Al wie haar kende, zal het beamen: niemand had het leven meer lief dan AnneCatherine Boes (1974-2016). Of het nu ging om familie, kennissen van aan de schoolpoort of de wereldwijde community
van
Up
With
People
waar ze deel van uitmaakte, Anne-Catherine
inspireerde
iedereen. Al van bij het begin weigerde ze om zich als
Anne -Catherine Boes
Dit is geen boek van een vrouw die kanker kreeg en stierf. Dit is een boek van een vrouw die na een tegenslag besluit om alles uit het leven te halen wat mogelijk is.
slachtoffer van haar ziekte op
Anne -Catherine Boes
Voorbij de angst
te stellen. Haar credo was dat
A
nne-Catherine Boes was 32 jaar toen ze te horen kreeg dat ze ongeneeslijk ziek was. Een jonge vrouw, moeder van twee kleine kinderen. Samen met haar familie en artsen zette ze alles op alles om te genezen, haar leven stond gedurende een jaar volledig in functie van het verslaan van (borst)kanker. Dat leek in eerste instantie ook te lukken, en Anne-Catherine pikte de draad van haar leven opnieuw op.
verantwoordelijkheid dragen van ons eigen lot. Je maakt dus maar beter het beste van het leven dat je gegeven wordt.
Toen de kanker echter terugsloeg, gooide Anne-Catherine het over een totaal andere boeg. In plaats van haar ziekte opnieuw te ondergaan, nam ze het heft resoluut in eigen handen. Wat ze al begonnen was tijdens het jaar van haar behandeling, zet ze nu verder: een persoonlijke zoektocht naar manieren om haar lichaam en geest te leren zichzelf te beschermen en zo haar ziekte te verslaan. In de jaren die volgden, las Anne-Catherine honderden boeken, volgde ze talloze workshops en cursussen, en correspondeerde ze wereldwijd met artsen, professoren en spirituele leiders.
ISBN 978-90-8249-158-6
Haar ervaringen schreef ze neer in een manuscript van meer dan vijfhonderd bladzijden. Dit boek is daar de neerslag van, met zorg samengesteld door AnneCatherines familie en haar eindredactrice. Het boek houdt elk van ons een spiegel voor: neem je lot in eigen handen, leef je leven voluit en geniet van elke dag.
9
789082 491586
Voorbij de angst
we uiteindelijk allemaal de
Hoe ik leerde om elke dag van het leven te genieten
Voorbij de angst
Anne -Catherine Boes
Voorbij de angst Hoe ik leerde om elke dag van het leven te genieten
Inhoudstafel 1974-2007 De jonge jaren — 12 Hoofdstuk 1: Ik heb kanker. Help, wat nu? — 30
2008 Een rollercoaster aan emoties — 44 Hoofdstuk 2: Een gezonde geest in een gezond lichaam — 70
2009-2010 Een nieuw begin — 88 Hoofdstuk 3: De Wet van de Aantrekking — 104
2011-2012 Een steun voor anderen — 118 Hoofdstuk 4: Liefde en zelfacceptatie — 144
2013-2014 Een keiharde confrontatie — 156 Hoofdstuk 5: Naar een bewustere geest — 176
2015 Een slechte start — 190 Hoofdstuk 6: De kracht van je gedachte — 208
2016 Voorbij de angst — 222 Epiloog: Two babies — 226 Dankwoord — 228 Bibliografie — 234 Een woordje uitleg — 236
5
Voorwoord
Dit boek is er voor jou, beste lezer Voorbij de angst beschrijft de jarenlange zoektocht die ik ondernam op zoek naar antwoorden en vooral, naar een oplossing voor mijn ‘probleem’, mijn ziekte. Het werd een reis vol inspirerende ontmoetingen, transformerende inzichten, leren uit mijn fouten, vallen, opstaan, het stof van mijn knieën slaan en opnieuw verder gaan. Een goede vriend van me zei me aan het begin van mijn zoektocht dat ik eerst de wereld moest afreizen voor ik zou ontdekken dat de antwoorden bij mezelf lagen. Zijn enige boodschap was toen:
‘Do anything that makes you ‘feel good’.’ Nu pas begrijp ik wat hij daarmee bedoelde.
Meer dan acht jaar, honderden boeken, tientallen therapeuten, geneeswijzen, geneesmiddelen en ettelijke, elkaar tegensprekende meningen later besef ik dat alleen ik de schepper ben van mijn eigen leven.
Voorwoord
Ik startte mijn reis immers op zoek naar een extern ‘wondermiddel’, in de hoop dat het me zou genezen. Via bewustwording zou die externe reis een interne reis worden, om uiteindelijk dichter bij mijn authentieke zelf te komen, waar ik ten slotte de antwoorden vond.
En dat geldt voor iedereen, in elke situatie. 7
Vertrekkend vanuit hoop, omdat hoop doet leven, letterlijk. De hoop om je droom te kunnen verwezenlijken, geeft je de kracht om in actie te komen. Want zelfs als hoop inhoudt dat er ook een mogelijkheid bestaat dat je wens niet zou uitkomen, focus je toch vooral op dat deel dat zegt dat iets wél werkelijkheid kan worden. Als je er maar voldoende in gelooft, en er de juiste houding, overtuigingen, gedachten, woorden, gevoelens en acties aan koppelt, kom je gegarandeerd tot succes. Je eigen succes. Het behalen van je doel. Het realiseren van je droom, wat die ook moge zijn.
Want als je het je kan inbeelden, kan je het ook verwezenlijken. Niets is onmogelijk. In het Engels zegt het woord ‘Impossible’ het zelf: ‘I’m possible’. We leven in een wereld van mogelijkheden, en als we er in slagen om ‘out of the box’ te denken, om oude overtuigingen en vastgeroeste denkpatronen te doorbreken, dan kunnen we inderdaad het zogezegde ‘onmogelijke’ bereiken. Gebruik de inzichten die ik opdeed en neerschreef, en leef jouw droom. Anne-Catherine
8
Ten geleide Hoewel we als ouders al lang op de hoogte waren van Anne-Catherines plannen om een boek uit te brengen, smaakt het bitterzoet om dit boek ook effectief de wereld in te sturen. Bitter omdat zij dit zelf niet meer kan doen, maar tegelijk verheugd en trots omdat we Anne-Catherines stem, haar spirit en haar levenslust voelen in elke bladzijde die we omslaan. Wat wij vooral willen bereiken , is onze dochter via dit boek de stem geven die ze verdient. De research die ze gedurende acht jaar deed, de honderden boeken die ze las, de vele artsen en therapeuten – dichtbij en ver weg – die ze contacteerde en aan wie ze kritische vragen stelde… Allemaal met één doel voor ogen: anderen helpen, informeren en motiveren. Bovenal wilde Anne-Catherine er voor zorgen dat anderen in haar situatie – of in gelijkaardige situaties van tegenslag of teleurstelling – sneller toegang hadden tot bruikbare en begrijpbare informatie. Met haar boek wilde ze mensen de kans geven om te leren van haar eigen evolutie als mens en als patiënt, zodat iedereen zo snel mogelijk een behandeling op maat vond en kreeg. Anne-Catherine wilde mensen optimisme en hoop bieden, want zoals ze zelf altijd zei, ‘begin met hoop. Laat je niet wijsmaken dat het ‘valse hoop’ zou zijn. Immers, hoop voor de toekomst geeft kracht in het heden. Laat je niet inpalmen door de overtuiging van anderen... jouw realiteit maak je zelf!’
Yannick en Veva
Ten geleide
We zijn bijzonder trots op onze dochter en op wat ze bereikt heeft,
11
1974 – 2007
De jonge jaren Mijn verhaal begint op 6 januari 1974. Op die dag werd ik de dochter van Yannick en Veva, en kleine zus van Laurent. Ik groeide in Alken op, bij een liefdevolle mama die voor ons thuisbleef en een papa die een sociale job vervulde bij de Brouwerij van Alken.
Ik ben altijd al een mama’s kindje geweest, maar zeker toen ik een klein meisje was.
Het jaar daarop verschuilde dat ontluikende vlindertje zich echter snel opnieuw in haar cocon… ik ging immers op internaat. Naar Brugge dan nog wel! Discussie was niet mogelijk, de hele familie was daar naar school gegaan, ik dus ook. Een jaar lang heb ik gehuild. Vanaf zondagmiddag – toen de eerste kriebels van de dichterbijkomende maandagmorgen zich manifesteerden – tot de vrijdagnamiddag, wanneer we ons klaarmaakten om met de bus terug naar huis te rijden.
De jonge jaren
Ik had wel vriendinnetjes, maar liever dan naar school te gaan, bleef ik gewoon thuis, en speelde daar in mijn eentje. Pas in het laatste jaar van de lagere school kwam daar stilaan verandering in. Ik ontdekte namelijk de jongens… Vanaf dat moment was ik elke dag stipt om 8u op school, en hing met mijn vriendinnen rond aan de schoolpoort, om de jongens daar te zien passeren. Dat laatste jaar was er dus eentje van voorzichtige zelfontplooiing, ik maakte ook een vriendin voor het leven, Liesbet, en kreeg voor de eerste keer vlinders in de buik, van David, die ook een vriend voor het leven is gebleken.
13
Mijn eerste jaar, in de ‘Baby Palace’, was verre van eenvoudig. Ik werd geplaagd omdat ik veel huilde, omwille van het feit dat ik toch wat naïef was in vergelijking met veel klasgenoten en natuurlijk… omdat ik uit ‘de Limburg’ kwam. Ook thuis ging het niet veel beter; aangezien ik zoveel weende, was ik voor mijn broer en andere familieleden dat ‘ambetant prutske’ dat altijd weende, en dat dus zoveel mogelijk diende te worden gemeden. Gelukkig ging het vanaf het tweede middelbaar beter. We verhuisden naar het echte ‘College’, waar in elke klas toch minstens één knappe jongen rondliep. De cocon ontpopte zich langzamerhand opnieuw tot een geïnteresseerde vlinder. De vijf jaren die daarop volgden, beleefde ik ontzettend veel plezier. Ik had geen moeite met de studies, had geen zorgen en was bijzonder gelukkig. We hadden eindeloos veel mogelijkheden op school, zowel op intellectueel als op sportief vlak: tennisvelden, voetbalvelden, een vuile vijver waarin we mochten zwemmen, een sporthal en een bos. We deden dus veel aan sport en leefden zeer gezond. Zelf was ik in volle ontdekking (lees: puberteit) en genoot daar met volle teugen van. Ik maakte ook een geweldige vriendin, Alexandra, die mijn rots in de branding werd en met wie ik als jonge puber heel wat ‘stoten’ heb uitgehaald. Soms tot grote ergernis van de paters. Ik herinner me één incident waar mijn broer Laurent is moeten gaan onderhandelen met Pater Stany – die later mijn huwelijk zou inzegenen – omwille van een verkeerd begrepen jongemeisjesgrap.
Around the world… met Up with People In 1992 behaalde ik met glans mijn diploma van de Humaniora, en was ik klaar voor de langverwachte reis van mijn leven… Een reis die als een rode draad door de rest van mijn leven zou lopen: Up with People. De banden tussen de organisatie en mijn familie bestonden al lang: mijn papa was al jaren voorzitter van de raad van bestuur van UWP Belgium, en mijn eerste show heb ik ‘beleefd’ toen ik nog geborgen in mijn moeders buik zat. Het was dus een evidentie dat Up with People ook in mijn leven een belangrijke rol zou gaan spelen.
14
In juli 1992 vertrok ik met (zware) pak en zak naar de Verenigde Staten, meer bepaald naar Tucson, Arizona, voor een opleiding van vijf weken, samen met vijfhonderd studenten uit de hele wereld. Wat een ontdekking! Na de opleiding werden we in drie verschillende casts ingedeeld. Ik belandde in cast B92 en kreeg de bijnaam ‘Bibi’ – mijn naam was immers onuitspreekbaar voor Amerikanen en heel wat andere nationaliteiten. Toen begon een reis dwars door Amerika, die ons in november ook naar Europa bracht, waar we zelfs zouden optreden in Genk! Beschrijven wat dat jaar voor mij heeft betekend, is onbegonnen werk. Volgende herinneringen geven je echter wel een idee van de fantastische rollercoaster waar ik me op bevond:
We draaiden ‘crèmekes’ in The Body Shop
voor n e n i e l p l e e p s We bouwden kinderen wees
Ik flipte ham in een Zweedbsuergers MacDonal ds
soep n e d r e ve We seraklozen in de aan d up Kitchen So Ik voerde een telefoongesprek met een doofstomme
De jonge jaren
Ik beleefde er mijn allereerste grote (g eheime) liefde
Ik sp eelde volleybal met criminelen in een maximum securitygevangenis
15
We hebb en bomen voor het goede dgoeep lant l
We hebb en koeaiennada gecastreerd in C
We lieten senioren in een rusthuis dansen
de n e r u d e g n e p e We sli chtig verschillende ooit vast in ten za e W a t sneeuwstorm dat jaar eidnden, van tachtig b milies a f e d n e l l i h c vers erlei culturen, van all den, kleuren en We deden een zwaar We zijn op de Canadese achtergronacht verschillende gehandicapte en verlamde televisie geïnterviewd religies, in landen. jongen – die nooit enige expressie toonde – glimlachen We hebb en in totaal 105 We zijn op de ‘Rythm of the World’thee geweest bij We zagen de zon gevoerd op de meest op s ow sh indianen én terug opkomenondergaan teenlop ende plaatsen, ui rivier in Cana aan een n de kleinste lokale va chiezaal over een een Labatt’s I da, met ro pa ene hand en een kce in de um tussen de rotsen di po ngen tot de meest Canadees in d napp e sla de en e andere prestigieuze theaters 16
Ik heb dat jaar enorm veel geleerd. Ik leerde dat je als individu een verschil kan maken in de wereld, dat respect de basis vormt van elk contact met mensen, dat je ervoor moet gaan in het leven, dat het leven niet altijd eerlijk is, maar dat je er toch het beste uit moet halen, dat je moet genieten van elke dag. Een vriendin verwoordde dat heel mooi: ‘Enjoy every day to the fullest, as you can only live it once’.
En dan… terug naar huis Na een jaar vol ervaringen – uiteraard ook enkele ontgoochelingen, maar vooral veel plezier – was ik klaar om terug naar huis te gaan. Ik had grootse plannen voor de toekomst. Ik zou voor The Body Shop gaan werken, of journaliste worden, of werken voor advocaten zonder grenzen. En als ik kinderen had, zou ik minstens drie jaar thuisblijven voor hen, en nadien, als ze naar school zouden gaan, mij terug inzetten voor een goed doel, of een boekenwinkel annex koffieshop openen.
Het werd een rampjaar. Bij Up with People had men ons gewaarschuwd dat we een ‘tegenschok’ zouden ervaren eens we terug thuis zouden zijn. En jawel, die tegenschok heb ik aan den lijve mogen ervaren: ik voelde me onbegrepen door iedereen, verstikte in dat ‘enge’ studentenleven, en was compleet in de war. Van studeren kwam niet veel in huis. Gevolg: in juni behaalde ik een grandioze tweede zit. Ik voelde me niet gelukkig en wist dat ik daar iets aan moest doen. Ik wou naar Leuven, en zou er Rechten studeren.
De jonge jaren
Helaas maakte ik eenmaal thuis een verkeerde keuze. Ik was zo blij terug thuis te zijn, dat ik ook dicht bij huis wilde studeren. Mijn keuze viel op het LUC in Diepenbeek. Welke studie maakte weinig uit… veel boeiends was er niet, dus koos ik voor T.E.W. Ik met mijn Latijn-Griekse achtergrond, die absoluut geen wiskundeknobbel was. Maar dat leek op dat moment van bijkomstig belang… als ik maar thuis kon zijn. Ik ontmoette ook mijn toenmalig vriendje, en wilde per se op kot. In Diepenbeek, op amper vijftien kilometer van huis…
17
Ik hoorde van anderen dat indien ik Diepenbeek niet aankon, ik het zeker niet zou halen in Leuven. Maar dat werkte op mij als een rode lap op een stier: ik zou nogal eens laten zien wat Bibi allemaal kon!
Ik schreef me in, vond eind september een kot en ging op ontdekking. Een ontdekking die vijf jaar zou duren… Een heerlijke tijd was dat! Het vlindertje kon opnieuw vrij vliegen, en verkende de wereld van het studentenleven. Na een eerste zit in mijn eerste jaar dacht ik dat ook de rest van mijn studies een fluitje van een cent zouden worden. Niets was echter minder waar, mijn vrolijke levensstijl verhinderde de volgende drie jaar een succesvolle eerste zit. In mijn laatste jaar waarschuwde mijn oma me dat ik met vuur aan het spelen was. Dat ze me toch zo graag onderscheiding zou zien halen... al was het om haar een plezier te doen. En eigenlijk wilde ik zelf toch ook graag mijn naam horen op de officiële proclamatie, in aanwezigheid van mijn hele familie. Ik wist ook dat mijn papa er enorm naar uitkeek, natuurlijk wilde ik hem trots maken. En jawel, in juni 1999 was ik geslaagd, mét onderscheiding! Na mijn afstuderen genoot ik met volle teugen van twee maanden vakantie. Ik bezocht vrienden, ging op reis, en genoot. The sky was the limit, de wereld lag voor mij open.
Ik kon voor mijn baliestage aan de slag bij het grootste advocatenkantoor van Hasselt. Een sterk begin, maar na een jaar voelde ik me er niet meer zo goed in mijn vel, en ik ging op zoek naar iets anders. Ik vond een kleiner kantoor in Tongeren, onder het patronaat van een fantastische man die mij ontzettend veel geleerd heeft, en die ik altijd ben bijven koesteren.
De jonge jaren
Verliefd – verloofd – getrouwd – gezin
19
In diezelfde periode leerde ik op een galabal mijn latere echtgenoot Tom kennen. Van het een kwam het ander, we werden een koppel. We gingen samenwonen in een gezellig appartementje in Worm, verloofden ons, en trouwden uiteindelijk op 10 augustus 2002. Ik was helemaal klaar voor kinderen, en die lieten ook niet lang op zich wachten. Amper vijf maanden na ons huwelijk – op mijn verjaardag! – bleek een zwangerschapstest positief… ik was zwanger! Toen op 20 augustus 2003 onze eerste zoon Maxime geboren werd, zweefde ik op een heerlijke roze wolk. Mijn geluk kon niet op, en ik was van plan om thuis te blijven om voor de kinderen te zorgen. De realiteit bleek echter minder rooskleurig. Een jong gezin draaiende houden op één inkomen was namelijk financieel onhoudbaar. Er zat dus niets anders op dan zelf ook opnieuw aan het werk te gaan. Ik stond er niet lang bij stil, en aanvaardde – dat dacht ik toch – de situatie. Maxime was een heerlijke baby, maar een slechte slaper. Toen ik hem na amper drie maanden bij de onthaalmoeder moest achterlaten om zelf opnieuw te gaan werken, voelde ik me dan ook verscheurd. Hij was moe, ik was moe, en elke ochtend als ik hem afzette, vloeiden de tranen.
Mijn hart brak. Dit was niet wat ik voor ogen had gehad. Ik wilde zelf voor mijn kind zorgen, en had altijd gezworen mijn kinderen nooit naar een crèche of onthaalmoeder te brengen. Dat was mijn persoonlijke overtuiging, en daar leefde ik nu regelrecht tegenin… Niet alleen had ik het gevoel mijn kind achter te laten, ik genoot daarenboven ook niet van mijn werk. Ik tuurde bijna de hele dag naar de klok om te zien hoeveel uren ik nog te (onder)gaan had.
20
Sneller dan verwacht was ik opnieuw zwanger. Ik was gelukkig, maar toch niet overtuigd. Kon ik dit wel aan… was ik er wel klaar voor? Mijn ongelukkige gemoedstoestand zorgde uiteraard ook voor spanningen binnen ons huwelijk, en we besloten om tegen de geboorte van ons tweede kindje een oplossing te zoeken voor de onthaalmoeder. Die vonden we in de persoon van ‘Kia’, onze fantastische toenmalige poetsvrouw. Zelf een moeder van drie pubers en met een moeilijke thuissituatie, stelde zij voor om bij ons thuis voor de kinderen te zorgen. Een geschenk uit de hemel, want Maxime adoreerde haar, en op die manier kon ik met een gerust gemoed opnieuw aan de slag. Op 11 november 2004 kwam onze tweede zoon Louis ter wereld. Ik genoot met volle teugen, het voelde perfect aan, ons gezinnetje was volledig.
Die eeuwige vermoeidheid…
Tien dagen na de geboorte van Louis moest Maxime het ziekenhuis in voor het Rota-virus. Op zich geen drama, ware het niet dat ik borstvoeding gaf aan Louis, en dus niet continu bij Maxime kon blijven. Ik wisselde af met mijn man, ging logeren bij mijn fantastische oma (die naast het ziekenhuis woont), en pendelde heen en weer tussen Louis bij mijn oma en Maxime in het ziekenhuis, en dit verschillende keren per dag. In februari 2005 moest ik opnieuw aan het werk, en opnieuw op het moment dat Louis nog maar net begon door te slapen. Kort daarna diende Maxime opnieuw in het ziekenhuis opgenomen te worden, weer voor hetzelfde Rotavirus. Ook mijn eigen immuunsysteem begon te staken. Ik werd steeds opnieuw ziek, en ook Louis raakte besmet. Het pendelen tussen huis en ziekenhuis kon opnieuw beginnen. Op het moment dat Maxime naar huis mocht, liet de huisdokter bovendien zowel mezelf als Louis opnemen in het ziekenhuis, waar we samen aan de baxter hingen, gelukkig in dezelfde kamer. Toen ik vroeg aan de dokter of dat wel normaal was, om als volwassene zo geveld te worden door een simpel virus, vertelde hij me dat ik me met wat zon en vitaminen wel snel beter zou voelen… een dag later mocht ik gewoon terug naar huis.
De jonge jaren
Dat jaar doemden echter de eerste donderwolken op.
21
Schilderij: Anne-Catherine
Intussen raasde het dagelijkse leven gewoon verder. Zoals zoveel vrouwen holde ik van hot naar her en stond naast het werk op kantoor in Hasselt ook in voor de kinderen, het huishouden, het eten, de boodschappen,…
Ik zat meer thuis dan ik aan het werk was, en mijn werkgever liet me weten dat hij op zoek ging naar een vervanger. Extra stress erbij dus, want nu moest ik ook nog eens op zoek naar een nieuwe job! Terwijl ik eigenlijk moest rusten, verstuurde ik sollicitatiebrieven en bezocht ik artsen. Nergens kreeg ik sluitende antwoorden. Ik zag opnieuw geen uitweg meer. Van al mijn hobby’s oefende ik er geen een meer uit: reizen, dansen, film, fotografie, koken... Mijn leven gleed aan mij voorbij. Alsof al die ellende nog niet voldoende was, besloot de controlerende geneesheer van mijn verzekering ‘vervangingsinkomen’ dat het na een paar maanden welletjes was geweest, en dat ik best wel terug aan het werk kon. Alweer stress. Maar ook woede deze keer, voor al het ‘onrecht’ dat mij werd aangedaan! Hoe zouden we nu rondkomen? Tegen het einde van de maand was ik meer dan eens in paniek.
De jonge jaren
Daarnaast wilde ik mijn sociaal leven niet verwaarlozen, en legde ik mezelf ook nog eens een (veel te) hoge standaard op. Ik zag door de bomen het bos niet meer, en vroeg me af hoe al die andere vrouwen dat gedaan kregen. Samen met de kinderen doorliep ik bovendien elk mogelijk virus dat de kop opstak, en raakte uiteindelijk zo verzwakt dat ik er de zona bovenop kreeg. Daarnaast had ik vaak last van een ijl gevoel in mijn hoofd, zonder echt aanwijsbare oorzaak. Een uitgebreid medisch onderzoek bracht aan het licht dat ik leed aan klierkoorts, maar dat verklaarde nog niet het ijle gevoel… De volgende maanden liep ik van de ene dokter naar de andere, liet acupunctuur doen – mét infiltratie in het hoofd –, voetreflexologie (hhmmm, heerlijk) en ook kinesitherapie voor een eveneens onverklaarbare pijn in mijn rechterschouder.
23
Gelukkig waren er ook enkele meevallers. Ik vond een confrater uit Tongeren voor wie ik besluiten kon schrijven van thuis uit. Zo begon ik in januari 2006 langzaam aan opnieuw te werken. Hoewel het stilaan beter begon te gaan, bleven de financiële zorgen. Zowel Tom als ikzelf moesten door het veranderen van job telkens onderaan de financiële ladder beginnen. Ik bleef piekeren, vooral over het feit dat we niet in staat waren te sparen, en dus aan onze toekomst te werken. Vaak moesten we leuke uitjes overslaan, omdat we het ons niet konden veroorloven. We gingen niet op vakantie, en dikwijls kon ik zelfs geen nieuwe kleren kopen voor de kinderen. Gelukkig sprongen zowel mijn mama als schoonmama op die momenten bij. In juli 2006 verhuisden we naar een groter huurhuis met een tuin in Attenhoven, bij Landen, op slechts zeven kilometer afstand van mijn ouders. De kinderen liepen school in Montenaken, het dorp waar ook mijn ouders woonden, op wiens hulp ik (nog meer) kon rekenen.
Mijn gezondheid bleef me echter parten spelen. Ik wist dat ik niet goed bezig was en ergens diep vanbinnen voelde ik dat dit niet goed ging aflopen... In oktober van dat jaar liet ik, omwille van een aanhoudende pijn in mijn rechterschouder, een speciale test doen van het zenuwstelsel. Bleek dat mijn zenuwstelsel overprikkeld was, waardoor ik sneller pijn ervaar dan iemand anders, veroorzaakt door een tekort aan magnesium. Met een voorschrift voor Promagnor op zak hoopte ik dat dit eindelijk dé oplossing was voor al mijn gezondheidsproblemen. Het jaar kabbelde verder. Intussen ging ook Louis naar school, de opdracht van Marie was dan ook ten einde, ik voelde het hooi terug groeien op mijn vork. Het huishouden, de kinderen, het eten stonden mij telkens opnieuw te wachten als ik thuis kwam. Ik had dus nog steeds niet veel tijd voor mezelf, maar probeerde toch af en toe af te spreken met vriendinnen, te gaan sporten, of eens een avondje uit te organiseren met Tom.
24
Ondanks de druk en de vermoeidheid voelde ik me gelukkig, en dacht ik dat we eindelijk het licht aan het einde van de tunnel zagen.
Een vreemde zwelling Tot ik op een maandag in november 2007 op kantoor conclusies zat te schrijven. Terwijl ik aan het nadenken was, wreef ik met mijn hand over mijn hals en schouder en voelde plots een harde zwelling. Noem het een voorgevoel, maar ik belde onmiddellijk mijn huisarts, en mocht nog die avond bij hem langsgaan. Toen hij me onderzocht, zag ik aan zijn gezicht dat hij er niet gerust in was. Geen normale plaats voor een klierinfectie, vond hij. Voor alle zekerheid stuurde hij me door naar de radioloog voor een foto en een echografie van de halsstreek. ‘s Anderendaags nam de radioloog de echo, hij vermoedde dat het toch om een klierinfectie ging. Hij stelde me gerust en stuurde me terug naar de huisarts, die me antibiotica zou voorschrijven. De huisarts nam toch nog mijn bloed, hij vertrouwde het niet helemaal. Na een week belde hij om te melden dat er niets vreemds te zien was in mijn bloed. Toen ik hem echter zei dat de zwelling niet was afgenomen, vond hij het raadzaam om een biopsie te laten nemen, en stuurde me door naar een algemene chirurg. Na een NMR-scan werd duidelijk dat het om een ‘verdachte’ zwelling ging in de vetmassa onder de spier aan het sleutelbeen. Maandagavond zou er een biopsie genomen worden.
Op maandag 4 december om 17u liet ik een punctie doen, de resultaten zouden na een dag of twee bekend zijn. Mijn oom Simon, gynaecoloog verbonden aan het Virga Jesseziekenhuis, mocht echter sneller naar het laboratium bellen, zodat we de resultaten misschien al ‘s anderendaags zouden kennen. Ik herinner me nog dat ik in de auto op weg naar huis zei aan mijn mama dat ik hoopte dat
De jonge jaren
Tijdens het weekend dacht ik niet veel aan de biopsie en de mogelijke resultaten ervan. Het was Sinterklaasweekend, de kinderen waren door het dolle heen en eisten al onze aandacht op.
25
Foto: Anne-Catherine
het niet al te ernstig zou zijn, maar misschien ernstig genoeg dat ik een maand zou moeten rusten… wat zou dat heerlijk zijn!
Borstkanker. Wat nu? De volgende dag kreeg ik kort na de middag telefoon van mijn mama op kantoor op. Oom Simon had al gebeld. Toen wist ik het eigenlijk al, maar toch vroeg ik verder.
De resultaten waren niet goed. Er waren kankercellen gevonden.
Eenmaal thuis zette ik me in de zetel om te bekomen en te wachten op Tom. Toen hij binnenkwam, pakten we elkaar vast alsof we de laatste mensen op aarde waren. In de auto onderweg naar het ziekenhuis zeiden we niet veel, maar mijn gedachten stonden geen seconde stil: wat nu, wat met de kinderen, hoe zal ik eraan toe zijn achteraf, waarom ik? De ernst van de ziekte begon door te sijpelen.
De jonge jaren
Er stond al een mammografie gepland voor 16u die namiddag. Mijn ouders belden vanop de parking van het kantoor. Ik snelde naar buiten, de tranen in mijn ogen. Daar stonden ze, mijn mama en papa, en zagen eruit zoals ik me voelde: alsof de bodem onder hen was weggeslagen. In de auto belde ik naar Tom. Hij bleef ogenschijnlijk opmerkelijk kalm, we spraken af dat hij ons zou ontmoeten bij ons thuis, vooraleer we naar het ziekenhuis zouden vertrekken. Na het telefoontje naar hem barstte ik in tranen uit, begon luidop te panikeren. ‘Ik ga niet meer voor de kinderen kunnen zorgen, ik ga ze niet meer veel kunnen zien.’ Maar mama, mijn geweldige mama, antwoordde daarop resoluut: ‘Maak je geen zorgen, we slaan ons hier wel door. We verslaan dit wel. En je gaat de kinderen altijd veel blijven zien.’ De strijderstoon was gezet. We zouden dit samen te boven komen.
27
Vanaf dat moment ging alles razendsnel. Ik werd opgenomen en werd medisch volledig binnenstebuiten gekeerd; oom Simon had op basis van een eerste onderzoek de diagnose gesteld van borstkanker, maar een mammografie en een biopsie van een zwelling in de borst moesten daar uitsluitsel over geven. Daarnaast wilde men meteen ook achterhalen of en welke uitzaaiingen er waren, waar eventueel allemaal tumoren zaten… Er werd een plan van aanpak opgesteld, ik kreeg uitleg over de vermoedelijke gang van zaken: chemotherapie, bestraling, operatie, amputatie, haaruitval. En ik was nu net aan het sparen voor lang haar! Ik barstte in tranen uit, Tom pakte me vast, en Simon gaf ons de tijd om te bekomen. Op donderdag mocht ik terug naar de praktijk van Simon, waar ik met Dr. G. Orye – een gynaecoloog verbonden aan de borstkliniek – uitleg zou krijgen over de hele behandeling: chemo, eventueel een operatie, radiotherapie, amputatie van de borst... Ik kreeg alle mogelijkheden voorgeschoteld, maar bij die laatste was het eerste wat mij binnenschoot, ‘mijn borst gaat nergens naartoe!’. Alles zou echter afhangen van de chemobehandeling, die onder leiding van oncoloog dr. J. Mebis zou gebeuren. Ik mocht nadien doorgaan naar de borstverpleegkundige voor alle uitleg omtrent de mogelijke nevenverschijnselen. Zij legde mij uit dat de chemo uiteraard alle kankercellen ging aanvallen, maar ook de witte (goede) bloedcellen. Het lichaam zou die witte bloedcellen weer aanmaken, maar dat vergde brandstof, waardoor ik zeer vermoeid zou zijn. Ik maakte toen al voor mezelf uit dat ik mijn voeding zou aanpassen. Volgens mijn bescheiden gezond verstand was die brandstof toch wel degelijk onze voeding.
Die donderdag schreef ik meteen een mail naar al mijn vrienden, ik wist dat ik deze weg niet alleen wou noch kon bewandelen, en dat ik alle steun zou nodig hebben.
28
Ik kreeg veel reacties, vooral van ongeloof en ongerustheid. Tegelijk besefte ik dat ik fantastische vrienden had, die me allen hun hulp aanboden, en waar ik altijd op zou kunnen rekenen. Die nacht kropen Tom en ik dicht tegen elkaar aan, en lieten onze tranen de vrije loop... Ik had schrik van het onzekere, wilde niet aan die ziekte sterven… Tom verzekerde me dat dit niet zou gebeuren. Vrijdag kreeg ik bezoek van een bevriende confrater, die mij haar discman kwam lenen om de dagen in het ziekenhuis wat aangenamer door te komen. Ook en vooral bracht ze me echter het boek van de Franse dokter David Servan-Schreiber, Anticancer, prévenir et lutter grâce à nos défenses naturelles. Een boek dat ik op geen tijd verslonden heb. Ik nam me voor om enkel positieve boeken te lezen, en enkel naar positief ingestelde mensen te luisteren. Zelf sprak ik erover alsof het iemand anders overkwam, een derde persoon waarvoor ik zou zorgen, en die er zeker en vast bovenop zou geraken.
De jonge jaren
Aan de kinderen vertelden we dat mama ziek was en dus enkele dagen naar het ziekenhuis moest. ‘Ziekenhuis’ was een begrip dat ze kenden, aangezien ze er zelf ook al hadden gelegen. We wilden hen niet onnodig belasten met begrippen die ze nog niet kenden, ze waren immers nog maar drie en vier jaar oud. De school van de kinderen hebben we zo snel mogelijk ingelicht, en zowel de directrice als de juffen van Maxime en Louis hebben ons fantastisch gesteund. Ze verzekerden me dat ze onze kinderen zouden bijstaan en troosten indien ze dat nodig hadden, en dat we altijd op hen konden rekenen... Dat was een ongelooflijke geruststelling en steun voor mij, te weten dat mijn kinderen op school werden opgevangen door mensen met een warm hart.
29
Hoofdstuk 1 Ik heb kanker. Help, wat nu? Het etiket ‘kanker’ – het einde van de wereld? Vanaf het ogenblik dat ik de diagnose ‘borstkanker’ kreeg opgekleefd, werd ik voornamelijk geconfronteerd met negatieve reacties en angstige houdingen van anderen. Hoewel ikzelf probeerde positief te blijven en de situatie te relativeren waar mogelijk, bleek het verwachtingspatroon van de maatschappij lichtelijk anders. Wanneer je kanker hebt, hoor je ziek in je bed te liggen. Mensen schrokken dan ook wanneer ze me ‘gezond en wel’ zagen rondlopen, of mijn opgewekte stem hoorden aan de telefoon. Het woord ‘kanker’ boezemt angst in, en iedereen probeert het angstvallig ver van zijn bed te houden. Maar zo werkt het niet. Iedere familie krijgt in de toekomst rechtstreeks met kanker te maken. We kunnen dan toch niet allemaal met gebogen schouders en angst door het leven blijven gaan? Positief zijn en blijven is de boodschap, en dat is geen ‘mission impossible’. Na mijn diagnose nam ik dus een vechtershouding aan, en ging op zoek naar positieve boodschappen, positieve tips, en positief ingestelde mensen. De allerbelangrijkste impuls kwam natuurlijk van mijn kinderen. Zij hadden mij nodig, ik zou hen niet in de steek laten, no way, geen denken aan! Zij waren voor mij dé stimulans om het gevecht aan te gaan. Tegelijk wilde ik hen ook een boodschap meegeven: wanneer het eens wat slechter gaat, laat niet meteen de moed zakken.
30
1 Maxime en Louis zorgden echter zelf ook voor enorm veel positivisme: kinderen hebben namelijk de fantastische eigenschap dat ze zaken niet nodeloos dramatiseren. Omwille van het feit dat ze zeer directe vragen stellen en opmerkingen geven, hoef je voor hen nooit verstoppertje te spelen. Wanneer ze een eerlijk antwoord krijgen op hun vragen – uiteraard gekaderd binnen wat ze (kunnen) begrijpen en na zorgvuldige overweging – is de zaak voor hen opgelost en gaat het leven gewoon verder. Mijn kinderen hebben me door de jaren heen dan ook heel veel blijdschap en steeds opnieuw weer moed gegeven om ‘gewoon’ verder te leven. Naast het hanteren van een positieve ingesteldheid, wilde ik echter ook graag mijn ziekte begrijpen. Ik wilde achterhalen waarom ik ziek was geworden, om welke reden bij mij de tumor was ontstaan. Ik wilde mijn ‘vijand’ leren kennen om dan op een gerichte manier ten aanval te kunnen gaan. Ik redeneerde immers dat hoe meer ik wist van wat zich binnenin mijn lichaam afspeelde, hoe beter ik zelf zou kunnen meewerken aan mijn genezing. Daarbij wil ik heel duidelijk stellen dat de traditionele geneeskunde – chemotherapie, radiotherapie, operaties en nabehandeling – uiteraard van primordiaal belang is en blijft in het genezingsproces. Voor een geslaagde behandeling dien je bijgestaan te worden door een oncoloog waar je 200% vertrouwen in hebt. Vind je die niet bij een eerste opinie, ga dan verder op zoek naar een tweede, derde, vierde,… opinie. Je hebt een arts – of een team van artsen – nodig die jou en jouw specifieke kanker door en door kent, maar ook iemand die openstaat voor jouw vragen en onzekerheden, jouw wensen, verlangens en ideeën. Meermaals ben ik bestempeld als een ‘atypische patiënt’, omdat ik durfde tegen te spreken en ‘moeilijke’ vragen te stellen… Nochtans zou dat eerder de regel dan de uitzondering moeten zijn. Maar naast de passieve houding die het ‘ondergaan’ van een behandeling met zich meebrengt, kan je zelf ook actief meewerken aan je eigen herstel... en dat vond ik de beste motivatie die ik mij kon inbeelden, waardoor ik deels ook vrede kon nemen met mijn situatie. Want die was maar tijdelijk... Door je alleen maar te concentreren op de onaangename aspecten – en die zijn er uiteraard – of op de mogelijke nevenverschijnselen – en, ja, die zijn er ook – kan je jezelf onmogelijk een positieve houding aanmeten.
31
Schilderij: Anne-Catherine
1 En hoewel de traditionele geneeskunde daar nog niet – of toch veel te weinig – voor openstaat, ben ik heilig overtuigd van een multidisciplinaire aanpak van kanker. Immers, ‘geen enkele ziekte kan overleven in een lichaam met een gezonde geest’, en dat is een waarheid als een koe. Dat geldt niet alleen voor de uiteindelijke genezing, maar ook voor de eventuele nevenverschijnselen,... je kan die verzachten of zelfs wegwerken door erin te geloven en te werken aan een positieve houding en een gezonde levensstijl, waardoor je zelfs kanker kan voorkomen! Ik heb zeer veel boeken gelezen, heb heel wat informatie geanalyseerd, en ben tot het besef gekomen dat elke ziekte een oorzaak heeft en het vinden van die oorzaak is het begin van de genezing.
Dus, wat was kanker nu eigenlijk, en hoe kwam ik eraan? Ik leerde, wat ik niet wist, en velen waarschijnlijk met mij, dat ieder mens latente (passieve) kankercellen in zich draagt. Dat zijn gemuteerde cellen die riskeren dol te draaien als ze regelmatig worden aangevallen, waardoor ze worden gactiveerd – en dus bedreigend worden – en een tumor vormen. Daarbij is het ongelofelijk hoeveel verschillende oorzaken (aanvallen) er zijn. Stress, psychische (innerlijke) problemen, chemische en toxische stoffen, slechte voeding, virus, nicotine,... Elke kanker is dus anders, en elke kanker heeft ook een andere oorzaak. Veel van deze oorzaken hebben we echter zelf in de hand, of zouden we zelf in de hand kunnen hebben, indien we onze levensstijl wat zouden aanpassen. Voor velen blijkbaar een quasi-onmogelijkheid: ‘Als je met alles rekening moet houden waardoor je kanker zou kunnen krijgen, dan heb je geen leven meer.’ Pas wanneer je zelf geconfronteerd wordt met kanker, besef je hoe onnozel zo’n uitspraken zijn. Zeker wanneer je bedenkt dat – voor zover we nu weten – slechts 5 tot 8% van alle kankergevallen erfelijk bepaald is; de overige 90% wordt veroorzaakt door omgevingsfactoren. Het loont dus meer dan de moeite om je bezig te houden met een ‘gezonde levensstijl’…
33
Beginnen met gezonder te gaan eten is al een geweldige zet, en heeft bovendien niet alleen een preventieve en genezende werking bij kanker, maar ook bij duizenden-een andere aandoeningen. Misschien moet je daardoor misschien je eetgewoontes wel wat omgooien, maar het effect ervan is onmiddellijk voelbaar en heeft op lange termijn enkel positieve gevolgen.
Verder is het eigenlijk ook maar een kleine moeite om rekening te houden met milieufactoren: biovoeding eten, pesticiden vermijden, parabenen en aluminium vermijden in huishoudproducten. Ook dit vergt een kleine aanpassing in je leefgewoonten, maar opnieuw zijn de resultaten voor jezelf én voor het milieu alleen maar positief.
En dan is er nog ons innerlijk welzijn. Hoeveel mensen hebben niet het gevoel dat ze ‘geleefd worden’ in onze dagelijkse ratrace? Ook dat heb je grotendeels zelf in de hand... het is jouw leven, jij bepaalt wat je ermee doet. Krijg je negatieve stress van je werk, doe daar dan iets aan... je brengt immers het grootste deel van je dag op het werk door...
Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Maar wanneer je zoals ik dan toch in het schuitje van de ‘zieken’ terecht bent gekomen, heb je toch nog heel wat troeven zelf in de hand. Ook dan kan je je ‘levenswijze’ aanpassen en actief meewerken aan je genezing.
34
1 Antikanker – dr. David Servan-Schreiber In mijn zoektocht naar de oorzaak van mijn kanker, en de juiste wijze van behandeling, werd mij door een vriendin een boek gegeven van Dr. Servan-Schreiber, een Franse arts die zelf meer dan twintig jaar lang kankerpatiënt is geweest. Uiteindelijk is hij in 2011 overleden. In zijn boek Antikanker benadrukt hij dat, om kanker te voorkomen, het heel belangrijk is om zo gezond mogelijk te leven en om alle kankerverwekkende oorzaken te vermijden: • Fysisch is het belangrijk om te sporten en gezond (biologisch) te eten, en om pesticiden en nicotine te vermijden. • Psychisch is het van belang om alle stress te vermijden, innerlijke conflicten op te lossen, en gelukkig te zijn. Ook bij genezing zijn deze aspecten van groot belang, maar daarbij is de rol van je eigen innerlijke kracht onmisbaar en van groot belang. Zelf was ik er onmiddellijk van overtuigd dat een positieve houding, innerlijke rust en gezonde voeding mijn genezing alleen maar kon bevorderen, want geen enkele ziekte kan overleven in een lichaam met een gezonde geest. Hoe meer ik erover las, hoe duidelijker het mij dan ook werd dat lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Door het boek van dr. Servan-Schreiber werd ik op een bepaald spoor gezet, en vandaaruit kwam ik meer en meer sporen tegen, die allen in dezelfde richting wezen, namelijk dat het verzorgen van de geest minstens even belangrijk is als het verzorgen van het lichaam. Naast de aanpassing van mijn voeding ging ik dus op zoek naar een manier om mijn geest te verzorgen.
35
1 Biologie Totale Een tweede spoor in mijn zoektocht naar de oorzaak – en genezing – van mijn ziekte, bracht mij in aanraking met ‘Biologie Totale’. Ik werd erop gewezen door Pat Boes, een neef van mijn vader, die ook kankerpatiënt was. Hij was voor mij een lichtend voorbeeld en een steun en toeverlaat. Ook hier gaat men op zoek naar de oorzaak, de innerlijke reden waarom je ziek bent geworden. Wanneer die gevonden is, geeft men je een aantal figuurlijke ‘sleutels’ waarmee je zelf die innerlijke problemen kan oplossen, om zo je genezing mee in de hand te werken. De Biologie Totale omschrijft haar wetenschap als volgt: ‘elke ziekte, zonder enige uitzondering, wordt veroorzaakt door een traumatiserend psychologisch conflict, een ‘overstress’.’ Hierdoor zouden de verschillende symptomen – pijn, koorts, verlamming,... – tekenen zijn van het organisme dat op zoek is naar de overleving: aangezien het organisme niet in staat is om de psychische emotie te genezen, stuurt hij die stress door naar het lichaam. Het is dus het lichaam dat de stress te verduren krijgt. Indien we er dus in slagen om het achterliggend psychisch probeem op te lossen, zou de stressboodschap, die verstuurd werd door het brein, verdwijnen. Het lichaam zou dan geen stress meer dienen te verdragen, en niet meer ziek zijn. Volgens deze leer zouden er geen ‘ongeneeslijke’ ziektes zijn, enkel zieken die er tijdelijk niet in slagen om hun innerlijke genezingskrachten te bereiken. Ik had dus deels mijn eigen genezig in de hand! Nu alleen nog mijn onderliggend psychisch probleem proberen te achterhalen. Daarvoor maakte ik al op vrijdag 28 december 2007 een afspraak met een Luikse therapeute van de leer, Joëlle. Vooraleer we van start konden gaan, diende ze een aantal medische aspecten te weten, namelijk over welk type kanker we het hadden, waar de tumor(en) gelegen was (waren), hoe groot de tumor was, of er uitzaaiingen waren,…? Ik vertelde haar dan ook dat ik een invasief, matig gedifferentieerd ductaal carcinoom had ter hoogte van de rechterborst, met uitzaaiingen in de (oksel)
37
klieren. Daarop zei ze onmiddellijk dat ik sowieso al op de goede weg was. Blijkbaar had ik reeds diepere psychische wonden – onzichtbaar voor de klassieke geneeskunde – die door de kankercellen werden opgevuld (te vergelijken met een soort acné). Het betekende dat ik langzaam maar zeker al een oplossing aan het vinden was voor mijn problemen. Maar wat waren mijn problemen dan precies? De oorzaken die ze mij aangaf, zaten er effectief pal op. Het kwam erop neer dat ik veel te veel hooi op mijn vork had genomen, en geen uitweg meer zag. Ik had mezelf volledig leeggehaald. Het was dus nu een kwestie van een manier te vinden om die innerlijke conflicten op te lossen. Tijdens een volgende sessie reikte Joëlle me een aantal sleutels of inzichten aan om mijn problemen op te lossen. Ze leerde me op een andere manier naar bepaalde situaties te kijken, om zo bepaalde frustaties te kunnen loslaten en mijn innerlijke ‘stress’ weg te werken. Ze leerde me ook dat indien er mij iets niet aanstond, ik er een oplossing voor moest vinden, in plaats van ermee te blijven zitten. Toen ik alles rustig liet bezinken, besefte ik dat ik alles wat Joëlle me had verteld, eigenlijk zelf al wist. Ik wist immers al dat ik niet goed bezig was, dat ik ongelukkig was, en, in tegenstelling tot mijn onbezorgde jeugd, alleen maar zorgen had, en bijna continu piekerde, zonder oplossingen te vinden. Mijn voorgevoel had me dus gelijk gegeven, ik ‘verwachtte’ me hieraan. Misschien had ik het zelfs een beetje in de hand gewerkt? Ik besloot om althans het aspect van mijn leven waar ik controle over had, over een andere boeg te gooien. Ik probeerde heel bewust te leven, te genieten van de dagelijkse eenvoudige dingen, van de tijd met mijn kinderen, elke stress te vermijden, en mij vooral geen zorgen te maken om – achteraf bekeken – nutteloze dingen.
38
1 Ook zou ik meer voor mezelf zorgen. Af en toe een time-out inlassen, en puur ontspannen... een dagje vrijaf nemen, rustig wakker worden, tijd nemen voor een bad, een boek, een cultureel uitje, een tasje thee met een vriend(in). Ik las veel boeken, om te leren rustiger door het leven te gaan, en innerlijke conflicten op te lossen, wrok en slechte herinneringen los te laten. Boeken over ontspanning en anti-stress, boeken over innerlijke kracht en rust. Want zelfs wetenschappers en onderzoekers van kanker bevestigen dat innerlijke kracht de helft van de genezing bepaalt. En het ene boek bracht me dan weer bij een ander boek, en elk boek bracht me dichter bij de juiste weg...
Louise Hay en positieve affirmaties Een ander boek dat ik tijdens de begindagen van mijn behandeling in handen kreeg – gekregen van een vriendin – was The power is within you van Louise Hay. Sinds dat eerste boek is Louise Hay een trouwe compagnon de route van me gebleven. De basisgedachte van haar filosofie is dat onze woorden en gedachten enorm krachtig zijn, en we daar dus best optimaal gebruik van maken, maar wel op een positieve manier. Daarvoor gebruikt zij de term ‘positieve affirmaties’. Wanneer je iets wil bereiken, is het van belang om datgene wat je wil bekomen, op een krachtige en positieve manier uit te spreken (of op te schrijven). Vermijd het gebruik van het woord ‘niet’, want dat is een bij uitstek negatief woord, en levert bijgevolg ook niets op. Het gaat ook hier om bewustwording. Van zodra je jezelf een doel hebt gesteld, en je spreekt dat doel bewust, positief en krachtig uit, zal je zien dat je effectief in de richting van dat doel beweegt.
39
Ik schreef me al snel in op haar nieuwsbrief, en elke week rolden positieve boodschappen mijn mailbox binnen. Die gaven me niet enkel de energie en de moed om verder te blijven doen, ze leerden me ook nieuwe inzichten over de kracht van mijn eigen geest en lichaam, en over de manier waarop ik beide te lang had genegeerd:
‘Unhappiness and hurt comes when we withhold love from any situation. When you awaken your spiritual heart and are bursting with love you’ll see how easy it is to forgive. Forgive your past, forgive the hurt you experience because you’ll find that these situations no longer occur. The façade of hate disappears and you are left with a love-filled world. When your heart is filled with fear and judgement, it is diseased! Your world cannot bring your heart’s desire in this state. You are kept out of your own kingdom. So, let’s practice love in every situation. When you’re angry or upset about something, try to take a step back, and instead of reacting, spread love to that person or thing. I bet that you’ll find the more you practice this, your heart’s desire will begin appearing in your life.’ 40
1 Tot slot geef ik graag nog Louise Hay’s 12 geboden van zelfliefde mee.
1. Stop met jezelf te bekritiseren Aanvaard jezelf zoals je bent; iedereen kan veranderen.
2. Vergeef jezelf Leef in het moment, en neem jezelf geen vergissingen uit het verleden kwalijk.
3. Jaag jezelf geen angst aan Verspil geen tijd door aan dingen te denken die je angst aanjagen. Dat maakt alles erger.
4. Ga op een liefdevolle en geduldige manier met jezelf om Wees niet te streng voor jezelf, iedereen maakt fouten. Beschouw ze als leermomenten.
5. Wees vriendelijk tegen je gedachten Neem jezelf je donkere gedachten niet kwalijk. Buig ze langzaam om tot positieve ideeĂŤn.
6. Geef jezelf complimenten Wees trots op jezelf en wat je bereikt hebt. Geen enkele stap is te klein wanneer ze vooruitgang in zich draagt.
41
Foto: Anne-Catherine
42
1 7. Omring jezelf met steun Geef vrienden de kans om er voor jou te zijn. Om hulp vragen is een teken van een sterke geest.
8. Draag zorg voor je lichaam Besteed aandacht aan gezonde voeding en voldoende beweging. Respecteer je lichaam als de tempel die het is.
9. Werk met een spiegel Kijk jezelf vaak in de ogen. Zeg minstens eenmaal per dag – voor de spiegel – dat je van jezelf houdt.
10. Hou van jezelf‌ nu Wacht niet op het goede moment, nu is het enige moment dat telt. Je zal je beter voelen, en de puzzelstukken zullen sneller op hun plaats vallen.
11. Beleef plezier Zoek naar zaken die je aan het lachen brengen. Het leven hoeft niet altijd zo serieus te zijn, lachen is het beste medicijn.
12. Hou van anderen Van zodra je houdt van jezelf, is het ook makkelijker om van anderen te houden. Stuur enkel liefde en dankbaarheid naar de mensen die je omringen.
43