![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
1 minute read
Checklist
JA NOG OEFENEN
1 Begripskennis
• Ik kan enkele exocriene klieren opnoemen. • Ik kan de bouw en de werking van een exocriene klier beschrijven. • Ik kan uitleggen dat kliersecreties reacties zijn op prikkels. • Ik kan aantonen dat kliersecreties leiden tot het bereiken van een gewenste toestand van het lichaam. • Ik kan de macroscopische en microscopische bouw van een skeletspier beschrijven. • Ik kan het verschil in werking tussen skeletspieren, gladde spieren en hartspier in verband brengen met de functies in het lichaam. • Ik kan aantonen dat spierbewegingen een reactie zijn van een organisme op een prikkel om een gewenste toestand te bereiken. • Ik kan de relatie tussen de verschillende soorten spieren en het zenuwstelsel bespreken. • Ik kan verduidelijken wat bedoeld wordt met antagonistische spierwerking. • Ik kan vanuit de bouw van een weefsel, de werking van dat weefsel beschrijven (en omgekeerd). 2 Onderzoeksvaardigheden • Ik kan een waarneming formuleren. • Ik kan een waarneming interpreteren of verklaren. ` Je kunt deze checklist ook op invullen bij je portfolio. ©VAN IN