Etienne van Heerden - Klimtol - Truuk 1

Page 1

Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 1

klimtol


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 2


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 3

Etienne van Heerden

klimtol Uit het Zuid-Afrikaans vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer

Uitgeverij Podium Amsterdam


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 4

Oorspronkelijke titel Klimtol Oorspronkelijke uitgever Tafelberg © 2013 Etienne van Heerden © 2014 Nederlandse vertaling Karina van Santen en Martine Vosmaer/Uitgeverij Podium Omslagontwerp Roald Triebels Foto omslag xxx Foto auteur xxx Typografie Ar Nederhof isbn 978 90 5759 693 3

Verspreiding voor België: Elkedag Boeken, Antwerpen www.uitgeverijpodium.nl


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 5

Voor Kaia


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 6


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 7

TRUUK EEN

De Spinner De Spinner is de eerste truuk. Je begint je optreden zo: houd je elleboog gebogen en je werphand in de aanslag vlak bij je schouder. De rug van je hand is naar voren gedraaid. Werp nu snel door de hand met een tuimelende beweging in de pols te laten scharnieren. Normaal gesproken draai je daarna je pols omlaag om de jojo te laten terugkomen, maar met de Spinner houd je je hand stil en draait de klimtol aan het touw. Het ratelende geluid tegen de grond klinkt als een snelle auto op de onverharde weg naar Garies. Geef een rukje als je hem terug wilt hebben in je hand.

Een hotel. Zo een met brokken kalksteen die de parkeerplekken voor de auto’s afbakenen, en een slinger geverfde gloeilampen in de peperbomen. En met een generator die op diesel loopt en die ‘s avonds om elf uur wordt uitgeschakeld. Hij was vroeg gaan slapen, want de volgende ochtend moest hij optreden in de schoolzaal van de middelbare school. De schoolzaal gonsde als een bijenkorf toen hij achter het schoolhoofd aan naar binnen liep. Zodra hij op het toneel verscheen, klonk er een oorverdovend applaus. Hij droeg zijn broek met de omgeslagen pijpen, er zat een 7


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 8

streepje lippenstift op zijn smokingjasje, zijn haar was achterovergekamd in een ‘kippenkontje’, zoals zijn vader het noemde, want het waren de sixties, en zijn schoenen waren glimmend gepoetst. Hij had Around the globe gedaan, zijn ogen strak op de jojo gericht, en de gezichten van de kinderen draaiden mee. Daarna Walking the dog, waarbij hij met de punt van zijn schoenen een ritme op de houten vloer van het schooltoneel tikte. Het applaus was overweldigend. Toen was het de beurt aan Rockin’ the cradle, de ingewikkelde truuk van touw en spinbal en zwaartekracht, hij hield alles met een paar armbewegingen in evenwicht en liet met een draai van zijn hand de klimtol aan zijn touw wegspringen, waarop die ver van zijn lichaam bleef tollen, onbeheersbaar en toch onder controle – en vervolgens terug kwam stuiteren, en bij de volgende truuk zwaaide hij hem om de aardbol, in een wijde cirkel, met zijn blik op de schoolkinderen en hun aanstekelijke enthousiasme, en hun staande ovatie dat hem de zaal uitdroeg tot buiten voor de stille school, samen met het adjunct-schoolhoofd dat hem met hoogrode wangen en een witte envelop in zijn handen haastig naar buiten begeleidde: ‘Uw honorarium.’ Hij was op zijn allerbest en het publiek ging met hem mee. Ze hingen aan zijn touwtje als waren ze zelf een klimtol, hier tegen zijn borst. Toen hij de zaal uit kwam, stond daar een kleine bruine jongen, hij mocht de zaal niet in, hij zat vast in de lokasie op school, en hij kwam op Ludo af met een jojo in zijn hand en zei: ‘Baas Ludo.’ Maar Ludo had haast en duwde hem een muntje in de hand, want hij was in een goede bui, en zei: ‘Deze baas moet nu op pad,’ en toen zat hij in de Opel op weg naar het volgende dorp, niet veel verderop, terugdenkend schat hij nu dat het zo’n 8


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 9

twintig kilometer was, ze liggen dicht bij elkaar en in allebei de dorpen staat een fontein en soms worden ze in één adem genoemd: Tweefontein. In het tweede dorp komt ze die avond binnen met de camera en fotografeert hem. Ze is er opeens, een prachtige vrouw, onverwacht in een Karoo-dorpje. Uit het zelfvertrouwen kun je in één oogopslag afleiden: een stadsmens. Geen terughoudende schaamte en niets van de sloomheid van de plattelanders. Zijn gastvrouw, een statige dame, die besloten had hem uit te nodigen omdat de mensen hier zo weinig vermaak hebben, hield de fotografe bezorgd in de gaten toen hij zijn truuks uitvoerde. Nadat zij al foto’s makend had rondgeslopen en het hele dorp op stang had gejaagd, nam hij de cheque (inclusief Bijbelversje) in ontvangst, bedankte de dame en sprak de hoop uit dat hij de dorpsmensen nog eens mocht komen vermaken. De dame zei dat het haar speet van de vijf volkies – haar woord – die bij de deur stonden te gluren, ze hoopte dat het zijn avond niet had bedorven. Hij had ook gezien hoe ze verlegen de zaal in stonden te gluren, het waren de hoogtijdagen van de apartheid en het hoorde niet dat ze zo stonden te gluren, maar de voorzitster kende ze allemaal van naam en had ze waarschijnlijk laten begaan. Tijdens het spelen zag hij het jongetje – in die tijd zouden ze klonkie hebben gezegd – dat de vorige dag in Tweefontein Nummer Een naar hem toe was gekomen en dat hij een muntje had gegeven en Ludo dacht: jinne, dat kind duikt hier weer op, het moet hem ernst zijn met de klimtol, maar toen kwam hij op dreef en had hij er niet meer aan gedacht. Na afloop was de fotografe snel vertrokken en de voorzitster friemelde met haar zakdoekje en bezwoer Ludo dat zij die fotografe niet geregeld hadden, het speet haar van die brom9


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 10

tolvrouw, vast uit de stad en helemaal niet op haar plaats hier met haar camera, nogmaals een verontschuldiging. Iets had hem in de war gebracht, herinnert Ludo zich. Haar aanwezigheid in de zaal en haar vertrek – haar zwarte ogen, die heel even als een magneet aan de zijne trokken – dat had hem in de war gebracht. Hij had het gevoel dat ze hem plaagde. Hij was naar het café gegaan en had er misschien een te veel gedronken. Te snel. Hij had in elk geval te snel gedronken, ja, wees maar eerlijk, op een lege maag. Hij zou de nacht in het dorp doorbrengen, maar toen hij weer op zijn kamer was, vloog de bedomptheid hem naar de keel. Hij voelde zich opgejaagd en er brandde een vuur in hem. De herinnering aan de lange benen van de vrouw en haar ogen die de zijne grepen. De prenten aan de muur, de meubels en de gehaakte kleedjes, de vliegenkleefstrip en het gepiep van de ventilator – hij moest daar weg. De keuken was al dicht, het hotel halfdonker. Hij moest ervandoor. Buiten was het een prachtige avond. In Tweefontein – allebei de dorpen – staan de sterren zoals bekend heel dichtbij. Aanvankelijk reed hij rustig weg, zwaaide nog naar een enkele wandelaar, en toen lag de donkere weg voor hem open. In die streken rijdt iedereen behoorlijk hard. Er zijn wel koedoes op sommige stukken waar de bomen tot aan de weg staan, maar meestal word je gewaarschuwd door borden, en in ieder geval weet Ludo nog hoe hij zich voelde als hij plankgas reed. Op die leeftijd geloof je dat niets je kan deren. Het is de illusie die door applaus wordt geschapen. Hij was over zo’n bloedplas op het asfalt gereden, bijna de hele weg was bedekt met de zwarte plas geronnen bloed, en achteraf hoorde hij dat er dat seizoen twee mensen op die weg waren omgekomen bij 10


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 11

een koedoe-ongeluk, amper een week na elkaar. De koedoes steken over voordat je ze kunt zien, want ze komen op de lichten van de auto af als motten op een kaars, ze worden aangetrokken en verblind en van schrik springen ze en belanden op de motorkap van de auto. Mensen sterven niet door de klap, maar doordat de koedoe door de voorruit breekt, en dan is hij in de auto, en door zijn stuiptrekkingen en zijn hoorns als hij met zijn grote kop zwaait en het getrap van zijn hoeven, gaat iedereen in de auto dood, een koedoe is net zo groot als een koe, alleen sterker, hij crepeert niet makkelijk, en met zijn hoorns en hoeven maalt hij alles in de auto tot gehakt. Er was maanlicht, dus hoe het zo plotseling kon gebeuren weet Ludo niet, hij wist van de koedoes en dat hij langzaam moest rijden, maar toch. Misschien was hij moe na de show. Misschien was hij achter het stuur in slaap gesukkeld. Waarschijnlijk kwam het door de vrouw, die zo snel was weggereden met een laatste blik naar hem, dat zijn concentratie was verslapt. Ja, het kwam door haar. Maar dat is geen verontschuldiging en dat hij haar niet uit zijn hoofd kon krijgen, is ook geen excuus. Plotseling, helder in de koplampen na een donkere bocht en te laat, hopeloos te laat, het bruine jongetje op een fiets, zijn gezicht heel even naar Ludo gedraaid. Hij is kennelijk op weg naar huis, na Ludo’s optreden, terug naar Tweefontein Een waar Ludo hem de vorige dag bij de schoolzaal had gezien, op weg in het stille donker met alleen de sterren boven zijn hoofd en dan komt Ludo hem achterop. Aan de rechterhand van de jongen zat een jojo, waarmee hij onhandig probeerde te spelen terwijl hij fietste met zijn linkerhand aan het stuur. Wankelde hij toen Ludo zo snel op hem af kwam; heeft hij 11


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 12

op het laatste moment zijn evenwicht verloren omdat hij het onvermijdelijke zag aankomen? Het was een verschrikkelijke klap. Een jaar voor de dood van de kreeftinspecteur in Paternoster is het een woelige nacht in de stad nadat Snaartjie Windvogel uit het suikerhuis is ontsnapt. Ze is van taxibusje naar taxibusje gerend. Onder haar voeten beefde de aarde als er een trein het station binnenreed langs de rij taxi’s. In de verte kon ze de Tafelberg zien, met lichten die tegen de berg op schenen. Ze had van de kabelbaan gehoord, maar kon niets zien. Het dreunde waar de kraampjes tussen het spoor en de taxistandplaats stonden opgesteld. Kleren en zonnebrillen en afgesneden schapenkoppen en levende, aan hun poten opgehangen kippen, en straatverkopers die op open vuur vlees roosterden. Hier was weinig verlichting, maar de vuren en de rode remlichten van de taxi’s, de parkeerlichten van de minibusjes en een groot spreidlicht zorgden voor licht. De taxi’s ronkten en toeterden. Het gekrioel van mensen die vanuit het centrum naar huis wilden, naar Ravensmead en Guguletu en Elsiesrivier en Belville-Suid, was chaotisch. Er waren mensen met alleen een boodschappentas stijf onder hun arm geklemd, maar ook gezinnen met grote tassen en rolkoffers op weg naar veel verder, opgejaagd en wanhopig. Er kwamen twee mannen langs met een geit met vastgebonden poten en witte ogen. Ze droegen het beest aan een stok die op hun schouders rustte. Terwijl ze toekeek, legden ze de geit omgekeerd op een stuk zeil, pakten een kom en sneden zijn keel door, en al het zwarte bloed liep in de kom. Alleen zijn poten schopten en toen keek ze weg. Ze had medelijden met de mensen die voor lange ritten in de taxibusjes moesten. Ze verdrongen elkaar en de busjes waren overvol. Het was een heel gedoe om mensen naar bin12


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 13

nen te persen, er moesten zelfs kinderen op de grond bij de voeten van grote mensen hurken. Niemand zag iets vreemds aan haar, zoals ze met haar glimmende schoenen en oorbellen van taxi naar taxi rende. Ze was bang, maar niet angstiger dan veel van de bedelende tikkoppe, de moeders met kinderen aan de hand en de hongerige straatverkopers. Ze wilde weg, weg. Ze wist dat ze haar hier zouden komen zoeken, want dit is de plek waar je naartoe gaat als je snel de stad uit wilt. En dat kon ze ook zien in de ogen van veel anderen. Weg. Mother’s horror was de naam van het taxibusje waar ze in is gestapt, zonder te weten waar het naartoe ging. Drive it as if it’s stolen staat op het zijraam geschreven. Ze heeft de helft van het geld van haar klanten van die avond in de hand van de bijrijder gestopt, maar geld achtergehouden, want ze weet niet waarheen en hoe ver. Helemaal achter in de hoek van het busje heeft ze zich opgekruld en haar oorbellen uitgedaan en op de vloer van het busje gegooid. Zich bedacht en ze opgeraapt en weer ingedaan. Terwijl de chauffeur op zijn claxon hangt, rijden ze het gewoel uit, langs mensen die opgerold in jassen liggen te slapen onder tafels of op dozen die de volgende dag weer koopwaar zullen zijn. Naar de grote weg. En toen de taxichauffeur vroeg: ‘Waar stap je uit?’, heeft ze alleen maar gezegd: ‘Rechtdoor!’ En nog meer geld naar voren gestuurd. In het begin keek ze voortdurend om. Ze is met een Mercedes-stationcar naar de binnenstad gebracht en die auto zal naar haar uitkijken. Of ze haar werk goed heeft gedaan. Maar geen auto volgde hen. Ze begon zich te ontspannen. Niemand praatte met haar. Het busje zat vol verdwaasde mensen, die zich meer om hun eigen hachje bekommerden dan om de mensen naast hen. De chauffeur lurkte de hele tijd aan een 13


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 14

fles in een bruin papieren zak en nam af en toe risico’s waar sommige passagiers over klaagden. Maar dan zei hij dat ze konden uitstappen en opsodemieteren als ze niet verder wilden meerijden. Op het laatst zaten ze allemaal muisstil en voelden zich als vlees in blik terwijl ze door donkere korenvelden en wijngaarden het open land in reden. Het werd steeds vlakker. Hier en daar het licht van een boerderij, maar later was het helemaal donker. Bij Malmesbury werd ze in de buurt van grote graansilo’s afgezet en ging toen verder met een andere taxibus. ‘Waar moet je naartoe?’ ‘Rechtdoor!’ ‘Stap in.’ Ze had niet veel geld. Donker. In de verte aan de horizon de spat licht van een dorp. Satellieten. Hoe lang heeft ze al geen satellieten gezien? In Matjiesfontein kon je er elke avond een paar zien overkomen. En die tijd in de Kaap – hoe lang? Ze zal het nooit weten, een jaar of twee? drie? negen maanden? – heeft ze ze door het stadslicht dat de sterren dof maakt nooit behoorlijk kunnen zien. Maar hier in het gedreun van het busje dat over de stille donkere weg zoeft met bijna geen andere auto op de weg, begon ze net als veel andere passagiers in te dutten. Snaartjie Windvogel sliep terwijl de gitaar van Jimmy Dludlu zachtjes door de luidsprekers van de taxi speelde. De naam van deze minibus was Jesus’ Boy, en hij reed rustiger. One eye on the road, the other on the King of Kings stond op de zijkant geschilderd. De mensen waren ook anders, minder opgefokt en gespannen. Ze letten niet de hele tijd op hun spullen. De bagage was allemaal samen op het dak gebonden, en aan het spiegeltje hingen een zwart-wit voetballetje, een roze plastic kruisje en een oude, gedroogde kippenpoot. Voort jagen ze, de nacht in, langs Hopefield, in de richting 14


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 15

van Vredenburg, waar iemand haar met een elleboog aanstoot en zij in een stille, verlaten achterstraat uitstapt. Er staan lege taxibusjes onder iets wat eruitziet als provisorische afdakjes. Er zitten een paar mensen tegen muren geleund. De straatlantaarns werpen een gele glans over alles. Haar medepassagiers worden afgehaald door familieleden die met fietsen komen aanzetten, of in oude afgeragde auto’s die met veel rook en gekakel van vrolijke stemmen vertrekken. Later zijn ze allemaal weg, en is alleen zij er nog, afgezien van de paar mensen die half tegen de muren hangen te slapen, en de straatkinderen die aan de overkant dronken van het lijmsnuiven langskomen, elkaar verveeld lopen te porren en Snaartjie sarren. Ze rapen stenen op en gooien die op daken, verliezen hun belangstelling en gaan de hoek om, haveloos en verveeld. Hun handen zijn groot als krabben en hun lijf is te klein voor hun hoofd. Ze hebben ingevallen gezichten en alleen de monden zijn groot en de neuzen rood en nat. Ze gaat in een donker hoekje zitten. Het duurt niet lang meer, weet ze, en dan komt het ijsvuur over haar. Ze weet niet wat ze moet verwachten, maar komen zal het. Ze heeft het al eens meegemaakt. Het zal niet makkelijk zijn, maar ze moet erdoorheen, net als de keer dat ze op haar fiets met dikke banden van Hochschule, de plaas van Miss Edelweiss, waar ze als klein meisje vioolles kreeg, naar Platdakkies in Matjiesfontein reed, naar het huis van haar ouders. Wanneer een hagelstorm losbarst en korrels zo groot als kiezels vallen en je erdoorheen moet, want die schamele doringbomen bieden geen beschutting. Ik moet erdoorheen, weet Snaartjie Windvogel, ik moet door het koude vuur van de hagel die me slaat. Ik moet het stuur van de fiets stevig vasthouden en ik moet trappen en me 15


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 16

niets aantrekken van mijn verwoeste lijf. Ik moet niet links kijken, ik moet niet rechts kijken. Ik moet niet omhoog kijken. God is niet boven me. God is in het doorgaan. God is in het fietsen en je tanden op elkaar zetten. God is in het vastbijten en de vastberadenheid. Jouw God de Heer is een harde God, hij is een God van woede en straf, hij zal je door het vagevuur van witte hagel sturen en mannen zullen je neuken zodat je poepgat openscheurt. Wanneer er bloed aan hun pik zit, zijn ze tevreden dat ze je goed hebben doorgeneukt en rol je van ze weg. Je veegt het slijm uit je kont en steekt je hand uit voor de zeventig rand. Bibberend, met haar armen om haar knieĂŤn zit Snaartjie op de nachtelijke taxistandplaats van Vredenburg. Vond ze maar een klant. Wanneer een auto stopt en je er snel in springt, van de koude straat in de luxe auto met zachte radiomuziek en een stoel die zich als een sofa om je rug plooit. Kun je heel even zien hoe andere mensen leven. Een klant zou haar nu redden. Geld. Het roze biljet in je hand. Misschien nog een twintigje erbij. Ze zal kunnen kopen wat ze wil. Een vluggertje, de halfzachte pik van een oude man in je mond. Bibberig, koortsig zit Snaartjie daar, totdat opeens een taxibusje de hoek om scheurt. Son of Reggae. Daverende luidsprekers. Opeens komen de schaduwen tot leven en kruipen er meer mensen dan ze had gedacht onder de stukken karton en golfplaat vandaan. Maar ze is snel en dringt haastig tot voor in de rij. Ze weet niet waar de taxi naartoe gaat, maar ze moet weg uit dit gele licht. Het is alsof de hele wereld getroffen is door een akelige ziekte, een gele plaag. Ze vindt een zitplaats en als het portier dichtslaat, geeft iemand haar een stickie aan. Ze neemt een diepe haal en voelt hoe het draaglijk wordt, hoe het haar grijpt. Ze laat haar hoofd achteroverzakken. Ze rijden hard. Bob Marley draagt hen over heuvels en door 16


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 17

dalen en ze begint iets te ruiken. Dat moet de zee zijn, denkt ze. ‘Waar ga je naartoe in Paternoster?’ vraagt de man die haar het stickie heeft gegeven. ‘Rechtdoor,’ antwoordt Snaartjie Windvogel. ‘Die weg gaat nergens anders heen. Hij loopt dood bij de zee.’ Ze kijkt weg, ze wil niet met hem praten. Mannen die je met praatjes inpakken. Die dingen met je willen doen. Die je kopen alsof je een brood bent. Voor hen ben je spuug of een drol of zomaar een gat. Ze draait zich om, draait hem haar schouder toe. Zo is ze op haar vlucht in dit dorp aangekomen. Ze is afgezet bij een rode benzinepomp en daar stond ze en ze hoorde het gedruis van water. Ze is in de richting van de zee gaan lopen. Ze is bij een waterkraan van een donker huis gaan drinken, heeft de kraan voorzichtig weer dichtgedraaid. Bij het ene na het andere huis gingen de lichten uit, doofde het barbecuevuur en later was zij nog de enige op straat. Er was een zaaltje op de heuvel waar hard gospelmuziek werd gespeeld, een of ander concert dat haar aan de kerkdiensten in Matjiesfontein deed denken. Maar zulke plekken moet ze mijden. Dat is voorbij, ligt achter haar. Ze is op haar hoede. De Mercedes-stationcar die plotseling de hoek om kan komen, op haar af. Het portier dat openzwaait, de pompende oemf-oemf-muziek en de arm die haar ruw naar binnen trekt en dan de rubberen sambok, gesneden uit de buitenband van een auto, waarmee ze haar billen en rug ranselen. Steeds omkijkend loopt Snaartjie door de straten van het stille stranddorp en dan bereikt ze eindelijk de zee en wordt 17


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 18

overvallen door het grote geluid en de geur en het gevoel van weidsheid. Het donderen van wat golven tegen de rotsen moeten zijn. De geur doet haar denken aan het gezouten vel van een pas geslacht merinoschaap dat over een hek achter het Marie-Rawdonmuseum in Matjiesfontein hangt. Het slagvel, het slagvel, zegt ze steeds opnieuw. De kou heeft haar weer te pakken en ze loopt van het ene schuitje naar het andere, bukt en voelt aan het zand. Het is vreemder dan wat voor grond of zand ze ooit heeft aangeraakt. Ten slotte kruipt ze onder een boot die Katvis heet. Ze was bang voor de grote Mercedes met de lange mannen die haar en de anderen altijd in de vroege ochtenduren van straat kwamen oppikken en mee terugnamen naar het huis in Soutrivier en later in Elsies en toen de flat in Parow. Ze was bang voor het beveiligingsautootje met de mannen van wie iedereen denkt dat ze huizen bewaken, maar die als bijverdienste ook voor de gangsters werken. Ze patrouilleren in de straten die opengesteld zijn en houden de meisjes in de gaten terwijl die hun werk doen en klanten afwerken. Ze was nu alleen onder het schild van de boot, maar niet zo verloren als in de auto’s van klanten. Ze was angstig onder de boot, maar niet zo bang als in het huis in Soutrivier die nacht dat haar viool werd stukgetrapt, toen ze wist dat er voor haar nooit meer een weg terug naar Matjiesfontein zou zijn. Hij is een oude man, al grijs. Hoe langer hij naar de zee kijkt, hoe blauwer zijn ogen worden. Hij verlangt naar de fotografe die hij tientallen jaren geleden voor het laatst heeft gezien. De bloedvlek op de weg bij Tweefontein kan hij niet vergeten. Hij woont alleen en zit op zijn veranda over de baai uit te kijken met de jojo die van zijn vinger op en neer rolt. Zijn huisje is klein en vierkant. Het is op het noordoosten gericht, met de rug naar de ergste wind van Paternoster. Voor 18


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 19

de veranda loopt een paadje omlaag door lage bietoustruiken en losse stenen naar grote ronde rotsen die over het strand verspreid liggen. Aan de andere kant van de rotsen liggen de schuiten die in allerlei kleuren zijn geschilderd. Verderop is een vismarkt waar ze de snoeken opensnijden, zodat hij hiervandaan het rood en het wit ziet. En nog verder, de zandplaat die het Voorstrand wordt genoemd. Ze komen hem als eerste roepen. Het zijn kinderen met een hond die naar hun voeten blaft en hun stemmen ploffen als stenen om hem heen. Door zijn eenzaamheid schrikt hij soms zo van geluid dat gewone stemmen ineens te hard klinken, en door het uitkijken over de zachte kleuren van de zee heeft hij zijn ogen bedorven. Wanneer hij naar het dorp moet om boodschappen te doen en in het winkelcentrum van Vredenburg belandt, lijkt alles schel en goedkoop, alsof iedereen te hard zijn best doet. Hij is opgelucht als hij weer over de smalle asfaltweg terug kan rijden naar de kust. Hij ruikt de diesel van zijn jeep en kijkt naar een rode valk die steeds op één punt boven de vlakte fladdert. ‘Oom Ludo!’ Soiee-shoep!! ‘Kom, oom!’ ‘Oom Vliegschotel, kom helpen!’ Hij staat stram op en beseft dat het een groter noodgeval is dan anders, wanneer verhalen als rukwinden om de hoeken komen en kleine wervelwindjes veroorzaken die door de straatjes van Kliprug kolken. Zulke verhalen gaan opeens weer liggen, maar niet voordat stof en opgewoelde bladeren en papieren op drempels liggen en zelfs tot in voorhuizen zijn geblazen. Iets dringenders in hun stemmen vanochtend. Naar Bekbaai, gebaren ze, en hij volgt, wandelstok in de 19


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 20

hand, de hond blaffend om zijn hielen, happend naar zijn sandalen. De kinderen rennen voor hem uit, de hoek om langs Blikkies Pizzeria met zijn groene golfplaten muren en buitentafeltjes, langs het kale veldje links met het Eskom-transformatorhuisje achter de verroeste afrastering. Een eindje verderop zijn de eerste huizen van Kliprug en dan ziet hij Bekbaai, dat zich voor hem opent tot je heel ver kunt kijken, tot aan de rotsige inham van Abdolsbaai. Hij staat ‘s avonds vaak op deze hoogte, leunend op zijn olijfhouten wandelstok, om naar de zon te kijken die de laatste hitte in rode, roze en oranje tinten uitstraalt over zee om plotseling weg te floepen, en dan is er het koude uur vlak voordat de maan opkomt en je de sterren behoorlijk kunt zien en je weet dat het avond is. Dan moet je vuur maken als de winter streng is en in de zomer kun je nu op je veranda zitten en gezinnen in de verte horen ruziĂŤn en praten of lachen. Je hoort pannendeksels en soms de daverende herkenningsmelodie van de soap 7de Laan of een nieuwsbericht dat wordt uitgezonden, je ziet drommen auto’s bij het Voorstrand en in het donker zijn er het gedempte gegiechel en de bewegingen van jongeren die hier komen vrijen tussen de ronde rotsen aan deze kant van Gaatjie en langzaam maar zeker komt je geest tot rust, want het zijn geluiden die je goed kent en je derde glas is driekwart vol. De vogels die rondscharrelen in de boom van je hart vallen stil en je kunt zonder angst de zwarte nacht in kijken en je weet dat de baai daar in het donker ligt. De zon zal weer opkomen en de meeuwen zullen hier zweven om hun krabben te breken en de vissers zullen hun boten de zee in duwen en er zal de verwachting zijn van goede vangsten en mooie verhalen. Maar soms komen er dingen bij je boven waarvan je niet zeker bent en praat je je mond voorbij en dat is waarom de 20


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 21

mensen moeten lachen en nieuwsgierig worden en hun camera’s richten om je overdag op je veranda te fotograferen, want jij bent de oude kampioen. Hij volgt de joelende kinderen die ongeduldig omkijken omdat hij zich niet laat opjagen. De ochtend is jong en open en uit de kom waarin ze afdalen, slaat de geur omhoog van zand en stenen die al warm zijn gestoofd, en in de verte, tussen de rotsen waar de diepe zee begint, liggen bootjes geduldig boven scholen vis of werken zich tussen de rotsbanken door, waar het water nu kalm is en de kreeften zich schuilhouden. Sinds die nacht bijna vijftig jaar geleden toen hij tegen het wiel van zijn Opel stond te plassen en de dunne schijf uit de lucht kwam, associeert hij haast en drama met een aankomst uit den vreemde. De schotel kwam wentelend uit de nacht en hij herinnert zich hoe zijn smokingjasje om zijn jonge schouders viel en het gevoel van zijn zware penis in zijn hand en in de andere hand de bokkensprongen van de jojo en boven hem de koepel met sterren. Hij herinnert zich het stuk weg en de zwakke koplampen van de Opel en hoe je volkomen onverwacht een civetkat in je koplampen ving, of wat vaag opzij een steenbok die angstig tegen het hek op de strook langs de weg klemzat, of misschien een stekelvarken dat blind in de berm stond. Hij herinnert zich de momenten dat hij op zulke wegen na een goed optreden de koplampen van de Opel doofde en hoe hij een deel van de route de donkere muur injoeg, zomaar als gebaar, zomaar omdat de nacht er was en er onvoorziene dingen in het verschiet lagen. Omdat hij de klimtolkampioen was en vrouwen van hem hielden. Nu daalt hij met een groepje kinderen het Bekbaaiduin af en hij wordt onmiddellijk getroffen door de zoute mistigheid. 21


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 22

Eerst, vertellen ze hem gretig, om hem heen huppelend van opwinding als hij door het mulle zand ploetert tot waar de strook hard zand begint, eerst dachten ze dat het een dode rob was die heen en weer rolde in de branding met het schelpengruis dat het water grijs laat schuimen. Toen dachten ze dat het een hond was of misschien een…? En dat was het ook, kraait een van hen: ‘Een mens.’ Een tweede voegt eraan toe: ‘Met nog één schoen aan.’ Hij hoort dat de oogleden helemaal zijn weggevreten. Het gezicht is vertrokken in grote schrik. En hij denkt: wat ik nu hoor, is hanengekraai dat een lang verhaal aankondigt. Op de zandplaat loopt het makkelijker. Er drommen al mensen samen rond de homp die in de voorste deining wiegt en dan stilligt. Hij hoeft niet te bukken om de man te herkennen: de kreeftinspecteur. Die man – zo gaan de wervelwinden hier door de straten – die al tussenpersoon was in de tijd dat je nog een rijbewijs kon kopen bij de verkeersafdeling van Vredenburg. Gewoon een biljet van tweehonderd rand en je krijgt je rijbewijs en rijdt fluitend weg en niemand stelt vragen, je bent legaal. Die man met de scheve schouder die zijn bakkie hier bij het hotel parkeert en op het duin achter de bomen gaat staan terwijl de vissers daar op hun hurken zitten en de zee in de gaten houden om te zien of er een school vis bij het Voorstrand bovenkomt. Ze kijken achterdochtig naar hem, want hij is op hun terrein, dat duin is al generatieslang hun uitkijkpost, daar zitten ze op slechte dagen aan lauw bier of zoete wijn te lurken en te wachten tot de wind draait of de harders op trek zijn of de politieauto’s de kreeftverkopers komen sarren. De kreeftinspecteur staat daar zonder met ze te praten. Hij weet dat het hun plek is en dat ze met grote zorgen zitten en dat het een moeilijk seizoen was. Hij weet dat ze te veel drin22


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 23

ken en zich opwinden en geen toekomst hebben en de peuken van toeristen oprapen en tot aan de filter oproken, en toch staat hij ze te tergen, alleen al met zijn schaduw die over de bietou en hun duin valt. Hij staat daar zijn sigaret te roken, trapt de peuk uit en loopt terug naar zijn auto terwijl zij hem in stil verwijt nakijken. Dan stapt hij in zijn auto en weg is hij, naar Abdolsbaai of Tietiesbaai. Hij kijkt welke boten snel om een punt heen roeien zodra ze hem zien aankomen, en wie er doodgemoedereerd uit zit te kijken over zee, de onschuld zelve. Hij doet zijn rondes, kletst een tijdje met Ankervoet, de wachter bij het hek van het reservaat, of gaat bij de vuurtoren op zoek naar iemand met het blauw van de zee in de ogen en een onverwachte schuwheid wanneer er een auto aankomt, een mens die louter voor de luimen van de zee leeft en alleen met zichzelf praat. De kreeftinspecteur zoekt iemand met wie hij het hoofd kan schudden over de smokkelaars en de patsers, de gangsters van het tikhuisje in Hopland, de auto’s met getinte ruiten en glimmende velgen en van die verlaagde bmw’s. Auto’s die niet door het bakkie van een kreeftinspecteur gepakt kunnen worden als ze plankgas over de kustweg R27 naar Bloubergstrand en Kaapstad scheuren. Om Ludo heen wordt schel en opgewonden gepraat. De Klipruggers vertellen de bewoners van de dure huizen en de hotelletjes aan zee wie de man met de afgevreten oogleden is. Ja, hij is die man met motorolie onder zijn vingernagels. Kijk, je kunt het zien, zelfs de zee kon hem niet schoonwassen. Hij koopt toch altijd een roomijsje daar bij de kiosk, en twee bokkingen bij Oep ve Koep. Dan zit hij bij de zee te eten, eerst het koude zoet, dan het droge zout. Die man. En de eigenlijke klacht: hij is toch de man die kreeftsmok23


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 24

kelaars zo gemeen opjaagt en in het weekend onder zijn dkw bij zijn huis in de straat vlak bij de Pick n Pay van Vredenburg ligt, de man die dingen die niet gerepareerd kunnen worden wil opkalefateren. Hij is het die in het water rolt alsof hij zijn eigen lichaam is vergeten. Gretig zijn de kreeften op hem aangevallen, en ze hebben, zoals mensen ook vaak doen en zoals dit verhaal zelf doet, eerst de lekkerste hapjes uitgezocht. Allereerst, zeiden de Klipruggers achteraf, hebben de kreeften de grijnslach voor zijn tanden weggevreten. In deze contreien hebben ze nog nooit gezien dat kreeften een dode zo hebben aangevreten. Dat dit de man is die ze beschermde, dat weten de kreeften niet, denkt Ludo. Al snel zijn er nog meer mensen van de kant van Kliprug, en uit de rij vakantiehuisjes in de buurt van Blikkie komen mensen aanrennen, en vanuit The Lodge komen serveersters aanlopen. Er groeit een kleine menigte. Uit de grote blokken beton die als hotelletjes rond Bekbaai staan, verschijnen mensen op veranda’s en telefoons schieten filmpjes. De vissersfamilies die van achter de oude begraafplaats naar het strand zijn gekomen, worden nu onrustig. De man die door de zee is aangespoeld en daar ligt als het tij zich terugtrekt en hem verwezen achterlaat, wordt nauwkeurig bekeken en de scheldwoorden die al die jaren zijn ingehouden, worden op het lijk losgelaten. Alle frustraties van de kleine visserij en de ellende om ‘s nachts kreeften te smokkelen naar de Kaap ontladen zich. Op deze man en anderen zoals hij. De woede op de overheden, en de dag dat ze de anc-man hier hebben weggejaagd toen hij hun in zijn blingbling-Engels de kwestie van de vislicenties kwam uitleggen. ‘Fokken corrupte…!’ ‘Die corrupte…!’ Morren ze en een van de kinderen schiet naar voren, port 24


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 25

met zijn blote voet in de schouder van de kreeftinspecteur, griezelt en springt opzij. Een vrouw raapt een mosselschelp op en gooit die naar het lijk, maar Ludo komt naar voren, trekt haar terug en zwaait met zijn stok naar de kinderen. Hij trekt met de punt van zijn stok een kring om het lijk in het zand en hij is blij dat het tij nu daalt en er geen golven meer onder het lijk door spoelen. De kreeft haalt hij weg en gooit hem in het ondiepe water en dan hinkt hij terug naar zijn cirkel in het zand en niemand mag in die cirkel komen. Ze luisteren naar hem, want hij woont hier bij hen en zit elke dag op zijn veranda en groet als hij gegroet wordt, iedereen kent zijn verhalen over de vliegende schotel en de jojo en weet dat zijn leven een verhaal heeft en ze hebben er begrip voor – hij is van dit dorp en ook zijn gezicht lijkt aangevreten en gegroefd door de zoute wind en de harde zon en de eenvormigheid van de dagen. Ze hebben hem al talloze keren ‘s avonds laat over het heuveltje voor The Lodge langs zien wankelen, op weg van het café terug naar huis. Ze weten hoe hij op sommige avonden sterkedrank achteroverslaat alsof het frisdrank is. Hij heeft een vliegende schotel gezien en dat zorgt voor oneindig veel respect, het respect dat de kapitein van een grote trawler hier krijgt, of iemand uit een van de oude vissersfamilies die al knoestig in een rolstoel zit, een afstammeling van de Portugese wegzwemkapitein of van latere matrozen van andere scheepsrampen, die ooit zijn weggezwommen van hun gezonken schip en een jonge vrouw hebben genomen onder de vissersmensen hier. Dat soort respect heeft Ludo de klimtolspeler, en wanneer ze hem plagen, is het goedmoedig, want hij heeft een keer met zijn stok een deuk geslagen in het autoportier van een politicus, die keer met de verandering van de kreeftquota’s. En sneller dan iemand zou verwachten is de fotograaf van 25


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 26

Die Weslander er, en Ludo ziet de foto al voor zich: de oude grijze kop met haar dat alle kanten uit staat (de mens rafelt subtiel uit hier aan de kust, zo subtiel dat je niet eens merkt dat je je langzaam laat gaan) in een groezelig zwart overhemd. Zijn oudemannenbenen eindigen in leren sandalen en hij heeft de jojo aan de middelvinger van de ene hand en de olijfhouten wandelstok met de knoestige knop in de andere. Hij kan het bijschrift al lezen over de kampioen van weleer die met zijn stok de woedende meute weghoudt van het lijk van de arme kreeftinspecteur. Hij loopt naar de fotograaf nadat hij weer tegen de mensen heeft gescholden: ‘Hebben jullie geen respect voor de dood?’ en ze luisteren en hij zegt het tegen de fotograaf, want hij ziet zichzelf al op de voorpagina van de krant, wezenloos en verschrikt. Achter hem op de foto (want camera’s lokken dat soort gedrag uit) ziet hij joelende vissers naar een lijk spugen waarvan op de foto alleen de onderbenen te zien zijn, die ene witte voet en de andere met de schoen nog aan. Tegen de fotograaf zegt hij: ‘Ik wil geen foto van mij in jullie krant.’ Het is een jong meisje met de gretigheid van een eerste baan. ‘Dat kan ik niet garanderen,’ antwoordt ze, en ze schudt haar krullen en zet haar zonnebril voor haar prachtige ogen, ogen die kennelijk nog weinig hebben gezien, zo hongerig en fris zijn ze nog, zo open en, zou je ook kunnen zeggen, zo leeg en ontvankelijk, zo opgewonden. Hij draait zich om en gaat een eindje verderop tegen het duin zitten. Op een gegeven moment verschijnt de politie. Ze schrikken allemaal terug. Niemand wil het lijk naar de politiewagen helpen dragen. Uiteindelijk komt de nieuwe rechercheur uit Vredenburg en hij schraapt de slakken er met een mossel af, veegt het zeewier weg en sleept het lijk aan een 26


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 27

arm eerst over het natte en dan door het mulle zand. De voeten van de rechercheur stampen over het zand dat nu warm is, en Ludo zit te puffen op het duin en voelt zich duizelig. De jojo zweet in zijn hand. Hij is verbaasd over de brute, woeste kracht van de rechercheur. Voor hem moet je uitkijken, denkt Ludo. Misschien kende de rechercheur de kreeftinspecteur. Toen hij met zijn sterke dijen langs Ludo zwoegde, keek hij over zijn schouder naar de meute die hem nastaarde: vissers met de handen in de zakken, vrouwen die weer schelpen hebben opgeraapt en ook stukken kelp, klaar om ze naar het lijk te gooien, en kinderen die in grote cirkels over het zand hollen en radslagen maken: ‘Misschien doen jullie net of jullie het niet zien, maar kijk, kijk wat een klap deze dode man tegen zijn hoofd heeft gehad. Kijk dan dat bloed – dat heeft de kreeften gelokt.’ Ze jouwen hem uit. Tegen Ludo snauwt hij nijdig, met zweet dat over zijn gezicht loopt en zijn broekspijpen opgerold tot boven zijn kuiten, zijn voeten vol zeezand: ‘Deze man is niet door de zee gepakt. Hij is vermoord.’ De rechercheur sleept de man tot in de schaduw van het politiebakkie. Vanaf het strand begint de meute over het duin terug te klimmen, landinwaarts. Ze vormen een rumoerige groep, met honden die boven al staan te kwispelen en kinderen die opgewonden over het strand zigzaggen. Deze strook Bekbaai is gemeenschapsgrond, tussen de eerste straat, Sonkwasweg (genoemd naar de Sonqua’s die hier ooit, eeuwen geleden, hebben gewoond), en de zee. Aan de overkant van de Sonkwasweg ligt de oude begraafplaats, eenvoudige vissersgraven, versierd met schelpen of kalkstenen. Rottende stukken sleepnet hangen over de bergjes, met schelpengruis en plastic bloemen en mieren en bijen op de bietoubloemen en een scheef hekje dat je open moet duwen om de 27


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 28

oude namen en de boodschappen te lezen die soms met een mes in de houten kruisen zijn gekerfd. Er ligt een schraal veldje tussen de Sonkwasweg en de zee, waar in het seizoen veldkool groeit en ‘s nachts een reiger rondscharrelt. Wanneer Ludo ‘s avonds laat doodstil wacht, komt een steenbok die groente uit de achtertuinen eet vlak bij hem staan. Overdag bewaken twee rode valken deze vierkante kilometer; ze wonen in de schoorsteen van pension Die Opstal, bespieden het lapje grond en schieten naar buiten om te eten. Veldmuizen glippen over het warme zand tussen de bietoustruiken. Soms rijdt een stadsmens het veldje op met een splinternieuwe 4x4, in de tijd tussen Kerstmis en Nieuwjaar, en dan komen de Bekbaaiers hun huizen uit, verjagen de onwetenden en vegen de sporen van de auto met acaciatakken weg. De rechercheur besluit: eerst moet de dokter gehaald worden. Ludo omklemt zijn klimtol. De dokter is een stille man en zijn praktijk ligt achter het hotel, in een oud huis dat hij van de familie Walters huurt. Ludo is een paar dagen geleden weer onder de indruk geraakt van het spaarzame woordgebruik van de dokter. Maar het is een herinnering die hij nu wegduwt met een kracht waarvan hij niet wist dat hij die in zich had. Ludo komt ook af en toe in de spreekkamer van de dokter. Je kunt contant betalen en je geld op een schoteltje leggen en dan ga je binnen bij de jongeman, het kamertje is eenvoudig en over het onderzoeksbed is een schoon laken getrokken. De geur van Dettol en de voorzichtige vragen van de dokter zijn geruststellend en na zo’n bezoek gelooft Ludo altijd dat hij nog tijd heeft om dingen recht te zetten. Om de zwerm vogels die door zijn hoofd davert tot bedaren te brengen en gedachten te hebben die zacht kabbelen als de zee op een zomeravond vlak voordat het donker wordt. Zacht als de voorste 28


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 29

golven met belletjes die over de zandplaat schuimen, en de kleine vogeltjes op grappige, snelle pootjes die plankton en zeewier en kleine dingetjes eten die tussen hun tenen in het lauwe water drijven. De dokter weet hem steeds weer ervan te overtuigen dat er nog tijd voor hem ligt, tijd om te helen. Al is hij een man die niet veel praat. Hij mijdt eigenlijk mensen, hij is stilletjes in Paternoster gekomen, heeft rondgevraagd naar een onderkomen, heeft bij het Voorstrand over zee zitten staren, heeft de familie Walters opgezocht en een contract getekend voor de kamers van zijn praktijk. Alles in één ochtend, snel voor zo’n stille man. Hij is tamelijk goed met de tikkinderen, wordt gezegd, en met de vrouwen vol blauwe plekken wanneer vis schaars is en de toeristen huiverig zijn om smokkelkreeft te kopen. Hij is goed met visserskwalen, met borstklachten door de koude Benguela en kerven van vislijnen in handpalmen en vermoeide ruggen en zelfs tanden. Een huisarts, iets wat in deze streek allang nodig was. Uitnodigingen (want er heerste grote opwinding over een vrijgezel in dit dorp van gevluchte gescheiden vrouwen, alleenstaanden en weduwen) om te komen eten heeft hij vriendelijk afgeslagen. Dat zou de nieuwsgierigheid alleen maar aanwakkeren. Hij heeft een kano gekocht en gaat vaak varen, om de punt bij de visfabriek, bij de ronde rotsen. In een feloranje hes zit hij dan op een stralende dag in gedachten verzonken op het water, en soms wordt hij een stipje als de deining hem zachtjes wegvoert, en dan komt hij met langzame halen van de peddel weer naar de kust. Op het laatst wiegt hij op de ondiepe branding binnen en schuurt zijn kano over het zachte zand van het Voorstrand. Terwijl het water van hem afdruipt, sleept hij de kano aan land en kijkt op naar Ludo, die op zijn veranda zit en naar hem zwaait. 29


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 30

Mensen houden hem in de gaten, kijken naar hem, nieuwsgierig maar ook voorzichtig. Dokters zijn mensen die gerespecteerd worden en deze hier heeft een verhaal, dat kun je zien. Hij verstopt zich ergens voor. Waarom zou een jonge man hier anders komen wonen? Niet elke man roeit zo ver weg en zit zo te verbranden op volle zee onder de genadeloze zon. Het is deze dokter die nu aan komt rijden in zijn MG-cabriolet, met Dick Malgas de trawlerkapitein naast zich in de twoseater. Ankervoet, de hekwachter bij Tietiesbaai, rijdt mee, met ĂŠĂŠn voet op de achterbumper en de andere wapperend in de wind. Naast de fitte dokter met zijn moderne bril, zijn sportieve haarstijl en zijn mooie kin, ziet Dick Malgas er uitgeteld en afgeleefd uit. Door hem hangt de auto scheef, hij is een dikke, zweterige man, een visser die te diep in de fles kijkt. Een van de belangrijkste kapiteins van Paternoster. Er wordt geroddeld dat hij hier en daar ook een vinger in andere pap heeft. Joviale criminaliteit is de term die Ludo ooit heeft gebruikt voor iemand met de levensstijl van Dick Malgas. Ankervoet, die als een spreeuw op een wankele tak op de achterbumper staat te fladderen, terwijl de MG alle regels overtreedt en zomaar de gemeenschapsgrond op rijdt, maakt de mensen aan het lachen, ze klappen in hun handen en fluiten. De kinderen rennen achter de MG aan, in de wolk stof en droge bietoubladeren. De dokter stapt uit. Ludo onderdrukt de aanvechting om de jojo een keer uit te gooien, recht voor zich uit, phee-oep! Het is spanning die hij kwijt moet zien te raken. Er loopt een dun straaltje zweet over zijn rug. De dokter kijkt chagrijnig. Door deze situatie belandt hij tegen zijn zin in de schijnwerpers en hij baant zich een weg door de kring mensen. Ludo gaat er niet heen, hij heeft het lijk 30


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 31

gezien, hij kent het gezicht waarover het doktertje zich nu buigt, en de grijnslach die hij diagnosticeert. Ludo heeft de rechercheur goed gehoord: er is een klap tegen het hoofd geconstateerd. Hij wordt duizelig. Hij moet voorzichtig zijn: de vliegschotel. ‘Ankervoet! Hoe kom jij zo snel hier, waarom zit je niet op je post bij het hek van Tietiesbaai?’ Alle blikken gaan naar de arme, langzame Ankervoet, wiens verstand vertraagd is door een ongeluk in de haven jaren geleden. Ankervoet kijkt geschrokken om zich heen en begint om zijn as te draaien. Voor hem is de zon een discolamp, heeft een familielid van hem een keer uitgelegd. In het hoofd van de voormalige diamantduiker flitst de zon voortdurend aan en uit, dat komt door het zuurstoftekort, destijds, in de haven. De te grote slok zeewater, vermengd met botenolie, destijds. ‘Ankervoet!’ Ludo komt dichterbij, hij weet dat de eerste voelspriet wordt uitgestoken, de eerste van veel vragen die later in beschuldigingen zullen ontaarden: niet alleen tegen de diamantduiker. Er zullen veel wijzende vingers zijn, de komende dagen, en uiteindelijk ook die beslissende laatste vinger. Hij neemt Ankervoet apart. ‘Kom maar, knul.’ Hij laat hem de jojo zien. Phiee-tjoep! ‘Weet je nog?’ Ankervoet kijkt naar Ludo: ‘Oom Ludo, ik heb hem immers laatst met zijn verrekijker zien staan, oom Ludo, daar bij Abdolsbaai. Naast zijn voet stond zijn radiootje op de rots. Hij luisterde naar Radio Weskus. Ik weet het liedje niet meer. Het spijt me, oom. Ik onthoud dingen niet.’ ‘Ankervoet, je praat altijd zo mooi.’ Ludo kijkt verrast op: het is de dokter die langskomt en 31


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 32

deze opmerking maakt – een zeldzame volzin voor de dorpsarts. Hij heeft zijn onderzoek afgerond, kijkt Ludo aan en knikt: ‘Klap tegen het hoofd. Autopsie nodig. Hij moet naar het lijkenhuis in Vredenburg.’ Op dat moment kijkt Ludo op en ziet hoe Ankervoet staat te turen, hij volgt de blik van de diamantduiker en zijn oog valt op Snaartjie Windvogel, de schelpjesrijgster. Ze staat op het heuveltje boven de begraafplaats en kijkt zoals gewoonlijk uit over de baai op een manier die je doet beseffen dat ze er niet is. En daar opzij staat adelborst Eenslie Maree, hij heeft zeker verlof van de marinebasis en is ook aan komen lopen, vandaag is hij niet in uniform en misschien had Ludo hem daarom nog niet opgemerkt. Ludo ziet dat de jongeman uit Kliprug met zijn officiersschouders ook naar Snaartjie Windvogel kijkt. Zoals altijd heeft Eenslie Maree zijn ogen wijd open en hij is vlug van begrip. Ludo kijkt onmiddellijk weg. Hij wil niet dat de lawaaiige Klipruggers de blikken van Ankervoet en Eenslie Maree volgen. Hij heeft al gezien hoe snel vingers vandaag kunnen wijzen. Hij denkt aan wat de vissers altijd zeggen: ‘Je kan naar de zee zitten kijken zo lang je maar wilt, hij blijft op je af komen.’ De dag is gevaarlijk, besluit Ludo, hij weet dat de vliegschotel elk ogenblik kan komen en dan is hij de klos. Ja, zo is verliefdheid; het is een zinkend schip en elk kooswoordje dat je tegen haar wilde zeggen maar nooit hebt gezegd, is een matroos die naar de wal moet zwemmen. Ludo herinnert zich verlangend de vrouw met de camera die hem jaren geleden, in de jaren zestig, portretteerde. Hij herinnert zich de avond toen hij als officiële vertegenwoordiger van de Coca-Cola-jojo’s in Namakwaland in dat 32


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 33

dorpje was. Het Opeltje was nog splinternieuw en hij had twee jojo’s. Niemand wist van de tweede. Voor de kampioensmythe moesten de mensen geloven dat er maar één kampioensjojo was, net zoals een topviolist maar één viool heeft, of een jager alleen het geweer waarmee hij in het aangezicht van de aanstormende leeuw ooit zijn eigen leven heeft gered. Zijn kleine Stradivarius had hij altijd bij zich, dezelfde die tegenwoordig naast het toetsenbord van de computer ligt terwijl hij op internet zit, het touwtje om zijn middelvinger zelfs als hij aan het typen is. Over die jojo heeft hij veel gepraat, want die heeft een legende geschapen. De klimtol was voor hem een soort ledemaat. Hij kende hem beter dan zijn eigen rechterhand, en bovendien, hij was een van de uitzonderlijke klimtolkampioenen die in zijn jonge jaren met beide handen kon spelen en een tijdlang heeft hij overwogen een tweede jojo aan een deel van zijn show toe te voegen, maar na gesprekken met Coca-Cola heeft hij daarvan afgezien; het zou afbreuk doen aan de mythe van die ene, heilige jojo waar iedereen begerig naar keek omdat hij magisch was. Voor de zekerheid lag er echter een tweede in het dashboardkastje van de Opel. Die avond in de jaren zestig. De waterzak slingerde nog heen en weer onder de voorbumper toen hij voor het hotelletje stopte. Het was nog maar kort na Nieuwjaar en de Kerstmis-mistletoe zat nog boven de ingang van het hotel gespijkerd. Ergens binnen stond een ventilator. Wanneer je de deur in kwam, rook je vliegengif, boenwas en broodpudding. Hij had een kleine koffer bij zich en een kleerhanger met zijn smokingjasje en verder, in zijn hand, de klimtol. De aankomst was belangrijk. Verhalen gaan snel in deze dorpjes en 33


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 34

je moet gewapend komen, met je vaandel in de aanslag. Wat wordt opgemerkt door de eerste die jou ziet en met jou te maken krijgt, zal in de uren daarna voor hem of haar een kostbaar bezit zijn, en je moet weten dat hun indruk ver en snel zal rondgaan, je moet er van tevoren op ingesteld zijn en weten wat je doet. Hij komt hier met het gevoel of hij een overtreding begaat. Hij weet: er wordt niet luchthartig gepeeld in Namakwaland. Het zijn de jaren zestig, Verwoerd is uit de Gemenebest getreden, en als je het klimaat kent en de geur van de wind en je je dieren begrijpt, zie je dat de hele natuur op een grote droogte is voorbereid. Het gaat heel lang niet regenen. De Weskus en het hele gebied van de Karoo tot aan het grasland Transkei gaan een trieste tijd tegemoet. Meer naar het zuiden ook, voorbij de struisvogelwereld tot in George. De mensen zijn voorzichtig en op hun hoede, en er zijn Uhuru in het noorden. Er worden nonnen vermoord in de Congo. En als er in die tijd gespeeld wordt, zijn de grenzen van het spel zorgvuldig vastgelegd. Jukskei, met diepe zuchten worden de stukken in de zandbak gegooid. Knikkeren. Zolang het kinderen zijn, en zolang ze in de hitte van de dag hun kaki hoedjes dragen en in de schaduw spelen, is het goed. Maar als je een stuiter te veel buitmaakt op de kinderen van de buren, wordt er gewaarschuwd tegen hebberigheid en ambitie. Respect en vrijgevigheid. Kaarten. Vreetpak en rummie, want het is te warm voor de concentratie die bridge vergt; kaartspel, ja, bij lamplicht terwijl de nachtvlinders spartelen in de bakken water die naast lampen op de veranda zijn gezet. Overal staan die grote kommen lauw water met een vlammetje ernaast en verdrinken de nachtvlinders met honderden tegelijk. Bij de balie van een vertegenwoordigster van deze stugge 34


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 35

wereld meldt hij zich aan. Ze ruikt zoet en hij kan haar parfum moeilijk onderscheiden van de geur van vliegengif bij de ingang en de kleffe lucht van broodpudding uit de eetkamer. Met het toverballetje in de hand staat hij daar, en buiten gloeit het logo op het portier van de Opel. Haar ogen zoeken de klimtol. Hij doet alsof hij hem probeert af te schermen en in zijn hand te verstoppen, maar ze kent de jojo uit een artikel dat ze heeft gelezen en uit geruchten die ze heeft gehoord. Ook op de radio is iets uitgezonden, dus heeft ze dagen geleden al besloten dat ze goed zal kijken wanneer hij incheckt, dat wist hij. De smoes van de zogenaamde schaamte had echter een dubbele bodem, want hij schaamde zich echt. Er was schaamte in hem over speelsheid, zelfs over zijn aangenomen naam die ik speel betekent, Ludo. In deze wereld hebben mensen een hard leven en krijgen ze het zwaar te verduren, en daar komt hij met z’n patserige fonkelnieuwe Opel en een smokingjasje over zijn schouder – terwijl zij allemaal in afgeragde auto’s rijden en kaki kleren dragen. Bovendien heeft hij een speelding bij zich, een nietsnuttol, een blufspinner. Terwijl hij het register tekent, voelt hij haar ogen op zich gericht. De oude tante neemt hem systematisch op, en steeds komen haar ogen terug bij de klimtol die hij nu schuin half achter zijn rug houdt. Als een clown die buiten de circustent graag wil benadrukken dat hij een gewone, serieuze man is, glimlacht hij niet snel zolang hij niet op het podium staat. Hij houdt het formeel, want ook dat geeft status aan het spel en dan zijn de truuks meer dan vermaak, worden ze behendigheid en professionalisme en op die manier krijgt hij meer respect. Hij neemt wat hij doet serieus en besteedt uren aan nieuwe truuks, en als de pezen van een balletdanser zijn zijn schouderligamenten en zelfs zijn heupen, en vooral zijn rug 35


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 36

is ‘s ochtends meestal pijnlijk en stijf. Zijn hand houdt het nog en gelukkig zijn elleboog ook. Die gaat er bij kampioenen als eerste aan, de elleboog. Want bij sommige van de moeilijkere truuks moet je je arm kunnen knakken en draaien terwijl je lichaam er nog achteraankomt en dan kun je geblesseerd raken of op den duur een knagende, stramme pijn krijgen, als kiespijn, en dan moet je proberen een baan te krijgen bij de verkoopafdeling van Coca-Cola of in een van de bottelarijen. Maar hij redt het nog, hij is in zijn prime en zorgt ervoor dat hij niet te veel drinkt, want onthouding houdt het oog zuiver. Zijn truuks vergen timing en zijn blik moet helder blijven voor de toneellampen. In hotelkamers doet hij ‘s avonds voor het slapengaan liggend op bed nauwgezet zijn Tromp van Diggelen-oefeningen. Dat is de man die je leert spieren te kweken zonder dat je een stap loopt of een gewicht optilt, je werkt alleen met het spannen en ontspannen van je spieren, op je bed in de stilte van je kamer, en zo bouw je je lichaam op. Hij heeft veel eerbied voor mensen als Tromp van Diggelen en Harry de hypnotiseur, en voor Charles Jacobie de cowboyzanger en de kampioen schapenscheerder die in anderhalve minuut een merino-ooi kan afwerken, en voor alle andere entertainers die de dorpen aandoen en over het platteland toeren en altijd onderweg zijn als trekvogels zonder vaste stek, het applaus is hun enige tijdelijke nest. Veel van die entertainers vinden hem een onderkruiper, want hij werkt voor een Amerikaans bedrijf en de klimtolkampioenschappen zijn één grote reclamecampagne voor de frisdrank met het geheime recept, maar hij probeert daar niet te veel aan te denken en in gedachten te houden dat niets zonder kosten of compromissen gaat. Hij probeert een vakman te blijven, een sportman, een 36


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 37

showman, een truker. Hij neemt het serieus en houdt zichzelf in toom. Bovendien komen de liedjes van Jacobie uit Amerika en lijkt Harry op het podium net de tovenaar van Oz. Het zijn buitenlandse verschijnselen en hij gelooft dat de jojo onderdeel is geworden van de Groot-Karoo en Namakwaland en is ingeburgerd, net als de bezinepompen van Shell en biltong van springbok en Joko-thee en zelfs de gezangenbundel, geen huis is zonder. ‘Is dat nou het speelding,’ zegt ze meer dan ze het vraagt. ‘Ja, tante. Dit is de klimtol.’ ‘Het is niet de eerste klimtol die naar hier is gebracht, dat weet je vast wel.’ ‘Dat heb ik gehoord, ja.’ ‘Ja, en je weet wat er van een hoop mensen is geworden door dat ding.’ ‘Ja, tante, ik weet het.’ Hij heeft aan de Weskus gehoord van een kapitein die als eerste was weggezwommen toen zijn schip nog aan het zinken was en hoe de man aan wal kwam met uitsluitend een klimtol in zijn hand. Toen de strandjutters die tussen de rotsen zeevruchten aan het zoeken waren op hem afkwamen, speelde hij een toertje om zijn eigen leven te redden, en dat terwijl zijn matrozen aan het verdrinken waren. Die Portugese kapitein is de voorvader van veel Weskusvissers uit latere eeuwen geworden en hij zal herinnerd worden als de lafaard met de klimtol, de eerste wegzwemmer, de truker. De klimtol is nog lang in het bezit geweest van het vissersgezin Malgas, die hem generatieslang heeft doorgegeven totdat een museum in Amerika hem heeft gekocht. De familie van Dick Malgas. Alsof hij een overtreding heeft begaan, trekt ze het registratieboek uit zijn handen nog voordat hij fatsoenlijk zijn 37


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 38

naam heeft opgeschreven. Ze klapt het boek dicht. Het is een vonnis. Hij weet hoe de hoofden van de mensen hier werken: bewondering wordt als bestraffing geuit. Soms hebben ze ook op die manier lief. Het komt door de leegte en de ontbering en niets aan de horizon, geen wolkje in zicht. ‘Kom op, meneer Jojo. Of moet ik meneer Coca-Cola zeggen?’ Er klinkt iets flirterigs in dit zinnetje. Ze kijkt hem even schalks aan. Maar ze wacht niet op antwoord. ‘Vanavond eten we springbokbout met puree. En het ontbijt begint morgenochtend om half zeven, tot negen uur. We maken het vroeg, want tegen negen uur is het zo warm dat geen mens aan een English breakfast met bacon en niertjes moet denken.’ ‘Dat is goed, tante.’ ‘Kamer 3, door de hordeur, rechts de veranda op, bij de groene bank naast de gascilinder. Ga in ieder geval niet bij de cilinder staan roken.’ ‘In orde, tante.’ ‘En doe het raam van je kamer dicht. Straks steelt iemand dat handballetje van je en is alles verknoeid. Hou het bij je.’ En als hij de handgreep van de hordeur al vast heeft: ‘Ik hoor dat ze het optreden van de parochiezaal naar de landbouwzaal hebben verplaatst.’ Hij vraagt niet verder, maar uit haar leedvermaak maakt hij op: de kerkenraad heeft zeker geklaagd. Het logo. De invloed van de stad. De spelerij. Het geheime recept. Losse zeden. Amerika. Het bad in zijn kamer heeft bruine kringen, in de hor voor het raam zit een gat en er draait een bromvlieg op de vensterbank, op zijn rug, hij kan niet meer op zijn poten komen om weg te vliegen. Geërgerd legt hij zijn jojo op de Gideonsbijbel die op de toilettafel ligt. Naast de Dunlop-asbak. 38


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 39

De kalender met een mooi meisje in bikini voor deze januarimaand hangt scheef en hij schuift hem recht. Het is een Shell-kalender. Ergens moet ik een plek vinden om te oefenen, denkt hij, deze kamer voelt te klein. Hij gaat door de zijdeur van het hotel de straat op. De jojohand zit in zijn broekzak. Het zal straks koeler worden en hij zoekt een stille plek achter een gebouw. Of een veekraal, het maakt hem niet uit. Hij moet oefenen, de klimtol doet pijn in zijn bezwete hand. Zo kort voor een show is hij er volledig van overtuigd dat hij zijn vlugheid kwijt is, weet hij zeker dat hij geen truuk voor elkaar zal krijgen, hij zal vanavond op het toneel zijn enkel verzwikken of het touwtje raakt in de knoop en hij is machteloos, vandaag is het einde van zijn loopbaan als truker en hij zal zich vernederen en de mensen uit het dorp zullen hem voor schut zetten. Hoe durft hij hier te komen en te doen of hij iets bijzonders is, die patser met zijn Opel en zijn smokingjasje en zijn rode blazer, en zo hoog van de toren te blazen? Hij heeft zijn oefenritueel om tot rust te komen, het is net even anders dan de show waarmee hij optreedt. Je moet een element van verrassing behouden – ook voor jezelf. Je moet spontaan kunnen zijn en op de energie van de avond surfen als een surfer op een golf, één met de zee en je eigen lichaamsgewicht. Bedacht op de weerstand van water en wind en zwaartekracht en de uitbarsting van energie als het water ondieper wordt en de diepe zee vanachter duwt en het land je aanzuigt. Je moet jezelf uitdagen op het podium voor al die ogen, je moet in het diepe terwijl alleen de eerste drie truuks vastliggen en vooraf zijn uitgewerkt. Dan neemt het spel het over, dan ben je in handen van het applaus en de behendigheid van je eigen talent en volgt het optreden zijn eigen regels. 39


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 40

Hij vindt een oude schuur aan de rand van het dorp met daarachter verroeste landbouwwerktuigen die door hun assen zakken. Brandnetels. Door een gat in de muur van de melkstal loopt koeienpis in de goot die als afvoer dient. Ammoniakdampen. Hij gaat wijdbeens staan en veegt eerst de jojo met zijn zakdoek schoon. Hij moet oppassen dat hij het touw niet nat zweet. Hij haalt diep adem. Er zijn weinig geluiden in het dorp, de schaduwen beginnen te lengen en hij concentreert zich op zijn eigen silhouet dat tegen de witgekalkte muur staat afgetekend. Hij kijkt hoe hij de vertrouwde gebaren afwerkt en steeds enthousiaster wordt, totdat hij zich niet meer bewust is van de wereld om zich heen en er alleen nog maar hij en het touwtje zijn, het wonder van zwaartekracht en snelheid, het benutten van de kwartseconde, het uitspelen van zijn ware zelf. Ja, dat is zoals hij het heeft bedacht. Wanneer ik speel, ben ik ik. Homo ludens, het spelende dier, geliefd bij de groene mannetjes, ik en het schuren van touw langs klimtol en de behendigheid van hiel en kuitspier en pols en palm. Die avond wast hij zich met koud water, achteraf bibberend ondanks de hitte in de kamer, en trekt zijn smokingjasje aan. Het vlinderdasje is wijnrood en op zijn pinkring staat het Coca-Cola-logo. Hij heeft een handvol rode ballonnen met het logo erop. Die moet hij eerst opblazen. Hij moet extra klimtoltouw in kleine plastic zakjes in zijn binnenzak stoppen. Er is ook een uitgesneden kartonnen foto van hem die hij aan de zijkant op het podium moet neerzetten. Het is een levensgrote foto in zijn Coca-Cola-jasje met de spinnende uitschiettol en een grote glimlach op zijn gezicht. Naast het gezicht is met grote dansende letters geschreven: Ludo Loeloeraai! Met alles bij zich loopt hij de straat uit en vindt de weg naar 40


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 41

de landbouwzaal. Die is vlak bij de schuur waarachter hij daarnet heeft staan oefenen. Er hangt een sterke lucht van koeienpis en oude trekkerolie, en de mensen zitten al verspreid in groepjes op luzernebalen als hij binnenkomt. Hij knikt hen toe en er worden hoeden gelicht. Gefluister. Achterdochtig kijken ze hem aan. Het zijn geen mensen die aan vermaak en shows gewend zijn en er heerst een gewijde stilte. Een bijeenkomst in de kerk is wat ze het beste begrijpen, daar ben je thuis. Bij politieke vergaderingen zullen ze met stoelen gooien en rumoerig worden, want het zijn vergaderingen over de boerderij en het zwarte gevaar en de Bloedsappe. Maar als het om optredens gaat, hebben ze het gevoel dat het allemaal niet pluis is en daarom heerst er een soort gewijde achterdocht. Hij maakt de ballonnen vast aan het zadel van een oude maaier, zet de kartonnen man aan de zijkant op het podium en voelt hoe de aandacht van de aanwezigen van hem naar het fotobeeld verschuift. Het podium is krap een halve meter hoger dan de grond en daar houdt hij niet van, want dan is hij te dicht bij de nieuwsgierige blikken. Hij heeft liever grote zalen vol mensen en een podium dat afstand schept. Dan zijn de blikken niet de nieuwsgierigheid van individuen, maar een naamloze vraag. Een generator stottert ergens in de verte en de snoeren van de lampen die zijn opgesteld gaan naar de machine buiten. Nu loopt hij eerst de zaal uit, hij gaat zo optreden en moet pas binnenkomen wanneer de zaal vol is, wanneer er verwachting is. Hij weet wat er gaat komen. De momenten nu zijn als tegen een harde wind in fietsen of tegen de zeestroom in proberen terug te zwemmen naar land. Hij glimlacht in zichzelf: of, zoals ze in deze wereld lichtzinnig zeggen: heb je je aanstaande schoonmoeder al proberen uit te leggen dat je talent hebt? 41


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 42

Bij een bepaald publiek hoef je aan het begin weinig te zeggen – hoe enthousiaster ze zijn, hoe minder je hoeft te praten. Spelen is dan alles. Maar in dit soort zaaltjes, met dit stugge publiek, is het een ander geval. Zoals een oude boer in Laingsburg een keer na zijn show in een café tegen hem zei: ‘Jongen, die mensen waren wát taai vanavond, vond je niet? Het was alsof je jezelf de verlegen armen van een weduwvrouw in moest praten, zo moest je vanavond hier in de Karoo de weg plaveien voor je kunstjes.’ Hij heeft voor taai publiek een klein inleidend toespraakje. Over de aard van de truuk. Over Tiekie de hansworst, over Max Collie en de Grote Houdini en over Dirk Ligter. Over het veiligheidsnet van de koorddanser en de vuurhoepel van de tijger. Het reizende toneelgezelschap van André Huguenet. Over die laffe klimtolkapitein, Porra, die zijn schip eigenlijk als laatste had horen te verlaten. Dat verhaaltje voegt hij er uiteindelijk bij voor de ironie, maar die ontgaat ze allemaal, elke avond, weet hij uit ervaring. Zelfs het kleinerende woord lokt niets uit. En toch heeft hij het nodig, zichzelf te straffen met zijn voorganger de wegzwemmer. Hij haalt het soms van ver. ‘Spelen is de aard van de mens,’ zegt hij en hij weet dat ze denken: als je zo lichtzinnig speelt, doe je je voor als de duivel. Hij is ook gevormd door deze wereld en vaak wanneer hij de jojo de eerste keer laat uittollen, speelt hij aanvankelijk ook tegen zichzelf. Op zulke momenten zit er een knoop in zijn geweten. Maar hij loopt zwierig naar binnen en in één beweging staat hij op het podium en is hij de truker. Dan ziet hij haar. Zij is niet het soort vrouw dat je vergeet. Terwijl hij voor het schaarse publiek met de eerste worpen van de klimtol tegen de schaamte vecht en uiterlijk alleen branie en bravoure uitstraalt, komt zij binnen. 42


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 43

Algauw speelt hij alleen voor haar, terwijl zij lachend, aanmoedigend en uitdagend met haar camera voor het podiumpje rondkruipt. Dan weer hier, dan weer daar, over de schouder van een oud mannetje, door de spaken van een oud wiel, schuin langs een luzernebaal, tussen de stugge mensen door, die later niet weten of ze naar hem of naar haar willen kijken – zo richt ze op hem en pakt ze hem met flitsende camera en later zijn het alleen hij en zij in een schandaalverwekkend optreden waarover zich in dat dorp nog lang daarna de tongen zullen roeren. ‘Whoop!’ schreeuwt ze bij elke radslag die hij maakt, ‘heiyo!’ bij elk hupstapje en blufspel. Als hij klaar is en het weinige publiek naar buiten schuifelt en hij het stof van zijn broekspijpen schudt en nogmaals verbaasd kijkt hoe hij als een haan dat stoffige podium vol sleepsporen en remsporen en essen en quickstepplekken heeft gedanst, is ze weg. Het zingende geluid van de vliegensvlugge klimtol vibreert nog tussen zijn oren. Buiten is het al donker. Hij hoort een Landrover brullen en terwijl de voorzitster van de Vrouwenclub bij de deuren van de schuur hem de witte envelop geeft, scheurt ze langs. Als ze dichterbij komt, zet ze haar koplampen aan alsof ze hen uitlacht en dan is ze voorbij, sixties-haarstijl, rode lippenstift – daar gaat ze. In het ene moment dat hun blikken elkaar kruisen, is het beklonken. Hij zal haar uitdagende, opgejaagde blik nooit vergeten. Hij heeft iets van zijn eigen karakter gezien: de energie van het moment, de afgrond. Een soort roekeloosheid. Je ziet alleen steenslag opspatten en rode remlichten flitsen en een rood schijnsel door dwarrelend stof en je ruikt diesel, en uche-uche, houden de bejaarden hun hand voor hun mond. 43


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 44

Er zijn weinig straatlantaarns in het dorp, maar hij ziet dat de mensen aarzelen om naar huis te gaan. Hij weet wat ze denken: wat heeft zich hier vanavond voor hun ogen afgespeeld? Als dit geen spektakel van vrijdenkers was, wat dan wel? ‘En die dame?’ vraagt hij voorzichtig aan de tante van de Vrouwenclub. ‘Een mevrouw uit de stad die rondrijdt en kiekjes maakt.’ Ze zijn hem als eerste komen roepen om het lijk van de kreeftinspecteur te identificeren, want op dat soort momenten zoeken mensen vastigheid. Hij zit daar immers altijd maar, met zijn grijze bos haar voor zijn huisje met de blauwe deur in dit dorpje van witte huizen die karig, als een halve maan van schelpengruis, rond een baai zijn uitgestrooid. De Benguelastroom komt vanuit het zuiden en Antarctica. Hij gaat vlak langs het land en is koud en ongenaakbaar. Veel vissers hebben daarin het leven gelaten – een sterven dat je eerst in slaap sust terwijl je drijft en loom verkleumt en dan bezwijkt. Sommige mensen zeggen dat het tegen het einde een vredig sterven is, maar hij weet het niet en het is misschien iets om in gedachten te houden. In de zomer rollen ‘s ochtends mistbanken diep het droge binnenland in, en ‘s middags rukt een wind vol stof en opgejaagd zand aan de ramen en deuren van Paternoster en keren honden die aan de ketting liggen hun rug naar het zuidoosten. In de winter zijn de dagen stralend en windstil. Afgestroopt door de stoffige zomerwind ligt alles doodstil en helder te wachten, als op een foto. De rotsen hier net onder het heuveltje voor zijn huis staan vol graffiti, want de visserskinderen hebben in hun tienertijd daar hun eerste ervaringen, en ze kraaien hun opstandigheid en erotische overwinningen met grote letters uit. Dan ontvouwt de baai zich in licht en blauw dat verbleekt 44


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 45

over het gladde zand van het Voorstrand. De kromming van witte schuimkoppen strekt zich uit zo ver het oog reikt. De deining is gering en er zijn geen sterke stromen die water uit deze baai trekken. Daarom liggen de vissersschuiten, die in allerlei kleuren zijn geschilderd, omgekeerd op het vlakke strand onder zijn voordeur en is de vissersgemeenschap op Kliprug komen wonen, de buurt schuin achter zijn huisje, al tientallen jaren geleden. Veel vissersgezinnen woonden vroeger lager, vlak aan zee, maar de apartheidswetgeving en het grote geld hebben hen verdreven, zodat hun huizen nu hier tegen de helling plakken als mosselen tegen de kiel van een vistrawler. Op mooie dagen zitten zeevogels wiegend op het blauwgroene water van de baai of laten ze hun zeekrabben op de harde zandplaat vallen om ze open te breken en dan duiken de vogels erachteraan om rumoerig aan de kapotte krab te pikken terwijl andere eromheen fladderen totdat iemand die met een hond over het strand wandelt, ze misschien verjaagt; dat is wat hem aan de liefde doet denken. Niets van zijn behendigheid met de jojo is in de loop der jaren verloren gegaan. Het is alsof zijn vermogen om snel en secuur met het houten balletje en het touw te werken hem als laatste zintuig zal verlaten, lang na zijn zicht en zijn potentie en zijn gehoor, lang na zijn makkelijke omgang met mensen en zijn koppigheid en zijn eenzaamheid en zijn begeerte naar een lichaam bij zich in bed – lang nadat al die dingen weg zijn, zal zijn hand nog behendig spelen met zwaartekracht en snelheid. Met de kwartseconde en de knak van de pols en de zachte vangkant van de open, slimme hand. De dokter heeft hem al eens verteld hoeveel botjes en spieren er in zijn hand zitten en hoe ingewikkeld beweging is en hoe de zenuwen lopen en hij weet dat het iets is om te koesteren, je speelhand. 45


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 46

Het is een speciaal talent dat hij heeft. In zijn beste jaren had hij niet veel belang gehecht aan zijn roem, maar nu zit hij aandachtig te kijken hoe de vissers op mooie ochtenden met Landrovers de zandplaat op scheuren en met hun boten achter op een trailer grote halve manen over het zand trekken. De Landrovers rijden achterwaarts de zee in, laten de boot in het water glijden en zodra hij drijft, gaan de vissers aan de gang met uitrusting – kreeftmanden en lijnen voor snoek en misschien een opgerold treknet voor harders als de scholen op trek zijn en de wind goed staat. Gekleed in een dik oranje oliepak grijpt de kapitein het handvat van de buitenboordmotor en geeft gas, zodat de neus van het eenvoudige scheepje omhoogkomt en je verbaasd bent over de snelheid van de boot en de opwinding waarmee geharde vissers die een schamel bestaan leiden, op een mooie ochtend vol belofte de zee op kunnen gaan. Wanneer de schepen de een na de ander uitvaren, elk met twee tot vier man aan boord, trekken ze schuimstrepen kriskras over zee, sommige gaan rond de punt met de visfabriek, naar Bekbaai en Abdolsbaai, andere zetten koers naar het noordoosten, naar een rif dat je alleen kunt zien als het licht goed valt en je je ogen dichtknijpt om naar het hoog opspattende schuim te turen. Auto’s stoppen soms en camera’s klikken om de oude klimtolkampioen met de jojo op zijn veranda vast te leggen. Op zulke dagen maken ze de foto’s die in reisbladen en op Facebook verschijnen en het idyllische beeld scheppen van een romantisch vissersdorpje. De schittering van licht en de mistflarden. Maar hij heeft een droom en dat is om de jojo terug te brengen naar dit gebied, hier aan de harde kustlijn, van Yzerfontein via Saldanha en Hondeklipbaai, langs Paternoster en Velddrif en St. Helenabaai en dan naar Lambertsbaai en ver46


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 47

der naar het noorden, naar de diamantduikers en dieper het binnenland in ook. Naar Pella met zijn dadelbomen en nonnen en naar kopermijndorpjes en dan naar de harde aarde die ze Namakwaland noemen. Ook naar Garies en Springbok en misschien, als hij geluk heeft, slaat het enthousiasme voor de klimtol over naar de dichter bevolkte gebieden waar de koude invloed van de Benguela afneemt en de wijngaarden beginnen, voorbij Malmesbury Boland, hij weet het niet, hij hoopt het alleen. Voor hem zal het een terugkeer zijn naar vroegere glorie en het zal hem weer vuur geven en bevrijden van Tweefontein, en ‘s nachts in zijn dromen ziet hij jojo’s op het dek van een diamantboot, onder een dadelpalm bij Pella, voor een treurig benzinestation in Garies: Foe-ap! Foe-ap! Klimtollen die tegen handpalmen slaan. En wggggg! Wgggggg! Klimtollen die aan touwtjes draaien, langs de grond, grr grr op het grind, ‘Bello, kom!’ Maar hoe moeten ze weten wat er die nacht even buiten Tweefontein en daarna is gebeurd? De bezoekers die blijven staan en een foto van hem voor zijn huisje nemen, denken dat hij daar even vredig zit als de zee. Maar wat zich onder het kalme pastel van de Benguela roert weten ze niet. Na de klap is hij gestopt en heeft rondgekeken of er misschien licht van een plaas te zien was, maar er was niets. Toen pas heeft hij in zijn achteruitkijkspiegel gekeken, niets. Alleen donker. Hij trapte op zijn rem en toen de remlichten een rood schijnsel over de weg wierpen, zag hij het. De kapotte fiets en het verfrommelde kind. Het voorwiel dat aan de kant lag te draaien. Het kind – god, het was een arm, los van het lichaam, afgerukt. 47


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 48

Hij sprong uit de auto en gilde, niemand zou hem horen, ‘God!’ schreeuwde hij en hij rende terug, wilde de arm optillen en bij het gezicht neerleggen, daar bij het bloed wilde hij hem neerleggen alsof hij alles heel wilde maken. En toen dacht hij: je moet niet in de bloedplas trappen, dan komen ze je op het spoor. Daarna keek hij verder naar achter en er kwamen geen koplampen aan. Alleen het kind met zijn gezicht half onder de fiets. Toen is het gebeurd: zijn hele leven kantelde en dat kwam door het achterom kijken – wie heeft me gezien? Ik kan nog wegkomen! Dat heeft alles veranderd. Dat moment. Hij rende terug naar zijn auto en zette zijn licht uit, de Opel startte moeizaam en hij scheurde er in het donker vandoor. De weg lag als een vaag lint voor hem. Ineens dacht hij: als er een auto van de andere kant komt, kunnen ze je kenteken lezen. Maar ook – is het nummerbord er nog? Hij zal terug moeten als het bij het kind is achtergebleven. Hij stopte en godzijdank, het zat er nog. En toen pas zag hij de schade, de deuk en de scheve bumper en de kras met bloed. Zet je licht aan, dan zal een tegenligger niet kunnen zien wie het is. Maar er waren, godlof, geen andere auto’s op de weg die nacht. Pas toen hij de N1 op draaide, waren er weer auto’s. En toen had hij zijn verhaal klaar. Zo ziet het bloed van een koedoe eruit. En zo ziet je auto eruit als je in volle vaart een koedoe van opzij aanrijdt. Ja-nee, de grote stier is weggerend, lelijk gewond, maar hij heeft zich hersteld, ging zo over het hek langs de berm, en weg was hij, het bos in. Ludo heeft zich het tafereel zo grondig voorgesteld dat hij het bijna zelf geloofde. Hij heeft het ingestudeerd. Als een truuk. Hoe hij, nadat hij de bok had geraakt, eerst is gestopt en een 48


Heerden - Klimtol.bw

15-08-2014

11:24

Pagina 49

tijdje verlamd van schrik is blijven zitten voordat hij is uitgestapt om de schade te bekijken. En een schietgebedje naar Onze-Lieve-Heer heeft gestuurd dat Hij hem gespaard had. De N1 was gelukkig ook niet druk en tot het licht werd en de hele ochtend door is hij naar het zuiden gereden, met de ene koplamp en het verhaal van de koedoe dat zo door zijn hoofd maalde dat er later in zijn herinnering bijna geen sprake meer was van de afgereden arm van het kind en het draaiende wiel en het gezicht van het kind, half verstopt onder zijn gescheurde bloes. Dat zou later terugkomen, voortdurend, op het ritme van de klimtol.

49


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.