Hoofdstuk 1 Een duik in het verleden
1.1 Van classicisme tot romantiek
1.2 Van realisme tot impressionisme
1.3 Van postimpressionisme tot symbolisme
Hoofdstuk 2 Spiegel in de kunst
2.1 IJdelheid
2.2 Van zelfportret tot selfie
2.3 De spiegel als medium in de kunst
Hoofdstuk 3 Droom en werkelijkheid
3.1 Escapisme of het ontsnappen aan de werkelijkheid
3.2 Illusies of het creëren van een valse werkelijkheid
3.3 Het creëren van een nieuwe werkelijkheid
Hoofdstuk 4 Oorlog en geweld in de kunst
4.1 Oorlogshelden
4.2 Oorlog door de camera van fotografen en filmmakers
4.3 Why we fight
Proefversie@VANIN
Proefversie@VANIN
HOOFDSTUK
1 1 HOOFDSTUK 1
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
DUIK
HET
WAAROVER GAAT DIT HOOFDSTUK?
Kunstgeschiedenis is de wetenschappelijke discipline die de geschiedenis van de kunst onderzoekt en beschrijft. Vorig jaar kwamen onder meer renaissance, barok en rococo aan bod. Dit jaar maak je kennis met kunststromingen vanaf het einde van de 18e eeuw tot het begin van de 20e eeuw: classicisme, romantiek, realisme, impressionisme en tot slot postimpressionisme en symbolisme Je bekijkt hoe die verschillende kunstuitingen hedendaagse kunstenaars inspireren. Je ontdekt ook hoe ze mee vorm geven aan de periode uit de kunst- en cultuurgeschiedenis die op de vroegmoderne en moderne tijd aansluit: expressionisme en kubisme
Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.
Ik situeer kunstuitingen uit de vroegmoderne en moderne tijd in tijd en ruimte.
Ik analyseer de inhoud van een kunstuiting aan de hand van kenmerken. Ik situeer kunstuitingen binnen een kunsthistorisch referentiekader.
Ik licht de inhoud van de kunstuitingen toe vanuit kunsthistorisch referentiekader.
Ik vergelijk de inhouden van kunstuitingen over de verschillende kunstvormen heen en in verschillende culturen.
Ik beschrijf de functie van een kunstuiting.
Ik analyseer kunstuitingen in de maatschappelijke, historische en geografische context.
Ik geef voorbeelden van hoe bepaalde kunstuitingen uit de vroegmoderne en moderne tijd in verband gebracht kunnen worden met de hedendaagse samenleving.
Ik analyseer de materialen, bouwstenen en technieken binnen de kunst uit de vroegmoderne en moderne tijd.
Ik leg in eigen woorden uit wat de verschillende stijlkenmerken zijn in de vroegmoderne en moderne tijd.
Ik analyseer de inhoud van kunstuitingen uit verschillende kunstvormen, periodes en samenlevingen om een kunsthistorisch referentiekader uit te bouwen.
BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1
WAT LEER IK IN DIT HOOFDSTUK?
HOOFDSTUK 1 EN
IN
classicisme – complementaire kleuren – chromatiek – homofoon – impastotechniek –impressionisme – kleurperspectief – lijnperspectief – oriëntalistisch – pointillisme –postimpressionisme – realisme – romantiek – sonatevorm –symbolisme – tache-techniek –vormgedicht VERLEDEN E 2
Proefversie@VANIN
Verwijzingen naar de kunstgeschiedenis kom je dagelijks tegen. In de verfilming van De Da Vinci code van Dan Brown speelt het bekende schilderij Mona Lisa een grote rol. In de Vlaamse film All of us springt Zelfportret met de zwarte ooglap van Rik Wouters dan weer in het oog als je naar het interieur kijkt.
Soms zijn de kunstwerken aangepast aan de film of serie. Zo krijg je in de dramaserie BoJack Horseman het hoofdpersonage te zien in Portret van een kunstenaar (zwembad met twee figuren) van de Britse popart kunstenaar David Hockney.
Je ziet Meisje met de parel in Belle en het Beest of Venus van Milo in de film Hercules. In Frozen maakt Anna, de jongere zus van Elsa, kennis met een collectie kunstwerken in Disney look.
Bespreek met je buur.
a Tot welke periodes/stromingen denk je dat de hierboven genoemde kunstwerken (Mona Lisa, Zelfportret met de zwarte ooglap, Portret van een kunstenaar (zwembad met twee figuren), Meisje met de parel en Venus van Milo) behoren?
Proefversie@VANIN
b Zoek online de videoclip For the first time in forever uit Frozen. Hierin zie je verschillende schilderijen in de stijl van Disney. Waar en wanneer herken jij de originele schilderijen van op de volgende pagina?
1
Instap
3 HOOFDSTUK 1
Portret van een kunstenaar (zwembad met twee figuren) (David Hockney, 1972)
Bekijk de schilderijen en beantwoord de vragen.
a In Agora 4 kwamen onder meer de renaissance, de barok en het rococo aan bod. Welk werk hoort bij welke van de genoemde stromingen? Duid het juiste vakje aan.
b Welk werk heeft dankzij zijn vlotte toetsen een impressionistisch karakter?
renaissance barok
rococo
impressionisme
renaissance barok
rococo impressionisme
Het dansende koppel (Gerard ter Borch, 1660)
renaissance barok
rococo
impressionisme
De schommel (Jean-Honoré Fragonard, 1767)
Proefversie@VANIN
renaissance barok
rococo impressionisme
2
Boerendans (Pieter Bruegel de Oude, 1568)
El jaleo (John Singer Sargent, 1882)
4 HOOFDSTUK 1
Van classicisme tot romantiek
In dit onderdeel staat de strijd tussen de logica en het gevoel centraal: maak kennis met het classicisme en de romantiek.
Het classicisme is een kunststroming die loopt van ongeveer 1780 tot 1835. Er is belangstelling voor de rust en overzichtelijkheid van de klassieke oudheid na de uitbundige decoratie van het rococo. Griekse en Romeinse kunst maar ook de renaissance dienen als voorbeeld. Het classicisme gaat uit van logica en rede en sluit zo aan bij het gedachtegoed van de verlichting. De vroegste voorbeelden van het classicisme vind je in Engeland, later gaat Frankrijk de toon aangeven. De stroming valt gedeeltelijk samen met de Franse Revolutie en dat is niet toevallig: er wordt gezocht naar een stijl die afwijkt van decadentie. Deze stijl bestaat voornamelijk uit bouw-, beeldhouw- en schilderkunst. In de schilderkunst staan een eenvoudige compositie en een duidelijke vormgeving centraal. De personen zijn geposeerd en geïdealiseerd. Bij de beeldhouwkunst dient de klassieke oudheid als voorbeeld in vorm en houding. Geliefd materiaal voor deze werken is wit marmer. Wanneer het gepolijst is, zorgt het voor een glad oppervlak. In academies krijgen hofschilders en beeldhouwers les, zij dienen oude meesters zoals Michelangelo en Rafaël nauwkeurig te bestuderen en te volgen. Ook de muziek streeft naar eenvoud, helderheid en evenwicht. De sonatevorm zal een grote invloed uitoefenen op de architectuur van de compositie. Daarnaast zal een homofone stemvoering (melodie met begeleiding) de standaard worden. Het symfonisch orkest wordt geboren, met daarin houtblazers, koperblazers, slagwerk en strijkers. Wat de ontwikkeling van het instrumentarium aangaat, is vooral de sterke opkomst van de pianoforte opvallend. Die zal het klavecimbel nagenoeg volledig vervangen.
De romantiek is een tegenreactie op het rationele van de verlichting en een weerstand tegen de regels en voorschriften van de academische kunst. Na de Franse Revolutie is het vrijheidsgevoel niet meer te stoppen in Frankrijk en de andere landen van Europa. Belangrijk in de romantiek is aandacht voor gevoelens, individuele fantasie en verbeelding. Er is een grote verscheidenheid aan stijlen door de ruimte voor het persoonlijke en individuele. Om die reden wordt romantiek eerder als een verzamelnaam gebruikt voor beeldende kunst, literatuur en muziek van ongeveer 1815 tot 1880. Bij de bouwkunst is er sprake van eclecticisme: het combineren van kenmerken uit verschillende voorgaande bouwstijlen. Tijdens de romantiek komen verschillende neo-stijlen aan bod zoals neorenaissance, neobarok en neogotiek. Vooral dat laatste kent een groot succes dankzij nostalgie naar de middeleeuwen. Bovendien is dit een reactie op het rationele van het classicisme. De neogotiek ontstaat in Engeland, maar volgt snel op het Europese vasteland.
Proefversie@VANIN
In de schilderkunst zijn er ook verschillende uitingen. Je kunt concluderen dat historische onderwerpen, voornamelijk uit de middeleeuwen, het goed doen. Exotische onderwerpen en natuur zijn ook populair.
Ook de romantische componist zal uiting geven aan zeer persoonlijke, complexe gevoelens. Om deze eigen gevoelens zo precies mogelijk weer te geven, noteren componisten meer op de partituur
De muziek wordt onder andere gebruikt ter ondersteuning van balletoptredens. Je spreekt in deze periode over ballets blancs, waarbij danseressen halflange witte tutu’s dragen. Dit is vooral om het bovennatuurlijke centraal te stellen. Decors doen denken aan onderwerpen uit de schilderkunst. Je ziet kastelen, ruïnes, begraafplaatsen en donkere bossen.
1.1
5 HOOFDSTUK 1
Leertekst
Leeractiviteiten
1 Waar situeren het classicisme en de romantiek zich in tijd en ruimte? Gebruik de onderstaande tijdlijnen om de vragen te beantwoorden.
ca.3500v.C.
a Vul de juiste data hieronder aan.
Proefversie@VANIN
b Lopen de periodes parallel of volgen ze elkaar chronologisch op?
CLASSICISME ROMANTIEK 1780 1835 1880 1815 KLASSIEKE OUDHEID MIDDELEEUWEN VROEGMODERNE TIJD GESCHIEDENIS
HEDENDAAGSE TIJD MODERNE TIJD 1
OUDE NABIJE OOSTEN PREHISTORIE
Classicisme Romantiek Van tot Van tot
De eed van de Horatiërs (Jacques-Louis David, 1784) De vrijheid leidt het volk (Eugène Delacroix, 1830)
ca.3,5miljoenv.C. ca.800v.C. ca.500 ca.1500 ca.18001945
6 HOOFDSTUK 1 VROEGMODERNE TIJD MODERNE TIJD
2 Na de uitbundige decoratie van het rococo hebben kunstenaars nood aan rust en overzichtelijkheid. Die reactie zie je ook in Rusland. De vorstin Catharina de Grote heeft daar als zomerresidentie het Catharinapaleis, in weelderige rococostijl ontworpen door de Italiaanse architect Bartolomeo Rastrelli (1700-1771). Het paleis bevalt haar niet, ze kiest ervoor om voor haar kleinzoon een bescheiden gebouw te laten ontwerpen in Griekse stijl, het Alexanderpaleis. Vergelijk de twee Russische residenties.
Catharinapaleis
Welke residentie zou
Alexanderpaleis
hebben? Gebruik de verschillende stijlkenmerken in je antwoord.
3 De Arc de Triomphe in Parijs wordt in opdracht van Napoleon ontworpen door Jean-François Chalgrin (17391811). Hij is tweemaal zo hoog als de grootste triomfbogen uit de Romeinse tijd. Christo (1935-2020) en zijn vrouw Jeanne-Claude (1935-2009) hebben al in de jaren 60 het idee om de Arc de Triomphe in te pakken. De neef van Christo, Vladimir Javatsjev, zet het project verder na de dood van het kunstenaarsduo. In september 2021 wordt dit bekende gebouw ingepakt met vijfentwintigduizend vierkante meter polypropyleen en rood touw.
Proefversie@VANIN
L’Arc de Triomphe, wrapped (Christo & Jeanne-Claude, 2021)
jouw voorkeur
7 HOOFDSTUK 1
a Welke stijlkenmerken uit de Romeinse kunst herken je?
b Wat is de functie van de Arc de Triomphe? Duid het juiste vakje aan.
decoratieve functie
ontspannende functie
narratieve functie
filosofische functie
politieke functie
maatschappelijke functie
economische functie
c Is dit dezelfde functie als Christo en Jeanne-Claude in gedachten hadden? Leg uit waarom wel/niet.
4 Niet alleen in Frankrijk maar ook in Duitsland zijn er indrukwekkende voorbeelden van de (neo)classicistische bouwkunst terug te vinden. Het bekendste is de Brandenburger Tor, de stadspoort van Berlijn, ontworpen door de architect Carl Gotthard Langhans (1732-1808).
a Welke elementen van de klassieke oudheid herken je in de Brandenburger Tor? Duid in elke rij het juiste begrip aan.
Dorisch kapiteel Ionisch kapiteel Korinthisch kapiteel
zuilen kariatiden
Proefversie@VANIN
acanthusblad fries
fronton contrapost rondboog
Romeins ruiterstandbeeld Griekse godin van de overwinning
b Is de Brandenburger Tor in Berlijn geïnspireerd door de Griekse of de Romeinse bouwkunst?
Brandenburger Tor (Carl Gotthard Langhans, 1788-1791)
8 HOOFDSTUK 1
5 De Franse revolutionair Jean-Paul Marat sterft op 13 juli 1793. In datzelfde jaar maakt zijn vriend JacquesLouis David (1748-1825) een schilderij van zijn dood. Bijna zeventig jaar later toont Paul-Jacques-Aimé Baudry (1828-1886) met zijn werk Charlotte Corday een ander perspectief op deze gebeurtenis. Bekijk de werken en beantwoord de vragen.
a Wat tonen beide schilderijen?
b Waaraan zie je dat ?
c Wat kun je nog meer ontdekken?
Proefversie@VANIN
De dood van Marat (Jacques-Louis David, 1793) Charlotte Corday (Paul-Jacques-Aimé Baudry, 1860)
9 HOOFDSTUK 1
6 Op het onderstaande schilderij van Jacques-Louis David is de dood van de Griekse filosoof Socrates geschilderd. Dit onderwerp uit de klassieke oudheid maakt dat het werk bestempeld wordt als classicisme. Bekijk het werk en beantwoord de vragen.
a Waarom wordt de Griekse filosoof Socrates tot de dood veroordeeld?
b Kijk goed naar het schilderij. Hoe komt Socrates om het leven? Waaruit leid je dat af?
c Omcirkel de bedroefde leerling Plato op het schilderij van David. Wat valt je op aan zijn uiterlijk?
Proefversie@VANIN
7 De Italiaanse beeldhouwer Antonio Canova (1757-1822) streeft naar een ideaal, maar probeert toch natuurgetrouw te zijn. Een bekend werk van hem is de marmeren sculptuur Amor en Psyche. De werkwijze van Canova wordt vergeleken met die van de Franse schilders Jacques-Louis David en Jean-Auguste-Dominique Ingres (1780-1867). Bekijk de werken op de pagina hiernaast en beantwoord de vragen.
De dood van Socrates (Jacques-Louis David, 1787)
10 HOOFDSTUK 1
a Beschrijf het beeldhouwwerk van Canova.
b Vergelijk het werk van Canova met de schilderijen van David en Ingres.
De Duitser Ludwig Beethoven (1770-1827) is een van de meest invloedrijke componisten aller tijden. Naast Mozart en Hayden behoort hij tot de drie grote Weense klassieken, omdat ze alle drie in Wenen werken. Zij brengen de symfonie tot grote hoogten. Beethoven brengt het classicisme tot voltooiing en leidt de romantiek in. Zoek en beluister het eerste deel (het Grave - Allegro di molto e con Brio) van de Pathétique, officieel Sonata nr. 8 in c mineur, opus 13, een van de bekendste werken van Beethoven.
a Welk(e) muziekinstrument(en) hoor je?
Proefversie@VANIN
b Welk vormschema hanteert Beethoven om de architectuur van dit eerste deel uit te bouwen?
c Beethoven schrijft negen symfonieën. Zoek en beluister Symfonie nr. 5. Beschrijf hoe de kenmerkende melodie van dit muziekstuk is opgebouwd.
8
Amor en Psyche (Antonio Canova, 1793)
Ludwig Beethoven
Cupido en Psyche (Jaques-Louis David, 1817)
De grote odalisk (Jean-Auguste-Dominique Ingres, 1814)
11 HOOFDSTUK 1
d Welke instrumenten zijn belangrijk in een klassiek orkest?
slaginstrumenten koperen instrumenten
strijkers houtblazers
9 Kenmerkend voor de romantiek is de grote belangstelling voor landschappen. In de schilderijen van Caspar David Friedrich (1774-1840) komen wijde landschappen aan bod, zo ook in Wandelaar boven de nevelen
a Wat maakt het perspectief van dit werk speciaal?
b Welk gevoel of thema zou Friedrich willen overbrengen?
10 De Spaanse kunstschilder Francisco de Goya (1746-1828) toont zijn gevoel voor drama in het werk De derde mei 1808. Bekijk het schilderij en beantwoord de vragen.
a Wat speelt er zich af op de derde mei 1808?
Proefversie@VANIN
b Het schilderij wordt gezien als een van de eerste schilderijen van de moderne tijd. Wat is er vernieuwend aan het onderwerp van Goya?
12 HOOFDSTUK 1
Wandelaar boven de nevelen (Caspar David Friedrich, 1818)
De derde mei 1808 (Francisco de Goya, 1814)
11 Giselle ou Les Wilis, beter bekend als Giselle, is een ballet uit de romantiek. De oorspronkelijke choreografen zijn Jean Coralli (1779-1854) en Jules-Joseph Perrot (1810-1892). Adolphe Adam (1803-1856) componeert de muziek. Het is het laatste ballet uit de 19e eeuw waarbij een man een belangrijke rol krijgt toegedeeld. Bekijk eerst het fragment gebracht door Classical Ballet and Opera House, lees daarna het verhaal over Giselle en beantwoord de vragen.
Het verhaal gaat over graaf Albrecht die verliefd wordt op een eenvoudig boerenmeisje, Giselle. Hij verbergt zijn ware adellijke identiteit en rept geen woord over zijn verloofde Bathilde om de liefde van Giselle voor zich te winnen. Maar wanneer de waarheid aan het licht komt, slaat het noodlot toe. Giselle verliest haar zinnen bij deze ontdekking en doodt zichzelf.
Na haar dood wordt ze als geest opgenomen door de Wili’s, een groep geesten van bedrogen vrouwen onder leiding van koningin Myrtha. ‘s Nachts laten ze elke man die ze in het bos tegenkomen dansen tot hij doodvalt.
Op een nacht dwaalt Albrecht door het bos, op weg naar het graf van Giselle, tot hij opeens de Wili’s tegenkomt. Giselle kan de betovering niet stoppen, maar doet er alles aan om haar geliefde te redden. Ze weet tijd te rekken waardoor de Wili’s de tijd uit het oog verliezen. Het opkomen van de dageraad redt Albrecht. Die zonsopkomst betekent meteen ook het einde van de Wili’s en dus ook van Giselle haar geest.
Bron: Kursaal Oostende
a Bekijk het tweede fragment, waarbij het bovennatuurlijke centraal staat. Dit soort balletten worden ook wel 'ballets blancs' genoemd. Verklaar deze term.
b Beschrijf het decor, dat typisch is voor het romantisch ballet.
12 Vergelijk het hoogtepunt van de gotische bouwkunst, de Notre Dame, met het hoogtepunt van de Engelse neogotiek, het paleis van Westminster. Beantwoord de vragen op de volgende pagina.
Proefversie@VANIN
Notre Dame, Parijs (1163-1345)
13 HOOFDSTUK 1
Palace of Westminster (Victoria tower), Londen (1820-1830)
a Welke stijlkenmerken komen zowel in de gotiek als de neogotiek aan bod?
b Is er een verschil tussen gotische en neogotische kunst?
13 Bekijk onderstaande hedendaagse kunstwerken, lees de bijhorende teksten en zoek op internet en elders in dit boek naar vergelijkingsmateriaal. Welke gelijkenissen en verschillen tussen het hedendaagse werk en de inspiratiebron merk je op? Wat concludeer je?
David Hockney (1937) laat zich inspireren door Ingres, een Franse schilder én de directeur van de École des Beaux-Arts. Hij bepaalt mee de schilderkunst van het classicisme. Ingres streeft naar perfectie, iets wat volgens Hockney niet bereikt kan worden zonder hulpmiddelen. Hockney gaat daarom voor zijn tentoonstelling Hockney’s eye op onderzoek. Zijn conclusie: Ingres zou mogelijk gebruik gemaakt hebben van de ‘camera lucida’. Door dit instrument zou je door een prisma zowel het onderwerp als de drager zien. In 2000 maakt Hockney een serie van twaalf portretten van de suppoosten van de National Gallery in Londen. Hij maakt de portretteren met behulp van de camera lucida. Treffende gelijkenissen met de werken van Ingres zijn de kleine hoofden en de grote handen. Dit is een gevolg van het overtrekken van het onderwerp met behulp van het prisma.
Gelijkenissen Verschillen Conclusie
12 portretten na Ingres in een uniforme stijl (David Hockney, 1999-2000)
Proefversie@VANIN
14 HOOFDSTUK 1
Kehinde Wiley (1977) maakt een vier meter hoog schilderij waarin een Senegalese jongeman met een lange overjas uitkijkt over een mistig berglandschap. De link met Wandelaar boven de Nevelen (zie eerder in dit hoofdstuk) van Caspar David Friedrich is overduidelijk. Maar als je goed kijkt, kun je enkele verschillen opmerken. De belichting is aangepast, de houding van de jongeman is lichtjes gedraaid en hij heeft twee stokken vast in plaats van een. Het landschap bij Wiley lijkt artificieel, bijna gefotoshopt, waardoor het doet denken aan een fantasie of droom.
1.2 Van realisme tot impressionisme
Als reactie op de emotionele en subjectieve (geromantiseerde) weergave van de werkelijkheid in de romantiek komt bij het realisme de objectieve weergave centraal te staan. Bij het impressionisme wordt de weergave vooral schetsmatig.
Leertekst
Proefversie@VANIN
Het realisme loopt van 1840 tot 1920 en is te herkennen aan de alledaagse onderwerpen. Ook gewone mensen zoals boeren en arbeiders worden afgebeeld. De kunstenaar toont zijn onvrede met de industriële revolutie. De realisten willen de echte wereld registreren en tonen. Daarom trekken enkele schilders zich terug uit de drukke steden en vestigen zich op het platteland. Dankzij de opkomende chemische industrie moeten schilders hun verf niet meer zelf maken. Ze kunnen verf in potjes en tubes gebruiken, zo kunnen ze gemakkelijker in openlucht
Gelijkenissen Verschillen Conclusie
15 HOOFDSTUK 1
Prelude (Kehinde Wiley, 2021)
schilderen. De schildertechniek blijft in het realisme vaak gelijk aan de tradities van de romantiek.
Het impressionisme komt voort uit het realisme en situeer je van 1865 tot 1880. Ook de impressionisten kiezen voor alledaagse onderwerpen en trekken naar buiten om te schilderen. Deze kunststroming is te herkennen aan de snelle, schetsende verfstreken en het spel van het licht. Voor impressionisten maken het licht en de sfeer een belangrijk deel uit van de werkelijkheid. Daarom zie je geregeld verschillende versies of indrukken van een landschap, op een ander tijdstip of in een ander seizoen. De impressionisten maken gebruik van platte penselen voor hun tache-techniek. Zo maken ze als het ware een lappendeken met hun kleuren. Daarnaast zijn hun onderwerpen vernieuwend, moderne thema’s zoals een picknick en een boottochtje komen aan bod.
Het impressionisme heeft zich bijna uitsluitend in de schilderkunst gemanifesteerd. Toch kunnen ook enkele beeldhouwers gerekend worden tot het impressionisme. Zo creëerde Auguste Rodin (1840-1917) een levendig effect in De denker door kleine stukjes klei naast elkaar te plaatsen zonder verdere bewerking.
In de muziek komen we in aanraking met muzikale veranderingen en een vernieuwing binnen de klassieke muziek. Componisten hanteren het orkest als een schilderspalet: klankkleuren in uiteenlopende combinaties wisselen elkaar af. Bijzondere speeltechnieken en het gebruik van dempers bij de koperblazers zijn populair en breiden de kleurmogelijkheden verder uit. Niet alleen de klankkleuren, maar ook het ritme en de melodie wisselen voortdurend van stemming. Chromatiek (het met een halve toon verhogen of verlagen), modaliteit, pentatoniek en de heletoonstoonladder (Debussy-toonladder) worden aangewend om de tonaliteit te verdoezelen. Je zou van een ‘zwevende harmonie’ kunnen spreken.
Leeractiviteiten
1 Waar situeren het realisme en impressionisme zich in tijd en ruimte? Gebruik de onderstaande tijdlijnen om de vragen te beantwoorden.
REALISME IMPRESSIONISME 1840 1920 1880 1865 KLASSIEKE OUDHEID MIDDELEEUWEN VROEGMODERNE TIJD GESCHIEDENIS ca.3,5miljoenv.C. ca.800v.C. ca.500 ca.1500 ca.18001945 HEDENDAAGSE TIJD MODERNE TIJD 1 ca.3500v.C. OUDE NABIJE OOSTEN PREHISTORIE 16 HOOFDSTUK 1 MODERNE TIJD
Proefversie@VANIN
a Vul de juiste data hieronder aan.
Realisme Impressionisme
Van tot Van tot
b Lopen de periodes parallel of volgen ze elkaar chronologisch op?
2 De Franse kunstenaar Jean-François Millet (1817-1875) krijgt een academische opleiding. Hij keert zich echter af en kiest voor het creëren van realistische composities. Millet stelt in zijn werken de relatie tussen de mens en de natuur centraal.
a Millets schilderijen zorgen halverwege de 19e eeuw voor ophef. Wat is er vernieuwend aan zijn werk en kan voor ophef zorgen?
b Ondanks ophef en kritiek is Millet een voorbeeld voor veel kunstenaars. Zo is hij een artistieke held voor Vincent van Gogh (1853-1890). Ga op zoek naar van Goghs tekeningen en schilderijen geïnspireerd door De zaaier
Proefversie@VANIN
De arenleessters (Jean-François Millet, 1857) In de tuin (Claude Monet, 1895)
17 HOOFDSTUK 1
De zaaier (Jean-François Millet, 1850)
Wat is de functie van de schilderijen?
Welke materialen worden gebruikt?
Wat kun je zeggen over het formaat van de schilderijen?
Hoe zijn de personen afgebeeld?
Proefversie@VANIN
Beschrijf de houding van de personen.
Beschrijf de lichaamsbouw van de personen.
3
Ook de Spaanse kunstschilder Salvador Dalí (1904-1989) laat zich inspireren door Millet. Dalí steekt zijn bekende schilderij Het angelus in een surrealistisch jasje. Beantwoord voor beide werken de onderstaande vragen.
Het angelus (Jean-François Millet, 1859) Archeologische herinnering aan Het angelus van Millet (Salvador Dalí, 1935)
Het angelus Archeologische herinnering aan Het angelus van Millet
18 HOOFDSTUK 1
4 Gustave Courbet (1819-1877) wordt de vader van het Franse realisme genoemd. Bekijk hieronder zijn werk Het atelier van de schilder.
Het atelier van de schilder (Gustave Courbet, 1855)
a Het naakt rechts van de schilder trekt meteen de aandacht. Wat valt je op aan deze vrouw?
b Courbet plaatst een tweede naakt letterlijk en bewust in de schaduw. Omcirkel het.
c Beschrijf het naakt dat je omcirkeld hebt bij de vorige oefening.
d Naast het achterwege laten van het type naakt uit de academie zijn er nog elementen die tonen dat Courbet de regels van het classicisme niet volgt. Wat kun je nog meer ontdekken?
Proefversie@VANIN
19 HOOFDSTUK 1
5 Courbet schildert taferelen uit het dagelijkse leven, zoals steenkloppers aan het werk. Opmerkelijk aan dit werk is bovendien het grote formaat: 165 op 257 cm. Dergelijke afmetingen zijn in die tijd veeleer voorbehouden voor gewichtigere thema’s uit de geschiedenis of mythologie.
a Kijk aandachtig naar de steenkloppers. Wat kun je over hen vertellen?
b Wat kun je vertellen over het kleurgebruik?
6 Édouard Manet (1832-1883) is een sleutelfiguur in de overgang van het realisme naar het impressionisme. Hij hanteert een losse schildertoets en kiest voor vernieuwende onderwerpen.
Proefversie@VANIN
a Welke belangrijke uitvinding heeft een grote invloed op het schilderen van het impressionisme? Monet heeft het ongetwijfeld nodig op zijn atelierboot.
b Kijk goed naar de kleuren en penseelstreken. Welke techniek past Manet toe? Wat houdt die techniek in?
20 HOOFDSTUK 1
De steenkloppers (Gustave Courbet, 1849)
Claude Monet schilderend op zijn atelierboot (Édouard Manet, 1874)
7 Berthe Morisot (1841-1895) is een Franse kunstenares. Édouard Manet is haar leermeester die haar doorheen de jaren begeleidt. Ze neemt al deel aan de eerste expositie van de impressionistische beweging in 1874 en blijft dat jaarlijks doen tot in 1886. Enkel wanneer ze een kind verwacht met Eugène Manet, de jongere broer van Édouard Manet, stuurt ze geen doeken in voor exposities.
a De werken van Morisot worden soms beoordeeld als ‘vrouwelijk’ door haar onderwerpen. Bekijk en beschrijf haar werken.
b Waarom zou Morisot ‘vrouwelijke’ onderwerpen schilderen?
c Na de dood van Édouard Manet laat Morisot zich beïnvloeden door Pierre-Auguste Renoir (1841-1919). Zoek op waarin zowel Morisot als Renoir uitblinken.
8 Claude Monet (1840-1926) is een bekende Franse, impressionistische kunstenaar. Schilderen doet hij bij voorkeur in zijn zelfaangelegde tuinen of in de vrije natuur. Bekijk eerst op de volgende pagina de chronologische ordening van enkele van zijn schilderijen. Beantwoord daarna de vragen hieronder.
a Monet begint met het schilderen van ‘moderne’ thema’s. Welke onderwerpen komen aan bod in zijn werken?
b Wat kun je concluderen over Monets schilderwijze van mensen?
Proefversie@VANIN
21 HOOFDSTUK 1
In de eetkamer (Berthe Morisot, 1886)
Lunch op het gras (Claude Monet, 1863)
Parc
(Claude Monet, 1878)
Mevrouw met parasol (Claude Monet, 1886)
Waterlelies (Claude Monet, 1916)
9 De eenvoudige opstellingen, de vlakke kleuren en golvende lijnen in de Japanse kunst zijn bij veel Franse impressionisten geliefd. Monet laat zich voor zijn werk Terras in Saint-Adresse inspireren door de Japanse kunstenaar Katsushika Hokusai (1790-1849). Bekijk beide kunstwerken.
Proefversie@VANIN
Sazai Hal bij de tempel van de vijfhonderd Arhats (Katsushika Hokusai, ca. 1830-1833)
22 HOOFDSTUK 1
Terras in Sainte-Adresse (Claude Monet, 1867)
Brug over een vijver met waterlelies (Claude Monet, 1899)
Regatta bij Argenteuil (Claude Monet, 1872)
Monceau
Welke invloeden uit de Japanse prentkunst van Hokusai zie je terugkomen in het werk van Monet?
10 Gerhard Richter (1932) is een Duitse kunstenaar. Hij werkt in verschillende stijlen. In de periode van Reisbureau schildert Richter voor het eerst foto’s na. Vergelijk zijn werk met Dansschool van de Franse schilder Edgar Degas (1934-1917). Degas gebruikt de uitvinding van de fotografie door met zijn camera modellen in verschillende posities vast te leggen.
Proefversie@VANIN
Gelijkenissen Verschillen Conclusie
Dansschool (Edgar Degas, 1873)
Reisbureau (Gerhard Richter, 1966)
23 HOOFDSTUK 1
11 De bekendste beeldhouwer van het impressionisme is Auguste Rodin (1840-1917). Lees de tekst en beantwoord de vraag.
De denker is een bronzen beeldhouwwerk van de Franse kunstenaar Auguste Rodin. Rodin maakt het in 1880 en het beeld is oorspronkelijk slechts zeventig centimeter groot. Het beeld wordt ook De dichter genoemd omdat het de middeleeuwse Italiaanse dichter en auteur Dante Alighieri uitbeeldt.
De denker is ontworpen als bekroning van de Hellepoort, een monumentale bronzen poort voor een toekomstig Museum voor Decoratieve Kunsten. Die Hellepoort is geïnspireerd door De goddelijke komedie van Dante. De toegangspoort is nooit helemaal afgeraakt, Rodin werkt eraan tot zijn dood in 1917.
Pas vanaf 1888 wordt De denker individueel tentoongesteld. Enkele jaren daarna wordt het beeld vergroot naar manshoogte. In 2022 wordt een afgietsel van De denker van Auguste Rodin geveild voor 11,1 miljoen dollar. In 2013 wordt er zelfs 15,3 miljoen dollar neergeteld voor een exemplaar. In totaal bestaan er ongeveer veertig afgietsels van het werk.
a Wat zorgt voor een impressionistisch effect in de werken van Rodin?
b Nog steeds worden afgietsels gemaakt van Rodins werken. Wat is de werkwijze van de bronzen beelden van Rodin? Zet de verschillende stappen van het maakproces in de juiste volgorde.
Een kleimodel wordt geboetseerd.
Het beeld wordt bijgevijld.
Een bronzen beeld wordt afgegoten.
Een gipsmodel wordt afgegoten
Proefversie@VANIN
c Rodin maakt niet enkel beelden in brons, maar experimenteert ook met marmer. Wat is het verschil tussen beide technieken?
24 HOOFDSTUK 1
De denker (Auguste Rodin, 1880)
Prélude à l’après-midi d’un faune van Claude Debussy (1862-1918) is een symfonisch gedicht voor orkest. Het is gebaseerd op het gelijknamige symbolistisch gedicht van Stéphane Mallarmé (1842-1898). Maar je hoeft geen vers van het gedicht te kennen om de magische charme ervan te ondergaan. Deze compositie luidt een nieuwe orkeststijl in, is ingrijpend, vernieuwend en betekent Debussy’s definitieve doorbraak. Ze wordt doorgaans als hoogtepunt van het impressionisme bestempeld. Het orkest is kleurrijk en transparant met een nadruk op de houtblazers, hoorns en harpen. De sterkte van het werk zit hem ook in het gebruik van stilte als wezenlijk ingrediënt voor muziek. Beluister Prélude à l’après-midi d’un faune van Claude Debussy en beantwoord de vragen.
a Welk instrument opent met het hoofdthema?
b Schets de contouren van het hoofdthema.
c Debussy hanteert toonaardvreemde tonen in zijn thema (chromatiek). Welke gevolgen heeft het gebruik van chromatisch toonmateriaal?
d Welke muzikale elementen dragen eraan bij dat je dit werk als impressionistisch catalogeert?
13 Bekijk de onderstaande hedendaagse kunstwerken en lees de teksten erbij. Met welke stijl zie je overeenkomsten? Noteer de letters van de werken bij de juiste stijl en vul de tabel aan met de bijhorende kenmerken om je antwoord te staven.
Edward Hopper (1882-1967) wordt beïnvloed door Gustave Courbet en wilt het alledaagse schilderen. Hoewel hij twee onbekende vrouwen lijkt te schilderen, staat zijn vrouw model voor allebei!
Proefversie@VANIN
12
A
Chop Suey (Edward Hopper, 1929)
25 HOOFDSTUK 1
Yasumasa Morimura (1951) is een hedendaagse Japanse kunstenaar die gekend is om zijn herinterpretaties van werken uit de kunstgeschiedenis. Hij speelt in zijn werken met nationaliteit, ras, etniciteit en geslacht. De foto hiernaast verwijst naar Een bar in de Folies-Bergère van Édouard Manet. Een vrouw staat achter de bar, ditmaal naakt. Opvallend is dat het onderste deel van haar lichaam donkerder is dan haar gezicht. De bleke armen van het originele schilderij van Manet steunen op de bar. Het lijken etalagearmen, met uitstekende draden.
1989)
Noteer de bijhorende kenmerken om je antwoord te staven.
VIP
De Amerikaanse Mary Cassatt (1845-1926) behoort tot de impressionistische beweging. Een groot deel van haar leven brengt ze door in Frankrijk. Met Degas heeft Cassatt een nauw contact, ze is dan ook te zien op een groot aantal van zijn schilderijen. Cassatt helpt de andere leden van de impressionistische beweging, ze koopt werken van hen die ze mooi vindt. Onder andere dankzij haar rol als ‘ambassadrice’ krijgt het impressionisme ook in de Verenigde Staten erkenning.
Proefversie@VANIN
1.3 Van postimpressionisme tot symbolisme
Je gaat van de oppervlakte op zoek naar de diepte en verkent nieuwe werelden dankzij het postimpressionisme en het symbolisme.
Zelfportret (Mary Cassatt, 1878)
Realisme Impressionisme
Dochter van kunstgeschiedenis, theater B (Yasumasa Morimura,
B 26 HOOFDSTUK 1
Het postimpressionisme komt voort uit het impressionisme en ontstaat rond 1885 in Frankrijk Het is een verzamelnaam voor een aantal, voornamelijk Franse, stromingen. Vernieuwend is het kleurgebruik: er wordt rekening gehouden met theoretische kennis over kleurenleer, zoals het gebruik van complementaire kleuren. De techniek pointillisme, waarbij er stippen en streepjes ongemengd op het doek staan, kent een kleurmenging dankzij het oog. Abstraheren en herstructureren vervormen de werkelijkheid, zodat er meer gevoel in het schilderij ligt. Dikke penseelstreken in verschillende richtingen ondersteunen dit. Er is aandacht voor structuur, kleur en de invloed daarvan op de vorm (impastotechniek). Dit als reactie op het impressionisme, waar volgens de postimpressionisten de vorm, structuur en samenhang ontbreken door de grote focus op licht en sfeer. Het postimpressionisme heeft een grote invloed op het symbolisme, expressionisme en het kubisme.
Het symbolisme komt op aan het einde van de 19e eeuw in Frankrijk en ontstaat tijdens het postimpressionisme. Het verspreidt zich over de rest van Europa. Duitsland, Frankrijk en Rusland kennen tal van symbolisten. Bij deze stroming staat het symbool centraal. Het draait om het ontastbare, het onderbewuste en het onverklaarbare. Je herkent mythologie, oriëntalistische invloeden en verwijzingen naar oude volksverhalen. De inspiratie komt uit gedichten, visoenen en dromen. De nadruk ligt telkens op emoties. Het doel is om in contact te komen met de schoonheid van de hogere werkelijkheid. Deze kunststroming is vooral terug te vinden in de beeldende kunst, muziek en literatuur. Er ontstaat zelfs een nauwe samenwerking tussen dichters en beeldende kunstenaars: poëzie wordt voorzien van illustraties en een grafische vormgeving. Het symbolisme heeft een grote invloed op het expressionisme, surrealisme en dadaïsme.
Leeractiviteiten
1 Waar situeren het postimpressionisme en symbolisme zich in tijd en ruimte? Gebruik de onderstaande tijdlijnen om de vragen op de volgende pagina te beantwoorden.
Proefversie@VANIN
Leertekst
POSTIMPRESSIONISME SYMBOLISME 1885 1905 1910 1870 KLASSIEKE OUDHEID MIDDELEEUWEN VROEGMODERNE TIJD GESCHIEDENIS ca.3,5miljoenv.C. ca.800v.C. ca.500 ca.1500 ca.18001945 HEDENDAAGSE TIJD MODERNE TIJD 1 ca.3500v.C. OUDE NABIJE OOSTEN PREHISTORIE 27 HOOFDSTUK 1 MODERNE TIJD
a Vul de juiste data hieronder aan.
Postimpressionisme
Symbolisme
b Lopen de periodes parallel of volgen ze elkaar chronologisch op?
2 Georges Seurat (1859-1891) zijn werk behoort tot het pointillisme, een schilderstijl binnen het postimpressionisme. Seurat begint zijn meesterwerk Een zondagmiddag op het eiland La Grande Jatte in de zomer van 1884. Het kost hem twee jaar om het af te werken.
Proefversie@VANIN
Un dimanche après-midi à l'Île de la Grande Jatte (Georges
Zelfportret (Vincent van Gogh, 1889)
Seurat, 1886)
De schreeuw (Edvard Munch, 1893)
Van tot
Van tot
28 HOOFDSTUK 1
a Kijk naar het aanbrengen van de kleuren. Verklaar hieruit de term pointillisme.
b Waardoor lijkt Seurats schilderij meer op een constructie van vormen en kleuren dan op een levendig schilderij zoals dat van de impressionisten?
3 De Nederlandse schilder Vincent van Gogh (1853-1890) is vooral bekend om zijn gebruik van harde kleuren met sterk aangezette contrasten, een stijl die hij ontwikkelt in Parijs. Van Gogh is geboren in Brabant, Nederland. Hier schildert hij de eenvoud en armoede van het plattelandsbestaan. De aardappeleters is zijn eerste meesterwerk en bestaat uit donkere kleuren en zware, hoekig getekende contouren. Niet alleen van Goghs kleuren veranderen, maar ook zijn onderwerpen. Analyseer de volgende twee kunstwerken met behulp van het analyseschema.
De aardappeleters (Vincent van Gogh, 1885) De slaapkamer (Vincent van Gogh, 1888)
De aardappeleters De slaapkamer
Beleven
Wat is je eerste spontane reactie?
Beschrijven
Wat zie of hoor je precies?
Analyseren
Welke bouwstenen, materialen en technieken worden gebruikt?
Proefversie@VANIN
Interpreteren
Wat is de betekenis van het kunstwerk of de bedoeling van de kunstenaar?
Waarderen
Wat is jouw mening over het kunstwerk?
29 HOOFDSTUK 1
4 Zonnebloemen is een serie stillevens door Vincent van Gogh. Enkele van zijn tijdgenoten laten zich erdoor inspireren. Zo maken Paul Gauguin (1848-1903) en Isaac Israëls (1865-1934) elk een werk geïnspireerd door de Zonnebloemen. In 2022 kwamen de Zonnebloemen in het nieuws. Zoek op en leg uit waarom.
Zonnebloemen (Vincent van Gogh, 1889)
Vrouw voor van Goghs Zonnebloemen (Isaac Israëls, 1915-1920)
5 Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901) behoort in zijn vroege periode tot het impressionisme, maar slaat al snel de richting van het postimpressionisme in. Hij is het bekendst om zijn affiches voor de Moulin Rouge.
Rue des Moulins (Henri de Toulouse-Lautrec, 1894)
La goulue (Henri de Toulouse-Lautrec, 1891)
Proefversie@VANIN
a Henri de Toulouse-Lautrec laat zich inspireren door het Parijse nachtleven. Welke onderwerpen komen zoal aan bod?
Vincent van Gogh zonnebloemen schilderend (Paul Gauguin, 1888)
30 HOOFDSTUK 1
Marcelle Lender danst de bolero in ‘Chilpéric’ (Henri de Toulouse-Lautrec, 1895)
b Doe een snelle internetsearch. Wat is er opvallend aan de soorten werken van Toulouse-Lautrec?
c Zijn werken ogen komisch en tragisch tegelijkertijd. Welk kenmerk ligt hiervoor aan de basis?
6 De Montagne Sainte-Victoire is een grote inspiratiebron voor Paul Cézanne (1839-1906). Hij maakt maar liefst 87 schilderijen van de berg waarin hij experimenteert met kleur en perspectief. In zijn latere werken is het landschap vervormd tot geometrische kleurvlakken. Om die reden wordt Cézanne gezien als een inspiratiebron voor het kubisme. Lees de tekst over de werkwijze van Cézanne, beantwoord nadien de vragen.
Cézanne verdeelt zijn doek in drie horizontale delen, dit is zijn houvast voor het creëren van ruimte in het werk. Het onderste deel wordt de voorgrond, het bestaat uit felle kleuren voor bomen en huisjes. In het middelste vlak volgt de vallei met gras in aardetinten. Op het bovenste deel zie je de achtergrond, een berg en het blauw van de lucht.
Afhankelijk van het seizoen zijn de kleuren verschillend. In zijn latere fase is het landschap vervormd in geometrische kleurvlakken. De verschillende gekleurde vierkantjes creëren de illusie van ruimte. Op de voorgrond bestaan de dikke verfstreken uit felle kleuren, op de horizon zijn er voornamelijk grijstinten te zien.
a Duid de vroege werken van Cézanne aan in het groen en de late werken in het blauw.
Proefversie@VANIN
b Omcirkel het juiste antwoord.
• Cézanne gebruikt in zijn vroege werken een lijnperspectief – kleurperspectief.
• In zijn late werken gebruikt hij een lijnperspectief – kleurperspectief.
31 HOOFDSTUK 1
Regen
De bui is afgedreven; aan den gezonken horizont trekt weg het opgestapelde, de rondgewelfde wolken; over is gebleven het blauw, het kille blauw, waaruit gebannen een elke kreuk, blank en opnieuw gespannen.
Proefversie@VANIN
En hier nog aan het vensterglas aan de bedroefde ruiten beeft in wat nu weer buiten van winderigs in opstand was een druppel van den regen, kleeft aangedrukt er tegen, rilt in het kille licht ...
en al de blinking en het vergezicht, van hemel en van aarde, akkerzwart, stralende waters, heggen, het verward beweeg van menschen, die naar buiten komen, ploegpaarden langs den weg, de oude boomen voor huis en hof en over hen de glans der daggeboort, de diepe hemeltrans met schitterzon, wereld en ruim heelal: het is bevat in dit klein trilkristal.
7 Paul Gauguin is een Franse schilder, zijn werken behoren tot het postimpressionisme en leiden tot het symbolisme. Bekijk zijn schilderij Mahana no atua.
8 Een beroemd symbolistisch gedicht van J.H. Leopold (1865-1925) is Regen. Lees het gedicht en voer de bijhorende opdrachten uit.
a Wat kun je vertellen over de bouwsteen ruimte in het werk van Gauguin?
b Wat kun je vertellen over de bouwsteen vorm?
Mahana no atua (Paul Gauguin, 1894)
32 HOOFDSTUK 1
J.H. Leopold: Verzen. Rotterdam, 1913. blz. 90.
a Waarover gaat het gedicht?
b Tijdens het symbolisme zijn er beeldende kunstenaars die poëzie voorzien van illustraties. Maak op een apart blad een illustratie bij het gedicht van J.H. Leopold.
9 Een van de belangrijkste vernieuwingen van de poëzie en de beeldende taal is de grafische vormgeving van de dichtbundel Calligrammes van Guillaume Apollinaire (1880-1918). Hierin sluit de typografische vorm perfect aan bij de inhoud van het gedicht, het gaat dus over een vormgedicht.
Verbind de titels met de grafische vormgeving.
Proefversie@VANIN
A Het regent
B De stropdas en het horloge
C Landschap
D De vogel en het boeket
E Bloemen
F Mandoline, anjer en bamboe
33 HOOFDSTUK 1
10 Het eerste symbolische werk van de Franse schilder Gustave Moreau (1826-1898) is Oedipus en de sfinx. Zijn werk wordt meteen bekend.
a Op het werk zie je de sfinx, een figuur uit de mythologie. Beschrijf haar uiterlijk.
b Wordt de sfinx altijd op deze manier afgebeeld? Waar en hoe wordt de sfinx nog afgebeeld?
c Oedipus krijgt van de sfinx een raadsel voorgeschoteld. Het gaat als volgt: ‘Wat heeft 's morgens vier benen, 's middags twee en 's avonds drie?’ Weet jij het antwoord?
Oedipus en de sfinx (Gustave Moreau, 1864)
11 De Zwitserse kunstenaar Arnold Böcklin (1827-1901) maakt vijf versies van Het dodeneiland. Hieronder zie je zijn derde werk.
Proefversie@VANIN
Het dodeneiland (III) (Arnold Böcklin, 1883)
a Het symbolisme is een uitloper van de romantiek. Welke invloed van de romantiek merk je op?
b Het eiland trekt de aandacht, tot je kijkt naar de voorgrond. Wat zie je hier?
34 HOOFDSTUK 1
c Er zijn verschillende associaties en interpretaties bij dit werk van Böcklin. Het staat wel vast dat het gaat over de transitie van leven naar dood. Hoe interpreteer jij de overtocht?
12 Bekijk het schilderij De drie bogartyrs van de Russische kunstenaar Viktor Vasnetsov (1848-1926) en beantwoord de vragen.
a Wat valt je op als je de ridders van dichterbij bekijkt?
b Wat is de functie van de Russische volksverhalen in de symbolische schilderkunst?
13 Bekijk onderstaande hedendaagse kunstwerken, lees de bijhorende teksten en zoek op internet en elders in dit boek naar vergelijkingsmateriaal. Beantwoord dan de vragen.
Dit werk behoort tot de serie Tahiti van de Amerikaanse portretschilder Kehinde Wiley (1977). Je ziet felle kleuren, planten, geometrische patronen en poses die geïnspireerd zijn door de werken van Gauguin.
Proefversie@VANIN
Op de werken van Gauguin komt heel wat kritiek omwille van het kolonialisme en seksisme erin. Gauguin schildert halfnaakte tienermeisjes, hij misbruikt zijn positie als westerling om een relatie met hen aan te gaan. De focus bij Gauguin ligt bij de exotische fantasie, terwijl het bij Wiley over de modellen en hun zelfpresentatie gaat, weg van het kolonialistische beeld van de Mahu gemeenschappen.
De drie bogartyrs (Viktor Vasnetsov, 1898)
Portret van Tuatini Manate (Kehinde Wiley, 2019)
35 HOOFDSTUK 1
Yasumasa Morimura (1951) verwerkt zijn gezicht in bekende schilderijen uit de westerse kunstgeschiedenis. Dit doet hij door gebruik te maken van rekwisieten, make-up en digitale manipulatie. In het werk hiernaast vind je Morimura terug in Zelfportret met verbonden oor van Vincent van Gogh.
De details in zijn werken verwijzen naar de oorspronkelijke kunstenaar. Zo verwerkt hij de impastotechniek van van Gogh, die te herkennen is aan de dikke strepen en klodders, in zijn kleding en op zijn gezicht.
In de kamer van Luc Tuymans (1958) wordt er gebruik gemaakt van typische kleuren voor kinderkamers, namelijk roze en blauw. De slaapkamer voelt koel en leeg aan, dit komt door de mengeling met grijs. Anders dan de slaapkamer die Vincent van Gogh in 1888 in Arles schildert, is de kamer van Tuymans niet gedecoreerd. Opvallend is dat bij van Gogh er bewust geen schaduwen waar te nemen zijn, geïnspireerd door de Japanse prentkunst, terwijl Tuymans kiest voor sterke contrasten.
De opzet van het schilderij is ten slotte verschillend. Van Gogh schildert zijn objecten een voor een, samen vormen deze elementen een complete ruimte. Bij Tuymans wordt de vlakverdeling eerst geprojecteerd op het doek, vervolgens worden de meubels erin geplaatst. Het lijkt zelfs zo dat er een foto wordt gebruikt als tussenstap in het bepalen van de compositie.
Proefversie@VANIN
Gillende panda is een illustratie van de Vlaamse schrijfster en illustratrice Thaïs Vanderheyden (1976). Zij laat kinderen op een humoristische en laagdrempelige manier kennismaken met wereldberoemde schilderijen uit de kunstgeschiedenis. Voor haar boek Grote kunst voor kleine kenners maakt ze dertig prenten waarbij de mensen worden vervangen door dieren. Dit is een parodie op De schreeuw van Edvard Munch. Munch is bij uitstek de schilder van menselijke emoties zoals angst, haat en liefde. De lijn is zijn belangrijkste bouwsteen en heeft een ondersteunende werking in het schilderij.
36 HOOFDSTUK 1
Portret (van Gogh) (Yasumasa Morimura, 1985)
Silent music (Luc Tuymans, 1993)
Gillende panda (Thaïs Vanderheyden, 2013)
a Welke invloeden uit het postimpressionisme en het symbolisme zie je nog terugkomen in de hedendaagse kunst?
b Welke gelijkenissen en verschillen merk je op tussen de nieuwe werken en de werken waarop ze zijn geïnspireerd? Wat concludeer je? Vul de tabel in voor elk werk.
Gelijkenissen
Verschillen
Conclusie
GOOD TO KNOW
Starry, starry night
Proefversie@VANIN
De Amerikaanse singer-songwriter Don McLean (1945) laat zich inspireren door het werk De sterrennacht van Vincent van Gogh. Hij schrijft hierover het liedje Vincent, in de volksmond beter bekend als Starry, starry night. Het nummer staat op het album American Pie dat in 1971 uitkomt. De aanleiding voor het schrijven van het lied is het lezen van de biografie van Vincent van Gogh. Zijn nummer wordt een eerbetoon aan de schilder en zijn werk. Wanneer je goed luistert, merk je dat hij ook andere schilderijen van de kunstenaar bezingt.
37 HOOFDSTUK 1
De sterrennacht (Vincent van Gogh, 1889)
Exit
Periode/stroming/regio/kunstvorm Kunstenaars
Griekse en Romeinse kunst
gotische kunst
renaissance
barok en rococo
rococo
classicisme
Leonardo da Vinci, Pieter Bruegel de Oude
Johannes Vermeer, Gerard ter Borch, Bartolomeo Rastrelli
Jean-Honoré Fragonard
Jacques-Louis David, Jean-François Chalgrin, Carl Gotthard Langhans, Antonio Canova, Jean-Auguste-Dominique Ingres, Ludwig Beethoven, Wolfgang Amadeus Mozart, Joseph Hayden
romantiek
symbolisme
prerafaelisme
realisme en naturalisme
impressionisme
postimpressionisme
modernisme
art deco
surrealisme
Eugène Delacroix, Caspar David Friedrich, Francisco de Goya, Jean Coralli , Jules-Joseph Perrot, Adolphe Adam, Theodore Gericault
Edvard Munch, Jan Hendrik Leopold, Guillaume Apollinaire, Gustave Moreau, Arnold Böcklin, Viktor Vasnetsov
Jean-François Millet, Gustave Courbet
John Singer Sargent, Claude Monet, Édouard Manet, Berthe Morisot, Edgar Degas, Auguste Rodin, Claude Debussy, Mary Cassatt, Isaac Israëls
Vincent van Gogh, Georges Seurat, Paul Gauguin, Henri de ToulouseLautrec, Paul Cézanne
Rik Wouters
Salvador Dalí
David Hockney, Christo en Jeanne-Claude, Kehinde Wiley, Gerhard Richter, Edward Hopper, Luc Tuymans, Thaïs Vanderheyden, Don McLean fotografen
postmodernisme
Japan
academische kunst
Yasumasa Morimura, Katsushika Hokusai
Paul-Jacques-Aimé Baudry
Tips om je dit hoofdstuk eigen te maken
Proefversie@VANIN
• Formuleer een antwoord op de volgende vraag: welke invloed hebben het classicisme, de romantiek, het realisme, het impressionisme, het postimpressionisme en het symbolisme op hedendaagse kunstenaars?
• Leg elke stroming uit met maximum vijf kernwoorden.
• Wat lijkt je nu moeilijker: inschatten welke stijl te kiezen of het uitvoeren van de gepaste stijl? Waarom?
• Vat dit hoofdstuk samen in een schema met behulp van de leerteksten.
38 HOOFDSTUK 1
Test jezelf
1 Bekijk de onderstaande werken.
a Duid aan tot welke kunststroming zij behoren.
b Welke kritiek zouden de academici op deze werken hebben?
romantiek realisme impressionisme
postimpressionisme symbolisme
romantiek realisme impressionisme
postimpressionisme symbolisme
Proefversie@VANIN
romantiek realisme impressionisme
postimpressionisme symbolisme
romantiek realisme
impressionisme
postimpressionisme symbolisme
Eugène Manet en zijn dochter te Bougival (Berthe Morisot, 1881)
Begrafenis te Ornans (Gustave Courbet, 1849-1850)
Het vlot van de Medusa (Theodore Gericault, 1818-1819)
Grijs weer bij Grande Jatte (Georges Seurat ca. 1886-1888)
39 HOOFDSTUK 1
Verklarende woordenlijst
complementaire
kleuren Dit zijn kleuren die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel, bijvoorbeeld blauw en oranje.
chromatiekEen reeks tonen die met steeds een halve toon omhoog of omlaag gaan.
fries In de klassieke bouwkunst is het fries een horizontale band, al dan niet versierd. Het bevindt zich tussen de kroonlijst en de architraaf.
fronton Dit is de bekroning van een gevel, venster of ingang. Vaak is dit in de vorm van een driehoek.
homofoonMeerstemmige muziek waarbij de verschillende partijen grotendeels hetzelfde ritme hebben.
impastotechniek Schildertechniek waarbij met dikke penseelstreken en klodders verf wordt gewerkt, meestal met behulp van een paletmes.
kleurperspectiefRuimtesuggestie door kleuren op een plat vlak. Vaak zijn beeldelementen verderaf blauwer en voorwerpen dichterbij roder.
lijnperspectiefPerspectief waarbij diepte in een vlakke afbeelding ontstaat dankzij een horizon met een verdwijnpunt.
modaliteitDe manier waarop hele en halve tonen worden geordend.
oriëntalistischGerichtheid op de oosterse wereld vanuit het westers perspectief.
pentatoniekHet gebruik van een toonreeks uit vijf tonen.
pointillisme Schildertechniek die getypeerd wordt door ongemengde stippen die naast elkaar worden geplaatst.
sonatevormEen vormtype uit de muziek, dat onder andere in het eerste deel van een symfonie voorkomt. Dit wordt ook wel hoofdvorm genoemd.
tache-techniekEen stevig aangebrachte verftoets, deze techniek is kenmerkend voor het impressionisme.
vormgedichtDit is een gedicht waarbij de vorm past bij het gedicht of de woorden. De inhoud wordt benadrukt of uitgelegd door de vorm.
Proefversie@VANIN
40 HOOFDSTUK 1
Proefversie@VANIN
HOOFDSTUK SPIEGEL IN DE KUNST
1 HOOFDSTUK 2
2
PIEGEL IN DE KUNST S
WAAROVER GAAT DIT HOOFDSTUK?
Je spiegelt je vast ook wel eens, waarschijnlijk meerdere keren per dag. Niet verwonderlijk wanneer je bedenkt dat vandaag iedereen een spiegel heeft, ongeacht rang of stand. Ooit was het anders en was het kleinood een luxeproduct van de gegoede klasse. Een spiegel afbeelden in een portret was in de 15e eeuw dan ook meteen een teken van welvaart.
Wat in eerste instantie misschien een banaal gebruiksvoorwerp lijkt, blijkt bij nader inzien een intrigerend object en kan een belangrijke (bij)betekenis hebben. Binnen de verschillende kunstdomeinen krijgt het onderwerp spiegel op de meest uiteenlopende manieren vorm. Welke mysteries er achter het gladde spiegeloppervlak schuilgaan, ontdek je in dit hoofdstuk.
WAT LEER IK IN DIT HOOFDSTUK?
Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.
De godin Venus is een ultiem symbool van schoonheid doorheen de tijd.
Vanitas-stillevens brengen de memento mori-gedachte in beeld.
De spiegel toont zowel uiterlijke schoonheid als introspectie.
De spiegel is een symbool van ijdelheid en verhoogd narcisme.
Als instrument van de duivel toont de spiegel pure decadentie.
De kunstenaar toont zichzelf in zijn kunstwerken door gebruik te maken van een spiegel.
De spiegel in een kunstwerk toont en verdraait tegelijkertijd de werkelijkheid.
Onder invloed van Sigmund Freud ontstaan sterk autobiografische, psychoanalytische zelfportretten.
Ook bij een zelfportret kan de kunstenaar de realiteit veranderen in een meer geïdealiseerde of een meer abstracte werkelijkheid.
De spiegel is een onderdeel van een kunstwerk.
De componist brengt een zelfportret in programmamuziek
Proefversie@VANIN
BEGRIPPEN
ijdelheid als ondeugd – licht – memento mori – mimesis – Narcissus – programmamuziek –reflectie –schoonheid als deugd – spiegeling – symmetrie – vanitas – zelfportret
HOOFDSTUK 2
2 HOOFDSTUK 2
Jan van Eyck (1390-1441) is een van de eerste Vlaamse schilders die de spiegel een symbolische dimensie geven in hun schilderijen. De schilders gebruiken een spiegel om de beslotenheid van het interieur te doorbreken. Zo bekomen ze een effect van een ingevoegd beeld. De spiegel geeft het oog van de toeschouwer een bijkomend tafereel in het schilderij. Ook Diego Velázquez (1599-1660) kent deze techniek. Hij heeft in Spanje Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw van van Eyck gezien. Met Las meninas schildert hij een portret van het koninklijk echtpaar: de Spaanse koning Filips IV en zijn vrouw Maria Anna van Oostenrijk.
Detail uit Las meninas (Diego Velázquez, 1656)
Bekijk het detail uit Las meninas van Diego Velázquez en beantwoord de vragen.
a Hoe portretteert Velazquez zichzelf?
b Wat valt je op aan de verhouding tussen het zelfportret en hoe de opdrachtgever wordt afgebeeld?
c Wat is Velazquez aan het schilderen?
Proefversie@VANIN
1
Instap
3 HOOFDSTUK 2
d Waarin verschilt de compositie van dit schilderij met Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw van Jan van Eyck?
e Wat is de relatie tussen de schilder en de toeschouwer?
Zoek een afbeelding van het volledige schilderij en analyseer het.
• Wat beeldt Las meninas uit?
• Wat is de betekenis van het schilderij?
• Is het zelfportret opvallend of prominent?
Waarom kun je stellen dat Velazquez het tegenovergestelde doet van Jan van Eyck in Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw?
Proefversie@VANIN
2
3 4 HOOFDSTUK 2
IJdelheid
In de 16e en de 17e eeuw wordt de spiegel vaak gebruikt in schilderijen om het onderwerp vanuit verschillende kanten te kunnen zien. Op het schilderij Venus voor de spiegel van Diego Velázquez houdt Cupido de godin Venus een spiegel voor. Door het gebruik van de spiegel zie je zowel de rug als het gezicht van Venus. De reflectie is op zich natuurlijk ook een instrument tot zelfbewondering of zelfbeschouwing. Schoonheid en ijdelheid liggen dicht bij elkaar.
De Romeinse godin Venus (Aphrodite in de Griekse mythologie) is de godin van de liefde en de vruchtbaarheid. In de beeldende kunst wordt ze vaak vergezeld door Cupido (Eros in de Griekse mythologie) wiens liefdespijlen onweerstaanbaar zijn. Ze wordt ook vaak afgebeeld met een spiegel. Zowel Titiaan (1488-1576), Paolo Veronese (1528-1588) als Peter Paul Rubens (1577-1640) verbeelden haar terwijl zij zichzelf in de spiegel bewondert. Die voorstelling van Venus past in een eeuwenlange traditie waarbij Venus wordt voorgesteld als het ultieme symbool van vrouwelijke schoonheid.
Ook de allegorische figuur Prudentia wordt vaak afgebeeld met een spiegel in de hand. Bij haar staat de spiegel in haar hand symbool voor wijs gedrag door zelfkennis (deugdzaamheid). Onder andere Simon Vouet (1590-1649) schildert haar.
Proefversie@VANIN
Tot op vandaag associëren we spiegels nog altijd met schoonheid en … vrouwen. Er heerst een grote terughoudendheid ten opzichte van het afbeelden van mannen in de spiegel. Een man die zijn eigen spiegelbeeld bewondert, komt zelden voor in de kunst. De enige uitzondering hierop is Narcissus, de man die in de Metamorfosen van de Romeinse dichter Ovidius (43 v.C. tot 17 na C.) verliefd wordt op zijn eigen reflectie in het water. Het verhaal gaat over uiterlijke schoonheid, maar is ook een toespeling op het innerlijke. Voor het eerst is er sprake van oog in oog staan met jezelf en je bewust worden van je eigen identiteit. Hierdoor zou je tot diepere inzichten kunnen komen. In de 19e eeuw leeft zelfs het idee dat de spiegel een bron van kennis over een hogere werkelijkheid is.
2.1
Leertekst
5 HOOFDSTUK 2
Venus voor de spiegel (Diego Velázquez, 1647-1651)
De opkomst van het feminisme brengt in diezelfde 19e eeuw veel mannelijke kritiek op de vrouw met zich mee. Verschillende kunstenaars tonen een bezorgdheid over de opkomende ‘narcistische vrouw,’ die enkel nog naar haar eigen spiegelbeeld zou verlangen.
De spiegel staat dus niet langer alleen symbool voor uiterlijke schoonheid en de klassieke deugden, maar ook voor precies het tegenovergestelde: de ondeugden trots, ijdelheid en lust. Kunstenaars zoals Antoine Wiertz (1806-1865) tonen de spiegel als direct instrument van de duivel die daarmee zijn slachtoffers tot ijdelheiden verleidt. De vrouwen die zij afbeelden doen geen enkele poging om aan de demonische invloed te weerstaan, waardoor ook vastgelegde sociale conventies (bv. dat een vrouw bescheiden en onderdanig hoort te zijn) op losse schroeven komen te staan.
Félicien Rops (1833-1898) bouwt als tekenaar een imago op van duivelskunstenaar. Erotiek, de femme fatale, de duivel en de dood zijn favoriete thema’s. Hij brengt de Parijse prostitutiewereld in beeld en hij deinst er niet voor terug het menselijk paren te tonen, de ‘menselijke omhelzing’ zoals hij het noemt. Hij tekent geen academische naakten, maar portretteert vrouwen die een spiegel aangereikt krijgen door een duivel.
Le miroir de coquetterie (Félicien Rops, ongedateerd)
Tegenover al die ondeugden is er ook de spiegel als instrument van de rede: het verstand dat mensen waarschuwt voor al te grote gehechtheid aan aardse schoonheid en hen eraan herinnert dat ze sterfelijk zijn. Je spreekt hier over de spiegel als vanitas-symbool.
In het oeuvre van Charles Edward Perugini (1839-1918), John William Waterhouse (1849-1917) en Fernand Toussaint (1873-1955) is dikwijls een moraliserende ondertoon te ontwaren, die wijst op de zondigheid van ijdelheid en de vergankelijkheid van schoonheid. Bovendien wijst hij ook op de gedachte memento mori: denk eraan dat je sterfelijk bent. Zo is de spiegel doorheen de geschiedenis dus zowel het symbool voor schoonheid en deugden als voor het kwaad. De spiegelt dient niet alleen om de uiterlijk schoonheid te aanschouwen, de spiegel dient ook tot introspectie.
Leeractiviteiten
Proefversie@VANIN
1 Venus is al van in de oudheid een geliefd kunstthema. Kunstenaars passen haar portret telkens opnieuw aan volgens de stijl, de mode of het ideeëngoed van hun tijd. Elke Venus wordt zo de draagster van eigentijdse schoonheidsidealen. De staande Venus van Sandro Botticelli (1445-1510) inspireert nog steeds vele kunstenaars. De liggende Venus is zo mogelijk nog invloedrijker. Vergelijk en analyseer de voorstellingen van Venus hieronder en lees de teksten. Geef aan welke tekst op welk kunstwerk van toepassing is.
6 HOOFDSTUK 2
Geboorte van Venus (William-Adolphe Bouguereau, 1879)
Bouguereau (1825-1905) omringt Venus met nimfen, centauren en putti (mollige kinderfiguurtjes) die Venus na de geboorte op een schelp richting Paphos brengen. Hij is een Frans, academisch schilder.
Geboorte van Venus (Jean-Honoré Fragonard, 1753-1755)
Fragonard (1732-1806) maakt van de geboorte van Venus een elegant rococo gebeuren in pastelkleuren, met veel schuim en toeschouwers in en uit de zee.
Venus voor de spiegel (Peter Paul Rubens, 1615)
Rubens (1577-1640) schildert een voluptueuze, barokke Venus die haar toilet maakt. Vergeleken met de Venus van Rubens is de Venus van Velazquez relatief slank. Dit is geheel volgens de toenmalige mode in Spanje die, in tegenstelling tot de rest van Europa in die tijd, een voorkeur toont voor dunne vrouwen.
Rebirth of Venus (David LaChapelle, 2009)
LaChapelle (1963) maakt met Rebirth of Venus een expliciete, moderne ‘remake’ van Botticelli’s schilderij. De foto wordt gemaakt op Hawaii met een Venus die een wat donkerdere huidskleur heeft. De schelp dient hier niet als vervoersmiddel.
Pools meisje (Rineke Dijkstra, 1992)
Proefversie@VANIN
De hedendaagse foto van Dijkstra (1959) met het Poolse meisje is een monument. Hij verscheen in talloze boeken en tijdschriften. Het zou een gewone vakantiefoto kunnen zijn, maar de fotograaf maakt een moderne Venus van Botticelli van het meisje.
Geboorte van Venus (Alexandre Cabanel, 1875)
Cabanel (1823-1889) toont in 1863 een wulps uitgestrekte Venus in het schuim van de golven. Het schilderij is een voorbeeld van academische stijl en dan ook een groot succes op de Parijse salon van dat jaar.
1 2 3 4 5 6
7 HOOFDSTUK 2
2 Bekijk de onderstaande schilderijen en beantwoord de vragen in het kader. Om de schilderijen te kunnen interpreteren en analyseren, zoek je online meer info over de stijlperiode, stijlkenmerken, gebruikte bouwstenen en materialen.
Beleven
Wat is je eerste spontane reactie?
Beschrijven
Wat zie of hoor je precies?
Analyseren
Welke bouwstenen, materialen en technieken worden gebruikt?
Interpreteren
Wat is de betekenis van het kunstwerk of de bedoeling van de kunstenaar?
Waarderen
Proefversie@VANIN
Wat is jouw mening over het kunstwerk?
1 2
Een eerlijke reflectie
De spiegel van de duivel
8 HOOFDSTUK 2
Een eerlijke reflectie (Charles Louis Lucien Muller, 1860-1880)
De spiegel van de duivel (Antoine Wiertz, 1856)
3 Een van de belangrijkste symboolfuncties van de spiegel in de schilderkunst is de verbeelding van de vanitas. Antoine Wiertz schildert waarschijnlijk een van de bekendste voorstellingen van een vanitasschilderij waarbij een levende figuur gespiegeld wordt in een geraamte. Wiertz schildert ook vrouwen die foute boeken lezen of vrouwen die betrapt worden bij hun toilet.
a Wat toont Wiertz met De mooie Rosine, twee meisjes? Wat is zijn bedoeling hiermee?
Proefversie@VANIN
b Van De spiegel van de duivel maakt Wierz twee versies. De eerste versie vind je bij oefening 2, de tweede bij deze oefening. Zoek de gelijkenissen en de verschillen.
c Welke boodschap brengt Wiertz met dit schilderij?
9 HOOFDSTUK 2
De mooie Rosine, twee meisjes (Antoine Wiertz, 1935)
Detail van De mooie Rosine, twee meisjes (Antoine Wiertz, 1935)
De spiegel van de duivel (Antoine Wiertz, 1856)
d Zou de 19e eeuwse katholieke kerk de mening van Wiertz gedeeld hebben of juist niet?
e Met het schilderij De romanlezeres toont Wiertz de invloed van 'slechte' literatuur, in dit geval Alexandre Dumas. Hoe toont Wiertz dit?
4 Zowat de oudste en bekendste zich spiegelende figuur is Narcissus. Hij ziet in de weerspiegeling van het water zowel een realistisch zelfbeeld als een waanbeeld. De spiegel als zegen en als vloek. Vertel met behulp van de afbeelding het verhaal van Narcissus.
Proefversie@VANIN
Echo en Narcissus (John William Waterhouse, 1903)
10 HOOFDSTUK 2
De romanlezeres (Antoine Wiertz, 1853)
5 De levensloop van Franz Liszt (1811-1886) is een van de meest tot de verbeelding sprekende van de romantiek. Liszt koestert de glamour waarmee zijn persoonlijkheid omgeven wordt. Hij is een virtuoos op de piano, iets waar hij graag mee te koop loopt. Beluister La campanella. Hoe kun je Liszts extravagante persoonlijkheid in de muziek waarnemen?
GOOD TO KNOW
Symphonie fantastique geeft nieuwe impuls aan ideeënmuziek
Hector Berlioz (1803-1869) is de verpersoonlijking van het extravagante, onconventionele romantische genie en draagt in zijn Mémoires zelf bij tot dat imago: ‘Ma vie est un roman qui m’intéresse beaucoup.’ Zijn Symphonie fantastique is een muzikaal drama zonder woorden. Berlioz schrijft: ‘Het programma moet worden beschouwd als de gesproken tekst van een opera. Het dient om de muzikale nummers in te leiden door de situatie te beschrijven waardoor hun specifieke stemming en expressieve karakter worden bepaald.’
Goethes Faust en Confessions of an English opium eater van Thomas de Quincey vormen voorname inspiratiebronnen. Het onderliggende verhaal gaat over een jonge musicus die, gedreven door liefdesverdriet, opium neemt en waanbeelden krijgt.
Berlioz noemt zijn werk in de ondertitel Episode de la vie d’un artiste. Hij geeft het een programma dat in feite een geromantiseerd zelfportret is, in dit geval in grote mate geïnspireerd door de Ierse actrice Harriet Smithson op wie hij uitzinnig verliefd is. Hij leert Engels, organiseert een concert om haar aandacht te trekken (tevergeefs), en schrijft haar brieven die ze niet beantwoordt. Ten slotte componeert hij voor haar een werk dat ze onmogelijk kan negeren: de Symphonie fantastique.
Op de albumhoes kun je een karikatuur van Berlioz terugvinden die in 1845 gepubliceerd wordt in L’Illustration
Het is er slechts een van vele die doorheen Berlioz’ leven het licht zien en geeft duidelijk weer hoe Berlioz’ flamboyante karakter bespiegeld wordt: met heel wat toeters en bellen.
2.2 Van zelfportret tot selfie
Zelfportretten vormen een afzonderlijk genre binnen de portretkunst. Bij een geschilderd portret vertelt een gezichtsuitdrukking een heel verhaal. De schilder kan in zijn portret karaktertrekken en emoties van de geportretteerde uitvergroten. Dat verklaart waarom er zoveel zelfportretten zijn: de portretschilder kent zichzelf als geen ander en kan dus met dit gegeven spelen en experimenteren.
Proefversie@VANIN
Net als veel mensen nu goed nadenken over hoe ze zichzelf presenteren als ze een selfie nemen, doen kunstenaars dat ook in hun zelfportretten. Wat laten ze van zichzelf zien en wat niet? Hoe ziet de kunstenaar zichzelf en hoe wil de kunstenaar gezien worden door de anderen? Het verschil in perceptie van de maker en de toeschouwer is van alle tijden.
Met die perceptie kun je ook spelen. De techniek die Velazquez in Las Meninas en van Eyck in Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw gebruiken om met behulp van een spiegel de beslotenheid van een interieur te doorbreken, is een techniek die je mise en abyme noemt. De term is ontleend aan de heraldiek waar een figuur ‘en abîme’ is wanneer ze in het midden van een wapenschild staat en het wapenschild zelf weerspiegelt in een kleinere vorm.
11 HOOFDSTUK 2
Zelfportret (Lucien Freud, 1967)
Het vermoeden bestaat dat de Griekse beeldhouwer Phidias (ca. 460-432 v.C.) zichzelf heeft afgebeeld in een fries aan de westkant van het Pantheon. Toch komen zelfportretten aanvankelijk weinig of niet voor. In de middeleeuwen blijven kunstenaars anoniem. Ze beelden zichzelf meestal uit in een figurantenrol in groepsportretten, zoals Hans Memling (ca. 1435-1494) in de Donne triptiek.
Proefversie@VANIN
In de late middeleeuwen ontstaat het zelfportret. Je weet al dat Jan van Eyck ook zichzelf geschilderd heeft in Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw. Tussen de twee geportretteerden hangt een spiegel die behalve het geportretteerde huwelijkspaar ook nog twee andere figuren toont. Een van hen is Jan van Eyck. Door de vervorming van de spiegel is het spiegelbeeld volledig onherkenbaar.
Vanaf de renaissance kent het zelfportret veel succes in Italië en de Nederlanden. In die periode verandert de rol van de kunstenaar. Hij wordt niet langer gezien als een vakman, maar als een vrije geest. Er verschijnen biografieën van kunstenaars. De kunstenaar wordt zelf onderwerp van het kunstwerk. Hij krijgt meer maatschappelijk aanzien en zelfs een nieuwe sociale status. De gilden die de kunstenaars groeperen, worden opgeheven. Kunstenaars werken voortaan autonoom. Samen met deze groeiende individualisering ontstaat er een toenemende belangstelling voor het erkennen van de specificiteit van het individu.
Algemeen wordt aangenomen dat de Franse miniatuur- en portretschilder Jean Fouquet (1415-1480) rond 1450 het eerste zelfportret heeft geschilderd. Om een zelfportret te maken, heeft de kunstenaar een spiegel nodig om zichzelf te kunnen zien. Aan de basis van het grote succes van het
Leertekst 12 HOOFDSTUK 2
Donne triptiek (Hans Memling, 1478)
Detail uit Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw (Jan van Eyck, 1434)
Zelfportret (Jean Fouquet, 1450)
zelfportret ligt dan ook de beschikbaarheid van glazen spiegels die in de renaissance in Venetië gemaakt worden door een legering van tin en zilver op een glasplaat aan te brengen. Daarvoor waren er al spiegels van metaal, maar hun helderheid en spiegeling zijn niet opgewassen tegen de kwaliteit van de nieuwe glazen spiegels. De kunstenaar kijkt nu in zijn spiegel en kan zijn eigen beeltenis juist weergeven. Exemplarisch voor de nieuwe sociale status die de kunstenaars in de 15e eeuw verwerven is het Portret van een man met rode tulband van Jan van Eyck (1390-1441). Voor vrouwen is de uitvinding van de spiegel een doorbraak. Eeuwenlang mogen ze niet naar levend model schilderen. Dankzij de uitvinding van de spiegel kunnen vrouwen nu wel zichzelf schilderen. In 1548 schildert de Antwerpse Catharina van Hemessen (1528-1567) het oudste overgeleverde vrouwelijke zelfportret uit de Nederlanden. Ze beeldt zichzelf al schilderend voor de schildersezel af. Hiermee lanceert ze een nieuw type in de iconografie van het zelfportret. Met de Latijnse tekst Ego Catarina de Hemessen me pinxi verwijst ze subtiel naar haar gecultiveerde achtergrond.
In de 17e eeuw is Rembrandt van Rijn (1606-1669) een absolute meester in het maken van zelfportretten. Hij heeft gedurende zijn leven tegen de honderd zelfportretten gemaakt, meestal als afzonderlijk kunstwerk, soms als figurant. Tijdgenoot Peter Paul Rubens (1577-1640) schildert maar vier zelfportretten. Het zelfportret dat hij in 1630 in zijn atelier in Antwerpen afwerkt, is een ateliermodel dat dienst zal doen als werkinstrument. Hij zal er zijn leerlingen mee onderwijzen en zij zullen het gebruiken als leidraad wanneer ze een portret maken.
In de 19e eeuw maken schilders zelfportretten om te oefenen, te experimenteren of om hun identiteit neer te zetten. Ze maken ook portretten van elkaar, vaak als teken van vriendschap. Het grote aantal zelfportretten van Vincent van Gogh (1853-1890) geeft een goede kijk op zijn zelfbeeld en karakter. Het kleurgebruik geeft vaak weer wat hij denkt en naarmate zijn instorting naderbij komt, verstart zijn blik steeds meer. Met de toenemende waardering voor van Gogh en een groeiend aantal kunstenaars dat in zijn geest of onder zijn invloed verder werkt, wordt het zelfportret steeds meer een aparte discipline.
De Oostenrijker Egon Schiele (1890-1918) maakt onder invloed van Sigmund Freud en van Gogh sterk autobiografische, psychoanalytische portretten van zichzelf. Ook Frida Kahlo (1907-1954) en Pablo Picasso (1881-1973) zijn voorbeelden van kunstenaars die veel zelfportretten hebben gemaakt.
Proefversie@VANIN
Het streven naar gelijkende afbeeldingen loopt als een rode draad door de westerse kunstgeschiedenis. De idee van ‘mimesis’ heeft verschillende betekenissen die allemaal iets te maken hebben met verschijnselen zoals nabootsen en navolgen, namaken en nadoen, afbeelden en uitbeelden, weergeven en weerspiegelen, reproduceren en doen verschijnen van de werkelijkheid.
De opkomst van nieuwe media zoals fotografie en cinema in de 19e eeuw en audio en video in de 20e eeuw bracht nieuwe mogelijkheden voor het genre met zich mee. Cindy Sherman (1954) maakt met Untitled Film Stills (1977-80), een reeks van een zeventigtal kleine zwart-witfoto’s. Ze fotografeert zichzelf met bewust geselecteerde rekwisieten om scènes te creëren die lijken op die in B-films. De beelden zijn gebaseerd op
13 HOOFDSTUK 2
Zelfportret (Catharina van Hemessen, 1548)
Untitled Film Still #53 (Cindy Sherman, 1980)
vrouwelijke personages (en karikaturen) zoals de afgematte verleidster, de ongelukkige huisvrouw of de afgewezen minnares. Ook foto’s die de kunstenaar van zichzelf maakt kunnen liegen. Het fotografisch zelfportret geeft ook maar een voorstelling van de werkelijkheid.
Hoewel een portret doorgaans natuurgetrouw is, kan de kunstenaar de realiteit ook veranderen in een meer geïdealiseerde of een meer abstracte werkelijkheid. De zelfportretten van de futuristen worden gedehumaniseerd omdat voor hen de vooruitgangsideologie belangrijker is dan een natuurgetrouwe weergave: een mens hoeft er niet als mens uit te zien. De kubisten verkiezen bepaalde vormen boven getrouwe weergave. De identiteit gaat daardoor grotendeels verloren. De dadaïsten gaan dan weer zo cynisch te werk dat het zelfportret een deconstructie van de eigen persoon kan inhouden. Francis Bacon (1906-1992) was een notoir drinker, gokker en feestbeest. Je kent deze kunstenaar van zijn portretten van pausen en zijn toegetakelde zelfportretten. Jorge Lewinsky (1920-2008) maakt een foto van Bacon die met zijn meerdere gezichtspunten en vervormde kenmerken erg goed lijkt op de zelfportretten van Bacon zelf.
Proefversie@VANIN
In de beeldhouwkunst komen zelfportretten zelden voor. De conceptuele kunstenaar Caspar Berger (1965) onderzoekt met afgietsels van zijn lichaam de relatie tussen buiten- en binnenkant, tussen werkelijkheid en imago. In een zilveren eivorm wordt een zelfportret in twee vormen weergegeven. Het positieve afgietsel (bol) is het uiterlijk, het negatief (hol) het innerlijk. Wanneer de eivorm in elkaar sluit, smelten beide werelden samen. De verwijzing naar Narcissus ligt voor de hand.
Ook binnen het domein van de muziek vind je de kunst van het portretteren terug. In de barok verwerkt Johann Sebastian Bach (1685-1750) in zijn composities vaak het BACH-motief: zijn muzikale handtekening. De verschillende tonenorden worden namelijk ook voorgesteld door letters. Zo kan Bach zijn eigen naam in muziek doen weerklinken. Componisten als Beethoven (1770-1827), Schumann (1810-1856), Liszt (1811-1886) en Pärt (1935) eren hem later door datzelfde motief in hun composities te verwerken. Andere componisten volgen zijn voorbeeld en creëren dergelijke handtekeningen voor zichzelf en hun geliefden.
Op het einde van de 18e eeuw en in de 19e eeuw is de romantiek de stijlperiode bij uitstek waarin de kunstenaar uiting geeft aan heel persoonlijke gevoelens. De nood ontstaat om de eigen, complexe gevoelswereld uit te drukken. Daarbij beperken kunstenaars zich zeker niet louter tot alledaagse
14 HOOFDSTUK 2
Zelfportret (Francis Bacon, 1975)
Francis Bacon (Jorge Lewinsky, 1967)
Narcissus/Zelfportret 15 (Caspar Berger, 2014)
Muzikale handtekening Bach
of positieve gevoelens. Ze tonen een voorliefde voor het onverklaarbare, het pijnlijke, het duistere, fantastische, macabere ... kortom ‘Weltschmerz’. Ook in de muziek geeft de kunstenaar uiting aan die Weltschmerz, waardoor het programma van de muziek aan belang wint. Dit betekent dat de muziek geïnspireerd wordt door (of gebaseerd op) een verhaal, een gedicht, een schilderij, een beeld, een natuurelement ... Je noemt het dan ook programmamuziek. Doorgaans zit in de titel al een verwijzing naar het programma vervat. De programma’s komen zo centraal te staan dat de vorm van de muziek belang verliest.
Leeractiviteiten
1 Lang voordat de selfie allesoverheersend werd, was het zelfportret de ultieme manier om jezelf op een artistieke manier te ontdekken en aan de buitenwereld te tonen. Een zelfportret vertelt de toeschouwer daarom dus meer dan je in eerste instantie denkt. Wat tonen kunstenaars ons in hun zelfportret? Kruis aan welke uitspraken van toepassing zijn op welk van de onderstaande schilderijen (genummerd van 1 t/m 9).
laat de vaardigheden van de kunstenaar zien.
toont een zo goed mogelijke gelijkenis met de kunstenaar. is flatterend voor de kunstenaar.
beklemtoont de goede karaktertrekken van de kunstenaar. drukt het innerlijke gemoed van de kunstenaar uit. geeft de sociale status van de kunstenaar weer.
toont de kunstenaar in profiel. kijkt je frontaal aan.
laat meer zien dan de buste van de kunstenaar. 1
Rembrandt van Rijn (1606-1669) maakt dit zelfportret in zijn laatste levensjaar. Dit doek staat vermoedelijk op zijn schildersezel wanneer hij overlijdt. Je bent al snel geneigd een oude man te zien. Maar ondanks zijn grijze haren en zijn verouderde huid is toch niet te zien dat zijn einde nadert. Integendeel, de meester is hier op zijn best en schildert zichzelf eerlijk en treffend.
Hoe schildert Rembrandt?
Proefversie@VANIN
Zelfportret (Rembrandt van Rijn, 1669)
Het zelfportret ... 123456 789 10
15 HOOFDSTUK 2
Algemeen wordt aangenomen dat Man met rode tulband van Jan van Eyck een zelfportret is. Het is vermoedelijk een tegenhanger van het portret van zijn vrouw Margaretha van Eyck. Opvallend is het devies ALC IXH XAN (vrij vertaald: zo goed als ik kan) dat bovenaan de lijst prijkt. Zijn credo, in combinatie met zijn weelderige klederdracht, getuigt van een hoog zelfbewustzijn als kunstenaar en mens.
Waarom is dit een iconisch schilderij?
Man met rode tulband, vermoedelijk
(Jan van Eyck, 1433)
Gustave Courbet (1819-1877) schildert zowel portretten als naakten, landschappen en stillevens. De wanhopige is een vroeg zelfportret en uniek omdat het zo duidelijk de emoties van de kunstenaar toont. De getoonde tristesse en melancholie zijn in geen enkel ander werk zichtbaar. Dit schilderij is bijna fotografisch, alsof de schilder zichzelf fotografeert tijdens een angstaanval.
Beschrijf het portret.
De wanhopige (Gustave Courbet, 1843)
De Poolse Tamara de Lempicka (1898-1980) schildert dit zelfportret in Parijs in 1928. Ze maakt het voor de cover van het Duitse modetijdschrift Die Dame. Het is een van de bekendste voorbeelden van art deco portretten
Wat wil de kunstenaar aantonen?
Zelfportret in een groene Bugatti (Tamara de Lempicka, 1928)
Proefversie@VANIN
1 1 1 2 16 HOOFDSTUK 2
zelfportret
Deze kunstzinnig geënsceneerde foto maakt Ilse Bing (1899-1998) aan het begin van haar carrière. Ze verblijft dan nog in Parijs. Later vlucht ze als joodse vrouw naar New York.
Hoe maakt de kunstenaar deze foto?
Ook Egon Schiele (1890-1915) maakt enorm veel zelfportretten. Hij is, om het met hedendaagse termen te benoemen, een meester in selfies nemen. Hij speelt met thema’s als gender en identiteit. Hij is sterk beïnvloed door de kunstenaars van de Weense Secession. Zijn grote voorbeeld is Gustav Klimt met wie hij een interesse in het naakte lichaam en seksualiteit deelt.
Vindt Egon Schiele nog steeds aansluiting bij de jongerencultuur van vandaag?
Jean-Michel Basquiat (1960-1988) leeft en werkt in New York o.a. samen met Andy Warhol. Hij zet met zijn zelfportretten zaken als racisme en uitsluiting in de verf. Een verwijzing naar de ontelbare keren dat hij als zwarte artiest gediscrimineerd werd. Hij communiceert met gigantische schilderijen vol tekst en hiërogliefachtige symbolen. Hij communiceert zoals wij het vandaag ook doen: switchend van het ene sociale media platform naar het andere.
Wat wil Basquiat met zijn uiterst expressieve vormentaal uitdrukken?
Proefversie@VANIN
1 1 6 7 17 HOOFDSTUK 2
Zelfportret in spiegels (Ilse Bing, 1931)
Zelfportret (Egon Schiele, 1911)
Untiteld (Jean-Michel Basquiat, 1982)
De foto’s van Rineke Dijkstra (1959) worden vaak vergeleken met het werk van grote Hollandse meesters zoals Vermeer. Ze wordt wereldberoemd door haar foto’s van adolescenten op het strand. Ze gebruikt een grote, technische camera, waardoor er veel tijd en concentratie nodig is om een foto te maken. Dat doet iets met de mensen voor de camera. Ze vragen zich af of ze een pose moeten aannemen of zichzelf blijven.
Blijft Rineke Dijkstra zichzelf voor haar eigen camera?
Zelfportret Marnixbad (Rineke Dijkstra, 1991)
Albrecht Dürer (1471-1528) wordt geboren in Neurenberg en heeft een uitzonderlijk tekentalent. Als dertienjarige tekent hij al een realistisch zelfportret met zilverstift. Als hij achtentwintig is, tekent hij dit zelfverzekerde zelfportret.
Welke bouwstenen van beeld maken dit portret zo zelfverzekerd?
Zelfportret op achtentwintigjarige leeftijd (Albrecht Dürer, 1500)
Omar Victor Diop (1980) is een Senegalese fotograaf die krachtige portretten maakt van zijn eigen lichaam.
Waarom integreert deze kunstenaar bedreigde diersoorten in zijn werk?
Proefversie@VANIN
1 1 1 9 10 18 HOOFDSTUK 2
Beeld uit serie Allegoria (Omar Victor Diop, 2021)
2 Quinten Metsys (1466-1530) gebruikt de mise en abyme techniek ook. De afbeelding toont je de spiegel uit een interieur geschilderd door Metsys.
a In welk interieur zou jij deze spiegel plaatsen?
b Welk tafereel creëert Quinten Metsys in de spiegel?
Detail uit De geldwisselaar en zijn vrouw (Quinten Metsys, 1514)
c Zoek een afbeelding van De geldwisselaar en zijn vrouw. Ziet het tafereel er uit zoals jij gedacht had? Er is nog een tweede tafereel waarmee de kunstenaar je blik naar buiten leidt.
3 Naar aanleiding van de publicatie van zijn autobiografie maakt Norman Rockwell (1894-1978) het schilderij Triple Self-Portrait. Hij heeft zich duidelijk laten inspireren door de Oostenrijkse schilder Johannes Gumpp (1626-1728) wiens opmerkelijk zelfportret uit 1646 te zien is in de Vasarigang die aansluit op de Galleria degli Uffizi in Firenze. Hoe passen ze beiden het principe van mise en abyme toe in hun zelfportret?
Proefversie@VANIN
19 HOOFDSTUK 2
Zelfportret (Johannes Gumpp, 1646)
Triple Self-Portrait (Norman Rockwell, 1960)
4 Wanneer Peter Paul Rubens vooraan in de zestig is, beseft hij ten volle dat zijn einde nadert. In 1639 schildert hij zijn laatste zelfportret, dat bestemd is voor zijn kinderen. Hij sterft op 30 mei 1640.
a Bekijk de handen van dit zelfportret. Met welke hand schildert hij?
b Hoe toont de ongeschoeide hand dat de schilder oud en kwetsbaar is?
c Wat tonen de geschoeide hand en het zwaard?
d Zoek een afbeelding van het schilderij op. Hoe zie je nog meer dat Rubens uiterlijk aanzien en introspectie samenbrengt in dit zelfportret?
e Hoe kijkt Rubens je aan?
f Hoe brengt Rubens zichzelf in beeld?
g Welke emotie drukt het schilderij uit?
Proefversie@VANIN
5 Bij Léon Spilliaert (1881-1946) verschijnen er vreemde schimmen in zijn geschilderde spiegelbeelden. In 1908 is hij 27 jaar en een chronische maaglijder die ‘s nachts niet kan slapen. Tijdens een van die slapeloze nachten dwaalt hij door zijn huis in Oostende. De stilte van de nacht is dreigend. Spilliaert ziet zichzelf in een handspiegel die op tafel ligt en schrikt van het spook (monster met een afzichtelijk uitpuilend oog?) dat hij te zien krijgt in de spiegel. Kun je het schilderij Zelfportret met spiegel gemaakt toen hij 27 jaar was waarderen? Doorloop alle fasen van het analyseschema om tot de fase van waarderen te komen.
20 HOOFDSTUK 2
Detail uit Zelfportret (Peter Paul Rubens, 1639)
Beleven
Wat is je eerste spontane reactie?
Beschrijven
Wat zie of hoor je precies?
Analyseren
Welke bouwstenen, materialen en technieken worden gebruikt?
Interpreteren
Proefversie@VANIN
Wat is de betekenis van het kunstwerk of de bedoeling van de kunstenaar?
Waarderen
Wat is jouw mening over het kunstwerk?
21 HOOFDSTUK 2
Zelfportret met spiegel (Léon Spilliaert, 1908)
6 Je las hoe componisten programmamuziek gebruiken om een muzikaal zelfportret te maken. Hoe tonen onderstaande luisterfragmenten dat aan?
a Robert Schumann (1810-1856) verpersoonlijkt de verschillende facetten van zijn karakter in imaginaire figuren. In zijn Davidsbündlertänze componeert Schumann muzikale dialogen tussen Florestan en Eusebius. Zij vertegenwoordigen respectievelijk de onstuimige, temperamentvolle revolutionair en de jeugdige, lyrische, poëtische kant van Schumanns persoonlijkheid. Door middel van initialen schrijft Schumann elk deel aan een of beiden van hen toe. Luister naar het muziekfragment.
b Ondanks toenemende roem en erkenning wordt het psychische leven van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893) steeds duisterder, dat weerspiegelt zijn zesde symfonie en laatste wapenfeit, bijgenaamd de Pathetische. Het is een weerspiegeling van de worsteling met zijn geaardheid, een strafbaar feit toentertijd. Tsjaikovski houdt het programma met opzet geheim. Luister naar het muziekfragment.
7 De foto-installatie Thank you for hurting me, I really needed that van Melanie Bonajo (1978) stelt de selfie ter discussie. In de serie foto’s is Bonajo enkel huilend te zien, wat natuurlijk nooit op een selfie gebeurt. Bonajo is genadeloos voor zichzelf, maar hoeveel authenticiteit kun jij als toeschouwer aan?
Thank you for hurting me, I really needed that (Melanie
2.3 De spiegel als medium in de kuns t
Proefversie@VANIN
De vierkanten, de mysterieuze, gestreepte personages en … de spiegels die in het werk van Roger Raveel (1921-2013) voorkomen zijn een handelsmerk van zijn unieke beeldtaal. Van Eyck, Metsys en Velazquez schilderen een spiegel en creëren zo de illusie dat je binnenstapt in het schilderij. Roger Raveel gaat aan de slag met een echte spiegel. Op het Karretje om de hemel te vervoeren plaatst hij een spiegel. Zo reizen de omgeving en de toeschouwer mee, overal waar het karretje gaat. Het karretje is een 3D-object dat vrij in de ruimte kan bewegen. Er zijn wel meer kunstenaars die de spiegel in hun werk inbrengen.
22 HOOFDSTUK 2
Bonajo, 2005-lopend)
Karretje om de hemel te vervoeren (Roger Raveel, 1968)
Doorheen de kunstgeschiedenis duikt de spiegel steeds opnieuw op in kunstwerken en wel op heel verschillende manieren. Soms wordt de spiegel getoond in het kunstwerk, dan weer wordt de spiegel gebruikt om het kunstwerk te maken of bestaat het kunstwerk zelf uit spiegels. De schilderkunst gebruikt de spiegel om ruimtelijkheid weer te geven. Door spiegelende oppervlakken kan de schilder op virtuoze wijze een visueel experiment met ruimte en materialen tonen. Spiegels zijn bij uitstek geschikt om de werkelijkheid te tonen en tegelijkertijd die werkelijkheid te verdraaien.
Vanaf de 20e eeuw worden spiegels niet alleen getoond in kunstwerken, maar ook gebruikt als materiaal voor kunstwerken. Een vroeg voorbeeld is Infinity mirror room: Phalli’s field (1965) van de Japanse beeldhouwster en installatiekunstenares Yayoi Kusama (1929) waarin het lijkt alsof je in een oneindig landschap terecht bent gekomen, terwijl je in feite maar in een piepklein kamertje staat. Je heb al gezien hoe schilders gebruik maken van een spiegel om een beeld in een beeld te creëren. Op die manier laten ze de ruimte buiten het schilderij en buiten de afbeelding een rol spelen in de reflectie van objecten in de geschilderde ruimte. Ook de moderne kunst past dit fenomeen toe door het gebruik van echte spiegels in een kunstwerk. De spiegel betrekt de omgeving, en dus ook de mensen daarin, bij het werk.
De Italiaanse kunstenaar Michelangelo Pistoletto (1933) krijgt internationale erkenning met zijn Quadri specchianti of in het Nederlands Spiegelschilderijen. Hij verandert het perspectief en de vensterfunctie die van Eyck aan de spiegel gaf. De ingelijste beelden openen geen venster meer op een verbeelde wereld. De spiegels weerspiegelen de wereld waarin de toeschouwer zich bevindt. De werken hangen ook niet langer op de gebruikelijke vensterhoogte, maar staan op de grond, op dezelfde hoogte als de kijker. De Spiegelschilderijen lokken zo continu performances uit, uitgevoerd door meestal onwetende kijkers.
In de hedendaagse kunst is de spiegel een geliefd materiaal en onderwerp. Denk maar aan Cloud gate, de spiegelende 'boon' in Chicago van Anish Kapoor (1954) of de spiegeltunnels van Olafur Elliason (1967), een Deense beeldhouwer en installatiekunstenaar van IJslandse afkomst. Mathias Kiss (1972) geeft een opvallende, hedendaagse interpretatie aan de decoratieve rol van spiegels. Zijn Miroir froissé lijkt wel een stuk verfrommeld papier. De magie van het gereflecteerde licht en het gefragmenteerde beeld tonen dezelfde schoonheid als een gebeeldhouwd kunstwerk.
On breaking out of the frame (Mathias Kiss)
Proefversie@VANIN
Het principe van het spiegelen vind je ook in de muziek terug. De fuga is daarbij de imitatievorm bij uitstek. Hoofdprincipe is dat slechts één muzikaal thema, een hoofdmelodie als het ware, het bindende materiaal is voor een doorlopende compositie. Johann Sebastian Bach (1685-1750) zal de fuga tot een monumentale constructie weten uit te bouwen.
Leertekst 23 HOOFDSTUK 2
Leeractiviteiten
1 Édouard Manet (1832-1883) is een Franse impressionist. In het schilderij Un bar aux Folies Bergères toont hij niet alleen de spiegel, hij gebruikt de spiegel ook als medium.
Un bar aux Folies Bergères (Édouard Manet, 1881-1882)
a Duid hieronder de kenmerken aan die bij het impressionisme horen. Baseer je daarvoor op het schilderij van Manet, of ga een keer terugkijken in hoofdstuk 1.
duidelijke contouren – beleving van het moment – gebruik van felle kleurvlakken – thema’s uit het moderne leven – aandacht voor lichteffecten – nauwkeurig weergeven van de maatschappelijke werkelijkheid –emotie – verbeelding – een schetsmatige werkwijze – natuurallegorieën
b Hoe gebruikt Édouard Manet de spiegel als medium in Un bar aux Folies Bergères?
Proefversie@VANIN
c Wat zie jij in de spiegel van de Folies Bergères?
24 HOOFDSTUK 2
‘Elke spiegel is altijd onderdeel van de enige, unieke spiegel. Er is maar één spiegel en hij bestaat in fragmenten op verschillende tijdstippen en plaatsen’, aldus Michelangelo Pistoletto (1933). In zijn werken stelt de spiegel de relatie tussen kunst en publiek, beeld en reflectie, illusie en werkelijkheid centraal.
a Tre generazione bestaat volgens Michelangelo Pistoletto uit drie dingen die zich in de normale schilderkunst niet voordoen. Duid aan hoe verleden, heden en toekomst samenkomen in dit werk.
Verleden
Heden
Toekomst
b Tre generazioni (Drie generaties) is een zeefdruk op spiegelend roestvrij staal waar drie mensen op staan. Je ziet ze op de rug omdat ze van je vandaan lopen. Waarom ben je direct betrokken bij dit kunstwerk?
c Tijdens de performance Siamo frammenti del grande specchio (We zijn fragmenten van de grote spiegel) slaat Pistoletto spiegels aan diggelen. Hij wijst ermee op de onderlinge verbondenheid van de wereld. Vergelijk met het werk Un bar aux Follies Bergères van Manet.
3 De Japanse kunstenaar Yayoi Kusama (1929) maakt een ‘omgeving’ die de bezoeker volledig opslokt. Wie de kamer binnenstapt, wordt onderdeel van het werk. Zoals haar zogenaamde ‘dots’ en ‘infinity nets’ vormen spiegels een essentieel aspect van Kusama’s oeuvre. Je kunt haar stijl gerust avant-garde noemen.
a Bekijk de video van Kusama’s spiegelkamer Infinity mirrored room – Filled with the brilliance of life gemaakt voor haar retrospectieve tentoonstelling in Tate Gallery in 2012. Hoe vult ze deze spiegelkamer waar bezoekers doorheen lopen op een loopbrug gemaakt van gespiegelde tegels?
Proefversie@VANIN
b Welk gevoel krijg je van deze ruimte?
2
25 HOOFDSTUK 2
Spiegelschilderij Tre generazioni (Michelangelo Pistoletto, 2015)
4 Cloud gate is een enorm werk van de Britse kunstenaar Anish Kapoor (1954). Het kunstwerk is gebouwd in Chicago tussen 2004 en 2006 en wordt vanwege de boonvormige gelijkenis ook wel The bean genoemd. Het is samengesteld uit 168 roestvrijstalen platen en zo grondig gepolijst dat er geen naden zichtbaar zijn. Het kunstwerk weegt nagenoeg honderd ton. De 3,5 meter hoge boog in het midden van de sculptuur dient als een soort poort en bezoekers kunnen eronderdoor wandelen en het staal aanraken, waardoor ze vervormde reflecties van zichzelf zien.
a Wat reflecteert het blinkende oppervlak?
b Dankzij het unieke ontwerp en de reflecterende eigenschappen is Cloud gate uiteraard de achtergrond voor miljoenen selfies. Maar je ziet het kunstwerk ook in films en videoclips. Bekijk de videoclip. Ken je ook films waarin dit werk voorkomt?
Proefversie@VANIN
5 Bekijk de video over het museumdepot Boijmans Van Beuningen. De gevel van het museumdepot met dubbelgekromde spiegels is uniek. De spiegels hebben niet alleen een spectaculaire aantrekkingskracht, ze staan volgens de architecten ook in een lange culturele, architectonische en kunsthistorische traditie.
Helpt de spiegelende gevel om het gebouw te laten opgaan in de omgeving?
26 HOOFDSTUK 2
Cloud gate (Anish Kapoor, 2004-2006)
GOOD TO KNOW
Claudespiegel
De Claudespiegel was een zwart, bolvormig geslepen glas, niet groter dan een poederdoosje. In de 18e eeuw was het een populair attribuut om mee te nemen tijdens wandelingen. Bij hun favoriete uitzichten draaiden de wandelaars zich om met hun rug naar het landschap en bewonderden ze het landschap via het spiegeltje. Wat ze daarin zagen, leek op een schilderij, meer in het bijzonder op een landschap van de 17e eeuwse Franse schilder Claude Lorrain (1600-1682).
Wie het spiegeltje heeft uitgevonden, is onbekend. Claude Lorrain zeker niet. In de 18e eeuw was hij in Engeland wel ongezien populair. De eigenschappen van het spiegeltje hielpen de wandelaars ook in Engeland, Wales of Schotland mooie zonnige beelden op te roepen. Door de bolling leek alles zoveel mooier, zoveel indrukwekkender. De Claudespiegel was als het ware een filter avant-la-lettre!
Proefversie@VANIN
Peter Delpeut schreef in 2018 de roman In het zwart van de spiegel waarin de Claudespiegel een belangrijke rol speelt. Toen hij het museumdepot in Rotterdam zag, moest hij meteen aan die Claudespiegel denken. Ook de bezoekers van het Depot hebben volgens Delpeut een Claudespiegel. Het werkelijke landschap strekt zich – net als voor de 18e eeuwse wandelaar – niet voor de ogen van de bezoekers uit, maar achter hun rug. De bezoekers kijken in een reusachtige Claudespiegel. Rotterdam wordt een groot schilderij van Claude Lorrain.
27 HOOFDSTUK 2
Sophia Anne Delaval met een Claudespiegel (Edward Alcock, 17751778)
Het landschap door een Claudespiegel Depot Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
Kunsthistorisch referentieschema
Kunsthistorisch referentiekader Kunstenaars
gotische kunst Hans Memling, Jan van Eyck
renaissance Jean Fouquet, Catharina van Hemessen, Joos van Cleve, Albrecht Dürer, Quinten Metsys
barok en rococo Simon Vouet, Diego Velázquez, Peter Paul Rubens, Titiaan, Rembrandt van Rijn, Johannes Gump, Johann Sebastian Bach
rococo Jean-Honoré Fragonard
romantiek Hector Berlioz, Robert Schumann, Pjotr Tsjaikovski, Franz Liszt
symbolisme Félicien Rops, Antoine Wiertz, Léon Spilliaert
realisme en naturalisme William-Adolphe Bouguereau, Charles Louis Muller, Gustave Courbet
impressionisme Edgar Degas, Édouard Manet
modernisme John William Waterhouse, Egon Schiele
art deco Tamara de Lempicka
postmodernisme David LaChapelle, Michelangelo Pistoletto, Lucien Freud, Cindy Sherman, Francis Bacon, Jean-Michel Basquiat, Norman Rockwell, Roger Raveel, Caspar Berger, Mathias Kiss, Anish Kapoor, Olafur Eliasson
fotografen Jorge Lewinsky, Rineke Dijkstra, Ilse Bing, Melanie Bonajo
Japan Yayoi Kusama
Test jezelf
1 Bekijk het beeldfragment. Hoe is het werk Your spiral view van Olafur Eliasson opgebouwd?
Proefversie@VANIN
2 Hoe komen de (drie) onderdelen van dit hoofdstuk samen in Your spiral view van Olafur Eliasson?
Exit
28 HOOFDSTUK 2
Verklarende woordenlijst
art deco Stijlbeweging uit het interbellum gekenmerkt door gewaagde geometrische vormen en eenvoudige composities.
Weltschmerz Pijn in het zijn. Term voor een gevoel van verdriet of melancholie dat iemand voelt over zijn eigen ontoereikendheid, die hij tegelijkertijd ziet als deel van de ontoereikendheid van de wereld. Het gaat vaak gepaard met pessimisme, berusting of een vlucht voor de werkelijkheid.
Proefversie@VANIN
29 HOOFDSTUK 2
Your spiral view (Olafur Eliasson, 2002)
Proefversie@VANIN