Frame MEAV - Module Artistieke vorming - inkijkexemplaar

Page 1

IN VA N r©

In

kij

ke xe

m

pl

aa

F R AME Graad 2 Artistieke vorming


VA N

IN

FRAME r©

Artistieke vorming Liesbeth Stas

In

kij

ke xe

m

pl

aa

m.m.v. Teacher Design Team


aa

pl

m

ke xe

kij

In

VA N

IN


Via www.diddit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Frame - artistieke vorming. Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden.

LET OP: ACTIVEER DEZE LICENTIE PAS VANAF 1 SEPTEMBER; DE LICENTIEPERIODE START VANAF ACTIVATIE EN IS 365 DAGEN GELDIG.

!

ke xe

m

pl

aa

VA N

Artistieke vorming

IN

FRAME

In

kij

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.diddit.be. © Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2021 De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden. Eerste druk 2021 ISBN 978-94-641-7002-3 D/2021/0078/226 Art. 597973/01 NUR 150

Lay-outconcept binnenwerk: Shtick Coverontwerp: Shtick Opmaak: Banananas.net


Inhoudsopgave Welkom bij Frame! 5

c

THEMA 1 - Dans 9 Hoofdstuk

1

IN

c

Dansmania 11

VA N

Intro

Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van een dans?

12

Parcours 13 Eureka! 24 Hoofdstuk

2

Dolgedraaid 25

Intro

Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van emotie in dans?

26

THEMA 2 - Drama 41 Hoofdstuk

3

Commedia dell’arte 43

m

Intro

pl

c

aa

Parcours 26 Eureka! 38 Synthese 39

Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van drama?

46

ke xe

Parcours 46 Eureka! 57

Hoofdstuk

4

Romeo & Julia 58

Intro

c

58

Parcours 59 Eureka! 69 Synthese 70

THEMA 3 - Media 73 Hoofdstuk

5

Zwart gat 75

Intro Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van beeldprojectie?

76

Parcours 77 Eureka! 91

INHOUDSOPGAVE

In

kij

Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van drama?

3


Hoofdstuk

6

Soundscape 92

Intro Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van klank?

93

THEMA 4 - Beeld 107 Hoofdstuk

7

VA N

c

IN

Parcours 93 Eureka! 103 Synthese 104

Uniform of uniek? 108

Intro

Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van beeld?

109

Hoofdstuk

8

Parcours 110 Eureka! 120 Symmetrie 121

Intro

122

aa

Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van beeld?

THEMA 5 - Muziek 134

m

c

pl

Parcours 123 Eureka! 131 Synthese 132

9

Roll over Beethoven 136

ke xe

Hoofdstuk Intro

Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van muziek?

137

Parcours 137 Eureka! 147

INHOUDSOPGAVE

In

kij

Hoofdstuk

4

10   We are robots 148

Intro Breinbreker Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van muziek?

149

Parcours 150 Eureka! 160 Synthese 161


Welkom bij Frame! De methode Frame bestaat uit drie luiken: maatschappelijke vorming, economische vorming en artistieke vorming. Samen scheppen deze drie boekdelen een denkkader of frame om kennis te verwerken, analyseren,

IN

toepassen … over de maatschappij, de economie en de kunst- en cultuurwereld. In het deel Frame - artistieke vorming ga je dieper in op verschillende domeinen binnen kunst. Je leert aan de hand

van voorbeelden onderwerp en bedoeling van dans, drama, media, beeld en muziek analyseren. Je leert waarnemen,

VA N

beschouwen en interpreteren en je gaat zelf experimenteren met diverse vormen van expressie.

In dit boek leer je ook je eigen smaak ontwikkelen en de smaak van anderen waarden. Veel plezier!

1→ OP STAP MET FRAME

← Frame - artistieke vorming is opgebouwd uit vijf thema’s, die we hierboven al kort toelichtten. Elk thema krijgt

zijn eigen introductiepagina. Een thema is opgebouwd

Dans

aa

ke xe

m

1

uit twee hoofdstukken.

pl

thema

Op deze inleidende, groene pagina kom je te weten waarover het thema gaat.

Het kader biedt je een duidelijk overzicht van de inhouden

titelpagina. In totaal telt dit boek vijf thema’s en tien hoofdstukken.

c

zo mee te dansen. Je kunt een dans ook gewoon imiteren: zoals bijvoorbeeld een dansje op de sociale media. Maar, het gaat bij dans niet altijd over ingestudeerde pasjes in een gestructureerde dans, wel vooral over betekenis geven door met je lichaam te bewegen. We onderzoeken hoe we met dans kunnen communiceren. Hoe mensen met dans een verhaal willen vertellen. We analyseren technieken en materialen die dansers inzetten. We maken dans boeiend door de bouwstenen tijd, kracht, ruimte,

vorm, structuur en relatie in te zetten.

c

Wat leer ik in dit thema? Vink aan wat je in de loop van dit thema hebt geleerd. Ik licht mijn interesse en waardering voor dans en beweging toe. Ik begrijp dat smaken verschillen.

de loop van het thema gemakkelijk bijhouden welke doelen

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden dat we het onderwerp en de bedoeling van een dans op verschillende manieren kunnen waarnemen, beschouwen en interpreteren. Ik analyseer aan de hand van voorbeelden uit tijd en ruimte dat ik vanuit meerdere

je al hebt bereikt. Bovendien kunnen de inhouden in het

perspectieven naar de bedoeling, het onderwerp en de vormgeving van dans kan kijken. Ik analyseer aan de hand van bouwstenen, materialen en technieken hoe onderwerp, bedoeling en vormgeving elkaar onderling beïnvloeden in dans en beweging.

kader een leidraad vormen bij de voorbereiding op een

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden de invloed van gewoontes, waarden, normen en het doorbreken ervan. Ik experimenteer met expressiemogelijkheden van dans door bouwstenen, materialen en technieken te verkennen.

evaluatiemoment.

Ik zet bouwstenen, materialen en technieken in bij het creëren van een dansstuk vanuit mijn verbeelding. Ik/wij presenteer/presenteren mijn/ons dansstuk individueel of samen. Ik licht mijn interesse en waardering toe voor het dansstuk van mijn klasgenoten. Ik analyseer hoe ik via dans en beweging mijn gedachten, gevoelens, gedrag en identiteit uitdruk. Ik reflecteer over de bouwstenen, materialen en technieken die ingezet zijn in mijn eigen dansstuk en in dat van medeleerlingen.

Een goede kennis van sleutelbegrippen is heel belangrijk. Bij de start van het thema geven we alvast een

Ik reflecteer over de manier waarop de vormgeving aansluit bij het onderwerp en de

bedoeling.

c

waarnemen – beschouwen – vormgeving – onderwerp – bedoeling – bouwstenen (tijd, kracht, ruimte, vorm, structuur en relatie) – materialen – technieken

begrippenkader mee. Zo zul je tijdens de lessen zeker extra aandacht besteden aan die belangrijke termen.

Begrippen

12

WELKOM BIJ FRAME!

In

Waarover gaat dit thema? Mensen hebben altijd gedanst. Sommige dansen bestaan uit vaste danspassen. Die kun je leren om

kij

en lesdoelen. Aan de hand van de aanvinkvakjes kun je in

Elk thema start met een duidelijke

5


← Daarna volgt het hoofdstuk met de Intro, waarin

Lees de tekst en bekijk het schilderij van Pieter Bruegel de Jonge aandachtig. Het is een voorstelling van 1 de jaarlijkse dansprocessie naar de Sint-Jan-de-Doperkerk. Formuleer antwoorden op de

we peilen naar je voorkennis. Deze inleiding

onderstaande vragen en bespreek ze nadien klassikaal.

Hoofdstuk

Wat gebeurt er op de afbeelding?

a

bouwt op naar een Breinbreker, een interessante

Dansmania b

Waaraan zie je dat?

c

Wat kun je nog meer ontdekken?

en uitdagende vraag die je nieuwsgierigheid zal

Intro

prikkelen. In het Forum peilen we naar je eerste mening, een spontaan antwoord op de Breinbreker.

Sam en Robin vinden het heerlijk om op te gaan in een dansende massa. Mee feesten met uitgelaten fans na een gewonnen voetbalmatch, samen crowdsurfen op de muziek van hun favoriete band op een muziekfestival, een Bruegel de Jonge, Sint-Jansdansers in Molenbeek, 1592 polonaise inzetten op een nieuwjaars- of verjaardagsfeest, eenPieter massa die samen in beweging komt … geeft hen

Misschien kom je tot de vaststelling dat deze vraag

intens veel energie. Overal ter wereld dansen mensen.

1l

niet zomaar op te lossen valt. Daarvoor heb je

BREINBREKER Bekijk het filmpje waarin correspondenten vertellen hoe er van Alaska tot Zimbabwe wordt gedanst. Mensen kunnen helemaal opgaan in dans, dat zien we ook wanneer we in de geschiedenis duiken.

specifieke informatie nodig.

In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker: DE DANSEPIDEMIE “Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van een dans?” In 1373 verspreidde een dansepidemie zich over Frankrijk,

Forum

Italië en de Nederlanden: de dansmanie of ook wel de Sint-

VA N

Vitusdans genoemd. ‘Ze dansten en sprongen alsof ze door Wat weet je nu al over de functie van dans? Welke dansjes ken je die populair zijn over de hele wereld? de duivel bezeten waren. Zodra de geest bezit had genomen Wat zijn de meest gedeelde dansjes op de sociale media? Waarom komen mensen samen om te dansen? van hun benen, konden ze niet meer ophouden met dansen Brainstorm met je klasgenoten. en huppelen’. Zo worden in een Latijnse kroniek in 1402 de vreemde gedragingen van de menigte beschreven. De mensen hallucineerden en maakten schokkende bewegingen. Geschiedschrijver François-Eudes de Mézeray merkte

© Tracy L. Christianson

Good to know op dat diegenen die door de kwaal getroffen waren meestal uit de onderlaag van de

Analyseren

maatschappij kwamen. Ze trokken hun kleren uit, zetten een bloemenkroon op hun Jerusalema challenge hoofd en trokken al zingend en dansend door de straten. Die urenlange danssessies

De ‘Jerusalema Dance voor Challenge’ ging in 2020 viraal tijdensvielen ze buiten adem op de grond. De zorgden vreemde taferelen. Dolgedraaid

Het antwoord op de Breinbreker vind je niet de COVID-19-pandemie. ‘Jerusalema’ is een nummer dansende mensen zorgden voor veel publiek, maar ook voor angst en afschuw, want wie van een Zuid-Afrikaanse Master KG. In 2020 postte te lang bleefdj, toekijken, werd zelf door de de ziekte getroffen. Gefascineerde toeschouwers, Angolese dansgroep Fenomenos do Semba filmpje op passeren, sloten zich aan bij die vreemde die de optocht onderweg of in een de stad zagen

zomaar. Daarvoor moet je een Parcours afleggen,

razendsnel over deOver helede wereld. oorzaak van de dansmanie is nog altijd veel discussie. Een hoge mate van

opgesplitst in een aantal Stappen. Met behulp van

materialen. Het onderwerp en de bedoeling van de dans kunnen telkens op een bepaalde

Parcours

manier worden vormgegeven.

STAP 1

pandemie toont op een eenvoudige manier hoe een dans de ons Zwarte Dood, door Europa. De slachtoffers van de pest konden schuimbekken,

Charlie Chaplin

verschillende bronnen, opdrachten en kenniskaders mensen kan samenbrengen uitlaatklep tijdens crisis. stuiptrekken enals schreeuwen. Door deeen heftige bewegingen werd de ziekte genoemd naar

In 1886 publiceerde Georges Gilles de la Tourette zijn Wat neem je waar als je naar dansende mensen kijkt? Wat is het onderwerp en de bedoeling van een dans? bevindingen over diverse neurologische problemen die

Sint Vitus. Het gewone volk benoemde de ziekte als de Sint-Jansdans, een verwijzing

verwerf je stap voor stap het inzicht, de kennis en naar Johannes de Doper. Johannes de Doper en de heilige Vitus zijn beiden heiligen

die vaak worden aangeroepen tegen de waanzin. Die verwijzing doet denken aan de

jaarlijkse pelgrimstocht naar aanleiding van het Sint-Jansfeest, waarbij dansende en

1

zich bij het lopen konden voordoen. Dergelijke tics en Om bizarre te oefenen wat we van kunnen waarnemen bij handelsmerk dans bekijk je manieren lopen werden het een van fragment dekomieken film Paracelsus Pabst. van de haastuit alle uit de van beginjaren

de (onderzoeks)vaardigheden die nodig zijn om een springende geesteszieken deelnamen aan de stoet.

a

gefundeerd antwoord op de Breinbreker te geven. Naar: Boulanger, C. en Faupin, S. (2020). Dolgedraaid. Dancer Brut. Brussel: Mercatorfonds.

Waarnemen en beschouwen

Good to know

en oud. Dat ‘Jerusalema’ viraalop ging devan COVID-19volgde namelijk eentijdens periode rampspoed. In de 14de eeuw woedde de pest,

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

De #Jerusalemadancechallenge werd bij jong psychische spanning zoupopulair een toestand van trance kunnen veroorzaken. De dansmanie

1.3

Bij dans kunnen we verschillende elementen analyseren: bouwstenen, technieken en

de sociale media. Deze dans-challenge verspreidde zich dansende stoet.

14

IN

2

film, met Charlie Chaplin (1889-1977) als bekendste Neem waarIn wat je ziet gebeuren in het fihij lmpje. drie voorbeeld. Sunnyside (1919) brengt eenWelke ode aan

woorden komen spontaan bijIn jede op?choreografi Bespreek klassikaal. sterdanser Vaslav Nijinski. e L’après-midi d’un faune uit 1912 danste Nijinski met

b

de armen in een rechte hoek. Zijn zigzaggende lichaam zorgde voor een sterk contrast met de Beantwoord de volgende vragen van de nimfen. Het inspireerde Chaplin tot de beroemde scène poses en vloeiende bewegingen waarin hij op zijn typische houterige manier danst met een groep gracieuze nimfen.

13

Waarnemen

Naar: Boulanger, C. en Faupin, S. (2020). Dolgedraaid. Dancer Brut. Brussel: Mercatorfonds.

Wat zie en hoor je

aa

Eureka! Als je het parcours helemaal hebt afgelegd, dan ben je voldoende gewapend om opnieuw

over de Breinbreker na te denken. In het Forum zul je merken dat de hele klas nu met veel meer

pl

m kunt uitdrukken. Door verschillende dansstukken waar te nemen, te beschouwen, te analyseren en zelf aan de

BOUWSTENEN

samen vormen een patroon. Je beschrijft patronen in de ruimte met je hele lichaam of met een onderdeel ervan. Je kunt ook vloerpatronen maken of volgen.

kij

studeren telkens de essentie raadplegen.

ruimtelagen: boven (springen, armen in de lucht), midden (op een stoel zitten, door de knieën buigen), onder (rollen, liggen)

er is een enorme variatie aan vormen die je kunt aannemen met je lichaam: open, gesloten, hoekig, rond, gedrongen, langgerekt ...

TIJD: elke beweging heeft een bepaalde duur of snelheid

snel-langzaam (vertragen/versnellen). Hoelang duurt de beweging? kort en plots, lang en aangehouden, in een freeze (bevroren) … een aaneenschakeling van lange en korte bewegingstijden: opzwepend, (on)regelmatig ... wanneer een reeks bewegingen even lang duurt, spreken we van een maat: bv. vierkwartsmaat (bv. marcheren), driekwartsmaat (bv. wals)

KRACHT: de intensiteit, het gewicht en de spierspanning in bewegingen. Iedere beweging heeft een bepaalde kracht (iets zacht aanraken, een harde duw geven) spanning-ontspanning zwaar of licht bewegen

Energie

een energieke of zwakke beweging, een sterkte of lichte aanzet

VORM: de vormen die je met je lichaam maakt (hoekig/rond, gesloten/open, symmetrisch of niet) en de grootte van de beweging. STRUCTUUR: de volgorde van bewegingen in een dans, de opbouw van een dansstuk of dansfrase RELATIE: de manier waarop je samen beweegt (bv. synchroon bewegen) of inspeelt op elkaars bewegingen (bv. vraag en antwoord, leiden en volgen) THEMA 1

In WELKOM BIJ FRAME! 6

kort, lang, snel, traag, versnellend, vertragend, in slow motion …

Gewicht

41

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

Henri Matisse, La Danse (second version), 1909-1910.

kenniskaders verwerkt. Zo kun je tijdens het

bv. voorwaarts, achterwaarts, links, rechts. De richting kan vast of vloeiend zijn. Alle richtingen

Spanning

Teken de structuur van de dans die je waarneemt.

onthouden. Door het boek heen zijn verschillende

RUIMTE: elke beweging maakt gebruik van ruimte

Maat

toeschouwers?

synthese. Deze tekst geeft weer wat je exact moet

slag te gaan, heb je gezien dat mensen betekenis geven door te bewegen met hun lichaam.

Ritme

Hoe reageren de

26

Je gebruikt je fantasie, bent expressief bij de uitvoering. Je begrijpt dat je via dans verhalen, ideeën, emoties ...

Tempo

spelen bij het analyseren van een dans en hoe je populaire dansjes nu bekijkt.

hebt opgedaan, worden voor jou gebundeld in een

doen. Je groeit geleidelijk, alleen of samen, in het gebruik van ruimte, tijd, kracht, vorm, structuur en relatie.

Tijdsduur

Hoe bewegen de

dansers in de ruimte? Denk je nu anders over de functie die dans kan hebben? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening zijn de dansers? met alles watWie je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen een rol

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

ke xe

lichaamsbeheersing binnen de eigen fysieke mogelijkheden. Je kijkt naar elkaar en waardeert wat anderen

Vormen

In welke ruimte

dansen ze? “Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van een dans?”

← Alle kennis en inzichten die je tijdens het Parcours

Iedereen beweegt anders. Iedereen gaat zijn eigen vormentaal ontwikkelen door lichaamsbewustzijn en

Lagen

beweging.

Hoe verloopt de dans?

Synthese

Richting

Beschrijf een

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

Forum

kennis van zaken spreekt dan aan het begin van dit hoofdstuk.

precies?

Eureka!

15


2→ HANDIG VOOR ONDERWEG 1.

De betekenisgeving komt voort uit de inhoud, de bedoeling en de boodschap die de mediamaker wil meegeven. Hij kan vertrekken vanuit een verhaal, idee, waarneming of gevoel. We noemen dat ook wel ‘mediacontent’. Dat kan concreet zijn (reisreportage), abstract (visuele poëzie), symbolisch (specifiek kleurgebruik in fotografie) of verhalend (film). Om dat te achterhalen kun je vragen stellen zoals: Waar gaat het over? Wat is het

onderwerp? De bedoeling? Wat is de functie? Wat wil je de maker meegeven? In de loop van het Parcours word ondersteund door een aantal hulpmiddelen. 2.

In de vormgeving kiest de maker hoe hij of zij die inhoud gestalte geeft en versterkt hij of zij de expressie door bewust om te gaan met de bouwstenen van media: kader, effect (licht en geluid), ordening.

KADERS Het domein media staat sterk in relatie met andere domeinen: video (bv. beeld en muziek, woord/ drama, dans), animatie (bv. beeld en muziek, woord/ drama), beeldverhaal (bv. woord/ drama, beeld, dans), podcast (bv. woord/drama, beeld), performance (bv. drama/beeld), spoken

1.2

Bij een dans kunnen dansers gebruikmaken van verschillende bouwstenen. De bouwstenen

← Door het hoofdstuk heen zetten we de

IN

words (bv. woord/drama) ...

Verbeelden

belangrijkste zaken op een rijtje in deze

zijn ruimte, tijd, kracht, vorm, structuur en relatie. Coördinatie en lichaamsbesef zijn

rode kenniskaders. De sleutelbegrippen

belangrijk om de choreografie vorm te geven. Dansers zetten dan ook hun danstechnische in.en Het basisinstrument is het lichaam. Materialen zoals belichting, stoelen, creëren STAP vaardigheden 2 Verbeelden

die je in de inleiding leerde kennen,

stokken ... en ook de locatie (op straat of in een danszaal) kunnen de dans als geheel ondersteunen.

VA N

hebben we met een stippellijn onderlijnd.

Hoe geef je stap voor stap een schaduwspel vorm? Hoe kun je met je eigen lichaam en smartphone een film maken? Je bestudeert ook hoe licht en schaduw hier een rol in kunnen spelen. 1

Bekijk het filmpje over de voorstelling VIPShadowland. Wat kun je vertellen over het gebruik van licht en schaduw?

Beeldend kunstenares Anouk Kruithof (°1981) bracht duizenden dansstijlen in kaart met het project Universal Tongue. Meer dan 8800 dansvideo’s werden verzameld van YouTube en Instagram

Good to know

met een team van 50 onderzoekers over de hele wereld. De

totale lengte van al dat gevonden videomateriaal is 250 uur. De Shadowland door Pilobolus uiteindelijke video-installatie bestaat achtvalt, kanalen (variabele Shadowland brengt het verhaal van een tienermeisje. Terwijl ze inuit slaap begint de muur

← In de blauwe Good to know’s vind je handige en leuke weetjes terug die

afmetingen) met achtwaardoor films die elk duren. kant ‘Universal van haar kamer op mysterieuze wijze te draaien, ze vier aan uur de andere vast komt te is een huzarenstukje, een visuele antropologie maat van zitten – haar lichaam dat vanTongue gedaante veranderd is, zit nu vast in het land van deop schaduwen.

het internettijdperk.’ Verbeelden Het meisje kan niet ontsnappen en gaat op ontdekkingsreis. Onderweg verschijnen vreemde

verband houden met de leerstof. Deze

1.2

extra informatie hoef je niet in te

wezens, zowel komische als kwaadaardige, zowel bedreigende als verleidelijke.

Bij een dans kunnen dansers gebruikmaken vanC.,verschillende bouwstenen. De bouwstenen Naar: De Somviele, ‘Dans inschaduwspel een digitaal doolhof’, De Standaard, 11Het februari 2021. Shadowland combineert multimedia, geprojecteerd en choreografie. wordt

studeren.

zijn ruimte, tijd, door kracht, vorm,het structuur en relatie. Coördinatie en zijntoert de gebracht Pilobolus, eerste schaduwtheaterevenement in lichaamsbesef zijn soort. Pilobolus wereld rond en heeft Shadowland in Europa, Azië, Australië endanstechnische Amerika. belangrijk om de choreografi e vorm te opgevoerd geven. Dansers zetten dan ook hun

stokken ... en ook de locatie (op straat of in een danszaal) kunnen de dans als geheel ondersteunen.

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

vaardigheden in. Het basisinstrument is het lichaam. Materialen zoals belichting, stoelen,

← Heel wat interessante persoonlijkheden,

aa

VIP

Beeldend kunstenares Anouk Kruithof (°1981) bracht duizenden dansstijlen in kaart met het project Universal Tongue. Meer dan

91

8800 dansvideo’s werden verzameld van YouTube en Instagram met een team van 50 onderzoekers over de hele wereld. De

totale lengte van al dat gevonden videomateriaal is 250 uur. De afmetingen) met acht films die elk vier uur duren. ‘Universal

Tongue is een huzarenstukje, een visuele antropologie op maat van het internettijdperk.’

ke xe

ICOONTJES

m

Naar: De Somviele, C., ‘Dans in een digitaal doolhof’, De Standaard, 11 februari 2021.

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

pl

uiteindelijke video-installatie bestaat uit acht kanalen (variabele

zoals dansers, fotografen, beeldend

kunstenaars en muzikanten drukken zich uit aan de hand van verschillende kunsten. We brengen ze in VIP-kaders onder de aandacht.

21

Dit is een mondelinge opdracht.

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

Voor deze opdracht mag of moet je online opzoekingswerk verrichten. In deze opdracht werk je aan je onderzoeksvaardigheden. 21

Voor deze opdracht ga je naar het onlinelesmateriaal. WELKOM BIJ FRAME!

In

kij

Bij deze opdracht hoort een videofragment.

7


HET ONLINELEERPLATFORM BIJ FRAME

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

Hier kan de leerkracht toetsen en taken voor jou klaarzetten.

VA N

Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

IN

Je kunt vrij oefenen en de leerkracht kan ook voor jou oefeningen klaarzetten.

aa

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

pl

Hier vind je het lesmateriaal per hoofdstuk (onder andere videobestanden).

m

Ga ook hier aan de slag met de ontdekplaten.

WELKOM BIJ FRAME!

In

kij

ke xe

Het e-book is de digitale versie van het leerwerkboek. Je kunt hierin noteren, aantekeningen maken, zelf materiaal toevoegen ...

8


m

ke xe

kij

In

1 r©

aa

pl

thema

Dans

VA N

IN


c

Waarover gaat dit thema? Mensen hebben altijd gedanst. Sommige dansen bestaan uit vaste danspassen. Die kun je leren om zo mee te dansen. Je kunt een dans ook gewoon imiteren: zoals bijvoorbeeld een dansje op de sociale media. Maar, het gaat bij dans niet altijd over ingestudeerde pasjes in een gestructureerde dans, wel vooral over betekenis geven door met je lichaam te bewegen. We onderzoeken hoe we met dans kunnen

IN

communiceren. Hoe mensen met dans een verhaal willen vertellen. We analyseren technieken en

materialen die dansers inzetten. We maken dans boeiend door de bouwstenen tijd, kracht, ruimte,

c

Wat leer ik in dit thema? Vink aan wat je in de loop van dit thema hebt geleerd.

VA N

vorm, structuur en relatie in te zetten.

Ik licht mijn interesse en waardering voor dans en beweging toe.

Ik begrijp dat smaken verschillen.

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden dat we het onderwerp en de bedoeling van een dans op verschillende manieren kunnen waarnemen, beschouwen en interpreteren. Ik analyseer aan de hand van voorbeelden uit tijd en ruimte dat ik vanuit meerdere perspectieven naar de bedoeling, het onderwerp en de vormgeving van dans kan kijken.

aa

Ik analyseer aan de hand van bouwstenen, materialen en technieken hoe onderwerp, bedoeling en vormgeving elkaar onderling beïnvloeden in dans en beweging. Ik analyseer aan de hand van voorbeelden de invloed van gewoontes, waarden, normen en

pl

het doorbreken ervan.

Ik experimenteer met expressiemogelijkheden van dans door bouwstenen, materialen en

m

technieken te verkennen.

Ik zet bouwstenen, materialen en technieken in bij het creëren van een dansstuk vanuit mijn verbeelding.

ke xe

Ik/wij presenteer/presenteren mijn/ons dansstuk individueel of samen. Ik licht mijn interesse en waardering toe voor het dansstuk van mijn klasgenoten. Ik analyseer hoe ik via dans en beweging mijn gedachten, gevoelens, gedrag en identiteit uitdruk.

Ik reflecteer over de bouwstenen, materialen en technieken die ingezet zijn in mijn eigen

kij

dansstuk en in dat van medeleerlingen. Ik reflecteer over de manier waarop de vormgeving aansluit bij het onderwerp en de

In

bedoeling.

c

Begrippen waarnemen – beschouwen – vormgeving – onderwerp – bedoeling – bouwstenen (tijd, kracht, ruimte, vorm, structuur en relatie) – materialen – technieken

10


1 Hoofdstuk

Dansmania

IN

Intro

Sam en Robin vinden het heerlijk om op te gaan in een dansende massa. Mee feesten met uitgelaten fans na een

VA N

gewonnen voetbalmatch, samen crowdsurfen op de muziek van hun favoriete band op een muziekfestival, een polonaise inzetten op een nieuwjaars- of verjaardagsfeest, een massa die samen in beweging komt … geeft hen intens veel energie. Overal ter wereld dansen mensen.

1

Bekijk het filmpje waarin correspondenten vertellen hoe er van Alaska tot Zimbabwe wordt gedanst.

DE DANSEPIDEMIE

Mensen kunnen helemaal opgaan in dans, dat zien we ook wanneer we in de geschiedenis duiken.

In 1373 verspreidde een dansepidemie zich over Frankrijk, Italië en de Nederlanden: de dansmanie of ook wel de Sint-

aa

Vitusdans genoemd. ‘Ze dansten en sprongen alsof ze door

de duivel bezeten waren. Zodra de geest bezit had genomen van hun benen, konden ze niet meer ophouden met dansen

pl

en huppelen.’ Zo worden in een Latijnse kroniek in 1402 de vreemde gedragingen van de menigte beschreven. De mensen hallucineerden en maakten schokkende bewegingen.

© Tracy L. Christianson

m

Geschiedschrijver François-Eudes de Mézeray merkte

op dat diegenen die door de kwaal getroffen waren meestal uit de onderlaag van de maatschappij kwamen. Ze trokken hun kleren uit, zetten een bloemenkroon op hun

ke xe

hoofd en trokken al zingend en dansend door de straten. Die urenlange danssessies zorgden voor vreemde taferelen. Dolgedraaid vielen ze buiten adem op de grond. De dansende mensen zorgden voor veel publiek, maar ook voor angst en afschuw, want wie te lang bleef toekijken, werd zelf door de ziekte getroffen. Gefascineerde toeschouwers, die de optocht onderweg of in de stad zagen passeren, sloten zich aan bij die vreemde dansende stoet.

psychische spanning zou een toestand van trance kunnen veroorzaken. De dansmanie volgde namelijk op een periode van rampspoed. In de 14de eeuw woedde de pest, de Zwarte Dood, door Europa. De slachtoffers van de pest konden schuimbekken, stuiptrekken en schreeuwen. Door de heftige bewegingen werd de ziekte genoemd naar Sint Vitus. Het gewone volk benoemde de ziekte als de Sint-Jansdans, een verwijzing naar Johannes de Doper. Johannes de Doper en de heilige Vitus zijn beiden heiligen die vaak worden aangeroepen tegen de waanzin. Die verwijzing doet denken aan de jaarlijkse pelgrimstocht naar aanleiding van het Sint-Jansfeest, waarbij dansende en springende geesteszieken deelnamen aan de stoet. Naar: Boulanger, C. en Faupin, S. (2020). Dolgedraaid. Dancer Brut. Brussel: Mercatorfonds.

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

kij

Over de oorzaak van de dansmanie is nog altijd veel discussie. Een hoge mate van

11


Lees de tekst en bekijk het schilderij van Pieter Bruegel de Jonge aandachtig. Het is een voorstelling

2

van de jaarlijkse dansprocessie naar de Sint-Jan-de-Doperkerk. Formuleer antwoorden op de onderstaande vragen en bespreek ze nadien klassikaal. a Wat gebeurt er op de afbeelding? b Waaraan zie je dat?

VA N

IN

c Wat kun je nog meer ontdekken?

l

Pieter Bruegel de Jonge, Sint-Jansdansers in Molenbeek, 1592

BREINBREKER

In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

aa

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van een dans?”

pl

Forum

Wat weet je nu al over de functie van dans? Welke dansjes ken je die populair zijn over de hele wereld? Wat zijn de meest gedeelde dansjes op de sociale media? Waarom komen mensen samen om te dansen?

ke xe

m

Brainstorm met je klasgenoten.

Good to know

Jerusalema challenge

De ‘Jerusalema Dance Challenge’ ging in 2020 viraal tijdens de COVID-19-pandemie. ‘Jerusalema’ is een nummer van een ZuidAfrikaanse dj, Master KG. In 2020 postte de Angolese dansgroep

kij

Fenomenos do Semba een filmpje op de sociale media. Deze dans-challenge verspreidde zich razendsnel over de hele wereld.

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

De #Jerusalemadancechallenge werd populair bij jong en oud.

12

Dat ‘Jerusalema’ viraal ging tijdens de COVID-19-pandemie toont ons op een eenvoudige manier hoe een dans mensen kan samenbrengen als uitlaatklep tijdens een crisis.


Parcours Waarnemen en beschouwen

IN

STAP 1

1 Om te oefenen wat je kunt waarnemen bij dans bekijk je een

fragment uit de film Paracelsus van Pabst. a Neem waar wat je ziet gebeuren in het filmpje. Welke drie

woorden komen spontaan bij je op? Bespreek klassikaal.

Waarnemen Wat zie en hoor je precies?

aa

Beschrijf een

pl

beweging.

b Beantwoord de volgende vragen.

VA N

Wat neem je waar als je naar dansende mensen kijkt? Wat is het onderwerp en de bedoeling van een dans?

m

In welke ruimte dansen ze?

Hoe bewegen de

Wie zijn de dansers?

ke xe

dansers in de ruimte?

Hoe reageren de

kij

toeschouwers?

Hoe verloopt de dans?

Teken de structuur van de dans die je waarneemt. THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

13


2 Eerst heb je naar de dansers gekeken. Nu probeer je te achterhalen wat het onderwerp en de bedoeling

zijn van de dansers of de choreograaf. Daarvoor heb je doorgaans context nodig. Lees de onderstaande tekst over Frau Troffea en beantwoord daarna de vragen.

FRAU TROFFEA

IN

In 1518 liet in Straatsburg een vrouw, die Troffea heette, zich meeslepen in een wilde dans,

die besmettelijk zou lijken. Meer en meer mensen konden niet ophouden met dansen. Sommige wetenschappers dachten aan een schimmelvergiftiging of dat het eten van met moederkoren dat de kwaal zou overgaan als ze maar bleven dansen.

VA N

besmette rogge de oorzaak was. Ze gingen ervan uit dat het bloed van de dansers besmet was en Om de epidemie in te dijken besloot de overheid een beroep te doen op muzikanten en

liet verhogingen bouwen waarop de bezeten dansers werden verzameld en ze voldoende plaats hadden om te dansen. Men gaf hen te eten en te drinken. Allemaal tevergeefs. Verschillende mensen gingen fysiek ten onder, soms met de dood tot gevolg.

De clerus dacht dat deze mensen bezeten waren en organiseerde vervolgens een

pelgrimstocht naar de grot van de heilige Vitus, een heiligdom in de buurt van Saverne.

Paracelsus, een geleerde uit de 16de eeuw met eigengereide ideeën over geneeskunde, dacht dat het een rebelse daad was van Troffea, om haar man in verlegenheid te brengen. Andere mensen hadden haar voorbeeld gevolgd en probeerden ook het juk van de sociale conventies van zich af te werpen. Paracelsus gebruikte de term ‘choreamanie’ (afgeleid van het Griekse woord

aa

‘choreia’ of dans en ‘manie’ of waanzin) voor de ziekte.

Ten slotte wordt er ook een psychologische verklaring naar voren geschoven. De opeenvolging en continue dreiging van ziekten en hongersnood hadden een collectieve

pl

stressreactie opgeleverd, die zich uitte in een ontembare dansmanie.

m

Naar: Boulanger, C. en Faupin, S. (2020). Dolgedraaid. Dancer Brut. Brussel: Mercatorfonds.

Welke verklaringen werden gegeven?

ke xe

Wie gaf de verklaring? Wetenschappers

Clerus

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

kij

Paracelsus

14

Psychologen

Wat denk jij dat de verklaring is?


3 Nu combineer je wat je kunt waarnemen met wat je weet

over de context. Zo krijg je inzicht in het onderwerp van het dansstuk en de bedoeling van de choreograaf.

Bekijk een van de filmpjes van de dansmarathon Who is Frau Troffea? in een choreografie van Ceren Oran en

IN

beantwoord de vragen. Waarnemen

precies?

VA N

Wat zie en hoor je

Beschrijf een

beweging. In welke ruimte Hoe bewegen de

Wie zijn de dansers?

Hoe reageren de

toeschouwers?

aa

dansers in de ruimte?

dansen ze?

pl

Hoe verloopt de dans?

m

Welke structuur zie je?

ke xe

Beschouwen

Onderwerp

Wat is het thema?

In

kij

Waarom denk je dat?

Betekenis

Wat is de bedoeling van de choreografe? Wat wil de choreografe vertellen?

Waarnemen en beschouwen Hoe heeft de choreografe vorm gegeven aan onderwerp en betekenis in deze choreografie?

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

Waarover gaat het?

15


VIP Ceren Oran (°1984) is een Turkse danseres en choreografe. Ze onderzoekt het menselijk lichaam en uitputting. In 2019 ging

Who is Frau Troffea? in première. Die dansmarathon duurde tien

IN

dagen lang en werd uitgevoerd op verschillende locaties. Er werd telkens zeven uur per dag gedanst op een techno-soundscape

van componist en dj Hüseyin Evirgen. Hoe ver kan een lichaam

gaan? Het publiek is getuige van meer en meer verzwakte dansers

VA N

naarmate de uren verstrijken. De dansers van haar internationale

dansteam laten hun eigen ervaringen en verhalen in de voorstelling vloeien. Hoe persoonlijker hun dans is, hoe overtuigender, zegt Ceren Oran.

Waarnemen en beschouwen

Meer info vind je bij het onlinelesmateriaal.

Bij het begrip dans denk je misschien onmiddellijk aan een gestructureerde, aangeleerde

aa

manier van bewegen (bv. tango, salsa ...). Dans is veel meer dan dat: je hoeft niet van voorbereide passen en houdingen te vertrekken, je kunt die ook zelf bedenken. Zelfs bij spontane dansbewegingen vertel je iets met je lichaam. Je communiceert met lichaamstaal,

pl

het is dus een expressievorm.

Dans is een kunstvorm waarbij je betekenis geeft door een bewuste vormgeving met het

m

lichaam. Muziek is daarbij vaak een ondersteuning. We onderscheiden inhoudelijke en vormelementen. —

Inhoudelijke elementen (betekenisgeving) komen voort uit datgene dat de danser wil

ke xe

vertellen (een verhaal, ervaring, gevoel, idee). De spanningsopbouw, de symboliek en het inlevingsvermogen van de persoon die beweegt of danst, is daarbij belangrijk. Waar gaat de dans over? Wat is het onderwerp? De bedoeling? De boodschap? Het verhaal? Het thema?

In de vormelijke elementen (vormgeving) kiest de danser welke bewegingen die inhoud gestalte kunnen geven en versterkt hij of zij de expressie door bewust om te gaan met de

kij

bouwstenen van dans: tijd, kracht, ruimte, vorm, structuur en relatie.

In een dansvoorstelling kun je de dans ondersteunen door bepaalde middelen in te zetten: het

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

gebruik van de ruimte, belichting, decor, geluid …

16

1.1


STAP 2

Verbeelden en creëren

IN

Kun je een dansepidemie creëren in de klas en/of op school? Laten we eens kijken hoe je je eigen lichaam kunt inzetten om iets te vertellen. Je bestudeert ook hoe muziek en beweging elkaar kunnen beïnvloeden.

Hoe voer je hem uit?

Doe de dans.

VA N

1 Bekijk het filmpje van de dans ‘the Floss’. Wat kun je over die dans vertellen?

Good to know De Russell

Russell Horning (°2001) ging in 2016 viraal als de backpack

kid met een dansje genaamd de ‘Russell’. Rihanna deelde zijn dansvideo op haar Instagram. In 2017 stal hij de show in het

televisieprogramma Saturday Night Live, waar Katy Perry haar nieuwe lied ‘Swish Swish’ kwam voorstellen.

aa

De ‘Russell’ werd zonder Hornings toestemming door ontwikkelaar Epic als ‘the Floss’ gebruikt in Fortnite

Battle Royale. De moeder van Russell Horning klaagde

pl

Epic in 2018 aan voor het onrechtmatige gebruik van het dansje in Fortnite. Alfonso ‘Carlton’ Ribeiro, gekend uit de televisieserie The Fresh Prince of Bel Air probeerde dat eerder

m

ook al toen ook ‘zijn’ iconische dansje opdook in Battle Royale. De backpack kid werd wereldberoemd en ‘flossing’

ke xe

werd razend populair.

2 Je gaat stap voor stap een ‘dansepidemie’ vormgeven.

Opwarming

Stap rond in de ruimte en tel je stappen. Acht tellen stilstaan, acht tellen stappen … Verzin zowel bij het Verkenning In de dansfragmenten zag je mensen helemaal losgaan met bewegingen. Dat kan inspireren. Toon nu zelf een korte beweging. Voer die uit terwijl je door de ruimte stapt. Acht tellen stappen, daarna acht tellen stilstaan. Toon tijdens het stilstaan jouw herhalende beweging. Doe dat verschillende keren na elkaar, telkens met een andere beweging.

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

kij

stilstaan als bij het stappen allerlei herhalende bewegingen op de muziek.

17


Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken Kies zelf één unieke beweging. Daar gaan we nu mee experimenteren. Je gaat nu bewust om met de ruimte. Neem eens een andere bewegingsbaan: loop in Ruimte

een cirkel of maak een driehoek. Maak bij de uitvoering gebruik van de verschillende

IN

richtingen: bv. voor, achter, rechts, links. Tijd

Speel met de tijd (bv. versnel, vertraag ...). Probeer tegen de cadans in te gaan.

Stel dat je deze beweging al tien uur aan een stuk aan het doen bent. Hoe heeft de Kracht

VA N

herhaling invloed op je beweging? Experimenteer met kracht tijdens de uitvoering. Doe de beweging eens heel ontspannen, slap of energiek, zwaar of licht ...

Maak bij de uitvoering gebruik van vorm: isoleer een lichaamsdeel (voer de beweging uit

Vorm

alleen met je hoofd, je pols ...). Maak je lichaam hoekig, rek je uit ...

Stem af met een klasgenoot. Spreek per twee een bewegingspatroon af dat jullie samen

Structuur

uitvoeren op de muziek.

Twee duo’s komen samen en maken een groep van vier. Combineer jullie dansideeën Relatie

tot een korte dansfrase (maximaal acht tellen). Voer die uit door eerst te stappen (acht tellen), daarna stil te staan en de beweging uit te voeren.

Choreografie

Bedenk met jullie groep een route die jullie willen afleggen in de ruimte. Verdeel je over die route.

aa

Als de danser langskomt, dans je de dansfrase (acht tellen) mee. Zo word je aangestoken om mee te dansen.

Reflectie: bespreek in duo de reflectievragen

pl

Beleving

Hoe heb je het ‘virale’ dansen ervaren? Was het moeilijk om mee te dansen? Voelde je schroom of kon

m

je dat gemakkelijk loslaten? Betekenisgeving

ke xe

Zou een dergelijke dans een uitlaatklep, een ontlading, kunnen zijn na een intense periode (examens, lockdown ...)? Een dansepidemie die ontstaat na een moeilijke periode? Vormgeving

Hoe heb je met de ruimte gewerkt? Hoe werkte je met de bouwsteen ‘relatie’ (waarbij je inspeelt op elkaars beweging)?

kij

Wat leerde je over jezelf en over je klasgenoten?

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

Verbeelden

18

Bij een dans kunnen dansers gebruikmaken van verschillende bouwstenen. De bouwstenen zijn ruimte, tijd, kracht, vorm, structuur en relatie. Coördinatie en lichaamsbesef zijn belangrijk om de choreografie vorm te geven. Dansers zetten dan ook hun danstechnische vaardigheden in. Het basisinstrument is het lichaam. Materialen zoals belichting, stoelen, stokken ... en ook de locatie (op straat of in een danszaal) kunnen de dans als geheel ondersteunen.

1.2


VIP Beeldend kunstenares Anouk Kruithof (°1981) bracht duizenden dansstijlen in kaart met het project Universal Tongue. Meer dan 8800 dansvideo’s werden verzameld van YouTube en Instagram

IN

met een team van 50 onderzoekers over de hele wereld. De totale lengte van al dat gevonden videomateriaal is 250 uur. De

uiteindelijke video-installatie bestaat uit acht kanalen (variabele afmetingen) met acht films die elk vier uur duren. ‘Universal

VA N

Tongue is een huzarenstukje, een visuele antropologie op maat van het internettijdperk.’

Conceptualiseren

Is een dans altijd een dans?

aa

STAP 3

Naar: De Somviele, C., ‘Dans in een digitaal doolhof’, De Standaard, 11 februari 2021.

1 Bekijk het schilderij Black Mould van Michaël

pl

Borremans. Bespreek de volgende vragen klassikaal: Wat stelt de afbeelding voor? Is dit een dans?

Wat voor dans is dit? Waarom denk je dat? Wat is

ke xe

m

kenmerkend voor dans?

Good to know

Michaël Borremans, Black Mould, 2015

Black Mould

Het is een mysterie wie de in zwarte gewaden gehulde figuren zijn in de reeks van Michaël Borremans (°1963). Ook de ruimte waarin ze zich bevinden, is ondefinieerbaar. De anonieme zijn daar niet naar terug te voeren. Ze lijken bezig met een vreemde dans, die modern oogt, maar die om een of andere reden niet helemaal lijkt te kloppen. De houterige lichamen zijn ook niet in staat de dans een bezwerend karakter te geven, ondanks de mysterieuze kappen over het hoofd. Hun aanwezigheid roept alleen vraagtekens op, die telkens weer op een andere manier ingevuld kunnen worden. Borremans laat de betekenis die mensen aan zijn werk willen geven altijd open voor interpretatie. Naar: Boulanger, C. en Faupin, S. (2020). Dolgedraaid. Dancer Brut. Brussel: Mercatorfonds.

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

kij

mannen of vrouwen doen denken aan monniken of leden van een sekte, maar hun bewegingen

19


2 Bekijk het fragment van Cherokee en bespreek de onderstaande vragen. a Wat zijn je conclusies wanneer je de volgende dans waarneemt? Wat zie je en hoor je precies?

Beschrijf een beweging. In welke ruimte dansen ze? Hoe bewegen ze in de ruimte? Wie zijn de dansers? Hoe reageren de toeschouwers? Hoe verloopt de dans? Welke structuur zie je?

IN

VA N

© Thomas Barrat/Shutterstock

aa

b Lees de tekst en beantwoord de vragen.

CHEROKEE STOMP DANCE

De Cherokee Stomp Dance (Cherokee-stampdans) wordt uitgevoerd door de Cherokee uit Oklahoma. De dans heeft zijn oorsprong bij de Creek indianen, die gedwongen moesten

pl

vertrekken uit het indianenreservaat. Hun lange, barre tocht wordt de ‘Trail of tears’ genoemd. De Stomp Dance is de belangrijkste samenkomst van Cherokees gedurende de eerste maan van

m

de oogst. Ze bouwen een verhoogd platform waarop na zonsondergang een groot vuur wordt ontstoken. De vrouwen dragen traditionele Cherokee tear dresses en schildpadschilden aan hun benen. Daarin zijn gaatjes gemaakt en ze zijn gevuld met steentjes. De mannen dragen jeans

ke xe

en hoeden met een adelaarsveer. De dansleider is een mannelijke Cherokee-ouderling die de mensen iedere ronde in het Cherokee oproept voor de dans. Bij deze dans wordt de maat geslagen door de vrouwen, en de mannen herhalen het lied dat

gezongen wordt door de leider. De dansers dansen tegen de klok in rond het vuur met langzame stampende stappen, op de maat die de vrouwen aangeven door te stampen met hun voeten, waardoor de schildpadschilden het ritme laten klinken. Ze dansen in een ononderbroken spiraal

kij

of cirkel. De dans duurt de hele nacht lang, tot de volgende ochtend. De Stomp Dance is een uitputtende fysieke uitdaging, en bijna iedere Cherokee blijft doordansen tot hij neervalt van vermoeidheid. De volgende ochtend worden traditionele Cherokee-gerechten gegeten. Er wordt

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

een speciaal medicijn gemaakt van zeven geheime wortels die door de zeven clans verzameld zijn

20

en uitgedeeld aan de Cherokees die de dans uit gedanst hebben. Dit medicijn is opwekkend en het innemen van grote hoeveelheden heeft vaak kokhalzen en overgeven tot gevolg. Naar: Wikipedia


Wat zijn je conclusies wanneer je gaat beschouwen over onderwerp en betekenis? Waarover gaat het? Wat is het thema? Waarom denk je dat? Wat is de betekenis?

Hoe geven de Cherokee het onderwerp van de dans en de betekenis die ze eraan geven vorm?

Conceptualiseren

IN

Is het een dans? Wat is het doel ervan? Wat is kenmerkend aan deze dans?

1.3

Naast folkloredans (volksdans) zijn nog veel andere gestructureerde dansen gekend.

VA N

Er bestaan verschillende dansstijlen (jazzdance, ballroom ...). Je kunt ook een verhaal

uitdrukken via een creatieve dans. Je kunt een dans ontwerpen via improvisatie of via een danspartituur ...

Mensen bewegen en dansen ook als reactie op bepaalde gebeurtenissen, na een overwinning bijvoorbeeld, of om even stoom af te laten. Samen zoeken ze verbinding. Dans is een

universele taal waarmee mensen iets willen vertellen: om iets te vieren, als ritueel, als

uitlaatklep, na de oogst ... Zo ontstaat er soms een traditie, waarvan niet altijd iedereen de

Analyseren

pl

STAP 4

aa

betekenis nog kent. Maar dansen kan iedereen, van jong tot oud.

Kun je verbanden leggen tussen verschillende dansfragmenten?

m

Sommige dansen kennen zoveel verschillende uitvoeringen. Sommige choreografieën gaan als geheel viraal. Le Sacre du printemps voert die gedachte tot het uiterste: een meisje wordt uitgekozen om als een lenteoffer voor de goden te dansen tot de dood erop volgt. Igor Stravinsky zorgde met zijn explosieve

ke xe

compositie in 1913 voor een revolutionaire omwenteling in de muziekgeschiedenis, die het einde van de romantiek en het begin van het modernisme aankondigde. Talloze choreografen brachten hun eigen visie op Le Sacre du printemps op de planken: Vaslav Nijinsky, Mary Wigman, Maurice Béjart, Pina Bausch, Martha Graham, Shen Wei ...

Pina Bausch creëerde op haar beurt met haar

overweldigende versie van Le Sacre du printemps

in 1975 een ijkpunt in de dansgeschiedenis: meesterwerk. Het was haar laatste conventionele dansstuk, vanaf 1976 begon ze meer te experimenteren met een collage-achtige structuur. THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

kij

een universeel ontroerend en nooit geëvenaard

21


1 Verdeel de klas in twee groepen. De ene helft bekijkt en analyseert het fragment van de uitvoering van

VA N

© ullstein bild/Getty Images

IN

Nijinsky, de andere helft bekijkt en analyseert de uitvoering van Pina Bausch. Vul het analysekader in.

Pina Bausch, Le Sacre du printemps

Vaslav Nijinsky (1889-1950) was van 1909-

Pina Bausch (1940-2009) begon op 14-jarige

1913 de sterdanser van de Ballet Russes van

leeftijd aan een dansstudie in Essen. Na haar

Sergej Diaghilev. In 1912 creëerde hij met

studies kreeg zij in 1959 een beurs om in New

Vaslav Nijinsky, Le Sacre du printemps

York te gaan studeren. In 1968 maakte ze haar

die stilistisch brak met klassiek ballet. In 1917

eerste choreografie. In 1972 werd zij artistiek

verbrak Diaghilev hun liefdes- en professionele

directeur van het Wuppertal Opera Ballet, dat niet

relatie. Het was het begin van een verwarrende

veel later de naam Tanztheater Wuppertal Pina

periode. Nijinsky danste niet meer, maar tekende

Bausch kreeg. Haar repertoire bestaat uit meer

en schilderde: hand, potlood en verf namen de rol

dan veertig stukken, telkens gemaakt in nauwe

van dansende lichamen over.

samenwerking met haar dansers. Pina Bausch

aa

L’Après-midi d’un faune zijn eerste choreografie,

m

pl

bleef haar hele leven lang bewust in Wuppertal werken. Haar thema was het leven. Om haar artistieke nalatenschap levend te houden, richtte haar zoon in 2010 de Pina Bausch Foundation op.

ke xe

ANALYSEKADER CREDITS

Wat is de naam van de voorstelling? Wie zijn de uitvoerders? (choreograaf, dansgroep)

Waar en wanneer is de voorstelling

kij

gesitueerd?

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

Wat zijn thema en boodschap van deze

22

Le Sacre du Printemps

voorstelling?

Wat is de functie van deze cultuuruiting?

VORMGEVING Wat zijn opvallende conceptuele kenmerken? Welke keuzes hebben ze gemaakt?


Welke technische ondersteuning versterkt het geheel? klank (muziek) – licht – locatie (welke materialen worden ingezet: basisinstrument, ondersteunende materialen, locatie) Hoe verlopen opbouw en structuur van het

Welke bouwstenen vallen op?

tijd, kracht, ruimte, vorm, structuur, relatie

Beschrijf een eerste opvallende bouwsteen.

Beschrijf de tweede opvallende bouwsteen.

Wat is er opvallend aan de choreografie?

Wat is het effect van de inhoud op jouw beleving? Wat doet het met je? Wat is de culturele relevantie?

Wat is jouw interpretatie van de boodschap?

VA N

BETEKENISGEVING

IN

dansstuk?

aa

BEOORDELING

Wat vind je van het samenspel van vormgeving

en betekenisgeving? Vind je het idee (concept)

geslaagd?

pl

ke xe

m

Wat is je mening over dit fragment?

2 Welke verbanden zie je tussen de twee choreografen? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op? Wat

concludeer je daaruit? Gelijkenissen:

Verschillen:

Conclusie:

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

kij

23


Analyseren

1.4

Bij dans kunnen we verschillende elementen analyseren: bouwstenen, technieken en materialen. Het onderwerp en de bedoeling van de dans kunnen telkens op een bepaalde

IN

manier worden vormgegeven.

Good to know In 1886 publiceerde Georges Gilles de la Tourette zijn bevindingen over diverse neurologische problemen die zich bij het lopen konden voordoen. Dergelijke tics en bizarre manieren van lopen werden het handelsmerk van haast alle komieken uit de beginjaren van de film, met Charlie Chaplin (1889-1977) als bekendste voorbeeld. In Sunnyside (1919) brengt hij een ode aan

VA N

Charlie Chaplin

sterdanser Vaslav Nijinsky. In de choreografie L’après-midi d’un faune uit 1912 danste Nijinsky met de armen in een rechte hoek. Zijn zigzaggende lichaam zorgde voor een sterk contrast met de poses en vloeiende bewegingen van de nimfen. Het inspireerde Chaplin tot de beroemde scène waarin hij op zijn typische houterige manier danst met een groep gracieuze nimfen.

pl

m

Eureka!

aa

Naar: Boulanger, C. en Faupin, S. (2020). Dolgedraaid. Dancer Brut. Brussel: Mercatorfonds.

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

ke xe

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van een dans?”

Forum

Denk je nu anders over de functie die dans kan hebben? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen een rol

THEMA 1 HOOFDSTUK 1

In

kij

spelen bij het analyseren van een dans en hoe je populaire dansjes nu bekijkt.

24

Henri Matisse, La Danse (tweede versie), 1909-1910.


2 Hoofdstuk

Dolgedraaid

IN

Intro

Sam en Robin schamen zich dood wanneer hun moeder en vader beginnen te dansen op muziek uit hun jeugd.

JANE AVRIL Vanaf 1870 stond Jean-Martin Charcot, de in zenuwziekten gespecialiseerde arts, in het Parijse Salpêtrièreziekenhuis aan het hoofd van de afdeling waar

VA N

Ze maken spastische bewegingen en Sam en Robin vinden dat ze zichzelf belachelijk maken.

hysterische en epileptische vrouwelijke patiënten werden

behandeld. Charcot en zijn team documenteerden rijkelijk de specifieke poses en houdingen die met een aanval gepaard gingen.

Jane Avril werd in 1882 in dat ziekenhuis

aa

opgenomen, waar ze twee jaar zou blijven. Ze leed aan een

bewegingsstoornis, de zogenoemde Sint-Vitusdans, en werd patiënte van Charcot. Op een bal des folles (gekkinnenbal), het mondaine evenement dat jaarlijks tijdens halfvasten

pl

in het Salpêtrièreziekenhuis werd georganiseerd, ontdekte ze op 15-jarige leeftijd haar talent voor dans. Het zou een

m

allesverterende passie worden. Haar bijzondere gestiek veroverde de wereld van het cabaret, waar ze samen met Yvette Guilbert voor een ware revolutie zorgde. De tekeningen en affiches van Henri de Toulouse-Lautrec maakten haar

ke xe

onsterfelijk. De hoekige, hortende en repetitieve gebaren die men met hysterie in verband bracht, inspireerden cabaretartiesten en acteurs van de stomme film.

1

Bekijk de bovenstaande foto heel aandachtig. Ze is genomen op het Burning Man festival. Formuleer een antwoord op de volgende vragen en bespreek de antwoorden nadien klassikaal.

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

kij

Naar: Boulanger, C. en Faupin, S. (2020). Dolgedraaid. Dancer Brut. Brussel: Mercatorfonds.

25


a Wat gebeurt er op deze afbeelding? b Waaraan zie je dat? c Wat kun je nog meer ontdekken?

IN

Good to know Burning Man is een evenement dat jaarlijks georganiseerd wordt in Black Rock City in de Verenigde Staten. Het begon in 1986 als een vreugdevuur om de zonnewende te vieren,

georganiseerd door Larry Harvey, Jerry James en een paar vrienden. Zij verbrandden daarvoor herhaald.

VA N

een 2,7 meter hoge houten man, de Wicker Man. Het evenement sloeg aan en wordt jaarlijks

Burning Man wordt door deelnemers omschreven als een experimentele samenleving, radicale zelfuiting en radicale zelfvoorziening. De achterliggende idee is dat men gedurende Burning Man tijdelijk een gemeenschap opbouwt waar iedereen die zich de toegangsprijs kan veroorloven

welkom is, ongeacht ras of afkomst, en waar iedereen zichzelf kan uiten in waar hij of zij het beste

l

in is. Mensen zijn vrij zichzelf te uit te drukken.

BREINBREKER

aa

In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

pl

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van emotie in dans?”

m

Forum

Zie jij emoties in dans? Welke bewegingen kun je maken die anderen bijzonder of vreemd vinden? Welke bewegingen maken mensen wanneer ze emotioneel zijn? Beschrijf momenten waarop je mensen

ke xe

bijzondere bewegingen zag maken. Brainstorm met je klasgenoten.

kij

Parcours

Waarnemen en beschouwen

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

STAP 1

26

1 Om te oefenen wat je bij dans kunt waarnemen, bekijk je een fragment uit de choreografie La danse

Serpentine van Loie Fuller.


a Neem waar wat je ziet gebeuren in het filmpje.

Welke drie woorden komen spontaan bij je op?

Loie Fuller in La danse Serpentine

VA N

b Beantwoord de volgende vragen.

precies? Beschrijf een

beweging.

In welke ruimte danst

ze? Hoe beweegt ze in de

ruimte? Wie is de danseres?

toeschouwers? Welke bewegingenreeks

pl

maakt ze? Welke

m

structuur zie je?

aa

Hoe reageren de

Waarnemen Wat zie en hoor je

IN

Bespreek klassikaal.

ke xe

VIP

Loie Fuller (1862-1928) was een Amerikaans-Franse danseres. Ze wordt gezien als een pionier op het gebied van moderne dans en theaterbelichting. Fuller begon als kindactrice, ging vervolgens dansen in het circus en deed aan vaudeville en burleske. De

serpentine dance, die zij rond 1890 ontwikkelde, werd populair in

Jules Chéret, La Loie Fuller, 1893

in Parijs te blijven, waar ze regelmatig optrad in de Folies Bergère en een prominent lid werd van de art-nouveaubeweging. Door haar bekendheid in de kunstwereld werd ze een geliefde persoon om af te beelden. Zo werd ze onder anderen door Henri de ToulouseLautrec geschilderd. Ze stierf op 1 januari 1928 aan de gevolgen van een longontsteking en ligt begraven op Père-Lachaise. Naar: Wikipedia

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

kij

films. Vrij snel daarna besloot ze na een tournee door Europa om

27


2 Eerst heb je naar een dans gekeken. Nu probeer je ook te

achterhalen wat het onderwerp en de bedoeling ervan kunnen zijn. Daarvoor heb je doorgaans context nodig. a Neem waar wat je ziet gebeuren in het filmpje over La Taranta.

Welke drie woorden komen spontaan bij je op? Bespreek

IN

klassikaal.

VA N

b Lees de onderstaande tekst die uitleg geeft over de tarantella en beantwoord daarna de vragen.

DE TARANTELLA

De tarantella is een rituele en therapeutische dans uit het zuiden van Italië. Oorspronkelijk was het een choreografische en muzikale kuur om bepaalde spinnenbeten te genezen. Het

ogenschijnlijk genezen slachtoffer leed jaarlijks in dezelfde periode opnieuw aan deze kwaal, waardoor de danskuur herhaald moest worden. Tussen 1951 en 1959 maakte de Italiaanse antropoloog Gianfranco Mingozzi (1932-2009) verschillende studiereizen naar de meest

afgelegen dorpen in Puglia. Een etnologisch musicoloog, fotograaf, cineast, psychiater en psycholoog vergezelden hem. In 1961 maakte hij deze beelden tijdens de pelgrimstocht naar de kapel van San Paolo in Galatina.

De tarantella bestond al in de 14de eeuw, in heel wat varianten en behoort tot de categorie

aa

van de dansprocessies en dansepidemieën. In West-Europa waren die tradities al in de 15de eeuw folklore geworden. In afgelegen, landelijke streken bleef de praktijk van de therapeutische dans tot in deze eeuw in zwang: de Roemeense calush, de mediterrane tarantella, de Engelse

morris. Wat al de verhalen lijkt de verbinden, is dat wanneer een mens zich aan het einde van

pl

zijn krachten voelt, hij door een duister ritueel van symbolisch sterven moet om weer te kunnen

m

opstaan. Dat gebeurt bij uitstek in de dans, die lichaam en geest mobiliseert.

Waarover gaat de documentaire?

ke xe

Onderwerp

Waarom denk je dat?

Welke spiegel wil Mingozzi ons

Betekenis

voorhouden? Welke boodschap wil de

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

kij

kunstenaar meegeven?

28


3 Nu combineer je wat je kunt waarnemen met wat je weet

over de context. Zo krijg je inzicht in het onderwerp en de bedoeling van de dans.

Dans komt ook vaak voor in films. Bekijk het filmfragment uit They Shoot Horses, Don’t They? van Sydney Pollack en

IN

beantwoord de vragen. a Wat zie je en hoor je precies?

VA N

b In welke ruimte dansen ze?

© Allstar Picture Library Ltd./Alamy

d Welke bewegingen maken ze?

aa

c Wie zijn de dansers?

e Beantwoord de onderstaande vragen over het onderwerp en de bedoeling van deze dans.

Waarover gaat de film?

m

Onderwerp

pl

ke xe

Welke spiegel wil Pollack

Betekenis

ons voorhouden?

Welke boodschap wil de

kunstenaar meegeven?

2.1

Zie kenniskader 1.1, op p. 16.

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

kij

Waarnemen en beschouwen

29


STAP 2

Verbeelden en creëren

uit te drukken. Je bestudeert ook hoe mensen elkaar kunnen beïnvloeden.

Good to know Beyoncé en Anne Teresa De Keersmaeker

VA N

1 Bekijk het filmpje van Beyoncé. Beschrijf wat het wil aantonen.

IN

Kun je een emotie uitdrukken in een dans? Je kijkt hoe je je eigen lichaam kunt inzetten om een emotie

In 2011 ontstond wereldwijd ophef rond de Amerikaanse r&b-zangeres Beyoncé Knowles. Voor het

nummer ‘Countdown’ haalde ze inspiratie bij Rosas danst Rosas van het Belgische dansgezelschap Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker. ‘Het is duidelijk dat Rosas danst Rosas een van de vele referenties is in de clip’, zegt Beyoncé in het persbericht. Volgens haar is het meteen ook reclame voor De Keersmaeker, omdat de clip al twee miljoen keer bekeken is. De Belgische choreografe Anne Teresa De Keersmaeker klaagde Beyoncé echter aan, omdat zij een deel van de choreografie

aa

zou hebben gebruikt zonder toestemming te vragen. Er werd een nieuwe versie van de videoclip uitgebracht, waarin alle delen van Rosas danst Rosas werden verwijderd. Ondertussen kun je een eigen versie van Rosas danst Rosas maken met de Re:Rosas! tutorial uit 2013.

pl

Alles wat je nodig hebt, is jezelf en een stoel.

Via het onlinelesmateriaal vind je vier filmpjes van Rosas danst Rosas waarin Anne Teresa De

m

Keersmaeker en Samantha van Wissen stap voor stap de verschillende bewegingen van de ‘stoelenscène’ uitleggen. Daarmee kun je aan de slag om een eigen, vrije interpretatie te maken: in

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

kij

ke xe

een andere setting, alleen of met klasgenoten, al dan niet met de originele muziek … alles kan!

30


Opwarming Het doel is om met (basket)ballen te bewegen en te improviseren, waarbij je verschillende emoties weergeeft. Je eindigt met een herhaling waarmee je een trance weergeeft. Neem een blinddoek en doe die aan. Kies een plaats in de ruimte, je blijft ter plaatse ver genoeg van armen, linkerbeen, heupen … De leerkracht benoemt de lichaamsdelen.

IN

elkaar. Op de muziek maak je grote bewegingen met het aangegeven lichaamsdeel: je handen, je Maak ze energieker en blijf een beweging herhalen, bv. een arm naar boven en beneden. Doe dat nog eens met een andere beweging.

VA N

Herhaal de laatste opdracht zonder blinddoek. Verkenning Stap 1 - bewegingen met de bal

Blijf ter plaatse en neem een (basket)bal. Onderzoek tien verschillende bewegingen die je individueel met de bal kunt maken: stuiteren, maar ook vastpakken, rollen, rond je middel draaien … Je blijft wel in contact met je bal (dus niet weggooien).

Stap 2 - energie gebruiken

We onderzoeken wat je met energie kunt doen.

Maak een plotse energieke beweging met de bal. Bevries. Doe dat op verschillende manieren. Maak een aangehouden maar zwakke beweging met de bal. Op het einde bevries je altijd. Maak verschillende korte of lange energieke bewegingen met de bal. Tussendoor mag je af en toe

aa

bevriezen. Doe dat ook met zwakke bewegingen.

Daarna wissel je de energieke bewegingen af met zwakke bewegingen. Stap 3 - beweeg op de muziek

pl

Op de muziek beweeg je met je bal, maar hou rekening met de opgegeven emotie. Je mag dat op een eigen manier doen, maar bouw een herhalend patroon op.

m

Blijf even die emotiebeweging herhalen (bewegingspatroon): boos, sluw, hautain, bang, verlegen ... Denk aan welke energie je inzet bij de beweging. Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken

ke xe

Stap 4 - kies een emotie

Deel nu de klas op in duo’s. Kies samen één emotie.

In

kij

Tijd

Kracht Vorm

Structuur Relatie

Kies een bewegingsbaan, loop rechtdoor, kronkelend, zigzag, kriskras … Varieer in tijd, voer de beweging snel en eens traag uit. Zoek het passende tempo bij de emotie.

Je hebt al geëxperimenteerd met kracht. Kies bewust of de beweging energiek of zwak is. Maak de beweging eens erg groot en ook eens klein. Welke grootte van beweging sluit het best aan bij je emotie? Blijf de beweging herhalen, spreek duidelijk af hoelang. Je kunt er ook (af en toe) een freeze in steken. Voer de beweging zo synchroon mogelijk uit.

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

Ruimte

31


Verwerking Stap 5 - bewegingspatroon De leerkracht geeft twee emoties aan. Begin met de eerste emotie (herhalen), daarna maak je een bewegingspatroon als overgang en ten slotte eindig je met de tweede emotie (herhalen). –

van verdrietig naar uitgelaten,

van onzeker naar trots,

van vermoeid naar pijnlijk,

kies nu zelf twee emoties.

IN

Overgang van emotie:

VA N

Choreografie Eindopdracht

Maak groepjes van zes. Iedereen neemt twee kaartjes met een emotie. Je improviseert de beweging (dus niet voorbereiden) en speelt duidelijk met de energie van de emotie. Zorg ervoor dat de herhalende beweging een soort trance weergeeft. Ga helemaal op in je bewegingspatroon.

Deel 1: Om de beurt kom je op met je bal en geef je de eerste emotie weer. Je gaat op een afgesproken

plaats staan. Je blijft je bewegingspatroon herhalen. Als iedereen op zijn plaats staat, dan pas begint deel 2.

Deel 2: Iedereen verplaatst zich (door elkaar) met de bal (volgens een eigen bewegingsbaan) naar een andere plaats. Tijdens de verplaatsing verandert iedereen zijn beweging met de bal langzamerhand plaats. Pas dan start deel 3.

aa

naar de andere emotie. Neem hiervoor voldoende tijd. Iedereen staat nu opnieuw stil op een andere Deel 3: Daar voert iedereen zijn tweede emotie uit en blijf die herhalen tot het einde van de muziek Presentatie

pl

(tweede bewegingspatroon).

Verdeel voor de presentatie de emoties onder de leerlingen. Duid ook een opstelling, een plaats aan

m

waar je wilt starten en eindigen. De rest is improvisatie. Het publiek zit voor de dansers. Reflectie: bespreek in duo de reflectievragen Beleving

ke xe

Hoe heb je het bewegen met een voorwerp ervaren? Had je al iets dergelijks gedaan of gezien? Betekenisgeving

Welke emotie was eenvoudig om weer te geven, welke uitdagender? Kun je via dans een emotie weergeven zonder je te verplaatsen? Vormgeving

kij

Hoe heb je energie in je beweging verwerkt? Wat is het effect van een beweging te herhalen in een

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

bewegingspatroon?

32

Wat leerde je over je jezelf en over je klasgenoten?

Verbeelden Zie kenniskader 1.2, op p. 18.

2.2


STAP 3

Conceptualiseren

IN

Is een dans altijd een dans? 1 Bekijk de beeldengroep van de Spaanse kunstenaar Juan Muñoz. Bespreek de volgende vragen klassikaal:

Good to know De figuren van Juan Muñoz Juan Muñoz (1953-2001) laat zijn figuren traditiegetrouw in brons gieten. Muñoz ensceneert een theatrale situatie. Hij ontneemt zijn figuren

VA N

Wat stelt de beeldengroep voor? Is dit een dans? Waarom denk je dat? Wat is kenmerkend voor dans?

al bij voorbaat de illusie van beweging, zicht en

spraak. Ze zijn verwant aan menselijke figuren,

maar ze hebben geen benen. Ze zitten gevangen in een keurslijf dat op een zak lijkt. Hun armen hangen er levenloos bij, als de ledematen van

aa

een lappenpop. Ook de kale schedels dragen bij tot hun ontmenselijking. Ze lijken emotieloos.

Toch voelen we interactie. Ze lijken te smachten naar aanraking. Ze lijken naar elkaar toe te

Juan Muñoz, Conversation Piece, 1999

pl

schommelen. Maar het is onmogelijk. Zijn

figuren staan voor een bepaalde menselijke

m

conditie: vervreemding, verstomming, gebrek aan

ke xe

communicatie, eenzaamheid.

2 Bekijk het fragment. Zoek op het internet

achtergrondinformatie op over deze dans. Beantwoord de vragen.

a Wat zie en hoor je precies? (Bijvoorbeeld In welke

ruimte dansen ze? Hoe bewegen ze in de ruimte?

kij

Wie zijn de dansers? Hoe reageren de toeschouwers? Hoe verloopt de dans? Welke structuur zie je?)

b Waarover gaat het wanneer je het onderwerp of thema en de betekenis beschouwt? Waarom denk je dat?

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

33


c Hoe geven de derwisjen het onderwerp van de dans en de betekenis die ze eraan geven vorm? Is het

een dans? Wat is het doel? Wat is er kenmerkend aan?

IN

Conceptualiseren

2.3

Analyseren

STAP 4

VA N

Zie kenniskader 1.3, op p. 21.

Kun je verbanden leggen tussen verschillende dansfragmenten?

aa

1 Bekijk de twee fragmenten na elkaar. Verdeel de klas in twee groepen. De ene helft analyseert het

fragment van de uitvoering van Alexander Vantournhout, de andere helft die van Wim Vandekeybus. Vul

ke xe

m

pl

het analysekader in aan de hand van de tabel achteraan in dit hoofdstuk.

Alexander Vantournhout

Alexander Vantournhout (°1989) is een

Wim Vandekeybus (°1963) is een Belgische

Belgische choreograaf en danser. Hij studeerde

choreograaf, regisseur en fotograaf. Zijn

hedendaagse dans aan de Brusselse PARTS

gezelschap Ultima Vez is gevestigd in Sint-Jans-

(Performing Arts Research and Training Studios)

Molenbeek (Brussel).

en single wheel in ESAC (Ecole Supérieure des Arts

Samen met onder anderen Jan Fabre, Alain Platel

du Cirque) in Brussel. Beide studies inspireerden

en Anne Teresa De Keersmaeker (Vlaamse Golf)

hem tot een subtiele mix van dans en circus.

is hij sinds de jaren 1980 mee verantwoordelijk

kij

In THEMA 1 HOOFDSTUK 2 34

Wim Vandekeybus

voor de bekendheid van België in de internationale wereld van hedendaagse dans.


ANALYSEKADER CREDITS

Wat is de naam van de voorstelling?

IN

Wie zijn de uitvoerders? (choreograaf, dansgroep)

Waar en wanneer is de voorstelling

gesitueerd?

voorstelling?

Wat zijn thema en boodschap van deze

VA N

aa

Wat is de functie van deze cultuuruiting?

Wat zijn opvallende conceptuele kenmerken?

m

Welke keuzes hebben ze gemaakt?

ke xe

Welke technische ondersteuning versterkt het

geheel? klank (muziek) – licht – locatie (welke

materialen worden ingezet: basisinstrument,

ondersteunende materialen, locatie)

Hoe verloopt de opbouw, structuur van het

kij

dansstuk?

In

Welke bouwstenen vallen op?

tijd, kracht, ruimte, vorm, structuur, relatie

Beschrijf een eerste opvallende bouwsteen.

tijd, kracht, ruimte, vorm, structuur, relatie

Beschrijf de tweede opvallende bouwsteen.

tijd, kracht, ruimte, vorm, structuur, relatie

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

VORMGEVING

pl

35


Wat is er opvallend aan de choreografie?

BETEKENISGEVING

Wat is het effect van de inhoud op jouw

Wat is de culturele relevantie?

BEOORDELING Wat vind je van het samenspel van vormgeving

aa

Wat is je mening over dit fragment?

en betekenisgeving? Vind je het idee (concept)

VA N

beleving? Wat doet het met je?

geslaagd?

IN

Wat is jouw interpretatie van de boodschap?

2 Welke verbanden zie je tussen de twee choreografen? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op? Wat

Gelijkenissen:

m

pl

concludeer je daaruit?

ke xe

Verschillen:

Conclusie:

kij

Good to know

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

Wim Vandekeybus, Ultima Vez

36

‘Onze compagnie heet Ultima Vez. Dat is Spaans en het betekent “de laatste keer”. We doen alles met passie, alsof elk moment het laatste is.’ Vijf weken lang raast Wim Vandekeybus als een tornado door de zaal, moedigt en spoort hij aan, wijst hen terecht, strooit met complimenten. ‘We werken met dansers van over de hele wereld en we tonen ons werk over de hele wereld. In ons gezelschap worden veel talen gesproken, net als in de stad. Ik ga samen met jullie een verhaal vertellen. Verhalen en verbeelding: dat maakt ons tot mensen. Vroeger


werden mensen ook al verliefd, daar schreven ze verhalen over. Jullie ­leven vandaag. Al die verhalen zijn ons geheugen. Daarom is het zo belangrijk ze te blijven delen met een publiek.’ Instemmend geknik. ‘Dansen is een manier om te communiceren, met het lichaam. We gaan eerst onze schoenen en kousen uitdoen. Blote voeten. Zodat jullie weer voelen wat de grond en de vloer is.’

IN

Dansen met Wim Vandekeybus: ‘Ik ga samen met jullie een verhaal vertellen.’ Wat later lopen zo’n twintig jonge pubers, met hun uitdijende en

VA N

opschietende maar net-nog-kinder­ lichamen, door de ruimte. Ze zwaaien met hun ­armen. Ze springen en ze kruipen over de grond. ‘Als je op scène staat, kun je iets spelen wat andere mensen herkennen. Mijn ik zelf vaak een paard.’ Vandekeybus draaft door de dansstudio. Dan steekt hij zijn handen in de lucht en worden ze een gewei.

vader is dierenarts. Als kind speelde

aa

‘Maar we hebben ook herten gespeeld. Insecten.’ Hij kronkelt over de grond. Vandekeybus houdt ze bij de les. ‘Stop met de gsm en leg die op de tafel.’ ‘Meneer, mijn mama probeert mij te bereiken.’ ‘Je mama weet dat je op school zit.’ ‘Maggot brain’ van Funkadelic schalt door

pl

de boxen, daarna het opzwepende ‘Flight of the bumblebee’ van Rimski-Korsakov. ‘Niet aan de gordijnen komen.’ Een na een lopen ze diagonaal over de balletvloer, in het spoor van de choreograaf. Sommigen gezwind, anderen met de nodige schroom, hier en daar gegrinnik.

m

‘Je moet niet met alles lachen. In het leven ga je van alles tegenkomen. Kijk en sta open voor de dingen die je te zien krijgt.’ Na de opwarming wordt er aan karakters gewerkt. Iedereen mag een karakter verzinnen, met één woord. ‘Op toneel kun je alles zijn. Je kunt er iemand

ke xe

anders zijn. Je mag zelf kiezen.’ Oud, sterk, blij, déterminé, lui, timide, elektrisch. ‘Je doet een dansmove die je zelf kiest en je stelt jezelf voor aan de hand van dat ene woord dat je ­gekozen hebt.’ Het zaallicht gaat uit, een theaterspot flitst aan. ‘Ik zie niks meer’, zegt een jongen, onder de ­indruk, terwijl hij zijn hand voor zijn ogen houdt. ‘Dat is niet erg. Jij ziet het publiek niet, maar het publiek kan jou zien. Dit is jouw moment, en dat van jou alleen. Jij bent belangrijk nu. Jij gaat in het licht staan, je neemt je tijd. Je ademt, je beweegt een beetje op die muziek … en je spreekt.’ Een na een komen ze naar voren. Samen met de begeleidende

kij

leerkrachten kijk ik bewonderend toe: ze dansen.

Analyseren Zie kenniskader 1.4, op p. 24.

2.4

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

Naar: Michaël De Cock, ‘Dit is jouw moment, en dat van jou alleen. Jij bent belangrijk nu. Jij gaat in het licht staan’, De Standaard.

37


Eureka! “Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van emotie in dans?”

VA N

Forum

IN

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

Zie je nu meer emoties in dans? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt

geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen een rol spelen bij het zien van

m

pl

aa

emoties in dans.

THEMA 1 HOOFDSTUK 2

In

kij

ke xe

Edgar Degas, L’Etoile, 1878

38


Synthese Iedereen beweegt anders. Iedereen gaat zijn eigen vormentaal ontwikkelen door lichaamsbewustzijn en lichaamsbeheersing binnen de eigen fysieke mogelijkheden. Je kijkt naar elkaar en waardeert wat anderen doen. Je groeit geleidelijk, alleen of samen, in het gebruik van ruimte, tijd, kracht, vorm, structuur en relatie.

IN

Je gebruikt je fantasie, bent expressief bij de uitvoering. Je begrijpt dat je via dans verhalen, ideeën, emoties ... kunt uitdrukken. Door verschillende dansstukken waar te nemen, te beschouwen, te analyseren en zelf aan de

BOUWSTENEN RUIMTE: elke beweging maakt gebruik van ruimte

VA N

slag te gaan, heb je gezien dat mensen betekenis geven door te bewegen met hun lichaam.

Bv. voorwaarts, achterwaarts, links, rechts. De richting kan vast of vloeiend zijn. Alle richtingen Richting

samen vormen een patroon. Je beschrijft patronen in de ruimte met je hele lichaam of met een onderdeel ervan. Je kunt ook vloerpatronen maken of volgen.

Vormen

Ruimtelagen: boven (springen, armen in de lucht), midden (op een stoel zitten, door de knieën buigen), onder (rollen, liggen)

Lagen

Er is een enorme variatie aan vormen die je kunt aannemen met je lichaam: open, gesloten, hoekig, rond, gedrongen, langgerekt ...

Ritme

aangehouden, in een freeze (bevroren) …

Een aaneenschakeling van lange en korte bewegingstijden: opzwepend, (on)regelmatig ... Wanneer een reeks bewegingen even lang duurt, spreken we van een maat: bv. vierkwartsmaat (bv. marcheren), driekwartsmaat (bv. wals)

ke xe

Maat

Snel-langzaam (vertragen/versnellen). Hoelang duurt de beweging? kort en plots, lang en

pl

Tempo

kort, lang, snel, traag, versnellend, vertragend, in slow motion …

m

Tijdsduur

aa

TIJD: elke beweging heeft een bepaalde duur of snelheid

KRACHT: de intensiteit, het gewicht en de spierspanning in bewegingen. Iedere beweging heeft een bepaalde kracht (iets zacht aanraken, een harde duw geven) spanning-ontspanning

Gewicht

zwaar of licht bewegen

kij

Spanning

Energie

een energieke of zwakke beweging, een sterkte of lichte aanzet

In

VORM: de vormen die je met je lichaam maakt (hoekig/rond, gesloten/open, symmetrisch of niet) en de grootte van de beweging. STRUCTUUR: de volgorde van bewegingen in een dans, de opbouw van een dansstuk of dansfrase RELATIE: de manier waarop je samen beweegt (bv. synchroon bewegen) of inspeelt op elkaars bewegingen THEMA 1

(bv. vraag en antwoord, leiden en volgen)

39


TECHNIEKEN

Coördinatie en lichaamsbesef

aan de hand van een verhaal, improvisatie, dansstructuur of partituur bewegen met de verschillende gewrichten, bewegen vanuit verschillende lichaamsdelen, isolaties (lichaamsdelen individueel bewegen), roteren (draaien met lichaamsdelen), spotting (in een draai één focuspunt kiezen en hier zo snel mogelijk naar terugkeren) ...

IN

Choreografie

MATERIALEN instrument

het lichaam

VA N

Basis­

met of zonder muziek Ondersteunen­ de materialen

materiaal om mee te dansen (stoelen, doeken, stokken ...)

presentatiemateriaal (licht, podium, balletvloer, houten dansvloer ...)

choreografische ondersteuning door danspartituren (visuele weergave van de beweging,

buiten/binnen: danszaal, concertzaal, plein ...

THEMA 1

In

kij

ke xe

m

pl

aa

Locatie

bv. bij tango, rumba)

40


m

ke xe

kij

In

2 r©

aa

pl

thema

Drama

VA N

IN


c

Waarover gaat dit thema? Pierrot en Harlekijn zijn twee personages uit de commedia dell’arte. Ze zijn elkaars tegenpool, hun levensvisies staan lijnrecht tegenover elkaar. Tot een compromis kunnen zij niet komen: het glas is of halfvol, of halfleeg. We herkennen in hen een onrealistische optimist en een onverzettelijke pessimist. In hun tweestrijd is een menselijke innerlijke strijd te herkennen: een strijd om jezelf

IN

staande te houden, ook wanneer het tegenzit. We analyseren in hoofdstuk 3 bouwstenen, technieken en materialen die artiesten inzetten bij de commedia dell’arte.

Romeo en Julia zijn het legendarische, tragische koppel wiens verhaal veelvuldig aan bod komt

in film en theater. We bekijken in hoofdstuk 4 stap voor stap hoe we onze eigen balkonscène krachtig

c

Wat leer ik in dit thema? Vink aan wat je in de loop van dit thema hebt geleerd.

VA N

kunnen maken door de bouwstenen ruimte, tijd, rol, handeling, structuur en samenspel in te zetten.

Ik begrijp dat smaken verschillen.

Ik licht mijn interesse en waardering voor drama toe.

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden dat ik het onderwerp en de bedoeling binnen drama op verschillende manieren kan waarnemen en interpreteren.

aa

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden uit tijd en ruimte dat ik vanuit meerdere perspectieven naar de bedoeling, het onderwerp en de vormgeving van drama kan kijken. Ik analyseer aan de hand van bouwstenen, materialen en technieken hoe onderwerp,

pl

bedoeling en vormgeving elkaar onderling beïnvloeden in drama. Ik analyseer aan de hand van voorbeelden de invloed van gewoonten, waarden, normen en het doorbreken ervan.

m

Ik experimenteer met expressiemogelijkheden voor drama door met bouwstenen, materialen en technieken te verkennen.

ke xe

Ik zet bouwstenen, materialen en technieken in bij het creëren van een scène vanuit mijn verbeelding.

Ik/wij presenteer/presenteren onze scène individueel of samen. Ik licht mijn interesse en waardering toe voor het dramatische spel van mijn klasgenoten. Ik analyseer hoe ik via drama mijn gedachten, gevoelens, gedrag en identiteit uitdruk. Ik reflecteer over de bouwstenen, materialen en technieken die ingezet zijn in mijn eigen

kij

dramatische spel en in dat van medeleerlingen.

In

Ik reflecteer over de manier waarop de vormgeving aansluit bij onderwerp en bedoeling.

c

Begrippen onderwerp – bedoeling – vormgeving – bouwstenen (ruimte, tijd, rol, handeling, structuur, samenspel) – technieken – materialen

42


3 Hoofdstuk

Commedia dell’arte

IN

Intro

Sam en Robin vinden het heerlijk om zich te verkleden. Sam trekt een wit pak aan, schildert het gezicht helemaal

VA N

wit, stift de lippen rood en brengt zwarte tranen aan op de wangen. Robin trekt een pak aan met gekleurde ruiten en zet een gekke muts op het hoofd.

PIERROT

Het personage Pierrot komt uit de commedia dell'arte, waar hij Pedrolino heet. Zijn gezicht

is kalkwit gepoederd. Hij draagt meestal ruime witte linnen kleding, met enorme zwarte knopen

en soms zwarte pompons, een molensteenkraag en een witte puntmuts. Hij heeft gestileerde, zwarte wenkbrauwen en een zwarte traan in een ooghoek. Die beroemde traan is een gevolg van de hopeloze liefde van Pierrot voor Colombina, die hem laat zitten voor Arlecchino (Harlekijn). Maar ook Arlecchino krijgt Colombina niet. In de commedia dell’arte is Pedrolino een van de knechten. Die komische knechten zijn de publiekslievelingen. Van hen wordt niet alleen

aa

acteertalent verwacht, maar ook een enorme lenigheid om bijvoorbeeld acrobatische toeren te kunnen uithalen.

De commedia dell’arte (letterlijk: beroepstheater) is een vorm van improvisatietheater

pl

uit Italië. Het genre was vooral populair van de 16de tot de 18de eeuw en werd uitgevoerd door beroepsacteurs. Vanuit Venetië verspreidde het zich al snel over heel Europa. De commedia

m

dell’arte was volkse humor op scène. Het was een toneel zonder vaste regels en zonder geschreven tekst. De grote lijnen van het stuk waren vastgelegd in een scenario, waarop de spelers met een kwinkslag verder improviseerden. Het improviseren was daardoor eigenlijk un

ke xe

arte (een vak). De opvoering werd aangevuld met muziek, dans en pantomime. De meeste voorstellingen draaiden rond de toenadering tussen twee aristocratische jong

geliefden (innamorati). Meesters (vecchi, welgestelde

oudere mannen zoals ‘Il Dottore’ en ‘Pantalone’ ...) en knechten (Zanni, bedienden, clowns zoals ‘Arlecchino’, ‘Pedrolino’ ...) spelen samen het verhaal. Kenmerkend is dat altijd dezelfde personages met dezelfde naam, een Elk personage heeft een eigen specifiek (half)masker. Een andere benaming voor commedia dell’arte is dan ook

commedia delle maschere. Er werden voortdurend geestige toespelingen

gemaakt op de actualiteit. Tussen de scènes in werden visuele grappen gemaakt in de vorm van zorgvuldig voorbereide tirades en acrobatische capriolen. Een deel van de personages zijn ontleend aan de fabula Atellana,

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

kij

direct herkenbaar uiterlijk en eenzelfde karakter optreden.

43


een theatervorm uit het oude Rome die bestond uit meestal geïmproviseerde kluchten, parodieën en politieke satire rond een aantal vaste personages. Er werd gedanst en gezongen en er werd vaak op marktpleinen of buitenpodia gespeeld. De figuur van Pedrolino/Pulcinella werd geëxporteerd naar Engeland (Punch en Judy), naar Nederland (Jan Klaassen en Katrijn), naar Duitsland (Hanswurst) en naar Rusland (Petroesjka). De figuren blijven tot vandaag voortleven in

1

IN

ballet en pantomime, carnaval en poppenspel.

Bekijk het schilderij van Jan Miel aandachtig. Het is een voorstelling van een rondreizend

m

pl

aa

VA N

theatergezelschap. Formuleer een antwoord op de vragen en bespreek nadien klassikaal.

Jan, Miel, Commedia dell’arte Troupe op een wagen op een stadsplein, 1640

ke xe

a Wat gebeurt er op het schilderij van Jan Miel?

b Waaraan zie je dat?

c Wat kun je nog meer ontdekken?

Good to know

kij

De karakters uit commedia dell’arte Elke Italiaanse regio wilde in de commedia dell’arte vertegenwoordigd worden door een

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

personage. Elk personage draagt een specifiek masker. De innamorati zijn het verliefde koppel

44

waar de plot rond draait. Dat tot grote ergernis van de meesters (vecchi) zoals ‘Il Dottore’, ‘Pantalone’ ... Ze proberen met de hulp van de enthousiaste en extreem nieuwsgierige knechten (Zanni) zoals Arlequino, Pulcinella en Brighella de geliefden uit elkaar te drijven. Samen houden ze de samenleving een spiegel voor.


Il Dottore ‘Il Dottore’ komt uit de universiteitsstad Bologna. Hij is een parodie op de universele geleerde. Hij weet alles, maar begrijpt eigenlijk niets. Hij doet zich deftig en deugdzaam voor, maar is uit op amoureus of geldelijk

Pantalone ‘Pantalone’ is een oude heer uit de havenen handelsstad Venetië. De magere

IN

gewin. Il Dottore is telkens de dupe van de listige streken van de anderen.

© DEA Picture Library/ Getty Images

Pantalone staat model voor de gemene vrek, de gierigaard. In het ene

VA N

toneelstuk speelt hij de huurbaas, dan weer de schoonvader of de

oom. Hij is herkenbaar aan zijn Venetiaanse kostuum, waar het woord ‘pantalon’ ook vandaan komt. © Bettmann/Getty Images

Brighella

‘Brighella’ is samen met Arlecchino afkomstig uit Bergamo. Hij is

meestal de sluwe intrigant, die zich weliswaar ontwikkelde tot een soort lakei, maar verslaafd bleef aan leugens en intriges. Hij is fier. Brighella

zoekt altijd naar het voordeel dat hij zelf uit de situatie kan halen. Arlecchino

© DEA Picture Library/ Getty Images

‘Arlecchino’ komt ook uit Bergamo. Hij is in tegenstelling tot de andere knechten nogal naïef en onnozel. Hij is

aa

een acrobatische, nieuwsgierige, ondeugende jongeman, die intuïtief is en in het moment zelf leeft. Arlecchino moet kunnen dansen, buitelen en springen. De jongeman zit vol woordspelingen en trucs.

pl

Harlekijn is een voorloper van de hedendaagse clown. Hij draagt een bont kostuum met veelkleurig en contrasterend ruitpatroon, een hoed en draagt een stok, de batocchio, als een zwaard aan zijn riem. Die

m

stok wordt hem regelmatig afgenomen om hem mee af te ranselen – de oorsprong van slapstick. Net zoals Pulcinella is ook Harlekijn

ke xe

verliefd op Colombina. Vandaag is de harlekijn vooral bekend van het

© Heritage Images/ Getty Images

carnaval. Zo is hij bijvoorbeeld een van de centrale figuren van het carnaval van Venetië en het carnaval van Binche in Henegouwen. Colombina

‘Colombina’ is het wispelturige dienstmeisje dat haar meesteres helpt

Pulcinella Pulcinella komt uit Napels. De Pierrot zoals wij die kennen, is ontstaan uit Pulcinella. Hij schreeuwt niet en kan

© Leemage/Getty Images

goed een muziekinstrument bespelen. Hij is snel geëmotioneerd en onhandig. Hij is ernstig, naïef, charmant en zeer trouw. Het is ‘de man met tegenslag’, een tragische sukkel. Pulcinella is gevoelig en hopeloos verliefd, geplaagd door het feit dat zijn geliefde iemand dom maar glamoureuzer verkiest. Hij is © DEA Picture Library/ Getty Images

de voorloper van de hedendaagse ‘droevige clown’-figuur, lachend vanbuiten maar huilend vanbinnen.

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

kij

bij haar liefdesperikelen. Ze is geraffineerd, slim en vrijpostig.

45


l

BREINBREKER

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van drama”

VA N

Forum

IN

In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

We nemen het voorbeeld van de commedia dell’arte. Wat valt je nu al op? Waar zie je de personages

van onder andere Pierrot en Harlekijn in hedendaagse verhalen (film, toneel, series, games ...) terug?

Parcours Waarnemen en beschouwen

aa

STAP 1

Brainstorm met je klasgenoten.

pl

Wat neem je waar wanneer je naar drama kijkt? Wat zijn het onderwerp en de bedoeling van een drama?

m

1 Om te oefenen wat je kunt waarnemen bij drama, en

bij commedia dell’arte in het bijzonder, bekijk je een fragment uit de serie Fawlty Towers. Beantwoord de

kij

ke xe

vragen in de onderstaande tabel.

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

Ruimte

46

Waar speelt het zich af? Hoe gebruikt men de speelruimte? Wanneer speelt het zich af? Wat is het tempo van het stuk? Zie je

Tijd

tempowisselingen?


Welke personages spelen mee? Hoe is hun karakter?

Rol

Wat zijn belangrijke handelingen/acties van de personages? Handeling

IN

Hoe begint en eindigt de scène?

VA N

Structuur

Wat is het kernconflict?

Beschrijf de interactie tussen de twee acteurs.

Hoe zou je reageren als je in het publiek zou zitten?

Samenspel

aa

2 Eerst heb je gekeken naar een fragment uit Fawlty Towers. Om te achterhalen hoe je dat kunt linken aan de

commedia dell’arte, heb je context nodig. Bekijk het filmpje over de wereld van de commedia dell’arte en beantwoord de vragen.

pl

a Op welke figuren uit de commedia dell’arte zijn Basil Fawlty en Manuel uit het fragment van Fawlty

m

Towers gebaseerd?

b Waaruit kun je dat afleiden?

ke xe

3 Nu combineer je wat je kunt waarnemen met wat je nu weet over de context. Zo krijg je inzicht in het

onderwerp en de bedoeling van het stuk La cucina dell’arte van Circus Ronaldo.

Waarnemen

Ruimte

Waar speelt het zich af?

Hoe gebruikt men de

speelruimte?

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

kij

Bekijk het fragment van La cucina dell’arte en beantwoord de vragen.

47


Handeling

Wat is het tempo van het stuk?

Zie je tempowisselingen?

Welke personages spelen mee?

Wat zijn belangrijke handelingen/

acties?

Hoe verloopt de scène?

Structuur

IN

Rol

VA N

Tijd

Wanneer speelt het zich af?

Beschrijf de interactie tussen de

Hoe zou je reageren als je in het

publiek zou zitten?

Beschouwen

Samenspel

acteurs.

aa

Onderwerp

Waarover gaat het? Wat is het thema?

pl

Waarom denk je dat?

Wat is de bedoeling van de

m

Betekenis

regisseur/spelers?

ke xe

Wat willen de spelers vertellen?

Waarnemen en beschouwen Hoe heeft Circus Ronaldo vorm gegeven aan onderwerp en betekenis in deze uitwerking?

kij

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

48


Good to know Pierrot en Harlekijn De figuren Harlekijn en Pierrot zien we nog altijd terug in verschillende cultuuruitingen zoals poppenkast, film, series, mode ... –

Harley Quinn, een superschurk en antiheldin uit de albums van DC Comics, is gebaseerd op de harlekijn.

IN

Het personage kleedt zich als een harlekijn, en haar naam is een woordspeling op ‘harlekijn’. Harley Quinn is een vaste tegenstander van Batman en de vriendin

Pierke Pierlala is een folkloristische figuur uit het vooral Gentse poppentheater. Het is een schelmenfiguur die graag feest en

© Sara Armas/Shutterstock

streken uithaalt met de mensen.

VA N

van de Joker.

David Bowie als Pierrot komt in de videoclip van

aa

‘Ashes to Ashes’.

3.1

pl

Waarnemen en beschouwen

Drama is een expressievorm waarin je door het (samen)spelen van een rol gevoelens, gedragingen, gedachten en ervaringen uitdrukt. Drama situeert zich tussen spelen (doen

m

alsof) en de kunstvorm theater.

Theater is de opvoering van een stuk voor een publiek. Theater is gebonden aan bepaalde wetmatigheden zoals de spanning tussen speeltijd en gespeelde tijd, de spanning tussen de

ke xe

fysieke ruimte en de gesuggereerde ruimte en dramatische spanningen in dialoog en actie. Men kan de theatraliteit ondersteunen door make-up, lichteffecten, decor, muziek ... We onderscheiden inhoudelijke en vormelementen. —

Inhoudelijke elementen (betekenisgeving) komen voort uit datgene wat de acteur wil vertellen (een verhaal, ervaring, gevoel, idee). De spanningsopbouw, de symboliek en het inlevingsvermogen van de persoon is daarbij belangrijk. Waar gaat de scène over? Wat is het onderwerp? De bedoeling? De boodschap? Het verhaal? Het thema? kritiek te uiten, ze uit te vergroten, maatschappelijke spanningen bloot te leggen of door te ontsnappen uit die werkelijkheid …

In de vormelijke elementen (vormgeving) kiest de acteur hoe hij of zij de inhoud gestalte kan geven. Het dramatische instrument is het lichaam en de stem. De acteur gebruikt het lichaam en de stem om het personage en de scène vorm te geven.

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

kij

De inhoudelijke thema’s verbeelden de werkelijkheid. Dat kan door ze na te nabootsen,

49


STAP 2

Verbeelden en creëren

IN

Hoe kun je stap voor stap de spanning tussen meester en knecht (machtsspel) omzetten in een commedia dell’arte?

Je bekijkt samen een stukje commedia dell’arte. Opwarming

VA N

Instap

Je stapt rond in het lokaal, en doet dat afwisselend op een andere manier: met kleine stapjes, op de

tippen van je tenen, met de benen tegen elkaar, alsof je schoenen zwaar zijn, met hoge stappen … Je mag overdrijven. Daarna speel je per twee: iemand doet een stapbeweging voor, de ander doet die beweging

overdreven na. Verkenning Stap 1 — lage en hoge status

Speel per twee: de ene speelt een personage met een hoge status, de andere een personage met een lage status.

aa

Voor de lage status stap je rond als een klungelige tuinman die in de tuin komt werken (bloemen water geven, struiken snoeien …). Stap rond met kleine, schokkerige bewegingen, laag bij de grond, neem weinig ruimte in en maak telkens kort oogcontact (beweeg schichtig je ogen heen en weer). Voor de hoge status stap je rond alsof je een sergeant bent die troepen komt schouwen: neem veel ruimte

m

neem tijd voor alles.

pl

in, rek je uit, maak je groot, kijk vanuit de hoogte, maak lang oogcontact, maak vloeiende bewegingen en

Stap 2 — meester en knecht

Speel per twee: de ene is de meester, de andere de knecht. De meester speelt hoge status, de knecht lage

ke xe

status. Nadien kun je gerust eens wisselen. Scène 1: onvriendelijke, norse meester en vriendelijke, beleefde knecht. De meester vraagt om een stoel te brengen, de knecht doet dat vriendelijk en beleefd. Er is altijd iets aan de hand met de stoel, de knecht blijft er rustig bij.

Scène 2: vriendelijke meester en onvriendelijke knecht. De meester vraagt om een drankje te brengen, de knecht doet er allerlei viezigheid in zonder dat de meester het merkt. Hij is wat achterbaks, telkens als de

kij

meester niet kijkt, doet hij iets gemeens. De meester blijft vriendelijk. Stap 3 — rangorde Speel per drie: telkens is er één de knecht van de andere (hiërarchie). De eerste verzint een opdracht die de

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

andere moet uitvoeren, die geeft de opdracht door aan zijn knecht die het dan uitvoert. Speel onderdanig

50

aan je eigen meester. Als de lagere status een opmerking krijgt, verontschuldigt hij zich onmiddellijk bij de hogere en neemt een lagere status aan. Tegenover zijn eigen knecht neemt hij meteen een hogere status aan. Doe dat drie keer zodat iedereen eens alle rollen kan spelen.


Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken Stap 4 — personage kiezen Kies zelf een personage uit de commedia dell’arte. Lees opnieuw de rolbeschrijving van het personage. Durf de acties te vertragen en vergoten (overdrijven). Probeer je die figuur voor te stellen. Hoe zou die wandelen door de ruimte? Is het eerder een hoge of lage status? Stap rond als dit personage en stop af en toe om rond te kijken.

IN

Rol

Onderzoek de manier waarop je personage spreekt. Oefen dat met de volgende zin: ‘Het gaat vooral om het aantal dukaten in je beurs.’

Neemt je personage veel ruimte in of net niet? Verplaatst hij/zij zich met grote of kleine bewegingen? Verplaats je in de ruimte zoals jouw personage dat zou doen.

VA N

Ruimte

Speel met de timing. Beweegt je personage kort en schichtig of eerder traag en Tijd

beheerst? Hoe pakt jouw personage de aandacht? Probeer dat uit door de aandacht te trekken van een andere speler.

Handeling

Zoek een typische handeling voor je personage. Herhaal die op verschillende momenten. Het kan een tic of een herhalende actie, zoals je smartphone checken, zijn.

Bedenk een korte actie, iets wat jouw personage wil doen, bijvoorbeeld ergens Structuur

afluisteren. Bedenk goed waarom je dat wilt doen, wat de drijfveer is van je personage. Verplaats je door de ruimte en voer de actie uit.

Samenspel

Kies een voorwerp en spreek af met een klasgenoot. Jullie komen elkaar tegen en de ene vraagt aan de andere of het voorwerp dat net gevonden is van de andere persoon is.

aa

Verwerking

Stap 5 — scènes tussen twee personages

Je speelt allerlei ontmoetingen tussen twee personages. Kies telkens een andere partner. Het kan zijn dat je

pl

een ander of eenzelfde personage ontmoet. Speel de scène telkens vanuit het personage dat jij onderzocht hebt. Stem kort even af voor je de scène speelt wie het best personage 1 (aangever) speelt. Voor sommige

m

scènes heb je een voorwerp nodig.

Scène 1: personage 1 sluipt dichterbij om de andere af te luisteren. Plots wordt hij/zij betrapt. Hij/zij verzint

ke xe

een smoes waarom hij/zij op die plaats staat. Scène 2: personage 1 komt binnen en merkt dat het voorwerp dat personage 2 vastheeft van hem/haar is. Personage 1 bedenkt een manier om het terug te krijgen/nemen … Scène 3: personage 1 heeft belangrijke informatie die hij voor een aantal dukaten aan personage 2 wil vertellen. Beide personages onderhandelen over het bedrag om de informatie uit te wisselen.

Speel een scène met drie personages: twee meesters (dokter, koopman) en één knecht (harlekijn, Pulcinella, Brighella ...). De eerste meester roept zijn knecht met een opdracht voor de andere meester (bv. ‘Geef mijn mooie jas terug.’). De meesters willen niet met elkaar communiceren, alles verloopt via de knecht. De meesters spelen met hoge status, de knecht met lage status. Speel de scène vertraagd (neem de tijd) en vergroot (overdreven). Bepaal zelf de boodschap of handeling die de knecht moet doen. Let erop dat de beide meesters nooit tegen elkaar spreken, alles verloopt via de knecht. Zorg voor een pittig conflict en een einde. De scène duurt maximaal twee minuten.

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

kij

Eindopdracht

51


Presentatie Presenteer de scènes aan elkaar. Na elke scène geeft het publiek een compliment of een verbeterpunt bij volgende criteria: Is het verschil in status duidelijk?

Wordt er vertraagd en vergroot gespeeld?

Zijn de kenmerken van de personages helder?

IN

Reflectie: bespreek in duo de reflectievragen Beleving

Hoe heb je het spelen van de personages ervaren? Was het uitdagend voor jou? Voelde je schroom of kon je

VA N

dat gemakkelijk loslaten? Betekenisgeving

Is de relatie tussen meesters en knechten iets universeels? Herken je die personages nog altijd? Vormgeving

Is het gelukt om je personage vorm te geven door de bewegingen te vertragen en te vergroten? Wat leerde je over je jezelf en over je klasgenoten?

3.2

aa

Verbeelden

Bij drama kunnen spelers gebruikmaken van verschillende bouwstenen, technieken en materialen.

pl

De bouwstenen van drama zijn ruimte, tijd, rol, handeling, structuur en samenspel. Acteurs zetten ook hun technische vaardigheden in, de technieken. De basisinstrumenten zijn daarbij het lichaam en de stem.

m

Materialen zoals decor, kostumering, locatie (op straat, in een theaterzaal, in een circustent)

ke xe

kunnen drama als geheel ondersteunen.

Conceptualiseren

kij

STAP 3

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

Is drama altijd drama?

52

1 Om te oefenen wat je kunt waarnemen bij drama bekijk je een filmpje. Het is een tafereel in de straten van

Parijs van Marcel Marceau.


VIP Marcel Marceau (1923-2007), pseudoniem van Marcel Mangel, was een Franse mimespeler die een grote rol heeft gespeeld bij de verspreiding van het mimespel. Hij was een moderne clown-

IN

geïnspireerde figuur die de visuele benadering van mime tot de perfectie nastreefde. De man speelde wonderbaarlijk uitgewerkte,

vaak hysterisch grappige scènes op een ietwat surrealistische, bijna

VA N

cartoonachtige manier, maar zonder een woord te zeggen.

Neem waar wat je ziet gebeuren in het filmpje. Welke drie woorden komen spontaan bij je op? Bespreek klassikaal.

a Bespreek de vragen klassikaal.

2 Bekijk het fragment over kabukitheater.

Wat zijn je conclusies wanneer je het volgende fragment waarneemt? Wat zie en hoor je precies?

Waar speelt het zich af?

Wat is het tempo van het stuk?

Welke personages spelen mee?

Wat zijn belangrijke handelingen/acties?

Beschrijf de interactie tussen de twee acteurs. Hoe

pl

aa

verloopt de scène? Hoe reageren de toeschouwers?

© Akkharat Jarusilawong/Shutterstock

ke xe

m

b Lees de tekst en bespreek de vragen klassikaal.

KABUKI

Kabuki is een traditionele Japanse theatervorm uit de Edoperiode (1603-1868). Kabuki was een kunstvorm van de stadslui en niet van de hogere sociale klassen. De stukken van kabuki gaan over historische gebeurtenissen, morele conflicten in de liefde. Kabuki-acteurs spreken met een monotone stem en worden begeleid door traditionele Japanse instrumenten. Het muren en vloeren, waardoor de acteurs kunnen verdwijnen en weer verschijnen. De actrices en danseressen traden op in uiterst elegante kostuums. Toegevoegde komische scènes en clownerieën maakten iedere kabuki-voorstelling tot een dol feest. Dat alles tot ongenoegen van de overheid. Wat voor de inmiddels welvarende middenklasse van handelaren het summum van vertier was, zag de strenge shogun als een ernstige verstoring van de nationale orde.

Wat zijn je conclusies wanneer je gaat beschouwen over onderwerp en betekenis? Waarover gaat het? Wat is het thema? Waarom denk je dat? Wat is de betekenis?

Hoe geven het kabukitheater het onderwerp en de betekenis die ze eraan geven vorm? Is het drama? Wat is het doel van dat drama? Wat is kenmerkend aan die vorm van drama?

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

kij

kabukipodium roteert. Het is uitgerust met verschillende technische middelen, zoals valse

53


Conceptualiseren

3.3

Het verbeelden van verhalen heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in verschillende samenlevingen. Overal ter wereld zien we voorbeelden van hoe drama gebruikt wordt als reactie op actuele gebeurtenissen, om bepaalde zaken in vraag te stellen, te revolteren, schoonheid te creëren of om gewoon even stoom af te laten. Drama is een universele taal Er zijn verschillende technieken (dramatische werkvormen) waarmee de spelers zich

IN

waarmee mensen verhalen uitdrukken. kunnen uitdrukken, zoals: tableau vivant, improvisatie, rollenspel, hoorspel, figurentheater, schimmenspel, straattheater, maskerspel, mime, clownerie ... zijn bij het tot stand komen van een voorstelling:

VA N

Naast de acteurs zijn er binnen het theater nog een aantal functies/beroepen die belangrijk de regisseur: de vormgever van het theaterstuk;

de regieassistent: ondersteunt de regisseur;

de dramaturg: de toneelschrijver, auteur;

de scenograaf legt het toneelbeeld vast;

de decorbouwer: voert plannen uit;

de licht- en klanktechnicus: ondersteunt de voorstelling met klank en lichttechniek;

kostuumontwerper, grimeur …

aa

Analyseren

pl

STAP 4

In de commedia dell’arte komen altijd dezelfde personages

m

voorbij. Het schilderij toont Pierrot. Verscholen in het

struikgewas zien we ook andere karakters uit de commedia dell’arte (o.a. de dokter op zijn ezel, de twee geliefden ...)

ke xe

Watteau schilderde dit werk kort voor zijn dood. Je kunt het ook interpreteren als een zelfportret van een melancholieke clown. Hij is frontaal afgebeeld, ‘ten voeten uit’, van top tot teen in beeld

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

kij

gebracht. Zijn gestalte vult een groot deel van het schilderij.

54

Jean-Antoine Watteau, Pierrot, 1718-1720


1 We zien nog altijd figuren van de commedia dell’arte opduiken in de populaire cultuur. We analyseren dat

aan de hand van de volgende fragmenten. Kies een van volgende bronnen, neem het analysekader erbij en vul de vragen in. The Simpsons

© dpa picture alliance/Alamy

© DEA Picture Library/ Getty Images

Bert en Ernie zijn een bekend Muppet-duo.

Charles Montgomery ‘Monty’ Burns (Mr.

Ze debuteerden in 1969 op de Amerikaanse

Burns), is een personage uit de Amerikaanse

televisie in het kinderprogramma Sesame Street

animatieserie The Simpsons (1989-…).

(Sesamstraat), en maakten oorspronkelijk deel

Mr. Burns is de eigenaar van de kerncentrale

uit van een groep Muppets van Jim Henson.

van Springfield, en daarmee Homer Simpsons

Bert is enigszins humeurig van aard. Hij houdt

baas. Hij is de antagonist van de serie en een

van duiven en zit graag rustig een boek te lezen.

karikatuur van kapitalistisch Amerika. Hij is

Ernie is de vrolijke naïeveling die Bert af en toe

gewetenloos en wil ten koste van alles en

tot waanzin drijft met zijn rare acties en briljante

iedereen zijn rijkdom uitbreiden. Homer is het

ideeën. Ernie is dol op zingen en muziek maken.

stereotype van de Amerikaanse arbeidersklasse.

Ernie plaagt Bert graag, maar als goede vrienden

Hij heeft een baan als veiligheidsmonitor.

komen ze daar altijd wel weer uit.

Ondanks zijn vraatzucht, luiheid en eenvoud

VA N

IN

Bert en Ernie

heeft Homer soms briljante ingevingen.

m

pl

aa

© Bettmann/ Getty Images

ANALYSEKADER

ke xe

CREDITS

Wat is de naam van de serie? Wie zijn de centrale personages in het

fragment?

Waar en wanneer is deze serie ontstaan?

kij

VORMGEVING Welke technieken zie je?

Welke materialen worden ingezet? Klank (muziek) – stemgebruik ...

Hoe verloopt de opbouw, structuur?

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

55


Welke bouwstenen vallen op? Duid aan.

ruimte – tijd – rol – handeling – structuur – samenspel

Beschrijf de tweede opvallende bouwsteen.

IN

Beschrijf een eerste opvallende bouwsteen.

BETEKENISGEVING Wat is het thema/de boodschap van dit

fragment? Wat is jouw interpretatie van de boodschap?

Wat is het effect van de inhoud op jouw

beleving? Wat doet het met je?

VA N

Wat is er nog opvallend?

Wat is de culturele relevantie? Wat is de functie van die cultuuruiting?

VORMGEVING

aa

Wat vind je van het samenspel van vormgeving en betekenisgeving? Vind je het idee (concept)

pl

geslaagd?

m

Wat is je mening over dit fragment?

2 Welke verbanden zie je tussen de twee fragmenten? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op?

ke xe

Wat concludeer je daaruit? Gelijkenissen:

Verschillen:

kij

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

Conclusie:

56


Analyseren

3.4

Bij drama kunnen we verschillende elementen analyseren: bouwstenen, technieken en materialen. Het onderwerp en de bedoeling van het drama kan men telkens op een

IN

bepaalde manier vormgeven. Dat maakt de analyse telkens anders en dus boeiend.

VA N

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van drama?” Forum

Zie je nu op meer plekken personages als Pierrot en Harlekijn? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen

ke xe

m

pl

aa

een rol spelen bij het analyseren van drama en hoe je films, series enzovoort nu bekijkt.

THEMA 2 HOOFDSTUK 3

In

kij

Paul Cézanne, Mardi Grass, 1888-1890

57


4 Hoofdstuk

Romeo & Julia

IN

Intro

Sam en Robin vinden het heerlijk om elkaars liefdesperikelen te volgen. Sam volgt altijd het hart en stort zichzelf

VA N

in avonturen. Robin denkt goed na, laat zich niet zo snel verleiden en twijfelt voortdurend.

ROMEO EN JULIA

Een van de bekendste bezienswaardigheden in Verona is Casa di Giulietta, want hoewel

Shakespeare zelf nooit in Verona is geweest, speelt Romeo en Julia – een van zijn bekendste

werken – zich er af. Julia Capulet is in de oorspronkelijke liefdestragedie van Shakespeare pas

13 jaar oud wanneer ze Romeo Montague ontmoet. Ze trouwen heel snel na hun eerste ontmoeting. Maar beide families hebben ruzie en zo wordt dit het mooiste en meest tragische liefdesverhaal aller tijden. Vanaf de eerste opvoeringen omstreeks 1596 is Romeo and Juliet onverminderd populair gebleven bij het publiek. De bekendste scène uit het toneelstuk is waarschijnlijk wel de balkonscène. Nog altijd

aa

trekken verliefde stellen van over de hele wereld naar Verona

om er de liefde te vieren aan het balkon waarvan – ten onrechte – beweerd wordt dat dit dé plek was waar zij elkaar de liefde

pl

verklaarden. Jaarlijks schrijven duizenden geliefden bij Casa di

Giulietta boodschappen op de muur en laten ze hun passionele

m

liefdesbrieven achter. Wanneer mensen brieven schrijft aan Julia, staat er een team vrijwilligers klaar om die te beantwoorden. Het balkon en het 14de-eeuwse huis van Julia zijn door de gemeente

ke xe

Verona toegevoegd aan de lijst van huwelijkslocaties.

BREINBREKER

kij

l

Ford Madox Brown, Romeo en Julia, 1869-1870

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

58

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van drama?”

Forum We nemen het voorbeeld van Romeo en Julia. Wat valt je nu al op? Waar zie je de personages van Romeo en Julia in hedendaagse verhalen (film, toneel, series, games ...) terug? Brainstorm met je klasgenoten.


Parcours Waarnemen en beschouwen

IN

STAP 1

1 Om te oefenen wat je kunt waarnemen en

beschouwen bij drama, en bij het verhaal van Romeo en Julia in het bijzonder, bekijk je een fragment uit de opvoering van Het Nationale Toneel (Nederland).

Beantwoord de vragen in de onderstaande tabel.

VA N

Wat neem je waar wanneer je naar drama kijkt? Wat zijn het onderwerp en de bedoeling van een drama?

Waarnemen

Waar speelt het zich af? Hoe gebruikt men de speelruimte? Ruimte

aa

Tijd

pl

Wanneer speelt het zich af?

m

Wat is het tempo van het stuk? Zijn er veel tempowisselingen?

Welke personages spelen mee?

ke xe

Rol

Wat zijn belangrijke handelingen/acties van de personages?

Handeling

Hoe verloopt de scène? Beschrijf de interactie tussen de acteurs.

Samenspel

Hoe zou je reageren als je in het publiek zou zitten?

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

kij

Structuur

59


Beschouwen

Onderwerp

Waarover gaat het?

Wat is het thema? Waarom denk je dat?

regisseur/spelers? Wat willen de spelers vertellen?

Waarnemen en beschouwen

Verbeelden en creëren

aa

STAP 2

Zie kenniskader 3.1, op p. 49.

VA N

Wat is de bedoeling van de

Betekenis

IN

pl

Hoe kun je stap voor stap de spanning in een eigentijdse ‘balkonscène’ vormgeven?

m

Instap: lees de onderstaande dialoog tussen Romeo en Julia.

ke xe

BALKONSCÈNE Romeo

Leeuwerik, leeuwerik, kom hier. Kom. Vlieg naar Julia en fluister in haar oor dat ik hier op wolken zweef en dat ik hier op haar zal wachten tot ze komt. Vooruit. Kwetter in haar oor dat Romeo hier op haar wacht, dat ik beef en tril en dat ik als ze niet snel komt, ontploffen zal als vuurwerk dat de lucht wordt ingeschoten. Vlieg op kousenvoeten en zeg haar dat ik

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

kij

haar heel dringend nodig heb, dat ik haar wil zien en voelen en strelen en duizend kussen

60

van haar lippen wil stelen. Engel, toverfee, kom dan, kom kom, en verschijn als de stralende zon die opkomt in het Oosten. Laat me nu niet langer hangen onder de bleke maan, laat me niet wachten in het holst van de nacht als een dief die zijn buit niet pakken kan. Julia, kom en verschijn en spreek me aan met duizend zachte woordjes die me strelen als fluweel. Julia, Julia ...

Julia

Wie is daar? Is daar iemand? Romeo! Wat doe jij hier? Hoe kom jij hier? Ga weg! Vlug! Als mijn vader jou hier ziet, vermoordt hij je.

Romeo

Dat hij me dan vermoordt, dat hij me vierendeelt, dat hij me radbraakt, ik ben niet bang, mij kunnen ze niet krijgen. Mij kunnen ze niet te pakken krijgen, zij niet. Maar jij wel, jij wel. Jij mag me opeten, jij mag me verscheuren. Ik wil alleen door jou opgepeuzeld worden. Kom hier, ik wil je, kom hier, kom.

4.1


Julia

Ja, ik kom hoor. Romeo, waarom ben jij een Montacci? Waarom mag ik niet bij je zijn?

Romeo

Je bent bij me, je bent bij me, pak me vast. Pak me toch stevig vast. Ik wil je voelen bruisen in mijn bloed. Geef me kippenvel dat ik het kan uitkraaien als een haan hoeveel ik van je hou.

Julia

Je moet het menen Romeo. En als je echt oprecht bent, dan wil ik ook bij je zijn, nu en straks en steeds opnieuw wil ik dan bij je zijn, Romeo. Ik laat dan alle touwen los en stort

Romeo

IN

me in jouw diepte.

En als je valt, dan vang ik je op en dan vliegen we naar waar jij en ik samen kunnen zijn.

Angelica JULIA? Ja? Ja, ik kom.

VA N

Julie

Romeo, we zijn betrapt. Alstublieft, ga nu weg, ga nu weg, ik wil niet dat ze jou hier zien Romeo

Laat ze ons zien, laat ze ons grijpen, laat ze ons in de boeien slaan, dan zijn we bij elkaar voor eeuwig en altijd.

Julia

Romeo, oh Romeo, trouw met mij! Wil je met me trouwen?

Julia

Romeo Ja! Wil je?

Romeo Ja!

Romeo & Julia Julia

Ja! Ja! Ja! Ja!

aa

Julia Ja!

Ja, we gaan trouwen, we gaan trouwen! Ik zend morgen Angelica en dan moet jij haar zeggen

pl

waar en wanneer we kunnen trouwen. Romeo, heel mijn leven, heel mijn geluk, mijn fortuin, mijn alles, alles, alles, alles zal ik aan je voeten leggen, ik zal je volgen tot het einde van de wereld. Kom hier, kom.

Julia

Ga nu weg.

Romeo

Nog één kus, nog één, de mooiste, prachtigste kus die ik je nu kan geven.

ke xe

m

Romeo

Julia

Ja vooruit, kus me dan. Kom, kus me, kus me. Wacht, Romeo, ik moet nog iets zeggen. Om hoe laat moet ik Angelica sturen zodat we kunnen afspreken om te trouwen?

Zend haar om negen uur naar het plein, ik zal op haar wachten

Julia

Ga nu weg Romeo, ga nu weg. Maak dat je wegkomt. Je bent mooi, ik zie je graag. Nee, wacht. Ik moet je nog iets zeggen. Ik ben het vergeten.

Romeo

Dat is niks. Dan blijf ik hier wachten tot je het terug weet.

Julia

Dat is goed. Dan blijf ik het vergeten zodat je altijd hier moet blijven zitten

Angelica JULIA? Julia

Ja, ik koooom. Romeo, ik zie je nog wel.

Naar: naar Romeo & Julia door William Shakespeare, Stratford-upon-Avon, 1599, spelbasis Dirk Tanghe (KVS Brussel 1987), tekstbasis Hugo Claus (KNS uitgave 1988) bewerking Dirk Leemans (Antwerpen, 1991)

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

kij

Romeo

61


Opwarming Vooraf heeft de leerkracht verschillende zinnen uit Romeo en Julia goed zichtbaar opgehangen in de klas. Neem ergens plaats in de klas. Op een eerste teken van de leerkracht stap je door de ruimte. Op –

lees de zin (enkele keren) stilletjes en denk na over wie die zou kunnen zeggen;

lees de zin fluisterend op het teken. Doe dat nog eens, maar pas je houding aan;

lees de zin erg luid (roepend). Doe dat nog eens met een passende houding;

lees de zin aarzelend, maak je klein of teruggetrokken;

kies een emotie en lees de zin hardop.

IN

een tweede teken ga je bij zo’n zin staan. Je voert de volgende opdrachten uit:

alleen die twee tekstfragmenten te gebruiken. Verkenning Stap 1 — personages

VA N

Kies een tekstfragment dat je nog niet gelezen hebt. Ga daarna per twee staan. Hou een dialoog door

Het verhaal gaat over Romeo en Julia: twee geliefden die geen relatie met elkaar mogen hebben. Ga per twee zitten en verzin samen een achtergrond (een zogenaamde rolbiografie) voor twee karaktereigenschappen en dromen.

jonge personages die geen relatie mogen hebben. Maak het actueel en verzin naam, achtergrond, Noteer ook voor drie elementen uit de rolbiografie hoe dat zich uit op scène. Stap 2 — de tekst

Je krijgt een kort tekstfragment tussen Romeo en Julia.

aa

In een eerste stap lees je de tekst droog (zonder interpretatie, gewoon wat er staat). Bespreek wat er aan de hand is en lees de tekst enkele keren door.

Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken

pl

Stap 3 — spelen met de bouwstenen

In dit stuk onderzoek je de verschillende bouwstenen vanuit de tekst. Per item voer je een kort

m

onderzoek uit.

Neem de rolbeschrijving en de elementen die een rol zullen spelen in het

Rol

interpreteren van de rol erbij. Hoe spreekt het personage? Welke emotie zit in de

ke xe

ondertoon van dit fragment? Wat is Romeo aan het doen? Wat is Julia aan het doen? Geef elk personage een

Handeling

handeling waardoor je wat dynamiek aan de tekst toevoegt. Experimenteer met allerlei handelingen (ook al sluiten ze niet meteen aan bij de tekst: de auto wassen, eendjes voeren …). Waar speelt je scène zich af? Spreek twee verschillende plaatsen af, ook al horen

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

kij

Ruimte

62

Tijd

die niet meteen bij de tekst, bv. in de bioscoop, in de metro … Denk even na over hoe de plaats het spelen van de tekst beïnvloedt. Wanneer speelt de scène zich af? Verzin een tijdstip. Speel daarna met de timing. Speel met tempowisselingen, enkele zinnen kort na elkaar, laat er dan wat tijd tussen (en doe iets anders), haak daarna weer in op elkaar. Zorg voor een stiltemoment in de scène. Bedenk een korte actie, iets wat jouw personage wil doen, bijvoorbeeld ergens

Structuur

op klimmen. Bedenk goed waarom je dat wilt doen, wat de drijfveer is van je personage. Verplaats je door de ruimte en voer de actie uit.


Onderzoek hoe je tegenover elkaar staat, speel de scène op drie verschillende manieren: Samenspel

sta dicht bij elkaar (en niemand mag je zien);

sta ver van elkaar (je moet iets overbruggen (haag, water …);

wissel van positie tegenover elkaar (eerst ver, dan dichterbij of omgekeerd).

IN

Verwerking Stap 4 — Romeo en Julia

Maak met je duo nu de scène af, gebruik de elementen die je daarnet hebt onderzocht en verwerk die in het spel.

VA N

Nodig een andere groep uit om te komen kijken naar jullie fragment en speel voor elkaar. Verzamel feedback door de kijkers te laten vertellen wat ze sterk vonden. Eindopdracht

In de eindopdracht werk je per drie, met een regisseur en twee spelers (Romeo en Julia). Zorg bij voorkeur voor een nieuwe groepssamenstelling, zodat er nieuwe groepjes ontstaan. Je krijgt een

tekstfragment. Maak hier een actuele versie van door een nieuwe onmogelijke liefde te bedenken. Wie zijn de personages? Hoe gebruik je ruimte en tijd? Hoe kom je tot een boeiend, dynamisch samenspel?

De regisseur neemt afstand van de spelers en geeft aanwijzingen om het geheel geloofwaardig te maken, de spelers hebben ook inbreng. Lees eerst de tekst, pas daarna mag je die bewerken. De regisseur speelt ook (de stem van) Angelica. Presentatie

aa

Presenteer je stuk aan de andere groepen. Laat het publiek voor het speelvlak zitten. Reflectie: bespreek in duo de reflectievragen

pl

Beleving

Hoe heb je de remake van de theatertekst ervaren? Was het uitdagend voor jou? Waar zou je nog aan

m

sleutelen mocht je meer tijd krijgen? Betekenisgeving

ke xe

Herken je het gegeven ‘de onmogelijke liefde’? Hoe zag je dat in de verschillende scènes? Vormgeving

Ben je tevreden over je eigen keuzes? Welke bouwsteen vond je het moeilijkst om te verwerken?

kij

Wat leerde je over je jezelf en over je klasgenoten?

4.2

Zie kenniskader 3.2, op p. 52. THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

Verbeelden

63


STAP 3

Conceptualiseren

IN

Is drama altijd drama? 1 Het verhaal van Romeo en Julia inspireerde

kunstenaars, muzikanten, theater- en filmmakers ... uitwerkingen van het verhaal terug te vinden. Bekijk de trailer van Goliyon Ki Raasleela Ram-Leela, simpelweg bekend als Ram-Leela, een tragische romantische film in India in het Hindi uit 2013, geschreven en geregisseerd door Sanjay Leela Bhansali.

VA N

wereldwijd. Er zijn dan ook heel veel verschillende

Neem waar wat je ziet gebeuren in het filmpje. Welke drie woorden komen spontaan bij je op? Bespreek klassikaal.

aa

Good to know Ram-Leela

Het verhaal uit de film Goliyon Ki Raasleela Ram-Leela

begint als volgt: in het fictieve Gujarati-dorp Ranjhaar,

pl

berucht om zijn ongeremde productie en verkoop

van wapens en munitie, staan twee clans – de Rajadi

m

en de Sanera – al vijfhonderd jaar op gespannen voet met elkaar. Tussen de twee vindt een gewelddadige woordenwisseling plaats, nadat Bhavani (een Sanera)

ke xe

vuurt op de zoon van Meghji Bhai (een Rajadi-leider). Bhavani wordt bijna vermoord door Meghji Bhai, maar Ram, de jongere broer van Meghji Bhai, komt tussenbeide en redt Bhavani. Tijdens het Holi-festival komt Ram moedig het huis van de Sanera-hoofden binnen en flirt met Leela, de dochter. Ram en Leela raken verwikkeld in een romance en zijn van plan om te

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

kij

ontsnappen.

64


2 Bekijk de toelichting op Radio Klara over That Crazy Little Thing Called Love! in een regie van Mokhallad

Rasem.

Good to know Mokhallad Rasem

IN

De Iraaks-Belgische toneelregisseur Mokhallad Rasem (Bagdad, 1981), volgde zowel een regie- als acteursopleiding in Irak. Zijn eerste producties maakte hij ook in Bagdad. Toen het geweld in zijn geboorteland fel oplaaide in 2005, vroeg hij asiel aan in België. Hij is sinds 2013 verbonden aan

het Toneelhuis Antwerpen. Rasem won op de Salzburger Festspiele de Young Directors Award, de

VA N

prijs voor de beste jonge regisseur voor zijn vrije bewerking van Romeo & Julia. Rasem kijkt naar het verhaal van Romeo en Julia door de ogen van drie koppels: twee kinderen, twee dansers en twee oudere acteurs. ‘Zijn theaterwerk is flitsend en fysiek, associatief en beeldend in zijn ideeën’, luidt het op

fragmentarisch opgebouwd, helder en de website van het Toneelhuis. Rasems

stukken zijn vaak in verschillende talen geschreven, ‘een spiegelbeeld van die wereld waarin hij en wij leven’.

© Joris Casaer

aa

Naar: Toneelhuis

pl

3 Lees het volgende interview met regisseur Mokhallad Rasem. Bespreek dat daarna in de klas met behulp

m

van de onderstaande vragen.

Gebruik je Romeo en Julia vooral als thema?

ke xe

Ik vertrek altijd vanuit bestaande teksten en concentreer me op een thema. Met dat thema bedoel ik de essentie. Ik ga niet het verhaal van Romeo en Julia vertellen. Eigenlijk kent iedereen dat. Twee rivaliserende families en een verboden liefde. Dat verhaal is voor mij achtergrond en inspiratie.

Wat is voor jou de essentie van Romeo en Julia?

Romeo en Julia staat in de wereldliteratuur voor het ideaal van de romantische liefdesrelatie. Als en-Juliaverhaal. Je vindt overal parallellen. Het is voor mij een zeer bijzonder thema, omdat het zo universeel is. Iedere cultuur heeft onderdrukkingsmechanismen wat de liefde betreft. Je legt nu de nadruk op de gelijkenissen tussen de romantische liefdesbeleving in verschillende culturen, maar er zijn ongetwijfeld ook grote verschillen? Absoluut. De romantische liefde is cultureel erg gecodeerd. Zo is in bepaalde culturen oogcontact erg belangrijk, terwijl het in andere culturen zoveel mogelijk vermeden wordt.

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

kij

die liefde aanwezig is, dan vallen alle obstakels weg. Iedere cultuur en elke tijd heeft zijn Romeo-

65


Hoe gaat het script eruitzien? Ik ga niet vertrekken van de tekst van Shakespeare, maar vanuit de liefdespoëzie. In de Arabische cultuur is de poëzie zeer tastbaar aanwezig. Een artikel of een lezing begint vaak met een citaat uit een gedicht om het thema aan te geven. Poëzie geeft een heel ander perspectief. Poëzie is open en kan op veel manieren geïnterpreteerd worden. Ik wil liefdespoëzie uit de hele wereld gebruiken. Ik wil alle momenten in de liefde – verlangen, extase, ontgoocheling, jaloezie, woede …

IN

– via poëzie uitdrukken. Het zal een voorstelling worden vol kleine verhalen met voortdurend

wisselingen van atmosfeer en stemming. Muziek zal daarbij ook een grote rol spelen. Ook hier denk ik aan een mengeling van westerse en Arabische muziek.

VA N

Met welke acteurs ga je werken?

Ik wil met drie koppels werken, van drie verschillende generaties: twee kinderen, twee

jongvolwassenen en een ouder koppel. De liefde kent geen leeftijd. Iedereen kan op elk moment in zijn leven verliefd worden. Maar iedere leeftijd drukt de liefde wel op een andere manier uit. Die drie koppels zijn voortdurend aanwezig. Misschien zijn het ook drie stadia van hetzelfde

koppel. Ik wil niet enkel met acteurs maar ook met dansers werken. Het jongvolwassen koppel bestaat wellicht uit twee dansers. De uitdrukking van de liefde duwt ons naar de grenzen van

de taal. Soms krijgen we dat gevoel niet meer in woorden uitgedrukt: de onrust, het verdriet, het verlangen. Dansers kunnen dat met hun lichaam uitdrukken. De poëzie wordt hier fysiek. Ten slotte wil ik ook werken met mensen van verschillende culturele achtergrond. Ik hou heel erg van het gebruik van verschillende talen op het toneel. In de drie koppels meng ik dus leeftijden,

aa

culturen, talen en disciplines.

Heb je al ideeën over een scenografie?

Laat me antwoorden met een verhaaltje. Toen ik vorig jaar op bezoek was in Irak wees mijn

pl

moeder op een oude kapotte auto in de buurt van ons huis. Het was de auto van een koppel dat intussen gestorven is. Mijn moeder vertelde me hoe die auto haar voortdurend herinnert aan de liefde tussen die twee mensen die altijd samen gingen rijden. Ze zaten altijd samen in de auto,

m

op weg naar het park, op weg naar het restaurant. Dat verhaal heeft me heel erg geïnspireerd. Het vertrekpunt van de scenografie wordt een auto. De auto is een plek van vrijheid, autonomie, avontuur en intimiteit. Alles wat je wilt als koppel. Ik stel me een soort auto voor in het midden

ke xe

van het podium die zich kan transformeren tot slaapkamer, tot zitkamer, tot restaurant, etcetera; allemaal plekken die een rol spelen in het leven van een koppel. Naar: Erwin Jans, Interview met Mokhallad Rasem over Romeo&Julia, Toneelhuis.

kij

a Wat zijn je conclusies wanneer je gaat beschouwen over onderwerp en betekenis van deze

uitwerking? Waarover gaat het? Wat is het thema? Waarom denk je dat? Wat is de betekenis?

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

b Hoe geeft de regisseur het onderwerp en de betekenis die hij eraan geeft vorm? Is het drama? Wat is

66

het doel van dit drama? Wat is kenmerkend aan deze vorm van drama?

Conceptualiseren Zie kenniskader 3.3, op p. 54.

4.3


STAP 4

Analyseren

IN

1 Het liefdesverhaal van Romeo en Julia is meerdere malen verfilmd. We analyseren het verhaal aan de hand van

de volgende fragmenten. Kies een van de volgende bronnen, neem het analysekader erbij en vul de vragen in. Romeo + Juliet (1996)

VA N

Romeo and Juliet (1968)

© Mondadori Portfolio/Getty Images

© 20th Century Fox/Getty Images

Leonard Whiting en Olivia Hussey in Franco

Claire Danes en Leonardo DiCaprio in de film

Zeffirelli’s filmversie van Shakespeares Romeo

Romeo + Juliet van Baz Luhrmann, 1996.

aa

and Juliet, 1967.

ANALYSEKADER

pl

CREDITS

m

Wat is de naam van de film?

ke xe

Wie zijn de acteurs?

Waar en wanneer is de film gesitueerd?

VORMGEVING

In

kij

Welke keuzes hebben ze gemaakt?

Welke technische ondersteuning versterkt het

geheel? klank (muziek) – licht – locatie (welke

materialen worden ingezet: basisinstrument,

ondersteunende materialen, locatie)?

Hoe verloopt de opbouw, structuur?

Welke bouwstenen vallen jou op? (kies uit

ruimte – tijd – rol – handeling – structuur – samenspel

ruimte (waar) – tijd (wanneer) – rol (wie) –

handeling (wat) – structuur (hoe) – samenspel)

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

Wat zijn opvallende conceptuele kenmerken?

67


Beschrijf een eerste opvallende bouwsteen.

Beschrijf de tweede opvallende bouwsteen.

IN

Wat is er nog opvallend?

Wat is het thema/de boodschap?

Wat is jouw interpretatie van de boodschap? Wat is het effect van de inhoud op jouw

beleving? Wat doet het met je?

Wat is de culturele relevantie? Wat is de

functie van deze cultuuruiting?

VA N

BETEKENISGEVING

BETEKENISGEVING

Wat vind je van het samenspel van vormgeving en betekenisgeving? Vind je het idee (concept)

aa

geslaagd?

pl

Wat is je mening over dit fragment?

2 Welke verbanden zie je tussen de twee fragmenten? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op? Wat

m

concludeer je?

ke xe

Gelijkenissen:

Verschillen:

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

kij

Conclusie:

68

Analyseren Zie kenniskader 3.4, op p. 57.

4.4


Eureka! “Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van drama?”

VA N

Forum

IN

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

Herken je de personages van Romeo en Julia nu op meer plaatsen? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen

m

pl

aa

een rol spelen bij het analyseren van drama en hoe je films, series enzovoort nu bekijkt.

THEMA 2 HOOFDSTUK 4

In

kij

ke xe

Auguste Rodin, De kus, 1886

69


Synthese Drama is het vormgeven van de verbeelding door handelingen in een verzonnen werkelijkheid voor een of meer toeschouwers. Je kijkt naar elkaar, denkt na over het onderwerp, de bedoeling en de vormgeving en waardeert wat anderen doen. Je groeit geleidelijk, alleen of samen, in het gebruik van de bouwstenen ruimte, tijd, rol,

IN

handeling, structuur en samenspel. Je gebruikt je fantasie, en bent expressief bij de uitvoering. Je begrijpt dat

je via drama verhalen, ideeën, emoties en meer kunt uitdrukken. Door verschillende stukken waar te nemen, te

beschouwen, te analyseren en zelf aan de slag te gaan, heb je gezien dat mensen betekenis geven door hun stem,

VA N

de taal, handelingen ...

BOUWSTENEN: elk drama is opgebouwd rond verschillende bouwstenen: ruimte, tijd, rol, handeling, structuur, samenspel RUIMTE: Waar?

Verwijst naar de plaats waar het gebeuren zich afspeelt. bv. een pashokje in een kledingwinkel.

Ruimte

De ruimte waar het gebeuren zich afspeelt, kan worden gesuggereerd:

Ruimteverdeling

door het decor/decorelementen, bv. een kapstok;

door bepaalde handelingen uit te voeren, bv. kledij passen en ronddraaien.

De plaats die de acteurs inzetten tegenover elkaar. Waar staan ze? (bv. dicht bij elkaar), hoe verplaatsen ze zich ten opzichte van elkaar?

aa

Ruimtesuggestie

De acteurs gaan bewust om met de (speel)ruimte. Ook de zichtbaarheid van het publiek speelt hierbij een belangrijke rol.

De regisseur hanteert een doordachte mise-en-scène: de plaatsing en de

pl

Ruimtebewustzijn

verplaatsingen (looplijnen) van de spelers in de ruimte. Door bepaalde handelingen,

TIJD: Wanneer?

m

verplaatsingen te accentueren, kan de regisseur de aandacht van het publiek richten

ke xe

Verwijst naar het begin en einde van het spel en de handelingen die ertussen liggen.

Tijd

De acteurs spelen met werkelijke en verbeelde tijd (verteltijd – vertelde tijd). bv. ‘Drie jaar later kocht hij een nieuwe boot.’ De verteltijd is één zin, de vertelde tijd is drie jaar. Het weergeven van de tijd, de periode waarin het gebeuren zich afspeelt, kan worden

Tijdsuggestie

gesuggereerd, bv. een maan suggereert dat het midden in de nacht is. Het gebruik van tijd, (speel)tempo, ritme, pauze en timing in het stuk zijn belangrijk.

In

kij

ROL: Wie?

Rol

Verwijst naar het spelen van een personage, het acteren. Een personage heeft een binnenkant (karakter, motieven, emotie, geschiedenis, innerlijk conflict …) en een buitenkant (fysieke verschijning en keuze van bv. de stemkleur). Daarom moet een acteur zich goed inleven in het personage. Zich inleven is het zich verplaatsen in de (denk)wereld van een rol of situatie. De fysieke verschijning (transformatie) maakt het personage geloofwaardig

THEMA 2

(présence).

70


Is je lichaam en stem aanpassen aan je personage. Dat doet de acteur op verschillende manieren: door taalgebruik, stemgebruik, manier van bewegen en van stappen.

Transformatie

Een typetje is een rol gekenmerkt door opvallende (herhaalde) tekst en handelingen. Een personage heeft meer nuance en diepgang.

IN

HANDELING: Wat? Verwijst naar de acties in een scène, de handelingen die personages uitvoeren. Handeling

Die zorgen ervoor dat het spel dynamisch wordt. De acteurs hanteren hierbij soms rekwisieten en attributen.

VA N

STRUCTUUR: Hoe?

Verwijst naar het verloop van het verhaal of de scène.

Doorgaans wordt het verhalende karakter van het spel opgebouwd vanuit een herkenbaar stramien: expositie (beginsituatie, context van het verhaal en de Structuur

personages), het motorische moment (de actie die het verhaal in gang zet), de

ontwikkeling (het verdere verloop met hoogtes en laagtes), de climax (het hoogtepunt

van het dramatische conflict) en de resolutie (de ontknoping). Er zijn nog andere theatrale structuren (bv. absurd theater waarin volgorde op zijn kop gezet wordt). SAMENSPEL

Verwijst naar de interactie tussen de spelers (bv. aandacht geven, acceptatie, interactie Samenspel

aa

...) waarbij handeling en taal belangrijk zijn: de acties (die de personages uitvoeren) op de scène en het gebruik van tekst (intentie, woordkeuze, tekstinterpretatie ...). Keuzes ten aanzien van het spel van acteurs: plaatsing van de acteurs in het speelvlak,

Mise-en-scène,

pl

blikrichting, beweging van de personages ten opzichte van elkaar en ten opzichte van

enscenering

het speelvlak.

Toneelbeeld

m

Een still, alles wat je ziet op één bepaald moment (een freeze/tableau vivant) Er zijn verschillende speelstijlen: melodrama (soap), realisme, absurdisme, slapstick,

ke xe

episch

TECHNIEKEN Verbaal drama

kij

Non-verbaal drama Drama met

hoorspel, dialoog ... tableau vivant, clownerie, performance, (panto)mime ... figurentheater, schimmenspel, maskerspel, poppenspel ...

THEMA 2

In

materiaal

voordragen, rollenspel, spelen met teksten, verteltheater, improvisatie, luisterspel,

71


MATERIALEN Taal: tekstzegging (articulatie, intonatie), tekst, woord, klank, spreektaal, schrijftaal ... Lichaam van de acteur: lichaamsbewustzijn en -controle, mimiek, gebaren, Basisinstrumenten

bewegingen, lichaamshouding, handelingen ... klankkleur, intonatie, timing Hulpmiddelen die de spelers ter beschikking hebben: –

decor: plaats van de handeling, projecties ...;

kostumering: stijl, sfeer, karakter, personage;

grime/hairstyling: schmink, pruiken, littekens …;

rekwisieten: een reeks van facultatieve hulpmiddelen zoals voorwerpen of

meubilair die de speler ter beschikking heeft om zijn spel gestalte te geven en te

materialen

ondersteunen; –

attributen: rekwisiet dat specifiek hoort bij één personage;

– belichting; muziek (direct/indirect, sfeer, emotie);

geluid (effecten) en soundscapes, achtergrondgeluiden.

buiten/binnen podium, locatietheater ...

THEMA 2

In

kij

ke xe

m

pl

aa

Locatie/speelvlak

72

VA N

Ondersteunende

IN

Stemgebruik van de acteur: stem- en ademhalingstechnieken, volume, accent,


m

ke xe

kij

In

3 r©

aa

pl

thema

Media

VA N

IN


c

Waarover gaat dit thema? Onze belangstelling voor bewegende beelden is er altijd geweest en verbindt ons. Waarschijnlijk was die interesse er al in de prehistorie, lang voor we dat konden vastleggen op film. Met de eenvoudigste technieken kunnen we de illusie van beweging opwekken. Beeld je in hoe het vuur in een prehistorische grot een speels schaduwspel veroorzaakte op de hobbelige rotswanden en zo de

IN

afgebeelde dieren tot leven bracht.

In dit thema ‘Media’ analyseren we welke bouwstenen, technieken en materialen ingezet worden.

Ook de camerabeweging, het geluid, het licht, de montage ... zijn belangrijke begrippen om het verhaal Tillen ze ‘lawaai’ en ‘ruis’ naar een ander niveau?

c

Wat leer ik in dit thema? Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

VA N

te vertellen. Kunnen geluidscomposities van alledaagse geluiden bijdragen tot een poëtische ervaring?

Ik begrijp dat smaken verschillen.

Ik licht mijn interesse en waardering voor media toe.

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden dat we het onderwerp en de bedoeling van media op verschillende manieren kunnen waarnemen en interpreteren.

aa

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden uit tijd en ruimte dat ik vanuit meerdere perspectieven naar de bedoeling, het onderwerp en de vormgeving van media kan kijken. Ik analyseer aan de hand van bouwstenen, materialen en technieken hoe onderwerp,

pl

bedoeling en vormgeving elkaar onderling beïnvloeden in media. Ik analyseer aan de hand van voorbeelden de invloed van gewoonten, waarden, normen en het doorbreken ervan.

m

Ik experimenteer met expressiemogelijkheden voor media door met bouwstenen, materialen en technieken te verkennen.

ke xe

Ik zet bouwstenen, materialen en technieken in bij het creëren van een schaduwfilm en een klankgedicht vanuit mijn verbeelding. Ik/wij presenteer/presenteren onze opname individueel of samen. In dialoog met mijn klasgenoten licht ik mijn interesse en waardering toe voor hun opname. Ik analyseer hoe ik via media mijn gedachten, gevoelens, gedrag en (culturele) identiteit uitdruk.

kij

Ik reflecteer over de bouwstenen, materialen en technieken die ingezet zijn in mijn eigen werkstuk en in dat van medeleerlingen.

In

Ik reflecteer over de manier waarop de vormgeving aansluit bij onderwerp en bedoeling.

c

Begrippen waarnemen – bedoeling – onderwerp – bouwstenen (kader (camerastandpunt, kadrering, camerabeweging), effect (visuele effecten, geluidseffecten), ordening (gelaagdheid, ritme, volgorde)) – technieken – opname (beeldopname, geluidsopname) – montage – materialen (microfoon, (foto)camera, videocamera, smartphone, montage-unit, projector, bewerkingsprogramma) – vormgeving

74


5 Hoofdstuk

Zwart gat

IN

Intro

Sam en Robin vinden het heerlijk om in hun vrije tijd filmpjes te maken. Ze doen dat thuis op hun kamer, in het leukste resultaten delen ze. Maar wat maakt hun filmpjes populair?

1

VA N

jeugdhuis, op kamp ... Ze proberen allerlei filters en standpunten uit om hun filmpjes aantrekkelijk te maken. De

Bekijk in het volgende filmpje hoe je TikTok-schaduwfilmpjes maakt.

FANTASMAGORIA, TUSSEN WETENSCHAP EN BIJGELOOF

De Belgische fysicus Etienne-Gaspard Robert (1763-1837), gespecialiseerd in de optica (het deel van de natuurkunde dat zich bezighoudt met het licht), zag in 1792 een optreden van de illusionist Paul Philidor. Paul Philidor projecteerde met een eenvoudige toverlantaarn stilstaande

aa

beelden op een wand en liet daarbij een verteller aan het woord om het publiek te fascineren. Robert zag hier als opticus onmiddellijk meer potentieel in. Onder de kunstenaarsnaam Robertson plaatste hij twee toverlantaarns – die volgens het principe van een diaprojector werken – achter een scherm. Zo kon hij meerdere figuren

pl

tegelijkertijd projecteren. Door de projectoren te verstoppen verhoogde hij de magie. Door de projectoren op wieltjes te monteren kon hij de geprojecteerde figuren vergroten en verkleinen.

m

Dat riep bij het publiek de illusie van beweging en dreiging op en zorgde voor griezelige spektakels.

In Parijs kwam het publiek naar deze voorstellingen kijken in verduisterde theaters.

ke xe

Kleine ‘fantomen’ kwamen tevoorschijn en werden geleidelijk groter. Hierdoor kregen de mensen het gevoel dat de ‘geest’ steeds dichterbij kwam. Om het schrikeffect te vergroten werd de projectie begeleid door griezelige stemmen en muziek van de glasharmonica. Het doel was om het publiek de daver op het lijf te jagen door afbeeldingen van skeletten, monsters, Robertson gaf aan die optredens de naam fantasmagoria,

afgeleid van de woorden ‘fantasme’ (geest/schim) en ‘agora’ (samenkomen/spreken): fantasmagoria was dus een bijeenkomst van sprekende geesten. Uit: Mannoni, L., Runderkamp-Dollé, C. en Tourscher, A. (2020). Fantasmagorie. Lanternes de peur entre science et croyance. Strasbourg: Éditions des Musées de Strasbourg.

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

geesten en dergelijke te laten ‘communiceren’ met het publiek.

75


2

Bekijk het filmpje om te weten hoe de projectie eruitzag. Hoe komt het filmpje over?

3

Bekijk de onderstaande gravure. Formuleer een antwoord op de vragen en bespreek klassikaal. a Wat gebeurt er op deze

afbeelding?

IN

b Waaraan zie je dat?

VA N

c Wat kun je nog meer ontdekken?

Good to know

Augmented reality – Darwin Street Art Festival (Australië) De fantasmagoria kennen we vandaag beter onder de vorm van augmented reality. Augmented reality of aangevulde

aa

realiteit is een weergave van de werkelijkheid waaraan

virtuele elementen worden toegevoegd door een app. Een fascinerende toepassing hiervan is te zien tijdens het

pl

Darwin Street Art Festival in Australië. Muurschilderingen van reuzenschildpadden en inktvissen komen er tot leven

ke xe

m

met behulp van een app.

l

BREINBREKER

In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

kij

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van beeldprojectie?”

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

Forum

76

Welke middelen gebruik je om zelf filmpjes te maken? Op welke manier deel je die filmpjes? Waar en wanneer kijk je zelf naar filmpjes? Brainstorm met je klasgenoten.


Parcours Waarnemen en beschouwen

IN

STAP 1

VA N

Wat neem je waar wanneer je naar een film kijkt? Wat zijn het onderwerp en de bedoeling van film? 1 Om te oefenen wat je kunt

waarnemen bij het bekijken van een film, bekijk je Le voyage dans la lune (Reis naar de maan) van

aa

Georges Méliès uit 1902.

© CHRISTOPHEL/Belga Image

pl

a Neem waar wat je ziet gebeuren in het filmpje. Welke drie woorden komen spontaan bij je op?

Bespreek klassikaal.

m

b Beantwoord de volgende vragen.

ke xe

Waarnemen

Camerastandpunt: op welke hoogte zou de camera staan?

Kadrering: waar

In

kij

Kader

toeschouwer naartoe getrokken? Camerabeweging: loopt er iemand rond met de camera? Zou

de camera op een

vaste plaats staan?

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

wordt de blik van de

77


Geluidseffecten: hoe

het verhaal? Visuele effecten: wat kun je zeggen over kleur en licht? Gelaagdheid: beschrijf de lagen die je ziet in het beeld. Ritme: hoelang

duurt een shot? Hoe

is het ritme (snel,

gemiddeld, traag)? Ordening

Volgorde: op welke manier volgen de beelden elkaar op?

aa

Effect

IN

rol in het verloop van

VA N

speelt de muziek een

pl

2 Eerst heb je naar de film gekeken. Nu probeer je ook te achterhalen wat het onderwerp en de bedoeling

zijn van de regisseur. Daarvoor heb je doorgaans context nodig.

m

Lees de onderstaande tekst over Georges Méliès en zijn film. Beantwoord daarna de vragen.

ke xe

LE VOYAGE DANS LA LUNE

Le voyage dans la lune (1902) is een stomme film. Het is de bekendste en meest complexe

film die Georges Méliès maakte. Hij haalde zijn inspiratie uit de boeken De la Terre à la Lune en Autour de la Lune van Jules Verne. Met zijn 8 of 14 minuten (afhankelijk van de snelheid

waarmee hij wordt afgespeeld) is dit de langste film uit zijn repertoire. De film bevat tal van al

kij

bekende en nieuwe trucs. In de eerste scène zien we professor Barben Fouillis die zijn collega’s probeert te overtuigen

om een reis naar de maan maken. Hij vindt vijf dappere astronomen (Nostradamus, Alcofribas, Omega, Micromegas en Parafaragaramus) die zich wel kunnen vinden in zijn plan. Samen

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

bouwen ze een raket in de vorm van een kogel en een groot kanon dat hen de ruimte in schiet.

78

De maan bekijkt de naderende raket en krijgt die vervolgens in zijn oog. Nadat de astronomen veilig geland zijn op de maan, besluiten ze die te verkennen. De reis heeft hen volledig uitgeput en al snel vallen ze in slaap op het maanoppervlak. Tijdens hun slaap valt er van alles te ontdekken in de ruimte: een passerende komeet, de Grote Beer komt tevoorschijn, Saturnus leunt uit een raam en de maangodin zit op een schommel in de vorm van een maansikkel. De


maangodin veroorzaakt sneeuwval waardoor de astronomen ontwaken. Ze zoeken onderdak in een grot waar ze reuzenpaddenstoelen ontdekken. Ze worden ontdekt door een Selenite, een insectachtige bewoner van de maan, maar de astronomen kunnen hem gemakkelijk verslaan. Deze wezens exploderen namelijk wanneer je hen met genoeg kracht raakt. Maar er verschijnen

IN

meer Seleniten en de astronomen krijgen het moeilijker om zichzelf te verdedigen. Ze worden gevangengenomen en meegevoerd naar het paleis van hun koning. Een van de astronomen weet zich echter te bevrijden en smijt de koning op de grond, waarna die explodeert. De astronomen

vluchten naar hun ruimtecapsule, terwijl ze achtervolgd worden door de Seleniten. De meesten

VA N

weten de capsule te bereiken, maar de dappere Barben Fouillis blijft achter en maakt gebruik van een touw om de capsule over de richel van de maan te werpen, terug de ruimte in. Een

maanbewoner kan nog net de capsule grijpen, maar samen vallen ze door de ruimte en landen in een oceaan op de aarde, waar een schip hen te hulp komt. In het slot van Le voyage dans la lune

zien we een feestelijke parade ter ere van de astronomen, met inbegrip van de gevangen Selenite, en wordt er een gedenkplaat onthuld met de woorden ‘Labor omnia vincit’ (‘Werk overwint alles’).

Uit: Geekster

Beschouwen

film?

Wat is het onderwerp

van deze film?

Waarom denk je dat?

pl

Onderwerp

aa

Waarover gaat de

m

Welke spiegel

wil Méliès ons voorhouden?

Wat is de bedoeling

ke xe

Betekenis

van de regisseur?

Welke boodschap wil

hij meegeven?

Hugo Cabret The Invention of Hugo Cabret (2007) is een Amerikaans kinderboek van auteur Brian Selznick. Naast de automaton (een schrijfrobot) was de Franse filmmaker Georges Méliès de belangrijkste inspiratiebron voor dit boek. Het is een eerbetoon aan de overleden cineast. Zo speelt het verhaal zich grotendeels af rond het speelgoedkraampje van Georges Méliès. Hij opende dat noodgedwongen na het faillissement van zijn filmstudio in een treinstation in Parijs. De biografie van Méliès wordt elegant verweven door het verhaal van de jonge wees Hugo heen. Van het boek is een film gemaakt door Martin Scorcese: Hugo.

© CHRISTOPHEL/Belga Image

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

Good to know

79


Good to know Het maanmodel van Schmidt De fascinatie voor de maan heeft menig wetenschapper en kunstenaar beïnvloed en geïnspireerd. Ludwig van Beethoven schreef in 1801 zijn Mondscheinsonate, wat later als zijn Johann F. J. Schmidt was een Duitse astronoom en geofysicus die in de 19de eeuw wetenschappelijk onderzoek uitvoerde over de maan. Op basis van zijn onderzoek en tekeningen liet hij in 1898 een model in plaaster van de maan maken. Het model bestond

IN

beroemdste pianomuziek zou worden verheerlijkt.

VA N

uit 116 stukken. Het werd tentoongesteld en trok veel bezoekers. Onze Belgische striptekenaar Hergé stuurde in 1953 Kuifje met zijn Raket naar de Maan. Op 21 juli 1969 drukte Neil Armstrong als eerste mens ook echt zijn voet in het maanoppervlak.

Johann Friedrich Julius Schmidt en Thomas Dickert, Maanmodel, 1898

3 Nu combineer je wat je kunt waarnemen met wat je weet over de context. Zo krijg je inzicht in het

onderwerp van de film en de bedoeling van de regisseur. Bekijk het filmfragment uit The Black Hole (2008) van Phil Sampson en Olly Williams (‘Phil and Olly’) en beantwoord

Waarnemen

pl

aa

de vragen.

m

Camerastandpunt:

op welke hoogte zou

ke xe

de camera staan?

Kadrering: waar wordt de blik van de

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

Kader

80

toeschouwer naartoe

getrokken?

Camerabeweging:

loopt er iemand rond

met de camera?

Geluidseffecten:

welke geluiden hoor

je? Effect

Visuele effecten:

wat kun je zeggen

over kleur en licht?


die je hoort in de

muziek.

Ritme: hoelang duurt een shot? Hoe is het

Ordening

ritme (snel, medium,

traag)?

Volgorde: op welke

manier volgen de

beelden elkaar op?

IN

beschrijf de laagjes

Beschouwen Waarover gaat de film? film? Waarom denk je dat?

Onderwerp

Wat is het onderwerp van deze

VA N

Gelaagdheid:

Welke spiegel willen Phil and Olly ons voorhouden?

aa

Betekenis

Wat is de bedoeling van de regisseurs?

Welke boodschap willen ze

pl

meegeven?

m

Waarnemen en beschouwen

Hoe hebben Phil and Olly vorm gegeven aan onderwerp en betekenis in The Black Hole?

ke xe

De kunstenaar Maurizio Cattelan (°1960) heeft zijn evenbeeld uit was gemaakt. Wat je ziet, is een nieuwsgierige man die zijn hoofd uit een gat in de grond steekt. Het gat bevindt zich in een museumzaal, een plaats waar je dat nooit zou verwachten. Wat komt de man hier doen? Cattelan staat erom bekend maatschappijkritische beelden uit was te maken. Hij doet dat vaak met een humoristische ondertoon.

Maurizio Cattelan, Zonder titel, 2002 © Chesnot/ Getty Images

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

VIP

81


VIP Vantablack is zwarter dan zwart. Het is oorspronkelijk ontworpen voor de wetenschap, specifiek voor ontwikkelaars van ruimteoptica zoals telescopen. Hoe minder strooilicht de telescoop

IN

absorbeert, hoe verder hij in de ruimte kan kijken. De kunstenaar Anish Kapoor (°1954) gebruikt dat principe. Hij smeert de substantie vantablack in een gat in de grond en geeft

ons als toeschouwer meteen de illusie van een plat vlak. Doordat

VA N

elke oneffenheid in de oppervlakte van de put opgezogen wordt door het superzwart worden onze ogen bedrogen. Zo liep een

museumbezoeker in 2018, ondanks alle waarschuwingsborden, recht in het kunstwerk en viel letterlijk in het zwarte gat.

Waarnemen en beschouwen

Anish Kapoor, Black Hole, 2018 © Miguel Riopa/Getty Images

Onder media verstaan we alle communicatiemiddelen (auditief, visueel of audiovisueel, analoog, digitaal) die men kan gebruiken om boodschappen over te brengen. Door de combinatie van computer en video/film is multimedia ontstaan.

aa

Kenmerkend voor (multi)media is de combinatie van verschillende vormen van digitale informatie: bewegend en stilstaand beeld, graphics, audio, tekst en programmeercode. Een belangrijk kenmerk van multimedia is interactiviteit. Dat zegt iets over hoe je met informatie

pl

omgaat. Zo kan de gebruiker het medium aansturen.

Media zijn middelen waarmee mensen bedoelingen, ideeën en gevoelens kunnen uitdrukken en kenbaar maken aan anderen. Media zijn er niet alleen om naar te kijken en

m

te luisteren, maar je kunt er zelf ook iets mee vertellen. Hiervoor is het nodig kennis te maken met de verschillende vormingsmiddelen die je als maker ter beschikking hebt en te weten hoe je door het gebruik van die middelen de interpretatie van de kijker, luisteraar of gebruiker

ke xe

kunt beïnvloeden. Het maken van een audiovisueel product vraagt een goede samenwerking tussen meestal meerdere personen (cameraman, geluidsman ...). Het hanteren van de apparatuur is geen doel op zich, maar een middel. We onderscheiden inhoudelijke en vormelementen. 1.

De betekenisgeving komt voort uit de inhoud, de bedoeling en de boodschap die de mediamaker wil meegeven. Hij kan vertrekken vanuit een verhaal, idee, waarneming of

kij

gevoel. We noemen dat ook wel ‘mediacontent’. Dat kan concreet zijn (reisreportage), abstract (visuele poëzie), symbolisch (specifiek kleurgebruik in fotografie) of verhalend

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

(film). Om dat te achterhalen kun je vragen stellen zoals: Waar gaat het over? Wat is het

82

onderwerp? De bedoeling? Wat is de functie? Wat wil de maker meegeven?

2.

In de vormgeving kiest de maker hoe hij of zij die inhoud gestalte geeft en versterkt hij of zij de expressie door bewust om te gaan met de bouwstenen van media: kader, effect (licht en geluid), ordening.

Het domein media staat sterk in relatie met andere domeinen: video (bv. beeld en muziek, woord/ drama, dans), animatie (bv. beeld en muziek, woord/drama), beeldverhaal (bv. woord/ drama, beeld, dans), podcast (bv. woord/drama, beeld), performance (bv. drama/beeld), spoken words (bv. woord/drama) ...

5.1


STAP 2

Verbeelden en creëren

film maken? Je bestudeert ook hoe licht en schaduw hier een rol in kunnen spelen.

IN

Hoe geef je stap voor stap een schaduwspel vorm? Hoe kun je met je eigen lichaam en smartphone een

1 Bekijk het filmpje over de voorstelling Shadowland. Wat kun je vertellen over het gebruik van licht en

VA N

schaduw?

Good to know Shadowland door Pilobolus

Shadowland brengt het verhaal van een tienermeisje. Terwijl ze in slaap valt, begint de muur

van haar kamer op mysterieuze wijze te draaien, waardoor ze aan de andere kant vast komt te

zitten – haar lichaam dat van gedaante veranderd is, zit nu vast in het land van de schaduwen. Het meisje kan niet ontsnappen en gaat op ontdekkingsreis. Onderweg verschijnen vreemde wezens, zowel komische als kwaadaardige, zowel bedreigende als verleidelijke. Shadowland combineert multimedia, geprojecteerd schaduwspel en choreografie. Het wordt gebracht door Pilobolus, het eerste schaduwtheaterevenement in zijn soort. Pilobolus toert de

aa

wereld rond en heeft Shadowland opgevoerd in Europa, Azië, Australië en Amerika.

Utagawa Hiroshige, Eight Shadow Figures, 1842

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

ke xe

m

pl

2 Bekijk de onderstaande Japanse schaduwprenten. Wat kun je hierover vertellen?

83


3 Je gaat stap voor stap een ‘schaduwspel’ vormgeven.

Instap Vorm groepjes van twee, probeer samen één schaduwfiguur uit zoals de Japanse schaduwprenten op de vorige pagina. Doe dat met het licht van je smartphone en een leeg cursusblad.

IN

Opwarming

Storyboard fun — Je hebt een raster met vier vakjes. In het eerste vakje is de afbeelding gegeven: er staat iemand op afgebeeld die gaat slapen. In het volgende vakje tekent een van jullie het tweede beeld, dat laat zien waarover de persoon droomt. Daarna tekent de ander het derde beeld, maar

VA N

gebruikt een ander perspectief (van bovenuit, onderuit …). Ten slotte tekent de eerste het vierde beeld,

nu met een visueel effect (kleur, licht …).

Verkenning Stap 1 — brainstorm

Werk nu verder in duo. Je houdt een korte brainstorm voor een kortfilm over de wereld die ontstaat in

aa

je dromen. Noteer zelf vijf ideeën. Bespreek ze daarna. Maak volop associaties. Schrijf/teken die op een groot blad. Hou uiteindelijk een twintigtal ideeën over. Stap 2 — schaduwfilm

pl

Bekijk de tutorial.

m

Zoek een plaats met tegenlicht. Zorg ervoor dat je kunt filmen met een smartphone. Stap 3 — experiment

Maak enkele shots met je smartphone. Bekijk hoe ze overkomen op scherm. Is er voldoende contrast?

ke xe

Vertaalt het je droombeelden? Welke filters heb je toegepast? Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken Stap 4 — gebruik meer effecten Kader

kij

Effect

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

Ordening

84

Onderzoek wat je in beeld wilt brengen en wat niet (kadreren). Maak een shot vanuit verschillende perspectieven, kikvors- of vogelperspectief. Met de filter heb je een schaduweffect gecreëerd. Ga verder op zoek naar hoe je met het licht kunt spelen. Waar komt het licht vandaan? Maak een korte take van drie verschillende beelden, telkens met een ander personage dat opkomt en verdwijnt.

Verwerking Stap 5 — uitwerken Kies uit je brainstorm (stap 1) een idee dat je verder wilt uitwerken. Maak hier een storyboard over, zodat je weet wat je in beeld wilt brengen.


Eindopdracht Maak een korte schaduwfilm (ongeveer 1 minuut) waarin je een wereld creëert die in je dromen kan voorkomen.

– –

schaduwbeelden. Denk aan de volgorde van de beelden (storyboard).

IN

Start met het beeld van een persoon die gaat slapen en maak overgangen naar allerlei

Varieer met het kader, zorg voor verschillende standpunten, wees je bewust van wat je wel of niet in beeld zet. Creëer visuele effecten door filters te gebruiken op je smartphone.

Presentatie

VA N

Presenteer je scènes na elkaar. Zet ze klaar in de digitale leeromgeving, zo kun je ze na elkaar afspelen. Reflectie: bespreek in duo de reflectievragen Beleving

Betekenisgeving Welke boodschap zit er in je film? Vormgeving

Hoe heb je het omzetten van een idee in film ervaren? Was het uitdagend voor jou?

aa

Is het gelukt om je verhaal vorm te geven?

Verbeelden

pl

Wat leerde je over je jezelf en over je klasgenoten?

5.2

m

Bij media kunnen makers gebruikmaken van verschillende bouwstenen: kader (de manier om iets in beeld te brengen: camerastandpunt, kadrering, camerabeweging) en effect (een manier om een verandering aan te brengen in een fragment). Een effect kan gaan om een

ke xe

geluidseffect (bv. achtergrondgeluid, muziek en gesproken tekst) en/of om een visueel effect (bv. soort licht, kleur en/of schaduw). De maker bepaalt hierbij een volgorde (ordening). Makers zetten technieken of technische vaardigheden in bij het registreren, de beelden geluidsopname, bewerking, montage (ordenen van verschillende beeld- en/of audiofragmenten). Daarvoor gebruiken ze verschillende materialen: microfoon, (foto)

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

camera, videocamera, smartphone, montage-unit, projector, bewerkingsprogramma …

85


STAP 3

Conceptualiseren

IN

Is film altijd film?

a Wat stelt dit voor? b Wat kan dit kunstwerk ons vertellen over film? c Waarom denk je dat? d Wat is kenmerkend voor film?

Good to know

VA N

1 Bekijk het werk Model For a Timeless Garden van Olafur Eliasson. Bespreek de volgende vragen.

Olafur Eliasson, Model For a Timeless Garden

De Deense kunstenaar Olafur Eliasson (°1967) is van IJslandse afkomst. Veel van zijn werken zijn

geïnspireerd op de basisprincipes van de optica:

lichtreflectie en spiegelingen. Voor het werk Model

aa

For a Timeless Garden staan fonteinen in een volledig verduisterde kamer. Boven elke fontein staat een

stroboscoop die de fontein voor een fractie van een

Olafur Eliasson, Model For a Timeless Garden, 2011

pl

seconde verlicht.

Hierdoor krijg je een beetje van de beweging van het water te zien. Zonder die lichtonderbreking zouden je ogen de vloeiende beweging van het water zien, de fontein zoals we hem kennen dus.

m

Door de korte belichtingstijd zie je een ‘bevroren’ groep waterdruppels in de plaats van een vloeiende beweging.

ke xe

2 Bekijk het fragment uit Shadow Life van Cao Fei uit 2011. Zoek op het internet achtergrondinformatie op

over deze film.

a Beantwoord de vragen klassikaal.

Wat zijn je conclusies wanneer je de film bekijkt?

Op welke hoogte zou de camera staan?

Wat kun je vertellen over de grootte van de beelden?

Waar wordt de blik van de toeschouwer naartoe getrokken?

Loopt er iemand rond met de camera? Zou de camera op een vaste plaats staan?

Welke geluiden hoor je? Hoe speelt de klanksterkte een rol in het verloop van het verhaal?

Op welke manier worden de beelden vervormd?

Wat kun je zeggen over kleur en licht?

Beschrijf de laagjes die je hoort in de muziek.

Beschrijf de lagen die je ziet in het beeld.

Hoelang duurt een shot?

Hoe is het ritme (snel, medium, traag)? Op welke manier volgen de beelden elkaar op?

Waarom kiest de maker voor deze vorm, denk je? Wat zou je willen vragen aan de maker?

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

86


b Lees de tekst en bespreek de vragen klassikaal.

SHADOW LIFE In Shadow Life, de kortfilm

IN

van Cao Fei fungeren handen als figuranten. Het is een rechtstreekse verwijzing naar de traditionele Chinese schaduwpoppentheaters. Hierbij worden

VA N

tweedimensionale (platte) papieren figuren

achter een zijden doek gehouden. Met subtiele belichting tekenen de figuren zich af op het doek.

Daarnaast had je binnen de theatertraditie ook schaduwtheaters waarbij acteurs in de plaats van poppen achter het doek stonden. De complexe ‘handpoppen’ uit Shadow Life brengen die twee tradities samen om verhalen uit het moderne China te illustreren.

Shadow Life is opgedeeld in drie hoofdstukken, ‘A Rock’, ‘Dictator’ en ‘Transmigration’.

De ‘handpoppen’ vertellen het verhaal. In ‘A Rock’ debatteren een vogel, een aap en een olifant

over eenzelfde steen. Elk van hen ziet er een ander lekker stuk eten in. Tot ze plots worden neergeschoten door een jager. Hij beweert dat de steen een goudklomp is. Hij geeft het stuk ‘goud’ aan een blinde man, die het vervolgens offreert aan een Bodhisattva (een wezen dat naar verlichting streeft) in ruil voor zijn zicht. De man ziet nu dat hij bedrogen is en dat het maar een steen is. ‘Dictator’ begint met een politieke bijeenkomst. Het publiek zwaait enthousiast met

aa

een klein boekje. De boeken verwijzen naar het Rode Boekje van Mao Zedong. Na deze politieke bijeenkomst veranderen de armen geleidelijk in tanks die bomen platleggen, dieren die gevangen worden, kranen die de aarde beetje bij beetje verslinden. Wapperende vlaggen vervangen

pl

de bomen. In het laatste stuk, ‘Transmigration’ volgt de mens de weg van de dieren die de exploitatie ontvlucht waren. Door het spoor van de dieren te volgen komt de mens opnieuw terecht in een boerendorp waar verdwaalde burgers ronddolen tot ze zich liefdevol verenigen in

ke xe

m

de laatste scène.

Wat zijn je conclusies wanneer je gaat beschouwen over onderwerp en betekenis? Waarover gaat het? Wat is het thema? Waarom denk je dat? Wat is de betekenis?

Hoe geeft Cao Fei het onderwerp van de film en de betekenis die zij eraan geeft vorm? Is het een

VIP Cao Fei (°1978) is een Chinese multimediakunstenaar. Cao maakt video’s, performance en digitale media. In haar werk analyseert ze het dagelijkse leven van Chinese burgers die geboren zijn na de culturele revolutie.

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

film? Wat is het doel van deze film? Wat is kenmerkend aan deze film?

87


Conceptualiseren

5.3

Mensen zijn altijd al gefascineerd geweest door licht en schaduw en het vastleggen van gebeurtenissen op beeld. Mediaproducten zijn in grote lijnen onder te verdelen in printed media (tijdschriften, boeken), audiovisuele media (fotografie, video(film), audio) en digitale media (games, internetkunst …). Uiteraard zijn er ook veel crossmediale uitingen. Bij media zijn er nog een aantal functies/beroepen die belangrijk zijn bij het tot stand komen kostuumontwerper, licht- en klanktechnicus, monteur, cameraman, producer, gaffer

Analyseren

STAP 4

VA N

(hoofdverantwoordelijke over het licht en de elektriciteit op een filmset), colorist ...

IN

van een werk: de regisseur, setdresser/decorateur, scenarist, grimeur, castingmedewerker,

1 Verdeel de klas in twee groepen. De ene helft bekijkt en analyseert een fragment uit de animatie

Papageno van Lotte Reiniger, de andere helft bekijkt en analyseert de animatie Bradbury (304 Broadway)

m

pl

aa

van Gabriel Kahane. Neem het analysekader erbij en vul de vragen in.

Bradbury (304 Broadway) (2014)

Lotte Reiniger, die een grote Mozart-fan was, maakte

Drew Dir, regisseur van het productiehuis Manual

in 1935 de silhouetanimatie Papageno. Papageno is

Cinema, maakte een animatie voor de muziek

een personage uit de vaudeville Die Zauberflöte van

van Gabriel Kahane. Kahane haalde de inspiratie

Mozart. Reiniger maakte er haar eigen interpretatie

voor zijn tekst uit zijn directe omgeving, centraal

van: Papageno is een vogelvanger en bekleedt de

Los Angeles. Voor deze song is het de ‘Bradbury

komische rol in de opera. Hij voelt zich eenzaam in

building’ (1893), een gebouw dat menig cineast

het gezelschap van zijn vogels en droomt ervan dat

inspireerde. Zo is het ook de filmlocatie van onder

ze in mooie vrouwen veranderen. Zijn droombeeld

meer de film Blade Runner. Er is ook een minder

verdwijnt en Papagena, zijn denkbeeldige vrouw,

glamoureuze kant aan dit gebouw, omdat het

verschijnt. Zijn geluk lijkt volmaakt. Tot Papagena

momenteel gebruikt wordt door de dienst interne

angstig wegloopt van een slang en niet opnieuw

zaken van het politiedepartement van LA. Hier

verschijnt. Nadat hij de slang gedood heeft, wil hij

worden politieagenten verhoord. Daarom heeft

ook zijn eigen leven opofferen. Zijn drie papegaaien

het de bijnaam de ‘the oven’. Door de klank in de

redden hem van deze wanhoopsdaad. Daarbij

muziek aan te passen speelt hij in op dat element.

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

ke xe

Papageno (1935)

88

herinnert hij zich plots de beroemde melodie: PaPa-Pa-Pa-Pa-Pa-Papagena! Deze lokroep brengt zijn geliefde terug. Zoals het een ‘echt’ sprookje betaamt, leefden ze nog lang en gelukkig. Op het einde van de film krijgen ze nog veel kleine Papageno’s en Papagena's.


ANALYSEKADER CREDITS

Wie heeft het gerealiseerd

(bv. regisseur ...)?

Waar en wanneer kun je dit situeren?

IN

Wat is de naam van de animatie?

Welke mediavorm is dit (fotografie, film, game)?

Welke materialen hebben ze zeker gebruikt om dit technisch te realiseren?

VA N

VORMGEVING

Welke bouwstenen vallen op? Duid aan.

kader – effect – ordening

Beschrijf een eerste opvallende

aa

bouwsteen.

pl

Beschrijf de tweede opvallende bouwsteen.

m

Wat is er nog opvallend?

BETEKENISGEVING

ke xe

Wat is het thema/de boodschap van dit fragment? Wat is jouw interpretatie van de boodschap?

Wat is het effect van de inhoud op jouw

beleving? Wat doet het met je? Wat is de culturele relevantie?

kij

Wat is de functie van deze cultuuruiting?

BEOORDELING Wat vind je van de vormgeving en betekenisgeving? Vind je het idee (concept) geslaagd? Wat is je mening over dit fragment?

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

89


2 Welke verbanden zie je tussen de twee fragmenten? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op? Wat

concludeer je daaruit? Gelijkenissen:

IN

Verschillen:

VIP Charlotte ‘Lotte’ Reiniger (1899-1981) was een Duitse filmregisseur en de belangrijkste pionier op het gebied van

VA N

Conclusie:

silhouetanimatie. Haar bekendste films zijn De avonturen

van prins Achmed uit 1926 en Papageno uit 1935. Met de

silhouetfilm De avonturen van Prins Achmed maakte ze tien

jaar voor Disneys eerste langspeelfilm Sneeuwwitje de eerste

aa

tekenfilm in de filmgeschiedenis. Hiermee ontwikkelde ze

al in de jaren 1920 een vormgeving en esthetiek die tot dan

ongeëvenaard was. De thema’s in de films van Lotte Reiniger

zijn altijd sprookjes, mythes en opera’s. Tijdens haar artistieke

© Ullstein Bild/Getty Images

pl

loopbaan ontwikkelde ze een vormtaal die niemand haar later zou nadoen. Sprookjes en Mozart waren haar inspiratiebron. Haar techniek vergde extreem veel geduld en gevoel voor precisie.

m

Uit de losse pols knipte ze de figuren voor haar silhouetfilms. ‘Mijn handen zijn zo vertrouwd met de schaar dat ze als vanzelf weten waar ze heen moeten’, zei ze daarover. Zo gaf ze vorm aan bloemen, dieren, mensen, sprookjes en fabeldieren. Haar geknipte silhouetten zijn voor haar de

ke xe

expressievorm bij uitstek.

Analyseren

kij

Bij media kunnen we verschillende elementen analyseren: bouwstenen, technieken en materialen. Het onderwerp en de bedoeling kan men telkens op een bepaalde manier

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

vormgeven.

90

5.4


Eureka!

Forum

VA N

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van beeldprojectie?”

IN

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

Zie je nu meer mogelijkheden voor het gebruik van beeldprojecties? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen

Giovanni Paolo Panini, detail uit Interior of the Pantheon, 1754 © The History Collection/Alamy

THEMA 3 HOOFDSTUK 5

In

kij

ke xe

m

pl

aa

een rol spelen bij het analyseren van beeldprojectie.

91


6 Hoofdstuk

Soundscape

IN

Intro

Sam en Robin liggen met hun rug in het gras te genieten van de eerste lentezon. Sam hoort het vrolijke getoeter

VA N

van een huwelijksstoet. Robin luistert liever naar het gezang van de koekoek en de tjiftjaf. Wanneer de bijen in hun oren zoemen, wuiven ze hen weg.

FUTURISME EN ZIJN ONOMATOPEE

De ontwikkelingen van de industriële revolutie waren zo overweldigend en volgden elkaar

in een ijltempo op. De uitvindingen van elektriciteit (= straatverlichting), stoommachines, auto’s,

treinen, trams, de eerste vliegtuigen, radio, kunststoffen, fotografie en film veranderden de wereld razendsnel.

Geïnspireerd door dit nieuwe tijdperk ontstond de kunststroming ‘futurisme’ in Italië, met een hoogtepunt tussen 1909 en 1914. Die nieuwe kunststroming wilde alle bestaande conventies achter zich laten en ervoor kiezen de strikte scheiding tussen de verschillende kunstvormen te

aa

laten varen. Verschillende media versmolten in elkaar. Alles wat de industriële revolutie met zich meebracht, fascineerde de kunstenaars: beweging, lawaai, snelheid, technologie, energie. Voor hen lag de focus alleen nog op de toekomst en de vernieuwing. Het Italiaanse ‘futura’ betekent

pl

dan ook toekomst. De kunstenaars wilden het moderne stadsleven in al zijn facetten weergeven. Tijdens theateravonden werden gedichten voorgedragen, en de inhoud van de tekst

m

werd kracht bijgezet door het lichaam in te zetten als instrument. Ze zwaaiden met armen en benen, maakten harde geluiden, riepen klanken en woorden. Dat waren onomatopeeën of klanknabootsingen. Daarbij omschrijft het woord het geluid, fonetisch. Zo kun je het geluid

ke xe

van een autoclaxon nadoen of het ook beschrijven als getoeter. Zo kan een machine vroemen, tikken, knallen ... De klanken werden vervat in gedichten, schetsen en schilderijen. Zo ontstond het concept ‘totaaltheater’. In die tijd waren de muzikale composities van Luigo Russolo spectaculair. In 1913 ontwierp hij elektrisch aangedreven klankmachines. Je zou ze vandaag eerder omschrijven als lawaaimachines. De kunstenaars van het futurisme verheerlijkten de

kij

technologische ontwikkeling.

Bekijk de tekening van de Macchina

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

tipografica (de drukpers) aandachtig.

92

Het is een schets van Giacomo Balla, die een onomatopee verbeeldt. Formuleer een antwoord op de volgende vragen en bespreek de antwoorden nadien klassikaal. a Wat gebeurt er op deze afbeelding? b Waaraan zie je dat? c Wat kun je nog meer ontdekken?

Giacomo Balla, Macchina Tipografica, 1914


l

BREINBREKER In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

IN

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van klank?” Forum dagelijks? Wanneer hoor je ze? Brainstorm met je klasgenoten.

Waarnemen en beschouwen

aa

STAP 1

Parcours

VA N

Welke geluiden hoor je bewust? Wanneer vind je geluid aangenaam? Welke geluiden omringen ons

Wat neem je waar wanneer je naar een klankgedicht luistert? Wat zijn het onderwerp en de bedoeling van

pl

een klankgedicht?

1 Om te oefenen wat je kunt waarnemen bij media, en bij klankgedichten in het bijzonder, bekijk je het

m

geïllustreerde klankgedicht Zang Tumb Tumb (1914) van Fillipo Tommaso Marinetti. Waarnemen

welke hoogte zou de camera staan?

Kadrering: wat kun je

vertellen over de grootte

In

kij

Kader

van de beelden? Waar wordt de blik van de toeschouwer naartoe getrokken? Camerabeweging: zou de camera op een vaste plaats staan?

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

ke xe

Camerastandpunt: op

93


geluiden hoor je? Hoe

speelt de klanksterkte een

verhaal? Visuele effecten: hoe worden de beelden

vervormd? Wat kun je

zeggen over kleur en licht?

Gelaagdheid: beschrijf de laagjes die je hoort in de

Ordening

muziek. Beschrijf de lagen

die je ziet in het beeld.

Ritme: hoelang duurt een shot? Hoe is het ritme (snel, medium, traag)? Volgorde: op welke manier volgen de beelden elkaar

aa

op?

Effect

IN

rol in het verloop van het

VA N

Geluidseffecten: welke

2 Eerst heb je naar een visualisatie van de futuristische tekst Zang Tumb Tumb van Marinetti gekeken en

geluisterd. Nu probeer je ook te achterhalen wat het onderwerp en de bedoeling van de kunstenaar zijn.

pl

Daarvoor heb je context nodig. Lees de tekst en beantwoord de vragen.

m

FILLIPO MARINETTI, ZANG TUMB TUUUM Marinetti maakte poëzie voor het oog en voor het oor, om gezien en gehoord te worden.

ke xe

Hij heeft systematisch geprobeerd om met een niet-traditionele typografie richting te geven aan de declamatie of het voordragen. Hierin ligt de basis voor de visuele poëzie. Zijn aandacht is voortdurend gericht op de akoestische dimensie. De vormgeving van zijn woorden functioneert net zoals een partituur voor een muzikant. ‘[Het] meesterwerk van Words-in-Freedom en van Marinetti’s literaire carrière was Zang

Tumb Tuuum: het verhaal van de belegering door de Bulgaren van het Turkse Adrianopel in de

Balkanoorlog, waarvan Marinetti getuige was geweest als oorlogsverslaggever. De dynamische

kij

ritmes en onomatopoëtische mogelijkheden die de nieuwe vorm bood, werden nog effectiever gemaakt door het revolutionaire gebruik van verschillende lettertypen, vormen, grafische

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

arrangementen en formaten die een onderscheidend onderdeel werden van het futurisme.

94

Verschillende stemmingen en snelheden, los van het lawaai en de chaos van de strijd ... Het publiek in Londen, Berlijn en Rome werd overweldigd door de tongdraaiende vitaliteit waarmee Marinetti Zang Tumb Tuuum declameerde. Het staat als een van de monumenten van de

experimentele literatuur, zijn telegrafische spervuur van zelfstandige naamwoorden, kleuren, uitroepen en richtingen die in het gierende van treinen uitstromen, de rat-a-tat-tat van geweren en het gekletter van telegrafische berichten.’ Uit: Caroline Tisdall en Angelo Bozzola, Futurism, 1978.


Beschouwen Waarover gaat dit

klankgedicht?

Wat is het onderwerp?

Waarom denk je dat?

IN

Onderwerp

Welke spiegel wil Marinetti ons

voorhouden?

Wat is de bedoeling van de kunstenaar?

Welke boodschap wil

hij meegeven?

VA N

Betekenis

3 Na waarnemen en beschouwen combineer je wat je kunt waarnemen met wat je weet over de context.

Bekijk het gedicht van Paul van Ostaijen, ‘Marc groet ’s morgens de dingen’ en beantwoord de vragen. Waarnemen Camerastandpunt: de camera staan?

aa

op welke hoogte zou

Kadrering: wat kun

pl

je vertellen over beelden? Waar

wordt de blik van de

toeschouwer naartoe

m

Kader

ke xe

getrokken?

Camerabeweging: loopt er iemand rond

In

kij

met de camera? Zou

de camera op een

vaste plaats staan?

Geluidseffecten: welke geluiden hoor je? Hoe speelt de klanksterkte een rol in het verloop van

Effect

het verhaal?

Visuele effecten:

hoe worden de beelden vervormd?

Wat kun je zeggen

over kleur en licht?

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

de grootte van de

95


Gelaagdheid: beschrijf de laagjes die je hoort in de

het beeld. Ritme: hoelang duurt een shot? Hoe is het

ritme (snel, medium,

traag)?

Volgorde: op welke

manier volgen de

beelden elkaar op?

IN

lagen die je ziet in

VA N

muziek. Beschrijf de

Ordening

Waarover gaat het Onderwerp

gedicht?

Wat is het

onderwerp?

Welke spiegel wil

Van Ostaijen ons

pl

voorhouden?

Wat is de bedoeling van de kunstenaar?

Welke boodschap wil

m

Betekenis

aa

Waarom denk je dat?

Beschouwen

ke xe

hij meegeven?

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem

dag stoel naast de tafel

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

kij

dag brood op de tafel

96

dag visserke-vis met de pet

pet en pijp

goeiendag

van het visserke-vis

DAA-AG VIS dag lieve vis

dag klein visselijn mijn

ploem ploem


Waarnemen en beschouwen Hoe heeft Paul van Ostaijen vorm gegeven aan onderwerp en betekenis?

IN

Waarnemen en beschouwen

VA N

6.1

Zie kenniskader 5.1, op p. 82.

Verbeelden en creëren

STAP 2

aa

Je gaat stap voor stap je ‘klankgedicht’ over je eigen ochtendritueel vormgeven. Instap

Benoem zoveel mogelijk onomatopeeën die je met je eigen stem kunt nabootsen. Hikken, gorgelen,

pl

brommen, fluisteren, piepen, toeteren, sissen, snurken ... Opwarming

m

Schrijf de onomatopeeën op die je samen met je klas verzonnen hebt. Spreek ze elk om de beurt uit. Doe dat met verschillende ritmes en verschillende intonaties.

ke xe

Verkenning

Stap 1 — brainstorm

Je houdt een korte brainstorm over de geluiden die je ’s ochtends omringen tussen het ontwaken en het betreden van de schoolpoort. Wat of wie maakt je wakker, wat doe je daarna? Wie begroet je? Wat eet je? Hoe ga je naar school? Noteer een twintigtal geïsoleerde momenten. Schrijf ze op een groot blad. Hou uiteindelijk een tiental geluiden/klanken over die die momenten omschrijven. Bespreek daarna je ideeën

Stap 2 — klankgedicht Bekijk de klankgedichten van Paul van Ostaijen. Analyseer welke lettertypes, formaten en letterlijnen je ziet. Welke woorden staan vet en dik, welke woorden staan dun en lang gerokken? Stap 3 — experiment Geef twee woorden uit je lijst vorm. Zorg ervoor dat de vorm van je woorden de actie ondersteunt. Declameer de woorden en laat ze filmen door je klasgenoot.

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

kij

met een klasgenoot.

97


Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken Stap 4 — werk samen Onderzoek hoe je de woorden gaat opnemen. Vanuit welke positie ga je je klasgenoot

Kader

filmen?

IN

Met welke filter ga je het geluid vervormen? Ga verder op zoek naar hoe je met de

Effect

typografie en klank kunt spelen.

Maak een korte take van drie verschillende beelden, telkens met een woord. Wissel

Ordening

declamatie en tekening af.

VA N

Verwerking Stap 5 — uitwerken

Kies uit je brainstorm (Stap 1) een idee dat je verder wilt uitwerken. Eindopdracht

Maak in duo een opgenomen klankgedicht met 10 geluiden (ongeveer 1 minuut) uit jullie eigen doordeweekse ochtendritueel (van het opstaan tot aan de schoolpoort). Start met het beeld van iemand die declameert.

Monteer tussen de woorden de getekende woorden.

Denk aan de volgorde van de beelden.

Varieer met het kader, zorg voor verschillende standpunten, wees bewust van wat je wel of niet in beeld zet.

– Creëer visuele effecten door filters te gebruiken op je smartphone.

aa

Presentatie

Presenteer je scènes na elkaar. Zet ze klaar in de digitale leeromgeving. Zo kun je ze na elkaar afspelen.

pl

Reflectie: bespreek in duo de reflectievragen Beleving

m

Hoe heb je het maken van dit filmpje ervaren? Was het uitdagend voor jou? Betekenisgeving

ke xe

Wat lokt het uit bij jou om je ochtendritueel vorm te geven? Zie je parallellen met klasgenoten? Vormgeving

Is het gelukt om je typografie vorm te geven door te vergroten/verkleinen/vervormen?

kij

Wat leerde je over je jezelf en over je klasgenoten?

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

Verbeelden

98

Zie kenniskader 5.2, op p. 85.

6.2


STAP 3

Conceptualiseren

IN

Is media altijd media? 1 Bekijk het schilderij Interventionistische demonstratie van

a Bespreek de volgende vragen.

Wat stelt de afbeelding voor?

Is dit een multimediale voorstelling?

Wat stelt dit voor?

Waarom denk je dat?

Wat is kenmerkend voor media?

VA N

Carlo Carrà.

Carlo Carrà, Interventionistische demonstratie, 1914

b Lees de tekst en bespreek de vragen klassikaal.

aa

CARLO CARRA, INTERVENTIONISTISCHE DEMONSTRATIE Carrà maakte bovenstaande collage nadat hij honderden pamfletten in de lucht had zien dwarrelen, die uit een vliegtuig werden verstrooid boven het Piazza del Duomo in Milaan. Het was vlak na de moord op aartshertog Franz Ferdinand in Sarajevo. De Italiaanse

pl

betrokkenheid bij de Eerste Wereldoorlog is voorgesteld door de Italiaanse vlaggen en het woord 'ITALIANO'. Ook de woorden lijken uit het middelpunt voort te komen en roepen een

m

gevoel van expansie op. De donkere zones in het centrum creëren ruimtelijkheid – een diepe leegte – waaruit het geluid voortkomt en de ruimte geleidelijk laat afvlakken naar de randen. De vormen in de compositie van deze collage bewegen zich (op kubistische wijze) vanuit

ke xe

het centrum naar buiten. Het geeft de impressie van een hard geluid of explosie. Dit visuele ‘gedicht’, waarin de verbeelding van klank vorm krijgt, is een vroeg voorbeeld van ‘concrete poëzie’. Er zijn verschillende onomatopoëtische klanken in de voorstelling te herkennen.

Wat zijn je conclusies wanneer je gaat beschouwen over onderwerp en betekenis?

Waarover gaat het? Wat is het thema? Waarom denk je dat? Wat is de betekenis?

Hoe geeft Carrà het onderwerp en de betekenis die hij eraan geeft vorm? Is het een collage? Wat is het doel van deze collage? Wat is kenmerkend aan deze collage? THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

kij

Uit: kunst-modernisme.blogspot.com/p/futurisme.html

99


2 Bekijk het werk Music for 100 Carpenters van Douglas Henderson a Bespreek de volgende vragen klassikaal.

Wat stelt het voor?

Wat zijn je conclusies wanneer je volgende opname waarneemt?

Op welke hoogte zou de camera staan?

Wat kun je vertellen over de grootte van het beeld?

Waar wordt de blik van de toeschouwer naartoe getrokken?

Loopt er iemand rond met de camera? Zou de camera op een vaste plaats staan?

Welke geluiden hoor je? Hoe speelt de klanksterkte een rol in het verloop van het verhaal?

Beschrijf de laagjes die je hoort in de muziek.

MUSIC FOR 100 CARPENTERS

VA N

b Lees de tekst en bespreek de vragen klassikaal.

IN

Music for 100 Carpenters is een theatraal surround sound-werk met honderd

arbeiders, honderd hamers en zo’n tienduizend spijkers. Onder begeleiding van werkbegeleiders worden duizenden hamerslagen golven van tonaal geruis. Onder andere gereedschapsriemen en broodtrommels maken deel uit van de partituur, en een vogelvluchtvideo met prachtig gedetailleerde zeskanaals geluidsopname vormt de

aa

installatie.

Wat zijn je conclusies wanneer je gaat beschouwen over onderwerp en betekenis?

Waarover gaat het? Wat is het thema? Waarom denk je dat? Wat is de betekenis?

Hoe geeft Douglas Henderson het onderwerp van de opname en de betekenis die hij eraan geeft vorm?

Is het een opname? Wat is het doel van deze opname? Wat is kenmerkend aan deze opname?

m

pl

ke xe

Conceptualiseren

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

kij

Zie kenniskader 5.3, op p. 88.

100

6.3


STAP 4

Analyseren

VA N

Oliver Beer of Petr Válek Doma, neem het analysekader erbij en vul de vragen in.

IN

1 Kun je verbanden leggen tussen verschillende opnames? Kies een van de twee volgende bronnen, van

Oliver Beer, Vessel Orchestra (2017)

Petr Válek Doma, Music for Ji.hlava (2020)

Petr Válek Doma is een Tsjechische experimentele

artefacten en hedendaagse vazen uit een

muzikant. Hij verzamelt ogenschijnlijk waardeloze

Oliver Beer (°1985) verzamelde kunsthistorische

materialen bij elkaar. Niet de vorm primeert

in een grote installatie. Al de objecten hebben

hier, maar de klank die de gevonden objecten

één grote gemene deler: ze zijn hol, het zijn

produceren. De objecten worden volgens een

dus klankkasten. Holle objecten kunnen geluid

bepaalde ordening tegenover elkaar geplaatst.

produceren. Zo geeft hij de makers van deze

Als een soort mini-orkest. Petr Válek Doma

objecten na vele eeuwen een stem. De vazen

manipuleert ze als muzikant/dirigent een voor een

laten via een microfoon hun ‘stem’ horen. Bij het

in een muzikale compositie. In de opname zijn

bekijken van de installatie ga je als toeschouwer

zowel beeld als klank belangrijk.

pl

aa

kunsthistorisch museum en combineerde die

op zoek naar de oorsprong van het geluid. Welke

m

vaas maakt welke klank? Door hun statische houding ben je verplicht je oren actief te

ke xe

gebruiken.

ANALYSEKADER CREDITS

Wie heeft het gerealiseerd?

Waar en wanneer kan je dit situeren?

VORMGEVING

Welke mediavorm is dit?

Welke materialen hebben ze zeker gebruikt om dit technisch te realiseren?

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

kij

Wat is de naam van het werk?

101


Welke bouwstenen vallen op?

kader – effect – ordening

Beschrijf een eerste opvallende

bouwsteen.

bouwsteen.

IN

Beschrijf de tweede opvallende

Wat is er nog opvallend?

BETEKENISGEVING

fragment? Wat is jouw interpretatie van

de boodschap?

Wat is het thema/de boodschap van dit

VA N

Wat is het effect van de inhoud op jouw beleving? Wat doet het met je?

aa

Wat is de culturele relevantie? Wat is de

functie van deze cultuuruiting?

pl

BEOORDELING

vormgeving en betekenisgeving? Vind je

m

Wat vind je van het samenspel van het idee (concept) geslaagd?

ke xe

Wat is je mening over dit fragment?

2 Welke verbanden zie je tussen de twee fragmenten? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op? Wat

concludeer je?

kij

Gelijkenissen:

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

102

Verschillen: Conclusie:


Analyseren

6.4

Zie kenniskader 5.4, op p. 90.

IN

Eureka!

VA N

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van klank?” Forum

Ben je je nu bewuster geworden van verschillende geluiden? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen

ke xe

m

pl

aa

een rol spelen bij het analyseren van klank en of je nu anders met geluiden omgaat.

THEMA 3 HOOFDSTUK 6

In

kij

Roy Lichtenstein, Whaam!, 1963 © Christopher Furlong/Getty Images

103


Synthese ‘Media’ combineert verschillende disciplines en bestaat uit een eindeloze variatie aan audiovisuele installaties, virtuele kunstwerken, multimediaperformances ... Mediakunst is even veranderlijk als de technologieën zelf: analoog of digitaal, hardware of software, algoritmes of robotica ... Mediakunstenaars verbinden daarbij ook

IN

artistiek onderzoek met verschillende domeinen. Bij het zelf creëren kijk je naar elkaar en waardeer je wat

anderen doen. Je gebruikt je fantasie in het gebruik van de bouwstenen: kader, effect en ordening. Je gebruikt verschillende technieken en materialen bij de uitvoering, en begrijpt dat ‘media’ verhalen, ideeën, emoties ... kunnen uitdrukken. Door verschillende stukken waar te nemen, te beschouwen, te analyseren en zelf aan de kracht kunnen bijzetten.

BOUWSTENEN KADER: Hoe je iets vastlegt, in beeld brengt of regisseert.

De plaats waar de maker staat om iets in beeld te brengen, op welke hoogte de camera staat, bv. vogelperspectief, kikvorsperspectief.

Camerastandpunt

VA N

slag te gaan, heb je gezien dat mensen op verschillende manieren en met verschillende technieken betekenis

Beeldcompositie: hoe diverse elementen in het beeld zich ten opzichte van elkaar verhouden, de compositie leidt de aandacht van de toeschouwer. close-up: detail, van borsthoogte tot net boven het hoofd;

medium shot: middelgroot, vanaf het middel;

full shot: totaalbeeld, ten voeten uit.

Fix: de camera blijft ter plaatse.

Travel: de camera verplaatst zich langs het onderwerp.

Pan(orama): de camera staat op een vast punt en draait van links naar rechts.

Zoom: de camera staat stil en brengt het beeld dichter (inzoomen) of verder

aa

m

Camerabeweging

Beeldgrootte:

pl

Kadrering

(uitzoomen).

ke xe

EFFECT: Een bewerking, een verandering uitvoeren in een fragment. Visuele effecten

vervorming, kleur, licht

Geluidseffecten

vervorming, volume

kij

ORDENING: Een volgorde bepalen voor stilstaande of bewegende beelden of geluiden. verschillende lagen/sporen in beeld en geluid

Ritme

traag, medium, snel ...

Volgorde

Hoe begint het, wat gebeurt erna ...

THEMA 3

In

Gelaagdheid

104


TECHNIEKEN: Hoe is het materiaal behandeld. In (audiovisuele) media zitten beeldelementen (gebruik van de camera, beeldinvulling, montage) en geluidselementen (geluidsopnamen en mogelijkheden bij geluidsopnamen). Die worden in een bepaalde volgorde achter elkaar geplaatst met een bepaald ritme. stilstaand beeld (foto),

beeldreeks (strip),

bewegend beeld (film of video),

digitaal beeld (visuele beelden op een computer).

VA N

IN

1) Beeldelementen:

Beeldelementen kan men opdelen in drie groepen:

1.1) Elementen die gebonden zijn aan het gebruik van de camera: afstand van de camera,

camerastandpunt,

kadrering,

snelheid van de beelden,

visuele kwaliteiten van het beeld,

bewegingsmogelijkheden met de camera.

1.2) Elementen die te maken hebben met beeldinvulling of mise-en-scène: —

het licht: kleur en textuur van het beeld —

kleur: intensiteit, grijswaarden, soorten kleuren

schaduw: eigen schaduw, slagschaduw;

aa

Montage

personages;

verhaal;

gebruik van kostumering, rekwisieten en decorstukken.

pl

1.3) Elementen die bepaald worden door de montage: decoupage,

parallelmontage,

tijd en tijdsverloop.

m

ke xe

2) Het geluid

2.1) Geluidsopname: —

stemmen,

natuurlijke geluiden,

geluidseffecten,

muziek.

kij

2.2) Mogelijkheden bij de geluidsopname:

In

Opname

geluidsmontage loopt synchroon met het beeld;

zoals we beeld kunnen vervormen, kunnen we ook experimenteren met vervormingen van het geluid.

De technieken die men gebruikt bij de opname van het beeld en van het geluid.

MATERIALEN montage-unit, smartphone, camera, fototoestel

Sommige materialen kunnen digitaal of analoog zijn.

THEMA 3

Microfoon,

105


m

ke xe

kij

In

4 r©

aa

pl

thema

Beeld

VA N

IN


c

Waarover gaat dit thema? Mensen hebben altijd in groepen geleefd. In een groep kunnen we ons laten leiden door een groepsgevoel. Mensen willen uitdrukken dat ze tot een groep behoren en gebruiken daarvoor onder andere uiterlijke kenmerken: gemeenschappelijke kleding, accessoires, kapsels … zijn al eeuwenlang een manier om de groepsidentiteit vorm te geven. We onderzoeken in hoofdstuk 7 hoe we met uiterlijke

IN

kenmerken kunnen communiceren dat we tot een bepaalde groep behoren. Symmetrie is een aspect dat we terugvinden in de natuur en zeker ook in de verschillende domeinen (muziek, dans ...). We

analyseren in hoofdstuk 8 krachtige beelden die de bouwstenen ruimte, vorm, lijn, licht, kleur, textuur

c

Wat leer ik in dit thema? Vink aan wat je in de loop van dit thema hebt geleerd.

Ik begrijp dat smaken verschillen.

Ik licht mijn interesse en waardering voor beeld toe.

VA N

en compositie inzetten. We analyseren de technieken en materialen die daarbij worden ingezet.

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden dat we het onderwerp en de bedoeling van beeld op verschillende manieren kunnen waarnemen en interpreteren.

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden uit tijd en ruimte dat ik vanuit meerdere

aa

perspectieven naar de bedoeling, het onderwerp en de vormgeving van beeld kan kijken. Ik analyseer aan de hand van bouwstenen, materialen en technieken hoe onderwerp, bedoeling en vormgeving elkaar onderling beïnvloeden in beeld.

pl

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden de invloed van gewoonten, waarden, normen en het doorbreken ervan.

Ik experimenteer met expressiemogelijkheden voor beeld door met bouwstenen, materialen

m

en technieken te verkennen.

Ik zet bouwstenen, materialen en technieken in bij het creëren van beeld vanuit mijn

ke xe

verbeelding.

Ik/wij presenteer/presenteren onze uitwerking in beeld individueel of samen. Ik licht mijn interesse en waardering toe voor de beelduitwerkingen van mijn klasgenoten. Ik analyseer hoe ik via beeld mijn gedachten, gevoelens, gedrag en identiteit uitdruk. Ik reflecteer over de bouwstenen, materialen en technieken die ingezet zijn in mijn eigen

kij

uitwerking en in die van medeleerlingen.

c

Begrippen

vormgeving – materialen – onderwerp – bedoeling – technieken – bouwstenen (ruimte, vorm, lijn, licht, kleur, textuur, compositie)

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

Ik reflecteer over de manier waarop de vormgeving aansluit bij onderwerp en bedoeling.

107


7 Hoofdstuk

Uniform of uniek?

IN

Intro

Overdag zijn Sam en Robin stille, rustige leerlingen. Ze dragen geen opvallende kledij en lijken anoniem op

VA N

te gaan in de massa. Ze genieten ervan hun avatar online vorm te geven. Online dragen ze de kleding die ze willen en hebben ze de meest waanzinnige kapsels. Daarin zijn ze niet alleen: ze behoren tot een groep die kledingcodes afspreekt.

LORD OF THE FLIES Het originele verhaal van Lord of the

Flies speelt zich af in oorlogstijd, wanneer een Brits vliegtuig vol schooljongens neerstort in een afgelegen gebied ergens in de Stille

Oceaan. De atletische Ralph wordt verkozen

tot leider. Hij heeft drie regels: plezier maken,

aa

overleven en rook maken om opgemerkt te kunnen worden door passerende schepen.

Maar niet iedereen volgt de regels en wanneer

pl

er een schip passeert, is er niemand om vuur te maken. Er ontstaat ruzie. Moeten regels

m

worden gevolgd? Ondertussen groeit de angst voor een onzichtbaar beest op het eiland. Of

zit dat beest in hen zelf? Ze werpen stilaan hun

ke xe

schooluniformen af en beschilderen zichzelf. Geleidelijk vervallen de jongens tot een staat van barbaarse wreedheid. Behalve Piggy. Piggy is een scheldnaam voor de dikste jongen van de klas. Hij kan niet zwemmen, heeft astma en

© AGEFOTOSTOCK/Belga Image

een bril. Hij is de stem van de rede, het verstand. Drie weken later worden ze gered. Drie kinderen

kij

zijn overleden, onder wie Piggy. Is dit een bikkelhard verhaal over de ware

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

natuur van de mens? Of toch niet? Net als het

108

eiland in de film is het internet vandaag een plek zonder remmingen. Dat wil zeggen: even gevaarlijk als bevrijdend. Voortdurend online zijn, is niet bevorderlijk voor creativiteit en verbeelding. Of net wel? Duwt het internet ons in uniformiteit? Of blijven we uniek? © INTERFOTO Friedrich


Bekijk het fragment uit Lord of the Flies van Peter Brook aandachtig. Formuleer een antwoord op de volgende vragen en bespreek de antwoorden nadien klassikaal. a Wat gebeurt er in dit fragment? b Waaraan zie je dat?

IN

c Wat kun je nog meer ontdekken?

Good to know

VA N

De echte Lord of the Flies

De Nederlandse historicus Rutger Bregman (°1988) beschrijft in zijn boek De meeste mensen deugen zijn zoektocht naar het echte verhaal van de aangespoelde jongens op het eiland. Er werden

miljoenen exemplaren verkocht van Lord of the Flies en het is vertaald in wel meer dan dertig talen. Het verhaal werd in 1951 van a tot z verzonnen door William Golding, een Britse leraar. Kan een verhaal als dit echt gebeurd zijn? Rutger Bregman ontdekte van wel.

In 1965 voeren zes jongens uit. Ze waren leerlingen van een kostschool in de hoofdstad van Tonga, een eilandengroep in Polynesië. De oudste was 16 jaar en de jongste 13 jaar. Ze verveelden zich op

school, waren op zoek naar avontuur en besloten een boot te nemen en te gaan varen. Ze kwamen in een storm terecht en landden als schipbreukelingen op het eiland Ata in de Stille Oceaan. Iedereen dacht dat de jongens gestorven waren op zee, maar meer dan een jaar later werden ze gevonden en gered door een Australische schipper. De jongens stelden het goed: ze hadden een moestuin, vingen water op in uitgeholde boomstronken, maakten muziek en hadden vuur weten

aa

te maken dat ze niet meer lieten uitgaan. De Australische kapitein die de jongens terugvond, nam

kij

ke xe

m

pl

hen later aan als bemanning op zijn boot. De naam van de boot: Ata.

BREINBREKER In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van beeld?”

Forum Wat associeer je met een uniform? Wat associeer je met uniek zijn? Brainstorm met je klasgenoten.

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

l

109


Parcours Waarnemen en beschouwen

IN

STAP 1

1 Om te oefenen wat je kunt waarnemen bij beelden bekijk je

deze foto. a Neem waar wat je ziet op de foto. Welke drie woorden

komen spontaan bij je op? Bespreek klassikaal. b Noteer in de onderstaande tabel per deelthema wat je

Waarnemen

m

pl

aa

hebt waargenomen en bespreek het nadien klassikaal.

VA N

Wat neem je waar wanneer je naar beelden kijkt? Wat zijn het onderwerp en de bedoeling van beelden?

ke xe

Ruimte

Vorm

Lijn

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

kij

Licht

110

Kleur

Textuur

Compositie


2 Eerst heb je naar een foto gekeken. Nu probeer

je ook te achterhalen wat het onderwerp en de bedoeling zijn van een fotograaf. Daarvoor heb je doorgaans context nodig.

Dit is de cover van het boek People of the Twenty-

IN

First Century van Hans Eijkelboom. Lees de onderstaande tekst die uitleg geeft over de

VA N

context en beantwoord daarna de vragen.

PEOPLE OF THE TWENTY-FIRST CENTURY De Amsterdamse fotograaf Hans Eijkelboom (°1949) maakt al meer dan dertig jaar lang fotoseries van mensen die er op een bepaalde plek, binnen een korte tijdspanne bijna identiek

uitzien: vrouwen met roze topjes, mannen met jeansvesten, tieners met sportschoenen, meisjes met kaptruien ... Hij observeerde trends in het straatbeeld in vijftig verschillende steden, van Mumbai tot Moskou. Hij maakte inmiddels duizend series over deze wereldwijde modieuze eensgezindheid. Overal doorkruiste hij grote winkelstraten op zoek naar vestimentaire

aa

gelijkenissen. De camera hing rond zijn nek en via een draadje in zijn jaszak maakte hij de foto’s. Voor Hans Eijkelboom zijn de grote boosdoeners van deze uniformiteit evident: de modeketens

m

Beschouwen

pl

die over de hele wereld filialen hebben.

Onderwerp

Waarover gaat deze reeks foto’s?

Wat is het onderwerp van deze foto’s?

ke xe

Waarom denk je dat?

Welke spiegel wil Eijkelboom ons

Wat is zijn bedoeling?

Wat is zijn boodschap?

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

kij

Betekenis

voorhouden?

111


3 Na waarnemen en beschouwen combineer je wat je kunt waarnemen met wat je weet over de context. Zo

krijg je inzicht in het onderwerp van de foto en de bedoeling van de fotograaf. a Zoek op het internet het artikel 'buitenaardse portretten' gemaakt door Tim Walker. Noteer in de

onderstaande tabel per deelthema wat je hebt waargenomen.

Vorm

Lijn

Licht

VA N

Ruimte

IN

Waarnemen

Kleur

Compositie

aa

Textuur

pl

b Lees de onderstaande tekst die uitleg geeft over de context en beantwoord daarna de vragen.

TIM WALKER EN IBRAHIM KAMARA

Deze foto’s werden gemaakt door Timothy ‘Tim’ Walker (°1970), een Britse (mode)

m

fotograaf. Walker selecteerde stills uit Peter Brooks filmbewerking van Lord of the Flies uit 1963. Hij geeft zijn betekenis aan het verhaal door een reeks surreële beelden. In deze

ke xe

fotoreeks toont hij jongeren die aan hun lot worden overgelaten en hun fantasie de vrije loop laten. Walker fotografeerde deze kostuums analoog en bewerkte de foto’s niet. De Britse modestylist Ibraham Kamara (°1996) en zijn team van stylisten bedachten

voor dit groepje jongeren outfits gemaakt van gestreepte boodschappentassen en gasmaskers van oude plastic flessen. Net als de schooljongens in de film Lord of the Flies

kij

van Peter Brook vormen deze jongeren een eigen stam, vrij van gangbare modeconventies.

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

Beschouwen

112

Onderwerp

Wat is het onderwerp van deze foto? Waarom denk je dat? Welke spiegel wil Tim Walker ons

Betekenis

voorhouden?

Wat is zijn bedoeling?

Wat is zijn boodschap?


Waarnemen en beschouwen Hoe hebben Tim Walker en Ibrahim Kamara vorm gegeven aan onderwerp en betekenis in deze

IN

uitwerking?

Waarnemen en beschouwen

VA N

7.1

Bij het begrip beeld denk je misschien onmiddellijk aan een schilderij. Beeld is veel meer dan dat. Beeld is een kunstvorm waarbij je betekenis geeft door een bewuste vormgeving met

materialen. Het kan zowel 2D (schets, collage, print ...) als 3D (installatie, textiel, sculptuur ...) zijn. We onderscheiden inhoudelijke en vormelementen. 1.

Inhoudelijke elementen (betekenisgeving) komen voort uit wat de kunstenaar wil

vertellen (een verhaal, ervaring, gevoel, idee). Waar gaat het beeld over? Wat is het 2.

onderwerp? De bedoeling? De boodschap? Het verhaal? Het thema? In de vormelijke elementen (vormgeving) kiest de kunstenaar welke materialen en technieken die inhoud gestalte kunnen geven. Hij gaat hierbij aan de slag met de

Verbeelden en creëren

m

STAP 2

pl

aa

bouwstenen van beeld: ruimte, vorm, lijn, licht, kleur, textuur en compositie.

ke xe

Kun je een uniform creëren voor je klas?

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

kij

1 Lees op diddit het artikel ‘Rokjesdag vandaag’. Wat is je mening over deze actie?

113


2 Je gaat stap voor stap je ‘uniform’ vormgeven.

Instap Je gaat als modeontwerper een embleem samenstellen dat bij een uniform hoort. Het beeldende samenhang krijgt maar toch individuele verschillen (accenten) mogelijk zijn. Opwarming

IN

onderzoek bestaat erin om met textiel vorm, kleur en compositie te onderzoeken, waardoor je

Voorzie verschillende stukjes stof in allerlei kleuren. Kies (of knip) een geometrische vorm (driehoek, kleur.

VA N

vierkant, cirkel, rechthoek, ruit, ovaal, schild …) in een gekozen kleur. Zorg voor veel variatie in vorm en Iedereen houdt zijn vorm vast. Op het teken ga je snel per twee staan en combineer je beide stukjes

stof tot een embleem. Schik ze op een tafel. Bespreek kort wat je wilt vertellen met je embleem. Doe dat nadien nog met verschillende andere duo’s. Verkenning

Op de tafel liggen verschillende materialen: wol, vilt, stukken stof (niet te dik), pijperagers, watten … en

diverse verbindingsmaterialen (lijm, naald en draad, paperclips, nietjes, spelden …).

Kies een minder evident materiaal. Vervorm het zodat het een teken, vorm … wordt dat/die je ergens aan kunt bevestigen op je kledij.

Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken

Kies twee verschillende materialen: de ene dient als basis (en leg je open), de andere

Ruimte

aa

mag je vervormen (samenduwen, knopen, draperen …).

Heeft het embleem een specifieke, figuratieve vorm (klavertje, zon, hartje ...)? Is het

Vorm

pl

eerder geometrisch (vierkant …)? Is er symmetrie in het embleem of net niet ...?

Lijn

Bekijk welke kleur boven of onderaan ligt. Donker of licht?

m

Licht

Welke soorten lijnen wil je gebruiken (dik, dun, zigzag, golvend, recht ...)?

Is er reflectie in je materiaal?

ke xe

Zoek twee materialen die een interessante kleurcombinatie

Kleur

opleveren. Gebruik ofwel kleurcontrasten of harmonie door gelijkheid.

kij

Textuur

Compositie

Hoe voelt het aan (stekelig, rafelig, glad …)? Breng je verschillende vormen samen. Maak je vorm vast aan je basis door een van de verbindingstechnieken.

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

Verwerking

114

Werk per drie. Schrijf 25 woorden op die je associeert met deze klas. Kies er enkele uit die je inspiratie kunnen geven voor je uniform. Waarom zou deze klas een uniform dragen? Brainstorm over de verschillende vormen, insignes, emblemen die de klasgroep zouden kunnen symboliseren. Doe dat door te tekenen. Kies er één uit en verzin wat het embleem zou kunnen betekenen. Denk na over de vorm en de kleur (en de compositie). Maak verschillende schetsen van het volledige uniform. Hoe ziet het eruit, waar plaats je het embleem? Waar zitten mogelijke variaties? …


Eindopdracht Realiseer nu met je groep het (bijzondere) embleem voor dit uniform, waarvan je drie variaties ontwerpt. Maak het embleem door in stof te knippen en te plakken (en/of te naaien). Maak vast op je kledij. Gebruik hiervoor de verschillende materialen: allerlei stofjes … Maak drie varianten die gemeenschappelijke kenmerken hebben qua kleur en vorm. Je moet kunnen

IN

zien dat ze tot hetzelfde uniform horen. Bedenk dat het uniform iets wil uitstralen. Zorg ervoor dat je dat kunt verwoorden. Presentatie

Elke groep presenteert in een pitch van 1 minuut de drie modellen en legt uit wat de betekenis is in

VA N

functie van het uniform. Je verwoordt je keuze in vorm, kleur en compositie.

Telkens is er iemand in het publiek die als kritische modejournalist een vraag stelt. Reflectie: bespreek in duo de reflectievragen Beleving Hoe heb je het ontwerpen van een uniform ervaren?

Betekenisgeving

Welke betekenis heb je gegeven aan je uniform? Hoe heb je het idee ‘uniform’ verwerkt? Wat was voor jou de meerwaarde van het uniform? Vormgeving

Ben je tevreden met je resultaat? Hoe heb je kleur, vorm en compositie verwerkt? Wat zou je eventueel

aa

veranderen, mocht je deze opdracht opnieuw doen?

m

Verbeelden

pl

Wat leerde je over je jezelf en over je klasgenoten?

7.2

Bij beeld kunnen kunstenaars gebruikmaken van verschillende bouwstenen, technieken en

ke xe

materialen.

De bouwstenen van beeld zijn ruimte (2D, 3D), vorm (vormsoorten, contour, weergave), lijn (lijnsoorten, lijnvoering, lijnstructuur), licht (schaduw, licht), kleur (kleursoort, contrasten, kleurverzadiging, kleurtonen of tinten en aantal kleuren), textuur en compositie (compositie en vormgevingsprincipes).

Er zijn verschillende soorten materialen, zoals plastische materialen (klei, gips ...), teken- en schildermaterialen (verf, stift, potlood, inkt ...), digitale materialen (foto, video materialen (bloemen, hout ...) en kunststoffen (polyester, isomo …). Die hebben allemaal specifieke eigenschappen: gewicht, doorlatendheid, formaat, plasticiteit. Met verschillende verbindingen kunnen we materiaal aan elkaar hechten, bv. touw, elastiek, ijzerdraad. Men kan het werk opbouwen op verschillende dragers: op doek, op een houten plank ... THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

kij

en geluidsfragmenten), recuperatiematerialen (oud papier, glas, bouwafval ...), natuurlijke

115


Good to know Kraftwerk & Raf Simons Zowel in bijvoorbeeld muziek als in mode, zien we (elementen van) uniformen terugkomen. De Radioactivity-collectie uit 1998 van modeontwerper Raf Simons (°1968) refereert aan de Duitse elektroband Kraftwerk uit Düsseldorf. Die visionaire band werd opgericht in 1970 door Ralf

IN

Hütter en Florian Schneider-Esleben. Hun muziek tast de grenzen van mens en technologie af. Op de cover van het album The Man-

VA N

Machine uit 1978 staan de groepsleden van Kraftwerk afgebeeld als ‘modellen’, naar het nummer ‘The Model’. Raf Simons nam die look rechtstreeks over in zijn collectie. De strakke silhouetten bestaan uit een rood overhemd met collectie is ook de naam van het nummer ‘Radio-Activity’ uit het tweede album

Conceptualiseren

pl

STAP 3

aa

Radio-Activity van Kraftwerk uit 1975.

zwarte das en broek. De naam van de

m

Is een uniform altijd een uniform?

ke xe

UNIFORMEN

Sommige uniformen zijn zo functioneel en herkenbaar dat er geen creativiteit bij komt kijken

(bv. een beroepsmatig uniform in de verpleging of bij de politie). Een uniform kan ook rang en stand uitdrukken. Daar zijn onder andere emblemen, lintjes en medailles een uiting van. Ook traditie en folklore kunnen een rol spelen (bv. een uniform van een fanfare). De idee van een uniform kan gevoelens van verzet oproepen, zeker wanneer het uniform van

kij

bovenaf wordt opgelegd. Maar een uniform kan ook een gevoel van verbondenheid oproepen: door hetzelfde te dragen, is niemand meer of minder dan een ander (bv. een schooluniform, uniform uit de jeugdbeweging). Maar zelfs daar proberen mensen altijd een stukje eigenheid aan toe te voegen met

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

subtiele ingrepen (bv. kleurrijke sokken, een accessoire). De grens tussen ergens willen bij horen en je

116

willen onderscheiden van anderen leidt tot een persoonlijk uniform. Een persoonlijk uniform is een rode draad in je persoonlijkheid. Je drukt ermee uit wat je wilt uitstralen (bv. altijd zwarte kleding dragen). Het is een manier om jezelf te profileren. Hoe we ons kleden, zegt iets over wie we zijn en wat we willen uitdrukken. Sommige mensen verschijnen dan ook altijd in dezelfde outfit in het openbaar (bv. Steve Jobs, Karl Lagerfeld of het iconische kapsel van Vogue-hoofdredactrice Anna Wintour). We denken graag dat we uniek zijn, maar wat met de uniformiteit van de Instagram-fashionista’s die bijvoorbeeld allemaal dezelfde sneakers dragen?


1 Bekijk het volgende fragment en bespreek klassikaal de volgende vragen. a Wat voor soort ‘uniform’ is dit? b Wat is de bedoeling?

2 Lees de tekst om meer te weten te komen over de context. Vul daarna de kaders in.

COSPLAY

VA N

Cosplay is een Japanse vorm van performance art waarbij mensen met kostuums en accessoires een bepaald personage of idee uitbeelden. De favoriete bronnen daarbij zijn onder andere manga, anime,

gemaakt voor cosplayers om sociale netwerken en websites op te richten

computerspellen, films, J-pop (Japanse pop) ... Het internet heeft het mogelijk

IN

c Waarom denk je dat?

© Soundaholic Studio/Shutterstock

rond cosplay-activiteiten, terwijl forums hen in staat stellen om verhalen, foto’s, nieuws en tips

aa

te delen. De exponentiële groei van het aantal mensen die cosplay als hobby hebben sinds 1990 heeft ervoor gezorgd dat het fenomeen invloed heeft binnen de popcultuur. Dat is voornamelijk zo in Azië, waar cosplay invloed heeft op de straatmode en de popcultuur. Sommige cosplayers kiezen ervoor om gefotografeerd te worden door een cosplay-fotograaf die kwaliteitsfoto’s maakt

pl

van hen in hun kostuums, terwijl zij poseren als het personage. Dat wordt vaak gedaan op een locatie die relevant is voor het personage, zoals in kerken, parken, bossen, op stranden of in

m

verlaten gebouwen. Zulke cosplayers tonen vaak hun werk online op hun blog of website.

ke xe

Uit: Wikipedia

a Wat zijn je conclusies wanneer je onderwerp en betekenis beschouwt? Waarover gaat het? Wat is het

thema? Waarom denk je dat? Wat is de betekenis?

b Hoe geven cosplayers het onderwerp en de betekenis die ze eraan geven vorm? Is het een uniform?

kij

Wat is het doel van dat ‘uniform’? Wat is er kenmerkend aan? Of is het ‘uniek’?

7.3

Het vormgeven van de identiteit door uiterlijke kenmerken heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in verschillende samenlevingen. Overal ter wereld zien we voorbeelden van hoe men een uniform gebruikt om een identiteit uit te drukken, om macht te onderstrepen, bij rituelen ... Om een idee, verhaal, gevoel ... vorm te geven, gebruiken kunstenaars vlakke technieken (zoals tekenen, collage, schilderen) en/of ruimtelijke technieken zoals boetseren, 3D-printen, assembleren ...

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

Conceptualiseren

117


STAP 4

Analyseren

IN

1 Verdeel de klas in twee groepen. De ene helft bekijkt en analyseert een werk van Ron Mueck, de andere

helft analyseert een werk van Daniel Buren. Wat kun je van hen terugvinden op de sociale media? Neem het analysekader erbij en vul de vragen in. Daniel Buren

VA N

Ron Mueck

Ron Mueck, Couple Under an Umbrella, 2013 © Bart Maat/Getty Images

Daniel Buren, resterende poort van 4 Tore in Münster (Duitsland), 1987

Ron Mueck (°1958) is een Australische

Daniel Buren (°1938) is een beeldend kunstenaar uit Frankrijk. Kenmerkend voor zijn werk is het

aa

beeldhouwer. Hij maakt sinds 1996

gebruik van regelmatige, contrasterende grote

van siliconen en fiberglas. Daarnaast gebruikt

kleurrijke strepen. Hij integreert zijn conceptuele

hij veel realistisch materiaal, zoals bv. haren. Hij

werken in de publieke ruimte, bv. in de buurt van

maakt de beelden in verschillende afmetingen, van

historische architectuur.

pl

hyperrealistische beelden in kunststof: combinaties

m

minuscuul klein tot gigantisch groot.

ANALYSEKADER

ke xe

CREDITS

Wie heeft het werk gemaakt?

Wanneer kun je dit werk situeren?

VORMGEVING

kij

Welke technieken zie je?

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

Welke materialen hebben ze zeker gebruikt

118

om dit technisch te realiseren?

ruimte – vorm – lijn – licht – kleur – textuur – compositie

Welke bouwstenen vallen jou op?


Beschrijf een eerste opvallende bouwsteen.

Beschrijf de tweede opvallende bouwsteen.

IN

Wat is er nog opvallend?

BETEKENISGEVING Wat is het thema/de boodschap van dit beeld?

Wat is het effect van de inhoud op jouw beleving? Wat doet het met je?

aa

BEOORDELING

Wat is de culturele relevantie? Wat is de functie van deze cultuuruiting?

Wat is jouw interpretatie van de boodschap?

VA N

pl

Wat vind je van het samenspel van vormgeving

en betekenisgeving? Vind je het idee (concept)

m

geslaagd?

ke xe

Wat is je mening over dit beeld?

2 Welke verbanden zie je tussen de twee beelden? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op? Wat

concludeer je daaruit? Gelijkenissen:

Verschillen:

Conclusie:

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

kij

119


Analyseren

7.4

Een beeldend kunstenaar onderzoekt hoe hij/zij het onderwerp optimaal kan vormgeven. Daarbij kiest hij/zij de materialen, technieken en zet hij/zij de beeldende bouwstenen in om

IN

de zeggingskracht te versterken.

VA N

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van beeld?”

Forum

Wat associeer je nu met een uniform? Wat associeer je met uniek zijn? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke

THEMA 4 HOOFDSTUK 7

In

kij

ke xe

m

pl

aa

elementen een rol spelen bij het analyseren van beeld.

120

© Mous Lambarat


8 Hoofdstuk

Symmetrie

IN

Intro

Gefascineerd door hun eigen spiegelbeeld tuiten Sam en Robin hun lippen en maken ze hun ogen groter. Elke rimpel,

VA N

puist en schoonheidsvlek wordt geanalyseerd en gelokaliseerd. Met hun spiegelbeeld aan de slag gaan, is een heerlijk tijdverdrijf. Ze hebben dolle pret wanneer ze met behulp van een symmetry face maker hun gezicht vervormen. 1

Zoek op YouTube naar ‘Celebrities with symmetrical

2

Bekijk de schets van Leonardo da Vinci aandachtig.

faces’.

Die gaat over de verhouding van het menselijk

lichaam ten opzichte van een cirkel en een vierkant.

De Vitruviaanse mens

aa

Good to know

Tijdens de Romeinse oudheid schreef Vitruvius

(85-20 v.Chr.) de boekenreeks De architectura, een

pl

gids voor bouwprojecten. In zijn derde boek gaat het

Leonardo da Vinci, De Vitruviaanse man, 1490

over de proporties van het ideale menselijk lichaam en hoe goede architecten van die verhoudingen gebruik kunnen maken. Hij stelde dat het ontwerp

m

van een tempel berust op evenwichtige verhoudingen. Hij vergeleek die ideale verhoudingen met een mensenlichaam. Vitruvius beschreef zijn bewondering voor de menselijke verhoudingen en hun relatie tot wiskundige figuren zorgvuldig. Bij de herontdekking van het geschrift enkele eeuwen later, tijdens

ke xe

de renaissance, leidde dat tot tal van interpretaties omdat er geen ondersteunende illustraties waren: de invulling ervan werd aan de verbeelding van de lezer overgelaten. Rond 1490 maakte Leonardo da Vinci zijn versie van De Vitruviaanse man. Het is een van de beroemdste tekeningen uit de renaissance. Op basis van deze geschriften tekende hij de ideale mens met volmaakte verhoudingen. Hij staat in twee poses telkens binnen een volmaakt wiskundig figuur: een cirkel en een vierkant. Bij de cirkel valt het middelpunt samen met zijn navel en bij het vierkant met zijn geslacht. De tekening illustreert Leonardo’s grondige kennis van het menselijk lichaam en de geometrie. Leonardo wilde aantonen dat vierkant. Hij legde ook een relatie tussen de onderdelen van het menselijk lichaam, waarmee hij de stelling van Vitruvius over maatverhoudingen bewees. a Formuleer een antwoord op de volgende vragen en bespreek de antwoorden nadien klassikaal.

Hoe verhoudt de man zich ten opzichte van het vierkant? Waaruit kun je dat afleiden?

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

In

kij

er een directe relatie bestaat tussen het menselijk lichaam en de volmaakte vorm van de cirkel en het

121


b Bekijk de schets van Da Vinci opnieuw. Controleer of het bovenste klopt. Werk in groepjes van

twee en noteer je bevindingen hieronder.

van een klasgenoot. Noteer hier de spanwijdte van zijn/haar armen. Hoe verhoudt de lengte van spanwijdte van de armen?

VA N

het lichaam zich tegenover de

IN

Noteer hier de lichaamshoogte

Good to know Simone Leigh, Brick House

Brick House is een bronzen buste van een zwarte vrouw van de kunstenares Simone Leigh (°1967).

Het beeld kijkt uit over het verhoogde High Line Park in New York. De torso combineert twee vormen: die van een rok en een huis van klei. Het hoofd van de sculptuur is bekroond met een afrokapsel met cornrow-vlechten. Dit is het eerste stuk in de Anatomy of Architecture-collectie van Leigh, een doorlopend oeuvre waarin de kunstenares architectonische vormen uit uiteenlopende regio’s in West-Afrika en de zuidelijke Verenigde Staten combineert met het menselijk lichaam.

aa

Brick House combineert een aantal verschillende architecturale stijlen: Batammaliba-architectuur uit Benin en Togo, de tolekwoningen van de Mousgoum-bevolking in Kameroen en Tsjaad en het restaurant Mammy’s Cupboard in Natchez, Mississippi. De inhoud van Leighs sculptuur contrasteert

ke xe

m

pl

met de locatie waar het zich bevindt, aangezien het wordt omgeven door torens van glas en staal.

Tolekwoning © Michel HUET/ Getty Images

Mammy’s Cupboard

kij

Simone Leigh, Brick House, 2019

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

In

l

122

BREINBREKER In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van beeld?”

Forum Welke elementen uit je lichaam zijn symmetrisch volgens jou? Waar kun je symmetrie terugvinden in de wereld rondom jou? Brainstorm met je klasgenoten.


Parcours Waarnemen en beschouwen

IN

STAP 1

1 Om te oefenen wat je kunt waarnemen bij afbeeldingen

bekijk je Cow Skull: Red, White and Blue. Het is een schilderij van de Amerikaanse kunstenares Georgia O’Keeffe (1887-1986). a Neem waar wat je ziet in het werk. Welke drie

woorden komen spontaan bij je op? Bespreek

klassikaal.

VA N

Wat neem je waar wanneer je naar beelden kijkt? Wat zijn het onderwerp en de bedoeling van beelden?

b Noteer in de onderstaande tabel per deelthema

wat je hebt waargenomen en bespreek het nadien

Georgia O’Keeffe, Cow Skull: Red, White and Blue, 1931 © Tomas Abad AGE

pl

aa

klassikaal.

m

Waarnemen

ke xe

Ruimte

In

kij

Lijn

Licht

Kleur

Textuur

Compositie

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

Vorm

123


2 Eerst heb je naar de afbeelding gekeken. Nu probeer je ook te achterhalen wat het onderwerp en de

bedoeling zijn van de kunstenaar. Daarvoor heb je doorgaans context nodig.

Lees de onderstaande tekst over Cow Skull: Red, White and Blue. Beantwoord daarna de vragen.

COW SKULL: RED, WHITE AND BLUE

IN

Cow Skull: Red, White and Blue is een toonaangevend werk uit het Amerikaanse modernisme.

De Amerikaanse kunst was jarenlang een afgeleide van wat er in Europa gebeurde. Aan het begin van de 20ste eeuw ontstond er een nood aan een ‘Amerikaanse stijl’. Daarop kwam er een golf

VA N

van Amerikaans realisme, gepropageerd door een New Yorkse groep schilders. Georgia O’Keeffe was een van de eerste echt Amerikaanse ‘modernisten’ die afscheid nam van het realisme. In

het werk Cow Skull: Red, White and Blue zien we de kleuren van de Amerikaanse vlag met op

de voorgrond een schedel van een koe. De schedel komt uit de woestijn in New Mexico en is dus

een referentie aan de Amerikaanse binnenlanden. Sommige critici zien de vorm van het kruis dat

de schedel heeft als symbool voor de Amerikaanse christelijke achtergrond.

Beschouwen

Waarover gaat de afbeelding? afbeelding?

aa

Onderwerp

Wat is het onderwerp van de Waarom denk je dat?

pl

Welke spiegel wil Georgia

O’Keeffe ons voorhouden? Wat is haar bedoeling?

m

Betekenis

ke xe

Wat is haar boodschap?

3 Na waarnemen en beschouwen combineer je wat je kunt

waarnemen met wat je weet over de context. Zo krijg je inzicht in het onderwerp van beeld en de bedoeling van

kij

de kunstenaar.

Bekijk het schilderij van de Engelse schilderes Bridget

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

In

Riley (°1931), die wordt gezien als een belangrijke

124

vertegenwoordigster van de popart. Noteer in de tabel per deelthema wat je hebt waargenomen.

Bridget Riley, Movement in Squares, 1961 © PA Images/Alamy


Waarnemen Ruimte

IN

Lijn

VA N

Licht

Kleur

Compositie

aa

Textuur

pl

Beschouwen

Waarover gaat de afbeelding?

Wat is het onderwerp van deze

m

Onderwerp

afbeelding?

ke xe

Waarom denk je dat?

Welke spiegel wil Bridget Riley ons voorhouden? Wat is haar bedoeling? Wat is haar boodschap?

In

kij

Betekenis

Waarnemen en beschouwen Zie kenniskader 7.1, op p. 113.

8.1

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

Vorm

125


STAP 2

Verbeelden en creëren

IN

Je gaat stap voor stap symmetrie vorm geven. Hoe kun je een gebouw construeren waarbij symmetrie een belangrijke rol speelt? Dat doe je via een

VA N

schaalmodel, een maquette. Werk in duo’s. Instap

Je ontwerpt een maquette voor een abstract gebouw waarbij symmetrie een belangrijke rol speelt. Opwarming

Werk per twee. Neem elk een blad papier en vouw het in de lengte in tweeën. Een persoon tekent de helft van een Griekse vaas, de andere een half gezicht (of een halve vlinder). Als de tekening klaar is, plaats je de

spiegel op de vouw en bekijk je hoe de vaas en het gezicht symmetrisch zijn weergegeven. Bespreek met elkaar wat opvalt. Verkenning Stap 1 — gebouwen

Maak in duo een symmetrische vorm met slechts één materiaal (bv. staafjes, blokken, stokjes). Plaats je

aa

spiegel in het midden en controleer of het symmetrisch is. Zijn beide spiegelingen dezelfde? Stap 2 — dubbelspiegel

pl

Neem twee spiegels (tegels) en plak ze met ducttape aan elkaar, zodat je een ‘boekje’ hebt met twee spiegels. Plaats dat op een blad papier en maak een tekening. Ontdek wat het spiegeleffect is en hoe je symmetrie krijgt in je werk.

m

Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken Stap 3 — driedimensionaal onderzoek

ke xe

Gebruik verschillende materialen waarmee je ruimtelijk kunt werken. Gebruik maximaal twee soorten materialen. Onderzoek steeds wat het effect is door een bouwsteen centraal te zetten: Ruimte Vorm

kij

Lijn

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

In

Licht

126

Kleur Textuur Compositie

Neem de spiegels. Onderzoek hoe je een ruimte kunt omvatten. Speel met de afstand tussen de spiegels om te zien hoeveel je ziet van de ruimte rondom. Maak verschillende geometrische vormen (cilinder, balk …) en plaats ze tegen een van de spiegels. Bekijk het effect. Maak met touw of rietjes een ruimtelijk lijnontwerp. Onderzoek wat het effect is in de spiegels. Speel met licht (de zaklamp van je smartphone) achter, langs en rond een voorwerp en onderzoek wat het effect is in de spiegels. Maak een constructie waarbij je afwisselt in kleuren. Ontwerp een patroon dat doorloopt in de spiegels. Zoek voorwerpen met twee verschillende texturen (glad, stekelig …). Leg ze in een patroon en bekijk wat het effect is in de spiegels. Maak een ruimtelijk ritme door voorwerpen tussen de spiegels te plaatsen. Wat is het effect in de spiegels?


Verwerking Kies drie soorten voorwerpen waarmee je een maquette van een gebouw zult maken. Maak de maquette vanuit het thema ‘brug’ of het woord ‘kooi’. Je kunt eventueel eerst een schets maken. Eindopdracht Bouw met het aanwezige materiaal (beperk de soorten) een maquette van een gebouw. Kies daarbij een

IN

van de woorden die inspiratie geven voor het gebouw (open plek in het bos, koepel, gat in de muur, poort,

ruïne, trap). Plaats de spiegels zo dat ze een deel van het werk zijn en zorgen voor symmetrie. Maak hiervan een foto zodat alles duidelijk in beeld is.

VA N

Presentatie

Elk duo presenteert zijn beste foto van de installatie. Verwoord je keuzes vanuit het gekozen woord en de symmetrie in het werk. Welke titel past erbij?

Telkens is er iemand van het publiek die als kritische recensent een vraag stelt.

pl

Conceptualiseren

aa

Zie kenniskader 7.2, op p. 115.

STAP 3

8.2

Verbeelden

m

Is symmetrie altijd symmetrie?

1 Bekijk de compilatie met fragmenten uit de films van de Amerikaanse regisseur en scenarist

ke xe

Wes Anderson (°1969). Analyseer hoe hij symmetrie toepast. Bespreek de volgende vragen klassikaal. Welke verdeling zie je

Is dit horizontaal of verticaal?

Is de symmetrie altijd perfect toegepast?

Wat is het standpunt van de camera?

Welke rol speelt de achtergrond?

Wie of wat veroorzaakt de symmetrie?

2 Bekijk beide filmpjes over het werk All the Eternal Love I Have For the Pumpkins van de Japanse

beeldhouwster en installatiekunstenares Yayoi Kusama. a Bespreek de volgende vragen klassikaal.

— — —

Wat stelt dit voor? Wat kan dit kunstwerk ons vertellen over symmetrie? Waarom denk je dat? Wat is kenmerkend voor symmetrie?

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

In

kij

127


Op welke manier is er gebruikgemaakt van de ruimte? Hoe is er diepte weergegeven in dit werk? Kun je de vormweergave omschrijven als figuratief? Op welke manier is dit werk expressief? Beschrijf de lijnvoering die de kunstenares gehanteerd heeft. Omschrijf de rol van licht en schaduw. Welke kleuren zijn hier toegepast? Welke texturen zie je? Compositie? Techniek? Materiaal?

VA N

— — — — — — — — —

IN

b Wat zijn je conclusies wanneer je het kunstwerk waarneemt?

3 Lees de tekst over de kunstenares Yayoi Kusama en haar werk All the Eternal Love I Have For the Pumpkins.

YAYOI KUSAMA, ALL THE ETERNAL LOVE I HAVE FOR THE PUMPKINS

De Japanse kunstenares Yayoi Kusama (°1929) groeide op in een conservatief gezin, dat een

succesvolle zadenkwekerij had. Deze omgeving vormde de basis voor haar latere werk. Ze studeerde

schilderkunst en maakte in het begin van haar carrière hoofdzakelijk aquarellen en werken in

gouache. Hierin kwamen veel natuurlijke vormen voor die vaak opgevuld waren met stippen. Later zouden die stippen het handelsmerk worden van haar werk. Met All the Eternal Love I Have For

the Pumpkins (2016) zet Kusama een van haar typische symbolen in: de gestippelde pompoen. De vloer van een reflecterende spiegelkamer is gevuld met een serie gele kalebassen bedekt met zwarte

aa

stippen. De toeschouwer kan de gespiegelde ruimte betreden en zich volledig laten onderdompelen in Kusama’s creatie,

waardoor ze onderdeel worden van de

pl

kunst. Het is een onwezenlijke ruimte met

een opwindend en fascinerend effect. Door

m

spiegelingen en symmetrieën roept ze het gevoel van oneindigheid op. Ze benadrukt

ke xe

hier de grens tussen leven en dood. Yayoi Kusama, All the Eternal Love I Have For the Pumpkins, 2016 © ephst/Shutterstock

a Beantwoord de vragen.

kij

— — — —

Wat zijn je conclusies wanneer je gaat beschouwen over onderwerp en betekenis? Waarover gaat het? Wat is het thema? Waarom denk je dat? Wat is de betekenis?

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

In

b Beantwoord de vragen over waarnemen en beschouwen.

128

— — —

Hoe geeft Yayoi Kusama het onderwerp en de betekenis die ze eraan geeft vorm? Is er symmetrie? Wat is het doel van die symmetrie? Wat is er kenmerkend aan?

Conceptualiseren Zie kenniskader 7.3, op p. 117.

8.3


STAP 4

Analyseren

IN

1 Kun je verbanden leggen tussen verschillende beelden? Verdeel de klas in twee groepen. De ene helft bekijkt

en analyseert een schilderij van Sonia Delaunay-Terk, de andere helft analyseert een schilderij van Greet van

Autgaerden. Wat kun je van hen terugvinden op het internet? Neem het analysekader erbij en vul de vragen in.

Sonia Delaunay-Terk (1885-1979) was een

Sonia Delaunay-Terk, Rythme, 1938

Greet Van Autgaerden

VA N

Sonia Delaunay-Terk

Greet van Autgaerden, Picea abies #4, 2019

Greet Van Autgaerden (°1974) is een Belgische kunstenares. Haar beeldende

aa

Oekraïens-Franse kunstenares. Haar oeuvre omvat

werk gaat hoofdzakelijk over de natuur-

decorontwerpen. Samen met haar man Robert

cultuurproblematiek. Vanuit die invalshoek belicht

Delaunay ontwikkelde ze het simultanisme. Dat was

ze het territoriale aspect van het landschap.

een kleurentheorie gebaseerd op wetenschappelijk

Haar werk reflecteert over hoe we nu, vandaag

onderzoek, waaruit bleek dat sommige kleuren

in het landschap staan. Van Autgaerdens werken

naast elkaar een andere kleur lijken te hebben

verwijzen in het algemeen naar de confrontatie

of dat de combinatie van kleuren een schijn van

tussen natuur en cultuur, tussen het ongerepte en

beweging kunnen veroorzaken. In haar werk

de indringende menselijke aanwezigheid.

m

pl

onder meer sieraden, schilderijen, textiel- en

maakte Delaunay veel gebruik van felle kleuren. De

ke xe

Russische volkskunst inspireerde haar daartoe.

ANALYSEKADER CREDITS

Wie heeft het schilderij gemaakt?

Waar en wanneer kun je dit situeren?

VORMGEVING Welke technieken zie je? Welke materialen heeft ze zeker gebruikt om dit technisch te realiseren?

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

In

kij

Wat is de naam van het werk?

129


Welke bouwstenen vallen op?

ruimte – vorm – lijn – licht – kleur textuur – compositie

Beschrijf een eerste opvallende bouwsteen.

IN

Beschrijf de tweede opvallende bouwsteen.

Wat is er nog opvallend? BETEKENISGEVING Wat is het thema/de boodschap van dit beeld? Wat is jouw interpretatie van de boodschap? Wat is het effect van de inhoud op jouw

beleving? Wat doet het met je?

functie van deze cultuuruiting?

Wat is de culturele relevantie? Wat is de

VA N

BEOORDELING

Wat vind je van het samenspel van vormgeving

aa

en betekenisgeving? Vind je het idee (concept) geslaagd?

pl

Wat is je mening over dit beeld?

m

2 Welke verbanden zie je tussen de twee werken? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op?

ke xe

Wat concludeer je daaruit? Gelijkenissen:

Verschillen:

kij

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

In

Conclusie:

130

Analyseren Zie kenniskader 7.4, op p. 120.

8.4


Eureka! Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

IN

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van beeld?” Forum

VA N

Zie je symmetrie nu op meer plekken terug? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen een rol spelen

pl

aa

bij het analyseren van beeld.

THEMA 4 HOOFDSTUK 8

In

kij

ke xe

m

Gilbert and George, Bleeding Medals, 2008

131


Synthese Beeld is een kunstvorm waarbij je betekenis geeft door een bewuste vormgeving met materialen. Dat kan zowel 2D als 3D zijn. We kunnen hierbij inhoudelijke en vormelementen onderscheiden. De kunstenaar gaat aan de slag met bouwstenen van beeld: ruimte, vorm, lijn, licht, kleur, textuur en compositie. Er zijn verschillende

IN

soorten materialen. Die hebben specifieke eigenschappen. Met verschillende verbindingen kun je materiaal

aan elkaar hechten. Het werk kan men opbouwen op verschillende dragers. De kunstenaars gebruiken vlakke en/of ruimtelijke technieken. Een beeldend kunstenaar onderzoekt hoe hij/zij het onderwerp optimaal kan

VA N

vormgeven.

BOUWSTENEN RUIMTE

Ruimtesuggestie in het vlak (bv. door grote voorwerpen, personen vooraan te Vlak (2D)

plaatsen, door meer details toe te voegen, overlapping, stapelen ...).

Met perspectief kan ook diepte of ruimte gesuggereerd worden: gevoelsperspectief,

Ruimte (3D)

eenpuntsperspectief, tweepuntsperspectief ... —

Ruimte innemen (plaatsen van een volume in de ruimte, bv. een standbeeld).

Ruimte omvatten (de binnenruimte speelt een rol, bv. een kijkdoos).

Ruimte doorsteken (het spel van het materiaal in de ruimte, bv. een mobile).

Weergave

De omtreklijn die de vorm bepaalt. Een silhouet wordt doorgaans aangegeven door een omtrek en een egale kleur.

Vormen stralen een bepaald karakter uit: figuratief (met herkenbare vormen), abstract, gestileerd (de vorm terugbrengen tot de essentie) ...

ke xe

LIJN

organisch, symmetrisch-asymmetrisch, ruimtelijk-vlak, grillig-strak ...

pl

Contour

Tegengestelde vormen noemen we vormcontrasten: hoekig-rond, geometrisch-

m

Vormsoorten

aa

VORM

Lijnsoorten Lijnvoering

kij

Lijnstructuur

Dunne, kromme, verticale, horizontale, diagonale, hoekige, strakke, spiraalvormige, dikke, dunne ... Druk die gebruikt is bij het tekenen van de lijn: hard, zacht, aarzelend, rustig, expressief, dynamisch, statisch, sierlijk … Met herhalende lijnen maak je een structuur (bv. schubben van een vis, arceren).

LICHT

In

Schaduw

THEMA 4

Licht

132

Eigen schaduw, slagschaduw —

lichtbron (bv. natuurlijk licht, kunstlicht)

lichtinval, lichtrichting (bv. tegenlicht, zijlicht, reflectie)

hoeveelheid licht (bv. clair-obscur, overbelichting)

soorten licht (bv. direct licht, indirect licht)


KLEUR

Kleursoort

kleurencirkel (Itten)

3 primaire kleuren: geel, rood, blauw

3 secundaire: oranje (geel+rood), paars (rood+blauw), groen (geel+blauw)

6 tertiaire kleuren: geeloranje, roodoranje, roodpaars, blauwpaars,

IN

blauwgroen, geelgroen

Warm/koud, licht/donker, complementaire kleuren (liggen tegenover elkaar in de

Contrasten

kleurencirkel)

VA N

Zuivere kleuren bevatten slechts een of twee hoofdkleuren (de kleuren in de kleurencirkel zijn allemaal zuivere kleuren).

Kleurverzadiging

Verzadigde kleuren bestaan uit zuivere kleuren die werden gemengd met zwart of wit (bv. pastelkleuren). Bv. verschillende tinten geel

Aantal kleuren

monochroom (één kleur), polychroom (meerdere kleuren)

Kleurtonen of tinten

TEXTUUR

Het zichtbare en voelbare van het oppervlak (glad, harig, stekelig ...).

Textuur

Soms wordt de textuur gesuggereerd (bv. zachte wollen trui op een schilderij).

aa

COMPOSITIE

De ordening van onderdelen tot een geheel, zowel in het vlak als in de ruimte.

Compositie

centraal, symmetrisch, diagonaal, over-all, piramidaal, horizontaal ...

pl

Beweging, herhaling, contrast, ritme, evenwicht, focus ... Vormgevings­principes

Patroon: een of meerdere vormen worden op een regelmatige manier herhaald, bv.

ke xe

TECHNIEKEN

m

behangpapier.

Vlakke ­technieken

Tekenen, schilderen, etsen, drukken, kleuren ...

Ruimtelijke ­technieken

Boetseren, gieten, construeren, lassen, beeldhouwen ...

Eigenschappen van

In

het materiaal

Soorten ­materialen

Gewicht, doorlatendheid, formaat, plasticiteit ... —

plastische materialen (klei, gips ...)

teken- en schildermaterialen (verf, stift, potlood, inkt ...)

digitale materialen (foto, video en geluidsfragmenten ...)

recuperatiematerialen (oud ijzer, fruitkist, kapotte stoel …)

natuurlijke materialen (stokken, mos, bloemen ...)

kunststoffen (isomo, polyester ...)

Verbindingen

Touw, elastiek, ijzerdraad, lijmen, soldeer ...

Dragers

Papier, karton, doek, glas, plank, scherm ...

THEMA 4

kij

MATERIALEN

133


m

ke xe

kij

In

5 r©

aa

pl

thema

Muziek

VA N

IN


c

Waarover gaat dit thema? Mensen hebben altijd muziek gemaakt. Soms ligt muziek vast en kun je ze gewoon naspelen. Maar, muziek gaat niet altijd over ingestudeerde partituren in een opvoering, wel vooral over betekenis geven. We onderzoeken in hoofdstuk 9 hoe we met muziek kunnen communiceren. In hoofdstuk 10 komen de technieken en materialen die muzikanten inzetten aan bod. Door het analyseren van en

IN

het experimenteren met de bouwstenen van muziek (melodie, ritme, tempo, klankkleur, dynamiek,

c

Wat leer ik in dit thema? Vink aan wat je in de loop van dit thema hebt geleerd. Ik licht mijn interesse en waardering voor muziek toe. Ik begrijp dat smaken verschillen.

VA N

samenklank en vorm/structuur) krijgen we meer inzicht in de boeiende wereld van muziek.

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden dat we het onderwerp en de bedoeling van muziek op verschillende manieren kunnen waarnemen en interpreteren.

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden uit tijd en ruimte dat ik vanuit meerdere perspectieven naar de bedoeling, het onderwerp en de vormgeving van muziek kan luisteren. Ik analyseer aan de hand van bouwstenen, materialen en technieken hoe onderwerp,

aa

bedoeling en vormgeving elkaar onderling beïnvloeden in muziek.

Ik analyseer aan de hand van voorbeelden de invloed van gewoonten, waarden, normen en het doorbreken ervan.

pl

Ik experimenteer met expressiemogelijkheden voor muziek door met bouwstenen, materialen en technieken te verkennen.

m

Ik zet bouwstenen, materialen en technieken in bij het creëren van een muziekstuk vanuit mijn verbeelding.

Ik/wij presenteer/presenteren onze opname individueel of samen.

ke xe

In dialoog met mijn klasgenoten licht ik mijn interesse en waardering toe voor hun opname. Ik analyseer hoe ik via muziek mijn gedachten, gevoelens, gedrag en (culturele) identiteit uitdruk.

Ik reflecteer over de bouwstenen, materialen en technieken die ingezet zijn in mijn eigen werkstuk en in dat van medeleerlingen.

kij

Ik reflecteer over de manier waarop de vormgeving aansluit bij onderwerp en bedoeling.

Begrippen

onderwerp – bedoeling – vormgeving – bouwstenen (melodie, ritme, tempo, klankkleur, dynamiek, samenklank, vorm/structuur) – technieken – materialen

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

c

135


9 Hoofdstuk

Roll over Beethoven

IN

Intro

VA N

Wanneer Sam en Robin samen op hun kamer naar muziek luisteren, gaan ze helemaal uit de bol. Ze zingen luidkeels mee en springen op en neer, heel de kamer rond.

Bij welke muziek voel jij je helemaal vrij? Waarom geeft die muziek je zo’n vrij gevoel?

FIDELIO

Fidelio, Beethovens enige opera, is een ode aan de vrijheid en de kracht van de liefde

tegenover het geweld van willekeur. De première van het werk, dat eerst Leonore heette, vond plaats in 1805, in Wenen. Het originele verhaal speelt zich af in een gevangenis en draait rond Leonore die zich verkleedt als man (Fidelio) om gevangenisbewaker te worden en zo haar onterecht opgesloten man Florestan te redden. In de adaptatie van Fidelio door

aa

het New Yorkse gezelschap Heartbeat Opera wordt Leonore een jonge

zwarte vrouw: Leah. Hun muzikale en dramaturgische bewerking

pl

maakte in 2018 van Beethovens

enige opera een brandend actueel

m

stuk. De actie is overgebracht naar

de Amerikaanse gevangeniswereld, waar meer dan 40 procent van de

ke xe

gedetineerden Afro-Amerikanen zijn. Een plek waar onrecht, ook op raciaal vlak, soms wel een vrijgeleide

© Lebrecht Music & Arts/Alamy

lijkt te krijgen. Je hoort Fidelio’s boodschap van hoop en veerkracht. Doordat ‘Leonore’ zich

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

kij

ook niet meer als man voordoet, komt ook de liefde aan bod, wanneer ze de dochter van de

136

hoofdbewaker probeert te verleiden. Aan het einde is er geen gelukkige ontknoping, maar de vaststelling dat alles maar een droom was. Een bijzonder moment in de opvoering is het gevangenenkoor: het resultaat van een sociaal project waar gedetineerden uit zes Amerikaanse gevangenissen aan het zingen gaan en die getoond wordt als video. Uit de brieven van de gevangenen blijkt hoe sterk het project hen aangreep. Het gevangenenkoor zingt ‘O Welche Lust, in freier Luft den Atem leicht zu haben’ (wat een vreugde om in de vrije lucht vrijuit te ademen). In tijden van Black Lives Matter klinkt de boodschap extra sterk.


Bekijk het fragment van Heartbeat Opera aandachtig. Formuleer een antwoord op de volgende vragen en bespreek nadien klassikaal. a Welke woorden komen bij je op wanneer je voor het eerst luistert? Waaraan doet het je denken?

Wat weet je er al over? c Wat kun je nog meer ontdekken? Welke sfeer roept het op?

BREINBREKER

VA N

l

IN

b Waaraan hoor je dat? Wat hoor je precies? Welke instrumenten hoor je? Beschrijf wat je opvalt.

In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van muziek?” Forum

m

Waarnemen en beschouwen

ke xe

STAP 1

pl

Parcours

aa

Welke muziek symboliseert vrijheid voor jou? Brainstorm met je klasgenoten.

Wat neem je waar wanneer je naar muziek luistert? Wat zijn het onderwerp en de bedoeling van muziek? 1 Om te oefenen wat je kunt waarnemen bij het beluisteren van muziek, luister je naar een fragment uit de

Negende symfonie van Ludwig van Beethoven.

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

kij

a Wat hoor je? Welke drie woorden komen spontaan bij je op? Bespreek klassikaal.

137


b Beluister het fragment met de solist opnieuw en volg de onderstaande partituur. Noteer in de

VA N

IN

onderstaande tabel per deelthema wat je hebt waargenomen.

Waarnemen

pl

Melodie

aa

© Zuma Press, Inc./Alamy

Ritme

m

Klankkleur

Dynamiek

ke xe

Tempo

kij

Samenklank

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

Vorm/Structuur

138


2 Eerst heb je naar de muziek geluisterd. Nu probeer je ook te achterhalen wat het onderwerp en de

bedoeling zijn van de componist. Daarvoor heb je doorgaans context nodig.

Bekijk het fragment uit de muziekdocumentaire Beethoven’s Ninth: Symphony for the World en ontdek hoe Ludwig van Beethoven nog altijd mensen over de hele wereld inspireert.

IN

Good to know Beethoven en de Negende symfonie

In 1824 ging de Negende Symfonie in d klein, Op. 125 van Ludwig van Beethoven (1770-1827) in

VA N

première. Hij componeerde dit muziekstuk terwijl hij volledig doof was. De Negende symfonie wordt ook de Koorsymfonie genoemd, door de koorfinale, het einde van het muziekstuk.

Die finale is gebaseerd op het gedicht Ode an die Freude van de Duitse dichter Friedrich von Schiller (1759-1805). Beethoven nam er enkele regels uit voor het vierde en laatste deel van de symfonie. Hij wilde mensen overtuigen van zijn visie, zijn droom: een lofzang voor vreugdevol samenleven, broederschap.

De symfonie bestaat uit vier delen en kenmerkt zich door de grote dynamiek: overweldigende, krachtige muziek wisselt af met nauwelijks hoorbaar kleine stiltes. Er wordt gezongen in een

symfonie. Dat was ongewoon in die tijd. Het klassieke symfonieorkest bevat verschillende instrumentengroepen: strijkers, koperblazers en slagwerk. De vier solisten hebben de partijen van sopraan, alt, tenor en bariton. De koren zijn sopraan, alt, tenor en bas. De Negende symfonie werd gekozen als Europese volkshymne als symbool voor broederlijkheid en samenhorigheid. Maar ook in computerspellen, films, televisieseries en boeken kom je er nog altijd (delen van) tegen. Sinds

aa

een tiental jaren kun je losse fragmenten als ringtone op mobiele telefoons herkennen. Het is ook de laatste symfonie die Ludwig van Beethoven voltooide. De Tiende symfonie heeft hij namelijk niet

m

Waarover gaat deze symfonie?

Onderwerp

Wat is het onderwerp van deze symfonie?

ke xe

Waaraan hoor je dat?

Welke spiegel wil Ludwig van

Betekenis

Beethoven ons voorhouden? Wat is de bedoeling van de componist?

kij

Welke boodschap wil hij meegeven?

In

Waarnemen en beschouwen Onder muziek verstaan we (bewust) vormgegeven klank. Het geluid van een auto die voorbijrijdt, is een klank. Het is op zich geen muziek, tenzij je er bijvoorbeeld een sample van maakt en die integreert in een muziekstuk. Met muziek kunnen mensen bedoelingen, ideeën en gevoelens uitdrukken en kenbaar maken aan anderen. Muziek is er niet alleen om naar te kijken en te luisteren, je kunt er zelf ook iets mee vertellen. Muziek kan ook een klankspel op zich zijn door het selecteren van verschillende klanken en het te structuren met diverse klankbronnen (instrumenten).

9.1 THEMA 5 HOOFDSTUK 9

Beschouwen

pl

kunnen afwerken voor hij stierf

139


We onderscheiden inhoudelijke en vormelementen. 1.

In de vormgeving kiest de muzikant/componist/maker ... hoe hij/zij de expressie kan versterken door bewust om te gaan met de bouwstenen van muziek: melodie, ritme, tempo, klankkleur, dynamiek, samenklank en vorm/structuur.

2.

De betekenisgeving komt voort uit de inhoud, de bedoeling en de boodschap die de muzikant wil meegeven. Het kan vertrekken vanuit een verhaal, een (muzikaal) idee,

IN

een waarneming of een gevoel. Om dat te achterhalen kun je een aantal vragen stellen. Waar gaat over? Wat is het onderwerp? De bedoeling? Wat is de functie? Wat wil de

maker meegeven? Soms zit er geen betekenis achter een muziekstuk en is het puur een

Verbeelden en creëren

STAP 2

VA N

vormspel.

Je gaat stap voor stap ‘vrijheid’ vorm geven via een spreekkoor. Instap

aa

Je maakt samen een spreekkoor door verschillende klanken en stukken tekst in een geluidscollage te monteren. Hierbij maak je gebruik van de bouwstenen van muziek.

pl

Opwarming

Sta in een cirkel en voer de volgende oefeningen uit. Durf te overdrijven. Zeg luid en duidelijk pa-pa-pa, niet te snel en twintig keer na elkaar.

Doe hetzelfde met ta-tata-ta, ma-key-la en papa-tata-ka.

Maak groepjes van vier. Elk groepslid kiest een zinnetje uit de bovenstaande voorbeelden. Voer de

m

zinnetjes samen uit.

ke xe

Verkenning

Stap 1 — je stem als instrument

Sta met vier rechtop in een ruime cirkel. Om de beurt neuriet iemand een stukje uit een lied naar keuze, de anderen imiteren het stukje. Je gebruikt ‘mmm’ (met gesloten mond) om de klank weer te geven. Begin met korte stukjes, daarna mogen ze wat langer duren. Eventueel kun je na het uitvoeren raden over welk lied het

kij

gaat.

Stap 2 — een tekst zingen en spreken

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

Bekijk per vier deze tekst: ‘Free as the wind. Breaking away. Feeling good. Controlled. Focused. Smooth.

140

Strong. Free.’ Kies elk één regel en zing of zeg die. Blijf herhalen. Daarna start iemand anders met zijn/haar regel, de volgende valt in, tot iedereen meedoet. Bouw een ritmisch geheel op. Stap 3 — teksten verzamelen Maak zelf een tekst van vier regels (in een taal naar keuze), waarin je het gevoel van vrijheid beschrijft. Een beeld erbij zoeken, kan helpen als inspiratie.


Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken Stap 4 — spelen met bouwstenen Kies een zin uit je tekst en speel met de verschillende bouwstenen. Zing je tekst met een lage stem, daarna met een hoge stem. Ga daarna eens van laag

Melodie

naar hoog of omgekeerd.

IN

Klap in je handen, zodat je een beat krijgt. Kies een zin en ritmeer die op drie

Ritme

verschillende manieren.

Voer een stukje traag uit, daarna snel. Probeer het tempo eens te verhogen of te

Tempo

VA N

verlagen.

Kies een stukje tekst en voer dat op verschillende manieren uit: nasaal (met de neus

Klankkleur

dicht), fluisterend met veel lucht, hees …

Ga met de volumes aan de slag: heel erg stil, luider, erg luid. Zorg ook voor overgangen

Dynamiek

(van stil naar luid en omgekeerd).

Kies twee zinnen en onderzoek hoe die mooi samen kunnen passen. Blijf ze herhalen,

Samenklank

zodat een ritmisch geheel ontstaat.

Kies een regel als refrein (A). Oefen die, zodat je die samen kunt weergeven. Geef de Structuur/vorm

andere regels een letter en maak een volgorde, het refrein komt er telkens tussen, bv. ABACA.

Verwerking

aa

Stap 5 — uitwerken

Kies een idee dat je verder wilt uitwerken. Eindopdracht

pl

Maak een spreekkoor voor vier personen over vrijheid. Maak samen een kort refrein dat je als groep gelijk uitvoert. Dat doe je met je gekozen tekst van vier regels. Tussen het refrein maak je twee strofen die je met twee uitvoert. Hierin zing je een klein (melodisch) stukje uit een bestaande song over vrijheid of je verzint strofes zijn.

ke xe

Presentatie

m

nog een korte tekst. De structuur van het muziekstuk is dus ABACA, waarbij A het refrein is en B en C de

Presenteer de muziekstukjes na elkaar. Het publiek benoemt twee elementen die ze sterk vonden en geeft een tip mee als de song nog verder uitgewerkt zou worden. Reflectie: bespreek in duo de reflectievragen Beleving

Betekenisgeving Welke boodschap over vrijheid heb je verwerkt? Vormgeving Is het gelukt om je idee vorm te geven? Wat leerde je over je jezelf en over je klasgenoten?

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

kij

Hoe heb je het omzetten van een idee in een muziekstuk ervaren? Was het uitdagend voor jou?

141


Verbeelden

9.2

Bij muziek kunnen de makers verschillende bouwstenen gebruiken: melodie (klankhoogte, melodische zin), ritme (ritme, metrum en maatsoort, articulatie), tempo (tempo en tempowisseling), klankkleur (klankkleur of timbre), dynamiek (dynamiek, klanksterkte), samenklank (harmonie, akkoord, canon) en vorm/structuur (muzikale eenheid, vormprincipes, compositievormen). digitaal, corporaal/lichamelijk) in. Daarbij gebruiken ze verschillende materialen: lichaamseigen instrumenten, ritmische muziekinstrumenten, melodische

Conceptualiseren

Is geluid/klank altijd muziek?

aa

1 Bespreek de volgende vragen klassikaal.

STAP 3

VA N

muziekinstrumenten en ondersteunend materiaal.

IN

Muzikanten zetten hun technieken of technische vaardigheden (vocaal, instrumentaal,

a Zouden er in de ruimte klanken zijn? b Heeft een zwart gat geluid?

pl

c Is er muziek op de zon?

d Wat hebben zwarte gaten te maken

met elektronische muziek?

m

e Is er een verband tussen wiskunde en

muziek?

f Wat is kenmerkend voor geluid?

ke xe

g Wat is kenmerkend voor muziek?

2 Beluister het volgende fragment uit de Mikromedas OGLE-2005BLG-390Lb series. Beantwoord daarna de

vragen klassikaal.

a Wat zijn je conclusies wanneer je het muziekfragment beluistert?

kij

b Welke geluiden hoor je?

c Beschrijf de laagjes die je hoort in de muziek.

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

d Hoe is het ritme (snel, medium, traag)? Klinkt het melodieus?

142

e Waarom kiest de maker voor deze vorm, denk je? Wat zou je willen vragen aan de maker?


3 Eerst heb je naar de muziek geluisterd. Nu probeer je ook te achterhalen wat het onderwerp en de

bedoeling zijn van de componist. Daarvoor heb je doorgaans context nodig.

MIKROMEDAS

IN

Mikromedas is een data gedreven muzikaal project van dr. Valery Vermeulen (°1975, wiskundige en elektronisch muzikant) waarin composities worden uitgewerkt met behulp van data uit de ruimte, deep space en astrofysische simulatiemodellen. Het eerste stuk in deze serie heet

‘Mikromedas Ads / CFT 001’. Een eerste vertoning vond plaats in het concertgebouw van Brugge in

VA N

samenwerking met de in Berlijn gevestigde Japanse kunstenaar Hiroshi Matoba. Centraal in de Mikromedas-serie staat de uiterst fascinerende wereld van astrofysische

zwarte gaten. Alle muziek wordt geproduceerd met gegevens uit numerieke simulatiemodellen van astrofysische zwarte gaten en gebieden met sterke zwaartekrachtvelden. Dit innovatieve gebruik van gegevens uit de ruimte is een nieuwe tool voor het componeren en uitvoeren van muziek.

Met het visionaire boek Formalized Music (1968) van de Griekse avant-gardecomponist Xenakis,

een van de grondleggers van de wiskundige compositietechniek, neemt Vermeulen je mee op een

muzikale reis door tijd, ruimte en geluid. Vermeulen werkte voor dit project onder andere samen met prof. dr. Thomas Hertog, een Belgische kosmoloog en medewerker van Stephen Hawking.

aa

Beschouwen

Waarover gaat de muziek? muziek?

pl

Onderwerp

Wat is het onderwerp van deze Waaruit blijkt dat?

Betekenis

m

Welke spiegel wil dr. Vermeulen ons voorhouden? Wat is zijn bedoeling?

ke xe

Welke boodschap wil hij meegeven?

Waarnemen en beschouwen Hoe geeft dr. Vermeulen het onderwerp van de muziek en de betekenis die hij eraan geeft vorm?

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

kij

Wat zijn je conclusies wanneer je gaat beschouwen over onderwerp en betekenis? Waarom denk je dat?

143


Conceptualiseren

9.3

Mensen zijn altijd al gefascineerd geweest door klank en het vastleggen ervan. Muziek wordt onderverdeeld in allerlei stijlen. Een stijl is vaak kenmerkend voor een bepaalde historische periode. Zo is klassieke muziek veelal verbonden met de barok en romantiek, en housemuziek vooral met de 20ste eeuw. Je kunt klassieke muziek op verschillende manieren indelen: chronologisch per stijlperiode (bv. middeleeuwse muziek, romantiek, avant-garde ...), per

IN

compositievorm (symfonie, wals, polonaise, requiem ...) of als theatermuziek (opera, musical, cabaret).

Daarnaast bestaan er nog veel meer genres, zoals folk, volksmuziek en wereldmuziek, Latin,

schlager en levenslied, jazz, r&b, rock, pop, elektronische muziek ... Die genres worden elk op

VA N

zich nog eens onderverdeeld in subgenres.

Muziek is enorm sfeerbepalend en wordt dan ook ingezet om zeer uiteenlopende redenen: als ontspanning, bij plechtigheden, rituelen ... Mensen kunnen alleen naar muziek luisteren of zoeken elkaar op om samen muziek te beleven op concerten en festivals.

Bij muziek zijn er een aantal functies/beroepen die belangrijk zijn bij het tot stand komen van

Analyseren

aa

STAP 4

een werk: de dirigent, de geluidstechnicus, de producer, de roadie, de instrumentenbouwer, dj ...

pl

1 Verdeel de klas in twee groepen. De ene helft bekijkt en analyseert ‘Redemption Song’ van Bob Marley, de

andere helft bekijkt en analyseert ‘Freedom’ van Pharrell Williams. Neem het analysekader erbij en vul de

m

vragen in.

‘Freedom’, Pharrell Williams

kij

ke xe

‘Redemption Song’, Bob Marley

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

© Charles Steiner/Getty Images

144

© Joe Seer/Shutterstock

Zoek op YouTube het nummer ‘Redemption Song’

Zoek op YouTube het nummer ‘Freedom’ door

door Bob Marley.

Pharrell Williams.

Bob Marley (1945-1981) is een Jamaicaanse

Pharrell Williams (°1973) is een Amerikaanse

reggaemuzikant. ‘Emancipate yourself from mental

zanger en muzikant. In de videoclip van ‘Freedom’

slavery, none but ourselves can free our minds’, zingt

is te zien hoe verschillend vrijheid verdeeld is over

hij in ‘Redemption Song’. Dat citaat komt uit een

de wereld. Zo zie je hoe dwangarbeiders verplicht

speech van Marcus Garvey uit 1937. Garvey was een

zijn om keihard te werken onder erbarmelijke

voorvechter van de rechten van Afro-Amerikanen.

omstandigheden en hoe hard tientallen vrouwen in

Het nummer werd veelvuldig gecoverd.

een naaifabriek werken, gewoon om te overleven.


ANALYSEKADER

Wat is de naam van het lied?

Wie heeft het lied geschreven?

Wanneer kun je dit lied situeren?

IN

CREDITS

Wat zijn de opvallende technieken?

Welke keuzes hebben ze gemaakt (vocaal, instrumentaal, digitaal, lichamelijk ...)?

Welke materialen hebben ze zeker gebruikt om

dit technisch te realiseren? Welke materialen worden ingezet: lichaamseigen instrumenten,

instrumenten, ondersteunend materiaal?

ritmische instrumenten, melodische

VA N

VORMGEVING

melodie – ritme – tempo – klankkleur – dynamiek –

Welke bouwstenen vallen jou op? Kies uit

samenklank – vorm/structuur

aa

ke xe

m

pl

Beschrijf een eerste opvallende bouwsteen.

Beschrijf de tweede opvallende bouwsteen.

Wat is er nog opvallend?

BETEKENISGEVING

Wat is het thema/de boodschap van dit lied?

Wat is jouw interpretatie van de boodschap? Wat is het effect van de inhoud op jouw beleving? Wat doet het met je? Wat is de culturele relevantie? Wat is de functie van deze cultuuruiting?

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

kij

In

145


BETEKENISGEVING Wat vind je van het samenspel van vormgeving en betekenisgeving? Vind je het idee (concept)

Wat is je mening over dit fragment?

IN

geslaagd?

VA N

2 Welke verbanden zie je tussen de twee fragmenten? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op? Wat

concludeer je daaruit? Gelijkenissen:

Verschillen: Conclusie:

aa

pl

Analyseren

Bij muziek kunnen we verschillende elementen analyseren: bouwstenen, technieken en materialen. Het onderwerp en de bedoeling kunnen telkens op een bepaalde manier worden

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

kij

ke xe

m

vormgegeven.

146

9.4


Eureka! “Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van muziek?”

VA N

Forum

IN

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

Kijk je nu anders aan tegen wat muziek kan symboliseren? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen een rol

ke xe

m

pl

aa

spelen bij het analyseren van beeld.

THEMA 5 HOOFDSTUK 9

In

kij

Andy Warhol, Beethoven, 1987

147


10 Hoofdstuk

We are robots

IN

Intro

Sam en Robin duiken graag in de wereld van Google-experimenten. Hier zorgen verschillende muzikale

1

Bekijk het filmpje over Blob Opera en probeer de app.

DRAAIORGEL

VA N

uitdagingen voor creatieve composities. Welke apps gebruik jij om muziek te creëren?

Op ieder moment van de dag de gewenste muziek beluisteren, voelt erg vanzelfsprekend aan en is een belangrijk onderdeel van

ons dagelijkse leven. In een muziek-app is de keuze snel gemaakt en kunnen we waar en wanneer we maar willen onze eigen top

100 beluisteren. Dat zonder de nabijheid van muzikanten. Een

aa

computer produceert dus onze favoriete muziek. Maar waar vindt de geprogrammeerde muziek haar oorsprong?

In het midden van de 19de eeuw vestigde de Italiaanse

Anselmo Gavioli

pl

draaiorgelbouwer Ludovici Gavioli (1807-1875) zich in Parijs. Hij

boekte daar groot succes met het bouwen van kleine draaiorgels. De oudste orgels bestonden uit tandwielen en andere mechanismen die de muziek op gang brachten. De muziek stond op

m

metalen cilinders met stiften. Een reeks metalen ‘latten’ gleed over die kleine uitstulpingen en veroorzaakte zo verschillende melodieën. Het nadeel was echter dat de melodie al ten einde was na één omwenteling. Daarom was de uitvinding van Gavioli’s zoon zo revolutionair: in

ke xe

1892 vond Anselmo Gavioli hiervoor inspiratie bij de textielindustrie. Daar gebruikten ze voor het vervaardigen van bepaalde weefpatronen geperforeerde kartonnen stroken. Door die in te zetten kon Gavioli de dure, zware orgelcilinders vervangen door geperforeerde draaiboeken. Daardoor werd het eenvoudiger om een groot repertoire af te spelen. Het boek kon goedkoper en sneller worden gemaakt dan een cilinder en kon eindeloos lang spelen. Het orgelboek was veel praktischer en won het dan ook van de cilinder. Ze boekten zo snel succes dat de rest woonkamer, op straat en tijdens kermissen. Recenter is het gebruik van MIDI-orgels (Musical Instrument Digital Interface).

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

kij

van Europa dit gepatenteerde idee al snel overnam. De mobiele orgels werden gebruikt in de

148

Orgels die met MIDI werken, krijgen van een computerprogramma – in de plaats van via een boek – te horen wat ze moeten spelen. Sommige hiervan hebben een groot aantal registers (series orgelpijpen met dezelfde klankkleur), waarvan bepaalde imitaties zijn van andere muziekinstrumenten: bv. viool, cello, trompet, fluit, trom, woodblock, triangel … Vaak zijn het vaste orgels die gebruikt worden in danszalen. De gebroeders Decap uit Herentals bouwen hoofdzakelijk

Decap-orgel


dat type orgel. Tot op vandaag worden hun orgels gebruikt en zijn ze zowel door uiterlijk als klankkarakter direct herkenbaar. De Decap-orgels beschikken altijd over een uitgebreide ritmesectie (met complete drumstellen en aanvullende slagwerkinstrumenten), zodat ze alle dansritmes kunnen realiseren. Doordat ze geweldig veel volume produceren,

IN

kunnen ze het publiek overstemmen met hun uitgeblazen

VA N

melodieën en is de sfeer meteen gezet.

2

Bekijk het filmpje over de ‘Decap Beat Machine’. Wat valt je op?

3

Bekijk het filmpje, 035 What’s the song? - Decap Dance Organ - My Fair Lady. Wat valt je op?

4

Beluister de geluidsopname van het experiment van Alan Turing. Formuleer een antwoord op de

volgende vragen en bespreek de antwoorden nadien klassikaal.

a Wat gebeurt er in dit fragment? Welke woorden komen bij je op bij een eerste beluistering?

Waaraan doet het je denken? Wat weet je er al over?

b Waaraan hoor je dat? Wat hoor je precies? Welke instrumenten hoor je? Beschrijf wat je opvalt.

aa

c Wat kun je nog meer ontdekken? Welke sfeer roept het op?

Alan Turing

pl

Good to know

Alan Turing (1912-1954) was een Britse wiskundige, computerpionier en

m

informaticus, bioloog en logicus. Hij speelde een belangrijke rol bij het ontwikkelen en onderzoeken van robots. Hij zag veel mogelijkheden in robots en voorspelde dat ze ooit in staat zouden zijn om menselijk gedrag

ke xe

te kopiëren en imiteren. Hij bedacht de Turing-test: hierbij slaagt een robot voor een test als hij mensen ervan kan overtuigen dat hij geen robot is.

BREINBREKER

kij

l

© Album/Fine Art Images

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van ­muziek?”

Forum Welke elektronische muziekinstrumenten ken je? Welke elektronische muziekinstrumenten heb je zelf al eens uitgeprobeerd? Brainstorm met je klasgenoten.

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

149


Parcours Waarnemen en beschouwen

IN

STAP 1

VA N

Wat neem je waar wanneer je naar muziek luistert? Wat is het onderwerp en de bedoeling van muziek? 1 Om te oefenen wat je kunt

waarnemen bij het luisteren naar muziek, luister je naar ‘Automatica (Robots vs. Music)’ van Nigel Stanford.

gebeuren in het filmpje. Welke drie woorden komen spontaan bij je op? Bespreek klassikaal.

a Neem waar wat je ziet

aa

b Noteer in de tabel per deelthema wat je hebt waargenomen. Daarna kun je ook vanuit deze

Waarnemen

ke xe

Ritme

m

Melodie

pl

antwoorden een klasgesprek starten.

Tempo

kij

Klankkleur

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

Dynamiek

150

Samenklank

Vorm/Structuur


2 Eerst heb je naar de muziek geluisterd. Nu probeer je ook

te achterhalen wat het onderwerp en de bedoeling zijn van het muziekstuk. Daarvoor heb je doorgaans context nodig. Beluister ‘Marble Machine X #78’ van Martin Molin. Hij maakt

IN

deel uit van de band Wintergatan.

Lees de onderstaande tekst die uitleg geeft over Martin Molin en het ontstaan van zijn ‘Marble Machine’.

VA N

Beantwoord daarna de vragen.

MARBLE MACHINE

Martin Molin (°1983) heeft twee grote passies in zijn leven: muziek en Lego. De combinatie van die twee leidde in 2016 tot een ingenieus muziekinstrument, de ‘Wintergatan Marble

Machine’. De eerste video met dit instrument heeft dan ook niet zomaar miljoenen views op

YouTube. Het is een waanzinnige houten creatie die voor zowel melodie als ritme zorgt met

behulp van tweeduizend metalen knikkers. Door zijn liefde voor zowel muziek als mechaniek overtreft hij zijn stoutste verwachtingen.

De machine is geïnspireerd op Lego Technic, speelgoed waarmee hij zich als kind uren kon bezighouden. Waar anderen de interesse voor die technische bouwwerken op een bepaalde

aa

leeftijd verliezen, behield hij die fascinatie en breidde hij ze uit: hoe ingewikkelder, hoe liever! De focus ligt daarbij op de tandwielen.

Na een lange en intensieve tour met zijn band Wintergatan was Martin Molin toe aan een

pl

nieuwe uitdaging. Hij besloot zestien maanden lang fulltime aan de eerste ‘Marble Machine’ te bouwen. Afgesloten van de buitenwereld beet hij obsessief door en slaagde hij er in 2016 in om de eerste Marble Machine af te werken. Hij hield hierbij zijn doel voor ogen: ervoor zorgen dat alle

m

knikkers in één richting rollen. Ondertussen heeft hij een tweede machine gebouwd. Hier heeft hij alle minpunten van de eerste versie weggewerkt. De machine is ook demonteerbaar in zeven

ke xe

stukken, waardoor ze gemakkelijker mee kan op tour. Naar: https://www.stim.se/en/interviews/studio-martin-molin

Beschouwen

Waarover gaat de muziek? Wat is het onderwerp van deze muziek? Waarom denk je dat?

Welke spiegel wil Martin Molin ons Betekenis

voorhouden? Wat is de bedoeling van de componist? Welke boodschap wil hij meegeven?

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

kij

Onderwerp

151


3 Na waarnemen en beschouwen combineer je nu wat je kunt waarnemen met wat je weet over de context.

Zo krijg je inzicht in het onderwerp van de muziek en de bedoeling. We passen dit toe op de Decap-beat machine met een nummer van Avicii, uitgevoerd door Le Monde Dumas. a Bekijk en beluister het fragment.

IN

b Noteer in de onderstaande tabel per deelthema wat je hebt waargenomen.

Waarnemen

VA N

Melodie

Ritme

Samenklank

m

Vorm/Structuur

Dynamiek

aa

Klankkleur

pl

Tempo

ke xe

4 Eerst heb je naar de muziek geluisterd. Nu probeer je ook te achterhalen wat het onderwerp en de

bedoeling zijn van de muzikant. Daarvoor heb je doorgaans context nodig. Lees het onderstaande artikel dat uitleg geeft over het collectief Le Monde Dumas en hun ‘Decap Beat

kij

Machine’. Beantwoord daarna de vragen.

MUSEUM NIGHT FEVER

Back to the roots, daar draait het bij het Gentse kunstcollectief Le Monde Dumas om.

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

Kleding met oude patronen en authentieke stoffen ontwerpen, muziek producen en dj’en onder

152

het alter ego Mascotte: niets houdt hen tegen en nergens schrikken ze voor terug. Zo blijkt ook uit hun nieuwe project: Decap Beat Machine. In samenwerking met de broers Decap uit Herentals ontwikkelden ze een killer dancemachine. Het verhaal begint in de jaren 1920, toen het Decaporgel wereldfaam verwierf. De Kempense broers Decap ontwikkelden een orgel met automatisch drumstel, harmonica’s en ander slagwerk. In spiegeltenten, discobars en andere etablissementen kwamen mensen samen om te


dansen voor deze heuse orgelinstallaties. Toen in de jaren 1970 vinyl opkwam, leek het sprookje van de familie Decap over. Toch bleven kleinkinderen Franck en Tony voor hun erfgoed vechten en ontwikkelden ze in de jaren 1990 een MIDI-toepassing, waarbij met computer de muziek voor het orgel geprogrammeerd kon worden. En dat is waar het trio van Le Monde Dumas op het toneel verschijnt. ‘We spelen al zo’n 12 jaar met het idee een Decaporgel te gebruiken, maar het digitale systeem staat nog maar enkele jaren op punt’, aldus Igor De Kok van Le Monde

IN

Dumas. ‘We gebruiken de geluiden van de originele instrumenten, maar hebben er eigen beats, sub-bassen en samples aan toegevoegd. Om het live nog iets extra’s te geven, ontwikkelden we

een videomappingsysteem. Met een beamer worden bijvoorbeeld de orgelpijpen verlicht die op

dat moment gebruikt worden’, vertelt Igor. ‘Bij onze optredens draait het puur om het orgel. Het

VA N

mechanisme staat centraal: de bedrading van de hele installatie is zichtbaar en het orgel werd uit zijn kast gehaald.’

Zelf omschrijven ze hun muziek als ‘orgelmuziek voor dub-rave-steppers en andere

discokikkers’. ‘We proberen eigenlijk een wandeling te maken tussen alle nieuwe muziekgenres,

van dubstep tot disco en house. Onze livesets bestaan voornamelijk uit eigen nummers, maar we hebben ook enkele herkenbare nummers herwerkt.’ Op zaterdag stellen ze hun eerste ep, Epic,

officieel voor, de week erna kan die via iTunes worden gedownload. Daarna is het de beurt aan

Mascotte, een ander alter ego van het Gentse collectief. Zij zullen dezelfde stijl proberen aan te houden en het orgel af en toe integreren in hun dj-set.

aa

Naar: Focus Knack

Beschouwen

Wat is het onderwerp van deze muziek?

pl

Onderwerp

Waarover gaat de muziek?

m

Waarom denk je dat?

Welke spiegel wil Le Monde Dumas ons voorhouden?

ke xe Betekenis

Wat is de bedoeling? Wat is de boodschap?

Waarnemen en beschouwen

kij

Hoe heeft het collectief Le Monde Dumas vorm gegeven aan onderwerp en betekenis in deze uitwerking van de ‘Decap Beat Machine’?

Waarnemen en beschouwen Zie kenniskader 9.1, op p. 139.

10.1

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

153


STAP 2

Verbeelden en creëren

IN

Je gaat stap voor stap automatische muziek vorm geven. Deze activiteit voer je ruimtelijk of vlak uit. De leerkracht legt je uit welke opties je hebt en voorziet het

VA N

materiaal. Instap

Je maakt in kleine groepjes een klanken-knikkerbaan waarin je speelt met verschillende muzikale begrippen. Het is een STEM-opdracht waarin klank en muziek de hoofdrol spelen. Opwarming

Voer deze concentratie-opdracht uit: iedereen zit neer in de klas en doet de ogen dicht. Enkele leerlingen hebben een klankstaaf en verspreiden zich over de klas. Van zodra een leerling de klank maakt (de

klankstaaf aantikt), wijzen de geblinddoekten aan waar de klank vandaan komt. Wissel een aantal keren en laat de muzikanten variëren (tempo, volume, ritme …). Verkenning Stap 1 — een knikker rolt instrument (of klankbron) botst.

aa

Maak in groepjes van drie op een plaat of ruimtelijk een knikkerbaan. Laat de knikker rollen tot hij op een

Stap 2 — meerdere knikkers, meerdere klankbronnen

pl

Pas je knikkerbaan aan, zodat er meerdere knikkers kunnen starten vanuit twee posities. Plaats ook twee klankbronnen, zodat je verschillende klanken krijgt. Luister naar het effect als je verschillende knikkers na

m

elkaar vanuit twee verschillende plaatsen laat komen.

Experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken

ke xe

Stap 3 — experimenteer

Experimenteer met je knikkerbaan en probeer verschillende bouwstenen uit met deze opdrachten. Kies ook een extra uitdaging die je wilt aangaan. Plaats verschillende klankbronnen van laag naar hoog en zorg ervoor dat de knikker

Melodie

langs de drie klanken voorbijkomt. Extra uitdaging: kun je een klein melodietje maken?

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

kij

Maak een eenvoudig ritme (ta ta titi ta) in je knikkerbaan, begin met ta ta ta ta en

154

Ritme

ontdubbel de derde noot.

Extra uitdaging: voer dit ook uit met een van de onderste ritmes.


Zorg voor twee verschillende tempi in de klank, een snel en een traag stuk.

Tempo

Extra uitdaging: bedenk een manier om een klank te vertragen. Zoek naar drie verschillende soorten klanken (schel, dof, warm …). Extra uitdaging: zoek nog diverse materialen uit de omgeving die je als klankbron kunt

Klankkleur

gebruiken. Denk daarbij ook aan de aan/uitknop van een radio of andere toestellen die je Ga met de volumes aan de slag: zoek een stille en een erg luide klank.

Dynamiek

IN

in gang kunt zetten als de knikker langskomt. Extra uitdaging: probeer eenzelfde klank in verschillende sterktes aan bod te laten komen.

VA N

Werk met verschillende knikkers die een eigen klankparcours afleggen en onderzoek hoe je twee klanken op hetzelfde moment kunt bekomen.

Samenklank

Extra uitdaging: onderzoek hoe je met meerdere klanken echt tot samenklank kunt komen, bv. door afwisseling, vraag/antwoord ...

Kies een tweeklank als terugkerend stukje. Laat de knikker lopen en af en toe hoor je de Structuur/vorm

tweeklank.

Extra uitdaging: ontwerp (op papier) een structuur voor een muziekstuk met je

knikkerbaan. Je hoeft ze niet te realiseren, dat zou te veel tijd vragen. Verwerking Stap 4 — bespreking

Bespreek welke van de vorige ideeën je muzikaal interessant vond.

aa

Eindopdracht

Maak in groepjes van drie een klanken-knikkerbaan. Je mag alleen de knikkers in beweging zetten, daarna moet het klankspel vanzelf lopen. Zorg voor drie van de volgende elementen (maak een keuze): een tempoversnelling en -vertraging;

minstens acht verschillende klanken;

een duidelijk ritme dat zich drie keer herhaalt;

een korte melodie (drie klanken van een akkoord);

een variatie in volume met eenzelfde klank;

drie klanken die op hetzelfde moment gespeeld worden.

m

pl

ke xe

Maak de knikkerbaan visueel boeiend en zorg voor variatie in klanken. Je mag er ook een idee of beleving in verwerken (bv. een reis, een natuurervaring …). Het muziekstuk duurt minstens twintig seconden. Presentatie

Presenteer de klankstukken na elkaar. Het publiek benoemt de bouwstenen (keuzes) die opvallend waren bij de klankknikkerbanen.

Beleving

Hoe heb je deze opdracht ervaren? Waar lag de muzikale uitdaging? Betekenisgeving Heb je er een idee of beleving in verwerkt? Vormgeving Is het gelukt om je idee vorm te geven? Wat leerde je over je jezelf en over je klasgenoten?

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

kij

Reflectie: bespreek in duo de reflectievragen

155


Verbeelden

10.2

Conceptualiseren

Is muziek altijd muziek? 1 Bekijk de compositie ‘Mécanologie’ van Pierre Bastien. a Bespreek de volgende vragen.

Welke dagdagelijkse objecten worden ingezet om de klanken te maken?

VA N

STAP 3

IN

Zie kenniskader 9.2, op p. 142.

Wat stelt dit voor? Waarom denk je dat?

Wat is kenmerkend voor muziek?

b Wat zijn je conclusies wanneer je het muziekfragment beluistert?

Welke geluiden hoor je?

Beschrijf de laagjes die je hoort in de muziek.

Hoe is het ritme (snel, medium, traag)?

Klinkt het melodieus?

Waarom kiest de maker voor deze vorm, denk je?

Wat zou je willen vragen aan de maker?

m

pl

aa

2 Eerst heb je naar de muziek geluisterd. Nu probeer je ook te achterhalen wat het onderwerp en de

ke xe

bedoeling zijn van de componist. Daarvoor heb je doorgaans context nodig.

PIERRE BASTIEN

Pierre Bastien (°1953), de Franse muzikant, componist en bouwer van muziekinstrumenten

wordt binnen de muziekwereld beschouwd als een buitenbeentje. De meeste van zijn

kij

instrumenten zijn mechanisch opgebouwd met alledaagse objecten zoals een schaar, kam, theepot, kunstgebit en tandenborstels. Ze worden versterkt met kleine microfoons. Deze mechanische orkesten die hij begon te bouwen vanaf 1986 zijn vernoemd naar het

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

kinderspeelgoed Meccano. Vaak werden platenspelers gebruikt voor de aandrijving van de

156

bewegende delen. Zelf zegt hij hierover: ‘Ik combineer graag een cello of een altviool met een goje uit Niger en een Javaanse rebab. Het is net als in een stad, waar alle verschillende culturen met elkaar versmelten: je krijgt een rijker palet van klanken.’ Toch is het bizarre apparaat van Bastien meer dan een mengelmoes van schijnbaar incompatibele instrumenten: ondanks het schijnbare gebrek aan verfijning is een ‘Mecanium’-uitvoering een complexe, emotioneel geladen affaire. Dit


fragiele, zelfgemaakte orkest voert uitgebreide symfonieën uit, terwijl de miniatuur katrollen en hendels gigantische schaduwen werpen op de muur erachter. Bastien zit zelf te midden van zijn gemechaniseerde instrumenten en begeleidt ze op trombone, viool of zaag. Tien maanden heeft hij gewerkt aan het bouwen van zijn tweede ‘Mecanium’ die voorwerpen zoals een glas water, een asbak of een hamer bespeelt en een verscheidenheid aan percussiegeluiden produceert. Bastien treedt niet alleen op met zijn ‘orkesten’ op het podium. Hij

IN

presenteert zijn werk ook in musea en galeries. Een van zijn recente installaties is een orkest van acht gemechaniseerde platenspelers die keer op keer dezelfde grooves spelen en maandenlang robotachtig optreden. Het is een ironische opmerking over de dj-cultuur: net als de Mecanium is deze installatie een parodie op samplingtechnologie. Bastien heeft duidelijk affiniteit met

VA N

sampling-liefhebbers, en heeft meerdere keren opgetreden met dj’s. ‘Het is een combinatie die

heel goed werkt, omdat we allemaal loops gebruiken. Ik voel me erg thuis bij dj’s, ook al vind ik hun muziek een beetje te conventioneel.’

Beschouwen

Waarover gaat de muziek? Onderwerp

Naar: The Wire

Wat is het onderwerp van deze muziek?

aa

Waarom denk je dat?

Betekenis

pl

Welke spiegel wil Bastien ons voorhouden?

Wat is zijn bedoeling?

ke xe

m

Welke boodschap wil hij meegeven?

Waarnemen en beschouwen Hoe geeft Bastien het onderwerp van de muziek en de betekenis die hij eraan geeft vorm? Wat zijn je conclusies wanneer je gaat beschouwen over onderwerp en betekenis? Waarom denk je dat?

In

Conceptualiseren Zie kenniskader 9.3, op p. 144.

10.3

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

kij

157


STAP 4

Analyseren

IN

1 Kun je verbanden leggen tussen verschillende muziekfragmenten? Verdeel de klas in twee groepen. De

ene helft luistert naar en analyseert de muziek ‘The Robots’ van Kraftwerk, de andere helft luistert naar

en analyseert de muziek ‘Planet Rock’ van Afrika Bambaataa & Soulsonic Force. Neem het analysekader

VA N

erbij en vul de vragen in. ‘The Robots’, Kraftwerk

‘Planet Rock’, Afrika Bambaataa &

Soulsonic Force

Afrika Bambaataa (°1957) is geboren in New

aa

Kraftwerk is een Duitse band die in 1970 werd

York en wordt tot een van de belangrijkste

Schneider-Esleben (°1947-2020). De band heeft

artiesten gerekend die hebben bijgedragen

een grote invloed gehad op de ontwikkeling van

aan de ontwikkeling van de elektronische

de elektronische muziek en wordt beschouwd

muziek. ‘Planet Rock’ is een nummer van de

als pionier voor later opgekomen bredere

Amerikaanse hiphopartiesten Afrika Bambaataa

muziekstromingen als elektropop en techno.

& Soulsonic Force. Het werd uitgebracht in 1982

De tekst van het nummer ‘The Robots/Die Roboter’

en werd bijzonder populair in de Verenigde

verwijst naar het voor de jaren 1970 vrijzinnige

Staten. De nieuwe muziekstijl werd later bekend

gebruik van robotica. De Russische zinnen ‘Я

als elektro. Het nummer bevat eenvoudige

твой слуга’ (Ya tvoy slugá, Ik ben je dienaar) en

teksten die gaan over de kracht van muziek en

‘Я твой работник’ (Ya tvoy rabótnik, Ik ben je

het plezier maken. Voor dit nummer gebruikten

werker of contextueel: Ik ben je slaaf) die bij de

ze muziek van Kraftwerk, wat werd gedaan

brug herhaald worden, werden ingesproken in een

zonder toestemming.

ke xe

m

pl

opgericht door Ralf Hütter (°1946) en Florian

vocoder, net zoals de passage ‘We’re charging our batteries and now we’re full of energy...’ (We laden

kij

onze batterijen op en zitten boordevol energie.) De

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

stem die wordt gebruikt, is zwaar.

158

ANALYSEKADER CREDITS Wat is de naam van het lied?

Wie heeft het lied geschreven?

Wanneer kun je dit lied situeren?


VORMGEVING Wat zijn opvallende technieken?

Welke keuzes hebben ze gemaakt (vocaal,

instrumentaal, digitaal, lichamelijk ...)? Welke materialen hebben ze zeker gebruikt materialen worden ingezet: lichaamseigen

IN

om dit technisch te realiseren? Welke

instrumenten, ritmische instrumenten,

melodische instrumenten, ondersteunend

VA N

materiaal?

melodie – ritme – tempo – klankkleur – dynamiek – samenklank – vorm/structuur

Welke bouwstenen vallen jou op?

Beschrijf een eerste opvallende bouwsteen.

aa

Beschrijf de tweede opvallende bouwsteen.

pl

m

ke xe

Wat is er nog opvallend?

BETEKENISGEVING

Wat is het thema/de boodschap van dit lied? Wat is jouw interpretatie van de boodschap? Wat is het effect van de inhoud op jouw Wat is de culturele relevantie? Wat is de

functie van deze cultuuruiting?

BEOORDELING Wat vind je van het samenspel van

vormgeving en betekenisgeving? Vind je het

idee (concept) geslaagd?

Wat is je mening over dit fragment?

THEMA 5 HOOFDSTUK 10

In

kij

beleving? Wat doet het met je?

159


2 Welke verbanden zie je tussen de twee fragmenten? Welke gelijkenissen en verschillen merk je op? Wat

concludeer je? Gelijkenissen:

IN

Verschillen:

VA N

Conclusie:

Analyseren

Zie kenniskader 9.4, op p. 146.

aa

Eureka!

pl

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

ke xe

Forum

m

“Welke elementen spelen een rol bij het analyseren van muziek?”

Ken je nu meer vormen van muziek? Geef goede argumenten. Houd daarbij rekening met alles wat je hebt geleerd in de verschillende stappen. Bespreek klassikaal welke elementen een rol spelen bij het

In

kij

analyseren van muziek.

Picasso, Three Musicians, 1921 © Tomas Abad AGE /Image Select

160

10.4


Synthese Mensen zijn altijd al gefascineerd geweest door klank en het vastleggen ervan. Onder muziek verstaan we (bewust) vormgegeven klank. De betekenisgeving komt voort uit de inhoud, de bedoeling en de boodschap die de muzikant wil meegeven. Hij/zij kan vertrekken vanuit een verhaal, een (muzikaal) idee, een waarneming of

IN

een gevoel. Soms zit er geen betekenis achter een muziekstuk en is het puur een vormspel. In de vormgeving

kiest de muzikant/componist/maker ... hoe hij/zij de expressie kan versterken door bewust om te gaan met de bouwstenen van muziek: melodie, ritme, tempo, klankkleur, dynamiek, samenklank en vorm/structuur.

Muzikanten zetten daarbij hun technieken of technische vaardigheden in. Daarbij gebruiken ze verschillende

VA N

materialen.

BOUWSTENEN MELODIE

De hoogte van de klank. De toonhoogte wordt aangegeven door noten (genoteerde Klank­hoogte

klanken dus). De plaats op de notenbalk geeft de klankhoogte aan. Een kruis

Melodische zin

verhoogt de toon, een mol verlaagt de toon.

Een opeenvolging van verschillende klanken, met variatie in toonhoogte. Ze brengen een muzikale gedachte in beweging.

aa

RITME

Een muzikaal patroon in de tijd, een afwisseling tussen korte en lange klanken, eventueel afgewisseld met stilte (rust). Je kunt het ritme meeklappen met je handen. De maat is de polsslag van het ritme. De opeenvolging verloopt volgens een vast

pl

Ritme

patroon.

m

Het regelmatige terugkeren van een sterke klemtoon in de muziek. Op het metrum kun je een ritme plaatsen. Het is een vaste combinatie van beklemtoonde en

Metrum en

onbeklemtoonde tellen. Het metrum is zichtbaar in de maat. De maatsoort wordt genoteerd aan het begin van elk muziekstuk door een breuk. De teller geeft het aantal

ke xe

maatsoort

tellen in de maat aan, de noemer de maateenheid. Bijvoorbeeld: tweekwartsmaat (2/4 -> mars), driekwartsmaat (3/4 -> wals) en vierkwartsmaat (4/4 -> tango).

Articulatie

Het al dan niet verbinden van de verschillende tonen (vloeiend, gebonden, puntig ...), bv. legato (gebonden), staccato (kort en niet gebonden).

kij

TEMPO

In

Tempo

Tempowisseling

De snelheid waarmee het muziekstuk is uitgevoerd. Het aantal beats per minuut (Bpm). Met een metronoom kun je het tempo aangeven. Hiervoor gebruikt men soms Italiaanse begrippen zoals largo (langzaam/breed), andante (rustig), moderato (matig), allegro (vlug, levendig) en presto (zeer snel). In een muziekstuk kan het tempo wisselen: versnellen (accelerando) of vertragen (rallentando).

Klankkleur of

De typische klank van een stem of instrument. Je kunt spreken over klankkleur met

timbre

begrippen zoals helder, vol, zwaar, dof, scherp, warm.

THEMA 5

KLANKKLEUR

161


DYNAMIEK Het volume en de intensiteit van het muziekstuk. De dynamiek geeft de sfeer,

Dynamiek

spanning en emotie van het muziekstuk weer. Het volume wordt uitgedrukt in decibels. Italiaanse termen om klanksterkte uit

Klanksterkte

IN

de drukken zijn piano (stil), mezzo forte (half luid) of forte (luid). Veranderingen in klanksterkte zijn diminuendo (stiller spelen) of crescendo (luider spelen).

SAMENKLANK

VA N

Het samenklinken van verschillende melodieën, zoals het samenspel van Harmonie

verschillende instrumenten in een orkest. Dat kan harmonieus klinken (consonant) of net niet (dissonant).

De samenklank van drie of meer tonen die zodanig samenklinken dat ze een geheel

Akkoord

vormen voor het muzikale oor.

Het samenklinken van een lied waarbij in canon twee of meer stemmen dezelfde

Canon

melodie zingen of spelen, maar na elkaar inzetten.

VORM/STRUCTUUR –

Motief: klein melodisch of ritmisch gegeven dat als basis dient voor een compositie (bv. de eerste noten van de Vijfde symfonie van Beethoven). Een motief

aa

kan een deel van een muzikaal thema zijn.

Muzikale eenheid

Muzikaal thema: bepaalde muzikale zin die bepalend is voor een muziekstuk, en die gedurende het muziekstuk meerdere keren voorkomt. Eén thema kan een of

pl

meerdere motieven bevatten.

Herhaling (hetzelfde motief opnieuw spelen, bv. AA), contrast (een tegenstelling met het voorgaande, bv. AB) en variatie (de melodie lijkt op de voorgaande, maar er is een kleine verandering

m

Vormprincipes

merkbaar, bv. AA’).

ke xe

Compositie geef je weer met hoofdletters, bv. ABA is de driedelige vorm (het muziekstuk bestaat uit twee gelijke stukken met een contrasterend stuk ertussen), ABACADA (een rondo, een vorm met een terugkerend stuk A, het refrein. B, C en D zijn de strofen) Er zijn heel wat vormen in de klassieke muziek. In de popmuziek spreekt men van stijlen.

Klassieke vormen:

In

kij

Compositievormen

Symfonie: instrumentale compositie door symfonieorkest (vier delen: snel-

langzaam-menuet-snel). –

Lied: een vocale compositie, doorgaans met een refrein (heeft altijd dezelfde tekst en melodie) en coupletten of strofen (het gedeelte van het lied dat altijd terugkeert, maar met een andere tekst, de melodie blijft gelijk).

Andere voorbeelden zijn een menuet, concerto, suite, sonate, opera.

Moderne vormen:

THEMA 5

disco, hiphop, blues, punk, symfonische rock …

162


TECHNIEKEN Vocaal

stem- en ademhalingstechnieken, zangtechnieken, houding, rap, zang speeltechnieken (afhankelijk van het instrument), strijken, tokkelen, slaan, blazen …

Digitaal

samplen

lichamelijk

body percussion

VA N

Corporaal/­

IN

Instrumentaal

MATERIALEN instrumenten Ritmische muziek­ instrumenten

stem, lichaam

drum, djembé, cajon, conga’s, maracas, claves, koebel, agogo, woodblock, buistrommel, potten en pannen (voorwerpen) ...

Lichaamseigen

Melodische muziek­

strijkers, houtblazers, koperblazers, piano, keyboard, melodisch slagwerk ...

Ondersteunend

opnameapparatuur, versterker, micro, metronoom, dempers, pupiter, partituren ...

THEMA 5

In

kij

ke xe

m

pl

materiaal

aa

instrumenten

163


aa

pl

m

ke xe

kij

In

VA N

IN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.