Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 3
ANNEMARIE
OSTER
MOOI GEWEEST Over geraniums, Juliaantjes, mannenmanieren. zomerbenen en andere leeftijdsfenomenen
Uitgeverij Podium Amsterdam
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 9
Dagje ouder
Ik word, ben een dagje ouder. Binnenshuis en voor steeds dezelfde spiegel valt het nog best mee. En ook in het geruststellende gezelschap van generatiegenoten en geestverwanten wil ik nog weleens vergeten — zij ook — dat ik allang niet meer een van de jongsten ben. Maar buiten, in onbarmhartig daglicht, ga ik als een willekeurige, ja, een onzichtbare passante door het leven. Niks: ‘Waar gaan die mooie beentjes naartoe?’ Maar: ‘Er liep een ouwe vrouw op straat, jutekei, jutekei, jutekei sasa!’ Bouwvakkers zijn nog te belazerd hun lippen te tuiten tot ook maar een fractie van een fluitstand. Van seksegenoten krijg ik geen keurende, laat staan afgunstige blikken meer, althans niet van jongere vrouwen. Alleen dames van mijn eigen leeftijd, van wie ik vaak ten onrechte denk dat ze stukken ouder zijn dan ik, zie ik nog weleens in mijn richting gluren: ‘Benieuwd hoe zij zich erdoorheen slaat...’ En de allerjongsten, zoals verkoopstertjes in (schoen) winkels, parfumerieën en warenhuizen slaan me gewoon over. Krijgt zo’n meisje, als ze even niet staat te sms’en of met een collegaatje de vorige stapnacht uit te diepen, me per ongeluk in het vizier, dan zet ze het bij voorbaat al op een meewarig nee-schudden. Niet dat ik zo’n grote maat heb, maar de boel zit anders gerangschikt dan voorheen. 9
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 10
Vandaar natuurlijk ook die lusteloos afglijdende mannenblikken. Zoals die van die bekende ex-politicus van de vvd. Laatst kwam ik hem tegen op mijn eigen gracht. Hij liep in de richting van De Rode Hoed, in geanimeerd, intellectueel gesprek verwikkeld met een andere grijsaard. Groeten ho maar. Pas na indringend roepen van mijn kant: ‘Ha, die Frits!’ volstond hij met een afgemeten ‘Dag eh, mevrah...’ Had je hem tien jaar geleden moeten horen (en kijken) op dat feestje. Maar ja, dat was bij kaarslicht. En toen had ik mijn haarstuk op. En neem nou dat imposante oudeherengezelschap dat altijd het hoogste woord heeft in de serre van een bekend café-restaurant in Amsterdam-Zuid. Hoe ik ook de aandacht trek als ik er langskom — ja, wel tweemaal met mijn fietsbel bel, nou dan weet je het wel, nou dan weet je het wel —, steeds kijken die opgeschoten jongens straal langs me heen. Zelfs mijn eigen man ziet me af en toe, buiten de vertrouwde context van huis en haard, tafel en bed, niet staan. Zoals laatst op de stoep voor onze gezamenlijke voordeur: ‘Bij wie moet u zijn?’ Pas toen ik mijn sleutels had opgediept, lichtte zijn gezicht (enigszins) op: ‘O, ben jij het?’
10
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 11
Jaartje jonger
Al vroeg was ik met mijn uiterlijk in de weer. Zo ongeveer vanaf mijn tiende jaar bekeek ik mezelf meerdere malen per dag in de spiegel en zag dat het niet goed was: ik had geen dikke pijpenkrullen zoals mijn buurmeisjes, geen hartvormig cameekopje zoals de heldinnen in kinderboeken, steevast stuitte ik op een breed gezicht met flaporen tussen dun piekhaar. ‘Fijn haar,’ troostte mijn pleegmoeder, bij wie mijn echte ouders me een paar jaar van mijn jeugd hadden ondergebracht. ‘Zeiloren,’ plaagden mijn pleegbroers. Ook met mijn garderobe lag ik dagelijks overhoop. Waarom moest ik van die hoge veterschoenen aan? En gebreide kniekousen? Zodra de eerste krokussen hun kopjes boven de grond uitstaken verwisselde ik, op weg naar school, verscholen achter een boom, mijn soldatenkistjes voor sandalen, de kriebelende kousen voor vlotte sokjes. En wat stond die overgooier kinderachtig. Ik wilde een geruite plooirok met een speld. In Amsterdam, winkelend met mijn moeder, had ik er op de jongedamesafdeling van Gerzon een hele rij zien hangen. Die moeder, actrice in de verre, grote stad, was mijn eerste grote voorbeeld. Alleen de weekeinden kon ze me hebben, meestal werd dat eens in de veertien dagen. Ademloos 11
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 12
keek ik toe bij alles wat ze deed, wat ze aan- en uittrok voor de spiegel van de deur van haar rijkgevulde garderobekast en, gezeten voor haar toilettafel, op- en aanbracht op dat knappe gezicht. En ook ’s avonds als ik mee mocht naar de schouwburg kon ik mijn ogen niet van haar afhouden. Wat een stralende verschijning in die zee van spiegels met lampjes eromheen. In één moeite door begluurde ik haar collegaactrices, de kleedsters, kapsters, figurantes en ten slotte, vanaf mijn plaats in de zaal, alle theaterbezoeksters die maar in mijn blikveld kwamen. Ook buiten de schouwburg kwam ik ogen tekort aan iedereen met een rok aan. Ik had, zij het met een ander oogmerk, een aartje naar mijn vaartje. In die benijdenswaardige grotemensenwereld wemelde het van de interessante, mooie vrouwen. Wanneer werd ik er zelf een?
12
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 13
Schoondochter
Omdat ik nogal uithuizig ben, ontmoet ik aardig wat mensen. De meesten geven blijk van gezonde desinteresse, maar soms stelt iemand me een vraag: ‘Wat dóé jij eigenlijk tegenwoordig?’ of: ‘Hoe oud zijn jouw kinderen nu?’ ‘Tweeënvijftig en vierenvijftig!’ zeg ik dan, in de hoop de lachers op mijn hand te krijgen. Dat valt tegen. Mensen raken in verwarring als een vrouw een grapje maakt. En misschien ben ik ook niet zo geestig als ik mezelf vind. Misschien denken ze echt dat ik tegen de honderd loop. Mijn zonen zijn dertigers. Heteroseksueel. Dat betekent: schoondochters. Die schoondochters zijn aantrekkelijk, frisgewassen, hebben een lief karakter en nog gevoel voor humor ook. Dus kost het me weinig moeite aardiger te zijn dan zo’n schoonmoeder uit een jarenvijftigmop: ‘Wat is schoonmoeder in het Chinees?’ ‘Hang-kreng-hang.’ Een van mijn vriendinnen heeft het minder goed getroffen. Haar schoondochter is een spook. (Ouderwets woord voor bitch.) Ze heeft een wipneus, een kersenmond en een snoeperig figuurtje, geschenken van Moeder Natuur waarin zij zelf nog wel het meeste schik heeft. Maar gevoel voor humor? Ho maar. Lief ? Ha! Mijn vriendin woont in... Appingedam. Of zal ik er Apeldoorn van maken? Soms moet je als schrijver de waarheid 13
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 14
geweld aandoen. Als ik haar echte woonplaats onthul, zou ze zich aangesproken kunnen voelen of, erger nog, krijgt dat mormel van een schoondochter in de gaten dat ze over de tong is gegaan: te veel eer! Haar bijnaam kan ik wel met een gerust hart melden want die kent ze zelf niet: ‘Bordje’, een afkorting van ‘NogGeen-Bordje-Naar-De-Keuken’. Dat zit zo: als mijn Appingedoornse vriendin uitvoerig heeft gekookt, nu eens voor de hele familie, dan weer voor vrienden of voor allebei — geen moeite is die schat te veel —, veren tussen iedere gang de vrouwen op. En ook haar zoon (de echtgenoot van die verschrikkelijke schoondochter) laat zijn handen wapperen. Maar wie blijft er met een zelfgenoegzame glimlach aan tafel met de overgebleven heren zitten flirten, laat haar glas nog eens volschenken en stift en passant dat kersenmondje nog eens bij? Juist: ‘Nog-Geen-Bordje-Naar-De-Keuken!’ Laatst deed mijn vriendin mij een schrijnende bekentenis: ‘Sorry, maar ik wil Bordje, als het zover is, onder geen beding aan mijn sterf bed hebben.’ Zou ik mijn schoondochters wel tolereren aan mijn laatste sponde? Ja hoor. Mits ze op gepaste afstand blijven. Ik lig er niet graag op mijn onvoordeligst bij.
14
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 15
Woedie
Geen groter genoegen dan bioscoopbezoek, vooral als er een film van Woody Allen wordt vertoond. Enige tijd geleden zag ik — in goed gezelschap, dat is een vereiste — You Will Meet a Tall Dark Stranger en Midnight in Paris, beide juweeltjes. En ook in mijn eentje kijk ik geregeld naar oude Woody Allen-films op de televisie of computer. Zijn personages zijn tegelijkertijd belachelijk, meelijwekkend en vertederend: kortom, om van te houden. Na het zien van een Woody Allen-film, bij voorkeur met de schrijver en regisseur zelf in een zeurderige hoofdrol, blijf ik minstens twee dagen in een goed humeur. Een aantal jaren geleden zag ik mijn idool in levenden lijve. In Venetië. Mijn levensgezel en ik houden daar af en toe vakantie in gezelschap van zijn zonen. (We hebben er ieder twee, niet van elkaar.) Wij logeerden op het Lido, toevallig tijdens het filmfes tival. Vanaf het vliegveld hadden we ons laten vervoeren in zo’n luxueuze watertaxi, ik vrees voornamelijk vanwege mijn onbetamelijk grote koffer. Het liefst reisde ik als een ouderwetse filmster: met een stoet personeel, kinderen uit diverse verbintenissen, een onafzienbare set koffers, beautycases, hoedendozen, poedels, poezen in mandjes en een intellectuele echtgenoot met hoornen bril. 15
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 16
Toen onze taxiboot was aangemeerd en ik er als eerste uit herrees, dook uit een naburig tweelingvaartuig een overbekend kopje op. Als een schildpad loerde het uit de kraag van een voor het seizoen veel te warme jas. Zelden heb ik mezelf zo ongeremd een treeplank af zien stuiven: ‘Jongens, Woedie Ellen!’ Even later stond ons voltallige gezelschap op de kade. En ja hoor, daar zat hij: ditmaal in een taxi op wielen, achterin en zielsalleen. Zijn daadkrachtige levensgezellin deelde beneden ongetwijfeld nog wat geld en lakens uit. De oudste zoon van mijn man is fotograaf. Ook zijn blik werd gezogen naar dat strak voor zich uit kijkende, lijkbleke, door namiddaglicht beschenen gezichtje, alsof het met meel bestoven was. Zijn fototoestel jeukte, maar hij bleek te goed opgevoed om misbruik te maken van dit uitgelezen moment. Nog minstens twee dagen was die arme jongen in een slecht humeur.
16
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 17
Flirt
Flirten is een plezierig tijdverdrijf, een frivole vrijetijdsbesteding die tot niets verplicht, weinig moeite kost en beide partijen zo niet direct opstoot in de vaart der seksen, dan toch aangenaam tot zeer aangenaam stemt. Aan het werkwoord, (nou ja werkwoord, misschien voor beroepsversierders?) kleeft iets ouderwets, in ieder geval iets hardnekkig Engels. Er is nog steeds geen Nederlands equivalent voor. ‘Het hof maken’ stamt pas écht uit lang vervlogen tijden en ‘sjansen’ is weer het andere uiterste. Die ietwat liederlijke variant wordt meestal passief toegepast: het hébben van sjans. En dan gaat het niet over het kat-en-muisspel tussen de seksen, maar over de mannelijke aandacht die een vrouw komt aanwaaien, althans in de bloei van haar leven. Helaas in niet altijd even originele verpakking. ‘Wat kijk je chagrijnig!’ roepen de stratenmakers. Oudere heren willen ‘zo met je doorreizen naar Parijs’ en jonge mannen vragen zich af of ze je ‘niet ergens van kennen’ en beweren dat ze ‘zó’n mooie vrouw nog nooit hebben gezien’. En dan bieden ze je iets te drinken aan. Dit alles met één oogmerk: naar bed naar bed, zei Duimelot. Ook in Frankrijk is er voor flirten geen passende vertaling. En dat wil heel wat zeggen in een land dat zo verknocht is aan de eigen taal. Wie herinnert zich niet dat opgewonden 17
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 18
liedje dat eind vorige eeuw door de ether schalde: ‘Pour un flirt avec toi... Je ferais n’importe quoi!’ In het refrein komt de aap uit de mouw: ‘Pour un petit tour entre tes bras...’ Blijkbaar is in eigentijds Frans de overgang van ‘un flirt’ maar een stapje naar een potje neuken. En zo gaat het er de laatste decennia ook aan toe in ons eigen land. Vóór we het weten, liggen we met elkaar in bed. Aan flirten zijn we niet eens toegekomen. Nee, voor het oeroude Engelse ‘to flirt’, dat bij ons als flirten werd geannexeerd en dat sinds jaar en dag deel is blijven uitmaken van onze taal, is nog steeds geen variant gevonden. En daardoor maakt niet alleen het woord een geda teerde indruk, maar ook de bezigheid: een hogere kunstvorm die uit de tijd, uit de mode is geraakt. In mijn nostalgisch geestesoog doemen tennisbanen, roeiboten en open auto’s op. En, omzoomd door rododendrons, een gladgeschoren gazon met daarop een landhuis met bordes. Op schraagtafels staat een keur aan gebloemd porselein uitgestald: theeserviezen, omringd door etagères met petitfours en komkommersandwiches die, zodra de schemer is ingetreden, worden vervangen door champagnekoelers en kaviaar. Wat tekent zich daar af op dat bordes achter die mens-erger-je-niet-pionnen? Een gezelschapje d ames en heren, kaarsrecht van lijf en leden, de een nog mooier gekleed dan de ander, dat elkaar toespreekt in pingpongzinnen, begeleid door olijk-broeierig ogenspel. Als de dames gaan zitten, slaan ze glad gekouste benen over elkaar, de heren onberispelijke broekspijpen met omslag. Ook hun nageslacht, jongelui in al even mooie kleren — kuiltjes in wangen, wimpergefladder —, maken plagerige opmerkingen over en 18
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 19
weer. Natuurlijk gaat iedereen op een gegeven moment met elkaar naar bed, maar nu nog even niet. Nee, bij de uitdrukking ‘onverbeterlijke flirt’ zie ik geen rücksichtsloze rokkenjager voor me zoals Harry Mulisch, geen lellebellerige Lorelei à la Heleen van Royen en mezelf al helemaal niet, maar een jongeman met een kostschoollok en tengere heupen in bandplooibroek, een lacherig meisje met lange ledematen en glanzend haar, het lievelingetje van paps, haar allereerste flirt. Als ze van de trapleuning roetsjt — geen geduld voor al die treden —, vangt hij haar op: ‘Hola juffertje!’ Zoals ze de rest van haar leven steeds door bereidwillige mannenarmen zal worden opgevangen (en door dito bankrekeningen). Het is duidelijk, voor mij hoort flirten bij een ver verleden. Daarom kijk ik zo graag naar oude films of series die zich in de betere kringen afspelen en waarin op hoog niveau ongenadig wordt geflirt. Na het onvermijdelijke happy end voel ik me weer even leeg als vroeger na de middagfilm in de Cineac. Niets ontluisterender dan dat schelle daglicht: niets teleurstellender dan het gewone leven. Nog goed herinner ik me mijn eerste flirtpoging op de lagere school. Mijn wervend blikkenspel in de richting van de leukste jongen van de klas, werd door de meester onderschept: ‘Meisje, zit niet zo met je ogen te “werken”, je bent geen filmster!’ Sindsdien is het met dat flirten bergafwaarts gegaan. (En van een filmcarrière is ook niets terechtgekomen.) Toen ik eindelijk begon op te bloeien, brak de seksuele revolutie uit. Opeens mocht alles, sterker, alles moest! Als je niet meedeed, deed je niet mee. Bovendien verbeeldde 19
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 20
ik me dat ik links was en ging mijn voorkeur uit naar politiek overbewuste jongemannen, een mensensoort dat — het spijt me dat ik het zeggen moet — niet uitmuntte in goede manieren en charmante omgangsvormen. Als die linkse rakkers ons al zagen staan, zagen ze ons liever liggen. Een deur voor ons openhouden? Hoe kóm je erbij. Complimentjes? Ouderwets. Bloemen: te duur. Zoals alle mannen door de eeuwen heen hadden ze maar één doel, met dat verschil dat ze het ook moeiteloos bereikten, zo bang waren wij meisjes dat we, als we niet op hun ‘uitnodiging’ ingingen, voor ouderwetse trutten zouden worden uitgemaakt. Heren uit de vvd-hoek die veel meer — en op een leukere manier — werk van vrouwen maakten, zagen wij op onze beurt niet staan: ‘Dametjes, volgens mij is het vandaag mooievrouwendag!’ Dametjes! Wat verbeeldde zo’n kerel zich wel? Wij waren meiden en keken neer op die rechtse ballen. De vrouwenemancipatie had ons in haar greep. Ik was een meid op haar toekomst voorbereid, baas in eigen buik. Maar waarom hield ik die (voorgevormde) beha dan aan en droeg ik geen tuinbroek maar een kokerrok, kousen en hoge hakken? Waarom ging ik met mannen naar bed op wie ik niet eens verliefd was? De vraag stellen is haar beantwoorden: uit geldingsdrang en onzekerheid, die fnuikende mengeling waar niemand iets aan heeft, de bezitster zelf wel in de laatste plaats. Natuurlijk heb ik me in later jaren enigszins weten te rehabiliteren en heb ik heus weleens geflirt in de vorm van plagerige grapjes, tandengeblikker of een guitige oogopslag. Ook heb ik me bezondigd aan ‘mooi kijken’: een om20
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 21
floerste blik rakelings langs de man van je gading naar onbekende verten laten glijden, als iemand die zo haar eigen interessante gedachten heeft. Maar een echt onbekommerde flirt ben ik nooit geweest. Aan de ene kant te geremd, aan de andere te hovaardig, ook al zo’n mengeling van eigenschappen die tot weinig goeds kan leiden. Zodra er een echt aantrekkelijke jongen of man op mijn pad kwam, vreesde ik dat hij die mening zelf ook was toegedaan, wat meestal ook zo was. Stel dat zo iemand, gewend aan en verwend door vrouwelijke aandacht, mijn verleidelijke oogopslag met een koele blik zou incasseren! Of bijna nog erger, met een minzame glimlach. Daarvoor was ik niet op deze wereld! Hoe vaak ik niet — veel te lang — stug voor me uit heb zitten staren, in afwachting van avances die niet kwamen. Want weinig mannen vergalopperen zich graag aan een vrouw met een afwerende gelaatsuitdrukking. Gek genoeg ben ik volgens vrienden en vriendinnen juist altijd een flirt geweest. Een onverbeterlijke zelfs. Beweer ik het tegendeel, dan zetten ze het op een lacherig en vermanend hoofdschudden, soms zelfs met opgeheven vinger: ‘Jij? Jij hebt het uitgevonden!’ Ze zijn misleid door mijn frivole pantser. Eronder klopt een hazenhart. Pas de laatste jaren flirt ik voluit, op de valreep, ja: ‘werk ik met mijn ogen’. Na een paar glazen wijn, liever nog champagne. En soms zelfs weleens zonder drank, met een dokter of met de bloemenman of met iemand uit Den Haag. ‘Op niet-serieuze wijze, vrijblijvend’. Want wat was flirten ook weer? Een plezierig tijdverdrijf, een frivole vrijetijdsbeste21
Mooi geweest.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 20-09-12 / 13:02 | Pag. 22
ding die tot niets verplicht, weinig moeite kost en beide partijen zo niet direct opstoot in de vaart der seksen, dan toch aangenaam tot zeer aangenaam stemt.
22