kapitaleconnecties_ebook

Page 1


KAPITALE CONNECTIES


In levendige herinnering aan mijn schoonzus Patricia, die altijd gezegd heeft nooit op mij te willen stemmen, maar uiteindelijk door kanker de kans werd ontnomen dit plan daadwerkelijk ten uitvoer te brengen.


EELCO KEIJ

KAPITALE CONNECTIES Een pleidooi voor een nieuwe politieke vertegenwoordiging van Nederlanders in het buitenland

2014 Uitgeverij Personalia Leens


Eerste druk: februari 2014 Copyright © 2014 Uitgeverij Personalia Valge 3, 9965 PD Leens (Gr.) www.uitgeverijpersonalia.nl www.kapitaleconnecties.nl Tekst Eelco Keij Vormgeving omslag en binnenwerk Martijn Deurloo mmv Lior van Olphen Redactie Rimke de Groot Vertaling Hanny Veenendaal en Eleonore Speckens, EuroNet Language Services, Inc., New York, Verenigde Staten Drukkerij Ten Brink, Meppel Paperback Nederlands/Engels: ISBN 978-90-79287-30-7 e-Book – Nederlandse versie: ISBN 978-90-79287-31-4 e-Book – Engelse versie: ISBN 978-90-79287-32-1 NUR 754 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

4


Inhoudsopgave

6

Inleiding

14 Hoofdstuk 1: Politieke ruimte voor Nederlanders in het buitenland 16 19 22 25 28 33

Frankrijk Italië Kroatië Portugal Zwitserland Deelconclusies (I)

34 Hoofdstuk 2: Economische (meer)waarde van ­Nederlanders in het buitenland voor Nederland zelf 35 Indicatoren 1 en 2: bevolkingsaantallen en verkiezingsregistratie 39 Indicator 3: emigratie 40 Indicatoren 4 en 5: handel en toerisme 45 Deelconclusies (II)

47

Conclusies en aanbevelingen

51 Dankwoord 53 Annex I: Economische (meer)waarde als begrip en verantwoording bronnenonderzoek hoofdstuk 2 57 Annex II: Landenselectie en belangrijkste ­handelsgegevens per land 65

Over de auteur

5


Inleiding

6


Nederlanders in het buitenland moeten meer politieke ruimte krijgen in de Nederlandse democratie. Dit is een stelling die uiteraard niet uit de lucht komt vallen, maar het resultaat is van een organisch verlopen proces, dat twee jaar geleden begon. In 2010 kwam er een landelijke discussie rond dubbele nationali­ teit op gang, nadat het toenmalige kabinet getracht had deze voor Nederlanders wereldwijd via een wetsvoorstel zo veel mogelijk in te perken. Een publieke online petitie in combinatie met een politieke lobby achter de schermen resulteerde in het intrekken van het bekriti­ seerde wetsvoorstel. 1 Wellicht nog belangrijker was het dat zowel Nederlanders als oud-Nederlanders die tegen hun wil de Nederlandse nationaliteit waren kwijtgeraakt, zich in het buitenland voor het eerst via internet konden organiseren én tijdelijk gespreksonderwerp in politiek Den Haag werden. Eenzelfde soort gebeurtenis voltrok zich eerder dit jaar, toen de subsidie voor het Nederlands onderwijs in het buitenland volledig ingetrokken dreigde te worden. Alhoewel grote bezuinigingen onontkoombaar bleken, had ook hier een vergelijkbare tactiek een dempend effect op de oorspronkelijke kabinetsplannen. 2 Emigratie is van alle tijden en van Nederlanders in het bijzonder. Emigratiegolven van Nederlanders gaan terug tot de negentiende eeuw en de jaren vijftig van de vorige eeuw. Ook recentelijk (sinds 2002, ondanks een kleine dip in 2008 en 2009) is er opnieuw sprake van een 1 Zie http://nederlandersoverzee.petities.nl/ voor de petitie en www.rijksoverheid.nl/ bestanden/­documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/11/27/kamerbrief-met-een-overzicht-van-wetsvoorstellen-die-zullen-worden-ingetrokken/kamerbrief-met-een-overzichtvan-wetsvoorstellen-die-zullen-worden-ingetrokken.pdf voor de brief waarin de regering de intrekking van het wetsvoorstel aankondigt. De organisatie van de petitie lag in handen van de beweging ‘NederlanderBlijven’ (www.NederlanderBlijven.com). 2 http://nederlandsonderwijsinbuitenland.petities.nl/.

7


emigratiehausse, bestaande uit inmiddels ruim 100.000 ­emigranten per jaar, met de bijzondere kanttekening dat er, in tegenstelling tot bij eerdere emigratiegolven, ditmaal geen bewust overheidsbeleid achter zit. 3 In tegenstelling tot andere West-Europese landen was Nederland tot voor kort zelfs tijdelijk weer een netto emigratieland – pas sinds 2007 komen er weer meer immigranten binnen dan dat er emigranten het land verlaten. 4 Niettemin is het huidige emigratie­ cijfer alweer hoger dan de emigratiepiek van 2006. Belangrijk om op te merken is dat ‘emigranten’ uit Nederland niet automatisch vereen­ zelvigd mogen worden met enkel personen met een Nederlandse natio­ naliteit, net zo min als ‘immigranten’ die Nederland binnenkomen automatisch gelijkstaan aan personen die geen Nederlandse natio­ naliteit hebben. Het door het CBS gehanteerde onderscheid ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ is vaak verwarrend: allochtonen kunnen wel degelijk (enkel) de Nederlandse nationaliteit hebben. 5 De (inmiddels verouderde) schattingen van het aantal Nederlanders in het buitenland variëren van 700.000 tot meer dan een miljoen. 6 Hiervan zijn er naar schatting 500.000 kiesgerechtigd.7 3 Weg uit Nederland, Emigratie aan het begin van de 21e eeuw, Harry van Dalen en Kène Henkens, 2008. Zie ook http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/­ artikelen/archief/2012/2012-3547-wm.htm en http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/­ ?DM=SLNL&PA=37296NED&D1=63-64&D2=a&HDR=T&STB=G1&VW=T voor CBS-statistieken inzake recente immigratie en emigratie. 4 Voor een goede discussie over wat men precies onder ‘emigranten’ moet verstaan, zie ­ http://www.flipvandyke.nl/2013/02/loopt-nederland-leeg-record-emigratie/. Het is evident dat men niet geboren en getogen in Nederland hoeft te zijn om een band met Nederland te hebben en te houden na het verlaten van Nederland. 5 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/dossiers/allochtonen/methoden/begrippen/ default.htm?ConceptID=37. Vaak wordt overigens het onderscheid tussen ‘westerse’ en ‘niet-westerse’ allochtonen gebezigd. In 2009 waren er 112.000 emigranten, van wie 54.000 met de Nederlandse nationaliteit, terwijl een kwart van deze 112.000 personen volgens de definitie autochtoon was. Daarnaast waren er in 2009 ongeveer 146.000 ­immigranten, van wie de meerderheid (64 procent) westers was en 19 procent Nederlands. Zie ook http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37946NED&D1=­­01,3&D2=0&D3=0&D4=0&D5=1-2&D6=28-40&HDR=G1,G2,G3,T,G4&STB=G5&VW=T en http://www.flipvandyke.nl/2011/11/hoe-zit-t-nu-echt-met-de-immigratie/. 6 Zie http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/ archief/2005/2005-1659-wm.htm, alsmede het ACVZ-rapport Meervoudige nationaliteit in Europees perspectief, 2008 (http://www.acvz.org/publicaties/VS-ACVZ-NR19-2008.pdf). Deze cijfers van het CBS (op basis van OESO-gegevens) dateren van 2001: daarmee ontbreken dus juist de cijfers van de recente emigratiehausse. Aangezien er geen registratieplicht is voor emigrerende Nederlanders, weet de overheid niet hoeveel Nederlanders er in het buitenland wonen: enkel schattingen (bijvoorbeeld op basis van het aantal uitgegeven ­paspoorten aan Nederlanders in het buitenland) zijn voorhanden. Een belangrijke noot is dat “veel emigratiebewegingen niet op de radar van beleid en wetenschap verschijnen. Veel

8


Dit manifest stoelt op twee ontwikkelingen, die mijns inziens op een actieve manier met elkaar moeten worden verbonden.

Nieuwe emigratie De eerste ontwikkeling gaat over de ‘evoluerende’ Nederlanders in het buitenland: de nieuwe emigrant. Welke Nederlanders vertrekken in de 21ste eeuw, waarom vertrekken ze, waar gaan ze heen, en keren ze nog terug? Volgens Van Dalen en Henkens hebben met name “alleen­ staanden, mannen, jongeren beneden de dertig, zelfstandig onder­ nemers en personen in de bovenste regionen van het inkomensgebouw (…) een grotere kans de emigratiestap te zetten. (…) De meeste emi­ granten (70 procent) vertrekken naar een Europees land. (…) Vooral de kwaliteit van de publieke ruimte (natuur, stilte, ruimte, en de druk die van de hoge bevolkingsdichtheid uitgaat) en het bestaan van bepaalde maatschappelijke problemen (vervuiling, criminaliteit, multiculturele samenleving) vormen een sterke stimulans om te emigreren.”  8 Ondanks deze ‘pushfactoren’ is het belangrijk vast te stellen dat “emigratie voor velen niet eeuwig is”, aldus Van Dalen en Henkens: “Binnen twee jaar is één op de vijf autochtone Nederlanders weer teruggekeerd naar Nederland; binnen zeven jaar is 45 procent teruggekeerd.” Daarmee is een nieuwe ontwikkeling gesignaleerd: waar Nederlanders in de jaren vijftig vanaf de grote boot aan de kade hun geliefden veelal voorgoed vaarwel zwaaiden, zo reizen Nederlanders nu vaker heen en weer naar Nederland, kunnen ze via moderne communicatiemiddelen tussentijds gemakkelijker contact houden met Nederland en is emigratie vaker van kortere duur. Daarmee heeft het woord ‘emigratie’, naast de oorspronkelijke betekenis, een nieuwe, ruimere invulling gekregen. De band die de hedendaagse

tijdelijke emigranten of personen die in twee landen wonen en daarmee het beste van twee werelden pogen te verenigen worden niet gemeten of indien wel gemeten vaak niet aan deze fenomenen toegeschreven. Het kan om grote aantallen gaan. De verhouding tussen ­permanente migratie versus werknemers die een deel van het jaar in het buitenland werken ligt in de orde van grootte van 1:1” (Van Dalen en Henkens). Kortom, de gepresenteerde cijfers ­onthullen hoogstwaarschijnlijk slechts een deel van de realiteit. Zie ook voetnoot 44 (Registratie Niet-Ingezetenen).

7 http://www.vn.nl/Archief/Buitenland/Artikel-Buitenland/Op-zoek-naar-een-rood-potlood. htm?forum=1063&message=34799&post=true. 8 Opgemerkt zij dat de reeds bestaande aanwezigheid van Nederlandse emigranten ter plaatse dus geen speciale ‘pullfactor’ is.

9


Nederlandse emigrant onderhoudt met Nederland is niet alleen sterk, maar wordt eveneens voortdurend geactualiseerd door geregeld ­contact met Nederland. In schril contrast tot de geactualiseerde band van de emigrant richting Nederland staat het Nederlandse democratische systeem – dit systeem heeft zich allerminst aan­gepast aan de Nederlander in het buitenland. In het kader van democratische ­vertegenwoordiging dringt de vraag zich op in hoeverre Nederlanders ook echt deel mogen uitmaken van het democratische bestel van Nederland. Verbindingen tussen Nederlandse emigranten onderling hebben altijd bestaan, net zoals er altijd relaties werden onderhouden met de Nederlandse overheid in het thuisland. 9 De laatste tien tot vijftien jaar is dit soort verbindingen steeds verder gefaciliteerd, zowel qua hoeveelheid als qua snelheid waarmee ze zijn gevormd. Met recht kan worden gesteld dat het grote verschil tussen de situatie van toen en nu aan één ontwikkeling kan worden toegeschreven: de opkomst van het internet. Dankzij het internet kunnen Nederlanders in het buiten­land zich nu beter verenigen, niet alleen lokaal ter plaatse, maar kriskras door landen heen. Dankzij het internet kunnen zij zich nu beter uiten richting de Haagse politiek: een nieuw ontluikend electoraat. En dankzij het internet kunnen klachten van vorige decennia van Nederlanders in het buitenland nu eindelijk ook verzameld en gedocumenteerd worden. In het recente rapport Modernisering van de diplomatie wordt gesteld dat: “[er] een “netwerk-wereld” [is] opgekomen met een explosieve ­toename van en sterke verwevenheid van statelijke en niet-­ statelijke actoren, van onderwerpen en kanalen waarlangs wordt samengewerkt. (…) Naast de fysieke wereld (…) is er nu ook een virtuele netwerk-wereld.”  10

9 Als voorbeeld van contacten tussen Nederlanders in het buitenland onderling kunnen Nederlandse verenigingen ter plaatse worden genoemd. Vaak staan deze weer in goed en direct contact met de lokale Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging. 10 Modernisering van de diplomatie, tussenrapport van de Groep van Wijzen, onder leiding van de heer Docters van Leeuwen, 29 mei 2013.

10


De hiervoor genoemde online petitie inzake het wetsvoorstel dubbele nationaliteit bleek door veel oudere Nederlanders in het buitenland als ‘kapstok’ te worden gebruikt om eveneens eerdere grieven aan te kaarten. Kwesties die toen en nu veelal worden genoemd betreffen (dubbele) nationaliteit, onderwijs, pensioen, verzekeringen, DigiD, belastingzaken, erfrechtkwesties en meer in algemene zin bestaande administratieve belemmeringen. De opkomst van het internet maakt het plots mogelijk deze zaken, oud of nieuw, met grote snelheid en in groten getale onder de aandacht te brengen. Als kandidaat-Kamerlid in 2012 voerde ik een internationale campagne, met name opkomend voor de belangen van Nederlanders in het buitenland. Zowel tijdens die campagne als bij spreekbeurten die ik tegenwoordig op regelmatige basis bij Nederlandse verenigingen in verschillende landen geef, is het me opgevallen dat veel Nederlanders in het buitenland zich niet of nauwelijks vertegenwoordigd voelen door Nederland en Nederlandse politici. Er zou sprake zijn van ­desinteresse op z’n minst. Sterker nog: het gevoel overheerst dat er in Nederland een negatieve perceptie bestaat van Nederlanders in het buitenland – men zou blij zijn ze kwijt te zijn. De band met het vaderland blijkt niet wederzijds, zo wordt gesteld.

Globale economische verwevenheid en afhankelijkheid De tweede ontwikkeling die in dit manifest nader wordt bekeken, betreft het van oudsher internationaal georiënteerde Nederland in een steeds sneller globaliserende wereld. De open, internationale instelling van Nederland wordt veelal geroemd en geprezen. Maar er zit ook een noodzaak achter: economisch gezien heeft Nederland het buitenland nodig. “For an open and medium-sized economy like the Netherlands, economic and commercial diplomacy are not a choice but a necessity”, zo schrijven Renée Jones-Bos en Stephan Raes. 11 Diplomatie is natuurlijk niet genoeg: een en ander gaat hand in hand met internationale handel. Het CBS heeft aangegeven dat export voor bijna 30 procent bijdraagt aan de Nederlandse economie – met een totale waarde van geëxporteerde goederen en diensten die gelijkstaat 11 ‘Value for money: a network approach to Dutch economic and commercial diplomacy in the USA’, Renée Jones-Bos en Stephan Raes, International Journal of Diplomacy and Economy, 2012.

11


aan bijna 70 procent van het BBP. 12 Kortom, Nederland kent een zeer groot buitenland, alsmede een inherent economisch eigenbelang om dit buitenland zo sterk mogelijk te ‘koesteren’.

Bruggen slaan Welke rol spelen Nederlanders in het buitenland voor de open Nederlandse economie, of welke rol zouden ze kunnen spelen? In hoeverre is het relevant voor Nederland zelf om de vertakkingskracht van de medeburgers in het buitenland – niet alleen economisch, maar ook linguïstisch en cultureel – te behouden en eventueel te stimuleren? Hoe gaan andere landen met hun eigen burgers in het buitenland om, hoe waarderen zij hen in politieke zin? Nu het internet een plotselinge verscheidenheid aan internationale verbindingen faciliteert, lijken deze vragen een gerechtvaardigde natuurlijke volgende stap. Het voorliggende manifest, dat volledig op persoonlijke titel is geschreven en zonder onderscheid een boodschap bevat aan alle ­ Nederlandse politieke partijen, valt in twee delen uiteen. Het eerste hoofdstuk beschrijft, vergelijkt en analyseert een aantal (Europese) landen dat al eerder politieke invloed dan wel macht aan hun burgers in het buitenland heeft gegeven. In het tweede hoofdstuk wordt getracht een indicatie te geven of en hoezeer Nederlanders in het buitenland van economische (meer)waarde zijn voor Nederland zelf. Gebaseerd op de observaties van beide hoofdstukken wordt het ­manifest afgesloten met conclusies en aanbevelingen, in het bijzonder gericht op de politieke vertegenwoordiging van Nederlanders in het buitenland.

12 Zie http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/publicaties/artikelen/ archief/2012/2012-3561-wm.htm.

12


13


Hoofdstuk 1

14


Politieke ruimte voor ­Nederlanders in het buitenland

Zowel binnen als buiten Europa zijn er landen die in het verre of recente verleden besloten hebben hun burgers in het buitenland ­politieke invloed dan wel macht te geven. Zo hebben Colombia (1991) en de Dominicaanse Republiek (2010) één respectievelijk zeven aparte Kamerzetels gecreëerd die bezet mogen worden door een burger in het buitenland, wiens mandaat het is om de belangen van de medeburgers die in het buitenland wonen te vertegenwoordigen. 13 In Tunesië is in 2011 overgegaan tot een directe vertegenwoordiging van hun burgers in het buitenland: achttien van de 217 (direct gekozen) parle­mentszetels zijn toen aangewezen voor de Tunesiërs in het buitenland. 14 Ook dichter bij Nederland zijn vergelijkbare structuren opgezet: Frankrijk, Italië, Kroatië, Portugal en Zwitserland kennen systemen die op zeer concrete wijze politieke vorm geven aan hun ­geografisch verspreide burgers. 15 Hoe werken deze systemen precies? Wanneer en waarom zijn ze opgezet? Wie zijn de betrokken actoren? Zijn er beperkingen ver­ bonden aan deze politieke ruimte die voor de buitenlandse burgers is opgezet? Waarom zou meer politieke ruimte voor Nederlanders in het buitenland een voordeel zijn voor Nederland zelf? Met deze vragen in het achterhoofd zullen hierna achtereen­ volgens en op alfabetische volgorde de vijf hiervoor genoemde 13 Zie voor Colombia onder andere http://www.registraduria.gov.co/rev_electro/rev_elec_jul/ articulos/circuns_intern.htm, http://www.conexioncolombia.com/quien-sera-el-proximorepresentante-de-los-colombianos-en-el-exterior en http://www.latinamericanstudies.org/colombia/expatriates.htm. Zie voor de Dominicaanse Republiek onder andere ­https://nacla.org/article/dominicans-three-continents-go-polls. 14 http://www.ipu.org/parline/reports/2392.htm. 15 Macedonië kent een vergelijkbaar systeem, maar blijft als niet-EU-land verder buiten beschouwing. Zwitserland vormt hierop een uitzondering, vanwege de lange en sterke democratische traditie die het land kent. Overigens wordt in Macedonië erkend dat de buiten­ landse Macedoniërs van steeds groter economisch belang zijn voor Macedonië zelf: zie ook http://www.setimes.com/cocoon/setimes/xhtml/en_GB/features/setimes/features/2012/12/28/ feature-03.

15


Europese landen op hoofdkenmerken nader beschouwd worden (omwille van de leesbaarheid is de vaak lange voorgeschiedenis per land kort samen­gevat). Alle gebruikte bronnen staan per land in één voetnoot vermeld. Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele voor­ lopige conclusies.

FRANKRIJK  16 Naar schatting wonen er 2,5 miljoen Fransen in het buitenland (de Franse overzeese gebieden gelden als ‘binnenland’ 17), hetgeen neer­komt op bijna 4 procent van de ruim 65 miljoen Fransen die in Frankrijk wonen – een percentage dat net iets lager is dan voor Nederland geldt. Door de koloniale overzeese gebieden van Frankrijk speelde het vraagstuk van Frans burgerschap in het buitenland al eind achttiende eeuw.

Conseil supérieur des Français de l’étranger (CSFE) In 1946 werd grondwettelijk bepaald dat in de toenmalige Senaat (‘Conseil de la République’) drie zetels zouden worden toebedeeld aan vertegenwoordigers van de Franse burgers in respectievelijk Europa, Noord-Amerika en Azië/Oceanië. Aangezien er al vier andere organisaties waren die (op bepaalde deelgebieden) de Fransen in het buitenland vertegenwoordigden, werd na een intern machtsconflict in 1948 besloten tot het oprichten van een geheel nieuwe raad, de Conseil supérieur des Français de l’étranger’ (CSFE), met een uitgebreid aantal zetels (55), deels bestaand uit gekozen gedelegeerden, deels benoemd door het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Twee gedachten lagen ten grondslag aan het oprichten van de CSFE: het beter leren kennen van de geëmigreerde Fransen (door hen te 16 Bronnen Frankrijk: Christophe Bertossi & Abdellali Hajjat, Country Report France, EUDO Citizenship Observatory (January 2013), www.diplomatie.gouv.fr, www.senat.fr, www.assemblee-nationale.fr, www.assemblee-afe.fr, http://inside.org.au/the-diaspora-fights-back/, http://iphone.france24.com/en/20120604-socialists-leading-french-expat-vote-tally, http://elections.lefigaro.fr/presidentielle-2012/2012/04/09/01039-20120409ARTFIG00370les-candidats-courtisent-les-francais-de-l-etranger.php, www.lepetitjournal.com/expat-politique, http://www.social-informatics.net/exaro%20article.pdf en https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/fr.html. 17 Juridisch maken de overzeese gebieden deel uit van Frankrijk; deze gebieden hebben hun eigen vertegenwoordigers in de Assemblée Nationale en de Senaat.

16


­ erplichten zich te registreren bij een consulaat), en het stellen van v de voorwaarde zich in het buitenland bij een Franse ‘organisatie’ (Frans: ‘organisme’) aan te sluiten om te mogen stemmen. Op die manier werd enerzijds inzichtelijk waar de Fransen in het buitenland woonden en hoeveel het er waren; anderzijds werd het Franse belang in het buiten­land gestimuleerd. In 1950 werden in zeventig landen de eerste verkiezingen voor de CSFE gehouden. In de decennia erna werd de CSFE enkele keren hervormd. Belangrijk in deze verdere ontwikkeling van de CSFE was de grondwets­wijziging van 1958 (art. 24), waarin de bepaling werd opge­ nomen dat “Fransen woonachtig buiten Frankrijk in de Senaat worden vertegenwoordigd” (over de Franse Tweede Kamer, de Assemblée Nationale, werd nog niet gerept). In 1982 werden algemeen kiesrecht voor de gedele­geerden van de CSFE ingevoerd en het recht van de CSFE om zelf twaalf leden van de Senaat te kiezen. Daarmee werd de tot dan toe louter consultatieve status van de CSFE versterkt met een politiek machtsmandaat ten gunste van de Fransen in het buitenland. Tot op de dag van vandaag kent de Franse Senaat twaalf leden die in het ­bijzonder de Fransen in het buitenland vertegenwoordigen.

Assemblée des Français de l’étranger (AFE) Geconfronteerd met een steeds lagere stemopkomst vanuit het buitenland, besloot Frankrijk in 2004 tot de hervorming en naams­wijziging van de CSFE. Deze nieuwe raad werd Assemblée des Français de l’étranger (AFE) genoemd. Het woord ‘Assemblée’ (letterlijk: Algemene Vergadering), dat al bestond om de Franse Tweede Kamer aan te duiden (Assemblée Nationale), werd opzettelijk gebruikt ter erkenning van de publieke (rechts)status van de Fransen in het buitenland. Verdere hervormingen bestonden uit een vermeerdering van het aantal buitenlandse kiesdistricten, een wijziging van de geografische locatie van de kiesdistricten en een vermindering van het aantal benoemde gedelegeerden, die bovendien uitsluitend op enkele gebieden raadgevende bevoegdheden kregen. De AFE, voorgezeten door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, bestaat uit 190 leden en is belast met het geven van adviezen aan de regering betreffende vragen en zaken die Fransen buiten Frankrijk en de ontwikkeling van de Franse aanwezigheid in het buitenland

17


aangaan. De voltallige AFE komt twee keer per jaar in Frankrijk bijeen. Vanuit 52 districten wereldwijd worden 155 leden (­ adviseurs, ‘conseillers’) via algemeen kiesrecht voor een periode van zes jaar direct gekozen; daarnaast hebben 23 parlementariërs in de AFE ­zitting, alsmede twaalf personen die door het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken worden benoemd (experts in zaken die Fransen in het buitenland aangaan). De 190 leden staan veelvuldig met elkaar in contact en er vindt een hoge mate van informatie-uitwisseling plaats. In de praktijk liggen de adviesbevoegdheden van de AFE dicht tegen beleidsbevoegdheden aan en functioneert de AFE als een de facto gespecialiseerde sociaaleconomische raad die op eigen ­initiatief met voorstellen kan komen en vragen kan indienen (bijvoorbeeld over onderwijs, de rechtspositie van Fransen in het buitenland, ­fiscale zaken, sociale zaken, internationale handel en andere relevante zaken voor Fransen in het buitenland). De genoemde 23 parlementariërs bestaan uit twaalf Senatoren (gekozen door de 155 leden) en elf gedelegeerden die direct door de Fransen in het buitenland zijn gekozen.

Aparte Kamerzetels voor Fransen in het buitenland Tot 2012 waren de twaalf Senatoren de enige vertegenwoordigers van de Fransen in het buitenland; deze Senatoren hoefden zelf niet in het buitenland te wonen of gewoond te hebben. In 2012 werden vervolgens elf aparte Kamerzetels ingesteld voor Fransen in het buiten­ land: deze gedelegeerden (vergelijkbaar met Nederlandse Tweede Kamerleden) maken enerzijds deel uit van de Assemblée Nationale en anderzijds van de AFE. Ze mogen in het land van residentie blijven wonen en krijgen hetzelfde salaris als hun overige collega’s. Enkele telkens terugkerende punten van zorg onder Fransen in het buitenland betreffen Frans onderwijs voor Franse kinderen in het buitenland, belastingwetgeving en pensioenopbouw. 18 De verkiezingen van 2012 konden plaatsvinden op basis van een wetswijziging in 2009, toen de wereld (buiten Frankrijk) in elf ­districten werd ingedeeld (zes in Europa, twee in ‘de Amerika’s’, twee in Afrika en één in Azië/Oceanië). Waar de CSFE als raad­gevend 18 Interview met Frédéric Lefebvre, sinds 2013 lid van de Assemblée Nationale namens het eerste district buiten Frankrijk (Canada en de Verenigde Staten).

18


orgaan begon, vertoont de AFE de facto tegenwoordig hybride karakteristieken van zowel invloed als macht. Ondanks het feit dat de elf gedelegeerden gekozen zijn op districtsbasis buiten Frankrijk, vertegen­woordigen ze alle Fransen, waar ook ter wereld. Het totaal aantal gedelegeerden in de Assemblée Nationale bedraagt met deze elf nieuwe vertegen­woordigers 577. Op twee punten waren de presidentsverkiezingen van 2012 extra bijzonder: ten eerste werd duidelijk dat de immer gedachte ‘rechtse’ achterban in het buitenland een zwaai naar links had gemaakt – een belangrijke stem voor de uiteindelijke winst van François Hollande. De invloed en economische kracht van de ‘buitenlandse stem’ werd gevoeld. Zo zei François Bayrou, partijvoorzitter van Mouvement Démocrate, tijdens de campagne dat Fransen in Europa en daar­ buiten “een kans voor Frankrijk” waren. Ten tweede konden Fransen in het buitenland voor het eerst via internet stemmen, waarmee de steeds terugkerende klachten over het stemmen per reguliere post gepareerd werden. 19

ITALIË  20 Volgens het Italiaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken wonen er ongeveer 4,5 miljoen Italianen in het buitenland, tegen ruim 60 ­miljoen Italianen in Italië. Het percentage Italianen dat in het buiten­land woont (versus het aantal Italianen in Italië) ligt daarmee op circa 7,5 procent. De discussie rondom rechten voor Italianen in het buitenland (o.a. stemrecht, nationaliteit) gaat meer dan honderd jaar terug. Stemrecht voor Italianen in het buitenland werd uiteindelijk in 1948 ingevoerd, zij het onder de voorwaarde dat men naar Italië moest

19 Voor het internetstemmen had de Franse overheid het bedrijf Scytl in de arm genomen (hoofdkantoor in Barcelona). Niet geheel verwonderlijk verliep deze eerste keer niet ­vlekkeloos: klachten over deze procedure betroffen gebrek aan transparantie, fraude­ gevoeligheid en het niet kunnen stemmen door computerproblemen. 20 Bronnen Italië: Guido Tintori, Access to Electoral Rights, Italy, EUDO Citizenship Observatory (June 2013), www.esteri.it, www.interno.gov.it, http://www.worldandijournal.com/subscribers/feature_detail.asp?num=25014, http://www.theguardian.com/world/2008/apr/13/italy, http://www.bbc.co.uk/news/uk-scotland-south-scotland-21531129 en http://www.reuters. com/article/2008/04/11/us-italy-election-fraud-idUSL1192223320080411.

19


afreizen om daadwerkelijk te stemmen 21 – een situatie die pas in 2001 werd gewijzigd. Vanaf dat moment mochten Italianen vanuit het buitenland via de post stemmen zonder dat ze naar hun thuisland af h ­ oefden te reizen (voor verkiezingen van het Europees Parlement mocht dat al eerder, al was het alleen voor Italianen die in een EU-lidstaat woonden 22). Daarnaast werden voor nationale verkiezingen speciale Kamerzetels voor het ‘Circoscrizione Estero’ (‘buitenlands stemdistrict’) ingesteld: zes senatoren en twaalf Kamerleden. 23 De redenen om deze zetels in te stellen vallen in beginsel in drieën uiteen: democratisering (het meer betrekken van Italianen in het buitenland in het nationale democratische bestel), waardering voor de geldelijke bijdragen die buitenlandse Italianen jarenlang naar het vaderland stuurden (‘remittances’) en tot slot kortzichtige pure machtspolitiek (de regering-Berlusconi hoopte zo meer zetels te kunnen winnen, maar verloor hierbij ironisch genoeg zetels aan de oppositie). Geografisch zijn deze zetels verdeeld over vier ‘Ripartizioni’ (districten):

• Europa (inclusief Rusland en Turkije) – vijf Kamerzetels en twee Senaatszetels; • Zuid-Amerika – vier Kamerzetels en twee Senaatszetels; • Noord- en Centraal-Amerika – twee Kamerzetels en één Senaatszetel; • Azië/Afrika/Oceanië en Antarctica – één Kamerzetel en één Senaatszetel. 24

Een klein gedeelte van het 945-koppige Italiaanse parlement, dat net zoals in Nederland uit twee Kamers bestaat (630 ‘Tweede Kamerleden’ en 315 Senatoren), werd daarmee onder directe invloed 21 Slechts binnen Italië werd treinvervoer voor de buitenlandse stemmer vergoed, uiteraard nauwelijks een stimulans om te gaan stemmen. 22 De EU heette toen nog Europese Economische Gemeenschap. Sinds 1979 was het voor Italianen die in een (ander) land van de Europese Gemeenschap woonden mogelijk om voor verkiezingen van het Europees Parlement in persoon bij een consulaat of ander stembureau ter plaatse te stemmen. 23 De discussie inzake extra Kamerzetels voor Italianen in het buitenland speelde in Italië al sinds de jaren tachtig. 24 Interessant is bovendien te vermelden dat het Italiaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken een apart Directoraat-Generaal voor Italianen in het buitenland heeft.

20


van de kiezers in het buitenland gesteld. De achttien gekozen ‘buiten­ landse’ Kamerleden mogen na verkiezing in het buitenland blijven wonen – al kiezen vanuit praktisch oogpunt velen er uiteraard voor om geregeld in Rome te zijn. Hun achterban is niet districtsgebonden en omvat heel Italië en elke Italiaan waar ook ter wereld, net zoals bij hun collega’s in het parlement. In de praktijk krijgen deze ‘buitenlandse’ Kamerleden uiteraard veel te doen met zorgen en belangen van Italianen in het buitenland, met name vanuit het ­district waar ze zijn verkozen (bijvoorbeeld belastingen, nationaliteit, gezondheidszorg, onderwijs en pensioen). Geen enkele nieuwe vorm van democratie verloopt zonder slag of stoot. In het geval van Italië zijn meerdere klachten van fraude met buiten­ landse stemmen bekend, onder andere door vermeende bemoeie­nis van de maffia in een bepaald buitenlands stemgebied. Bovendien zouden de kosten voor het systeem hoog zijn en stuit men soms op de fysieke begrenzingen: het kan voor een Italiaans parlementslid dat woonachtig is in Australië in de praktijk lastig zijn om volledig mee te doen met de landelijke politiek, simpelweg vanwege de grote geografische afstand. Niettemin, zo stelt onderzoeker Jean-Michel Lafleur, erkennen veel Italiaanse politici de economische meerwaarde van deze extra ‘buitenlandse’ zetels. Gedurende recente interviews met Lafleur onderstreepten vrijwel alle Kamerleden en Senatoren dat de Italianen in het buitenland een hulpbron (‘resource’) waren voor de internationalisering van de Italiaanse economie. 25 Kamerlid Franco Narducci sprak duidelijke taal tegen Lafleur: “Italians abroad are a strategic resource that can contribute to the development of Italy. To have such a network, it is a big asset.... finding products and people all over the world is an advantage. This can help [economic] development and help international relations” (interview 19 February 2007).

25 Jean-Michel Lafleur, Transnational Politics and the State: The External Voting Rights of Diasporas, Routledge (Taylor & Francis), 2013. Interview met de auteur, augustus 2013.

21


KROATIË  26 Op 1 juli 2013 trad Kroatië toe tot de Europese Unie. De recente geschiedenis van Kroatië is op meerdere vlakken tumultueus te noemen, hetgeen van grote invloed is geweest op het debat rondom de vertegenwoordiging van Kroaten in het buitenland. In 1991 verliet het land Joegoslavië en verklaarde het zich onafhankelijk. Prompt erop volgde een burgeroorlog, die in 1995 in het voordeel van een onafhankelijk Kroatië uitviel. In verband met de verschillende etnische oorlogen in de regio ­raakten Kroaten verspreid over de Balkan, de rest van Europa en daarbuiten. Een bijzondere positie namen en nemen de Kroaten in Bosnië-Herzegovina in. Velen van hen hadden nog nooit in Kroatië gewoond en waren daarmee noch oorspronkelijke bewoners, noch klassieke ‘emigranten’. Evenwel werden ze al snel als zodanig beschouwd: “All the Croatians, no matter where they live and what status they enjoy, belong to one indivisible Croatian nation”, zo staat in een recent beleidsstuk van de Kroatische overheid te lezen.

Cultuur en identiteit Als nieuw land (natiestaat) zag Kroatië zich voor de taak gesteld zich te consolideren en waar mogelijk qua identiteit uit te breiden. Het behoud van de Kroatische cultuur en identiteit is al snel na de oprichting van Kroatië een belangrijk speerpunt van de overheid geworden – de Kroatische emigranten vervullen hierin een spil­ functie. Al in 1990 werd in de nieuwe grondwet opgenomen dat: “the Republic of Croatia shall protect the rights and interests of its citizens living or residing abroad, and shall promote their links with the homeland. Parts of the Croatian nation in other states shall be guaranteed special concern and protection by the Republic of Croatia.” (artikel 10)

26 Bronnen Kroatië: Mirjana Kasapovi´c, Voting Rights, Electoral Systems, and Political Representation of Diaspora in Croatia, Sage Publications, 2012; Francesco Ragazzi, Igor Štiks & Viktor Koska, Report on Croatia, EUDO Citizenship Observatory (February 2013); e-mailinterview met Martina Tenko, Political Officer, Embassy of the Republic of Croatia ´ c, spokesperson, State Office for Croats Abroad; to the USA; e-mailinterview met Žana Cori´ www.gong.hr, www.hrvatiizvanrh.hr en http://legislationline.org/topics/country/37/topic/10/subtopic/32.

22


Op politiek niveau heeft zich dat gaandeweg vertaald in ruwweg twee prioriteiten: het instellen van aparte Kamerzetels voor Kroaten in het buitenland enerzijds en het oprichten van enkele overheidsinstanties gericht op de belangen van Kroaten in het buitenland anderzijds.

Aparte Kamerzetels voor Kroaten in het buitenland Gedurende de periode 1992-2011 is op verscheidene manieren geëxperimenteerd met het zo goed mogelijk vorm geven aan een nietonevenredige, gebalanceerde vertegenwoordiging van Kroaten in het buitenland in het nationale parlementaire stelsel. Het begin is ronduit opportunistisch te noemen: wetende dat de overgrote meerderheid van de Kroaten in het buitenland zich in Bosnië-Herzegovina bevond 27 en over het algemeen aanhanger was van de conservatieve politieke partij HDZ (Kroatische Democratische Unie), werd – met sterke invloed van HDZ – in 1992 stemrecht gegeven aan Kroaten in het buitenland; drie jaar erna werden twaalf aparte Kamerzetels voor de Kroaten in het buitenland gecreëerd aan de hand van één apart ‘wereldwijd’ kiesdistrict (het elfde district). In de daaropvolgende jaren, mede onder druk van de SDP (Sociaal-Democratische Partij), die stelde dat het aantal zetels onevenredig hoog was (en altijd naar HDZ ging), werd na verschillende vergelijkbare experimenten in 2011 een compromis gevonden: voortaan zouden de Kroaten in het buitenland drie zetels in het parlement krijgen (het Kroatische parlement bestaat uit slechts één Kamer). Daarnaast werd in het parlement een speciale Commissie voor Kroaten in het buitenland in het leven geroepen. Tot dusverre heeft HDZ in alle verkiezingen alle ‘buitenlandse’ zetels gewonnen. 28

Overheidsraad voor Kroaten in het buitenland “Almost four million Croats live outside the Republic of Croatia. It is a huge and invaluable potential in human and economic terms”, zo stelt Daria Krstiˇcevi´c, het hoofd van de State Office for Croats Abroad 27 In haar duidelijk gestelde politiek historische schets stelt auteur Mirjana Kasapovi´c zonder omhaal dat “if it were not for the Croats in Bosnia and Herzegovina, the participation of the Croatian diaspora in parliamentary and presidential elections in the country would be symbolic” (bron: zie voetnoot 24). 28 De huidige ‘buitenlandse’ parlementariërs zijn Ilija Filipovi´c, Perica Jele cˇ evi´c en Marija Rapo.

23


(Centrale Autoriteit voor de Kroaten in het buitenland). Dit aantal omvat eveneens de Kroaten die van afkomst Kroatisch zijn en geen Kroatisch paspoort hebben. In totaal wonen er ruim 4 miljoen Kroaten in Kroatië zelf. De meerderheid van de buiten Kroatië woonachtige Kroaten woont in Bosnië-Herzegovina. Redenerend dat de medeburgers in het buitenland een aan­ vullende economische rol spelen voor Kroatië zelf, heeft de Kroatische overheid, naast het instellen van aparte Kamerzetels, verdere s­ tappen ondernomen. Het tijdsvak vraagt erom, zo stelt de overheid, dat: “new conditions such as (…) the global market economy place new challenges before the Republic of Croatia as well as new demands that include the reinforcement of cooperation with the Croatians outside the Republic of Croatia.”

‘Strategie’ voor Kroaten in het buitenland Gelegitimeerd vanuit artikel 10 van de grondwet en middels de in 2013 opgestelde Strategy for the Relations between the Republic of Croatia and the Croatians outside the Republic of Croatia (hierna: de Strategie) is recentelijk een State Office (Centrale Autoriteit) in het leven geroepen. Dit is een nieuwe overheidsinstantie die gecreëerd is om als (coördinatie)paraplu te dienen voor alle organisaties die zich op de een of andere manier bezighouden met Kroaten in het buitenland. Ook op andere manieren dient de Strategie als richtsnoer voor verdere wijzigingen betreffende de waardering van en omgang met Kroaten in het buitenland. Zo voorziet de Strategie in de oprichting van een s­ peciale Raad, een consultatief orgaan dat de Kroatische overheid ondersteunt bij het creëren en implementeren van beleid, activiteiten en programma’s gericht op Kroaten in het buitenland (bijvoorbeeld op het gebied van nationaliteit, cultuur, onderwijs, remigratie en ondernemen). De Raad bestaat uit 55 benoemde leden voor een periode van vier jaar (negen leden uit Bosnië-Herzegovina, zeventien leden vanuit Kroatische minderheden en 29 leden vanuit de Kroaten in het buitenland). Het lidmaatschap is honorair en onbezoldigd. Tot slot tracht de Strategie de bovengenoemde wijzigingen en de bestaande diplomatieke dienst meer op elkaar af te stemmen, door deze laatste deels te hervormen en in te richten ten behoeve van

24


de relaties met de Kroaten in het buitenland. Losstaand van de Strategie, maar toch noemenswaardig, is de aankondiging van de Kroatische overheid een speciale dag per jaar in het leven te roepen, de zogenaamde ‘Dag van de Kroaten in het Buitenland’.

PORTUGAL  29 Portugal is een parlementaire republiek met gescheiden w ­ etgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. De Assembleia da República, het Portugese parlement, bestaat uit 230 leden (de grondwet spreekt enkel van een marge van 180 tot 230 zetels) en wordt elke vier jaar opnieuw gekozen. Portugal heeft ongeveer 10,5 miljoen ­inwoners. Daarnaast zijn er naar schatting 5 miljoen Portugezen die in het buiten­land wonen – oftewel circa 30 procent van het totaal (15,5 ­miljoen). Sinds 1986 maakt Portugal deel uit van de Europese Unie (toen nog Europese Economische Gemeenschap geheten). De huidige stabiele democratische periode is van recente datum. Bijna de helft van de twintigste eeuw leefde Portugal onder de dictatuur van Salazar-Caetano (1926-1974). Er kwam een einde aan het autoritaire bewind van Salazar-Caetano tijdens de Anjerrevolutie in 1974, die met de nieuwe grondwet van 1976 de opening naar de democratie inluidde. In de jaren ervoor, met name gedurende de laatste vijftien jaar van de dictatuur, waren grote groepen Portugezen uit onvrede met of angst voor het regime geëmigreerd. De schattingen van de aantallen emigranten in deze jaren lopen op tot 2,5 miljoen (op een totale bevolking in die tijd van nog geen 9 miljoen), veelal opterend voor onder meer Frankrijk, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Brazilië en Venezuela. Met de geleidelijke verankering van de democratie in Portugal zijn eveneens de (kies)rechten voor Portugezen in het buitenland vastgelegd en uitgebreid. 29 Bronnen Portugal: Nuno Piçarra & Ana Rita Gil, Country Report: Portugal, EUDO Citizenship Observatory (November 2012); Marina Costa Lobo, Portugal: extended voting rights and decreasing participation, International IDEA/IFE, 2007; Peter J. Spiro, Dual citizenship as human right, Oxford University Press and New York University School, 2010; Schweizerische Eidgenossenschaft, Die portugiesische Bevölkerung in der Schweiz, augustus 2010; Lidia Núñez, Electoral System Change in Europe since 1945: Portugal, 2011; www.ine.pt, http://www.osce.org/odihr/elections/portugal/38231, http://www.embassyportugal.se/index.php?option=com_content&view=article&id=105&Ite mid=127&lang=en, www.portugal.gov.pt, www.en.parlamento.pt en http://portuguese-diaspora-studies.com/index.php/ijpds/index.

25


Kiesdistricten voor Portugezen buiten Portugal De Assembleia wordt gekozen via een stelsel van evenredige vertegen­ woordiging in combinatie met districten. Er zijn 22 kiesdistricten: achttien op het vasteland, één op Madeira en één op de Azoren, één voor de Portugezen in Europese landen en één voor Portugezen elders in de wereld. De laatste twee ‘buitenlandse’ kiesdistricten zijn met de grondwet van 1976 gecreëerd met het oog op de vele Portugezen die gedurende de Salazar-Caetano-dictatuur naar het buitenland zijn gegaan, waarna hun stemrecht werd ontnomen. Zij hebben elk twee afgevaardigden in het parlement (vier in totaal); voor de ­overige kiesdistricten hangt het aantal afgevaardigden af van het aantal ­inwoners. De reden dat de twee buitenlandse districten buiten dit ­systeem vielen (het systeem van x-aantal afgevaardigden per y-aantal inwoners), was dat men vreesde dat anders het hoge aantal Portugese emigranten tot een relatief groot aantal parlementariërs zou leiden – iets wat als oneerlijk beschouwd werd nu deze groep niet in Portugal zelf woonde. 30 Ondanks het feit dat parlementariërs vanuit een bepaald district gekozen worden, vertegenwoordigen alle Portugese parlementariërs – dus ook de vier ‘buitenlandse’ parlementariërs – álle Portugezen, dus niet enkel hun eigen districtsachterban. Volgens de huidige Portugese Consul in Boston, José Caroço, moet het instellen van deze vier ‘buitenlandse’ zetels in de context van die tijd worden geplaatst, met de erbij gewenste economische, demografische, democratische en diplomatieke voordelen. “Nowadays, it is a formidable economic ­network”, zo bevestigde de Consul in een telefonisch interview. 31­ De vier gekozen parlementariërs hoeven niet in het buitenland te wonen en kiezen er veelal voor om zich in Portugal te vestigen. Hun bijzondere achterban dwingt hen uiteraard wel tot veelvuldig reizen en het in behandeling nemen van zaken die met name de Portugezen in het buitenland betreffen, zoals nationaliteit, gezondheidszorg, ­pensioenen, onderwijs en belastingen. In de afgelopen decennia is de Portugese grondwet meerdere keren 30 Met uitzondering van de twee buitenlandse districten maakt Portugal voor de verdeling van parlementszetels gebruik van de zogenaamde methode-D’Hondt, zie ook http://www.eerstekamer.nl/begrip/delegaties_interparlementaire. 31 Telefonisch interview met de heer José Caroço, Consul-Generaal van Portugal gevestigd te Boston, Verenigde Staten (20 september 2013).

26


gewijzigd ten voordele van de invloed van de Portugese burger in het buitenland, met name voor wat het stemrecht betreft. Het aantal ­verkiezingen waarvoor de buitenlandse burger mocht stemmen werd geleidelijk uitgebreid, bijvoorbeeld voor de verkiezingen van het Europees Parlement, nationale referenda en presidentsverkiezingen. Leidend is hierbij artikel 14 van de grondwet: “Portugese burgers die in het buitenland verblijven of ­woonachtig zijn, genieten in de uitoefening van hun rechten en plichten de bescherming van de staat voor zover deze niet onverenigbaar zijn met hun afwezigheid.” Om op die bescherming aanspraak te kunnen maken, moet er wel sprake zijn van een daadwerkelijke ‘band’ met de Portugese gemeenschap in Portugal, zo wordt in artikel 121 van de grondwet bepaald. In 2005 is deze verplichting door middel van een aantal criteria nader uitgewerkt. 32 De emigrant moet: a) niet langer dan vijftien jaar in een EU-land of in een Portugeessprekend land gewoond hebben; b) niet langer dan tien jaar in een ander land gewoond hebben; c) of in de afgelopen vijf jaar minstens dertig dagen in Portugal hebben verbleven, en kunnen bewijzen dat hij/zij Portugees spreekt.

Overige organen ten behoeve van Portugezen in het ­buitenland Op regeringsniveau zijn er nog twee andere organen te noemen die zijn ingesteld met het oog op de Portugezen in het buitenland, te weten de Raad van de Portugese Gemeenschappen in het Buitenland en de Staatssecretaris voor de Portugese Gemeenschappen in het Buitenland. In 2007 is de Raad van de Portugese Gemeenschappen in het Buitenland opgericht, die als doel heeft de Portugese overheid van gevraagde en ongevraagde adviezen te voorzien betreffende emigratie­vraagstukken en zaken die Portugezen in het buitenland aangaan. De Raad, die jaarlijks twee keer bijeenkomt, bestaat uit 32 Wet no. 5/2005 van 8 september 2005.

27


73 leden, waarvan 63 direct gekozen en tien benoemd. Opvallend is dat er in de Raad (die immers door de overheid is ingesteld) geen ‘eigen’ ambtenaren onder de tien benoemde leden zitten, en dat er zelfs leden met een Portugese achtergrond in de Raad zitten. Elk lid heeft een mandaat voor vier jaar. Daarnaast kan de Portugees in het buitenland ook op ander regerings­niveau (in)direct invloed uitoefenen. De Portugese regering heeft een speciale Staatssecretaris voor de Portugese Gemeen­­ schappen in het Buitenland, die ressorteert onder het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de meest belangrijke spreekbuis van de regering is naar de Portugezen in het buitenland. 33 Uit hoofde van de functie legt hij/zij veel bezoeken af bij Portugezen en Portugese gemeenschappen in het buitenland, waarbij hij/zij een verbindende, diplomatieke en bedrijfslevenstimulerende rol vervult.

ZWITSERLAND  34 Zwitserland, dat bekendstaat om zijn directe democratie en gedecentraliseerde besluitvorming, is een federale republiek (Confederatie) en kent een zeer hoge mate van directe democratie (referenda), ­wellicht het meest uitgebreide systeem ter wereld. Zo moet in geval van een grondwetswijziging een referendum worden gehouden, waarbij de mening van de Zwitsers de doorslag geeft. Het land is opgedeeld in 26 kantons, welke weer verdeeld zijn in gemeenten. De volks­ vertegenwoordiging bestaat uit de Nationale Raad (200 leden) en de Kantonsraad (46 leden; twee leden voor elk van de twintig kantons en één lid voor elk van de zes zogenaamde ‘halfkantons’). De Zwitserse regering heeft zeven leden, met een jaarlijks roulerende federale president. Ongeveer 6,5 miljoen Zwitsers wonen in Zwitserland, uit een totale bevolking van circa 8 miljoen. De officiële talen in Zwitserland zijn Duits, Frans, Italiaans en Reto-Romaans. Met name in de periode vóór de Tweede Wereldoorlog kende Zwitserland meer emigranten 33 De huidige Staatssecretaris voor de Portugese Gemeenschappen in het Buitenland is de heer José Cesário. 34 Bronnen Zwitserland: www.swissworld.org, www.aso.ch, www.swissinfo.ch, www.schweizerclubsniederlande.com, www.swisscommunity.org, www.admin.ch en www.prodemos.nl.

28


dan immigranten, veelal trachtend te ontsnappen aan de armoede in eigen land. Mede door deze vroegere emigratiegolf woont momenteel 11 procent van alle Zwitsers ter wereld in het buitenland (715.000), overwegend in Frankrijk, Amerika, Duitsland, Italië en Azië (de zgn. Auslandschweizer). Deze cijfers zijn geen schattingen: Zwitserland kent een registratieplicht bij emigratie – men moet zich in het nieuwe thuisland bij het dichtstbijzijnde consulaat of de dichtstbijzijnde ambassade melden ter registratie.

Vertegenwoordiging voor en door Zwitsers in het b ­ uitenland Juist met het oog op deze grote groep emigranten werd in 1916 (!) door het Neue Helvetische Gesellschaft de ‘Organisatie voor BuitenlandZwitsers’ opgericht (Duits: ‘Auslandschweizer-Organisation’ (ASO), Frans: ‘l’Organisation des Suisses de l’étranger’ (OSE)). Het oorspronkelijke doel was deze emigranten, die soms hun hele hebben en houden in het buitenland verloren hadden, te ondersteunen bij terugkeer naar Zwitserland. Daarnaast werd het van belang geacht om de connecties van Zwitserse emigranten met hun thuisland te versterken en hen in staat te stellen een meer actieve rol te spelen in het leven in Zwitserland. Niet lang hierna vond het eerste Congres voor Buitenland-Zwitsers plaats (Duits: Auslandschweizer-Kongress), een nog steeds jaarlijks terugkerend evenement. In de daaropvolgende decennia verwierf de ASO meer macht en status. De ASO, die kan bestaan dankzij de inmiddels ruim 750 Zwitserse clubs, verenigingen en instituten wereldwijd, bestaat uit de zogenaamde Auslandschweizerrat (de Raad voor buitenlandZwitsers), een bestuur en een secretariaat. De Raad wordt gevormd door 120 gedelegeerden uit het buitenland en twintig binnenlandse gedelegeerden. Om vanuit het buitenland te kunnen worden gekozen, moet men aangesloten zijn bij een buitenlandse Zwitserse vereniging of organisatie. 35 Hoe groter de buitenlandse Zwitserse vereniging of organisatie is, hoe meer gedelegeerden deze mag leveren. De binnenlandse gedelegeerden zijn vertegenwoordigers uit de politiek, wetenschap en cultuur, en velen onder hen hebben zelf eerder buitenlandervaring 35 Binnen de ASO is momenteel discussie om deze voorwaarde van lidmaatschap van één van de buitenlandse verenigingen of organisaties te laten vallen en het lidmaatschap daarmee open te stellen voor elke Zwitser die in het buitenland woont.

29


opgedaan. Zowel de Raad als het bestuur wordt voor een periode van vier jaar gekozen. 36 De Raad wordt het ‘parlement van het Vijfde Zwitserland’ genoemd – een verwijzing naar de vier officiële talen die in Zwitserland zelf worden gesproken – en komt twee maal per jaar in Zwitserland bijeen. Het lidmaatschap van de ASO is onbezoldigd en vergoedingen worden nauwelijks geboden. In 1966 werd in de Zwitserse grondwet een bepaling opgenomen die voorschrijft dat de Confederatie de betrekkingen van de Zwitsers in het buitenland onderling en tot Zwitserland moet bevorderen, en dat de Confederatie organisaties kan ondersteunen die dit als doelstelling hebben. 37 De financiering van de ASO bestaat voor twee derde uit private ­bron­­nen (o.a. fondsenwerving, advertenties, organisatie van jonge­ ren­kampen in Zwitserland voor Zwitsers in het buitenland) en voor een derde uit subsidie van de Staat. 38

Mandaat ASO De ASO vertegenwoordigt de belangen van Zwitsers in het buitenland tegenover de Zwitserse regering en is een zowel onafhankelijke, nongouvernementele als politiek en religieus neutrale organisatie. Naast een algemeen vertegenwoordigingsmandaat stimuleert de ASO goede betrekkingen tussen de Zwitsers in het buitenland en hun banden met Zwitserland. Teneinde deze rol goed te vervullen, informeert én adviseert de ASO alle Zwitsers in het buitenland over (Zwitserse) zaken die hen aangaan. Verscheidene diensten worden geboden, bijvoorbeeld op gebied van onderwijs, nationaliteit, (elektronisch) stemrecht, pensioenen en verzekeringen. Naast een eigen informatieblad, dat onder de buitenlandse Zwitserse verenigingen en organisaties wordt verspreid, geeft de ASO samen met de Confederatie Schweizer Revue uit. Dit blad wordt aan alle Zwitsers in het buitenland gestuurd die zich hebben geregistreerd en behoort met een oplage van circa 400.000 exem­ plaren (in vijf talen) tot de grootste bladen van Zwitserland. Via de website van de ASO kan men tot in detail over zaken als emigratie, 36 In 2013 zijn de nieuwe Raad en het nieuwe bestuur geïnstalleerd; een eerste bijeenkomst vond plaats in augustus 2013 in Davos. Zie ook http://www.swissinfo.ch/ger/politik_schweiz/ Auslandschweizer-Gesetz_braucht_noch_Feinschliff.html?cid=36672894. 37 Artikel 40 grondwet (Bundesverfassung der Schweizerischen Eidgenossenschaft). 38 Interview met Rudolf Wyder, voorzitter van de ASO, uitgevoerd door stagiaire Sanne Bosmans, studente aan de universiteit van Tilburg, International Business Administration.

30


belastingen, sociale verzekeringen en remigratie lezen. In de afgelopen decennia heeft de ASO door actieve lobby diverse verworvenheden op haar naam mogen schrijven, onder andere op het gebied van stemrecht, sociale verzekeringen en gezondheidszorg.

Band met Zwitserland Net zoals onder andere Portugal heeft Zwitserland nagedacht over wat een ‘band’ met het eigen land moet inhouden (Zwitserland spreekt van een ‘nauwe verbondenheid’). Zo mogen ex-Zwitsers die bij de ­aanvaarding van een andere nationaliteit hun Zwitsers burgerschap verloren hebben opnieuw Zwitser worden wanneer ze: • geregeld op bezoek gaan in Zwitserland; • in nauw contact staan met Zwitserse clubs in het buitenland; • nauwe contacten hebben met personen die in Zwitserland wonen; • in staat zijn in een nationale taal van Zwitserland of een Zwitsers dialect te communiceren. Wanneer één van deze voorwaarden ‘zeer sterk’ wordt vervuld, kan een nauwe verbondenheid vastgesteld worden, ook bij het ontbreken van de vervulling van de andere criteria. 39

Economische meerwaarde ‘Vijfde Zwitserland’ Met de hedendaagse globalisering is de Zwitserse regering er goed van doordrongen dat het ‘Vijfde Zwitserland’ ook een sterke economische waarde heeft. Op het 91ste congres van de Auslandschweizer in ­augustus 2013 stelde regeringslid (Bundesrätin) Eveline WidmerSchlumpf dat de Zwitsers in het buitenland één van de troeven vormen die de regering ter beschikking heeft in de huidige globale concurrentie. 40 Op de website van de ASO kan men in een video zien dat de Zwitser Peter S. Kaul, Honorair Consul voor Zwitserland in Duitsland, de Zwitsers in het buitenland kenschetst als “een onge­ slepen diamant”. 39 Voor meer literatuur over burgerschap, dubbele nationaliteit en politieke rechten van ­burgers in het buitenland, zie Dual Citizenship as Human Right, Peter J. Spiro, Oxford University Press, 2010 en Perfecting Political Diaspora, Peter J. Spiro, University of Georgia Law School, 2006. 40 http://www.tagesanzeiger.ch/schweiz/standard/ WidmerSchlumpf-preist-Auslandschweizer-als-Truempfe-/story/22220721.

31


32


Deelconclusies (I)

Niet alle begin is fraai. De oorsprong van het opzetten van inter­ nationale verbanden voor en in samenwerking met de burgers in het ­buitenland — waarna uiteindelijk onder andere aparte Kamerzetels voor de burgers in het buitenland volgden — schuilt bij de hiervoor genoemde landen veelal in een hoge mate van nationalistisch gedrag en behoudscultuur, soms gecombineerd met opportunistische ­kortetermijn­politiek. Voor wat dit laatste betreft hebben recente ­voorbeelden laten zien dat ook stemmers in het buitenland wel degelijk in kort tijdsbestek van politieke kleur kunnen wisselen. Interessant is te zien hoe gaandeweg, soms over een periode van decennia lang, de opbouw van rechten van burgers in het buitenland plaatsvond, in samenhang met een geleidelijke erkenning van de ­culturele, linguïstieke en economische waarde van de bevolking in het buitenland. Met name waar het de uitgesproken waardering van de economische (meer)waarde van de burgers in het buitenland voor het land van herkomst zelf betreft – bijvoorbeeld de toegevoegde waarde van de inmiddels gevestigde internationale economische ­netwerken – zijn in alle hiervoor genoemde landen duidelijke en recente voorbeelden te vinden. In tegenstelling tot Frankrijk, Italië, Kroatië, Portugal en in mindere mate Zwitserland kent Nederland geen systeem van aparte politieke vertegenwoordiging van de eigen burgers in het buitenland. Hoe zit het met de vermeende economische (meer)waarde van Nederlanders in het buitenland voor Nederland zelf? Valt deze, al dan niet deels, te kwantificeren? Zo ja, op basis van welke bronnen? Om hoeveel Nederlanders gaat het precies, en waar zitten ze verspreid over de wereld? In het volgende hoofdstuk wordt nader op deze vragen ingegaan.

33


Hoofdstuk 2

34


Economische (meer)waarde van Nederlanders in het ­buitenland voor Nederland zelf Aan de hand van vijf indicatoren zal in dit hoofdstuk de stelling getoetst worden dat Nederlanders in het buitenland van economische (meer)waarde zijn voor Nederland zelf. De stelling valt in twee vragen uiteen, namelijk waar de meeste Nederlanders in het buitenland wonen en met welke landen Nederland de sterkste economische banden heeft. Voor een toelichting op het begrip ‘economische (meer) waarde’, direct dan wel indirect, en een verdere verantwoording van het bronnenonderzoek van dit hoofdstuk wordt verwezen naar Annex I. De vijf indicatoren – zijnde bevolkingsaantallen, verkiezingsregistratie, emigratie, handel en toerisme – worden, al dan niet in samenhang, hierna achtereenvolgens besproken. De uiteindelijke selectie van landen die qua aantallen Nederlanders in combinatie met de internationale handelsbalans voor Nederland het meest belangrijk zijn, wordt in Annex II kort cijfermatig toegelicht.

VIJF INDICATOREN: BEVOLKINGSAANTALLEN, VERKIEZINGS­­R EGISTRATIE, EMIGRATIE, HANDEL EN TOERISME Indicatoren 1 en 2: bevolkingsaantallen en verkiezings­registratie In september 2012 vonden in Nederland (vervroegde) Tweede Kamerverkiezingen plaats. Het landelijk opkomstpercentage lag rond 75 procent, een kleine vermindering ten opzichte van de verkie­ zingen ervoor in 2010. 41 Vanuit het buitenland konden enkel die Nederlanders stemmen die zich expliciet hadden geregistreerd (een 41 https://www.kiesraad.nl/nieuws/ officiele-uitslag-tweede-kamerverkiezing-12-september-2012.

35


verplichting die bij iedere verkiezing opnieuw geldt om te mogen stemmen en die gemakkelijk per ongeluk vergeten wordt of waar men vaak te laat aan denkt): uiteindelijk waren dit er ongeveer 50.000, circa 10 procent van het totaal aantal geschatte stemgerechtigde Nederlanders in het buitenland. 42 In november 2013 informeerde de regering het parlement dat “er sprake van een lichte toename van het aantal kiezers [is] dat vanuit het buitenland deelneemt (4% t.o.v. 2012)”. 43 Opgemerkt moet worden dat Nederlandse emigranten zich niet bij de Nederlandse overheid hoeven te registreren bij emigratie (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Zwitserse emigranten, waarvan de Zwitserse overheid precies weet hoeveel het er zijn): na ‘uitschrijving uit Nederland’ is er dus geen officiële registratie van Nederlandse emigranten. Dit is de reden waarom veelal met schattingen moet worden gewerkt. 44 Onder het aantal geregistreerde Nederlanders in het buitenland voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 (50.000) lag vervolgens de opkomst minstens rond de 36.000, oftewel 72 procent. 45 Uitgaande van het aantal geschatte stemgerechtigde Nederlanders in het buitenland kan dus gesteld worden dat slechts 7 procent van de Nederlanders in het buitenland in 2012 een geldige stem heeft ­uitgebracht. In haar brief schetst de regering een positiever beeld en claimt ze een opkomstpercentage van 89 procent (“berekend op basis van het aantal verzonden stembescheiden”). 46 De problematiek van het (niet of moeilijk kunnen) stemmen vanuit het buitenland 42 http://www.intermediair.nl/weekblad/20121101/#22. 43 Brief regering inzake “Toegezegde nadere informatie n.a.v. het Algemeen Overleg verkiezings­aangelegenheden over effectiviteit voorlichtingscampagne kiezers buiten Nederland, over onderzoek internetstemmen en over naamgeving lokale politieke partijen Alkmaar bij 31142 – Verlenging Experimentenwet Kiezen op Afstand”, dinsdag 19 november 2013, Kamerstuk 31 142 Nr. 38 (Vergaderjaar 2013-2014). 44 Al jaren wordt gewerkt aan het mogelijk maken van een dergelijke ‘database’: het zogenaamde Programma Registratie Niet-Ingezetenen (RNI, http://www.programmarni.nl/). Een telefonisch interview van juni 2013 met het RNI leerde dat wordt ‘gehoopt’ het ­programma begin 2014 operationeel te hebben (telefonisch opnieuw bevestigd in november 2013). Daarmee zou een eerste aanzet kunnen worden gegeven tot het opbouwen van een dergelijke database van Nederlandse emigranten wereldwijd. 45 http://nos.nl/artikel/163661-alle-stemmen-zijn-geteld.html. Een aantal Nederlanders in het buitenland heeft via volmacht of in persoon in Nederland zelf gestemd. Zie ook voetnoot 43. 46 Zie voetnoot 43. Daarnaast geeft de bijlage bij de brief een goed overzicht van de inhoudelijke klachten van Nederlanders in het buitenland over het stemproces.

36


is een aparte discussie, die – hoe belangrijk ook – hier verder buiten beschouwing zal worden gelaten. 47 De cijfers van het aantal geregistreerde Nederlanders in het buitenland bij de vorige twee Tweede Kamerverkiezingen (2010 en 2012) geven een duidelijke eerste indicatie van waar de grootste concentraties Nederlanders wonen (tabel 1). Tabel 1: Geregistreerd aantal Nederlanders, opgesplitst per land, top 10. 2010 1. België 2. Duitsland 3. Frankrijk 4. Verenigd Koninkrijk 5. Verenigde Staten 6. Zwitserland 7. Spanje 8. Nederland (o.a. via BZ-post)* 9. Curaçao 10. Italië

9.265 7.901 5.314 2.653 2.488 2.362 2.247 1.036 965 823

2012 1. België 2. Duitsland 3. Frankrijk 4. Verenigde Staten 5. Verenigd Koninkrijk 6. Spanje 7. Zwitserland 8. Australië

8.253 8.012 5.126 2.819 2.502 2.187 2.172 918

9. Italië 10. Curaçao

742 672

* Nederlanders werkzaam op ambassades/diplomatieke posten die zich in 2010 via het postadres van Buitenlandse Zaken geregistreerd hebben. In 2012 heeft Bureau Verkiezingen deze groep Nederlanders anders geregistreerd (meestal via het woonland), waardoor deze categorie in 2012 uit de top 10 verdween (Bureau Verkiezingen, Den Haag). Bron: Bureau Verkiezingen, Den Haag

47 Stemmen vanuit het buitenland kan een zeer moeizaam proces zijn: om verschillende ­redenen gaat het vaak fout. Inmiddels is er een wetsvoorstel ingediend dat beoogt de mogelijkheid tot stemmen te vereenvoudigen, onder andere door elektronisch stemmen (Kamerstukken II, 2011-2012, 33 354); het Ministerie heeft aangegeven dit op te willen pakken (http://nos.nl/artikel/481570-plasterk-wil-elektronisch-stemmen.html). In Frankrijk heeft men inmiddels een eerste poging tot elektronisch stemmen per internet in de praktijk gebracht (http://www-cs-faculty.stanford.edu/~eroberts/cs181/projects/2006-07/electronicvoting/index_files/page0005.html). Het feit dat al gestemd moet worden terwijl de meest inhoudelijke en interessante dagen van de campagne in Nederland nog moeten komen, draagt er ongetwijfeld aan bij dat het bij velen nog niet ‘leeft’ op het moment dat er ten laatste vanuit het buitenland gestemd kan worden.

37


Het hiervoor genoemde beeld wordt grotendeels onderstreept door de cijfers die EUROSTAT heeft verzameld. De grootste concen­traties Nederlanders binnen de EU (dus met uitzondering van Zwitserland) bevinden zich achtereenvolgens in (top 10, jaar 2012, tenzij anders aangegeven): 1. Duitsland (145.706) 48; 2. België (141.191); 3. Spanje (52.980); 4. Verenigd Koninkrijk (45.597) – cijfer daterend uit 2005; 5. Frankrijk (35.518) – cijfer daterend uit 2003; 6. Italië (8.775); 7. Zweden (8.676); 8. Oostenrijk (6.676) – cijfer daterend uit 2009; 9. Denemarken (6.587); 10. Portugal (4.725) – cijfer daterend uit 2011. Voor de overige landen die in tabel 1 staan zijn enkel (soms ver­ ouderde) schattingen bekend: • Verenigde Staten: ruim 100.000 49; • Zwitserland: 30.000 50; • Curaçao: 5.000 51; • Australië: 90.000 52. Tot slot wonen er grote groepen Nederlanders in China en ZuidAfrika: ruim 10.000 53 respectievelijk 36.000 54 Nederlanders. 48 Volgens het Duits Bureau voor de Statistiek ligt het aantal nog hoger: 156.000 (http://www.dnhk.org/nl/niederlande/fakten/nederlanders-in-duitsland/). 49 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2008/20082599-wm.htm. De Nederlandse ambassade in Washington D.C. heeft desgevraagd per e-mail laten weten hierover geen cijfers beschikbaar te hebben. 50 http://www.nlclub.ch/. 51 http://www.lekkerwonenopdeantillen.nl/curacao/wonen-op-curacao/ en http://www.morends.com/cura%C3%A7ao.html. 52 http://www.australie.nl/nb/indexaus07_lang.html. 53 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Trade and Investment Relations between the Netherlands and China, 2013. 54 In 2001 woonden er ruim 40.000 Nederlanders in Zuid-Afrika volgens het CBS (http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2005/20051659-wm.htm). Per e-mail heeft het Consulaat-Generaal in Kaapstad laten weten geen officiële cijfers te hebben. Op basis van het aantal paspoortaanvragen wordt een (zeer conservatieve) inschatting gemaakt van circa 36.000 Nederlanders.

38


Indicator 3: emigratie Tabel 2, afkomstig uit Van Dalen en Henkens’ eerdergenoemde rapport Weg Uit Nederland, is relevant aangezien die een duidelijk beeld geeft van huidige emigratielanden voor wat autochtone Nederlandse emigranten betreft (herhaald zij dat de meerderheid van de emigranten allochtoon is, terwijl de meerderheid van de immigranten w ­ esters is – zie de Inleiding). Hieronder vallen overigens nog steeds de ‘tradi­ tionele emigratielanden’ (Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika). Tabel 2: Bestemming van alle autochtone Nederlandse ­emigranten in de periode 1999-2006. Aantal 1. België 2. Duitsland 3. Overig Europa (excl. Duitsland en België) Europa (totaal) 4. Traditionele emigratielanden* 5. Nederlandse Antillen en Aruba 6. Overige landen Totaal

Procentuele verdeling

37.635 30.447 54.736

21,2 17,1 30,8

122.818 26.208

69,1 14,7

9.730

5,5

19.066 177.822

10,7 100,0

* Traditionele emigratielanden zijn hier: VS, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Bron: Van Dalen en Henkens, 2008; gebaseerd op CBS-cijfers

De conclusie lijkt te zijn: hoe meer Nederlanders er in een bepaald land wonen, hoe hoger het aantal uitgebrachte stemmen vanuit dat land. Hoewel relevant, mag dit natuurlijk nauwelijks een verrassing zijn – interessant wordt het pas als ook een overzicht van de meest belangrijke handelslanden voor Nederland en internationale toerisme­cijfers ernaast worden gelegd.

39


Indicatoren 4 en 5: handel en toerisme De in 2012 voor Nederland belangrijkste handelslanden (import/ export, inclusief het percentage) zijn weergegeven in tabel 3. 55 Tabel 3: Belangrijkste handelslanden voor Nederland in 2012. Export 1. Duitsland 2. Overig EU 3. Rest van de wereld 4. België 5. Frankrijk 6. Verenigd Koninkrijk 7. Verenigde Staten 8. BRIC 9. Polen 10. Turkije

25% 19% 16% 12% 9% 8% 4% 4% 2% 1%

Import 1. Rest van de wereld 2. Duitsland 3. BRIC 4. Overig EU 5. België 6. Verenigde Staten 7. Verenigd Koninkrijk 8. Frankrijk 9. Polen 10. Turkije

23% 17% 15% 14% 10% 7% 7% 5% 1% 1%

Bron: Rijksoverheid

In 2012 kreeg Nederland bijna 12 miljoen buitenlandse toeristen op bezoek; een nieuw record. 56 Volgens het CBS bestaat er nog geen duidelijke (en recente) bron over het niveau van de bestedingen van deze toeristen. 57 Niettemin zouden de cijfers over de aantallen buiten­ landse toeristen zelf al van belang kunnen zijn: de vraag rijst of er overlap bestaat tussen de landen waar grote groepen Nederlanders wonen en de landen van waaruit de meeste buitenlandse toeristen naar Nederland komen. Een eerste indicatie hierbij is de (top 10) registratie van buiten­ landse gasten naar land van herkomst die in Nederlandse logies­ accommo­daties hebben verbleven (tabel 4).

55 http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/08/02/nederland-belangrijke-handelspartnervoor-alle-eu-landen.html. 56 Toerisme in Perspectief, NBTC Holland Marketing, juli 2013. 57 Toerisme en recreatie in cijfers 2012, CBS, 2012.

40


Tabel 4: Buitenlandse gasten in Nederlandse logies­ accommodaties naar land van herkomst, x 1.000. 2010 1. Duitsland 2.850 2. Verenigd Koninkrijk 1.560 3. België 1.260 4. Amerika (VS) 1.220 5. Overig Europa 1.130 6. Frankrijk 670 7. Azië 620 8. Italië 440 9. Spanje 440 10. Zwitserland 180 % van totaal 2010 (10.880) 95%

2011 1. Duitsland 2. Verenigd Koninkrijk 3. België 4. Amerika (VS) 5. Overig Europa 6. Azië 7. Frankrijk 8. Italië 9. Spanje 10. Zwitserland % van totaal 2011 (11.300)

2.980 1.510 1.350 1.320 1.190 690 670 440 430 200 95%

Bron: CBS, bewerkt

De rangorde die hieruit volgt is voor 2010 nagenoeg dezelfde als voor 2011 – met een iets hogere notering van Azië in 2011. Ook in 2012 laat Azië opnieuw een stijging zien, zo concludeert het NBTC: “De groei van het aantal intercontinentale gasten naar Nederland was het grootst vanuit China en Japan (respectievelijk 26% en 23%).”  58 De Wereld Toerisme Organisatie (UNWTO) noteert eveneens een sterke stijging van toerisme vanuit China: “China became the number one source market in the world in 2012, spending US$ 1,042 billion in 2011.”  59 Een tweede indicatie voor een verband tussen enerzijds de landen waar grote groepen Nederlanders wonen en anderzijds de landen van waaruit de meeste buitenlandse toeristen naar Nederland komen, is de (top 10) registratie van het aantal overnachtingen van buitenlandse gasten naar land van herkomst in Nederlandse logiesaccommodaties (immers, hoe langer het verblijf in Nederland, hoe meer de Nederlandse economie hiervan profiteert). Voor 2010 en 2011 komt 58 Toerisme in Perspectief, NBTC Holland Marketing, juli 2013. 59 Tourism Highlights, 2013 Edition, World Tourism Organisation (UNWTO), 2013.

41


hier een identieke rangorde naar voren. Daarnaast zijn de landen/ werelddelen die in tabel 4 en 5 worden genoemd eveneens dezelfde. Tabel 5: Overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederlandse logiesaccommodaties naar land van herkomst, x 1.000. 2010 1. Duitsland 10.400 2. België 3.200 3. Verenigd Koninkrijk 3.020 4. Overig Europa 2.290 5. Amerika (VS) 2.220 6. Frankrijk 1.350 7. Azië 1.150 8. Italië 900 9. Spanje 890 10. Zwitserland 370 % van totaal 2010 (26.800) 96%

2011 1. Duitsland 10.760 2. België 3.460 3. Verenigd Koninkrijk 2.910 4. Overig Europa 2.440 5. Amerika (VS) 2.320 6. Frankrijk 1.300 7. Azië 1.280 8. Italië 910 9. Spanje 870 10. Zwitserland 430 % van totaal 2011 (27.740) 96%

Bron: CBS, bewerkt

Op basis van de tabellen 4 en 5, in combinatie met zowel de ­grootste groepen Nederlanders die in het buitenland wonen als de grootste aantallen verkiezingsregistraties, kan er een hoge mate van o­ verlap worden geconstateerd voor België, China, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Zwitserland.

China en Zuid-Afrika Afgaande op de handels- en toerismecijfers kan men niet om de zogenaamde BRIC-landen heen (Brazilië, Rusland, India en China): alle vier zijn ze belangrijk voor de internationale handel van en het ­toerisme naar Nederland. China valt om twee redenen in deze groep duidelijk op. In de Internationalisation Monitor van 2012 geeft het CBS aan: “Although the majority of Dutch trade is with other European countries, imports coming from BRIC-countries continue to

42


grow. Since 1996, imports from BRIC-countries quadrupled in size. In 2011, China was the third most important source of Dutch imports. BRIC countries are rapidly growing, also in terms of economic power, providing growth potential for Dutch exporters, which are somewhat lagging behind in entering these markets (compared to other EU-countries).”  60 Kortom, binnen de BRIC-groep legt China voor Nederland het meeste economische gewicht in de schaal. Ten tweede is bij de keus voor China meegewogen dat tegen de huidige tendens in (sluiting van Nederlandse consulaten in verscheidene landen 61) hier onlangs nog een nieuw consulaat is geopend. 62 Tot slot is ook Zuid-Afrika meegenomen, vanwege de sterke ­historische banden met Nederland, het grote aantal Nederlanders dat er woont (één van de traditionele emigratielanden), alsmede de economisch belangrijke positie die het land voor Nederland heeft: “the Netherlands [are] South Africa’s third largest trading partner in Europe and the seventh worldwide.”  63

60 Internationalisation Monitor, CBS (2012). 61 Op het laatste nippertje zijn recentelijk de consulaten in Antwerpen, Milaan, München en Chicago voor sluiting behoed: https://www.d66.nl/actueel/consulaten-blijven-open-bezuinigingen-gehalveerd/. 62 http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/06/11/nederland-opent-consulaat-generaal-inchongqing.html. 63 http://southafrica.nlembassy.org/doing-business/economic--trade-relations.html#.

43


Belangrijkste landen voor Nederland op basis van ­internationale handel en woonachtige Nederlanders Alle hiervoor genoemde bronnen combinerend – bevolkingsaantallen, verkiezingsregistratie, emigratie, handel en toerisme – en de histo­ rische relatie met Zuid-Afrika in ogenschouw nemend, is de volgende landenselectie tot stand gekomen (in alfabetische volgorde): 64 • Australië; • België ; • China; • Duitsland; • Frankrijk; • Italië; • Spanje; • Verenigd Koninkrijk; • Verenigde Staten; • Zuid-Afrika. Deze tien landen zijn in dubbel opzicht belangrijk voor Nederland, namelijk zowel voor de internationale handelsbalans als voor het aantal Nederlanders dat in deze landen woont. In Annex II worden de belangrijkste handelsgegevens en andere belangrijke gegevens van deze tien landen in relatie met Nederland verder toegelicht. 65

64 Canada, één van de traditionele emigratielanden van Nederlanders en een land waarmee de cultuurhistorische banden zeer hecht zijn, is niet opgenomen omdat er veel parallellen te trekken zijn met de relatie Verenigde Staten-Nederland, die wel is opgenomen. Nederland is de derde grootste investeerder in Canada en staat in de top 10 van Canada’s exportmarkten (zie http://ottawa.the-netherlands.org/binaries/content/assets/postenweb/c/canada/theembassy-and-consulates-kingdom-of-the-netherlands/import/you_and_the_netherlands/ you_and_canada/travel_advisory_canada_in_dutch/canada.pdf en http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/canada). Economische, culturele en historische parallellen tussen Australië, de VS en Canada in relatie tot Nederland zijn zeker te trekken (zie verder in dit hoofdstuk). 65 Het CBS hanteert als definitie voor internationale handel: “De waarde van door het buitenland aan Nederland en door Nederland aan het buitenland geleverde goederen. Bij invoer uit EU-landen is dit de waarde van de goederen inclusief vracht- en verzekeringskosten tot aan de Nederlandse grens. Bij invoer uit niet-EU-landen is dit de waarde inclusief vrachten ­verzekeringskosten tot aan de buitengrens van de Europese Unie. Bij uitvoer is dit de waarde, inclusief vracht- en verzekeringskosten, tot aan de Nederlandse grens.”

44


Deelconclusies (II)

De stelling van dit hoofdstuk luidt dat Nederlanders in het buitenland van economische (meer)waarde zijn voor Nederland zelf. Wanneer recente cijfers van bevolkingsaantallen, verkiezingsregistratie, ­emi­gratie, handel en toerisme worden samengevoegd, vergeleken en geanalyseerd (afzonderlijk zijn deze bronnen niet voldoende voor ­duiding), kan een aantal observaties worden gemaakt, die op recht­ vaardiging van de stelling wijzen. De eerste (brede) observatie luidt dat over het algemeen de grootste groepen Nederlanders in landen wonen die qua internationale handel zowel in relatieve als in absolute zin voor Nederland van zeer groot belang zijn. De directe link tussen handel en burgers in het buitenland werd voor de Verenigde Staten al eerder gelegd: “Immigrant links to the home country have a strong positive impact on exports and imports. [They] suggest a beneficial human-capital-type externality that enhances trading ­ opportunities between the host and home countries.” 66 Ten tweede is de wederkerige economische relatie van Nederland en land X waar van oudsher cultureel-historische banden mee bestaan vaak erg sterk. 67 Daarnaast is de wederkerige economische relatie van Nederland en land X waar zich een groot aantal Nederlanders bevindt ook erg sterk. De vierde observatie die kan worden gemaakt is dat de wederkerige economische relatie met relatief veel geografisch nabije

66 ‘Immigrant links to the home country: empirical implications for U.S. bilateral trade flows’, The Review of Economics and Statistics (1994), David M. Gould, MIT Press. Gould gebruikt een wiskundig economisch-analytisch model dat hier verder buiten beschouwing blijft. 67 Zie eveneens voetnoot 64 (Canada).

45


landen eveneens sterk is (zeer sterk voor België en Duitsland). Ten slotte kan worden gesteld dat (ruim) 95 procent van de buiten­ landse toeristen naar Nederland uit landen komt waar ook de g ­ rootste groepen Nederlanders leven. 68 Deze observaties leveren gezamenlijk een duidelijke aanwijzing op dat Nederlanders in het buitenland inderdaad voor Nederland zelf van economische (meer)waarde zijn — zo niet dat er een hoge mate van ­correlatie tussen die twee gegevens bestaat. 69 Waar Nederlanders gaan, ontstaat internationale handel voor Nederland zelf, zo lijkt de algemene gevolgtrekking. 70 China is daarbij een uitstekend ­voorbeeld: ondanks het ontbreken van een geografische nabijheid of culturele band, en met een pas recent toenemend aantal Nederlanders in China (de historische banden gaan wel terug tot de zeventiende eeuw, maar zonder grote aantallen Nederlanders ter plaatse), staat Nederland nu al op de tiende plaats van China’s belangrijkste handelspartners.

68 Zelfs met weglating van de landen(groepen) ‘Overig Europa’, ‘Azië’ en Zwitserland, die niet nader worden belicht, komt men nog op een percentage van 78 tot 85. 69 Hierbij zij herhaald dat tot verder economisch onderzoek in dit veld wordt opgeroepen. 70 In het licht van deze (economische) observatie is het opmerkelijk te moeten constateren dat de vorige regering heeft getracht het aantal mensen met dubbele nationaliteit (en dus ook Nederlanders in het buitenland) zo veel mogelijk te beperken, en dat ook de huidige regering weigert een versoepeling van de huidige regelgeving voor te stellen. Zie ook http://nederlanderblijven.com/2012/07/12/veelgestelde-vragen-faq-nieuwe-situatie/ en http://www.dutchnews.nl/columns/2013/04/eelco_keij_viva_la_reina.php.

46


Conclusies en aanbevelingen

Zowel vanuit het oogpunt van Nederland zelf als vanuit het oogpunt van Nederlanders in het buitenland verdient het aanbeveling dat Nederland aparte Kamerzetels voor Nederlanders in het buitenland instelt. Waar dit in verband met een noodzakelijke grondwets­wijziging (nog) niet mogelijk zou blijken, dient als overbrugging gedacht te worden aan een raadgevend orgaan richting het p ­ arlement, waar onder anderen Nederlanders in het buitenland onderdeel van zouden uitmaken (bij voorkeur gekozen, niet benoemd), zoals b ­ ijvoorbeeld in Zwitserland het geval is. Bij het Zwitserse model, dat op private leest is geschoeid, is er een duidelijke eigen (financiële) verantwoordelijkheid van de burgers in het buitenland geïmpliceerd, hetgeen de acceptatie­ graad in Zwitserland zelf wellicht heeft verhoogd. De komst van het internet, de steeds sneller voortschrijdende globa­ lisering, een nieuwe Nederlandse emigratiegolf (in bredere zin: sterke migratiebewegingen) en een sterk veranderend ­internationaal ­handelstoneel: Nederland wordt geconfronteerd met interna­tionale ontwikkelingen die grote gevolgen hebben voor het nationale ­landschap. Als open, afhankelijke en internationaal gerichte natie kan Nederland nu een kans benutten door een nieuw internationaal ­politiek-economisch netwerk op te richten. Andere landen, ook binnen Europa (Frankrijk, Italië, Kroatië, Portugal en Zwitserland), lopen op dit vlak vaak al decennia voor op Nederland en bejubelen inmiddels de toegevoegde economische waarde van wat ooit als louter politieke vertegenwoordiging begon. Het aantal burgers in het ­buitenland is daarbij indicatief, maar niet allesbepalend: als voorbeeld kan Frankrijk aangehaald worden — naar schatting woont een kleiner percentage van de Fransen buiten Frankrijk dan Nederlanders buiten Nederland. Het is ironisch te constateren dat veel Nederlanders in het buiten­ land zich niet of nauwelijks door Nederlandse politici begrepen

47


dan wel vertegenwoordigd voelen, terwijl er een hoge mate van ­correlatie bestaat tussen de internationaal-economische activiteit en ­inkomsten van Nederland enerzijds en de geografische locatie van de Nederlanders in het buitenland anderzijds. Op politiek, economisch en cultureel terrein zijn Nederlanders in het buitenland ontegen­zeggelijk van toegevoegde waarde voor Nederland zelf, ook al dragen ze vaak geen directe belastingen af aan Nederland. In tegenstelling tot de vroegere Nederlandse emigrant behoudt het merendeel van de ­huidige emigranten een band met Nederland, die voortdurend geactualiseerd wordt – bijvoorbeeld door te skypen, het lezen van de online krant en goedkope(re) tussentijdse bezoeken aan Nederland. Het zou niet meer dan een democratische vanzelfsprekendheid moeten zijn dat deze ­emigrant een vaste plaats krijgt in de Nederlandse politieke arena. Er dient een politieke vertaalslag van deze ‘ambassadeurspool’ te worden gemaakt. De sleutel om de aanwezige en veelzijdige ­potentie van Nederlanders in het buitenland voor Nederland zélf verder te benutten, ligt bij het opnemen van deze Nederlanders in het politieke machtsstelsel. Zowel in het parlement (Tweede en Eerste Kamer) als in de regering verdient het aanbeveling de belangen van Nederlanders in het buitenland als nieuwe portefeuille en machtsfactor te incorpo­ reren. In het geval van het parlement kan men denken aan het instellen van een Vaste Kamercommissie voor Nederlanders in het buitenland, waar het de regering betreft aan het instellen van een aparte staats­ secretaris. Op deze wijze kan een brug worden geslagen tussen twee werelden die de facto verweven zijn en elkaar nodig hebben. Naar schatting wonen er 700.000 tot ruim 1 miljoen Nederlanders in het buitenland. Het aantal stemgerechtigde Nederlanders in het ­buiten­land wordt geschat op 500.000. Op basis van de afgelopen v ­ erkiezingen komt dat neer op vijf tot zeven zetels in de Tweede Kamer, een aantal dat groot genoeg is om van invloed te kunnen zijn op coalitie­ onderhandelingen. Het exclusieve of ‘exotische’ van wonen in het ­buitenland is in korte tijd sterk aan erosie onderhevig geraakt: heel veel Nederlanders kennen tegenwoordig wel iemand binnen de ­ familie- of vriendenkring die in het buitenland woont. De ­discussie in 2011-2012 rondom de dubbele nationaliteit was en is voor veel

48


Nederlanders de lont in het kruitvat. De bewering dat dit internationale electoraat telkens op dezelfde partij(en) zou stemmen, wordt gelogen­ straft door de recente verkiezingservaringen in Italië en Frankrijk. Het electoraat in het buitenland is een kans voor alle ­politieke partijen. Voor wat het nieuw in te stellen aantal Kamerzetels betreft (dit kan, maar hoeft geen uitbreiding van het totaal aantal van 225 Kamerzetels te behelzen) zou gekeken kunnen worden naar een geografische verdeling van de wereld, zoals ook Frankrijk en Italië hebben gedaan. Er zou rekening moeten worden gehouden met de landen waar de meeste Nederlanders buiten Nederland zich bevinden. Het ver­ dient de voorkeur een vast aantal Kamerzetels te reserveren voor Nederlanders in het buitenland in plaats van een aantal dat afhanke­ lijk is van de opkomst per verkiezing: zo blijft er constante druk op de politieke partijen om met dit electoraat actief te communiceren. Het aantal te creëren zetels voor Nederlanders in het buitenland mag niet te groot worden in verhouding tot het overige aantal ‘nationale’ zetels en moet in redelijkheid en billijkheid worden vastgesteld. Voor ­oud-Nederlanders die gedurende de afgelopen decennia tegen hun zin en vaak onverwacht hun Nederlanderschap zijn kwijtgeraakt, moet een soepele terugkeerregeling naar het Nederlanderschap opgesteld worden. Hun band met Nederland en hun waarde voor Nederland zijn ­onverminderd groot. Nieuwe internationale uitdagingen vragen om nieuwe en werk­ bare oplossingen, ook al zijn ze schijnbaar niet volledig in lijn met het stelsel van evenredige vertegenwoordiging: een politieke mal mag geen beknelling voor de toekomst betekenen. Uiteraard zijn er ­elementen van een districtenstelsel verbonden aan het voorstel om aparte Kamerzetels in te stellen voor Nederlanders in het ­buitenland. Onderzocht moet worden hoe deze elementen in een juiste ­verhouding met het huidige bestaande stelsel gecombineerd kunnen worden. Overigens herbergt de huidige politiek de facto al langer een eigen­ schap van een districtenstelsel: de meeste, zo niet alle, politieke ­partijen kennen immers een informeel regionaal spreidingsbeleid in hun kieslijsten. Het is bovendien logisch dat elk gekozen Kamerlid vanuit het buitenland eenzelfde mandaat zou moeten krijgen als alle

49


andere Kamerleden, zonder (geografische) beperkingen, net zoals ­bijvoorbeeld in Frankrijk en Portugal het geval is. Het primaat voor deze discussie ligt bij de politiek. Met het oog op de aankomende verkiezingen voor het Europees Parlement (2014), waarbij Nederlanders in het buitenland mogen stemmen, ligt hier voor het parlement en politieke partijen een goede gelegenheid om hen een signaal van toenadering te sturen, de eigen economie nieuwe kansen te bieden en de veranderende tijden te erkennen. Of, om het met de woorden van Thomas Jefferson, de derde president van de Verenigde Staten, te zeggen: “(…) with the change of circumstances, institutions must advance also to keep pace with the times.”

Eelco Keij, 2014

50


Dankwoord

Het concept ‘self-made man’ is mij altijd als gekunsteld voorgekomen: zonder inspiratie, inzicht en andere vormen van geboden mentale infrastructuur kan niemand iets volledig in zijn of haar eentje opbouwen. Hetzelfde geldt voor dit manifest. Na mijn internationale campagne als kandidaat-Kamerlid in 2012 was het Kay van de Linde die me suggereerde om de Nederlanders in het buitenland, via een boek of anderszins, een ‘stem te geven’. Dat was de aanzet. Een zoektocht volgde, in de vorm van gesprekken, interviews, bronnenonderzoek, discussies en klankbordsessies. Veel hulp werd geboden. Hiervoor mijn oprechte dank aan de volgende personen en organisaties, in willekeurige volgorde (en met excuses aan degenen die abusievelijk zijn weggelaten): Tihana Bartulac Blanc, Martim Faria e Maya, Johan Valentijn, Worldconnectors, het geheimzinnige team achter NederlanderBlijven.com, Tony en Etty van Rijn, Alexander Rinnooy Kan, Rick van der Woud, Berend de Vries, Sander Raaymakers, Flip van Dyke, Susanne Mooij, Hermie de Voer, Thijs van de Woestijne, Hans Anker, Martin Olde Monnikhof, Helena Sprenger, Marietje Schaake, Kène Henkens, Mirjana Krstiˇcevi´c, Koen Davidse, Massimo Bernacconi, Joan Bischoff van Heemskerck, Peter J. Spiro, mijn zus Inger en mijn broers Ferdinand en Wilbert, Boris Dittrich, Harry van Dalen, Ans Vollering, Frans Andriessen, Esther Beneder, Peter van Gool, Egbert Verweij, Ina Post, Jan Joosten en Brunhilde Vergouwen, Rudolf Wyder, Joël van der Beek, Andreas Kolodziejak, Gemma Bakx, Sweder van Wijnbergen, Robert Farla, Rimke de Groot, Arend van Dam, Jean-Michel Lafleur, Frédéric Lefebvre, José Caroço, Freek van Krevel, Natalia Mirkovi´c, Dragan Zeli´c, Dulce Maria Scott, Bonnie Horbach, Olav Haazen, Stephan Raes en Charles Groenhuijsen. Heel speciale dank gaat uit naar een aantal personen. Ten eerste Shaima Shahin en Sanne Bosmans, die me als stagiaires hebben 51


ondersteund in het onderzoek. Mariëlle van Oort bood hen via haar bedrijf Van Oort & Van Oort werkruimte en een stimulerende omgeving aan, net zoals Vincent Ketelaars mijzelf bij het bedrijf ERAC BV werkruimte en inhoudelijke feedback verschafte tijdens de warme Nederlandse zomertijd. Dank! Tom Bijvoet van Mokeham Publishing Inc. in Canada verdient vermelding voor zijn betrokkenheid bij het project in de allereerste fase. Peter en Audrey Denton namen af en toe de zorgen voor de kinderen op zich, zodat er doorgeschreven kon worden. Goede buur John van Schaik ondersteunde me met koffie en tegenspraak, terwijl zijn vrouw Judith Matloff me ideeën gaf voor de structuur. Seb van der Kaaden van Uitgeverij Personalia ben ik uitermate erkentelijk voor zowel de publicatie van dit manifest als de geduldige en kritische houding gedurende het schrijfproces. Grafisch ontwerpers Martijn Deurloo en Lior van Olphen verdienen alle lof voor – opnieuw! – een mooie vorm van creatieve samenwerking. Eleonore Speckens en Hanny Veenendaal vervolmaakten het geheel uiteindelijk met een professionele vertaling. Tot slot: mijn kinderen Quintus en Siebo, omgeven door een mengeling van culturen waar ze zich schijnbaar moeiteloos in weten voort te bewegen, zijn een grote bron van inspiratie geweest – en dat zijn ze tot op de dag van vandaag. Mijn vrouw Tracey ben ik onmetelijk veel dank verschuldigd voor haar geduld en begrip tijdens dit tijdrovende en soms geïsoleerde proces. Zelf kom ik uit een volledig ‘Nederlands’ gezin, maar wel een gezin dat altijd internationaal georiënteerd is geweest – zowel in talen als in reizen. Mijn ouders Adrie en Ada Keij zijn voor mij, mijn broers en mijn zus de stuwende kracht geweest in waar we nu staan. Daarnaast hebben ze de volledige redactie van het manifest ter hand genomen alvorens de uitgever ermee aan de slag kon, waardoor ik behoed ben voor fouten tijdens het schrijfwerk, terwijl de scherpte van de pen verdedigd bleef. Woorden in het Nederlands schieten tekort, dus dan maar in het Tilburgs: dègge bedankt zèèt dè witte.

Eelco Keij, 2014 New York/Berkel-Enschot

52


Annex I Economische (meer)waarde als begrip en verantwoording ­bronnenonderzoek Hoofdstuk 2 Economische (meer)waarde als begrip De stelling dat Nederlanders in het buitenland van economische (meer)waarde zijn voor Nederland zelf roept onmiddellijk de vraag op wat economische (meer)waarde als begrip inhoudt. Voor zover bekend, ontbreekt in de literatuur een duidelijke definitie van economische (meer)waarde in dit verband. 71 In de meest brede betekenis vallen begrippen als cultuur, taal en kennis net zozeer onder economische waarde als ‘harde’ cijfers inzake belastingen en internationale handel. “Immigrant ties include knowledge of home-country markets, language, preferences, and business contacts that have the potential to decrease trading transaction costs”, schreef David M. Gould al in 1994. 72 Niettemin zijn dit veelal waarden die niet of nauwelijks te meten zijn.

Directe en indirecte economische (meer)waarde De meest directe (meer)waarde van Nederlanders voor Nederland valt redelijkerwijs uit te drukken in belastingwaarde. Ruwweg zijn Nederlanders in het buitenland in twee groepen te verdelen: enerzijds zij die belasting betalen aan Nederland en daarmee op directe wijze van (meer)waarde zijn voor Nederland (de traditionele ‘expats’, al dan niet tijdelijk uitgezonden door een in Nederland gevestigd bedrijf 73) en anderzijds zij die belasting betalen aan het (andere) land waar ze woonachtig zijn. Voor wat de eerste groep betreft is de directe 71 Geïnterviewde Nederlandse economen gaven verschillende interpretaties van ‘economische (meer)waarde’, zoals “de voordelen en positieve gevolgen voor de Nederlandse economie”. Met dank aan Prof. Dr. Sweder van Wijnbergen, Prof. H.P. Van Dalen, de heer Joël van der Beek, Dr. A. Vollering en de heer A. Kolodziejak. Alle interviews zijn uitgevoerd door stagiaire Shaima Shahin, studente aan de Hogeschool Rotterdam (Rotterdam Business School). 72 ‘Immigrant links to the home country: empirical implications for U.S. bilateral trade flows’, The Review of Economics and Statistics (1994), David M. Gould, MIT Press. 73 Diplomaten vallen daarmee niet onder de definitie van ‘expat’.

53


economische waarde voor Nederland eenvoudig te ­individuali­seren. Bij de andere groep is dat niet mogelijk. Voor hen zullen aanknopings­ punten ter bepaling van de indirecte meerwaarde via andere meet­ instrumenten c.q. methoden moeten worden gevonden. Op indivi­duele basis lijkt de economische (meer)waarde van de niet aan Nederland belasting betalende Nederlander onmogelijk vast te s­ tellen; vandaar dat in dit manifest naar deze Nederlanders uitsluitend als groep is gekeken.

Bronnenonderzoek Hoeveel Nederlanders in het buitenland betalen geen belasting aan Nederland? Per e-mail heeft de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB, gevestigd in Den Haag) desgevraagd laten weten dat van alle 13.000 kinderen die in het buitenland naar Nederlandse scholen gaan, ongeveer 30 procent van de ouders traditioneel expat is. Als indicatie kan dus worden gesteld dat het aandeel Nederlanders in het buitenland dat geen belastingen betaalt in Nederland rond de 70 procent bedraagt – alhoewel het in werkelijkheid wellicht lager ligt. 74 Op basis van suggesties die uit gevoerde interviews met enkele Nederlandse economen naar voren zijn gekomen, heeft hoofdstuk 2 zich beperkt tot macrocijfers. Door middel van het combineren van verschillende bronnen (emigratie, populatie, registratie, handel en toerisme) is een poging gedaan de in de aanhef genoemde stelling te onderbouwen en concrete aanwijzingen tot ondersteuning van de stelling te benoemen. Tevens impliceert dit hoofdstuk een oproep tot nader en uitvoeriger economisch onderzoek naar verdere gegevens over de eventuele relatie tussen Nederlanders in het buitenland en hun economische (meer)waarde voor Nederland zelf. Voor zover ­bronnen en personen hebben bevestigd (o.a. ambassades, Centraal Bureau voor de Statistiek, economen), is dit nog een grotendeels onontgonnen terrein. 74 Aantallen van Nederlanders in het buitenland die in Nederland belastingen betalen over onroerend goed in Nederland – en daarmee dus wel degelijk een directe economische bijdrage aan de Nederlandse economie leveren – zijn buiten beschouwing gelaten, evenals Nederlanders in het buitenland die op andere manieren jaarlijks geld in Nederland steken (bijvoorbeeld door het betalen van studiekosten van hun kinderen).

54


Nederlanders en hun activiteiten zijn over de gehele wereld verspreid. In het al eerder aangehaalde rapport ‘Modernisering van de diploma­ tie’ wordt gesteld dat “multinationale bedrijven, financiële instellin­ gen, kapitaalstromen, maar ook de productie van consumptiegoederen onthecht [zijn] geraakt van hun fysieke plaats en opgeknipt [zijn] over vele locaties en meerdere continenten”. 75 Eenzelfde ‘fysieke onthechting’ van grote groepen Nederlanders geldt uiteraard eveneens. Op basis van een aantal bronnen viel een goede selectie te maken van landen die het verdienen om nader onder de loep te worden genomen. Op de eerste plaats kwam hiervoor het al eerder genoemde emigratierapport van Van Dalen en Henkens in aanmerking. Tevens is gekozen voor het onderzoeken en combineren van gegevens uit verscheidene andere bronnen c.q. organisaties, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), EUROSTAT (het statistische bureau van de Europese Unie), Bureau Verkiezingen in Den Haag, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC).

75 Zie Inleiding, voetnoot 10.

55


56


Annex II Landenselectie en belangrijkste handelsgegevens per land Australië België China Duitsland Frankrijk Italië Spanje Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Zuid-Afrika Per land staan alle bronnen in één voetnoot vermeld

Australië Meer dan 300.000 Australiërs zijn van Nederlandse afkomst: Australië was één van de traditionele emigratielanden waar tussen 1947 en 1971 meer dan 160.000 Nederlanders naartoe trokken. In 2011 waren er meer dan 76.000 inwoners in Australië die in Nederland geboren waren. Naast een hoge mate van gemeenschappelijk cultureel erfgoed (vanuit de VOC-historie) zijn de handelsrelaties consistent sterk. Nederland bevindt zich in de top 5 van de grootste investeerders in Australië (m.n. machines en medische apparatuur); tegelijkertijd is Nederland voor Australië de tweede grootste afzetmarkt binnen de EU (m.n. kolen en ijzererts). De Nederlandse ervaring op het gebied van watermanagement is recentelijk nog in Australië toegepast. Nederlandse bedrijven als ING Group, Fortis, Rabobank, AEGON, Shell, Unilever, Delta Lloyd, Philips en AkzoNobel hebben vestigingen in Australië. 76 76 Zie http://www.dfat.gov.au/geo/netherlands/netherlands_country_brief.html en http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/australie.

57


België De culturele betrekkingen met België zijn evident: hoofdkenmerken zijn de gedeelde taal en geschiedenis (voornamelijk Vlaanderen). Net zoals Nederland heeft België een zeer open en internationale ­economie; buitenlandse handel is van groot belang voor de economische ontwikkeling van het land. In 2011 was België (opnieuw) de tweede handelspartner van Nederland: de invoer uit België steeg met 14 procent tot 36 miljard euro en de uitvoer steeg met 18 ­procent tot 49 miljard euro. Nederland importeert met name auto’s en geraffineerde aardolieproducten uit België (gasolie, stookolie). Qua (groei) sectoren vormen vooral brandstoffen, chemie en machines het leeuwen­deel van de Nederlandse export naar België. Nederlandse bedrijven zoals AkzoNobel, DSM, Philips, TPG, Vendex KBB (met vestigingen van Blokker, Bart Smit en Hema) en uitzendbureau Randstad hebben vestigingen in België; daarnaast zijn alle grote Nederlandse banken in België vertegenwoordigd. 77

China Ondanks het ontbreken van een gezamenlijke cultuur en de aanwezigheid van een vaak lastig ondernemingsklimaat, doen Nederlandse bedrijven het over het algemeen goed in China (met name agrofood en dienstverlening aan bedrijven). In 2012 was Nederland de achtste handelsinvesteerder in China (met een toename van Nederlandse import van 10 miljard euro in 2003 tot 34 miljard euro in 2012), maar ook andersom zijn de handelsrelaties groeiende: de export naar China groeide in de laatste jaren zeer sterk, van 1,5 miljard euro in 2003 tot 9,5 miljard euro in 2012 (naast eveneens stijgende investeringen van China in Nederland tot 2,5 miljard euro in 2012). Met 350 dochter­ ondernemingen van Chinese bedrijven in Nederland (die nog steeds in aantal toenemen) worden meer dan 7.000 directe banen in Nederland zelf gecreëerd. In 2009 werden ruim 27.000 Nederlandse banen direct gelinkt aan de export naar China. De laatste inventarisatie van het 77 Zie http://www.government.nl/issues/international-relations/belgium, http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl2060-Wonen-over-de-grens. html?i=35-173, http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/publicaties/belangrijkstehandelspartners-nederland/archief/2012/2012-belgie-2011-ih.htm en het rapport Buurmarkt België, MKB Nederland, 2007 (http://www.mkb.nl/images/MKB_Belgie_2007%5B1%5D.pdf).

58


Nederlands economisch netwerk in China dateert van maart 2013 en levert een overzicht op van 552 unieke bedrijven met in totaal 975 vestigingen, met daarnaast 210 Nederlandse ondernemers in China. Volgens het CBS levert één euro aan export naar China meer op dan een gemiddelde exporteuro. 78

Duitsland Voor Nederland is Duitsland de belangrijkste handelspartner. Alleen de Verenigde Staten en Canada kennen een hogere economische verwevingsgraad dan Nederland met Duitsland. In 2011 was Nederland de belangrijkste exporteur naar Duitsland (voor ruim 80 miljard euro), gevolgd door China en Frankrijk. De producten die Nederland exporteert zijn onder andere cokes- en aardolieproducten, aardolie en aardgas, chemische producten en voedingsmiddelen. Nederland heeft in 2012 voor 71 miljard euro ingevoerd uit Duitsland (m.n. chemische en farmaceutische producten, machines en voedingsmiddelen). Het is daarmee de vierde exportpartner van Duitsland. In 2010 waren er in Duitsland ruim 2.750 ondernemingen met Nederlandse deelname geregistreerd (deelname = meer dan 10 procent aandeelhouder), met een gezamenlijke waarde van ten minste 600.000 banen in Duitsland. Anderzijds leverden bedrijven die in Duitse handen waren in 2007 ruim 120.000 banen in Nederland op (de tweede buitenlandse banenverschaffer voor Nederland). 79

Frankrijk Naast het feit dat Nederland en Frankrijk van oudsher sterke culturele banden hebben, zijn de economische relaties tussen de twee landen eveneens zeer goed. Frankrijk is voor Nederland het derde belangrijkste handelsland en omgekeerd is Nederland voor Frankrijk het zevende belangrijkste handelsland (met name in de voedsel­ industrie, financiële sector en dienstverleningssector). Verscheidene 78 Zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/china, Business Survey Dutch Companies in China 2012, Nederlandse Ambassade te China, Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012) en Trade and Investment Relations between the Netherlands and China 2013, Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2013). 79 Zie http://www.dnhk.org/nl/niederlande/fakten/handel-met-nederland/ en http://dusseldorf.nlconsulaat.org/themas/economie-en-handel/economie-en-handel/ minbuza%3Ashare/economische-relatie-nederland-duitsland.html.

59


Franse en Nederlandse bedrijven hebben de afgelopen jaren een hoge mate van samenwerking geïnitieerd, zoals Air France-KLM en Danone-Numico, waardoor hun concurrentieposities zijn verstevigd. Zonder deze samenwerking is het zeer wel mogelijk dat in deze tijden van voortdurende recessie nog minder Nederlandse banen behouden zouden zijn. 80 Belangrijke Nederlandse exportproducten naar Frankrijk zijn onder andere farmaceutische producten en ruwe en verfijnde olie; qua importproducten vanuit Frankrijk zijn onder andere alcohol (wijn), chemie, staal, machines, granen en verfijnde olieproducten van belang. De exportwaarde van Nederlandse producten naar Frankrijk bedroeg in 2011 ruim 36 miljard euro, terwijl de importwaarde vanuit Frankrijk op 17 miljard euro lag (een grote stijging ten opzichte van het jaar ervoor). 81

Italië Culturele banden tussen Italië en Nederland op overheids­niveau zijn hecht. De meest recente handelscijfers die het CBS en de Rijksoverheid ter beschikking hebben gesteld, dateren van 2009-2010. Hieruit blijkt dat de importwaarde van Nederland uit Italië in 2010 rond 7 miljard euro lag, tegen bijna 19 miljard euro aan exportwaarde. Tot 2010 is Italië voor Nederland sowieso een top 5-­exportland gebleven; omgekeerd gold dat Nederland de zesde exportmarkt van Italië was. Belangrijke exportproducten van Nederland naar Italië zijn voedings­ middelen, elektrische machines en apparatuur, metaalproducten, synthetische vezels, chemische producten en grondstoffen (m.n. aardgas). Als belangrijke importproducten van Nederland vanuit Italië kunnen medicijnen, ijzer en staal en groenten en fruit genoemd worden. 80 Air France-KLM heeft al enkele golven van (gedwongen) ontslagen moeten doorstaan: zie http://nos.nl/artikel/535323-air-france-schrapt-extra-banen.html. 81 Zie http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/publicaties/belangrijkstehandelspartners-nederland/archief/2012/2012-frankrijk-2011-ih.htm, http://www.government.nl/issues/international-relations/france, http://www.government.nl/news/2013/03/21/france-and-the-netherlands-can-strengthencooperation-between-northern-and-southern-europe.html en http://www.ambafrance-nl.org/Economische-betrekkingen.

60


Veel grote en middelgrote Nederlandse bedrijven (en enkele finan­ ciële instellingen) hebben een vestiging in Italië, en andersom. 82

Spanje De betrekkingen met Spanje, de vierde economie van de eurozone, zijn op economisch, cultureel en politiek niveau goed. Binnen de NAVO is Spanje voor Nederland een strategische partner, naast overige samenwerking, onder andere op het gebied van migratie en politie. Nederland is voor Spanje een van de grootste investeerders (bijvoorbeeld in de sectoren dienstverlening, onroerend goed en ICT), en omgekeerd is Spanje voor Nederland de zevende handels­partner en tevens de tweede investeerder. In 2011 heeft Nederland voor 6,6 ­miljard euro aan goederen uit Spanje ingevoerd (een daling van 7 procent ten opzichte van 2010), waaronder chemische producten, wijn en auto’s. Ook de Nederlandse export naar Spanje daalde in 2011 (3%), vooral printers, computers, televisies en telecommunicatie­ toestellen. Overige exportproducten van Nederland naar Spanje zijn onder andere industrieel materieel en landbouwproducten, ­chemische producten en voedingsmiddelen. 83

Verenigd Koninkrijk (VK) De politieke, economische en culturele betrekkingen tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn sterk. Al jaren staat Nederland in de top 5 van belangrijkste handelspartners van het VK. In 2012 bedroeg de Nederlandse export 34,9 miljard euro en de Nederlandse import 27,5 miljard euro – een forse stijging voor beide handels­stromen ten opzichte van 2011. Nederland importeert met name minerale brandstoffen, chemische stoffen (medicinale en farma­ ceutische producten) en machines (kantoorapparatuur,

82 Zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/italie, http://italie.nlambassade.org/producten-en-diensten/economische-dienstverlening/zakendoen-in-italie.html en http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/­ publicaties/belangrijkste-handelspartners-nederland/archief/2011/2010-italie-ih-2009.htm. 83 Zie http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/publicaties/belangrijkstehandelspartners-nederland/archief/2012/2012-spanje-2011-ih-art.htm, http://www.agentschapnl.nl/onderwerp/spanje-marktkenmerken, http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/11/26/nederland-haalt-banden-met-spanjeaan%5B2%5D.html en http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/spanje.

61


auto’s); anderzijds exporteert Nederland veelal apparatuur voor ­telecommunicatie, kantoorapparatuur, groenten, fruit en vlees. Het Verenigd Koninkrijk is de meest gewilde bestemming van Nederlandse investeringen; andersom is het VK de derde buitenlandse investeerder in Nederland (2011). Volgens het Economisch Bureau van ING, dat gebruikmaakt van een nieuwe database van de OESO en de Wereldhandelsorganisatie WTO, levert de handel met de Britten Nederland het meest op (anders dan gebruikelijke bronnen vermelden, die over het algemeen naar Duitsland verwijzen). Nederlandse bedrijven met vestigingen in het VK zijn onder andere AkzoNobel, DAF, Heineken, ING, Philips, Rabobank, TomTom, Shell en Unilever. 84

Verenigde Staten (VS) De historische, culturele en politieke banden tussen Nederland en de Verenigde Staten gaan terug tot het ontstaan van de VS, circa 400 jaar geleden. Zowel tijdens de eerste emigratiegolf (1820-1920) als t­ ijdens de tweede (tweede helft twintigste eeuw) vertrokken d ­uizenden Nederlanders naar de VS (naast Canada en Australië). In 2011 bedroeg de exportwaarde van Nederlandse goederen naar de VS bijna 20 miljard euro (een stijging ten opzichte van 2011, met name in aardolieproducten), tegenover een importwaarde van 23,5 ­miljard euro (een daling ten opzichte van 2011, met name door minder import van chemie). Overige export- en importproducten zijn kantoor­machines, dranken en chemische producten enerzijds (Nederlandse export naar de VS) en chemische producten, computers en elektrische apparaten anderzijds (Nederlandse import vanuit de VS). In 2010 was Nederland de derde buitenlandse investeerder in de VS (217 miljard dollar) en omgekeerd was de VS de grootste buitenlandse investeerder in Nederland (521 miljard dollar). Hiermee was de VS de negende afzetmarkt voor Nederland in 2010.

84 Zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/verenigdkoninkrijk, http://www.wtctwente.eu/nl/Nieuws/Meer+nieuws+2013/Handel+met+Britten+levert+het +meest+op, http://www.hollanduktrade.nl/handels-en-investeringscijfers/ en http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/publicaties/belangrijkstehandelspartners-nederland/archief/2012/2012-verenigd-koninkrijk-ih-2011.htm.

62


Geschat wordt dat 680.000 Amerikanen hun baan te danken hebben aan de nauwe banden tussen Nederland en de VS. Meer dan 850 Nederlandse bedrijven hebben vestigingen in de VS, zoals AkzoNobel, DSM, ING, Philips, Shell en Unilever. Nederland is de nummer één in de landenlijst voor de VS voor foreign direct investment (FDI, 595 ­miljard dollar in 2011). 85

Zuid-Afrika Cultureel en historisch zijn de banden tussen Nederland en ZuidAfrika sterk, met name door de Nederlandse kolonie op de Kaap en de sterke steun van Nederland bij de antiapartheidsstrijd. Het Nederlandse bedrijfsleven (zowel klein als groot) is goed ­vertegenwoordigd in Zuid-Afrika (o.a. Berenschot, Royal Haskoning, Heineken, ING, Philips en Shell) en is vooral betrokken bij de aanleg van water- en sanitaire voorzieningen, alsmede projecten om havens met het achterland te verbinden. Inmiddels heeft een aantal ­Zuid-Afrikaanse bedrijven ook vestigingen geopend in Nederland. Zuid-Afrika is verreweg de grootste handelspartner van Nederland op het Afrikaanse continent. Omgekeerd is Nederland de derde grootste Europese handelspartner van Zuid-Afrika en de zevende wereldwijd. In 2011 bedroeg de import uit Zuid-Afrika 1,3 miljard euro, tegenover 1,8 miljard euro aan exportwaarde. Importproducten van Nederland uit Zuid-Afrika bestaan voor 40 procent uit fruit, terwijl machines 45 procent van het totaal aan exportproducten uitmaken. 86

85 Zie http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/publicaties/belangrijkstehandelspartners-nederland/archief/2012/2012-vs-2011-ih-art.htm, http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2008/20082599-wm.htm, http://economicties.org/us-netherlands-partnership/ en http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/verenigde-staten. 86 Zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/zuid-afrika, http://southafrica.nlembassy.org/doing-business/economic--trade-relations.html, http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/publicaties/belangrijkstehandelspartners-nederland/archief/2012/2012-zuid-afrika-2011-art.htm en http://www.sanec.org/.

63


64


Over de auteur

In 2011 zwengelde Eelco Keij (1977) vanuit zijn woonplaats New York het debat rondom dubbele nationaliteit aan, met als doel verdere inperking van deze mogelijkheid voor Nederlanders in het buitenland te bevechten. Met het manifest Kapitale Connecties probeert Keij een brug te slaan tussen politiek Den Haag en het omvangrijke Nederlandse electoraat in het buitenland. De twee leidende vragen luiden: welke meerwaarde heeft de (oud-)Nederlander in het buitenland voor Nederland zÊlf, en hoe gaan andere Europese landen politiek gezien met hun burgers in het buitenland om? Brabander Eelco Keij woont met zijn Amerikaanse vrouw en Nederlands-Amerikaanse kinderen in West Harlem, New York. Naast de Nederlandse nationaliteit heeft hij in 2011 de Amerikaanse nationaliteit verkregen. In het dagelijks leven is hij zelfstandig ­onder­nemer en fondsenwervingsstrateeg.

65


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.