2 minute read

Stadswandelen met een thema

De Lubro in 1991

Advertisement

gebouw het

De Lubro nu

Utrecht staat vol met bijzondere gebouwen waar je regelmatig langs fietst, maar zeker niet alles van weet. Zoals het gebouwencomplex aan de Hogenoord, waar eens een broodfabriek zat.

In de buurt Zijdebalen is niet meteen duidelijk wat nieuw is en wat niet. Hier, tussen de Vecht en de Westerdijk, staan hoge bouwblokken met een historisch tintje, die expres rommelig in elkaar steken – voor zover dat kan bij nieuwbouw. Zo kreeg het nieuwe pand op de hoek van de Zeedijk en Zijdebalenstraat een strak dakopbouwtje met veel glas, alsof er iets moderns aan iets historisch werd toegevoegd.

Maar twee gebouwen in Zijdebalen zijn écht oud: het witte tuindershuisje en het voormalige kantoor van de Lubro. Deze broodfabriek –Lubro was de afkorting van Luxe Brood – opende in 1948. Aan de Kaatstraat stond in die tijd de Korenschoof, een grote meelfabriek waar tot 1938 ook brood werd gebakken. Daartussen lag houthandel Jongeneel. De naam Zijdebalen verwijst naar nog langer geleden, toen zich aan deze kant van de Vecht een enorm landgoed bevond met een chique tuin en een zijdefabriek.

De panden van de Korenschoof werden in 1978 gesloopt, net als veel later de hallen van Jongeneel. Het Lubro-kantoor bleef gelukkig bewaard, werd gerenoveerd en opent binnenkort onder dezelfde naam als café en kantoorruimte. Ook de fabriek bleef bewaard, hierin kwamen woningen. De hal heeft bijzondere, geronde, betonnen spanten en een gerond betonnen dak, maar de grote glazen achterwand is helaas niet behouden. Door die glaswand en de ramen tussen de spanten viel indertijd

EEN VERRASSEND ELEMENT IN HET INTERIEUR IS DE RONDE, BETEGELDE TRAP

veel licht naar binnen, waardoor het prettig was om in de fabriek te werken. De architect van de Lubro is Herman Mertens, een leeftijdgenoot van Gerrit Rietveld. Anders dan Rietveld had Mertens echter een grote voorliefde voor baksteen en baksteenornamenten. Hij hield van de organische vormen van de Amsterdamse school, wat goed te zien is aan zijn ontwerp voor de Wilhelminakerk aan de Hobbemastraat, uit 1931. Daarmee vergeleken oogt het Lubrokantoor met zijn rechte, stalen raamprofielen, betonnen staanders en betonvlakken streng en sober. Wel zijn er kleine ronde vensters met tuimelramen en een fraaie curve in de betonnen omlijsting van de hoofdingang. Ook de bakstenen, bij de renovatie zo veel mogelijk hergebruikt, zijn elegant en uitgesproken dun. Een verrassend element in het interieur is de ronde, betegelde trap. Op een hoge, ronde sokkel rechts van de hoofdingang staat een beeldje van een bakker die op de ‘hoorn des overvloeds’ blaast. Beeldhouwer Jo Uiterwaal maakte dit beeld naar verluidt in 1944 in ruil voor een aantal weken gratis brood. In die tijd was er van overvloed nog weinig sprake.

This article is from: