Mavo & ik 4 (editie 2024) Leerwerkboek

Page 1

©VANIN

Via www.diddit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Mavo & ik Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.

Mavo & ik

LET OP: ACTIVEER DEZE LICENTIE

PAS VANAF 1 SEPTEMBER; DE LICENTIEPERIODE START VANAF ACTIVATIE EN IS 365 DAGEN GELDIG.

!©VANIN

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.

Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.diddit.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Eerste druk 2024

ISBN 978-94-647-0590-4

Vormgeving en opmaak: Banananas.net

Ontwerp cover + tekeningen: Tumbleweed D/2024/0078/89

Art. 606335/01

NUR 137

HOOFDSTUK 1: Anders kijken naar het verleden 9

HOOFDSTUK 2: Er hangt chemie in de lucht 31

HOOFDSTUK 3: Heeft de Europese Unie invloed? 57

HOOFDSTUK 4: Ik ben wie ik ben 83

HOOFDSTUK 5: Energie, meer dan watt je denkt! 109

HOOFDSTUK 6:

7:

INHOUD | 3 Mavo & ik
mondialisering 135 HOOFDSTUK
Kunst & cultuur 165 WOORDENLIJST 183 KAARTEN 189 TIJDLIJN 194 INHOUD ©VANIN
Duurzame

©VANIN

STARTEN MET M avo & ik

Welkom bij Mavo & ik. We leggen graag even uit hoe je met dit leerwerkboek aan de slag gaat.

O p weg met Mavo & ik

Het leerwerkboek bestaat uit zeven hoofdstukken. Deze spilfiguren nemen je mee op weg.

Hoe was het leven vroeger? Lang geleden? In de middeleeuwen of bij de Romeinen? En hoe weten we dat? In het eerste hoofdstuk, Anders kijken naar het verleden, ontdek je hoe historische bronnen je iets kunnen leren over het verleden. Maar ook dat je ze niet zomaar kunt vertrouwen.

In hoofdstuk 2, Er hangt Chemie in de lucht, ontdek je hoe een label je meer vertelt over het product. Je onderzoekt ook chemische stoffen en hoe je er op een veilige, duurzame manier mee werkt.

België is lid van de Europese Unie. In hoofdstuk 3, Heeft de Europese Unie invloed?, leer je welke gevolgen dat heeft en hoe die Europese Unie invloed heeft op jouw dagelijkse leven.

In hoofdstuk 4, Ik ben wie ik ben, gaat het over seksualiteit en hoe die anders en toch gelijk kan zijn. Ook vooroordelen komen aan bod, en hoe ze ontstaan.

Maar je ontdekt vooral dat je mag zijn wie je bent. Zeker weten!

Mavo & ik STARTEN MET MAvO & IK | 5
1
Elena Jack Anouar Adila
©VANIN

In hoofdstuk 5, Energie, meer dan watt je denkt!, leer je dat er verschillende soorten energie bestaan, en dat de ene soort energie ook soms omgezet wordt in een andere soort energie. Hoe ga je daar duurzaam mee aan de slag? Je komt het te weten in dit hoofdstuk.

©VANIN

In hoofdstuk 6, Duurzame mondialisering, leer je dat je vandaag zowat alles kunt kopen, zelfs uit verre landen, en het aan huis kunt laten bezorgen. Dat is leuk, maar het heeft ook gevolgen.

Afsluiten doe je met hoofdstuk 7, Kunst & cultuur. In dit hoofdstuk mag je helemaal uit de bol gaan! Je maakt een eigen kunstwerk en leert een heleboel bij over kunst en cultuur in alle vormen.

Elk hoofdstuk is ingedeeld in opdrachten. De kleur van de opdracht geeft aan welke stap binnen OVUR aan bod komt. Bij de laatste opdracht (reflecteren) ga je na in hoeverre je een lesdoel bereikt hebt. Verder oefenen doe je via diddit.

O riënteren

Een inleidende oefening over het onderwerp

Een brainstormsessie Voorkennis activeren

v oorbereiden

De noodzakelijke kennis en vaardigheden voor het U-gedeelte worden hier aangeleerd en aangereikt. Werkvormen worden aangeleerd.

U itvoeren

Pas wat je aangeleerd hebt toe op een nieuwe oefening of situatie.

R eflecteren

Vraag feedback aan je klasgenoten. Bespreek de samenwerking in groep. Evalueer jezelf.

Mavo & ik 6 | STARTEN MET MAvO & IK
Mila Marieke Julan Lotte

We willen graag dat je vorderingen maakt en dat je reflecteert op je taken en leert uit feedback. Elk hoofdstuk eindigt met een checklist. Het is een hulpmiddel om zelf zicht te krijgen of je de doelen, waaraan je in het hoofdstuk gewerkt hebt, al dan niet onder de knie hebt.

H andig voor onderweg 2

Ik kan historische bronnen situeren in de correcte historische periode.

Ik weet wat een tekstuele bron is.

Ik weet wat een visuele bron is.

Ik weet wat een materiële bron is.

Ik begrijp dat mensen van toen anders keken naar historische gebeurtenissen die toen gebeurden dan dat wij nu naar dezelfde gebeurtenissen kijken.

©VANIN

In de loop van elk hoofdstuk word je ondersteund door een aantal hulpmiddelen.

Moeilijke woorden herken je aan de stippellijn.

Sommige moeilijke woorden worden extra uitgelegd in een begrippenkader.

Woordenlijst

Hoofdstuk 1

Woord Verklaring In je eigen woorden analyseren Onderzoeken de context Alle informatie die je helpt om bv. een historische bron beter te begrijpen en te analyseren

contextualiseren Nagaan in welke omstandigheden een bron ontstaan is en wat er allemaal invloed op kan uitoefenen of de informatie ervan kan kleuren fundamenteel Van groot belang de historische vraag Een vraag die we onszelf stellen om beter te begrijpen hoe iets vroeger gebeurd is de materiële bron Voorwerpen, gebouwen, monumenten … selecteren Uitkiezen de standenmaatschappij Het systeem uit de middeleeuwen dat de samenleving opdeelde in drie groepen: de geestelijkheid, de adel en de boeren de tekstuele bron Een geschreven bron, zoals een dagboek, brief, krant, boek de visuele bron Een bron die iets afbeeldt, zoals een foto, een schilderij, een standbeeld, een film … Hoofdstuk 2 Woord Verklaring In je eigen woorden ambacht Een vak waarbij je iets met de hand maakt chemische formule Een manier om de samenstelling van een chemische stof weer te geven chemisch label Een label dat informatie geeft over de chemische samenstelling van een product chemisch verschijnsel Er worden nieuwe stoffen gevormd met andere eigenschappen dan de oorspronkelijke stoffen. detergent Wasmiddel fysisch verschijnsel Er worden geen nieuwe stoffen gevormd. gezondheidslabel Een label dat specifieke gezondheidsclaims, keurmerken of symbolen bevat die aangeven dat een product bepaalde gezondheidsvoordelen heeft

Woordenlijst 182

Perceptie: je een beeld vormen van iets of iemand door waarnemen, associëren en selecteren

In de woordenlijst vind je alle onderstreepte woorden terug, alfabetisch gerangschikt per hoofdstuk. In de laatste kolom kun je ook nog in je eigen woorden de begrippen verklaren. Zijn er nog moeilijke woorden die niet in de lijst staan? Voeg ze gerust zelf toe.

Filmpjes en ander materiaal kun je rechtstreeks bekijken door de QR-code te scannen, of online via diddit.

In een chatbox ga je in groepjes of met de hele klas een gesprek voeren over een bepaalde stelling. Het is de bedoeling dat je luistert naar elkaars mening en leert hoe anderen denken.

Bekijk jij de labels op een product? Hou je rekening met de labels op verpakkingen wanneer je een product kiest? Waarom wel of waarom niet?

De volgende iconen helpen je ook nog een eind op weg:

Groepswerk

Je oefent je ICT-vaardigheden.

Je vindt online extra (ondersteunend) materiaal.

Deze opdrachten zijn een extra verdieping of bieden een extra uitdaging.

Mavo & ik STARTEN MET MAvO & IK | 7
Checklist Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
STAPPENPLAN OPEN WEBSITE
CHATBOX
het onlineleerplatform bij Mavo & ik

Materiaal

Hier vind je het lesmateriaal en de online-oefeningen. Gebruik de filters bovenaan, de indeling aan de linkerkant of de zoekfunctie om snel je materiaal te vinden.

Lesmateriaal

Hier vind je het extra lesmateriaal bij Mavo & ik, zoals video’s, audio’s, pdf's, ontdekplaten …

Oefeningen

• De leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

• Je kunt hier vrij oefenen.

Opdrachten

Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Evalueren

Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.

Resultaten

Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en evaluaties? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

E-book

Het e-book is de digitale versie van het leerwerkboek. Je kunt erin noteren, aantekeningen maken, zelf materiaal toevoegen ...

Meer info over diddit vind je op www.vanin.diddit.be/nl/leerling.

Mavo & ik 8 | DIDDIT: HET ONLINELEERPLATFORM BIJ MAvO & IK
©VANIN

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET v ERLEDEN

OPDRACHT 1: Bronnen situeren in een historische periode

1 Deel onze geschiedenis op in zeven historische periodes.

Stap 1: • Bekijk de afbeeldingen in de tabel en lees de tekst die erbij hoort. Is alles duidelijk?

• Bekijk de tijdlijn met historische periodes.

Stap 2: Noteer onder elke afbeelding in welke historische periode die volgens jou thuishoort.

Stap 3: Noteer daarnaast waarom je de afbeelding in die historische periode situeert.

©VANIN

Afbeelding

De kathedraal

Notre-Dame van Parijs, gebouwd tussen 1163 en 1225

Deze afbeelding hoort volgens mij thuis in deze historische periode omdat:

De Eiffeltoren in Parijs, gebouwd in 1889

De geldwisselaar en zijn vrouw, geschilderd door Quinten Matsijs in 1514

9 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN
O
middeleeuwen vroegmoderne tijd moderne tijd ± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 1450± 1750± 1945 hedendaagse tijd prehistorie
oude nabije oosten klassieke oudheid
© Erich Lessing/Album

Afbeelding

Een boek uit ongeveer 1420

Een Egyptisch borstsieraad uit ongeveer 985 v.C.

Deze afbeelding hoort volgens mij thuis in deze historische periode omdat:

©VANIN

Grotschildering van ongeveer 15 000 tot 10 000 v.C.

Een klokbeker uit een grafheuvel bij Mol, ongeveer 2 500 v.C. Thot (rechts) en Nefertari (links), ongeveer 1224 v.C. Fragment van een muurschildering in het graf van koningin Nefertari, Vallei der Koninginnen, Egypte

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 10

Afbeelding

Adolf Hitler, 1889-1945

Op 20 januari 2017 legt Donald Trump de eed af als 45e president van de Verenigde Staten.

Deze afbeelding hoort volgens mij thuis in deze historische periode omdat:

Slachtoffers van een gasaanval in de Eerste Wereldoorlog (1914-1948)

Mengvat, hoogte: 35,7 cm, ongeveer 430-425 v.C., Ashmolean Museum, University of Oxford

De zuil van Trajanus, Rome, 98-117 n.C.

2 Vergelijk jouw oplossing met die van een klasgenoot. Pas aan indien nodig.

11 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN
©VANIN

OPDRACHT 2: Een maatschappij in verschillende standen

Uiteraard zijn er heel wat verschillen tussen vroeger en nu. Vroeger had je geen auto’s; nu wel. Vroeger waren er geen smartphones; vandaag kunnen we niet meer zonder. De meeste mensen leren lezen en schrijven; dat was vroeger veel minder het geval.

Maar sommige verschillen zijn fundamenteler. We bekijken dit van dichterbij.

1 Volg het stappenplan en los de opdrachten op.

Stap 1: Elke groep kiest een voorlezer. De voorlezer leest de tekst voor aan de groep.

Voorlezer:

Elke groep kiest ook een woordvoerder per tekst in volgorde. Enkel de woordvoerder mag straks antwoorden in naam van de groep. Per tekst is dat telkens iemand anders.

- tekst 1:

- tekst 2:

- tekst 3:

- tekst 4:

- tekst 5:

Stap 2: We overlopen klassikaal de vragen.

Stap 3: De voorlezer leest de eerste tekst voor.

Alle groepen luisteren aandachtig en in stilte naar hun voorlezer.

De andere groepsleden proberen een antwoord te vinden op de vragen.

Stap 4: Elke groep krijgt vijf minuten om de antwoorden van de verschillende groepsleden te bespreken. De woordvoerder voor tekst 1 noteert nauwkeurig alle mogelijke antwoorden.

Stap 5: De leerkracht projecteert de tekst en vraagt welke antwoorden er gevonden werden.

De leerkracht duidt aan welke woordvoerder mag antwoorden.

Alle leerlingen duiden de antwoorden aan die correct zijn en vullen aan waar nodig.

Stap 6: Herhaal stappen 3, 4 en 5 voor de volgende vier teksten.

©VANIN

BEANTWOORD DE v

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 12
v
LEES DE TEKSTEN RAGEN

2 Samenvatting

Leg in je eigen woorden uit hoe de standenmaatschappij in de middeleeuwen eruitzag en werkte.

©VANIN

3 Kijk met de blik van een middeleeuwer.

We weten nu alles over de standenmaatschappij. Maar hoe keek men daar in die tijd zelf naar?

a Lees eerst de historische bron en ontdek het zelf.

b Lees vervolgens ook de context bij de historische bron: die informatie helpt je om de bron beter te begrijpen.

Context: de achtergrondinformatie die bij de bron hoort, alle informatie die je helpt de bron beter te begrijpen

HISTORISCHE BRON

Een middeleeuwse visie op de samenleving

De maatschappij is verdeeld in drie standen. De geestelijke stand vormt één groep.

De menselijke wet onderscheidt er nog twee andere.

De ene stand bidt [de geestelijkheid], de andere strijdt [de adel], de laatste werkt.

De edelman en de onvrije worden niet geregeerd door eenzelfde wet.

De edelen zijn strijders, de verdedigers van de Kerken. Ze verdedigen alle mensen uit het volk, groot en klein, en zo beschermen ze ook zichzelf.

De andere stand is die van de onvrijen. Voorraad en kleding worden aan allen geleverd door die onvrijen, want geen enkel vrij man kan leven zonder (…).

Die drie standen leven samen en kunnen niet van elkaar gescheiden worden. Om de beurt levert iedereen steun aan allen.

Naar: Adalbero van Laon, Lied voor koning Robert de Vrome, ca. 1027

Context bij de historische bron

Adalbero van Laon schreef een lied voor koning Robert de Vrome. Adalbero van Laon (950-1030) is een bisschop en van adel. Hij geeft zijn visie op de samenleving in een lofdicht voor zijn Franse koning.

13 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN

c In welke tijd is de bron geschreven? Kruis aan.

¨ De middeleeuwen

¨ De vroegmoderne tijd

¨ De hedendaagse tijd

d Omcirkel het juiste getal: hoeveel standen (orden) onderscheidt de auteur van de bron uiteindelijk in de samenleving?

e Som de verschillende standen op. Noteer de taak die elke stand volgens Adalbero van Laon heeft.

Afbeelding

Stand

Taak

f Hoe laat de auteur zien dat de drie orden of standen volgens hem één geheel vormen en elkaar nodig hebben? Markeer in de tekst.

g Tot welke stand behoort de auteur?

4 Standen bestaan ook vandaag nog.

De middeleeuwse maatschappij was dus opgedeeld in drie groepen, die gescheiden van elkaar leefden. Je geboorte bepaalde in welke groep je terechtkwam (met uitzondering van de clerus).

In India bepaalt een gelijkaardig systeem nu nog steeds het dagelijks leven van veel mensen.

a Lees de tekst en bekijk de twee beeldfragmenten.

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 14
123456789 10
LEES TEKST FRAGMENT 1 FRAGMENT 2
©VANIN

b Beantwoord de vragen.

• Welke gelijkenissen zie je tussen het kastensysteem in India en de standenmaatschappij in de middeleeuwen?

©VANIN

• In de middeleeuwen brokkelt de standenmaatschappij af in de grote steden. Is dat ook in de steden in India het geval met het kastensyteem? JA NEE

• Geef een voorbeeld van de discriminatie tussen de verschillende kasten uit een van de beeldfragmenten.

OPDRACHT 3: Historische bronnen en hun context v

1 Opdracht vooraf

Wanneer we iets over jou te weten willen komen, kunnen bronnen over jou ons veel vertellen. Net zo gaat het voor de geschiedenis: ook voor onze kennis over het verleden zijn we afhankelijk van bronnen, in dit geval historische bronnen.

Breng daarom tegen volgende les minstens drie zaken mee die iets vertellen over jou, je favoriete kleding en je hobby’s: een lidkaart van een vereniging, een kopie van je identiteitskaart, een stukje commentaar dat een leraar je gaf op een taak, toets of rapport, een e-mail, een screenshot van een sms-conversatie, een geboortekaartje, een foto die iets meer vertelt over jou, een voorwerp dat belangrijk is voor jou of iets over jou vertelt, een kledingstuk, materiaal dat je gebruikt voor een hobby …

2 Verschillende soorten bronnen

Stap 1: Elke leerling van jouw groep toont de bronnen die die heeft meegenomen en legt de betekenis ervan uit.

Stap 2: Verdeel nu alle bronnen van jouw groep in verschillende soorten of groepen van bronnen.

Stap 3: Geschiedkundigen delen historische bronnen op in drie soorten: tekstuele bronnen, visuele bronnen en materiële bronnen.

15 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN

a Noteer in de tweede kolom van de tabel alle bronnen van jouw groep die volgens de indeling van geschiedkundigen bij elkaar horen.

Soorten bronnen

1 Tekstuele bronnen

Voorbeelden van bronnen die bij elkaar horen

©VANIN

2 Visuele bronnen

3 Materiële bronnen

b Vul aan.

Historische bronnen hebben we genoeg. We moeten er wel voorzichtig mee omgaan, omdat:

- bronnen vaak onvolledig zijn: niet de hele tekst is bewaard, de oorspronkelijke tekst is vertaald uit een andere taal waardoor vertaalfouten kunnen opduiken, de schrijver is niet objectief …

- bronnen, zoals een monument, zwaar beschadigd kunnen zijn.

- bronnen, zoals een schilderij, geen exacte weergave zijn van de werkelijkheid. Ze werden vaak op bestelling gemaakt en aan de wensen van de opdrachtgever of kunstenaar aangepast.

3 Historische bronnen analyseren en selecteren

Om een historische bron te bestuderen, vertrekken we vanuit een historische vraag. Dat is een vraag die we onszelf stellen om beter te begrijpen hoe vroeger iets gebeurd is.

Bijvoorbeeld: hoe gingen jongeren gekleed in de periode van 2020 tot vandaag?

Stap 1: Eerst ga je bronnen selecteren: zijn er bronnen in jullie groepje die een antwoord kunnen geven op de vraag? Leg ze samen.

Stap 2: Vervolgens ga je die bronnen analyseren. Geef daarvoor een antwoord op de onderstaande vragen.

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 16

a Geven de bronnen die jullie geselecteerd hebben een correct beeld over hoe alle jongeren gekleed gingen in die periode? Leg uit.

b Stel dat we alle kleding van de leerlingen van de klas als bron kunnen gebruiken. Krijgen we dan een beter beeld? Leg uit.

Herhaal stap 1 en 2 met de hele klas voor mijn historische vraag.

Welke hobby’s beoefenden jongeren in de periode van 2020 tot vandaag?

Stap 1: Welke bronnen kunnen een antwoord geven op de historische vraag van Julan? Leg ze samen. Deze bronnen zijn bruikbaar om jullie historische vraag op te lossen.

Stap 2: Bekijk de verzameling bronnen.

a Geeft dit een goed overzicht van de hobby’s die jongeren uitoefenden in 2020 of later? Hier stel je de vraag of jullie (verzameling van) bronnen betrouwbaar (is) zijn om een antwoord te geven op jullie (historische) vraag.

b Geeft deze verzameling bronnen een betrouwbaar beeld van welke hobby’s jongeren uitoefenen in China? Kun je om op deze vraag te beantwoorden ook deze verzameling bronnen gebruiken?

MIJN NOTITIES

17 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN
©VANIN

OPDRACHT 4: Aan de slag met een historische vraag

Mijn historische vraag is: hoe zagen vrouwen in de middeleeuwen eruit?

1 Selectie van bronnen

Eerst en vooral selecteren we de bronnen die bruikbaar zijn om deze historische vraag te beantwoorden.

a Bekijk de afbeeldingen en noteer de nummers van de bronnen bij de juiste vraag in de tabel.

Vraag

1 Welke visuele bronnen kan ik gebruiken om iets te weten te komen over het uiterlijk en de kleren van een vrouw van adel in de middeleeuwen?

2 Welke visuele bronnen helpen me om iets te weten te komen over het uiterlijk en de kleren van de koopmansvrouwen in de middeleeuwen?

3 Welke visuele bronnen helpen me om iets te weten te komen over het uiterlijk en de kleren van de boerinnen in de middeleeuwen?

BRON 1

Nummer van de bron

Miniatuur uit Chroniques de France, d’Angleterre et des païs voisins van Jean Froissart, 1370. Franse boerinnen komen samen met hun mannen in opstand in 1358. De miniatuur komt uit een kroniek, een verslag van belangrijke gebeurtenissen, dat meerdere mensen konden lezen.

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 18
© AKG Images
v ©VANIN

Schilderij van de schilder Quinten Matsijs (14661530). De geldwisselaar en zijn vrouw, Musée du Louvre, Parijs, 1514. Een geldwisselaar overlegt met zijn vrouw. Vrouwen beheerden vaak de dagelijkse boekhouding van de zaak terwijl de mannen de contacten buitenshuis op zich namen.

BRON 5 BRON 2

4

Miniatuur van Boccaccio, Noord-Frankrijk of Vlaanderen, ongeveer 1460. Vrouwen gaan op valkenjacht. Een geliefd tijdverdrijf van adellijke dames.

BRON 3

Miniatuur, Vlaanderen, na 1453. Hertogin Isabella van Portugal en hertog Filips de Stoute geven enkele rechten terug aan de stad Gent. De stad had de rechten verloren omdat ze in 1453 in opstand was gekomen.

©VANIN

Miniatuur uit Les très riches heures du duc de Berry, eerste helft van de 15e eeuw. Vrouwen werken mee op het land. Het handschrift waar de miniatuur uit komt, was een persoonlijk gebedenboek, besteld door de Franse hertog van Berry. Miniaturen zijn (kleine) tekeningen die het handschrift (of handgeschreven boek) mooier en luchtiger maakten.

19 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN
© Erich Lessing/Album © Erich Lessing/Album BRON
© ÖNB/Wien, Cod. 2583.fol.13 © ÖNB/Wien, Cod. 2617.fol.76v

b Nu verfijnen we onze historische vraag. We kijken specifiek naar één soort vrouwen.

Hoe zagen boerinnen in de middeleeuwen eruit? Welke soort kleren droegen ze?

©VANIN

Welke visuele bronnen kunnen je helpen om een antwoord op enkel deze vraag te vinden?

Markeer de correcte bron(nen).

BRON 1BRON 2BRON 3BRON 4BRON 5

2 Contextualiseren van bronnen

Vervolgens gaan we onze historische bronnen contextualiseren: we gaan na in welke omstandigheden de bron ontstaan is en wat er allemaal een invloed op kan uitoefenen. Dit kan ons helpen om te bepalen hoe betrouwbaar de bronnen zijn.

Contextualiseren: nagaan in welke omstandigheden de bron ontstaan is en wat er allemaal een invloed op kan uitoefenen of de informatie ervan kan kleuren

Verschillende historische bronnen

Afhankelijk van de historische vraag Bruikbaarheid?

Selecteren

Contextualiseren Is de informatie betrouwbaar? Betrouwbaarheid?

Het begeleidende tekstje onder elke bron in opdracht 4.1 bevat extra informatie over de bron zelf. Dat noemen we de context.

a Vul het schema voor bron 1 en bron 5 aan.

BRON 1 BRON 5

Welke soort bron is dit?

¨ een persoonlijk gebedenboek

¨ een verslag van gebeurtenissen

¨ een dagboek

¨ een persoonlijk gebedenboek

¨ een verslag van gebeurtenissen

¨ een dagboek

Voor welk doelpubliek was de bron gemaakt?

Voor wie was de afbeelding bestemd?

¨ een Franse edelman

¨ een ruimer leespubliek

¨ een groep kunstenaars

¨ een Franse edelman

¨ een ruimer leespubliek

¨ een groep kunstenaars

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 20

¨ als versiering

BRON 1 BRON 5

Waarom werd de afbeelding gemaakt?

¨ om een verslag van een gebeurtenis te verduidelijken

¨ om boeren en boerinnen te bespotten

¨ als versiering

¨ om een verslag van een gebeurtenis te verduidelijken

¨ om boeren en boerinnen te bespotten

Hoe worden de boerinnen afgebeeld: realistisch of mooier dan in werkelijkheid?

¨ De boerinnen worden afgebeeld als slanke dames.

¨ De boerinnen worden afgebeeld als stevige dames.

¨ De boerinnen hebben een sierlijke houding.

¨ De boerinnen dragen mooie en nette kleren.

¨ De boerinnen dragen lange kleren die het hele lichaam bedekken.

¨ Sommige boerinnen dragen een schort.

¨ De boerinnen worden afgebeeld als slanke dames.

¨ De boerinnen worden afgebeeld als stevige dames.

¨ De boerinnen hebben een sierlijke houding.

¨ De boerinnen dragen mooie en nette kleren.

¨ De boerinnen dragen lange kleren die het hele lichaam bedekken.

¨ Sommige boerinnen dragen een schort.

b Conclusie: welk van beide bronnen geeft je de meest betrouwbare informatie over het uiterlijk van boerinnen in de middeleeuwen?

BRON 1BRON 5

Leg uit waarom.

OPDRACHT 5: de betrouwbaarheid van bronnen v

Een belangrijke eigenschap van een historische bron is haar betrouwbaarheid. Om te weten of een bron betrouwbaar is, moet je:

– de bron analyseren, – de bron vergelijken met (een) andere bron(nen).

MIJN NOTITIES

21 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN
©VANIN

1 Een bron analyseren

Om een historische bron te analyseren, kan het onderstaande schema je helpen.

Wie is de auteur? Welke functie had de auteur? Wie?

Welke soort bron is het? Een dagboek, brief, krantenartikel, feitelijk verslag, propagandamateriaal, officieel document, standbeeld, foto, schilderij, film …?

BRON Wat?

Waar werd de bron gemaakt? Op de plaats van de gebeurtenissen of elders?

Wanneer? Waar?

Wanneer werd de bron gemaakt? Op het moment van de feiten of achteraf? Zo ja, hoe lang nadien?

Hoe?

Hoe werd de bron gemaakt? Door andere bronnen te raadplegen? Door ooggetuigen te raadplegen? Of is de auteur zelf een ooggetuige?

2 Bronnen analyseren en vergelijken

Waarom?

Waarom werd de bron gemaakt? Wat is de bedoeling van de auteur: een verslag maken, iets aanklagen, reclame maken …?

Laat ons dat eens uitproberen. We analyseren en vergelijken twee historische bronnen over dezelfde gebeurtenis.

Hoe verliepen de eerste contacten van Columbus met de indianen, toen hij Zuid-Amerika ontdekte?

Stap 1: Scan de QR-code. We lezen eerst samen de context die bij de bron hoort.

Stap 2: Je kent nu de context van de bron. Je weet ook dat we het dagboek van Columbus over die eerste reis naar Amerika gaan lezen. Is het dagboek bruikbaar voor de historische vraag die we ons stellen?

JA NEE

LEES DE CONTEXT

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 22
©VANIN

Stap 3: Is de bron ook betrouwbaar? Lees het uittreksel uit het dagboek en vul het schema aan met behulp van de context.

TEKSTUELE BRON

Christoffel Columbus: eerste brief

Wie is de auteur? Welke functie had of welke rol speelde de auteur?

Was de auteur ooggetuige van de gebeurtenis?

Wanneer is de bron gemaakt?

Waar is de bron gemaakt?

Welke soort bron is het?

Is de bron gemaakt ten tijde van de gebeurtenis of pas (veel) later? Geef eventueel ook het jaartal.

Is de bron gemaakt in de directe omgeving van de gebeurtenis?

Een dagboek, brief, krantenartikel, feitelijk verslag, propagandamateriaal, officieel document?

Hoe kwam de bron tot stand?

Door andere bronnen te raadplegen? Door ooggetuigen te raadplegen?

Of is de auteur zelf een ooggetuige?

Waarom? Wat is de reden waarom de auteur deze bron maakt? Welke bedoeling heeft de auteur?

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 4: Beantwoord de vragen met behulp van de tekstuele bron (QR-code bovenaan op deze bladzijde) en de visuele bron.

a Lees in het dagboek hoe de indianen er volgens Columbus uitzagen. Noteer het antwoord. v ISUELE BRON

23 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN
©VANIN

b Komt die beschrijving overeen met de visuele bron?

c Noteer voor beide bronnen het jaar waarin ze gemaakt werden.

tekstuele bron visuele bron

d Dateren de bronnen uit dezelfde periode? Of is er veel tijd tussen beide bronnen? Leg uit.

e Duid aan welke van beide bronnen een ooggetuigenverslag is. ¨ de visuele bron (= de afbeelding) ¨ de tekstuele bron (= het dagboek)

f Komt het tafereel op de afbeelding overeen met hoe Columbus die eerste ontmoetingen beschrijft?

Noteer in de linkerkolom de gelijkenissen en in de rechterkolom de verschillen.

Gelijkenissen tussen beide bronnen Verschillen tussen beide bronnen

g Z ijn beide bronnen bruikbaar om de historische vraag te onderzoeken? Leg uit.

h Kunnen we met deze twee bronnen de historische vraag op een betrouwbare manier beantwoorden? Markeer de argumenten voor in het groen en de argumenten tegen in het rood.

Het dagboek is een ooggetuigenverslag. De afbeelding is 100 jaar na de feiten gemaakt.

Het is niet duidelijk op welke informatie de afbeelding gebaseerd is.

Eén bron dateert uit de periode toen het gebeurde.

We hebben geen bronnen die het verhaal vanuit de kant van de indianen vertellen.

Het dagboek van Columbus is geen objectief verslag: hij wil de zaken zo mooi mogelijk voorstellen voor zijn opdrachtgevers.

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 24
©VANIN

Samengevat

We moeten ons er steeds van bewust zijn dat geschreven bronmateriaal altijd door een mens is geschreven die zelf opgroeide in een bepaalde tijd, op een bepaalde plaats, in een bepaalde maatschappij, met zijn eigen specifieke achtergrond, geloofsovertuigingen en ga zo maar door.

Je mag er dus nooit van uitgaan dat wat je leest de absolute waarheid is. Het was destijds misschien de absolute waarheid voor de schrijver zelf. Maar mocht een andere schrijver over dezelfde gebeurtenis hebben geschreven, dan zou je misschien een heel ander verhaal hebben gekregen. Je moet dus de bril van de schrijver opzetten en proberen door zijn of haar ogen te kijken.

3 Woke?

a Scan de QR-code en lees de tekst.

b Beantwoord de vragen.

• Wat is er met de standbeelden gebeurd?

• Waarom deden de betogers dat? Leg uit.

• Die betogers noemen zichzelf ‘woke’. Zoek op wat die term betekent en leg hem in je eigen woorden uit.

Als je ‘woke’ bent dan

We kijken vandaag met een andere blik dan mensen die elders leven of vroeger leefden. Dat noemt men ‘standplaatsgebondenheid’. Een Belg kijkt anders naar de kolonisatie van Congo dan een Congolees. De ene is immers verbonden met de daders van toen en de andere met de slachtoffers van toen.

Een Romeinse man die over de verkoop van een slaaf schrijft alsof het de normaalste zaak ter wereld is, beleefde dat ook op die manier. Slaven waren overal. Je kocht ze gewoon op de markt. Wij kunnen ons dat nu niet meer voorstellen, maar het is belangrijk dat je beseft dat men er vroeger anders naar keek.

25 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN
©VANIN
LEES TEKST

CHATBOX

Wat vind jij?

Kan een standbeeld van Columbus blijven staan, nu je weet hoe de indianen behandeld werden na zijn ontdekking van Amerika?

Kan een standbeeld van een slavenhandelaar blijven staan?

Kan een standbeeld van Leopold II blijven staan, nu we weten hoe slecht de inwoners van Congo er onder zijn bewind behandeld werden?

OPDRACHT 6: Analyseer zelf een tekstuele bron

Analyseer de bron en beantwoord de vragen die de leerkracht je bezorgt.

Context

Sulpicia is een meisje dat leefde in de 1e eeuw v.C., onder keizer Augustus. Naar Romeinse gewoonte werd dit meisje uit de ‘rijke upperclass’ genoemd naar haar vader, Servius Sulpicius. Ze is de enige vrouw uit de Romeinse oudheid van wie gedichten zijn bewaard.

Waar en wanneer ze geboren werd en wanneer ze gestorven is, daar weten we niets van.

We weten dat ze haar vader Servius Sulpicius als kind verloren heeft en dat ze verder werd opgevoed door haar oom Marcus Valerius Messalla, die zelf leefde van 64 v.C. tot 13 n.C.

In zes korte gedichten beschrijft Sulpicia haar verhouding met de jongeman die ze Cerinthus noemt, en die haar hart gebroken heeft. Het zijn zes eenvoudige en directe liefdesgedichten. Haar versjes lijken zo uit een dagboek te komen ...

Op enkele papyrussnippers of andere fragmentjes na, zijn dit in elk geval de enige teksten van een vrouw uit de Latijnse literatuur die bewaard zijn gebleven. Dat maakt deze zes gedichten dus erg bijzonder en zeldzaam.

Bron: classicistranieri.com

©VANIN

HISTORISCHE BRON

Vierde gedicht

Mooi dat je tegenover mij je dit nu al veroorlooft, zo loop ik niet domweg in de val! Loop jij die plompe lichtekooi maar liever na dan ’t dochtertje van Servius, Sulpicia.

Het is mijn vrienden helemaal niet naar de zin dat ik moet wijken voor zo’n bedvriendin.

Zesde gedicht

Ik wil niet langer zulke vurige liefde, schat, als jij een week of wat geleden voor me had, indien ik in mijn hele jeugd een stommiteit begaan heb die me nu, ik geef het toe, meer spijt dan dat ik jou liet gaan de afgelopen nacht om te verbergen hoe ik naar jou had gesmacht.

Bron: www.dbnl.org/tekst; vertaling: Paul Claes

Oh … een gebroken hart! Ik weet hoe dat voelt!

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 26
��
U

OPDRACHT 7: Zien we hetzelfde of zien we het anders? U

Dezelfde historische gebeurtenis wordt vaak anders bekeken, afhankelijk van wie ernaar kijkt. Of ook niet: soms komen de meningen overeen.

Bovendien kijken wij vandaag ook anders naar gebeurtenissen in het verleden. Toen keek men anders naar die gebeurtenissen.

Bekijk de volgende fragmenten over de kolonisatie van Belgisch Congo. Je krijgt verschillende standpunten te zien: de blik van de blanke kolonisator, de blik van de Congolees wiens land gekoloniseerd werd, en de blik van de kinderen van die Congolezen die dit alles meemaakten en doorvertelden.

Fragment 1

Bekijk fragment 1. Hoe verliepen de eerste contacten tussen blanken en zwarten? Heeft iedereen dat gelijk ervaren? Komen de verhalen overeen? Kruis aan wat correct is.

¨ De verhalen komen niet overeen. Er zal dus wel iemand liegen.

¨ De blanken stellen het voor alsof ze welkom waren, maar iedereen liep van hen weg.

FRAGMENT 1

¨ De getuigenissen verschillen erg van elkaar. De eerste contacten zullen dus ook erg verschillend verlopen zijn. In sommige gebieden liep men weg bij het eerste contact, in andere gebieden kwam men net kijken naar die vreemde blanken.

Fragment 2

Het wordt wel eens voorgesteld alsof er in Congo helemaal geen cultuur was voordat de Belgen er aankwamen. Alsof de Congolezen een verzameling onontwikkelde wilden waren die in het oerwoud leefden.

Bekijk het fragment en beantwoord de vragen.

a Welke van de getuigen is een ooggetuige? Markeer het juiste antwoord.

FRAGMENT 2 de blanke vrouw het zwarte meisje de zwarte vrouw de blanke man

b K ijken blanken en zwarten anders naar dit stukje geschiedenis in dit fragment of komen de meningen van de getuigen overeen? Kruis het juiste antwoord aan.

¨ De meningen van de getuigen komen overeen.

¨ De meningen van de getuigen komen niet overeen.

c Waren de blanken zich vooraf bewust van de rijke Congolese cultuur?

27 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN
©VANIN

Fragment 3

Er wordt vaak beweerd dat België ook veel goede dingen naar Congo gebracht heeft en het land gemoderniseerd heeft. Men zegt dus dat er niet enkel geld aan Congo verdiend werd, maar dat er ook geld in geïnvesteerd werd om van Congo een land te maken met dezelfde gezondheidszorg en hetzelfde onderwijs als in België.

De vraag is: klopt dat?

Bekijk het fragment en beantwoord de vragen.

a Hebben de Belgen Congo uitgebouwd tot een ‘moderner’ land, volgens de getuigen? Leg uit.

b Z ijn blanken en zwarten het daarover eens, in de reportage? JA NEE

c Werden al die zaken met geld uit België betaald? Leg uit.

Fragment 4

Laat ons een stapje verder gaan. Er is veel onderzoek gedaan naar de rol van België in Congo. Ook naar deze vraag: heeft België echt het onderwijs, de gezondheidszorg en de wegen voor de Congolezen verbeterd?

Lees de tekst en beantwoord de vragen.

a Komt de mening van de professor overeen met de mening van de ooggetuigen in het beeldfragment bij fragment 3? JA NEE

b Kruis de mogelijke verklaringen daarvoor aan.

¨ De professor heeft meerdere bronnen gebruikt en veel meer ooggetuigen gesproken dan de paar ooggetuigen in de reportage.

¨ Niet iedereen in Congo heeft dit op dezelfde manier beleefd als de ooggetuigen. Door het verhaal breder te bekijken, krijg je ook een ander beeld.

¨ Die professor is gewoon slimmer dan die ooggetuigen.

¨ De professor bekijkt het hele verhaal wat meer vanop een afstand en met een andere blik dan de mensen die het op dat moment meemaakten.

¨ De professor heeft voor zijn onderzoek naar de situatie gekeken met de blik van nu. De ooggetuigen denken vooral terug aan de tijd van toen.

¨ De ooggetuigen merkten toen dat het leven in Congo veranderde en ‘moderner’ werd. Wij weten nu dat dat niet zomaar gebeurde, maar vooral om de kolonie en de bedrijven beter te kunnen doen werken. Dat was toen minder duidelijk dan nu.

¨ Achteraf kun je altijd over meer informatie beschikken dan op het moment wanneer de feiten gebeuren.

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 28
FRAGMENT 3 LEES TEKST
©VANIN

¨ De ooggetuigen zijn onbetrouwbaar. Hun verhaal zal wel niet kloppen.

¨ Een ooggetuige kijkt met een gekleurde blik. Als ooggetuige kijk je naar wat je zelf meemaakte, maar dat is misschien niet de algemene situatie in alle streken van Congo.

¨ Niet elke ooggetuige heeft hetzelfde meegemaakt. In het beeldfragment komen maar een paar ooggetuigen aan bod en je hoort enkel hun persoonlijke verhaal.

¨ De professor is objectiever dan de ooggetuigen. Hij heeft dit niet zelf meegemaakt en heeft er niet zelf aan deelgenomen.

¨ Die ooggetuigen zijn allemaal stokoud en vergissen zich.

©VANIN

OPDRACHT 8: Evalueer jezelf

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

Ik kan historische bronnen situeren in de correcte historische periode. ¨¨

Ik weet wat een tekstuele bron is.

Ik weet wat een visuele bron is.

Ik weet wat een materiële bron is.

Ik begrijp dat mensen van toen anders keken naar historische gebeurtenissen die toen gebeurden dan dat wij nu naar dezelfde gebeurtenissen kijken.

Ik kan een historische bron analyseren met behulp van een schema.

Ik kan inschatten of een bron betrouwbaar is of niet.

Ik kan voorbeelden geven van gelijkenissen en verschillen tussen vroeger en nu.

Ik kan een keuze maken uit verschillende bronnen in functie van de opdracht.

Ik kan informatie samenvatten.

Ik kan vlot informatie opzoeken.

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

29 HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN
R
������������ ������������ ������������ ������������ ������������
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

HOOFDSTUK 1: ANDERS KIJKEN NAAR HET vERLEDEN 30
3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?
©VANIN

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT

OPDRACHT 1: Gelabeld

1 Weet jij wat deze labels betekenen? Bespreek.

31 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
O
©VANIN

2 Combineer het nummer van het label met de passende omschrijving.

Dit label geeft aan dat de producent een bijdrage heeft betaald voor de inzameling, sortering en recyclage van het verpakkingsmateriaal.

Dit is een internationaal label voor duurzame vis afkomstig uit aquacultuur.

Dit symbool geeft aan dat afval in de vuilbak hoort.

Dit is een internationaal label voor palmolie.

Dit is een label over de energiezuinigheid van toestellen.

Dit symbool geeft aan dat het een bijtend product is dat ernstige brandwonden kan veroorzaken.

Dit is een Europees label voor ecologische producten, onder andere detergenten.

Dit is een Vlaams label voor ambachtelijke voedingsproducten.

Dit is een internationaal label voor tapijten en textiel.

Dit is een Belgisch label voor biologische landbouw.

Dit symbool geeft aan dat het product giftig is bij contact met de huid.

Dit is een internationaal label voor eerlijke handel met het Zuiden.

CHATBOX

Bekijk jij de labels op een product? Hou je rekening met de labels op verpakkingen wanneer je een product kiest? Waarom wel of waarom niet?

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 32 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
©VANIN

OPDRACHT 2: Ook dat is wetenschap! O

Wist je dat je gemakkelijk zelf bruisballen kunt maken?

Bekijk het filmpje en ga aan de slag!

Stap 1: Welke ingrediënten heb je nodig? Vul het lijstje aan.

- 55 gram - 16 gram

- 20 ml - scheutje - 40 gram -

Stap 2: Meng alle droge ingrediënten door elkaar.

Stap 3: Doe enkele druppels kleurstof bij de zonnebloemolie. Giet vervolgens de olijfolie en de zonnebloemolie bij de droge ingrediënten. Meng alles goed door elkaar.

Stap 4: Rol kleine balletjes van het mengsel.

Stap 5: Laat het mengsel 3 dagen rusten.

Stap 6: Doe de test.

Stap 7: Los de vragen op.

a Wat gebeurt er wanneer je de bruisbal in water legt?

b Hoe komt dat?

c Waarvoor staat CO2?

¨ zuurstofgas

¨ koolzuurgas

¨ stikstofgas

d Waarvoor zorgt dat gas?

e Ken je zelf nog producten waarin CO2 zit?

Een chemische reactie is een proces waarbij stoffen veranderen en nieuwe stoffen gevormd worden.

33 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
BEKIJK v IDEO
© VRT ©VANIN

OPDRACHT 3: Er zit meer in een label dan je denkt

Er bestaan verschillende soorten labels voor productverpakkingen. Die labels helpen ons bepaalde keuzes te maken door specifieke informatie te geven. Het is uiteraard belangrijk dat je de informatie op de verpakkingen op een correcte manier interpreteert.

1 Soorten labels

a Je leerkracht bezorgt je een reeks labels. Verdeel die in 3 groepen op basis van de informatie die ze geven.

b Je kunt de labels onderverdelen in gezondheidslabels, milieulabels en chemische labels Plaats het soort label bij de passende omschrijving.

- bevatten specifieke gezondheidsclaims, keurmerken of symbolen die aangeven dat een product bepaalde gezondheidsvoordelen heeft.

- geven informatie over de milieu-impact van een product, zoals duurzaamheid, energieverbruik, watergebruik …

- geven informatie over de chemische samenstelling van een product.

2 Op je gezondheid!

a Je leerkracht bezorgt je twaalf voedingsmiddelen. Bekijk de producten en rangschik ze op basis van gezondheid. Noteer daarna de naam van elk product boven of onder de balk en duid met een pijltje aan waar je het product plaatst. Wat is volgens jou het meest gezond en wat is het minst gezond?

meest gezond minst gezond

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 34
v
©VANIN

CHATBOX

Waarom is gezonde voeding belangrijk?

Wat is gezonde voeding voor jou?

b Vergelijken in de supermarkt is sinds enkele jaren een pak gemakkelijker geworden dankzij de Nutri-Score. Daarmee kun je in een oogopslag gezondere producten kiezen. Bekijk het filmpje en vul de mindmap aan.

Wat is de Nutri-Score?

Waarom is de Nutri-Score interessant?

Wat betekent de kleurenschaal?

Hoe wordt de Nutri-Score berekend?

Wat zijn de voordelen?

35 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
BEKIJK v IDEO
+ —
A E ©VANIN

c Bekijk opnieuw de lijst met producten uit de eerste opdracht. Welke Nutri-Score krijgen die producten? Ga naar de website en vul bovenaan de productnaam in. Klik door naar het juiste product. Zo vind je de Nutri-Score. Noteer die bij elk product en kleur het hokje in volgens de kleurenschaal.

WEBSITE

d Vergelijk jouw top 12 met de Nutri-Score. Zijn er opvallende verschillen?

e Toch zorgt de Nutri-Score voor veel verwarring. Een pak diepvriesfrietjes krijgt bijvoorbeeld score A en een pakje gerookte zalm slechts D. Hoe betrouwbaar is de Nutri-Score dan? Lees de tekst en bekijk het filmpje.

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 36
BEKIJK v IDEO © VRT
©VANIN

Zijn frietjes gezonder dan zalm?

De Nutri-Score geeft op een visuele manier weer hoe gezond een voedingsmiddel is.

Maar als frietjes een Nutri-Score A krijgen en gerookte zalm een Nutri-Score D, hoe betrouwbaar is de Nutri-Score dan? Moeten we proberen zoveel mogelijk A-producten te eten of is het verhaal genuanceerder dan dat?

Diëtiste Luka Mann geeft ons een snelcursus ‘gezonde keuzes maken in de supermarkt’.

‘Bij veel mensen zorgt de Nutri-Score vooral voor verwarring. Noten krijgen bijvoorbeeld vaak een score D of E omdat ze heel vetrijk zijn. Het is nochtans wel een gezond product. Wat weinigen weten, is dat de Nutri-Score eigenlijk enkel bedoeld is om twee producten van dezelfde soort te vergelijken. Vergelijk in de supermarkt dus geen Nutri-Score van een koek met die van een stuk fruit. Het kan best zijn dat een bepaalde koek een Nutri-Score B krijgt doordat er veel vezels in zitten, terwijl jouw stuk fruit een Nutri-Score C krijgt door het hoge suikergehalte. We weten nochtans allemaal dat fruit gezonder is dan koeken.’

VOEDINGSDRIEHOEK

Terug naar de voedingsdriehoek

‘Eigenlijk vind ik het geen goed idee om enkel naar de Nutri-Score te kijken als je iets koopt. De voedingsdriehoek blijft de beste basis voor een gezond voedingspatroon. Het principe is simpel: van producten uit de donkergroene zone in de voedingsdriehoek (voornamelijk plantaardige producten) mag je het meest eten. Voeding die in de rode bol van de voedingsdriehoek staat (zout, alcohol, koeken, frisdrank …) eet je best zo weinig mogelijk. Die producten zijn niet nodig voor een evenwichtige voeding en kunnen bij een te hoge inname zelfs de gezondheid schaden. Wil je iets uit die laatste categorie eten, dan kan de Nutri-Score wel helpen om binnen die groep een iets betere keuze te maken. Kies bijvoorbeeld eerder voor een pizza met NutriScore B dan voor een met Nutri-Score D.

Maar laat je gezond verstand niet misleiden door de Nutri-Score. Want je weet wellicht wel dat frietjes niet dagelijks op het menu hoeven te staan en toch zie je op de verpakking een Nutri-Score A staan. Laat dat geen reden zijn om ze toch elke dag te eten. Frietjes zijn eigenlijk aardappelen en krijgen een Nutri-Score A omdat ze veel vezels, weinig zout, geen suiker … bevatten. Het is dus een gezond product. Maar je moet ze thuis wel nog bakken in vet en dan wordt het een vetrijker en calorierijker product. Waarom dan toch een A-score? Omdat Nutri-Score naar het onbereide product kijkt.’

Bron: www.azstlucas.be

- Is de Nutri-Score een betrouwbaar label? Leg uit in je eigen woorden.

- Waarom krijgen frietjes een Nutri-Score A terwijl ze eigenlijk helemaal niet zo gezond zijn? Markeer het antwoord in de tekst.

37 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
MINDER ZO WEINIG MOGELIJK DRINK VOORALWATER MEER
©
Gezond Leven ©VANIN
Vlaams Instituut

- Vul aan.

Stap 1: Om gezonde voedingskeuzes te maken, kijk je best na waar het product staat in de

Stap 2: Vergelijk dezelfde soort producten met de . Stap 3: voldoende!

f Lees de dialoog tussen Elena en Marieke. Wie van hen heeft volgens jou gelijk?

©VANIN

Weetje

Mmm, die chips smaken echt heerlijk! Ik dacht dat je wat gezonder wou eten?

Maar dat zijn groentechips! Die zitten boordevol vitaminen en zo eet ik elke dag mijn portie groenten!

Dan eet je beter verse groenten, want volgens de Nutri-Score is het toch niet zo gezond, hoor!

Geloof niet zomaar reclameboodschappen. Gezondheidslabels kunnen je helpen bij het maken van gezonde keuzes.

Wanneer je een voedingsetiket leest, zie je soms ook een E-nummer staan. E-nummers zijn stoffen die worden toegevoegd om eigenschappen van voedingsmiddelen te verbeteren, zoals de smaak, kleur, textuur of houdbaarheid. Niet alle E-nummers zijn slecht. Sommige zijn natuurlijke stoffen, terwijl andere worden gemaakt in een fabriek. Bovendien zijn veel E-nummers grondig getest voordat ze goedgekeurd zijn voor gebruik in voedingsmiddelen.

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 38

3 En het milieu!

a Je hebt van de producten uit de vorige opdracht de Nutri-Score opgezocht. Bij elk product stond toen ook een andere score. Als je het niet meer weet, ga dan even terug naar de website.

Vul een willekeurig product in en kijk welke andere score er staat: .

b Bekijk het filmpje en vul aan.

Wat geeft de Eco-score aan?

De Eco-score wordt berekend op basis van:

De totaalscore is maximaal 100.

Waarom is die score belangrijk?

c Naast de Eco-score zijn er uiteraard nog heel wat andere labels die ons een betere keuze helpen maken voor het milieu. Bekijk de producten en het logo. Kies twee logo’s uit de onderstaande tabel. Wat garanderen die logo’s? Zoek het op via de website.

39 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
-
A = E = +
WEBSITE
WEBSITE Het
Het
© tomeqs/Shutterstock.com © oleschwander/Shutterstock.com ©VANIN
BEKIJK v IDEO
Energy Star-label garandeert dat
FSC-label garandeert dat

Het biogarantielabel garandeert

Het label vraagt aandacht voor .

Het Energie-Efficiëntielabel geeft gebruikers informatie over of over het verbruik op vlak van elektriciteit en water.

Het GOTS-label garandeert dat de productie . Het Nordic Swan-label garandeert dat de productie . © Photo_Pix/Shutterstock.com

©VANIN

© BalkansCat/Shutterstock.com

Het Ecolabel garandeert dat de productie . Het Leaping Bunny-label geeft aan dat .

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 40
© Jeppe Gustafsson/Shutterstock.com © Kobe Van Looveren/Biogarantie

CHATBOX

Bespreek deze vraag in de klas. Steeds meer bedrijven labelen hun producten. Waarom zijn er zoveel labels? En waarom duiken er ineens ecologische labels op?

Weetje

Greenwashing

Sommige bedrijven beweren dat ze meer doen voor het milieu dan het geval is. Ze laten hun producten of diensten ‘groener’ lijken dan ze in werkelijkheid zijn: ze doen aan greenwashing. Dat doen ze om consumenten te overhalen hun producten of diensten te kopen. Die oneerlijke handelspraktijk is echter verboden. Er staan zware boetes op.

Bron: news.economie.fgov.be

4 Een ongeluk zit in een klein hoekje

a Gevaren in huis

©VANIN

- Waar vind je deze afbeelding?

- Wat betekent het?

- Waarom zijn die producten gevaarlijk denk je?

b Gevarenpictogrammen

De etiketten van veel huishoudproducten bevatten een of meerdere gevarenpictogrammen. Die geven weer wat de mogelijke risico’s zijn bij gebruik.

Achteraan in dit boek vind je een overzicht van enkele pictogrammen. Knip ze uit en plak ze bij de passende uitleg.

41 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT

1

2

3

4

5

6

Deze producten zijn – als ze in het milieu terechtkomen – schadelijk voor de organismen. Ze kunnen bijvoorbeeld sterfte van vissen of bijen veroorzaken.

Deze producten kunnen bij opname langs de mond of de huid of bij inademing kankerverwekkend zijn of op een andere manier schadelijk zijn voor de gezondheid, bijvoorbeeld voor de voortplanting.

Deze producten veroorzaken brandwonden en hebben een vernietigend effect op lichaamsweefsels zoals de huid, de ogen en de slokdarm.

Deze producten kunnen bij opname langs de mond of de huid of bij inademing ernstig gevaar opleveren en dodelijk zijn.

Deze producten kunnen gemakkelijk vlam vatten als ze in contact komen met een ontstekingsbron (bijvoorbeeld een brandende sigaret, lucifer of vonk).

Het gezondheidsgevaar van deze producten is minder ernstig dan dat van giftige en bijtende stoffen en stoffen met een gezondheidsgevaar op lange termijn. Sommige producten met dit symbool veroorzaken irritatie bij opname langs de mond of de huid en bij inademing, terwijl andere dan schadelijk zijn.

Bron: www.nvwa.nlc

Wat zouden de overige drie pictogrammen betekenen? Zoek het online op als je twijfelt. Pictogram

De ge varen kun je in drie groepen onderverdelen. Noteer de juiste nummers van de pictogrammen bij de gevaren.

- f ysisch gevaar (ontplofbaar of brandbaar):

- ge vaar voor de gezondheid:

- ge vaar voor het milieu:

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 42
Betekenis
Pictogram
Betekenis 7 8 9
©VANIN

KGA, klein gevaarlijk afval, is de verzamelnaam van een reeks producten die we dagelijks gebruiken.

Geef enkele voorbeelden van producten die je moet sorteren bij het KGA.

Die producten worden om verschillende redenen afzonderlijk gesorteerd. Waarom is dat zo volgens jou?

• Milieu:

• Gezondheid en veiligheid:

c Hoe ga je veilig om met stoffen? Bekijk de afbeeldingen in detail via het document.

- Welke voorzorgsmaatregelen moet je nemen als je met deze producten gaat werken?

- Wat gebeurt er als je ermee in aanraking komt?

43 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 1
3
2
1 2 3
1 2 3 DOCUMENT ©VANIN

- Wat moet je doen bij aanraking van het product?

- Welke gevarenpictogrammen herken je op afbeelding 3 (op pagina 43)?

¨ giftig  ¨ schadelijk op lange termijn  ¨ gas onder druk  ¨ ontplofbaar

¨ oxiderend  ¨ schadelijk voor het milieu  ¨ irriterend  ¨ ontvlambaar

- Het product is schadelijk voor het milieu. Wat betekent dat precies?

Ga bij je thuis op zoek naar een ‘gevaarlijk’ product waar veiligheidslabels op staan. Neem een foto van dat product en bezorg die aan de leerkracht. Beantwoord deze vragen.

- Waar is het product voor bedoeld? Waarvoor kun je het gebruiken?

- Wat leren de veiligheidslabels jou over het product?

- Wordt het product op een veilige plaats bewaard? Leg uit.

- Welke maatregelen moet je nemen om de werkplek veilig te maken?

- Welke stappen moet je nemen bij een ongeluk, bijvoorbeeld wanneer je ermee morst of wanneer je blootgesteld wordt aan het product?

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 44
1 2 3
©VANIN

OPDRACHT 4: Chemische stoffen v

Chemie is overal om je heen en speelt een cruciale rol in jouw leven. Chemie en chemische stoffen zitten verweven in ons leven, zonder dat we daar bij stilstaan. Ze zitten in veel producten die we dagelijks gebruiken. Ze maken ons leven eenvoudiger, maar zijn soms ook schadelijk en gevaarlijk voor de gezondheid. Daarom moet je er goed, veilig en gezond mee omgaan.

1 Chemische stoffen in alledaagse producten

a Bekijk de kennisclip en beantwoord de vragen. In welke alledaagse producten vind je chemische stoffen?

Geef drie voorbeelden.

©VANIN

Welke personen moeten extra oppassen bij het gebruik van chemische producten?

b Bekijk de website en zoek op wat deze chemische stoffen betekenen.

Chemische stof Wat voor stof is het?

¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

PPD

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof

¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

citral

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof

¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

IPBC

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof

In welk product vind je het? Waarom zit deze stof in dat product?

45 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
KENNISCLIP WEBSITE

Chemische stof Wat voor stof is het?

¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

calciumsulfaat

In welk product vind je het?

Waarom zit deze stof in dat product?

aceton

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof

¨ oplosmiddel

¨ conserveermiddel

¨ kleurstof

¨ mineraal

¨ geurstof

2 Symbolen en getallen

a Het is niet zo evident om de volgende krantenkoppen te begrijpen, door de vreemde afkortingen. Die afkortingen zijn chemische formules. Om een chemische stof weer te geven gebruik je letters en cijfers. Markeer alle chemische formules.

Stille moordenaar in huizen: het onzichtbare gevaar van CO

Stijgende CO2-concentraties zetten klimaat en gezondheid onder druk

Wonderen van H2O: de essentiële kracht voor leven en welzijn

De rol van O2 in onze ademhaling en gezondheid

O3: een diepere duik in de wereld van drievoudig zuurstof

N2: de stille kracht die onze lucht vult en de landbouw voedt

Van landbouwhulp tot industrieel ingrediënt, de veelzijdige wereld van NH₃

NaCl: de kristalheldere smaakmaker die culinaire creaties tot leven brengt

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 46
©VANIN

b Vul de tabel aan.

Noteer eerst de chemische formules uit de krantenkoppen in de eerste kolom. Noteer dan in de tweede kolom in potlood wat je denkt dat de formule betekent. Zoek ten slotte de correcte betekenis op en verbeter indien nodig in de vierde kolom.

Chemische stof

Betekenis

Correctie Ik denk dat … Had ik het juist?

juist / niet juist

juist / niet juist

juist / niet juist

juist / niet juist

juist / niet juist

juist / niet juist

juist / niet juist

juist / niet juist

Weetje

De molecuulformule van water is H2O. De chemische formule vertelt iets over de samenstelling. Een watermolecule is een chemische verbinding van drie atomen: twee waterstofatomen (H) en een zuurstofatoom (O).

3 Eigenschappen van chemische producten a Bekijk de afbeeldingen. 1 2 3 4

47 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
©VANIN

Smelten is een fysisch verschijnsel. Tijdens het smeltproces verandert het ijs van een vaste naar een vloeibare toestand, maar de chemische samenstelling blijft hetzelfde.

Roesten is een chemisch verschijnsel. Het is een oxidatiereactie waarbij ijzer reageert met zuurstof en water. Er worden nieuwe stoffen gevormd met verschillende eigenschappen.

Stoffen reageren op een verschillende manier. Vul aan: fysisch of chemisch.

- Bij een verschijnsel ontstaan er geen nieuwe stoffen. Je start en eindigt met dezelfde stoffen. Er worden dus geen nieuwe stoffen gevormd.

- Bij een verschijnsel ontstaan er nieuwe stoffen. Je start en eindigt met andere stoffen. Er worden dus nieuwe stoffen gevormd doordat de stoffen met elkaar reageren.

b Chemische reacties

Brand ontstaat wanneer een brandbare stof, zuurstof en temperatuur in de juiste verhouding aanwezig zijn. Dat stellen we voor met de ‘vuurdriehoek’.

Het is aanbevolen om ramen en deuren te sluiten als voorzorgsmaatregel. Brand is een complex proces dat gepaard gaat met verschillende chemische reacties.

BRANDSTOF

Het is beter om je deur te sluiten als je slaapt. Waarom is dat zo, denk je? De vuurdriehoek kan je helpen.

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 48
TEMPERATUUR ZUURSTOF
1 2 3 4
Bij elk product is er iets veranderd. Leg uit wat er is veranderd.
Bron: doededeurdicht.be
©VANIN

CO, een sluipende moordenaar in huis...

Op welke plaatsen in huis is er CO-gevaar? Duid aan op de afbeelding.

Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

Wat is koolmonoxide (CO)? Duid aan.

¨ een brandblusmiddel

¨ een geurloos, smaakloos en kleurloos gas

¨ een soort rookdeeltje

Hoe ontstaat koolmonoxide in huiselijke omgevingen?

¨ bij het koken

¨ bij het gebruik van elektronische apparaten

¨ bij de onvolledige verbranding in een verbrandingstoestel

Wat is een veelvoorkomend symptoom van koolmonoxidevergiftiging?

¨ hoofdpijn

¨ buikpijn

¨ jeukende huid

Welk apparaat is specifiek ontworpen om koolmonoxide in huis te detecteren?

¨ een brandmelder

¨ een rookmelder

¨ een koolmonoxidemelder

49 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
BEKIJK v IDEO
©VANIN

OPDRACHT 5: We gaan scheiden! v

Een ander woord voor chemie is ‘scheikunde’. Scheikunde is de wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling, de structuur, de eigenschappen en reacties van stoffen. Er zijn zuivere stoffen en er zijn mengsels. Het belangrijkste verschil ligt in de samenstelling. Mengsels kunnen we scheiden dankzij verschillende scheidingstechnieken.

Scheidingstechnieken in het dagelijkse leven

a Op de afbeelding vind je een aantal mengsels die we moeten scheiden. Op welke manier kun je dat doen? De leerkracht zal de klas opdelen in groepjes. Noteer jouw bevindingen hieronder.

olie en water theeblaadjes en warm water ijzeren en niet-ijzeren voorwerpen

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 50
water en alcohol gemengd rijst en zand gemengd sla in water
©VANIN

b Hieronder zijn enkele scheidingstechnieken beschreven.

- Plaats bij elke omschrijving over welke scheidingstechniek het gaat. K ies uit: magnetische scheiding – zeven – centrifugeren – filteren – destilleren – decanteren - Noteer bij elke scheidingstechniek welk mengsel uit opdracht a je op die manier kunt scheiden.

Scheidingstechniek:

Laat het mengsel rusten, zodat de olie naar boven drijft. Daarna kun je de olie afgieten.

Mengsel:

Scheidingstechniek:

Door het mengsel te zeven, kun je de stoffen scheiden op basis van grootte.

Mengsel:

Scheidingstechniek:

Centrifugeren wordt gebruikt om water van sla te scheiden. Dat doe je door de slacentrifuge snel rond te draaien. De centrifugale kracht

drukt het water naar buiten, waardoor de sla droger wordt.

Mengsel:

c Duid alle mengsels aan.

Scheidingstechniek:

Gebruik een magneet om de ijzeren voorwerpen uit het mengsel te halen.

Mengsel:

Scheidingstechniek:

Door het mengsel te verwarmen, verdampt het alcoholgedeelte. Je kunt de dampen opvangen en opnieuw condenseren tot zuivere alcohol.

Mengsel:

Scheidingstechniek:

Door het mengsel te filteren, worden de theeblaadjes gescheiden van het thee- extract.

Mengsel:

¨ goud ¨ water ¨ mayonaise ¨ saladedressing ¨ smoothie ¨ lucht ¨ chocolademelk ¨ zuurstofgas ¨ zwembadwater

Bepaalde mengsels kun je niet zomaar scheiden. Hoe komt dat volgens jou?

Weetje

Wat gebeurt er met de PMD-zak nadat die wordt opgehaald? Bekijk het filmpje.

51 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
©VANIN
BEKIJK v IDEO

OPDRACHT 6: Op zoek naar labels

In onze boeiende ontdekkingsreis door de wereld van chemie heb je geleerd hoe alledaagse producten, gezondheidskeuzes en milieubewuste beslissingen allemaal verweven zijn met chemie.

1 Om bewuste keuzes te kunnen maken, is het van cruciaal belang dat je de gezondheidslabels, milieulabels en chemische labels begrijpt. Leg in je eigen woorden uit waarom.

2 Ga op stap

Selecteer twee vergelijkbare producten van verschillende merken in een supermarkt of thuis in de voorraadkast, koelkast of diepvriezer en evalueer de Nutri-Score.

• product 1:

• product 2:

• conclusie:

Vergelijk de milieulabels op de verpakkingen en beoordeel welk product waarschijnlijk duurzamer is.

• product 1:

• product 2:

• conclusie:

3 In veel producten zitten chemische stoffen. Op de meeste etiketten vind je een overzicht van de ingrediënten die in het product zitten.

• K ies thuis drie verschillende producten, zoals een schoonmaakmiddel, een verzorgingsproduct en een voedingsmiddel.

• Bekijk de productetiketten en noteer de chemische stoffen die vermeld staan in de lijst met ingrediënten.

• Classificeer de chemische stoffen op basis van hun mogelijke gezondheids- en milieurisico's. Gebruik de website uit opdracht 4.1b (op pagina 45) om meer te weten te komen over de veiligheid van de stoffen.

• Noteer of er eventuele waarschuwingen of instructies staan op het etiket.

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 52
U
©VANIN

U

OPDRACHT 7: Scheidingstechnieken

Welke scheidingstechnieken gebruiken de spilfiguren?

a Vul de tweede kolom aan.

b Elke spilfiguur gebruikt bewust of onbewust een scheidingstechniek. Op welke manier worden de stoffen van elkaar gescheiden bij elke opdracht? Vul de derde kolom aan.

c Op welke manier worden de stoffen van elkaar gescheiden? Ga terug naar opdracht 5 en bekijk welke scheidingstechniek hier van toepassing is. Noteer de scheidingstechniek in de laatste kolom van de tabel.

53 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT Product Chemische stoffen Waarschuwingen
©VANIN

Wat doet de spilfiguur?Wat wordt er gescheiden?Scheidingstechniek

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 54
©VANIN

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist Ik kan het.

Ik herken de labels op een verpakking.

Ik weet dat er verschillende labels op producten voorkomen.

Ik kan uitleggen wat de voedingslabels betekenen.

Ik kan uitleggen wat de Nutri-Score is.

Ik begrijp het belang van de Nutri-Score.

Ik kan het verband tussen de voedingsdriehoek, de bewegingsdriehoek en de Nutri-Score uitleggen.

Ik kan een voorbeeld van een milieulabel geven.

Ik kan het belang van de verschillende labels verwoorden.

Ik kan de betekenis van de chemische labels uitleggen.

Ik kan op een veilige manier met chemische stoffen werken.

Ik kan op een duurzame manier met chemische stoffen werken.

Ik kan een voorbeeld geven van een chemische stof.

Ik kan van minstens één chemische stof de chemische formule geven.

Ik kan uitleggen wat een chemische reactie is.

Ik kan een voorbeeld van een mengsel geven.

Ik kan een voorbeeld van een scheidingstechniek geven.

Ik kan mijn mening respectvol uiten.

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

kan ik nog groeien.

55 HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT
R
OPDRACHT 8: Evalueer jezelf
Hier
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
������������
©VANIN

4 Welke vragen heb ik nog?

HOOFDSTUK 2: ER HANGT CHEMIE IN DE LUCHT 56
3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?
©VANIN

OPDRACHT 1: vakan tiekiekjes

1 Onze spilfiguren hebben heel wat gereisd tijdens de schoolvakanties. Noteer onder elke foto de naam van het land dat ze bezocht hebben.

57 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 1 4 7 10 2 5 8 11 3 6 9 12 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE IN v LOED?
O
© Victor Jiang/Shutterstock.com ©VANIN

2 Zoek een antwoord op de volgende vragen met behulp van de kaarten achteraan in je leerwerkboek.

a Welke landen uit oefening 1 behoren niet tot het werelddeel Europa? Gebruik de kaart op p. 190 of scan de QR-code.

b Welk land ligt zowel in Azië als in Europa?

c Welke van de Europese landen behoren niet tot de Europese Unie? Gebruik de kaart op p. 191 of scan de QR-code.

d In welke Europese landen die onze spilfiguren al bezocht hebben, kun je niet met de euro betalen? Gebruik de kaart op p. 192 of scan de QRcode.

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 58
EUROPA EUROPESE UNIE
Europa Europese Unie LAND eurozone ©VANIN
EUROZONE

OPDRACHT 2: EU of eurozone? Een wereld van verschil!

1 EU-landen

Bekijk de kennisclip en vul het schema aan.

©VANIN

BEKIJK v IDEO

EUROPA 1914-1918 1939-1945 ligt in puin. Nooit !

1951 (EGKS)

Samenwerking op het gebied van en ’ (EEG)

geen ’ geen (EG) (EU)

EU-burgers kunnen in elk EU-land , , , , met pensioen gaan en van producten uit heel Europa genieten. : – Albanië – Republiek Noord-Macedonië – Montenegro – Servië – Turkije – Bosnië en Herzegovina – Kosovo

Verschillende landen treden toe tot de EU. Toekomst

Kandidaat-lidstaat: een land dat lid wil worden van de Europese Unie en waarvan de aanvraag officieel is aanvaard door de EU

59 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?
v

2 Schengenlanden

Wanneer iemand mijn familienaam vraagt, dan moet ik die altijd herhalen. Mijn volledige naam is Charlotte Zielinski, maar mijn ouders noemen me Lotte. Ik heb een Vlaamse mama en een Poolse papa. Mijn papa is geboren in Polen. Hij heeft er 19 jaar gewoond, om dan achtereenvolgens te gaan werken in Duitsland, Nederland en België. Hier heeft hij mijn mama ontmoet. Samen zijn ze dan even teruggekeerd naar Polen. Mama werkte er als verpleegster. Toen mijn mama zwanger was van mijn broer Aleksander zijn ze teruggekeerd naar België. Dat is nu al 25 jaar geleden! Mijn broer woont sinds enkele jaren in Canada. Papa en mama denken er soms wel eens over om terug te keren naar Polen wanneer ik afgestudeerd ben. Maar dan blijf ik wel in België hoor …

a Duid de migratie van Lottes vader aan op de kaart.

Schengenlanden en kandidaat-Schengenlanden

b Waarom was het voor Poolse arbeiders interessant om in België te komen werken, denk je?

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 60
CYPRUS MALTA
©VANIN

Dankzij de Europese Unie en het Verdrag van Schengen is het voor inwoners van de EU heel eenvoudig om in andere EU-landen te werken. De Schengenzone omvat 26 landen: 22 landen van de Europese Unie en vier niet-lidstaten. Vijf EU-landen maken geen deel uit van Schengen. De Schengenlanden hebben afgesproken om de personencontrole aan hun gemeenschappelijke grenzen af te schaffen. Binnen deze landen mag je als inwoner van de Europese Unie (EU) vrij studeren, wonen en werken.

Schengenlanden: de landen waarin je als inwoner van de Europese Unie (EU) vrij mag studeren, wonen en werken

c Welke vier landen behoren niet tot de EU, maar wel tot de Schengenlanden?

Je krijgt één land cadeau.

Liechtenstein

©VANIN

d Stel dat je zelf een Europees land mag kiezen waar je eventueel een tijdje wilt werken. Welk land zou je kiezen? Leg met een paar voorbeelden uit waarom.

Ik kies voor (land) omdat

Ik kies voor Italië omdat ik dan op zaterdag kan gaan shoppen in Milaan en omdat ik op zondag naar het strand kan gaan!

61 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?
EUROPA SCHENGENLANDEN

3 De eurozone

In heel wat Europese landen kun je met de euro betalen. Vroeger was dat niet zo, toen had elk land zijn eigen nationale munt.

Papa van Julan

Als we vroeger op reis wilden gaan binnen Europa, moesten we er altijd voor zorgen dat we voldoende geld gewisseld hadden in de munt van ons land van bestemming. Dankzij de euro kunnen we nu probleemloos enkele dagen naar Duitsland trekken of een fietstocht in Nederland maken.

Lotte

Mijn broer woont in Canada en daar betalen ze met de Canadese dollar. Als hij bij ons op bezoek komt, dan is het voor hem altijd rekenen. Hij is het niet meer gewoon om met euro te betalen. Als mijn opa en oma uit Polen langskomen ook: zij betalen in Polen met zloty in plaats van met euro.

Mila

Elk jaar ga ik met oma en opa naar Spanje. Ook daar kan ik in euro betalen. Oma vertelt dat ze vroeger altijd geld moesten wisselen voor een hele maand. Dat was een heel gedoe! Maar ze vond dat ook wel leuk, want dat hoorde bij de vakantie.

Opa van Marieke

Ik houd enorm van de Europese Unie! Dankzij de EU hebben we hier al meer dan 60 jaar vrede. Door de euro voelen we ons nóg een beetje meer Europeaan. We kunnen zonder problemen onze buurlanden bezoeken, zonder geld te moeten wisselen.

a Bekijk de kaart van de Europese Unie. Noteer bij elk land de passende munt of de nationale munt die men daar vroeger gebruikte, voor de invoering van de euro. Opgelet: sommige munten kun je bij verschillende landen plaatsen.

mark – litas – schilling – escudo – kroon – lev – mark – lire – gulden – drachme –kuna – pond – forint – zloty – tolar – leu – lira – lats – frank – peseta

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 62
©VANIN

Zweedse

Finse

Estische

Letse

Litouwse

Poolse

Oostenrijkse

Slowaakse

Hongaarse

Roemeense

Bulgaarse

Griekse

Maltese

Cypriotische

©VANIN

Deense

Duitse

Nederlandse

Ierse

Belgische

Luxemburgse

Franse

Tsjechische

Sloveense

Italiaanse

Portugese

Spaanse

Kroatische

63 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? BOSNIË EN HERZEGOVINA SERVIË MONTENEGRO KOSOVO NOORD-MACEDONIË TURKIJE

Verschillende lidstaten hebben hun nationale munt vervangen door de eenheidsmunt: de euro (€).

Samen vormen deze landen de eurozone. Die zone blijft groeien sinds de invoering van de eenheidsmunt.

Nationale munt: de munt van een bepaald land

Eurozone: alle EU-landen die hun nationale munt vervangen hebben door één gezamenlijke munt, de euro

Eenheidsmunt: munteenheid die in meerdere landen wordt gebruikt

©VANIN

b Bekijk de kaart van de Europese Unie. In welke landen is de nationale munt vervangen door de euro? Kleur die landen groen.

BOSNIË EN HERZEGOVINA SERVIË

Weetje

Vanaf 2023 zal Kroatië de euro invoeren. De regering van Kroatië vraagt nu al aan de Kroaten om hun cash geld op de bank te zetten met het oog op een overstap naar de euro. Kroatië wordt het twintigste land dat de euro gebruikt.

hln.be - 17/01/2022 - dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publish.be

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 64
MONTENEGRO KOSOVO NOORDMACEDONIË TURKIJE

4

Groengekleurde landen

Grijsgekleurde landen

Aantal EU-landen

EurozoneEU-landenAantal landen

JA NEE JA NEE

JA NEE JA NEE

d Lees de tekst. Markeer wie meegeholpen heeft aan het ontwerp van de eurobiljetten (geel) en de euromunten (groen). Markeer telkens ook de nationaliteit van de ontwerper.

Er zijn acht euromunten: 1, 2, 5, 10, 20, 50 eurocent en 1 en 2 euro. Iedere munt heeft een gemeenschappelijke en een nationale zijde. De gemeenschappelijke zijde is voor alle eurolanden hetzelfde en toont de waarde van de euromunt met een kaart van Europa en de twaalf sterren van de vlag van de Europese Unie. Ze symboliseert de eenheid van Europa. Die zijde is ontworpen door de Belg Luc Luycx. De nationale zijde verschilt per land. Naast de euromunten zijn er zeven eurobiljetten. Er zijn twee versies eurobiljetten. De eerste serie werd ontworpen door de Oostenrijker Robert Kalina in 2002, de tweede serie door de Duitser Reinhold Gerstetter in 2013. De nieuwe versie eurobiljetten moet de oude versie vervangen, maar is nog altijd in omloop. De nieuwe eurobiljetten zijn moeilijker te vervalsen en moeten vervalsing tegen gaan.

Belgische franken zijn uiteraard niet meer geldig als betaalmiddel. Wie thuis nog oud Belgisch geld heeft liggen, kan dat vandaag de dag nog steeds gratis omruilen bij de Nationale Bank in Brussel. En er is nog heel wat geld in omloop. De totale waarde aan nietingewisselde biljetten bedraagt ongeveer 400 miljoen frank of omgerekend 10 miljoen euro.

Wat kun je vandaag nog omruilen?

Alle bankbiljetten die uitgegeven zijn na de Tweede Wereldoorlog kunnen vandaag nog omgeruild worden. Dus niet enkel de laatste uitgegeven reeks, maar ook de vroegere reeksen. Bedragen kleiner dan € 3 000 krijg je meteen mee naar huis. Voor alle bedragen die groter zijn dan € 3 000, bedraagt de wachttijd langer.

Belgische munten en briefjes van 20 en 50 frank kun je niet meer omruilen. Die briefjes werden vroeger niet uitgegeven door de Nationale Bank, maar door de Schatkist.

Wat gebeurt er met de oude biljetten?

Oude bankbiljetten worden versnipperd in de Nationale Bank. Wat er dan nog overschiet, gaat in de verbrandingsoven.

Bron: radio2.be

65 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? c Vul aan.
Bron: naar wikikids.nl
Wat met het oude geld?
©VANIN

Waar of niet waar?

1 Belgische franken kunnen nog steeds gebruikt worden als betaalmiddel.

2 Je kunt een briefje van 50 frank omruilen bij de Nationale Bank van Brussel.

3 Een bankbiljet van 100 frank van na WO II kan nog steeds omgeruild worden.

4 De oude bankbiljetten worden versnipperd en daarna verbrand.

5 Een bedrag kleiner dan 5 000 euro krijg je meteen mee naar huis.

6 De totale waarde aan niet-ingewisselde biljetten bedraagt ongeveer 400 miljoen euro.

CHATBOX

We kunnen door heel de EU reizen en werken waar we willen. We gebruiken dezelfde munt als in andere landen van de eurozone. Maar voelen we ons ook Europeaan? Wat vinden jullie?

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 66
Waar Niet waar
©VANIN

Opdracht 3: Wat doet de EU voor jou?

‘Europa? Een ver van mijn bed show. Daar heb ik niets mee te maken!’

Wie dat denkt, heeft ongelijk. De EU beïnvloedt dagelijks jouw leven als EU-burger. Hoe zou het zijn als de EU helemaal niet bestond?

1 Bekijk beide afbeeldingen en zoek de twaalf verschillen. Omcirkel de verschillen op de tweede afbeelding en nummer ze.

Zonder de EU:

Met de EU:

67 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?
v
Bron: © Europahuis Ryckevelde, www.europahuis.be
©VANIN

2 De EU probeert op allerlei manieren het leven beter te maken: thuis, in de winkel of op school. Combineer de twaalf verschillen uit opdracht 3.1 met deze tekstjes.

De EU verbiedt discriminatie op de werkvloer op basis van iemands geslacht, leeftijd, handicap, taal, ras, kleur, godsdienst, geloof of seksuele geaardheid. Non-discriminatie is dan ook een belangrijke waarde van de EU.

Het Erasmus+ programma geeft een beurs aan studenten uit de EU die tijdens hun opleiding een tijdje in een ander EU-land gaan studeren.

In Europa kun je reizen zonder grenscontroles en zonder files aan de douane. De grenzen tussen de EU-lidstaten zijn open voor vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.

De EU bepaalt dat je op elk elektronisch toestel minstens twee jaar garantie krijgt.

Het noodnummer 112 is het enige noodnummer waarnaar je in heel Europa gratis kunt bellen als je dringend hulp nodig hebt van de brandweer, een medisch team of de politie. Je kunt 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 naar de noodcentrales bellen voor hulp.

De EU maakt een einde aan geoblocking: EU-burgers kunnen nu in om het even welke EU-lidstaat online producten en diensten kopen. De Europese samenwerking zorgde intussen voor al meer dan 60 jaar vrede in de EU-lidstaten.

De EU verplicht duidelijke labels op voedingsproducten en andere producten. Zo weten we als consument welke ingrediënten, kleurstoffen … er in voedingsproducten zitten, of weten we dat speelgoed met een CE-label niet schadelijk is voor de gezondheid. Onveilige producten worden onmiddellijk in de hele EU gesignaleerd en uit de rekken gehaald.

De Europese Unie werkt aan een beter klimaat. Daarom moet minstens 32 % van al onze verbruikte energie tegen 2030 uit hernieuwbare bronnen komen. Met de euro kun je zonder geld te wisselen in alle landen van de eurozone betalen. Om het aantal rokers te verminderen, verbiedt de EU tabaksreclame. Daarnaast bepaalt ze welke waarschuwingen op de verpakking van sigaretten en tabak moeten staan.

Minstens de helft van de films, tv-series en documentaires die tv-zenders en andere bedrijven in de EU aanbieden, moeten van Europese oorsprong zijn.

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 68
©VANIN

3 Toon met een eigen voorbeeld aan op welke manier Europa jou beïnvloedt.

Opdracht 4: Hoe worden beslissingen in de EU genomen? v

©VANIN

Je kunt vrij door de EU reizen!

We gebruiken overal het zelfde noodnummer 112.

Tabaksreclame is verboden.

Je kunt in elk EU-land gaan werken.

1 In opdracht 3 zag je hoeveel invloed de EU heeft op je dagelijks leven. Maar wie beslist dat eigenlijk? En hoe?

Stap 1: Bekijk eerst het filmpje.

Stap 2: Vul daarna de schema’s aan. Schrap wat niet past (*).

(EC) = het dagelijks bestuur van de Europese Unie

Taken

1 Maakt wetten

2 Zorgt ervoor dat de wetten worden nageleefd (controle)

3 Zorgt voor genoeg geld in de Europese Unie

4 Zorgt ervoor dat het geld goed gebruikt wordt (de begroting)

Wie?

• Elke EU-lidstaat stuurt één / twee / drie* commissaris(sen) naar het hoofdkantoor van de EC.

• Elke commissaris krijgt een domein: – landbouw – financiën

• Bij elke commissaris hoort een team om aan allerlei voorstellen te werken

Wanneer?

Elke zaterdag / woensdag / maandag* vergaderen ze in Parijs / Madrid / Brussel*.

69 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?
BEKIJK v IDEO

(EP) = de vertegenwoordiging van de inwoners van de EU

Taken

1 Bespreekt de voorstellen van de Europese Commissie

2 Bekijkt en controleert of alle instellingen hun werk goed doen

3 Controleert of het geld goed besteed wordt

Wie?

Meer dan 100 / 700 / 1 000* parlementsleden (volksvertegenwoordigers) Hoe verkozen? – Rechtstreeks door alle volwassen burgers van de EU-landen – Verkiezingen om de drie / vijf / zeven* jaar

Waar?

• Meestal in Brussel / Parijs / Madrid*

• 1x per maand in de Franse stad Straatsburg / Marseille / Parijs*

= Raad van de Europese Unie

Taken

Bespreekt en keurt de voorstellen van de Europese Commissie goed, samen met het Europees Parlement.

Wie?

• 1 minister / 3 ministers / 10 ministers* van elk EU-land

• Er zijn meerdere ministerraden. Welke ministers samenkomen, is afhankelijk van het onderwerp:

– ministerraad van Landbouw

– ministerraad van Financiën

– ministerraad van Binnenlandse Zaken

Waar?

In Brussel / Madrid / Straatsburg / Tokio*

= de Europese Top = de machtigste instelling van de EU

Taken

Beslissen over grotere zaken, zoals:

– de toekomst van de EU

– Hoe gaan we handel drijven met China/de VS?

Wie?

De regeringsleiders + de presidenten + eerste ministers van de EU-landen

Waar?

Normaal gezien 4 / 6 / 12* x per jaar in Brussel

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 70
–…
©VANIN

Weetje

Het Berlaymontgebouw is een belangrijk overheidsgebouw in Brussel. Het is het hoofdkantoor van de Europese Commissie. Het gebouw ligt aan het Schumanplein, een grote rotonde in de Europese Wijk van Brussel. Het plein werd vernoemd naar Robert Schuman, een Frans staatsman die als een van de grondleggers van de Europese Unie wordt beschouwd. Rondom het Schumanplein liggen verschillende belangrijke Europese en internationale instanties. Brussel wordt op internationaal vlak vaak beschouwd als de hoofdstad van Europa.

Naar: nl.wikipedia.org

2 Van Europees wetsvoorstel tot nationale uitvoering

In theorie …

Stap 1

De Europese Commissie stelt een nieuwe wet voor.

©VANIN

Stap 2

Stap 3

De Commissie stuurt dat wetsvoorstel naar het Europees Parlement en de Ministerraad of Raad van de EU. Beide instellingen stemmen erover. Ze mogen de nieuwe wet afkeuren of goedkeuren, maar ook dingen aan dat wetsvoorstel veranderen.

Stap 4

Uiteindelijk moeten ze het over hetzelfde voorstel eens zijn. Als het Parlement én de Raad van de EU het hebben goedgekeurd, sturen ze het voorstel terug naar de Europese Commissie.

Stap 5

De Europese Commissie zet het voorstel nu officieel op papier en stuurt het uit naar de lidstaten.

De lidstaten moeten het omzetten in hun eigen wetgeving. De Commissie controleert dat dat ook werkelijk gebeurt.

71 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?
Brussel Mobiliteit

a Zet de knipsels in de correcte volgorde met behulp van het schema op p. 71.

Het Europees Parlement en de Europese Ministerraad hebben het voorstel goedgekeurd. De Europese Commissie stuurt het uit naar alle lidstaten. Alle lidstaten hebben tot uiterlijk 3 juli 2021 om de wet op het verbod op wegwerpplastic nationaal in te voeren. Vanaf dan geldt er in heel Europa een verbod op rietjes, vorken, lepels, borden, ballonstokjes, watten- en roerstaafjes van wegwerpplastic. Het zijn de tien meest gevonden plastic producten op de Europese stranden.

Europa wil wegwerpplastic verbieden: weg met rietjes, bestek en roerstaafjes. De Europese Commissie maakt komaf met wegwerpplastic. Zo zouden rietjes, bestek, bordjes, roerstaafjes en ballonstokjes in wegwerpplastic over enkele jaren verboden kunnen worden. Andere plastic producten, zoals drinkbekers, worden strenger gereguleerd. Vandaag wordt het wetsvoorstel gepresenteerd binnen de Commissie.

hln.be - 28/05/2018 - dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publish.be

©VANIN

De Europese richtlijn die zogenaamde ‘single use plastics’ verbiedt, treedt vanaf dit weekend in werking. Winkels mogen geen plastic wegwerpbekers, bestek, borden, rietjes en roerstaafjes meer verkopen. De richtlijn verbiedt ook drank- en voedselverpakkingen van piepschuim, roer- en wattenstaafjes en

Nu het Europarlement heeft ingestemd met het voorstel, is de Raad van de Europese Unie aan zet. In de raad zijn de ministers van de EU-landen vertegenwoordigd. In dit geval zijn dat de milieuministers. De Europese lidstaten hebben in mei 2019 definitief ingestemd met het verbod.

onder andere dunne zakjes van plastic. Ook moeten fabrikanten van onder meer filters voor sigaretten, ballonnen en bepaalde voedsel- en drankverpakkingen betalen aan de afvalverwerking van het door hun geproduceerde zwerfafval.

Bron: standaard.be, juli 2021

Het Europees Parlement bespreekt het voorstel van de Europese Commissie. Ze stemt voor verbod op wegwerpplastic vanaf 2021. Ze wil dat plasticartikelen waarvoor betaalbare alternatieven zijn vanaf 2021 worden verboden. Of dat ook gaat gebeuren is nog niet zeker, de EUlanden moeten nog instemmen met het plan.

Bron: europarl.europa.eu, oktober 2018

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 72 En in de praktijk …

b Welke wetsvoorstellen stelt de Europese Commissie in deze teksten voor? Markeer.

In de strijd tegen ontbossing heeft de Europese Commissie op woensdag 17 november een baanbrekend wetsvoorstel gepubliceerd. De nieuwe EU-bossenwet maakt het voor bedrijven die palmolie, soja, rundvlees, leer, hout, cacao of koffie in Europa op de markt brengen, verplicht om te garanderen dat de productie niet met ontbossing of beschadiging van bos gepaard is gegaan. Het voorstel van de Commissie moet nog wel aangenomen worden door de Europese Raad en het Europese Parlement.

Bron: iucn.nl, november 2021

De Europese Commissie wil de Europese regels voor grote technologiebedrijven een pak strenger maken. Met twee nieuwe wetsvoorstellen wil ze enerzijds een veiliger en eerlijker internet creëren en anderzijds voorkomen dat grote technologiebedrijven kleinere of nieuwe spelers nog van de markt wegdrukken. Bedrijven die zich niet aan de regels houden, riskeren zware boetes of in extreme gevallen zelfs een verplichte opsplitsing van hun bedrijf.

© fyv6561/Shutterstock.com

Bron: vrt.be, december 2020

De Europese Commissie deed op 26 april 2017 een voorstel voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven. Dit initiatief moet uitvoering geven aan het beginsel van gelijkheid tussen mannen en vrouwen met betrekking tot kansen op de arbeidsmarkt en behandeling op het werk. De Europese Commissie wil alle vaders minimaal tien dagen vaderschapsverlof geven en het ouderschapsverlof flexibeler, niet-overdraagbaar en beter betaald maken.

Bron: vleva.eu

Vinden jullie dit goede voorstellen van de Europese Commissie?

73 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?
CHATBOX ©VANIN

Opdracht 5: Europese waarden onder druk v

De Europese Unie is eigenlijk een clubje van landen. De landen die er deel van uitmaken, hebben besloten dat ze samen een aantal zaken belangrijk vinden. Het zijn de waarden van hun clubje, zeg maar. Om tot dat clubje te mogen toetreden, moeten ze voldoen aan een aantal regels. Alle EUlanden delen bepaalde kernwaarden, die de basis vormen voor een vrije samenleving.

1 Bekijk het filmpje en kom te weten wat de EU-waarden zijn.

©VANIN

Menselijke waardigheid

Iedereen moet waardig behandeld worden.

Gelijkheid

Alle Europeanen moeten gelijke rechten hebben.

Vrijheid

We kunnen vrij bewegen en werken in de EU en onze mening uiten.

Mensenrechten

Universele rechten en fundamentele vrijheden voor iedereen

Democratie

Inwoners hebben inspraak.

Rechtsorde

Een combinatie van rechtvaardigheid en macht (onafhankelijke rechters)

Wat doe je nu als een lid van die club wel nog bij het clubje wil horen, maar de regels en afspraken niet meer wil naleven?

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 74
EU-WAARDEN BEKIJK v IDEO

2 Lees de teksten en beantwoord de vragen.

LGBTQ(IA)+* -rechten ingeperkt

Op 21 juni 2021 stemde het Hongaarse parlement in met een wetswijziging die LGBTQ(IA)+’ers verder stigmatiseert. De wet werd met 157 stemmen voor en 1 stem tegen aangenomen. Het voorstel verbiedt lesmaterialen en advertenties die seks met iemand van hetzelfde geslacht onder kinderen ‘populariseren’ of waarin homoseksualiteit wordt getoond of iemands genderidentiteit wordt bevestigd. In de praktijk betekent het dat onderwerpen als homoseksualiteit en geslachtsverandering op school niet langer behandeld mogen worden in lessen over seksuele voorlichting.

Volgens de wetswijziging mogen media-uitingen die ‘homoseksualiteit propageren of bevatten’ niet getoond worden aan mensen die jonger zijn dan 18 jaar. Dat geldt ook voor advertenties die ‘afwijkingen van iemands biologische sekse of genderveranderingen’ tonen of ‘homoseksualiteit propageren of bevatten’ . Dergelijke uitingen in tv- en radioreclames mogen alleen tussen 22.00 en 05.00 uur worden uitgezonden. Wie deze verboden schendt, kan een boete krijgen of de uitzendrechten verliezen.

Op scholen mag seks met iemand van hetzelfde geslacht of het bevestigen van iemands genderidentiteit niet gepropageerd worden.

De Europese Commissie start in 2021 een strafprocedure tegen Hongarije vanwege het LGBTQ(IA)+-beleid waarmee voorlichting aan jongeren over homoseksualiteit en transseksualiteit wordt verboden.

* lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen

Naar: amnesty.nl/wat-we-doen/landen/mensenrechtensituatie-in-hongarije/lhbti-rechten-ingeperkt

©VANIN

Persvrijheid ligt onder vuur, óók in de EU

Vandaag is het de Dag van de Persvrijheid. In de World Press Freedom Index staan Europese landen traditiegetrouw weer bovenaan. Toch is er alle reden tot bezorgdheid. Want EU-lidstaten als Polen en Hongarije doen er alles aan om kritische media de nek om te draaien. Zo was in Polen regeringspartij PiS van mening dat journalisten van de publieke media te vaak ‘anti-Poolse meningen’ verkondigden en het Poolse staatsbelang te weinig onder de aandacht brachten. Met behulp van een nieuwe mediawet zijn de directeuren van de publieke televisie- en radiozenders inmiddels vervangen en is een groot aantal journalisten ontslagen of gedwongen te vertrekken.

Bron: amnesty.nl/actueel/persvrijheid-ligt-onder-vuur

Mensenrechten en de rechtsstaat onder vuur in Hongarije

De Hongaarse overheid krijgt heel wat kritiek in eigen land en daarbuiten voor het voortdurend schenden van de mensenrechten en van het Europees en internationaal recht. Hongarije en Polen zijn de eerste EU-lidstaten waartegen een speciale procedure loopt. Dat houdt in dat de Europese Raad beoordeelt of deze landen de ‘fundamentele waarden’ van de EU al dan niet respecteren en uitdragen. Als mensenrechten niet gerespecteerd worden, is er geen rechtsstaat. Waar de rechtsstaat niet wordt gerespecteerd, worden mensenrechten geschonden. In een rechtsstaat staat niemand boven de wet, wordt iedereen gelijk behandeld en is iedereen aan dezelfde wetten onderworpen. Er zijn duidelijke, eerlijke processen en er is een onafhankelijk gerechtelijk apparaat om de mensenrechten van iedereen te garanderen. Bron: amnesty-international.be

75 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?

Rechtsstaat: een staatsvorm waarin wederzijdse rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd in wetten

a O ver welke twee landen is er sprake? en

b

• Wat is het probleem in Hongarije? Markeer in de tekst.

• Welke EU-waarden worden hier geschonden?

¨ Menselijke waardigheid ¨ Gelijkheid

¨ Vrijheid

¨ Democratie

¨ Mensenrechten

¨ Rechtsorde

c • Wat is het probleem in Polen? Markeer in de tekst.

• Welke EU-waarden worden hier geschonden?

¨ Menselijke waardigheid ¨ Gelijkheid

¨ Vrijheid

¨ Democratie

¨ Mensenrechten

¨ Rechtsorde

d • Wat is een rechtsstaat? Onderstreep de definitie in de tekst.

• Is Hongarije een rechtsstaat? JA NEE

• Is Polen een rechtsstaat? JA NEE

• Waarom (niet)?

3 Wat nu?

Kan een lidstaat uit de EU gezet worden?

Stap 1: Lees eerst de vragen. Is alles duidelijk?

Stap 2: Bekijk daarna het filmpje.

Stap 3: Beantwoord ten slotte de vragen.

a K an een lidstaat uit de EU gezet worden? JA NEE

b K an een land vrijwillig uit de EU stappen? JA NEE

c Welk land is vrijwillig uit de EU gestapt?

d Met welke term wordt het uittreden van dat land aangeduid?

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 76
©VANIN
BEKIJK v IDEO

e Toch kan de EU een lidstaat die de basiswaarden niet respecteert, proberen te bestraffen. Dat kan door een strafprocedure op te starten tegen een bepaald land, om dat land te schorsen. Daarvoor moeten alle andere EU-landen akkoord gaan.

• Maar wat is nu net het probleem bij Hongarije?

¨ Enkel Polen stemt voor de strafprocedure.

¨ Polen stemt tegen de strafprocedure.

• Welke nieuwe strafprocedure ligt er nu op tafel?

• Voor die strafprocedure is er geen unanimiteit nodig tussen de lidstaten. Op basis waarvan wordt er beslist?

CHATBOX

Polen of Hongarije genieten van alle voordelen van het EU-lidmaatschap, maar houden zich niet meer aan de voorwaarden om tot de EU te behoren. Kan dat voor jullie?

OPDRACHT 6: Waarom hebben we Europese regels nodig? U

Producten die bestemd zijn voor verkoop en gebruik in de Europese Unie moeten voldoen aan heel wat eisen. Maar waarom eigenlijk?

Waarom beslist de EU hoe dit eitje er moet uitzien?

Stap 1: Bekijk eerst het filmpje.

Stap 2: Welke producten zijn Europees gereglementeerd? Geef vier voorbeelden.

77 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?
BEKIJK v IDEO
©VANIN

Stap 3: Waarom legt de EU die regels op? En waarom is dat nuttig? Noteer enkele kernwoorden.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 4: Vat nu jouw gegevens in een kort tekstje samen.

Stap 5: Laat jouw tekstje lezen door een klasgenoot. Hij/zij mag dingen aanduiden in je tekst en tips noteren in het onderstaande kadertje.

Peerfeedback door (naam)

Welke tips wil je geven aan je klasgenoot voor de volgende versie?

Geeft de tekst een duidelijk antwoord op de vraag waarom de EU regels oplegt? En waarom die regels nuttig zijn? JA NEE

Tussentijdse feedback door de leerkracht

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 78
©VANIN

Stap 6: Typ je tekst uit in een Worddocument.

Tips: – Elke zin begint met een hoofdletter.

– Elke zin eindigt met een leesteken.

– Gebruik een spellingchecker zodat er geen fouten in je tekst staan.

©VANIN

SPELLINGCHECKER 1

SPELLINGCHECKER 2

SPELLINGCHECKER 3

Stap 7: Stuur het Worddocument naar je leerkracht. Dan kan via mail of via het onlineleerplatform van de school.

Tips: –

Begin de mail met een begroeting.

– Laat weten waarom je deze mail stuurt.

– Sluit de mail op een gepaste manier af.

– Vergeet zeker je naam niet te vermelden.

– Voeg het Worddocument als bijlage toe.

OPDRACHT 7: Eureka Europa! U

1 Hoe komt een Europese wet tot stand?

SCHRIJFKADER MAIL

Hieronder vind je de verschillende stappen die worden afgelegd bij het tot stand komen van een Europese wet. Zet ze in de juiste volgorde.

De Commissie vindt dat de auto’s in Europa te veel uitlaatgassen produceren. Ze doet een voorstel om alle auto’s uit te rusten met een katalysator.

Als een bedrijf zich niet houdt aan deze regel, wordt het voor het Europees Hof van Justitie in Luxemburg gebracht.

Nu het voorstel door iedereen is goedgekeurd, mag de Commissie het voorstel in de praktijk brengen. Alle autoconstructeurs in de EU moeten hun nieuwe wagens voorzien van een katalysator.

Het Europees Parlement bespreekt het voorstel om op elke uitlaat een katalysator te plaatsen.

De ministers van Leefmilieu gaan ook akkoord met het voorstel.

79 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?

2 Scan de QR-codes. Zoek op de websites het antwoord op de vragen.

WEBSITE EUROPA WEBSITE BELGIË

Wie is nu voorzitter van de Europese Commissie?

Welke nationaliteit heeft de voorzitter?

Welk land is voorzitter van de EU?

Wie is de voorzitter van de Europese Raad?

Welke nationaliteit heeft de voorzitter?

Wie is nu de Belgische commissaris?

Welke bevoegdheid heeft de Belgische commissaris?

Wanneer waren de laatste Europese verkiezingen?

Wanneer zijn de volgende Europese verkiezingen?

OPDRACHT 8: EU-waardig

Lees de tekst en beantwoord de vragen.

Sinds PiS aan de macht is, wordt er flink gezaagd aan de poten van de Poolse rechtsstaat. Dat is mogelijk omdat de regeringspartij er een meerderheid in het parlement heeft en die daarmee wetten aanneemt die in strijd zijn met de mensenrechten. Op de belangrijkste posities worden rechters aangesteld die hun oren laten hangen naar de wensen van de regering.

De politieke druk op rechters en rechtbanken in Polen neemt toe. Door de pensioenleeftijd voor rechters te verlagen, konden veel van hen vervangen worden door regeringsgezinde rechters. Rechters die zich inzetten om de onafhankelijke rechtspraak te beschermen tegen inmenging van de regering, worden ernstig tegengewerkt en lopen de kans hun baan te verliezen. De grenzen tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, die zo belangrijk zijn voor een rechtsstaat, worden daardoor overschreden.

Bron: amnesty-international.be

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 80
U ©VANIN

a O ver welk land is er sprake?

b Wat is het probleem? Markeer in de tekst.

c Welke EU-waarden worden hier geschonden?

¨ Menselijke waardigheid ¨ Gelijkheid ¨ Vrijheid ¨ Mensenrechten ¨ Democratie ¨ Rechtsorde

d Is er een scheiding van de machten in Polen? Leg uit.

e Waarom is dat een probleem? Leg uit in je eigen woorden.

Zaterdag moesten we spelen tegen FC Alfa. Die hadden hun eigen scheidsrechter meegenomen. Dat werd gelukkig niet toegestaan. Stel je voor!

OPDRACHT 9: Evalueer jezelf R

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft. ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

81 HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED?
������������ ������������
©VANIN
������������
������������

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

Ik kan Europese landen aanduiden op een kaart van Europa. ¨¨

Ik kan de landen van de EU aanduiden op een kaart. ¨¨

Ik kan de landen van de eurozone aanduiden op een kaart. ¨¨

Ik kan het verschil tussen de EU en de eurozone uitleggen. ¨¨

Ik kan uitleggen wat de Schengenlanden zijn. ¨¨

Ik kan uitleggen op welke manier de EU mij beïnvloedt in het dagelijkse leven.

Ik kan uitleggen hoe beslissingen in de EU genomen worden. ¨¨

Ik weet hoe een Europese wet tot stand komt. ¨¨

Ik weet hoe de belangrijkste Europese instellingen werken: de Europese Raad, de Europese Commissie, de Europese Ministerraad, Het Europees Parlement.

Ik ken de EU-waarden.

Ik kan met een voorbeeld aantonen dat de EU-waarden soms onder druk staan door sommige landen.

Ik kan uitleggen waarom we Europese regels nodig hebben. ¨¨

Ik kan een Worddocument als bijlage doorsturen naar de leerkracht. ¨¨

Ik kan een tekst schrijven met behulp van een spellingchecker.

Ik kan mijn mening en gevoelens op een respectvolle manier verwoorden.

Ik kan vlot informatie opzoeken. ¨¨

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren. ¨¨

Ik kan vlot samenwerken met anderen. ¨¨

Ik kan notities nemen en die gebruiken om te communiceren met anderen.

Ik houd rekening met feedback. ¨¨

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

HOOFDSTUK 3: HEEFT DE EUROPESE UNIE INvLOED? 82
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
©VANIN

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN

OPDRACHT 1: Ik voel een klik met ...

1 Bekijk de foto’s.

Met wie van hen zou je de beste klik hebben? Met wie zou je eens een dagje op stap willen gaan? Zet bij hen een kruisje in het vakje.

2 Vul daarna het vragenblad in dat de leerkracht je bezorgt.

83 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN
O
¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ 1 5 9 13 2 6 10 14 3 7 11 15 16 4 8 12 ©VANIN

OPDRACHT 2: Hoe we ons een beeld vormen van iets of iemand

1 Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet ...

De vraag is niet waar je naar kijkt, maar wat je ziet.

(Henry David Thoreau, 1817-1862)

©VANIN

Observatie

Wanneer we naar iemand kijken, observeren we die persoon. Een observatie of waarneming is het verwerven van informatie door gebruik te maken van je eigen zintuigen (kijken, luisteren, voelen, ruiken ...). In het geval van opdracht 1 kijk je. De enige info die we krijgen, is datgene wat we kunnen zien op de foto. We hebben geen achtergrondinformatie over hen. Alleen een beeld.

Observeren: iets of iemand waarnemen, iets vaststellen

Associatie

Vervolgens ga je het beeld dat je ziet of observeert, associëren met iets. Je geeft er een betekenis aan, je verbindt wat je ziet met iets waaraan je denkt of iets wat je kent.

Associëren: iets in verband brengen met iets anders

Voorbeeld 1

Laten we samen even naar deze foto kijken.

Je ziet een jongen met een hond. Je associeert dat beeld misschien wel met jezelf, want jij hebt ook een hond. Of je associeert het met dierenliefde: iemand die een hond heeft, moet toch ook wel van andere dieren houden, niet?

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 84
v

Voorbeeld 2

Kijken we nu samen ook naar deze foto.

Wat zie je? Een meisje ligt aan een privéz wembad te zonnen met een smartphone in haar hand.

Waarmee associeer jij dit beeld? Welke verbanden leg jij?

Perceptie

Observatie

Associatie

Die twee samen, dus datgene wat je ziet en datgene waarmee je het in verband brengt, maken dat je in je hoofd een bepaald beeld opbouwt van die persoon of die gebeurtenis. Dat noemen we perceptie: je interpreteert en selecteert wat je ziet en zo vorm je je een beeld van iets.

Perceptie: je een beeld vormen van iets of iemand door waarnemen, associëren en selecteren

MIJN NOTITIES

85 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN = +
©VANIN

Het beeld dat je je vormt, klopt echter niet altijd met de werkelijkheid.

Voorbeeld 1

Observatie: wat je ziet → een jongen met een hond

Associatie: Je legt een verband. → Die jongen houdt van honden.

Perceptie: Je vormt je een beeld. → Die jongen houdt van honden. Er is dus een grote kans dat hij ook van andere dieren houdt. Hij is waarschijnlijk een dierenvriend. Jij hebt ook een hond en houdt van dieren. Je denkt: ‘Mmmm, met die jongen zou het wel klikken …’

MAAR:

Het enige wat je écht ziet, is een jongen met een hond. Al de rest zijn veronderstellingen die jij maakt op basis van dat ene beeld. In je hoofd leg je verbanden die er misschien helemaal niet zijn. De hond is misschien helemaal niet van de jongen, maar van een vriendin van hem. Hij houdt misschien wel van honden, maar vindt katten vies. Of de hond is van zijn grootmoeder. Hij laat hem gewoon even uit omdat zijn grootmoeder dat vroeg, maar eigenlijk heeft hij helemaal niets met honden.

©VANIN

Voorbeeld 2

Observatie: wat je ziet

→ een meisje met een smartphone aan een privézwembad

Associatie: Je legt een verband. → Een smartphone, een privézwembad? Dat meisje moet wel rijk zijn.

Perceptie: Je vormt je een beeld. → Dat meisje is rijk. Ze heeft een smartphone, en ook een privézwembad in de tuin. Vermoedelijk is het een grote tuin van een mooi en groot huis. Het gezin zal ook wel een dure wagen hebben dan, toch? En merkkleren dragen.

MAAR:

Het enige wat je écht ziet, is een meisje met een smartphone aan een privézwembad. Misschien heeft ze een jaar lang gespaard voor die smartphone. Het zwembad hoort misschien bij een vakantiehuisje waar ze op weekend is met haar familie. Misschien nam haar zus de foto omdat ze haar er zo cool vond uitzien, aan de rand van dat zwembad met die smartphone. Het gezin draagt misschien geen merkkleren en heeft geen dure auto. Misschien is het enige waar het meisje veel geld aan uitgeeft een smartphone.

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 86

a K ies een foto uit opdracht 1 en doorloop de drie stappen. Ik kies foto nummer .

Observatie: wat je ziet

A ssociatie: Je legt een verband.

Perceptie: Je vormt je een beeld.

MAAR:

b Bespreek de oefening met een klasgenoot en vergelijk met elkaar. Maken jullie dezelfde associaties of net niet? Wat vinden jullie van het beeld dat er gevormd wordt?

OPDRACHT 3: Perceptie en vooroordelen v

Vooroordeel: een mening die je over iets of iemand hebt, zonder dat je het voorwerp, de situatie of de persoon goed kent

Het beeld dat we ons van iets of iemand vormen, is vaak de bron van een aantal vooroordelen. Dat gebeurt ook letterlijk zo: je oordeelt op voorhand, op basis van het beeld dat je je gevormd hebt over iets of iemand. Daarom spreken we dan ook over een vooroordeel. Mensen hebben een beeld of een idee over iemand, zonder te weten of dat eigenlijk overeenkomt met de realiteit. Twee voorbeelden:

- Je komt ergens binnen en zegt geen woord. Maar op basis van hoe jij eruitziet, de kleren die je draagt en de manier waarop je stapt, beoordeelt men jou.

- Soms is iemand bang van je en laat die jou niet binnen of stelt vreemde vragen. Dat zijn vooroordelen. Je krijgt geen kans omdat je er bijvoorbeeld als jongen vrouwelijk uitziet, omdat je een hoorapparaat draagt, omdat je een andere huidskleur hebt ...

87 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 2
Zelf aan de slag!
©VANIN

CHATBOX

Vooroordelen zijn vaak gebaseerd op stereotypes. In de eerste graad hebben jullie geleerd wat een stereotype is. Wie weet het nog?

Vooroordelen zorgen soms voor conflictsituaties of pestgedrag. Onze spilfiguren kunnen ervan meespreken …

1 Lees deze getuigenissen.

Ik heb twee papa’s. Daar heb ik zelf geen moeite mee, maar andere mensen bekijken ons soms wel eens vreemd. Op het oudercontact zijn er mensen die niet bij ons in de buurt willen staan als we wachten in de gang. Niet echt leuk, maar eigenlijk valt dat nog mee. Het wordt minder leuk als ik zelf op de speelplaats of in de bus uitgelachen word omdat ik toevallig twee papa’s heb. Dat doet me pijn. Mensen gaan er ook bijna altijd van uit dat ik ook wel homo zal zijn, omdat ik door twee mannen opgevoed word. Dat is niet zo. Ik val op meisjes. En daar hebben mijn papa’s geen probleem mee. Moederdag op school was ook altijd een moeilijk moment. De juf wist nooit of ze me iets moest laten maken of niet. En sommigen in de klas pestten me dan wel eens, anderen dan weer niet. Maar het blijft moeilijk. Mensen bekijken ons vaak vreemd.

Ik weet alles van vooroordelen. Man, het houdt soms niet op. Fiets gestolen in de straat? Ja, dat zal Anouar wel zijn. Toch? Terwijl ik niet eens thuis was die dag. Op de trein komt de conducteur altijd eerst naar mij toe om me te controleren. Alle Marokkanen doen aan zwartrijden, toch? Daar heb ik mee leren leven, en eerlijk: niet iedereen denkt zo over mij. Waar ik het wél heel moeilijk mee had, was toen ik verliefd werd op Tina, een Vlaams meisje. Zij vond me ook leuk, maar haar familie helemaal niet. Ik kreeg geen kans: hun mening was al gevormd voor ze me kenden. Dat deed pijn.

Ik val op meisjes. Of op jongens. Ik ben er nog niet uit. Eerder op meisjes, denk ik. Het zorgt ervoor dat ik af en toe wel eens vreemd bekeken word. Meisjes schuiven wat op als ik naast hen in de bus ga zitten. Alsof ik ze zomaar zou gaan kussen! Ze denken dat ik een relatie met hen wil, enkel en alleen omdat ik naast hen ga zitten. Pfff … Daar is wel wat meer voor nodig hoor. Ze doen maar. Ze kennen me helemaal niet!

Ik draag een hoofddoek. Dan weet je het wel! Ik zal wel een radicale moslima zijn, toch? Mensen zien alleen maar dat stukje stof op mijn hoofd en hop: hun mening is gevormd. Ik word er soms boos om. Ze kennen me helemaal niet. Mijn geloof is maar een stukje van wie ik ben.

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 88
©VANIN

2 Hoe speelt perceptie hier een rol? Leg uit met een voorbeeld.

CHATBOX

Stel dat een van de spilfiguren je vriend(in) is en je ziet deze situaties gebeuren.

Hoe zou jij reageren? Hoe zou jij kunnen helpen? Bespreek op een respectvolle manier.

Kwam je zelf al eens in aanraking met vooroordelen?

Hebben andere mensen een ander beeld van je dan wie je werkelijk bent, enkel op basis van je uiterlijk? Als je wilt, kun je dit delen met je klasgenoten.

OPDRACHT 4: Anouar, kind van de migratie

Anouar, Adila en Julan hebben migratieroots: ze zijn niet uit België afkomstig, of hun familie woonde oorspronkelijk in een ander land. Daarin zijn ze niet alleen. Heel wat inwoners van België hebben een migratieachtergrond: ze hebben een verleden, een oorsprong, die voor een stukje gelinkt is aan een ander land.

Migratieroots: het feit dat jij/je familie uit een ander land afkomstig bent/is

Werk in groepjes. Bekijk de beeldfragmenten en bespreek ze.

Beeldfragment 1

a Vul aan: op de inwoners van ons land heeft een migratieachtergrond.

b Wat wordt bedoeld met meervoudige identiteit? Leg dat in je eigen woorden uit.

c Die meervoudige identiteit is zowel een rijkdom als een last, zegt Umit Kamali in de reportage. Het roept telkens weer een paar moeilijke vragen op. Welke?

89 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN
v
FRAGMENT 1
©VANIN

Beeldfragment 2

In het fragment komt het verhaal van de volle en de lege rugzak aan bod. Omschrijf in je eigen woorden wat Bilal Azzaoui daarmee bedoelt.

FRAGMENT 2

Beeldfragment 3

a Wat wordt bedoeld met ‘eerste generatie’ en ‘tweede generatie’?

FRAGMENT 3

b Sarie Abdeslam stelt op het einde van dit stukje een vraag. Wat is die vraag en wat is jouw mening daarover?

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 90
©VANIN

Beeldfragment 4

a Wanneer voelt Antonio Andronico zich Italiaan?

FRAGMENT 4

b Wanneer voelt hij zich Belg?

c Hoe voelt Gülseher Koçak zich: Belg of Turkse?

d En hoe zit dat bij haar kinderen? Leg uit.

CHATBOX

Hebben jongeren met een migratieachtergrond het volgens jou moeilijker in de Belgische maatschappij dan jongeren zonder migratieachtergrond?

OPDRACHT 5: Seksuele identiteit v

Ook je seksuele voorkeur (of geaardheid) maakt deel uit van wie je bent. Je kunt op jongens vallen, of op meisjes. Op je eigen geslacht of op het andere geslacht. Maar het kan nóg anders: ga je mee op ontdekkingstocht?

1 Lees het artikel en beantwoord de vragen.

STOP DE PERSEN! ANGÈLE IS SAMEN MET EEN MEISJE

Mocht je het nog niet weten, Angèle heeft het uitgemaakt met haar vriend en heeft een nieuw lief. De Brusselse zangeres, die ondertussen al twee prachtige albums uitbracht met enkele iconische videoclips, heeft ondertussen de status bereikt dat ook zij niet immuun is voor de lokale achterklap. Ook zij mag nu mee in de boekskes voor clicks zorgen. Het grote nieuws daarbij volgens bronnen als Het Laatste Nieuws: het nieuwe lief is een meisje. Angèle is samen met een meisje! Jawel, we zijn eind 2019 en nog steeds acht een groot medium het nodig om te titelen dat een

celebrity ‘samen is met een meisje’. Alsof Angèle twaalf is, het op de speelplaats heeft aangevraagd met een klasgenootje en die bevestigend heeft geantwoord op haar briefje. Of ze het aan wil? Schattig. En compleet onnodig natuurlijk. Van de pot gerukt zelfs. Angèle is als 24-jarige samen met een vrouw. Een jonge vrouw waarschijnlijk. Maar toch zeker wel een vrouw.

‘Er is hetero, of lesbisch, of homo. En dus iets fluctuerends. Maar panseksualiteit? Nope. Nooit van gehoord.’

91 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN
©VANIN

De kramp schiet wat verder in het artikel en in de media, want met het nieuws kwam meteen ook Kaat Bollen, ’s lands seksuologe, in de bres springen voor Angèle. Waarom ze dat nodig achtte, is mij een volkomen raadsel. Wie moet gered worden? In welke bres moet gesprongen worden? Kaat wist te vertellen dat het niet is omdat Angèle samen is met een meisje dat ze daarom meteen lesbisch is! Dus geen paniek heren! Het kan nog! Alweer komt de speelplaats me voor ogen. Hoe Angèle als 12-jarige maar wat experimenteert. En hoe ze echt misschien ook wel nog altijd interesse heeft in jongens, hoor. Dat dit allemaal zomaar een bevlieging kan zijn. Dat ze ergens tussenin zit misschien. Zonder daarbij te praten over panseksualiteit of biseksualiteit. Twee termen die voor de Vlaamse media precies onbestaande zijn. Er zijn hetero, lesbisch of homo. En dus iets fluctuerends. Maar panseksualiteit? Nope. Nooit van gehoord. Maar zo blijft die groep mensen natuurlijk nog steeds zonder rolmodellen.

Met de beste bedoelingen leggen daarna maar liefst drie experts uit dat seksualiteit geen vast gegeven is. Dat er heteromannen zijn die gerust seks hebben met andere mannen en toch beweren 100 % hetero te zijn. Dat er mensen zijn die het ene moment op vrouwen vallen en daarna ietsje meer op mannen.

a O ver wie gaat dit artikel?

Dus, stel je hetzelfde nieuws gewoon even voor over Vlaanderens sekssymbool Niels Destadsbader. Dat hij samen zou zijn met een meisje. Oh! Maar dat mannen zich geen zorgen hoeven te maken, hoor, want dat dit niet meteen betekent dat Niels hetero is. Dat zijn seksualiteit gerust kan fluctueren en hij misschien ook wel iets voelt voor mannen. Of dat hij dat misschien later wel zal doen. Dat drie experts gevraagd worden naar de gevolgen van zijn nieuwe relatie. Voelt dat vreemd? Waarschijnlijk wel. Laten we de kramp waarin we schieten als het gaat over niet-traditionele relaties daarom gezellig in 2019 laten.

Uit: zizomag.be, het online magazine van çavaria, geschreven door Kenny, een queer creative content director en eigenaar van Poepeklets, een nieuwsbrief over seksualiteit

b Vat de tekst kort samen in maximaal vijf zinnen.

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 92
© Bart Lenoir/Shutterstock.com ©VANIN

c Voordien had ze een relatie met een man. Er wordt gezegd dat ze panseksueel of biseksueel zou zijn. Noteer deze termen bij de juiste beschrijving.

Deze mensen voelen zich aangetrokken tot zowel mannen als vrouwen. Het betekent niet dat iemand 50 % hetero- en 50 % homoseksueel is. Sommige mensen hebben een lichte voorkeur voor vrouwen, anderen hebben een lichte voorkeur voor mannen en weer anderen vinden mannen en vrouwen allebei even leuk. Deze vorm van seksualiteit ligt ergens tussen volkomen heteroseksueel en volkomen homoseksueel in.

Deze mensen vallen op persoonlijkheid, niet op de uiterlijke kenmerken en geslachtskenmerken van een persoon. Ze kunnen zich op een seksuele, romantische of emotionele manier aangetrokken voelen tot een ander persoon, ongeacht het biologisch geslacht van die persoon.

d In het artikel staat dat ‘seksualiteit geen vast gegeven is’. Wat bedoelt men daarmee? Markeer met geel in de tekst.

e Dit is een opiniestuk: de auteur heeft een uitgesproken mening over wat er gebeurt. Vat die mening samen door een drietal zinnen met groen te markeren in de tekst.

MIJN NOTITIES

93 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN
©VANIN

2 Seksuele geaardheid

Met je seksuele geaardheid bedoelt men tot wie je je seksueel aangetrokken voelt. Je kunt je aangetrokken voelen tot personen van hetzelfde geslacht of door personen van het andere geslacht. Of door allebei.

Er worden verschillende vormen van seksuele geaardheid wetenschappelijk erkend. Verbind elke omschrijving met de passende term. Gebruik indien nodig het internet.

Biseksualiteit

Panseksualiteit

Lesbianisme

Heteroseksualiteit

Sapioseksualiteit

Homoseksualiteit

Polyseksualiteit

Een seksualiteit waarbij men zich (in eerste instantie) aangetrokken voelt tot intelligentie en niet tot uiterlijk. Je valt op slimme mensen, niet op een mooi uiterlijk.

Een seksualiteit die wordt gekenmerkt door een voorkeur voor personen van het andere geslacht. Dus een man die op vrouwen valt en een vrouw die enkel op mannen valt.

Dit is seksualiteit tussen mensen van hetzelfde geslacht. Vaak gebruikt men deze term enkel voor seksualiteit tussen mannen, maar eigenlijk valt seksualiteit tussen vrouwen hier ook onder.

De seksualiteit van mensen die zich seksueel en/of romantisch aangetrokken voelen tot personen van meer dan één geslacht. Bijvoorbeeld een man die op mannen valt en ook op vrouwen. Of een vrouw die zowel op mannen als op vrouwen valt.

De behoefte om met meerdere personen intiem te zijn. Je voelt je op zowel seksueel, romantisch als emotioneel vlak aangetrokken tot meerdere mensen tegelijkertijd. De voorkeur naar welk geslacht is daarbij persoonlijk.

Deze vrouwelijke homoseksualiteit is de seksuele voorkeur van vrouwen voor andere vrouwen.

Deze vorm van seksualiteit wordt ook wel omniseksualiteit genoemd. Er is sprake van seksuele, romantische of emotionele aantrekking tot alle geslachten. Is dat dan niet hetzelfde als biseksualiteit? Nee, want bij biseksualiteit wordt de scheiding man/vrouw nog gemaakt, terwijl die hier volledig genegeerd wordt. Omniseksuelen worden ook aangetrokken tot interseksuelen, transpersonen ...

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 94
©VANIN

Genderidentiteit betekent hoe iemand zichzelf ziet: het is de persoonlijke overtuiging dat je behoort tot een bepaald geslacht. Man of vrouw, beide, iets ertussenin of geen van beide. Daarbij kom je vaak de volgende termen tegen:

©VANIN

Cisgender

Je bent een man, je ziet eruit als een man en je voelt je ook op en top een man. Of je bent een vrouw, je ziet eruit als een vrouw en je voelt je ook 100 % vrouw.

Genderfluïde

Je voelt je soms meer mannelijk dan vrouwelijk en op andere dagen net omgekeerd. Met welk geslacht je je identificeert, varieert per dag of tijd.

Non-binair

Iemand die zich als non-binair identificeert, voelt zich niet specifiek man, maar ook niet specifiek vrouw. Non-binaire personen voelen zich een beetje van beide, wisselend man of vrouw of juist geen van beide. Ze herkennen zich niet in de ‘binaire hokjes’ die we van de meeste mensen kennen: óf man, óf vrouw.

Genderidentiteit

Meer weten? Scan de QR-code en lees het artikel.

Stel: je beste vriend(in) vertelt je dat hij/zij op mensen van hetzelfde geslacht valt. Hoe ga je daarmee om? Verandert dat jullie vriendschap?

95 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 3 Genderidentiteit
LEES HET ARTIKEL
CHATBOX

Je seksuele identiteit ontdekken is niet evident. Gelukkig bestaan er organisaties die je daarbij op weg kunnen helpen en waar je (anoniem) terechtkunt met al je vragen of twijfels. We sommen er hier enkele van op. Neem gerust eens een kijkje.

©VANIN

Op deze website kun je terecht met al je vragen over seksualiteit.

Çavaria is de Vlaamse belangenverdediger van LGBTI-mensen en de koepel van LGBTIorganisaties.

Wel jong is een vereniging die zich specifiek richt op jonge mensen die niet hetero geaard zijn. Ze organiseren infomomenten, ontmoetingsmomenten en allerlei activiteiten. Ze hebben ook een onlineforum waar jongeren bij elkaar terechtkunnen met hun vragen.

Weetje

Tv- en Netflixseries gaan het debat over seksualiteit en genderidentiteit niet uit de weg. Denk maar aan populaire series als Sex Education (Netflix), Euphoria (HBO) en Feel Good (Netflix) waarin de personages elk op hun eigen manier worstelen met hun seksualiteit en hoe ze die beleven. Zulke series maken seksualiteit, en dan vooral ook de andere vormen dan mainstream heteroseksualiteit, meer bespreekbaar. Ze zorgen voor rolmodellen: een personage waaraan je je kunt optrekken, dat meemaakt wat jij meemaakt, zich voelt zoals jij je voelt. Al kan dat ook met echte personen. Zo zoeken de leden van de Italiaanse band Mäneskin (die in 2021 Eurosong won met Zitti e buoni) bewust de grenzen van hun genderidentiteit op. De jongens dragen make-up. Of een jurkje. En spelen toch keiharde rockmuziek.

Actrice en model Cara Delevingne heeft relaties met mannen en vrouwen gehad en spreekt vrijuit over hoe moeilijk ze het daar soms mee heeft. Ze voelt zich nooit 100 % vrouw, maar ook geen man. De songs van Rapper Lil Nas X klinken niet anders dan die van andere ‘zwarte Amerikaanse rappers’, ook al is hij uitgesproken gay.

Dichter bij huis dook Emma Wagemans op in K2 zoekt K3, als eerste transgender die een gooi deed naar een plaatsje in K3. Het zorgt telkens weer voor een boeiend debat met meningen voor of tegen. Zulke getuigenissen maken het thema, ook voor jongeren, makkelijker zichtbaar en bespreekbaar.

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 96 4 Op
naar informatie
zoek
of hulp
ALLES Ov ER SEKS ÇAvARIA WEL JONG

Na onze noorderburen was België het tweede land ter wereld dat het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht openstelde. Op 1 juni 2003 trad de wet in werking. Drie jaar later mochten holebikoppels ook kinderen adopteren. In het algemeen kun je stellen dat LGBTQ-personen in België dezelfde rechten hebben als hetero’s: ze mogen huwen, samenwonen, een kind adopteren. Het kan allemaal. Je kunt en mag hand in hand met je partner in het openbaar rondlopen. Een werkgever mag je niet anders behandelen omwille van je seksuele geaardheid.

Deze openheid is zeker niet in alle landen ter wereld het geval. Scan de QR-code en ontdek er meer over in de ontdekplaat.

Stap 1: Scan de QR-code of bekijk de ontdekplaat via het onlinelesmateriaal.

Stap 2: Doorloop samen de ontdekplaat in willekeurige volgorde.

Stap 3: Vul in het schema de eerste drie kolommen aan. De laatste kolom vul je pas aan in stap 4.

Over welk land gaat het?

In welk werelddeel kun je dit situeren? Hoe worden de LGBTQ-rechten geschonden?

Welke mensenrechten worden geschonden?

97 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN
v
OPDRACHT 6: Gelijke rechten voor iedereen, maar niet overal
Holebi: homo, lesbisch of biseksueel
BEKIJK
ONTDEKPLAAT
1 2 ©VANIN

Over welk land gaat het?

In welk werelddeel kun je dit situeren?

Hoe worden de LGBTQ-rechten geschonden? Welke mensenrechten worden geschonden?

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 98
3 4 5 6 7 ©VANIN

Over welk land gaat het?

MIJN NOTITIES

In welk werelddeel kun je dit situeren?

Hoe worden de LGBTQ-rechten geschonden? Welke mensenrechten worden geschonden?

99 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN
10
8 9
©VANIN

Je mens- en wereldbeeld bepalen mee je identiteit en andersom.

Een mensbeeld of mensvisie is een opvatting (visie) over wie of wat de mens is of zou moeten zijn. Telkens wanneer je iets zegt in de aard van ‘een mens is zus of zo’ of ‘een mens zou zus of zo moeten zijn’, verwoord je een mensbeeld. Je mensbeeld kan LGBTQvriendelijk zijn of net niet. Misschien maakt het voor jou niet uit of iemand op mensen van hetzelfde geslacht valt of net niet. Maar iemand anders vindt dan misschien weer dat mannen enkel verliefd mogen worden op vrouwen en zeker niet op andere mannen. Zijn of haar mensbeeld is dan anders dan het jouwe.

©VANIN

Een wereldbeeld of maatschappijbeeld is de opvatting die een mens heeft over hoe de wereld of de samenleving is of zou moeten zijn. Telkens wanneer je iets zegt in de aard van ‘de wereld is zus of zo’ of ‘de samenleving zou zus of zo moeten zijn’, formuleer je een wereldbeeld. Misschien hebben in jouw wereldbeeld alle mensen gelijke rechten en mag een homokoppel best hand in hand rondlopen. Maar iemand anders denkt daar misschien anders over: voor hem of haar kan het juist niet dat homokoppels hand in hand over straat lopen. Jullie hebben dan een ander idee over wat kan in de maatschappij of een ander maatschappijbeeld.

In de westerse wereld is het mens- en wereldbeeld wat meer LGBTQ-vriendelijk dan elders. Maar zoals je kon vaststellen is dat lang niet overal het geval.

Stap 4: Scan de QR-code voor de lijst met alle mensenrechten. Welke mensenrechten worden geschonden door de behandeling van homo’s en LGBTQ-personen in de landen bij stap 3? Noteer in de vierde kolom van de tabel de juiste nummers.

Weetje

In een heleboel landen is homoseksualiteit nog steeds strafbaar. Soms staan er erg strenge straffen op, tot de doodstraf toe. Scan de QR-code en ontdek er meer over.

LEES HET ARTIKEL

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 100
MENSENRECHTEN

Gay: Engelse term voor homoseksualiteit (wordt ook voor lesbische en biseksuele personen gebruikt)

De LGBTQ(IA+)-gemeenschap stopt zich niet meer weg. Dat gebeurde vroeger nog wel, maar vandaag de dag eisen mensen die zich niet hetero voelen hun plaats in onze maatschappij op. Overal en altijd.

1 Wat betekenen deze termen? Zoek op het internet op en omschrijf in je eigen woorden.

101 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN
Gay Pride Pride Month
hip
Pinkwashing
OPDRACHT 7: Gay is
v
©VANIN

2 De LGBTQ(IA+)-beweging heeft een eigen vlag. Welke? Waarom ziet die er zo uit?

3 Het symbool voor de LGBTQ(IA+)-beweging blijft niet beperkt tot een vlag. Welke voorbeelden zie je nog opduiken in het straatbeeld?

OPDRACHT 8: Genderneutraal, wat is dat?

Je hoort het woord wel vaker tegenwoordig: genderneutraal. Maar wat betekent het precies?

Genderneutraliteit betekent dat je bewust niet kiest tussen vrouwelijk of mannelijk. Je vermijdt het om labels te plakken op personen, want er is meer dan alleen ‘man’ of ‘vrouw’ zijn. Als je bijvoorbeeld speelgoed voor een kind koopt, kies je niet automatisch een autootje voor een jongen en een pop voor een meisje. Of je oefent als man bijvoorbeeld een job uit die we eerder als een ‘vrouwenjob’ zien. Een kleuterleidster of een kleuterleider? Het maakt niet uit.

Genderneutraliteit betekent ook dat mannen en vrouwen als gelijken worden behandeld en dat het verschil tussen hen geen onrechtvaardige verschillen veroorzaakt.

Een gelijk loon voor een vrouw als die dezelfde job als een man uitoefent, is daar een voorbeeld van. Een mannelijke leerkracht en een vrouwelijke leerkracht verdienen bijvoorbeeld evenveel.

1 Genderneutraal in de praktijk

Stap 1: Bekijk of beluister eerst een fragment. Je mag de verschillende fragmenten in een willekeurige volgorde behandelen.

Stap 2: Noteer dan in de eerste kolom van de tabel op de volgende bladzijde waarover het fragment gaat.

Stap 3: Geef aan of je dit een goede aanpak vindt. Omcirkel daarvoor het passende icoon in de tweede kolom.

Stap 4: Noteer daarna in de derde kolom in een paar kernwoorden (geen zinnen) waarom je het een goede aanpak vindt.

Stap 5: Doe hetzelfde voor de overige fragmenten.

Stap 6: Verduidelijk ten slotte tijdens een klassengesprek mondeling jouw mening, met behulp van je kernwoorden.

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 102
v
©VANIN
103 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN FRAGMENT 1 1 FRAGMENT 2 2 FRAGMENT 3 3 FRAGMENT 4 4 FRAGMENT 5 5 FRAGMENT 6 6 Waarover gaat het fragment? Wat vind jij ervan? Je mening in kernwoorden 1 2 3 4 5 6 ©VANIN

Ook in ons taalgebruik gaan er steeds meer stemmen op om het indien mogelijk genderneutraal te houden.

Een paar handige tips:

In plaats van hij gebruik je hij of zij of hij/zij, in plaats van zijn gebruik je zijn of haar. - ‘Als uw huisarts uw klacht beoordeeld heeft, verwijst hij u naar een specialist.’ wordt dan ‘Als uw huisarts uw klacht beoordeeld heeft, verwijst hij of zij u naar een specialist.’

- ‘De leraar kan iemand vragen om zijn plaats in te nemen.’ wordt dan ‘De leerkracht kan iemand vragen om zijn of haar plaats in te nemen.’

Vermijd woorden die specifiek naar één gender verwijzen, zoals echtgenoot, echtgenote, dames, heren. Een voorbeeld zie je bij de NMBS, die mensen aanspreekt met ‘Beste reizigers’ in plaats van met ‘Dames en heren’ . Zo zorg je ervoor dat je ook mensen aanspreekt die zichzelf niet in de tweedeling ‘man of vrouw’ herkennen.

Gebruik een woord dat voor iedereen geschikt is.

- ‘Uw echtgenoot/echtgenote’: het is beter om te spreken van ‘uw partner’ .

- ‘Beste dames en heren’: het is beter om te zeggen ‘Beste mensen’ , ‘Beste bewoners’ …

Ook bij beroepen kun je soms een algemene, neutrale vorm gebruiken.

‘ Verpleger’, ‘verpleegster’ wordt dan ‘verpleegkundige’ .

- ‘Leraar’, ‘lerares’ wordt dan ‘leerkracht’ .

Gebruik hun in plaats van hij of zij.

In Nederland gaat men daarin nog een stap verder. In jongerentaal vervangt men hij of zij simpelweg door het neutrale hun. ‘Hij heeft dat gedaan’ of ‘zij heeft dat gezegd’ wordt dan ‘Hun heeft dat gedaan’ of ‘Hun heeft dat gezegd’.

Dit is overgewaaid uit het Engels, waar men she of he vervangt door they. Je zult merken dat dat in sommige Nederlandstalige (rap)liedjes vrij vaak gebeurt. Buiten de jongerentaal is deze gewoonte niet erg verspreid.

Wat vind jij van genderneutraal taalgebruik?

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 104
taalgebruik
2 Genderneutraal
CHATBOX ©VANIN

OPDRACHT 9: Uit de kast U

Met uit de kast komen of coming-out bedoelt men dat iemand zijn seksuele voorkeur openbaar maakt. Je komt ervoor uit dat je op jongens of op meisjes valt, of op allebei. Voor hetero’s is dat makkelijker dan voor holebi-jongeren. Sterker nog: zij hoeven dat niet te doen.

Bekijk het fragment en beantwoord de vragen.

a Duid correct aan op de tijdlijn: op welke leeftijden kwam men vroeger meestal uit de kast? Zet een rood kruisje.

Nu gebeurt dit vaak op jongere leeftijd. Duid op dezelfde tijdlijn in groen aan vanaf welke leeftijden dit vandaag gebeurt.

b In de reportage maken we kennis met Nick en Regisha. Op welke leeftijd kwamen zij uit de kast?

c Maakten ze daar een speciaal moment van, met veel voorbereiding vooraf? Of eerder niet? Leg uit.

d We maken ook kennis met Hanne. Zij valt op jongens en meisjes en is dus biseksueel.

Bekijk het verhaal van de drie jongeren aandachtig. Was de reactie van hun ouders eerder positief of eerder negatief? Leg uit.

e Zoek de juiste combinatie.

Je seksuele voorkeur openbaar maken

Je eerste seksuele contact

In contact komen met andere holebi’s

De eerste keer dat je een voorbehoedsmiddel gebruikt

f Er gaat een periode vooraf aan die outing of coming-out. Gemiddeld komen holebi-jongeren uit de kast op de leeftijd van 18 jaar, maar vaak weten ze het van zichzelf al een tijdje vroeger. Hoelang weten holebi-jongeren van zichzelf al dat ze holebi zijn voordat ze uit de kast komen?

105 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN
12 13 14 1516 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Coming-out Coming-in
BEKIJK v IDEO
©VANIN

g Z ijn de jongeren zelf tevreden over hun outing of niet? Leg uit.

h Nick zegt dat het voor jongens moeilijker is dan voor meisjes om zich te outen en legt ook uit waarom hij dat vindt. Ben je het daarmee eens? Of niet? Leg uit.

OPDRACHT 10: Wat als ...

Het is voor een holebi-jongere niet eenvoudig om de stap te zetten naar een coming-out en de wereld om je heen te laten weten dat jij jouw seksualiteit niet beleeft op de manier die het meeste voorkomt in onze maatschappij.

De manier waarop op de coming-out gereageerd wordt, is erg belangrijk en maakt veel verschil. Stel dat het jou overkomt.

Wat als ... ... je beste vriend/vriendin vertelt dat hij/zij verliefd op je is? Hoe ga je daar respectvol mee om?

… je zus verliefd wordt op een meisje? Of je broer op een jongen? Wat als hij/zij dat als eerste aan jou vertelt?

… je geconfronteerd wordt met homohaat op straat?

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 106
U
©VANIN

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������

������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik begrijp dat seksualiteit een deel van mijn identiteit bepaalt.

Ik kan uitleggen hoe observatie, associatie en perceptie ons beeld van anderen (ver)vormen.

Ik kan uitleggen hoe observatie, associatie en perceptie een rol spelen in het ontstaan van vooroordelen.

Ik kan voorbeelden geven van onverdraagzaamheid ten opzichte van anderen en discriminatie van anderen, op basis van seksuele geaardheid.

Ik kan schendingen van LGBTQ(IA+)-rechten linken aan schendingen van de mensenrechten.

Ik kan de term migranten van de eerste generatie in mijn eigen woorden uitleggen.

Ik kan met een voorbeeld uitleggen wat met meervoudige identiteit bedoeld wordt.

Ik kan landen situeren in het juiste werelddeel.

Ik weet waar ik hulp kan zoeken voor vragen of problemen rond mijn seksualiteit.

Ik kan op een respectvolle manier omgaan met anderen.

Ik kan mijn mening en gevoelens op een respectvolle manier verwoorden.

Ik kan vlot informatie opzoeken.

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

Ik kan notities nemen en die gebruiken om te communiceren met anderen.

Ik hou rekening met feedback.

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

107 HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN OPDRACHT 11: Evalueer jezelf R
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
©VANIN

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

HOOFDSTUK 4: IK BEN WIE IK BEN 108 3
doen om
verder te groeien?
Wat kan ik
nog
©VANIN

HOOFDSTUK

5:

MEER DAN WATT JE DENKT!

OPDRACHT 1: Soorten energie

1 Welke soorten energie komen er voor?

Er zijn verschillende soorten energie. Je kunt ze onderverdelen in verschillende categorieën op basis van hun kenmerken en oorsprong.

Noteer de cijfers van de voorbeelden bij de juiste soort energie.

Chemische energie

Dit is energie die vrijkomt door een chemische reactie, zoals verbranding, gisting of atoomsplitsing.

©VANIN

Stralingsenergie

Dit is elke vorm van energie waar straling aan te pas komt, zoals zonnestralen, lichtstralen, stralingswarmte, infraroodstralen, een beeldscherm …

Een waterkrachtcentrale: door de stroming van het water gaat een rad draaien. Dat rad drijft een dynamo aan die elektriciteit opwekt.

verbrandingsmotor van een benzine of dieselwagen

Elektrische energie

Dit is de vorm van energie die wordt geleverd door batterijen, generatoren en elektrische stroom.

Bewegingsenergie

Door beweging drijf je een toestel aan, dat vervolgens elektriciteit opwekt. Ook wel kinetische energie genoemd. Hoe sneller een object beweegt en hoe groter zijn massa is, des te meer kinetische energie het heeft.

elektrische wagen opladen aan een laadpaal

109 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 3 2 1 4 5 6 7 8 9
ENERGIE,
O
Een Een windmolen om elektriciteit op te wekken De Een barbecue op gas of kolen Een gloeilamp Zonnepanelen Een batterij Kernenergie door atoomsplitsing of kernfusie

Wat als een van die energiesoorten er niet meer was? Wat zou er dan allemaal wegvallen in je dagelijks leven?

2 Warmteoverdracht: bedoeld of niet bedoeld

©VANIN

Naast die vier energiesoorten is er ook nog thermische energie, ook wel warmte-energie genoemd.

In de meeste gevallen wek je de energie op die je nodig hebt. Met thermische energie is dat niet altijd zo. In je huis wel, uiteraard: het is de bedoeling dat de radiator in je kamer warmte afgeeft en je kamer lekker warm houdt. Net zoals het de bedoeling is dat de barbecue opwarmt, zodat je je vlees kunt bakken. Vaak is warmte echter een onbedoeld neveneffect van een vorm van energie. Bijvoorbeeld in de volgende gevallen.

- Om een gloeilamp te laten werken heb je elektriciteit nodig. Maar wat gebeurt er wanneer je een gloeilamp aanraakt die al een uur brandt?

- Wanneer je jouw smartphone oplaadt en het apparaat al een tijdje met het stopcontact verbonden is door je oplader, wat voel je dan wanneer je je oplader aanraakt?

Sinds een tiental jaar zijn gloeilampen niet meer te koop in de handel. Zo verplicht men om die te vervangen door spaarlampen of ledlampen. Dat heeft deels met warmte te maken. Zoek online op waarom.

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 110
CHATBOX

OPDRACHT 2: Energieomzettingen

Je kent nu verschillende soorten energie. Op zich leuk om te weten maar niet echt boeiend, toch? Dat wordt het pas wanneer je de ene soort energie gebruikt om een andere soort energie op te wekken. Dat proces noem je ‘energieomzetting’. En je beseft het misschien niet, maar je maakt het dagelijks mee.

1 Van de ene soort energie naar de andere

Het principe van energieomzetting is eenvoudig. Je gebruikt één soort energie en je zet die om, meestal door een apparaat of een handeling, in een andere soort energie die je dan gebruikt voor een bepaald doel. Dat gebeurt in je dagelijks leven in verschillende situaties, onder andere om dingen te laten bewegen, licht te maken of warmte te produceren. Een mooi voorbeeld is een fietsdynamo: een apparaatje dat in je wiel zit of tegen je band aan draait en zo je fietsverlichting laat werken.

a Bekijk het filmpje.

b Om welke omzetting gaat het? Vul het schema aan met de soorten energie die je leerde kennen in opdracht 1. Kies uit: bewegingsenergie – chemische energie – elektrische energie –stralingsenergie – warmte-energie.

Een dynamo gebruikt om op te wekken.

Een benzine- of dieselwagen gebruikt om in de motor op te wekken.

Een elektrische wagen gebruikt om in de motor op te wekken.

De verlichting van je kamer gebruikt om op te wekken.

Bij een barbecue gebruik je om op te wekken.

111 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
v
BEKIJK v IDEO
© NTR 2024
©VANIN

In het dagelijks leven combineer je echter vaak soorten energie en energieomzettingen. Het volgende voorbeeld maakt dat duidelijk.

©VANIN

Een haardroger gebruikt elektrische energie.

Die wordt omgezet in bewegingsenergie … … en warmte-energie.

Je steekt de stekker in het stopcontact.

Met een druk op de knop laat je een ventilator draaien: de haardroger blaast lucht.

Met een druk op een tweede knop gebruik je de elektrische energie tegelijkertijd om een elektrische weerstand op te warmen. Zo zorg je voor warme lucht.

Resultaat: er wordt niet enkel lucht door je haar geblazen, maar die lucht is ook verwarmd.

Ook een oven werkt op die manier. Vul de juiste soort(en) energie aan in het schema. Kies uit: bewegingsenergie –chemische energie – elektrische energie – stralingsenergie – warmte-energie.

Je zet de elektrische oven aan.

Je kiest voor onderen bovenwarmte. Een elektrische weerstand warmt de onderzijde en bovenzijde van de oven op.

Je combineert dit met de functie ‘heteluchtoven’.

Een elektrische weerstand warmt op en een ventilator blaast de verwarmde lucht de oven in.

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 112
2 Een stapje verder

OPDRACHT 3: Energiebalans v

Bij een energiebalans vergelijk je de invoer (de hoeveelheid en de soort energie die je eerst gebruikt) en de uitvoer (de hoeveelheid en de soort energie na de omzetting) van een energieomzetting. In ideale omstandigheden is die balans gelijk. Dat wil zeggen dat je evenveel energie gebruikt als dat je er opwekt. Niets te veel, niets te weinig. In werkelijkheid is dat zelden het geval. Maar je kunt er wel iets aan doen.

Voorbeeld van een automotor

Energie-invoer

De motor gebruikt chemische energie, door de verbranding van benzine.

Energie-uitvoer

Die zet de motor om in bewegingsenergie. De motor draait en laat de auto voortbewegen.

Meer dan de helft van de energie gaat verloren tijdens de energieomzetting.

1 Gewenste en niet-gewenste energie

Een van de problemen waar je tegenaan loopt bij energieomzettingen is energie die niet gewenst of niet nuttig is. In de meeste gevallen gaat het om thermische of warmte-energie. Wanneer er weinig tot geen energie verloren gaat bij een energieomzetting spreek je van een hoog rendement. Gaat er veel energie verloren? Dan is er een laag rendement.

a Bekijk de kennisclip en vul de schema’s aan.

Invoer

Chemische energie: verbranden van of Met de warmte van die verbranding warmt water op in een gesloten systeem en wordt dat geleid door

naar .

Stralingsenergie: de zijn zo gebouwd (met ribbeltjes in het metaal) dat ze zo veel mogelijk stralingswarmte verspreiden.

Het metaal van de warmt mee op, maar die warmte kan nog nuttig gebruikt worden. Als je huis voldoende geïsoleerd is kan er weinig warmte ontsnappen en kost het niet veel energie om je huis warm te houden.

113 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
100
% 35 %
BEKIJK v IDEO
Omzetting Uitvoer Rendement
©VANIN

Invoer

energie: de kookplaat gebruikt

om op te warmen.

Je vult een met water. Door dewarmte van de kookplaat warmt het water op en geraakt het aan de kook.

Elektrische energie: door middel van elektriciteit gaat de lamp branden. De lamp zet de energie om in energie.

Stralingsenergie: de bodem van de

warmt op en het water begint te koken.

Het metaal van de warmt mee op. Die warmte-energie gaat volledig verloren. Je bent er niets mee. Je kunt de energie ook niet bewaren.

©VANIN

energie: de ruimte rondom de lamp wordt verlicht.

Na een tijdje warmt de lamp op. Die warmte-energie gaat volledig . Je bent er niets mee. Je kunt de energie ook niet bewaren. Een spaarlamp biedt daar een oplossing voor: die is onder andere beter geïsoleerd en voorkomt zo warmteverlies. De lamp warmt veel minder en veel trager op.

b Geef nog voorbeelden van ongewenste warmte-energie.

2 Efficiënt energiegebruik

Wanneer je energie opwekt, wil je geen energie verspillen. Daarvoor is energie te kostbaar. Het lijkt onbelangrijk, een lamp die opwarmt in je woning en de energie die zo verloren gaat, maar heb je er al eens bij stilgestaan hoeveel lampen er tegelijk branden in je huis?

Maak even een schatting: hoeveel lampen denk je dat er in je woning zijn? Beperk je tot de lampen in de badkamer, keuken en woonkamer. Dat is nog maar een deel van het totale aantal lampen in je woning. Woon je in een appartementsblok met 30 appartementen of een straat met 25 huizen, dan heb je al een idee over hoeveel lampen het gaat in je directe buurt. Maar wist je dat België ongeveer 5,7 miljoen woningen telt?

Bron: Statbel, appartementen zijn meegeteld als woning. Dat zijn wel heel veel lampen.

Zo krijg je een idee van de hoeveelheid ongewenste warmte-energie die verloren gaat door de opwarming van die miljoenen lampen in ons land alleen al.

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 114
Omzetting Uitvoer Rendement

Nochtans kun je daar wat aan doen: spaarlampen plaatsen. Dat type lampen warmt minder snel op. Ze gaan daardoor ook langer mee en verbruiken minder energie.

Je hoeft niet meteen al je lampen te vervangen om energie te besparen. Dat kan ook door zuinig om te gaan met je verlichting.

Geef een aantal tips waardoor jij in je dagelijks leven zuiniger om kunt gaan met verlichting.

Het gaat niet enkel om verlichting. Er zijn wel meer toestellen in een woning die energie verbruiken. Om goed te begrijpen hoe je energieverlies kunt voorkomen, kun je deze drie begrippen gebruiken: vermogen, verbruik en rendement.

a Lees eerst de uitleg in de kaders. Duid daarna aan: waar of niet waar? Verbeter indien nodig.

Het vermogen van een toestel wordt uitgedrukt in watt (W) of kilowatt (1 kW = 1 000 W). Daarmee wordt de snelheid bedoeld waarmee een toestel energie kan leveren of verbruiken binnen een bepaalde tijd (meestal per seconde). Hoe hoger het vermogen, hoe meer energie het toestel kan leveren of verbruiken binnen die tijd.

Een spaarlamp van 12 W is dus krachtiger (geeft meer licht) dan een spaarlamp van 8 W, maar verbruikt ook meer energie. Een microgolfoven heeft vaak een vermogen van 1 000 W of 1 kW, een laadpaal voor een elektrische wagen een van 11 kW (= 11 000 W). Dat is logisch: je hebt veel meer energie nodig om een elektrische auto op te laden dan om een lamp te laten branden. Een laadpaal van 11 W zou er 1 000 keer langer over doen om dezelfde auto op te laden als een laadpaal van 11 000 W.

Het verbruik van een toestel wordt uitgedrukt in kilowattuur (kWh). Het is de hoeveelheid energie die dat toestel gedurende een bepaalde periode gebruikt. 1 kWh komt overeen met het verbruik van een toestel van 1 000 W of 1 kW gedurende 1 uur. Neem weer het voorbeeld van de laadpaal. Die is erg krachtig met een vermogen van 11 kW. Een elektrische wagen die 1 uur lang wordt opgeladen aan een laadpaal met een vermogen van 11 kW, verbruikt 11 kWh. Laad je de wagen ’s nachts gedurende 10 uur op, dan heb je in die tijd 11 kW x 10 = 110 kWh verbruikt. Dat is een enorme hoeveelheid energie.

Laat je een lamp met een vermogen van 6 W gedurende 1 uur branden, dan verbruikt die slechts 6 Wh.

Of iets moeilijker: een microgolfoven met een vermogen van 1 000 W die 5 minuten werkt, verbruikt 83 Wh. Dat bereken je zo: het vermogen van de microgolf is 1 000 W. Als je die 1 uur lang zou laten werken (maar dat doet niemand met een microgolfoven), dan verbruik je = 16,6 W per minuut. Gebruik je de microgolf slechts 5 minuten, dan vermenigvuldig je 16,6 W met 5 en krijg je 83 Wh in totaal.

1 000 W 60 minuten

115 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
©VANIN

Bij energieomzettingen is het rendement de verhouding tussen de uitgaande nuttige energie en de toegevoerde energie. Vaak kun je niet al het toegevoerde vermogen nuttig gebruiken: er gaat een stukje energie verloren. Hoe hoger het rendement, hoe meer energie je nuttig kunt gebruiken. Als alle energie nuttig gebruikt wordt, is het rendement 100 %.

De meeste soorten energieomzetting zijn niet volmaakt. Alleen bij de omzetting naar warmte wordt een rendement van 100 % bereikt. Bij andere omzettingen treden altijd verliezen op, die meestal extra warmte opleveren. In een verbrandingsmotor bijvoorbeeld wordt uiteindelijk (afhankelijk van het ontwerp van de motor) maar ongeveer 35 % van de energie die in de brandstof aanwezig is omgezet in bewegingsenergie. De rest wordt via het koelsysteem als warmte afgevoerd. Sterker nog: het motorblok moet constant gekoeld worden tijdens (langere) autoritten, omdat het anders te sterk opwarmt en de motor stuk gaat.

Met het vermogen van een toestel (in watt of kilowatt) bedoelen we de snelheid waarmee een toestel energie kan leveren of verbruiken binnen een bepaalde tijd (meestal per seconde).

1 kWh komt overeen met het verbruik van een toestel van 100 watt gedurende 1 uur.

Een lamp van 6 W die 1 uur lang brandt verbruikt 6 Wh.

Een elektrische wagen die 1 uur lang wordt geladen aan 11 kW verbruikt 11 kWh.

In een auto wordt slechts 35 % van de energie die uit de brandstof gehaald wordt omgezet in bewegingsenergie.

Bij energieomzettingen is het rendement de verhouding tussen de uitgaande nuttige energie en de toegevoerde energie.

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 116
Chemische stof Waar Niet waar
©VANIN

Een spaarlamp van 12 W is krachtiger (geeft meer licht) dan een spaarlamp van 8 W, maar verbruikt ook meer energie.

Het verbruik van een toestel (in kilowattuur) is de hoeveelheid energie die dat toestel gedurende een bepaalde periode gebruikt.

De meeste energieomzettingen zijn volmaakt: ze halen een rendement van 100 %.

Een elektrische verwarming van 1 000 W die één uur lang werkt verbruikt 1 kWh.

Hoe hoger het vermogen, hoe meer energie het toestel kan leveren of verbruiken binnen die tijd.

b Bereken het verbruik.

- Een elektrische wagen die één uur wordt opgeladen aan 11 kW verbruikt 11 kWh. Hoeveel verbruikt die wagen wanneer je hem gedurende twee uur oplaadt?

- Hoeveel verbruikt een elektrische wagen die een half uur wordt geladen aan 30 kW? Duid het correcte antwoord aan.

¨ 11 kWh ¨ 22 kWh ¨ 30 kWh ¨ 15 kWh ¨ 45 kWh

- Een oven van 1 000 W die één uur lang werkt, verbruikt 1 000 Wh of 1 kWh. Om mijn lasagne op te warmen, heb ik maar 15 minuten nodig. Hoeveel bedraagt mijn verbruik?

117 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
Chemische stof Waar Niet waar
©VANIN

OPDRACHT 4: Energielabels

Op elk elektrisch apparaat staat het vermogen vermeld. Op de oplader van je smartphone bijvoorbeeld (tussen 15 en 35 watt) of op een boormachine (tussen 600 en 900 watt).

Op apparaten die constant in werking zijn, is ook het verbruik vermeld: een koelkast of een diepvriezer bijvoorbeeld. Droogkasten, vaatwassers en wasmachines staan niet de hele tijd aan, maar zijn grootverbruikers. Wanneer je ze gebruikt, verbruiken ze een heleboel energie. Vandaar dat ook op die apparaten het verbruik vermeld staat.

©VANIN

1 Energielabels

Om zicht te hebben op het verbruik van een elektrisch huishoudtoestel is in Europa een energielabel ingevoerd. Zo heb je bij de aankoop al een idee van het verbruik van je toestel. Of beter gezegd: van het rendement.

Op 1 maart 2021 is dat label vernieuwd. Het nieuwe label geldt voor vier categorieën van elektrische huishoudapparaten:

• huishoudelijke wasmachines en was-droogcombinaties (maar geen droogkasten),

• elektronische beeldweergavetoestellen (televisies en computerschermen),

• koelapparaten (koelkasten, diepvriezers en wijnkoelkasten),

• huishoudelijke vaatwasmachines.

Sinds 1 september 2021 krijgen ook lichtbronnen (elektrische lampen) het nieuwe energielabel. Naar: www.recupel.be

a Hoeveel energieklassen zijn er volgens dit label?

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 118
v

b Welke andere informatie dan die over het verbruik kun je aflezen op het label van de koelkast?

c Voor hoeveel categorieën van apparaten is dit label verplicht?

©VANIN

d Vul het schema aan en bereken hoeveel je uitspaart. Stel, je koopt een diepvrieskast (een rechtopstaand model) met een energielabel F. Gemiddeld gaat een diepvrieskast vijftien jaar mee. Daarna is hij aan vervanging toe. Reken met behulp van rij 3 uit hoeveel geld je uitspaart met een lager verbruik in die vijftien jaar tijd door een diepvrieskast met een hoger energielabel te kopen. Noteer de resultaten in rij 4.

Energielabel

1 Gemiddeld verbruik per jaar

2 Energiekosten per jaar

3 Verbruikskosten op 15 jaar

4 Verschil in verbruikskosten met model F op 15 jaar

5A ankoopprijs

6 Verschil in aankoopprijs met model C

7 Totale kosten op 15 jaar (som van rijen 3 en 5)

8 Verschil op 15 jaar in totale kosten in vergelijking met model C

Bron: www.coolblue.be e Bereken wat je in totaal uitspaart.

Stap 1: Surf naar de webwinkel Coolblue.

Stap 2: Tik bovenaan de zoekterm ‘diepvrieskasten’ in.

Stap 3: Noteer: in welke energieklasse is er het grootste aanbod?

Stap 4: K ies een diepvrieskast uit van ongeveer hetzelfde volume (bijvoorbeeld 300 liter) in de energieklassen C, D, E en F. Noteer de aankoopprijs in rij 5.

119 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
C D E F
173 kWh207 kWh 229 kWh284 kWh
€ 70 € 83 € 92 € 114
€ 70 x 15 = € 1 050 € 83 x 15 € 92 x 15 = € 1 380 € 114 x 15 = € 1 710
1 710
1 710 –= € 1 710 –= €
–= €

Stap 5: Hoeveel bedraagt het prijsverschil met de diepvrieskast van klasse C? Noteer het resultaat in rij 6. Wat valt je op?

©VANIN

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 6: Hoeveel geef je in totaal op 15 jaar tijd uit aan aankoop en verbruik? Bereken dat voor elke energieklasse. Tel het resultaat van rij 3 (verbruik) en rij 5 (aankoopprijs) samen en noteer de uitkomst in rij 7.

Stap 7: Hoeveel bespaar je in totaal op 15 jaar tijd aan aankoop en verbruik als je kiest voor een model met een energieklasse C? Reken per energieklasse het verschil uit en noteer het resultaat in rij 8.

Weetje

Er is nog niet voor elke soort apparaat een A-label beschikbaar. Een diepvries bijvoorbeeld vind je momenteel vooral in de klassen C tot F.

CHATBOX

Zou een energielabel jouw keuze beïnvloeden als je op zoek bent naar een nieuw apparaat?

OPDRACHT 5: EPC v

De grootste energiekost van een gezin, of je nu elektrisch, via gas, met een houtkachel of met stookolie verwarmt, is de centrale verwarming van je woning.

Ook daar is een energiebalans belangrijk, omdat je niet al te veel energie wilt verspillen.

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 120

1 Waarom je huis isoleren belangrijk is

Stap 1: Lees de vragen in de mindmap. Verdeel de vragen over de groepsleden.

Stap 2: Bekijk de kennisclip.

Stap 3: Lees de teksten.

Stap 4: Noteer de antwoorden op de vragen die jou zijn toebedeeld op een kladblad. Markeer interessante informatie in de teksten.

Stap 5: Met behulp van de teksten en de kennisclip moet je mondeling kunnen antwoorden op de vragen van de mindmap wanneer een leerkracht je groep aanduidt.

Waarvoor staat de afkorting EPC?

Welke ingrepen kun je doen om de EPC-score van een woning te verbeteren?

Welk doel wil men halen tegen 2050?

EPC

Hoeveel procent van de huidige woningen heeft nu al een EPC-label A?

Welk EPC-label heeft de gemiddelde Vlaamse woning?

Wat meet de EPC-score?

Welke verschillende EPC-labels zijn er?

Mag je een EPC zelf opstellen? Leg uit.

MIJN NOTITIES

121 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
TEKSTEN EPC KENNISCLIP
©VANIN

a De spilfiguren willen graag weten wat de EPC-score van hun woning is. Ga naar de simulator en vul de gegevens van hun woning in.

Ik woon in een gezellig huisje: een driegevelwoning, ook wel halfopen bebouwing genoemd. Niet echt groot, eerder van gemiddelde grootte. Wij verwarmen ons huis en sanitair met een condenserende gasketel. We hebben sinds dit jaar zonnepanelen op ons hellend dak, dat ook matig geïsoleerd is. Ons gelijkvloers ligt boven een kelder en die vloer is niet geïsoleerd. De gevel van onze woning is sterk geïsoleerd en al onze ramen hebben dubbel glas.

EPC-label:

Hoeveel procent van de woningen in Vlaanderen scoort slechter dan deze woning?

Wij wonen in een grote loft. Een dakappartement eigenlijk, maar dan megagroot. We verwarmen het met een bodem-waterwarmtepomp en het sanitair met een warmtepompboiler. Onze loft heeft ook zonnepanelen en een zonneboiler op het platte dak, dat supergeïsoleerd is. En we hebben een megacool ventilatiesysteem met warmteterugwinning. Milieuvriendelijker dan onze loft, dat vind je niet! We hebben geïsoleerde buitenmuren met een isolatie van 20 cm dik en overal driedubbele beglazing.

EPC-label:

Hoeveel procent van de woningen in Vlaanderen haalt deze score?

Wij wonen in een vrijstaand huis, net als Lotte. Maar dat van ons is kleiner, hoor. Veel kleiner! We verwarmen ons huis en sanitair met een niet condenserende stookolieketel. Ons hellend dak is niet geïsoleerd.

We hebben geen kelder en onze vloer is sinds vorig jaar geïsoleerd met isolatiepanelen van 12 centimeter dikte.

Onze gevel heeft geen spouw en is niet geïsoleerd, maar we hebben wel hoogrendementsglas in de ramen.

EPC-label:

Hoeveel procent van de woningen in Vlaanderen scoort beter dan deze woning? SIMULATOR

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 122 2 Ken je EPC
©VANIN

Ik woon in een gesloten bebouwing (of rijwoning) die eerder klein is. We verwarmen ons huis met een condenserende pelletkachel. Het sanitair water verwarmen we met een elektrische boiler. We hebben een plat dak, dat papa vorig jaar zelf geïsoleerd heeft met isolatiepanelen van 8 cm dikte. We hebben geen kelder en de vloer is niet geïsoleerd. Ook onze gevel heeft een spouw en is niet geïsoleerd. Dat kost te veel, zegt papa. We hebben wel dubbel glas.

EPC-label:

Hoeveel procent van de woningen in Vlaanderen scoort slechter dan deze woning?

Samen met mijn papa’s woon ik in een appartement in het midden van een appartementsgebouw. Het is niet groot en niet klein: eerder gemiddeld. Wij zijn aangesloten op een warmtenet dat de hele wijk verwarmt en ook ons sanitair water verwarmt. Onze gevel is licht geïsoleerd. Drie jaar geleden hebben we hoogrendementsglas in de vensters laten plaatsen.

EPC-label:

Wij wonen in een rijhuis, een gesloten bebouwing, maar best wel groot. Onze verwarming werkt op gas, met een niet condenserende ketel die ouder is dan ikzelf. Ook ons sanitair water verwarmen we zo. We hebben een zonneboiler. Vorig jaar hebben we het hellend dak laten isoleren met panelen van 14 cm dik, omdat dikkere isolatie veel duurder was. Binnen een paar jaar willen we zonnepanelen plaatsen.

We hebben geen kelder. De vloer is wel een beetje geïsoleerd met een isolatiemat van 3 cm, omdat mama anders altijd koude voeten heeft. We hebben dubbel glas en de gevel met spouw is niet geïsoleerd.

EPC-label:

b Neem de woning van Anouar onder handen.

Het EPC geeft het energierendement van je woning weer. Hoe beter de score, hoe beter het rendement. Woningen met een goede score verbruiken erg weinig energie en er gaat amper iets verloren. Woningen met een slechtere score halen een laag rendement: je hebt veel meer energie nodig om een vergelijkbare oppervlakte op te warmen en warm te houden dan bij een gelijkaardige woning die wel goed geïsoleerd is.

Probeer het EPC-label van de woning van Anouar op te krikken door aanpassingen te doen. Welke effect krijg je als je het dak matig isoleert?

Welk effect krijg je als je nadien ook de stookolieketel vervangt door een condenserende gasketel?

123 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
©VANIN

Nu het dak geïsoleerd is, kunnen er zonnepanelen op. Welk effect heeft dat?

De broer van Anouar kent iemand die gevels isoleert. Omdat een sterke isolatie te duur is, kiest de vader van Anouar voor een matige isolatie. Welk effect heeft die ingreep?

©VANIN

Bereken het EPC van je eigen woning met behulp van de simulator. Vraag thuis hulp om aan alle noodzakelijke gegevens te geraken.

Weetje

Een EPC vermeldt niet enkel de energiescore van de woning, maar geeft ook concrete tips hoe je die score en dus ook het energierendement van de woning kunt verbeteren. Net zoals wij dat bij Anouar gedaan hebben. Een EPC vermeldt er ook de richtprijs bij. Zo heb je een idee van wat die maatregelen je gaan kosten.

CHATBOX

De overheid legt een renovatiepact op en wil zo tegen 2050 enkel nog energiezuinige woningen hebben in Vlaanderen, wat goed is voor het milieu. Maar zo’n energetische renovatie kost veel geld, wat voor een heleboel mensen dan weer niet betaalbaar is. Wat is jullie mening daarover?

3 Milieuvriendelijke alternatieven

Vandaag verwarmen de meeste gezinnen in Vlaanderen hun woning met aardgas of stookolie. In de toekomst wil men van die vervuilende brandstoffen af. Er zijn steeds meer duurzame alternatieven beschikbaar.

a Noteer de correcte term bij de bijbehorende omschrijving en afbeelding. Kies uit: thuisbatterij – warmtenetwerk – warmtepomp – zonneboiler – zonnepanelen.

Deze panelen zorgen voor elektriciteit door middel van een omvormer. Handig en gratis, want je hebt er enkel zonlicht voor nodig. Je wekt daardoor je eigen elektriciteit op en hoeft er minder aan te kopen.

In combinatie met zonnepanelen is dit apparaat een goede keuze. In ideale omstandigheden gebruik je alle elektriciteit die je opwekt met zonne-energie zelf op. Maar wat als je meer elektriciteit opwekt dan je zelf kunt gebruiken? Wel, die kun je dan hierin opslaan en bijvoorbeeld ’s avonds gebruiken wanneer het donker is.

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 124

Met dit apparaat gebruik je de zon om je sanitair water op te warmen. Lekker warm water, dankzij de zon. Niet bruikbaar in de winter of ’s nachts, dat klopt, maar op deze manier bespaar je overdag wel op je energieverbruik.

Waarom zou je een huis verwarmen of één enkel appartement, als je ook een hele buurt kunt verwarmen of een volledig appartementsblok? Met dit systeem leid je de warmte die een fabriek of afvalverbrandingsoven produceert langs buizen naar een hele woonwijk of groot gebouw. Warmte die vroeger verloren ging, wordt zo gebruikt om veel woningen te verwarmen. Een bijkomend voordeel: je hoeft geen aparte verwarmingsketel meer te voorzien voor elke woning. Daarmee spaar je ook best wat uit, toch?

Dit toestel haalt warmte uit de lucht, de grond, het water of een combinatie daarvan. Een lucht-luchtwarmtepomp is goedkoper, maar minder efficiënt. Een grond-waterwarmtepomp is een stuk duurder, maar levert meer energie. In de beide gevallen komt er geen verbranding aan te pas, zoals bij gas of stookolie, en stoot je dus ook geen vervuilende gassen uit. Je kunt dit toestel wel enkel gebruiken in een woning die goed geïsoleerd is. Anders gebruik je te veel elektriciteit.

4 Wat je zelf kunt doen om energie te besparen

Een woning isoleren kost veel geld, maar je kunt zelf ook wat doen om je energieverbruik te verminderen. Zoek online naar tips om minder energie verloren te laten gaan en noteer ze hier.

125 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
© Leitenberger Photography/Shutterstock.com
©VANIN

OPDRACHT 6: Beweging tot stilstand brengen kost tijd

Om een wagen te laten rijden, heb je energie nodig. Je leerde al dat dat niet zo efficiënt gebeurt. Minder dan de helft van de energie die je opwekt in een brandstofmotor wordt effectief gebruikt om ervoor te zorgen dat het voertuig voortbeweegt. Zodra dat voertuig aan het voortbewegen is, is het niet zo eenvoudig om het weer tot stilstand te brengen.

1 Wat is de remafstand van een rijdend voertuig?

De remafstand is de afstand die een voertuig nodig heeft om volledig tot stilstand te komen vanaf het moment dat je begint te remmen tot het moment dat het stilstaat. Die afstand hangt af van verschillende factoren, waaronder de snelheid van de auto, de staat van de remmen en de wegcondities.

a Maak een schatting.

De bestuurder van een auto die rijdt met een snelheid van 90 km/u moet bruusk remmen. Na hoeveel meter staat de wagen stil, denk je?

Mijn schatting:

b Bekijk het filmpje.

De voertuigen in de test rijden met een snelheid van 90 km/u. Hoeveel afstand laat je aan die snelheid best tussen het voertuig en een voorligger?

Welke voertuigen worden er getest? Duid aan.

- Welk voertuig heeft de kortste remafstand?

Hoeveel meter bedraagt die afstand?

- Welk voertuig heeft de langste remafstand?

Hoeveel meter bedraagt die afstand?

- De beiden voertuigen rijden nochtans aan dezelfde snelheid. Hoe verklaar je dat verschil in remafstand?

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 126
v
¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
©VANIN
BEKIJK v IDEO © VRT

Ga even terug naar opdracht a en bekijk je schatting. Wat is de werkelijke remafstand van de auto na het bekijken van het beeldfragment? Zat je in de buurt met je schatting? meter.

Waar werd in de test geen rekening mee gehouden? Leg in je eigen woorden uit wat daar volgens jou mee bedoeld wordt.

2 Remafstand is geen stopafstand.

Wil je een voertuig dat met een bepaalde snelheid rijdt laten stoppen, dan speelt niet enkel de snelheid een rol.

a Wat als je normaal remt?

Normaal remmen betekent dat je bewust afremt. Je rijdt bijvoorbeeld met een snelheid van 50 km/u en nadert een verkeerslicht dat op oranje springt. Dan ga je niet onverwacht voluit remmen, maar rem je rustig en bewust af tot de wagen stilstaat. Wil je in zo’n situatie de remafstand (ook wel ‘remweg’ genoemd) berekenen, dan gebruik je de volgende formule:

50 x 50 1010 Of in dit geval: snelheid x snelheid 10 10

Reken je even uit?

Reken zelf uit. Wat is de remafstand bij een snelheid van 30 km/u?

En bij een snelheid van 70 km/u?

Conclusie: hoe hoger de snelheid, hoe de remafstand.

b Wat bij een noodstop?

In deze situatie rem je onverwacht. Je rijdt met een snelheid van 50 km/u en moet plots remmen voor een motor die voor je uitglijdt. Je remt voluit. Maar tussen het moment waarop je de motorrijder ziet uitglijden en het moment waarop je begint te remmen, zit je reactietijd. Dat is de tijd die je nodig hebt om te beseffen wat er gebeurt en om te reageren. Gemiddeld ligt die reactietijd tussen 0,8 en 1,2 seconden. In die tijd rijdt de auto verder en rem je niet af. De afstand die je dan aflegt, noem je de reactieafstand.

127 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
©VANIN

Om de reactieafstand te berekenen, deel je de snelheid door 10 en vermenigvuldig je het resultaat met 3. Rijd je met een snelheid van 50 km/u, dan is de reactieafstand ongeveer:

50 km/u x 3 = 15 meter

10

Reken zelf uit. Wat is de reactieafstand bij een snelheid van 30 km/u?

En bij een snelheid van 70 km/u?

En op de snelweg? Bij een snelheid van 120 km/u?

Conclusie: hoe hoger de snelheid, hoe de reactieafstand. Bij een snelheid van 120 km/u heb je al meter afgelegd tussen het moment waarop je beseft dat je moet remmen en het moment waarop je begint te remmen.

c Wat is de werkelijke stopafstand?

de stopafstand (C) = de reactieafstand (A) + de remafstand (B )

Je ziet gevaar. Je trapt op de rem. Je staat stil.

A

B

C

Volg je even mee? Je rijdt met een snelheid van 50 km/u. Een fietser glijdt uit en komt op de weg terecht. Je remt krachtig.

Om de reactieafstand (A) te berekenen, wordt de snelheid gedeeld door 10 en het resultaat vermenigvuldigd met 3.

50 km/u x 3 = 15 meter

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 128
10 ©VANIN

Om de remafstand (B) te berekenen, gebruik je de volgende formule:

snelheid x snelheid 10 10

In dit geval: 50 x 50 = 5 x 5 = 25 meter 1010

Vul zelf de formule aan met behulp van de uitkomsten.

Je stopafstand (C) = je reactieafstand (A) + je remafstand (B).

= meter + meter

= meter

In de buurt van een school mag je niet sneller dan 30 km/u rijden. Stel dat de vorige situatie bij jullie school gebeurt en de wagen 30 km/u rijdt in plaats van 50 km/u. Bereken de totale stopafstand.

Bereken de totale stopafstand van een wagen die met een snelheid van 90 km/u rijdt.

Rijhulpsystemen

Moderne wagens zijn uitgerust met systemen die je kunnen helpen wanneer je een noodstop moet uitvoeren. Automatic emergency braking (AEB) is een remtechnologie waarbij een auto een noodsituatie herkent en zelfstandig de remdruk opvoert om een aanrijding te voorkomen of in elk geval de schade te beperken. Bij een lage snelheid voert dit systeem automatisch een noodstop uit. Ook activeert het automatisch het antiblokkeersysteem (ABS). Dat onderdeel van de reminstallatie zorgt ervoor dat de wielen niet blokkeren en de auto bestuurbaar blijft.

Adaptieve cruise control zorgt er dan weer voor dat je altijd een veilige afstand behoudt tot je voorligger. De wagen remt dan automatisch wat af wanneer je te dicht achter een voorligger rijdt.

Naar: www.moorenauto.nl

129 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
©VANIN

1 Energiezuinig leven

Wat kun je zelf doen om minder energie te verbruiken in de volgende domeinen?

Geef enkele voorbeelden.

1 Elektrische apparaten

2 Verlichting

3 Verwarming

4 Vervoer van en naar school

2 Energielabels

Verbruikt dit apparaat veel energie? Motiveer je antwoord.

Geef aan de hand van dit label het jaarlijks verbruik van het toestel.

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 130
U
OPDRACHT 7: Energiezuinig leven en wonen
© Hadrian/Shutterstock.com ©VANIN

Analyseer het EPC.

Welk energielabel heeft deze woning?

Is dit een energiezuinige woning? Leg uit.

Bekijk het attest en geef een paar aanbevelingen om het EPC te verhogen.

Voorbeeld EPC-aanbevelingen

De rode vakken geven aan wat er energetisch helemaal niet in orde is. Over welke onderdelen van het huis gaat het?

Hoeveel zou het volgens het EPC kosten om dat op te lossen?

De oranje vakken geven aan wat niet echt in orde is. Je hebt in totaal al een behoorlijke som geld nodig om dat op te lossen.

- Reken uit hoeveel het minstens gaat kosten, door de minimale bedragen op te tellen.

- Reken uit hoeveel dit maximaal gaat kosten door de maximale bedragen op te tellen.

131 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!
3 Energiezuinig wonen
Bron: www.epcattest.be BEKIJK ATTEST Bron: www.epcattest.be
©VANIN

Wat is de totale kostprijs om alle maatregelen op het EPC-attest uit te voeren, als je de minimale bedragen optelt?

Waarvoor staat de afkorting EPC?

Wat meet de EPC-score?

Welk doel wil men halen tegen 2050?

Geef twee milieuvriendelijke alternatieven om je woning of je sanitair water te verwarmen. Leg kort uit hoe dat systeem werkt.

OPDRACHT 8: Stoppen op een nat wegdek. U

Gebruik voor deze opdracht de stopafstand-berekeningstool van de VSV (Vlaamse stichting voor Verkeerskunde).

1 De gevaren van een gsm in de wagen

WEBSITE

Voertuig 1 is een wagen en rijdt 50 km per uur. Voertuig 2 ook, maar de bestuurder is even niet aan het opletten. Ze is afgeleid door haar gsm. Daardoor is haar reactietijd langer, namelijk 3 seconden. De auto's rijden op een droog wegdek.

a Hoe lang is de stopafstand van voertuig 1? meter

b Wat doet voertuig 2 op het moment dat voertuig 1 al stilstaat?

c Hoe lang is de stopafstand van voertuig 2, waarin de bestuurder afgeleid was door haar gsm? meter

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 132
©VANIN

2 Stoppen op een nat wegdek

Voertuig 1 rijdt op een droog wegdek met een snelheid van 50 km/u en de bestuurder reageert na 1 seconde.

Voertuig 2 doet net hetzelfde, maar dan op een nat wegdek.

Wat is er anders nu het wegdek nat is? Kruis de juiste antwoorden aan.

¨ De reactietijd is niet veranderd.

¨ De remafstand op een nat wegdek is dubbel zo groot als op een droog wegdek.

¨ De remafstand op een nat wegdek is bij die snelheid 9 meter langer.

¨ De stopafstand is korter op een droog wegdek.

3 Wat als het ijzelt?

Pas de weersomstandigheid voor voertuig 2 aan. Welke gevolgen heeft dat?

©VANIN

4 Met hoge snelheid op een nat wegdek

In Frankrijk en Duitsland verlaagt de maximumsnelheid op de snelweg wanneer het regent. Bij een droog wegdek mag je bijvoorbeeld maximaal 130 km per uur rijden, bij een nat wegdek is dat 110 km per uur. Gebruik de online tool om het verschil te berekenen.

Vergelijk voertuig 1 op een droog wegdek met een snelheid van 120 km/u en voertuig 2 met dezelfde snelheid, maar op een nat wegdek. De reactietijd houd je op 1 seconde.

Verlaag dan de snelheid van voertuig 2 naar 100 km/u op een nat wegdek. Maakt dat veel verschil?

Leg uit.

Maak opdracht 1 opnieuw, maar met een ander voertuig dan een wagen. Vergelijk de stopafstand op een nat en een droog wegdek en verklaar het verschil.

133 HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT!

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������ ������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan in eigen woorden uitleggen wat rendement betekent.

Ik kan in eigen woorden uitleggen wat vermogen betekent.

Ik kan verschillende soorten energie opnoemen.

Ik kan uitleggen wat een energieomzetting is.

Ik kan een voorbeeld geven van ongewenste warmte-energie.

Ik kan uitleggen wat een energiebalans is.

Ik begrijp de betekenis van energielabels op elektrische toestellen.

Ik kan voorbeelden geven van hoe ik duurzaam met energie kan omgaan in mijn dagelijks leven.

Ik kan in eigen woorden uitleggen wat een EPC is en waar het voor gebruikt wordt.

Ik kan de stopafstand van een voertuig berekenen.

Ik kan eenvoudige berekeningen maken met behulp van een rekentoestel.

Ik kan informatie opzoeken op het internet.

Ik houd rekening met de mening van anderen.

Ik kan vlot informatie opzoeken.

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

Ik kan het.

Hier kan ik nog groeien.

HOOFDSTUK 5: ENERGIE, MEER DAN WATT JE DENKT! 134 OPDRACHT 9: Evalueer jezelf R
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
©VANIN

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING

OPDRACHT 1: Weet jij het? O

1 Wat betekent duurzaamheid voor jou? Noteer in de mindmap waar je allemaal aan denkt bij het begrip.

DUURZAAMHEID

2 Wat betekent mondialisering voor jou? Noteer in de mindmap waar je allemaal aan denkt bij het begrip.

MONDIALISERING

135 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
©VANIN

OPDRACHT 2: Mondialisering

1 Hoe verbonden ben jij met de wereld?

a Zoek thuis de herkomst op van tien producten die jij bijna dagelijks gebruikt. Neem van elk product een foto en zorg dat het land van herkomst zichtbaar is op de foto. Neem indien nodig twee foto’s. Het land van herkomst wordt meestal aangegeven door ‘Made in ...’. Noteer daarna het product en het land van herkomst in de tabel.

b Maak nu je eigen mondialiseringskaart.

Hoe verbonden ben jij met de wereld?

• Duid de landen van herkomst met een kruisje aan op de wereldkaart op de volgende bladzijde.

• Trek vervolgens vanuit de kruisjes een lijn naar België.

Mondialisering: de wereldwijde handel en alles wat daarmee samenhangt

c Welke conclusie kun je trekken als je jouw mondialiseringskaart bekijkt?

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 136
O
Product Land(en)
1
van herkomst
2 3 4 5 6 7 8 9 10
©VANIN

GROENLAND (Denemarken)

RUSLAND

©VANIN

ARGENTINIË CHILI

Falklandeilanden (VK) Zuid-Georgië (VK)

137 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
St. Helena
St.
STATEN VAN AMERIKA CANADA
(VK)
Helena (VK) Spitsbergen (Noorwegen) VERENIGDE
IJSLAND BRAZILIË
IERLAND SPANJE FRANKRIJK DUITSLAND NOORWEGEN ZWEDEN FINLAND D POLEN WIT-RUSLAND OEKRAÏNE MOLDAVIË ROEMENIË TURKIJE GRIEKENLAND ITALIË ECUADOR URUGUAY G B H ES CR N P J H DR D G S C FRANS-GUYANA
ALASKA (VSA)
KAZACHSTAN INDIA IRAN OEZBEKISTAN T K A A G SYRIË IRAK J ISRAËL EGYPTE VAE Q K SAUDI- ARABIË JEMEN D ETHIOPIË SOMALIË DEM. REP. CONGO REP. CONGO ZUID- AFRIKA NAMIBIË MADAGASKAR COMOREN SEYCHELLEN MALDIVEN KAMEROEN L EG G T B BF MAURITANIË L G SL S G GB KAAPVERDIË MAROKKO CANARISCHE EILANDEN (SPANJE) MADEIRA (PORTUGAL) AZOREN (PORTUGAL) ALGERIJE TUNESIË LIBIË TSJAAD CENTR. ARIK. REP. ZUID SUDAN B N VK Z O T H S K S M BH S B M A L L E MYANMAR CAMBODJA MALEISIË INDONESIË FILIPIJNEN TAIWAN ZUID- KOREA NOORD- KOREA PAPOEA-NIEUW-GUINEA SALOMONSEILANDEN
NIEUW-ZEELAND NIEUW-CALEDONIË (F) HAWAÏ (VSA) Paaseiland Galápagoseilanden
CHINA MONGOLIË
AUSTRALIË

‘Made in …’ staat op heel veel producten. Maar wat betekent dat label?

a Bekijk het filmpje. Beantwoord daarna de vragen.

• Een fiets ‘Made in Belgium’ is niet zo Belgisch als je zou denken. Leg uit.

• Wat is het grote verschil met producten vroeger en producten nu wat het land van oorsprong betreft?

• Mondialisering heeft alles veranderd. Leg uit.

b Welke afbeeldingen link jij aan India?

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 138
7 ¨ © srs1191995/Shutterstock.com 8 ¨ © Andrey Bayda/Shutterstock.com 9 ¨ 1 ¨ 2 ¨ © Kruit/Shutterstock.com 5 ¨ © CherylRamalho/Shutterstock.com 3 ¨ © PradeepGaurs/Shutterstock.com 6 ¨ 4 ¨ © CherylRamalho/Shutterstock.com 2 Made in ...
BEKIJK v IDEO
©VANIN

• Welke afbeeldingen heb jij aan India gelinkt? Waarom?

• A an welk land zou je de afbeeldingen die volgens jou niet bij India horen dan linken? Waarom?

• Wat als iemand zou beweren dat alle foto’s in India getrokken zijn? Zou je die persoon geloven? Waarom wel/niet?

Bij het indelen van mensen in groepen hebben we allerlei beelden in ons hoofd. We gebruiken stereotypen of hebben vooroordelen over bepaalde mensen. Stereotypen zijn generalisaties.

Het zijn de algemene ideeën en beelden over mensen.

Stereotype: een vaststaand beeld van bijvoorbeeld een groep mensen dat niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid

Vooroordeel: een mening of idee over iemand, zonder te weten of het eigenlijk klopt

Generalisatie: een veralgemening, je mening baseren op basis van één voorbeeld

OPDRACHT 3: Het leven van een smartphone O

Een leven zonder smartphone kunnen we ons niet meer voorstellen. Maar voordat je een product kunt kopen, heeft het al een hele weg afgelegd. De levenscyclus van een smartphone kun je onderverdelen in zes stappen.

Bijna 4 miljard mensen op aarde hebben een eigen smartphone!

Levenscyclus: de opeenvolgende fasen in de ontwikkeling van een product

1 Noteer de verschillende stappen op de juiste plaats in de levenscyclus.

inzameling – recyclage – productie – grondstoffen – gebruik – hergebruik

139 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
1
5 6
2 3 4
1 2 3 4 5 6 ©VANIN

2 Wat is het verschil tussen hergebruik en recyclage?

a Verbind elke term met het juiste voorbeeld.

Je moeder koopt een nieuwe smartphone. Jij krijgt haar oude gsm. hergebruiken

recycleren

In de kast liggen nog twee oude gsm’s die niet meer gebruikt worden. Je brengt ze naar een inzamelpunt.

b Geef een voorbeeld van een product dat je:

- hergebruikt:

- recycleert:

CHATBOX

Ken je nog andere apparaten die je niet meer gebruikt en thuis liggen rond te slingeren?

OPDRACHT 4: Denken vanuit het systeem! v

Hoeveel smartphones hebben jullie al gehad?

Ik zit aan mijn tweede. De vorige was nog van mijn mama.

Oh, ik denk al vier!

1 Ik en mijn smartphone

Hoeveel gsm’s of smartphones heb jij al gehad? Omcirkel het passende cijfer.

Hoeveel oude toestellen slingeren thuis nog rond? Omcirkel het passende cijfer.

a Wat doe jij met je oude gsm?

¨ Ik heb die weggegooid.

¨ Die ligt thuis in de kast.

¨ Ik heb die verkocht.

b Beantwoord deze vragen mondeling.

• Waarom heb jij een smartphone?

• Zou je zonder gsm kunnen leven?

¨ Ik heb die weggegeven.

¨ Andere:

• Wat vind je positief aan het hebben van een smartphone?

• Wat vind je negatief aan het hebben van een smartphone?

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 140
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
©VANIN

2 Wat een systeem!

We hebben allemaal een gsm of smartphone. We willen het allerlaatste model en kunnen niet meer zonder. Maar wat er allemaal nodig is om het product te maken of wat de gevolgen zijn van het massale gsm-gebruik, daar staan we niet echt bij stil. Voor jou is het hebben van een smartphone misschien van levensbelang, maar voor iemand anders is het maken ervan een kwestie van overleven. Het is daarom belangrijk om naar het geheel te kijken, van de wieg tot het graf van een gsm.

Lotte gooit haar kauwgom op de grond. Even later … Bah, dat smaakt vies!

Het regent hard. De kauwgom spoelt weg naar de rivier …

Een vis merkt de kauwgom op en denkt dat het een lekker hapje is.

… en drijft mee met de stroom.

Oh nee! Dat visje drijft op het water!

de kauwgom is helemaal niet goed voor de vis …

En wat als iedereen zijn kauwgom zomaar op de grond zou gooien?

Eén stukje kauwgom op de grond gooien lijkt onschuldig, maar wanneer je alle gevolgen in kaart brengt en uitzoomt om het geheel te bestuderen, zie je pas welke invloed dat ene stukje heeft op het geheel. Lotte gooit haar kauwgom op de grond en daaruit volgen heel wat andere acties.

141 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
Maar
©VANIN

a Welke gevolgen heeft de actie van Lotte?

Er is ongetwijfeld een reden waarom Lotte haar kauwgom op de grond gooit. Haar actie heeft dus ook een oorzaak.

b Waarom zou Lotte haar kauwgom op de grond gooien? Wat is een mogelijke oorzaak?

©VANIN

Er hangt dus een heel systeem vast aan één bepaalde actie: je kunt er zowel verschillende oorzaken als gevolgen aan koppelen. Als je zowel de oorzaken als de gevolgen van één bepaalde actie bestudeert, bekijk je het geheel of het systeem. Je gaat dus denken in systemen, of je doet aan systeemdenken. Het is soms beter om niet direct te reageren op een gebeurtenis, maar je wel af te vragen waarom het gebeurt. Je plaatst het probleem in een ruimere context.

Systeemdenken

Laten we samen even naar deze foto kijken.

Met systeemdenken breng je in kaart wat de oorzaken en gevolgen van iets zijn, hoe de onderdelen zich verhouden tot het geheel en wat de verschillende standpunten zijn hoe je ernaar kunt kijken. Dat noemen we perspectieven.

Als een grondplan vouw je het probleem uit en onderzoek je alle verbindingen en radertjes die er deel van uitmaken. Nadien zoom je uit om het totaalbeeld beter te begrijpen.

Zo zorgt systeemdenken voor een evenwichtig wereldbeeld dat rekening houdt met de verschillende standpunten in een verhaal.

Systeemdenkers bekijken het leven op zo veel mogelijk manieren. Zo leren ze om hun oordeel uit te stellen en eerst alle kanten van het verhaal te onderzoeken, voordat ze een standpunt innemen.

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 142

Mijn stukje kauwgom lijkt op het eerste gezicht onschuldig, maar wanneer je alle gevolgen in kaart brengt en uitzoomt om het geheel te bestuderen, zie je pas welke invloed dat ene stukje heeft op het geheel.

Gevolgen: resultaat dat voortkomt uit iets anders

Oorzaken: datgene waardoor iets gebeurt

Perspectief: de verschillende standpunten hoe je naar iets kijkt

3 De wereld en mijn smartphone

Systeemdenken kunnen we toepassen op heel wat zaken, dus ook op een smartphone.

Bekijk de filmpjes via de QR-code. Vul de schema’s die je van de leerkracht krijgt op basis daarvan aan.

FRAGMENT 1 FRAGMENT 2 FRAGMENT 3

FRAGMENT 4 FRAGMENT 5 FRAGMENT 6

Stap 1: Je leerkracht verdeelt de klas in groepjes. Elk groepje krijgt twee filmpjes toegewezen.

Stap 2: Bekijk een van de fragmenten.

Stap 3: Vul de schema’s die je van je leerkracht krijgt aan met de informatie uit de filmpjes.

Stap 4: Herhaal dit voor het andere fragment.

Stap 5: Elk groepje vertelt waarover het gaat in hun filmpjes.

Stap 6: Daarna worden de twee filmpjes klassikaal bekeken.

Stap 7: De vragen en de oplossingen worden klassikaal overlopen.

143 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
©VANIN

4 Als … dan …

a Bekijk het schema over de gevolgen van de productie van een smartphone. Kleur het bolletje groen bij een positieve factor of een positief gevolg. Kleur het bolletje rood bij een negatieve factor of een negatief gevolg.

Productie smartphone

urban mining

klassieke mijnbouw

elektronisch afval

minder vervuilend voor het milieu

grondstoffen hergebruiken

oplossing tegen opwarming van de aarde

mensonwaardige omstandigheden

ongezond

grondstoffen geraken uitgeput

illegale dumping in Afrika

Afrikaanse jongeren halen elektronisch afval uit elkaar.

Ze verdienen er geld mee.

schaadt de gezondheid van de mensen vervuilt het milieu

vissen dood in rivier

pijpleiding loost vuil op het strand geen inkomsten voor vissers

oude toestellen worden hergebruikt

1/5 van bevolking heeft werk dankzij elektronisch afval van Europa

Alle elementen in het schema hebben een link met elkaar: ze zijn op een of andere manier verbonden met elkaar. Het is belangrijk om te begrijpen waarom iets gebeurt. Je gaat dus op zoek naar de oorzaak van iets en naar het gevolg daarvan. Een oorzaak vertelt je waarom iets gebeurt. Het geeft de aanleiding of de start van iets weer. Het gevolg is wat daarna gebeurt, het vervolg. Het vertelt hoe iets verder gaat. Om oorzaak en gevolg in een zin duidelijk te maken, kun je een zin maken met de woorden ‘als ... dan ...’.

Als we ons elektronisch afval recycleren, dan moeten de kinderen in Congo niet meer in de kobaltmijnen werken.

b Probeer nu zelf verbanden te leggen tussen de info in het schema. De info uit opdracht 3.3 mag je uiteraard ook gebruiken.

- Als we ons elektronisch afval illegaal dumpen in Afrika, dan

- Als de rivieren vervuild zijn, dan .

- Als de vissen doodgaan, dan .

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 144
©VANIN

OPDRACHT 5: Elke druppel telt! v

Vul de opdrachten aan met behulp van de ontdekplaat.

a Wat is het centrale thema van de tekstjes en de afbeeldingen op de ontdekplaat?

©VANIN

b Bekijk de mindmap.

• Duid de oorzaken van de waterschaarste aan door rode pijlen te tekenen van de oorzaak naar het centrale begrip ‘waterschaarste’.

• Duid de gevolgen van de waterschaarste aan door blauwe pijlen te tekenen vanuit het centrale begrip ‘waterschaarste’ naar het gevolg.

• Duid de versterkende relaties aan door een plusteken bij de pijl te noteren.

• Duid de verzwakkende relaties aan door een minteken bij de pijl te noteren.

opdroging van waterbronnen overstromingen kwaliteit water consumptie

aanhoudende hitte

zeespiegelstijging

waterverspilling

klimaatverandering

inkomsten, banen

BEKIJK ONTDEKPLAAT

oorzaak gevolg

bedreiging voor

waterverbruik conflicten (bv. honderden dammen in het Midden-Oosten)

voedselzekerheid

wereldbevolking productie van goederen en diensten

watervervuiling

WATERSCHAARSTE

bedreiging voor

bedreiging voor

dagelijks halen vervuild water

niet naar of armoede sterfte sterfte ziektes migratie

145 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING

c Lees deze vragen. Je leerkracht vertelt je wat je moet doen.

1 Op welke manier heeft waterschaarste een invloed op de kinderen in arme gezinnen?

2 Welk verband is er tussen de jeansbroek in jouw kast en de mama van Romano die dagelijks twee kilometer moet stappen naar het eerste waterpunt?

3 Leg uit: de waterbeschikbaarheid in veel delen van de wereld wordt bepaald door onze consumptie.

4 Periodes van droogte of overstromingen aan de andere kant van de wereld treffen ons ook indirect. Op welke manier?

5 Wat gebeurt er als onze oogsten door droogte mislukken?

OPDRACHT 6: Mondialisering of globalisering v

Producten die duizenden kilometers afleggen voordat ze in de winkels liggen, mensen die migreren … wat heb ik daar nu mee te maken?

Vandaag de dag kunnen we makkelijk van de ene plaats op de wereld naar de andere reizen. We praten via Skype of telefoon met mensen aan de andere kant van de wereld. Als je op reis gaat naar een ander land hoef je je zelfs niet meer aan te passen aan de eetgewoonten van daar, want je kunt altijd wel ergens een eetgelegenheid vinden waar ze ook frietjes met hamburger hebben. Dat is te ‘danken’ aan de mondialisering of globalisering. Met globalisering bedoelen we het openstellen van grenzen tussen landen, waardoor goederen en diensten zich gemakkelijker kunnen verplaatsen. Maar is alles wel zo positief als het lijkt?

1 Positief en negatief

Stap 1: Bekijk de afbeeldingen.

Stap 2: Welke zaken zijn volgens jou positieve gevolgen van globalisering? Kleur de rondjes bij de kernwoorden groen.

Stap 3: Welke zaken zijn volgens jou negatieve gevolgen van globalisering? Kleur de rondjes bij de kernwoorden rood.

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 146
©VANIN

probleemloos reizen

meisjes ook naar school, modern onderwijs in Afrika

147 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
pandemieën
online aankopen betere gezondheidszorg migratie McDonalds in China goedkope kleren vervuild strand © dailin/Shutterstock.com 1 6 2 7 3 8 4 9 5 ©VANIN

Stap 1: Lees eerst het artikel. Onderstreep de woorden die je niet begrijpt en zoek ze op in een onlinewoordenboek.

Stap 2: Pas daarna het principe van systeemdenken toe met behulp van het schema onder het artikel. Vul het schema aan met de informatie uit het artikel.

©VANIN

Van ski-jassen tot jeans: bergen nieuwe kleding eindigen in de fast fashion1-woestijn

De grote kledingconcerns lanceren bijna net zoveel collecties als het jaar weken telt.

Geweldig voor wie zich volgens de laatste mode wil kleden. Maar het textiel dat zelfs tijdens de solden niet verkocht raakt, heeft een andere bestemming dan uw kledingkast: de Chileense Atacama-woestijn.

Volgens experten ligt er in de woestijn, in het noorden van Chili, ruim 100 000 ton aan afgedankte kleding. Daarmee is het een van de grootste kledingdumpplaatsen ter wereld. Het textiel komt voornamelijk uit Noord-Amerika, Europa en Azië. Via de nabijgelegen havenstad Iquique worden de duizenden tonnen kleding voor een prikje geïmporteerd.

‘Gemiddeld komt hier jaarlijks 39 000 ton aan textiel aan’, zegt Franklin Zepeda van EcoFibra. Zijn bedrijf probeert wél een duurzame bestemming te geven aan de wegwerpkleding. Hij legt aan de Argentijnse nieuwszender TN uit hoe het selectieproces van de minder milieubewuste importeurs werkt: in de sorteercentra bij de haven wordt een scheiding gemaakt. Wat de Chileense handelaren denken te kunnen verkopen, wordt naar de hoofdstad Santiago verscheept, waar

de meeste consumenten wonen. Maar de rest wordt illegaal in de woestijn gedumpt, vlak bij de haven.

Op de textielbergen die soms wel vier tot vijf meter hoog zijn, vind je beschadigd textiel, maar ook nieuwe kleding die men ‘onverkoopbaar’ acht. Denk bijvoorbeeld aan de in Chili slecht verkopende XXL-maten of ski-jassen. Vaak zit het labeltje met de oorspronkelijke verkoopprijs er nog aan.

Het duurt tot wel 200 jaar voordat een kledingstuk verteert, maar het is in Chili verboden om textiel op de gewone vuilnisbelt te dumpen. Want kleding is niet biologisch afbreekbaar en bevat veel chemicaliën. Daarom vormt de illegale stort ook een risico voor de drinkwatervoorziening: de vervuiling dringt namelijk door tot de ondergrondse waterreservoirs in een van de droogste regio’s ter wereld.

Bovendien staat de fast fashion-woestijn regelmatig in brand. Dat is een van de manieren waarop men de kledingbergen probeert te verkleinen. Maar bij de verbranding komen giftige stoffen vrij, waar omwonenden last van hebben.

Een miniem deel van de afgedankte kleding wordt alsnog benut. Maar dat is het gevolg van een andere tragedie: voor duizenden straatarme migranten, vaak Venezolanen, is Iquique een doorgangsplaats op weg naar een beter tweede leven. Zij scharrelen gratis een nieuwe outfit bijeen na een barre tocht van duizenden kilometers.

Chili is de grootste kledingimporteur van ZuidAmerika, maar voor de illegale stort werd lange tijd een oogje dichtgeknepen. Inmiddels werkt de nationale overheid aan een wet voor

1 Fast fashion = Engels voor ‘snelle mode’: consumenten kopen goedkope kleren die ze een korte periode dragen (wegwerpkleren).

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 148
2 Mondialisering in de woestijn

maatschappelijk verantwoord ondernemen. Die maakt de Chileense textielindustrie, maar ook textielimporteurs verantwoordelijk voor het afval dat ze genereren.

Het probleem ligt volgens Zepeda echter dieper. Hij wijt de bergen kleding grotendeels aan de cultuur van fast fashion: ‘We zouden als consumenten alleen kleding moeten kopen die we écht nodig hebben, die repareren en recyclen. Het is een wereldwijd probleem’.

Zelf probeert Zepeda het goede voorbeeld te geven. Zijn bedrijf EcoFibra gebruikt afgedankte kleding om er isolatiepanelen voor sociale woningen in de regio van Iquique mee te maken.

hln.be - 05/01/2022 - dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publish.be

Als jij veel producten online koopt in andere landen, wat betekent dat dan … - voor de winkels in België? - voor het transport en het milieu?

3 Ruimtelijke gevolgen van mondialisering bij ons

a Open het stappenplan via de QR-code. Lees hoe je te werk moet gaan.

b Scan de QR-code. Zoom in op de haven van Antwerpen. Duid vervolgens op elk kaartje aan wat er veranderd is ten opzichte van het vorige kaartje.

149 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
Wat? Oorzaken
CHATBOX
OPEN WEBSITE
STAPPENPLAN
+ –
Gevolgen
©VANIN

• Wat kun je afleiden als je de evolutie van de haven bekijkt?

• Hoe komt dat volgens jou?

4 Ever Given

Bekijk het filmfragment.

a Wat is het probleem?

b Waar ligt deze zeeroute? Duid het aan op de wereldkaart op p. 137.

c Welke gevolgen heeft dit voor de wereldeconomie?

d Bekijk de wereldkaart op p. 137. Duid de alternatieve route aan.

Waarom zouden de schepen die alternatieve route niet nemen?

BEKIJK FRAGMENT

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 150 De haven van Antwerpen 1873 1904 1969 1989 2020
©VANIN

1 De VN

a Vul het overzicht aan. De ontdekplaat kan je daarbij helpen.

VN staat voor V N . De VN is een internationale organisatie van landen.

• Wanneer werd de VN opgericht? Markeer.

• Wat is het doel van de VN?

• Wat doet de VN-Veiligheidsraad?

b Lees het artikel en beantwoord de vragen.

Armoede de wereld uit!

In 2000 hadden de VN acht doelen gekozen die ze tegen 2015 wilden behalen. Die doelen werden de millenniumdoelstellingen genoemd.

Ze waren erop gericht de wereldwijde armoede, honger, ziekte en ongelijkheid in vijftien jaar tijd sterk te verminderen.

Tijdens de VN-top in 2015 kwamen de VNlidstaten in New York samen om de opvolgers van de millenniumdoelstellingen te bepalen.

Dat zijn de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s (Sustainable Development Goals): 17 doelstellingen die in 2030 behaald

moeten worden. De SDG’s willen een antwoord bieden op de grote wereldproblemen van vandaag, waaronder het stoppen van extreme armoede, het garanderen van kwaliteitsonderwijs voor alle kinderen, het bereiken van gelijke kansen voor iedereen en het promoten van een consumptie en productie voor een gezondere en schonere planeet. De landen werken samen aan het realiseren van een schonere wereld waarin niemand achterblijft.

Naar: go-goals.org/nl/

• Wat zijn de millenniumdoelen? Onderstreep in de tekst.

• Welke doelstellingen zijn de opvolgers van de millenniumdoelstellingen? Markeer in de tekst.

• Tegen wanneer moeten die doelstellingen behaald worden?

• Wat is de bedoeling van de SDG’s?

151 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
v
OPDRACHT 7: Duurzame ontwikkelingsdoelen
1914 1918 1940 1945 BEKIJK ONTDEKPLAAT
©VANIN

CHATBOX

De SDG’s willen werken aan de grote wereldproblemen. Wat zijn volgens jullie de grootste wereldproblemen?

2 SDG

a Wat zijn nu precies die 17 SDG’s of duurzame ontwikkelingsdoelen?

Vervolledig het schema met behulp van de ontdekplaat.

©VANIN

SAMEN

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 152
ONTDEKPLAAT
go-goals.org/nl/
BEKIJK
Naar:
VOOR DE DUURZAME ON TWIKKELINGSDOELEN

b De SDG ’s vormen één geheel. Je kunt ze onderling met elkaar in verband brengen.

Nala uit Zambia kan dicht bij huis water halen. Ze kan daardoor naar school gaan.

Nala kan schoon water drinken. Ze wordt daardoor minder ziek.

Stap 1: Bekijk de 17 doelstellingen. Kies één SDG en noteer het nummer in het eerste kadertje. Zoek vervolgens een link met een andere SDG. Noteer dat nummer in het tweede kadertje.

MIJN NOTITIES

Noteer hier kort, in kernwoorden, hoe jullie dat verband zien. Jullie mogen mag het straks, met behulp van jullie notities, mondeling uitleggen. Verzin er eventueel een verhaaltje rond, zoals met Nala.

Stap 2: Kunnen jullie nog andere SDG’s koppelen aan het paar SDG’s dat jullie gekozen hebben in stap 1? Noteer de nummers van de verschillende SDG's in de kadertjes.

MIJN NOTITIES

Noteer hier kort, in kernwoorden, hoe jullie dat verband zien.

153 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
©VANIN

c Bekijk of beluister de fragmenten en neem het overzicht van de doelstellingen erbij (p. 152). Noteer onder elk fragment aan welke doelstelling gewerkt wordt.

FRAGMENT 2

FRAGMENT 3

FRAGMENT 1

FRAGMENT 5

FRAGMENT 4

FRAGMENT 7

FRAGMENT 6

FRAGMENT 9

FRAGMENT 8

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 154
©VANIN

OPDRACHT 8: v ijf pijlers v

1 Duurzame ontwikkeling

Bekijk het filmpje. Hoe kun je het begrip duurzame ontwikkeling of duurzaamheid omschrijven? Leg uit in je eigen woorden.

MIJN NOTITIES

MILIEU MENS

ECONOMISCHE WELVAART

MILIEU MENS ECONOMISCHE WELVAART

BEKIJK v IDEO

155 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
V R E D E SAME N W E GNIKR ©VANIN

2 De vijf P’s

Wanneer we het over duurzaamheid hebben, duiken vijf pijlers op. We noemen ze de vijf P’s. In een duurzame wereld moeten de vijf P’s met elkaar in evenwicht zijn, zodat we de aarde niet uitputten. De SDG’s steunen op het 5P-model. We noemen de vijf P’s de pijlers van de SDG’s.

©VANIN

Planet = PLANEET

Milieugerelateerde doelstellingen: bescherm de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet en het klimaat voor toekomstige generaties.

DUURZAME ONTWIKKELING

Peace = VREDE

Een basisvoorwaarde om aan alle andere doelstellingen te kunnen werken.

Partnerships = SAMENWERKING

Help elkaar om alle doelstellingen tegen 2030 te behalen.

People = MENSEN

Sociale doelstellingen: maak een einde aan armoede en honger in al zijn vormen en zorg voor waardigheid en gelijkheid.

Prosperity = WELVAART

Economische doelstellingen: zorg voor een welvarend en betekenisvol leven in harmonie met de natuur.

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 156

De SDG’s gelden voor iedereen.

Noteer bij elke tip: - het nummer van de bijbehorende SDG, - de pijler (een van de vijf P’s) waartoe die SDG behoort.

Neem de trap in plaats van de lift.

SDG:

Pijler:

Vermijd voedselverspilling.

SDG:

Pijler:

Steun goede doelen wereldwijd.

SDG:

Pijler:

Gooi geen afval (plastic, sigarettenpeuken …) in de natuur.

SDG:

Pijler:

Leg zonnepanelen op je dak.

SDG:

Pijler:

Koop fair trade-producten.

SDG:

Pijler:

Heb respect voor iedereen.

SDG:

Pijler:

Zet elektronische apparaten helemaal uit in plaats van op stand-by.

SDG:

Pijler:

Wees zuinig met water.

Draai de kraan dicht als je je tanden poetst.

SDG:

Pijler:

Neem een herbruikbare drinkbus mee.

SDG:

Pijler:

Geef gebruikte spullen een tweede leven. Verkoop ze of maak er iets nieuw van.

SDG:

Pijler:

Koop lokaal onverpakte en verse groenten en fruit.

SDG:

Pijler:

Fair trade: eerlijke handel. De boeren en arbeiders in ontwikkelingslanden krijgen een eerlijke prijs voor hun producten.

157 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
©VANIN

OPDRACHT 9: Doelstelling bereikt?

a Iedereen kan zijn steentje aan de SDG’s bijdragen door duurzame keuzes te maken.

• A an welke SDG moet jij alvast niet meer je steentje bijdragen? Waarom niet?

• A an welke SDG wel? Waarom?

b A an welke SDG wordt gewerkt in deze situaties? Gebruik de fiches.

SDG :

Heb je materiaal dat een kleine reparatie nodig heeft? Of wil je graag een handje toesteken? Ga dan eens langs bij een Repair Café! Mensen helpen er elkaar op vrijwillige basis bij het herstellen van allerhande voorwerpen. Dat kan gaan van kleding tot elektrische apparaten, meubels en zelfs fietsen of computers. In het gratis Repair Café is gereedschap en materiaal aanwezig om herstellingen uit te laten voeren.

Bron: www.interrand.be

SDG :

Het Pakistaanse meisje Malala Yousafzai werd op 15-jarige leeftijd door talibanstrijders in het hoofd geschoten. Haar misdaad? Ze wilde naar school. Sindsdien is ze een internationaal symbool voor onderwijs en vrouwenrechten.

Bron: www.knack.be

SDG :

Elk jaar komt zo’n acht miljoen ton plastic in de oceanen terecht. Zeevogels en andere dieren slikken het plastic in of raken erin verstrikt. Het drijvende afval hoopt zich op op vijf plaatsen waar de oceaanstromingen een cirkel vormen, de zogenoemde gyren. Eén van die gyren, de Great Pacific Garbage Patch (GPGP), is volgens sommige schattingen twee keer zo groot als het Verenigd Koninkrijk. Zaterdagmiddag vertrekt een grote ‘plasticvanger’ vanuit San Francisco naar die Great Pacific Garbage Patch. De installatie, die zes jaar geleden werd bedacht door de toen 18-jarige Nederlander Boyan Slat, moet drijvend plastic verzamelen met grote drijvende netten.

Bron: www.eoswetenschap.eu

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 158
U
BEKIJK v IDEO
©
BEKIJK v IDEO
ZUMA Press, Inc./Alamy
©VANIN

SDG :

De wereld wacht in spanning op één of meerdere vaccins die ons kunnen beschermen tegen het SARS-CoV-2-virus. Alleen als we immuun zijn voor infectie met het SARS-CoV-2-virus , zullen we ons leven weer helemaal kunnen hervatten. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn er momenteel zo’n 150 in ontwikkeling.

Bron: nieuws.kuleuven.be

SDG :

In 2025 de eerste CO2-neutrale hoofdstad ter wereld worden: de ambitie van Kopenhagen liegt er niet om. En de hoofdstad van Denemarken is al een eind op weg. Milieuvriendelijke hotels, duurzaam transport als fietsen, riksja’s en e-bussen, om nog maar te zwijgen van een verplicht groendakbeleid om de stad koel te houden.

Bron: www.columbusmagazine.nl

SDG :

De Masai zijn een kleurrijk nomadenvolk in Oost-Afrika. Ze leven erg geïsoleerd samen met hun vee. Maar tegenwoordig doen ze hun aankopen via de gsm. Ze kunnen niet zonder hun dieren, maar ze kunnen ook niet meer zonder hun gsm.

v IDEO

SDG :

Met meer dan 24 uur vertraging is er een klimaatakkoord in Glasgow. Voor het eerst in de geschiedenis worden steenkool en fossiele brandstoffen genoemd als bron van de opwarming van de planeet. Ook het streefdoel om de opwarming van de aarde onder de anderhalve graad te houden, blijft overeind.

Bron: www.vrt.be

v IDEO

159 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
BEKIJK v IDEO BEKIJK BEKIJK
©VANIN

SDG :

Sinds 1990 hebben 2,6 miljard mensen toegang tot drinkwater. Helaas zijn er nog steeds 2,1 miljard kinderen en volwassenen die geen schoon water kunnen drinken. De meerderheid die het nog zonder watervoorzieningen moet stellen woont in afgelegen gebieden, vooral in Sub-SaharaAfrika. Mensen die daar wonen, halen hun water uit meren en rivieren, waardoor de kans groot is dat ze ziek worden. Elke dag overlijden ruim 800 kinderen aan ziektes als diarree en cholera. Die ziektes vinden hun oorsprong in vervuild water en slechte hygiënische omstandigheden. Wij zorgen voor schoon water in afgelegen gemeenschappen door waterputten te slaan of bestaande waterleidingsystemen te verlengen.

Bron: www.unicef.nl

OPDRACHT 10: Geef je oude gsm of smartphone een tweede leven!

Sta jij ook helemaal achter het idee om gsm’s en smartphones te recycleren? Dan organiseer je toch een grote inzamelactie op school!

Gsm-inzamelactie op school voor alle vierdes

Momenteel wordt wereldwijd naar schatting slechts 1 tot 2 % van alle gsm’s gerecycleerd. Door op school een gsm-inzamelactie te organiseren, breng je kostbare materialen opnieuw in omloop. Deze actie wordt in de Vlaamse scholen georganiseerd door GoodPlanet Belgium, in samenwerking met Proximus en Recupel. De inzamelperiode duurt twee weken. De inzameldoos wordt in de week voor de start van de actie geleverd en in de week na de inzamelactie weer opgehaald. Je communiceert dit dus best ruim op voorhand naar de leerlingen en hun ouders. Je inspanningen worden beloond met ICT-materiaal dat op jouw school aan een tweede leven kan beginnen. Om in aanmerking te komen voor een eerste beloning moet je minimaal 50 gsm’s inzamelen met je school.

Bron: www.goodplanet.be

Om de inzamelactie goed voor te bereiden, starten we met een taakverdeling. Wie doet wat? Meerdere leerlingen kunnen aan één taak werken. Zorg ervoor dat elke leerling bij de opdracht betrokken is. De inzamelperiode zelf duurt twee weken, maar je start best al enkele weken op voorhand met promotie te maken.

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 160
© Agarianna76/Shutterstock.com
U
©VANIN

Schrijf eerst je school gratis in voor de inzamelactie. Doe dat via de QR-code. Er zijn meerdere inzamelperiodes.

Wie verzorgt het contact met GoodPlanet? Dat is de contactpersoon die het gsm-inzamelproject op de school van het begin tot einde kan opvolgen! GoodPlanet communiceert vooral met de contactpersoon. Bijna alle communicatie verloopt via mail.

Stel een brief op die je meegeeft met alle leerlingen van het vierde jaar.

Druk de brief af voor alle leerlingen van het vierde jaar.

Ga langs in de klassen van het vierde jaar, geef uitleg en verdeel de brieven.

Maak affiches, die je ophangt op school. Zorg dat de affiches goed opvallen, noteer duidelijk wanneer de actie plaatsvindt, waar de inzameldoos te vinden is en wat de beloning is.

Maak eventueel een filmpje met extra uitleg over de actie. Je kunt het bijvoorbeeld op Smartschool zetten.

Zet de inzameldoos op een duidelijke plaats op school. Zorg dat er tijdens de speeltijden telkens iemand in de buurt van de doos is als aanspreekpunt.

Houd een update van het aantal ingezamelde gsm’s/ smartphones na de eerste week. Deel het aantal mee via de affiches op school, via smartschool … en moedig de leerlingen aan om nog meer in te zamelen.

Zorg dat er zeker 50 stuks verzameld worden om een beloning te krijgen!

Verzamel na twee weken alle gsm’s/smartphones uit de inzameldoos. De contactpersoon spreekt af met GoodPlanet wanneer ze opgehaald zullen worden.

En nu de planning. Wanneer zal de inzamelactie plaatsvinden?

Start inzamelactie (duurtijd twee weken)

van / / 20 tot / / 20

Deadline indienen gsm’s/ smartphones / / 20

161 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
Wat? Wie? Check
¨
¨
¨
¨
¨
¨
¨
¨
¨
¨
¨
SCHRIJF JE SCHOOL IN
Wat?
Wanneer?
©VANIN

Evalueer jullie groepswerk. Markeer wat van toepassing is en voeg eventueel een verduidelijkend woordje toe.

Evaluatieformulier groepswerk – OVUR-schema Opmerkingen?

O Het was voor iedereen duidelijk wat de opdracht precies inhield.

AkkoordNiet akkoord

v Iedereen wist bij elke opdracht wat zijn deeltaak precies was.

AkkoordNiet akkoord

U Iedereen voerde zijn deeltaak uit.

AkkoordNiet akkoord

Iedereen hield rekening met het tijdschema/de planning.

AkkoordNiet akkoord

R Productevaluatie: wat vonden we van het resultaat? Wat kan beter?

AkkoordNiet akkoord

Procesevaluatie: wat vonden we van de samenwerking? Wat kan beter?

AkkoordNiet akkoord

OPDRACHT 11: Evalueer jezelf

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan het.

Hier kan ik nog groeien.

Ik kan de herkomst van producten die ik dagelijks gebruik opzoeken. ¨¨

Ik kan de landen van herkomst aanduiden op een wereldkaart.

Ik kan de begrippen stereotype, vooroordeel en generalisatie uitleggen.

HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING 162
R
¨¨
¨¨
������������ ������������ ������������ ������������ ������������
©VANIN

Ik kan het verschil tussen hergebruik en recyclage uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan het begrip systeemdenken uitleggen.

Ik begrijp dat er oorzaken en gevolgen zijn bij een bepaalde actie.

Ik kan het begrip perspectief uitleggen.

Ik kan de gevolgen en de oorzaken in een schema aanduiden.

Ik kan ‘als … dan …’-verbanden leggen, vertrekkend van een schema. ¨¨

Ik kan uitleggen wat mondialisering of globalisering betekent.

Ik kan positieve gevolgen van globalisering geven.

Ik kan negatieve gevolgen van globalisering geven.

Ik kan uitleggen wat duurzame ontwikkelingsdoelen of SDG’s zijn.

Ik kan enkele voorbeelden van SDG’s geven.

Ik weet waarvoor VN staat.

Ik kan uitleggen wat de VN doet.

Ik kan uitleggen wat duurzaamheid of duurzame ontwikkeling betekent.

Ik kan uitleggen wat de 5 P’s zijn.

Ik kan een SDG linken aan een situatie.

Ik kan mijn mening en gevoelens op een respectvolle manier verwoorden.

Ik kan vlot informatie opzoeken. ¨¨

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren. ¨¨

Ik kan vlot samenwerken met anderen. ¨¨

Ik kan notities nemen en die gebruiken om te communiceren met anderen.

Ik houd rekening met feedback. ¨¨

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog? ▶ Verder oefenen? Ga naar .

163 HOOFDSTUK 6: DUURZAME MONDIALISERING
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
©VANIN
©VANIN

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR

OPDRACHT 1: Een muzikaal samenspel van onderwerp en vorm

©VANIN

Naam: Antonio Lucio Vivaldi

Geboren: 4 maart 1678 te Venetië (Italië)

Overleden: 28 juli 1741 te Wenen (Oostenrijk)

Beroep: violist en componist

Bekendste werk: De Vier Jaargetijden of Le Quattro Stagioni. Daarin probeert Vivaldi elk seizoen (winter, lente, zomer, herfst) tot leven te wekken met zijn muziek.

In De Vier Jaargetijden probeert Vivaldi het onderwerp (de vier seizoenen) tot leven te wekken aan de hand van twee hulpmiddelen:

- door de melodie: vrolijk en opgewekt als een fluitend vogeltje in de lente, of traag en onheilspellend als een storm in de herfst.

- door het gebruik van verschillende instrumenten per seizoen: hoge fluittonen voor de lente of trommels om een herfststorm uit te drukken.

Je zou dus tijdens het luisteren naar de muziek moeten kunnen ontdekken over welk seizoen het gaat door de keuze van de melodie en de instrumenten.

Laten we het zelf eens proberen!

1 Luister naar de muziekfragmenten en noteer het nummer naast het correcte seizoen.

De winter

De lente

De zomer

De herfst

165 HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR
O

2 Aan de slag

Zoek nu zelf een lied waarin de klank (melodie en instrumenten) van de muziek het onderwerp of de boodschap van het lied ondersteunt. Dat kan een treurig lied zijn over een liefdesbreuk, waarvan de muziek zelf ook treurig klinkt. De muziek drukt dan verdriet uit. Of een lied waarin je de boosheid hoort van iemand die bedrogen is door zijn of haar partner. Misschien zoek je liever een lied dat iets vrolijks uitdrukt, zoals zin om te feesten en te vieren. De leerkracht bezorgt je een opdrachtenblad.

©VANIN

CHATBOX

Hoe heeft muziek een invloed op jouw emoties? Waarom is dat zo?

Bepaalt de soort muziek waarnaar je luistert de manier waarop je erop danst?

En maakt dat dansen ook gevoelens in je los?

OPDRACHT 2:

Kunst

analyseren

Stap 1: Bekijk de schilderijen aandachtig.

Stap 2: K ies een schilderij uit door het bijbehorende cijfer te omcirkelen.

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR 166
v
© Succession René MagritteSABAM Belgium 2022 © Fundació GalaSalvador Dali / SABAM Belgium 2022 © Succession René MagritteSABAM Belgium 2022
1 René Magritte – La trahison des images 3 René Magritte – De duif 2 Salvador Dalí – Ship with Butterfly Sails

Stap 3: Analyseer het gekozen schilderij.

Het bekijken van een kunstwerk roept altijd een emotionele reactie op. Heel vaak wordt die samengevat als ‘Dat vind ik mooi of niet mooi’

De eerste indruk: het GEVOELSOORDEEL

• We helpen je een beetje op weg met dit lijstje van emoties. Markeer in het lijstje wat past bij het gevoel dat dit schilderij jou bezorgt.

verward niet mooi verbaasd verdriet mooi dromerig boos raar blij pijn

• Wat is jouw eerste indruk bij dit schilderij? Wat roept het in je op? Probeer het in je eigen woorden uit te leggen.

167 HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR
Huilende vrouw, 1937, Picasso, ©
©
/
Succession PicassoSABAM Belgium 2022 Tate Tate Images © CBW/Alamy 4 Edvard Munch – De schreeuw 5 Pablo Picasso – Huilende vrouw
©VANIN

Een kunstwerk heeft heel wat meer te bieden dan een eerste indruk. Om een beter oordeel over een kunstwerk te kunnen geven en te begrijpen wat de kunstenaar ermee bedoelt, gaan we wat dieper op onderzoek.

©VANIN

De tweede indruk: het KENNISOORDEEL

DE INHOUD

1 Wat zie je?

Beschrijf bondig in je eigen woorden wat je op het schilderij ziet.

2 Wie heeft het geschilderd?

3 Heeft het schilderij een titel?

De kunstenaar geeft zijn werk vaak een naam of een titel. Welke titel heeft het schilderij?

Helpt die titel jou om beter te begrijpen wat de kunstenaar bedoelt?

De materialen die gebruikt worden, de kleuren, licht en donker, een weergave van de werkelijkheid of niet …

DE VORM

Welke kleuren gebruikte de kunstenaar?

Is het werk fijn geschilderd? Of werd met eerder dikke strepen verf gemaakt?

Tussentijdse feedback door de leerkracht

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR 168

Ook belangrijk: beeldt het schilderij de werkelijkheid uit, of net niet?

Een kunstenaar kan de werkelijkheid: – zo goed mogelijk nabootsen (realistisch), – de werkelijkheid mooier voorstellen dan ze is (idealistisch), – eenvoudiger voorstellen (gestileerd).

– Soms is de werkelijkheid zelfs helemaal niet meer herkenbaar (abstract) of – schilder t de kunstenaar een beeld dat niet bestaat (surrealistisch).

De bedoeling van de kunstenaar: het kunstwerk BEGRIJPEN

Welke bedoeling heeft de kunstenaar met dit kunstwerk? Wat wil de kunstenaar uitdrukken?

Dalí en Magritte behoren tot de kunststroming van het surrealisme.

De schilderijen van Picasso en Munch zijn een voorbeeld van het expressionisme.

Zoek op wat de kenmerken van deze kunststromingen zijn.

Surrealisme:

Expressionisme:

Tussentijdse feedback door de leerkracht

De informatie over de kunststroming helpt je om beter te begrijpen waarom het schilderij er zo uitziet. Pas dat toe op jouw gekozen schilderij.

Ik begrijp nu beter waarom mijn gekozen schilderij er zo uitziet, want .

169 HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR
©VANIN

OPDRACHT 3: van onder werp en vorm naar bedoeling

Je hebt al geleerd dat niet enkel het onderwerp en de vorm een invloed hebben op een kunstwerk. Vaak zit er ook een bedoeling achter: ‘Wat is het doel of de boodschap van de kunstenaar en/of van dit kunstwerk?’

1 Kunst en religie

Veel van de westerse kunst uit het verleden is religieuze of godsdienstige kunst. In Europa had kunst vaak als doel een verhaal uit de Bijbel uit te beelden of te verduidelijken.

Bekijk de ontdekplaat via de QR-code en beantwoord de vragen.

a Waar of niet waar?

1 De persoon die het kunstwerk betaald heeft, staat er zelf ook op.

2 Er staan vooral heiligen op het schilderij afgebeeld.

3 De personen op het schilderij dragen kleren volgens de mode van die tijd. Het was belangrijk dat mensen zich ook echt konden herkennen in het schilderij.

4 De man die op z’n knieën zit, doet zijn best om er arm uit te zien, maar is het niet.

5 De vrouw in het midden is de persoon die voor het schilderij betaald heeft.

6 De bedoeling van het schilderij is aantonen dat de man rechts een belangrijk persoon is.

7 Het is toeval dat de baby naar de man rechts kijkt.

8 Men gebruikte schilderijen om verhalen of personen uit de Bijbel af te beelden omdat de meeste mensen niet konden lezen.

9 De vorm is belangrijk: men wil het laten lijken alsof dit vandaag gebeurt, alsof dit echt is.

b Verbind de juiste zinnen met elkaar.

Met dit schilderij willen de kunstenaars bij de toeschouwers:

- gedachten beïnvloeden, want

- gedrag beïnvloeden, want

- gevoelens beïnvloeden, want

men wil dat je eerbied en ontzag voelt voor de personen op het schilderij.

men wil dat je denkt dat de opdrachtgever een erg belangrijk persoon is.

men wil dat je je eerbiedig gaat gedragen tegen de persoon die op het schilderij staat, als je die in het echt tegenkomt.

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR 170
v
Waar Niet waar
©VANIN

2 Kunst en politiek

Vandaag de dag proberen politici hun ideeën uit te leggen tijdens televisie-uitzendingen en op social media. Ze gebruiken ook de radio, ze spreken mensen aan op de markt of verspreiden informatie via post of e-mail.

Al die media bestaan nog niet zo heel lang. Daarom werd kunst vroeger ook al eens gebruikt om een politieke boodschap te verspreiden. Bestudeer de volgende voorbeelden.

a Het wandtapijt van Bayeux

©VANIN

Het wandtapijt van Bayeux is een borduurwerk van 70 meter lang en 50 cm hoog, dat de geschiedenis uitbeeldt van de Slag bij Hastings in 1066. Toen viel Willem de Veroveraar vanuit Normandië Engeland binnen en versloeg hij de Angelsaksische koning Harold.

Het tapijt is vernoemd naar de stad Bayeux in Frankrijk en werd vermoedelijk vervaardigd in 1068. Het tapijt is geen vloerkleed, het is bedoeld om aan de wand te hangen. Het doek laat zich lezen als een soort stripverhaal: in een groot aantal scènes worden de voorgeschiedenis, de inscheping, de landing en de slag bij Hastings zelf behandeld.

Het wandtapijt is een kunstwerk, maar het is meer dan dat. Het is ook een politieke boodschap. Het kunstwerk vertelt enkel het verhaal van de overwinnaar; de verliezer wil die dag vermoedelijk het liefst van al snel vergeten.

Scan de QR-code en bekijk hoe het tapijt tot leven komt.

Is het wandtapijt van Bayeux een objectief verslag van de slag bij Hastings, denk je? Of niet? Iets om over na te denken …

171 HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR
© jorisvo/Shutterstock.com
BEKIJK v IDEO
CHATBOX

b Triomfbogen en triomfzuilen

Een mooi voorbeeld van bouwkunst in dienst van de politiek zijn triomfbogen, zoals deze triomfboog van Titus in Rome. De triomfboog staat in het midden van de stad en beeldt de overwinningen uit van de Romeinse keizer Titus. Op de triomfboog staan afbeeldingen die een verslag weergeven van de veldslagen en de gevechten, maar ook stukjes tekst die er uitleg over geven.

Keizer Napoleon deed dat later nog eens over met de befaamde Arc de Triomphe in Parijs. De Arc de Triomphe vermeldt de namen van de plaatsen waar Napoleon zijn belangrijkste overwinningen behaalde.

Ook de Trajanuszuil, een antieke triomfzuil in Rome, heeft dezelfde functie. Het is een triomfzuil om de overwinning van Trajanus op het opstandige Dacië (nu Roemenië) te herdenken in de Dacische Oorlogen (101-102 en 105-106 n.C.). De hele zuil is bedekt met afbeeldingen van vechtende soldaten en oorlogen.

©VANIN

Al deze bouwwerken zijn overduidelijk kunst met een duidelijke politieke bedoeling en boodschap: laten zien hoe belangrijk en machtig de persoon is die verantwoordelijk is voor de gebeurtenissen die afgebeeld staan op het bouwwerk.

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR 172
© kan_khampanya/Shutterstock.com

3 Moderne kunst

Bekijk het filmfragment aandachtig en beantwoord de vragen.

a Hoe zette Marcel Duchamp de kunstwereld op zijn kop? Waarom?

BEKIJK v IDEO

b Wat is conceptuele kunst? Kruis het juiste antwoord aan.

¨ Kunst waarbij het idee belangrijker is dan hoe het kunstwerk eruitziet

¨ Kunst die bewust niet afgewerkt is

c Wat doen abstracte kunstenaars?

d Welke twee andere moderne kunststromingen komen nog aan bod? Markeer ze in het lijstje.

fauvisme cobra-kunst

surrealisme

e Wat deed Roy Lichtenstein?

pop-art

impressionisme

dadaïsme

performance art

action painting

f Hoe heet de moderne kunst vanaf de jaren 1970?

Weetje

Moderne kunst ontstond in het begin van de 20e eeuw. De kunstenaars in de moderne tijd kijken op een compleet nieuwe manier naar het begrip kunst. Met de komst van de fotografie was er steeds minder vraag naar realistische, figuratieve schilderkunst. Een foto is immers veel realistischer en gedetailleerder dan een schilderij. Daarom ging de schilderkunst op zoek naar nieuwe manieren om zich te ontwikkelen. Moderne kunstenaars willen meer experimenteren.

173 HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR
©VANIN

g Kruis alle zinnen aan die passen bij moderne kunst.

¨ Het idee of concept achter een kunstwerk wordt belangrijker dan het kunstwerk zelf.

¨ De kunstenaar is belangrijker dan het kunstwerk.

¨ De kunstenaar wil de kijker vooral laten nadenken over het begrip kunst. ¨ Kunst hoeft niet meer noodzakelijk mooi te zijn.

¨ Deze kunstenaars vinden oudere kunst lelijk en dom.

¨ Deze kunstenaars willen de werkelijkheid niet meer zo getrouw mogelijk weergeven. Abstracte kunstenaars gaan daar zo ver in dat de realiteit onherkenbaar is geworden.

OPDRACHT 4: Kunst en emotie : taal als hulpmiddel

In opdracht 2 bespraken we de samenhang tussen kunst en gevoelens. Een mooie foto, een schilderij van een schreeuw, een treurig liedje … het maakt allemaal gevoelens in ons los. Er is echter één kunstvorm waarover we het nog niet gehad hebben: het gedicht. Een dichter probeert met taal gevoelens te beschrijven of gevoelens los te maken bij de lezer.

1 Lees het gedicht.

Voor een dag van morgen

Wanneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield.

Vertel het aan de wind, die in de bomen klimt of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield.

Vertel het aan een kind dat jong genoeg is om het te begrijpen.

Vertel het aan een dier, misschien alleen door het aan te kijken.

Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad hoe lief ik je had.

Maar zeg het aan geen mens, ze zouden je niet geloven.

Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw dat een mens een mens zo liefhad als ik jou.

Hans Andreus, 1959

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR 174
v
©VANIN

a Wat wil de dichter duidelijk maken met dit gedicht? Welk gevoel overheerst?

b Geef je persoonlijke mening: vind je dit gedicht mooi?

©VANIN

2 De vorm van een gedicht

a Net zoals bij een schilderij of een beeldhouwwerk kan ook bij een gedicht de structuur ervan een rol spelen. De structuur van een gedicht noemen we het rijmschema. De dichter zorgt er dan voor dat bepaalde zinnen op dezelfde klank eindigen als een vorige zin. In dit schema vind je de meest voorkomende rijmschema’s.

Rijm Uitleg Voorbeeld

Slagrijm a a a a

Gepaard rijm a a b b c c

Elke zin eindigt op dezelfde klank. Ik zag het witte paard, stak het met mijn zwaard en gooide het in de open haard

Twee opeenvolgende zinnen rijmen.

Ho, zei de tovenaar wat heb jij mooi haar!

Daar klopt niets van, zei de oude man

Pff, zei de heks, hou toch op, hij heeft een kale kop!

Gekruist rijm a b a b

Omarmend rijm a b b a

Een zin rijmt niet op de volgende, maar wel op de zin erna.

De eerste zin rijmt op de vierde. De tweede zin rijmt op de derde.

Ho, al die mooie vrouwen, zei de ridder fijn

Daar zou ik mee willen trouwen, maar mijn kasteel is te klein.

Wat is de sneeuw toch koud.

Een witte vlok

Een wandelstok Ik word te oud.

• Probeer het zelf eens uit. Kies zelf welk rijmschema je leuk vindt. Start met een eerste zin, en rijmen maar.

• Geen inspiratie? Wie dat wil, kan starten met een van de volgende zinnen. Rijmen moet je zelf doen.

De zee is blauw …

A l die mooie meisjes op het strand …

Soms wil ik leven op een boot … L iefde is mooi …

Wat ik echt zou willen …

Mag ik een stukje van je lach …

175 HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR

b De opmaak van een gedicht kan ook een heel belangrijke rol spelen. Paul Van Ostaijen was een Belgische dichter die heel hard nadacht over het lettertype en de lettergrootte van de woorden in zijn gedichten en de plaats ervan op het blad. Belangrijke woorden staan in het groot of in het vet. Zo worden ze extra benadrukt.

Links: Paul van Ostaijen (1896-1928).

Rechts: Deel van het gedicht 'Boem paukeslag', deel van de bundel 'Bezette stad'

• We proberen het zelf uit met een woordenwolk. Via de QR-code vind je een werkwijzer waarmee je aan de slag kunt.

• Maak per twee een woordenwolk in een bepaalde vorm die bij jullie onderwerp past, zoals bijvoorbeeld een woordenwolk in de vorm van een hart, met woorden die liefde uitdrukken. Jullie zullen m.a.w. een kunstwerk maken waarvan het onderwerp zichtbaar wordt in de vorm.

Weetje

Gedichtendag is sinds 2000 een jaarlijks poëziefeest in Nederland en Vlaanderen, telkens op de laatste donderdag van januari. Sinds 2013 is Gedichtendag de eerste dag van de Poëzieweek. Een week lang brengen bibliotheken, scholen en boekhandels poëzie in de belangstelling, vaak rond een centraal thema. Er worden gedichtenwedstrijden, poëziewandelingen en -workshops … georganiseerd.

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR 176
©
©
Art Collection / Alamy
BELGA
The Picture
©VANIN
WERKWIJZER

OPDRACHT 5: Bekijk het eens vanuit een ander perspectief

Perspectief: iemands standpunt of gezichtspunt, de keuze van een uitgangspunt voor meningen, overtuigingen en ervaringen

1 Kunst elders

Kunst verschilt van land tot land en van volk tot volk. Elke cultuur heeft haar eigen kunstvormen. Noteer de nummers van de afbeeldingen in de juiste tekstballon.

Dit is Afrikaanse kunst.

©VANIN

Dit is Europese kunst.

Dit is Aziatische kunst.

Dit is Midden-Amerikaanse kunst.

177 HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR
1 2 3 4
v

2 Andere landen, andere cultuuruitingen

Op andere plekken op aarde, in andere landen, hebben mensen andere gewoonten. Er zijn culturele verschillen op vlak van symbolen, rituelen, feesten, tradities ...

Duim omhoog

Een bekend gebaar in westerse landen is de opgestoken duim. ‘Goed zo’, ‘Prima’, zeggen we op die manier. Of we geven aan dat we graag willen meeliften met iemand. In Griekenland, Nigeria, Australië, delen van Italië, ZuidAmerika, Afrika en het Midden-Oosten is dit gebaar echter een grote belediging: het staat gelijk aan het opsteken van de middelvinger hier.

De Beijing bikini

Naar: https://www.maxvandaag.nl

Een T-shirt over je buik opgerold heet in China de Beijing bikini, vernoemd naar de hoofdstad Beijing. Omdat het in de Chinese steden in de zomer soms wel meer dan 40 graden kan worden, zoeken veel mannen verkoeling door hun shirt op te rollen. De Beijing bikini is daardoor razend populair. Maar volgens de bestuursleden van de Chinese gemeente Jinan is dat ‘onbeschaafd’ en moeten de mannen daarmee stoppen. Ook inwoners van de stad klaagden over de blote buiken. Het is nog niet duidelijk welke straf mannen met een Beijing bikini in Jinan zullen krijgen, maar vanaf deze zomer zullen ze in ieder geval streng op de vingers worden getikt. Dat gebeurde eerder al in Beijing. Daar kreeg een man een boete omdat hij zonder shirt in een supermarkt rondliep. Toch is het een gewoonte die moeilijk uit te roeien valt: ondanks de boetes komt het nog vaak voor.

Je neus snuiten in China

Wat door de ene cultuur als vuil wordt bestempeld, is voor de andere vaak heel normaal. Neem nu je neus snuiten. Een kind dat in België opgroeit, leert een zakdoek te gebruiken als zijn neus loopt en hem na het snuiten weer in zijn zak te steken. Dat is netjes.

Voor Chinezen is dat vies. ‘Voor ons is het onbegrijpelijk dat iemand zijn neus meerdere keren snuit in dezelfde zakdoek. Een Chinees kind leert zijn neus af te kuisen aan een papiertje dat je erna onmiddellijk weggooit’, zegt Shin Tei, docente Chinees aan de Universiteit Gent. ‘Je zult een Chinees ook nooit zijn neus zien snuiten aan tafel, want dat is onhygiënisch en verschrikkelijk onbeleefd.’

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR 178
Naar: De Standaard, 21 maart 2008 © Richard Jackson/Alamy Naar: Kidsweek.nl, 5 juli 2019
©VANIN

CHATBOX

Heb je zelf al meegemaakt, bijvoorbeeld op reis in een ander land, dat jouw gebaren verkeerd begrepen werden?

3 Zoek online op.

Tik in Google de zoekterm ‘rare gewoontes in andere landen’ in. Neem een kijkje op een paar sites.

a Noteer een gewoonte waarmee jij het moeilijk zou hebben. Leg uit waarom.

©VANIN

b Noteer een gewoonte waarmee je geen last zou hebben. Leg uit waarom.

OPDRACHT 6: Druk een emotie uit via kunst U

1 Maak nu zelf een schilderij of een collage. Let erop dat je kunstwerk een emotie uitdrukt.

Werk non-figuratief. Dat wil zeggen dat je:

- geen foto’s of afbeeldingen mag gebruiken,

- enkel kleuren en vormen mag gebruiken om daarmee proberen uit te drukken wat je voelt.

Stap 1: Maak je keuze: ga je schilderen of ga je een collage maken?

Stap 2: Verzamel het materiaal dat je nodig hebt.

Voor een schilderij

¨ verf

¨ penselen

¨ een potje water

¨ een blad papier

Stap 3: O verloop de werkwijze.

Voor een collage

¨ een schaar

¨ een lijmstift

¨ gekleurd papier of oude tijdschriften

¨ een blad papier

• Je mag geen figuren schilderen, enkel vormen. Puntjes, cirkels, lijnen, strepen verf … dat kan allemaal wel. De kleuren kies je zelf in functie van je onderwerp.

• Maak je een collage, dan scheur je of knip je strookjes papier en plak je ze op het blad. Ook hier is de opdracht: maak geen figuren, enkel vormen.

Bekijk deze voorbeelden van een schilderij en een collage:

179 HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR

Stap 4: K ies je onderwerp. Maak je keuze: ¨ woede ¨ verdriet ¨ liefde ¨ angst ¨ blijdschap

Stap 5: K ies je kleuren in functie van je onderwerp.

Aan welke kleuren denk je bij woede: felrood, zwart, groen ... ?

En bij liefde: roze, paars, wit ... ?

Stap 6: A an de slag!

Maak nu jouw kunstwerk. Probeer de emotie die je gekozen hebt enkel met kleuren en vormen tot leven te brengen. Succes!

2 Neem een foto van je kunstwerk.

Dien je kunstwerk vervolgens anoniem in bij je leerkracht. Met de foto kun je achteraf bewijzen dat het jouw kunstwerk is.

3 K lassikaal: rangschik alle kunstwerken per emotie.

Maak samen met je klasgenoten een plekje aan de muur voor de emotie woede. Maak nog vier andere plekjes voor de emoties verdriet, liefde, angst en blijdschap. Samen rangschikken jullie de kunstwerken onder de juiste emotie.

4 Maak een gevoelsoordeel.

Stap 1: K ies het kunstwerk dat bij jou het meeste gevoel losmaakt.

Stap 2: Neem er een foto van met je smartphone.

Stap 3: Verzend die foto naar jezelf.

Stap 4: Plak de foto in een Worddocument.

Stap 5: Voeg een tekstvak in en omschrijf in je eigen woorden je gevoelsoordeel.

Vind je dit kunstwerk mooi? Of net niet?

Voel je de emotie die het uitbeeldt als je ernaar kijkt?

5 Maak een kennisoordeel.

Stap 6: Voeg een tweede tekstvak in en omschrijf in je eigen woorden je kennisoordeel.

- Wat vind je van het kunstwerk zelf? Is het met zorg afgewerkt?

- Vind je de kleuren en de vormen goed gekozen?

- Vind je dat de vorm (kleur, materiaal, vormen) het onderwerp (de emotie) versterkt?

- Is de bedoeling van de kunstenaar (een bepaalde emotie uitbeelden) volgens jou goed gelukt?

Stap 7: Sla het document op en geef het jouw naam.

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR 180
TOOLBOX
©VANIN

6 Verzend jouw werk naar de leerkracht.

Stuur een mail naar je leerkracht. Gebruik verzorgde taal. Deze voorbeeldtekst kan je helpen:

SCHRIJFKADER MAIL

Aan:

Onderwerp:

Bijgevoegd:

Beste mijnheer/mevrouw

In bijlage vindt u mijn gevoels- en kennisoordeel van het kunstwerk dat ik koos. Ik stuur u ook een foto van mijn eigen kunstwerk.

Vriendelijke groeten, (jouw naam)

Voeg vervolgens deze bestanden als bijlage toe aan je mail: - het Worddocument van het kunstwerk dat je gekozen hebt, met daarin zowel jouw gevoelsoordeel als je kennisoordeel, - de foto van je eigen kunstwerk.

Verzend daarna alles naar je leerkracht.

181 HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR
©VANIN

1 Wat vond je van dit hoofdstuk? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������ ������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan genieten van kunst.

Ik kan een oordeel geven over een kunstwerk van anderen.

Ik besef dat je kunst op verschillende manieren kunt bekijken en interpreteren.

Ik begrijp de wisselwerking tussen de bedoeling, het onderwerp en de techniek van een kunstwerk.

Ik kan een gevoelsoordeel geven over een kunstwerk.

Ik ken kunstwerken uit het verleden.

Ik ken kunstwerken uit het heden.

Ik kan zelf een kunstwerk maken.

Ik kan uitdrukken wat ik voel en wat ik denk bij een kunstwerk.

Ik kan vlot informatie opzoeken.

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

Ik kan deadlines naleven.

Ik kan een onlinebericht of e-mail verzenden, rekening houdend met bepaalde regels.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

HOOFDSTUK 7: KUNST & CULTUUR 182 OPDRACHT
Evalueer jezelf R
7:
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
©VANIN

WOORDENLIJST

©VANIN

Hoofdstuk 1

Woord

Verklaring

In je eigen woorden analyseren Onderzoeken de context Alle informatie die je helpt om bv. een historische bron beter te begrijpen en te analyseren contextualiseren Nagaan in welke omstandigheden een bron ontstaan is en wat er allemaal invloed op kan uitoefenen of de informatie ervan kan kleuren fundamenteel Van groot belang de historische vraag

Een vraag die we onszelf stellen om beter te begrijpen hoe iets vroeger gebeurd is de materiële bron Voorwerpen, gebouwen, monumenten … selecteren Uitkiezen de standenmaatschappij

Het systeem uit de middeleeuwen dat de samenleving opdeelde in drie groepen: de geestelijkheid, de adel en de boeren de tekstuele bron Een geschreven bron, zoals een dagboek, brief, krant, boek de visuele bron

Een bron die iets afbeeldt, zoals een foto, een schilderij, een standbeeld, een film …

Hoofdstuk 2

Woord

Verklaring

In je eigen woorden de ambacht

Een vak waarbij je iets met de hand maakt de chemische formule

Een manier om de samenstelling van een chemische stof weer te geven het chemisch label

Een label dat informatie geeft over de chemische samenstelling van een product het chemisch verschijnsel

Er worden nieuwe stoffen gevormd met andere eigenschappen dan de oorspronkelijke stoffen. het detergent Wasmiddel het fysisch verschijnsel

het gezondheidslabel

Er worden geen nieuwe stoffen gevormd.

Een label dat specifieke gezondheidsclaims, keurmerken of symbolen bevat die aangeven dat een product bepaalde gezondheidsvoordelen heeft

WOORDENLIJST 183

Hoofdstuk 2

Woord

Verklaring

In je eigen woorden koolmonoxide Een kleurloos, reukloos en smaakloos gas dat ontstaat bij de onvolledige verbranding van koolstofhoudende brandstoffen het milieulabel Een label dat informatie geeft over de milieu-impact van een product, zoals duurzaamheid, energieverbruik, watergebruik …

©VANIN

Hoofdstuk 3

Woord Verklaring In je eigen woorden de eenheidsmunt De munteenheid die in meerdere landen wordt gebruikt de eurozone Alle EU-landen die hun nationale munt vervangen hebben door één gezamenlijke munt, de euro de geoblocking De geografische blokkering, het blokkeren of beperken van de toegang tot internet, afhankelijk van de locatie van de gebruiker

de kandidaatlidstaat

Een land dat lid wil worden van de Europese Unie en waarvan de aanvraag officieel is aanvaard door de EU de nationale munt

De munt van een bepaald land

in omloop zijn Rondgaan, circuleren, in gebruik zijn de rechtsstaat Een staatsvorm waarin wederzijdse rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd in wetten reglementeren, gereglementeerd

Aan regels onderwerpen, onderworpen zijn

de Schengenlanden de landen waarin je als inwoner van de Europese Unie (EU) vrij mag studeren, wonen en werken stigmatiseren (Iemand) ten onrechte een slechte reputatie bezorgen de strafprocedure

Hoofdstuk 4

Woord

Er zijn bepaalde regels overtreden en als dat bewezen is, hoort daar een straf bij.

Verklaring

In je eigen woorden associëren Iets in verband brengen met iets anders binair Situatie waarin er maar twee keuzemogelijkheden zijn, zoals man of vrouw, waar of niet waar, juist of fout … de biseksualiteit Je voelt je aangetrokken tot beide geslachten. biseksueel Wanneer je je aangetrokken voelt tot zowel mannen als vrouwen de cisgender Persoon waarbij het biologische geslacht en de identiteit overeenkomen fluctuerend/ fluctueren Veranderlijk; het staat niet vast en kan veranderen.

WOORDENLIJST 184

Hoofdstuk 4

Woord Verklaring

In je eigen woorden genderfluïde Je voelt je afwisselend meer mannelijk dan vrouwelijk en op andere dagen precies omgekeerd. Met welk geslacht je je identificeert, varieert per dag of tijd. de genderneutraliteit

de heteroseksualiteit

de homoseksualiteit

Je kiest bewust niet tussen vrouwelijk of mannelijk.

Je voelt je aangetrokken tot het andere geslacht.

Je voelt je aangetrokken tot hetzelfde geslacht als jijzelf.

de interpretatie Een persoonlijke duiding van een waarneming interpreteren Een betekenis geven aan een waarneming of observatie

het lesbianisme De vrouwelijke homoseksualiteit de migratieachtergrond

Je verleden of dat van je familie is gelinkt aan een ander land.

de migratieroots Het feit dat jij (of je familie) oorspronkelijk uit een ander land afkomstig bent (is) non-binair Wanneer je je niet specifiek man en ook niet specifiek vrouw voelt, maar juist een beetje van beide, wisselend of juist geen van beide observeren Waarnemen, vaststellen

het opiniestuk

Een artikel waarin iemand zijn mening geeft en uitlegt de panseksualiteit

de perceptie

de polyseksualiteit

Je voelt je aangetrokken tot alle geslachten.

Een beeld dat je je van iets of iemand vormt door waarnemen, associëren en selecteren.

Je voelt je aangetrokken tot meerdere personen tegelijkertijd. sapioseksueel Wanneer je wordt aangetrokken door intelligentie en minder door uiterlijk

de seksuele geaardheid

Je seksuele geaardheid bepaalt door wie je je seksueel aangetrokken voelt. selecteren Kiezen, uitkiezen uit de kast komen (of outing of coming-out)

de veronderstelling

Je seksuele voorkeur openbaar maken. Je komt ervoor uit dat je op jongens of op meisjes, of op allebei valt.

Iets wat je voor waar aanneemt, zonder bewijs

WOORDENLIJST 185
©VANIN

Hoofdstuk 5

Woord

het alternatief

Andere mogelijkheid de bewegingsenergie

de chemische energie

de elektrische energie

het energielabel

Verklaring

Door beweging drijf je een toestel aan, dat vervolgens elektriciteit opwekt. Wordt ook kinetische energie genoemd.

Energie die vrijkomt door een chemische reactie, zoals verbranden, gisten of atoomsplitsing

De energie die een apparaat krijgt via het stopcontact of een batterij

Label dat het energieverbruik en rendement van een elektrisch toestel weergeeft door middel van een lettercode (van A tot F). Het energielabel heeft als doel mensen bewuster te maken van het energieverbruik van apparaten en duurzaamheid te bevorderen. de energieomzetting

het EPC

de fietsdynamo

Proces waarbij één soort energie wordt omgezet in een andere soort energie, door middel van een apparaat of handeling

Energieprestatiecertificaat, label dat het energieverbruik van een woning weergeeft met een lettercode van A+ tot F

Apparaat dat in je fietswiel zit of tegen je fietsband aan draait en zo je fietsverlichting laat werken

geïsoleerd Voorzien van isolatie om warmteverlies tegen te gaan hoog rendement

laag rendement

de reactieafstand

Wanneer er bij een energieomzetting weinig tot geen energie verloren gaat

Wanneer er bij een energieomzetting veel energie verloren gaat

De afstand die je aflegt in de tijd die je nodig hebt om te beseffen wat er gebeurt en te reageren bij een remmanoeuvre. Gemiddeld ligt die reactietijd tussen de 0,8 en de 1,2 seconden. Gedurende die tijd rijdt de auto gewoon verder en rem je niet af.

de remafstand De afstand die een voertuig nodig heeft om volledig tot stilstand te komen vanaf het moment dat je start met remmen tot het moment dat je stilstaat het rendement Bij energieomzettingen is het rendement de verhouding tussen de uitgaande nuttige energie en de toegevoerde energie. Hoe hoger het rendement, hoe meer energie we nuttig kunnen gebruiken. Als alle energie nuttig gebruikt wordt, is het rendement 100 %.

In je eigen woorden

©VANIN

de stopafstand De totale afstand bij een remmanoeuvre: je reactieafstand plus je remafstand.

de stralingsenergie

Elke vorm van energie waar straling aan te pas komt, zoals zonnestralen, lichtstralen, stralingswarmte, infraroodstralen, een beeldscherm ...

de thermische energie Synoniem voor warmte-energie

WOORDENLIJST 186

Hoofdstuk 5

Woord Verklaring

het verbruik Het verbruik van een toestel wordt uitgedrukt in kilowattuur (kWh). Het is de hoeveelheid energie die dat toestel gedurende een bepaalde periode gebruikt. 1 kWh komt overeen met het verbruik van een toestel van 1 000 watt of 1 kilowatt gedurende 1 uur.

het vermogen Het vermogen van een toestel wordt uitgedrukt in watt (W) of kilowatt (1 kW = 1 000 W). Daarmee wordt de snelheid bedoeld waarmee een toestel energie kan leveren of verbruiken binnen een bepaalde tijd (meestal per seconde). Hoe hoger het vermogen, hoe meer energie het toestel kan leveren of verbruiken.

Hoofdstuk 6

Woord Verklaring

17 doelstellingen in het teken van de grote wereldproblemen die in 2030 behaald moeten worden

In je eigen woorden

In je eigen woorden de duurzame–ontwikkelingsdoelen (of de SDG’s)

de duurzaamheid (of de duurzame ontwikkeling)

De aarde zo gebruiken dat de toekomstige generaties er ook nog plezier van kunnen hebben

fair trade Eerlijke handel. De boeren en arbeiders in ontwikkelingslanden krijgen een eerlijke prijs voor hun producten.

de generalisatie De veralgemening, je mening baseren op grond van één voorbeeld.

het gevolg Het resultaat dat voortkomt uit iets anders de globalisering (of de mondialisering)

het hergebruik (of hergebruiken)

Het openstellen van grenzen tussen landen, waardoor goederen en diensten zich gemakkelijker kunnen verplaatsen

Het opnieuw gebruiken van een voorwerp en indien nodig het eerst herstellen de herkomst De afkomst, waar iets vandaan komt de levenscyclus De opeenvolgende fasen in de ontwikkeling van een product de mondialisering (of de globalisering)

De wereldwijde handel en alles wat daarmee samenhangt

de oorzaak Datgene waardoor iets gebeurt het perspectief De verschillende standpunten hoe je naar iets kijkt de recyclage (of recycleren) Het opnieuw gebruiken van materialen

het stereotype Een overdrijving, een uitvergroot beeld van een groep mensen. Dat kan zowel positief als negatief zijn.

WOORDENLIJST 187
©VANIN

Hoofdstuk 6

Woord Verklaring

In je eigen woorden het systeemdenken

Problemen bekijken vanuit verschillende standpunten en zoeken naar oorzaken en verbanden, het besef dat alles op een bepaalde manier met elkaar samenhangt het vooroordeel Een negatieve mening over iemand hebben, zonder dat je die persoon kent

©VANIN

Hoofdstuk 7

Woord

Verklaring

analyseren Grondig onderzoeken, iets ontleden de cultuur of beschaving Het geheel van gewoonten en (gedrags)regels die bij een volk of stam horen. Het zijn de gewoonten en gebruiken waarover een volk in het land zelf beschikt of die een volk meeneemt uit het land van herkomst (normen en waarden, eetgewoonten, kleding, godsdienst ...).

de cultuuruiting Symbolen, rituelen, gewoonten, feesten en tradities van een bepaald, volk, land streek, regio ...

de emotie Een gevoel zoals angst, vreugde, boosheid, verdriet ... het perspectief Iemands standpunt of gezichtspunt, de keuze van een uitgangspunt voor meningen, overtuigingen en ervaringen

politiek In verband met het bestuur van een land of regio de religie De godsdienst

religieus In verband met een godsdienst het rijmschema De schematische weergave van de eindrijmen in een gedicht. Men noemt de eerste rijmklank a, de tweede b enz.

de vier jaargetijden

De vier seizoenen: winter, lente, zomer en herfst het wandtapijt Een versierd tapijt dat aan een muur gehangen wordt, als een soort van schilderij

In je eigen woorden

WOORDENLIJST 188

KAARTEN

LUXEMBURG HE RT OGDOM GROOT-

OOST-VLAANDEREN

VLAAMS-BRABANT

WAALS-BRABANT

HENEGOUWEN

WEST-VLAANDEREN

staatsgrens provinciegrens provinciehoofdplaats provincie

Hasselt

Kaart van België (provincies)

K A ARTEN 189
ldeSche Samber
IJzer
Maas Leie
Maas Namen Bergen Gent Leuven Waver Antwerpen Brugge
Aarlen Luik Hasselt
NAMEN
LUIK LIMBURG LUIK R K J I K N A R R F EN D E
ANTWERPEN LUXEMBURG
DNALST LAND IUD
NOORDZEE T W
©VANIN

BOSNIË EN HERZEGOVINA

SERVIË

MONTENEGRO

KOSOVO

NOORDMACEDONIË

Kaart van Europa

K A ARTEN 190
TURKIJE
©VANIN

BOSNIË EN HERZEGOVINA

©VANIN

SERVIË

MONTENEGRO

KOSOVO

NOORDMACEDONIË

K A ARTEN 191
TURKIJE Kaart van de Europese Unie

BOSNIË EN HERZEGOVINA

©VANIN

SERVIË

MONTENEGRO

KOSOVO

NOORDMACEDONIË

TURKIJE

K A ARTEN 192
Kaart van de eurozone
K A ARTEN 193 P
©VANIN
Wereldkaart

©VANIN

TIJDLIJN 194
oude nabije oosten klassieke oudheid middeleeuwen vroegmoderne tijd moderne tijd heden ­ daagse tijd ± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 1450± 1750± 1945
TIJDLIJN prehistorie

HOOFDSTUK 2, OPDRACHT 3, OEFENING 4B (P. 41): KNIPBLAD

" ©VANIN
©VANIN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.