16 minute read

Les 1 Inleiding

Next Article
Woordenlijst

Woordenlijst

1

INLEIDING

Op verkenning in STORIA HD live

Je vindt de inhoudsopgave van dit leerwerkboek op blz. 3. Kijk eens hoeveel lessen er zijn gepland. In hoeveel groepen of onderdelen kun je ze onderverdelen? Elk onderdeel heeft een titel. Als je die leest, weet je welke onderwerpen je dit schooljaar bestudeert.

Het leerwerkboek Alle lessen hebben dezelfde structuur, maar de leerstof wordt op verschillende manieren aangebracht. Tijdens sommige lessen zal je leraar veel vertellen; andere lessen worden grotendeels of volledig opgebouwd aan de hand van verschillende soorten opdrachten. Die opdrachten kun je klassikaal, in groepjes of individueel oplossen. De onderstaande illustraties maken de structuur van elke les duidelijk.

2 Duidelijke lestitels

Aanwezigheid van de Vikingen in de 8e-11e eeuw

6De Vikingen Germaanse stammen bezetten steeds 1 Lesnummer grotere stukken van het West-Romeinse Rijk. Vooral de Franken slagen erin om een nieuw rijk te stichten. Ze krijgen steun van de christelijke Kerk en na enkele eeuwen is er zelfs opnieuw een keizer in het westen.

5 Deze icoontjes Wie regeert over het Frankische Rijk? geven aan welke Hoe wordt het bestuurd? Hoe voorzien de Franken in hun levensonderhoud? domeinen in de les Wat gebeurt er op cultureel vlak? Komt er een einde aan het rijk?

aan bod komen. OPDRACHT 3 Bron 1 Restanten van Skuldelev 2 Bron 2 Reconstructie van het schip Kaartnr(s).

± 800 ± 1050

6 De tijdlijn OPDRACHT 1 Wat weet je al over de Vikingen? Vanwaar heb je die informatie? Bespreek klassikaal en vergelijk het beeld dat je hebt met de inhoud van de les.

situeert de les De Vikingen zijn Germanen uit het noorden © Vikingschipmuseum in Roskilde © BELGA / AFP in de tijd. De Vikingen komen uit Scandinavië, de landen die vandaag Noorwegen, Zweden en Denemarken

heten. Tussen 800 en 1050 leven ze in een periode van grote bloei. De Vikingen bouwen Skuldelev 2 is een van de vijf Skuldelevschepen die in 1962 werden opgegraven in de baai van

snelle, sterke en wendbare schepen waarmee ze niet alleen Europa afreizen, maar ook verdere Roskilde. De Skuldelevschepen werden daar rond het jaar 1070 tot zinken gebracht om de kust gebieden. Ze verkennen, plunderen en veroveren grondgebied. Rond het jaar 1000 bereikt Leif te verdedigen tegen invallen vanuit zee. Skuldelev 2 is een eiken langschip: een oorlogsschip van Eriksson Amerika. 30 m lang en 3,8 m breed, met een diepgang van slechts 1 m. Het schip bood plaats aan een grote bemanning van ongeveer 65 personen, waaronder 60 roeiers. Dankzij het grote zeil van ca. 112 m²

OPDRACHT 2 Bekijk de kaart op de volgende bladzijde. kon het topsnelheden behalen van 20 knopen (36 km/u). Een langschip werd dikwijls versierd

met een slangenkop of een draak. Daarom wordt het ook drakar genoemd. De restanten van de

- Welke hedendaagse landen zijn in de 8e en 9e eeuw belangrijke Vikinggebieden? Skuldelevschepen staan tentoongesteld in het Vikingschipmuseum in Roskilde in Denemarken.

Het hout kreeg een speciale behandeling zodat het goed zou bewaren en werd op een metalen skelet gemonteerd. Tussen 2000 en 2004 bouwde het Vikingschipmuseum een reconstructie van

- In welke gebieden zijn er Vikingen in de 10e en 11e eeuw? Bespreek klassikaal en vat kort het schip. samen. - ‘Zowel bron 1 als bron 2 is een bewerkte bron.’ Juist of fout? Motiveer je antwoord. - Omcirkel het juiste antwoord. De Vikingen leven in een maritieme / continentale ruimte. 46 LES 6 De Vikingen B De vroege miDDeleeuwen 47

3 Een krachtige inleiding met de historische vragen waarop de les een antwoord geeft. 8 Moeilijke woorden krijgen een ander kleurtje. Ze worden verklaard vanaf blz. 186. Als er nog woorden zijn die je niet begrijpt, schrijf je ze op in je ‘persoonlijk woordenboek’ op blz. 192 in dit leerwerkboek. De verklaring zoek je op in een (online)woordenboek zoals www.woorden.org.

7 Ondertitels leiden 9 De contextde verschillende informatie helpt delen van de les in. je om de bron te begrijpen.

4 Het kaartje vertelt over welk gebied de les gaat. In het vakje onder de kaart kun je verwijzen naar kaarten uit

je historische atlas. 1 © VAN IN

ONWAARSCHIJNLIJK!

Het Frankische Rijk betaalt aan de Vikingen grote sommen zilver en goud om de aanvallen te stoppen. In 911 staat koning Karel de Eenvoudige zelfs een heel stuk van zijn grondgebied aan de monding van de Seine af aan Vikingaanvoerder Rollo. Rollo zou in ruil nieuwe invallen via de Seine verhinderen. Niet onbelangrijk, want ook Parijs ligt aan de Seine. Dat land van de Noormannen (dat is een andere naam voor de Vikingen) kennen we vandaag als Normandië. Via de Wolga en de Dnjepr dringen de Vikingen in de loop van de 9de eeuw ook ver door naar het oosten. Ze stichten

er het Rijk van Kiev. De lokale bevolking noemt hen Roes,

een woord dat vermoedelijk van het Oudnoorse woord voor ‘roeiers’ is afgeleid. De Roes geven hun naam aan Rusland. De Russen zelf willen tot vandaag weinig weten over hun Vikingverleden. Zij vinden dat dat hun volk oneer aandoet.

Zelfs in de Hagia Sophia, de Byzantijnse kathedraal in

Constantinopel, hebben Vikingen sporen achtergelaten. Onderaan op de foto zie je runentekens die in het marmer zijn gekrast. De inscriptie is niet helemaal ontcijferd maar bevat zeker de naam Halfdan.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de begrippen ‘maritieme ruimte’,

‘continentale ruimte’ en ‘handel’ uitleggen 2 de begrippen ‘getuigenis’,

‘reconstructie’, ‘scheepsgraf’ en

‘grafgift’ uitleggen 3 de Vikingen in de ruimte en de tijd situeren 4 drie voordelen van de constructie van een Vikingschip geven 5 twee redenen geven waarom de

Vikingen de geschiedenis ingingen als woeste plunderaars 6 vier voorbeelden geven van archeologische vondsten die dat beeld bijstellen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor. KUNNEN

1 verschillende soorten bronnen onderscheiden 2 de betrouwbaarheid, de functie en het doelpubliek van een bron beoordelen 3 de beperkingen van bronnen en de gevolgen daarvan op historische beeldvorming aantonen 4 aantonen hoe een bron bewerkt is 5 informatie uit bronnen afleiden 6 de invloed van standplaatsgebondenheid op historische beeldvorming aantonen met een voorbeeld 7 de presentatie van een bron evalueren 8 de invloed van standplaatsgebondenheid op historische beeldvorming analyseren met behulp van opdrachten 9 verschillende soorten historische vragen onderscheiden

BDe vroege miDDeleeuwen 53 LES 14 SCHEMA

De Guldensporenslag

1 De Vlaamse graaf strijdt tegen de Franse koning

leliaards klauwaards

Franse troepen bezetten het graafschap Vlaanderen. Centrum van het verzet: Brugge

2 De Guldensporenslag wordt uitgevochten op 11 juli 1302

Brugse metten

Franse koning stuurt een leger.

Guldensporenslag: 11 juli 1302 Vlaamse leger steunt op voetvolk. Franse leger steunt op ruiterij.

Leger van de Vlaamse graaf verslaat het Franse leger. Twee jaar lang is het graafschap Vlaanderen onafhankelijk.

1305 Nieuw vredesverdrag tussen Franse koning en Vlaamse graaf

Vlaanderen moet een zware belasting betalen. Graafschap blijft een Frans leen, maar onder controle van graaf.

3 De Guldensporenslag wordt een mythe

Hendrik Conscience schrijft in 19e eeuw ‘De Leeuw van Vlaanderen’. Doel: de onafhankelijkheid van België verdedigen

11 juli is de Vlaamse nationale feestdag. Doel: symbool van de Vlaamse strijd voor meer zelfstandigheid in België In de moderne en de hedendaagse tijd gebruikt men de Guldensporenslag om standpunten te verdedigen die niets met de gebeurtenissen van 1302 te maken hebben.

144

LES 14 De GulDensporenslaG

12 Nadat je de les hebt geleerd, moet

je deze zaken KENNEN en KUNNEN. - Denk je dat de tekst je een betrouwbaar beeld van de situatie schetst? Argumenteer.

Het icoontje verwijst naar de oefeningen op

LES 1 INLEIDING 82 LES 9 De stanDensamenleving Beluister het verhaal van Dirk Bracke over de lijkenrover. - Tegen wie vecht de stad Gent? - Waarvoor wordt er gevochten? - Wie heeft de standensamenleving gewild, volgens de vader van Johan? Het einde van de standensamenleving Onder invloed van ideeën zoals die van John Locke, en door het toenemende economische belang van de rijke burgerij, neemt in de loop van de 18e eeuw de kritiek op het voortbestaan van de standensamenleving toe. In 1789 breekt er in Frankrijk een opstand uit die zal leiden tot de afschaffing van de standensamenleving. Over die Franse Revolutie leer je volgend jaar meer. Bron Van nature zijn alle mensen volkomen vrij en onderling gelijk. Niemand kan uit die toestand van vrijheid, gelijkheid en onafhankelijkheid verwijderd worden zonder dat hij daarmee instemt. Bewerking van John Locke, Second Essay Concerning Civil Government, 1689 John Locke (1632-1704), arts, politicus en filosoof, heeft met zijn geschriften het Europese vrijheidsdenken enorm beïnvloed. - Uit welk jaar stamt de tekst? Welk tijdvak is dat? - Op welke wijze botsen de ideeën van Locke met de standensamenleving? OPDRACHT 10 4 OPDRACHT 11 VERHAAL diddit. De begrippen die je moet kennen, staan altijd bovenaan. 13 Na enkele onderdelen vind je een handig overzicht van de geziene leerstof. 14 Op drie plaatsen in het leerwerkboek werken we met een origineel en spannend verhaal van jeugdauteur Dirk Bracke. Daarmee zul je de geschiedenis op een net iets andere manier (her)beleven. Je kunt de verhalen beluisteren bij het onlinelesmateriaal. 5 15 De QRcodes kun je inscannen. Ze geven toegang tot ondersteunend materiaal. © VAN IN

het onlineleerplatform bij STORIA HD live

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

Je kunt vrij oefenen en de leraar kan ook voor jou oefeningen klaarzetten. Je kunt kiezen uit: oefeningen per les, oefeningen op ‘het referentiekader’, oefeningen op ‘werken met bronnen (HD)’, oefeningen op ‘kennis en begrippen’, oefeningen op ‘historische redeneerwijzen’.

Hier vind je de opdrachten die de leraar voor jou heeft klaargezet.

Hier kan de leraar taken voor jou klaarzetten.

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Hier vind je het lesmateriaal per les of per leerstofonderdeel (onder andere de kennisclips, de verhalen van Dirk Bracke en de video en audiobestanden). Daarnaast zijn er de ontdekplaten waarmee je zelf aan de slag kunt. Je vindt er bijvoorbeeld allerlei soorten bronnen en filmmateriaal rond een bepaald thema. Ga op ontdekkingstocht en voer de opdrachten uit. Veel plezier!

VERHAAL

Gotische kerk Ontdekplaat - Hagia Sophia

HET ONLINELEERPLATFORM BIJ STORIA HD LIVE

‘Het loopt verkeerd’, voorspelde Alderik somber. Zijn ogen stonden zorgelijk terwijl ze over alle hoeken van het slagveld schoten. ‘Nog even en de Visigoten lopen over ons heen.’ Hij trok de leidsels van zijn paard strak omdat het dier nerveus trappelde. Chlodovech streek zwijgend over zijn lange baard. Samen met zijn lange haar was zijn baard een symbool van zijn koningschap. Voor zijn ogen drong een lafbek zich brutaal door de rijen strijdmakkers naar achter. Zijn gezicht was verkrampt van angst. Zodra hij voorbij de achterhoede geraakt was, gooide hij zijn zwaard en schild weg en vluchtte terwijl hij voortdurend schichtig om zich heen keek. ‘Er moet een ruiter achter hem aan om hem te doden!’ gromde Chlodovech woedend. Meteen stuurde Alderik iemand uit. Chlodovech volgde de ruiter met zijn ogen. De lafaard moest gedood worden. Hij wist dat de man een voorbeeld voor anderen kon zijn. Als hij hem liet lopen, zouden anderen ook hun leven willen redden door te vluchten. In een oogwenk had de ruiter hem ingehaald en hij dreef de lanspunt tussen de schouders van de deserteur. ‘Daar!’ wees Alderik. Een ruiterafdeling van de Visigoten drong onweerstaanbaar diep door de linies van de Franken. Onafgebroken hakten en boorden zwaarden en lansen zich in schilden, in Frankische lichamen. De Franken werden langzaam achteruitgedrongen.. Chlodovech wist dat het gevecht niet lang meer zou duren. Het stormde in zijn hoofd. Zijn vrouw Clotilde wilde al langer dat hij christen zou worden, net zoals zij. Het was een moeilijke keuze. Zijn mannen baden tot de oeroude goden van hun voorouders. Goden die ze meegebracht hadden toen ze over de Rijn trokken om voor de Hunnen te vluchten en in DOOPSEL - DIRK BRACKE 39

1 het Romeinse Rijk een beter leven op te bouwen. Het was niet gemakkelijk om die oude, vertrouwde goden op te geven. Ook zijn vader had tot de oude goden gebeden. Kon een koning voor een andere god kiezen dan zijn volk? Maar als hij christen werd, zou hij de steun van de bisschoppen krijgen. Het zou het hem veel gemakkelijker maken om de Gallo-Romeinse bevolking achter zich te 10 krijgen. En de steun van hun soldaten kon hij best gebruiken. Omdat zijn vrouw had aangedrongen, had hij twee kinderen laten dopen; een van hen was bijna meteen daarna gestorven. Het had hem 15 sceptisch gemaakt tegenover de God van de christenen. Maar nu … Chlodovech maakte zich meer zorgen dan hij liet blijken. Zijn mannen mochten niet zien dat hij nerveus was, dat hij niet meer in de 20 overwinning geloofde. Hij had zoveel te verliezen. Wellicht zou de koning van de Visigoten zijn haar en baard laten afsnijden en hem daarna doden. Dat zou hij ook doen. En zijn Rijk zou door de Visigoten 25 worden ingepalmd. Misschien werden zijn mannen slaaf of werden ze gedwongen om in het leger van Visigoten te vechten. Alles wat zijn vader en hij zo zorgvuldig hadden opgebouwd, zou in deze veldslag verloren gaan. 30 ‘Kijk!’ zei Alderik ongerust. Stap voor stap weken de Franken onder de zwaarden en de lansen. ‘Terugtrekken vooraleer we allemaal sterven?’ Chlodovech klemde zijn tanden op elkaar, zodat zijn kaakspieren gespannen stonden. Hij 35 moest iets doen! Zijn goden hielpen hem niet. Als nu … God van Clotilde, dacht hij. Als je me de overwinning geeft, laat ik me dopen. Hij trok zijn zwaard. ‘Vecht met me mee! Maak 40 ze af!’ schreeuwde hij terwijl hij zijn paard vooruitdreef.

Doopsel DIRK BRACKE Over Chlodovech, koning van de Franken tussen 481 en 511, en over zijn bekering tot het christendom

45 50 55 60 65 70 75 80 5 © VAN IN

Welkom in de geschiedenislessen van het derde jaar van het secundair onderwijs. Je ontdekte in de vorige schooljaren al dat geschiedenis veel meer is dan feiten en datums uit het hoofd leren. Geschiedenis is niet zo moeilijk, als je de lessen op de juiste manier aanpakt. Luister daarom naar de raadgevingen van je leraar. Goed opletten in de klas brengt je al een hele stap vooruit. Je leraar zal je ook uitleggen hoe je de leerstof thuis kunt herhalen en instuderen.

In de klas Als je aandachtig luistert en actief meewerkt in de klas, zul je thuis gemakkelijker de leerstof kunnen instuderen. In de klas doe je het volgende: onthoud de titel van de les; let op de ondertitels: ze vatten de hoofdlijnen van de les samen; het is belangrijk dat je alles begrijpt: woorden of onderdelen die je niet begrijpt, kun je immers moeilijk onthouden; probeer te antwoorden op vragen die je leraar stelt; bestudeer de bronnen en de opdrachten aandachtig; zorg ervoor dat je notities ordelijk, volledig en foutloos zijn.

Thuis Voorbereiden Neem wat je nodig hebt om je les in te studeren: je agenda, je leerwerkboek, notities, een te verbeteren test ... Studeer op een rustige en ordelijke plaats, zodat je geconcentreerd kunt werken.

Verkennen Bestudeer eerst de opbouw van de les. Lees de inleiding en bekijk het kaartje, de maatschappelijke domeinen en de tijdlijn. Daarna noteer je de titels en de ondertitels. Zo ken je de hoofdlijnen al.

Lezen en begrijpen Neem de hele les grondig door en controleer of je alles echt begrijpt. De teksten en de bronnen brengen het verhaal van de les. Om het verhaal te begrijpen, moet je ook alle woorden begrijpen. Bij het vak geschiedenis horen heel wat specifieke begrippen. We onderscheiden historische begrippen en structuurbegrippen. Die structuurbegrippen gaan over het vak geschiedenis. Je vindt ze in het oranje in de woordenlijst. Maak per les een woordenlijst met de begrippen die je moet kennen. De uitleg kun je meestal kopiëren uit de woordenlijst of uit de les. Bekijk vervolgens het schema. Dat bevat de hoofdzaken en de kernwoorden. Probeer nu aan de hand van het schema de inhoud van de les op te zeggen. Als je op die manier de les verkent, wordt er heel wat informatie in je geheugen opgeslagen. Je zult dus heel wat tijd besparen bij het instuderen.

Oefenen Tijdens de geschiedenislessen leer je ook historische vaardigheden. Je leert hoe je historische informatie ontdekt, onderzoekt en structureert. Je zult bijvoorbeeld leren om informatie te halen uit bronnen, tijdlijnen en kaarten. Je leert ook om kritisch om te gaan met je bronnen. Vaardigheden verwerf je door te oefenen. Maak de opdrachten opnieuw en kijk na of je antwoorden juist zijn. De vaardigheden zijn minstens even belangrijk als de inhoud van de les.

LES 1 INLEIDING Studeren Studeer de definities van de begrippen die je moet kennen. Leer het schema uit het hoofd en overloop nog eens alle opdrachten. Let daarbij extra op de titels, zodat je inzicht hebt in de opbouw van de les. Bij een toets of examen is het echter niet voldoende om enkel de informatie van je schema op te schrijven. Controleren Controleer of je het schema zelf opnieuw kunt samenstellen. Vergelijk met het schema in je leerwerkboek. Ga na of je elk woord en elk verband tussen de woorden in het schema kunt uitleggen. Raadpleeg de lijst KENNEN en KUNNEN. KENNEN geeft weer wat je van de leerstof moet onthouden en uitleggen. KUNNEN somt op welke vaardigheden in de les aan bod zijn gekomen. De lijst is een prima controlemiddel om na te gaan of je de leerstof beheerst. De puntjes die je onder de knie hebt, kruis je aan in het voorziene vakje. Zo heb je altijd een goed overzicht. Op diddit vind je interactieve opdrachten om KENNEN en KUNNEN verder in te oefenen. 7© VAN IN

OPDRACHT

Je leert in het vak geschiedenis niet alleen verhalen over het verleden, maar ook hoe die verhalen ontstaan. Je krijgt dus inzicht in het verleden én in de wetenschappelijke methode die geschiedkundigen gebruiken om over het verleden te vertellen: je leert historisch denken. We geven je hier een overzicht van de vijf onderdelen van historisch denken. Dat hoef je niet uit het hoofd te leren.

Lees de krachtlijnen van historisch denken. - Probeer het woord te achterhalen dat in elke krachtlijn ontbreekt. - Onderstreep de kernwoorden in de uitleg.

HD1 Historische stellen

Historisch denken start met een historische vraag. In het begin van elke les formuleren we de vragen die we tijdens die les zullen onderzoeken. Je vindt ze in het groen in de inleiding. Alle vragen die je stelt over het verleden, over de relatie hedenverleden, over de manier waarop kennis over het verleden tot stand komt en over het beeld dat we van het verleden hebben, zijn historische vragen.

HD2 Een beeld van het verleden opbouwen

Geschiedkundigen ordenen stukjes geschiedenis in de tijd, de ruimte en het maatschappelijk domein (zie les 4). Zo krijg je een beter overzicht en inzicht. Tegelijkertijd leer je historische begrippen en structuurbegrippen (zie woordenlijst) om de kenmerken van de samenlevingen die je bestudeert juist te benoemen.

HD3 Kritisch redeneren met en over Onze kennis over het verleden leiden we af uit bronnen: we redeneren met bronnen. Daarom is het heel belangrijk om goede bronnen uit te kiezen. Je leert controleren of een bron bruikbaar, betrouwbaar en representatief is: dat is redeneren over bronnen. HD4 Tot historische komen Het antwoord op een historische vraag is een samenhangende historische redenering. Typische historische redeneringen zijn: aanleiding – oorzaak – gevolg – toeval, evolutie – revolutie, gelijktijdigheid – ongelijktijdigheid en continuïteit – verandering. Zo vormen we ons een beeld van het verleden. HD5 Reflecteren over de relatie verleden, en toekomst Iedereen kijkt met zijn ogen naar het heden en het verleden: vanuit het eigen perspectief. Dat heet dan standplaatsgebondenheid. We weten bovendien niet alles over het verleden. Je leert ook nadenken over het gebruik van geschiedenis in de samenleving. © VAN IN

This article is from: