Tijd voor Taal accent
Spellingallesweter
TVT_Cov_Spellingallesweter.indd 1
12/08/13 09:40
accent
Spelling Spellingallesweter Pieter van Biervliet
Tijd voor Taal accent – Spellingallesweter Pieter van Biervliet Illustraties: Mario Boon Lay-out: CAT, Lieve Lenaerts Zetwerk: Lieve Lenaerts Cover: Nancy Kers, Karttouch
Š Uitgeverij Van In, Wommelgem, 2013 Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.
Eerste druk 2013 ISBN 978-90-306-6853-4 D/2013/0078/380 Art.nr. 557709/01 NUR 191
Beste spellingliefhebber In de Spellingallesweter tref je sobere, duidelijke regels en andere strategieën aan om alle woorden die in de lagere school worden geleerd, correct te schrijven. Eigenlijk kun je bij alle woorden verschillende strategieën tegelijk gebruiken. Gemakshalve staan de spellinginhouden in de Spellingallesweter geordend volgens voorkeurstrategie: eerst komen alle woorden aan de beurt die je bij voorkeur met de hoorstrategie schrijft ( ), daarna alle woorden waarvan je de schrijfwijze vooral moet onthouden ( ), en ten slotte alle woorden (en ook leestekens) waarbij je een regel kunt gebruiken ( ). Op elke spellingweter zijn ook andere strategieën aangeduid (de pictogrammen aan de linkerkant) voor zover je die bij het schrijven van een bepaald woord kunt toepassen. Vrijwel altijd staat dan de analogiestrategie ( ) gemarkeerd en soms ook de zoekstrategie ( ). Op elke spellingweter staan tips en/of wordt de gebruikte regel toegelicht, en er is meestal ook een ‘net-als woord’ (analogiestrategie) voorzien. Bovendien tref je op de meeste spellingweters prenten, verhalen en liedteksten aan. Die zijn bedoeld om de schrijfwijze van sommige woorden beter te onthouden. Ten slotte zie je op de rechterkant van elke spellingweter twee kolommen. In de eerste kolom staan doorgaans tien woorden. We noemen ze pakketwoorden, omdat ze gekozen zijn uit de woordpakketten van de spellingmethode Tijd voor Taal Accent. Maar ook voor niet-gebruikers van Tijd voor Taal accent zijn die woorden relevant, precies omdat het hoogfrequente woorden zijn. De eerste (meestal de eerste vijf) woorden zijn gekozen uit de woordpakketten van het leerjaar waarin de schrijfwijze van de woorden voor het eerst wordt geleerd.
Dat leerjaar staat trouwens bovenaan rechts op de spellingkaart. De andere woorden komen uit de hogere leerjaren. In de tweede kolom staan meestal vijf woorden. We noemen ze transferwoorden. Dat zijn nieuwe woorden waarbij leerlingen een geleerde strategie moeten kunnen toepassen. Als je bijvoorbeeld jongleren hebt leren schrijven, dan moet je ook jongleur correct kunnen schrijven. De Spellingallesweter kan door iedereen worden gebruikt: - Door elke leraar die een overzicht wil van alle strategieën die in de lagere school worden geleerd om correct te kunnen schrijven. - In het bijzonder door de leraar van het zesde leerjaar, om te zien of de leerlingen wel alle geleerde strategieën op het einde van de lagere school voldoende beheersen. - Door de leraar van het zorgteam, om de leerhulp af te stemmen op de instructie in de klas. - Door leerlingen en studenten die na de lagere school hun kennis van de spellingstrategieën even willen opfrissen. - Door buitenschoolse hulpverleners (logopedisten, therapeuten, pedagogen enz.), die de leerhulp optimaal willen afstemmen op wat in de school wordt geleerd. - Door ouders die hun kinderen willen helpen als ze met spellingproblemen worstelen. Veel spellingplezier!
Inhoud Woorden die je schrijft zoals je ze hoort 9 Korte woorden met een doffe e 9 Woorden met v of f 11 Woorden met oe 13 Woorden met ie 15 Woorden met eu 17 Woorden met een dubbel kopje of staartje 19 Woorden met ui 21 Woorden met aai, ooi, oei 23 Woorden met eeuw, ieuw 25 Woorden met sch, schr, str, spr 27 Woorden met ge, ver, be 29 Woorden met doffe e aan het einde 31 Woorden met ng of nk, ngt of nkt 33 Woorden met eren, elen, enen 35 Verkleinwoorden op je 37 Samengestelde woorden 39 Woorden met uw 41 Woorden met ig(e) 43 Woorden met (e)lijk, (e)lijke 45 Woorden met isch(e) 47 Woorden met teit 49 Woorden met heid 51
Woorden met gedekte klinker i 53 Woorden met ueel/uele 55 Woorden met ei 57 Woorden met ij 59 Woorden met au 61 Woorden met ou 63 Woorden met g of ch 65 Banaanwoorden 67 Woorden met wr 69 Woorden met ond of or 71 Woorden met em 73 Afkortingen 75 Woorden met oo als au geschreven 77 Woorden met ie als i geschreven (fabrikant) 79 Woorden met s als c geschreven 81 Woorden met th 83 Woorden met ie als i geschreven (materiaal en radio) 85 Woorden met k als c geschreven 87 Woorden met (s)ie als (t)ie geschreven 89 Woorden met s(ie) als t(i) geschreven 91 Medeklinkers in moeilijke woorden 93 Woorden met ie als ij geschreven 95 Woorden met ee als ĂŠ geschreven 97
Woorden met s en k als c geschreven 99 Woorden met bijzondere uitspraak 101 Woorden met ie als y geschreven 103 Woorden met gedekte i als y geschreven 105 Woorden met ee als ai geschreven 107 Woorden met ee als er geschreven 109 Woorden met oo als eau geschreven 111 Woorden met oe als ou geschreven 113 Woorden met ai 115 Woorden met ie als i geschreven 117 (Twee)klank in vreemde woorden 119 Woorden met ks als cc geschreven 121 Woorden met k(w) als qu geschreven 123 Woorden met ks als x geschreven 125 Woorden met sj als ch geschreven 127 Woorden met zj als g geschreven 129 Woorden met zj als j geschreven 131 Woorden met een n (niet uitgesproken, wel geschreven) 133 Woorden uit het Engels 135 Woorden uit het Frans 137 Woorden met een korte klank 139 Woorden met s of f achteraan 141 Woorden met een lange klank 143
Woorden met ee op het einde 145 Woorden met a, o of u op het einde 147 Woorden met -d of -t, -b of -p 149 Woorden met gt of cht 151 Woorden met een open of gesloten lettergreep 153 Werkwoorden: de tegenwoordige tijd 155 Woorden met oo voor ch 157 Werkwoorden: de tegenwoordige en verleden tijd 159 Woorden met apostrof op het einde 161 Apostrof bij het begin van een woord of zin 163 Woorden met trema bij meervoud na ie 165 Woorden met trema bij meervoud na ee 167 Woorden met een koppelteken 169 Woorden met trema na i 171 Woorden met trema na e 173 Woorden met oud- en ex- gevolgd door koppelteken 175 Samengestelde woorden met koppelteken 177 De punt, het vraagteken, het uitroepteken 179 De komma en de dubbele punt 181 Begin- en eindaanhaling 183 Hoofdletter aan het begin van de zin en bij persoonsnamen 185 Hoofdletter bij namen van (kerkelijke) feestdagen 187 Hoofdletter bij aardrijkskundige namen 189
1
luister of kijk
2
herhaal en onthoud
3
schrijf
4
controleer
accent
1 Woorden die je schrijft zoals je ze hoort Tip denk aan de spellingkaart! Denk aan de spellingkaart!
hakenen luister goed! Hak luister goed!
Pakket de man het net de vis ik won de lus de baas ik geef de zoon de muur de dief
Transfer ik vaar de boor de ziel de klant hij kaart ‌
7
er
een de me
het je
te
we ze
accent
1 Korte woorden met een doffe e Tip
denk aan de spellingkaart!
Luister goed!
hak en luister goed!
een rit het doel er is genoeg. de bel pak me!
Pakket een het er de me je we ze te
Transfer
erop dezelfde mezelf tekeer hetzelfde ‌
9
refrein Heb je een probleempje bij het schrijven van een woord, dan moet je niet panikeren, want met een liedje wordt het wat eenvoudiger om te leren.
strofe over aai, ooi en oei Als je woorden met een aai of ooi of met een oei moet schrijven, dan schrijf je op ’t einde geen j, maar een i en die moet daar altijd blijven.
accent
2 Woorden met aai, ooi, oei Tip aai, ooi, oei schrijf je altijd aai, ooi, oei. Luister ook naar het spellied!
Net als De aai schrijf je net als in haai. De ooi schrijf je net als in kooi. De oei schrijf je net als in groei.
Pakket mooi de haai ik draai de vlooien mooier hij groeit taai de koeien de moeilijkheden moeizaam
Transfer de moeite moeiteloos de groeipijnen snoeien de handboeien ‌
23
accent
3 Woorden met eren, elen, enen Tip In de woordstukjes eren, elen, enen hoor je zelfs twee doffe klinkers.
Net als De eren schrijf je net als in kinderen. De elen schrijf je net als in meubelen. De enen schrijf je net als in tekenen.
Pakket we babbelen regenen gisteren donderen we knutselen we giechelen de hersenen we naderen we veranderen ijzeren
Transfer marmeren we bedelen we naderen we ontwikkelen we kantelen ‌
35
accent
3 Woorden met wr Tip Sommige woorden lees je als vr maar schrijf je met wr. Die woorden moet je onthouden: wrat, wringen, wreed ‌
Net als De wr schrijf je net als in wrat.
Pakket de wrat ze wreken ze wroeten de wrevel het wrak de wraak wrede wreed ze wringen we wrijven
Transfer het wrakstuk de wraakneming de wreedaard de wroeging de wrap ‌
69
accent
5 Woorden met s als c geschreven Tip Je hoort s maar schrijft c.
Net als De s als c schrijf je net als in cent.
Pakket precies december het cijfer centrale de cirkel de cilinder de elektriciteit de lancering de lucifer de receptie
Transfer de elektriciteitspanne de lanceerbasis de celdeling de centenkwestie de centrumschool ‌
81
E1
accent
6 Woorden met ie als y geschreven Tip denk aan de spellingkaart! Je hoort ie maar schrijft y.
hak en luister goed!
Net als De ie als y schrijf je net als in baby.
Pakket de baby de hobby de hygiĂŤne de hyena de lolly het mysterie de penalty de pony de pyjama sorry het type typisch
Transfer de babyvoeding de hobbytentoonstelling de penaltystip de ponywagen de pyjamabroek ‌
103
accent
6 Woorden met ks als x geschreven Net als De ks als x schrijf je net als in examen.
Pakket de examens de excuses de exemplaren de expeditie het experiment de expert de explosie de export (het) extra het faxapparaat (de) luxe
maximum perplex de sfinx de taxi (het)
Transfer de examenregeling de experimenteerfase Luxemburg de maximumtemperatuur Mexico ‌
125
Zo ga je nu!
accent
2 Woorden met a, o of u op het einde Regel Op het einde van een woord schrijf je a, o en u enkel: ga, zo, nu ‌
Net als De eind-a (lang) schrijf je net als in ga. De eind-o (lang) schrijf je net als in zo.
Pakket ja zo nu de villa het programma
Transfer aha zodra een salto ziezo rara ...
Tip Ook als het woord een deel is van een ander woord, schrijf je a, o en u enkel: jawel, zozeer ...
De eind-u (lang) schrijf je net als in nu. 147
Verlengen!
Tip Verlengen doe je zo: voeg aan het einde van woord e, en of er toe. Soms zitten d- of t-woorden in een ander woord verstopt. Bijvoorbeeld: brandweer
Pakket het bloed de grond het leed goedkoop het weekend
Regel d of t op het einde van een woord? Als je twijfelt, moet je verlengen. Dat doe je door het woord langer te maken: landen dus land, kaarten dus kaart. Ook als je twijfelt tussen b of p op het einde van een woord, kun je verlengen: lopen dus loop, hebben dus heb.
Transfer
accent
Woorden met -d of -t, woorden met -b of -p
2 doorschijnend het lidmaatschap het miljard de Noordpool de teletijdmachine ...
Net als De eind-d schrijf je net als in hond. De eind-t schrijf je net als in tent. De eind-b schrijf je net als in heb. De eind-p schrijf je net als in pop. 149
accent
5 Woorden met trema na i Regel Voor een juiste uitspraak plaats je een trema op de e.
Net als Het trema na i schrijf je net als in België.
Pakket Australië Italië Azië discussiëren financiële materiële officiële de oriëntatie de patiënt de skiër
Transfer de hygiëne Groot-Brittannië Italië principiële de wereldoriëntatie ...
171
De Spellingallesweter biedt een overzicht van alle spellingmoeilijkheden die in de lagere school aan bod komen. Ze zijn geordend volgens de voorkeurstrategie: dat is de manier waarop de correcte spelling bij voorkeur wordt gevonden. Naargelang van de moeilijkheid bevat de spellingweter een toelichting bij de regel, analogiewoorden en onthoudtips. Bij elke spellingweter zijn er voorbeeldwoorden voorzien (pakket- en transferwoorden uit de methode Tijd voor Taal accent). Prenten, verhalen en liedteksten kunnen helpen de schrijfwijze te onthouden. Deze Spellingallesweter is een uitstekend hulpmiddel om kinderen te helpen Nederlandse woorden correct te schrijven.
www.vanin.be ISBN 978-90-306-6853-4
557709
TVT_Cov_Spellingallesweter.indd 2
12/08/13 09:40