Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 3
Simon Garfield
Op de kaart Hoe de wereld in kaart werd gebracht
it het Engels vertaald door U Tracey Drost-Plegt en Bert Meelker
Podium, Amsterdam / Luster, Antwerpen
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 4
Oorspronkelijke titel On the Map. Why the World Looks the Way it Does Oorspronkelijke uitgever Profile Books © 2012 Simon Garfield © 2013 Nederlandse vertaling Tracey Drost-Plegt en Bert Meelker/Uitgeverij Podium Omslagontwerp Nathan Burton Design/b’IJ Barbara Foto auteur Sarah Lee Typografie Sander Pinkse Boekproductie Het copyright op de illustraties berust bij de betreffende rechthebbende, zoals vermeld op pagina 487. Voor Nederland: Uitgeverij Podium, Amsterdam www.uitgeverijpodium.nl isbn 978 90 5759 571 4 Voor België: Uitgeverij Luster, Antwerpen www.uitgeverijluster.be isbn 978 94 6058 112 0 D/2013/12.005/4 www.simongarfield.com
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 5
Voor Justine
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 6
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 7
Inhoud Voorwoord Uit liefde voor de kaart 9 Inleiding De kaart die zichzelf schreef 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Wat de grote denkers wisten 20 Wereld te koop 43 De wereld begint vorm te krijgen 65 Venetië, China en een reis naar de maan 78 Het Vinlandmysterie 91 Welkom in Amerigo 109 Wat is het nut van de Mercator? 133 De wereld in een boek 149 Een stad in kaart brengen (zonder verdere problemen) 179 Het hele land opgemeten 194 Het legendarische Konggebergte 219 Ziekteverwekkers en stippenkaarten 239 Zoek bij het kruis: Schateiland 258 De zwaarste reis ter wereld naar de laatste witte plek op de kaart 275 Mevrouw P. en de London A-Z 301 Kaarten in de koffer: de geschiedenis van de reisgids 321
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 8
17 Casablanca, Harry Potter en waar Jennifer Aniston woont 339 18 Een globe van formaat 355 19 De grootste kaartenhandelaar, de grootste kaartendief 382 20 Sla rechts af het meer in: satellietnavigatie 405 21 Ga direct door naar Skyrim, ga niet langs Start 428 22 De hersenen in kaart gebracht 445 Nawoord Overal en altijd op de kaart 460 Dankwoord 481 Bibliografie 483 Verantwoording bij de afbeeldingen 487 Register 488
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 9
Voorwoord
Uit liefde voor de kaart
Simon Garfield had voor zijn aanstekelijke lofzang op de landkaart geen betere titel kunnen kiezen: Op de kaart staan betekent immers dat je het gered hebt, dat je zichtbaar bent. Iets over Op de kaart schrijven betekent stilstaan bij de ontwikkeling van de cartografie in de loop van de geschiedenis, onder wisselende cultuuropvattingen. Zijn uitnodiging aan de lezer van dit boek om zich te verliezen in het uitpluizen van kaarten neem ik daarom van harte aan. Ik houd van kaarten. Maar ik verzamel ze niet, tenzij je de kaarten in de schoenendoos onder mijn bureau meetelt; die heb ik bewaard als aandenken aan de steden en landen waar ze me bij de hand hebben genomen. En de exemplaren die ik wel graag zou bezitten — kaarten van vóór de ontdekking van de Nieuwe Wereld, of middeleeuwse scheepvaartalmanakken verluchtigd met windrozen en zeemonsters — kan ik me toch niet veroorloven. Die zijn waar ze behoren te zijn: in musea en bibliotheken, en niet, aan het oog van de rest van de wereld onttrokken, overgeleverd aan de vochtige muren bij mij thuis. Ik ben een intensief gebruiker van kaarten. Als ik aan een boek werk, moet ik altijd een kaart van het betrokken gebied bij de hand hebben om mijn personages achtergrond te geven. Zelfs op onverwachte momenten, bijvoorbeeld wanneer ik de 9
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 10
OP DE KAART
spam uit mijn inbox wied, realiseer ik me plotseling dat ‘spam’ omgekeerd ‘maps’ oplevert, ‘kaarten’, en dat kaarten het tegenovergestelde zijn van spam omdat ze zich niet aan je opdringen maar je slechts wenken. Kaarten nemen je mee naar de rand van terra incognita en laten je daar achter, of ze doordringen je van het troostrijke besef: maar jij bent hier. Kaarten kijken naar beneden, net als ik, terwijl ik kijk waar ik mijn voeten neerzet. Die neerwaartse blik lijkt zo vanzelfsprekend en zo vertrouwd, dat je bijna zou vergeten hoeveel naar boven kijken eraan ten grondslag ligt. Ptolemeus’ regels voor de cartografie, zoals hij die in de tweede eeuw na Christus op schrift stelde, zijn ontstaan uit zijn eerdere verdieping in de astronomie. Hij richtte zich op de maan en de sterren als hulpmiddelen om de achtduizend bekende plaatsen op de wereld in een samenhangend systeem onder te brengen. Zo tekende hij de evenaar en de keerkringen op die plaatsen waar de zon en de maan loodrecht overheen gingen en deed hij een schatting over oost-westafstanden aan de hand van het licht bij een maansverduistering. En Ptolemeus was ook degene die het noorden boven aan de kaart plaatste, waar de pool in de richting wees van een eenzame ster die de hele nacht op zijn plaats bleef. Net als iedereen tegenwoordig vertrouw ik onderweg in de auto op een navigatiesysteem en red ik mij te voet of onderweg per bus of trein niet zelden met de kaart-apps op mijn smartphone. Maar als ik me op een echte reis voorbereid, wil ik toch een plattegrond voor me zien. Alleen een kaart kan me het gevoel geven dat ik weet waar ik heen ga. Als ik niet eerst voor ik vertrek heb gezien of mijn bestemming de vorm heeft van bijvoorbeeld een laars, de staart van een vis of van een opgespannen dierenhuid, zal ik me — eenmaal aangekomen — nooit een goed idee van die plaats kunnen vormen. Als ik van tevoren weet dat de straten een rechthoekig patroon volgen — of misschien om een centraal punt cirkelen of juist geen duidelijk aanwijsbaar plan volgen — krijg ik al een idee 10
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 11
Uit liefde voor de kaart
hoe het zal zijn om er rond te lopen. En als ik geen echte reisplannen heb, lijkt een reis over de kaart het enige alternatief: naar overal en nergens, naar de plooien van het menselijk genoom, de top van de Everest of de omlopen van Venus voor de komende drieduizend jaar. Zelfs begraven schatten, verloren continenten en fantoomeilanden zijn allemaal via de kaart toegankelijk. En mocht ik nooit ook maar een van mijn droombestemmingen op de kaart bereiken, wat dan nog, als zelfs de beroemdste kaartenmakers uit vroeger tijden gewoon thuisbleven? En dan denk ik aan broeder Mauro in zijn cel in het klooster in Venetië, terwijl hij het reizigerslatijn van zijn bezoekers omwerkt tot zijn eigen prachtige geografie. Ik geniet van de visuele overdaad van kaarten. De zogenoemde vierkleurenstelling, die het minimum aantal kleuren bepaalt dat nodig is om een wereldkaart te maken (zodat geen twee aangrenzende landen dezelfde kleur hebben), legt de artistieke vrijheid geen beperkingen op. De taal van de landkaart is al even kleurrijk. Woorden als ‘breedte’ en ‘raster’ rollen over mijn tong alsof ze een net rond de wereld te spannen. En het woord ‘cartouche’, het sierlijk vormgegeven veld met de legenda, glijdt als een briesje over mijn lippen. Sommige plaatsnamen jodelen; andere zijn ritmisch of zingen. En wat zou ik graag eens van Grand-Bassam naar Tabou in Ivoorkust gaan, al was het alleen maar om die namen hardop te kunnen uitspreken. Dat kaarten zich schuldig maken aan vervorming klopt, maar ik vergeef het ze. Want hoe krijg je anders de hele globe in een plat vlak — als je niet bereid bent een beetje met de juiste verhoudingen te sjoemelen? Welke methode van kaartprojectie je ook neemt — de beroemde van Mercator, de orthografische, de gnomische of de azimutale —, altijd is er wel een continent dat vervormd raakt. Dat ik ben opgegroeid met het beeld dat Groenland qua oppervlakte net zo groot is als Afrika wil niet zeggen dat ik dat voor waar aannam, net zomin als ik 11
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 12
OP DE KAART
ooit heb gesputterd over de naam Groenland voor een oord dat wit zag van sneeuw en ijs, in de buurt van het groen begroeide IJsland. Kaarten blijven tenslotte mensenwerk. Elke kaart vertelt een verhaal. Schilderachtige antieke kaarten vertellen over ontdekkingsreizigers en veroveraars, over ontdekkingen, bezitsdrang en overwinningen, om maar te zwijgen van de afgrijselijke verhalen over uitbuiting van inheemse volkeren. De verhaallijnen op hedendaagse kaarten dreigen nogal eens onder te sneeuwen onder een dikke laag natuurlijke en door de mens gemaakte obstakels, en toch is ook de moderne kaart een geweldige bron van nieuwe verhalen: ontdaan van topografische details en opnieuw bevolkt met verschillende soorten andere gegevens kunnen we ze lezen als een indicatie van bijvoorbeeld het stemgedrag tijdens de laatste verkiezingen of de verspreiding van een ziekte die epidemische vormen dreigt aan te nemen. Het enige wat beter is dan een kaart is een atlas. Atlas zelf, de Titaan die ooit de hemel op zijn schouders torste, heeft zijn naam geleend aan een hele reeks ruimtevaartuigen, maar ook aan de vuistdikke compendiums van kaarten. Zelf heb ik verschillende van zulke statige boekdelen in huis, en voor allemaal heb je een sterk paar armen nodig om ze uit de kast op tafel te tillen. Ook door een globe kan ik me erg laten meeslepen, vooral de antieke, die ooit in paren werden vervaardigd en verkocht: een bol voor de aarde en een voor de hemel (die ook van b贸ven werd afgebeeld, met spiegelbeeldige sterrenstelsels). Maar een globe is niet meer dan een opgeblazen landkaart. Hij begint plat, als een reeks spits toelopende kaartfragmenten die op een bol gepast en gelijmd moeten worden om aan de polen de eindjes van de wereld aan elkaar te laten knopen. Als kaarten je reislust opwekken, lees dan vooral verder. Dava Sobel, Britse wetenschapsjournalist
12
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 13
Inleiding
De kaart die zichzelf schreef
In december 2010 publiceerde Facebook een even verbazingwekkende als mooie nieuwe wereldkaart. Hij was in één oogopslag herkenbaar als de vertrouwde standaardprojectie van Gerard Mercator uit de zestiende eeuw, maar toch op een vreemde manier nieuw. De kaart was fluorescerend blauw en voorzien van wazige lijnen die er als een zilverachtig web overheen lagen. Wat was er vreemd aan? China en Azië waren nauwelijks aanwezig en oostelijk Afrika leek verdronken. Sommige landen lagen niet precies op de goede plek. Want dit was geen wereldkaart met een projectie van Facebook gebruikers, maar een kaart die zichzelf ontwikkelde op basis van Facebookverbindingen. Het was een wereldkaart van de hand van vijfhonderd miljoen cartografen tegelijk. Gebruikmakend van de standaardgegevens van de leden waarover het bedrijf beschikte, had een stagiair, Paul Butler, van alle deelnemers de lengte- en breedtegraad genomen en die gekoppeld aan de coördinaten van de plekken waarmee ze verbinding hadden. ‘Elke lijn zou kunnen staan voor een op reis opgedane vriendschap, een familielid in het buitenland of een schoolvriend van vroeger die door verschillende krachten in het leven op drift is geraakt,’ schreef Paul Butler in zijn blog. In die tijd had Facebook zo’n vijfhonderd miljoen gebruikers, 13
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 14
OP DE KAART
en dus hield hij er rekening mee dat het een wanordelijke toestand zou worden: een overbevolkt netwerk van draden (zoals aan de achterkant van de eerste computers) dat zou eindigen in één grote wazige vlek. Maar dat gebeurde niet, herinnerde Butler zich: ‘Na een paar minuten gegevens invoeren tekende zich het nieuwe verhaal af, en dat kwam een beetje als een schok. De wirwar van lijnen was uitgegroeid tot een gedetailleerde wereldkaart. Niet alleen de continenten waren zichtbaar, ook bepaalde internationale grenzen tekenden zich af. 14
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 15
De kaart die zichzelf schreef
Maar de echte schok kwam pas toen ik me realiseerde dat al die lijnen geen kusten, rivieren of politieke grenzen waren, maar echte verhoudingen tussen mensen.’ Het was de perfecte belichaming van iets wat Facebook- oprichter Mark Zuckerberg me al had verteld toen ik hem, een jaar voor Butler zijn kaart opstelde, interviewde. ‘Het is niet zozeer dat Facebook een grote nieuwe gemeenschap is,’ zei hij, ‘maar dat het alle verschillende gemeenschappen ter wereld die er al zijn in kaart brengt.’ 15
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 16
OP DE KAART
De digitale revolutie — die door die Facebookkaart zo mooi wordt weergegeven — heeft meer invloed gehad op het ‘kaartenvak’ dan alle andere innovaties in de cartografie door de eeuwen heen. Met navigatie op je telefoon en Google Earth op je computer wordt het steeds moeilijker voorstelbaar hoe we het ooit zonder die gadgets hebben gesteld. Ik weet nog dat we kaarten kochten die je kon opvouwen, of kaarten die je na aanschaf nog één keer kon opvouwen en daarna nooit meer. Of dat je schouder zowat uit de kom schoot als je een atlas van de plank trok, waarna je de index doorbladerde en je je verbaasde over hoeveel Springfields ze hadden in Amerika. Zulke simpele genoegens zijn herinneringen uit een ver verleden aan het worden, en dat is niet niks. Want fysieke kaarten zijn al belangrijk voor de mens sinds hij in de oertijd op de Afrikaanse savanne als jager-verzamelaar op zoek ging naar voedsel en een veilig onderkomen. Richard Dawkins vermoedt dat de allereerste kaarten ontstonden toen een jager, gewend om diersporen te volgen, een kaart in het zand tekende; en pasgeleden vond een Spaanse archeoloog een kaartachtige rotstekening die zo’n veertienduizend jaar geleden door holbewoners was gemaakt. Dawkins gaat nog een stapje verder door zich af te vragen of het ontstaan van kaarten — met hun onderliggende begrippen als schaal en ruimte — niet zelfs een stevige impuls heeft gegeven aan de verdere groei en ontwikkeling van het menselijk brein. Met andere woorden: kaarten zijn een sleutel tot datgene wat ons menselijk maakt. Ze vertellen de geschiedenis van de mens en brengen er lijn in aan. Ze weerspiegelen het beste en slechtste waartoe we in staat zijn — ontdekking en nieuwsgierigheid, oorlog en verwoesting — en ze geven een overzicht van machtswisselingen. Zelfs als individu lijkt de mens er behoefte aan te hebben een route uit te stippelen en zijn vorderingen te volgen, zich een voorstelling te maken van zijn mogelijkheden tot verkenning en vlucht. De taal die een kaart spreekt maakt een wezenlijk deel uit van ons leven. We heb16
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 17
De kaart die zichzelf schreef
ben pas iets bereikt als we onszelf (of onze stad) op de kaart hebben gezet. Wie zijn leven op orde heeft, heeft alles ‘goed in kaart’. We hebben oriëntatiepunten nodig want anders raken we de weg kwijt. We oriënteren ons omdat op oude kaarten de Oriënt, het oosten, boven lag. Kaarten boeien ons omdat ze verhalen vertellen. De exemplaren in dit boek vertellen hoe kaarten zijn ontstaan, wie ze tekenden, wat hen bezielde en hoe wij ze gebruiken. Net als met elke kaart is mijn keuze natuurlijk zeer selectief, want een boek over kaarten is in wezen een boek over de ontwikkeling van de wereld: robuustere schepen in de vijftiende eeuw, de driehoeksmeting in de zestiende, het vaststellen van lengtegraden in de achttiende en cartografie vanuit de lucht in de twintigste eeuw. En vervolgens, in deze eeuw, internet, gps en satellietnavigatie — en misschien, door deze laatste, een tweede revolutie in onze ruimtelijke mogelijkheden. Want internet heeft een heel bijzondere en betekenisvolle verandering teweeggebracht. In de tijd voordat astronomen de galg riskeerden als ze iets anders beweerden, was de aarde het onbetwiste middelpunt van het universum; nog niet zo heel lang geleden plaatsten we Jeruzalem in het hart van de kaart; of, als je in China woonde, Youzhou. Later zou dat Engeland of Frankrijk geweest kunnen zijn, centraal in de door die landen gevormde wereldrijken. Maar nu staat ieder individu in het hart van zijn eigen wereldkaart. Op de computer, de smartphone en in de auto stippelt iedereen zijn persoonlijke route uit, niet van a naar b, maar vanuit zijn eigen individuele vertrekpunt naar waar dan ook. Elke afstand wordt gemeten vanaf de plek waar je staat, en wie reist wordt zelf in kaart gebracht, vrijwillig of anderszins. Eerder dit jaar had een vriend van me een grappige ervaring met zijn blackberry. Hij wandelde in de Italiaanse Alpen en wilde wat hoogteprofielen bekijken. Toen hij zijn telefoon aanzette, bleek zijn huurfiets-app voor Londen open te staan: een handige site waarop je je positie in Londen intikt, waarna 17
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 18
OP DE KAART
de app van alle stallingen opgeeft hoeveel fietsen er beschikbaar zijn. In Italië had je er niet zoveel aan, meende hij. Maar wat bleek: de app deed het wel en de kaart waarover de verhurende instantie in Londen zijn fietsinformatie had uitgespreid, bleek werelddekkend. De fietsen waren slechts een beginpunt. De app kon routes plannen naar Ravello, Kaapstad of Auckland. Waar hij ook ging, mijn vriend wás de kaart, de spil waar de hele wereld braaf omheen draaide. En de app was ongetwijfeld ook bezig hem te volgen, zodat iemand ergens achter een bureau wist op welke berg in Italië hij stond, maar ook wie er op het zadel zat van de fiets die hij de dag tevoren had ingeleverd. Hoe is het in ’s hemelsnaam zover gekomen? In dit boek probeer ik antwoord te geven op die vraag, maar je zou het ook kunnen lezen als een tocht over een tentoonstellingsterrein. Een denkbeeldige tentoonstelling, want het gaat om zaken die onmogelijk op één plaats bij elkaar kunnen worden gebracht: indrukken van het lang verdwenen oude Griekenland, beroemde schatten in universiteitsbibliotheken over de hele wereld, verschillende verbazingwekkende stukken uit de British Library en de Library of Congress, en zeldzame voorwerpen uit Duitsland, Venetië en Californië. Het gaat om manuscripten, zeekaarten, atlassen, computerstills en telefoon-apps. Sommige voorwerpen op de tentoonstelling zijn belangrijker dan andere, en sommige staan er alleen maar ter verluchtiging. De diversiteit is eindeloos: kaarten over de verspreiding van armoede en rijkdom, kaarten in films, schatkaarten, kaarten met een voorkeur voor inktvissen, kaarten van Afrika, Antarctica en plaatsen die nooit bestaan hebben. Sommige kaarten verklaren de vorm van de wereld, terwijl andere zich toespitsen op één straat of de route van een vliegtuig dat onderweg is naar Casablanca. We zullen onze gidsen ruim baan moeten geven: snoevende handelaren, pietepeuterige landmeters, nattevingerfilosofen, lichtzinnige verzamelaars, onbetrouwbare stuurlui, 18
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 19
De kaart die zichzelf schreef
fluitende zwervers, onervaren globemakers, nerveuze conservatoren, hippe neurowetenschappers en gretige veroveraars. Er zijn vertrouwde figuren bij — Claudius Ptolemeus, Marco Polo, Winston Churchill en Indiana Jones —, maar ook minder bekende: een Venetiaanse monnik, een handelaar in New York, een Londense hersencartograaf, een Nederlandse ondernemer en een Afrikaans stamhoofd. Dit boek is de catalogus bij die tentoonstelling, en we beginnen bij een bibliotheek aan de kust van Egypte.
19
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 20
Hoofdstuk 1
Wat de grote denkers wisten
Ooit was de wereld in kaart brengen een uitdaging voor het voorstellingsvermogen, en dat is het in feite nog steeds. Want neem bijvoorbeeld je slaapkamer in gedachten. Hoe goed zou je die in kaart kunnen brengen? Als je pen en papier had, zou je de kamer dan zo kunnen uittekenen dat iemand die er nog nooit geweest was er een goed beeld van zou krijgen? Zou het formaat van je bed in de juiste verhouding staan tot de deur en het nachtkastje? Klopt de schaal met de hoogte van het plafond? En de keuken, zou het moeilijker of makkelijker zijn die in kaart te brengen dan je slaapkamer? Dit zou niet al te moeilijk moeten zijn, want het gaat om plekken die je goed kent. Maar hoe zit het met de woonkamer van vrienden? Zoiets zou tot op zekere hoogte een geheugentest zijn — breng je het er goed van af of wordt het worstelen, denk je? En dan je eerste school: zou je je herinneren hoe jouw lokaal lag ten opzichte van de andere lokalen? Of de wereld? Zou je die kunnen tekenen? Zou je kunnen aangeven hoe MongoliÍ en Zwitserland zich qua grootte en ligging verhouden ten opzichte van elkaar? Zou je de oceanen op het zuidelijk halfrond ook maar een beetje goed krijgen? En stel dat je nog nooit een kaart of een wereldbol had gezien, en je was nooit zelf op een van die plekken geweest? Zou je een kaart 20
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 21
Wat de grote denkers wisten
van de wereld kunnen tekenen uitsluitend op grond van wat je van anderen had gehoord en wat anderen hadden geschreven? En stel dat het je lukte, zou je het dan een goed idee vinden als jouw kaart een slordige dertienhonderdvijftig jaar later nog steeds in gebruik zou zijn als belangrijkste wereldkaart? Ik denk alleen als je Claudius Ptolemeus zou heten. Ondanks zijn enorme invloed op de wereld, en afgezien van het feit dat je de P in zijn achternaam niet uitspreekt, weten we verrassend weinig over Ptolemeus. Wat we wel weten is waar hij werkte: in een van de indrukwekkendste gebouwen van het oude Egypte, dat een stukje landinwaarts gelegen was aan een waaiervormige kleine haven aan de Middellandse Zee. a Het verhaal van de verdwenen Grote Bibliotheek van Alexan drië is een van de meest romantische verhalen uit de Oudheid, en er gaat vooral zo’n aantrekkingskracht van uit omdat we ons er geen moderne variant van kunnen voorstellen. De huidige British Library is een archiefbibliotheek, die één exemplaar van elk nieuw werk in de Engelse taal ontvangt maar er niet naar streeft om een complete verzameling van over de hele wereld verschenen manuscripten te huisvesten, noch om de optelsom van alle menselijke kennis te bevatten. Hetzelfde geldt voor de Bodleian Library in Oxford en de Public Library in New York. Maar de Grote Bibliotheek van Alexandrië had die ambitie wél, en bestond bovendien in een tijd waarin zoiets in grote lijnen haalbaar was. Al vanaf de ingebruikname, rond 330 v.C., was de Bibliotheek bedoeld als een plek waar elke snipper nuttige informatie onderdak moest krijgen. Andere particuliere bibliotheekcollecties werden in beslag genomen ten behoeve van het algemeen belang; manuscripten die van overzee in de stad aankwa21
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 22
OP DE KAART
men werden gekopieerd of vertaald, waarna slechts een klein deel ervan werd teruggegeven; vaak voeren schepen weer uit met de gekopieerde werken in plaats van de originelen. Tegelijkertijd werd Alexandrië Europa’s belangrijkste leverancier van papyrus, de grondstof voor veruit de meeste boekrollen. Maar toen viel plotseling de aanvoer van papyrus voor de export stil: sommigen beweerden dat alle papyrus nodig was om de Grote Bibliotheek te voorzien, hoewel anderen een complot vermoedden om de groei van concurrerende collecties te verhinderen — uit een gepassioneerd en ongebreideld nastreven van eigenbelang dat iedere obsessieve boek- en kaartverzamelaar zal herkennen. De Grote Bibliotheek was — net als de stad zelf — een nalatenschap van Alexander de Grote. Op een tocht langs de westelijke uitlopers van de Nijldelta was Alexander, volgens de Romeinse historicus Arrianus, een plek onder ogen gekomen waarvan hij voorzag dat het ‘de meest uitgelezen plek [zou zijn] om een stad te stichten’. De daaropvolgende bouw van die stad luidde de overgang in van Athene als centrum van macht en cultuur naar Alexandrië. Alexander had van Aristoteles onderwijs gehad in de ethiek, poëzie, biologie, toneelkunst, logica en esthetiek, en juist door Aristoteles werd hij een groot liefhebber van Homerus, wiens Ilias hij zelfs op het slagveld bij zich had en als een leidraad voor zijn leven beschouwde. Zijn verovering van het Perzische rijk werd gevolgd door de verwoesting van Tyrus en de snelle capitulatie van Egypte, het land waar hij besmet raakte met de wens naar onsterfelijkheid: hij wilde dat zijn nalatenschap een symbool van wijsheid zou zijn en niet van verwoesting, een plek van waaruit het hellenistische wereldbeeld door het hele rijk en tot ver daarbuiten verbreid zou worden. En dus maakte hij plannen voor een stad die werd gekenmerkt door toewijding aan de wetenschap, hoogstaande idealen en goed bestuur, en de enorme bibliotheek van de stad moest er de eretempel van worden. 22
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 23
Wat de grote denkers wisten
De bibliotheek, die een paar decennia na Alexanders dood in 323 v.C. gereedkwam, was in feite de eerste universiteit van de wereld: een centrum voor onderzoek en discussie, waar je geleerden als de wiskundige Archimedes en de dichter Apollonius kon tegenkomen. Ze wisselden niet alleen van gedachten over wetenschappelijke en medische beginselen, maar ook over filosofie, literatuur en politiek bestuur. En ze waren verantwoordelijk voor het ontwerpen van de eerste complete wereldkaarten: een rol waarvoor ze, in hun havenstad op het knooppunt van westelijke en oostelijke handelsroutes, met toegang tot getuigenissen uit de eerste hand van reizigers en zeelieden, op precies de juiste plek zaten. a Als we vandaag de dag een kaart van het oude Alexandrië onder ogen zouden krijgen, zouden we een keurig geordende stad zien, met een rechthoekig stratenplan van boulevards en doorgaande wegen. In het oosten ligt een dichtbevolkte joodse wijk, terwijl de bibliotheek en het museum in de Griekse wijk in het centrum liggen. De stad wordt omringd door water, met de Grote Haven (waar de koninklijke paleizen staan) op kleine eilandjes in het noorden. Aan de noordelijke haven van de stad rijst de vuurtoren van Pharos op, een van de zeven wereldwonderen, meer dan honderd meter hoog, met bovenin een vuur dat wordt weerkaatst door een spiegel, zodat het licht tot vijftig kilometer ver op zee zichtbaar is. De toren is een levensgrote metafoor: Alexandrië was een gidsstad, de toren een baken van vrijheid in een stad die bruiste van verlichtingsdenken. Maar de wereld achter Alexandrië — hoe zag die eruit aan het begin van de derde eeuw voor Christus? Ondanks de prestaties van de Grote Bibliotheek op het gebied van natuur- en wiskunde stond de geografie nog in de 23
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 24
OP DE KAART
kinderschoenen. De allereerste geografen van de bibliotheek maakten een belangrijke voorloper van een kaart van de wereld die in grote lijnen was gebaseerd op geschriften van de Griekse historicus Herodotus. Diens negen delen tellende Navorsingen was inmiddels honderdvijftig jaar oud, maar zijn beschrijving van de opkomst en ondergang van het Perzische rijk en van de Grieks-Perzische oorlogen was nog steeds de meest gedetailleerde bron van informatie voor de bekende wereld. Ook Homerus werd beschouwd als een belangrijke bron van aardrijkskundige kennis, niet in de laatste plaats door de in zijn Odyssee beschreven reizen. Men vermoedt dat deze Alexandrijnse kaart de wereld afbeeldde als een rond geheel, of op z’n minst aan de ronde kant, wat omstreeks de vierde eeuw v.C. een algemeen geaccepteerde gedachte was. Het is mogelijk dat Herodotus die opvatting deelde, hoewel hij ook gedacht kan hebben aan een op het water drijvende platte schijf. Homerus, in de achtste eeuw v.C., was zeker een ‘man van de platte aarde’, die geloofde dat de aarde een plek was waar je van af zou vallen als je te ver door zeilde. Maar tegen het eind van de vijfde eeuw v.C. had Pythagoras overtuigend beredeneerd dat de aarde een bol is. (De mythe dat de aarde tot Columbus’ tijd als plat werd beschouwd is onbegrijpelijk hardnekkig. Hoe zou dat komen? Waarschijnlijk gaat het om een combinatie van onwetendheid en onze voorliefde voor een mooi verhaal: het beeld van Columbus die thuiskomt met het nieuws dat zijn vloot niet over de rand in de afgrond is gestort, is domweg onweerstaanbaar.) Herodotus onderschreef het algemeen geldende inzicht dat de wereld verdeeld was in drie gebieden — Europa, Azië en Libië (Afrika) — maar verzette zich tegen de wijdverbreide overtuiging dat die alle drie even groot waren en de hele wereld besloegen. Engeland en Scandinavië kwamen in zijn verhandelingen niet voor, en de Nijl doorstroomde heel Afrika tot aan het Atlasgebergte in Marokko. Slechts een klein deel van Azië werd in zijn beschouwingen opgenomen en dat be24
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 25
Wat de grote denkers wisten
stond grotendeels uit India. Herodotus erkende niet goed te weten of Europa al dan niet geheel omringd was door water, maar hij liet doorschemeren dat dat met Afrika weleens het geval kon zijn. Ook zag hij de Kaspische Zee terecht als een grote binnenzee, dit in tegenstelling tot veel van zijn voorgangers. Naarmate de collectie van de Grote Bibliotheek aangroeide, leverden de variëteit en betrouwbaarheid van haar bronnen een steeds uitgebreidere verzameling fragmentarische kennis over de wereld op — en dus ook meer mogelijkheden om op grond daarvan kaarten te maken. Eratosthenes van Cyrene (in het huidige Libië) was een van de eerste geleerden die in staat bleken de nieuwe geografische kennis van de stad in de kunst van de cartografie te gieten. Hij was geboren in 276 v.C., studeerde wiskunde en astronomie in Athene, en wist met gebruikmaking van die beide disciplines de eerste primitieve hoekmeter (of astrolabium) te maken: een reeks metalen ringen die in de vorm van een globe in elkaar pasten en waarop je de positie van de hemellichamen kon aflezen ten opzichte van de aarde als middelpunt. Op zijn veertigste werd Eratosthenes de derde bibliothecaris van Alexandrië, een functie waarin hij al vrij snel begon aan zijn grote verhandeling Geographica. De studie van de geografie kon zich nog op geen stukken na meten met de studie van medicijnen of filosofie (Eratosthenes stelde naar wordt vermoed zelf het woord ‘geografie’ samen uit de Griekse woorden ‘geo’ en ‘graphien’, respectievelijk ‘aarde’ en ‘schrijven’) maar waarschijnlijk heeft hij in de Grote Bibliotheek een abstracte kaart uit de zesde eeuw v.C. aangetroffen van de hand van Anaximander van Milete die hem van nut is geweest voor zijn verhandeling Over de natuur. Deze kaart, die al lang verdwenen is, toonde de wereld als een platte schijf met daarop Italië en Sicilië als met name genoemde delen van het Middellandse Zeegebied. Het is mogelijk dat hij ook gebruik heeft gemaakt van een inventarisatie van landen en volken — een 25
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 26
OP DE KAART
‘Rondgang over de aarde’, maar in werkelijkheid meer een rondje langs de Middellandse Zee — die omstreeks dezelfde tijd was opgeleverd door Hecataeus van Milete. (Milete, in het huidige Turkije, was een soort klassieke kweekvijver voor de geografie. In de vijfde eeuw v.C. was het ook al de thuisstad van Hippodamus, een vroege pionier van de stadsplanning die verantwoordelijk was voor enkele van de vroegste stadskaarten.) Maar Eratosthenes’ eigen geografische onderzoek zou zich op een veel grootser niveau afspelen, waarbij hij ten volste gebruik zou maken van bibliotheekrollen, verslagen van hen die in de voorafgaande eeuw door Europa en Perzië hadden getrokken en ter zake doende standpunten en ideeën van vooraanstaande eigentijdse historici en astronomen. Zijn wereldkaart werd getekend omstreeks 194 v.C. Er bestaat geen hedendaagse versie van, maar de beschrijvingen van de cartograaf werden aanschouwelijk gemaakt voor een victoriaans
Drie continenten in een waterbak: in de zesde eeuw v.C. schetst Anaximander zijn wereldschijf omringd door water. 26
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 27
Wat de grote denkers wisten
publiek, en dit is de algemeen geaccepteerde en alom gebruikte reproductie. Hij doet vreemd genoeg denken aan de schedel van een dinosaurus. Er zijn drie continenten herkenbaar: Europa in het noordoosten, daaronder Afrika (omschreven als Libië en Arabië) en ten slotte Azië, dat de oostelijke helft van de kaart in beslag neemt. Het enorme noordelijke deel van Azië heet Scythia, een gebied dat tegenwoordig Oost-Europa, Oekraïne en zuidelijk Rusland omvat. De kaart is sober maar goed ontwikkeld, en opmerkelijk vanwege het vroege gebruik van breedtecirkels en meridianen in een raster. Eratosthenes trok zijn belangrijkste breedtecirkel van oost naar west over Rhodos en zijn belangrijkste meridiaan van noord naar zuid, alweer met Rhodos als middelpunt. Daarop verdeelde hij zijn kaart in ongelijke rechthoeken en vierkanten die er voor de hedendaagse kijker uitzien als een soort coördinatenstelsel maar die de Griekse geograaf vooral dienden als hulplijnen voor het verkrijgen van de juiste verhoudingen. Ze waren een bevestiging van de algemene opvatting dat de aarde van west naar oost meer dan twee keer zo breed was als ‘hoog’ van noord naar zuid. a Eratosthenes zag de aarde zoals toen gebruikelijk was: als een bol in het centrum van het heelal, omringd door hemellichamen die een volledige omloop maakten gedurende vierentwintig uur. Naar zijn idee waren er twee verschillende manieren om de wereld daarin in te passen en af te beelden: als de planeet aarde zoals die in zijn geheel in de ruimte hing, en als de waarneembare wereld zoals die bestond voor wetenschappers, zeevaarders en ieder die zijn voordeel deed met de handel. Van de bewoonde wereld (iets wat de Romeinen later de ‘beschaafde wereld’ zouden noemen) werd gedacht dat die ongeveer een derde deel van het noordelijk halfrond in be27
Op de kaart def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 18-06-13 / 11:04 | Pag. 28
OP DE KAART
slag nam en daar geheel binnen lag. Het noordelijkste punt, in de vorm van het eiland Thule (dat het huidige Shetland of IJsland geweest kan zijn), was de verste buitenpost, verderop werd de wereld ondraaglijk koud; de zuidelijkste punt, die de verleidelijke naam Kaneelland kreeg (Ethiopië/Somalië), was zover als je kon gaan zonder dat je huid door de hitte zou verschroeien. Op de kaart van Eratosthenes zijn de oceanen onderling met elkaar verbonden, waarbij de Noordelijke Oceaan de bovenkant van Europa en Scythia bedekt en de Atlantische Oceaan tegen de kust van Libië, Arabië, het Perzische rijk en een rechthoekig India aanschurkt. Er zijn reusachtige inhammen, zoals de Kaspische Zee en de Perzische Golf, die beide, ten onrechte, in een oceaan uitkomen. Brettania, min of meer juist qua vorm maar zeer overdreven qua schaal, ligt hoog in het noordwesten, met de juiste proporties ten opzichte van zowel Ierland als Europa. Alle drie wekken de indruk losjes met elkaar verbonden te zijn, want slechts oppervlakkig van elkaar gescheiden door bevaarbare binnenwatertjes of heuvelruggen. En ze lijken wel met opzet knus tegen elkaar aan te liggen, alsof de enorme opdringende oceanen en uitgestrekte onbekende stukken wereld eendrachtig tegen hen samenspannen. Een Nieuwe Wereld is er natuurlijk niet, geen China, en maar een klein stukje Rusland. Niettemin was de kaart, gebaseerd op wetenschappelijke principes, een grote methodologische verbetering ten opzichte van zijn voorgangers. En hoewel Eratosthenes de continenten bewust verlengde met het oog op zijn eigen denkbeelden, legde hij de basis voor een nieuw doel: het samenstellen van een nauwkeurige en samenhangende wereldkaart. a
28