. Overal witte fietsen die je gratis kon gebruiken en achterlaten waar je wilde, vrij voor iedereen om te gebruiken. Now @ TU/e: gele tafels-plan. We like!
Hoe kom jij aan je geld? Misschien mag je het innen bij paps en mams, misschien schraap je het zelf bij elkaar met uren werk. Werk je in de horeca, geef je bijles, vul je vakken? Of heb je een baan die anders is dan anders? In deze serie vertellen TU/e-studenten over de bijzondere bijbanen die zij hebben.