•A• AALST 1 NA A M & DATUM
Joozine Sdonckers, †1512 (fig. 605-607). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Grafzerk (H x Br: 59 x 47,50 cm) in blauw hardsteen van Ecaussinnes met koperen inlegwerk, in redelijke staat van bewaring. Stedelijk Museum Oud Hospitaal in Aalst, inv. nr. 912. INSCR IPTIE
Gegraveerd in gotische minuskels: Bidt voor de ziele / Joozine sdo(n)cke(r)s gheselne / van hei(n)dric va(n) yssche / deerste beg(ra)ve(n) i(n) dese /capelle. ghewijt bij vr(auwe) mergrite upscap vrau/we va(n) de(n) spittale / in dien tijt starf / de(n) Xvste(n) in / dece(m)bre (jaer) XV c XII HER A LDIEK
‘In …een tak met een druiventros geflankeerd met de letters J en D van...’. BE SCHR IJ V ING
Vloerzerk met randlijst in de vorm van een perkamentrol die op elke hoek is overgeplooid. Het grafschrift is op de randlijst aangebracht, alsook langs de binnenen de buitenrand. Ruitvormige koperen plaat met een wapenschild op het middenveld van de zerk. Joozine sDonckers moet de schoonzus geweest zijn van zuster Jacomine van Yssche, de latere priorin van het hospitaal. Ze verbleef waarschijnlijk in het ’Huis’, want ze stichtte bij testament een jaargetij tot lafenis van haar ziel en ze schonk jaarlijks op de dag van haar afsterven een stoop wijn aan de zusters en een vierendeel aan de zieken van het hospitaal. De zerk lag oorspronkelijk in de kapel lanckx den pandmuer tegen den ondersten autaertrap, maar bij de vernieuwing van de vloer in 1735 werd ze aan de ingang van de kapel geplaatst. BIBLIOGR AFIE: ROEGIERS, J. Het hospitaal van Onze-LieveVrouw te Aalst, dl. I, Aalst, 1902, p. 102–103. Dirk Martens 14731973 (tentoonstellingscatalogus), Aalst, Stedelijk Museum Oud Hospitaal (1 september –31 oktober 1973), p. 67. FOTO: Wrijfprent RVB. © KIKIRPA ref. Y010530.
AALST 2 NA A M & DATUM
Margareta Upscapt, †1539 (fig. 608-609). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
grafzerk (H x Br: 205 x 102 cm) in Doorniks kalksteen COR PUS
L A MI NAE
Fig. 605 - Joozine Sdonckers (†1512). Stedelijk Museum Oud Hospitaal in Aalst. Wrijfprent RVB.
met randlijst van koper in vier delen, waarvan drie nu verdwenen. De zerk is grotendeels afgeschilferd. Stedelijk Museum Oud Hospitaal in Aalst, inv. nr. 913. INSCR IPTIE
Gegraveerd in gotische minuskels, op de hoeken onderbroken door vierpassen met de evangelistensymbolen en op de helft van de lange zijden door vierpassen met een wapenschild: [hier light begrave(n) vrau / margriete upscapt fi(li)a melcior vrauwe ghecore(n)* i(n)t jaer XIIII c LXXXIIII/ en(de) overleet int jaer duust V c] / en(de) XXIX / V en va(n) april tusghen X en ende XI / Bidt over dese ziele en(de) alle ziele(n). Het gedeelte tussen vierkante haken is nu verdwenen. * ghecoren waarschijnlijk voor ’gekozen’ (tot abdis). HER A LDIEK
Het bewaarde ruitvormige schild links: ‘gevierendeeld I & IV, in... een klauwende leeuw ten halve lijve van..., II & III, doorsneden, A: in... een aan beide zijden gekanteelde dwarsbalk van.., B: van effen goud en met een hartschild over alles heen met een paaslam met omgewende kop, vergezeld van zespuntige ster in het rechter schildhoofd’ voor het oude O.-L.-Vrouwehospitaal van Aalst. Het nu verdwenen ruitvormig schild CATALOGUS
|
4 45
Fig. 606 - Grafzerk van Margareta Upscapt (†1539), anno 1995. Wrijfprent RVB.
Fig. 609 - Grafzerk van Margareta Upscapt (†1539), nog met de zijlijsten, foto anno 1902.
rechts ‘in goud een uitgeschulpte st-andrieskruis van (zilver?) vergezeld in het schildhoofd van een omgewende vogel (duif ?) in het schildhoofd’ voor ‘Upscapt’.
engel van de vierpas is duidelijk renaissancistisch. Het vervaardigingscentrum is onbekend, maar is misschien Gent. Op het Kadoc Leuven bleven grafietafdrukken van drie van de hoekvierpassen bewaard.
BE SCHR IJ V ING
Vloerzerk met beeltenis van een hospitaalzuster met wit marmeren inlegwerk voor hoofd en handen. Een foto van 1902 toont de zerk toen ze nog in een betere toestand verkeerde. Het bewaringslokaal werd ooit gebruikt door de kunstacademie, wat de verdwijning van een groot deel van het koper verklaart. Nu rest enkel de koperen lijst van de linkerzijde. Margareta Upscapt werd priorin in 1484; ze bereikte een hoge leeftijd tot zij, onbekwaam geworden, na 38 jaar bestuur als overste vervangen werd. Ze leefde nog zeven jaar en stierf in 1529. Haar wapen prijkt boven de ingangsdeur van de kapel die ze in 1504 liet vernieuwen. Het concept van de zerk is nog volledig gotisch, maar de 446 |
CATALOGUS
BIBLIOGR AFIE: DE POTTER, F., & J. BROECKAERT, Geschiedenis der stad Aalst, Gent, 1875, p. 96-97. Dirk Martens, 1973, p. 67. Roegiers, 1902, p. 105–106. FOTO: Wrijfprent RVB. © KIKIRPA ref. Y012094 & Foto Roegiers en foto RVB © Kadoc Leuven.
A LV E R I N G E M NA A M & DATUM
Dominicus Frans Van Der Heyde (†1824), Joanna Maelstaf, (†1798) en familie (610). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
bronzen gedenkplaat (H x Br: 158 x 118 cm) in een COR PUS
L A MI NAE
Fig. 610 - Bronzen gedenkplaat van Dominicus Frans Van Der Heyde (†1824), Joanna Maelstaf (†1798) en familie. Sint-Audomaruskerk in Alveringem. Foto © KIKIRPA M033422.
zerk van blauw hardsteen van Ecaussinnes, in goede staat van bewaring. Tegen de binnenmuur van de Sint-Audomaruskerk. INSCR IPTIE
Fig. 607 - Drie hoekvierpassen van de grafzerk van Margareta Upscapt (†1539), St-Lucas, St-Matheus en St-Marcus. Grafietafdrukken van eind 1800. Kadoc Leuven. Foto RVB (pos).
Fig. 608 - Wapenschild van het O.-L.-Vrouwehospitaal van Aalst en wapenschild Upscapt. COR PUS
L A MI NAE
Gegraveerd in gotische minuskels, op de hoeken onderbroken door medaillons met de evangelistensymbolen: Ik. weet. dat. mijn.verlosser. leeft. / en. dat. ik. ter. jongsten. dage./ uit. de. aerde. zal. verrijzen. Job XIX / dat. zij. rusten. in. vrede. Op de bronzen plaat: J(e)h(su)s / + Ter. zaligher.gedachtenis van / + Mijnheer.Dominicus. Frans.Van Der Heyde / gewezen. Bwo. (Brouwer?) kerk. en. Dischmeest(er). dezer gemeente alhier / geboren. en. overl(eden). den. xxi.april mdcccxxiv. oud. lxxxiv. ja/ren + van zijn echtgenoote Jufr(ouwe) Joanna Clara / Maelstaf.geboren. te. Pervijze. en. overl(eden) te Alverin/ghem. den. vii. Mei. mdccxcviii. oud. lxv. ja/ren. en. van. hunne. kinderen. alle. geboren. te. Alveringhem/ + Mr. Johan Frans. aldaer. overl(eden). den. xxix.Junii. mdcccxcv. oud. xxi/ jaren + Jufv(rouwe). Joanna Sher overl(eden) te. Poperinghe. den. xiii. April / mdcccxcv. oud. xxix. jaren. Echtgenoote. Van Mr Joan Danneel. Geb(oren). te. Poperinghe. en. aldaer. Overl(eden). den. xvi. Octob(er). mdcccxcv. oud. xxxv. jaren. + Jufv(rouwe). Marie / Philip. Religieuse. Overl(eden). te. Poperinghe. den. xviii CATALOGUS
|
4 47
sept(ember) mdcccx. oud. xliii. Jaren. + Jufv(rouwe). Isabella Rosa. Overl(eden). te. Poperinghe. den. iv. Oct(ober). Mdcccxliii. oud. lxxv. jaren. Echtgenoot/ van. Mr. Pieter Billiau. geboren. te. Poperinghe. en. aldaer. Overl(eden). den. xx. Nov(ember). mdcccxxxiii/ oud. lxxv. jaren + Jufv(rouwe) Barbara Jos. aldaer. Overl(eden). den. xxviii. Aug(us)t(us)/mdcccxxxvii. oud. lxviii. jaren. + Jufv(rouwe). Anna Clara. Overl(eden) den / xxvii. Feb(ruari). mdcccxxxvii. oud. lxv. jaren. + Mr.Pieter Karel Josephus. Overl(eden). te. Dixmude. aldaer. overleden. den. xii. Mei/mdccclxviii. oud. lxxxi. Jaren + Mr. Franciscus Jos. aldaer/overl(eden). den. xxv. Mei. Mdcccl. Oud. lxxv. jaren. Echtgenoot. Van. Jufv(rouwe). Barbara Rouserez. geboren. te. Alveringhem. en / daer. Overl(eden).den. xxi. Oct(ober). mdccclviii. oud lxxxii. jaren/ geef. hunne. zielen. Heer. Jesus. de. eeuwige. Rust’. BE SCHR IJ V ING
Neogotisch gedenkteken naar het model van een gotische grafzerk in laagreliëf met in het midden een gerekte ruitvormige uitsnijding met een lob op elke zijde en ingelegde bronzen plaat. Dominicus Franciscus Vanderheyde (Alveringem 15-4-1740 - Alveringem 21-4-1824) was de zoon van Joannes NorbertusVanderheyde (1710-1752) en Isabella-Rosa Fronsaert (1696-1761). Hij was landbouwer in Alveringem en huwde op 12-5-1763 in Eggewaartskapelle met Joanne Clara Cecilia Maelstaf (Sint-Catharinakapelle 26-1-1733 - Alveringem 8-5-1798).1327 Hij was de vader van Franciscus Josephus Vanderheyde (Alveringem 1776-Alveringem 1850, brouwer) die huwde met Barbara Rouserez, de enige dochter van Petrus Rolandus Rouserez (1738-1822) en Aldegonda Clara Woutters (1735-1783). Petrus Rouserez was brouwer in De Snoek in Fortem (Alveringem) en na zijn huwelijk werd ook Franciscus er brouwer. De brouwerij De Snoek bleef gedurende een eeuw in handen van die familie: na Franciscus zijn zoon Pierre (1809-1869), daarna zijn kleinzoon René (1845-1899) en daarna zijn kleinzoon Camiel (1879-1957).1328 Deze laatste verkocht de brouwerij in 1922 (nadat hij tevergeefs geprobeerd had burgemeester van Alveringem te worden) aan Omer Dierickx, die De Snoek verder exploiteerde tot het einde van de brouwerij. Dominicus Franciscus Vanderheyde en zijn kinderen waren blijkbaar in connectie met de betere kringen op lokaal niveau en speelden er een zekere rol in het politieke en het professionele vlak. Als rijke notabelen zullen zijn kinderen en kleinkinderen hun stamvader, lid van het kerkbestuur en dismeester, waarschijnlijk hebben willen eren met een voor een buitengemeente zeer luxueus gedenkteken. De plaat dateert waarschijnlijk van na 1895. BIBLIOGR AFIE: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, provincie West-Vlaanderen, kanton Veurne, Brussel, 1975, p. 15. FOTO: KIKIRPA nr. M33422.
448 |
CATALOGUS
A NT W ER PEN 1 NA A M & DATUM
Philippe de Mézières, †1405 (fig. 611, zie ook fig. 46 & 47). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Gedenkplaat bestaand uit drie rechthoekige gegraveerde platen met een ijzeren omlijsting. (H 85 cm in totaal – H 30,2 + 37,5 + 17,3 cm; Br 37 cm). De platen zijn zeer dun (1 à 1,5 mm), zeer fijn van gravering, verguld en met groeven deels voorzien van niello. Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen, inventaris nr. 461. INSCR IPTIE
Gegraveerd in gotische letters; plaat met O.-L.-Vrouw met kind: maria en spes mea miserere mei of ‘mijn hoop, heb medelijden met mij’; op de plaat met Christus aan het kruis jh(es)us c(h)r(ist)us en i(hesus) n(azareni) r(ex) i(udeorum) of ‘Jezus van Nazaret koning der joden’ en vere filius dei era iste of ‘Die is waarlijk de zoon van God’. Op de tekstplaat: O beati patres: electi celestini / divini sacerdotes: dei altissimi: / meme(n)tote obsec(r) o mei: zelatoris vestri /ph(ilipp)i q(uon)dam: cancellarii cipri vocati of: ‘O gelukzalige uitverkoren vaders celestijnen, heilige priesters van de allerhoogste God, gedenk mij, ik smeek u, uw ijverige Philippus, eens bekend als kanselier van Cyprus’. HER A LDIEK
‘Van sinopel een dwarsbalk van hermelijn’. BE SCHR IJ V ING
De platen vertonen drie verschillende composities. De bovenste plaat stelt O.-L.-Vrouw voor naar het model van de ‘Sedes sapientiae’ (Troon der Wijsheid) met het kind Jezus op haar schoot. Ze houdt een lelie in de hand als symbool van haar maagdelijke zuiverheid. Met de voeten vertrapt zij twee draken, als symbool van de overwinning op het kwaad. Het kind Jezus maakt een zegenend gebaar met de ene hand terwijl hij in de andere hand een bolvormig voorwerp vasthoudt. Misschien is het de wereldbol, maar de grootte wijst eerder op een vrucht, een appel, een verwijzing naar Christus als de ‘nieuwe Adam’ die de zonde overwon. Chistus draagt een kroon als heerser over hemel en aarde. Als koningin van de hemel draagt Maria eveneens een kroon. Twee wierookvatzwaaiende engelen brengen hulde aan beide hemelse figuren. De geknielde Philippe de Mézières is gehuld in een kovel met kap en richt zich smekend tot O.-L.-Vrouw. Zijn verzoek is vervat op een banderol die hij in de handen houdt. Boven hem prijkt zijn wapenschild gevat in een vierlob. Rechts is zijn patroonheilige de H. Philippus met als attributen een kelk met slangen in de ene hand en een palmtak als symbool van zijn martelaarschap in de andere hand. Het tafereel speelt zich af in een gotisch kerkelijke architecturale omgeving. Het memorietafereel vertolkt het gebruikelijke bemiddelingsmotief. De COR PUS
L A MI NAE
dode vraagt aan O.-L.-Vrouw om te bemiddelen voor de redding van zijn ziel. De patroonheilige staat zijn beschermeling bij. Het feit dat Christus een zegenend gebaar maakt alludeert dat het verzoek ingewilligd wordt. Het tweede tafereel stelt de kruisiging voor. Een gekroonde Christus hangt aan een triomfkruis, dat rijkelijk versierd is met edelstenen. Hij is omgeven door de goede en de slechte moordenaar. Een engel trekt de ziel van de goede moordenaar, voorgesteld in de vorm van een kleine mensenfiguur, naar de hemel terwijl de duivel zich de ziel van de slechte moordenaar toeëigent. Beneden links valt O.-L.-Vrouw, het hart doorboord met een zwaard, in zwijm terwijl de heilige vrouwen haar ondersteunen. Twee van de heilige vrouwen drukken daarbij hun wanhoop uit. Maria Magdalena knielt neer aan de voet van het kruis en kijkt vertwijfeld op. Soldaten houden de wacht. Longinus houdt de lans vast die de zijde van Christus heeft doorboord, een andere richt de rietstok met de spons op. De personen van het middengroepje, waaronder waarschijnlijk Jozef van Arimathea, zijn in gesprek gewikkeld. De honderdman houdt een banderol met de woorden uitgesproken bij de dood van Christus: Dit is werkelijk de zoon van God. Op de voorgrond is een treurende Johannes geknield afgebeeld. De schedel en het gebeente aan de voet van het kruis zijn een allusie op het gebeente van Adam. Treurende engelen houden een zon- en maanattribuut, een verwijzing naar het bijbelverhaal waarbij de hele natuur bij Christus´ dood treurde. De verschillende gebeurtenissen uit het kruisdoodverhaal werden alzo in een tafereel samengevat. Dit kruisigingstafereel is een verwijzing naar het verlossingsmotief en is complementair aan het bemiddelingsmotief. Door zijn kruisdood heeft Christus de redding van de mensheid mogelijk gemaakt. De pelikaan die zich opoffert en haar borst doorboort om haar jongen te voeden wordt hierbij boven het kruis afgebeeld en verwijst naar Christus die zich slachtofferde voor de mensheid. Ook de kelk aan de voet van het kruis alludeert op het offer van Christus. De derde plaat is het eigenlijke gedenkschrift, waarbij de letters gevuld zijn met zwarte niello. Philippe de Mézières werd in 1327 geboren in een arme adellijke familie uit Picardië. Na een loopbaan als krijgsman in Milaan en Napels nam hij in 1347 deel aan de laatste kruistocht. Bij zijn terugkeer belande hij op Cyprus waar hij het tot kanselier bracht van Pierre I de Lusignan, koning van Cyprus. Na diens dood keerde hij terug naar Frankrijk en verbleef aanvankelijk in Avignon. Hij trad dan in dienst van Karel V, koning van Frankrijk en werd zijn belangrijkste raadgever. Daardoor werd hij de leermeester van de jonge kroonprins, de latere Karel VI. Bij de dood van de koning trok hij zich terug in het COR PUS
L A MI NAE
klooster van de cellenbroeders (Fr. ‘célestins’) in Parijs, waar hij als leek verbleef en waar hij zich wijdde aan de studie van de heilige schrift en de letterkunde. Van zijn hand bleven enkele religieuze traktaten bewaard. In zijn Epître lamentable sur la déconfiture du roi de Hongrie par les Turcs devant Nicopolis schetst de auteur een tafereel van de deugden die men moet beoefenen en de ondeugden die men moet mijden om aan de straf des hemels te ontsnappen. De nederlaag bij Nicopolis was een van die straffen. Volgens hem was het enige redmiddel het oprichten van een leger dat tezelfdertijd een ridderorde zou zijn, de orde van het Lijden van Christus. Filips de Stoute, die sterk onder de indruk kwam van dat pleidooi, verkoos zelf een ridderorde te stichten, maar het bleef door zijn dood slechts bij een begin van uitvoering. Filips de Goede bouwde dan, op een andere basis, die gedachte uit met de orde van het Gulden Vlies. In een ander traktaat, Livre de la vertu du sacrement du mariage et récomfort des dames mariées, wijdt De Mézières opnieuw uitvoerig uit over de thema’s van deugd en ondeugd, zo ook in zijn andere werken zoals in zijn Songe du vieil pelerin. In zijn Livre de la vertu... worden heel wat gedachten aangetroffen die overeenstemmen met de symboliek van zijn gedenkteken. Zo richt hij zich speciaal tot de H. Maagd, voor wie hij een bijzondere verering had, bij de nadering van la terrible heure de sa mort (...) O tres sainte Estoille de mer reluisant, portant la lumière de vie, doulce Vierge Marie, je vous recommande singulièrement mon petit estat, ma fragilité (...) Philippe de Mézières stierf op 29 mei 1405 en werd begraven in de kapel van O.-L.-Vrouw die hij had laten bouwen voor zijn intrede in het klooster van de cellenbroeders in 1380. De gedenkplaat bevond zich waarschijnlijk tegen de wand van de kapel bij zijn graf. Met zijn gedenkschrift wenste Philippe de Mézières niet enkel zijn gedachte levendig te houden, maar nog meer de gebeden van zijn medebroeders cellenbroeders af te smeken voor de redding van zijn ziel. Het klooster van de celestijnen werd in 1874 afgebroken om plaats te maken voor de bouw van een nieuw politiecommissariaat. De Mézièresplaat wijkt nogal af van de nu nog bewaarde gegraveerde koperen gedenkplaten. De geringe dikte van de platen en de ondiepe fijne gravering laat vermoeden dat ze het werk is van een edelsmid. De vergulding bleef grotendeels bewaard. De platen stemmen naar stijl overeen met het werk van het Parijse milieu van het laatste kwart van de 14e eeuw (eerder dan van na 1405) en werden daar ongetwijfeld vervaardigd. Men treft er o.a. veel gelijkenissen aan met de Parijse gesneden ivoren diptiekjes en zelfs met het beroemde ‘Parement de Narbonne’ (vooral de calvariescène). Het pronkkruis oogt echter qua uitzicht vrij archaïsch voor die tijd. De platen werden waarschijnlijk door Philippe de Mézières tijdens zijn leven besteld. CATALOGUS
|
4 49
du Gothique, le siècle de Charles V (tentoon.cat.), Parijs, 1981, nr. 94, met afb. NIEUWDORP, H., m.m.v. KOCKELBERGH, I., Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen (Musea Nostra), Brussel, 1992, p. 114. GOLENISTCHEFF-KOUTOUROFF, E., Etude sur “ le livre de la vertu du sacrement de mariage et réconfort des dames mariées” de Philippe de Mézières, Belgrade, 1937. LEMAIRE, CL., & HENRY, M., Isabella van Portugal, Hertoging van Bourgondië, 1397 – 1471 (tentoon.cat.), Brussel, 1991, p. 113. DENNISON, L., ‘A unique Monument: the Brass of Philippe de Mézières’ in Tributes to Nigel Morgan. Contexts of Medieval Art: Images, Objects & Ideas, Londen, 2010, p. 197-210. FOTO: Wrijfprent RVB. © KIKIRPA ref. Y010486. Wij danken hoofdconservator H. Nieuwdorp voor de uitzonderlijke toelating die hij verleende tot het maken van een wrijfprent.
A NT W ER PEN 2
Fig. 612 - Tekening van het wapen van Bartholomeus Tucher (†1542) gegraveerd op koper op zijn grafzerk en die van zijn echtgenote Herberta Dens (†1557) tot voor kort in de kathedraal van Anwerpen.
Hij zal ongetwijfeld duidelijke richtlijnen hebben gegeven voor de iconografie van zijn gedenkteken. Nagenoeg alle koperen memorieplaten in Frankrijk verdwenen tijdens de Franse Revolutie; een aantal is ons bekend via de beroemde verzameling tekeningen uit de verzameling-Gaignières. De gedenkplaat is dus van uitermate groot belang voor de tekenkunst en vroege schilderkunst in Parijs. Ze bevond zich ooit in de verzameling-Micheli in Parijs en werd voordien te koop aangeboden op de veiling-Ledru, 1833, onder nr. 277, 21. De verzameling-Micheli werd in 1898 in haar geheel aangekocht door ridder Fritz Mayer van den Bergh, een kunstminnaar uit Antwerpen, voor de som van 144.000 F, toen een aardig bedrag. Het pronkstuk – met de verzameling – werd door hem gelegateerd aan de stad Antwerpen voor het museum dat zijn naam draagt. BIBLIOGR AFIE: BEURRIER, Loys (père célestin), Histoire
du monastère et couvent des Pères Célestins de Paris, contenant ses antiquités et privilèges, ensemble les tombeaux et épitaphes des rois, des ducs d´Orléans et autres illustres personnes etc., Parijs, 1634. LENOIR, A., Statistique Monumentale de Paris, Parijs, 1867, vol. II, p. 181 met afb. RAUNIÉ, E., Epitaphier du Vieux Paris, recueil général des inscriptions funéraires des églises, couvents, collèges, hospices, cimetières et charniers, depuis le Moyen Age jusqu´ à la fin du XVIIIe siècle, dl. 2, Parijs, 1896, p. 426. JORGA, N., Philippe de Mézières 1327- 1405 et la croisade au XIVe siècle, Paris, 1896. DE COO, J., Catalogus Mayer van den Bergh, Antwerpen, 1933, nr. 466. DE COO, J., ‘L´ancienne collection Micheli au musée Mayer Van den Bergh’ in Gazette des Beaux Arts, december 1965, p. 359. PEARSON, R. H., ‘A medieval monumental brass at Antwerp’, in Transactions of the Monumental Brass Society, part V, nr. LIX (1938), p. 216–217. CAMERON, H. K., A list of monumental brasses on the continent of Europe, Londen, 1970, p. 3. Les fastes 450 |
CATALOGUS
In het werk De Onze- Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen1329 wordt gewaagd van een fragment van de grafzerk van Bartholomeus Tucher (†26 oktober 1542) en zijn echtgenote Herberta Dens (†29 maart 1557), die deels belegd was met koper (69,6 x 125 cm, inv. nr. JVDN B. 43). De koperplaat is links en rechts versierd met een 3 cm brede boord met ingekerfde versiering. Boven- en onderaan ontbreekt blijkbaar een deel. De grafzerk lag oorspronkelijk in de noordelijke kruisbeuk en werd bij de restauratie van de kathedraal opgeslagen in een zijruimte. Bij recente opzoekingen blijkt deze zerk nu verdwenen. Op het secretariaat werden wel de inventarisgegevens teruggevonden, maar werd gemeld dat de beschadigde zerk waarschijnlijk werd afgevoerd en dat men niet weet wat met de koperen plaat gebeurd is. De grafzerk is opgenomen in Verzameling van de Graf- en Gedenkschriften van de kathedraal van Antwerpen1330 van 1856 met de vermelding ‘zerksteen-koperen wapens’ waarbij ook een tekening van het wapenschild is weergegeven (fig. 612). Het verlies van deze zerk met koper is onaanvaardbaar.
A NT W ER PEN 3 NA A M & DATUM
Maria Donata Gabriel van Nassau, †1660 (fig. 613-614). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Roodkoperen gedenkplaat (H x Br: 60,5 x 60,5 cm). Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen, inventaris nr. 314. INSCR IPTIE
Gegraveerd in romeinse kapitalen: DEO OM/MARIA DONATA GABRIEL ILL(USTRISSI)MORVM / PRINCIPVM. FRANCISCI IOANNIS DESIDERATI /A NASSAV. ET IOANNAE CLAUDIAE / COMITISSAE A KINIGSEG FILIA/ SEMESTRIS EDITA. AC. POSTRIDIE / FOELTCI MORTE. AETERNAE VITAE / REDDITA EST. IX. AVG. MDCLX. / CORPVSCVLVM HIC QVIESCIT. TVFI COR PUS
L A MI NAE
Fig. 613 - Gedenkplaat van Maria Donata Gabriel van Nassau (†1660).
Fig. 614 - Wapenschild van Maria Donata Gabriel van Nassau (†1660).
/ DELIBVS DEFVNCTIS AETERNAM / REQVIEM A PRECARE 1331 of: ‘Aan de allerhoogste en allergrootste God. Maria Donata Gabriel, dochter van de verheven prinsen François Jean-Désiré van Nassau en Jeanne-Claude, gravin van Konigsegg, na zes maanden is zij ter wereld gebracht en daags na de geboorte door de dood aan het eeuwige leven teruggeschonken op 9 augustus 1660. Haar lichaampje rust hier. Gij, bidt om eeuwige rust voor de overleden gelovigen’.
was de zoon van Jean van Nassau-Siegen en Ernestine de Ligne. Hij studeerde in Brussel bij de jezuïeten en verloor vrij jong zijn vader. In Wenen maakte hij kennis met Jeanne-Claude, gravin van Konigsegg en Rothenfels. Hij huwde met haar op 13 november 1651 en deed zijn plechtige intrede in Siegen in 1652. Van de Duitse keizer verkreeg hij de titel van prins van het Heilige Roomse Rijk; de titel was overdraagbaar op de oudste zoon. Jeanne van Konigsegg, bij wie hij zes dochters won, stierf op 28 november 1663 en werd begraven in Brussel naast het graf van Nassaus vader en moeder. François huwde opnieuw in 1665 met MarieEléonore van Baden-Baden met wie hij drie kinderen won. Na haar dood in 1668 huwde hij voor de derde maal met Isabelle-Claire-Eugénie du Puget, gravin de la Serre. In 1680 tekende François zijn professie van ‘derdeordeling’ bij de miniemen in Brussel (zijn vrouw deed hetzelfde in 1684). Hij stierf in Roermond op 17 december 1698 en werd begraven in een grafkelder die hij had aangemaakt bij de miniemen in Leuven. François–Jean-Désiré van Nassau-Siegen had achtien kinderen uit zijn drie huwelijken, zes uit zijn eerste, drie uit zijn tweede en negen uit zijn derde huwelijk. Maria-Donata was de zesde dochter uit zijn eerste huwelijk. Zij was geboren in Rijsel en daar gedoopt op 8 augustus 1660; zij stierf er reeds de volgende dag en werd er begraven in de kerk Saint-Martin. De gedenkplaat is dus waarschijnlijk uit die kerk afkomstig en werd misschien ook in die stad vervaardigd. Bij de gravering van de plaat werd een fout begaan bij de aanhef en werd eerst ‘DET’ gegraveerd, wat daarna verbeterd werd tot DEO. Aankoop van 6 juni 1900 door Fritz Mayer van den Bergh (1858-1901).
HER A LDIEK
Twee tegen elkaar geschoven schilden. Rechts: ‘gevierendeeld, 1: in azuur bezaaid met blokjes met een leeuw van hetzelfde geklauwd en getongd van keel over alles heen (Nassau), 2: in goud een klimmende en aanziende leeuw van keel geklauwd, getongd en gekroond van azuur (Katzenelenbogen); 3: in keel een dwarsbalk van zilver (Vianden), 4: in keel twee gaande en aanziende leeuwen geklauwd en getongd van azuur boven elkaar geplaatst (Dietz)’. Links: ‘links geschuinbalkte ruiten van goud en van keel’ voor ‘Königsegg’.1332 De schilden zijn bedekt met een prinsenkroon. BE SCHR IJ V ING
Ruitvormige gedenkplaat met boven een gekroond mannelijk wapenschild omgeven door een lauwerkrans en beneden een gekroond ruitvormig vrouwelijk wapenschild. Het grafschrift is op de korte zijden omgeven door een gevleugelde engelkop. Maria Donata Gabriel is een dochter van Franz van Nassau-Siegen (1627-1699) en van Johanna Claudia van Königsegg-Aulendorf (1632-1663) (zie verder). Het prinsdom Siegen in Duitsland was een deel van het bezit van de familie van Nassau dat te beurt viel aan de Belgische tak van die familie. François-JeanDésiré van Nassau–Siegen, geboren op 28 juli 1627, COR PUS
L A MI NAE
CATALOGUS
|
451
Fig. 615 - Gedenkplaat van Petrus Josephus de Caters (†1861) en Joanna Antonia Ergo (†1857), Sint-Joriskerk in Antwerpen.
BIBLIOGR AFIE: DE COO, J., ‘L´ancienne collection Micheli au musée Mayer Van den Bergh’ in Gazette des Beaux Arts, december 1965, p. 359. DE CLERCQ, CH., ‘Nassau-Siegen’ in Biographie Nationale, dl. 31, p. 580–602 met verdere bibliografie. FOTO: Wrijfprent RVB. © KIKIRPA ref. Y009900. Met dank aan hoofdconservator H. Nieuwdorp voor de toelating voor het maken van de wrijfprent.
A NT W ER PEN 4 NA A M & DATUM
Petrus Josephus de Caters (†1861) en Joanna Antonia Ergo (†1857) (fig. 615-616). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Koperen gedenkplaat (H x Br: 113,5 x 198,2 cm). In de Sint-Joriskerk in Antwerpen. INSCR IPTIE
Gegraveerd in gotische letters, op de hoeken onderbroken door de evangelistensymbolen gevat in vierpassen. Op de banderol van de man: Zijne. gedachtenis. zal. niet. vergaan. en / zijn. naam. zal. gegeerd. worden. eccl. 39.v.13. en op die van de vrouw: Zij. heeft. hare. hand. den. hulploozen. geopend. en. hare. palmen. den. behoeftigen. uitgesteken. sp. 31.v.20. Het grafschrift luidt: + Ter. zaliger. nagedachtenisse. van. / Baron. Petrus. Josephus. de. Caters en Joanna. Antonia. Ergo. zyne. echtgenote. /. door. hunne. kinderen. opgericht. / Hy. stierf. ten. jaer. MDCCCLXI. Zy. stierf. ten. jaer. MDCCCLVII’. Op een kleine rechthoekige koperen plaat (niet afgebeeld) daaronder: + Zegt aan de kinderen dat zij God altijd voor oogen houden. Vrouwe de Caters laatste 452 |
CATALOGUS
woorden. Onderaan rechts: Lamb. Van Rijswijck fecit vil. 1872. HER A LDIEK
‘In azuur drie opgeschrikte katten van goud, waarvan de twee in het schildhoofd naar elkaar toegewend’.1333 Als schildbedekking is een getraliede helm met dekkleed en wrong van azuur en goud en een opgeschrikte kater rijzend uit een kroon als helmteken. BE SCHR IJ V ING
Gekroonde O.-L.-Vrouw, zittend op een troon, met het Jezuskind op haar schoot. Hij maakt met de rechterhand een zegenend gebaar. De geknielde Petrus de Caters is gehuld in een lange toga. Zijn haar is modisch uitgewerkt met een kuif. Hij wordt bijgestaan door de heilige Jozef, die een paar duiven in de ene hand vasthoudt en een lelie in de andere hand. Naast hem is de heilige Petrus met twee sleutels in de rechterhand en een boek in de andere hand. Joanna Ergo is vergezeld van de heilige Johanna van Valois met een (koninginnen)kroon in de hand en de heilige Antonius van Padua met een lelie in de hand. Aan elke zijde is tevens een spreekbanderol. De achtergrond bestaat uit rijkelijk versierd wandtapijt. De buitenrand is versierd met ranken. De benedenrand is onderbroken door een wapenschild dat bekroond is met een helm. Petrus Josephus de Caters, geboren in Antwerpen op 16 juni 1769, was de zoon van Jean-Pierre-Ernest de Caters en Jeanne-Marie d´Henssennes. Hij huwde op 24 juni 1810 Joanna-Antonia Ergo, geboren in Antwerpen op 28 maart 1772, weduwe van Charles-Jean Michel de COR PUS
L A MI NAE
VAN DEN WITTEN VALK/ VAN SAKSEN-WEIMAR RIDDER DER ORDE VAN DEN ROODEN AREND VAN PRUISSEN/ VAN DEN ZAHRINGEN LEEUW VAN BADEN DER EIKENKROON VAN NEDERLAND/ EN VAN DEN H. GREGORIUS DEN GROOTE / LID VAN HET INSTITUUT VAN FRANKRIJK EERELID DER KONINKLIJKE ACADEMIEN / VAN SAKSEN BEIEREN EN AMSTERDAM / MET ZIJN BOEZEMVRIEND GODFRIED GUFFENS VERVAARDIGDE HIJ DE / MUURSCHILDERINGEN DEZER KERK / R(EQUIESCAT ) I(N) P(ACE) en in een tweede cartouche daaronder ‘DOOR ZIJNE VRIENDEN OPGERICHT’. Onder de voeten van de engelen ‘POEZIE’ en ‘KUNST’. Fig. 616 - Petrus Josephus de Caters (†1861) en Joanna Antonia Ergo (†1857).
Wolf en dochter van Michel Ergo en Henriette-Pétronille van Goel. Ze wonnen twee zonen. Petrus de Caters verkreeg op 26 september 1857 erkenning van zijn adelstitel en concessie van de titel van baron overdraagbaar op de oudste zoon. Hij stierf op 18 februari 1861. Zijn echtgenote stierf op 17 juni 1857. De neogotische gedenplaat is zeker niet zonder verdiensten, hoewel ze de charme van de 15e-eeuwse gedenkplaten benadert, weet ze die evenwel niet te evenaren. De gravering is vrij ondiep en staat dicht bij de gravering met een burijn, eerder dan de middeleeuwse gravering met beitel en hamer zoals gebruikelijk bij de steenhouwers. De verwezenlijking van een wrijfprent was dan ook bijzonder moeilijk. De plaat werd ontworpen door Lodewijk Hendricx en gegraveerd door Lambert van Rijswijck beiden uit Antwerpen.1334 BIBLIOGR AFIE: WEALE, W. H. J. Notes on Foreign Incised Brasses and Slabs, s.l., s.d. (getypt), p. 1. DE TROOSTEMBERG, M. (ed.), ‘Caters’, in Annuaire de la noblesse de Belgique, 1854, p. 73–77. IDEM, La noblesse Belge, Annuaire de 1910, p. 257-259. FOTO: Wrijfprent, RVB, 1982. © KIKIRPA ref. Y011838.
A NT W ER PEN 5 NA A M & DATUM
Jan Swerts, †1879 (fig. 617-618). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Gedenkplaat (H x Br: 190 x 113 cm). Sint-Joriskerk. INSCR IPTIE
Gegraveerd in Romeinse kapitalen. Boven het portret van de dode de Griekse letters alfa en omega; in een cartouche: TER NAGEDACHTENIS /VAN JAN SWERTS KUNSTSCHILDER/ GEBOREN TE ANTWERPEN IN 1820 OVERLEDEN TE MARIA-BADEN BOHEMEN IN 1879/ BESTUURDER DER ACADEMIE VAN PRAAG / OFFICIER DER LEOPOLDSORDE RIDDER VAN DE 1e KLAS DER ORDE COR PUS
L A MI NAE
BE SCHR IJ V ING
Gedenkplaat met busteportret van Jan Swerts in zijaanzicht gevat in een lauwerkrans en met twee gekruiste palmtakken, linten etc. Gedenkschrift gevat in een cartouche met aan weerszijden een treurende engel. De engel links heeft een pen in de hand als symbool van de poëzie en die rechts een schildersborstel en een pallet als symbool voor de schilderkunst (zie opschriften). Jan Swerts (1820-1879) werd in Antwerpen geboren op 25 december 1820 en was een leerling van Nicaise De Keyser, de vierde directeur van de Antwerpse academie. Hij leerde er Godfried Guffens (1823-1901) 1335 kennen, een student van ongeveer dezelfde leeftijd. Ze werden vrienden voor het leven en verbonden hun werkzaamheden gedurende hun kunstloopbaan. De naam Guffens is dus onafscheidbaar verbonden met die van Swerts. Gepassioneerd door de renaissancemeesters trokken ze in 1848 samen naar het Louvre in Parijs. Een bezoek aan Notre-Dame de Lorette bracht een ommekeer in hun leven. Victor Orsel openbaarde hun de Duitse school van Overbeck, bekend onder de naam ‘Nazareners’. De Nazareners waren een groep Duitse en Oostenrijkse schilders die in het begin van de 19e eeuw in Rome werkten en er zich identificeerden met de Italiaanse christelijke kunst van de middeleeuwen en de vroege renaissance.1336 Tijdens een reis in Duitsland bewonderden zij de fresco’s van die school en hun ontmoeting met Frederik Overbeck in Italië heeft hen blijvend beïnvloed. In België werden zij de belangrijkste vertegenwoordigers van die school. Het werk van Swerts bestaat uit historische en religieuze onderwerpen, ten dienste van de ‘nationale opvoeding’, met als doel de mensen van zijn tijd en van later de liefde voor het eigen, grootse verleden levendig te houden en te stimuleren.1337 In de O.-L.-Vrouwekerk in St.-Niklaas-Waas schilderden zij 83 panelen voor de wanddecoratie. Met Guffens verzorgde hij een aantal decoratieve panelen van de beurs in Antwerpen, maar een hevige brand vernielde die de dag voor de inhuldiging. In de Sint-Joriskerk in CATALOGUS
|
453
in de Zakstraat. Hij werd begraven in de St.-Donaaskerk in Brugge onder het verheven grafmonument met witmarmeren liggend beeld dat hij tijdens zijn leven had aangemaakt. Zijn grafmonument, nu in de St.-Salvatorskerk in Brugge, is een repliek van dat van zijn broer Ferry dat hij had laten vervaardigen in Besançon.
Fig. 725 - Koperen inlegwerk van de zerk van Deonyse Lucas, †1558. St.-Salvators.
liaan en Filips de Schone. Hij behield die functie bij de oprichting van de Grote Raad van Mechelen. Hij was meester van de rekwesten in 1503 en particulier secretaris van keizer Karel, die hij in 1517 vergezelde naar Spanje. Hij was lid en voorzitter van de Private Raad van de Nederlanden in 1518, permanent kanselier van Vlaanderen in 1526, voorzitter van de Raad van Financiën in 1531 tijdens de Staten-Generaal samengeroepen in zijn paleis te Brussel. Naast die schitterende politieke loopbaan was zijn kerkelijke loopbaan ook niet min. Hij was proost in Saint-Piat, het bekende bedevaartsoord in Seclin en hij was tevens kanunnik van de Sint-Pieterskerk in Anderlecht. Op 24-jarige leeftijd werd hij reeds deken van het kapittel van de metropolitaanse kerk van Besançon en in 1524 werd hij proost van St-Donaas in Brugge, aartsbisschop van Palermo en primaat van Sicilië. Na de dood van zijn broer Ferry volgde hij hem op als proost van St-Walburga in Veurne en als commanditair abt van Montbenoît in Bourgondië (1528). Hij liet een prachtig mausoleum oprichten voor zijn ouders in de collegiale kerk van Dôle. In 1543 liet hij een grafmonument in wit marmer met liggende beelden oprichten voor zijn broer Ferry in de Carondelet kapel in de kathedraal Saint-Etienne in Besançon (de beelden langs de zijwanden, toegeschreven aan Jean Monet, zijn bewaard in het museum van Besançon).1582 Jean de Carondelet was een vriend van Erasmus, die hem beschouwde als zijn verdediger tegen de franciscanen. Als kunstminnaar liet hij zich portretteren door de leidinggevende kunstenaars uit zijn tijd (Jan Gossaert (fig. 724), Bernard van Orley en Quinten Metsijs). Hij hield van verluchte handschriften en bezat een aanzienlijke bibliotheek. Hij staat ook afgebeeld op een miniatuur van Benson (bewaard in de Biblioteca Nazionale Marciana te Venetië), al tafelend en omgeven door een hofhouding. Hij schonk in 1521 een glasraam aan de kerk van Scheut met Christus overgeleverd aan de hogepriester Annas. In 1530 liet hij twee stellen misornamenten uit karmozijnen fluweel met goudbestikte bloemen van Vlaanderen naar Besançon sturen. Jean stierf in Mechelen op 7 februari 1544 in zijn huis COR PUS
L A MI NAE
BIBLIOGR AFIE: Vermeersch, 1976, dl. 3, nr. 543, p. 603-613 & pl. 300-305, met uitgebr. biblio. Parmentier, 1948, p. XX-XXVI, doc. 29-31 & 36. KERCKHOFFS, A.J.M. – DE HEY, De Grote Raad en zijn functionarissen 1477 – 1531, Biografie van Raadsheren, Amsterdam, 1980, p. 41-42. COENEN, D., ‘Carondelet Jean II’, in Nouvelle Biographie Nationale, t. 2, Bruxelles, 1990, p. 79-83. Cools, 2001, p. 185. DE MERODE, (prince) A., ‘Solre–sur-Sambre et ses seigneurs - les Jauche, Barbançon, Mortagne, du XIIe au XVe siècle’, in Le Parchemin, jrg.67 (2002), nr. 338, p. 81-129. DUPONT, A, J. PYCKE & D. VANWIJNSBERGHE, ‘Le missel Carondelet des Archives et bibliothèque de la Cathédrale de Tournai (B.C.T., manuscrit A 14 A)’, in Archives et manuscrits précieux tournaisiens, 1, Tournai, Louvain-la-Neuve, 2007 (Tournai. Art et histoire. Instruments de travail, 6), p. 7-48. FOTO: © KIKIRPA ref. B128602.
BRUG GE 41 NA A M & DATUM
Deonyse (Dyonise) Lucas (†1558) (fig. 725). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Vloerzerk (verdwenen) met koperen inlegwerk (H. x Br: 35,5 x 52 cm) deels in lijngravering, deels in spaartechniek. In de schatkamer van de St.-Salvatorskerk. INSCR IPTIE
Gegraveerd in gotische letters: Hier licht begraven Joncvrauwe / deonyse lucas filia Jans de / husvrauwe van dher Olivier / sproncholf die overleedt den / xiiii en dach va(n) sporkele a(nn)o xvc lvij’. HER A LDIEK
Links, ‘in (azuur) twee gekruiste kolven (van goud met zilveren handvaten) en vergezeld van een hermelijnstaart in het schildhoofd, met een hartschild (van goud) beladen met afgerukte everzwijnkop (van sabel) met slagtanden (van zilver)’ voor ‘Sproncholf’; rechts ‘gedeeld schild, I, ‘Sproncholf” zoals hiervoor; II, ‘in (zilver) een schuinbalk (van keel) vergezeld van drie radsporen (van sabel), twee in het schildhoofd en een aan de punt’ voor ‘Lucas’. BE SCHR IJ V ING
Rolwerkcartouche met wapenschilden en vruchtenslingers als omlijsting van het grafschrift. De grafzerk van Jan Lucas (†1544) en van Cornelia Boon (†1550), de ouders van Dyonise Lucas, was van witsteen met ingelegde koperen lijsten met hun grafschrift en ging verloren. Enkel de grafschriftplaat van koper van Dyonise die vermoedelijk later (na 1558) in die zerk werd toegevoegd, bleef bewaard. BIBLIOGR AFIE: Vermeersch, 1976, dl. 3, p. 621, nr. 555 & pl. 156, met verwijzing naar geschreven historische bronnen en verdere bibliografie. Cameron, 1970, p. 13. FOTO: Wrijfprent RVB. © KIKIRPA ref. Y010572. CATALOGUS
|
533
lijngravering met kleurmastiek in de holtes. In de kapel van O.-L.-Vrouw van Zeven Weeën in de St.-Jakobskerk in Brugge. Nu in een houten raam met scharnieren om beide zijden te laten bekijken. INSCR IPTIE
Gegraveerd in romeinse kapitalen: ICY GIST NOBLE ET HONORABLE PERSONNE S r PIERRE DE / VALENCIA Sr DEECKE Fs DE Sr PIERRE CONSVL DE LA / NATION DESPAIGNE QVY TREPASSA LE 30 DE IVING 1615 / ET DE NOBLE DAMOISELLE MARIE DE BAILLEVL SA COM /PAIGNE Fa DE MESSIRE PIERRE CH(EVA)L(IE)R Sr DEECKE STEEN / VOORDE ETC. QVI TREPASSA LE XV DE DECEMBRE 1595. HER A LDIEK
Bovenaan links: ‘in (zilver) een boom (van sinopel) beladen met een omgewende leeuw (van sabel) die een zwaard vasthoudt; boord (van azuur) beladen met lelies (van goud)’ voor Pieter de Valencia. Als schilddekking een naar rechts gewende helmbekroning een getraliede helm met een wrong en een dekkleed en met een leeuw als helmteken. Bovenaan rechts: een ruitvormig schild met een engel als schilddrager: ‘gedeeld, I, ‘de Valencia’ zoals hierboven, met de leeuw niet omgewend; II, gevierendeeld 1 en 4 (van keel met) een lelie (van goud); 2 en 3, in (zilver een leliekruis (van sabel)’ voor Isabella ‘de Quintana Duenas’. Iets boven die twee schilden is een ‘gedeeld ovaal wapenschild: I, “de Valencia” zoals hierboven, de leeuw niet omgewend; II, in (keel) een andrieskruis (van vaar)’ voor ‘Bailleul’. Onderaan links: ‘Bailleul’ zoals hierboven. Onderaan rechts: ‘in (sinopel) drie ooievaars (van zilver), twee, één’ voor ‘de la Bricque’. Heel onderaan links: ‘in (azuur) een keper (van zilver) beladen in het eerste kwartier (van goud) met een leeuw (van sabel)’ voor ‘Boudins’. Heel onderaan rechts: ‘in (azuur) twee afgewende bijlen (van zilver met gouden stelen)’ voor ‘Picavet’. BE SCHR IJ V ING
Fig. 726 - Grafplaten van Pieter de Valencia sr (†1559), Isabella de Quintana Duenas (†1540), Pieter de Valencia jr. (†1615) en Marie de Bailleul (†1595). St.-Jakobs, Brugge (pos. naar frottis Weale).
BRUGGE 42 NA A M & DATUM
Pieter de Valencia sr. (†1559), Isabella de Quintana Duenas (†1540), Pieter de Valencia jr. († 1615) en Marie de Bailleul (†1595) (fig. 726-729). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Koperen inlegwerk van een grafzerk (H x Br van de drager: 231 x 123 cm). Zes koperen platen, feitelijk samengesteld uit elf al gebruikte plaatfragmenten (palimpsesten, o.a. Brugge, fig. 664), bewerkt in 534 |
CATALOGUS
Gebaarde man en vrouw, licht naar elkaar toegewend, rechtstaand op een (tegel)vloer versierd met ruitmotieven, maar terzelfder tijd het hoofd rustend op een rijk versierd kussen, de handen gevouwen. De man is gehuld in een tabbaard, waarschijnlijk volledig gevoerd met bont, die tot aan de knieën reikt en met een brede pelskraag (waarschijnlijk lynx) en lange mouwen met armspleten en rijke randversiering met passementen. Daaronder draagt hij een wambuis dat dichtgeknoopt is. Tevens is het onderliggende hemd met gefronste halsboord te zien. Zijn armen steken uit de bovenste armspleten van de tabbaard. De mouwen van zijn wambuis zijn gefronst. Hij draagt hozen en instapschoenen. Op zijn hoofd is een nauwsluitende muts met kepermotieven. De vrouw draagt een luxueuze vrouwentabbaard over een heupworst zodat haar schoot en heupen een sterke verbreding tonen. Haar tabbaard is van een kostbare zijden stof of waarschijnCOR PUS
L A MI NAE
Fig. 727 - Grafplaat van Pieter de Valencia jr. (†1615) en Marie de Bailleul (†1595).
Fig. 728 - Wapenschilden van Pieter de Valencia sr. (†1559) Isabella de Quintana Duenas (†1540). Wrijfprent RVB, © KIKIRPA S000669.
lijker van satijn zoals men kan afleiden uit de weerschijn (‘moiré-effect’) die knap gesuggereerd wordt met arceringen. Brugge was tijdens de 16e eeuw een belangrijk centrum voor satijn.1583 Haar tabbaard draagt een (gouden) horizontale zoomversiering of passement die van de hals tot beneden reikt en verder doorloopt als een randzoom. Isabella draagt ook een hemd waarvan de halsboord en de mouwuiteinden gefronst zijn. Om haar middel is een lange ketting die vooraan nagenoeg tot de grond reikt en aan het uiteinde een pomander heeft. Boven haar tabbaard draagt zij een lange mantel met pofschouders, vermoedelijk gevoerd met bont. De smalle kraag laat een kostbare gevlekte pels zien, waarschijnlijk lynx. Op het hoofd is een sierlijk kapje met een sluier die op de rug valt. Boven de man is een wapenschild, bekroond met een getraliede helm met wrong en een dekkleed met sierlijk uitgespreide lambrekijnen. Rechts boven de vrouw is een engel die een ruitvormig schild vasthoudt aan ophangriemen. In het midden bovenaan is nog een ovaal schildje. Onder de figuren is een smalle rechthoekige plaat met een grafschrift en COR PUS
L A MI NAE
met wapenschildjes op de vier hoeken. Pieter de Valencia (sr.), zoon van François, was consul van de Spaanse natie in Brugge en huwde met Isabella de Quintana Duenas (weduwe in eerste huwelijk van raadgever Salinas). Pieter (sr.) stierf in 1559 en Isabella al in 1540. Hun zoon Pieter de Valencia (jr.) huwde met Marie de Bailleul, de dochter van Pieter, heer van Eeke en van Philipotte de la Bricque, dame van Steenvoorde. De dochter van Pieter (jr.) en Marie, genaamd Isabella, huwde met Maximiliaan Bernard, gouverneur van Damme.1584 V. Vermeersch en J. Rotsaert merkten terecht op dat de figuren de beeltenissen voorstellen van Pieter Valencia sr. en diens echtgenote Isabella de Quintana Duenas. De blauwstenen zerk, waarin de platen gelegd waren, bevatte oorspronkelijk hun grafschrift. Dat verdween, maar hun wapenschild maakt identificatie mogelijk.1585 Volgens Hs. 449 de Hooghe luidde hun grafschrift: Sepulture de la noble et honorable personne Pierre de Valencia fs François, natif de la ville de Burgos au royaume de Castille qui trespassa le 1 juillet 1559 et de Damoiselle Isabeau de Quintanaduenas, sa compagne, fille de Sr. François, qui trespassa le 21 CATALOGUS
|
535
Fig. 729 - Pieter de Valencia sr. (†1559), Isabella de Quintana Duenas (†1540). Wrijfprent RVB, © KIKIRPA S000668 & S000667.
novembre 1540. Het nog bestaande grafschrift betreft echter dat van hun zoon Pieter (jr.) (†1615) en van zijn echtgenote Marie de Bailleul (†1599) (dat eveneens in dezelfde zerk was ingelegd. De grafconcessie van Pieter en Isabella bleef bewaard in het Registrum sepulturarum novum (Brugge, Rijksarchief, Archief Sint-Jacobskerk, 198). Pieter de Valencia (sr.) en echtgenote Isabeau de Quintana Duegas’, zijn tweede vrouw, kregen het recht om te worden begraven in het hoogkoor, tegenover de De Groskapel (een sepulture van twee lichamen). Aan het uiteinde van hun graf werd een cleen sepultureken aangebracht voor hun kinderen. Tevens mochten zij twee zarcsteenen op hun graf aanbrengen metter superscriptie ende wapenen daartoe dienende en een grafgedenkteken (ypitaphe) aan de pilaar. Pieter de Valencia (jr.) kocht op 2 februari 1604 bij openbaar opbod de heerlijkheid van Eke, die vroeger aan zijn schoonvader behoorde. Hij droeg daardoor de titel van Heer van Eecke. Hij stierf in 1615, zijn echtgenote in 1595. Naast de door Vermeersch aangevoerde argumentatie kunnen wij nog wijzen op de kostuumvoorstellingen die eerder aansluiten bij de kledij van het midden van de 16e eeuw dan bij die van het begin van de 17e eeuw. In de kerk bevindt zich nog een vierkante koperen plaat met het jaargetijde van Pieter de Valencia en dat van zijn echtgenote. Naast de vigiliën, de mis en offerande etc. dienden de officiërende 536 |
CATALOGUS
Fig. 730 - Pieter de Valencia sr. (†1559). Wrijfprent RVB & foto RVB.
priesters zich naar het graf te begeven om er psalmen en gebeden op te zeggen, er was tevens voorzien in een uitdeling van brood en geld. De gelaatstrekken op de vloerplaat zijn zeer realistisch weergegeven en werden ongetwijfeld als portretten van het echtpaar bedoeld (fig. 730). De ontwerptekening is zeker het werk van een schilder, o.i. van Pieter Claeissens de Oude. Ze woonden in dezelfde straat, in de Oude zak. Pieter Claeissens had zijn atelier aan de overkant van de woning van Pieter de Valencia, ze moeten elkaar ook als parochiaan van St.-Jakobs goed gekend hebben. Pieter Claeissins de Oude werkte nog sterk traditioneel in de trant van de Vlaamse primitieven. Verscheidene van zijn composities en figuren nam hij bijna letterlijk van Memling over. De grafplaat heeft blijk van oog voor detail en een bijzondere weergave van gezichten, handen en materialen zoals die van de verschillende stofsoorten en pelzen. De gelaatstrekken van Pieter de Valencia vertonen veel gelijkenissen met die van abt Wydoot op een luik bewaard in het Groeningemuseum, geschilderd ca. 1557-58 en volgens A. Janssens de Bisthoven en D. Devos werk van Pieter Claeissens de oude en zijn atelier. Beide figuren zijn wat geblokt weergegeven, met een stugge blik. De schilddragende engel boven Isabella de Quintana Duenas vertoont gelijkenissen met de engelen op een Verrijzenis van Christus in de St.-Salvatorskerk die Pieter Claeissins COR PUS
L A MI NAE
INSCR IPTIE
Fig. 731 - Fundatieplaat van Pieter de Valencia sr. (†1559) en Isabella de Quintana Duenas (†1540). Foto RVB.
de Oude schilderde met zijn zoon Pieter Claeissins de jonge. De schilddragende engel is vrij ruw getekend en zal waarschijnlijk atelier werk zijn van de hand van een van de zonen van Pieter Claessens de Oude die hun vader bijstonden. BIBLIOGR AFIE: Gailliard, 1858, p. 68-69. Vermeersch, 1976, dl. 3, p. 597-599, nr. 451 & p. 297-298. Cameron, 1970, p. 9-10. ROTSAERT, J., ‘De koperen grafplaat zogezegd van Pieter de Valencia en Marie de Bailleul in de Sint-Jacobskerk te Brugge’, in Het Brugs Ommeland, jrg. 12 (1972), nr. 3, p. 123-127. Weale, 1900a, p. 188-190. De Flou, 1928, p. 111-114. Grafstenen op papier, 2003, p. 26 & 66-67 met verwijzing naar Brugge, Rijksarchief Sint-Jacobskerk, 198, Registrum sepulturarum novum, p.42, nr. 27. Koperen, 1961, p. 88-89. Van Belle, 2006, p.200-203. FOTO: Wrijfprent RVB. © KIKIRPA ref. S0667-69.
BRUGGE 44 NA A M & DATUM
Pieter de Valencia sr. (†1559) en Isabella de Quintana Duenas (†1540) (fig. 731). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Fundatieplaat (H x Br: 71 x 64 cm), samengesteld uit twee opnieuw gebruikte plaatfragmenten (palimpsesten, fragmenten van de vloerplaat van Gillis van Namain, zie Brugge 2), in spaartechniek met zwarte mastiek, in een houten omlijsting. In een houten omlijsting met scharnieren aan een pijler van de kapel van O.-L.-Vrouw van Zeven Weeën in de St.-Jakobskerk om de beide zijden te laten bekijken. COR PUS
L A MI NAE
In spaartechniek in romeinse kapitalen: A LHO(NNEUR) DE DIEV ET AV SALVT DE LEVRS AMES /S(EIGNEU)R PIERRE DE VALENCE /F(IL)S (DE) FRA(N)CHOIS etc. ET DAMOISELLE /YSABEAV F(ILI) a DV S(EIGNEU) r FRA(N)CISQVE/ DE QVINTANADVENAS SA /FEM(M)E ONT FO(N)DE PERPETVELLEME(N)T /EN CESTE EGLISE /DEVX ANIVERSAIRES TOVS LES ANS ASSCAVOIR LE XXVIIE/ IOVR DE IVNG VIGILLES ET LE(N) DEMAI(N) LES RECO(M)MA(N)DATIO(N)S /ET LA MESSE AVEC LE PLEIN COEVR ET LAVTEL ET SEPULTURE /ET LOFFERA(N)DE FVRNI DE CHIRE ET LES OFFICIANS LA MESSE /IRO(N) T A LA SEPVLTVRE Y LIRE LES PSEAVLMES ET ORAISO(N)S /ACCOVSTVMEES EN SE(M)BLABLE SERVICE ET LES MAISTRES /DE CESTE EGLISE SE SONT OBLIGIE PAR LEVRS LECTRES /A LENTENIR A LEVRS DESPENS ET PAREILLEN(EN)T LES DICH /MAISTRES DE CESTE DICTE EGLISE SONT OBLIGIE A MECTRE CHASCVUNE FOIS SOIXA(N) TE PREBE(N)DES ASSCAVOIR LE XXVIIIE /DE IVNG LX DE VIII GROZ CHASCVNE VALISSA(N) T IIII GROZ /EN PAIN ET IIII GROZ EN ARGE(N)T ET LE XVIIIE DE NOVEMBRE /POR LE IIE SERVICE IIII GROZ EN PAIN ET II GROZ EN ARGE(N)T /ET LES DISTRIBVER CHASCVNE FOIS SELON QVILZ SE SONT /OBLIGIES PAR LEVRS LECTRES DESQUELLES LES MAISTRES /DES POVRES ESCOLLIERS ET ESCOLLIERES DE CESTE VILLE /EN ONT VNE ET ONT PRINS CHARGE QVE TOVT /LE SVSDICT SOIT AINSY ENTRETENV ET ACCOMPLY /AV TEMPS ADVENIR INFALLIBLEM(EN)T DIEV FAICE MERCY /A LEVRS AMES ET A TOVS FEAVLX TRESPASSES BE SCHR IJ V ING
Stichtingsplaat in een houten omlijsting, met tekst over 24 regels. De fundatieplaat werd terzelfder tijd als de vloerplaat van Pieter de Valencia sr. en Isabella de Quintana Duenas vervaardigd en daar uit dezelfde grafplaat van Gilles van Namain gesneden. Zoals vermeld was Pieter de Valencia (sr.) de zoon van François, de consul van de Spaanse natie in Brugge en huwde hij met Isabella van Quintana Duenas. De grafconcessie van Pieter en Isabella bleef bewaard in het Registrum sepulturarum novum (Brugge, Rijksarchief, Archief Sint-Jakobskerk, 198). Pieter de Valencia (sr.) en echtgenote ‘Isabeau de Quintana Duegas’, vermeldt de toelating die zij kregen tot het aanbrengen van een grafgedenkteken (ypitaphe) aan de pilaar. Hun jaargetijde bepaalde naast de vigiliën, de mis en offerande etc. dat de officiërende priesters zich naar het graf dienden te begeven om er psalmen en gebeden op te zeggen, er was tevens voorzien in een uitdeling van brood en geld. De stichtingsplaat bevond zich in 1824 ook bij de grafplaten die door de kerkmeesters CATALOGUS
|
537
BRUGGE 45 NA A M & DATUM
Marie van den Berghe (†1559) (fig. 732). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Koperen inlegwerk van een grafzerk (H x Br van de houten drager 165 x 75 cm) ingelegd met gekleurde mastiek en nu vastgemaakt op een houten drager. Tegen de muur, naast het altaar, in de St.-Antoniuskapel in de St.-Jakobskerk in Brugge. INSCR IPTIE
In gotische letters en in spaartechniek: Hier licht begraven Joncvrauwe Marie de /dochter vand(e) voornomde ja(n) va(n) d(en) berghe / huusvr(auwe) van Joncheere franchoys van /dicxmude die overleedt de(n) viiie dach va(n) /Juni · anno · xvc · lix · bidt over de ziele HER A LDIEK
Middenplaat, links ‘in goud een andrieskruis van keel beladen met vijf ringen van zilver vergezeld van een hermelijnstaart in het schildhoofd en met uitgeschulpte rand van keel’ voor ‘Van den Berghe’. De schilddekking bestaat uit een getraliede helm met dekkleed en kroon en met een arendskop met een ring in zijn bek, tussen een vlucht, als helmteken; rechts: ruitvormig ‘gedeeld schild vastgehouden door een engel, I, rechts ‘van den Berghe’ zoals hierboven, II links, gevierendeeld, 1 en 4, in zilver een dubbelkoppige adelaar van sabel, 2 en 3, in azuur een lelie van goud (of bezaaid met lelies?)’ voor ‘Carion’.1587 Bovenaan, vastgehouden door een engel, een ruitvormig ‘gedeeld schild, I, gedwarsbalkt van goud en van azuur voor ‘Dixmude’; II, ‘van den Berghe’, zoals hiervoor. BE SCHR IJ V ING
Fig. 732 - Grafplaat van Marie van den Berghe (†1559). St.-Jacobskerk. Wrijfprent RVB, © KIKIRPA Y012393
van St.-Jakob aan de Brugse kopergieter Jonnaert verkocht werden, doch die na bemoeiing van de plaatselijke commissie ter bewaring van kunstwerken aan de kerk teruggegeven moesten worden.1586 BIBLIOGR AFIE: Vermeersch, 1976, dl. 3, nr. 542, p. 602-603, met uitgebr. bibliografie. Cameron, 1970a, p. 9. Weale, 1900, p. 187-188. De Flou, 1928, p. 111-114. Rotsaert, 1972, p. 123-127. Weale, 1900a, p. 188. Van Belle, 2003, p. 26 & 66 - 67. Koperen Kunstwerken, 1961 waar de gedenkplaat in de 17e eeuw gedateeerd wordt. FOTO: RVB. © KIKIRPA ref. S0669.
538 |
CATALOGUS
Bovenaan engel in renaissancegewaad, rechtstaand op een rots met een schild aan ophangriemen. Rechthoekige middenplaat: heraldisch rechts een wapenschild met schilddekking en links een rechtstaande engel in renaissancegewaad met hoge gording en pofmouwen, die een schild vasthoudt aan ophangriemen. Onderaan: grafschrift in een cartouche. Weale en Vermeersch wijzen erop dat de randomlijsting die het geheel vatte, verdwenen is en vermoedelijk de namen bevatte van Jan van den Berghe-De Carrion, de vader van Marie van den Berghe, aangezien het grafschrift spreekt van ‘de dochter van voornoemde Jan van den Berghe’. Marie van den Berghe was de enige dochter van Jan, heer van Handzame en van Marie de Carion. Ze huwde met François van Diksmuide, heer van Volmerbeke, maar stierf kinderloos. Ter herinnering van hun overleden dochter lieten Jan van den Berghe en zijn echtgenote aan de arme meisjesschool van Brugge een milde schenking na. Het lijdt stilistisch geen twijfel dat de grafplaat door dezelfde ontwerper werd getekend als van Pieter de Valencia sr. (†1559), Isabella de Quintana Duenas (†1540): Pieter Claeissins de Oude en zijn atelier. COR PUS
L A MI NAE
Fig. 734 - Fragment van de grafplaat van Philips van den Heede (†1552) en Adriane de Salijnes (†1570). Society of Antiquaries, foto RVB.
Fig. 733 - Tekening van de koperen grafplaat van Philips van den Heede (†1552) en Adriane de Salijnes (†1570,) eertijds in de oude St.-Walburgakerk in Brugge. BOB. Hs.455, p. 2.
De schilddragende engelen zijn vrij gelijk, zo ook de helmen. Ze zijn door eenzelfde hand getekend, waarschijnlijk door een van de zonen van Pieter Claeissins de Oude. De engelen in renaissancegewaden komen voor in het oeuvre van vader en zoon Claeissens (Verrijzenis, St.-Salvator, Brugge). De overledene was van dezelfde parochie als Pieter Claeissins de Oude en zal de familie ongetwijfeld gekend hebben. BIBLIOGR AFIE: Weale, 1900a, p. 183. Cameron, 1970a, p. 9. Vermeersch, 1976, dl. 3, nr. 613, p. 701, met uitgebreide bibliografie. Van Belle, 2006, p. 78. FOTO: Wrijfprent RVB. © KIKIRPA ref. Y012393.
BRUGGE 46 NA A M & DATUM
Philips van den Heede (†1552) en Adriane de Salijnes (†1570) (fig. 423, 733-734). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Fragment van een koperen grafplaat (H x Br van het fragment: 26 x 29,5 cm). Rand van een grafplaat uit de COR PUS
L A MI NAE
Fig. 735 - Palimpsest uit het St.-Janshospitaal, 1513. Society of Antiquaries, foto RVB.
vroegere St.-Walburgakerk in Brugge. Het fragment sloot eertijds (met een ander fragment, fig. 710) een afvoerkanaaltje van het St.-Janshospitaal in Brugge. De fragmenten blijken inmiddels verdwenen, maar zijn bekend door wrijfprenten bewaard bij de Society of Antiquaries in Londen (afb. 709-710). INSCR IPTIE
Van het fragment …(v)oors ou(er)leet de(n) 9 … Het volledige grafschrift volgens hs. 455, luidt: sepulture · van · phelips · van · de(n) · heede · f(illiu)s · /pieters · die · overleet · den · xiiijen · dach · van · maerte · XV C · lij · voer · paeschen + Ende · van · joncvr(auwe) · /Adriane · de · salijnes · fa · Xpys (=Christophorus) · die · hii · hadde / bij · jo(n)cvr(auwe) · adriane · fa · dheer · Jan · de keijt · zijne · eerste · wive · wede(w)e · va(n) · ph(elip) s · voors(eide) · ou(er)leet · de(n) · 9en · in · Lauwe · 1570 CATALOGUS
|
539
sterren van hetzelfde; II & III, in sabel een dwarsbalk van zilver vergezeld van drie naast elkaar staande merletten van zilver. Links onderaan: ‘in sinopel een keper van zilver vergezeld van drie kandelaars van goud’. BE SCHR IJ V ING
Fig. 736 - Grafzerk met koper ‘Moscron’, wrijfprent RVB. © KIKIRPA ref. S0643-645 A Wapenschild ‘Moscron’ B Idem C Wapenschild ‘Dault’ D Wapenschild ‘Vandesteene’ E Wapenschild ‘Lootens’
HER A LDIEK
Boven Philips van den Heede: ‘in goud een schuinbalk van sabel beladen met drie jakobsschelpen van zilver bezet in de richting van de schuinbalk, bovenaan vergezeld van een verkort en gekrukt kruisje van sabel en met links een gevierendeeld vrijkwartier, I & IV, van zilver een kruis van keel, II & III van zilver een andrieskruis van keel, met een schildje van keel met een keper van hermelijn over alles heen’ voor ‘van den Heede’;1588 als schildbekroning een helm met een hertengewei van goud als helmteken en een fladderend dekkleed. Boven Adriane de Salinas: ‘gedeeld, I, zoals hierboven; II gevierendeeld, 1 & 2 opnieuw gevierendeeld, a & d, in zilver een hermelijnstaartje van sabel, b & c, in sabel een kruis van goud, met een zoom van keel beladen met acht andrieskruisjes; 2 & 3, opnieuw gevierendeeld, a & d, in zilver, een geplante boom van sinopel, b & c, in zilver een leeuw van sabel, met een zoom van sabel beladen met één toren van zilver in het schildhoofd en met drie bezanten van zilver aan de punt’. Een engel dient als schilddrager. In de hoekvierlobben: bovenaan rechts, zoals voor ‘van den Heede’ daarboven; bovenaan links zoals voor ‘de Salijnes’, II, gevierendeeld: 1 & 2 opnieuw gevierendeeld, a & d, in zilver een hermelijnstaartje van sabel, b & c, in sabel een kruis van goud, met een zoom van keel beladen met acht andrieskruisjes; 2 & 3 opnieuw gevierendeeld, a & d, in zilver, een geplante boom van sinopel, b & c, in zilver een leeuw van sabel, met een zoom van sabel beladen met twee torens van zilver in het schildhoofd en met drie bezanten van zilver aan de punt’; rechts onderaan, ‘gevierendeeld I & IV, in sabel een keper van goud vergezeld van drie zespuntige 54 0 |
CATALOGUS
De fragmenten tonen een gedeelte van de randlijst alsook de rechterbenedenkant van een vrouwentabbaard. Een tekening van de volledige grafplaat is bewaard in HS 455 BOB. (zie fig. 708). Die stelt een naar elkaar toegewend echtpaar voor, rechtstaand op een tegelvloer en terzelfder tijd het hoofd rustend op een rijk versierd kussen. Aan hun voeten zijn hun geknielde zoon en dochter. De achtergrond wordt deels gevormd door een wandtapijt versierd met florale elementen. Boven de man is een wapenschild met schilddekking, boven de vrouw is een ruitvormig schild met een engel als schildhouder. De man draagt een wambuis, waarvan het lijfje en de rokpanden (waarschijnlijk van fluweel) rijk versierd zijn met bloem- en plantmotieven, en met een riem om het midden. Tevens is zijn schaambuidel te zien. Onder zijn wambuis draagt hij een hemd met gefronste rand. Boven zijn wambuis draagt hij een lange tabbaard die gevoerd is met bont. Zijn tabbaard vertoont een grote omgeslagen bontkraag die breed over de rug valt; hij is voorzien van brede pofmouwen aan de bovenarmen en van lange, neerhangende schijnmouwen met afgeboorde armspleten. De onderarmen tonen de mouwen van zijn wambuis die naar de polsen toe versmallen. Daar is ook de rand van zijn gefronste hemd te zien. Verder draagt hij hozen en aan de voeten zijn brede diep uitgesneden koemuilen. De vrouw is gehuld in een lange vrouwentabbaard die naar de Spaanse mode vooraan gespleten is van haar middel tot beneden en aan de rand passementen heeft. Haar tabbaard heeft een nauwsluitend borstpartij en een smalle taille; rond haar middel is een schakelketting die tevens lang uitvalt tot de enkelhoogte met een pomander (reukappel) aan het uiteinde. Onder haar middel valt haar tabbaard breder uit, omwille van haar gesteven klokvormige onderrok of meer waarschijnlijk een kleine heuprol die ze onder haar tabbaard draagt. Haar tabbaard heeft voorts brede trechtermouwen die overgeplooid zijn op de armholte zodat de pelsbinnenvoering te zien is. De mouwen van haar onderkeurs omsluiten strak de voorarm en de polsen, daarbij is de gefronste rand van haar hemd aan de pols te zien. Op de schouders rust een brede schouderkraag die licht opstaand is aan de hals en die aan de binnenkant voorzien is van een kostbare stof met bloemmotieven, waarschijnlijk fluweel. Aan de hals is haar hemd te zien met een kleine versierde boord en met een gefronste rand. Aan de pols is eveneens de gefronste rand van haar hemd te zien. Onder haar tabbaard draagt ze een onderkeurs dat nauw sluit aan de voorarm en languit op de voeten valt en onder haar tabbaard uitsteekt. Het haar is over COR PUS
L A MI NAE
Fig. 987 - Fragment van een opschriftplaat van een Oudaert (†1528). Page Phillips 248L2.
BE SCHR IJ V ING
Fragment van een opschriftplaat van een grafzerk. ‘XXVIII’ staat waarschijnlijk voor het jaar (15)28. Maar ook in de Brusselse kathedraal waren Oudaerts begraven ((Christyn), Bassilica Bruxellensis sive monumenta..., Mechelen, 1743, p. 90-92). BIBLIOGR AFIE: Page Phillips 248L2. FOTO: Page Phillips 248L2. NOOT: In de crypte van St.-Rombouts berust de doodskist van
aartsbisschop François Antoine de Méan (†15 januari 1831). Op het deksel is een koperen plaat met het wapenschild van de dode zoals kon vastgesteld worden in 1907. 1845
MELSELE NA A M & DATUM
Jan van den Couteren (†1500) (fig. 988-989). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Arduinen grafzerk (H x Br: 200 x 100 cm) met koperen inlegwerk (H x Br: 160 x 83 cm), deels in lijngravering en deels in spaartechniek. Aan een zuil vooraan van de O.-L.-Vrouwekerk in Melsele. INSCR IPTIE
Grafschrift gegraveerd in gotisch letterschrift: Sepulture va(n) heer/ Jan vanden coutere(n) f(iliu)s Jans erfachtich capellaen va(n)/ onser vrauwen die / starf int jaer XV C en(de) (niet ingevuld). Op de banderol aan de linkerkant: In te domine speravi. De banderol aan de rechterkant ging verloren, maar vermeldde waarschijnlijk het vervolg van psalm 70 (71): ‘non confundar in aeternum’. (Op U, Heer, is onze hoop gevestigd, beschaam ons niet in eeuwigheid.) Op de plaat onder de priester: Alle ghij jonghers. ziet / Up hu hauders. Dan ziet / up my. leest eene(n) ave Ma(ria)/Ende gaet voor by. Op de bovenste rand van de zerk is een sterk uitgewiste tekst: Hier light begra… Tussen het grafgedicht en de tekstband is nog een tekst die nu moeilijk leesbaar is: Aensiet denct. BE SCHR IJ V ING
Grafzerk met de uitgesneden beeltenis van een priester, de handen gevouwen, rechtstaande op een tegelCOR PUS
L A MI NAE
Fig. 988 - Jan van den Couteren (†1500). Melsele. Wrijfprent RVB. © KIKIRPA Y012353.
vloer en het hoofd rustend op een kussen. Hij draagt zijn misgewaden en onder zijn handen is een kelk, bedekt met een pateen. Aan weerszijden van de priester is een banderol van koper (rechts verloren). Onder zijn voeten is een register met een grafgedicht. Het geheel is gevat in een omlijsting met het grafschrift dat op de hoeken onderbroken is door de evangelistensymbolen. Daaronder is de beeltenis van een transi. De zerk is duidelijk een nieuw gebruikte zerk, vandaar het sterk uitgewiste tweede grafschrift en de ongewone constructie van het geheel. De zerk is sterk afgesleten, zo ook de lijkfiguur onderaan, maar het koperen inlegwerk vertoont daarentegen weinig sporen van sleet. Er werd ongetwijfeld gebruik gemaakt van een 15e-eeuwse zerk. De transi maakte hiervan reeds deel uit. De schematische architectuur boven de priester is diep gegraveerd. Het koperen inlegwerk van de priester is vrij fijn en ondiep gegraveerd. De grafplaat werd door Jan van den Couteren tijdens zijn leven aangemaakt daar de sterfdatum nooit ingevuld werd. BIBLIOGR AFIE: Siret, 1870, p. 204. DE POTTER, F. & J. BROECKAERT, Geschiedenis der Gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, 3de reeks, Gent, 1879, p. 43-44. Creeny, 1891, p. 66 met afb. LSA, Hs.-Weale, p. 15-16. FOTO: Wrijfprent RVB © KIKIRPA Y012353.
CATALOGUS
|
721
Fig. 989 - Jan van den Couteren (†1500). O.-L.-Vrouwekerk in Melsele. Wrijfprent RVB. © KIKIRPA Y010544.
722 |
CATALOGUS
COR PUS
L A MI NAE
Fig. 990 - Jacques de Maillen (†1740). Saint-Pierre in Mohiville. Wrijfprent RVB. © KIKIRPA Y010479.
MOHIV ILLE 1 NA A M & DATUM
Jacques de Maillien (†1740) (fig. 990). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Koperen gedenkplaat (H x Br: 100 x 72 cm) in lijngravure. Aan de wand van het schip, zuidkant van de église Saint-Pierre in, Mohiville. INSCR IPTIE
Gedenkschrift in romeinse kapitalen: SEPULTURE DE NOBLE ET ILUSTRE SEIGNEUR / MESSIRE JACQUES FRANCOIS DE MAILLIEN / EN SON TEMS SEIGNEUR DE RY ET DE MAIBES / JAMBLINNE MEMBRE DE L’ETAT NOBLE DE LA / PROVINCE DE NAMUR, DECEDE LE 6 9BRE (NOVEMBRE) 1740 / FILS DE NOBLE ET GENEREUX SEIGNEUR / MESSIRE WATHIER DE MAILLIEN MAJEUR / HEREDITAIRE DE HAMOIR ET DE NOBLE / ET GENEREUSE DAME MARIE DE LAVERNE / IL AVOIT EPOUSE NOBLE ET ILLUSTRE / DAME MARIE ELISABETH BRANT DE / BRABANT, DAME DE SOREE ET DE MILLIER / LA QVELLE EST DECEDEE LE 3 AVRIL 1710 / ET GIST DANS L´EGLISE PAROISSIALE DE JAMBLINNE / R.I.P. COR PUS
L A MI NAE
Fig. 991 - Albert de Maillen (†1768). Saint-Pierre in Mohiville. Wrijfprent RVB. © KIKIRPA Y010539.
HER A LDIEK
Het middenschild ‘van goud drie roskammen van keel’ voor ‘Maillen’, met een getraliede helm als schilddekking. De helm is getopt met een markiezenkroon en een rijzende leeuw als helmteken die een tornooilans met een vaan in de klauwen houdt en het wapen van het schild vertoont. Onder het schild van de man is het ruitvormige schild van zijn echtgenote ‘in (sabel) een leeuw van (goud) met een schuinbalk van zilver over alles heen, beladen met drie klimmende leeuwen van keel’ voor ‘Brant de Brabant’. Aan de rechterzijde: ‘MA(I)LLEN’: zie hierboven. ‘VERLEUMONT: ‘in … een hertengewei van... beladen met een barensteel’. ‘HODISTER’: ‘in azuur een droogscheerdersschaar van goud kepergewijs geplaatst, vergezeld van drie gouden vijfbladen’. ‘HEMRICOURT’: ‘van zilver een schuinbalk van keel beladen aan de top van een schelp van goud”.1846 ‘MAILLEN’: zoals hierboven. ‘HOLOGNE’: ‘gedwarsbalkt van vijfstukken van zilver en azuur, beladen met een klimmende gekroonde leeuw van keel gelauwd en getongd van goud over alles heen’.1847 ‘CRISGNÉE’: ‘van... vijf aaneengesloten spitsruiten van keel met een vrijkwartier van goud beladen met een andrieskruis van keel’. ‘FAVILLON’: ‘in goud een CATALOGUS
|
723
cien canton de Ciney’ (1980), in Intermédiaie des généalogistes, nr. 209, 1980, p. 440 (met slordige beschrijving van de wapens. Kockerols, 2003, nr. 177. STEIN D´ALTENSTEIN (Baron, éd.), Annuaire de la noblesse de Belgique, 1890, p. 146. IDEM, 1894, p. 1415. FOTO: Wrijfprent RVB, 22.07.05, © KIKIRPA ref. Y010478.
MOHIV ILLE 2 NA A M & DATUM
Albert de Maillen (†1768) (fig. 991). M ATER I A A L , A FMETING, T Y PE & PL A ATS
Koperen gedenkplaat (H x Br: 100,5 x 72 cm) in lijngravure. Noordermuur van het koor van SaintPierre in Mohiville. INSCR IPTIE Fig. 992 - Johanne, dame de Momalle. Inlegwerk van hoofd en handen. © KIKIRPA B193368.
linker schuinbalk van keel beladen met een vrijkwartier van goud met vijf vijfbladen van keel, twee, één, twee’. Links: ‘LAVERNE’: ‘in keel een verkorte barensteel van goud’. ‘DU TARTRE’: ‘van azuur twee afgewende barbelen van zilver vergezeld van vier Latijnse kruisjes van hetzelfde, waarvan één in het schildhoofd, twee weerszijden en een aan de punt’.1848 ‘S(AIN)T-MAURIS’: ‘van …gedwarsbalkt van twee stukken van sabel’. ‘WILLAFANS’ (Villfans): ‘van zilver een schuinbalk van sabel aan weerszijden vergezeld van een schuinstaak van hetzelfde, de schuinbalk beladen met drie jakobsschelpen van goud’.1849 ‘FRAIPONT’: ‘van sabel vijf grote aaneengesloten azuren spitsruiten van keel waarvan de middenste beladen met een klimmende leeuw van goud’. ‘NERPO DIT METZ’: ‘doorsgeneden in drieën met van goud een gaande leeuw van azuur, van azuur een gaande leeuw van goud, van goud een gaande leeuw van azuur’. ‘TRINA DIT SARTER’: ‘van zilver, een adelaar met gesperde vleugels van sabel’.1850 ‘LIENEN’: ‘van keel een klimmende hazewind van goud’. BE SCHR IJ V ING
Rechthoekige koperen gedenkplaat met gedenkschrift in romeinse kapitalen en centraal mannelijk en een vrouwelijk schild. Aan de rand zijn in totaal 16 kwartieren met elke keer de betrokken familienaam. Jacques de Maillen was heer van Ry (door opname van 14 augustus 1741), Sorée, Maibe, Jamblinne, Narron, Reppe en was lid van de adellijke staat van Namen. Hij huwde Elisabeth Brant de Brabant. De gedenkplaat van zijn zoon Albert is grotendeels een kopie van de vader op het grafschrift en een deel van de wapenschilden na. BIBLIOGR AFIE: Cat.exp. Ciney 1976 (1976) nr. 159. RPMSB, canton de Ciney (l977), p 56. BROUETTE, E., ‘Epitaphier de l´an-
72 4 |
CATALOGUS
Gegraveerd in romeinse kapitalen: ICI EST INHUMÉ NOBLE ILUSTRE ET TRES / GENEREUX SEIGNEUR MESSIRE ALBERT FRANCOIS DE MAILLEN EN SON TEMS SEIGNEUR DE RY / SORÉE MAIBES JAMBLINE NARRON DOUÉ D’UNE PIETÉ EXEMPLAIRE CETTE ÉGLISE EN EST UN / MONUMENT. IL L’A FIT BATIR PAR UN PUR EFFET / DE SA GÉNÉROSITÉ ET MUNIFICENCE SANS / AUTRES RAISONS QUELCONQUES QUE SON / ZELE POUR LE CULTE DU TRES HAUT. TOUJOURS / REMPLIT DE COMMISÉRATION POUR LES / MALHEUREUX QUI TROUVOIENT EN LUI LES / CONSEILS DE LA PRUDENCE, LES SECOURS A L’INDIGENCE, L´EXEMPLE DES PLUS ÉMINENTES / VERTUS. REMPLISSANT LES DEVOIRS DE CHRETIEN, / DE CITOIEN ET D’AMIS DE LUMANITÉ, LEQUEL / DÉCÉDA LE 20 D’AVRIL 1768. RI.P. / IL LAISSA POUR HERITIER NOBLE ET ILLUSTRE / SEIGNEUR MESSIRE ALBERT FRANCOIS DIEUDONNÉ / DE MAILLEN GRAND VENEUR DU PAYS / DE LIEGE MEMBRE DE L’ÉTAT NOBLE DE LA / PROVINCE DE NAMUR, SON NEVEU UNIQUE, LEQUEL / FIT ELEUER (sic) CETTE TOMBE EN MEMOIRE / ET PAR RECONNAISSANCE DE SES BIENFAITS. HER A LDIEK
Middenschild: ‘in goud drie roskammen van keel’ voor ‘Maillen’, met een getraliede helm als schild-dekking. Die is bezet met een markiezenkroon en een rijzende leeuw als helmteken die een tornooilans in de klauwen houdt met een vaan dat het wapen van het schild vertoont. Schilden rechts: ‘MAILLEN’: zoals hiervoor. ‘HODISTER’: ‘in azuur een droogscheerdersschaar van zilver keperwijs geplaatst, vergezeld van drie rozen van het zelfde’. ‘MAILLEN’: zoals hierboven. ‘CRISGNÉE’: ‘van goud vijf grote aaneengesloten azuren spitsruiten van keel met een vrijkwartier van goud beladen met een andrieskruis van keel’. ‘LAVERNE’: ‘in keel een verkorte barensteel van goud. ‘S(AIN)T-MAURIS’: ‘van goud gedwarsCOR PUS
L A MI NAE
I n hou d s y n t h e se : produc t i e & u i t s t r a l i ng
Woord vooraf, Jozef Dauwe
5
Woord vooraf, Ronald Van Belle
6
Dankwoord
7
I Kope r e n gr a f e n ge de n k pl at e n 1
INLEIDING 1.1 Definitie 1.2 Begrenzing van het onderwerp 1.3 Afbeeldingen
2
HISTORIOGR AFIE VAN DE GR AFPLATEN VAN ONZE GEW ESTEN 12 2.1 De Engelse vorsers 2.2 Hans Eichler (1906-1982): de Brugse connectie 14 2.3 De Belgische historiografie 14
3
DE OORSPRONG VAN DE KOPEREN GR AFPLATEN 3.1 Inleiding
3.2 De aanvang in onze gewesten: Maasvallei en Scheldebekken 3.3 Grafplaten in Frankrijk 3.4 Grafplaten in Engeland 3.5 Duitsland 3.6 Nederland 3.7 Denemarken, Noorwegen, Zweden, Polen en Finland 3.8 Spanje, Portugal en Italië
COR PUS
3.1.1 KOPER EN GOUD 3.1.2 DE OUDSTE VERMELDINGEN
L A MI NAE
9 9 9
19 19 19 23 24 26 27 27 27 28
CATALOGUS
|
879
4
TECHNISCHE ASPECTEN 4.1 Koper als basismateriaal 4.2 Gieten van de platen 4.3 Legeringen: brons en messing (‘latoen’). 4.4 Assembleren en lassen van de platen 4.5 Vervaardigers 4.6 Tekeningen, patronen en modellen 4.7 Gereedschap en gravering 4.8 Stenen drager en hechting van het koper 4.9 Eindafwerking: inlegwerk van marmer, koper en mastiek
31 32 32 33 34 34 37 37 38
5 BESTELLING 5.1 Het initiatief voor de bestelling 5.2 De uitvoering van het contract: instructies van de opdrachtgever 5.3 Prijzen 5.4 Transport – toltarieven 5.5 Opstelling ter plaatse
51 53 56 57
6
DE MARKT VAN DE GR AFPLATEN 6.1 Clientèle
6.2
7
DE VERDW IJNING VAN DE KOPEREN GR AFPLATEN 7.1 Verlies en verkoop uit winstbejag en bij gebrek aan belangstelling 7.2 De Beeldenstorm 7.3 De palimpsesten 7.4 Oorlogen en de Franse Revolutie 7.4.1 De oorlogen van Lodewijk XIV en Lodewijk XV 7.4.2 De Franse Revolutie
73 73 74
7.5
74
880 |
51
6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.1.5 6.1.6 6.1.7
6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5 6.2.6
CATALOGUS
61 61 61 62 63 63 64 64
Koperen grafplaten en loden herinneringsplaten uit de 12e en de 13e eeuw Koperen platen van de 14e eeuw Koperen platen van de 15e eeuw Koperen platen uit de 16e eeuw Koperen platen van de 17e eeuw Koperen platen van de 18e eeuw Koperen platen van de 19e en de 20e eeuw
Spreiding van de grafplaten
64 65 66 66 67 67 67
Grafplaten van de 13e en de 14e eeuw Grafplaten van de 15e eeuw Grafplaten van de 16e eeuw Grafplaten van de 17e eeuw Grafplaten van de 18e eeuw Grafplaten van de 19e eeuw en begin 20e eeuw
Verlies tijdens de Moderne Tijden
COR PUS
69 70 72
L A MI NAE
II s t ij l e volu t i e e n produc t i e c e n t r a va n g r a f - e n ge de n k pl at e n 1
12e-13e EEU W: HERINNERINGSSTEENTJES, LODEN EN KOPEREN HERINNERINGSPLATEN, KOPEREN GR AFPLATEN 1.1 Luik: Het proto-gedenkplaatje van Lambertus (†700) van 1143 1.2 Herinneringssteentjes 1.3 Loden grafplaatjes
2
KOPEREN GR AFPLATEN VAN DE 13e EEU W 2.1 Luik en omgeving 2.2 Doornik 2.3 Andere plaatsen
3
GR AFPLATEN VAN DE 14e EEU W 3.1 Productiecentrum Doornik
77 77 78
80 81 82
85 85 86 90 90 101 134
3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7 3.1.8 3.1.9 3.1.10
Documenten Kenmerken van de Doornikse grafplaten Grafplaten voor koningen Grafplaten voor geestelijken Grafplaten voor edelen en burgers Doornikse grafzerken met verdwenen koperen inlegwerk 14e eeuw Tekeningen van Doornikse grafzerken met koper: de albums-‘Gaignières’ - Doornikse grafzerken in de abdijkerk van Longpont (Aisne) Doornikse grafzerken met verloren koperinlegwerk in Frankrijk Doornikse grafzerken met verdwenen koper in Engeland en Schotland Doorniks koperinlegwerk
3.2 3.3 3.4
Productiecentrum Gent Productie in Luik en de Maasvallei Productie in Brugge
148
3.4.1 Documenten 3.4.2 Koperen grafplaten in Brugge en omgeving
159 159 160
3.5
Andere productie centra of centra met koperen grafplaten
166
4
GR AF- EN GEDENKPLATEN VAN DE 15E EEU W 4.1 Productiecentrum Doornik
4.2 Productie in Zinnik (Soignies) 4.3 Productie in Brugge
4.1.1 Documenten 4.1.2 Doornikse grafplaten 15e eeuw 4.1.3 De Coolbrantplaat: Doornik (of Brugge?) 4.1.4 15e-eeuwse palimpsesten van Doornikse productie 4.1.5 Een Doornikse grafplaat in de priorij Corsendonk in Oud-Turnhout? 4.1.6 Enkele Doornikse grafzerken met koperen inlegwerk
COR PUS
4.3.1 Documenten 4.3.2 De grafplaten 4.3.3 Palimpsesten
L A MI NAE
137 139 141 144 152
209 209 210 216 216 220 220 221 221 222 226 244
CATALOGUS
|
881
4.4 Productiecentrum Gent
4.5
Andere Vlaamse steden
4.6 4.7 4.8 4.9
Vlaamse grafplaten in Portugal Productie in de Maasvallei Palimpsesten van onbekende centra Koperen memorietaferelen en fundatieplaten
5
GR AF- EN GEDENKPLATEN VAN DE 16e EEU W 5.1 Doornikse productie
283
5.2
De productie in Brugge
288 288 291 309 309 311
5.3
Productie in Gent en in zijn invloedssfeer
313 313 317
5.4
5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.5 5.4.6 5.4.7 5.4.8
Antwerpen en omgeving Grafplaten in Portugal: Antwerpse producties? Een palimpsest: een Antwerpse productie? Twee Vlaamse grafplaten in Engeland: Antwerpse producties? Een palimpsest uit Delft: een Antwerpse productie? Een grafzerk met koper op Madeira: een Antwerpse productie? De Margareta Svandersplaat: een Antwerpse productie? Dendermonde en Temse: Antwerpse producties?
Productie in Antwerpen en in zijn invloedssfeer
318 318 325 326 326 329 329 331 332
5.5
Brabantse grafplaten
334 334 334 335 335 336 339 339 339 341 341 342
248 248 249 252 252 252 252 253 253
4.4.1 Documenten 4.4.2 Grafplaten
4.5.1 Antwerpen 4.5.2 Dendermonde 4.5.3 Mechelen 4.5.4 Leuven 4.5.5 Brussel
256 256 258 258 258 265 266 269 269 269 269
4.9.1 Doornik 4.9.2 Brussel 4.9.3 Brugge, Diksmuide en Ieper 4.9.4 Dendermonde 4.9.5 Halle 4.9.6 Edingen 4.9.7 Halle
283 283 283 286
5.1.1 Documenten 5.1.2 Grafplaten 5.1.3 Memorietaferelen en fundatieplaten uit Doornik en omgeving 5.2.1 Documenten 5.2.2 De grafplaten van Brugge en invloedssfeer 5.2.3 Palimpsesten uit Brugge? 5.2.4 Vichte: Brugs, Antwerps of Mechels werk? 5.2.5 De memorie- en fundatieplaten uit Brugge en zijn invloedssfeer 5.3.1 Gent 5.3.2 Tekeningen van grafplaten in Oudenaarde: Gentse producties
5.5.1 Brusselse graf- en gedenkplaten 5.5.2 Een palimpsest in Norwich: een Brabantse productie? 5.5.3 Productie in Leuven 5.5.4 Productie in Mechelen 5.5.5 Documenten 5.5.6 Kenmerken 5.5.7 Mechelse platen 5.5.8 Palimpsesten afkomstig uit Mechelen of Antwerpen? 5.5.9 De grafplaat van Willem van Galen in Breda 5.5.10 De grafplaat van Guillaume de Goux en Bernadine de Mol 5.5.11 De grafplaat van Joost van Amstel van Mijnden en echtgenote Philippa Amelisen 5.5.12 De gedenk- en fundatieplaten van de families Culemborg - Lalaing en verwanten in Hoogstraten en Culemborg 5.5.13 De grafplaat-Bertolff: Brussel? Leuven? 5.5.14 De grafplaat van Richard van Rivieren en Johanna Scheiffart van Merode 5.5.15 Bois-de-Lessines: een Mechelse productie 5.5.16 Nijvel: onbekend centrum 882 |
CATALOGUS
343 345 346 349 350
COR PUS
L A MI NAE
5.6 5.7
6
GR AF- EN GEDENKPLATEN VAN DE 17e EEU W 6.1 De Mechelse productie 6.2 De Duncan Liddelplaat: Antwerps ontwerp, uitvoering in Mechelen 6.3 Antwerpse platen
6.4 6.5 6.6 6.7
7
GR AF- EN GEDENKPLATEN VAN DE 18e EEU W 7.1 Doornik en omstreken 7.2 Brugge en omstreken 7.3 Dendermonde, Hoogstraten en Lier 7.4 Brabant 7.5 Namen en omgeving 7.6 De streek van Luik
8
KOPEREN GR AF- EN GEDENKPLATEN VAN DE 19e EN DE 20e EEUW 393 8.1 De ‘Nieuwste Tijden’ 1800-1850 8.2 De Neogotiek 1850-1920 394 8.3 De Neogotische gedenkplaten en platen van de vroeg-hedendaagse tijd 397
9
Algemeen besluit
Productie in Luik en omgeving Palimpsestplaten van onbekende centra
6.3.1 Antwerpen 6.3.2 Bornem 6.3.3 Dendermonde 6.3.4 Diest - Leuven - Brussel
Brugge - Kortrijk Gent - Oudenaarde Doornik en omstreken, & Bergen De Maasvallei
10 Bijlagen
COR PUS
L A MI NAE
350 350
371 375 375 375 375 376 376 378 380 381 381
385 385 387 387 391 392
405 411
CATALOGUS
|
883
I n hou d cata logu s
Aalst
445
Geel 625
Alveringem 446
Gent 626
Antwerpen
448
Grobbendonk 644
Assebroek
457
Halle 647
Avelgem 459
Harzé 650
Baardegem 461
Heers 651
Barry 463
Herentals 654
Belœil 463
Herve 655
Bergen (Mons)
465
Hognoul 657
Beveren-Waas 466
Hoogstraten 658
Blankenberge 467
Howardries 669
Bois De Lessines
467
Hyon 669
Borgloon
469
Ieper 671
Bornem 471
Jollain-Merlin 679
Boussu 472
Koningshooikt 681
Bouvignes 477
Kortrijk 683
Brugelette 478
Krombeke 687
Brugge 479
La Roche-En-Ardenne
Brussel 560
Leffinge 690
Celles 581
Leisele 690
Courrière 581
Leuven 690
Dadizele 585
Leuze 698
Damme 585
Lier 698
Dendermonde 586
Lissewege 699
Diest 596
Loppem 699
Diksmuide 597
Luik 699
Doornik 601
Maffle 707
Edingen 615
Marchienne-Au-Pont 707
Elouges 619
Marcinelle 707
Florennes 621
Marke 707
Froyennes 624
Marquain 709
COR PUS
L A MI NAE
689
CATALOGUS
|
885
Mechelen 710
Sint-Truiden 769
Melsele 721
Soignies
Mohiville
723
Spontin 773
Momalle 725
Templeuve 775
Mons: zie Bergen
Temse
725
772
776
Naast 727
Tielen 778
Neigem 727
Tienen 780
Nieuwpoort 729
Torhout 780
Nijvel 736
Verviers 781
Ninove 753
Vichte 781
Oekene 755
Vilvoorde 783
Orval 755
Vorst (Forest)
Oudenaarde
756
Warcoing 785
Oudenburg
757
Watou 787
Overijse 760
Wemmel 788
Petegem
761
Yves-GomezĂŠe 789
Ramecroix 763
Zottegem 790
784
Reningelst 763
886 |
Ronse 763
Addendum 791
Rosieres 763
Bibliografie 827
Ruddervoorde
764
Persoonsnamenregister 857
Rumbeke 768
Plaatsnamenregister 869
Sijsele 769
Index van de catalogus
CATALOGUS
873
COR PUS
L A MI NAE