HO_Voorbeeldhoofdstuk_Praktisch economisch recht basisbeginselen 2024

Page 1


1 Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de onderneming

Hoofdstuk 1

Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de onderneming

Voor het toepassingsgebied en de regels met betrekking tot de vrijheid van ondernemen en de algemene verplichtingen van de onderneming moeten we terugvallen op het Wetboek van Economisch Recht

1 De onderneming

1 We vinden de definitie die aangeeft wie wel en wie geen onderneming is terug in het Wetboek van Economisch Recht. Dit ondernemingsbegrip is van toepassing in de volledige economische wetgeving, voor zover er in een bepaald boek van het WER geen andere definitie is opgenomen.

Het uitoefenen van een economische activiteit is in het nieuwe ondernemingsbegrip doorslaggevend om te bepalen wie een ‘onderneming’ is.

De definitie is als volgt:

Een onderneming is elk van volgende organisaties:

iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent; iedere rechtspersoon; iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid.

Zijn dan geen ondernemingen:

iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen winstuitkering als doel heeft en die ook in feite geen uitkeringen verricht aan haar leden of aan personen die een beslissende invloed uitoefenen op het beleid van de organisatie; iedere publiekrechtelijke rechtspersoon die geen goederen of diensten aanbiedt op een markt; de Federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de hulpverleningszones, de prezones, de Brusselse Agglomeratie, de gemeenten, de meergemeentezones, de binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

VOORBEELD

Vallen dus ook onder het nieuwe ruime ondernemingsbegrip: – maatschappen (vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid); – vzw’s; – vrije beroepers zoals geneesheren en advocaten; – landbouwers.

De economische bedrijvigheden van de overheid vallen in principe niet onder het ondernemingsbegrip. De politieke taak van de overheid en de overheidsinstellingen bestaat immers uit het behartigen van het algemeen welzijn, wat een economische activiteit uitsluit. Nochtans worden de verrichtingen van bepaalde overheidsbedrijven wel als economische activiteit beschouwd en dat op grond van de bijzondere wetten waarbij hun organisatie en de werking wordt geregeld.

VOORBEELD

De NMBS en bpost worden wel als onderneming beschouwd omdat zij als overheidsbedrijven een economische activiteit uitoefen. Zij bieden uiteraard goederen en diensten aan op een markt. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) is een publiekrechtelijke rechtspersoon die geen goederen en diensten aanbiedt op de markt. Zijn opdracht is te waken over de veiligheid in de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant. Het agentschap wordt dus niet als onderneming beschouwd.

2 Het vaststellen dat er sprake is van een onderneming, heeft belangrijke gevolgen. Zo kunnen ondernemingen bijvoorbeeld failliet verklaard worden of in aanmerking komen voor de maatregelen waarin wordt voorzien door het insolventierecht. De onderneming is bovendien beschermd tegen oneerlijke praktijken van derden, bv. door de merknaam te deponeren.

De bewijsmiddelen tegen ondernemingen zijn ook ruimer (zie het bewijs in ondernemingszaken). De geschillen worden behandeld voor een gespecialiseerde rechtbank, met name de ondernemingsrechtbank.

Er wordt ter bescherming van derden een vermoeden gehanteerd dat elke verbintenis van de onderneming een ondernemingsactiviteit is en dit tot het tegendeel bewezen is.

Geef drie concrete voorbeelden van organisaties die onder de definitie van ‘onderneming’ vallen en verklaar.

2 De vrije en intellectuele beroepen

Er bestaat geen officiële opsomming van alle vrije beroepen. Men gaat wel uit van een aantal gezamenlijke kenmerken zoals het bestaan van een deontologische code en een wettelijke regeling voor toegang tot het beroep. Daarbij gaat het onder meer om diplomavereisten en het volgen van verplichte vorming.

Zo zijn er bijvoorbeeld specifieke reglementeringen die bijzondere voorwaarden vastleggen voor de uitoefening van het beroep voor erkende accountants, fiscaal accountants, gecertificeerde accountants, gecertificeerde belastingsadviseurs, gecertificeerde fiscaal accountants, vastgoedmakelaars, landmetersexperten, psychologen, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bedrijfsrevisoren, wisselagenten en vermogensbeheerders, architecten, medische en paramedische beroepen (geneesheren, kinesitherapeuten, tandartsen, verpleegkundigen) en verzekeringstussenpersonen. Voor al die beroepen werden ook specifieke beroepsfederaties opgericht. Er is ook een overkoepelende federatie vrije beroepen: www.federatievrijeberoepen.be.

Zoek voor de erkende accountants, de advocaten, de kinesitherapeuten en de vastgoedmakelaars de specifieke beroepsfederatie op het internet.

Door de invoering van de nieuwe definitie van het ondernemingsbegrip vallen ‘vrije beroepen’ als natuurlijke personen die op zelfstandige basis een economische activiteit uitoefenen ook onder het nieuwe begrip onderneming.

Zoek via de jaarlijkse Polsslag van de federatie vrije beroepen eens op hoe het aantal vrije beroepsbeoefenaars zich verhoudt tegenover het totaal aantal zelfstandige ondernemers in België en in de provincie waar jij woont.

https://www.federatievrijeberoepen.be/pubs.jsp

3 Het statuut van de ondernemer

3.1 De toegang tot ondernemingsactiviteiten

3.1.1 De vrijheid van ondernemen

Elke burger is vrij om enige economische activiteit naar keuze uit te oefenen. Het merendeel van het regelgevend kader waarbinnen deze economische activiteit kan uitgeoefend worden vinden we terug in Boek III van het Wetboek Economisch Recht, dat de vrijheid van vestiging, dienstverlening en algemene verplichtingen van de ondernemingen behandelt.

In de huidige tijd is het van belang te beklemtonen dat de vrijheid van ondernemen en van vrije – en eerlijke – mededinging een van de hoekstenen vormt van het economisch recht van de Europese Unie.

3.1.2 De juridische bevoegdheid

3.1.2.1 Handelingsbekwaamheid

Om ondernemingsactiviteiten te kunnen doen en om commerciële verbintenissen te kunnen aangaan, moet men juridisch bekwaam zijn. Dat houdt in dat men niet alleen rechtsbekwaam moet zijn (wat in een moderne rechtstaat in beginsel eenieder is), maar tevens handelingsbekwaam. Men moet dus bekwaam zijn om zijn rechten en plichten zelf en zelfstandig uit te oefenen.

Elke meerderjarige burger (vanaf de volle leeftijd van 18 jaar) is in principe volledig handelingsbekwaam. Op die regel bestaan wel een aantal uitzonderingen, onder andere voor wat betreft mensen met een geestesstoornis.

3.1.2.2 Onverenigbaarheden

Een aantal burgers mag geen ondernemingsactiviteiten uitvoeren. Het betreft personen die in de samenleving bepaalde ambten bekleden, functies of beroepen uitoefenen in het algemeen belang. Het goed vervullen van die functies is onverenigbaar met activiteiten met een economisch doel en winstbejag. Er kan immers sprake zijn van belangenvermenging.

Zo’n onverenigbaarheid treft alle personen die een rol spelen bij de rechtsbedeling, zoals de magistraten, advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen en verder de personen in overheidsdienst.

VOORBEELD

– Voor de operationele politiediensten gelden absolute beroepsonverenigbaarheden. Zo mogen zij als onderwijzend personeel bij een erkende rijschool geen praktisch onderricht geven op de openbare weg.

– Magistraten kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad.

– Leden van de raad van bestuur of gemeenschapsafgevaardigden van de Vlaamse regering bij een overheidsinstelling, die ook ondernemer zijn, mogen geen ondernemingsactiviteiten uitvoeren met deze instelling. Bv. een lid van de raad van bestuur van de VRT mag geen goederen of diensten leveren aan de VRT.

– Het beroep notaris is onverenigbaar met dat van ontvanger van de directe of indirecte belastingen of commissaris van politie.

3.1.2.3 Beroepsverboden

Bij wijze van (bijkomende) sanctie, kan aan bepaalde personen door de rechter het verbod worden opgelegd om (verder) ondernemingsactiviteiten of bestuursfuncties uit te oefenen in sommige vennootschappen. Dit verbod kan zowel door de strafrechter als door de ondernemingsrechtbank, m.n. in het kader van een faillissement opgelegd worden. Door de wet van 4 mei 2023 werd een centraal register van bestuursverboden ingericht.

Een bestuursverbod opzoeken in het Centraal register kan via https://justban.just.fgov.be

De toegang is publiek en je kunt zoeken op naam en geboortedatum maar ook op ondernemingsnummer.

3.2 De formele verplichtingen van de onderneming

Het gaat hier om verplichtingen die van toepassing zijn op ondernemingen in België. Als er afwijkingen zijn aan de algemene regelgeving voor ondernemingen in het Brussels Gewest dan vermelden we die.

3.2.1 Inschrijven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO)

Een onderneming moet zich voor aanvang van haar activiteiten inschrijven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Dit is een centraal (elektronisch) register voor het hele land met informatie over:

Elke natuurlijke persoon die in België een onderneming is. Het gaat dus om iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent.

Elke rechtspersoon naar Belgisch recht.

Elke rechtspersoon naar buitenlands of internationaal recht die in België over een zetel, een vestigingseenheid of een bijkantoor beschikt.

Elke andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die verplicht is zich in te schrijven in de KBO.

Elke vestigingseenheid van voorgaande ondernemingen, waar activiteiten worden uitgevoerd op een adres in België.

Bij inschrijving (de wet spreekt over geregistreerde entiteiten) van een onderneming (of een vestigingseenheid van een onderneming) krijgt deze een uniek identificatienummer, het ondernemingsnummer of vestigingsnummer. De nummers zijn niet overdraagbaar tussen ondernemingen.

Hoofdstuk 1 Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de onderneming

Sedert 19 september 2023 zijn de eerste ondernemingsnummers toegekend die beginnen met het cijfer 1. De bestaande ondernemingen die nog een nummer hebben dat begint met het cijfer 0, behouden dit ook.

De KBO is gestoeld op het ‘only once’-principe, of ook ‘de unieke inzameling van gegevens’ voor de bedrijven. De ondernemingen moeten niet langer dezelfde formaliteiten bij verschillende administraties vervullen. De KBO staat in voor de informatie-uitwisseling tussen de verschillende administraties. De KBO is ook verbonden met het Europees systeem van handels- en vennootschapsregisters (BRIS).

Bij inschrijving in de KBO zijn de volgende gegevens verplicht te vermelden: de naam of de firmanaam; de nauwkeurige aanduiding van de adressen, van de maatschappelijke zetel en van de verschillende vestigingseenheden in België; de rechtsvorm; de rechtstoestand (minnelijk akkoord, ontbinding, stopzetting …); de oprichtings- en de stopzettingsdatum van de geregistreerde entiteit of de vestigingseenheid; de identificatiegegevens van de oprichter, mandatarissen en lasthebbers van de geregistreerde entiteit; de economische activiteiten die de geregistreerde entiteit uitoefent (alle economische activiteiten zijn omschreven in de NACEBEL-lijst; elke activiteit heeft een code, die bestaat uit een nummer en een omschrijving); andere basisidentificatiegegevens die verstrekt moeten worden op het ogenblik van de oprichting van de rechtspersoon; de aanduiding van de toelatingen, erkenningen en de vergunningen waarover de geregistreerde entiteit beschikt; in voorkomend geval, de verwijzing naar de website van de de geregistreerde entiteit, haar telefoonnummer en haar e-mailadres; de gegevens betreffende de betaalrekeningen (bv. zichtrekeningen) van de geregistreerde entiteit.

Die gegevens zijn een bron van – ook statistische – informatie voor de overheid en voor andere belanghebbenden, zoals schuldeisers, leveranciers en concurrenten.

De toepassing KBO Public Search geeft de mogelijkheid om de NACEBEL-codes en andere bedrijfsgegevens van de eigen zaak maar ook van andere ondernemingen te controleren.

De verplichting tot registratie is (ook) een middel om sluikhandel te bestrijden of te bestraffen.

Noteer via de website van Statbel (het Belgisch Statistiekbureau) de NACEBEL-code van ‘het ambachtelijk vervaardigen van brood en van verse banketbakkersproducten’.

De ondernemingen moeten hun ondernemingsnummer gebruiken in betrekkingen met andere ondernemingen alsook in betrekkingen met administratieve en gerechtelijke overheden. Bovendien moeten alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders en andere stukken uitgaande van inschrijvingsplichtige ondernemingen altijd het ondernemingsnummer vermelden. Dat geldt ook voor de door de onderneming gebruikte gebouwen, marktkramen, bepaalde vervoermiddelen en hun website en Facebookpagina.

Bovenvermelde documenten moeten eveneens de domiciliëring en het nummer van ten minste één betaalrekening, waarvan de inschrijvingsplichtige onderneming houdster is bij een kredietinstelling gevestigd in de Europese Economische Ruimte, vermelden.

Met het ondernemingsnummer kun je via ‘Check inhoudingsplicht’ van de FOD Financiën checken of een onderneming nog fiscale of sociale schulden heeft. Dit is handig wanneer je met deze onderneming zaken wenst te doen. Bedrijven zijn trouwens soms verplicht deze controle te doen vooraleer ze de factuur van een ander bedrijf betalen. Als er sociale of fiscale schulden zijn kan er namelijk een inhoudingsplicht bestaan. https://www.checkinhoudingsplicht.be/

Zoek via de KBO Public Search het ondernemingsnummer op van een onderneming uit jouw buurt. En check nadien of er fiscale of sociale schulden zijn.

Voor de inschrijving bij de KBO moeten de inschrijvingsplichtige ondernemingen zich tot een ondernemingsloket wenden. Dit zijn vzw’s. Het ondernemingsloket vervult de volgende taken: inschrijven van de inschrijvingsplichtige ondernemingen bij de KBO; schrappen of wijzigen van hun gegevens; nagaan of aan alle voorwaarden en vergunningen die nodig zijn om een bepaalde activiteit of een bepaald beroep uit te oefenen, voldaan is; de toegang tot de gegevens over de ondernemingen verzorgen; het inschrijvingsrecht en de andere kosten innen;

De ondernemingsloketten kunnen voor de ondernemer alle administratieve formaliteiten vervullen (inschrijving bij de btw, RSZ …).

Ondernemingen kunnen sommige gegevens ook zelf wijzigen.

Er zijn acht erkende ondernemingsloketten in België:

1 Acerta ondernemingsloket vzw;

2 Xerius ondernemingsloket vzw;

3 Eunomia vzw;

4 Formalis vzw;

5 Securex ondernemingsloket – GO-START vzw;

6 Partena ondernemingsloket vzw;

7 Liantis ondernemingsloket vzw;

8 U.C.M. ondernemingsloket vzw.

Een adressenlijst van de erkende ondernemingsloketten is terug te vinden bij het onlinemateriaal.

We vermelden hier nog even de verschillende extra stappen die een rechtspersoon moet ondernemen:

1 Vennootschappen en verenigingen zijn verplicht om het Centraal register bestuursverboden te raadplegen bij oprichting. Zij moeten ook een verklaring neerleggen bij de griffie van de ondernemingsrechtbank, waarbij ze verklaren dat er tegen de personen die ze als bestuurders aanduiden geen veroordeling werd uitgesproken door een rechtscollege van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

Bij het onlinemateriaal is het standaardformulier dat de ondernemingsrechtbanken hiervoor ter beschikking stellen terug te vinden.

2 Statuten en oprichtingsakte opmaken, al dan niet met behulp van een notaris, en neerleggen bij de griffie van de ondernemingsrechtbank. Een uittreksel uit de oprichtingsakte moet gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad.

3 De griffie geeft die gegevens door aan de KBO, die een ondernemingsnummer toekent.

4 Met dat ondernemingsnummer (ontvangen via de griffie van de ondernemingsrechtbank) richt de rechtspersoon zich tot het ondernemingsloket.

5 Het ondernemingsloket gaat nu na of wel degelijk aan alle vestigingsvoorwaarden voldaan is. Als dat het geval is, dan zal zij de onderneming inschrijven als geregistreerde onderneming, vestigingsnummer(s) toekennen en nota nemen van de activiteiten die de onderneming zal uitoefenen.

Het voorgaande beschreven proces van oprichting van vennootschappen en verenigingen wordt meer en meer online mogelijk:

1 In het kader van de digitalisering heeft de Federatie van Notarissen het platform Manage My Business opgericht. Via Manage My Business kan een vennootschap (BV, NV of een CV) opgericht worden met de virtuele begeleiding van een notaris. Ook de oprichtingsakte kan van op afstand opgemaakt worden. Ook de statutenwijzigingen en de stopzetting van de vennootschap kan online gebeuren.

Je kunt hier bijvoorbeeld vlot digitaal de gegevens die de notaris nodig heeft om de statuten en oprichtingsakte op te maken op voorhand doorgeven.

Welke gegevens moet je invullen om een oprichtingsakte en statuten te laten maken voor een bv? Onthoud deze elementen alvast voor wanneer het hoofdstuk vennootschappen wordt besproken. Deze link kan je helpen: https://manage-my-business.be/standaardmodel-besloten-vennootschap-bv/?lang=nl

2 Voor de oprichting van een vennootschap (VOF, Comm.V) of vereniging (VZW) waarvoor geen notariële akte nodig is, kan het volledige oprichtingsdossier online ingediend worden op de website van de Federale Overheidsdienst Justitie via de toepassing Just on Web (https://justonweb. be/companies). Fysieke verplaatsingen naar de Ondernemingsrechtbank zijn hier niet meer nodig.

3.2.2 Openen van een zakelijke betaalrekening

Ondernemers moeten houder zijn van een betaalrekening bij een kredietinstelling gevestigd in de Europese Economische Ruimte (EER).

Een betaalrekening (meestal een zichtrekening) is een basisbankdienst, die dient voor het beheer van geld via storting/afhaling en overschrijvingen (zie het deel Marktrecht, Betaalrekeningen en betalingsdiensten).

Tegenwoordig is het vanzelfsprekend dat de burgers en de ondernemingen over één of meer financiële rekeningen beschikken.

Geef twee redenen waarom in België en bij uitbreiding in Europa ondernemingen verplicht zijn om een betaalrekening te hebben.

3.2.3

Bekendmaken van de huwelijksovereenkomst

Ook ondernemingen staan met hun gehele vermogen in voor de betaling van hun schulden. De schuldeisers moeten precies weten op welke goederen uit dat vermogen zij bij wanprestatie van hun schuldenaar beslag kunnen leggen. Bij gehuwde ondernemers speelt het huwelijksvermogensrecht daarbij een grote rol.

De notaris doet een inschrijving (een registratie) van een huwelijksovereenkomst of een wijziging daarvan in het Centraal Register van Samenlevings- en Huwelijksovereenkomsten (enkel wettelijk samenwonende) (CRH; https://www.notaris.be/mybox).

Het is niet mogelijk om te zien onder welke huwelijksovereenkomst andere mensen gehuwd zijn. Zo kan een onderneming die een vordering heeft op een klant in het register bv. niet nakijken onder welke huwelijksovereenkomst die gehuwd is.

3.2.4 Een boekhouding voeren

Het Wetboek Economisch Recht bepaalt welke ondernemingen boekhoudplichtig zijn. Elke boekhoudplichtige onderneming moet een boekhouding voeren die aangepast is aan de aard en de omvang van het bedrijf.

Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent, iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid, de maatschap, de vennootschappen onder firma en de gewone commanditaire vennootschap met een omzet exclusief btw lager dan 500 000 EUR mogen een vereenvoudigde boekhouding (bestaande uit een financieel dagboek, een inkoopboek en een verkoopboek) voeren en moeten geen rekeningstelsel hanteren. Zij moeten wel jaarlijks een inventaris maken van alle bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen.

Daarnaast moeten ze wel een interne jaarrekening opmaken volgens een bij KB vastgelegd microschema. Ze zijn niet verplicht om de jaarrekening openbaar te maken.

Ook de verenigingen en stichtingen hoeven geen dubbele boekhouding te voeren.

Een vereenvoudigde boekhouding is uitgesloten voor bepaalde sectoren zoals verzekeringen, kredietverrichtingen en beleggingen en beursverrichtingen

De andere boekhoudplichtige ondernemingen moeten een dubbele boekhouding voeren en daarbij gebruikmaken van een minimaal wettelijk algemeen rekeningstelsel (MAR). Zij moeten ook jaarlijks een inventaris en een interne jaarrekening opmaken. De kleine vennootschappen mogen voor die jaarrekening een verkort schema gebruiken. Zowel de kleine als de grote vennootschappen die de rechtsvorm van een nv, een bv of een cv hebben aangenomen, zijn verplicht die jaarrekening ook openbaar te maken (neerlegging bij de NBB).

3.2.5 Voldoen aan de vestigingswet

3.2.5.1 De vestigingswet en de bevoegdheden van de gewesten Door de zesde staatshervorming werden de gewesten (Vlaamse, Brusselse en Waalse Gewest) bevoegd voor de regelgeving met betrekking tot de vestigingswetgeving. Hierbij is de ligging van het domicilieadres (eenmanszaken) of het adres van de maatschappelijke zetel bepalend om te weten onder welke gewestelijke reglementering de ondernemer valt. De Belgische regelgeving (vestigingswet) was overigens in strijd met de Europese Richtlijn die stelt dat elke Europeaan op een gelijke basis een onderneming moet kunnen starten in elke lidstaat. Als een ondernemer zijn beroep wettelijk kan uitoefenen in ‘zijn land’ dan moet hij dat op dezelfde basis kunnen uitoefenen in een andere lidstaat. De regels waren dus strenger voor Belgische onderdanen dan voor EU-onderdanen.

3.2.5.2 De afschaffing van de vestigingswet voor gereglementeerde beroepen in Vlaanderen

De vestigingswet werd afgeschaft in Vlaanderen. Wie in Vlaanderen een zelfstandige activiteit als ondernemer in hoofd- of bijberoep wil uitoefenen moet sinds 1 september 2018 geen bewijs van basiskennis bedrijfsbeheer meer leveren. In Vlaanderen heb je sinds 1 januari 2019 ook geen attest van beroepsbekwaamheid meer nodig om een zaak te kunnen oprichten.

Het is nu aan de federaties van de sectoren om de kwaliteit van de uitoefening van het beroep te garanderen. Dit kan via opleidingen, kwaliteitslabels en externe controles.

VOORBEELD

Voor de dakwerken, ruwbouwactiviteiten moest men bewijs voorleggen van specifieke beroepskennis. Het is evident dat het kennen en kunnen toepassen van de gangbare normen bij die activiteit noodzakelijk is om de veiligheid van de bouwwerken te kunnen garanderen. Het is dus nu in Vlaanderen aan de bouwfederatie om dit via opleidingen, kwaliteitslabels en controles te bewaken.

Daarnaast wordt een aantal kwaliteitsgaranties vastgelegd in de milieuwetgeving, de wetgeving inzake voedselveiligheid en gezondheid en veiligheid.

Belangrijk is om op te merken dat in het Waalse en het Brusselse Gewest de vestigingswet niet volledig is afgeschaft. Dus iemand (ook komend uit Vlaanderen) die zich in Brussel of Wallonië wil vestigen moet nog wel voldoen aan de oude vestigingswet.

VOORBEELD

Het domicilieadres of de maatschappelijke zetel van je vennootschap is in Antwerpen, en je werkt als bouwbedrijf ook in Brussel. In dat geval is er geen vestigingswet op jouw onderneming van toepassing.

3.2.5.3 De vestigingswet in het Brusselse Gewest en Wallonië

In het Brussels Gewest blijft een bewijs van basiskennis bedrijfsbeheer en van beroepskennis vooralsnog noodzakelijk. In het Brussels Gewest is de vestigingswet dus niet afgeschaft. Op de website van het Brussels Gewest en de website ondernemen in Brussel (https://economie-werk.brussels/beroepsbekwaamheid) kun je een overzicht vinden van alle gereglementeerde beroepen in Brussel en de aanvullende machtigingen en toelatingen die je nodig hebt voor bepaalde activiteiten zoals restaurateur en reisagentschappen en toeristische logies enz. De gereglementeerde beroepen zijn ingedeeld volgens de sectoren voeding, bouw, voertuigen, personenzorg en overige gespecialiseerde beroepen zoals installateurs-frigoristen en droogkuisers-ververs.

In Wallonië is de de vestigingswet gedeeltelijk afgeschaft. Zo is er sinds 1 januari 2019 bv. geen bewijs van beroepskennis meer nodig voor slager-groothandelaar, droogkuis-verver, voetverzorger, masseur/ masseuse en technicus in tandprothese.

3.2.5.4 Hoe het bewijs van basiskennis bedrijfsbeheer aantonen in het Brusselse en het Waalse Gewest?

Omdat de vestigingswet in het Brusselse Gewest en Wallonië niet volledig is afgeschaft, lichten we hieronder nog eens toe hoe je specifieke beroepskennis en een basiskennis bedrijfsbeheer kunt bewijzen.

De bedoeling van de vestigingswet was te waarborgen dat ondernemers beschikken over voldoende beroepsbekwaamheid en basiskennis van het goed beheer van een bedrijf, zodat de veiligheid en hygiëne in de bedrijven en de gezondheid van de consument en de bescherming van het leefmilieu niet in het gedrang komen.

1 Een getuigschrift van de instelling waar het diploma behaald werd, een stagecertificaat en/of praktische ervaring kunnen het bewijs van specifieke beroepskennis leveren.

2 Het bewijs van basiskennis bedrijfsbeheer kan worden geleverd door een getuigschrift of diploma of ook door praktijkervaring.

In beginsel moet conform de wetgeving elke kmo, natuurlijke persoon of rechtspersoon, die een activiteit uitoefent die in de KBO moet worden ingeschreven, bewijzen over een basiskennis van het bedrijfsbeheer te beschikken.

Het is niet noodzakelijk het zelfstandig ondernemingshoofd zelf die de basiskennis bedrijfsbeheer moet hebben en bewijzen. Dat kan ook een derde persoon zijn, die effectief het dagelijkse bestuur zal waarnemen, zoals de echtgeno(o)t(e), de wettelijk samenwonende, de partner waarmee hij minstens zes maanden samenwoont of de natuurlijke persoon die het dagelijks bestuur daadwerkelijk uitoefent.

Een aantal personen is vrijgesteld van het bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer en/of de beroepsbekwaamheid.

Er is geen bewijs vereist van de basiskennis van het bedrijfsbeheer voor kmo’s die op 1 januari 1999 al ingeschreven waren in het toenmalig bestaande handelsregister.

Een reeks andere beroepen zijn al onderworpen aan een reglementering. We denken daarbij aan accountants, bedrijfsrevisoren, architecten … Omdat die specifieke reglementeringen al voldoende garanties bieden voor hun competenties om het beroep uit te oefenen, zijn ze vrijgesteld van het bewijs basiskennis bedrijfsbeheer.

Er zijn ook een aantal uitzonderingen op het leveren van het bewijs van basiskennis bedrijfsbeheer en beroepsbekwaamheid. De uitzondering geldt voor de overlevende echtgenoot, wettelijk samenwonende of (feitelijk) samenwonende gedurende minstens zes maanden. De uitzondering geldt ook als een van de vernoemde personen ook bestuurder (of ander orgaan) van een vennootschap was.

Als het ondernemingshoofd overlijdt, zijn zijn kinderen gedurende drie jaar vrijgesteld. Die periode van drie jaar begint ten vroegste te lopen vanaf hun achttiende verjaardag.

Bij een overname is de overnemer gedurende één jaar vrijgesteld.

Als een onderneming ten slotte de basiskennis bedrijfsbeheer en/of de beroepsbekwaamheid verliest, doordat bijvoorbeeld de bestuurder die ze bezat uit de onderneming stapt, dan heeft ze zes maanden de tijd om de situatie te regulariseren en m.a.w. een nieuw bewijs van basiskennis bedrijfsbeheer en/ of de beroepsbekwaamheid te leveren.

Hoofdstuk 1 Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de onderneming

3.2.5.5 Vergunningen en toelatingen aanvragen en specifieke regels

Soms heb je een of meerdere vergunningen of toelatingen nodig om een bepaald type activiteit op te starten. De grote groepen zijn: de omgevingsvergunningen (stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning); vergunningen inzake voedselveiligheid; de groep van de socio-economische machtiging (afhankelijk van de handelsoppervlakte van je vestiging); de leurkaart voor ambulante handel met name huis-aan-huisverkoop; de specifieke activiteiten. Dit zijn specifieke richtlijnen en vergunningen voor bepaalde activiteiten, bv. voor personenvervoer.

VOORBEELD

Ook als je als onderneming voor het goede doel producten verkoopt, heb je een vergunning nodig. Dat is een vergunning voor niet-commerciële verkoop.

Een tankstation dat broodjes verkoopt, heeft hiervoor een vergunning nodig van de eetwareninspectie van het FAVV.

Om een stuk grond in te richten als parkeerplaats voor voertuigen of lichtreclames te plaatsen, heb je een stedenbouwkundige omgevingsvergunning nodig.

Zoek eens uit welke vergunningen je nodig hebt als je met een Foodtruck zou starten.

Voor de uitoefening van de vrije en intellectuele beroepen en voor banken en kredietinstellingen blijven specifieke regels van toepassing met betrekking tot het recht op vestiging.

Zo wordt de toegang tot en de uitoefening van de vrije en intellectuele beroepen gereglementeerd en door de ordes en instituten bewaakt (bv. de Orde van Geneesheren, de Orde van Advocaten en het Instituut der Bedrijfsrevisoren).

Ter bescherming van het spaarderspubliek moeten banken en kredietinstellingen die hun werkzaamheden in België willen uitoefenen, een vergunning krijgen van de Autoriteit voor Financiële diensten en Markten (FSMA). De FSMA houdt, naast de Nationale Bank van België (NBB) toezicht op de Belgische financiële sector.

Op de website van de NBB worden onder de rubriek ‘financieel toezicht’, de kredietinstellingen weergegeven met een vergunning in België.

Zoek een voorbeeld van een kredietinstelling naar Belgisch recht die in 2024 van de lijst van de vergunningen van de NBB geschrapt is. Kun je verklaren waarom? Welke spaarbanken hebben in België een vergunning gekregen?

Buitenlanders die geen burger zijn van de Europese Economische Ruimte en Zwitserland en die in België een zelfstandige activiteit willen uitoefenen, moeten een bedrijfsvergunning en een beroepskaart aanvragen bij het gewest (Waalse, Brussels Hoofdstedelijk en Vlaamse) waar ze zich wensen te vestigen. Hierop zijn bij KB vastgelegde uitzonderingen mogelijk.

VOORBEELD

Oekraïense vluchtelingen genieten tijdelijke bescherming (momenteel tot 4 maart 2026) en ontvangen een verblijfskaart van beperkte duur en zij zijn sedert 20 augustus 2022 vrijgesteld van de beroepskaart.

De gewesten hebben zelf bevoegdheid de wetgeving aan te passen.

Vlaanderen heeft dit inmiddels gedaan door middel van een Decreet dat in voege is gegaan vanaf 1 januari 2022.

Met deze nieuwe Vlaamse regels is het de bedoeling om via de beroepskaart ondernemingen aan te trekken die een innovatieve, economische, sportieve, artistieke- of culturele meerwaarde hebben voor Vlaanderen.

De nieuwe beoordelingsvoorwaarden zoals onder meer: zichzelf een minimumloon kunnen uitkeren, opleiding aantonen, jobcreatie in Vlaanderen, levensvatbaarheid van de onderneming, openbare veiligheid, enz. zorgen voor een vernieuwend en duidelijk wettelijk kader. De beroepskaarten zijn voor Vlaanderen voor 3 jaar geldig en kunnen worden verlengd.

De categorieën waarop het decreet zich richt zijn: Start-ups en scale-ups met een innovatief karakter, bv. nieuwe technologie toegepast in bestaande producten; Klassieke ondernemingen zoals een pitazaak of een restaurant met als voorwaarden: een startkapitaal van 18600 euro en de ondernemer moet een diploma van secundair onderwijs kunnen aantonen;

Speciale statuten: bv. kunstenaars of sportcoaches.

3.2.6 Een btw-nummer aanvragen

Zodra een onderneming een ondernemingsnummer krijgt, maar voor zij effectief haar activiteit start, moet zij een btw-nummer aanvragen.

De wet zegt immers: ‘Eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit geregeld en zelfstandig leveringen van goederen of diensten verricht, is in principe btw-plichtig (art. 4 W.btw).’

De ondernemer moet een formulier (terug te vinden op de de website https://financien.belgium. be/nl/ondernemingen onder de rubriek aanvang, wijziging en einde van de activiteit) invullen en indienen bij het bevoegde btw-controlekantoor. De onderneming kan die aanvraag zelf doen, het ondernemingsloket kan dat voor hem doen tegen betaling of een gemachtigde (bv. een accountant) kan de nodige stappen ondernemen.

VOORBEELD

Is de onderneming alleen in België btw-plichtig, dan moet ze btw 1234.567.899 noteren op alle hoger vermelde akten en documenten en op de website. Is de onderneming niet btw-plichtig, dan volstaat de vermelding van het ondernemingsnummer 1234.567.899.

Is de onderneming btw-plichtig en heeft ze ook intracommunautaire verrichtingen, dan moet ze btw BE 1234.567.899 vermelden. Als het om een rechtspersoon gaat, dan wordt hier ook bv. RPR Antwerpen aan toegevoegd. Dus btw BE 1234.567.899 RPR Antwerpen. Kleine ondernemingen (omzet van maximum 25 000 EUR) die kiezen voor de vrijstellingsregeling van btw mogen de letters BE niet vermelden, wel btw. Vanaf 1 januari 2025 kunnen zij ook vrijstelling krijgen in andere lidstaten van de EU. Dan vermelden ze BE 1234.567.899 EX.

Hoofdstuk 1 Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de onderneming

3.2.7 Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds

De zelfstandige ondernemer (persoon die in België een beroepsactiviteit uitoefent en die niet gebonden is door een arbeidsovereenkomst, dus geen werknemer is) moet de wetgeving inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen naleven en aansluiten bij een sociale verzekeringskas van hun eigen keuze ofwel bij de Nationale Hulpkas voor Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Het Statuut Student Zelfstandige (regeling voor studenten die tijdens hun studies starten met een eenmanszaak of vennootschap) voorziet in voordelige tegemoetkomingen voor de betaling van sociale bijdragen aan een sociale verzekeringskas.

Meer informatie kan je vinden op de website van de overheidsdienst Sociale zekerheid: https://socialsecurity.belgium.be/nl/statuut-student-zelfstandige-faq.

3.2.8 Registreren in het UBO-register (Ultimate Beneficial Owner)

De verplichte registratie van gegevens (naam, rijksregisternummer …) van ‘uiteindelijke begunstigden’ (UBO’s) is een maatregel tegen witwassen, financiering van terrorisme en voor het opsporen van fiscale fraude.

Daarom hebben de fiscus en de politie onbeperkt toegang tot het UBO-register.

Voor burgers is er een beperkte toegang als gevolg van de wet op bescherming van de privacy (GDPR).

Vennootschappen, (internationale) vzw’s en stichtingen zijn verplicht hun UBO’s te registreren in het UBO-register.

Dat zijn de natuurlijke personen die eigenaar zijn van meer dan 25 % van de aandelen of stemrechten van de vennootschap en de natuurlijke personen die zeggenschap hebben over de vennootschap door bijvoorbeeld een aandeelhoudersovereenkomst.

In de vzw’s en stichtingen zijn de UBO’s in principe de leden van de raad van bestuur.

Niet naleven van de verplichtingen voor het UBO-register is een reden voor ambtshalve doorhaling uit de KBO.

Praktisch gebeurt de registratie op de website van de FOD Financiën: https://financien.belgium.be/nl/E-services/Ubo-register.

3.2.9

Afsluiten van verzekeringen

Er zijn een aantal verzekeringen, die de ondernemer – afhankelijk van de activiteit van de onderneming – verplicht moet afsluiten: de beroepsaansprakelijkheidsverzekering om zich te verzekeren tegen onopzettelijke schade door een contractuele of een beroepsfout voor advocaten, accountants, architecten of artsen; de verzekering tienjarige aansprakelijkheid voor architecten, aannemers en andere dienstverleners uit de bouwsector; de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering brand en ontploffing voor zaken die toegankelijk zijn voor het publiek (winkels, horecazaken, kantoorgebouwen met meer dan 500 m2 publieke ruimte).

De sancties kunnen bestaan in het verbod om het beroep of de activiteit nog uit te oefenen, een strafrechtelijke sanctie en/of boete. Verder loopt men het risico de slachtoffers zelf te moeten vergoeden.

Daarnaast zijn er ook verzekeringen die niet verplicht zijn maar wel aan te raden, bijvoorbeeld de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid enz.

3.3 Enkele algemene verplichtingen van ondernemingen

3.3.1 Algemene verplichting van informatie, transparantie en niet-discriminatie

In het WER wordt een algemene verplichting van informatie, transparantie en niet-discriminatie opgelegd aan ondernemingen.

Een onderneming moet vooreerst informatie over zichzelf verstrekken aan klanten en die informatie op een eenvoudige manier ter beschikking stellen. Het gaat daarbij onder andere over de naam, de rechtsvorm, het adres, het ondernemingsnummer, de algemene voorwaarden, de eventuele contractuele garantie die de onderneming vermeldt …

Op vraag van de klant moet de onderneming nog bijkomende informatie verstrekken. Dat kan bijvoorbeeld gaan om: de manier waarop de onderneming de prijs berekent, zodat de afnemer de prijs kan controleren, of een voldoende gedetailleerde kostenraming als de precieze prijs van een goed niet gegeven kan worden; een verwijzing naar de geldende beroepsregels en de manier waarop gereglementeerde beroepen inzage in die regels kunnen krijgen; eventuele gedragscodes die op de onderneming van toepassing zijn alsook het adres waar zij elektronisch raadpleegbaar zijn en de beschikbare talen waarin deze codes raadpleegbaar zijn.

Daarnaast zijn er ook verplichtingen opgelegd van niet-discriminatie. Zo mogen de afnemers niet onderworpen worden aan discriminerende vereisten op grond van nationaliteit of woonplaats.

1 Zoek een vijftal instanties op die je met raad en daad kunnen bijstaan bij het opstarten van een onderneming en die je ook gedurende de levensloop van een onderneming zou kunnen raadplegen.

2 Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het Statuut Student Zelfstandige? En wat zijn de voordelen?

3 Wat zijn volgens jou de valkuilen voor een beginnende ondernemer? Waarom zou iemand zelfstandig ondernemer willen worden? Zou jij de stap zelf willen wagen? Waarom wel? Waarom niet?

3.3.2

De Algemene Verordening

Gegevensbescherming (AVG) of General Data Protection Regulation (GDPR)

3.3.2.1 Wat is GDPR of AVG?

De Algemene Verordening Gegevensbescherming is de Europese wetgeving die de regels bevat in verband met de bescherming van natuurlijke personen, met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en het vrije verkeer van persoonsgegevens.

Onder persoonsgegevens verstaat men alle informatie waardoor iemand geïdentificeerd kan worden, zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van de natuurlijke persoon.

VOORBEELD

Soms worden volgende persoonsgegevens gevraagd bij het maken van een account of het plaatsen van een bestelling op een webshop: je naam, je adres, je telefoonnummer, je leeftijd, of je gehuwd bent of niet, je e-mailadres, een foto van jezelf, een bankrekeningnummer.

Zoek eens uit welke persoonsgegevens jij hebt achtergelaten bij een bepaalde webshop.

Er zijn bepaalde persoonsgegevens die in de wetgeving extra beschermd worden, omdat het zogenaamde gevoelige gegevens zijn. Hiervoor voorziet de GDPR in extra regels en dus bescherming.

VOORBEELD

Gevoelige gegevens zijn onder meer politieke opvattingen, religieuze overtuiging, lidmaatschap van een vakbond. Gegevens over gezondheid, seksuele geaardheid, strafrechtelijke veroordelingen enz.

De GDPR is van toepassing op de geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van de persoonsgegevens en op de verwerking van de persoonsgegevens die in een bestand zijn opgenomen of die bestemd zijn om daarin te worden opgenomen.

De GDPR bevat dus regels over wat er mag gebeuren met persoonsgegevens, wat de toe te passen procedures zijn, maar ook hoe deze gegevens beschermd moeten worden.

3.3.2.2 Wettelijke basis

De wettelijke basis is de Algemene Verordening Gegevensbescherming, ook bekend als de GDPR van 27 april 2016. Een verordening bevat algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van toepassing is in alle lidstaten van de EU. Er is dus geen aparte nationale wetgeving vereist.

De verordening is daadwerkelijk in voege getreden op 25 mei 2018.

Bij het online materiaal kun je de verordening terugvinden.

We gaan in dit onderdeel in op de grote lijnen van de regelgeving in kwestie. Voor verdere informatie kun je altijd terecht op de website van de Europese commissie.

3.3.2.3 Een aantal belangrijke regels en rechten van de betrokkene

1 Ondernemingen zijn verplicht om op een begrijpelijke en transparante wijze te informeren (informatierecht) hoe de persoonsgevens van natuurlijke personen worden verzameld en hoe ze verwerkt worden. Daarnaast zijn ook het recht op inzage, het recht op correctie en verwijderen en het recht op bezwaar tegen een bepaald gebruik belangrijke rechten van de personen van wie de persoonsgegevens verzameld en verwerkt worden. Deze personen worden de betrokkenen genoemd.

VOORBEELD

Je kunt aangeven dat je niet langer gepersonaliseerde aanbevelingen op een webshop wilt ontvangen. Dat wordt bv. voor kleding vaak gebruikt.

Je kunt ook aangeven dat je geen post meer wenst te ontvangen.

Je kunt op elk moment inzage vragen in de gegevens die een webshop van jou bezit.

2 Ondernemingen moeten als de persoon erom vraagt, de persoonlijke gevens kunnen verwijderen, ook als de gegevens al zijn doorgespeeld of gedeeld met een derde partij.

VOORBEELD

Je hebt je aangemeld bij een supermarktplatform voor levering van bestellingen aan huis. Je hebt een profiel aangemaakt en ook toestemming gegeven voor het bijhouden van je aankoopgeschiedenis. Dat is handig bij volgende bestellingen. Ook je locatiegegevens zijn dus bekend bij het platform. Je wil nu je toestemming voor deze gegevensverwerking intrekken en je gegevens laten verwijderen. Dat is de uitoefening van het recht op verwijdering, de webshop zal de gegevens moeten verwijderen.

3 Ondernemingen zijn verplicht om het verzamelen, het verwerken en het opslaan van de persoonsgegevens te beperken tot specifieke en gerechtvaardigde doelen. Zij moeten deze doelen duidelijk maken aan de persoon van wie de gegevens verzameld worden. (De gegevens mogen dus niet verder gebruikt worden voor andere doeleinden.)

VOORBEELD

In het kader van het algemeen belang en de gezondheid moeten apothekers persoonsgegevens met betrekking tot aankoop van door een arts voorgeschreven medicatie bijhouden. Dit is het farmaceutisch dossier. Het kan voor een individuele persoon belangrijk zijn dat de apotheek bij aankoop van een medicijn kan uitmaken of het mag gebruikt worden in combinatie met medicatie die de persoon al gebruikt. Dit is een gerechtvaardigd doel, waartegen geen bezwaar mogelijk is. De medicatiehistoriek moet tenminste 12 maanden bijgehouden worden. De apotheker kan ook je aankopen registreren zonder voorschrift van een arts, maar hier kun je wel bezwaar tegen maken.

4 Ondernemingen mogen de persoonsgegevens niet langer bewaren dan nodig voor de doelen waarvoor ze zijn verzameld (= opslagbeperking).

VOORBEELD

Een vakantiepark moet, wanneer het persoonsgegevens van de klant verkrijgt, in duidelijke en eenvoudige taal uitleggen waarom het die gegevens nodig heeft (het doel), hoe ze die wenst te gebruiken en hoelang ze bewaard zullen worden.

5 Ondernemingen moeten een lek in de gegevens binnen 72 uur melden, tenzij het lek geen gevaar inhoudt voor de persoonlijke gegevens die verzameld werden. Het is de onderneming die moet kunnen aantonen dat er geen gevaar was voor de persoonsgegevens.

VOORBEELD

Op 1 augustus 2022 werd CASA NV (de interieurketen) slachtoffer van een cyberaanval met een lek in persoonsgegevens tot gevolg. Zij lanceerden op 2 augustus een persbericht en stuurden aan alle betrokkenen op 9 augustus 2022 een e-mail.

De inhoud van de e-mail van CASA NV is te bekijken bij het onlinemateriaal.

Een datalek kan ook ontstaan door het verlies van een USB-stick waarop niet-versleutelde privégegevens van klanten staan.

Hoe kun je zo’n gegevenslek melden, en waar moet het gebeuren? Bij de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) kun je bijkomende info vinden (zie: https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/professioneel/acties/datalek-van-persoonsgegevens).

6 Personen kunnen met de GDPR hun persoonsgegevens eenvoudiger overdragen van het ene bedrijf naar het andere, wanneer zij dat wensen. Personen hebben het recht om hun persoonsgegevens in een gestructureerde vorm te verkrijgen.

VOORBEELD

Als je van energieleverancier, van bank of van gsm-operator wilt veranderen, kunnen je persoonsgegevens eenvoudig, rechtstreeks overgemaakt worden onder de beschermende regels van GDPR.

De wijze waarop een onderneming met de regels van GDPR omgaat, kun je terugvinden in haar privacybeleid. Het is aangewezen die toch even te bekijken vooraleer je een nieuwe account maakt.

Bij wijze van voorbeeld kun je eens naar het privacybeleid van Bol.com gaan (zie: https://www.bol. com/nl/m/privacy-policy/).

– Welke rechten heb jij hier als klant?

– Hoelang worden jouw gegevens hier bewaard?

– Hoe gaan zij om met gegevens van kinderen?

– Met welke derde partijen werken zij samen?

Zoek ook eens het privacybeleid op van een andere onderneming waar jij persoonlijke gegevens hebt achtergelaten.

3.3.2.4 Op welke ondernemingen is GDPR van toepassing?

Iedereen die persoonsgegevens verwerkt valt onder de GDPR. In het bijzonder zijn dus ook alle ondernemingen verplicht de regels van GDPR toe te passen.

De verordening geeft de volgende definitie van onderneming: ‘een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een economische activiteit uitoefent, ongeacht de rechtsvorm ervan, met inbegrip van maatschappen en persoonsvennootschappen of verenigingen die regelmatig een economische activiteit uitoefenen’.

3.3.2.5 Wie houdt toezicht op de GDPR?

Elke lidstaat moet een toezichthoudende autoriteit aanstellen, dat is een onafhankelijke overheidsinstantie. In België is de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) het onafhankelijke orgaan dat erop toeziet dat de bescherming van de persoonsgegevens correct verloopt.

De Gegevensbeschermingsautoriteit is opgericht door de wet van 3 december 2017.

De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft in een toolbox voorzien om functionarissen bij gegevensbescherming en verwerkingsverantwoordelijken bij te staan (zie: https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/professioneel/eerstehulp-avg/toolbox).

Ook scholen moeten de GDPR volgen. Ga eens na hoe jouw school te werk gaat met de GDPR.

3.3.2.6 De functionaris voor gegevensbescherming of Data Protection Officer (DPO)

De functionaris voor gegevensbescherming is de persoon in de onderneming die de toepassing van de GDPR moet controleren. Hij moet nagaan of de gegevens volgens de regels worden opgeslagen, verwerkt, gedeeld met partners enz.

Niet alle ondernemingen moeten een functionaris voor gegevensbescherming aanstellen, maar het mag altijd en het is ook aan te raden.

De ondernemingen die met gevoelige persoonsgegevens werken en ondernemingen waarbij de dataverwerking vanwege de aard en de omvang en de doelen stelselmatige observatie op grote schaal vereist, moeten een functionaris voor gegevensbescherming aanstellen.

Een functionaris voor gegevensbescherming geeft de ondernemer zekerheid dat de regels opgevolgd worden en daarnaast kunnen ook hoge boetes voorkomen worden.

3.3.2.7 Het verwerkingsregister

Het verwerkingsregister documenteert hoe de onderneming de persoonsgegevens verwerkt. Het omvat een overzicht van alle datastromen, verwerkingsprocessen en beveiligingen van de persoonsgegevens.

Bij controle door de Gegevensbeschermingsautoriteit moet je het altijd kunnen voorleggen. Het moet bewaard worden op de maatschappelijke zetel.

Het verwerkingsregister is verplicht voor: alle ondernemingen met meer dan 250 werknemers; alle ondernemingen met minder dan 250 werknemers, die gevoelige persoonsgegevens verwerken, of structureel gegevens verwerken (dus niet toevallig of occasioneel) of die gegevens verwerken waarbij er risico is voor de rechten en vrijheden van de betrokken personen.

3.3.2.8 Wat als bedrijven niet in orde zijn, welke sancties kunnen zij krijgen?

Inbreuken op de AVG worden beboet door de Gegevensbeschermingsautoriteit met een maximumbedrag van 10 miljoen EUR, of ingeval het om een onderneming gaat met een maximaal bedrag van 2 % van de totale wereldwijde omzet van het voorgaande boekjaar, indien dit bedrag hoger is dan 10 miljoen EUR.

Wanneer de verplichting om de contactgevens van de functionaris voor gegevensbescherming door te geven aan alle betrokkenen, niet wordt nageleefd dan wordt het plafond van de administratieve boetes verhoogd tot 20 miljoen EUR en 4% van de totale wereldwijde omzet van het voorgaande boekjaar.

Naast deze boetes zijn er ook nog andere maatregelen die de Gegevensbeschermingsautoriteit kan nemen in het kader van haar corrigerende bevoegdheden. Zo kan zij onder meer een waarschuwing geven, of een berisping of een aanmaning.

VOORBEELD

De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft op 28 januari 2021 een boete van 50 000 EUR opgelegd aan de onderneming Family Service, die de ‘roze dozen’ verdeelt aan aanstaande moeders, wegens verschillende inbreuken op de AVG, waaronder een gebrek aan transparantie ten aanzien van haar klanten over haar handel in persoonsgegevens. Het bedrijf heeft zonder geldige toestemming gegevens van meer dan 1 miljoen klanten en hun kinderen gedeeld met zakenpartners (zie: https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/professioneel/ handel-in-persoonsgegevens-de-gba-bestraft-het-aanbieden-van-roze-dozen).

Hoofdstuk 1 Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de onderneming

De GBA heeft op 25 mei 2022 een boete van 50 000 EUR opgelegd aan de persgroep Roularta voor het beheer van cookies op de websites levif.be en knack.be. De boete heeft vooral betrekking op de wijze van verzamelen van de toestemming van de gebruiker voor het plaatsen van cookies op zijn apparaat, die niet aan alle voorwaarden van de AVG voldoet. Dit was de eerste beslissing die de GBA nam naar aanleiding van het onderzoek naar het beheer van cookies op de meest populaire Belgische perssites.

Hier kun je meer lezen rond het gebruik van cookies: https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/burger/nieuws/2023/10/20/de-gba-publiceert-eenchecklist-voor-het-correcte-gebruik-van-cookies

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.