Op verkenning 4 | Handleiding | Goede vaart | les 1 & 2

Page 1


4 3 . 4

HANDLEIDING

Goede Vaart

HERWERKTE VERSIE

Jeroen Reumers

Hendrik D'Hulster

Stefaan Casier

Jef Pazmany

Op verkenning – ‘Goede vaart’ – bestaat uit:

• een themaschrift

• een handleiding

• een Mijn VAN IN bordboek

Een volledig productoverzicht vind je op www.opverkenning.be.

Auteur:

Jeroen Reumers

Coördinator:

Hendrik D’Hulster

Doelencoördinator:

Stefaan Casier

Conceptcoördinator:

Jef Pazmany

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2025

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Gewijzigde herdruk 2025

Cover en lay-outconcept: HarderBetterFasterStronger

Opmaak: B.AD, EMPC - Barbara Vermeersch

Verhaal: Rien Broere

Tekeningen: Eric Bouwens

Lessenoverzicht

Dit overzicht geeft de kern van alle lessen weer. Het laat je toe snel te beoordelen of je de door de auteurs gekozen volgorde van de lessen wilt aanhouden of een andere volgorde verkiest.

VERHAAL – De Dolphijn (Rien Broere)

In het midden van het themaschrift zit een boeiend kortverhaal. Verhalen brengen het onderwerp van het thema tot leven en zorgen ervoor dat de leerlingen zich kunnen inleven in de wereld van de personages. Hoe en wanneer je het verhaal een rol laat spelen tijdens dit thema, bepaal je zelf. Lees je het bij het begin van het thema, tussendoor of achteraf? Je kiest zelf het gepaste moment en de geschikte plaats.

LES

1 - Ga je mee op

verkenning?

De leerlingen maken kennis met het thema ‘Goede vaart’. Ballonvaart, ruimtevaart, in volle vaart … Afijn, het zal zo’n vaart wel niet lopen, hè? Enerzijds spreken ze hun verwachtingen uit, anderzijds geven ze aan wat ze al weten. Ze overlopen de inhoud van het themaschrift.

LES 2 - De weg van mijn plasje

Op een kaart van België markeren de leerlingen de weg die hun plasje aflegt voor het in de zee verdwijnt. Daarna bezoeken ze een waterloop in de buurt van de school. Ze leren ook het verschil tussen een vlak, een heuvelachtig en een bergachtig landschap.

LES 3 - Zet eens wat vaart achter die kaart.

In deze les leren de leerlingen hoe ze in functie van een vraag een bepaalde kaart moeten kiezen. Ze leren een kaart lezen en werpen een eerste blik in een atlas. Ze ontdekken dat er veel verschillende kaarten bestaan. Ze leren eenvoudige gegevens in een atlas opzoeken en interpreteren. Noem het ‘Op verkenning in de atlas’.

LES 4 - ’t Kompas komt van pas.

De leerlingen maken kennis met vijf grote verkenningsreizigers. Ze situeren hen in tijd en ruimte. Daarna maken ze zelf een kompas met een kurk, een naald en een kom water. Als dat klaar is, hangen ze woordkaarten met windstreken en tussenwindstreken aan de muur omhoog.

LES 5 – Vaart maken

In deze les leren de leerlingen dat de mens telkens maar sneller, zuiniger, hoger, goedkoper en verder wil. Dat ontdekken ze aan de hand van de evolutie van Lego. Daarna krijgen ze zicht op de ontwikkeling en de evolutie van de luchtvaart en de scheepvaart.

LES 6 – Naar de maan!

De leerlingen maken een virtuele reis naar de maan. Ze herbeleven de ruimtereis van Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins, bespreken de voordelen en achterhalen de enorme risico’s van zo’n reis, van zo’n vaart. De leerlingen kunnen dat historische feit kaderen in ruimte en tijd. Ze weten waar en wanneer het precies plaatsvond.

LES 7 - Mars, meer dan een snoepreep

In de les zoeken de leerlingen een aantal eigenschappen van Mars op. Ze vergelijken een reis naar Mars met een reis(je) naar de maan. Hoe plannen we onze eigen Marsreis? Welke risico’s zijn daaraan verbonden? En wanneer zou het ten vroegste kunnen?

LES 8 – Voorwaarts Mars!

In een gedachte-experiment sturen we enkele klasgenoten naar Mars. Waaraan moeten ze op lichamelijk, geestelijk en sociaal vlak voldoen? Wie sturen we het best mee? Hoeveel kans is er dat ik mee mag? De leerlingen onderzoeken het.

LES 9 - Wij, wij varen samen.

Samenwerken is hier de boodschap. De leerlingen kiezen een goed doel en werken samen om koekjes te bakken en te verkopen. Ze zoeken uit welke ingrediënten en materialen ze nodig hebben en bedenken een promotie- en verkoopplan. Na afloop geven ze elkaar een pluim voor de goede samenwerking.

SAMENVATTING

De leerlingen zetten de leerstof uit dit thema nogmaals vast. Met een quiz en een presentatie hernemen ze flinke stukken leerstof. Ze leren hoofd- van bijzaken onderscheiden. Wat moet of kan ik leren en onthouden en wat is van minder groot belang? Ze vatten de leerstof van dit thema samen.

Themaplanner

Lestitel

Les 1: Ga je mee op verkenning?

Les 2: De weg van mijn plasje

Voorbereiding

Inhouden

• Verwachting uitspreken.

• De inhoud van het thema ontdekken.

Les 3: Zet eens wat vaart achter die kaart.

Les 4: ’t Kompas komt van pas.

Voor de leerkracht

Ga na welke waterlopen in de buurt van jullie school stromen en plan een uitstap naar de dichtstbijzijnde.

Les 5: Vaart maken

Voor de leerkracht

Voorzie in voldoende kompassen zodat je er een per twee leerlingen hebt.

• De weg beschrijven die hun plasje aflegt.

• Hydrografische kaart van België lezen.

• Een vlak, heuvelachtig en bergachtig landschap herkennen.

• Met kaarten werken: windrichting en legende.

• Juiste kaarten zoeken waarop informatie te vinden is.

• Vijf verkenningsreizigers leren kennen.

• Een kompas maken. (optioneel)

• Windstreken en tussenwindstreken op een windroos aanduiden.

• De evolutie in de scheepvaart en luchtvaart ontdekken.

• Boten en vliegtuigen ordenen volgens de technische vooruitgang.

Les 6: Naar de maan!

Les 7: Mars, meer dan een snoepreep

Voor de leerkracht

Zoek zelf zo veel mogelijk informatie op over de eerste maanlanding.

• Zicht krijgen op de eerste maanlanding.

• De maanlanding situeren in tijd en ruimte.

• Filmpjes bekijken over de ruimtevaart.

• Gegevens over Mars opzoeken en afstanden vergelijken.

• Nadenken over de risico's van een Marsreis.

Media

• themaschrift p. 2-3

• dvd 1 nr. 1

• kopieerblad p. 1-4

• themaschrift p. 4-5

• prentenset: prenten nr. 1-2

Andere materialen

• stevig papier

• scharen

• plakstiften

• een aantal kopieën van het gemeenteplan met alle waterlopen

50'

2 x 50’

• themaschrift p. 6-7

• prentenset: prent nr. 3

• atlassen

• kladpapier

• themaschrift p. 8-9

• dvd 1 nr. 2

• kopieerbladen p. 5-12

• een tiental lege posters

• een computer en printer

• een kom met water, een kurk, een naald en een magneet

50’

• themaschrift p. 10-11

• dvd 1 nr. 3

• kopieerbladen p. 13-14

• pionnen

• plakstiften

• themaschrift p. 14-15

• kopieerblad p. 15

• themaschrift p. 16-17

• dvd 1 nr. 4-5

• kopieerblad p. 16

• kladpapier

50’

50’

50’

50’

Lestitel

Les 8: Voorwaarts Mars!

Les 9: Wij, wij varen samen.

Voorbereiding

Samenvatting

Voor de leerkracht

Reserveer een keuken waar je met de hele klas koekjes kunt bakken of zoek ouders die het willen doen. Vraag op school of je de koekjes na afloop daar mag verkopen.

Leren Leren Voor de leerkracht

Als je zelf geen instrument bespeelt, ga dan op zoek naar een collega die dat kan.

Inhouden

• Leren dat voorzorgen nemen de kans op ongevallen verkleint.

• Testen hoe fit we zijn op lichamelijk, geestelijk en sociaal vlak.

• Leren samenwerken en ervaren dat regels vaak een noodzaak zijn.

• De leerstof samenvatten.

• Hoofdzaken van bijzaken leren onderscheiden.

• Hoe leren we de inhoud van dit thema uit ons hoofd?

• Hoe vatten we die inhoud samen?

Media Andere materialen Lesduur

• themaschrift p. 18-19

• kopieerbladen p. 17-18

• themaschrift p. 20-21

• cd 1 nr. 1

• springtouwen

• enkele setjes naald en draad

• kladpapier

• chronometers

• (eventueel) enkele tangrams

• materiaal om koekjes te bakken

• dertig stapelbare plastic bekers

• tien stevige elastieken

• een bol fijn touw

50’

75’

• themaschrift p. 22-23

• PowerPoint nr. 1

• themaschrift p. 24

• een stapel jetons

50’

• een blokfluit of piano of …

25’

Ga

Domein(en): ruimte

Onderwerp: kennismaken met het thema

Lesduur: 50 minuten

LEERPLANDOELEN

Bij het onlinelesmateriaal vind je een overzicht met alle leerplandoelstellingen per les.

MATERIAAL

Voor elke leerling

• themaschrift p. 2-3

• kopieerbladen p. 1-4

• een schaar

• een plakstift

Voor de leerkracht

• bordboek

• dvd 1 nr. 1

Het doel van de les

In deze les:

- durf ik vertellen wat ik over dit thema al weet.

- spreek ik mijn kennis en mijn verwachtingen over dit thema uit.

- ontdek ik de inhoud van dit thema.

Voorbereiding

Maak voor elke leerling een kopie van de kopieerbladen p. 1-4 op iets steviger papier.

Start

Goede vaart

Stel het themaschrift voor door de titel op het bord te schrijven.

TIP:

Hebben ouders beroepen in relatie tot dit thema?

Doe er iets mee!

LEREN-LERENTIP:

Voorspellen waar een boek, een hoofdstuk, een thema over gaat, is een belangrijke vaardigheid binnen leren leren. Buit die mogelijkheid uit.

Breng het klasgesprek op gang met deze vragen:

• Waar slaat die titel op?

• Tegen wie heb je dat ooit al gezegd?

• Waar zal dit thema over gaan? Kunnen we samen de inhoud voorspellen?

• Wat zullen we samen leren?

• Welke nieuwe dingen zullen we na afloop weten?

• Wat weet je er nu al over?

Kern en verwerking

Een nieuw themaschrift

Laat de leerlingen hun themaschrift openen bij opdracht 1 en laat ze het een kwartslag draaien. Bespreek de foto van de luchtballon met de tekstfragmenten errond. Geef het woord aan de leerlingen.

• Waarom staat hier een luchtballon afgebeeld? Omdat een luchtballon door de lucht vaart. / Met een luchtballon kun je varen. / Men spreekt weleens over ballonvaarders.

• Welke van de fragmenten spreekt je aan? En waarom?

• Over welk fragment wil je iets aan de klas vragen? Of wil je iets vertellen?

• Welk fragment snap je niet?

• Welke woorden staan vet gedrukt? En weet jij waarom?

Laat de leerlingen pas daarna het themaschrift doorbladeren. Laat hen reageren en noteer hun vragen en bedenkingen.

Luchtvaart in de klas

Bezorg de leerlingen een blad papier en laat hen een vraag, bedenking, mening … over dit thema opschrijven. Overloop klassikaal wat de leerlingen hebben genoteerd. Doe het op deze manier:

• Wat kun je daar nu al over vertellen?

• Wat hoop je daar precies over te weten te komen?

Afronding

Pop-upluchtballon

Bekijk het filmpje via het bordboek of dvd 1 nr. 1. Met de kopieerbladen p. 1-4 en het themaschrift bij opdracht 2 kunnen de leerlingen nu drie pop-upluchtballonnen maken. Voorzie één of meerdere grote vellen papier (afhankelijk van het formaat) waarop de leerlingen één pop-upluchtballon kunnen kleven. Zo krijg je een leuke klasposter om op te hangen. De andere kleven ze op een apart blad en kunnen ze meenemen naar huis.

Laat de leerlingen hun belangrijkste vraag op de grootste ballon noteren enzovoort. Speel tijdens dit thema in op hun vragen en haal ze tijdens de syntheseles opnieuw tevoorschijn.

TIP:

Als je voldoende tijd hebt, kun je de leerlingen een vliegtuigje laten vouwen van het blad met hun vragen of bedenkingen. Online vind je snel allerlei afbeeldingen van vouwplannen.

2

LES 1

Ga je mee op verkenning?

Lees en bespreek met de leerkracht. 1

1957 wordt gezien als het begin van de ruimte vaart . Aye aye, kapitein! We varen met een snelheid van 30 knopen

GOEDE VAART

Maak met behulp van het kopieerblad en het filmpje drie pop-upballonnen.

Maak een grote klasposter met alle ballonnen.

De Kemmelbeek, de Handzame vaart en de Ieperlee zijn drie zijrivieren van de IJzer.

Vroeger trokken paarden de schepen langs de vaart .

Pretparken op een kaart opzoeken, het zal zo'n vaart wel niet lopen, zeker?

LES 1 Ga je mee op verkenning? 3

Allee hup! Volle vaart naar Mars.

De weg van mijn plasje

Domein(en): techniek / natuur

Onderwerp: door welk landschap stroomt water?

Lesduur: 2 x 50 minuten

LEERPLANDOELEN

Bij het onlinelesmateriaal vind je een overzicht met alle leerplandoelstellingen per les.

MATERIAAL

Voor elke leerling

• themaschrift p. 4-5

• een kopie van het gemeenteplan met alle waterlopen

Voor de leerkracht

• bordboek

• prentenset: prenten nr. 1-2

Het doel van de les

In deze les:

- beschrijf ik op een kaart van België de weg die ‘mijn plasje’ aflegt.

- herken ik een vlak, heuvelachtig en bergachtig landschap.

Voorbereiding

Voor de leerkracht

Denk goed na over welke waterloop in de buurt van de school je kunt bezoeken. Voorzie in een apart lesuur voor dat bezoek.

Zoek uit hoe het water uit je gemeente in de zee terechtkomt. Welke weg volgt het? (Bv. Kleine Kemmelbeek, Kemmelbeek, IJzer, Noordzee)

Start

Escher – water lijkt omhoog te lopen

Toon via het bordboek het kunstwerk van Escher. Laat de leerlingen eerst vrij reageren en stel nadien deze richtvragen:

TIP:

Tik bij Google ‘gezichtsbedrog’ in.

TIP:

Giet een flinke scheut water op een tafel, hou de tafel schuin en laat zo zien dat water altijd van boven naar beneden stroomt.

• Wie tekende dit kunstwerk? Maurits Cornelis Escher

• Wat lijkt er niet te kloppen? Water moet altijd naar beneden lopen.

• Welke andere voorbeelden van gezichtsbedrog ken jij?

• Wie zou Escher precies zijn? Projecteer via het bordboek het wikipedia-artikel over Escher.

Besluit: water loopt altijd van boven naar beneden. Van een hoger punt naar een lager punt.

Kern en verwerking

De weg van mijn plasje

Als een leerling terugkomt van het toilet, grijp je dat moment aan om je les te starten. Giet eventueel aanvullend of als alternatief een glas water in de wastafel in je klas.

• Wat ben je gaan doen, Laura? Ik ben gaan plassen.

• Wat is er met je plasje gebeurd? Dat heb ik doorgespoeld.

• Waar komt het dan eerst terecht? Het loopt door de afvoerbuizen naar de riolering.

• Waar loopt dat water daarna naartoe? Naar het waterzuiveringsstation, waar het wordt gezuiverd.

• In welke waterloop eindigt het water? Toon dat op een atlaskaart of op waterinfo.be.

• En via welke waterlopen stroomt het water dan verder? Bv. Via de Demer komt het in de Dijle en zo in de Rupel en de Schelde. (Bespreek jullie plaatselijke situatie.)

• Waar komt al het water uiteindelijk terecht? in zee

Je kunt de oefening herhalen voor een andere plaats in ons land. Neem dan bij voorkeur een plaats met een andere stroom: de Schelde, de Maas of de IJzer.

Laat de leerlingen bij opdracht 1 met een vet blauw potlood de weg overtrekken die hun plasje aflegt. Sta ook stil bij de namen van de grootste rivieren van ons land: de IJzer, de Schelde en de Maas. Die overtrekken ze met een vet rood potlood.

Neem een kopie van je eigen gemeenteplan met de beekjes en waterlopen en begin zo het eerste stuk klassikaal op te lossen. Zodra je weet in welke waterloop het water terechtkomt, ga je verder in het themaschrift.

Besluit: al het water komt via waterlopen in de zee terecht. Welke weg het precies aflegt, verschilt van plaats tot plaats.

Onze waterloop

Maak tijd om de waterloop die het dichtst bij de school loopt te bezoeken.

• Hoe snel stroomt het water?

• Hoe ziet de omgeving eruit?

• Hoe ziet de horizon eruit? Is die vlak, heuvelachtig of bergachtig?

• In welke richting stroomt het water? Gooi enkele takjes of blaadjes in de rivier.

• Staat het water altijd even hoog of niet? Waaraan kun je dat merken?

• Is de waterloop onderhevig aan getijden? Leg uit. Dan kan het water bij hoogtij stroomopwaarts stromen. Hou daar rekening mee.

• Hoe ver zijn we van de zee?

Afronding

Terug in de klas overloop je opdracht 2 klassikaal. Ze duiden aan of het om een vlak, een bergachtig of een heuvelachtig landschap gaat. Kondig daarna aan dat we in een volgende les verder zullen werken met kaarten.

Achtergrondinformatie

Maurits Cornelis Escher was een Nederlandse kunstenaar die leefde van 1898 tot 1972.

Hij is bekend om zijn houtsneden, houtgravures en lithografieën. Daarin speelt hij vooral met wiskundige principes. Zijn werken zijn vaak onmogelijke constructies die oneindig lijken door te gaan en steunen op gezichtsbedrog.

Het werk dat we in de klas gebruiken, heet Waterval en is een litho uit oktober 1961. Het is een perpetuum mobile waarbij het water naar beneden lijkt te lopen langs een pad, maar toch boven aan de waterval eindigt. Escher creëert dat effect door twee penrose-driehoeken te gebruiken.

In Het Paleis in Den Haag kun je een permanente tentoonstelling bezoeken van 150 werken van M.C. Escher.

Naar: Wikipedia

Waar gaat ons afvalwater naartoe?

Stap 1: lozen in het riool of zelf zuiveren

Als je de afwas doet, een douche neemt of naar het toilet gaat, verlaat het afvalwater je gebouw langs de privéwaterafvoer. Als er nog geen riolering in de straat ligt of als je zelf je afvalwater zuivert, dan loos je het rechtstreeks in de bodem, een gracht of een waterloop. In alle andere gevallen vangt een riool het afvalwater op.

Stap 2: inzameling en transport van afvalwater

Je gemeente heeft de taak om het afvalwater in te zamelen en tot een bepaald punt te transporteren.

Daarna voert het gewest het afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsstation.

Stap 3: zuivering

In het station zuiveren ze het afvalwater, al dan niet gemengd met regenwater, in verschillende stappen totdat de kwaliteit voldoende is om het te lozen in een waterloop.

Naar: www.vmm.be

Stroomgebieden in België

Bijna al het water in België komt terecht in drie stroomgebieden: de IJzer, de Schelde en de Maas. Die drie rivieren transporteren het water naar de zee. Een klein deel daarvan gaat naar de Rijn en de Seine.

LES 2

De weg van mijn plasje

In deze les ...

beschrijf ik op een kaart van België de weg die 'mijn plasje' aflegt. herken ik een vlak, heuvelachtig en bergachtig landschap.

Markeer de weg van jouw plasje blauw. Markeer de Maas, de Schelde en de IJzer rood. 1

NOTITIES

heuvelachtig

bergachtig

LES 2 De weg van mijn plasje 5
vlak

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.