Handboek voor de moderne stiefmoeder Yolan Witterholt
Inhoud Vooraf 7 Een nieuwe liefde 13 Wennen aan vreemde gewoonten 43 Komen en gaan 77 Van afrekening tot alimentatie 121 Jouw kind, mijn kind 149 Geschiedenis en toekomst 187 Voor de rechter 209 Het vuur brandend houden 237 Een bijzonder geheel 263 Bronnen 281 Š 2013 Yolan Witterholt Grafisch ontwerp en illustraties Werkplaats Amsterdam Foto auteur Brenda van Leeuwen Verspreiding voor BelgiÍ: Elkedag Boeken, Antwerpen ISBN 978 90 5759 561 5 www.uitgeverijpodium.nl
Vooraf ‘Waarom heb je mij niet gebeld?’ vroeg ik mijn elfjarige stiefzoon jaren geleden toen hij thuiskwam en zijn verhaal verteld had. Die middag had hij op school zijn vinger gebroken en die zat nu in het verband. Hij keek me verbaasd aan, dacht even na en antwoordde toen: ‘Daar heb ik helemaal niet aan gedacht, dat dat kon.’ En dat gold niet alleen voor hem. Op school had de conrector eerst geprobeerd vader mobiel te bereiken, omdat hij die week bij ons woonde, en toen die in een vergadering in Zeeland bleek te zitten, werd moeder in haar kinderloze week gewaarschuwd. Zij fietste tien kilometer door weer en wind naar de school en vervolgens weer een aantal kilometers met haar zoon achterop naar het ziekenhuis, waar hij op de ehbo eindelijk van de ergste pijn verlost kon worden. Intussen zat ik op mijn vrije dag gewoon thuis, vlak bij school en met een auto voor de deur. Maar niemand was op het idee gekomen de stiefmoeder te bellen. Erg? Nee. Onhandig, dat wel. Vanaf het moment dat stiefkinderen aarzelend door de voordeur binnenkomen en onwennig grijnzend toekijken hoe hun vader of moeder jou zoent, ben je als stiefouder voortdurend bezig met de vraag welke rol je het beste past. Hoe ga je met die kinderen om? Wat wil je voor hen zijn? Moet je zo snel mogelijk vertrouwd met hen raken of gun je elkaar eerst nog even wat afstand? Kun je ze meteen al iets verbieden of met een klusje opzadelen, of is dat ongepast? Mag je het laten merken als ze je ergeren en mag je aan hun gewoonten sleutelen? Mijn stiefzoons kwamen mijn leven binnenwandelen toen ze acht en tien jaar oud waren. Twee welwillende maar enigszins ongelukkige jongetjes, die nog maar net begonnen waren aan hun ingewikkelde leven na de scheiding en nu ook nog een stiefmoeder op hun dak kregen. In het begin bleef ik ze onwillekeurig behandelen
7
voor af
als de vriendjes van mijn zoons, want zo kende ik ze. Twee vriendjes met wie ik geen bijzondere band had en die nu ineens onwaarschijnlijk vaak bleven logeren. Het duurde even voor tot me doordrong dat die vriendjes bij ons waren ingetrokken in de rol van stiefzoons, jongens die als het even meezat de rest van mijn leven een belangrijke rol zouden spelen. Jongens voor wie ook ik verantwoordelijkheid droeg. Het is niet eenvoudig om direct met stiefkinderen om te gaan alsof ze bij je horen, of je ze nu al kende of niet. Kun je in je ondergoed door het huis lopen terwijl ze je voorheen nooit anders dan keurig in de kleren hebben gezien? Moet je de nieuwe gezinsleden immer goedgeluimd tegemoet treden en ze steeds het gevoel geven dat ze buiten gewoon welkom zijn omdat ze het toch al zo moeilijk hebben? Of doe je daarmee eventuele eigen kinderen tekort? Je kent de nieuwkomers niet (goed) maar je bekijkt ze welwillend en vraagt je intussen af hoe je ooit als een echte ouder van ze moet gaan houden. In onze situatie zorgde alleen de gekunsteldheid er in het begin al voor dat ik elke keer opgelucht ademhaalde als de jongens weer naar hun moeder vertrokken en zij deden vast hetzelfde. Hoe dol ze ook op hun vader waren en nog altijd zijn. Want ook voor hen hing het leven ineens aan elkaar van onwennigheid en kunstmatigheid. Een verliefde vader was om te beginnen al een vreemd verschijnsel, alles ging opeens anders dan ze gewend waren en hoe ging je in vredesnaam met een stiefmoeder om? Tegen mij geen grote monden, geen onwilligheid, geen geruzie en zelfs bijna diepe dankbaarheid als ik ze eens naar een sportclub bracht of hielp met hun huiswerk. Want stiefouderschap is vrijwilligerswerk, dat begrepen ze al snel. Dat gold ook voor mijn kinderen, die ineens een stief vader op hun dak kregen. Iemand die gewend was veel te doen in huis, maar van wie je desondanks niet te veel mocht verwachten want ook hij was een vrijwilliger. Een vrijwilliger die pannenkoeken voor ze stond te bakken,
voor af
8
dat wel, maar ook eentje die zich overal mee bemoeide. Een vader van vriendjes, een man die ze al lang kenden maar die nu ineens bij hun moeder in bed lag. En die na verloop van tijd begon te mopperen op hun rotzooi en ze vermanend toesprak als ze hun jas op de grond gooiden. Misschien nog wel lastiger dan stiefkinderen in je leven toelaten, is het om toe te kijken hoe je kinderen zich onwennig en vooral ook onwillig onderwerpen aan nieuw gezag in huis. Want daarvoor heb je die man tenslotte helemaal niet binnengehaald; die is er louter voor de liefde. Voor de rest redden je kinderen en jij je uitstekend en wil je het graag zo laten als het was. Maar dat gaat niet. Inmiddels zijn we twaalf jaar verder en zijn alle kinderen vertrokken, de stiefzoons dus ook. Ben ik nu dus stiefmoeder-af? Is mijn rol gespeeld? Nee, toch niet. Net zomin als ik nu moeder-af ben. Want die jongetjes van weleer zitten inmiddels in mijn systeem en ik kan me niet voorstellen dat dat op een dag anders zal zijn. Toch komen ze nergens voor in de stiefstatistieken. Zij gelden niet als stiefkinderen, ook al woonden ze de helft van de tijd met mij onder één dak, en ik ben formeel dus ook geen stiefmoeder. Omdat ze bij hun alleenstaande moeder stonden ingeschreven, gaan ze de boeken in als opgegroeid in een eenoudergezin. Zo blijven er vele tienduizenden stiefkinderen buiten beeld en moeten er dus véél meer stiefgezinnen zijn dan de kwart miljoen waar nu al van wordt uitgegaan in de cijfers.* In al die stiefgezinnen duiken kinderen en volwassenen in elkaars leven op en staan ze in eerste instantie onwennig tegenover elkaar. Ze kennen elkaar niet, hebben niet voor elkaar gekozen, maar zijn letterlijk in elkaars schoot geworpen en moeten zich maar met elkaar zien te redden. Vaak gaat dat goed, maar vaak ook niet. Er is geen recept te geven voor een geslaagd stiefgezin, net zomin als dat kan voor een ‘gewoon’ gezin, maar het stiefgezin kan wel een extra steuntje in de rug gebruiken. Dit boek laat zien wat er allemaal bij komt kijken als je in de vreugde van
9
* Ed Spruijt en Helga Kormos, Handboek Scheiden en de Kinderen (2010). Zie ook het kader op p. 11.
voor af
hervonden geluk aan zo’n gezin begint. Het wil niet alleen herkenning en praktische tips bieden, maar vooral ook een hart onder de riem steken van al die mensen die, gedreven door liefde, de moed opbrengen de zorg voor andermans kinderen op zich te nemen. Yolan Witterholt
De cijfers De meest recente schattingen gaan uit van 250.000 stiefgezinnen en 500.000 stiefkinderen.* Dat is hoger dan de officiële cijfers van het cbs uit 2007, die neerk wamen op 185.000 stiefgezinnen. Maar daarbij werd alleen gekeken naar gezinnen waar de stiefkinderen staan ingeschreven. Aangezien 74% van de kinderen na een scheiding bij de moeder wordt ingeschreven, is het ‘stief vadergezin’ volgens die cijfers veruit in de meerderheid. * Steeds meer scheidingskinderen in co-ouder- en stiefgezinnen (2010).
Stiefmoeders 60% van de mannen woont vier jaar na een scheiding alweer samen (tegen 40% van de vrouwen)*: kinderen krijgen dus eerder met een stiefmoeder te maken dan met een stief vader. Maar die stiefmoeder telt in de meeste gevallen niet mee, omdat de kinderen meest al niet op hetzelfde adres staan ingeschreven als zij. Ook al leven de kinderen de helft van de tijd met haar onder één dak: formeel leven ze in een eenoudergezin zolang hun moeder (officieel) geen nieuwe liefde heeft. Het stiefgezin bij vader bestaat niet. * cbs , De Nederlandse samenleving 2010.
Goed om te weten! 50/50 co-ouderschap Jaarlijks hebben in Nederland 70.000 thuis wonende kinderen (0–22 jaar) te maken met een echtscheiding.* 20% van de ouderparen koos in 2010 voor het 50/50 co-ouderschap (tegen 5% een paar jaar eerder), waardoor er elk jaar 14.000 kinderen bij komen die net zoveel bij hun vader als hun moeder wonen. Ze kunnen maar op één adres ingeschreven staan en meestal is dat bij de moeder. * Ed Spruijt en Helga Kormos, Handboek Scheiden en de Kinderen (2010).
1 op de 5 gezinnen Definieer je het stiefgezin als volgt: een huis houden met twee volwassenen waarin op vaste tijden minimaal één kind leeft van wie een van de volwassenen niet de biologische ouder is, en neem je in aanmerking dat het aantal ouderparen dat na een echtscheiding kiest voor 50/50 co-ouderschap flink is toegenomen sinds 2007, dan kun je boven genoemde schatting flink ophogen en zit je al snel op een half miljoen stiefgezinnen. Bij een totaal van 2,5 miljoen gezinnen in 2011* en een half miljoen stiefgezinnen zou je dus kunnen zeggen dat minstens 1 op de 5 gezin nen in Nederland een stiefgezin moet zijn. * scp, Gezinsrapport 2011.
voor af
10
11
voor af
Ouderschap
Goed om te weten!
Ouderschap Biologisch ouderschap staat los van het juridisch ouderschap. Wie de juridische ouders van een kind zijn, wordt bij de burgerlijke stand bepaald. Zij hebben on derhoudsplicht en tussen kind en juridische ouder geldt bijv. het erfrecht. Niet iedere juridische ouder heeft ook gezag over het kind!
voor af
12
Juridisch vader- of moederschap De vrouw die het kind gebaard of geadop teerd heeft is de juridische moeder; dat is simpel. De juridische vader is de man met wie die vrouw op dat moment getrouwd is. Hij krijgt automatisch ook het gezag, of hij nu wel of niet de biologische vader is. Dat zit anders bij geregistreerd samenwonen. De mannelijke partner krijgt dan wel automatisch het gezag, maar geldt nog niet automatisch als juridisch vader. Daarvoor moet hij het kind eerst formeel erkennen.
Een nieuwe liefde
Een nieuwe liefde ‘Les één voor de geslaagde stiefmoeder: kijk de andere kant op en beeld je vooral niet in dat je eigen ideeën over opvoeden (zoals “Ik ben hier de baas”) iets zouden kunnen bijdragen.’ Uit: Renate Dorrestein, De stiefmoeder
Hoe het gebeurd is, doet er niet zoveel toe. Maar het is een feit: je bent voor iemand gevallen. Een man of een vrouw, in het bezit van minimaal één kind, fulltime of parttime. Als het een beetje meezit is het een leuk kind, maar hoeveel kinderen zijn dat op het eerste gezicht? Welk kind is direct innemend? Een stiefkind is dat in ieder geval zelden, want dat bekijkt je direct vol argwaan en zal zich niet meteen van zijn leukste kant laten zien. Zet je deze nieuwe relatie serieus door, dan word je automatisch, op z’n minst in de ogen van de buitenwereld, stiefouder van dat kind. Misschien was je op zoek naar een nieuwe liefde, misschien is die je gewoon overkomen, maar op zoek naar andermans kinderen was je vermoedelijk helemaal niet. En je nieuwe partner weet dat. Misschien heeft die de kinderen daarom in eerste instantie zelfs wel verzwegen en zijn ze daarna op een dag als verrassing uit de lucht komen vallen. Jij hebt kinderen Misschien ligt het ook wel andersom, en ben jij degene met kinderen. Wordt je nieuwe liefde straks hun stief en zij die van hem. Jij bent degene die de keuze maakt, en je kinderen zullen zich erbij moeten neerleggen. Terwijl jij glimt van geluk en verliefdheid, zullen zij de nieuwkomer kritisch bekijken en als ze al een beetje ‘op leeftijd’ zijn, kan hun oordeel even vernietigend als snel geveld zijn. Vanaf de dag dat je ervoor kiest je nieuwe liefde een vaste plek in je leven te geven, lopen jouw belangen en die van je kinderen met grote regelmaat uiteen. Wen er maar aan, want dat blijft zo. Moedige man De reacties die je krijgt als je eenmaal voor je nieuwe liefde gekozen hebt en daardoor in een stiefgezin beland
een nieu we liefde
14
bent, komen in grote lijnen eigenlijk allemaal op hetzelfde neer. De man die zich waagt aan de kinderen van zijn nieuwe vrouw en bij ze intrekt (of ze in huis haalt), wordt alom geprezen. Hij is een moedig mens en moet wel heel veel van haar houden, dat hij haar kinderen er zomaar bij accepteert. Zij boft maar. En zij mag blij zijn dat ze iemand heeft gevonden, want alleen met de kinderen is toch maar niks en ze wordt er tenslotte ook niet jonger of mooier op. De man in kwestie moet aan alle kanten ontzien en tegemoetgekomen worden, want hij offert zich op voor haar gezin en dat is niet niks. Onmogelijke klus Maar kies je als vrouw voor een man met kinderen, en ga je met ze onder één dak wonen, dan is er van al die bewondering geen sprake. Al onze emancipatie en roldoorbreking ten spijt lijkt een vrouw er nu eenmaal nog altijd voor bedoeld dat zij kinderen onder haar hoede neemt. Dus zo moeilijk zal het niet zijn. Ze moet alleen die stiefkinderen wel vooropzetten en haar eigen belangen even vergeten; dat is belangrijk. Oppassen dat ze die arme schapen niet in verwarring brengt. Ze mag haar nieuwe man dus ook niet te veel in beslag nemen als de kinderen in de buurt zijn en waar ze vooral heel veel van moet hebben, is geduld. Emmers vol. Maar dat mag geen probleem zijn, want ze weet tenslotte waar ze aan begint. En heeft ze zelf ook kinderen, dan moet ze zich goed realiseren dat ze die eigen kinderen op geen enkel moment en onder geen voorwaarde mag voortrekken. Vanaf de dag dat zij stiefmoeder is, dient zij alle kinderen in huis precies gelijk te behandelen. En zo begint de stiefvader al met een flinke voorsprong. Hij wordt al bejubeld voordat hij begonnen is aan zijn nieuwe taak, terwijl de stiefmoeder met een klus wordt opgezadeld die ze niet kan klaren. Oneindig geduld heeft niemand, en je eigen kinderen werkelijk gelijkstellen met je stiefkinderen is onmogelijk.
15
Stiefkinderen zijn er in alle leeftijdscategorieën: 22%
27% 18+ 12–17
26%
0–6 6–12 25%
Bron: cbs , ‘Schatting van het aantal stiefgezinnen’ (2007)
een nieu we liefde
In het kielzog Wie net begonnen is aan een nieuwe relatie en op de drempel staat van een stiefgezin, weet hoeveel mensen er in deze fase op je afkomen. Je bent na enig wikken en wegen bereid de kinderen van je nieuwe liefde op z’n minst in je leven toe te laten, maar staat op dat moment nog niet stil bij alle anderen die in hun kielzog zullen verschijnen. Opa’s en oma’s, tantes en ooms, vrienden, collega’s, buren en misschien zelfs een tamme rat in een kooitje. En niet te vergeten de ex: de biologische vader of moeder die vanaf dag één een belangrijke rol in je leven zal gaan spelen, of je dat nu wilt of niet. Al die mensen reageren weer anders op jouw komst en zelden zoals je verwacht had.
De eigen kinderen Op een dag is het zover: jullie relatie is serieus genoeg om je kinderen te laten weten dat ze binnenkort deel gaan uitmaken van een stiefgezin. Dat is voor hen vaak al een bekend verschijnsel en dat komt niet in de eerste plaats door de bekende sprookjes. Op school zitten ongetwijfeld kinderen die het klappen van de zweep al kennen. Ze hebben vriendjes horen klagen over hun stomme stiefvader, hebben drie verschillende ouders een vriendinnetje zien ophalen en sommige vriendjes wonen afwisselend in twee huizen. Een stiefouder, weten ze, is niets meer of minder dan een nep-ouder; iemand die doet alsof. Iemand die zich met jouw leven bemoeit terwijl hij of zij daar eigenlijk niets mee te maken heeft. Een stiefmoeder is vaak jonger en mooier dan je eigen moeder (vader is tenslotte niet gek) en een stiefvader lijkt meestal in geen enkel opzicht op de echte vader (ter voorkoming van elk risico op her haling van het vorige fiasco). En stiefouders zijn ook wel weer leuk, want ze zijn vaak minder streng, heel aardig tegen je vriendjes en vriendinnetjes en vaak zorgen ze voor extra cadeautjes en extra vakantiereisjes. Kortom: ze hebben al een beeld van het verschijnsel, maar tot nu toe was het iets wat ver van ze af stond. Tot het moment waarop jij je nieuwe liefde wat schutterig aan ze voorstelt.
Kinderen die een stiefmoeder krijgen, krijgen vaker stiefbroers en stiefzussen dan kinderen die een stiefvader krijgen. Bron: cbs, ‘De ervaring van kinderen met stiefouders’ (2007)
Een verliefde vader of moeder Heb je een nieuwe liefde en moet je dat aan je eigen kinderen vertellen, dan is dat vaak een ongemakkelijke toestand. De vader of moeder die ze misschien al jaren voor zichzelf hebben, is als een blok voor iemand gevallen en verandert van de ene op de andere dag in een ander mens. De moeder die zich haar leven na de scheiding geheel in dienst van haar kinderen heeft gesteld, die thuis alleen nog met kinderen praat en zich amper nog vrouw voelt, is verliefd. Ze ziet er opeens vijf jaar jonger uit, maakt zich mooi op en steekt de kaarsjes aan. De vader
een nieu we liefde
16
17
een nieu we liefde
die tijdens de dagen met zijn kinderen als een sergeantmajoor door het leven ging en alles tot in de puntjes georganiseerd had, grijnst opeens de hele dag van oor tot oor en besteedt zomaar uren aan de keuze van de juiste muziek of staat eindeloos te kokkerellen. Een verliefde ouder is een merkwaardig verschijnsel, zeker als de nieuwe liefde na een lange periode van eenzaamheid komt. Plotseling mag je uren op de computer, opeens maakt het niet zoveel uit hoe laat je thuiskomt, je gaat midden in de week uit eten of met z’n allen naar het strand en bedtijd doet er niet meer toe. Al was het maar omdat een ouder heel goed begrijpt dat de nieuwe liefde ook voor jou een feestje moet zijn. Loyaliteitsconflict Maar je kind voelt direct instinctief aan: dit vindt mijn andere ouder niet leuk! Vanaf het eerste moment zal hij zich afvragen of hij die nieuw binnengehaalde liefde wel aardig mag vinden. Daarbij hangt natuurlijk veel af van die andere ouder. Is dat iemand die sinds de scheiding opgewekt door het leven gaat en niemand iets kwalijk neemt, of is dat een verzuurd en eenzaam mens dat de scheiding nog altijd niet kan verkroppen? Dat is nogal een verschil. Vinden de kinderen de andere ouder zielig of niet? Heeft die zelf ook al een nieuwe liefde of niet? Vervelend genoeg heb je daar geen enkele controle over. Ook als jij vindt dat je vroegere partner je niets kan verwijten, ook als jij van mening bent dat die zich maar aanstelt en zichzelf onnodig zielig vindt; niemand vraagt jou iets. Het is in ieder geval verstandig als je het niet aan de kinderen overlaat om hun vader of moeder het nieuws te vertellen. Zorg dat je ex ruimschoots voordat de kinderen daar weer heen gaan op de hoogte is. Zodat eventuele eerste heftige reacties voorbij zijn. Het is een hele geruststelling als je er op het moment van de kennismaking meteen bij kunt zeggen: ‘Mama weet het al, hoor.’ Helemaal fijn als je erbij kunt vertellen dat zij er vriendelijk of laconiek op gereageerd heeft. een nieu we liefde
18
Opschuiven maar Dat kinderen zelden enthousiast reageren op de komst van een nieuwe meneer of mevrouw in hun leven, heeft natuurlijk ook te maken met de ruimte die die stiefouder gaat innemen. Als ze mazzel hebben, hoeven ze zelf niet te verhuizen, maar dan trekt er wel iemand in hun vertrouwde huis die direct een prominente plek krijgt. En dat betekent: opschuiven. De favoriete plek naast vader of moeder, op de bank of aan tafel, is opeens permanent bezet. Je bent ’s nachts niet meer welkom in het ouderlijk bed en misschien moeten ook allerlei gewoonten op de schop. Menig kind verandert per direct in een preuts wezen als er opeens een vreemde door het huis loopt; badkamers gaan op slot en op kinderkamerdeuren dient voortaan geklopt te worden. Maar het kan nog erger: je kinderen moeten verhuizen en samen trekken jullie bij de stiefouder in. Dan is niets meer vertrouwd, gaat niets nog zoals het altijd ging en bepaalt de nieuweling in jullie leven de meeste regels, terwijl ze misschien ook nog te maken krijgen met splinternieuwe broertjes en zusjes die ze op het eerste gezicht vooral stom vinden.
19
40% van de kinderen is tussen 6–12 jaar als er een stiefouder komt. Ze hebben dan gemiddeld 4,5 jaar in een eenoudergezin gewoond. Bron: cbs, ‘De ervaring van kinderen met stiefouders’ (2007)
een nieu we liefde
Advies Vraag de kinderen niet al te vaak naar hun mening over de nieuwe situatie. Die mening kun je gemakkelijk afleiden uit hoe ze zich gedragen en hoe ze zich tegenover de nieuwkomers opstellen. Dus als het goed is, weet je wel wat ze ervan vinden. Natuurlijk mogen ze best eens zeggen wat ze dwarszit, maar geef ze vooral niet het idee dat zij daardoor een belangrijke stem hebben in het verdere verloop. Dat ze met veel en vaak geëtaleerd ongenoegen kunnen bereiken dat je de vergadering opheft en maar weer naar vader of moeder terugkeert. Want als je de vak literatuur moet geloven, is dat uiteindelijk toch gewoon wat elk kind na een scheiding wil. Bied je je kinderen al te vaak een luisterend oor en geef je ze al te veel ruimte om hun bezwaren ongebreideld te uiten, dan maak je die be zwaren alleen maar groter. Soms gaan de dingen niet zoals ze willen, en binnen zekere grenzen kun je ze natuurlijk best tegemoet komen, maar doe dat dan op klein niveau. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat hun stiefvader dat ene vieze potje niet meer kookt. Of door te regelen dat stiefmoeder ze voortaan niet meer direct voor school afzet, maar een stukje eerder. Je kunt best openstaan voor kleine ongenoegens, maar ze moeten direct begrijpen dat het 100% de bedoeling is dat het nieuwe stiefgezin blijft be staan.
Er zijn in Nederland 3,4 miljoen getrouwde en 700.000 officieel samenwonende stellen. (In wer kelijkheid wonen er twee keer zoveel stellen samen.) Elk jaar zijn er ongeveer 35.000 echt scheidingen en gaan 60.000 samenwonende stellen formeel uit elkaar. Bij een echtscheiding is de man gemiddeld 45 jaar en de vrouw 42 jaar en het huwelijk heeft dan zo’n 14 jaar geduurd. Bron: Ed Spruijt en Helga Kormos, Handboek Scheiden en de Kinderen (2010)
een nieu we liefde
20
Hoe was het bij ons? In mijn geval vormden we een dubbel stiefgezin: een gezin waarin beide partners kinderen uit een vorige relatie hebben. Ik had vier kinderen die fulltime bij mij woonden en mijn nieuwe man had twee kinderen die 50% van de tijd bij hem woonden. Mijn eigen vier kinderen (tussen de vijf en elf jaar) reageerden in het geheel niet volgens het boekje. Geen bedremmelde blikken en geen in het oog springende loyaliteitsconflicten. Hun eigen vader was al drie jaar uit beeld en ze zagen hem maar weinig. Bovendien was hij van het laconieke soort en had hij zelf ook alweer een nieuwe liefde. Hij zou hier vast niet van wakker liggen. Ze vonden het idee dat hun moeder zou zoenen met de vader van hun vriendjes vooral hilarisch. Dat werd lachen! En dat ik mijn partner goed gekozen had, was voor hen evident. Had mijn jongste zoon een paar jaar geleden tenslotte niet verteld dat de sportieve vader van zijn vriendje ‘zo hard als een raceauto’ kon lopen? Nou dan. Niks mis met die man. En omdat we amper bij elkaar uit de buurt konden blijven, was het opeens elke avond slaapfeest met zes kinderen. Maar toch moesten ook zij even slikken toen er een half jaar later een stief vader en twee stiefbroers echt bij ons introkken. Tot voor kort waren het nog gewoon vriendjes, maar nu kwamen er ineens jongens met rare gewoonten binnen en een vader die zich overal mee bemoeide. Zelfs mijn oudste dochter (toen twaalf), die een groot hart heeft en over iedereen op de wereld wel iets aardigs weet te zeggen, beet haar oudste stiefbroer op een dag toe: ‘Dit is niet eens jullie huis! Jullie wonen hier niet echt, want dit huis is van mijn moeder!’
21
een nieu we liefde
De nieuwe stiefkinderen ‘Vrouwen die zelf geen kinderen hebben (en later ook niet krijgen) voelen zich het minst op hun gemak in de rol van stiefmoeder. Wie zelf ook kinderen heeft, voelt zich zekerder van zichzelf.’ Gloria Lintermans in ‘Steps to Stepfamily Success’
Kennismaken met je stiefkinderen is ingewikkeld. Onwillekeurig wil je laten zien dat je een goed mens bent en dat die kinderen van jou niets te vrezen hebben. Al was het maar voor je nieuwe lief. Je bent hartstikke aardig en je zult hun vader of moeder heus niet van ze afpakken; ze mogen er zijn. En terwijl je jezelf vrolijk hoort babbelen tegen kindergezichten met opgetrokken wenkbrauwen, voel je de ogen van je partner op je gericht. Die checkt vanaf dag één of je wel aardig genoeg voor de kinderen bent. Wen daar zo snel mogelijk aan, want die ogen zullen de rest van je relatie en dus misschien wel je hele leven op je gericht blijven. Ook nog als de kinderen al lang het huis uit zijn. Wieberen graag De kinderen zien intussen een krampachtig glimlachende meneer of mevrouw die wat hen betreft direct rechtsomkeer dient te maken. Graag snel, voor het te laat is. Ze leven al bij voorbaat mee met hun afwezige vader of moeder, die misschien eenzaam thuis zit. De scheiding was voor alle betrokkenen al pijnlijk genoeg, dus zou je zo vriendelijk willen zijn om te vertrekken en iedereen met rust te laten? Als jij degene bent die ervoor gezorgd heeft dat vader of moeder plotseling als een verliefde dwaas door het leven gaat en halve dagen in een mobieltje zit te fluisteren, dan is het nu tijd dat je opkrast! Het kan ook zijn dat je al de derde bent die met omfloerste stem wordt aangekondigd als de nieuwe ouder in hun leven en dat ze denken: ja ja, het zal wel. Doei! En jij? Je kent die kinderen niet, je hebt er (nog) niks mee en ze eisen een heleboel tijd en aandacht van je nieuwe lief op, dus ook wat jou betreft kunnen ze, als je heel eerlijk bent, vaak maar beter wieberen. Maar ja, dat doen ze niet. En wil je je nieuwe liefde vasthouden, dan zul je je uiterste best moeten doen om die kinderen leuk te gaan vinden.
een nieu we liefde
22
Advies Doe vooral niet te veel je best en schenk niet te veel aan dacht aan ze, maar vergeet niet tegen je nieuwe liefde te zeggen dat het leuke kinderen zijn. Ook als je dat helemaal niet vindt. Bedenk dat er in elk kind op de een of andere manier wel iets leuks schuilt (ook al weten sommigen dat knap te verbergen) en dat je lief nu eenmaal geen leukere kinderen kent dan de eigen. Je zult het in de toekomst over veel dingen eens zijn in het leven, maar hij (of zij) zal nooit, nooit, nooit met jou van mening zijn dat hij stomme kinderen heeft.
‘Als je niet van kinderen houdt, begin dan niets met een man die al vader is. Zijn kinderen zijn het belangrijkste in zijn leven. Daar moet jij wel mee kunnen omgaan.’ Aaf Brandt Corstius en Machteld van Gelder in Handboek voor de moderne vrouw
Hoe was het bij ons? In mijn geval kende ik mijn aanstaande stiefkinderen al een jaar of zes; het waren vriendjes van mijn kinderen en ze hadden al vaak bij ons gespeeld. Dat is niet per se een voordeel, want we hadden al een beeld van elkaar en dat was niet onverdeeld positief. Ik vond het bij vlagen twee verwende mannetjes en zij vonden mij niet altijd aardig. In hun ogen was ik wel slim (de oudste van tien zei dat ik ‘goed kon denken’) en je kon ook wel met mij lachen, maar ik was vooral veel te streng. De oudste was zelfs een beetje bang voor me. ‘Ik vind haar niet zo makkelijk,’ zei hij een beetje bedremmeld toen zijn vader hem het nieuws vertelde van onze relatie. Maar de jongste, van acht, stelde zich tamelijk laconiek op, alsof hij al een beetje murw was door de scheiding van zijn ouders. Kom maar op met je nieuwtjes, leek hij te denken, ik heb inmiddels toch wel begrepen dat mijn mening niet gevraagd wordt. Toen zijn vader hem eens vroeg hoe het nu ging, zo na de scheiding, zei hij: ‘Ik denk er gewoon niet aan, dan vind ik het ook niet erg.’ Maar soms keek hij me ineens argwanend aan, juist als ik aardig tegen hem was, alsof hij me dan voor geen cent vertrouwde. Geen handige start dus. Volgens de boeken deden we het bovendien volkomen verkeerd want we gingen veel te snel. Hoewel we niet direct bij elkaar introkken, waren we wel zo verliefd dat we voortdurend
23
een nieu we liefde
bij elkaar wilden zijn en eigenwijs wezen we alle wijze raad van de hand. We sleepten de kinderen almaar van het ene naar het andere huis, waar we vooral oog hadden voor de dolle pret die ze samen hadden. Geen vuiltje aan de lucht bij ons.
De ex Veel mensen, vooral vrouwen, doen er stoer over: geen enkel probleem als de ex-partner na de scheiding een nieuwe liefde vindt. Zij wilde tenslotte van hem af, het huwelijk stelde niets meer voor of was eigenlijk nooit echt wat geweest en ze gunt hem alle geluk van de wereld, echt waar. Jaloezie? Welnee, daar staat zij natuurlijk boven. Als hij een nieuwe vrouw vindt, wordt hij misschien wat rustiger en misschien kan zij dan voor wat meer regelmaat en structuur in het gezin zorgen. Of, met een beetje mazzel, leidt een nieuwe liefde zijn aandacht een beetje van de kinderen af en laat hij ze een beetje meer aan moeder over. Hoeft hij ze niet zo nodig aldoor weer de helft van de vakantie en maakt hij er geen probleem meer van als ze ze eens een weekendje extra wil omdat er iemand in de familie jarig is. Hij op zijn beurt kan ook uitstekend veinzen dat een nieuwe liefde voor zijn ex welkom is. ‘Dan wordt ze misschien eens wat minder chagrijnig,’ oreert hij op feestjes, ‘en houdt ze op zo aan die kinderen te trekken en aan mijn kop te zeuren over schone kleren en op tijd naar bed als ze bij mij zijn!’ Nee hoor, no problem! Laat maar komen, die nieuwe liefde. Die twee samen zien Maar als het zover is, is het toch andere koek. Opeens dringt tot ons door dat die nieuwe verkering kennelijk echt iets in de ex ziet en dat verbaast ons zeer. Terwijl het seksleven voor de scheiding al lange tijd was opgedroogd, moet er bij de ex nu toch wel sprake zijn van heuse seks. Zelfs wie dat niet wil geloven, zelfs wie zichzelf wijsmaakt dat het waarschijnlijk meer om kameraadschap dan om hartstocht en passie gaat, moet eraan geloven als de twee eens samen in beeld zijn. De uitgebluste vrouw van weleer, die destijds met geen pink meer aangeraakt wilde worden, laat zich en plein public zoenen of zelfs in de kont knijpen en de neuspeuterende sufbol op de bank kleedt zich opeens bijzonder vlot en straalt het leven tege-
een nieu we liefde
24
25
een nieu we liefde