5 minute read

3.2 Welke structuren liggen in het oog?

Next Article
CHECKLIST

CHECKLIST

Waarom houd je de griezelige lenzen die je tijdens Halloween draagt best geen hele nacht in je ogen?

Rond het oog liggen verschillende structuren: • Oogleden maken je oog schoon en verspreiden het traanvocht. • Wimpers en wenkbrauwen bieden extra hulp tegen verontreiniging. • Traanklieren maken traanvocht aan. Traanvocht beschermt het oog tegen uitdrogen en infecties en voert eventuele verontreinigingen via traankanaaltjes af naar de neusholte via traanpunten. • De oogbol ligt in een stevige oogkas en is omringd door vetweefsel, dat eventuele schokken opvangt. • Het bindvlies beschermt het oog en produceert een slijmerige vloeistof die het oog vochtig houdt. • Spieren helpen om de ogen te bewegen. ` Maak oefening 23, 24 en 25 op p. 88 en 89. 3.2 Welke structuren liggen in het oog? Je hebt nu bestudeerd hoe het oog zich binnen de oogkas situeert en welke structuren het oog aan de buitenkant omgeven. Om te begrijpen hoe het oog licht opvangt, kun je de dissectie van het oog bestuderen. Bestudeer de dissectie aan de hand van de ontdekplaat. Je kunt de dissectie ook via het filmpje bekijken. OPDRACHT 24 ©VAN IN

BEKIJK DE ONTDEKPLAAT BEKIJK DE VIDEO

Een oog is bijna bolvormig. Het oogwit of het harde oogvlies vormt de buitenste, stevige begrenzing van het oog (1). Dat loopt helemaal rond het oog.

Aan de voorzijde van het oog gaat het harde oogvlies over in het hoornvlies (2). Dat is helder en doorschijnend. Het is erg dik en taai omdat het uit meerdere lagen bestaat. Daardoor is het hoornvlies extra stevig en wordt het binnenste van het oog goed beschermd.

1 harde oogvlies

2 hoornvlies

In de ruimte achter het hoornvlies, de oogkamer (3), bevindt zich een waterige vloeistof. Die vloeistof levert voedingsstoffen aan het hoornvlies. De iris of het regenboogvlies (4) is het gekleurde deel van het oog en ligt achter het hoornvlies. Afhankelijk van de hoeveelheid pigment is de iris donker of lichter gekleurd. Bij weinig pigment is de iris blauw of grijs. In het midden van de iris bevindt zich een opening waarlangs het licht het oog binnendringt. Dat is de pupil (5), je ziet die als een zwarte ronde vlek. De iris verdeelt de oogkamer in twee delen: de voorste oogkamer en de achterste oogkamer. Aan de zijkanten loopt de iris door in het vaatvlies (6), dat tegen de binnenkant van het harde oogvlies ligt. Het is sterk doorbloed en zorgt voor aan- en afvoer van allerlei stoffen, zoals zuurstofgas. Achter de iris zit een bolle ooglens (7). De lens zorgt voor de vorming van een beeld in het oog. 3D

Afb. 27

2 hoornvlies

1 harde oogvlies 9 glasachtig lichaam 6 vaatvlies 10 netvlies 11 oogzenuw 7 ooglens 3 oogkamer met waterige vloeistof 5 pupil ©VAN IN 4 iris 6 vaatvlies 12 blinde vlek

8 oogholte

Afb. 28 Structuren die in het oog liggen.

Het deel achter de lens is de oogholte (8). Daarin zit een heldere, gelatineuze vloeistof. Dat is het glasvocht of glasachtig lichaam (9). Het reguleert de druk in de oogbol zodat het netvlies strak blijft en het oog zijn vorm behoudt. Daardoor kan het gemakkelijk in de oogkas bewegen.

Op het vaatvlies, tegen het glasachtig lichaam, ligt het netvlies (10). Licht dat door de lens valt, komt op het netvlies terecht. Hier wordt het beeld gevormd. De lichtgevoelige cellen van het netvlies reageren op het invallend licht. Het zijn de fotoreceptoren: zij vangen de lichtprikkels op en geven een signaal door naar naburige zenuwcellen.

Uitlopers van die zenuwcellen vormen samen de oogzenuw (11). Langs die zenuw wordt de opgewekte signalen naar de hersenen vervoerd.

Op de plaats waar de oogzenuw naar buiten treedt kunnen geen lichtreceptoren zitten. Het oog vangt daar dus geen licht op. Dit is de blinde vlek (12).

In de iris kunnen korrels van het donkerbruin pigment melanine voorkomen. Die pigmenten absorberen het licht dat op de iris valt. Hoe meer pigmenten, hoe meer licht er geabsorbeerd wordt en hoe donkerder de kleur van de iris. De iris van mensen met zeer veel pigmenten krijgt een bruin tot bijna zwarte kleur. In groene irissen zitten minder pigmenten. Slechts een deel van het licht dat op de iris valt wordt door de pigmenten geabsorbeerd, vooral het blauwe licht wordt teruggekaatst. Door de combinatie van bruin en blauw zien wij de iris groen. Mensen met blauwe ogen hebben geen pigmentkorrels. Al het licht dat in het oog invalt wordt verspreid en teruggekaatst, waardoor een blauwe kleur ontstaat.

WEETJE ©VAN IN

Lees de onderstaande beschrijvingen van de structuren van het oog.

1 Vul de benaming in bij de juiste omschrijving.

1 Zorgt voor de juiste druk in het oog. 2 Voorziet het hoornvlies van voedingsstoffen. 3 Opening waarlangs het licht in het oog binnendringt. 4 Produceert vocht dat het oog beschermt tegen infecties. 5 Bevat veel bloedvaten en zorgt voor aan- en afvoer van stoffen. 6 Vervoert informatie vanuit het oog naar de hersenen. 7 Zorgt voor de beeldvorming. 8 Bevat lichtgevoelige receptoren. 9 Hard omhulsel dat het oog goed beschermt. 2 Noteer de nummers uit de tabel bij de overeenkomstige structuur op de afbeelding. Afb. 29 ©VAN IN

Bij het ontleden van het oog kun je meerdere structuren onderscheiden: • Een hard oogvlies omringt het oog aan de buitenkant. • Het hoornvlies is het doorzichtige deel vooraan. • De iris is het gekleurde deel dat achter het hoornvlies is gesitueerd. De iris loopt door in het vaatvlies. • Het vaatvlies is een laag die sterk doorbloed is en zorgt voor de aan- en afvoer van verschillende stoffen. • De pupil is een opening in de iris waar het licht door naar binnen valt. De iris verdeelt de oogkamer in twee delen, de voorste en de achterste oogkamer. De achterste oogkamer bevat een lens. • Het netvlies ligt meer naar de achterkant van het oog. Dat is het deel dat de fotoreceptoren bevat. Fotoreceptoren vangen lichtprikkels op en sturen signalen naar de hersenen. • Het glasachtig lichaam in de oogholte regelt de druk in het oog en duwt het netvlies tegen het vaatvlies. • De blinde vlek is de plaats waar de oogzenuw door het netvlies naar buiten loopt. Het netvlies bevat op die plaats geen fotoreceptoren. ` Maak oefening 26 op p. 89.

Wanneer een kat in het donker naar een lichtbron kijkt, lijken zijn ogen op te lichten. Dat komt omdat kattenogen een extra laag achter het netvlies bevatten, het tapetum lucidum, dat het binnenvallend licht reflecteert en nog een keer door het netvlies stuurt. Op die manier passeert het licht twee keer langs de lichtgevoelige delen in het oog. Het tapetum lucidum is bij heel wat nachtactieve dieren aanwezig. Daardoor kunnen ze beter dan mensen in het donker zien. ©VAN IN

This article is from: