Wouter Smets Dries De Saveur Els Vinckx Bauke Verbergt
VA N
IN
Sapiens Š
Geschiedenis
Ontdek het onlineleerplatform: diddit! Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!
ISBN 978-90-306-9623-0 594672
vanin.be
1
Sapiens Geschiedenis Wouter Smets Dries De Saveur Els Vinckx
©
VA N
IN
Bauke Verbergt
1
Inhoud
Starten met Sapiens 1
4
Diddit: het onlineleerplatform bij Sapiens 1
6
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ă–tzi
7
I
Op ontdekking
8
II Wat weet je al?
9
III Wat weet je nog niet?
10
IV Op onderzoek
11
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
127
I
Op ontdekking
128
II Wat weet je al?
129
III Wat weet je nog niet?
129
IV Op onderzoek
130
V Conclusie
159
VI Synthese
160
165
Op ontdekking
166
II Wat weet je al?
167
III Wat weet je nog niet?
170
IV Op onderzoek
171
V Conclusie
186
VI Synthese
186
27
VI Synthese
28
I
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
31 32
II Wat weet je al?
33
VA N
Op ontdekking
I
III Wat weet je nog niet?
33
IV Op onderzoek
34
V Conclusie VI Synthese
Š
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
57
Histokit 189
58
63
Op ontdekking
64
II Wat weet je al?
65
III Wat weet je nog niet?
65
IV Op onderzoek
66
V Conclusie
87
VI Synthese
88
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
93
I
Op ontdekking
94
II Wat weet je al?
95
III Wat weet je nog niet?
95
IV Op onderzoek
96
V Conclusie
121
VI Synthese
122
I
IN
V Conclusie
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
Inhoud
3
Starten met Sapiens 1 Welkom bij Sapiens 1. We leggen graag even uit hoe je met dit leerwerkboek aan de slag gaat.
1 Op weg met Sapiens 1 Het leerwerkboek bestaat uit 6 hoofdstukken en een Histokit. Elk hoofdstuk is op dezelfde manier opgebouwd. Elk hoofdstuk start met een titelpagina. Die bestaat uit een afbeelding van een historische bron. Op diddit vind je een bronnenstudie van die bron.
De grootste verandering ooit?
3
I
Hoofdstuk
63
II
Wat weet je al? In het vorige hoofdstuk leerden we hoe mensensoorten langzaamaan veranderden. In dit hoofdstuk leren we hoe de mens geleidelijk de overgang maakte naar de landbouw.
1
Met welk begrip duiden we een ‘langzame verandering’ aan?
Met het begrip
laboratoria gemanipuleerd worden zodat de granen groter worden en beter bestand zijn tegen ziektes.
IN
VA N
© Print Collector / Contributor
← Maïs en andere gewassen kunnen in
Runderen van het Belgische witblauwe ras werden gefokt omwille van hun spiermassa. Die is inmiddels zo enorm dat de meeste kalveren enkel ter wereld kunnen komen met een keizersnede.
↑
↑ Met klei bewerkte schedel van een man, ca. 7500 v.C., Jericho.
Op ontdekking
Na de titelpagina volgt het onderdeel Op Ontdekking. Enkele afbeeldingen maken je nieuwsgierig naar wat je in dit hoofdstuk zult onderzoeken. Een ontdekplaat op diddit zorgt voor een nog uitgebreidere motiverende instap.
← In de 17e eeuw fokte men bulldogs om tegen stieren te vechten. Later selecteerde men ze op basis van hun uiterlijk. Sommige mensen vonden korte snuiten met veel plooien mooi. Dat zorgde ervoor dat de honden nu vaak ademhalingsproblemen, allergieën en oorontstekingen hebben.
We onderzoeken in dit hoofdstuk een van de grootste veranderingen aller tijden. We gaan eerst na waar, wanneer en waarom de landbouw ontstond. Daarna onderzoeken we ook welke gevolgen de landbouw had voor mens en samenleving.
08
HISTORISCH REDENEREN
64
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
©
2
Beschrijf welke stappen er ondernomen worden vóór een lekkere pizza uit je oven komt. Gebruik de foto’s als inspiratie voor je antwoord.
III
In Wat weet je al? fris je je actuele kennis en vaardigheden op aan de hand van een aantal korte opdrachten. In Wat weet je nog niet? ontdek je wat je concreet te wachten staat.
Wat weet je nog niet?
IV
Op onderzoek Historische vraag 1: Waarom werd de jagerverzamelaar een landbouwer?
In dit hoofdstuk … ✓ ✓ ✓
Historische vraag 2: Wanneer veranderde Homo sapiens in een landbouwer?
leer je meer over de evolutie van jager-verzamelaar naar landbouwer; leer je welke gevolgen die evolutie had voor de samenleving; onderzoek je het graf van een man uit het 3e millennium v.C.
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
Historische vraag 3: Waar ontstond de landbouw?
65
08 HISTORISCH REDENEREN
08 HISTORISCH REDENEREN
11 TIJDLIJN
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
Historische vraag 4: Welke gevolgen had de overgang naar de landbouw tijdens het neolithicum voor Homo sapiens?
04 LEESSTRATEGIEËN
08 HISTORISCH REDENEREN
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
08
Nu ben je klaar om Op onderzoek te gaan! De routekaart toont je het pad met historische vragen en uitbreidingsvragen. Je doorloopt alle historische vragen door het groene pad, de hoofdweg, te volgen. Misschien wil je graag een extra uitdaging? Dan kun je even een omweg nemen via het blauwe pad. Daar staan enkele uitbreidingsvragen op je te wachten.
4
Starten met Sapiens 1
HISTORISCH REDENEREN
Historische vraag 5: Welke nieuwe technieken ontstonden er tijdens het neolithicum? Uitbreiding 1: Hoe zorgde de landbouw voor een spectaculaire bouwkunst in Europa?
Historische vraag 6: Was de boogschutter van Amesbury een belangrijke persoon in de neolithische samenleving bij Stonehenge?
01 SOORTEN BRONNEN
Uitbreiding 2: Hebben jagerverzamelaars en boeren vreedzaam samengeleefd in hetzelfde gebied?
Je bent er! Je weet nu meer over de landbouwevolutie, de gevolgen ervan en de nieuwe ontwikkelingen die eruit ontstonden.
66
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
02 BRONNENSTUDIE
In de Conclusie test je of je een antwoord weet op de historische vragen die je onderzocht.
Conclusie
Vul de tabel aan. Dan zie je dat de agrarische evolutie een enorme verandering meebracht voor Homo sapiens. Paleolithicum
Neolithicum
VI
Synthese Situeren in de tijd en de ruimte De overgang van jager-verzamelaar naar landbouwer gebeurde tijdens de prehistorie vanaf ca. 10000 v.C. De landbouw ontstond eerst in het Midden-Oosten (Vruchtbare Sikkel, zie kaart De agrarische evolutie op p. 71) en later ook elders in de wereld.
v.C .
Van wanneer tot
00 .5
ca
ca
KLASSIEKE OUDHEID
MIDDELEEUWEN
MODERNE TIJD
OUDE NABIJE OOSTEN
.1 50 0 ca . 19 1 8 0 45 0
v.C . 00 .8
1
ca
.3 ca
PREHISTORIE
HEDENDAAGSE TIJD
Wat is de Nederlandse benaming?
VROEGMODERNE TIJD
TIJDLIJN 1
ca
.3
,5
periode ongeveer?
0
m iljo
v.C .
en
wanneer loopt de
50
V
Hoe kwamen de mensen aan voedsel? Welke belangrijke ontdekkingen/ uitvindingen werden er gedaan? Welke kunstuitingen waren er?
Geleidelijke overgang of
87
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
Elk hoofdstuk eindigt met een Zelfevaluatie. Met dat hulpmiddel kun je achterhalen of je de doelen bereikt hebt.
Zelfevaluatie
SITUEREN IN DE TIJD Je kunt de agrarische evolutie situeren in de tijd. SITUEREN IN DE RUIMTE Je kunt de agrarische evolutie situeren in de ruimte. HISTORISCHE BRONNEN EN WERKEN Je kunt meerdere bronnen uit het graf van de boogschutter van Amesbury met elkaar vergelijken door de stappen van een kritische bronnenstudie toe te passen.
VA N
Je kunt op basis van het aangereikte bronnenmateriaal een antwoord formuleren op de historische vraag over de boogschutter van Amesbury. DE GROOTSTE VERANDERING OOIT Je kunt beschrijven waarom en hoe mensen evolueerden van jagerverzamelaar naar landbouwer. Je kunt toelichten welke onbedoelde en bedoelde gevolgen uit de agrarische evolutie ontstonden en hoe en waarom dat gebeurde. Je kunt de volgende begrippen in de juiste context gebruiken: ambacht, agrarische evolutie, landbouw, ongelijkheid, oorlog, patriarchale samenleving, sedentaire samenleving.
↑
Deze plek werd door mensen met de hand uitgegraven! Het zijn de silexmijnen van Spiennes. Die site in de buurt van de stad Bergen (Henegouwen) is een unieke plek in West-Europa. Tijdens het neolithicum groeven mensen er grote blokken vuursteen uit. Van die vuursteen maakten ze toen allerlei nuttige gebruiksvoorwerpen. Vandaag kun je de negen meter diepe mijnen bezoeken. De plek werd in het jaar 2000 beschermd als werelderfgoed. Je leert er meer over in het onlinelesmateriaal.
ERFGOED
© Jean-Pol Grandmont
De Histokit is jouw gereedschapskist voor het vak geschiedenis. De fiches helpen je stapsgewijs te werk te gaan en je kunt ze als hulpmiddel gebruiken bij moeilijke opdrachten.
91
VANAF CA. 3500 V.C.: GESCHIEDENIS
NEOLITHICUM
paleolithicum oude steentijd
jager-verzamelaars
nomaden
AGRARISCHE EVOLUTIE
neolithicum nieuwe steentijd
landbouwers
sedentair
bedoelde en onbedoelde gevolgen — — — — —
88
beschermd in een dorp ongelijkheid gewelddadige conflicten patriarchale samenleving ontstaan van ambachten
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
Histokit: hulpmiddelen om historisch te leren denken Hier vind je jouw gereedschapskist voor het vak geschiedenis. Deze strategiefiches en hulpmiddelen kun je gebruiken bij moeilijke opdrachten.
Strategiefiches helpen je stapsgewijs te werk te gaan. Je zet ze bijvoorbeeld in als je redeneert met en over bronnen of als je moeilijke teksten of afbeeldingen bestudeert. Na verloop van tijd heb je ze zo vaak gebruikt dat je de stappenplannen niet meer nodig hebt. Dat is ook de bedoeling: we streven ernaar om je op het einde van het schooljaar zo veel mogelijk zonder de geheugensteuntjes te laten werken. In je Histokit vind je verder ook enkele hulpmiddelen: begrippenregisters en kaarten. Ook die kun je inzetten als je moeilijke opdrachten zelfstandig moet uitvoeren.
Ik leer historisch denken: strategiefiches
190
01
190
Soorten bronnen
02 Bronnenstudie
191
03 Historische kaartenstudie
192
04 Leesstrategieën
193
05 Kijkstrategieën
194
Ik leer historisch denken: hulpmiddelen
194
06 Historische begrippen
194
07 Structuurbegrippen
198
08 Historisch redeneren
200
09 Maatschappelijke domeinen
202
10
Kaarten
203
11
Tijdlijn
204
Histokit
189
©
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
PALEOLITHICUM
Schema
IN
goed
onvoldoende
zeer goed
Dit kan ik …
voldoende
In deze les leerde je meer over de agrarische evolutie, de gevolgen ervan en de nieuwe ontwikkelingen die eruit ontstonden. Dit zelfevaluatieformulier kan je helpen om te bepalen wat je al goed kunt en aan welke elementen je nog moeten werken. Succes!
PREHISTORIE CA. 3,5 MILJOEN V.C.
CA. 10000 V.C.
Je hebt je eigen pad doorlopen, tijd voor een Synthese. In dit onderdeel situeren we het hoofdstuk in tijd en ruimte aan de hand van een tijdlijn en eventueel een kaart. Daarnaast vatten we alle informatie die je moet onthouden samen op een rode achtergrond.
Is de samenleving nomadisch of sedentair?
TIJDLIJN 2
GESCHIEDENIS
Waar komt de benaming vandaan?
2 Handig voor onderweg
Doorheen het hoofdstuk kom je een aantal elementen tegen die je helpen om op het juiste pad te blijven.
2
11
Situeer Ötzi in de tijd.
a b c
De opdrachten zijn aangeduid met een voetstap.
2
TIJDLIJN
Verbind de foto van ijsmummie Ötzi met de juiste plaats op de tijdlijn. Vul in de kaders de namen van de periodes in die we dit jaar zullen bestuderen. Bij het begin van dit hoofdstuk werd Ötzi ingedeeld in de prehistorie. Misschien ben je na deze oefening dus een beetje in de war. Bespreek dat klassikaal. Historisch denken
11 De Histokit helpt
Een tijdlijn is een manier om orde aan te brengen in het verleden. We gebruiken ook de termen jaar, decennium, eeuw en millennium om aan te geven hoelang een bepaalde periode duurde. Bij voetstap 3 zie je wat de duur is van een decennium, eeuw en millennium. Je kent natuurlijk ook het begrip jaar. Nauwkeurig omschrijven wanneer iets gebeurde of hoelang iets duurde noemen we situeren in de tijd.
© Cold Spring Harbor Laboratory DNA Learning Center
TIJDLIJN
Filmpjes vind je terug op diddit. ↑
je bij moeilijkere opdrachten.
De rode kaders helpen je te denken als een echte historicus.
Historische kernbegrippen vallen extra op door de stippellijn. Je vindt die woorden ook achteraan terug bij de synthese of in de Histokit. De gele markering in een bijschrift wijst op de bronvermelding (situering in tijd en ruimte).
HEDENDAAGSE TIJD
MODERNE TIJD
MIDDELEEUWEN
VROEGMODERNE TIJD
00
GESCHIEDENIS
ca
.5 KLASSIEKE OUDHEID
ca .1 50 0 ca . 19 180 45 0
. v.C
1
ca
.8
00
0 50 .3
.3 ca
ca
,5
m
iljo
v.C
.
en
v.C
.
Ötzi leefde ca. 3300 v.C.
Starten met Sapiens 1
5
het onlineleerplatform bij Sapiens 1
Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau. Je kunt vrij oefenen en de leerkracht kan ook voor jou oefeningen klaarzetten.
Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.
VA N
Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.
IN
Hier kan de leerkracht toetsen en taken voor jou klaarzetten.
Š
Hier vind je het lesmateriaal per hoofdstuk. Je vindt er allerlei soorten bronnen, filmmateriaal enzovoort. Daarnaast zijn er ook ontdekplaten waarmee je zelf aan de slag kunt gaan. Ga op ontdekkingstocht en voer de opdrachten uit!
6
Diddit: het onlineleerplatform bij Sapiens 1
Maak kennis met Ötzi
IN
1
©
VA N
Hoofdstuk
↑ © Cold Spring Harbor Laboratory DNA Learning Center
Foto van een lijk dat in Italië gevonden werd in 1991. Twee bergbeklimmers deden in de Ötztaler Alpen een akelige ontdekking: een ijsmummie van een prehistorische man die na onderzoek al 5 300 jaar dood bleek! De mummie kreeg de naam Ötzi, naar de vindplaats.
7
Op ontdekking
↑
VA N
IN
1991: Bergbeklimmers ontdekken een ijsmummie in het smeltende gletsjerijs.
← 2011: Twee Nederlanders maken een reconstructie van de ijsmummie. Zo hebben wij vandaag een beeld van hoe de man er min of meer uitzag.
©
© alle foto's op deze pagina: South Tyrol Museum of Archaeology - www.iceman.it
I
← 1991 tot vandaag: Wetenschappers onderzoeken de mummie en komen tot verrassende conclusies.
Bronnen kunnen ons een verhaal vertellen over het verleden. Maar dat doen ze niet zomaar: we moeten bronnen aandachtig bestuderen voor we er geschiedenis mee kunnen schrijven. Om het verhaal van Ötzi’s mummie goed te begrijpen heb je een hele trukendoos nodig. Daarop ligt de focus in dit hoofdstuk.
8
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
II
Wat weet je al?
1
In de lagere school deelde je het verleden op in historische periodes. Wellicht gebruikte je daarvoor de termen hieronder. Verbind de afbeelding met de historische periode.
prehistorie / oudste tijden middeleeuwen nieuwe tijden / nieuwste tijd
VA N
IN
onze tijd / eigen tijd
2
Je leerde ook het onderscheid maken tussen feit en mening. Kruis aan of de uitspraak een feit of een mening is.
Markeer het woord waaruit je afleidt dat de uitspraak een feit of een mening is. Vul zelf één historisch feit en één mening over het verleden aan in de tabel.
©
a b
Feit
Mening
Gent en Brugge waren de grootste middeleeuwse Vlaamse steden. 500 jaar geleden was het fijner als man dan als vrouw. De kathedraal van Antwerpen is het mooiste gebouw van ons land. Het Vlaams Parlement telt 124 volksvertegenwoordigers.
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
9
3
We vinden het belangrijk om voort te bouwen op wat je al leerde. Als je de oefeningen nog moeilijk vindt, fris dan je voorkennis verder op met het onlinelesmateriaal.
VA N
IN
Is de kathedraal van Antwerpen de mooiste van ons land?
III
©
Wat weet je nog niet?
In dit hoofdstuk … ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
10
leer je alles over de indeling van de geschiedenis; leer je werken met tijdlijnen en kaarten; leer je gebeurtenissen, plaatsen en personen in de juiste maatschappelijke domeinen situeren; leer je werken met (historisch) bronnenmateriaal; ga je op ontdekking: je probeert te achterhalen wat we (kunnen) weten over Ötzi, de ijsmummie uit de prehistorie.
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
IV
Op onderzoek
Historische vraag 1: Wanneer leefde Ötzi?
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
11
VA N
Uitbreiding 1: Wat zijn de belangrijkste scharniermomenten in de geschiedenis?
©
11 TIJDLIJN
IN
TIJDLIJN
Historische vraag 2: Waar leefde Ötzi?
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
10 KAARTEN
Historische vraag 3: Wat kunnen we weten over Ötzi?
01 SOORTEN BRONNEN
02 BRONNENSTUDIE
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Historische vraag 4: Wat weten we over Ötzi?
08 HISTORISCH REDENEREN
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Proficiat! Je kunt nu gebeurtenissen situeren in de tijd, de ruimte en het maatschappelijke domein. En je weet nu meer over Ötzi.
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
11
Historische vraag 1:
Wanneer leefde Ötzi? Om inzicht in het verleden te krijgen proberen we er orde in te scheppen. We doen dat door te situeren in de tijd, de ruimte en het maatschappelijke domein. Beschouw het een beetje als je kamer opruimen. Als je kamer een rommeltje is, vind je niets meer terug. Door daar orde in te scheppen vind je je weg terug in je spullen. Eerst brengen we orde in de tijd door het verleden in te delen in periodes. Later in dit hoofdstuk situeren we ook in de ruimte en het maatschappelijke domein.
1
Maak een onderscheid tussen de prehistorie en de geschiedenis.
Lees de stellingen bij de tijdlijn en kruis juist of fout aan.
Prehistorie = periode waarover geen geschreven historische bronnen bestaan.
Ca. 3500 v.C.: Eerste geschriften verschijnen in het huidige Irak.
VA N
Ca. 3,5 miljoen v.C.: Eerste voorouders van de mens gebruiken stenen voorwerpen.
IN
a
GESCHIEDENIS
↑ Reconstructie van Homo erectus. Die mensensoort leefde zo’n 1 miljoen jaar geleden en gebruikte stenen werktuigen.
12
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
© frantic00 / Shutterstock.com
©
PREHISTORIE
Geschiedenis = periode waarover er wel geschreven historische bronnen bestaan.
↑ Borstbeeld van de Griek Herodotos, 2e eeuw. Gevonden in het huidige Turkije. Hij leefde in de 5e eeuw v.C. in Griekenland. Herodotos was een van de eerste mensen die de geschiedenis beschreef.
Juist
Fout
De geschiedenis duurt al veel langer dan de prehistorie. Er waren mensen die konden schrijven in de prehistorie. De geschiedenis begint niet overal op hetzelfde moment omdat men niet overal op hetzelfde moment begon te schrijven. Ca. 3500 v.C. eindigde de prehistorie over de hele wereld. Ötzi leefde rond 3300 v.C. en toch ook tijdens de prehistorie. De Grieken uit de 5e eeuw v.C. leefden in de prehistorie.
Stel dat je een tijdlijn moet tekenen waarbij 1 cm overeenkomt met 1 000 jaar. Hoe lang zou de lijn dan zijn voor de prehistorie en hoe lang voor de geschiedenis? prehistorie:
VA N
geschiedenis:
IN
b
We delen de geschiedenis vervolgens verder in. We gebruiken zeven historische periodes en die zullen we de komende zes jaar chronologisch bestuderen. Let op: de indeling is net iets anders dan de indeling die je geleerd hebt in de lagere school. Schooljaar
Periode
prehistorie en oude nabije oosten
tweede middelbaar
klassieke oudheid
derde middelbaar
middeleeuwen
vierde middelbaar
vroegmoderne tijd
vijfde middelbaar
moderne tijd
zesde middelbaar
hedendaagse tijd
©
eerste middelbaar
Op p. 14 plaatsen we de periodes op een tijdlijn.
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
13
2
11
Situeer Ötzi in de tijd.
a b c
TIJDLIJN
Verbind de foto van ijsmummie Ötzi met de juiste plaats op de tijdlijn. Vul in de kaders de namen van de periodes in die we dit jaar zullen bestuderen. Bij het begin van dit hoofdstuk werd Ötzi ingedeeld in de prehistorie. Misschien ben je na deze oefening dus een beetje in de war. Bespreek dat klassikaal. Historisch denken
©
© Cold Spring Harbor Laboratory DNA Learning Center
VA N
IN
Een tijdlijn is een manier om orde aan te brengen in het verleden. We gebruiken ook de termen jaar, decennium, eeuw en millennium om aan te geven hoelang een bepaalde periode duurde. Bij voetstap 3 zie je wat de duur is van een decennium, eeuw en millennium. Je kent natuurlijk ook het begrip jaar. Nauwkeurig omschrijven wanneer iets gebeurde of hoelang iets duurde noemen we situeren in de tijd.
↑
GESCHIEDENIS
geboorte van Jezus Christus
14
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
HEDENDAAGSE TIJD
.1 50
MODERNE TIJD
MIDDELEEUWEN
ca
ca
1
.5 00
v. C . ca
.8 00 KLASSIEKE OUDHEID
0 ca . 19 180 45 0
. v. C 0 .3 50
VROEGMODERNE TIJD
ca
ca
.3 ,5
m ilj
oe n
v. C
.
Ötzi leefde ca. 3300 v.C.
3
07
Oefen de structuurbegrippen voor tijd in. Gebruik de begrippenlijst in je Histokit.
.
00 20
01 10
1
10
01
v. C
. 20
01
v. C
. 30
01
v. C
. 40
01
v. C
. v. C 50
01
v. C 01 60
70
01
v. C
.
Arceer het 4e millennium v.C. (In dit millennium leefde Ötzi.) Arceer de 14e eeuw. Arceer het 5e decennium van de 16e eeuw.
.
a b c
STRUCTUURBEGRIPPEN
4
00 20
01 19
01 18
01 17
01 16
01
90 15
70 15
50
15
39 15
37
15
35
15
33
6e eeuw van 2e millennium
A
4e decennium van 6e eeuw van 2e millennium
©
1 decennium = 10 jaar
15
15
31
15
VA N
30
10 15
1 eeuw = 100 jaar = 10 decennia
2e millennium
IN
B
15
01 14
01 13
01
01
12
10
1 millennium = 1 000 jaar = 10 eeuwen
11
01
C
Situeer de tijd van de letters in het schema voluit. Gebruik daarvoor de juiste termen. A= B= C=
5
Dit is een doordenker! Gebruik je kennis om het juiste jaar te bepalen.
a
Wat is het eerste jaar van de 3e eeuw n.C.?
b
Wat is het laatste jaar van de 8e eeuw n.C.?
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
15
Je hebt waarschijnlijk gemerkt dat we de tijdrekening iets meer dan 2 000 jaar geleden laten beginnen. De geboorte van Jezus Christus werd eeuwenlang door de christenen beschouwd als een mijlpaal. Daardoor spreken we over de jaren voor en na Christus, afgekort tot v.C. en n.C. Dat is vandaag wereldwijd de meest gebruikelijke manier van rekenen. Nochtans kan het ook anders. Over gebeurtenissen die we ver in het verleden situeren, kun je ook spreken in aantal jaar geleden. Vergelijk de volgende twee manieren om hetzelfde te zeggen: Bv. De laatste ijstijd eindigde ongeveer 12 000 jaar geleden. Bv. De laatste ijstijd eindigde ongeveer in 10000 voor Christus.
IN
De oudste tijden splitsen we vanaf nu op in drie verschillende historische periodes. We gaan later dieper in op de twee scharniermomenten tussen die historische periodes. Voorlopig volstaat het om te onthouden dat de prehistorie de historische periode is waarvoor we geen geschreven bronnen hebben.
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
Maak kennis met Ötzi
Homo sapiens: de wereldveroveraar
De grootste verandering ooit?
Het ontstaan van stad en schrift
Egypte, het rijk aan de Nijl
We onderzoeken hoe we het verleden bestuderen.
We bestuderen het leven van onze vroegste voorouders.
We staan stil bij het ontstaan van de landbouw.
We onderzoeken het ontstaan van de eerste steden en het eerste schrift.
We leren hoe ook in Egypte een samenleving ontstond.
©
VA N
HOOFDSTUK 1
PREHISTORIE: DE PERIODE VÓÓR DE GESCHREVEN BRONNEN
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
GESCHIEDENIS: VANAF DE EERSTE GESCHREVEN BRONNEN OVER EEN SAMENLEVING
EERSTE PERIODE VAN DE GESCHIEDENIS: HET OUDE NABIJE OOSTEN
16
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
Uitbreiding 1:
Wat zijn de belangrijkste scharniermomenten in de geschiedenis? Om inzicht te krijgen in het verleden onderscheiden we zeven tijdvakken. Tijdvakken zijn periodes met een aantal typische kenmerken. Zo leerde je bijvoorbeeld in dit hoofdstuk al dat het ontbreken van geschreven bronnen een typisch kenmerk van de prehistorie is. Je leert de komende jaren veel meer over de andere periodes. Elke periode onderscheidt zich van andere periodes door een scharniermoment. Dat zijn gebeurtenissen die zorgen voor grote veranderingen in de samenleving. Meestal bestaat zo’n moment niet uit één allesbepalende gebeurtenis, maar gaat het eerder over een reeks van gebeurtenissen die zich ongeveer gelijktijdig afspelen. We spreken daarom over scharniermomenten.
1
IN
Verbind elk scharniermoment met de juiste periode. Plaats elke gebeurtenis onder de tijdlijn op p. 18.
TIJDLIJN
Zoek online wanneer elke gebeurtenis plaatsvond en noteer het jaartal boven de tijdlijn. Verbind elke afbeelding met de juiste letter onder de tijdlijn.
VA N
a b
11
Gebeurtenis
Betekenis
atoombommen op Japan
einde van de Tweede Wereldoorlog
B
afzetting keizer Romulus Augustus
einde van het West-Romeinse rijk
C
aankomst van Christoffel Columbus op de Caraïben
begin kolonisatie van Amerika door de Europese landen
D E
F
©
A
opstand en onrust in Parijs
begin Franse Revolutie
eerste vormen van spijkerschrift in Mesopotamië
begin schriftelijke cultuur
stichting Griekse kolonies op verschillende plaatsen in de Middellandse Zee
verschuiving van de macht van het Midden-Oosten naar de Middellandse Zee
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
17
. v. C en ilj o m ,5 .3
MIDDELEEUWEN
© Everett Historical / Shutterstock.com
©
© Granger / Bridgeman Images
VA N
IN
geboorte van Jezus Christus
2
Gelijktijdig met die scharniermomenten speelden er zich vaak nog andere belangrijke gebeurtenissen af. Bekijk wat er gelijktijdig met die grote veranderingen gebeurde.
18
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
MODERNE TIJD
KLASSIEKE OUDHEID
HEDENDAAGSE TIJD
OUDE NABIJE OOSTEN
VROEGMODERNE TIJD
1
ca PREHISTORIE
Historische vraag 2:
Waar leefde Ötzi? Een tweede manier om orde te scheppen in het verleden is door gebeurtenissen te situeren in de ruimte. Als je het verleden beschrijft, is het daarom heel belangrijk dat je niet alleen schrijft wat er gebeurde en wanneer het gebeurde, maar ook waar het gebeurde. De kaart geeft het continent Europa weer. Er zijn geen landsgrenzen weergegeven, omdat die pas recent ontstaan zijn. Tijdens de historische periodes waarover we het dit jaar hebben in de les geschiedenis, waren er nog geen landsgrenzen in Europa.
1
10
© South Tyrol Museum of Archaeology - www.iceman.it
KAARTEN
©
VA N
IN
Trek zo precies mogelijk een pijl van de foto van de reconstructie van Ötzi naar zijn vindplaats op de kaart. Gebruik eventueel informatie van het internet.
2
Markeer in de zin de structuurbegrippen waarmee je Ötzi situeert in de ruimte.
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
Ötzi leefde in het continent Europa, in de regio van de Alpen. Vandaag ligt die plek op de grens tussen Oostenrijk en Italië.
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
19
Historische vraag 3:
Wat kunnen we weten over Ötzi? Nadat we orde aangebracht hebben in de tijd en de ruimte, proberen we ook orde aan te brengen in de bronnen die we hebben om het verleden te bestuderen. We kunnen daarvoor veel verschillende bronnen gebruiken. In het schema zie je de verschillende soorten bronnen die we onderscheiden. Je ziet ook dat we een onderscheid maken tussen historische bronnen en historische werken.
1
Bekijk aandachtig de voorbeelden van historische bronnen en historische werken. Zet de letter van de afbeelding in het juiste vak. Gebruik het stappenplan soorten bronnen in je Histokit.
01 SOORTEN BRONNEN
IK BESTUDEER HET VERLEDEN
HISTORISCHE BRON
= een overblijfsel uit het verleden
Materiële bron — graf — mummie — potscherf — ruïne — kledij
©
Geschreven bron — brief — cijfergegevens — verslag
Geschreven werk — geschiedenisboek — historische roman
Materieel werk — reconstructie van een standbeeld
Mondelinge bron — een ooggetuige die vertelt
(Audio)visuele bron — geluidsfragment — foto — filmfragment
Mondeling werk — de leraar die vertelt — een museumgids die vertelt
(Audio)visueel werk — documentaire — film — kaart
A
B
C
D
↑
↑
↑
↑
Film, 20e eeuw, Verenigde Staten.
20
HISTORISCH WERK
= werk dat gebaseerd is op historische bronnen
VA N
IN
MET BEHULP VAN …
Kleitablet, Mesopotamië, 3e millennium v.C.
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
Piramide, Egypte, 3e millennium v.C.
Museumgids, 21e eeuw, België.
2
Gaat het om een historische bron of een historisch werk? Om welke soort bron gaat het? Gebruik het schema op p. 20.
Ötzi krijgt een slecht rapport van de tandarts De ijsman Ötzi had een
gebit van de ijsmummie voor het
bijzonder slechte mondhygiëne.
eerst met een scan in kaart. De
Dat blijkt uit nieuw onderzoek
resultaten tonen aan dat Ötzi last
van de universiteit van Zürich.
had van parodontitis, cariës en
Wetenschappers brachten het
tandbreuken.
Naar: A. Verstraete, ‘Ötzi krijgt een slecht rapport van de tandarts’, VRT Nieuws, 10 april 2013, www.vrt.be.
↑ soort:
↑
© alle foto's op deze pagina: South Tyrol Museum of Archaeology - www.iceman.it
IN
historische bron / historisch werk
VA N
De muts van Ötzi. historische bron / historisch werk soort:
← De bijl van Ötzi.
historische bron / historisch werk
©
soort:
↑
21e-eeuwse reconstructie van Ötzi. historische bron / historisch werk soort:
3
Welke soort bronnen hebben we niet van Ötzi?
a
Van Ötzi hebben we geen
b
Weet je (nog) hoe het komt dat we dat soort bronnen niet hebben?
.
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
21
Historisch denken
01 Bij het bestuderen van historische bronnen gaan we voorzichtig te werk. SOORTEN BRONNEN Je leert de komende maanden stap voor stap hoe we dat doen. In de Histokit zie 02 je het stappenplan dat we de komende maanden vaak zullen gebruiken. Bij BRONNENbronnenstudie bepaal je eerst welke soort bron je voor je hebt. Een andere manier STUDIE om beter zicht te krijgen op je bronnenmateriaal is door het te situeren bij de maatschappelijke domeinen. In het schema hieronder zie je de verschillende domeinen die we gebruiken om orde aan te brengen in het verleden.
4
Vul het schema aan. Gebruik het schema in je Histokit als hulpmiddel.
Ik moet me houden aan
Bv. hebben in onze samenleving gelijke rechten. 13 % van de kinderen in ons land groeit op in armoede.
VA N
bv. bestuur, macht, afspraken, rechten en plichten, oorlog …
©
MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
IN
Bv. Ons land wordt bestuurd
09
POLITIEK
SOCIAAL
ECONOMISCH
CULTUREEL
bv. individu, groep, rollen, verhoudingen tussen mensen …
bv. kunst, vrije tijd, geloof, wetenschap, mode …
bv. geld, arbeid, voedsel, handel, vervoer …
Bv. Ik kom naar school met
Bv. Mijn lievelingsspel is
Ik heb onlangs
Ongeveer 7 % van de bewoners van België is moslim.
gekocht.
De vier domeinen beïnvloeden elkaar voortdurend. Zo bepalen de bestuurders van een land (politiek) hoe de verhouding tussen arm en rijk is (sociaal). De kunst en wetenschap (cultuur) worden dan weer beïnvloed door transport (economie). In de komende hoofdstukken zie je daar heel wat concrete voorbeelden van uit de prehistorie en het oude nabije oosten.
22
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
Historische vraag 4:
Wat weten we over Ötzi? ← 1991 tot vandaag: Wetenschappers onderzoeken de mummie en komen tot verrassende conclusies. Ötzi was 45 jaar oud toen hij stierf en 1,60 m lang. Vier wetenschappers van verschillende universiteiten dateerden het lijk ergens tussen 3300 en 3200 v.C.
De inhoud van de maag toont aan dat Ötzi net voor zijn dood nog hertenvlees en tarwe had gegeten.
© alle foto's op deze pagina: South Tyrol Museum of Archaeology - www.iceman.it
↑
VA N
IN
↓
©
Bij het lijk vonden ze onder andere een koperen bijl, vuurstenen pijlpunten, een boog, een net, een ronde houten doos …
↑
Ötzi’s kledij bestond uit sneeuwschoenen, een schort, beenbeschermers, een jas en een muts. De kledij was uit zeker vijf verschillende dierenhuiden gemaakt.
Werd Ötzi vermoord? Men heeft pas later in het onderzoek ontdekt dat er een pijlpunt vastzat in de schouder van Ötzi. Een slagader naar de linkerarm werd daarbij geraakt en Ötzi is daardoor doodgebloed. De schutter stond op een lager punt en schoot de pijl van meer dan dertig meter afstand, anders was de pijl helemaal door de schouder gegaan. Ötzi had bovendien ook een snijwond aan zijn hand en een hoofdwond. Op zijn wapens en kleding zijn bloedsporen gevonden van wel vier verschillende mensen!
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
23
1
Vul aan wanneer Ötzi leefde. Gebruik de historische bronnen op p. 23 en de correcte structuurbegrippen.
In welk jaar leefde Ötzi?
b
In welk millennium leefde Ötzi?
c
In welke periode leefde Ötzi?
d
Waarom zeggen we dat Ötzi in die periode leefde?
IN
a
Detailfoto van Ötzi’s lijk, 21e eeuw. Als je aandachtig kijkt, zie je twee lijntatoeages rond de pols van Ötzi.
©
2
↑
VA N
© South Tyrol Museum of Archaeology - www.iceman.it
Bij welk domein zou je dit detail plaatsen?
Plaats de archeologische bronnen die we over Ötzi bestudeerden bij het juiste domein.
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Kies uit: de koperen bijl - de maaginhoud van de mummie - de tas met de geneeskrachtige zwam - de tatoeages
24
POLITIEK
SOCIAAL
ECONOMISCH
CULTUREEL
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
3
Nadat we bronnen nauwkeurig bestudeerd hebben, kunnen we proberen om historische vragen te beantwoorden. Achterhaal wat er fout is in de nieuwsberichten. Gebruik daarvoor opnieuw de informatie uit de bronnen van p. 23.
a b
Markeer wat onnauwkeurig of fout is. Schrijf onder het bericht de juiste informatie.
Sensationele ontdekking in het Schnalsdal Reinhold Messner en zijn partner zijn bij hun tocht op de Similaungletsjer op het goed bewaarde lijk van een jager gestoten dat waarschijnlijk 500 jaar oud op zijn rug had hij sporen van een val. Aan zijn voeten droeg hij Eskimo-achtige schoenen.
Ötzi mogelijk niet vermoord, maar verongelukt
IN
is. De dode droeg een bijl in zijn hand,
Recent onderzoek van de universi-
teit in Innsbruck toont aan dat de eerste bekende alpinist, wiens diepgevroren,
VA N
Alto Adige, 22 september 1991
gemummificeerde lichaam twintig jaar geleden in de Alpen op de grens tussen
Italië en Oostenrijk werd gevonden, door een val tijdens het bergbeklimmen aan zijn einde kwam. Naar: ‘Ötzi mogelijk niet vermoord, maar verongelukt’, De Volkskrant, 8 november 2011.
©
Historisch denken Historici gebruiken historische bronnen om inzicht te krijgen in het verleden. De mummie van Ötzi, en de voorwerpen die erbij gevonden werden, leveren een schat aan materiaal op. Dankzij die vondst kunnen we een deel van de geschiedenis herschrijven. Enerzijds leert de vondst ons iets over Ötzi zelf, anderzijds leert het ons ook iets over de tijd waarin hij leefde. Soms is een vondst op zich ook niet voldoende bewijs om zeker te zijn van iets. Toch geeft de bron je een aanwijzing om iets te denken.
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
25
4
In de linkerkolom lees je welke historische bronnen we hebben over Ötzi. In de rechterkolom lees je welke conclusies we daaruit kunnen trekken. Van sommige zaken zijn we heel zeker: we hebben dan bewijs van iets. Van andere zaken zijn we minder zeker, maar toch kunnen ze een aanwijzing zijn om iets te vermoeden. Van welke conclusies zijn we zeker, en van welke niet helemaal? Schrap in de tweede kolom de aanvulling die niet past. Gebruik je Histokit.
Historische bron
Conclusie Dat bewijst dat … Dat is een aanwijzing om te denken dat …
… hij kort voor zijn dood nog gegeten had.
Er bevond zich een pijlpunt in de schouder van Ötzi.
Dat bewijst dat … Dat is een aanwijzing om te denken dat …
… hij gewelddadig om het leven is gekomen.
Het lichaam van Ötzi bevond zich in de wilde natuur op meer dan 3 000 meter hoogte toen hij stierf.
Dat bewijst dat … Dat is een aanwijzing om te denken dat …
… hij de bergen in vluchtte kort voor zijn dood.
In Ötzi’s spullen vond men een buidel met geneeskrachtige kruiden.
Dat bewijst dat … Dat is een aanwijzing om te denken dat …
… hij kennis had van medicinale planten.
In Ötzi’s spullen vond men een buidel met geneeskrachtige kruiden.
Dat bewijst dat … Dat is een aanwijzing om te denken dat …
… hij goed voorbereid op weg is gegaan voor hij stierf.
Vlak bij de vindplaats van Ötzi’s lichaam vonden archeologen een koperen bijl.
Dat bewijst dat … Dat is een aanwijzing om te denken dat …
… men in de Alpen al ruim 5 000 jaar geleden koperen voorwerpen gebruikte.
Vlak bij de vindplaats van Ötzi’s lichaam vonden archeologen een koperen bijl.
Dat bewijst dat … Dat is een aanwijzing om te denken dat …
… hij een rijk man was of veel aanzien genoot.
©
VA N
IN
De maag van Ötzi was gevuld met nauwelijks verteerd eten.
5
Wat weten we nog niet over Ötzi? Op welke historische vraag zou jij nog een antwoord willen in de toekomst? Formuleer hier een historische vraag over Ötzi.
26
08 HISTORISCH REDENEREN
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
Conclusie
Antwoorden op de onderzoeksvragen Kruis alle juiste antwoorden aan. Meerdere juiste antwoorden zijn mogelijk. Historische vraag 1: Wanneer leefde Ötzi? ☐ aan het einde van het oude nabije oosten ☐ aan het einde van de prehistorie ☐ in het 4e millennium voor Christus ☐ 5300 v.C.
Historische vraag 2: Waar leefde Ötzi?
IN
☐ op de grens tussen het huidige Oostenrijk en Italië ☐ in Zwitserland ☐ in de Alpen
VA N
☐ in de Pyreneeën
Historische vraag 3: Wat kunnen we weten over Ötzi?
☐ Geschreven historische bronnen leren ons dat Ötzi een jager was. ☐ Archeologische bronnen leren ons dat Ötzi leefde in een samenleving met koperen gebruiksvoorwerpen. ☐ Historische werken leren ons hoe oud Ötzi was toen hij stierf.
©
☐ Ötzi liet zelf geschreven bronnen na waarin staat dat hij op jacht ging.
Historische vraag 4: Wat weten we over Ötzi? ☐ Hij was getrouwd. © South Tyrol Museum of Archaeology - www.iceman.it
V
☐ Hij kwam door geweld om het leven. ☐ Hij had kort voor zijn dood nog gegeten. ☐ Hij was stamhoofd.
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
27
VI
Synthese
MODERNE TIJD
ca
.1
00 .5 1
ca MIDDELEEUWEN
KLASSIEKE OUDHEID
HEDENDAAGSE TIJD
OUDE NABIJE OOSTEN
VROEGMODERNE TIJD
PREHISTORIE
50 0 ca . 19 180 45 0
. v. C 00 .8 ca
.3 ca
ca
.3
,5
50
0
m
ilj o
v. C
.
en
v. C
.
Situeren in de tijd en de ruimte
GESCHIEDENIS
Ötzi
geboorte van Jezus Christus
IN
Ötzi werd gevonden in de regio van de Alpen, op de grens van het huidige Oostenrijk en Italië.
VA N
Schema
TIJDLIJN
Ik situeer in de tijd.
©
Ik breng orde aan in het verleden.
GEBRUIK JE HISTOKIT.
STRUCTUURBEGRIPPEN VOOR TIJD
(HISTORISCHE) KAARTENSTUDIE
Ik situeer in de ruimte. STRUCTUURBEGRIPPEN VOOR RUIMTE
Ik gebruik bronnen om het verleden te bestuderen.
28
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
Ik situeer in het maatschappelijke domein.
VIER MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Ik bepaal welke soort bron het is.
SOORTEN BRONNEN
11
07
10
07
09
01
Samenvatting: Maak kennis met Ötzi Orde brengen in het verleden We maken in de les geschiedenis gebruik van drie manieren om orde aan te brengen in het verleden: we situeren gebeurtenissen in tijd, ruimte en maatschappelijk domein. — Historische periodes helpen ons om gebeurtenissen te situeren in de tijd. De begrippen jaar, decennium, eeuw en millennium gebruiken we om te situeren in de tijd. De prehistorie eindigt vanaf het moment dat er voor een samenleving geschreven bronnen zijn. — We situeren gebeurtenissen ook in de ruimte: we bepalen waar een gebeurtenis zich voordeed. — Een derde manier om orde aan te brengen in het verleden is door vier domeinen van de geschiedenis te onderscheiden: politiek, cultureel, sociaal en economisch.
IN
Wat weten we over Ötzi? Wetenschappers hebben zich de afgelopen decennia beziggehouden met het bestuderen van het lichaam van Ötzi. In de periode dat Ötzi leefde, waren er in Europa nog geen geschreven bronnen, hij leefde dus in de prehistorie. Hij had een koperen bijl bij zich. Dat was het eerste bewijs dat er in de tijd waarin Ötzi leefde al koper gebruikt werd in Centraal-Europa. Historische bronnen zoals de bijl die bij het lichaam gevonden werd, de inhoud van zijn tas en de kledij geven ons ook aanwijzingen. De bijl is bijvoorbeeld een aanwijzing voor de sociale status van de man.
VA N
Historisch denken
©
Zonder bronnen geen geschiedenis. We maken een onderscheid tussen historische bronnen en historische werken. In dit hoofdstuk zagen we dat er verschillende soorten historische bronnen zijn: we onderscheiden geschreven, mondelinge, materiële en audiovisuele bronnen. Historische bronnen zijn bewijsmateriaal dat we kunnen gebruiken om historische vragen te beantwoorden. Zo bewijst de koperen bijl die Ötzi bij zich droeg dat de kopertijd in Europa al begonnen was toen Ötzi leefde. Andere historische bronnen leveren ons minder zekerheid op, we spreken dan over een aanwijzing.
Uitbreiding 1: Wat zijn de belangrijkste scharniermomenten in de geschiedenis? De belangrijkste scharniermomenten uit de geschiedenis zijn: het begin van de schriftelijke cultuur (ca. 3500 v.C.), de verschuiving van de macht van het Midden-Oosten naar de Middellandse Zee (ca. 800 v.C.), het einde van het West-Romeinse rijk (476), het begin van de kolonisatie van Amerika (1492), het begin van de Franse revolutie (1789) en het einde van de Tweede Wereldoorlog (1945). Begrippen In dit hoofdstuk kwamen geen historische begrippen aan bod. Wel gebruikten we een aantal structuurbegrippen. Hun betekenis kun je opzoeken in je Histokit. — — — — — —
aanwijzing bewijs chronologie continent eeuw feit
— — — — — —
gelijktijdig historische bron historische periode historisch werk jaar mening
— — — — —
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
millennium periode regio scharniermoment tijdrekening
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
29
Zelfevaluatie
SITUEREN IN DE TIJD Je kunt de zeven historische periodes benoemen. Je kunt de zeven historische periodes correct op een tijdlijn plaatsen.
IN
Je kunt historische kenmerken, personen, begrippen, gebeurtenissen … in de juiste historische periode plaatsen. Je kunt (afbeeldingen van) historische kenmerken, personen, begrippen, gebeurtenissen … correct op een tijdlijn plaatsen.
VA N
Je kunt de begrippen millennium, eeuw, jaar, tijdrekening, periode en duur correct gebruiken om een gebeurtenis te situeren in de tijd. Je kunt het verschil tussen de prehistorie en de geschiedenis toelichten. Je kunt de vondst van de ijsmummie Ötzi situeren in de tijd. SITUEREN IN DE RUIMTE
Je kunt de vindplaats van Ötzi correct aanduiden op een kaart.
©
MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Je kunt de vier maatschappelijke domeinen benoemen. Je kunt elk domein illustreren aan de hand van een concreet voorbeeld. Je kunt de kenmerken en voorbeelden van de levenswijze van Ötzi bij het juiste domein plaatsen. HISTORISCHE BRONNEN EN WERKEN Je kunt een onderscheid maken tussen historische bronnen en historische werken. Je kunt verschillende soorten historische bronnen herkennen en benoemen. Je kunt de gegevens over het leven van Ötzi afleiden uit (bronnen)materiaal. Je kunt bronnen over Ötzi vergelijken en op zoek gaan naar wat we wel, waarschijnlijk of niet kunnen weten over Ötzi.
30
Hoofdstuk 1: Maak kennis met Ötzi
onvoldoende
voldoende
goed
Dit kan ik …
zeer goed
In deze les leerde je situeren in tijd, ruimte en maatschappelijke domeinen. Daarnaast leerde je meer over Ötzi. Dit zelfevaluatieformulier kan je helpen om te bepalen wat je al goed kunt en aan welke elementen je nog moeten werken. Succes!
Homo sapiens, wereldveroveraar
IN
2
©
VA N
Hoofdstuk
© Wellcome Images
↑ Afbeelding van de fossiele schedel van een vrouwelijke Homo sapiens van ca. 27 000 jaar oud. Het fossiel kreeg de naam Cro-Magnon II, naar de vindplaats l’abri de Cro-Magnon in de Franse Dordogne.
31
I
Op ontdekking ↑
Cro-Magnon I, fossiele schedel van Homo sapiens, ca. 27 000 jaar oud, gevonden in de Franse Dordogne. Schedelinhoud van 1 400 cm³.
© Claire Artemyz
IN
← Pekingmens, fossiele schedel met
VA N
gedeeltelijke reconstructie van Homo erectus, ca. 750 000 jaar oud, gevonden nabij Peking, China. Schedelinhoud van 1 000 cm³.
©
© Sabena Jane Blackbird / Alamy
← Sahelanthropus tchadensis,
© Didier Descouens
ca. 7 miljoen jaar oud, gevonden in de Sahelwoestijn in Afrika. Schedelinhoud van 350 cm³.
Nu je de schedels bestudeerd hebt, zit je waarschijnlijk met een heleboel vragen waar je graag een antwoord op wilt. Ook archeologen en historici stellen zich voortdurend vragen over het verleden. Aan de hand van nieuwe ontdekkingen van skeletten en nieuwe wetenschappelijke technieken proberen ze een zo correct mogelijk beeld te vormen van de evolutie en het leven van de mensachtigen. Maar niets is zeker en er duiken steeds nieuwe vragen op. Vragen als: Welk belang hadden de steeds groter wordende hersenen bij de menselijke evolutie? Hoe zeker zijn we van de voorouders van de mens? Kunnen we een correct beeld krijgen van de stamboom van de mens?
32
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
II
Wat weet je al?
1
We zijn allemaal mensen van dezelfde soort, maar toch ziet iedereen er anders uit. Weet jij hoe dat komt?
IN
2
↑
©
VA N
Bespreek welke eigenschappen ons onderscheiden van andere dieren. Dat is niet zo eenvoudig, want dieren kunnen vaak meer dan we denken. De mierensamenleving heeft bijvoorbeeld enorm veel kenmerken waarvan wij vinden dat het typisch menselijke eigenschappen zijn.
Een mierenhoop is vergelijkbaar met een menselijke miljoenenstad.
III
↑ Mieren bouwen een levende brug.
Wat weet je nog niet? In dit hoofdstuk … ✓ ✓ ✓
maak je kennis met een paar fossiele schedels van duizenden jaren oud; leer je alles over de evolutie van mensensoorten; kom je te weten hoe wetenschappers een beeld proberen te krijgen van die prehistorische mensensoorten.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
33
IV
Op onderzoek 08
Historische vraag 1: Waarom zijn mensensoorten ooit rechtop gaan lopen?
10
Historische vraag 2: Waar kwamen mensensoorten voor?
Historische vraag 3: Hoe overleefden onze voorouders?
HISTORISCH REDENEREN
KAARTEN
04 LEESSTRATEGIEËN
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
05
TIJDLIJN
Historische vraag 5: Welke (on)zekerheid bestaat er over onze voorouders?
Uitbreiding 2: Wat kan DNA ons vertellen over de neanderthalers?
©
KIJKSTRATEGIEËN
Uitbreiding 1: Hoe leefden de neanderthalers?
11
IN
LEESSTRATEGIEËN
VA N
04
Historische vraag 4: Wanneer leefden welke mensensoorten?
Historische vraag 6: Wat maakt Homo floresiensis zo interessant?
Historische vraag 7: Wat zijn de oudste kunstuitingen? Uitbreiding 3: Welke betekenis hadden grotschilderingen?
Historische vraag 8: Waren Venusbeeldjes vruchtbaarheidsbeeldjes?
Goed gedaan! Je weet nu meer over de evolutie van verschillende mensensoorten.
34
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
02 BRONNENSTUDIE
Historische vraag 1:
Waarom zijn mensensoorten ooit rechtop gaan lopen? 1
Bekijk het filmpje. Dat legt uit hoe een van onze mogelijke voorouders ooit rechtop is gaan lopen. Die voorouder was Australopithecus afarensis, waarvan je hier het bekendste skelet ziet.
E
2
De mens gaat rechtop lopen. Afrika wordt droger. Het klimaat verandert. De voorouders van de mens passen zich aan. Het regenwoud verdwijnt en de savanne ontstaat.
© Dave Einsel
VA N
A B C D
IN
Noteer de gebeurtenissen chronologisch in de oorzaak-gevolgketen.
HISTORISCH REDENEREN
↑
Het fossiele skelet van ‘Lucy’ (ca. 3 miljoen jaar oud, gevonden in 1974 in Ethiopië) bewijst dat de mogelijke voorouder van de mens ruim 3 miljoen jaar geleden al rechtop liep. Dat bleek vooral uit de studie van het bekken.
08
©
De mens ging rechtop lopen. Geef daar twee voordelen van en onderlijn het belangrijkste van de twee.
3
Geef ook een nadeel van het rechtop lopen.
Meer dan een miljoen jaar geleden waren er dus al mensensoorten die rechtop liepen. Die nieuwe manier van voortbewegen zette een evolutie in gang die uiteindelijk eindigt bij Homo sapiens. Een fossiel van Homo sapiens zag je al in de ontdekplaat.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
35
Historische vraag 2:
Waar kwamen mensensoorten voor?
10 KAARTEN
VA N
IN
De weg van onze voorouders vanaf ca. 3,5 miljoen jaar geleden
1
Š
Is de stelling juist of fout? Als je denkt dat de stelling fout is, schrap je wat fout is en verbeter je het.
De eerste mensachtigen kwamen alleen in AziĂŤ voor.
Australopithecus was de eerste die Afrika verliet.
Homo sapiens ontstond in Afrika en bevolkte van daaruit de wereld.
Amerika werd enkel bewoond door Homo sapiens.
In Europa kwam Homo sapiens in contact met Australopithecus.
36
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
Juist
Fout
Historische vraag 3:
Hoe overleefden onze voorouders? 1
Lees de tekst. Bespreek klassikaal of je het best de zoekstrategie voor oriënterend, zoekend of intensief lezen gebruikt.
04 LEESSTRATEGIEËN
De handen kwamen vrij
VA N
IN
De vroegste fossiele skeletten van onze mogelijke voorouders werden gevonden in Afrika. Eén voorbeeld daarvan is Lucy. Zo’n 3,5 miljoen jaar geleden had Australopithecus zich al aangepast aan de omgeving. In het filmpje leerde je hoe het kwam dat ze evolueerden tot mensensoorten die rechtop liepen. Die verandering vergrootte de overlevingskans van onze voorouders. Bovendien hadden ze hun handen plots vrij om bessen te plukken, knollen op te graven, noten te kraken … Hun hersenen moesten zich vervolgens ook aan die nieuwe handelingen aanpassen. Naast plantaardig voedsel stond er ook vlees op het menu. Onze eerste voorouders gingen waarschijnlijk niet zelf op jacht, maar aten de restjes die roofdieren achterlieten: zij waren aaseter-verzamelaars.
Meer vlees op het menu
©
Er verschenen steeds meer mensensoorten en sommigen ontwikkelden stenen wapens en werktuigen zodat ze zelf op jacht konden gaan. Vanaf dan kunnen we spreken over jagerverzamelaars met een cultuur. Cultuur betekent alles wat de mens zelf creëert, zoals werktuigen en wapens. Die maakten ze uit steen en dus spreken we over de oude steentijd of het paleolithicum.
↑
De cultuur van stenen werktuigen en wapens evolueerde mee met de mensensoorten. De werktuigen en wapens werden complexer, kleiner en gemakkelijker om vast te grijpen.
3,5
3
2,5
2
1,5
miljoen jaar geleden
Doordat ze meer vlees aten, werden hun hersenen langzaamaan groter. Die grotere intelligentie kwam goed van pas als ze nieuwe en betere jachtstrategieën moesten bedenken. Mensensoorten als Homo erectus uit China van 750 000 jaar geleden werden dus steeds slimmer en leerden ook het vuur beheersen en gebruiken.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
37
← Vanaf Homo erectus hebben we sporen dat mensensoorten vuur gebruikten. De beheersing van het vuur betekende een grote sprong voorwaarts voor die soorten.
Het brein van Homo sapiens werd uiteindelijk zo complex dat hij begon te fantaseren en kunst ging produceren. Daarover leer je meer bij historische vraag 7. Ook de lichaamsbouw veranderde: geleidelijk aan werden de mensensoorten groter. De Homo sapiens van de ontdekplaat kon bijvoorbeeld 1,80 meter groot zijn, terwijl Lucy amper 1,10 meter groot was.
IN
De nomadische samenleving
©
VA N
Tijdens het paleolithicum waren alle mensensoorten nomaden of zwervers die in stamverband leefden. Een stam bestond waarschijnlijk uit een 25-tal leden met familiale banden. Als er in een bepaald gebied geen voedsel meer te vinden was, besliste het stamhoofd, al dan niet in samenspraak met de rest van de stam, om op zoek te gaan naar een nieuw vruchtbaar gebied. Uiteindelijk migreerden nomadische samenlevingen ook naar gebieden buiten Afrika en verschenen ze in Azië, Europa en Oceanië. Het was Homo sapiens die ten slotte een migratie kende naar de hele wereld en dus ook in Amerika verscheen. Dat bleek al toen je de kaart bestudeerde. Overal waar Homo sapiens verscheen, stierven verschillende grote landdieren uit. Dat laat wetenschappers besluiten dat Homo sapiens dankzij zijn grote hersenen aan de top van de voedselketen stond. Niet alleen dieren stierven uit, ook andere mensensoorten, zoals de neanderthalers, verdwenen toen de moderne mens hun gebied inpalmde. Homo sapiens veroverde de wereld en heeft tot vandaag een enorme invloed op onze planeet.
↑
Reconstructie van een neanderthalervrouw uit het Nationaal Archeologisch Museum in Madrid.
© Juan Aunion / Shutterstock.com
38
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
2
Homo sapiens kun je vertalen als ‘slimme mens’. In de leestekst op p. 37-38 kom je te weten waar die intelligentie vandaan kwam. Vul het schema aan met twee begrippen uit de tekst.
HANDEN KWAMEN VRIJ.
meer en betere jachttechnieken
grotere hersenen
IN
3
VA N
Door welke ontwikkeling werd de overgang van aaseter-verzamelaar naar jager-verzamelaar mogelijk?
©
4
In de tekst las je over de beheersing van vuur. Bedenk zelf vijf voordelen die mensensoorten als Homo erectus daaruit haalden.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
39
5
Politiek, economisch, cultureel of sociaal? Noteer het juiste domein bij elke stelling. Elk domein komt één keer aan bod.
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Domein Homo sapiens gebruikte zijn fantasie om kunst te produceren.
Het stamhoofd nam waarschijnlijk de leiding bij moeilijke beslissingen.
Onze voorouders waren eerst aaseter-verzamelaars en dan jager-verzamelaars.
Mensensoorten in het paleolithicum leefden in stamverband.
6
een langzame verandering
mensen die niet op één plek blijven wonen
©
mensen die dieren doden en plantaardig voedsel verzamelen
jager-verzamelaars
nomaden of zwervers cultuur
mensen of dieren die restjes van roofdieren eten en plantaardig voedsel verzamelen
migratie
kleine groep mensen die samen overleeft
aaseterverzamelaars
naar een ander gebied verhuizen
stam
F
© FOTOGRIN / Shutterstock.com
40
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
B
evolutie
alles wat de mens creëert
G
A
© Mehendra_art / Shutterstock.com
Verbind de verklaring met het juiste begrip. Zet de hedendaagse afbeelding bij het juiste begrip. Bespreek in de klas waarom je die afbeelding koos.
VA N
a b c
IN
Toon dat je de kernbegrippen van de tekst begrepen hebt.
E
C
D
Historische vraag 4:
Wanneer leefden welke mensensoorten? 1
11
Omcirkel de periode waar we in dit hoofdstuk mee bezig zijn.
MIDDELEEUWEN
MODERNE TIJD
ca
.1
00 .5 ca
1 KLASSIEKE OUDHEID
HEDENDAAGSE TIJD
OUDE NABIJE OOSTEN
VROEGMODERNE TIJD
PREHISTORIE
50 0 ca .1 19 80 45 0
. v. C 00 .8 ca
.3 ca
ca
.3
,5
50
0
m
ilj o
v. C
.
en
v. C
.
TIJDLIJN
2
Noteer bij de tijdlijn de wetenschappelijke naam van de periode.
NEOLITHICUM
VANAF CA. 3500 V.C.: GESCHIEDENIS
©
De oude steentijd of het paleolithicum (palaios = oud, lithos = steen) kreeg die naam omdat mensensoorten toen stenen werktuigen maakten.
PREHISTORIE
© Claire Artemyz
© Dave Einsel
CA. 3,5 MILJOEN V.C.
b
In de ontdekplaat en op de kaart maakte je al kennis met een paar mensensoorten. Noteer het fossiel in het juiste vakje: Cro-Magnon (C), Lucy (L) en Pekingmens (P). Verbind de afbeelding met het juiste vakje.
© Sabena Jane Blackbird / Alamy
a
VA N
IN
GESCHIEDENIS
In dit hoofdstuk bestuderen we enkel de prehistorie. In het vorige hoofdstuk leerde je al dat de prehistorie eindigt wanneer men een schrift begint te gebruiken of wanneer er voor het eerst over een volk wordt geschreven. Aangezien er uit de prehistorie geen geschreven bronnen bestaan, is het onderzoek naar die periode extra moeilijk.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
41
Uitbreiding 1:
Hoe leefden de neanderthalers? 1
Lees het fragment over de neanderthalers uit de historische jeugdroman Vuurmeisje van Dirk Bracke. Het verhaal gaat over de neanderthalers die ongeveer 60 000 jaar geleden in Europa leefden. Ze trokken rond op zoek naar voedsel en leefden in een stammensamenleving.
hout: sterk en toch soepel. De punt heb ik telkens
vuursteenknollen moest bekloppen en klieven
weer aangescherpt en in het vuur gehard. ‘Kijk
om vuistbijlen en krabbers te maken. Punten en
maar, hij is zo puntig als een naald.’
spelden waren moeilijker, maar zelfs dat ging
Dolgelukkig nam Steen de stok aan. Nu pas
hem al goed af. En omdat hij daarin zo bedreven
voelde hij zich een echte jager. Met deze stok zou
was, noemden ze hem Steen.
het doden van paarden, holenleeuwen of beren
‘Dus, je gaat vandaag voor het eerst op jacht?’ vroeg de Oude.
LEESSTRATEGIEËN
IN
De Oude had hem geleerd hoe hij de
04
een koud kunstje zijn. Hij zwaaide een paar keer wild in het rond, alsof hij een wolf aanviel.
‘Ja, Leeuw heeft gezegd dat ik met Beer en Eenarm mee mag. De vrouwen en kinderen zullen
‘Zorg maar dat je vlees naar de grot brengt,’ zei de Oude, ‘want anders zullen ze me wegsturen. Onze voorraad is bijna op en de jagers kunnen
Vanaf vandaag ben ik een jager’, antwoordde
haast geen prooi meer vinden.’
Steen opgewonden.
Steens blijdschap maakte meteen plaats voor
VA N
zonder mij naar wortels of noten moeten zoeken.
Die nacht had hij van pure opwinding niet
bezorgdheid. Hij wist dat Leeuw soms een
kunnen slapen. Hij was naast de Oude - die
ouderling of een meisje verstootte. Zij waren
volgens Steen nooit sliep - bij het vuur gaan
toch niet nuttig voor de jacht en moesten uit de
zitten.
groep vertrekken. ‘Het bestaan van de groep hangt ervan af’, verdedigde Leeuw steeds zijn
gekomen en zocht iets achteraan in de grot. Hij
beslissing. ‘Te weinig voedsel voor te veel
sleepte zijn linkerbeen achter zich aan. Een oeros
monden.’
had ooit met zijn horens sneller toegeslagen dan
Eén keer had Steen het lichaam van zo’n
de Oude kon wegspringen. Sindsdien zorgde
weggezonden meisje gevonden. Het was al
de grijsaard voor het vuur en bewerkte hij
aangevreten door holenhyena’s. Geschrokken
vuursteenknollen. Met zijn kreupele been zou hij
was hij weggelopen. Het leek
voor de jagers toch maar een last betekenen. De
hem het gruwelijkste
Oude kwam met een lange, rechte stok. Steen
wat iemand kon
sprong op. Hij keek begerig naar het wapen.
overkomen: alleen
©
De Oude was intussen moeizaam overeind
en onbeschermd ‘Dit is voor jou’, zei de Oude. ‘Ik wist dat je weldra
zijn.
oud genoeg zou zijn om jager te worden. Ik heb de stok voor jou uitgezocht. Hij is van het beste Uit: D. Bracke, Vuurmeisje. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2004. Dirk Bracke is een van de populairste Vlaamse jeugdschrijvers. Hij heeft al heel wat prijzen gewonnen. Als auteur verricht hij veel opzoekingswerk voor hij begint te schrijven.
↑
Reconstructie van een neanderthaler die gevonden werd in België, 21e eeuw, Brussel.
42
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
© Marcin Rogozinski / Alamy
2
Klopt het beeld dat Dirk Bracke schetst van het leven van de neanderthaler? Om die vraag te beantwoorden moet je de bron kritisch bestuderen aan de hand van de vragen.
a Wat voor soort bron is het?
b
Wie is de auteur van de bron?
c
Wanneer is de bron gemaakt?
d
Waar is de bron gemaakt?
IN
3
VA N
Is het verhaal een betrouwbare bron om iets te weten te komen over het leven van de neanderthaler?
☐ Nee, Dirk Bracke is een jeugdschrijver die spannende verhalen wil schrijven. Hij is geen historicus. ☐ Ja, want Dirk Bracke is een goede jeugdschrijver die al veel boeken geschreven heeft.
4
©
Om te achterhalen of Dirk Bracke correcte informatie heeft gebruikt, onderzoeken we een aantal afbeeldingen en teksten uit het Gallo-Romeins Museum in Tongeren.
Museumtekst 1
Museumtekst 2
In 1856 deden arbeiders in een grot in het
De jager-verzamelaars trokken rond
Neanderdal in Duitsland een bijzondere
op zoek naar vuursteen en voedsel.
ontdekking. Ze vonden beenderen van een
Heel vaak onderbraken ze hun tocht
mensensoort met andere uiterlijke kenmerken
en richtten ze een kamp op. Na een
dan de onze. De neanderthalers en hun directe
tijdje trokken ze dan weer verder.
voorouders leefden ca. 500 000 tot 40 000 jaar geleden in grote delen van Europa, het MiddenOosten en Azië. Overal waar ze leefden, vonden archeologen hun werktuigen. Die waren gemaakt met technieken die wezen op een grote kennis. Zo werd duidelijk dat neanderthalers niet de wildemannen waren waar ze ooit voor doorgingen.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
43
Museumtekst 3 Tot voor kort dachten archeologen dat de neanderthalers niet actief op jacht gingen. Ze zouden zich vooral gevoed hebben met dieren die een natuurlijke dood stierven of met verse kadavers die waren achtergelaten door roofdieren. Maar archeologen vonden op verschillende plaatsen werktuigen en wapens. Daardoor kwamen ze tot de conclusie dat de neanderthalers wel degelijk jagers waren. Ze jaagden op dieren als vossen, bizons, rendieren, neushoorns, mammoeten, hazen … Een van de meest bejaagde dieren was het paard.
↑ Fragment van een onderkaak van een paard, ca. 54 000 tot 45 000 jaar oud, Lanaken (Veldwezelt).
van vuursteenknol tot vuistbijl
IN
Museumtekst 4 Door hun kennis van het gesteente en hun handigheid konden de neanderthalers
VA N
uit een vuursteenknol
multifunctionele werktuigen maken zoals vuistbijlen,
schrabbers (krabbers in het
verhaal) en speerpunten die ze op houten stokken plaatsten.
↑
Een vuursteenknol.
↑ Vuistbijl, ca. 500 000 jaar oud, Lanaken (Kesselt).
5
©
© alle teksten en foto onderkaak paard en vuistbijl: Gallo-Romeins Museum
Waar kun je zeker van zijn? Markeer in het verhaal van Dirk Bracke twee werktuigen die ook in de museumteksten voorkomen. Waarom kun je er zeker van zijn dat neanderthalers die werktuigen gebruikten?
6
Geef twee dingen uit het verhaal waar je niet zeker van kunt zijn.
44
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
Historische vraag 5:
Welke (on)zekerheid bestaat er over onze voorouders? 1
Gaat de evolutie in één rechte lijn? Lees de informatie over de evolutie van de mens en maak de opdrachten.
VA N
IN
Dankzij de vele bewijzen zijn wetenschappers het erover eens dat de huidige mens net als andere dieren ontstaan is na een langzaam proces dat we evolutie noemen. Er zijn immers veel fossiele botten gevonden die ons een kijkje gunnen in het verleden. Stap voor stap proberen onderzoekers de stamboom van de mens op te bouwen om zo een beeld te krijgen van onze voorouders. Op de afbeelding zie je The March of Progress - The Road to Homo sapiens, ofwel: De mars van de vooruitgang - Het pad naar Homo sapiens. Dat bekende beeld domineerde jarenlang de geschiedenisboeken en klaslokalen, maar intussen hebben we het bijgesteld. Op p. 46 zie je de meest recente versie van onze stamboom. Merk je het verschil op?
©
© Leonard de Selva / Bridgeman Images
The March of Progress (Rudolph Zallinger, 1965, VS) toont dat mensensoorten steeds meer rechtop gingen lopen en dat ze altijd vooruitgang boekten. Volgens dat beeld evolueerde het aapachtige wezen in één rechte lijn tot de zogezegde perfecte soort: wij, Homo sapiens, ofwel de slimme mens. Dat beeld is intussen tientallen keren overgenomen en vaak op een grappige manier aangepast.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
45
2
Welke verschillen vallen je op tussen de evolutielijn van de mens op p. 45 en de stamboom op deze pagina? Bespreek klassikaal.
Een meer hedendaagse versie van onze stamboom: de rechte lijn maakt plaats voor een ingewikkelde stamboom met veel vraagtekens en zijtakken van uitgestorven mensensoorten. Wetenschappers kunnen dan wel met zekerheid bewijzen dat we geëvolueerd zijn uit oudere mensensoorten, maar de vraag blijft hoe al die fossiele schedels en skeletten met elkaar verbonden zijn. Het is ontzettend moeilijk om een antwoord op die vraag te geven, want we moeten de stamboom van de mens bij elke nieuwe archeologische vondst aanpassen. De onzekerheid over de verbondenheid tussen de soorten geven we in de stamboom weer met vraagtekens.
↑
miljoen jaar geleden
miljoen jaar geleden
©
VA N
IN
Homo floresiensis
↑ Homo neanderthalensis, ook wel gewoon de neanderthaler genoemd, leefde ooit tegelijk met de mens, maar heeft het niet gehaald. Hij verdween ca. 40 000 jaar geleden.
46
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
© Diagram by Rowena Asley. From The Human Past: World Prehistory & the Development of Human Societies, edited by Chris Scarre, published 2013 by Thames & Hudson Ltd, London.
3
Bestudeer de stamboom en tekst op p. 46. Kruis het juiste antwoord aan.
a
Wat klopt er niet aan het beeld van The March of Progress? ☐ Mensensoorten waren steeds minder behaard. ☐ Mensensoorten liepen rechtop. ☐ De evolutie vond plaats in één rechte lijn richting Homo sapiens. ☐ De menselijke evolutie kende verschillende zijpaden.
b
Hoe werd dat beeld intussen aangepast? ☐ We hebben soorten van de lijn gehaald en vervangen door andere. ☐ Wetenschappers hebben er een vrouwelijke rechte lijn van gemaakt. ☐ We hebben de nieuw ontdekte soorten mee op de lijn geplaatst.
c
IN
☐ Er bestaat vandaag een complexere stamboom met zijtakken en vraagtekens. Wat weten hedendaagse wetenschappers zeker over onze voorouders? ☐ Het pad richting Homo sapiens kunnen we inderdaad in één rechte lijn weergeven.
VA N
☐ We kunnen alle mensensoorten op de stamboom met elkaar verbinden. ☐ De mens evolueerde net als andere dieren uit oudere soorten. ☐ Australopithecus was de eerste die rechtop kon lopen. d
Wanneer zijn wetenschappers zeker over een bepaalde theorie? ☐ als er artikels over verschijnen in de krant
©
☐ als de minister die aankondigt op het nieuws ☐ als het in een oud boek staat geschreven ☐ als ze voldoende bewijs voor de theorie kunnen geven e
Welke mensensoort leefde ooit samen met de mens, maar haalde het niet en verdween ca. 40 000 jaar geleden? ☐ Australopithecus ☐ Homo habilis ☐ Homo neanderthalensis ☐ Paranthropus boïsei
Het opstellen van een menselijke stamboom is ontzettend moeilijk omdat de kennis die we hebben over onze voorouders regelmatig door elkaar wordt geschud. We doen vaak nieuwe vondsten en bedenken nieuwe technieken. Het is dus mogelijk dat de stamboom op p. 46 intussen al is aangepast aan nieuwe ontdekkingen.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
47
← Vandaag doen wetenschappers veel onderzoek naar de voorouders van de mens aan de hand van DNA-analyse. Dat DNA zit in de cellen van je lichaam en bevat alle erfelijke informatie. Het bepaalt hoe jij eruitziet. Door het DNA van moderne mensen en van onze voorouders te analyseren krijgen wetenschappers een beter inzicht in de stamboom van de mens en de verbanden tussen de mensensoorten. Zo zijn we tot een verrassende conclusie gekomen over de neanderthaler.
IN
Wil je meer weten? Maak dan zeker uitbreiding 2!
Uitbreiding 2:
©
VA N
Wat kan DNA ons vertellen over de neanderthalers?
Je lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen die bepalen hoe jij eruitziet. In de celkern zit namelijk DNA, ofwel deoxyribonucleic acid. Dat DNA bepaalt welke huidskleur je hebt, hoe lang je bent, of je een aangeboren ziekte hebt … De helft van je DNA kreeg je van je moeder, de andere helft van je vader. Wetenschappers gebruiken DNA vandaag voor allerlei interessante onderzoeken. Denk maar aan moordzaken waarbij ze DNA als bewijs kunnen gebruiken. Ook voor ons onderzoek naar prehistorische mensensoorten komt DNA goed van pas. Wetenschappers zijn erin geslaagd om het DNA van een aantal mensensoorten en dieren in kaart te brengen en zo aan te tonen hoe ze met elkaar verbonden zijn. Onze meest nauwe verwant in het dierenrijk vandaag is de chimpansee. Ons DNA komt met meer dan 97 % overeen. Dat toont aan dat de chimpansee en de mens van dezelfde voorouder afstammen. Ook weten we vandaag dat de neanderthalers een beetje in ons voortleven, terwijl wetenschappers vroeger dachten dat ze volledig uitgestorven waren. Vooral mensen in Europa en het Midden-Oosten zijn dragers van het neanderthaler-DNA.
48
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
1
Hoe kan het dat mensen in Europa en het Midden-Oosten soms wel 4 % neanderthaler-DNA in zich hebben?
2
05 KIJKSTRATEGIEËN
© Granger
Kijk aandachtig naar de twee reconstructies van de neanderthaler. Welke verschillen tussen de twee zie je? Gebruik de kijkstrategieën in je Histokit.
IN
A
VA N
B
↑
↑
Hedendaagse reconstructie van een neanderthaler in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren.
© Gallo-Romeins Museum
©
In 1909 tekende Frantisek Kupka zijn versie van de neanderthaler: een naakte en fel behaarde wildeman. Dat beeld van de neanderthaler met zijn knots is vandaag nog altijd gangbaar, ook al hebben archeologen nog nooit zo’n knots gevonden.
3
Beoordeel nu welke de meest correcte reconstructie is. Zet een kruisje bij de afbeelding en geef een argument voor je keuze.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
49
Historische vraag 6:
Wat maakt Homo floresiensis zo interessant? 1
In 2003 ontdekten archeologen op het Indonesische eiland Flores een uitgestorven mensensoort. Die gaven ze de naam Homo floresiensis, naar de vindplaats. Die vind je ook op de kaart op p. 36. Omdat de gefossiliseerde skeletten maar één meter lang bleken te zijn, kreeg de mensensoort de bijnaam Hobbit, naar de dwergachtige personages uit de boeken van Tolkien. Wetenschappers onderzochten de botten en kwamen tot verrassende conclusies. Lees de artikels en maak de oefeningen.
Klein neefje van de mens volgens hen behoren tot een andere soort dan In een grot op Flores werden vorig
wij, Homo sapiens. De Australische onderzoekers vermoeden dat de dwergmensen van
IN
jaar de overblijfselen van Homo floresiensis opgegraven door een team onder leiding van
Flores afstammen van veel grotere mensen,
de Australische archeoloog Peter Brown.
behorend tot de soort Homo erectus, die een
De onderzoekers vonden een skelet van een één meter lange volwassen vrouw en
klein miljoen jaar geleden vanuit Azië de zee zijn overgestoken.
VA N
losse botten van enkele andere individuen die
Naar: STS, ‘Klein neefje van de mens’, Het Nieuwsblad, 28 oktober 2004.
Hobbit is geen nieuwe soort
©
Professor Charles Oxnard beweerde eerder
al dat de Hobbit - of Homo floresiensis - geen nieuwe mensensoort is, maar leed aan dwerggroei. Hij bestudeerde het skelet en vergeleek het met de botten van gezonde mensen, chimpansees en mensen met dwerggroei. Hij besluit dat Homo floresiensis inderdaad een moderne
↑ Schedels van Homo sapiens en Homo floresiensis.
mens was en gewoon aan een ziekte leed. Naar: C. Kraaijvanger, ‘Hobbit is geen nieuwe soort’, Scientias, 29 september 2010, www. scientias.nl.
2
Vergelijk de artikels.
a b c 50
Markeer de naam van de wetenschapper die aan bod komt in het artikel. Markeer de stelling die de wetenschapper naar voren schuift. Als je die stellingen met elkaar vergelijkt, wat valt je dan op? De wetenschappers hebben wel / niet dezelfde mening over Homo floresiensis.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
3
106 cm
Bekijk het skelet en lees de tekst.
Bizar! Homo floresiensis leefde ca. 90 000 tot 12 000 jaar geleden op het eiland Flores in Indonesië. Hij was amper één meter lang en had een herseninhoud van ongeveer 380 cm³. Bizar, want Homo floresiensis leefde dus op hetzelfde moment als Homo sapiens.
Waarom kreeg de tekst de titel ‘Bizar!’?
IN
Historische vraag 7:
Mensen discussiëren al heel lang over wat we precies verstaan onder kunst. Als een prehistorische mens een halsketting maakte, kunnen we dan zeggen dat hij kunst produceerde? Bespreek klassikaal hoe we kunst zouden kunnen omschrijven.
©
1
VA N
Wat zijn de oudste kunstuitingen?
Zou je het schilderij van kunstenaar Jackson Pollock uit 1952 kunnen beschouwen als kunst, ook al bestaat het enkel uit verfspatten?
© Bumble Dee / Shutterstock.com
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
51
2
↑ Grotschilderingen behoren tot de oudste sporen van kunstuitingen. Ze verschenen ca. 35 000 jaar geleden.
IN
VA N
Uitbreiding 3:
Ook mensapen werden aan het schilderen gezet, soms met zeer verrassende resultaten.
↑
Venusbeeldjes dateren uit min of meer dezelfde tijd als de grotschilderingen. Volg de groene lijn nog wat verder en je komt er alles over te weten.
↑
©
Welke betekenis hadden grotschilderingen? 1
Bekijk de afbeeldingen. Bespreek waarom de slaapkamer wel mooi gedecoreerd is en de kelder niet.
52
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
© Desmond Morris Collection
© thipjang / Shutterstock.com
Kunst produceren en erover nadenken of fantaseren zijn typisch voor het menselijke brein. We doen het al eeuwen en het is waarschijnlijk Homo sapiens die als enige de mogelijkheid had en heeft om kunst te creëren. Heel zeker weten we dat niet. Kijk maar naar de afbeeldingen.
2
Bekijk de plattegrond van de grot in Altamira.
a b
Bespreek klassikaal welke plaats prehistorische mensen waarschijnlijk gebruikten als leef- en slaapruimte. Zet een kruisje op die plek.
↑
IN
De grot van Altamira, Spanje
VA N
Getekende plattegrond van de Spaanse grot van Altamira. De tekening maakt duidelijk waar de prachtige 15 000 jaar oude grotschilderingen te vinden zijn.
3
4
©
Nu je de grotschilderingen aandachtig hebt bekeken, kun je alvast één hypothese uitsluiten. Wat waren ze waarschijnlijk niet?
Noteer een argument voor je antwoord bij voetstap 3.
↑
Grotschildering van een bizon, ca. 15 000 jaar oud, Lascaux, Frankrijk.
© thipjang / Shutterstock.com
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
53
5
Prehistorische kunstenaars gingen heel diep de grot in om in het donker afbeeldingen te schilderen. Waarom maakten ze het zichzelf zo moeilijk en schilderden ze ze niet gewoon op een toegankelijke plaats? En wat is de betekenis van de grotschilderingen diep in de grotten? Lees de drie hypotheses. Een hypothese is een stelling die (nog) niet (helemaal) bewezen is. Bespreek welke hypothese volgens jou het meest aannemelijk is. Bedenk zelf nog een andere hypothese als je kunt. Hypothese 2: Sommigen denken dat de grotschilderingen de hallucinaties van prehistorische mensen voorstellen. Ze drogeerden zichzelf en reisden in trance naar het rijk der geesten. Daarna schilderden ze de dieren die ze tijdens de hallucinaties hadden gezien.
Hypothese 3: Sommigen denken dat de grotschilderingen gelinkt zijn aan godsdienstige rituelen. Mogelijk zagen ze bepaalde dieren als goden en vereerden ze die goden door ze diep in Moeder Aarde af te beelden.
© Francois DUCASSE
©
© Print Collector
VA N
Hypothese 1: Sommigen denken dat de grotschilderingen iets met de jacht te maken hadden. Prehistorische mensen zouden de schilderingen hebben gemaakt om zo succesvoller te zijn tijdens de jacht.
IN
a b c
↑ Grotschildering van o.a. een mammoet, ca. 13 000 jaar oud, Rouffignac, Frankrijk.
↑ Grotschildering, ca. 15 000 jaar oud, Lascaux, Frankrijk. Bij dit dier stellen wetenschappers zich vragen: Heeft zo’n dier ooit bestaan? En wat stellen de cirkels voor?
54
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
Historische vraag 8:
Waren Venusbeeldjes vruchtbaarheidsbeeldjes? Historisch denken Niets is wat het lijkt in de geschiedenis. Historische bronnen vertellen hun verhaal niet zomaar. Enkel door heel doordacht te werk te gaan kunnen we een correct antwoord vinden op historische vragen. Als je bronnen analyseert, gebruik je het stappenplan bronnenstudie in je Histokit. Je zult de komende jaren nog vaak werken met dat stappenplan. Het helpt je om de historische methode onder de knie te krijgen.
1
02
Onderzoek of Venusbeeldjes vruchtbaarheidsbeeldjes waren.
✓ Wat voor soort bron is het?
✓ Waar is de bron gemaakt?
✓ Wie is de auteur/maker?
✓ Wanneer is de bron gemaakt?
VA N
BRONNENSTUDIE BRONNENSTUDIE
IN
search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron.
02
✓ Welk domein koppel je aan de bron?
©
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig. ✓ Noteer in de hokjes de uiterlijke kenmerken van de Venus van Willendorf. De foto is op ware grootte.
cm
← Venus van Willendorf, ca. 23 000 jaar oud, gevonden in 1908 bij Willendorf, Oostenrijk.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
55
search Stap 3: Ik denk na over de bron. ✓ Had de maker een doelpubliek? Zo ja, wie? ✓ De uiterlijke kenmerken van de Venus van Willendorf hadden waarschijnlijk een betekenis. Trek een pijl van de oorzaak naar het gevolg. Je kunt de pijl in alle richtingen trekken. De prehistorische mens maakte enkel kleine beeldjes die hij als nomade kon meenemen.
De prehistorische mens wilde waarschijnlijk de vruchtbaarheid van de vrouw benadrukken.
In de prehistorie zwierven mensen rond en aten ze weinig vet en suikers.
De prehistorische Homo sapiens was een zwerver/nomade.
Prehistorische vrouwen werden overdreven afgebeeld met dikke borsten en brede heupen.
IN
De prehistorische Homo sapiens was vermoedelijk mager.
VA N
✓ Wetenschappers zijn zelden 100 % zeker van het verleden van de mens. Markeer twee woorden in de verbindoefening die op onzekerheid duiden. ✓ Is de bron bruikbaar en betrouwbaar? Schrap wat fout is.
De Venus van Willendorf is een bruikbare / geen bruikbare bron om de vraag mee te beantwoorden.
De Venus van Willendorf is een betrouwbare / geen betrouwbare bron om de vraag mee te beantwoorden.
©
search Stap 4: Ik beantwoord de onderzoeksvraag. ✓ Waren Venusbeeldjes vruchtbaarheidsbeeldjes? ☐ waarschijnlijk wel
☐ waarschijnlijk niet ✓
Geef een argument voor je antwoord.
56
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
↑
Ivoren beeldje, ca. 35 000 jaar oud, gevonden in Duitsland.
© Prisma by Dukas Presseagentur GmbH / Alamy
Conclusie
Antwoorden op de onderzoeksvragen Kruis het juiste antwoord aan. Historische vraag 1: Waarom zijn mensensoorten ooit rechtop gaan lopen? ☐ Zo konden ze beter fruit plukken. ☐ Omdat ze op de savanne leefden. ☐ Ze hoopten dat op die manier hun hersenen zouden groeien. ☐ Zo hadden ze minder rugklachten.
Historische vraag 2: Waar kwamen mensensoorten voor?
IN
☐ eerst in Amerika, later in de rest van de wereld ☐ eerst in Azië, later in de rest van de wereld
☐ eerst in Afrika, later in de rest van de wereld
VA N
☐ eerst in Europa, later in de rest van de wereld
Historische vraag 3: Hoe overleefden onze voorouders? ☐ Ze gingen eerst jagen en werden later aaseters.
☐ Ze verzamelden voedsel en gingen na verloop van tijd ook jagen. ☐ Ze deden aan landbouw.
©
V
☐ Ze gingen winkelen in de supermarkt.
Historische vraag 4: Wanneer leefden welke mensensoorten? ☐ Vanaf ongeveer 3,5 miljoen jaar geleden liep Australopithecus al rechtop. ☐ Vanaf ongeveer 2 miljoen jaar geleden begonnen de neanderthalers te praten. ☐ Vanaf ongeveer 10 000 jaar geleden leefde Homo sapiens in Afrika. ☐ Alle mensensoorten leefden sinds het ontstaan van de aarde.
Historische vraag 5: Welke zekerheid bestaat er over onze voorouders? ☐ Ze evolueerden uit oudere soorten. ☐ Ze hadden allemaal blauwe ogen. ☐ Ze evolueerden in een rechte lijn. ☐ Ze kunnen allemaal met elkaar verbonden worden.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
57
Historische vraag 6: Wat maakt Homo floresiensis zo interessant? ☐ Het is een mensensoort die aan dwerggroei leed. ☐ Het is een aparte mensensoort. ☐ Het is een mensensoort waarover wetenschappers nog lang niet alles weten. ☐ De herseninhoud is net als bij Homo sapiens groter geworden. Historische vraag 7: Wat zijn de oudste kunstuitingen? ☐ tempels en kerken ☐ theater en film ☐ grotschilderingen en Venusbeeldjes
IN
☐ fresco’s en halskettingen
Historische vraag 8: Waren Venusbeeldjes vruchtbaarheidsbeeldjes? ☐ waarschijnlijk wel
VA N
☐ nee, heel zeker niet ☐ We hebben geen flauw idee.
☐ Nee, het waren allemaal mannenbeeldjes.
VI
©
Synthese
Situeren in de tijd en de ruimte
58
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
ca . 19 180 45 0 HEDENDAAGSE TIJD
MIDDELEEUWEN
MODERNE TIJD
ca .
50 0
GESCHIEDENIS
ca .
1 KLASSIEKE OUDHEID
15 00
. v. C 80 0 OUDE NABIJE OOSTEN
VROEGMODERNE TIJD
PREHISTORIE
ca .
ca .
ca .
3,
5
35 00
m
ilj
v. C
.
oe
n
v. C
.
De evolutie van de mens vond plaats tijdens de prehistorie.
Homo sapiens veroverde vanaf ca. 200 000 jaar geleden vanuit Afrika de hele wereld.
Schema
VA N
IN
De weg van Homo sapiens
Het klimaat veranderde.
©
De evolutie van de mens in een lange oorzaak-gevolgketen:
Afrika werd droger.
Het regenwoud verdween en de savanne ontstond.
ZE GEBRUIKTEN WERKTUIGEN.
Voorouders van de mens pasten zich aan (o.a. rechtop lopen).
Ze kregen grotere hersenen.
Aaseter-verzamelaars werden jagerverzamelaars.
DE KUNST ONTSTOND.
Beeldvorming over de evolutie van de mens: Beeld van de evolutie van de mens in 1965: één rechte lijn naar Homo sapiens.
Recent beeld van de evolutie van de mens: een ingewikkelde stamboom met veel zijtakken en vraagtekens.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
59
Samenvatting: Homo sapiens, wereldveroveraar 3,5 miljoen jaar geleden pasten vroegere voorouders van de mens in Afrika zich aan hun omgeving aan en gingen ze rechtop lopen. Dat zette een evolutie in gang waarbij mensensoorten steeds grotere hersenen kregen. Uiteindelijk bleef Homo sapiens als enige mensensoort over. Dat de mens evolueerde uit oudere soorten zoals andere dieren is bewezen. Daarover bestaat er binnen de wetenschappelijke wereld grote zekerheid. Maar onderzoek naar de prehistorie is ontzettend moeilijk en er bestaat veel onzekerheid over wie onze voorouders nu precies waren. Vroeger plaatste men de voorouders in ĂŠĂŠn lijn richting Homo sapiens. Vandaag heeft men de voorouders van de mens in een ingewikkelde stamboom geplaatst die jaar na jaar aangepast wordt aan de hand van nieuwe vondsten.
VA N
IN
Van de vele mensensoorten die ooit bestonden, veroverde Homo Sapiens geleidelijk als enige de wereld. Dat gebeurde tijdens het paleolithicum, ook wel de oude steentijd genoemd, omdat de mens toen een cultuur ontwikkelde waarbij hij stenen werktuigen en wapens gebruikte. De eerste mensensoorten waren waarschijnlijk aaseter-verzamelaars die op zoek gingen naar restjes van roofdieren, maar vooral plantaardig voedsel aten. Door de grotere hersenen evolueerden zij na een tijd in jager-verzamelaars die in staat waren om zelf dieren te doden. Ze leefden in stammen die noodgedwongen moesten migreren als het voedsel in hun gebied op was. Daardoor kun je spreken van een nomadische samenleving. De eerste kunstuitingen zoals grotschilderingen en Venusbeeldjes linken we ook aan Homo sapiens. Historisch denken
Š
Bronnen helpen ons een antwoord te vinden op historische vragen. Bij heel wat historische vragen zijn we onzeker van het antwoord. Historici stellen dan hypotheses op. Dat wil zeggen dat ze mogelijke antwoorden verzinnen. Dan kunnen ze nagaan voor welk antwoord er het meeste bewijs is. De Venus van Willendorf is een bruikbare en betrouwbare archeologische bron om meer te weten te komen over de betekenis van Venusbeeldjes.
Uitbreiding 1 en 2: Wat weten we over de neanderthalers? In Europa en het Midden-Oosten kwam Homo sapiens in contact met de neanderthaler. Die laatste verdween ca. 40 000 jaar geleden. Het vroegere beeld van die mensensoort was dat van een wildeman met een knots. Dat beeld werd door wetenschappelijk onderzoek bijgesteld: de neanderthaler leek meer op Homo sapiens dan we vroeger dachten. Bovendien is aangetoond dat sommige Homo sapiens en neanderthalers kinderen voortbrachten.
60
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
Uitbreiding 3: Welke betekenis hadden grotschilderingen? Aangezien de grotschilderingen zeer diep in donkere grotten voorkomen, vermoeden wetenschappers dat de schilderingen niet zomaar versieringen waren. Wat de betekenis precies is, weten we nog altijd niet, al bestaan er wel verschillende hypotheses.
06
Begrippen
HISTORISCHE BEGRIPPEN
Je leerde de volgende historische begrippen: uiting van menselijk gedrag, tegengestelde van natuur
— jager-verzamelaar
bestaanswijze waarbij mensen overleven door wilde planten te zoeken en op dieren te jagen
— kunstuiting
product van menselijke creativiteit
— migratie
verplaatsing van groepen mensen van de ene naar de andere plaats
IN
— cultuur
— nomadische samenleving samenleving waarbij mensen in stamverband rondtrekken
— gevolg — oorzaak
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
— oorzaak-gevolgketen — verandering
©
— argument — evolutie
VA N
Ook deze structuurbegrippen kwamen aan bod. Hun betekenis kun je opzoeken in je Histokit.
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
61
Zelfevaluatie
SITUEREN IN DE TIJD Je kunt de prehistorie correct op een tijdlijn plaatsen.
SITUEREN IN DE RUIMTE
IN
Je kunt de evolutie naar rechtop lopen situeren in de tijd.
Je kunt de evolutie naar rechtop lopen situeren in de ruimte. HISTORISCHE BRONNEN EN WERKEN
VA N
Je kunt hypotheses van wetenschappers over de evolutie van de mens vergelijken.
Je kunt daaruit afleiden wat we wel, waarschijnlijk of niet kunnen weten over de evolutie van onze voorouders.
Je kunt een kritische bronnenstudie uitvoeren op een bron als de Venus van Willendorf door het stappenplan toe te passen.
Š
Je kunt beoordelen of bronnen als de Venus van Willendorf betrouwbaar en bruikbaar zijn om een antwoord te vinden op de historische vraag over Venusbeeldjes. HOMO SAPIENS VEROVERT DE WERELD Je kunt de evolutie van aaseter-verzamelaar naar jager-verzamelaar beschrijven. Je kunt de volgende begrippen in de juiste context gebruiken: cultuur, evolutie, jager-verzamelaar, kunstuitingen, migratie en nomadische samenleving. Je kunt verklaren waarom en hoe Homo sapiens als enige de wereld veroverde. Je kunt beschrijven hoe de meest recente versie van de menselijke stamboom eruitziet.
62
Hoofdstuk 2: Homo sapiens, wereldveroveraar
onvoldoende
voldoende
goed
Dit kan ik ‌
zeer goed
In deze les leerde je meer over de evolutie van mensensoorten en hoe wetenschappers tot hun inzichten komen over de prehistorische mens. Je leerde zelf ook kritisch aan de slag te gaan met bronnenmateriaal. Dit zelfevaluatieformulier kan je helpen om te bepalen wat je al goed kunt en aan welke elementen je nog moeten werken. Succes!
De grootste verandering ooit?
IN
3
©
VA N
Hoofdstuk
↑ Met klei bewerkte schedel van een man, ca. 7500 v.C., Jericho. © Print Collector / Contributor
63
I
Op ontdekking ← Maïs en andere gewassen kunnen in
IN
laboratoria gemanipuleerd worden zodat de granen groter worden en beter bestand zijn tegen ziektes.
©
VA N
↑
Runderen van het Belgische witblauwe ras werden gefokt omwille van hun spiermassa. Die is inmiddels zo enorm dat de meeste kalveren enkel ter wereld kunnen komen met een keizersnede.
← In de 17e eeuw fokte men bulldogs om tegen stieren te vechten. Later selecteerde men ze op basis van hun uiterlijk. Sommige mensen vonden korte snuiten met veel plooien mooi. Dat zorgde ervoor dat de honden nu vaak ademhalingsproblemen, allergieën en oorontstekingen hebben.
We onderzoeken in dit hoofdstuk een van de grootste veranderingen aller tijden. We gaan eerst na waar, wanneer en waarom de landbouw ontstond. Daarna onderzoeken we ook welke gevolgen de landbouw had voor mens en samenleving.
64
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
II
Wat weet je al? In het vorige hoofdstuk leerden we hoe mensensoorten langzaamaan veranderden. In dit hoofdstuk leren we hoe de mens geleidelijk de overgang maakte naar de landbouw.
08 HISTORISCH REDENEREN
1
Met welk begrip duiden we een ‘langzame verandering’ aan?
Met het begrip
2
VA N
IN
Beschrijf welke stappen er ondernomen worden vóór een lekkere pizza uit je oven komt. Gebruik de foto’s als inspiratie voor je antwoord.
©
III
Wat weet je nog niet? In dit hoofdstuk … ✓ ✓ ✓
leer je meer over de evolutie van jager-verzamelaar naar landbouwer; leer je welke gevolgen die evolutie had voor de samenleving; onderzoek je het graf van een man uit het 3e millennium v.C.
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
65
IV
Op onderzoek Historische vraag 1: Waarom werd de jagerverzamelaar een landbouwer?
Historische vraag 2: Wanneer veranderde Homo sapiens in een landbouwer?
Historische vraag 3: Waar ontstond de landbouw?
08 HISTORISCH REDENEREN
11
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
Uitbreiding 1: Hoe zorgde de landbouw voor een spectaculaire bouwkunst in Europa?
HISTORISCH REDENEREN
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Historische vraag 6: Was de boogschutter van Amesbury een belangrijke persoon in de neolithische samenleving bij Stonehenge?
Uitbreiding 2: Hebben jagerverzamelaars en boeren vreedzaam samengeleefd in hetzelfde gebied?
Je bent er! Je weet nu meer over de landbouwevolutie, de gevolgen ervan en de nieuwe ontwikkelingen die eruit ontstonden.
66
08
VA N
IN
01 SOORTEN BRONNEN
04 LEESSTRATEGIEËN
Historische vraag 5: Welke nieuwe technieken ontstonden er tijdens het neolithicum?
©
HISTORISCH REDENEREN
HISTORISCH REDENEREN
TIJDLIJN
Historische vraag 4: Welke gevolgen had de overgang naar de landbouw tijdens het neolithicum voor Homo sapiens?
08
08
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
02 BRONNENSTUDIE
Historische vraag 1:
Waarom werd de jager-verzamelaar een landbouwer? 1
Kijk naar het filmpje over het ontstaan van de landbouw. Noteer de letters bij de gebeurtenissen chronologisch in de oorzaak-gevolgketen.
08 HISTORISCH REDENEREN
2
VA N
IN
A Mensen verzamelen wilde granen en merken dat die elk jaar opnieuw groeien langs de paden die ze nemen. B De laatste ijstijd is ten einde. Sommige plaatsen in de wereld worden vochtiger en dus vruchtbaarder. C Mensen blijven steeds langer in de buurt van hun gezaaide graan. Zo kunnen ze het water geven en het oogsten. D Mensen trekken naar vruchtbare gebieden op zoek naar voedsel. E Mensen komen tot het inzicht dat je zelf graan kunt planten. En dat doe je het best op vruchtbare plaatsen zoals langs een rivier. F Mensen blijven uiteindelijk op één plek wonen om er aan landbouw te doen.
Kruis het juiste antwoord aan.
b
c
In welke periode waren mensen jager-verzamelaars? ☐ de geschiedenis
☐ het neolithicum
☐ het paleolithicum
☐ de nieuwe steentijd
©
a
In welke periode maakte de mens de overgang naar de landbouw? ☐ de middeleeuwen
☐ de oude steentijd
☐ de geschiedenis
☐ het neolithicum
Wat is de Nederlandse vertaling van het begrip neolithicum?
☐ de geschiedenis
☐ de nieuwe steentijd
☐ de oude steentijd
☐ de middeleeuwen
↑
Eenkoorn, een van de oudste graansoorten ter wereld.
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
67
Historische vraag 2:
Wanneer veranderde Homo sapiens in een landbouwer? 1
11
Situeer de agrarische evolutie in de tijd.
a b c
TIJDLIJN
Omcirkel bij tijdlijn 1 de periode waar we in dit hoofdstuk mee bezig zijn. Noteer in het kader bij tijdlijn 2 de juiste wetenschappelijke naam van de bestudeerde periode. Hoe zie je op tijdlijn 2 dat de overgang naar de landbouw langzaam gebeurde? Noem twee zaken waaraan je merkt dat de overgang geleidelijk was.
2
IN
Hoe noemen we een langzame of geleidelijke overgang? Gebruik de begrippenlijst in je Histokit.
☐ een evolutie
3
VA N
☐ een revolutie
08 HISTORISCH REDENEREN
TIJDLIJN 1
. v. C
35 00
ca .
ca .
3,
5
m
ilj o
en
©
v. C
.
Verbind de iconen met de juiste bolletjes bij tijdlijn 1 en 2.
PREHISTORIE
OUDE NABIJE OOSTEN
TIJDLIJN 2
68
PREHISTORIE
CA. 3,5 MILJOEN V.C.
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
PALEOLITHICUM
4
Het neolithicum situeert zich dus nog in de prehistorie. Welke soort bronnen hebben we niet als we die periode onderzoeken?
☐ materiële bronnen
☐ geschreven historische bronnen
☐ geschreven historisch werk
☐ kunstuitingen
5
Van welke periode is de duur absoluut het langst?
☐ de prehistorie
IN
☐ de geschiedenis
Historische vraag 3:
VA N
Waar ontstond de landbouw? 1
03
PREHISTORIE
19 45
HEDENDAAGSE TIJD
MODERNE TIJD
ca .
18 00
HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
VANAF CA. 3500 V.C.: GESCHIEDENIS
GESCHIEDENIS
CA. 10000 V.C.
15 00
MIDDELEEUWEN
VROEGMODERNE TIJD
KLASSIEKE OUDHEID
ca .
50 0 ca .
© 1
ca .
80 0
v. C
.
Bestudeer de kaart op p. 71. Gebruik het stappenplan historische kaarten in je Histokit.
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
69
2
Situeer de agrarische evolutie in de ruimte.
a b
Noteer ‘Vruchtbare Sikkel’ op de kaart in het kadertje. Welke plaats in de wereld kende als eerste sporen van landbouw?
c
Duid in de tabel aan of het gaat om een gebied waar landbouw ontstond of een gebied waarnaar landbouw zich later verspreidde . Plaats
Ontstaan
Later verspreid
Europa Midden-Amerika
Midden-Oosten
VA N
India - de Indus
IN
China - de Huang He
3
©
Het basisvoedsel is vandaag op veel plaatsen nog altijd hetzelfde als tijdens het neolithicum. Noteer onder de foto’s van hedendaagse gerechten het juiste continent.
70
maïstortilla gevuld met kalkoen
rijst met varkenscurry
broodje met kaas en ham
continent:
continent:
continent:
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
71
Š VA N IN
De agrarische evolutie (neolithicum vanaf ca. 8000 v.C.)
Historische vraag 4:
Welke gevolgen had de overgang naar de landbouw tijdens het neolithicum voor Homo sapiens? 1
Lees aandachtig de tekst. Bespreek klassikaal of je het best de zoekstrategie voor oriënterend, zoekend of intensief lezen gebruikt.
Meer kans op overleven
©
VA N
IN
Zo’n 12 000 jaar geleden eindigde de laatste ijstijd en maakte een aantal mensen in de Vruchtbare Sikkel de overgang naar de landbouw. In de buurt van rivieren begonnen ze zelf planten te telen en akkers te bewerken. Ze vulden hun dieet van verzameld voedsel aan met dat zelf geteelde voedsel. Dat noemen we de agrarische evolutie of de landbouwevolutie. Wolven waren eerder al gedomesticeerd: ze werden tam gemaakt en evolueerden tot honden. Nu ging de mens ook dieren zoals schapen en geiten temmen en fokken in plaats van ze meteen te doden. Zo ontstond de veeteelt. Planten en dieren werden door de mens speciaal geselecteerd: grotere zaden brachten grotere planten voort. Geiten die meer melk produceerden, mochten zich voortplanten, andere niet. Dankzij de akkerbouw en veeteelt konden de eerste landbouwers zelf voedsel produceren en hoefden ze niet telkens te verhuizen. Zo ontstond de sedentaire samenleving, waarin mensen op dezelfde plek bleven wonen. In plaats van tijdelijke hutten bouwden ze voortaan huizen. Omdat de boeren allemaal een plek zochten waar de grond vruchtbaar was - meestal langs een rivier - leefden steeds meer mensen op dezelfde plek samen. Zo ontstonden de eerste dorpen. Daar waren de inwoners beter beschermd tegen regen, kou en wilde dieren. De overgang naar de landbouw had bedoelde en onbedoelde gevolgen. Door de landbouw was er meer voedsel beschikbaar, waardoor de overlevingskansen van de mensen groeiden. Dat zorgde op zijn beurt voor een toename van de wereldbevolking. En Homo sapiens had vanaf dat moment meer kans om als soort te overleven. Tijd
72
Wereldbevolking
10000 v.C.
ca. 4 miljoen
8000 v.C.
ca. 5 miljoen
6000 v.C.
ca. 5 miljoen
4000 v.C.
ca. 7 miljoen
2000 v.C.
ca. 27 miljoen
het jaar 1
ca. 170 miljoen
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
← De geschatte wereldbevolking vanaf 12 000 jaar geleden.
04 LEESSTRATEGIEËN
Rugklachten Toch betekende die hogere overlevingskans niet automatisch dat het leven van de mensen ook verbeterde. Om te beginnen moesten boeren veel harder en langer werken dan jagerverzamelaars. Ze moesten de bodem bewerken, onkruid wieden, planten water geven en de oogst op tijd binnenhalen. Onderzoek naar skeletten uit die tijd toont aan dat de boeren onder andere veel rugklachten hadden. En dat allemaal voor een steeds minder gevarieerd voedselaanbod. De landbouwers concentreerden zich immers op gewassen als tarwe en gerst, waar ze pap en later brood van maakten. Die rugklachten konden niet de bedoeling zijn geweest.
Privébezit en ongelijkheid
©
VA N
IN
Bovendien kon de oogst ook mislukken door droogte. En de veestapel kon sterven door ziekte. Er kwamen wel steeds meer mensen bij, maar het gevaar dat een heel dorp van de honger omkwam, was altijd aanwezig. Als de dorpelingen van het ene dorp hun oogst zagen mislukken, vielen ze soms een ander dorp aan om daar voorraden te stelen. Zo ontstonden georganiseerde gewelddadige conflicten die we later zouden omschrijven als oorlogen. Sommige wetenschappers vermoeden dat vooral de mannen meevochten in die conflicten, waardoor zij een belangrijke plaats in de samenleving konden opeisen. Dat zou het ontstaan verklaren van de patriarchale samenleving waarin mannen de baas zijn. Mannen die veel grond bezaten, konden hun rijkdom uitbouwen en hadden dan ook veel invloed in het dorp. Conflicten draaiden doorgaans om hetzelfde: privébezit, iets wat in het paleolithicum niet bestond. In het neolithicum werden vruchtbare akkers, voorraden, vee, waterbronnen, een huis en werktuigen belangrijke privébezittingen die de boeren liever niet deelden. En dus beschermden ze ze met geweld tegen vreemden. Er waren dus mensen die meer voedsel hadden dan anderen. En waarschijnlijk hadden die mensen al snel ook meer andere rijkdommen. Zo ontstond in het neolithicum de ongelijkheid tussen arm en rijk.
→
De afbeelding toont een schedel van een inwoner in de stad Jericho. Die archeologische bron is naar schatting 9 500 jaar oud. De schedel van sommige overledenen werd bewerkt met gips en voorzien van schelpogen. Het feit dat sommige schedels bewerkt werden en andere niet, duidt op een sociale ongelijkheid. Met de schedels konden ze het gezicht reconstrueren en de voorouders vereren. De verering van voorouders is een kenmerk van de cultuur van deze sedentaire samenleving. Een cultuurkenmerk dat veel samenlevingen tijdens het neolithicum delen, is dat mensen gepolijste stenen werktuigen gebruikten (zoals de bewerkte stenen bijl op p. 78). © Print Collector / Contributor
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
73
2
Vul de tabel aan met de juiste woorden. Gebruik het schema oorzaken en gevolgen in je Histokit.
08 HISTORISCH REDENEREN
Kies uit: bevolking - conflicten - vee - voedselaanbod - evolutie - sedentair - ongelijkheid akkerbouw - landbouw - veeteelt Markeer in het schema het begrip dat op een evolutie wijst.
a
DE AGRARISCHE
:
HET ONTSTAAN VAN DE
DE MENS MAAKT GELEIDELIJK DE
OP ÉÉN PLAATS EN WORDT
IN
OVERGANG NAAR DE
DE MENS VESTIGT ZICH GELEIDELIJK
EN
VA N
BEDOELDE EN ONBEDOELDE GEVOLGEN
— De neemt toe: maak aan de hand van de cijfergegevens over de wereldbevolking uit de tekst een grafiek.
bevolking 30 miljoen 25 miljoen
©
20 miljoen
15 miljoen 10 miljoen 5 miljoen
— De mensen moeten harder en langer werken.
10
0 00
. v.C
00 80
. v.C 6
0 00
. v.C 4
0 00
. v.C 2
0 00
. v.C
jaartal
— Het is minder gevarieerd. — Er komen gewelddadige . — Er is tussen arm en rijk. — Sommige dieren worden , waardoor ze er helemaal anders gaan uitzien.
b
Waarom staat het jaar 1 niet op de grafiek?
74
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
Historisch denken
08 HISTORISCH We maken gebruik van structuurbegrippen die ons inzicht geven in het REDENEREN verleden. De begrippen ‘oorzaak’ en ‘gevolg’ zijn daar twee heel belangrijke structuurbegrippen. Door op zoek te gaan naar oorzaken en gevolgen begrijpen we waarom zaken veranderden. We onderscheiden ook bedoelde en onbedoelde gevolgen. In je Histokit zie je verschillende manieren waarop oorzaak en gevolg samen horen.
3
4
VA N
IN
Aan het begin van de 20e eeuw zag men de agrarische evolutie als een volgende stap in de vooruitgang die mooi paste in het plaatje van The March of Progress (zie hoofdstuk 2, p. 45). Vandaag denken wetenschappers daar anders over. Zijn de gevolgen van de landbouwevolutie altijd positief geweest voor mens, dier en planeet? Soms draaide de overgang naar de landbouw negatief uit. Beoordeel zelf of de gevolgen van de landbouwevolutie bedoeld of onbedoeld waren. Bespreek klassikaal.
Landbouwers domesticeerden dieren niet uit liefde maar omdat ze nuttig waren. Bedenk bij elk van de dieren uit de veestapel van de mens minstens twee toepassingen.
©
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
75
5
Het politieke, economische, sociale en culturele domein beïnvloeden elkaar voortdurend. Dat was ook zo tijdens de landbouwevolutie. Noteer bij de stellingen in de bolletjes hoe de domeinen elkaar beïnvloeden. Kort af met PD, ED, SD en CD. Gebruik het schema maatschappelijke domeinen in je Histokit.
Stelling 2: De agrarische evolutie zorgde voor het ontstaan van dorpen met een mannelijk dorpshoofd.
6
a b c
VA N
Oefen de historische begrippen in.
Verbind de verklaring met het juiste begrip. Zet de hedendaagse afbeelding bij het juiste begrip. Bespreek in de klas waarom je die afbeelding koos.
ongelijkheid
de langzame overgang van jager-verzamelaar naar landbouwer
sedentaire samenleving
©
een samenleving waarbij mensen op dezelfde plaats blijven wonen
een verschil op basis van geslacht, rijkdom, huidskleur …
76
landbouw
voedsel produceren via akkerbouw of veeteelt
patriarchale samenleving
een samenleving waarin mannen de baas zijn
agrarische evolutie
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Stelling 3: Wetenschappers vermoeden dat ze in Jericho enkel de schedel van rijkere overledenen bewerkten. Die konden ze dan na de dood vereren.
IN
Stelling 1: Sommige wetenschappers vermoeden dat de agrarische evolutie als gevolg had dat er ongelijkheid ontstond tussen man en vrouw.
09
B
D
E
C
Vul in de tekst het juiste begrip aan.
IN
7
© Gabi Luka / Shutterstock.com
© Cecil Bo Dzwowa / Shutterstock.com
A
VA N
Tijdens het paleolithicum ontwikkelden mensen een
van
bewerkte stenen werktuigen en wapens. Die bewerking verbeterde tijdens het neolithicum zodat er een
ontstond van gepolijste stenen werktuigen.
©
Dat is ook de reden waarom we spreken over het neolithicum, de nieuwe steentijd.
Ben jij ook benieuwd hoe de landbouwers leefden in het neolithische dorp Çatal Hüyük rond 7000 v.C.? Ga dan zeker eens een kijkje nemen bij het onlinelesmateriaal!
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
77
Historische vraag 5:
Welke nieuwe technieken ontstonden er tijdens het neolithicum? Wat is jouw belangrijkste bezit? Misschien wel je smartphone? Wel, die smartphone is een heel invloedrijke uitvinding. We bekijken een aantal ontdekkingen en uitvindingen die vandaag eenvoudig en vanzelfsprekend lijken, maar die oorspronkelijk een grote invloed hadden. Boeren bedachten heel wat nieuwe technieken om zich het leven makkelijker te maken. En geleidelijk aan specialiseerden bepaalde dorpelingen zich in technieken waar ze goed in waren. Een boer die mooie en stevige aarden potten kon maken, kon zich daar verder in bekwamen en een specialist worden op dat vlak. Als de boeren genoeg graan produceerden voor iedereen, kon de pottenbakker zich uitsluitend bezighouden met het maken van die potten. Die kon hij dan weer ruilen met de boeren voor graan. Zo ontstonden er in de sedentaire landbouwsamenleving naast het boerenbestaan ook andere beroepen die we ambachten noemen. Dat hield in dat mensen door middel van handenarbeid producten maakten.
IN
1
beroep:
doel:
©
doel:
Maalsteen, ca. 3500 v.C., Spanje.
beroep:
↑
© Didier Descouens
↑
Hedendaagse reconstructie van een neolithische ploeg.
© Dea / G. Dagli Orti
↑
VA N
Vul telkens aan met het doel van de uitvinding en het beroep dat eruit ontstond.
Bewerkte stenen bijl, ca. 4000 v.C., Kreta. doel:
beroep:
↑ Bronzen bijl, datum onbekend, Italië. doel: beroep:
← Hedendaagse reconstructie van een
78
↑
weefgetouw.
Keramieken (aarden) pot, Europa, 5e millennium v.C.
doel:
doel:
beroep:
beroep:
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
© Willow
Uitbreiding 1:
Hoe zorgde de landbouw voor een spectaculaire bouwkunst in Europa? Vanuit de Vruchtbare Sikkel verspreidde de landbouwsamenleving onder andere ook naar Europa. Dat zagen we ook al op de kaart op p. 71. Wat opvalt binnen de cultuur van de Europese landbouwers, is dat zij spectaculaire monumentale bouwwerken optrokken die wij megalieten (mega = groot, lithos = steen) noemen. Er bestaan verschillende constructies. Een rechtop geplaatste grote steen noemen we een menhir. Als er verschillende menhirs achter elkaar staan, spreekt men van een alignement. Dolmen of hunebedden zijn op elkaar gestapelde grote stenen die doen denken aan stenen tafels. Vaak werden die ook nog met aarde bedekt. Wanneer de grote stenen in een cirkel staan, spreken we van cromlechs.
1
Š
VA N
IN
De megalieten hieronder stammen allemaal uit het neolithicum. In een groot deel van Europa zijn zulke constructies gevonden. Noteer bij elke constructie over welke soort megaliet het gaat. Leid je antwoord af uit de tekst.
MEGALIETEN
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
79
2
Hoe ontstond de mogelijkheid om megalithische constructies te bouwen tijdens het neolithicum? Leg het schema klassikaal of aan je buur uit. Gebruik daarbij de formuleringen die duiden op een oorzaak-gevolgrelatie of die een doel aanduiden.
Oorzaak — — — — —
Gevolg
want omdat de oorzaak is dankzij …
— — — — — — —
het gevolg van … is zodat daardoor hierdoor het effect was dus …
08 HISTORISCH REDENEREN
Doel — — — — —
het doel hiervan is de bedoeling is het dient als de functie is …
voedseloverschotten
VA N
IN
LANDBOUW
nood aan samenwerking
mensen worden sedentair
meer vrije tijd in de winter
©
MOGELIJKHEID OM
80
MEGALIETEN TE BOUWEN
MENHIR
functie onduidelijk
DOLMEN OF HUNEBED
vaak begraafplaats
CROMLECH
religieuze functie en/of zonnewijzer
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
Historische vraag 6:
Was de boogschutter van Amesbury een belangrijke persoon in de neolithische samenleving bij Stonehenge? 1
Onderzoek of de boogschutter van Amesbury invloed had in de neolithische samenleving. Lees en bestudeer de bronnen. Gebruik het stappenplan bronnenstudie in je Histokit.
02 BRONNENSTUDIE
©
VA N
IN
De bekendste megalithische (mega = groot, lithos = steen) constructie vinden we in het Zuid-Engelse Stonehenge. In verschillende fases tussen ca. 3000 en ca. 1600 v.C. bouwden ze daar een monumentale stenen cromlech. Die stond opgesteld binnen een henge, een cirkelvormige aarden wal. Vandaar dus ook de naam: Stonehenge. De stenen zijn zo geplaatst dat op de langste dag van het jaar de zon precies opkomt boven de alleenstaande menhir buiten de cirkel. De bouwers van de constructie waren zo goed op de hoogte van de positie van de zon omdat ze landbouwers waren. Ze hadden veel oog voor de seizoenen omdat ze moesten weten wanneer ze konden ploegen, zaaien en oogsten. Op vijf kilometer van Stonehenge deden archeologen een belangrijke ontdekking. Ze vonden er een man die rond 2400 v.C. begraven werd, samen met honderden grafgiften. De man kreeg de naam ‘de boogschutter van Amesbury’ omdat hij in Amesbury werd gevonden en er attributen van een boogschutter in het graf lagen. Vandaag kun je hem gaan bekijken in het Salesbury Museum in Engeland.
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
81
aarden pot
aarden pot
koperen dolk aarden pot benen pin zakje met pijlpunten
zakje met pijlpunten
VA N
aarden pot
IN
leistenen polsbeschermer
koperen dolk
↑
©
aarden pot
oorbellen
ring van schalie polsbeschermer
↑
Het tentoongestelde skelet met grafgiften.
82
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
© Auk Archive / Alamy
Het oorspronkelijke graf met grafgiften. In het graf werden ook gouden haarsieraden gevonden.
search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron. ✓ Wat voor soort bron is het?
✓ Wie is de auteur/maker?
✓ Van wanneer dateert de bron?
✓ Waar is de bron gesitueerd?
✓ Welk domein koppel je aan een graf?
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig. ✓ Hoe ligt de man in zijn graf?
IN
VA N
✓ Geef vier soorten voorwerpen die voorkomen in het graf.
search Stap 3: Ik denk na over de bron.
©
✓ Hoe weet je dat deze samenleving respect had voor de overleden man?
✓ Kijk naar het graf, noteer de voorwerpen van stap 2 in de kolom Vondst en verbind ze met de juiste informatie. Vondst
Conclusie: Hoe interpreteren we de vondsten?
Het graf hoort bij een samenleving die landbouw kende.
Het graf hoort bij een samenleving die metaalbewerking kende.
De overleden persoon was rijk.
De overleden persoon was waarschijnlijk een boogschutter.
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
83
✓ Is de bron bruikbaar en betrouwbaar? Schrap wat fout is.
Het graf met de grafgiften is een bruikbare / geen bruikbare bron om de vraag mee te beantwoorden.
Het graf met de grafgiften is een betrouwbare / geen betrouwbare bron om de vraag mee te beantwoorden.
search Stap 4: Ik beantwoord de onderzoeksvraag. ✓ Was de boogschutter van Amesbury een belangrijke persoon in de neolithische samenleving nabij Stonehenge? ☐ ja ☐ nee ✓ Geef een argument voor je antwoord.
IN
VA N
→
©
Wil je meer weten over de boogschutter van Amesbury? Kijk dan naar het videofragment.
Deze prachtige gouden haarsieraden werden in het graf gevonden.
84
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
Uitbreiding 2:
Hebben jager-verzamelaars en boeren vreedzaam samengeleefd in hetzelfde gebied? 1
Lees het fictieve verhaal van Tonny Vos-Dahmen von Buchholz en beantwoord de vragen. De schrijfster plaatst het verhaal tijdens de overgang van het paleolithicum naar het neolithicum in Europa.
Nieuwkomers of aan zich te onderwerpen, hielden de jagers ze
overheerste dikwijls alle voorzichtigheid en kon
toch vol argwaan in de gaten en gingen hun uit de
dan tot gevaarlijke situaties leiden. Waar andere
weg.
meisjes van haar leeftijd bij het zoeken naar
‘Dwaal niet te ver af, pas op voor de boeren en
IN
Haze was nieuwsgierig. Die karaktertrek
kom nooit te dicht bij de reuzenstenen!’ Hoe
steeds voor zorgden dicht bij het kamp te blijven,
vaak had Haze die waarschuwing niet gehoord,
trok Haze vaak ver van huis. Soms raakte ze de
maar dat vergat ze onmiddellijk zodra iets haar
richting kwijt en had ze de grootste moeite haar
nieuwsgierigheid wakker riep.
weg terug te vinden.
De jagers waren bang voor de boeren - en ze
Ze wist dat ver afdwalen gevaarlijk was, vooral
waren bang voor de reuzenstenen. Bij kampvuren
sinds de mensen uit het noorden tot het
deden vreemde verhalen de ronde over de strijd
jachtgebied van haar stam waren doorgedrongen.
tussen de dondergod en de reuzen, die deze
‘Boeren’ werden de nieuwkomers genoemd. Met
streken vroeger hadden bewoond. De stenen
vuurstenen bijlen kapten ze een groot aantal
hadden een rol gespeeld in de strijd. Ze waren
bomen, daarna legden ze veldjes aan, waarin
achtergebleven toen de reuzen werden verdreven.
ze zaden strooiden van eetbare planten. Ze
Je moest de stenen niet aanraken, werd er gezegd.
jaagden maar zelden, want ze hielden dieren in
Ze hadden gevaarlijke toverkracht. Je kon er maar
gevangenschap die ze, als ze vlees nodig hadden,
beter uit de buurt blijven.
konden slachten.
Op een dag in het begin van de herfst was Haze
Hoewel de boeren er niet op uit waren zwervende
weer in het bos om paddenstoelen te zoeken toen
jagersstammen door krijgsgeweld te verdrijven
ze werd opgeschrikt door …
©
VA N
bessen en eetbare paddenstoelen in de bossen er
Uit: T. Vos-Dahmen von Buchholz, Van rendierjager tot roofdierridder. Groningen, Wolters – Noordhoff, 1983.
2
Waardoor werd Haze opgeschrikt? Verzin zelf een (spannend) einde.
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
85
3
Welke kenmerken van samenlevingen van jager-verzamelaars en boeren vind je in het verhaal? Vul de tabel verder aan met minstens twee typische kenmerken.
Jager-verzamelaars
Boeren
4
IN
Bepaal over welke soort bron het gaat. Gebruik het stappenplan soorten bronnen in je Histokit.
VA N
De bron is een
01 SOORTEN BRONNEN
5
Is de informatie uit het verhaal betrouwbaar om een antwoord op de historische vraag te geven? Schrap wat fout is.
6
Š
Eerder wel / eerder niet, want
We vergelijken het verhaal met wat we al leerden over jager-verzamelaars en landbouwers.
a
Welke gelijkenissen of verschillen zie je tussen dit verhaal en wat je al leerde?
b
Komt het beeld in dit verhaal overeen met de kenmerken van samenlevingen in de prehistorie die je tot nu leerde?
86
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
Conclusie
Vul de tabel aan. Dan zie je dat de agrarische evolutie een enorme verandering meebracht voor Homo sapiens. Paleolithicum
Wat is de Nederlandse benaming?
VA N
Waar komt de benaming vandaan?
Is de samenleving nomadisch of sedentair?
Hoe kwamen de mensen aan voedsel?
Welke belangrijke ontdekkingen/ uitvindingen werden er gedaan? Welke kunstuitingen waren er?
Neolithicum
IN
Van wanneer tot wanneer loopt de periode ongeveer?
Š
V
Geleidelijke overgang of
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
87
VI
Synthese Situeren in de tijd en de ruimte
MIDDELEEUWEN
MODERNE TIJD
ca
.1
00 .5 ca
1 KLASSIEKE OUDHEID
IN
PALEOLITHICUM
Schema
jager-verzamelaars
nomaden
©
paleolithicum oude steentijd
NEOLITHICUM
AGRARISCHE EVOLUTIE
neolithicum nieuwe steentijd
landbouwers
bedoelde en onbedoelde gevolgen — — — — —
88
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
beschermd in een dorp ongelijkheid gewelddadige conflicten patriarchale samenleving ontstaan van ambachten
sedentair
VANAF CA. 3500 V.C.: GESCHIEDENIS
CA. 3,5 MILJOEN V.C.
CA. 10000 V.C.
PREHISTORIE
VA N
TIJDLIJN 2
GESCHIEDENIS
HEDENDAAGSE TIJD
OUDE NABIJE OOSTEN
50 0 ca . 19 180 45 0
. v. C 00 .8 ca
.3 ca
PREHISTORIE
VROEGMODERNE TIJD
TIJDLIJN 1
ca
.3
,5
50
0
m
ilj o
v. C
.
en
v. C
.
De overgang van jager-verzamelaar naar landbouwer gebeurde tijdens de prehistorie vanaf ca. 10000 v.C. De landbouw ontstond eerst in het Midden-Oosten (Vruchtbare Sikkel, zie kaart De agrarische evolutie op p. 71) en later ook elders in de wereld.
Samenvatting: De grootste verandering ooit? Zo’n 12 000 jaar geleden eindigde de laatste ijstijd en maakte een aantal mensen in de Vruchtbare Sikkel de overgang naar de landbouw. Dat gebeurde zeer geleidelijk. Het veranderende klimaat maakte de Vruchtbare Sikkel vochtiger en vruchtbaarder. Mensen werden er aangetrokken door de vele planten en door de dieren die er leefden. Ze verzamelden veel wilde granen en merkten dat die elk jaar opnieuw groeiden als de zaadjes op de grond waren gevallen. Mensen gingen steeds vaker zelf zaadjes planten en werden geleidelijk aan landbouwers. Dieren die ze vroeger gedood zouden hebben, werden nu getemd en gefokt. Die geleidelijke verandering noemen we de agrarische evolutie en we plaatsen ze in de nieuwe steentijd of het neolithicum. Ze had een enorme invloed op hoe mensen leefden.
IN
Dankzij de akkerbouw en de veeteelt had de mens meer kans om als soort te overleven. Het gevolg was dat de wereldbevolking toenam. Boeren hoefden ook niet elke keer te verhuizen en zo ontstond de sedentaire samenleving. Daarin bleven mensen op één plek wonen waar ze huizen bouwden. De landbouwers leefden samen in dorpen waar ze beter beschermd waren tegen het weer, de wind en wilde dieren.
VA N
Maar de landbouwevolutie had ook onbedoelde gevolgen. Boeren moesten in de eerste plaats veel harder en langer werken. Ook waren ze de eerste mensen met veel bezittingen zoals akkers, vee, huizen, werktuigen en waterbronnen. Die deelden ze natuurlijk liever niet met anderen. Daardoor ontstond er ongelijkheid tussen de rijkere mensen, die veel hadden, en de armere mensen, die zo goed als niets hadden. Dat kon leiden tot gewelddadige conflicten die we later oorlogen zouden noemen.
©
Sommige wetenschappers vermoeden dat mannen een belangrijkere plaats innamen in de landbouwsamenleving omdat zij degenen waren die geweld gebruikten om het dorp te verdedigen of andere dorpen aan te vallen. Zo ontstond de patriarchale samenleving waarin mannen de baas zijn. De rijkdom die het gevolg was van de landbouwsamenleving, zorgde er ook voor dat sommige mensen zich op andere dingen dan het produceren van voedsel konden toeleggen. Zij specialiseerden zich in ambachten en werden bakker, pottenbakker of kleermaker. Historisch denken We maken gebruik van een aantal structuurbegrippen die ons inzicht geven in het verleden. De begrippen ‘oorzaak’ en ‘gevolg’ zijn er daar twee van. Door op zoek te gaan naar oorzaken en gevolgen begrijpen we waarom zaken veranderden. In dit hoofdstuk leerden we bijvoorbeeld dat sociale ongelijkheid een onbedoeld gevolg is van de agrarische evolutie. De schedels in Jericho en de grafgiften in het graf van de boogschutter van Amesbury geven ons aanwijzingen over de sociale status van die mensen.
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
89
Uitbreiding 1: Hoe zorgde de landbouw voor een spectaculaire bouwkunst in Europa? De agrarische evolutie zorgde in Europa voor grote veranderingen in de samenleving. Door de introductie van landbouw werd het mogelijk om enorme stenen constructies te bouwen, zoals bijvoorbeeld die in Stonehenge. We noemen ze megalieten.
Uitbreiding 2: Hebben jager-verzamelaars en boeren vreedzaam samengeleefd in hetzelfde gebied? In het verhaal komen jager-verzamelaars in contact met boeren die reuzenstenen bouwden. Het verhaal is echter fictie en dus onbetrouwbaar.
06
Begrippen
HISTORISCHE BEGRIPPEN
Je leerde de volgende historische begrippen:
IN
— agrarische evolutie proces waarbij de mens de overgang maakt van een nomadische levenswijze naar een bestaan op basis van landbouw beroep waarbij men zich specialiseert in handwerk
— landbouw
economische activiteit waarbij land wordt gebruikt om dieren of planten te kweken
— ongelijkheid — oorlog
VA N
— ambacht
toestand van verschil gewapend conflict
samenleving waarbij mannen meer macht en aanzien hebben dan vrouwen
— sedentaire samenleving
samenleving waarbij mensen een vaste woonplaats hebben in een dorp of stad
©
— patriarchale samenleving
Ook deze structuurbegrippen kwamen aan bod. Hun betekenis kun je opzoeken in je Histokit. — bedoelde en onbedoelde gevolgen — doel
90
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
— revolutie — stad
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
Zelfevaluatie
onvoldoende
voldoende
goed
Dit kan ik …
zeer goed
In deze les leerde je meer over de agrarische evolutie, de gevolgen ervan en de nieuwe ontwikkelingen die eruit ontstonden. Dit zelfevaluatieformulier kan je helpen om te bepalen wat je al goed kunt en aan welke elementen je nog moeten werken. Succes!
SITUEREN IN DE TIJD Je kunt de agrarische evolutie situeren in de tijd. SITUEREN IN DE RUIMTE
HISTORISCHE BRONNEN EN WERKEN
IN
Je kunt de agrarische evolutie situeren in de ruimte.
VA N
Je kunt meerdere bronnen uit het graf van de boogschutter van Amesbury met elkaar vergelijken door de stappen van een kritische bronnenstudie toe te passen. Je kunt op basis van het aangereikte bronnenmateriaal een antwoord formuleren op de historische vraag over de boogschutter van Amesbury. DE GROOTSTE VERANDERING OOIT
Je kunt beschrijven waarom en hoe mensen evolueerden van jagerverzamelaar naar landbouwer.
©
Je kunt toelichten welke onbedoelde en bedoelde gevolgen uit de agrarische evolutie ontstonden en hoe en waarom dat gebeurde. Je kunt de volgende begrippen in de juiste context gebruiken: ambacht, agrarische evolutie, landbouw, ongelijkheid, oorlog, patriarchale samenleving, sedentaire samenleving.
Deze plek werd door mensen met de hand uitgegraven! Het zijn de silexmijnen van Spiennes. Die site in de buurt van de stad Bergen (Henegouwen) is een unieke plek in West-Europa. Tijdens het neolithicum groeven mensen er grote blokken vuursteen uit. Van die vuursteen maakten ze toen allerlei nuttige gebruiksvoorwerpen. Vandaag kun je de negen meter diepe mijnen bezoeken. De plek werd in het jaar 2000 beschermd als werelderfgoed. Je leert er meer over in het onlinelesmateriaal.
↑
ERFGOED
© Jean-Pol Grandmont
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
91
IN VA N Š 92
Hoofdstuk 3: De grootste verandering ooit?
Het ontstaan van stad en schrift
IN
4
©
VA N
Hoofdstuk
↑
© Bridgeman
Juwelen van Puabi, ca. 2600 v.C., Ur in Mesopotamië. Puabi was waarschijnlijk een prinses uit de stad Ur. Het hoofd dat je ziet is slechts een voorbeeld, maar de juwelen zijn historische bronnen.
93
I
Op ontdekking Hieronder leer je een aantal schriftsoorten kennen.
← Deze sierlijke Arabische lettertekens
©
Chinees voor ‘lente’. Mandarijn Chinees wordt vandaag door meer dan 850 miljoen mensen gesproken.
↑
VA N
IN
kunnen we vertalen als: Het leven is mooi. De Arabische taal verspreidde zich vanaf de 7e eeuw snel in het MiddenOosten dankzij de Koran, het heilige boek van de moslims.
← Engels is de meest verspreide taal ter wereld en kun je zien als dé wereldtaal.
Lezen en schrijven is voor ons vanzelfsprekend. Toch is ruim 20 % van de wereldbevolking nog analfabeet. In dit hoofdstuk onderzoek je waar de mens ooit begon te schrijven, wanneer dat gebeurde en vooral waarom.
94
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
II
Wat weet je al?
Zelfs al kun je niet lezen of schrijven, toch begrijp je deze afbeeldingen waarschijnlijk. Het zijn namelijk pictogrammen: afbeeldingen of symbolen met een bepaalde betekenis. Bespreek mondeling wat de betekenis van elk pictogram is.
VA N
IN
1
©
De komende lessen ontdek je hoe mensen ook pictogrammen gebruikten om voor de eerste keer iets te noteren en hoe die tekeningen geleidelijk evolueerden tot het schrift dat we vandaag kennen.
III
Wat weet je nog niet?
In dit hoofdstuk … ✓
✓ ✓ ✓
leer je over het ontstaan van de eerste complexe samenlevingen: in Mesopotamië ontstonden de eerste steden en begonnen mensen voor het eerst te schrijven; vergelijk je de belangrijkste kenmerken van de samenlevingen waarover je al leerde; onderzoek je enkele Mesopotamische kunstuitingen en een oeroud verhaal over koning Gilgamesj; onderzoek je hoe bruikbaar en betrouwbaar die bronnen zijn om historische vragen te beantwoorden.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
95
IV
Op onderzoek Historische vraag 1: Waarom begonnen sommige mensen te schrijven?
Historische vraag 2: Wanneer begonnen mensen voor het eerst te schrijven?
Historische vraag 3: Waar begonnen mensen voor het eerst te schrijven?
11
10
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
KAARTEN
09
MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
IN
Uitbreiding 1: Hoe organiseerde de priester de samenleving in zijn stad?
04 LEESSTRATEGIEËN
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
VA N
LEESSTRATEGIEËN
©
Uitbreiding 2: Hoe zagen de eerste steden eruit?
HISTORISCH REDENEREN
TIJDLIJN
Historische vraag 4: Hoe ontstonden de eerste steden en hoe werden ze bestuurd?
04
08
Historische vraag 5: Wat vertellen de Mesopotamische kunstuitingen over de samenlevingen tussen Tigris en Eufraat?
Historische vraag 6: Vond de zondvloed uit het Gilgamesj-verhaal echt plaats?
02 BRONNENSTUDIE
04 LEESSTRATEGIEËN
09 02 BRONNEN STUDIE
Uitbreiding 3: Welke sociale ongelijkheid zit ingebouwd in de Babylonische wetten van Hammurabi?
Proficiat! Je weet nu wanneer de eerste steden ontstonden en wanneer mensen voor het eerst begonnen te schrijven.
96
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Historische vraag 1:
Waarom begonnen sommige mensen te schrijven? 1
Bekijk het filmpje over het getal 1 en gebruik de informatie om de opdrachten te maken. Let op: voor voetstap 2 moet je ook informatie uit vorige hoofdstukken gebruiken.
2
Vul de tabel aan met het samenlevingsverband, de periode, het aantal mensen en een voorbeeld.
Periode
Aantal mensen
3
eerste steden
oude nabije oosten
30 000
het Sumerische Uruk
©
Voorbeeld
VA N
Samenlevings verband
IN
Kies uit: Tautavel - eerste rijken - neolithicum - 1 miljoen - Jericho - paleolithicum - 30 het Akkadische rijk - eerste dorpen - oude nabije oosten - 3 000 - eerste stammen
a
Wat toont het 24 000 jaar oude botje van Ishango aan? ☐ Mensen konden toen al spreken. ☐ Mensen leefden toen al in stamverband. ☐ Mensen waren toen al jagers waren. ☐ Mensen konden toen al tellen. ↑
ERFGOED
Voor- en achterkant van het Ishango-beentje, Congo, ca. 22000 v.C. Dit beentje lijkt op het eerste zicht niet zo bijzonder. Toch gaat er een heel verhaal schuil achter de archeologische bron. Het werd in de 20e eeuw gevonden in Congo, maar wordt nu bewaard in Brussel. Het is een van de topstukken van het Museum voor Natuurwetenschappen. Het beentje is wel 20 000 jaar oud. Volgens veel wetenschappers is de bron het bewijs dat mensen toen al wiskunde kenden. Kijk bij het onlinelesmateriaal om te ontdekken hoe en waarom wetenschappers dat besluiten.
© Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
Vul de meerkeuzevragen in. Kruis het juiste antwoord aan.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
97
b
In Sumerië (in het huidige Irak) groeiden voor het eerst dorpen uit tot steden. Waarom ontstonden daar de wiskunde en het schrift? ☐ De samenleving werd ingewikkelder. ☐ De mensen waren er slimmer. ☐ Het gebeurde per toeval. ☐ Buitenaardse wezens hadden hen dat geleerd.
c
Waarvoor hadden de stedelingen in Sumerië in de eerste plaats een schrift nodig? ☐ Ze wilden brieven naar elkaar sturen. ☐ Ze wilden verhalen opschrijven. ☐ Ze wilden economische gegevens over bijvoorbeeld de graanproductie bijhouden. ☐ Ze wilden hun geschiedenis opschrijven. Dankzij de wiskunde en het schrift ontstond het beroep van boekhouders. Waar hielden die zich mee bezig? ☐ Ze verzorgden zieke mensen. ☐ Ze oogstten het graan.
IN
d
VA N
☐ Ze noteerden bepaalde gegevens, zoals hoeveel graan er geproduceerd werd. ☐ Ze bouwden steden.
4
Schrap het foute woord.
©
Samenlevingen werden doorheen het verleden steeds groter / kleiner en ingewikkelder / eenvoudiger waardoor mensen steeds meer / minder rekening moesten houden met anderen.
5
Vul de oorzaak-gevolgketen in. Gebruik het schema in je Histokit indien nodig.
A B C D E
98
De samenleving wordt ingewikkelder. De mens begint aan landbouw te doen. De mens gaat eerst in dorpen en dan in steden wonen. Mensen in steden willen gegevens bijhouden. Het schrift ontwikkelt zich.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
08 HISTORISCH REDENEREN
Historische vraag 2:
Wanneer begonnen mensen voor het eerst te schrijven? 1
11
Situeer het ontstaan van het schrift in de tijd. Noteer geschiedenis, prehistorie en oude nabije oosten op de tijdlijn.
a
TIJDLIJN
In welk jaar en millennium vond de overgang van prehistorie naar geschiedenis plaats?
b
Vul op de tijdlijn aan welk scharniermoment de overgang van prehistorie naar oude nabije oosten aanduidde.
c
Welke periode duurde het langst? ☐ de prehistorie
MODERNE TIJD
MIDDELEEUWEN
HEDENDAAGSE TIJD
ca
.1
00 .5 ca
1
KLASSIEKE OUDHEID
50 0 ca .1 19 80 45 0
.
v. C
00 .8
ca
VROEGMODERNE TIJD
VA N
.3 ca
ca
.3
,5
50
0
m
ilj
v. C
.
oe
n
v. C
.
IN
☐ de geschiedenis
©
scharniermoment:
2
De overgang van prehistorie naar geschiedenis vond voor het eerst plaats in Sumerië (in het huidige Irak). Die overgang gebeurde niet overal ter wereld tegelijk omdat men niet overal op hetzelfde ogenblik begon te schrijven. Hoe noem je dat?
☐ gelijktijdigheid ☐ ongelijktijdigheid
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
99
3
Julius Caesar veroverde onze gebieden in de 1e eeuw v.C. en was de eerste die iets schreef over de ‘Belgen’. Dat was het beginpunt van de Belgische geschiedenis. Hoeveel eeuwen na het eerste schrift begon de geschiedenis van ons land?
☐ 3 400 eeuwen
☐ 4 eeuwen
☐ 34 eeuwen
☐ 0 eeuwen
IN
↑
Julius Caesar veroverde in de 1e eeuw v.C. onze regio en schreef daarover het oorlogsverslag De Bello Gallico. Vertaald betekent dat: Over de Gallische oorlog. Het is de eerste gedetailleerde schriftelijke bron over onze gewesten.
4
VA N
Het eerste schrift noteerden ze op kleitabletten. De drie voorbeelden hieronder zijn erg interessant zijn omdat er voor het eerst een naam van een persoon werd genoteerd, namelijk Kushim. We vermoeden dat het de naam van een boekhouder was omdat het eerste kleitablet een hoeveelheid gerst (een graansoort) vermeldt. Op de kleitabletten staan zowel pictogrammen als getallen. Waaraan herken je die? Bespreek klassikaal de getallen op de prenten.
©
Omcirkel op de drie kleitabletten de naam Kushim. Denk goed na over je aanpak.
© The Schøyen Collection MS 1717 - The Schøyen Collection, Oslo and London
↑
© RMN-Grand Palais (Musée du Louvre) / Franck Raux
100
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
Kleitabletten van Kushim, ca. 3300 v.C., gevonden in de stad Uruk, Mesopotamië (het huidige Irak). Je kunt de tabletten onder andere bewonderen in het Louvre, Parijs.
Historische vraag 3:
Waar begonnen mensen voor het eerst te schrijven? 1
Bekijk de kaart. Gebruik het stappenplan historische kaartenstudie in je Histokit.
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
a
Welke twee rivieren speelden een belanrijke rol in Mesopotamië (Grieks voor: het gebied tussen de rivieren)?
©
b
VA N
IN
Sumerische steden in Mesopotamië in het 4e millennium v.C.
Hoe heet het hedendaagse land waar Mesopotamië toen lag?
c
10 KAARTEN
Welke twee voordelen hadden de rivieren voor de mensen in Mesopotamië? Denk zelf na over het antwoord.
d
Geef één voorbeeld van een Sumerische stadstaat.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
101
Historische vraag 4:
Hoe ontstonden de eerste steden en hoe werden ze bestuurd? 1
Lees de tekst. Bespreek klassikaal of je het best de zoekstrategie voor oriënterend, zoekend of intensief lezen gebruikt.
04 LEESSTRATEGIEËN
Dorpen worden steden
VA N
IN
Op het einde van het neolithicum waren sommige dorpen uitgegroeid tot kleine steden. Dat kwam doordat bepaalde dorpen zich steeds meer gingen bezighouden met de productie van goederen en met de handel in die goederen. In het vorige hoofdstuk zag je al dat sommige dorpsbewoners zich specialiseerden in het maken van werktuigen, het weven van wol en het bakken van potten. Zo ontstonden de eerste ambachten: beroepen waarbij mensen door middel van handenarbeid producten maken. In dorpen met een goede ligging bij een rivier en met meer dan voldoende landbouwopbrengsten was specialisatie mogelijk. Ambachtslui organiseerden een markt waar mensen uit andere dorpen producten kwamen ruilen. We noemen dat soort economie een ruileconomie. Steeds meer mensen trokken naar die interessante dorpen en geleidelijk aan groeiden de dorpen uit tot steden. In een stad wonen veel mensen samen, wordt het leven complexer en is er nood aan een goede organisatie en bestuur.
©
Schematische weergave van het ontstaan van steden. Dorp B groeit uit tot een stad omwille van de goede handelsligging. Dorpelingen uit dorp A en C kunnen er producten komen ruilen met elkaar.
↓
NieuwBabylonische woonwijk
woonwijk
Isin-Larsa
dorp B
rivier afstand
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
verdedigingsmuur
→
dorp C
102
at Eufra
westelijke haven
dorp A
100 km
noordelijke haven
Reconstructietekening van de stad Ur. Dorpen groeiden uit tot grote steden, zoals de archeologische vindplaats Ur. De stad Ur is het bekendste voorbeeld van die oude steden. De grootste uitbreiding vond plaats rond 2500 v.C. Om zich te verdedigen tegen aanvallers bouwden de inwoners van de stad verdedigingsmuren. Om handel te kunnen drijven bouwden ze havens aan de rivier de Eufraat.
IN
© JMiall
De koning-priester De leiders van de stad waren priesters. Ze werden aanzien als vertegenwoordigers van de goden. Men geloofde dat priesters via de goden konden zorgen voor de welvaart en stabiliteit die de stad nodig had. Naast priester waren ze ook een soort koning: militair leider en beheerder van de voedselvoorraden. Koningpriesters konden dus de regels en wetten bepalen. Die leiders probeerden hun macht binnen de familie te houden en organiseerden de samenleving in een standenmaatschappij: zij die veel bezaten en hooggeplaatst waren, zij die weinig of niets bezaten en de slaven. Mesopotamië kende een natuurreligie. Mensen konden de natuurfenomenen niet verklaren. Ze dachten dus dat de goden verantwoordelijk waren voor het schijnen van de zon, het groeien van de planten, het stromen van de rivier … Daarover ontstonden spannende godenverhalen die we mythen noemen en die samen de mythologie van de samenleving vormen. Mythen uit de mondelinge traditie werden eerst doorverteld en pas later opgeschreven. Wanneer mensen in meerdere goden geloven, noemen we dat polytheïsme.
← De in Ur opgegraven juwelen van Puabi tonen aan
VA N
dat zij veel bezat. Waarschijnlijk bekleedde zij dan ook een hoge positie in de standenmaatschappij.
©
Stedelingen hebben een schrift nodig Een Sumerische stad vormde samen met het landbouwgebied en de dorpen errond een stadstaat: een onafhankelijke stad die zichzelf bestuurde. De leiders van zo’n stad verdedigden hun stad niet alleen tegen aanvallers. Ze probeerden hun eigen macht ook uit te breiden naar andere stadstaten om zo een rijk te creëren. Daarvoor werd oorlog gevoerd. We noemen zo’n politiek van gebiedsuitbreiding imperialisme. In de eerste stadstaten ontstond ook het schrift. Als veel mensen ergens samenleven, dan is het belangrijk om cijfergegevens bij te houden: Hoeveel inwoners wonen er in de stad? Hoeveel graan wordt er geproduceerd buiten de stad? Hoeveel soldaten zijn er aanwezig? Leiders gaven de opdracht aan boekhouders om al die gegevens op te schrijven op kleitabletten. Zij werkten in dienst van de stadstaat en waren de eerste ambtenaren. Het eerste schrift was heel eenvoudig en bestond uit figuren die ze in klei krasten. Later evolueerden die figuren naar tekens die ze met een rieten stokje in klei drukten waardoor de tekens op spijkertjes lijken. Vandaar dat we over het spijkerschrift spreken.
← Hier zie je de evolutie van het woord ‘vogel’. Eerst krasten ze een simpele tekening van een vogel in klei. Daarna kantelden ze die tekening 90° om het sneller te kunnen noteren. En tot slot drukten ze de tekening in de klei met een rietstengel om nog sneller te zijn.
Naast het schrift waren er nog uitvindingen en ontwikkelingen die zelfs voor ons vandaag zeer belangrijk zijn gebleken: Het wiel maakte transport gemakkelijker. Ze gebruikten bakstenen voor grote constructies zoals tempels. En de irrigatie van het landbouwgebied zorgde dat ze het water van de rivieren konden gebruiken om akkers vruchtbaarder te maken.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
103
2
Noteer minstens drie voorwaarden waaraan moest worden voldaan voor een dorp kon uitgroeien tot een stad.
3
Š
VA N
IN
Welke toepassingen bestaan er voor het schrift? Drie toepassingen kun je uit de tekst halen, twee andere moet je zelf nog bedenken.
4
Hier zie je de evolutie van het woord os in spijkerschrift. Kun jij de juiste volgorde bepalen (1 = oudste, 4 = nieuwste)?
5
Waarom kende het schrift die evolutie?
104
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
6
De koning-priester had de totale macht over de vier maatschappelijke domeinen. Vul het schema aan met voorbeelden daarvan. Gebruik het stappenplan maatschappelijke domeinen in je Histokit als je de domeinen nog niet goed kent.
bv.
bv.
POLITIEK
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
SOCIAAL
KONING-PRIESTER
7
bv.
VA N
bv.
CULTUREEL
IN
ECONOMISCH
©
Hoe verantwoordde de koning-priester zijn grote macht aan de bevolking?
8
Mesopotamië had koningen die de stad of het rijk bestuurden. Ons land heeft vandaag ook een koning. Toch verschilt de rol van de Belgische koning van die in Mesopotamië. Geef minstens twee verschillen tussen de Mesopotamische en de hedendaagse Belgische samenleving.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
105
9
Schrijvers waren de eerste ambtenaren die ten dienste van de stadstaat gegevens bijhielden. Ken je zelf voorbeelden van hedendaagse ambtenaren?
10
Vul het kruiswoordraadsel in met de begrippen uit de tekst.
1
2
IN
3
5
7
VA N
4
6
8
Š
9
10
11
12 Horizontaal 3 geheel van (goden)verhalen die verklaringen bieden op belangrijke vragen 4 stad en omgeving eromheen met een eigen bestuur 5 godsdienst die vooral gebaseerd is op het verklaren van natuurverschijnselen 7 uitgestrekt gebied onder ĂŠĂŠn bestuur 9 groepen waarin ze de Mesopotamische samenleving indeelden 10 producten kopen en verkopen 11 systeem waarbij goederen geruild worden zonder geld te gebruiken 12 beroep waarbij men zich specialiseert in handwerk 106
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
Verticaal 1 persoon die voor de overheid werkt 2 godsdienst waarbij meerdere goden worden aanbeden 6 hoe verhalen eerst werden doorgegeven 8 manier waarop geschreven tekens boodschappen weergeven
Uitbreiding 1:
Hoe organiseerde de priester de samenleving in zijn stad? Lees het verhaal over het leven in een Sumerische stad. Het is een fictief verhaal, maar het beschrijft wel mooi hoe mensen in de stad samenleefden. Gebruik de leesstrategieën in de Histokit.
04 LEESSTRATEGIEËN
IN
Een kopersmid op zoek naar werk bezoekt de stad Uruk. Uruk was een van de grootste steden in die tijd (2900 v.C.). Er woonden ongeveer 50 000 mensen. De stad lag in het Tweestromenland, het land tussen de Eufraat en de Tigris, midden in een landbouwgebied. Eerst was Uruk een dorp zoals alle andere: een paar huizen rond een kleine tempel. Later sloten verscheidene dorpen zich aaneen voor een betere verdediging tegen roofzuchtige nomaden en voor het uitvoeren van grote irrigatiewerken. Zo ontstond de stad.
De geboorte van een stad
weer naar de priester. Hij gaf me niet alleen de
naar de kleine nederzetting. Ze bestond uit
speren waar hij over gesproken had, maar ook
VA N
Ik stapte uit mijn boot en keek over het riet heen enkele groepen huizen en een paar tempels. Die
enkele bijlen die gebroken waren. Ik nam een
tempels dienden niet alleen als gebedshuis. De
jongen in dienst, die me bij het werk zou helpen.
priesters bewaarden er onze voorraden graan,
‘Wacht even’, zei een man. ‘We moeten nog
vachten en wol. Daarmee betaalden ze de vaklui,
noteren wat je meeneemt.’
die ze in Uruk, zo heette de nederzetting, nodig
Dat was de schrijver van de priester. Hij pakte
hadden. Ik volgde het pad door de uitgestrekte
twee kleine kleitabletten en grifte er enkele
korenvelden, tot ik bij een van de tempels kwam.
wonderlijke tekens in.
‘We hebben werk voor je, kopersmid’, zei de
‘Wat heeft dat te betekenen?’ vroeg ik wat
©
1
priester. ‘Er zijn drie speren gebroken. Die moet
ongerust.
je smelten en opnieuw in de juiste vorm gieten.
Hij glimlachte.
Maar eerst wil ik met je praten, want we hebben
‘Het ziet eruit als een speer’, zei ik.
grote plannen. Uruk moet de mooiste stad van
‘Dat is het ook’, knikte hij. ‘Als je twee speren
het land tussen de twee rivieren worden. En daar
meeneemt, teken ik er ook twee. Zo kan er nooit
hebben we veel vaklui voor nodig: timmerlui,
misverstand zijn.’
kopersmeden, schilders, steenkappers en
Wat vreemd, dacht ik. Hoe komt hij erbij zijn
beeldhouwers. Als je er iets voor voelt, kun je bij
gedachten op een kleitablet vast te leggen?
ons blijven wonen. Denk er maar eens over na,
De jongen stak het houtskoolvuur aan. De
terwijl je hier bent.’
kinderen uit naburige huizen dromden om
‘Dat zal ik doen’, zei ik. ‘U krijgt mijn antwoord
hem heen en hielpen hem door krachtig op de
voor ik hier vandaan ga.’
houtskolen te blazen.
Er stond al een groep houthandelaars te
Terwijl ik wachtte tot het vuur warmte gaf om het
wachten om met de priester te onderhandelen.
koper te doen smelten, maakte ik de kleivormen
Dus ging ik gauw naar het huisje waarin ik altijd
waarin ik straks het vloeibare koper zou gieten.
mijn intrek nam als ik in Uruk kwam werken.
Ondertussen dacht ik voortdurend aan het
De volgende morgen begon ik met klei mijn oven
voorstel dat de priester me gisteren gedaan had.
te bouwen en toen ik daarmee klaar was, ging ik
O ja, dacht ik, als ik mijn vrouw en kinderen kan
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
107
Maar er gebeurde nog veel meer in Uruk. Steeds
wonen, dan hoef ik er niet meer opuit te trekken
meer kooplui kwamen hun waren op de markt
om bij de boeren in de afgelegen boerderijen en
verkopen. Daarom was er een ruime marktplaats
onooglijke dorpen werk te gaan zoeken. En hoe
nodig. Er kwamen ook steeds meer vaklui. Dus
langer ik erover dacht, hoe meer het voorstel me
hadden we behoefte aan meer en grotere huizen.
aanlokte.
Ik werd oppersmid en had van toen af een andere
Enkele dagen later zei ik tegen de priester dat
opdracht: jonge vaklui opleiden en het werk van
ik bij hem in dienst wilde treden. Hij knikte en
de anderen controleren.
zei dat ik naar de schrijver moest gaan om af te
Jammer dat niet iedereen het zo goed had als
rekenen en te bespreken hoe het in de toekomst
ik. De slaven kwamen in grote groepen in Uruk
zou gaan.
aan. Onze krijgers hadden ze in verre streken
Die beslissing bracht een grondige wijziging in
gevangengenomen en hierheen gevoerd. De
mijn leven. Ik mocht met mijn gezin in een stenen
slaven deden het zwaarste werk. Ze sjouwden
huisje wonen. Het was niet groot, maar we
de grote steenblokken en hesen ze met gevaar
hadden er voldoende ruimte. Er heerste nu een
voor hun leven de hoogte in. Ik had vaak
koortsachtige bedrijvigheid in de stad. Karavanen
medelijden met die arme kerels. Het leek wel
brachten hout en stenen aan. Een leger arbeiders
of ze huisdieren waren. Op een dag zag ik zelfs
bouwde eerst het stenen terras waarop de
hoe een legerbevelhebber, die door de straten
IN
meebrengen, als we met ons allen hier kunnen
reed, een slaaf onder de wielen van zijn wagen
me dat het honderdtwintig voet hoog was. En
verpletterde. Het waren koperen wielen die ik zelf
terwijl ik in de nabijheid van de bouwplaats met
gegoten had. Ik huiverde, maar wat kon ik doen?
mijn eigen zaken bezig was, zag ik de tempel dag
Met de gedachte dat ik aan de opbouw van een
na dag groeien. Het werd een indrukwekkend
prachtige stad meewerkte, probeerde ik het
gebouw.
beeld van die arme slaaf te verdrijven.
VA N
tempel zou komen. De bouwmeester vertelde
2
Š
Uit: C. Verleyen, Met verhalen door de tijd, deel 1. Lier, Uitgeverij VAN IN, 1981.
Markeer waar en wanneer het verhaal gesitueerd is.
a
In welke periode speelt het verhaal zich af?
b
In welk millennium speelt het verhaal zich af?
3
Kijk opnieuw naar de kaart op p. 101 en los de vragen op.
108
a
Aan welke rivier lag Uruk?
b
In welke regio kunnen we de stad situeren?
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
4
09
Koppel een gebeurtenis uit het verhaal aan het domein.
Domein
MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
Gebeurtenis
politiek
economisch
sociaal
cultureel
5
IN
Geef vier voorbeelden van ambachtslieden uit de tekst.
6
VA N
09 MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
©
In de Mesopotamische steden en het omringende landbouwgebied ontstond er een grote sociale ongelijkheid. Dat was een groot verschil met de nomadische samenleving in stamverband. Je werd geboren binnen een bepaalde stand, je positie in de samenleving. Plaats de groepen die in de tekst aan bod komen in de standenpiramide. Denk goed na, want de tekst verraadt niet letterlijk wie hoger of lager staat.
Kies uit: slaven - priester - boeren - legerbevelhebber - ambachtslui - schrijvers handelaars
bezitten veel
veel macht
bezitten weinig
weinig macht
bezitten niets
ECONOMISCH DOMEIN
geen macht
SOCIAAL DOMEIN
POLITIEK DOMEIN
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
109
Historische vraag 5:
Wat vertellen de Mesopotamische kunstuitingen over de samenlevingen tussen Tigris en Eufraat? Stadstaten konden uitgroeien tot echte rijken die soms heel uitgestrekt waren. Het streven naar gebieds- en machtsuitbreiding noemen we imperialisme. In MesopotamiĂŤ volgden rijken elkaar vrij snel op, vooral omdat er een felle strijd werd geleverd voor de vruchtbare stroken grond langs de rivieren de Eufraat en de Tigris. We vinden dus veel kunstuitingen waarbij oorlog het centrale thema is.
1
Noteer de samenleving bij de kunstuiting.
6
4
Š
5
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
7 8
1
50
0
v. C
.
.
0
00 1
3
2
110
v. C
.
v. C
VA N
1
50
0
v. C 2
00
0
v. C 2
50
0
v. C 0 00 3
1
Assyrische rijk
IN
andere samenlevingen
.
Babylonische rijk
.
Akkadische rijk
.
Sumerische stadstaten
Gerestaureerde Ishtar-poort, 6e eeuw v.C., toegang tot Babylonië, Mesopotamië.
© Marco Severini / Alamy
© Bridgeman
↓
A
B
↑ ↓
Reliëf van marcherende Babylonische soldaten, eind 7e eeuw v.C., Nineve, Mesopotamië.
IN
© Interfoto
C
Bronzen hoofd van waarschijnlijk Sargon I, koning van het Akkadische rijk, ca. 2300 v.C., Mesopotamië.
Versierde kist met dagelijks leven uit het Sumerische Ur, ca. 2500 v.C., Mesopotamië.
VA N
D
© Print Collector
↓
↑
E
F
↓
©
© Eric Gaba
Reliëf van de Akkadische koning Naram-Sin die zijn vijanden verslaat, ca. 2200 v.C., Mesopotamië.
↑
Reliëf van de Assyrische koning Assurbanipal die vanop zijn paard een pijl afschiet, 7e eeuw v.C., Mesopotamië.
© Werner Forman UIG
Reliëf van de Sumerische koning Eannatum die zijn vijanden verslaat, ca. 2400 v.C., Mesopotamië.
H ↑ Beeld van een gevleugelde stier uit het paleis van Sargon II, 8e eeuw v.C., Mesopotamië.
G Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
111
2
Plaats de letter in het juiste vakje.
a
Welke kunstuitingen zijn gericht op oorlog en agressie?
b
Welke kunstuitingen zijn vredevol?
3
IN
Is de stelling juist of fout? Als je denkt dat de stelling fout is, schrap je wat fout is en verbeter je het.
Juist
VA N
In Mesopotamië volgden verschillende samenlevingen elkaar op.
Mesopotamië kende een evolutie van dorpen over steden naar rijken.
©
De overgang van het ene naar het andere rijk gebeurde vredevol.
Volgens de tijdlijn liepen het Akkadische en het Babylonische rijk gelijktijdig.
4
Welke van de rijken op de drie kaarten op p. 110 was het grootst?
5
Wil je meer ontdekken over de standaard van Ur? Neem dan een kijkje bij het onlinelesmateriaal.
112
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
Fout
Uitbreiding 2:
Hoe zagen de eerste steden eruit? We zagen hoe Mesopotamische dorpen in het begin van het oude nabije oosten (rond 3500 v.C.) uitgroeiden tot steden als Ur en Uruk. Geleidelijk aan ontwikkelden die steden zich verder of verdwenen ze. In de 6e eeuw v.C. bouwde de Babylonische koning Nebukadnezar II van Babylon een van de prachtigste steden op aarde. De stad werd de hoofdstad van het omvangrijke Babylonische rijk. Dat kun je zien op p. 110.
1
Situeer de bronnen in tijd en ruimte. a b
Markeer in de bronvermelding van wanneer de bron oorspronkelijk dateert. Markeer waar de bron zich oorspronkelijk bevond.
IN
2
Bron 1:
VA N
Beoordeel telkens of de bron bruikbaar is om de historische vraag te beantwoorden. Als de bron bruikbaar is, beoordeel je ook of ze betrouwbaar is.
©
© Universal History Archive
↑
Ziggurat van Ur, gebouwd ca. 2000 v.C., Mesopotamië. Deze foto dateert van archeologische opgravingen rond het jaar 1930. De torentempel was een centraal gebouw in de stad Ur. Het was een plaats waar religieuze rituelen werden uitgevoerd. Tegelijk was het ook een centrum waar ambtenaren in dienst van de koning-priesters hun werk deden. Vaak lag vlakbij ook nog een paleis voor de koningpriester. Het gebouw werd in de 19e en 20e eeuw verschillende keren onderzocht door archeologen.
a
Vertelt de bron je hoe de eerste Mesopotamische steden eruitzagen? De bron is bruikbaar / niet bruikbaar. De bron is betrouwbaar / niet betrouwbaar.
b
Geef een argument voor je antwoord.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
113
Bron 2: ↑
Reconstructie van de Ziggurat van Ur, hedendaagse foto. Na de grote opgravingen van de jaren 1920 voerden archeologen een restauratie uit van de Ziggurat van Ur. Ze kozen ervoor om de Ziggurat te restaureren zoals die eruitzag in de 6e eeuw v.C.
a
Vertelt de bron je hoe de eerste Mesopotamische steden eruitzagen? De bron is bruikbaar / niet bruikbaar. De bron is betrouwbaar / niet betrouwbaar.
b
Geef een argument voor je antwoord.
IN
VA N
Bron 3:
a
Vertelt de bron je hoe de eerste Mesopotamische steden eruitzagen? De bron is bruikbaar / niet bruikbaar. De bron is betrouwbaar / niet betrouwbaar.
b
Geef een argument voor je antwoord.
114
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
© Heritage Images
©
↑
Tekening uit 1853 van de stad Nimrud, Mesopotamië. In de 19e eeuw werd die stad opgegraven door een team Britse archeologen. Tekenaar James Fergusson maakte een tekening van hoe de stad er volgens hem moet uitgezien hebben. Hij liet daarbij zijn fantasie de vrije loop door er mensen en dieren bij te tekenen. Voor de gebouwen baseerde hij zich wel op de opgravingen van het team. Een verdedigingsmuur was typisch voor verschillende Mesopotamische steden. De poorten in die muur waren soms prachtig versierd.
Bron 4:
© Bridgeman
↑
Ishtar-poort, gebouwd in de 6e eeuw v.C., Babylon, Mesopotamië. De poort stond aanvankelijk in de stad Babylon en was zoals veel andere gebouwen in de stad versierd met prachtige afbeeldingen. In de 20e eeuw werd de stad opgegraven door Duitse archeologen. Zij namen de poort steen per steen mee naar Duitsland. In Berlijn bouwden ze de poort weer op. Je kunt ze nu bewonderen in het Pergamonmuseum.
Vertelt de bron je hoe de eerste Mesopotamische steden eruitzagen? De bron is bruikbaar / niet bruikbaar. De bron is betrouwbaar / niet betrouwbaar.
b
Geef een argument voor je antwoord.
3
VA N
IN
a
Beantwoord de onderzoeksvraag.
b
Omcirkel in de bruikbare bronvermeldingen wat je kunt gebruiken om de historische vraag te beantwoorden. Hoe zagen de eerste steden eruit? Gebruik in je antwoord de zaken die je net omcirkelde.
©
a
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
115
Historische vraag 6:
Vond de zondvloed uit het Gilgamesj-verhaal echt plaats? 1
Onderzoek of de zondvloed uit het Gilgamesj-verhaal echt heeft plaatsgevonden.
02 BRONNENSTUDIE
Het gedicht over de held Gilgamesj is een van de oudste verhalen ter wereld. Koning Gilgamesj was volgens dat verhaal half god en half mens. Hij zou ongeveer 2 700 jaar voor Christus in Uruk geleefd hebben. Samen met zijn vriend Enkidu beleefde hij veel avonturen. Toen zijn vriend stierf, was hij erg verdrietig en daarom ging hij op zoek naar het eeuwige leven. Historisch denken
VA N
IN
Historische bronnen vertellen hun verhaal niet zomaar. Je moet zorgvuldig te werk gaan als je historische bronnen bestudeert. Om vergissingen te vermijden moet je een hele reeks vragen stellen bij bronnen. In het stappenplan historische bronnen bestuderen lees je welke vragen vaak voorkomen. We besteden extra veel aandacht aan twee cruciale vragen: Hoe bruikbaar is de bron voor de historische vraag? Hoe betrouwbaar is de bron voor de historische vraag?
Tablet 11 uit het Gilgamesj-verhaal ‘O, vader Utanapisjtim, jij kent het geheim van het eeuwige leven. Wat moet ik doen om niet te sterven?’ Utanapisjtim antwoordde: ‘De dood is onverbiddelijk. Alles verandert. Er is niets dat eeuwig bestaat. De Goden van de onderwereld bepalen wanneer je laatste uur heeft geslagen. Zij oordelen over leven en dood. Iedereen sterft. Elk moment kan het laatste zijn.’
©
Gilgamesj werd woedend: ‘Waarom kreeg juist jij het eeuwige leven?’ Utanapisjtim antwoordde: ‘Ik zal je een geheim van de Goden vertellen, Gilgamesj. Lang geleden kwamen de Goden bij elkaar. Enlil nam het woord en zei tijdens de vergadering: ‘Op aarde krioelt het van de mensen. Iedere dag worden er honderden geboren. Ze zijn zo luidruchtig dat de goden niet meer rustig kunnen slapen. Ik eis dat al het leven wordt vernietigd.’ De goden luisterden naar Enlil. Ze besloten om de hele mensheid in een zondvloed te laten vergaan. Ea, de god van de wijsheid, kwam en waarschuwde mij: ‘Utanapisjtim, je moet je huis afbreken en een schip bouwen. Laat je bezittingen achter en red je leven. Aan boord moet je planten en dieren verzamelen, want er komt een vreselijke ramp. Als de boot klaar is, moet je hem naar het grote meer
→
brengen. Wacht daar op wat komen gaat.’
Auteur onbekend. Dit verhaal maakte eerst deel uit van de mondelinge traditie van de Mesopotamische mythologie. Tot dan werden verhalen enkel doorverteld en voorgedragen. Rond 2000 v.C. noteerden ze het verhaal voor het eerst in spijkerschrift op kleitabletten. Dat was een keerpunt in de evolutie van het schrift omdat ze nu ook een verhaal neerschreven in plaats van enkel cijfergegevens. Verhalen bleven daardoor bewaard voor volgende generaties. Ze bewaarden de kleitabletten in een Mesopotamische bibliotheek en toen die afbrandde, werden de kleitabletten per ongeluk gebakken. Zonder dat toeval waren de tabletten wellicht nooit bewaard gebleven. In de moderne tijd ontdekte een Britse archeoloog de bibliotheek toen hij eigenlijk opgravingen naar iets anders deed. Enkele jaren later raakte de Brit George Smith gefascineerd door de tabletten die ondertussen tentoongesteld waren in het British Museum in Londen. Hij ging verder op onderzoek, ontdekte de rest van het verhaal en ontcijferde het. Smith is diegene die de link legde met het Bijbelse zondvloedverhaal.
116
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron. ✓ Wat voor soort bron is het?
09 ✓ Wanneer is de bron gemaakt?
✓ Waar is de bron gemaakt?
✓ Wie is de auteur/maker?
✓ Welk domein koppel je aan de bron?
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig.
04
✓ Markeer groen waarom de goden kwaad zijn op de mensen.
✓ Markeer oranje hoe de goden de mensen willen straffen.
✓ Markeer blauw hoe Utanapisjtim zichzelf, de planten en dieren redt.
LEESSTRATEGIEËN
IN
search Stap 3: Ik denk na over de bron.
MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
VA N
✓ Waarom werd dit verhaal gemaakt? Kun jij een verklaring vinden waarom ze het verhaal over Gilgamesj neerschreven?
©
✓ Veel bronnen zijn in de loop van de geschiedenis verloren gegaan. Sommige bronnen werden doelbewust bewaard en andere bronnen werden eerder toevallig ontdekt of bewaard. Hoe zorgde het toeval ervoor dat het Gilgamesj-verhaal bewaard bleef? Geef drie voorbeelden.
✓ Je kunt bronnen op verschillende plaatsen bewaren: bibliotheken, archieven, musea … Waar wordt dit fragment van het Gilgamesj-verhaal bewaard?
✓ Is de bron bruikbaar en betrouwbaar? Schrap wat fout is. Het Gilgamesj-verhaal is een bruikbare / geen bruikbare bron om de vraag mee te beantwoorden. Het Gilgamesj-verhaal is een betrouwbare / geen betrouwbare bron om de vraag mee te beantwoorden. ✓ Geef een argument voor je antwoord.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
117
search Stap 4: Ik beantwoord de onderzoeksvraag. ✓ Vond de zondvloed uit het Gilgamesj-verhaal echt plaats?
✓ Geef een argument voor je antwoord.
Geschiedkundigen bestuderen vaak verschillende bronnen om tot een antwoord op een specifieke historische vraag te komen. Ze onderzoeken bronnen en vergelijken die met andere bronnen om een zo juist mogelijk beeld van het verleden te vormen. Zo kunnen we het Gilgamesj-verhaal vergelijken met de volgende bron:
IN
Genesis 6, 13-19, een hoofdstuk uit de Bijbel
VA N
God zei tot Noach: ‘De dagen van de mensen zijn geteld, want zij zijn er de schuld van dat de aarde vol gewelddaden is. Ik ga hen met
de aarde vernietigen. Gij moet een ark (boot)
van pijnhout bouwen; met riet moet gij de ark maken en ze van binnen en van buiten met
pek bestrijken. (…) Want ik sta op het punt een watervloed over de aarde te brengen, die alle
©
levende wezens onder de hemel zal verdelgen; alles wat zich op aarde bevindt, zal omkomen. Met u echter zal ik een verbond aangaan; gij met uw vrouw en met de vrouwen van uw zonen. Van alle levende wezens moet gij één paar in de ark brengen, om ze met u samen
→
moet u inschepen op de ark, met uw zonen,
Schilderij, 1570, Zuidelijke Nederlanden. De ark van Noach op de berg Ararat, door Simon de Myle.
in leven te doen blijven: een mannelijk en een
→
vrouwelijk dier moet het zijn.
Auteur onbekend. De Bijbel is een verzameling van verhalen die eerst mondeling werden doorverteld voor ze werden neergeschreven tussen de 8e eeuw v.C. en de 1e eeuw n.C. Het verhaal van Noach werd waarschijnlijk ergens tussen de 7e en 3e eeuw v.C. opgeschreven in het huidige Israël.
118
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
2
Net als het mythologische Gilgamesj-verhaal is het Bijbelse verhaal geen goede bron om te achterhalen of de zondvloed echt heeft plaatsgevonden. De Bijbel is immers een religieus boek. Toch zijn de gelijkenissen tussen beide verhalen opvallend.
a
Markeer in de Bijbeltekst drie gelijkenissen met het Gilgamesj-verhaal.
b
Lees opnieuw het bijschrift bij het Gilgamesj-verhaal. Waar haalden de schrijvers hun inspiratie?
c
Denk nu zelf even verder na: hoe kun je de gelijkenissen tussen beide teksten verklaren?
IN
Uitbreiding 3:
VA N
Welke sociale ongelijkheid zit ingebouwd in de Babylonische wetten van Hammurabi? 1
Š
Hoe weet jij hoe je je moet gedragen op school? Waarschijnlijk heeft de school een reglement opgesteld. Hoe maakt de school die regels kenbaar aan iedereen en zorgt ze ervoor dat iedereen gelijk behandeld wordt?
Ze hadden eerder al wetteksten genoteerd op kleitabletten, maar in ca. 1780 v.C. liet de Babylonische koning Hammurabi een reeks wetten noteren op een grote stenen zuil die hij op een goed zichtbare plek plaatste. Vanaf toen was het voor iedereen heel duidelijk wat de regels waren.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
119
2
Op de zuil zien we verschillende zaken terug. Noteer de letter op de juiste plaats op de zuil.
A B
C
282 regels in spijkerschrift met bijbehorende straffen een reliëfafbeelding van Hammurabi die de tekens van de goddelijke macht, een staf en een ring, van de zonnegod ontvangt een reliëfafbeelding van de zonnegod Sjamasj op een troon die Hammurabi de tekens van de goddelijke macht geeft
3
02 BRONNENSTUDIE
VA N
IN
Lees enkele van Hammurabi’s wetten. Gebruik de vier stappen van de bronnenstudie om de bron te bestuderen en de historische vraag te beantwoorden: Welke sociale ongelijkheid zit ingebouwd in de Babylonische wetten van Hammurabi?
Wet 196: Als een hooggeplaatste man het oog van een andere hooggeplaatste man vernielt, dan zal ook zijn oog worden vernield.
©
Wet 198: Als een hooggeplaatste man het oog vernielt van een gewone man, dan zal hij een boete in zilver betalen.
→
Wet 199: Als een hooggeplaatste man het oog vernielt van een slaaf van een hooggeplaatste man, dan zal hij de helft van de waarde van de slaaf in zilver als boete betalen.
Ca. 1780 v.C., Babylon, Mesopotamië, vertaalde wetten uit de zuil van Hammurabi.
120
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
Conclusie
Antwoorden op de onderzoeksvragen Kruis het juiste antwoord aan. Historische vraag 1: Waarom begonnen sommige mensen te schrijven? ☐ Ze vonden het een leuke activiteit. ☐ De samenleving werd ingewikkelder en ze wilden gegevens bijhouden. ☐ Ze leefden in een stam. ☐ Ze wilden verhalen aan elkaar doorspelen.
Historische vraag 2: Wanneer begonnen mensen voor het eerst te schrijven?
IN
☐ toen buitenaardse wezens de mens het schrift schonken ☐ in 2500 v.C.
☐ toen mensen in steden gingen samenleven
VA N
☐ toen Julius Caesar onze gebieden veroverde
Historische vraag 3: Waar begonnen mensen voor het eerst te schrijven? ☐ in onze regio ☐ in Egypte
☐ in Mesopotamië
©
V
☐ in het Babylonische rijk
Historische vraag 4: Hoe ontstonden de eerste steden en hoe werden ze bestuurd? ☐ Dankzij hun handelsfunctie groeiden dorpen uit tot steden waar de koning-priester de macht had. ☐ Dankzij de landbouw groeiden dorpen uit tot steden die bestuurd werden door verkozen koningen. ☐ Dankzij de aanwezigheid van goud groeiden dorpen uit tot steden en daar maakten de vrouwen als bestuurders handig gebruik van. ☐ Steden ontstonden door puur toeval en werden geregeerd door een priester.
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
121
Historische vraag 5: Wat vertellen de Mesopotamische kunstuitingen over de samenlevingen tussen Tigris en Eufraat? ☐ Er werd zelden oorlog gevoerd in Mesopotamië. ☐ Ze beeldden enkel oorlogstaferelen af. ☐ Enkel de Babyloniërs produceerden kunstuitingen. ☐ Alle Mesopotamische samenlevingen produceerden zowel oorlogs als vredestaferelen.
Historische vraag 6: Vond de zondvloed uit het Gilgamesj-verhaal echt plaats? ☐ Ja, want het staat ook in de Bijbel. ☐ Ja, want wetenschappers hebben het bewezen. ☐ Nee, want het is een mythologisch verhaal dat niet echt gebeurd is.
VA N
IN
☐ Het Gilgamesj-verhaal is geen bruikbare bron om die vraag te beantwoorden.
VI
Synthese
Situeren in de tijd en de ruimte
GESCHIEDENIS
HET ONTSTAAN VAN STAD EN SCHRIFT
122
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
MODERNE TIJD
HEDENDAAGSE TIJD
MIDDELEEUWEN
ca
.5 00 ca
1 KLASSIEKE OUDHEID
.1 50 0 ca . 19 180 45 0
. v. C OUDE NABIJE OOSTEN
VROEGMODERNE TIJD
PREHISTORIE
ca
.8 00
.3 50 0 ca
ca
.3 ,5
m ilj
v. C .
oe
n
v. C
.
©
De eerste overgang van prehistorie naar geschiedenis vond plaats in Mesopotamië rond 3500 v.C. Mensen begonnen daar voor het eerst te schrijven. De eerste periode van de geschiedenis heet daarom het oude nabije oosten.
Het ontstaan van de eerste steden rond 3500 v.C. in Mesopotamië
IN
Schema
LANDBOUW
VA N
De samenleving wordt steeds ingewikkelder. Ze moeten met steeds meer mensen rekening houden.
dorpen
Cultureel
©
Sociaal standenmaatschappij
koning-priester legerbevelhebber
natuurreligie polytheïsme mythologie mondelinge traditie
steden
stadstaten
rijken
Politiek
Economisch
leiders = koning-priesters
landbouw ambtenaar ambachten ruileconomie handel
ontstaan schriftsoorten
schrijvers handelaars ambachtslui boeren slaven
Uitbreidingsvraag 1
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
123
Samenvatting: Het ontstaan van stad en schrift Op het einde van het neolithicum groeiden in Mesopotamië sommige dorpen uit tot kleine steden. Een aantal factoren maakten de uitbreiding tot een stad mogelijk: een goede ligging langs een rivier, voldoende landbouwopbrengsten, productie van goederen (ambachten) en een markt waar handel werd gedreven door producten met elkaar te ruilen (ruileconomie). Steden zoals Ur of Uruk vormden in Sumerië samen met het omliggende landbouwgebied onafhankelijke stadstaten. De leiders van die stadstaten stonden aan de top van de standenmaatschappij. Later zouden sommige stadstaten uitgroeien tot echte rijken.
IN
Samen met de steden ontwikkelde zich ook het eerste schriftsoort: het spijkerschrift. Stedelingen hadden een schrift nodig om cijfergegevens bij te houden. De leiders stelden ambtenaren aan om zo veel mogelijk gegevens te noteren. Later ging men het schrift ook toepassen om onder andere wetten en verhalen neer te schrijven. Ze noteerden verhalen uit de mondelinge traditie, zoals het Gilgamesj-verhaal, om ze te bewaren voor latere generaties.
VA N
De mensen in Mesopotamië kenden een natuurreligie en verklaarden natuurfenomenen aan de hand van godenverhalen. In die verhalen komen verschillende goden voor, het gaat dus om polytheïsme. Die verhalen maakten samen deel uit van de mythologie van de Mesopotamische samenleving. Leiders van de stadstaten in Mesopotamië gebruikten de verhalen om hun macht te vergroten. Door oorlog te voeren streefden ze vaak naar gebiedsuitbreiding. We noemen dat politiek imperialisme. Historisch denken
©
Mythologische verhalen zoals die uit het Gilgamesj-verhaal en die uit de Bijbel kunnen niet bewezen worden. Het zijn geen bruikbare bronnen om te onderzoeken of de zondvloed uit het Gilgamesj-verhaal echt heeft plaatsgevonden.
Uitbreiding 1: Hoe organiseerde de priester de samenleving in zijn stad? Uruk groeide rond 2900 v.C. uit tot een complexe standenmaatschappij. Koning-priesters hadden daarin de leiding. Zij hadden veel macht en aanzien. Andere groepen zoals ambachtslieden, boeren en slaven hadden een lagere positie en bezaten minder of zelfs helemaal niets.
Uitbreiding 2: Hoe zagen de eerste steden eruit? De Mesopotamische steden lagen langs rivieren en werden gekenmerkt door verdedigingsmuren, de aanwezigheid van een torentempel, een paleis en stadspoorten.
124
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
Begrippen
06
Je leerde de volgende historische begrippen:
HISTORISCHE BEGRIPPEN
— ambtenaar
persoon die voor de overheid werkt
— handel
economische activiteit waarbij goederen worden uitgewisseld tegen betaling
— imperialisme
streven naar gebiedsuitbreiding
— mondelinge traditie
gewoonte om kennis of verhalen te onthouden en door te geven via gesproken weg
— mythologie
geheel van verhalen die verklaringen bieden voor belangrijke vragen
— natuurreligie godsdienst die vooral gebaseerd is op het verklaren van natuurverschijnselen godsdienst waarbij meer dan één god wordt aanbeden
— rijk
uitgestrekt gebied onder één bestuur
— ruileconomie
systeem waarbij goederen geruild worden zonder gebruik te maken van geld
VA N
IN
— polytheïsme
— schriftsoort manier waarop geschreven tekens boodschappen weergeven — stadstaat
— standenmaatschappij
stad en omgeving eromheen met een eigen bestuur samenleving waarbij je sociale en economische positie bepaald wordt door het gezin waarin je geboren wordt
©
Ook deze structuurbegrippen kwamen aan bod. Hun betekenis kun je opzoeken in je Histokit. — ongelijktijdig
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
— toeval
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
125
Zelfevaluatie
SITUEREN IN TIJD EN RUIMTE Je kunt het ontstaan van de eerste steden en het ontstaan van het eerste schrift situeren in tijd en ruimte. HISTORISCHE BRONNEN EN WERKEN historische vraag - bruikbaar is als bron. MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN MESOPOTAMIË: economisch en sociaal
IN
Je kunt beoordelen of een mythologisch verhaal - in het licht van een
VA N
Je kunt toelichten hoe en waarom sommige dorpen in Mesopotamië uitgroeiden tot kleine steden.
Je kunt de volgende begrippen daarbij in de juiste context gebruiken: ambacht, handel en ruileconomie. Je kunt toelichten hoe steden als Ur of Uruk in Sumerië zich later nog verder ontwikkelden.
©
Je kunt de volgende begrippen daarbij in de juiste context gebruiken: rijk, stadstaat en standenmaatschappij. Je kunt verklaren hoe en waarom het schrift zich ontwikkelde in die steden. Je kunt de volgende begrippen daarbij in de juiste context gebruiken: ambtenaar, mondelinge traditie en schriftsoort. MESOPOTAMIË: cultuur en politiek Je kunt toelichten welke religie de Mesopotamiërs hadden. Je kunt volgende begrippen daarbij in de juiste context gebruiken: natuurreligie en polytheïsme. Je kunt toelichten hoe en waarom verhalen uit de mythologie door de Mesopotamische leiders werden gebruikt. Je kunt volgende begrippen daarbij in de juiste context gebruiken: mythologie en oorlog.
126
Hoofdstuk 4: Het ontstaan van stad en schrift
onvoldoende
voldoende
goed
Dit kan ik …
zeer goed
In deze les leerde je meer over het ontstaan van stad en schrift in de eerste complexe samenlevingen. Dit zelfevaluatieformulier kan je helpen om te bepalen wat je al goed kunt en aan welke elementen je nog moeten werken. Succes!
Egypte, het rijk aan de Nijl
IN
5
©
VA N
Hoofdstuk
↑
© Heather Shimmin / Shutterstock.com
Sfinxbeeld van farao Hatsjepsut, een van de weinige vrouwelijke farao’s, 15e eeuw v.C., Deir el-Bahri, Egypte.
127
I
Op ontdekking ← Piramides van Gizeh, ca. 2500 v.C., Egypte.
IN
© Ricardo Liberato
In het oude rijk werden farao’s begraven in reusachtige piramides. De grootste, die van farao Khufu (ook bekend als Cheops), is 138 m hoog en bestaat uit 2,3 miljoen stenen van elk ongeveer 2 500 kg.
© Przemyslaw Idzkiewicz
©
VA N
↑
Tempelcomplex Karnak-Luxor, gebouwd vanaf 1900 v.C., Egypte. Dit is waarschijnlijk het grootste religieuze centrum ter wereld en meet ongeveer 1,5 km bij 0,8 km.
← Tempel van Abu Simbel, 13e eeuw v.C., Egypte. Farao Ramses II liet reusachtige standbeelden van zichzelf optrekken aan de ingang van zijn rotstempel. De beelden zijn maar liefst tien meter hoog.
Wie aan Egypte denkt, denkt automatisch aan de reusachtige bouwwerken die je vandaag nog altijd kunt bezoeken. De monumentale kunstwerken werden altijd in opdracht van een farao gemaakt. Daarom onderzoek je in dit hoofdstuk hoe de farao al die kunstuitingen gebruikte om zijn macht te rechtvaardigen.
128
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
II
Wat weet je al?
1
Je leerde in de lagere school al heel wat over de Egyptenaren. Verbind de afbeelding met de juiste kernwoorden. Probeer klassikaal een correcte zin te vormen met die kernwoorden.
mummificeren - leven na de dood - rijke Egyptenaren
goden - tempels - vereren
VA N
zonnegod - herkennen zonneschijf op hoofd - Ra
©
gouden dodenmasker vinden - Tutanchamon
© Jaroslav Moravcik / Shutterstock.com
IN
piramides - farao’s - graf bouwen
III
Wat weet je nog niet?
In dit hoofdstuk … ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
leer je hoe langs de oevers van de Nijl een complexe samenleving ontstond: het Egyptische rijk; leer je waarom net daar zo’n rijk kon ontstaan; leer je hoe het rijk bestuurd werd; vergelijk je de belangrijkste kenmerken van de Egyptische samenleving met de samenleving in Mesopotamië waarover je eerder al leerde; leer je opnieuw kritisch redeneren met historische bronnen: je onderzoekt hoe bruikbaar en betrouwbaar historische bronnen zijn om historische vragen te beantwoorden.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
129
IV
Op onderzoek Historische vraag 1: Waarom kreeg farao Khufu een gigantische piramide en hoe trokken ze die piramide op? Historische vraag 2: Wanneer leefden de farao’s?
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
11 TIJDLIJN
03
Historische vraag 3: Waar leefden de farao’s?
HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
08 HISTORISCH REDENEREN
05 KIJKSTRATEGIEËN
VA N
Uitbreiding 1: Wat zijn de typische kenmerken van de Egyptische kunstuitingen?
©
05 KIJKSTRATEGIEËN
IN
Historische vraag 4: Hoe kregen het Egyptische rijk en de standenmaatschappij vorm?
04 LEESSTRATEGIEËN
08 HISTORISCH REDENEREN
Historische vraag 5: Waarom deed Hatsjepsut zich voor als man? Historische vraag 6: Won Ramses II de slag bij Kadesj?
Uitbreiding 2: Wat geloofden de Egyptenaren over het leven na de dood?
Knap zo! Je kent nu de belangrijkste kenmerken van de Egyptische samenleving. Je hebt de nieuwe leerstof van Sapiens 1 verwerkt en bent klaar voor het herhalingshoofdstuk.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
BRONNENSTUDIE
02 BRONNENSTUDIE
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
Historische vraag 7: Hoe overleed farao Tutanchamon?
130
02
Historische vraag 1:
Waarom kreeg farao Khufu een gigantische piramide en hoe trokken ze die piramide op? Rond 2480 v.C. begonnen Egyptische arbeiders aan het grootste Egyptische bouwproject ooit: de grote piramide van Khufu, ook wel Cheops genoemd.
1
Bekijk de documentaire. Kruis het juiste antwoord aan.
b
Wie werd door de farao uitgezonden om sterke mannen uit te zoeken voor de bouw van de piramide? ☐ de legeraanvoerders
☐ de ambtenaren
☐ de priesters
☐ de koningin
Wie bouwde de piramides? ☐ slaven
☐ de goden
☐ buitenaardse wezens
VA N
☐ uitgekozen arbeiders (boeren) c
IN
a
Hoe sleepten ze al die rotsblokken naar boven? ☐ met kranen
☐ met karren met wielen
☐ De arbeiders droegen ze op hun schouders naar boven.
☐ met sleeën over hellingen d
Wat is het grote verschil tussen hoe de piramide er toen uitzag en hoe ze er nu bij staat?
©
☐ De zijden van de piramide waren toen volledig vlak. ☐ De piramide was toen veel groter. ☐ Vandaag is de piramide volledig bedekt met zand. ☐ De piramide was toen langs de buitenkant versierd met tekeningen. e
Waarom bouwden ze de gigantische piramide? ☐ De piramide was een tempel voor de goden. ☐ De piramide was een graf voor alle Egyptenaren die toen leefden. ☐ De piramide moest voor schaduw zorgen in het zonnige Egypte. ☐ De piramide was een graf voor farao Khufu.
f
Wat dachten de Egyptenaren over de donkere plek tussen de circumpolaire sterren? ☐ Ze dachten dat het lekker warm was in de buurt van de sterren. ☐ Ze dachten dat zich daar een soort van hel bevond. ☐ Ze dachten dat het de hemel was en dat Khufu erheen kon reizen dankzij de piramide. ☐ Ze dachten dat op die plek het leven ontstaan was.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
131
Historische vraag 2:
Wanneer leefden de farao’s? 1
11
Omcirkel de periode waarin je de Egyptische geschiedenis situeert.
MODERNE TIJD
MIDDELEEUWEN
HEDENDAAGSE TIJD
KLASSIEKE OUDHEID
ca
.1
00 .5 ca
1
OUDE NABIJE OOSTEN
VROEGMODERNE TIJD
PREHISTORIE
50 0 ca . 19 180 45 0
. v. C 00 .8 ca
.3 ca
ca
.3
,5
50
0
m
ilj o
v. C
.
en
v. C
.
TIJDLIJN
IN
GESCHIEDENIS
.
OUDE RIJK
10 00
MIDDENRIJK
EERSTE TUSSENPERIODE
1539 - 1292 v.C. 18e dynastie Chronologie (opeenvolging in de tijd) van de farao’s: 1539 - 1514 v.C. Ahmose 1514 - 1493 v.C. Amenhotep I 1493 - 1481 v.C. Thutmosis I 1481 - 1479 v.C. Thutmosis II 1479 - 1425 v.C. Hatsjepsut en Thutmosis III 1426 - 1400 v.C. Amenhotep II 1400 - 1390 v.C. Thutmosis IV 1390 - 1353 v.C. Amenhotep III 1353 - 1336 v.C. Amenhotep IV (later: Achnaton) 1336 - 1332 v.C. Nefertiti en Smenchkare 1332 - 1322 v.C. Tutanchamon 1322 - 1319 v.C. Ay 1319 - 1292 v.C. Horemheb 132
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
MACEDONISCHE RIJK
NIEUWE RIJK
TWEEDE TUSSENPERIODE
1
v. C
. v. C
20 00
©
30 00
v. C
.
VA N
Op de tijdlijn hieronder is de Egyptische geschiedenis opgedeeld in periodes. We onderscheiden het oude rijk, het middenrijk en het nieuwe rijk. Dat zijn periodes waarin Egypte verenigd was onder één leider. Opvallend zijn ook de tussenperiodes en de periodes van vreemde overheersing waarbij de macht van de farao beperkter was of zelfs verdween ten voordele van plaatselijke of vreemde machthebbers. Om die zeer lange periode nog beter te structureren, hebben historici de Egyptische geschiedenis verder opgedeeld in dynastieën. Een dynastie of een vorstenhuis is een opeenvolging van heersers, in dit geval farao’s, die uit dezelfde familie komen. Dynastieën volgden elkaar chronologisch op, wat betekent dat ze elkaar in de tijd opvolgen. In Egypte waren er 31 dynastieën, verspreid over drieduizend jaar Egyptische geschiedenis.
ROMEINSE RIJK
DERDE TUSSENPERIODE + LATE RIJK
Chronologie van koningen uit de Belgische dynastie: 21 juli 1831 - 10 december 1865 Leopold I 17 december 1865 - 17 december 1909 Leopold II 23 december 1909 - 17 februari 1934 Albert I 23 februari 1934 - 16 juli 1951 Leopold III 17 juli 1951 - 31 juli 1993 Boudewijn 9 augustus 1993 - 21 juli 2013 Albert II 21 juli 2013 - heden Filip
2
Beantwoord de vragen. Gebruik de lijst met structuurbegrippen in je Histokit.
Welke farao uit de 18e dynastie had de kortste regeerperiode?
b
In welk millennium / welke millennia situeer je de 18e dynastie?
c
In welk millennium / welke millennia situeer je de Belgische dynastie?
d
In welke eeuw regeerde Amenhotep III?
e
In welke eeuw regeerde Albert I?
VA N
3
STRUCTUURBEGRIPPEN
IN
a
07
Š
Noem twee gelijkenissen tussen de 18e Egyptische dynastie en de Belgische dynastie.
ERFGOED
� Koningin Teje, Egypte, nieuwe rijk, ca 1387 - 1348 v.C. Dit is het stenen portret van de vrouw van de Egyptische farao Amenhotep III. Het bevindt zich vandaag in Brussel. Het is een van de topstukken van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. In het museum staan heel wat archeologische bronnen uit de periode van het oude nabije oosten. Wil je het verhaal van dit uitzonderlijke werk leren kennen? Kijk bij het onlinelesmateriaal!
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
133
Historische vraag 3:
Waar leefden de farao’s? 1
Doorheen 3 000 jaar geschiedenis veranderden de grenzen van het Egyptische rijk regelmatig. Bestudeer de historische kaart. Gebruik het stappenplan historische kaartenstudie in je Histokit.
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
VA N
IN
De groei van het Egyptische rijk (ca. 3000 - 1000 v.C.)
b c
Langs welke rivier kwam de Egyptische samenleving tot bloei?
©
a
Welk rijk was het grootst? Welke steden hebben ooit gediend als hoofdstad voor het Egyptische rijk?
2
De Egyptenaren kenden periodes van bloei (de rijken) en verval (de tussenperiodes). Hoe noemen we dat?
☐ continuïteit ☐ verandering
134
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
08 HISTORISCH REDENEREN
Historische vraag 4:
Hoe kregen het Egyptische rijk en de standenmaatschappij vorm? 1
Lees de tekst. Gebruik eerst de oriënterende leesstrategie en nadien de strategie voor intensief lezen. Los de vragen op met de strategie voor zoekend lezen.
04 LEESSTRATEGIEËN
De Nijl, bron van de Egyptische rijkdom
↑ Op dit satellietbeeld zie je dat er enkel langs de Nijl iets kan groeien. Bijna alle Egyptenaren woonden dan ook langs die rivier.
© Udimu
©
VA N
IN
Zonder de Nijl was landbouw niet mogelijk in Egypte. Het land zou één grote woestijn zijn geweest en er hadden geen dorpen en steden kunnen ontstaan. Bovendien zouden de Egyptenaren ook niet samengewerkt hebben om een piramide te bouwen. De rivier overstroomde jaarlijks en zorgde zo voor de aanvoer van vruchtbaar slib. Zo werd landbouw mogelijk in de dorre regio. De Nijl leverde ook vis en diende als hoofdweg door Egypte. Bovendien groeide er langs de oevers van de Nijl papyrusriet. Daar maakten de Egyptenaren papyrus van, maar ze gebruikten het ook om boten te bouwen en sandalen te vlechten. Voor de Egyptenaren was de Nijl daarom heilig.
↑ Fragment van de knots van farao Schorpioen II. Het wapen dateert van vóór 3000 v.C. We zien een farao die naast een kanaal staat en een handploeg gebruikt. Het is een van de beroemdste bewijzen van de landbouwtechnieken uit het begin van de Egyptische geschiedenis. Het toont ook hoe belangrijk het voor de farao was om het land vruchtbaar te houden.
De modder die werd afgezet langs de oevers van de Nijl bleek ontzettend vruchtbaar en de mensen konden er met gemak graan telen. Zo goed zelfs dat er overschotten waren. Vandaag getuigen veel archeologische bronnen, zoals piramides, tempels en monumenten, van de grote rijkdom van de Egyptische samenleving. Zoals in elke landbouwsamenleving leidden de overschotten tot groeiende sociale ongelijkheid.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
135
Ongelijkheid in de Egyptische samenleving
↑ Versiering gevonden op het graf van Nakh, de hoofdtuinier van de tempel van Karnak, 14e eeuw v.C. Irrigatiekanalen zorgden ervoor dat het water van de Nijl ook in het droge seizoen naar de akkers vloeide. Het was zwaar werk om het land vruchtbaar te houden. Boeren moesten water met de hand dragen of het naar de juiste plek pompen.
©
VA N
IN
Meer dan 90 % van de Egyptenaren was boer en werkte zich dagelijks in het zweet op de akkers langs de Nijl. Tijdens de overstromingsperiode werden de boeren bovendien ingezet voor de bouw van dammen, tempels, paleizen en piramides. Zij zorgden voor de rijkdom van Egypte, maar het waren de farao’s en edellieden die ervan profiteerden. Slavernij kwam niet vaak voor omdat de boeren het zwaarste werk voor hun rekening namen. De meer succesvolle, en dus ook rijkere, boeren namen de leiding van de dorpen en later ook de steden op zich. Zo verscheen ook in Egypte een standenmaatschappij, met mensen die hoger geplaatst waren dan andere mensen. Het bestuur over Egypte werd vanaf ongeveer 3100 v.C. gecentraliseerd vanuit één persoon en één hoofdstad. De farao kreeg heel Egypte in zijn bezit en plaatste zichzelf zo aan de top van de standenmaatschappij. Farao’s kregen daarbij uiteraard wel de hulp van familieleden die hoge functies toebedeeld kregen. Ze werden opperpriesters, gouverneurs die provincies bestuurden of legeraanvoerders. De familie kunnen we beschouwen als de adelstand van Egypte. Edellieden leefden in grote luxe en profiteerden net als de farao van de overschotten in de landbouw. Uiteraard was er ook nood aan ambtenaren die de farao’s hielpen bij het bestuur van het land.
↑
Narmerpalet, 3100 v.C., Egypte, met daarop farao Narmer die zijn tegenstander de genadeslag toedient. Zo werd hij waarschijnlijk de eerste farao van een eengemaakt rijk.
136
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
Farao’s besturen een uitgestrekt rijk
VA N
↑
© Vladimir Wrangel / Shutterstock.com
IN
De Egyptische koningen hadden verschillende benamingen, maar vandaag gebruiken we meestal het begrip farao, dat in het Egyptisch ‘Het Grote Huis’ betekent. Farao’s leefden immers in grote huizen of paleizen. Egypte werd door hen bestuurd als een autocratie. Dat betekent dat ze de totale macht hadden over het rijk. Buiten het dagelijkse bestuur probeerden farao’s hun rijk te beschermen tegen buitenlandse veroveraars en de vrede te bewaren. Daarvoor moesten ze een leger van betrouwbare soldaten opbouwen. Sommige farao’s voerden oorlog en slaagden erin om met hun leger ook gebieden buiten Egypte te veroveren. We noemen dat imperialisme. Om het uitgestrekte rijk te kunnen besturen ontwikkelden de Egyptenaren net als de Mesopotamiërs een eigen schriftsoort: de hiërogliefen.
© Gérard Ducher
©
Een scribe, 2600 v.C., Egypte. Een scribe of schrijver was een ambtenaar die in dienst van de farao zo veel mogelijk gegevens noteerde.
↑ Stele van Nemtyemhat, ca. 1800 v.C., Egypte. Het Egyptische hiërogliefenschrift telde meer dan 800 tekens. Ze kenden enkel medeklinkers. Daardoor moeten wij vandaag raden of het Ra of Re is. Enkel hoogopgeleide ambtenaren en edellieden konden lezen en schrijven.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
137
2
08
Welke gevolgen hadden de overstromingen van de Nijl? Noteer de gebeurtenissen in de oorzaak-gevolgketen. Gebruik het stappenplan in je Histokit als hulpmiddel.
HISTORISCH REDENEREN
Kies uit: ontstaan landbouw - overstroming Nijl - ontstaan standenmaatschappij - ontstaan tempels, monumenten en piramides Gebeurtenis A
Gebeurtenis B
Gebeurtenis C
IN
3
Š
Š Guido VermeulenPerdaen / Shutterstock.com
VA N
In de tekst las je dat de rivier de Nijl een aantal voordelen had. Noteer die hier.
4
Omcirkel in de tekst de verschillende beroepen of functies binnen de Egyptische standenmaatschappij.
138
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
5
Plaats de beroepen of functies bij de juiste foto op de standenpiramide.
IN
VA N
©
6
Noteer hoe de maatschappelijke domeinen elkaar beïnvloeden. Gebruik voorbeelden uit de tekst.
a
Hoe beïnvloedt het economische domein het sociale domein?
b
Hoe beïnvloedt het politieke domein het culturele domein?
c
Hoe beïnvloedt het politieke domein het sociale domein?
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
139
7
Ga aan de slag met de begrippen uit de Egyptische samenleving.
a
b c
Er bestaan heel wat gelijkenissen tussen de Egyptische en de Mesopotamische samenlevingen. Noteer de begrippen die in hoofdstuk 4 al aan bod kwamen bij de juiste omschrijving. Tip: de begrippen staan vet in de tekst op p. 102-103. Verbind het begrip met de juiste afbeelding. Bespreek je keuze klassikaal.
↑
In Mesopotamië werd er vaak gevochten om vruchtbare stukken land.
© Interfoto
streven naar gebiedsuitbreiding
© Album / Oronoz
©
persoon die voor de overheid werkt
In Mesopotamië hield Kushim gegevens bij.
VA N
uitgestrekt gebied onder één bestuur
IN
↑
← Het eerste rijk in Mesopotamië was het Akkadische rijk.
↑ De Assyriërs veroverden ooit heel Egypte.
140
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
© IR Stone / Shutterstock.com
een gewapende strijd tussen groepen
8
Ga aan de slag met enkele nieuwe historische begrippen.
a b c
Noteer de begrippen die in dit hoofdstuk aan bod zullen komen bij de juiste omschrijving. Verbind het begrip met de juiste afbeelding. Bespreek je keuze klassikaal.
↑ Teken voor ‘peace’.
IN
afwezigheid van gewapende conflicten
↑
een samenleving waarbij je sociale en economische positie bepaald wordt door het gezin waarin je geboren wordt
↑
Op deze foto uit Manila (Filipijnen) zie je op de voorgrond de woningen van de armen en op de achtergrond de modernere en duurdere gebouwen van de rijken.
↑
© Alexander Khitrov / Shutterstock.com
Kim Jong-Un is de alleenheerser in Noord-Korea.
↑
© Claudine Van Massenhove / Shutterstock.com
toestand van verschil
In sommige landen worden kinderen ontvoerd en verplicht tewerkgesteld.
©
sociale ongelijkheid waarbij mensen het bezit zijn van andere mensen
VA N
bestuur waarbij een vorst totale macht heeft
De dalits of de onaanraakbaren behoren tot de laagste stand in India.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
141
Uitbreiding 1:
Wat zijn de typische kenmerken van de Egyptische kunstuitingen? De Egyptische kunst is goed herkenbaar door de typische stijl. Allerlei afspraken hielpen de kunstenaar afbeeldingen te tekenen, graveren of beeldhouwen. De stijl, kleur en grootte van de afbeeldingen zijn bij veel Egyptische kunstuitingen steeds hetzelfde. Zo beeldden ze vrouwen meestal bleek af, terwijl de man een roodbruine kleur kreeg. Belangrijke figuren werden groter voorgesteld. Ze zetten ook alles op of naast elkaar, want diepte en perspectief kenden ze niet. Alle figuren, groot of klein, hadden dezelfde verhoudingen. In het filmpje zie je hoe ze dat voor elkaar kregen.
1
05
Bekijk het filmpje en vergelijk de afbeeldingen.
Geef drie kenmerken die typerend zijn voor de Egyptische frescostijl.
© Granger
VA N
↑
© G. Dagli Orti /De Agostini Picture Library / Bridgeman Images
IN
a
KIJKSTRATEGIEËN
De personages op afbeelding 1 (ca. 2350 v.C., Egypte) worden op exact dezelfde manier voorgesteld als op afbeelding 2 (ca. 1300 v.C., Egypte).
↑ De houding van standbeeld 1 (Mycerinos, ca. 2500 v.C., Egypte) en standbeeld 2 (Amenhotep III, ca. 1350 v.C., Egypte).
142
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
© Bridgeman
Geef drie kenmerken die typerend zijn voor de Egyptische beeldhouwstijl.
© Leemage
b
©
2
De Egyptische standbeelden en fresco’s hadden honderden jaren lang steeds dezelfde kenmerken. Hoe noem je dat?
☐ gelijktijdigheid ☐ verandering
☐ evolutie ☐ continuïteit
Historische vraag 5:
02 BRONNENSTUDIE
© Ugurhan Betin
Bron:
VA N
Ga na waarom de vrouwelijke farao Hatsjepsut zich als een man voordeed. Je bestudeert de bron in vier stappen. Om de bron goed te begrijpen kun je in stap 3 en 4 gebruikmaken van drie hulpbronnen.
©
1
IN
Waarom deed Hatsjepsut zich voor als man?
← Standbeeld van Hatsjepsut, 1466 v.C., Egypte, aan de ingang van haar bekende tempel bij Deir el-Bahri. De tempel werd gebouwd in opdracht van farao Hatsjepsut.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
143
Hulpbron 1: Hatsjepsut, dochter van Thutmosis I, stamt uit
Egyptenaren konden vrouwen niet meteen
de 18e dynastie. Ze huwde met haar halfbroer
koppelen aan politieke macht en waren het
Thutmosis II, die na de dood van hun vader
gewend dat mannen de leiding hadden.
farao werd. Maar hij stierf zelf al drie jaar later,
Hatsjepsut deed er als vrouw alles aan om
waarna Hatsjepsut de macht naar zich toe trok.
aanvaard te worden als farao. Ze liet zich net als
Ze schoof de piepjonge Thutmosis III aan de kant
mannelijke farao’s afbeelden met een koninklijke
en regeerde als een van de weinige vrouwelijke
baard, een kroon en een staf en vlegel.
farao’s over Egypte.
Hulpbron 3:
©
VA N
IN
© Topfoto
Hulpbron 2:
↑
↑ Doodskist van Tutanchamon, 14e eeuw v.C., Egypte, met, net zoals bij Hatsjepsut, duidelijke machtssymbolen zoals de baard, de vlegel en de staf.
144
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
Sinterklaas is vandaag de grote kindervriend die cadeautjes brengt op 6 december. De figuur van Sinterklaas is gebaseerd op bisschop Nicolaas van Myra die leefde in de 4e eeuw n.C. en die later vereerd werd als beschermer van kinderen.
search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron. ✓ Wat voor soort bron is het?
✓ Wie is de auteur/maker?
✓ Wanneer is de bron gemaakt?
✓ Waar is de bron gemaakt?
✓ Welk domein koppel je aan de bron?
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig.
IN
de baard
Letter
VA N
Kenmerk
© Ugurhan Betin
✓ Bekijk de bron en noteer een letter bij elk kenmerk van het standbeeld van Hatsjepsut.
de dubbele koningskroon
A
de vlegel (herderszweep)
©
de staf of scepter
B C D
search Stap 3: Ik denk na over de bron. ✓ Voor het antwoord op deze vragen kun je hulpbron 1 en 2 gebruiken. Verbind het kenmerk van het standbeeld van Hatsjepsut met de juiste functie. de baard de dubbele koningskroon de vlegel (herderszweep) de staf of scepter
Dit is een symbool voor de volgzaamheid die de farao verwacht van het gewone volk. Dit is een symbool voor mannelijkheid. Dit is een koninklijk teken van de Egyptische macht over twee gebieden.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
145
✓ Welke twee voorwerpen komen duidelijk uit de landbouwsamenleving? Leg uit waarom.
✓ Wat hebben die voorwerpen te maken met de macht van de farao? Welke symboliek schuilt erachter?
✓ Welk attribuut zien we bij hulpbron 3 dat bij bron 1 misschien een beetje raar lijkt?
✓ Misschien ken je nog voorbeelden van personen die zulke voorwerpen droegen als teken van macht. Bespreek klassikaal hulpbron 3. ✓ Zijn de bronnen bruikbaar en betrouwbaar? Schrap wat fout is. Dit zijn bruikbare / geen bruikbare bronnen om de vraag mee te beantwoorden.
Dit zijn betrouwbare / geen betrouwbare bronnen om de vraag mee te beantwoorden.
search Stap 4: Ik beantwoord de onderzoeksvraag.
IN
©
VA N
✓ Waarom deed Hatsjepsut zich voor als man?
↑ Fresco van slavinnen, ca. 1400 v.C., Egypte.
Wil je meer te weten komen over de positie van de vrouw in het oude Egypte? Ga dan zeker eens een kijkje nemen bij het onlinelesmateriaal! ↑ Tempel van Hatsjepsut, ca. 1460 v.C., Egypte.
146
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
Historische vraag 6:
IN
Geschiedkundig onderzoek voeren en achterhalen wat er in het verleden gebeurde, is ontzettend moeilijk. Denk eens aan een topper tussen twee grote voetbalclubs. Een verdediger tackelt de aanvaller van de tegenpartij in het strafschopgebied. De scheidsrechter twijfelt, trekt uiteindelijk een rode kaart en legt de bal op de penaltystip. De ene helft van de supporters slaakt vreugdekreten, de andere helft is verontwaardigd en begint de scheidsrechter uit te schelden. Voor de ene is het een terechte penalty, voor de andere een onvergeeflijke fout van de scheidsrechter. Supporters onthouden na de wedstrijd hun versie van de feiten en zien die versie als de ‘waarheid’. De VAR bekijkt tijdens een voetbalmatch de beelden als er twijfel is over moeilijke beslissingen zoals een doelpunt, een geval van buitenspel of een penalty. De VAR moet discussies over de waarheid vermijden. In de praktijk wordt de discussie vaak alleen maar groter. Zo gaat het dus ook wanneer we historische bronnen gebruiken.
© Marcin Kadziolka / Shutterstock.com
Won Ramses II de slag bij Kadesj?
VA N
Historisch denken
1
©
Gebeurtenissen uit het verleden worden neergeschreven en wij gebruiken die bronnen om geschiedenis te schrijven. Daarbij stellen we vragen aan de bronnen om ze te kunnen interpreteren. Om tot een juist beeld van de geschiedenis te komen moeten we beseffen dat bronnen neergeschreven zijn vanuit verschillende standpunten. De reden daarvoor is dat mensen bij het schrijven vertrekken vanuit hun eigen perspectief.
Bestudeer de kaart die je bij het onlinelesmateriaal vindt met het stappenplan historische kaartenstudie in je Histokit.
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
Het Hettitische en Egyptische rijk waren in de 13e eeuw v.C. twee grootmachten in het oude nabije oosten. In 1274 v.C. namen ze de wapens tegen elkaar op. Aan de grens tussen de twee rijken was het gebied Amurru in handen gekomen van de Egyptenaren. Dat was onaanvaardbaar voor de Hettitische koning Muwatalli II. Hij wilde Amurru terug inlijven en trok met zijn strijdmacht zuidwaarts. De Egyptische farao Ramses II wilde zijn nieuwe gebied niet opgeven, verzamelde zijn legermacht en trok naar het noorden. Bij Kadesj zou het tot een militaire confrontatie komen waaraan zo’n 5 000 strijdwagens deelnamen. Historici vermoeden dat het de grootste strijdwagenslag ooit was. Na de slag beschreven zowel de Egyptenaren als de Hettieten wat er gebeurd was.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
147
2
Vergelijk beide bronnen met elkaar. Volg de vier stappen voor bronnenstudie die je ondertussen kent.
‘Hoewel ik bad in een ver land, werd mijn gebed
Toen Muwatalli koning werd, brak de bevolking
gehoord in Thebe. Amon kwam toen ik hem riep;
van Amurru (grensregio waartoe de stad Kadesj
hij gaf mij zijn hand en ik verheugde mij …
behoorde) met hem en zei hem het volgende:
Mijn hart vatte moed en mijn borst zwol van
‘Van vrije individuen zijn we onderdanen
vreugde … Ik zag hoe de strijdwagens van de
geworden, maar nu zijn we uw onderdanen
vijand door mijn paarden verpletterd werden.
niet meer.’ Zij werden toen onderdanen van de
Geen van hen kon tegen mij vechten. Hun harten
koning van Egypte. Daarop streden Muwatalli en
krompen ineen van angst toen ze mij zagen
de koning van Egypte met elkaar met de regio
en hun armen verlamden zodat ze niet konden
Amurru als inzet. Muwatalli versloeg de koning
schieten. Zij hadden de moed niet hun speren
van Egypte en vernietigde en onderdrukte het
boven de ander.’
IN
Bron 2:
als krokodillen. Ze vielen op hun gezicht, de een
land van de Amurru.
↑
VA N
Bewerking van de Hettitische bron van Muwatalli over de veldslag van Kadesj, 13e eeuw v.C., Hettitische rijk.
↑
Gedicht bij de reliëfs over de oorlog tegen de Hettieten, 13e eeuw v.C., Egypte, genoteerd in opdracht van Ramses II.
search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron.
Bron 2:
©
Bron 1:
✓ Wat voor soort bron is het?
✓ Wie is de auteur/maker?
✓ Wanneer is de bron gemaakt?
✓ Waar is de bron gemaakt?
✓ Welk domein koppel je aan de bron?
148
BRONNENSTUDIE
Bron 1:
vast te houden. Ik liet hen in het water springen
02
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
✓ Wat voor soort bron is het?
✓ Wie is de auteur/maker?
✓ Wanneer is de bron gemaakt?
✓ Waar is de bron gemaakt?
✓ Welk domein koppel je aan de bron?
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig. ✓ Wie won de slag bij Kadesj volgens bron 1? ✓ Wie won de slag bij Kadesj volgens bron 2? ✓ De bronnen spreken elkaar tegen. / De bronnen hebben een gelijkaardige boodschap. search Stap 3: Ik denk na over de bronnen. ✓ Wat weten we dankzij deze bronnen? Kruis één of meerdere antwoorden aan. ☐ Muwatalli is een echte held. ☐ Ramses II durfde te overdrijven. ☐ De Egyptenaren vochten ooit tegen de Hettieten. ☐ De Hettieten konden niet vechten en waren bang voor Ramses II. ☐ Muwatalli doodde Ramses II.
IN
☐ Ramses II stond in contact met de Egyptische goden. ✓ Zijn de bronnen bruikbaar? Schrap wat fout is.
Dit zijn bruikbare / geen bruikbare bronnen om de vraag mee te beantwoorden.
VA N
✓ Geef een argument voor je antwoord.
✓ Zijn de bronnen betrouwbaar? Schrap wat fout is.
Dit zijn betrouwbare / geen betrouwbare bronnen om de vraag mee te beantwoorden.
©
✓ Geef twee argumenten voor je antwoord en gebruik daarbij het begrip 'perspectief'.
search Stap 4: Ik beantwoord de onderzoeksvraag.
✓ Won Ramses II de slag bij Kadesj? ☐ ja ☐ nee ☐ Ik kan geen antwoord geven op de onderzoeksvraag aan de hand van de bronnen. ✓ Geef een argument voor je antwoord.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
149
IN
Wil je weten waarom de boeren hun zware leven accepteerden terwijl een klein percentage in luxe leefde? Kijk daarvoor bij het onlinelesmateriaal!
Uitbreiding 2:
VA N
Wat geloofden de Egyptenaren over het leven na de dood?
Egypte kende net als Mesopotamië een natuurreligie. Ze konden natuurfenomenen zoals de zonnecyclus en de overstroming van de Nijl niet wetenschappelijk verklaren, en dus ontstonden er mythologische verhalen. De Egyptenaren hadden veel goden waardoor wij over polytheïsme (veelgodendom) spreken. In de tabel vind je een aantal van die goden met hun functie.
afgebeeld met een valkenkop en een zonneschijf
god van de zon
Osiris
afgebeeld met koninklijke attributen (staf en vlegel)
god van het dodenrijk
3
Isis
afgebeeld met een koninklijke troon op haar hoofd
godin van de liefde en moedergodin
4
Nephthys
afgebeeld met haar naam in hiërogliefen op het hoofd
godin van het dodenrijk en van geboorte
5
Horus
afgebeeld als valk of met een valkenkop
hemelgod
6
Thot
afgebeeld als ibis of met een ibiskop
god van de wijsheid en het schrift
7
Anubis
afgebeeld als jakhals of met een jakhalzenkop
god van de mummificatie en de doden
8
Maät
afgebeeld als veer of met struisvogelveren
godin van rechtvaardigheid, orde en waarheid
2
150
© Amon-Re of Ra
1
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
Het dodenboek van Hunefer uit 1300 v.C. is een bijzonder bruikbare historische bron om de Egyptische dodencultus te onderzoeken. Over heel Egypte vind je piramides, grafkamers en sarcofagen (lijkkisten) met allerlei spreuken en gebeden die de overledene moesten verzekeren van een leven na de dood. In het nieuwe rijk noteerden ze die spreuken op papyrusrollen en versierden ze ze meestal ook met afbeeldingen. De papyrusrol uit het graf van een ambtenaar van farao Seti I kan ons dus iets leren over hoe Egyptenaren afscheid namen van hun doden.
1
↑
A
VA N
IN
Noteer het nummer van de god bij de juiste godenfiguur in het dodenboek van Hunefer.
B
C
D
E
Dodenboek van Hufener, ca. 1300 v.C., Egypte.
2
©
Hiërogliefen met spreuken waarin de overledene oplijst wat hij allemaal niet heeft gedaan, bv.: - Ik heb niemand gedood. - Ik heb niemand laten huilen.
Welke afbeelding in het dodenboek van Hunefer past bij de gebeurtenis?
Gebeurtenis
Afbeelding
Ze wegen het hart van Hunefer op een weegschaal tegenover de veer Maät, de veer van de waarheid. Als zijn hart te zwaar is door de vele zonden, dan zal het monster Ammit het hart verslinden. Osiris bepaalt vanop zijn troon of Hunefer al dan niet wordt toegelaten in de onderwereld. Anubis neemt Hunefer mee op weg naar de tocht naar het dodenrijk. Thot stelt een verslag op in hiërogliefen. Horus leidt Hunefer naar de troon van Osiris.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
151
Een dodenboek alleen volstond natuurlijk niet om verder te kunnen leven na de dood. Nog veel belangrijker was dat het lichaam intact bleef. Als ze het zich konden veroorloven, lieten Egyptenaren zich het liefst mummificeren. Een rijk graf met een gemummificeerd lichaam was voor hen de beste garantie op een goed leven na de dood.
3
4
©
© Granger
VA N
IN
Op de afbeelding zie je een Egyptische muurschildering van het mummificatieproces. Herken je de goden die daarbij een belangrijke rol speelden? Noteer het juiste nummer bij elke god.
Beantwoord de historische vraag: Wat geloofden Egyptenaren over het leven na de dood?
152
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
05 KIJKSTRATEGIEËN
Historische vraag 7:
Hoe overleed farao Tutanchamon? De vader van Tutanchamon overleed toen de jongen nog maar tien was. Hij werd de volgende farao van Egypte. Hij bestuurde het rijk tussen 1332 en 1322 v.C. Hoewel hij weinig grote gebouwen liet optrekken, is Tutanchamon toch de bekendste farao ter wereld. Dat komt omdat hij de enige farao is waarvan de inhoud van het graf zeer goed bewaard was gebleven. Het graf bestond uit vier kamers waarin ze in totaal 5 398 voorwerpen aantroffen. De begraafplaats bevindt zich in de Vallei der Koningen. Tijdens het nieuwe rijk begroeven ze de farao’s daar in rotsgraven en niet in piramides zoals tijdens het oude rijk en het middenrijk.
Lees een fragment uit het boek Vergeten farao: Hofkroniek van de laatste farao van de Zon. De auteur, Barbara M. Veenman, combineerde voor haar verhaal twee hypotheses over de dood van de bekende farao.
VA N
IN
Deze bron is een fictief verhaal en is dus niet bruikbaar om te weten te komen hoe Tutanchamon om het leven kwam. Je onderzoekt of het verhaal overeenkomt met hoe wetenschappers denken dat Tutanchamon stierf. Wetenschappers doen al jaren onderzoek naar zijn dood. In 1968 werden röntgenfoto’s van de mummie van Tutanchamon gemaakt. Die foto’s tonen een duidelijke hoofdwond. Later stelden ze ook een breuk in zijn linkerdijbeen vast. Daardoor ontstonden er verschillende theorieën of hypotheses over de dood van Tutanchamon.
De vergeten farao
Rahoteps drukte zijn nagels in de hand van Horemheb en hijgde: ‘De goden hebben me laten weten dat het tijd wordt deze farao te vervangen en een nieuwe dynastie te stichten, mijn jongen. Jij zult binnenkort zijn plaats in moeten nemen. Je weet wat je te doen staat!’ Horemheb schudde geschokt zijn hoofd. ‘Vroeger dacht ik er misschien anders over, maar nu … Ik ben in de loop van de tijd buitengewoon gesteld geraakt op de jongen. Hoe zou ik de goddelijke orde kunnen verstoren en de levende god kwaad kunnen doen? (…) Zodra Tutanchamon Horemheb tijdens een van de koninklijke audiënties in het oog kreeg, bracht hij de voorgenomen leeuwenjacht ter sprake. En ofschoon
©
1
Horemheb de koning met klem had afgeraden om in deze tijd van het jaar op leeuwen te gaan jagen, had Tutanchamon vastberaden doorgezet, zodat Horemheb uiteindelijk niets anders restte dan een eskader samen te stellen om de farao te vergezellen tijdens diens eerste leeuwenjacht. Amper twee dagen later verscheen een vijftal strijdwagens, waaronder de vergulde strijdwagen van de farao, voor het koninklijk paleis. (…) Horemheb begroette zijn farao: ‘Het is een goede, heldere dag voor de jacht, majesteit. Gisteren nog bereikten ons berichten dat leeuwen een kleine nederzetting ten zuiden van Thebe hebben aangevallen. De kou heeft hen in
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
153
doen. ‘Vooruit,’ siste Horemheb, die pijlsnel zijn paarden weer in beweging bracht. De wagens begonnen net vaart te maken toen vanaf een overhellende rots plotseling met een oorverdovende brul een leeuw op het eskader sprong. Voordat een van hen zijn boog had kunnen spannen, sneuvelden de soldaten van de laatste strijdwagen onder de gespierde klauwen. Onmiddellijk sloeg de paniek toe onder de andere soldaten. Hoe ervaren en gehard deze mannen ook waren, leeuwen waren veel onvoorspelbaarder tegenstanders dan rebellen of buitenlandse strijdkrachten. Twee wagens stoven in paniek de woestijn in, terwijl een andere wagen ingehaald werd door de woest brullende leeuw. Met uitgestrekte klauwen sprong hij achterop de wagen. Tutanchamon, die zich krampachtig naast Horemheb vasthield in zijn voortrazende strijdwagen, keek geschrokken achterom en zag nog net een fontein van bloed omhoog spatten. ‘De woestijn! We moeten de woestijn in, Horemheb!’ brulde de jonge farao. Horemhebs gezicht stond verbeten terwijl hij de paarden aanspoorde tot nog hogere snelheid. In vliegende vaart raasden ze langs een groep leeuwen die zich loom te goed deden aan een aantal kadavers die verkreukeld in het woestijnzand lagen. Nauwelijks opgemerkt door deze dieren stoof de strijdwagen aan hen voorbij, steeds verder en verder tot ze uiteindelijk uit het zicht verdwenen waren. Gespannen tuurde Tutanchamon achterom en bemerkte tot zijn grote opluchting dat de leeuw die hen zojuist nog verbeten had achtervolgd, de strijd had opgegeven en verveeld in de richting van de andere leeuwen slenterde. ‘Hij heeft het opgegeven, Horemheb. We zijn veilig.’ Tutanchamon staarde opgelucht naar
©
VA N
IN
de richting van de mensen gedreven. De bevolking zal u dankbaar zijn als u hen van deze moordenaars zult weten te verlossen.’ Tutanchamon bloosde van opwinding toen hij plaatsnam in zijn strijdwagen. Uitgelaten zwaaide hij naar de mensen boven aan de trappen en zei: ‘Vooruit, Horemheb. We zullen de mensen eens laten zien wat ik allemaal van je heb geleerd in de loop der jaren.’ Hij drukte zijn boog stevig tegen zijn schouders en keek op naar Horemheb, die aarzelend de teugels in zijn handen nam. ‘Weet u het zeker?’ vroeg hij, bijna smekend. Tutanchamon staarde hem met open mond aan. ‘Of ik het zeker weet? Horemheb!’ Luidkeels lachend greep hij de teugels uit Horemhebs handen en zette de paarden in beweging. Tegen de middag bereikten ze de steengroeven waar de leeuwen zich zouden hebben teruggetrokken. Zodra ze de rotsen dicht genoeg genaderd waren, hield Horemheb halt en luisterde hij lange tijd of hij ook maar iets kon horen dat op de aanwezigheid van de groep leeuwen duidde. (…) Na enige tijd klakte Horemheb, nauwelijks hoorbaar, met zijn tong en bracht de paarden wederom in beweging. Stapvoets reden ze dichter naar de rotsen toe, maar nog steeds was er geen spoor te bekennen van de leeuwen. Horemheb keek teleurgesteld om zich heen en wisselde af en toe een veelbetekenende blik met zijn soldaten. ‘Daar!’ schreeuwde een van hen plotseling en wees in zuidelijke richting naar de hemel. Ogenblikkelijk draaide iedereen zich om om te zien wat hij bedoelde. Hoog in de lucht cirkelden tientallen gieren rond die zonder enige twijfel wachtten tot zij aan de beurt waren om zich ergens aan te goed te
154
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
zijn vriend, maar schrok van de verbeten uitdrukking op diens gezicht. ‘Horemheb, hoor je me niet? We zijn veilig, laten we terugkeren naar de woestijn.’ Maar weer spoorde Horemheb de paarden aan om nog harder te lopen. De rotswand vloog inmiddels aan hen voorbij terwijl de strijdwagen steeds heftiger heen en weer begon te schudden. Vertwijfeld draaide Tutanchamon zijn hoofd weer om en keek
voor zich uit, waar hij een puntige rots snel dichterbij zag komen. ‘Horemheb, pas op voor die rotsen!’ gilde hij nog. Een oorverdovende klap volgde. Een van de wielen raakte de rots en de tengere Tutanchamon werd met een wijde boog uit de wagen geslingerd en sloeg met zijn achterhoofd te pletter op de rotsen …
Uit: B. M. Veenman, De vergeten farao: Hofkroniek van de laatste farao van de Zon. Groet, Uitgeverij Conserve, 2003.
VA N
IN
Hypothese 1: In 1968 werden er röntgenfoto’s van het skelet gemaakt en men ontdekte toen een mogelijke schedelfractuur. Dat zou aantonen dat Tutanchamon vermoord was door een klap op zijn hoofd. De jonge farao leefde in een gevaarlijke periode waarin ook anderen de macht naar zich wilden toe trekken. Een moord was dus niet zo ongewoon voor die tijd.
© DeAgostini/Getty Images
©
Hypothese 2: Later stelden ze met röntgenfoto’s ook een breuk in zijn linkerdijbeen vast. Dat leidde tot de hypothese dat Tutanchamon uit zijn wagen viel tijdens de jacht. De farao werd immers heel vaak afgebeeld op zijn strijdwagen en een val was niet uitgesloten.
↑ Afbeelding op een beschilderde kist uit Tutanchamons graf, 14e eeuw v.C., Egypte.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
155
IN
↑
2
VA N
Tutanchamon met een wandelstok ter ondersteuning, 14e eeuw v.C., Egypte.
Zoek overeenkomsten tussen het verhaal en de wetenschappelijke hypotheses. Welke twee hypotheses gebruikte de auteur in haar boek over Tutanchamon?
☐ hypothese 1
©
☐ hypothese 2 ☐ hypothese 3
3
Beoordeel de geloofwaardigheid van de hypotheses. Welke hypothese lijkt jou het meest waarschijnlijk?
☐ hypothese 1 ☐ hypothese 2 ☐ hypothese 3 Geef een argument voor je antwoord.
156
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
© Granger
Hypothese 3: Recent onderzoek uit 2005 met een CT-scan met verbeterde röntgenstralen toont aan dat er geen verwonding aan de schedel is. Hij stierf dus niet aan een klap op het hoofd. De beenbreuk is wel duidelijk. Daarnaast zagen ze ook een afbraak van de botstructuur in de linkervoet. Daarom had hij een wandelstok nodig om zich voort te bewegen. In zijn graf werden meer dan 130 wandelstokken aangetroffen. De val uit een strijdwagen lijkt dus niet geloofwaardig. Men trof in zijn botten bovendien DNA aan van de malariaparasiet. Door inteelt had de farao ook een zwak gestel en men gaat er nu van uit dat zijn dood een combinatie was van al die factoren.
4
Kruis de juiste stelling aan. Meerdere juiste antwoorden zijn mogelijk.
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
De auteur was goed op de hoogte van de toenmalige hypotheses. De auteur heeft onbedoeld een incorrect beeld van de dood van Tutanchamon gegeven. De auteur schreef bewust een verzonnen maar spannend verhaal. De auteur had het verhaal over de dood fout omdat ze haar verhaal vóór 2005 schreef. De auteur schreef het verhaal nadat hypothese 3 tot stand gekomen was.
5
© AFP
© Agefotostock
©
VA N
IN
Zo zie je maar dat we ons beeld over het verleden dankzij nieuwe technieken voortdurend kunnen bijsturen. Die nieuwe technieken maken ook een reconstructie van het hoofd en lichaam van Tutanchamon mogelijk. Bekijk de afbeeldingen.
↑ Hedendaagse foto’s van de mummie van Tutanchamon.
↑
Digitale reconstructies van hoe Tutanchamons gezicht en lichaam er zouden uitgezien hebben. Zulke reconstructies zijn gebaseerd op het archeologische bronnenmateriaal en op de modernste medische wetenschappen en technieken.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
157
6
Welke van de twee historische bronnen met afbeeldingen van Tutanchamon vind jij het meest geloofwaardig? Baseer je antwoord op de digitale reconstructies.
IN
© DeAgostini/Getty Images
A
© Granger
©
VA N
B
7
Waarom koos je die afbeelding?
158
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
Conclusie
Antwoorden op de onderzoeksvragen Kruis het juiste antwoord aan. Meerdere juiste antwoorden zijn mogelijk. Historische vraag 1: Waarom kreeg farao Khufu een gigantische piramide en hoe trokken ze die piramide op? ☐ Hij kreeg die piramide uit medelijden van zijn volk. ☐ De piramide diende als graf voor de farao. ☐ De piramide was een geschenk van zijn vrouw. ☐ Uitgekozen arbeiders trokken de stenen blokken een helling op met sleeën. ☐ Duizenden slaven trokken de piramide op.
IN
Historische vraag 2: Wanneer leefden de farao’s?
☐ Ze leefden gedurende verschillende dynastieën tijdens de periode van het oude nabije oosten.
VA N
☐ Ze leefden in de prehistorie.
☐ Ze leefden gedurende een periode van ongeveer 3 000 jaar. ☐ Ze leefden tijdens één langgerekte ononderbroken dynastie. ☐ Ze leefden tussen ca. 3100 v.C. en ca. 1000 n.C. Historische vraag 3: Waar leefden de farao’s?
☐ Ze leefden in de donkere plek tussen de circumpolaire sterren.
©
V
☐ Ze leefden in vruchtbare gebieden nabij de Nijl. ☐ Ze leefden vooral in de woestijn. ☐ Ze leefden in het Egyptische rijk dat uitbreidingen en inkrimpingen kende. ☐ Ze leefden ten oosten van Mesopotamië. Historische vraag 4: Hoe kregen het Egyptische rijk en de standenmaatschappij vorm? ☐ Vreemde overheersers waren de eerste farao’s en organiseerden het rijk. ☐ Buitenaardse wezens brachten orde in Egypte en schonken de mensen daar de landbouw. ☐ Dankzij de handel in hout werden de farao’s steeds rijker. ☐ De rijkere standen profiteerden van de landbouwoverschotten. ☐ Door de overstroming van de Nijl werden landbouw, steden en een groot rijk mogelijk.
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
159
Historische vraag 5: Waarom deed Hatsjepsut zich voor als man? ☐ Ze vermoordde haar man en probeerde zijn plaats in te nemen door zich te verkleden. ☐ Alle belangrijke vrouwen deden zich toen voor als man. ☐ Er was toen elk jaar een feest waarbij de vrouwen zich als man moesten verkleden. ☐ Ze hoopte eindelijk borsthaar te krijgen. ☐ Ze wilde geaccepteerd worden door de Egyptenaren die het moeilijk hadden met een vrouw aan de macht. Historische vraag 6: Won Ramses II de slag bij Kadesj?
IN
Historische vraag 7: Hoe overleed Tutanchamon?
VA N
VI
©
Synthese
Situeren in de tijd en de ruimte
160
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
ca . 19 180 45 0 HEDENDAAGSE TIJD
MIDDELEEUWEN
MODERNE TIJD
15 00 ca .
ca .
1 KLASSIEKE OUDHEID
GESCHIEDENIS
EGYPTE, HET RIJK AAN DE NIJL
50 0
v. C OUDE NABIJE OOSTEN
VROEGMODERNE TIJD
PREHISTORIE
ca .
80 0
35 00 ca .
3, 5 ca .
.
v. C
.
m ilj oe
n
v. C .
De Egyptische tijdrekening werd ingedeeld in rijken en dynastieën die allemaal te situeren zijn in het oude nabije oosten.
Schema
Sociaal ongelijke standenmaatschappij farao
Economisch landbouwsamenleving
IN
ontstaan van de landbouw economisch
Politiek Egyptische rijk autocratische farao dynastie oorlog en vrede imperialisme
VA N
overstroming Nijl
Voordelen: water, vruchtbaar slib, vervoer, visvangst, papyrus
Cultureel natuurreligie polytheĂŻsme mythologie
opperpriester, gouverneur, legeraanvoerder
Š
ambtenaar, soldaten boeren
slaven
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
161
Samenvatting: Egypte, het rijk aan de Nijl Vanaf ca. 3000 v.C. ontstond langs de oevers van de Nijl een rijke en complexe samenleving. De rijkdom van de Egyptische samenleving was net zoals in Mesopotamië gebaseerd op de landbouwsamenleving. Elk jaar overstroomde de Nijl, waardoor vruchtbare modder werd afgezet langs de oevers van de rivier. Daardoor was er in de Egyptische woestijn landbouw mogelijk. Egypte kende net als Mesopotamië ook handel en ambachten.
IN
Ook in het sociale domein zijn er belangrijke gelijkenissen tussen Mesopotamië en Egypte. Er ontstond in Egypte een standenmaatschappij waar verschillende bevolkingsgroepen een ongelijke plaats innamen. Hoger geplaatste standen zoals soldaten, priesters en edellieden profiteerden van de overschotten in de landbouw. Terwijl zij zich bezighielden met het besturen en organiseren van het rijk, deden de boeren al het harde werk. Slavernij kwam in Egypte niet zo vaak voor omdat de boeren het moeilijke werk voor zich namen. Ambtenaren hielpen de hogere standen bij het bestuur en gebruikten ook een schriftsoort, namelijk hiërogliefen.
VA N
Gedurende lange periodes in de Egyptische geschiedenis kreeg het Egyptische rijk met één leider vorm. De farao was dan de alleenheerser. In dat geval spreken we van een autocratie. Farao’s werden ingedeeld in dynastieën waarin normaal gezien zonen hun vader opvolgden. De farao probeerde de vrede in zijn rijk te bewaren door het te verdedigen tegen vijanden. Sommige imperialistische farao’s breidden het rijk uit door oorlog te voeren tegen gebieden buiten Egypte. Net zoals de leiders in de Mesopotamische samenleving waren de farao’s vertegenwoordigers van de goden. De Egyptische natuurreligie kende veel goden en is dus polytheïstisch. Er was een sterk geloof in het leven na de dood en daarom lieten de rijke Egyptenaren zich mummificeren en bouwden ze grote grafmonumenten voor de farao’s.
©
Historisch denken
We hebben historische bronnen nodig om een beeld van het verleden te vormen. Toch moeten we die bronnen ook kritisch benaderen. Soms zijn bronnen niet bruikbaar of betrouwbaar om een historische vraag te beantwoorden. De Egyptische en Hettitische bronnen over de slag bij Kadesj spreken elkaar tegen. Ze geven elk hun eigen perspectief op de feiten. Ze zijn niet betrouwbaar om te weten te komen wie de slag won. Het beeld van farao Hatjepsut met een baard is een goed voorbeeld van hoe Egyptische leiders hun machtssymbolen gebruikten.
162
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
Uitbreiding 1: Wat zijn de typische kenmerken van de Egyptische kunstuitingen? De Egyptenaren maakten afspraken over de stijl, vorm en verhoudingen van hun kunst. De Egyptische kunstuitingen kenden een grote continuïteit, zowel in de beeldhouwkunst als de schilderkunst.
Uitbreiding 2: Wat geloofden de Egyptenaren over het leven na de dood? De Egyptenaren hadden een sterk geloof in het leven na de dood. Ze hadden ook een polytheïstisch geloof met verschillende goden die voor het leven na de dood instonden. Rijke Egyptenaren lieten grafmonumenten maken en lieten zich soms ook mummificeren. Begrippen Je leerde de volgende historische begrippen:
06
bestuur waarbij een vorst totale macht heeft
— dynastie
familie van opeenvolgende heersers
IN
— autocratie
HISTORISCHE BEGRIPPEN
— slavernij sociale ongelijkheid waarbij mensen het bezit zijn van andere mensen afwezigheid van gewapende conflicten
VA N
— vrede
Ook deze structuurbegrippen kwamen aan bod. Hun betekenis kun je opzoeken in je Histokit.
STRUCTUURBEGRIPPEN
— perspectief
©
— continuïteit
07
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
163
Zelfevaluatie
SITUEREN IN DE TIJD Je kunt de start van de Egyptische samenleving situeren in de tijd. SITUEREN IN DE RUIMTE
HISTORISCHE BRONNEN
IN
Je kunt de start van de Egyptische samenleving situeren in de ruimte.
Je kunt verschillende bronnen over dezelfde gebeurtenis met elkaar vergelijken.
VA N
Je kunt het perspectief en de bedoeling van de maker/auteur in bronnen achterhalen. Je kunt beoordelen of een bron - in het licht van een historische vraag bruikbaar en betrouwbaar is. MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN
EGYPTE en MESOPOTAMIË: economisch
©
Je kunt toelichten waarom Egypte en Mesopotamië landbouwsamenlevingen waren. Je kunt toelichten hoe, uit het ontstaan van landbouw, in Egypte en Mesopotamië handel en ambachten ontstonden. Je kunt toelichten hoe landbouw in Egypte mogelijk was. EGYPTE en MESOPOTAMIË: sociaal Je kunt toelichten waarom Egypte en Mesopotamië standenmaatschappijen waren. Je kunt voor Egypte toelichten uit welke groepen die standenmaatschappij bestond. Je kunt daarbij toelichten welke activiteiten de verschillende groepen hadden. Je kunt volgende begrippen daarbij in de juiste context gebruiken: oorlog, slavernij, standenmaatschappij en vrede. EGYPTE: politiek Je kunt toelichten hoe en door wie het Egyptische rijk werd bestuurd. Je kunt volgende begrippen daarbij in de juiste context gebruiken: ambtenaren, autocratie, dynastie, imperialisme en rijk.
164
Hoofdstuk 5: Egypte, het rijk aan de Nijl
onvoldoende
voldoende
goed
Dit kan ik …
zeer goed
In deze les leerde je hoe langs de oevers van de Nijl een complexe samenleving ontstond die maar liefst 3 000 jaar duurde. Dit zelfevaluatieformulier kan je helpen om te bepalen wat je al goed kunt en aan welke elementen je nog moeten werken. Succes!
Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
IN
6
©
VA N
Hoofdstuk
↑ © The remains of the Egtved Girl herself, garment, textiles and grave goods, as well as the original oak coffin. Photograph by Roberto Fortuna. Copyright The National Museum of Denmark
Deze lijkkist werd in 1921 in Denemarken gevonden. De moerassige grond waarin de kist lag, had ervoor gezorgd dat de resten goed bewaard waren gebleven. Het meisje dat in de kist lag, heet sindsdien 'het meisje van Egtved', naar de plaats waar ze gevonden werd. De resten van haar tanden tonen aan dat ze stierf in de 14e eeuw v.C. en dat ze 16 tot 18 jaar oud was. In het graf vonden ze ook haar kledij. Wetenschappers konden enkele jaren geleden bewijzen dat het meisje tijdens haar leven lange afstanden in Europa had afgelegd.
165
Op ontdekking © Prof. Karin Margarita Frei sampling in situ at The National Museum of Denmark tooth enamel from another oak coffin burial (the Skrydstrup woman). Photograph by Henrik Schilling. Copyright The National Museum of Denmark
I
↑
IN
Op deze plek werd in 1921 een bijzonder graf ontdekt. Het is een tumulus, een kunstmatig aangelegde grafheuvel. Het graf bevatte een kist met een bijzonder goed bewaard lijk. Dat was het meisje van Egtved. Je ziet de kist op het titelblad van dit hoofdstuk. Het graf dateert uit 1370 v.C. Het huidige Denemarken kende toen al wel landbouw, maar nog geen schrift. Vóór de ontdekking wisten historici heel weinig over de klederdracht van mensen uit die periode.
↑
VA N
©
© Copy of the Egtved girl’s garments. Photograph by Arnold Mikkelsen. Copyright The National Museum of Denmark
Denemarken, 2015. Professor Karin Frei onderzoekt het gebit van een lichaam. Uit het onderzoek bleek dat het meisje van Egtved in haar kinderjaren in het zuiden van Duitsland woonde. Tijdens haar leven was ze dus gemigreerd over een afstand van meer dan 1 000 kilometer.
← Deze hedendaagse foto toont een model dat een reconstructie draagt van de kledij van het meisje van Egtved. Vooral de grote gouden gesp ter hoogte van haar middel valt op. Dat soort kledij was geen alledaagse mode. We vermoeden dat het meisje een natuurreligie aanhing. Waarschijnlijk verwijst de gesp naar de zon.
In de vorige hoofdstukken leerde je over de prehistorie en het oude nabije oosten. In dit hoofdstuk leer je over de geschiedenis van Europa in de prehistorie. Die duurde in Europa langer dan in het Nabije Oosten. Net als het meisje van Egtved migreerden veel mensen in het verleden. We onderzoeken welke rol migratie speelde bij de verspreiding van de landbouw door Europa. Ook zoomen we in op de verspreiding van het schrift.
166
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
II
Wat weet je al? De belangrijkste kenmerken van de prehistorie en het oude nabije oosten In dit hoofdstuk fris je de leerstof van het afgelopen jaar op. Als je bepaalde vragen niet kunt beantwoorden, blader je terug naar hoofdstuk 1 tot en met 5. Met wat zoekwerk vind je ongetwijfeld het juiste antwoord.
1
Vul de ontbrekende begrippen in de tabel in.
Zet boven elke kolom de naam van de periode. Vul de kenmerken bij het juiste domein aan. Als er (2) staat na een begrip, moet je dat twee keer invullen.
Politiek
Cultureel
stam
stad rijk
natuurreligie
polytheïsme
mondelinge traditie
staatsgodsdienst
VA N
Periode
Sociaal
Economisch
IN
Kies uit: handel - jacht en pluk - mondelinge traditie - polytheïsme - schrift (2) nomadische samenleving - sedentaire samenleving (2) - dorp - natuurreligie landbouw (2) - ongelijkheid - ambacht - rijk
©
a b
ongelijkheid
patriarchale samenleving
sedentaire samenleving landbouw ambacht handel
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
167
2
Sommige kenmerken van samenlevingen zien we in verschillende periodes en op verschillende plaatsen terugkomen.
a b
Schrap het kenmerk dat niet gedeeld is. Leg uit waarom dat woord volgens jou niet in het rijtje past. Mesopotamië en Egypte: landbouw - rivier - stad - nomadische samenleving
Neolithicum en Mesopotamië: natuurreligie - ongelijkheid – polytheïsme - mondelinge traditie
3
Voorbeeld 1:
VA N
IN
Vul twee voorbeelden van gelijkenissen tussen samenlevingen aan. Zoek in vorige hoofdstukken naar een afbeelding die je daarvoor kunt gebruiken. Zoek daarna nog een eigen voorbeeld.
De vindplaats is een van de vroegste voorbeelden van een plaats waar mensen zich permanent vestigden. Ook in de Mesopotamische en Egyptische samenlevingen leefden mensen . Voorbeeld 2:
©
Langs de oevers van Tigris en Eufraat deden Mesopotamiërs aan . De streek was daar heel geschikt voor. Ook in Egypte maakte men dankbaar gebruik van de rivier de Nijl. In beide regio’s zorgden hoge opbrengsten ervoor dat dorpen zich tot steden konden ontwikkelen. Zowel in Mesopotamië als in Egypte ontstond een onder het bestuur van één leider. Voorbeeld 3:
168
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
4
Lees de gebeurtenissen. Situeer ze in de tijd en beoordeel om welke soort verandering het gaat. Gebruik het schema continuïteit en verandering in je Histokit.
Gebeurtenis
Periode
De Egyptische farao’s droegen eeuwenlang een baard als symbool van hun macht.
Het Egyptische leger nam deel aan de slag bij Kadesj.
De mens domesticeerde graangewassen.
Als gevolg van de agrarische evolutie kregen mannen meer macht en aanzien.
Koning Hammurabi noteerde een reeks wetten op een grote stenen zuil.
IN
VA N
©
5
HISTORISCH REDENEREN
Soort verandering
Klimaatverandering zorgde ervoor dat mensensoorten nieuwe eetgewoonten kregen.
08
Hieronder vind je twee belangrijke evoluties tijdens de prehistorie en het oude nabije oosten. In hoofdstuk 3 en 4 bestudeerden we hoe de samenleving ongelijker en ingewikkelder werd. Leg de voorbeelden van geleidelijke veranderingen uit. Toenemende sociale ongelijkheid:
Toenemende politieke en economische complexiteit:
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
169
6
Zoek bij elk historisch begrip minstens één voorbeeld in je werkboek en vul aan. Bespreek klassikaal welk antwoord jij gevonden hebt.
Begrip
sedentaire samenleving
jager-verzamelaar
agrarische evolutie
©
natuurreligie
VA N
schrift
Voorbeeld 2
IN
nomadische samenleving
Voorbeeld 1
III
Wat weet je nog niet?
Nu we de kenmerken van de periodes die je eerder dit jaar bestudeerde opgefrist hebben, gaan we een stapje verder. In dit hoofdstuk … ✓ ✓
170
bestudeer je twee thema’s een stuk grondiger, namelijk de ontwikkeling van het schrift en de introductie van de landbouw; onderzoek je historische bronnen en beantwoord je een historische vraag.
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
IV
Op onderzoek
HISTORISCH REDENEREN
VA N
08
Uitbreiding 1: Verspreidde de landbouw zich door Europa via migratie of via culturele uitwisseling?
HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
Historische vraag 2: Was de introductie van het spijkerschrift een scharniermoment in de geschiedenis?
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
©
02 BRONNENSTUDIE
03
IN
Historische vraag 1: Via welke route verspreidde de landbouw zich naar Europa?
Uitbreiding 2: Wanneer eindigde de prehistorie in Europa?
Proficiat! Je bent nu klaar voor Sapiens 2.
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
171
Historische vraag 1:
Via welke route verspreidde de landbouw zich naar Europa? Je leerde in hoofdstuk 3 dat de landbouw op verschillende plekken onafhankelijk van elkaar ontstond. Na de agrarische evolutie in de Vruchtbare Sikkel duurde het nog millennia voor landbouw in heel Europa ingevoerd werd. Geleidelijk aan verspreidde landbouw zich over bijna de hele wereld. Met behulp van de kaart leer je hoe de landbouw ook Europa bereikte.
1
Bekijk de kaart. Overloop mondeling het stappenplan historische kaarten begrijpen. Kruis het juiste antwoord aan.
©
VA N
IN
Verspreiding van de landbouw in Europa
a
b
Hoelang duurde de verspreiding van de landbouw over Europa? ☐ meerdere jaren
☐ meerdere eeuwen
☐ meerdere decennia
☐ meerdere millennia
Hoe gebeurde de verspreiding van de landbouw over Europa? ☐ via een continentale route ☐ via een maritieme route
172
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
☐ zowel via een maritieme route als via een continentale route
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
c
In welk gebied werd in Europa voor het eerst aan landbouw gedaan? ☐ Zuidoost-Europa
☐ Noordoost-Europa
☐ Zuidwest-Europa
☐ Noordwest-Europa
2
Formuleer zelf een antwoord op de historische vraag: Via welke route verspreidde de landbouw zich naar Europa?
IN
Uitbreiding 1:
VA N
Verspreidde de landbouw zich door Europa via migratie of via culturele uitwisseling?
©
Als je goed nadenkt, dan roept de kaart op p. 172 nieuwe vragen op. De verspreiding van de landbouw zorgde immers voor een nieuwe levenswijze: een nomadische samenleving werd een sedentaire samenleving. De pijlen op de kaart geven de richting van de verspreiding aan. Wetenschappers discussiëren tot vandaag over hoe die verandering nu juist gebeurde. Ze gaan daarbij uit van twee belangrijke mogelijkheden: migratie of culturele uitwisseling. Migratie:
Migratie houdt in dat mensen zich vestigen in nieuwe gebieden. Ze zoeken plekken waar het ideaal is om te wonen. Migranten leven meestal zoals hun (voor)ouders dat deden. Hun cultuur blijft dus grotendeels onveranderd. Migranten kunnen zich snel verspreiden over grote gebieden. Als migratie ervoor gezorgd heeft dat de landbouw zich verspreidde over Europa, dan kan dat dus snel gegaan zijn.
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
173
Culturele uitwisseling: Culturele uitwisseling houdt in dat bevolkingsgroepen met elkaar in contact komen en daarbij (een deel van) elkaars cultuur overnemen. Als culturele uitwisseling ervoor gezorgd heeft dat de landbouw verspreid raakte over Europa, dan zou dat betekenen dat bevolkingsgroepen van jager-verzamelaars praktijken van naburige groepen landbouwers zelf gingen toepassen. Culturele uitwisseling is een langzame vorm van verspreiding.
Onderzoek van het hoofdhaar geeft ons info over de laatste 23 maanden van haar leven.
Š
Š Drawing by Marie Louise Andersson. Copyright The National Museum of Denmark. Frei et al., 2015. Frei, K. M., U. Mannering, K. Kristiansen, M. E. Allentoft, A.S. Wilson, I. Skals, S. Tridico, M. L. Nosch, E. Willerslew, L. Clarke and R. Frei (2015). Tracing the dynamic lift story of a Bronze Age Female. Scientific Reports. 2015;5:10431
174
VA N
IN
Op het titelblad van dit hoofdstuk ontdekte je het meisje van Egtved. De chemische samenstelling van tanden, hoofdhaar en vingernagels bevat een verborgen schat aan informatie waaruit we veel kunnen leren. Wetenschappers onderzochten daarom het lichaam. Uit het onderzoek van haar tanden konden ze afleiden dat het meisje afkomstig was uit het Zwarte Woud. Dat is een regio in het zuiden van het huidige Duitsland. Haar vingernagels tonen dan weer aan dat ze voor haar dood in het huidige Denemarken woonde. Dat wil zeggen dat ze stierf op meer dan 1 000 kilometer van waar ze opgroeide. Het meisje van Egtved migreerde dus tijdens haar leven. Vind je het moeilijk om die redenering te volgen? Oefen de begrippen dan verder in met het onlinelesmateriaal.
Uit de tanden konden wetenschappers afleiden waar het meisje leefde tot ze drie jaar oud was.
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
Onderzoek van de vingernagels vertelt ons iets over de laatste zes maanden van haar leven.
1
Op p. 175-179 staan vier bronnen. Bestudeer elke bron nauwkeurig. Gebruik de bronnen om zelf te beoordelen of de verspreiding van de landbouw in Europa gebeurde door migratie of door culturele uitwisseling.
Vul het stappenplan aan op basis van de bron. Probeer stap 1 (en soms 2) zelf aan te vullen. Gebruik het stappenplan bronnenstudie in je Histokit om te weten welke vragen je daarvoor moet stellen.
02 BRONNENSTUDIE
Bron 1: Transport © Museo delle Civiltà / MPE L. Pigorini, Piazza G. Marconi 14, Rome
← Deze tien meter lange kano werd in 1989
VA N
IN
opgegraven ten noorden van Rome. Het gaat om een vaartuig dat dateert uit ca. 5700 v.C. Archeologen testten een reconstructie van de kano uit. Daaruit bleek dat mensen er zo’n dertig kilometer per dag mee konden afleggen en dus in korte tijd grote delen van de kust van de Middellandse Zee konden verkennen.
search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron.
©
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig.
search Stap 3: Ik denk na over de bron. ✓ De afbeelding verscheen in een wetenschappelijk tijdschrift. Het is een zeldzame vondst. Het is een bruikbare en betrouwbare bron. search Stap 4: Wat vertelt de bron me over de verspreiding van de landbouw in Europa? ✓ De bron biedt een aanwijzing dat mensen in al via de zee in korte tijd grote afstanden konden afleggen. ✓ De bron is dus een aanwijzing voor: ☐ migratie ☐ culturele uitwisseling
☐ De bron biedt geen antwoord op de onderzoeksvraag.
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
175
Bron 2: Kaart
VA N
IN
Vindplaatsen van landbouwculturen in Zuidoost-Europa (ca. 6500 - 5500 v.C.)
search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron.
©
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig. ✓ Kruis aan wat er op de kaart staat. Meerdere antwoorden zijn mogelijk. ☐ prehistorische sites met de eerste Europese steden ☐ prehistorische sites waar neanderthalers leefden ☐ vindplaatsen waar al vroeg aan landbouw werd gedaan ☐ vindplaatsen waar jager-verzamelaars leefden ✓ De plaatsen waar aan landbouw gedaan wordt, zijn kleine eilanden omringd door zones waar .
In die zones leefden mensen dus sedentair / nomadisch als aaseter-verzamelaar / jager-verzamelaar.
✓ Waar situeren we de zones met landbouw? ☐ aan de kust ☐ rond rivieren ☐ in bergachtig gebied 176
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
search Stap 3: Ik denk na over de bron. ✓ Deze historische kaart geeft ons een beeld van de route waarlangs landbouw zich verspreidde over Europa. Het is een samenvatting van de huidige wetenschappelijke kennis over de verspreiding van de landbouw in Europa. ✓ Is de bron bruikbaar en betrouwbaar? Schrap wat fout is.
Het is een bruikbare en betrouwbare / geen bruikbare en betrouwbare bron om de vraag mee te beantwoorden.
search Stap 4: Wat vertelt de bron me over de verspreiding van de landbouw in Europa? ✓ De kaart leert ons dat de landbouw via Zuidoost-Europa ingevoerd werd. Ze volgden daarbij een route over land via Centraal-Europa. ✓ De bron leert ons dat vroege boeren zich vestigden op goed uitgekozen plekken,
IN
namelijk . Ze werden omringd door mensen met een nomadische levenswijze die in meer bergachtig gebied leefden.
☐ migratie
☐ De bron biedt geen antwoord op de onderzoeksvraag.
VA N
✓ De kaart is dus een aanwijzing voor:
©
☐ culturele uitwisseling
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
177
© LDA Sachsen-Anhalt, J. Lipták
Bron 3: Verwantschap
← Neolithisch graf uit het huidige Duitsland.
VA N
IN
Een team van onderzoekers onderzocht de verwantschap van de skeletten. Het team ontdekte dat neolithische jager-verzamelaars meer dan 2 000 jaar bleven bestaan nadat de eerste boeren in Europa aan landbouw deden. Op verschillende plaatsen kregen jager-verzamelaars ook nakomelingen met boeren uit Zuidoost-Europa.
search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron.
©
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig ✓ De bron stelt dat er bestaat tussen de culturen van boeren en de culturen van jager-verzamelaars.
search Stap 3: Ik denk na over de bron. ✓ Deze afbeelding verscheen in een wetenschappelijk tijdschrift. ✓ Dit is een onbetrouwbare / betrouwbare bron die ons iets / niets leert over de onderzoeksvraag. search Stap 4: Wat vertelt de bron me over de verspreiding van de landbouw in Europa? ✓ De bron biedt een aanwijzing dat jager-verzamelaars en vroege boeren samen kinderen kregen. Dat wil zeggen dat er contact bestond tussen die gemeenschappen ✓ De bron is dus een aanwijzing voor: ☐ migratie ☐ culturele uitwisseling
178
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
☐ De bron biedt geen antwoord op de onderzoeksvraag.
Bron 4: Cardium-keramiek
↑
© Index
VA N
IN
Cardium-keramiek, 6e millennium v.C. Dit soort aardewerk werd op veel plaatsen langs de Middellandse Zee gevonden, onder andere rond de Egeïsche Zee (het huidige Griekenland). Het is eenvoudig aardewerk dat ze vóór het bakken versierden met eenvoudige motieven zoals streepjes of bolletjes.
search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron.
Beide bronnen werden gevonden in het huidige Spanje.
©
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig.
search Stap 3: Ik denk na over de bron. ✓ De afbeeldingen verschenen in wetenschappelijke tijdschriften. Uit het bijschrift leren we dat er gelijkenissen bestaan tussen het aardewerk op verschillende plaatsen in het gebied van de Middellandse Zee. Dat toont aan dat de cultuur uit het Egeïsche gebied zich verspreidde naar andere plekken.
search Stap 4: Wat vertelt de bron me over de verspreiding van de landbouw in Europa? ✓ De bron is een aanwijzing voor: ☐ migratie ☐ culturele uitwisseling
☐ De bron biedt geen antwoord op de onderzoeksvraag.
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
179
2
We zoeken nu een antwoord op de onderzoeksvraag: Hoe verspreidde de landbouw zich over Europa? Gebruik het schema bewijs gebruiken in je Histokit.
a
08 HISTORISCH REDENEREN
Bekijk opnieuw de vier bronstudies. Vat alle argumenten samen in het overzichtsschema. Vul bovenaan het schema aan of het gaat om culturele uitwisseling of migratie.
b
Argument A
IN
Argumen tC
Argument B
3
VA N
©
Verwoord in kernzinnen je antwoord op de onderzoeksvraag: Hoe verspreidde de landbouw zich over Europa?
De landbouw werd oorspronkelijk in Europa ingevoerd door
.
Pioniers kozen goed gelegen plekken om zich te vestigen in
.
Al snel verkenden ze ook
.
Op een bepaald moment hebben jager-verzamelaars nakomelingen gekregen met vroege boeren. Dat weten we onder andere door de vindplaats in het huidige Duitsland. Er vond dus ook een tussen beide groepen plaats.
180
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
Historische vraag 2:
Was de introductie van het spijkerschrift een scharniermoment in de geschiedenis? In hoofdstuk 4 leerde je dat er met de ontwikkeling van het spijkerschrift een einde kwam aan de prehistorie. Aan de hand van allerlei bronnen onderzoek je of de introductie van het spijkerschrift ook echt een scharniermoment was.
1
Situeer de introductie van het spijkerschrift in tijd en ruimte.
tijd: plaats:
VA N
IN
Vanaf dat moment hebben we naast archeologische bronnen dus ook geschreven bronnen die ons iets bijleren over het verleden. Toch is het eerder een symbolische datum. Het duurde eeuwen voor het spijkerschrift veel gebruikt werd. Bovendien duurde het nog erg lang voor het schrift verspreid raakte over de wereld. Op de kaart op p. 182-183 zie je dat. Op de afbeeldingen zie je ook dat er naast het spijkerschrift nog andere schriftsoorten ontstonden.
2
07
Bestudeer de bronnen en lees de bijschriften. Als je de onderlijnde begrippen niet meer kent, gebruik dan het begrippenregister in je Histokit.
Markeer in de bijschriften van wanneer ze dateren. Bij meerdere data markeer je de datering van de originele bron. Noteer de namen van de schriftsoorten in de juiste kadertjes bij de tijdlijn.
0 ca .1 19 80 45 0 HEDENDAAGSE TIJD
.1 50
MIDDELEEUWEN
MODERNE TIJD
KLASSIEKE OUDHEID
ca
ca
1
OUDE NABIJE OOSTEN
VROEGMODERNE TIJD
PREHISTORIE
.5 00
v. C . ca
.8 00
0 .3 50 ca
ca
.3 ,5
m ilj
v. C .
oe
n
v. C
.
b
©
a
STRUCTUURBEGRIPPEN
GESCHIEDENIS
ca. 1800 v.C.
ca. 1300 v.C.
ca. 1500 v.C.
ca. 300
ca. 800 v.C.
ca. 300 v.C.
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
181
Bron 1:
VA N
IN
Ontstaan van de schriftsoorten
Bron 2:
← Rune-inscripties op de speerpunt van Kovel, gevonden in 1858 in Oekraïne. De speerpunt dateert uit de 3e eeuw n.C. Het is een zeldzame en beroemde vondst omdat het een van de vroegste voorbeelden is van dat schrift. Er bestaat heel veel discussie over de betekenis van de runen. Eeuwenlang leefden de Keltische volken in een groot deel van Europa zonder schrift. Pas na contact met de Romeinen begonnen de Kelten te schrijven. Voor de runen inspireerden ze zich dus op het alfabet.
©
De Odyssee is een wereldberoemd mythologisch verhaal dat rond 800 v.C. werd opgetekend door Homerus. Wellicht werd het Griekse alfabet rond die tijd voor het eerst gebruikt. De oudste fragmenten van de Odyssee horen bij de eerste bronnen in het Griekse alfabet. De oorspronkelijke versie is niet bewaard. Wel zijn er heel wat kopieën van het verhaal van latere datum bewaard op verschillende plaatsen rond de Middellandse Zee. De afbeelding toont een versie uit de 15e eeuw in Italië. Voordat Homerus zijn verhaal optekende, hoorden grote stukken van het verhaal al bij de mondelinge traditie.
↓
Bron 3: Kleitablet, de datering van deze archeologische bron is onzeker, mogelijk uit de 17e eeuw v.C. Ze wordt bewaard op Kreta. De tekens op de tablet zijn geschreven in het Lineair A-schrift. Dat schrift werd vanaf 1800 v.C. tot ongeveer 1500 v.C. gebruikt op Kreta. Het is geïnspireerd op voorbeelden uit onder andere Egypte. Het Lineair A is het oudste schrift dat op Europese bodem gebruikt werd. We kennen de betekenis van de tekens niet, al lijkt het schrift wel op het Lineair B dat later kwam en wel ontcijferd is. De taal van het Lineair A is zeker geen Grieks. Wellicht verwijzen de tekens naar een onbekende taal. © Olaf Tausch
182
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
↓
Bron 4:
Steen van Rosetta, dateert uit 196 v.C. De steen werd gevonden in 1799 en was een enorme stap voorwaarts bij de ontcijfering van het Egyptische hiërogliefenschrift. Naast hiërogliefen bevat de steen ook een tekst in twee andere schriftsoorten, namelijk het Demotische en het Griekse alfabet. Een groep priesters maakte de steen om de goede daden te beschrijven van een farao uit de Ptolemaïsche dynastie. Hiërogliefen werden in Egypte al gebruikt vanaf ongeveer 3200 v.C.
Sohgaura-plaatje, een koperen plaatje uit de 3e eeuw v.C. Het is het vroegste voorbeeld van dit soort bronnen uit India. Het bevat tekens in het Brahmischrift, dat aan de oorsprong ligt van veel hedendaagse Aziatische schriftsoorten. De tekst vertelt hoe een koning twee graanopslagplaatsen oprichtte om de hongersnood te bestrijden. We weten niet zeker om welke koning het gaat.
©
© Hans Hillewaert
Bron 7:
↓
↓
VA N
Historische kaart over De Bello Gallico. Dat boek werd geschreven door de Romein Julius Caesar in de jaren 50 v.C. Hij beschreef erin hoe hij jarenlang oorlog voerde tegen de Keltische bewoners van het huidige Frankrijk en België. Het is een van de eerste geschreven bronnen over onze regio. Net als de Grieken gebruikten ook de Romeinen het alfabet. Maar enkele letters waren verschillend.
Bron 6:
IN
© Feitscherg
Bron 5:
Het tablet van Rapato Meno bevat tekens in het Lineair B-schrift. Het tablet werd gevonden in de vindplaats Knossos op Kreta en dateert wellicht uit ca. 1400 v.C. Andere exemplaren zijn enkele decennia ouder. Het Lineair B werd in 1953 ontcijferd. Men vond inscripties op verschillende plekken in het huidige Griekenland. Het gaat altijd om administratieve gegevens, zoals boekhouding en voorraden. Mogelijk waren de tabletten dus beschreven door ambtenaren. Op dit tablet staat hoeveel olie ze aan verschillende goden hadden geofferd.
Bron 8: Orakelbot van Chinese afkomst, uit ca. 1200 v.C. Vanaf de 13e eeuw v.C. schreef men in China voorspellingen en spreuken op de beenderen van runderen. Het zijn de vroegste voorbeelden van het Chinese schrift. Dit bot bevat een toekomstsvoorspelling door priester Zheng over keizer Wu Ding. Die autocraat heerste over China tijdens de Shang-dynastie.
↓
↓
© vintagedept
© BabelStone
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
183
3
Bestudeer de kaart. Kruis het juiste antwoord aan. Er is telkens maar één juist antwoord.
a
03 HISTORISCHE KAARTENSTUDIE
Hoelang duurde de verspreiding van het schrift over de wereld? ☐ meerdere jaren ☐ meerdere decennia ☐ meerdere eeuwen ☐ meerdere millennia
b
Via welke route gebeurde de verspreiding van het schrift over de wereld? ☐ via een continentale route ☐ via een maritieme route ☐ vanuit verschillende plekken (die los van elkaar stonden)
c
IN
☐ Op deze kaart kun je niet aflezen waarvandaan het schrift zich over de wereld verspreidde. Langs waar gebeurde de verspreiding van het schrift over Europa?
VA N
☐ via Zuidoost-Europa ☐ via Zuidwest-Europa
☐ via Noordoost-Europa
☐ via Noordwest-Europa
4
©
Waarom was het eerste gebruik van het spijkerschrift geen plotse verandering in de geschiedenis? Leg uit. Gebruik in je antwoord het begrip ‘symbolische datum’.
184
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
07 STRUCTUURBEGRIPPEN
Uitbreiding 2:
Wanneer eindigde de prehistorie in Europa? 1
In deze oefening werk je verder met de kaart en de bronnen. We focussen nu op Europa en onderzoeken wanneer de prehistorie in ons continent eindigde.
a b
Welke bronnen zijn Europees? Omcirkel de naam van de bron in het bijschrift. Sorteer het schrift nu in chronologische volgorde.
2
IN
Het is niet altijd even om makkelijk om die vroege schriftelijke bronnen uit de Europese geschiedenis te bestuderen. Historici moeten ze bijvoorbeeld kunnen ontcijferen. Welke van de schriftsoorten is nog niet ontcijferd?
3
VA N
is nog niet ontcijferd.
Je hebt nu voldoende voorkennis om de tweede uitbreidingsvraag te beantwoorden: Wanneer eindigde de prehistorie in Europa?
©
De prehistorie eindigde in Europa vanaf
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
185
V
Conclusie
Herhaal mondeling de antwoorden op de onderzoeksvragen die je bestudeerde. Vergelijk nadien je antwoorden met de verbetersleutel die je bij het onlinelesmateriaal vindt. Historische vraag 1: Via welke route verspreidde de landbouw zich naar Europa? Historische vraag 2: Was de introductie van het spijkerschrift een scharniermoment in de geschiedenis?
Synthese
IN
VI
invoering landbouw
VA N
Schema
eerst Nabije Oosten
Š
ONGELIJKTIJDIG
op verschillende plaatsen ontwikkeld
ontwikkeling schrift
3500 v.C. = symbolische datum
186
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
geleidelijk aan verspreid
dan o.a. China
later Europa
Samenvatting: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa We delen de geschiedenis in zeven periodes in. Dit jaar focusten we vooral op de prehistorie en het oude nabije oosten. We leerden ook dat 3500 v.C. een scharnierpunt tussen beide periodes was. Toch wil dat niet zeggen dat er in dat jaar plots allerlei zaken veranderden. Integendeel, de verspreiding van de landbouw en het schrift waren langzame veranderingen die Europa pas na lange tijd bereikten.
IN
Aan het einde van de prehistorie, tijdens het neolithicum, ontstond er landbouw in de Vruchtbare Sikkel. In dat gebied in het Nabije Oosten maakten mensen voor het eerst de overgang van een nomadische samenleving naar een sedentaire samenleving. Landbouw ontstond ook op verschillende andere plaatsen, zoals het huidige China en Mexico, maar wel een stuk later dan in het Nabije Oosten. Op andere plekken in de wereld duurde het dus nog millennia voor de agrarische evolutie werd ingevoerd. Dat was ook zo in Europa, waar de landbouw via het zuidoosten over het continent verspreid raakte.
VA N
Ook de introductie van het schrift was geen plotse verandering. Het spijkerschrift was een vernieuwing die ontstond vanaf 3500 v.C. in MesopotamiĂŤ, op plaatsen waar de samenleving geleidelijk aan complexer werd. De datum is een symbolische datum. Het schrift werd immers op verschillende momenten op verschillende plaatsen in de wereld ingevoerd. Egyptenaren gebruikten kort na het spijkerschrift al hiĂŤrogliefen. Ook in China en India ontwikkelden ze schriftsoorten, maar dat gebeurde pas veel later. In Europa werd het schrift via het zuidoosten van het continent ingevoerd. Uitbreiding 1: Verspreidde de landbouw zich door Europa via migratie of via culturele uitwisseling?
Š
In Europa werd de landbouw ingevoerd door migranten uit het Nabije Oosten. Zij namen geleidelijk nieuwe stukken grond in ten koste van mensen die nomadisch leefden. In sommige gevallen hadden die migranten ook contact met de plaatselijke bevolking waardoor er culturele uitwisseling tussen de landbouwers en de nomadische mensen ontstond. Uitbreiding 2: Wanneer eindigde de prehistorie in Europa? In Europa komen de eerste teksten die we kunnen begrijpen uit de Griekse wereld. Ze zijn geschreven in het Lineair A, maar dat is nog niet ontcijferd. Nadien kwam het Lineair B, dat wel ontcijferd is. Tijdens de klassieke oudheid begon men op veel plaatsen in Europa het alfabet te gebruiken. Historisch denken Er is geen eenvoudig antwoord op de vraag hoe de landbouw verspreid raakte over Europa. Daarvoor moet je argumenten verzamelen met behulp van historische bronnen. Uit je onderzoek blijkt dat de argumenten voor de ene hypothese zwaarder wegen dan voor de andere.
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
187
Zelfevaluatie
SITUEREN IN DE TIJD Je kunt het einde van de prehistorie en het begin van het neolithicum situeren in de tijd.
SITUEREN IN DE RUIMTE
IN
Je kunt het ontstaan en de verspreiding van de landbouw situeren in de tijd.
Je kunt het ontstaan en de verspreiding van de landbouw situeren in de ruimte.
VA N
Je kunt de overgang van een nomadische samenleving naar een sedentaire samenleving situeren in de ruimte. HISTORISCHE BRONNEN
Je kunt in bronnen argumenten onderscheiden.
Je kunt met die argumenten een hypothese beoordelen. EINDE VAN DE PREHISTORIE
©
Je kunt toelichten hoe en waarom de prehistorie eindigde door de ontwikkeling van de landbouw. DE ONTWIKKELING VAN HET SCHRIFT Je kunt toelichten hoe in verschillende regio’s in de wereld het schrift zich ontwikkelde. Je kunt beargumenteren waarom de ontwikkeling van het schrift rond 3500 v.C. geen scharnierpunt is in de geschiedenis. Je kunt toelichten waarom de datum van die ontwikkeling rond 3500 v.C. als symbolische datum moet gezien worden.
188
Hoofdstuk 6: Het begin van de geschiedenis, blik op Europa
onvoldoende
voldoende
goed
Dit kan ik …
zeer goed
In deze les herhaalde je de belangrijkste begrippen die dit jaar aan bod gekomen zijn. Je oefende ook op het werken met historische bronnen. Je leerde over de verspreiding van de agrarische evolutie en het schrift. Dit zelfevaluatieformulier kan je helpen om te bepalen wat je al goed kunt en aan welke elementen je nog moeten werken. Succes!
Histokit: hulpmiddelen om historisch te leren denken
IN
Hier vind je jouw gereedschapskist voor het vak geschiedenis. Deze strategiefiches en hulpmiddelen kun je gebruiken bij moeilijke opdrachten.
©
VA N
Strategiefiches helpen je stapsgewijs te werk te gaan. Je zet ze bijvoorbeeld in als je redeneert met en over bronnen of als je moeilijke teksten of afbeeldingen bestudeert. Na verloop van tijd heb je ze zo vaak gebruikt dat je de stappenplannen niet meer nodig hebt. Dat is ook de bedoeling: we streven ernaar om je op het einde van het schooljaar zo veel mogelijk zonder de geheugensteuntjes te laten werken. In je Histokit vind je verder ook enkele hulpmiddelen: begrippenregisters en kaarten. Ook die kun je inzetten als je moeilijke opdrachten zelfstandig moet uitvoeren.
Ik leer historisch denken: strategiefiches
190
01 Soorten bronnen 190 02 Bronnenstudie 191 Historische kaartenstudie 192 03 Leesstrategieën 193 04 Kijkstrategieën 193 05 Ik leer historisch denken: hulpmiddelen
194
06 Historische begrippen 194 Structuurbegrippen 198 07 Historisch redeneren 200 08 Maatschappelijke domeinen 202 09 10 Kaarten 203 Tijdlijn 204 11
Histokit
189
Ik leer historisch denken: strategiefiches
01 1
Soorten bronnen Hoe onderscheid ik historische bronnen en werken?
IN
Stap 1: Waarmee bestudeer ik het verleden? a Met een overblijfsel uit het verleden? b Met het werk van een historicus? Stap 2: Welke soort bron heb ik voor me? Ik benoem de bron of het werk dat ik bestudeer.
VA N
IK BESTUDEER HET VERLEDEN MET BEHULP VAN …
HISTORISCHE BRON
= een werk dat gebaseerd is op historische bronnen
©
= een overblijfsel uit het verleden
HISTORISCH WERK
Geschreven bron — brief — cijfergegevens — verslag
Materiële bron — mummie — potscherf — kledij — graf — ruïne
Geschreven werk — geschiedenisboek — historische roman
Materieel werk — reconstructie van een standbeeld
Mondelinge bron — een ooggetuige die
(Audio)visuele bron — geluidsfragment — foto — filmfragment
Mondeling werk — de leraar die vertelt — een museumgids
(Audio)visueel werk — documentaire — film — kaart
vertelt
190
Histokit
die vertelt
Bronnenstudie Welke stappen volg ik bij het redeneren met en over bronnen? search Stap 1: Ik verzamel informatie over de bron. ✓
Wat voor soort bron is het?
✓
Wie is de auteur/maker?
✓
Wanneer is de bron gemaakt?
✓
Waar is de bron gemaakt?
✓
Welk (maatschappelijk) domein koppel je aan de bron?
search Stap 2: Ik bestudeer de bron aandachtig. Materiële bronnen: ik beschrijf aandachtig de uiterlijke kenmerken van de bron. ✓ Geschreven bronnen: ik vat de (hoofdlijnen van) de tekst kort samen. Ik gebruik zo nodig de leesstrategieën. search Stap 3: Ik denk na over de bron. ✓
IN
✓
Is het een bruikbare bron om een antwoord te formuleren op de
✓
VA N
onderzoeksvraag?
Is het een betrouwbare bron om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag?
✓
Voor welk doelpubliek is de bron gemaakt?
✓
Welke boodschap had de auteur/maker voor ogen?
✓
Welke oorzaken en gevolgen kan ik uit de bron halen?
©
02 1
✓
Wat kan ik bewijzen met de bron?
✓
Welke verbanden worden in de bron gelegd?
search Stap 4: Ik beantwoord de onderzoeksvraag. ✓
Welke conclusie kan ik trekken uit de bron? Ik gebruik de bron om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag.
Histokit
191
03 1
Historische kaartenstudie Stap 1: Ik verken. ✓
Wat is de titel van de kaart?
✓
Welke symbolen staan er in de legende en wat betekenen ze?
✓
Welke plaatsen herken ik op de kaart?
Stap 2: Ik kijk. Welke symbolen staan waar op de kaart?
✓
Wat betekenen de symbolen op de kaart?
✓
Welke situatie of toestand beschrijft de kaart?
✓
Welke verandering drukt de kaart uit?
Stap 3: Ik denk. Wat wist ik al over de kaart?
✓
Wat leer ik bij met de kaart?
VA N
✓
IN
✓
©
Stap 4: Ik beantwoord de onderzoeksvraag.
192
Histokit
04 1
Leesstrategieën Hoe lees ik een tekstbron of werk? Oriënterend lezen Ik wil nagaan of ik de tekst grondig wil/moet lezen. ✓
Ik bekijk de titel. Ik zoek naar structuur.
✓
Ik zoek het hoofdthema.
✓
Ik vraag me af wat ik al weet over de tekst.
Zoekend lezen Ik wil gericht informatie uit een tekst halen. Ik lees de vragen die ik moet beantwoorden en vraag er zo nodig uitleg over.
✓
Ik zoek bij de alinea waar ik het meest gericht denk informatie te kunnen vinden.
✓
Ik lees de eerste en laatste zin van elke alinea.
Intensief lezen
IN
✓
✓
Ik lees de tekst volledig en grondig.
✓
Ik let op signaalwoorden.
✓
Ik bepaal de hoofdgedachte per alinea.
✓
Ik zoek moeilijke woorden op.
©
05 1
VA N
Ik wil een tekst grondig begrijpen.
Kijkstrategieën
Hoe kijk ik naar een visuele bron? Groot kijken ✓
Ik oriënteer me op het ‘grote plaatje’: wat of wie staat er op de afbeelding?
✓
Ik ga na wat er op de voor- of achtergrond staat en wat er centraal of aan de zijkant staat.
Klein kijken ✓
Ik let op details.
✓
Ik zoek naar symbolen.
Histokit
193
Ik leer historisch denken: hulpmiddelen
06 1
Historische begrippen
Kernbegrip Historisch begrip Term of naam als voorbeeld
Politiek Betekenis
ambtenaar
persoon die voor de overheid werkt
IN
Begrip
functie in de Egyptische overheidsdienst, stond in voor verschillende administratieve taken
tempelambtenaar
functie in overheidsdienst (zowel Mesopotamië als Egypte), stond in voor religieuze rituelen
autocratie
bestuur waarbij een vorst totale macht heeft titel van de Egyptische vorsten, hadden grote macht bij het besturen van het Egyptische rijk
farao
Ramses II koning
Hammurabi dynastie
194
vrouwelijke farao, 15e eeuw v.C.
farao voor wie de grote piramide bij Gizeh gebouwd werd, ook vaak Cheops genoemd, 26e eeuw v.C.
©
Hatsjepsut Khufu
VA N
schrijver
farao die streefde naar gebiedsuitbreiding, Egyptische aanvoerder van de slag bij Kadesj erfelijke titel voor de leider van een land of gebied Mesopotamische koning, legde voor het eerst wetten vast, 18e eeuw v.C. familie van opeenvolgende heersers
18e dynastie
machthebbers in Egypte van 1539 tot 1292 v.C.
Belgische dynastie
staatshoofden in het koninkrijk België sinds 1830
imperialisme
streven naar gebiedsuitbreiding
rijk
uitgestrekt gebied onder één bestuur
Histokit
Assyrische rijk
gelegen in Mesopotamië, grootmacht op verschillende momenten tijdens het oude nabije oosten
Egyptische rijk
gelegen aan de Nijl, verenigd tijdens drie periodes (oude rijk, middenrijk, nieuwe rijk)
stadstaat
stad en omgeving eromheen met een eigen bestuur Mesopotamische stad, gelegen in het moderne Irak, lang een van de belangrijkste centra in het Tweestromenland
Ur
Mesopotamische stad, gelegen in het moderne Irak, vaak beschouwd als de
Uruk
oudste echte stad
Sociaal Betekenis
migratie
verplaatsing van groepen mensen van de ene naar de andere plaats
nomadische samenleving
samenleving waarbij mensen in stamverband rondtrekken
ongelijkheid
toestand van verschil
IN
Begrip
toestand waarbij sommige mensen meer rijkdom hebben dan andere
sociale ongelijkheid
toestand waarbij sommige mensen meer aanzien hebben dan andere
oorlog
gewapend conflict
sedentaire samenleving
veldslag tussen het Egyptische en Hettitische rijk, 13e eeuw v.C.
©
slag bij Kadesj patriarchale samenleving
VA N
economische ongelijkheid
samenleving waarbij mannen meer macht en aanzien hebben dan vrouwen samenleving waarbij mensen een vaste woonplaats hebben in een dorp of stad
Çatal Hüyük
archeologische vindplaats in het huidige Turkije, een van de belangrijkste voorbeelden van vroege menselijke nederzettingen
Jericho
archeologische vindplaats in het huidige Israël, een van de plaatsen waar de vroege landbouw zich ontwikkelde
slavernij
sociale ongelijkheid waarbij mensen het bezit zijn van andere mensen
standenmaatschappij
samenleving waarbij je sociale en economische positie bepaald wordt door het gezin waarin je geboren wordt
stand vrede
laag van de bevolking waarin je door geboorte terechtkomt afwezigheid van gewapende conflicten
Histokit
195
Cultureel Begrip
Betekenis
cultuur
uiting van menselijk gedrag, tegengestelde van natuur
kunstuiting
product van menselijke creativiteit
grafmonument
gebouw ter nagedachtenis van een overledene
piramide van Khufu
reusachtig grafmonument uit de 25e eeuw v.C.
tempel van Hatsjepsut
Egyptische tempel en grafmonument uit de 15e eeuw v.C.
grotschildering grot van Lascaux
gelegen in het huidige Frankrijk, vindplaats van grotschilderingen van ca. 15 000 jaar oud. gewoonte om kennis of verhalen te onthouden en door te geven via gesproken weg
mythologie
geheel van verhalen die verklaringen bieden voor belangrijke vragen mythologisch verhaal over een zondvloed
VA N
natuurreligie
IN
mondelinge traditie
Gilgamesjverhaal
godsdienst die vooral gebaseerd is op het verklaren van natuurverschijnselen paleolithisch beeldje van een vrouw, waarschijnlijk een symbool voor vruchtbaarheid
Sjamasj
Mesopotamische zonnegod
Ra
Egyptische zonnegod
©
Venus van Willendorf
polytheïsme
godsdienst waarbij meer dan één god wordt aanbeden
schriftsoort
manier waarop geschreven tekens boodschappen weergeven
alfabet
schriftsoort die we vandaag in Europa gebruiken om te schrijven
hiërogliefen
Egyptische schriftsoort waarbij kleine tekeningen klanken uitdrukken
pictogram
tekening die een boodschap overbrengt
smiley spijkerschrift
196
tekening op de wand van een grot, voornamelijk prehistorische kunstuiting
Histokit
lachend gezichtje, symbool voor vrolijkheid Mesopotamische schriftsoort waarbij kleine tekeningen abstracter werden totdat ze op spijkers leken
Economisch Begrip
Betekenis
agrarische evolutie
proces waarbij de mens de overgang maakt van een nomadische levenswijze naar een bestaan op basis van landbouw
landbouwsamenleving
samenleving waarbij de landbouwsector de belangrijkste bron van rijkdom is
neolithicum
nieuwe steentijd, periode in de prehistorie vanaf het begin van de agrarische evolutie (ca. 10000 v.C.)
paleolithicum
oude steentijd, periode in de prehistorie voor het begin van de agrarische evolutie (ca. 10000 v.C.)
Vruchtbare Sikkel
streek in het Nabije Oosten waar de landbouw ontstond
ambacht
beroep waarbij men zich specialiseert in handwerk ambacht dat gespecialiseerd is in het maken van keramiek
wever
ambacht dat gespecialiseerd is in het maken van stoffen
IN
pottenbakker
economische activiteit waarbij goederen worden uitgewisseld tegen betaling
jager-verzamelaar
bestaanswijze waarbij mensen overleven door wilde planten te zoeken en op dieren te jagen
VA N
handel
aaseterverzamelaar
bestaanswijze waarbij mensachtigen overleefden door wilde planten en de resten van dieren te zoeken
vuistbijl
stenen voorwerp dat zo bewerkt is dat het kan gebruikt worden om te snijden economische activiteit waarbij land wordt gebruikt om dieren of planten te kweken
Š
landbouw domesticatie ruileconomie
proces waarbij wilde dieren gekweekt worden zodat ze nuttiger worden voor de mens systeem waarbij goederen geruild worden zonder gebruik te maken van geld.
Histokit
197
Structuurbegrippen: begrippen om over het verleden te praten
07 1
Soorten bronnen historische bron
overblijfsel uit het verleden dat we gebruiken om een beeld te vormen van het verleden
historisch werk
resultaat van het werk van een historicus of iemand die een beeld wil vormen van het verleden (bv. boek, film, verslag, reconstructie)
Duur ordening in de tijd
eeuw
periode van 100 jaar
historische periode
tijdvak: we verdelen het verleden in zeven tijdvakken met een verschillende duur.
jaar
periode waarin een planeet rond haar ster draait: de aarde heeft 365 dagen, 6 uren, 9 minuten en 10 seconden nodig om rond de zon te draaien.
millennium
periode van 1 000 jaar
periode
afbakening in de tijd
symbolische datum
datum of jaartal dat verwijst naar een verandering die eigenlijk langer duurde, verwijst naar één belangrijke gebeurtenis in een langere keten van gebeurtenissen
tijdrekening
manier om te situeren in de tijd: we gebruiken meestal de tijdrekening ‘voor en na Christus’. Soms drukken we tijd ook uit in ‘aantal jaar geleden’.
©
VA N
IN
chronologie
Verandering continuïteit
periode waarin iets voortduurt (niet verandert)
evolutie
periode van geleidelijke verandering
gelijktijdig
wanneer twee zaken zich op hetzelfde moment voordoen
ongelijktijdig
wanneer twee zaken zich op verschillende momenten voordoen
revolutie
periode van plotse en/of grote verandering
scharniermoment
moment van grote maatschappelijke verandering, overgang tussen twee periodes
verandering
wijziging, het anders worden
Verband
198
doel
reden waarom iets gedaan, gezegd of geschreven wordt
functie
reden waarom iets gebruikt wordt, nut dat iets heeft
Histokit
gevolg
resultaat van feiten en/of gebeurtenissen
bedoeld gevolg
resultaat van feiten en/of gebeurtenissen dat voorzien was
onbedoeld gevolg
resultaat van feiten en/of gebeurtenissen dat niet voorzien was
oorzaak
reden waarom iets gebeurt
oorzaak-gevolgketen
reeks van oorzaken en gevolgen die elkaar opvolgen
toeval
gebeurtenis waarvoor geen oorzaak te vinden is
Bewijs bron die we kunnen gebruiken om iets te bewijzen
argument
motief of reden waarmee je iets aantoont
bewijs
datgene waarmee iets aangetoond wordt
feit
iets waarvan de waarheid vaststaat
hypothese
stelling die (nog) niet bewezen is
mening
overtuiging of opvatting
continentaal lokaal
VA N
continent
grote landmassa die (bijna) niet met andere landmassa’s is verbonden (bv. Europa, Afrika ‌)
Š
Plaats
IN
aanwijzing
van het vasteland van beperkte geografische schaal of invloed
maritiem
behorend tot de zee
platteland
landelijk gebied met beperkte bevolkingsdichtheid
ruraal
behorend tot het platteland
regio
streek
regionaal
op een grotere schaal dan lokaal
stad
grotere plaats waar mensen wonen
stedelijk
behorend tot de stad
Standplaatsgebondenheid perspectief
gezichtspunt
Histokit
199
08 1
Historisch redeneren 8.A
OORZAKEN EN GEVOLGEN
De begrippen ‘oorzaak’ en ‘gevolg’ gebruiken we om verbanden aan te geven. Door oorzaak en gevolg schematisch voor te stellen krijgen we inzicht in het verleden. Meervoudige oorzaken
OORZAAK A
OORZAAK B
IN
GEVOLG
VA N
Meervoudige gevolgen
GEVOLG A
©
OORZAAK
GEVOLG B
Een oorzaak-gevolgketen
gebeurtenis A
Het gevolg van A is B.
gebeurtenis B
De oorzaak van B is A. Het gevolg van B is C.
200
Histokit
gebeurtenis C
De oorzaak van C is B.
8.B
CONTINUÏTEIT EN VERANDERING ANALYSEREN
We bestuderen in het verleden niet alleen wat veranderd is, maar ook wat gedurende lange periodes onveranderd bleef. Vandering kan plots komen, of in grote schokken. Het kan ook heel geleidelijk plaatsvinden.
geen verandering
CONTINUÏTEIT
plotse verandering
IN
VA N
verandering in schokken
REVOLUTIE
EVOLUTIE
©
geleidelijke verandering
8.C
BEWIJS GEBRUIKEN
Om historische vragen te beantwoorden maken we gebruik van bewijsmateriaal: historische bronnen. Soms biedt een bron een duidelijk bewijs voor iets. Vaker nog combineren we verschillende bronnen. Dan wegen we het belang van verschillende argumenten tegen elkaar af.
VOOR
TEGEN
argument A argumen tC
argument B
Histokit
201
09 1
Maatschappelijke domeinen
Historische vragen zoals o.a.: Wie behoort tot welke stand in de samenleving? Wie heeft veel of weinig aanzien? Hoe zijn de verhoudingen tussen mannen en vrouwen in de samenleving?
Historische vragen zoals o.a.: Hoe worden gebieden bestuurd? Wie heeft macht? Wie heeft welke rechten? Waar wordt oorlog gevoerd?
Tot het sociale domein behoren zaken die te maken hebben met: individu, groep, rollen, verhoudingen tussen mensen ‌ POLITIEK
SOCIAAL
CULTUREEL
VA N
ECONOMISCH
IN
Tot het politieke domein behoren zaken die te maken hebben met: bestuur, macht, afspraken, rechten en plichten, oorlog ...
Tot het economische domein
Š
behoren zaken die te maken hebben met: geld, arbeid, voedsel, handel, vervoer ...
Historische vragen zoals o.a.: Hoe verplaatsen mensen zich? Welke producten worden verhandeld? Wat voor beroepen voeren mensen uit? Wie verdient veel of weinig?
202
Histokit
Tot het culturele domein behoren zaken die te maken hebben met: kunst, vrije tijd geloof, wetenschap, mode ...
Historische vragen zoals o.a.: Welke kunstuitingen brengt een samenleving voort? In welke goden geloven mensen? Wat doen mensen in hun vrije tijd? Wanneer worden dingen uitgevonden?
VA N
IN
Kaarten
©
10 1
Histokit
203
204
Histokit
PREHISTORIE
OUDE NABIJE OOSTEN
KLASSIEKE OUDHEID
GESCHIEDENIS
MIDDELEEUWEN
HEDENDAAGSE TIJD
MODERNE TIJD
VROEGMODERNE TIJD
v. C .
.1 50 0 ca . 19 180 45 0
ca
00
.5
ca
1
00
.8
ca
.
v. C
oe n
ilj
m
50 0
.3
ca
,5
.3
ca
.
v. C
11 1
Tijdlijn
© VA N IN
Wouter Smets Dries De Saveur Els Vinckx Bauke Verbergt
VA N
IN
Sapiens
Š
Geschiedenis
Ontdek het onlineleerplatform: diddit! Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!
ISBN 978-90-306-9623-0 594672
vanin.be
1