3 minute read
THEMASYNTHESE
Transport in de plant
Planten zijn opgebouwd uit wortel, stengel, blad en bloem. • Om in hun voedingsstoffen te voorzien is fotosynthese noodzakelijk. De CO2 die daarvoor nodig is, nemen de planten op via de open huidmondjes. • Ook water is belangrijk voor de plant. Als de cellen minder water bevatten, daalt de vloeistofdruk in de cellen en verliezen ze hun stevigheid. Water is nodig voor het transport van opgeloste stoffen naar alle cellen van de plant en voor de fotosynthese. Omdat water verdampt langs de open huidmondjes, moet het voortdurend aangevuld worden vanuit de bodem. • Het transport van water gebeurt opwaarts langs de houtvaten van het xyleem en is mogelijk dankzij: —capillaire krachten tussen watermoleculen en de transportvaten, —worteldruk, —transpiratiezuiging. Dankzij die processen is er opwaarts transport mogelijk. huidmondje zonlicht CO omgevingstemperatuur waterdraden aanzuigen OH 2 Het transport van assimilaten en plantenhormonen gebeurt via de zeefvaten van het floëem. Rol van de huidmondjes – homeostase Afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar water gaan de huidmondjes open of dicht. Ook het plantenhormoon abscisinezuur beïnvloedt het sluiten van de huidmondjes. Zo wordt de waterhuishouding aangepast naargelang de omstandigheden. Als er geen sapstroom is, kan het water niet vanuit de bodem worden aangevuld. De bladeren verliezen is een manier om waterverlies te beperken. Bladval wordt geregeld door een samenwerking tussen meerdere hormonen. De werking van planten is erop gericht om het watergehalte in evenwicht te houden; dat is homeostase.
verdampen H2 O O 22 -gas©VAN IN
RECEPTOR CONDUCTOR
huidmondjes sluiten zich
HOMEOSTASE de vloeistofdruk in de cellen is in evenwicht
windstil vochtige bodem hoge temperatuur hoge luchtvochtigheid vloeistofdruk in de cellen stijgt
wind droge omgeving hoge temperaturen watergehalte in de plant neemt af water verdampt
vloeistofdruk in de cellen daalt
geen transpiratiestroom door worteldruk en capillaire krachten stijgt het watergehalte in de plant
ABA
CO2-opname fotosynthese
geen fotosynthese geen waterverlies via huidmondjes transpiratiezuiging geen verdamping via huidmondjes waardoor het watergehalte in de plant stijgt stopt licht donker
EFFECTOR
REACTIE
PRIKKEL PRIKKEL RECEPTOR
REACTIE©VAN IN
huidmondjes openen zich
EFFECTOR
Planten als systeem
Om te functioneren en ook om de homeostase in stand te houden, werken planten volgens het bekende regelsysteem:
Prikkels zoals:
prikkel
• • • beschadiging, bijvoorbeeld door bladluizen, aanraking, de hoeveelheid water, de aanwezigheid van voedingsstoffen of hormonen, de zwaartekracht en licht.
receptor
Planten hebben enkele specifieke receptorcellen, zoals de fotoreceptoren en cellen die gevoelig zijn voor aanraking of voor trillingen. Andere prikkels kunnen door alle cellen worden opgevangen, zoals een beschadiging, of de aanwezigheid van water en hormonen.
conductor
De receptorcellen kunnen hormonen produceren, zoals auxine bij belichting of abscisinezuur bij watertekort. Andere receptorcellen veroorzaken de verplaatsing van geladen deeltjes en zorgen zo voor een elektrisch signaal. Dat heb je gezien in het voorbeeld van de rups die aan de blaadjes van een plant at.
effector
Alle plantencellen zijn gevoelig voor plantenhormonen. Elke cel kan dus op auxine of op abscisinezuur reageren. Om op een bepaald plantenhormoon te kunnen reageren, is het nodig dat het hormoon op de effector kan binden zoals een sleutel op een slot, net als bij dieren. Ook de elektrische signalen kunnen alle cellen beïnvloeden. Bij planten zijn de effectoren dus geen specifieke weefsels of organen.
reactie
De reactie van planten is afhankelijk van het weefsel waarin de effector ligt. Zo zal auxine in de top van de plant zorgen voor fototropie, in de wortel van de plant veroorzaakt het hormoon geotropie. De bladscharnieren reageren op elektrische signalen door water af te geven: andere cellen van dezelfde plant ontvangen die geladen deeltjes ook, maar reageren er niet zichtbaar op. In alle gevallen heeft de reactie van planten als gevolg dat de overlevings- of voortplantingskansen van een plant verbeteren. BEKIJK DE KENNISCLIP©VAN IN