Gezocht: Codebrekers. Speurtocht naar Hitlers goud en diamanten

Page 1

Omslag-Codebreker 27-11-2012 11:54 Pagina 1

‘Het is aannemelijk dat de nazi-schatten nog altijd onaangeroerd op ontdekking liggen te wachten.’

Karl Hammer

CODEBREKERS

—GERARD AALDERS, HISTORICUS

Karl Hammer verdiende zijn sporen ruimschoots in de internationale media en is de laatste jaren onder meer actief als onderzoeksjournalist. Eerder verscheen het alom geprezen boek De grootste kunstroof uit de geschiedenis dat in diverse landen werd gepubliceerd. De research voor dat boek leidde uiteindelijk ook naar de aanwijzingen die in dit boek zijn beschreven.

SPEURTOCHT NAAR HITLERS GOUD EN DIAMANTEN

Bij toeval kwam het document in handen van onderzoeksjournalist Karl Hammer, maar ook hem lukte het uiteindelijk niet om de code geheel te ontrafelen. In dit fascinerende en op feiten gebaseerde verslag reconstrueert hij de geschiedenis van de ‘pastoorbrief’ en biedt de lezer de uitdaging om alsnog de code te breken.

GEZOCHT: CODEBREKERS

Een van de laatste geheimen uit het nazi-tijdperk is een gecodeerde brief van Martin Bormann waarin de bergplaats staat aangegeven van een lading goud en Hitlers persoonlijke diamanten. Jarenlang werd geprobeerd de brief te ontcijferen. Zonder praktisch resultaat. Dit boek vertelt het verhaal achter de brief en de pogingen die werden ondernomen de code te breken. Op die manier biedt het de lezer de kans om misschien de oplossing van dit raadsel te ontdekken. Het goud en de diamanten waren bedoeld om de nazi-terreurgroep Werwolf te financieren. De exacte locatie van deze nazi-schat was destijds slechts bekend aan Hitlers secretaris Martin Bormann en SS-officier Hermann Fegelein, maar geen van beiden heeft de oorlog overleefd en Werwolf werd al vroegtijdig door de geallieerden uitgeschakeld. Partijboekhouder Franz Xaver Schwarz, van wie de geallieerden meenden dat hij over inlichtingen beschikte, stierf tijdens de verhoren in Kamp Regensburg zonder ooit iets los te laten. Uiteindelijk bleek dat een voormalige aalmoezenier het document na de oorlog als enige nog in handen heeft gehad. Deze pastoor Otto heeft er echter nooit iets mee gedaan.

GEZOCHT

SPEURTOCHT NAAR HITLERS GOUD EN DIAMANTEN

I S B N 978-90-389-2226-3

9

789038 922263

ELMAR

Karl Hammer


Opmaak-Codebrekers 30-11-2012 10:11 Pagina 1

GEZOCHT

CODEBREKERS SPEURTOCHT NAAR HITLERS GOUD EN DIAMANTEN

LEES MIJ Dit boek is een reconstructie van zowel historische als hedendaagse gebeurtenissen. Met name hoofdstuk 1 is nogal uitvoerig omdat de achtergronden van de codeerders medebepalend was voor de codes die zij bedachten. Zo was het gebruik van symbolieken een wezenlijk onderdeel van het Naziregime. Zij eisten bijvoorbeeld dat de Franse overgave in 1940 werd ondertekend in dezelfde treinwagon waarin de Duitsers in 1918 hun overgave aan de Fransen hadden moeten ondertekenen. Voor de leek zal een codewoord als Compiègne niet veel zeggen, maar voor iemand die zich in de geschiedenis verdiept heeft zal onmiddellijk duidelijk zijn dat dit de plek was waar de treinwagon stond. Omdat de voorgeschiedenis van de Nazi’s gelegen is in de Eerste Wereldoorlog, is dat dus een belangrijke periode om nader te bekijken. Vandaar het uitgebreide eerste hoofdstuk. In dit boek heb ik de overgeleverde visies van een priester en anderen verpakt. Niet altijd deel ik hun visies, maar vanuit een journalistiek standpunt is dat irrelevant. Tijdens mijn onderzoek merkte ik dat veel mensen desondanks erg terughoudend waren om eerlijk hun mening te geven over hoe in hun ogen zaken vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog waren gelopen. Zij waren bang dat zij nu voor pro-Nazi zouden worden uitgemaakt. Hun angst baarde mij zorgen omdat ik meende dat hierdoor misschien de historische waarheid gegijzeld werd door naoorlogs sentiment. Niemand is gebaat bij een vertekend beeld van de geschiedenis. De geallieerde bewering dat de val van Arnhem te wijten was aan ‘laffe Poolse soldaten’, is na zestig jaar door het televi-


Opmaak-Codebrekers 30-11-2012 10:11 Pagina 2

sieprogramma Netwerk weerlegd. We weten inmiddels ook dat de Nazi’s inderdaad geen lampenkappen uit mensenhuid vervaardigden, zoals tijdens het Neurenberg-proces werd geopperd. Ook werd er geen zeep gemaakt van menselijk vet. Dit waren opgeblazen horrorverhalen zoals die ook na de Eerste Wereldoorlog rondspookten. Maar dat er rampzalige dingen gebeurden leidt geen twijfel. Uit mijn onderzoek komt op sommige momenten een nogal ongemakkelijk beeld bovendrijven over de vraag hoe dingen zo vreselijk uit de hand konden lopen. Ik verzoek de lezer om zich ook op die confronterende momenten open te stellen en een eigen objectief oordeel te vormen. Dit is geen revisionistisch boek. Niemand bij zijn gezonde verstand zal ontkennen dat zigeuners, homoseksuelen, joden, psychiatrische patiënten en talloze anderen een vreselijk lot hebben ondergaan. Mijn jaren in Duitsland hebben mij geleerd dat ook zeker de Duitse bevolking dit niet ontkent. Het is volslagen belachelijk om te ruziën over exacte aantallen slachtoffers. Wat is erger; dat er negen van de tien zigeuners werden vermoord of zestig van de tachtig joden? Men trapt in een valkuil wanneer men met getallen gaat goochelen. Het mechanisme achter dit soort gruwelijkheden sluimert nog steeds in ieder van ons, wachtend op het onbedachtzame moment dat wij ons door emoties laten meesleuren. Er is maar weinig verschil tussen de brand in de Berlijnse Rijksdag en de aanslag op het World Trade Center, wanneer we kijken naar de oververhitte emoties onder het volk en de vrijbrief die deze aanslagen de betreffende regeringen boden om het internationale recht en de rechten van hun burgers te schenden. Ook slachtpartijen zijn van alle tijden. We zagen het gebeuren tussen Hutu’s en Tutsi’s, in Srebrenica of, verder terug in de geschiedenis, de Hollanders in Indië, Britten in Afrika, Spanjaarden in Zuid-Amerika. Het gebeurde zelfs al in bijbelse tijden.

KARL HAMMER


Opmaak-Codebrekers 16-11-2012 13:52 Pagina 5

INHOUD

DEEL 1: Geen geschiedenis zonder voorgeschiedenis 7 DEEL 2: Verlosser of verdelger 51 DEEL 3: Berlijn in de bunker 93 DEEL 4: Roof of recht? 147 DEEL 5: Kamer zes 191

5


Opmaak-Codebrekers 16-11-2012 13:52 Pagina 7

Deel 1 GEEN GESCHIEDENIS ZONDER VOORGESCHIEDENIS

7


Opmaak-Codebrekers 16-11-2012 13:52 Pagina 8

GEZOCHT: CODEBREKERS – SPEURTOCHT NAAR HITLERS GOUD EN DIAMANTEN

De novemberregen striemde in harde vlagen tegen de glazen erker van de flat in Scheveningen. Vanuit mijn stoel staarde ik in het donker naar het majestueuze en sprookjesachtig verlichte Kurhaushotel. Er was nog net tijd voor een sigaret voordat ik daar in de lobby een zekere Schulz weer zou ontmoeten. Ik was onrustig, misschien zelfs wel een beetje nerveus. Ik had Schulz leren kennen toen ik aan de research voor mijn vorige boek werkte. Ons eerste contact was puur toevallig geweest. Sinds enkele jaren was ik betrokken bij een maatschappelijke stichting en bevriend geraakt met Edgar Amanh, de Surinaamse ambassadeur in Den Haag. Daarnaast kwam ik in contact met Al-Naqbi van de Verenigde Arabische Emiraten en raakte vervolgens weer verzeild op een receptie met diplomaten en zakenmensen, waar ook Schulz was. Tijdens de gebruikelijke borrelpraat met hem en enkele andere gasten vertelde ik desgevraagd wat ik zoal deed. Ook dat ik aan een boek werkte over de meest bizarre kunstroof aller tijden waarbij allerlei schimmige groeperingen en de SS een rol speelden. Men was erg geïnteresseerd in het verhaal en ik voelde dat Schulz me aan bleef kijken, in ieder geval lang genoeg om mij daarvan bewust te laten zijn. Na enige tijd vroeg hij ogenschijnlijk terloops of mijn boek pro- of anti-Duits was. Ik antwoordde dat het geen van beide was en dat ik alleen een objectief verslag wilde schrijven over een aantal zaken die kort voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog hadden plaatsgevonden. Zijn vraag was begrijpelijk aangezien hij een Duitser was en Duitsers vanwege de oorlog al decennialang categorisch vervloekt werden. Ik stelde hem blijkbaar nog wat meer gerust toen ik vertelde dat ik in München had gewerkt en zelf Oostenrijkse wortels had. Het noemen van Oostenrijk bracht een glimlach op zijn gezicht, zonder dat mij duidelijk was waarom. Tijdens het verloop van de avond merkte ik dat Schulz nooit ver weg was. Bij het verlaten van de receptie kwam hij naar mij toe en bood aan om eens op een rustiger moment verder te praten. Met zijn contacten kon hij mij misschien wel verder helpen met mijn research als dat nodig was. Bovendien wist hij een goed verhaal dat mij vast zou interesseren. Natuurlijk wilde ik weten waar dat verhaal dan over ging. Hij wachtte tot we buiten waren en vroeg toen op bijna samenzweerderige toon of ik wist wat ‘de tranen van de wolf’ waren. Ik had geen idee. “De tranen van de wolf zijn de diamanten van Hitler,” fluisterde Schulz, alsof dat alles verklaarde. Nog steeds ging mij geen licht op. 8


Opmaak-Codebrekers 16-11-2012 13:52 Pagina 9

DEEL 1: GEEN GESCHIEDENIS ZONDER VOORGESCHIEDENIS

Het zal best dat Hitler diamanten had, nou en? Schulz keek mij een moment indringend aan. “Die diamanten liggen sinds het eind van de oorlog samen met honderden staven goud van de Reichsbank nog altijd ergens verborgen.” Nu had hij mijn aandacht. Hij boog zich nog dichter naar mij toe en vertelde dat niemand er ooit achter is gekomen waar die plek was omdat niemand de codetaal van Bormann en Schwarz ontcijferd had. Ik vroeg hem of hij Franz Xaver Schwarz bedoelde. Dat was zo. Nu werd de zaak extra interessant, want dat was de rijksschatmeester van de nazi’s geweest en ik was hem al voor andere zaken op het spoor. Schulz wilde mij graag het verhaal vertellen als ik bereid was om een eerlijk en objectief verslag te schrijven. Dat laatste verzekerde ik hem, maar dat was niet voldoende. Hij wilde eerst eens het manuscript lezen dat ik op dat moment schreef om zelf te kunnen oordelen hoe ik met feiten omging. In september stuurde ik hem een exemplaar toe van De grootste kunstroof uit de geschiedenis. Ruim een maand later belde hij voor een uitnodiging. Omdat ik tot dan toe volkomen door mijn werk in beslag was genomen, had ik nog niet echt dieper over de hele affaire nagedacht. Nu echter was een aantal gedachten opgeborreld en die stelden me niet allemaal even gerust. Ik had geen reden om te denken dat Schulz mij alleen maar een fabeltje op de mouw wilde spelden om de tijd te doden. Maar als het geen fabeltje was, betekende dit dat hij blijkbaar kennis had van allerlei nazi-perikelen in de Berlijnse bunkers die tot nu toe niet gepubliceerd waren. Als man van middelbare leeftijd was hij te jong om zelf in die bunkers te zijn geweest, dus hoe kwam hij dan aan die kennis? En waarom wilde hij die met mij delen? Was hij oprecht of wilde hij me voor een karretje spannen? En waar moest dat karretje dan heen rijden? Bewees ik mezelf wel een dienst door me in te laten met iemand die ik verder niet kende en die zich mogelijk in het schimmige wereldje van nazi-sympathisanten begaf? Bij binnenkomst in het Kurhaus zag ik Schulz tegenover de receptie in een comfortabele stoel zitten, een plek waarvandaan hij prima kon zien wie er binnenkwam. Hij was duidelijk ontspannen. Dat haalde het scherpe kantje er bij mij enigszins af, hoewel ik op weg naar het hotel me nog had gerealiseerd dat spionnen ook altijd in de anonimiteit van hotels afspreken. Net als drugsbaronnen en alle anderen wier activitei9


Opmaak-Codebrekers 16-11-2012 13:52 Pagina 10

GEZOCHT: CODEBREKERS – SPEURTOCHT NAAR HITLERS GOUD EN DIAMANTEN

ten het daglicht niet verdragen. Maar goed, ik was er en wilde het gesprek aangaan. Schulz kwam met een vriendelijke lach overeind en stak zijn hand uit. “U bent perfect op tijd. En dan zeggen ze nog dat de Hollanders niet punctueel zijn.” Ik nam de uitgestoken hand aan en antwoordde dat het waarschijnlijk aan de deeltjes Oostenrijks bloed in mijn aderen lag. Keuvelend over koetjes en kalfjes, het slechte weer en de mooie architectuur van het hotel, nam Schulz me mee naar het Kandinsky restaurant. Hij was duidelijk niet het gierige type. Tijdens mijn jaren in Duitsland had ik geleerd om niet te snel mensen te tutoyeren. Zeker zuidelijke Duitsers houden er niet van als iemand al snel na de kennismaking begint met je en jij. Dat heeft niets met arrogantie of stijfheid te maken, maar met respect. Pas als men elkaar voldoende kent worden er voornamen gebruikt. Ook Schulz en ik tutoyeerden elkaar niet. Nadat we ons een sherry als aperitief hadden laten inschenken maakten we een keuze uit het menu en koos Schulz een bijpassende wijn uit. We voelden beiden wel aan dat we nu genoeg over niemendalletjes hadden gekletst. Toch wilde ik zoveel mogelijk het initiatief bij hem laten. Schulz had niet echt een aanjager nodig. Hij begon te vertellen dat hij mijn manuscript met plezier had gelezen. Ook had hij bevestigd gezien dat ik niet alle Duitsers ten tijde van de Tweede Wereldoorlog als criminele waanzinnigen had afgeschilderd, maar zoveel mogelijk een gebalanceerd beeld had geschetst. Het verhaal dat hij mij wilde vertellen ging over iemand die min of meer tegen wil en dank met de leidinggevenden van de partij in contact was gekomen. “U bedoelt de NSDAP,” vroeg ik, waarmee ik het woord nazi-partij vermeed. Schulz knikte en legde uit dat het om een katholieke pastoor ging die door allerlei omstandigheden hun vertrouwen was gaan genieten. Ik onderbrak hem kort met de vaststelling dat het verkrijgen van dat vertrouwen niet makkelijk zal zijn geweest. Voor zover ik wist waren geestelijken niet erg populair bij de partij. Even trok Schulz een grimas. “Dat ligt erg genuanceerd.” Ik vroeg hem of de pastoor ook een naam had en of hij nog in leven was. Schulz wilde niet meer kwijt dan ‘pastoor Otto’. Verder wilde hij niet op persoonlijke details ingaan. Die zouden in de loop van zijn verhaal vanzelf boven komen drijven. Hij haalde een opgevouwen papier uit zijn binnenzak en legde het voor mij op tafel. Het was een fotokopie van een muziekpartituur 10


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.