Avant-propos Beste leerling In de basisschool heb je zeker al Frans geleerd. Ook nu ga je verder proberen om met die andere taal iets te doen. Op reis wil je toch stilaan beter verstaan wat je hoort of leest? Als je tijdens een vakantie in Wallonië of Frankrijk vrienden maakt, wil je toch ook iets kunnen zeggen, hun een sms’je of mailtje sturen? Niet altijd zo gemakkelijk? We proberen het leuk te houden, maar geregeld leren hoort er wel bij. Bij het begin van een hoofdstuk vertellen we wat je moet kennen en vooral kunnen. Op het einde ervan kun je zelf nagaan of dat zo is. De opdracht bij een oefening formuleren we altijd in het Frans, zodat je vlug aan die taal went. Om je te helpen, vertalen we die opdracht driemaal. Bij de vierde oefening moet je ze verstaan. We gebruiken ook een aantal logo’s, die aanduiden wat belangrijk is, of over welk soort opdracht het gaat. Je vindt er een overzicht van op bladzijde 4. Een belangrijk logo is : het duidt leerstof aan van het basisonderwijs die we verder inoefenen. De woordenschat die je in de lagere school leerde, kun je in de woordenlijsten herkennen aan de paarse kleur. Ben je sommige woordjes vergeten, dan kun je die zo herhalen. Ook een andere taal moet je leren leren, je moet goede gewoonten aankweken en vooral, vertrouwen krijgen. Fouten maakt iedereen, dat leer je wel af. Sta echter niet met je mond vol tanden! Succes, jij kunt het ook! trois
3
Branché ? On y va !
Aan het einde van dit hoofdstuk kun je: – – – – – –
een eenvoudig recept begrijpen, de kleur van iets benoemen, een aantal dieren, soorten fruit, groenten en bloemen benoemen, de nadruk leggen op een bepaalde persoon, vertellen wat er zojuist is gebeurd, kort naar een plaats verwijzen.
Ateliers p. 216 Ateliers p. 243 Ateliers p. 230 Ateliers p. 242 Ateliers p. 232 Ateliers p. 223
Wanneer je dat kunt, ken je ook:
1.3 La rentrée, l’école, le prof et les livres
– – – – – –
L'école Pasteur à Rochefort, le 1er (premier) septembre. Didier : Johnny : Didier : Johnny :
1
2 1
Salut, Jojo ! Ça va ? Très bien, merci. Et toi ? Ça va. Tiens, voilà Claire et Marie-Solange.
Johnny : Salut, Lauranne !
Les amis, voici Lauranne Delvaux, Daarna vind je onder andere de ma basisvoisine. Didier : Bonjour, Lauranne. teksten waarmee elk onderdeel start.
2
Ateliers p. 217 Ateliers p. 241 Ateliers p. 220 Ateliers p. 232 Ateliers p. 222 Ateliers p. 230
In je leerboek Contacts vind je bij het begin van elk hoofdstuk wat je zal moeten kennen en kunnen.
Didier : Salut ! Vous êtes de retour, les filles ? Claire : Comme je suis contente ! Quatre semaines en clinique, c’est assez ! Marie-Solange : Nous sommes dans la classe de monsieur Delaruelle ! Didier + Johnny : Chouette alors ! Claire : Génial !
3
de nodige woordenschat over dieren, groenten, fruit en bloemen, de beklemtoonde vormen van het persoonlijk voornaamwoord, de indicatif présent van het werkwoord venir, de vorming en het gebruik van de passé récent, de plaatsbepalingen y en en, het meervoud van de woorden op -al en -eau.
PORTFOLIO 2 Vóór de test
Kun je ... Nr.
6
7
Jetez les dés. Jouez à deux et lisez le résultat le plus vite possible ! Gooi met de dobbelstenen. Speel met twee en lees het totaal aantal ogen zo vlug mogelijk!
Lisez à haute voix. Tu as 1 frère aussi ? Quoi ? Ils ont 21 semaines de vacances ? J’ai 1 voisine sympa. Vous avez 1 problème ?
Ja ... vertellen over je school, je klas en je leraren?
2
... vertellen dat iets van jou of van mij is?
2.1 ex. 20 en 21
3
... vragen stellen aan je leraar in de klas?
2.2 ex. 7
4
... zeggen wat je niet bent, niet hebt of niet doet?
2.2 ex. 12, 14 en 15
5
... een gespeld woord noteren en zelf een woord spellen?
Oefen met een klasgenoot.
J’ai 1 ami et 1 grand-mère en France. C’est 1 classe de première ? Voilà 1 liste avec 21 livres.
Dan ken je ...
Écoutez bien. Indiquez le numéro de téléphone correct.
0 1 2
4
Nicolas
Camille
Mélodie
04 22 26 13 08
016 21 15 17
01 30 26 19 09
04 22 26 30 08
016 21 16 17
01 13 26 18 09
04 22 26 20 08
016 21 13 17
01 13 26 19 09
A+
6
In het werkschrift heeft elke vaardigheids- 7 B+ oefening een logo dat het beheersingsniveau (E-B-V) bepaalt. Een ander soort logo geeft aan om welke vaardigheid het gaat. En vergeet niet, Franstaligen spreken ook niet traag! Regelmatig oefenen helpt! www.branche-online.be
2.1 ex. 3, 4, 6 en 7 2.2 ex. 2 en 3 Herhaal de woordenlijsten.
7
... het gebruik van il y a.
2.1 ex. 5, 12, 14 en 15
8
... de indicatif présent van de regelmatige werkwoorden op –er.
2.1 ex. 15 de oefeningen online
9
... enkele vormen van het bezittelijk voornaamwoord.
2.1 ex. 19, 20, 21 en 22
10
... modelzinnetjes die je in de klas kunt gebruiken om iets te vragen.
Herhaal de uitdrukkingen bij woordenlijst 2.2. en de zinnetjes op je bladwijzer.
11
... de ontkenning: enkele vormen en hun plaats in de zin.
2.2 ex. 16, 17 en 18 de oefeningen online
... : Johnny Pirard.
je me présente
ik stel me voor
en première (année)
in het eerste (jaar)
Il ... Bernard Berthelot.
(il) s’appelle
(hij) heet
Il ... Rochefort.
(il) habite (à)
(hij) woont in
S... ! Mon nom est Johnny !
salut
hoi
C... ! Moi, c’est Claire !
coucou
hoi
Moi, je ... Didier Lemoine.
(je) m’appelle
(ik) heet
j’ai des problèmes aux jambes
ik heb problemen met mijn benen
Marie-Solange, c’... .
c’est moi
dat ben ik
Les Kabati sont ... depuis trois ans.
en Belgique
in België
Branché 1
In de woordenlijsten in je werkschrift vind je paarse en zwarte woorden. De paarse woorden ken je al uit het basisonderwijs, de zwarte zijn nieuw. De balk rechts geeft aan in welk hoofdstuk je zit.
quatre
... het gebruik van tu en vous, on en nous.
2.3 ex. 1, 2, 3 en 4
13
... het Franse alfabet.
2.4 ex. 5 en 6
(het basisniveau) betekent dat je voldoende vlot en correct kunt communiceren, soms met wat hulp van je leraar. Dat niveau zou je moeten bereiken, zeker op het einde van de eerste graad.
- Tu ne peux pas marcher ? - Non, ... .
12
(het elementaire niveau) wijst erop dat je een eenvoudige oefening wel foutloos kunt uitvoeren, maar eventueel wat trager of met behulp van de leraar.
Expressions Je suis ..., dans la classe de Claire.
Neen Neen? Hermaak dan:
... de woordenschat over de school.
Na elk hoofdstuk ga je in de portfolio van het werkschrift Ateliers na wat je al hebt geleerd ter voorbereiding van een herhalingstoets. Vergeet jezelf niet te evalueren na de toets!
5 Wat als het te vlug gaat? Je kunt dan beleefd vragen: Vous voulez répéter, s’il vous plaît ? of On peut écouter une deuxième fois, s’il vous plaît ?
Ja
6
3
4
2.1 ex. 8, 10, 11, 16 en 17 2.2 ex. 5
0 1 2
Nr. 8
Neen Neen? Hermaak dan:
1
0 1 2
(het niveau verdieping) staat bij wat moeilijker oefeningen. Kun je die correct, vlot en zonder hulp uitvoeren, dan zit je echt goed. staat voor uitbreiding. Werk je zeer vlug, dan kun je die ook maken, na afspraak met je leraar natuurlijk!
3 4 A+ 5 6 7 B+ 8
Demander et expliquer le chemin
V Le verbe
104 DEMANDER
Het werkwoord Een werkwoord drukt een actie (‘een werk’) of een toestand uit. Zonder werkwoord kun je moeilijk een boodschap formuleren.
1 L’indicatif présent
Types werkwoorden
Nous sommes le 5 septembre. Anne téléphone à Claire. (…) Claire : Moi, j’aime mon école ! Et toi ? Tu aimes ton école ? Anne : Oui, c’est chouette à l’école ! Anaïs et moi, nous jouons beaucoup. Claire : Et vous travaillez en classe ? parler
aimer
parle parles parle parle parle
j’ tu il elle on
aime aimes aime aime aime
j’ tu il elle on
étudie étudies étudie étudie étudie
nous vous ils elles
parlons parlez parlent parlent
nous vous ils elles
aimons aimez aiment aiment
nous vous ils elles
étudions étudiez étudient étudient
≠
on écrit
je parle je parle il parle on parle In de Aperçu grammatical achteraan in tu parles [ə] tu parles je leerboek kun je snel de uitleg bij een grammaticaal onderwerp opzoeken.
}
- C’e est loin. - Ce n’est e pas loin. - C’e est facile / difficile. - C’e est près d’ici. - Nous sommes ici… - D’abord, … - Puis, … - Alors, … - Ensuite, … - Enfin, …
étudier
je tu il elle on
1 On entend
- L’avenue … ? La rue … ? - Excusez-moi, je ne suis pas d’ici.
Boîte à outils
Types de verbes 1.1.1 Les verbes en -er
de weg vrragen a en uitleggen
je cherche l’avenue … la rue …, c’e est où, S.V.P ?
De onvoltooid tegenwoordige tijd
Aperçu grammatical
1.1
EXPLIQUER
Excusez-moi, Monsieurr, Pardon, Madame,
- …, vous continuez tout droit. - …, vous prenez la première rue à gauche. - …, vous prenez la deuxième rue à droite. - …, vous passez devant… - …, vous tournez à gauche / à droite. - …, au coin de la rue, vous prenez… - ( Vous) passez devant… - ( Vous) tournez à gauche / à droite. - ( Vous) prenez… - C’e est au coin de la rue. - Vous arrivez à …
- C’e est sur votre gauche / droite.handige lijst De Boîte àDoutils in je leerboek is een onc, … van veel gebruikte Franse uitdrukkingen die je kunt gebruiken voor spreek- en schrijfoefeningen.
Je zult merken dat er in de kantlijn van je werkboek logo’s staan. Die duiden aan over welk soort oefening het gaat of wat belangrijk is:
Lexique alphabétique
Luisteroefening Spreekoefening
Gesprek/Dialoogje
A à
Begrijpend lezen Oefening met de computer
Begeleid zelfstandig leren of werken
un un
een het een een
in, te van jullie beiden tot binnenkort naast tot morgen met twee luidop woordteken, accent akkoord het eens zijn accordeon aankoop kopen actie rekening dol zijn op e-mailadres spullen
B101 103 B102 B102 B102 103 101 102 103 B103 110 108 B107 110 106 106 102 103
Duitsland het Duits een Duitser Duits gaan komaan erheen gaan ik ga erheen hallo aansteken dan wel nu, ... een alfabet een vriend een vriendin amuseren (zich) we amuseren ons een jaar ik ben ... jaar een ananas oud een keelontsteking
Weet je de vertaling van een woordje niet meer? Kijk dan achteraan in je leerboek in de Lexique alphabétique F-N/N-F. une une
une des
een een
een
104 104 104 104 B104 104 104 107 B100 102 102 108 102 B101 B101 110 106 B101 B101 107 104 109
lexique N-F
Schrijfoefening
un l’
à vous deux à bientôt à côté de à demain à deux à haute voix accent accord (m.) être d’accord accordéon achat acheter action addition adorer adresse électronique affaires (f.)
l' Allemagne (f.) l' allemand (m.) un Allemand allemand, allemande aller allez y aller j’y vais allô allumer alors alors là, ... un alphabet un ami une amie amuser (s') on s’amuse bien un an j’ai ... ans un ananas ancien, ancienne une angine
lexique F-N
Luister- en kijkoefening op dvd
– De woorden worden gevolgd door een cijfer dat aangeeft wanneer je dat woord geleerd hebt. un accent 102 betekent dat je dit woord geleerd hebt in het tweede atelier (102) van het eerste jaar (102). – Voor sommige woorden staat een B: dat zijn woorden die je al kent uit het basisonderwijs. – Uitdrukkingen vind je onder één van de woorden die erin voorkomen. Vind je ze niet onder een eerste woord, probeer dan onder een ander.
Snelheid: deze oefening moet je heel vlot kunnen maken, anders kun je nooit het basisniveau bereiken. Even herhalen Opgelet! Aandachtspuntje of uitzondering Nieuwe leerstof: begrepen!
Via www.diddit.be vind je een ruim aanbod aan onlineoefeningen die je het leren nog aangenamer maken.
Branché 1
Wil je vlot je weg vinden in je nieuwe handboek, maak dan een geleide wandeling door de verschillende delen. Online vind je een wegbeschrijving die je naar heel wat plekjes brengt die een bezoek waard zijn! www.diddit.be.
cinq
5
COMPRÉHENSION ORALE
COMPRÉHENSION ÉCRITE
EXPRESSION ORALE
Contact 0 p. 13 Atelier 0 p. 4
- Comprendre le sens global d’une chanson
- Les noms français des signes
- Dire bonjour, bonsoir...
Contact 1 p. 17 Atelier 1 p. 11
- Reconnaître un personnage qui se présente
- Compléter une grille par les informations dans les documents
- Présenter quelqu’un
INTERACTION ORALE
EXPRESSION ÉCRITE
- Faire un petit dialogue - Ajouter une strophe à bonjour, bonsoir, ... une chanson simple
- Distinguer une phrase affirmative, exclamative et interrogative
- Distinguer : • un, une • le, la, l’, les • singulier / pluriel • voici / voilà • avoir / être
- Combiner des questions et des réponses - TICe - Compléter un courriel
- TICe : Écrire un courriel d’après un exemple
- Se présenter
- TAG1 + TICe : Écrire un texte pour une personne qui se présente
- Faire des phrases : La rentrée - Employer voici / voilà - Compter jusqu’à 30 - Demander de répéter
- Reconnaître les adjectifs numéraux cardinaux de 0 à 30 Contact 2 p. 27 Atelier 2 p. 41
- Comprendre une - Retrouver des infos à conversation en classe partir d’un courriel - Comprendre le professeur
- Trouver des infos dans une grille horaire
- AAG2 : Comprendre les lettres de l’alphabet français
- Déchiffrer des SMS
- Parler de l’école et des professeurs
- Comprendre les prépositions de lieu
- Dire où se trouve un objet / une personne
- Comprendre la description d’une classe, d’une maison, d’une chambre
- Comprendre la description d’une chambre
- Décrire quelqu’un : Il est grand, elle est contente
- TICe : Trouver une maison de vacances
- Parler de sa maison : les différentes pièces, sa chambre
Branché 1
1 TAG = Travail en Autonomie Guidée : en néerlandais BZW 2 AAG = Apprentissage en Autonomie Guidée : en néerlandais BZL
six
- Écrire un poème d’après un exemple - AAG : Compléter l’alphabet
- AAG : Épeler un nom, lire une plaque d’immatriculation
- Exprimer la possession (3e pers. sg. / pl.)
6
- L’emploi de tu / vous
- Exprimer la possession (1re et 2e pers. sg. / pl.)
- Comprendre les prépositions de lieu
- DVD : La tentation de Clémentine
- Parler en classe avec le - TICe : Compléter et prof et les élèves envoyer un courriel
- Répondre négativement
- DVD : L’école de Clémentine
Contact 3 p. 39 Atelier 3 p. 79
- Décrire sa classe
- Utiliser l’adjectif quel dans un dialogue
- Écrire une annonce en toutes lettres - TAG : Décrire une personne - TAG + TICe : Écrire et envoyer un courriel : Ma chambre
SITUATION (LEXIQUE)
GRAMMAIRE
PRONONCIATION - L’intonation d’une phrase affirmative, interrogative et exclamative
CULTURE - CHANSONS POÈMES - LECTURE - BD : Toto – Bien fait pour ta pomme ! - Chanson : La communication - Culture : Quelques images de la France + quiz : le champion de la culture française - BD : Toto – Le cercueil
1.1 Je me présente 1.2 Une girafe, un piano et des trompettes : un concert fantastique ! 1.3 La rentrée, l’école, le prof et les livres
- L’article indéfini et l’article défini - L’élision
- L’accent tonique - Le singulier et le pluriel - La liaison
- Le pluriel du nom - Noms à double genre
1.4 Tu as de la chance !
- Les pronoms personnels sujet
1.5 Un, deux, trois... comptez !
- Avoir et être : l’indicatif présent - Les numéraux cardinaux de 0 à 30
2.1 Sympa, ma classe. Et ta classe ? 2.2 On parle beaucoup en classe 2.3 Tu ou vous ? 2.4 L’alphabet ? C’est facile !
- Il y a ou ce sont - L’indicatif présent des verbes en -er - Les adjectifs possessifs (1re et 2e pers. sg. / pl.)
- L’indicatif présent des verbes en -er
- Poème : J’aime... (Maurice Carême)
- L’alphabet français
- BD : Toto – Il effort fatigué
- La prononciation du [ə]
- La négation
3.1 Ouah, une souris !
- Les prépositions de lieu
3.2 Arrête, Johnny, tu es Monsieur Négatif ! (L’école et la classe)
- L’adjectif : place, féminin, pluriel, accord
3.3 Didier ! (La maison)
- Les adjectifs possessifs (3e pers. sg. / pl.)
3.4 Pour les sous, je compte sur vous ! (La chambre)
- L’adjectif interrogatif et exclamatif : quel
- Le masculin et le féminin des adjectifs
- Culture : Quelques tableaux de Van Gogh
Branché 1 sept
7
Contact 4 p. 49 Atelier 4 p. 113
COMPRÉHENSION ORALE
COMPRÉHENSION ÉCRITE
- Comprendre • l’explication du chemin • l’heure
- Suivre la bonne direction à partir d’un document
- Distinguer l’indicatif présent du futur proche
- Comprendre les indications de temps - Consulter un programme télé
- DVD : Les poids lourds / La ceinture / La priorité
EXPRESSION ORALE
INTERACTION ORALE
- Demander / expliquer le chemin
- Demander et expliquer le chemin
- Demander / donner l’heure
EXPRESSION ÉCRITE - Noter le chemin à suivre - TICe : Chercher des informations sur le plan d’une ville
- Raconter une journée heure par heure - Expliquer par quel moyen on va à l’école / en vacances - Poser des questions simples - Parler au futur (futur proche)
Contact 5 p. 63 Atelier 5 p. 167
- Comprendre l’idée principale d’un bulletin météo
Contact 6 p. 71 Atelier 6 p. 185
- Comprendre • l’information générale dans un hôtel ou dans un restaurant • une commande
- DVD : La météo à la radio et à la télé
- Comprendre un bulletin météo
- Combiner une description et une image - Reconnaître les temps connus du verbe - Repérer les couleurs dans une chanson - Comprendre le sens global des poèmes et de la chanson - AAG : Poème - Les couleurs du monde
Branché 1
- DVD : Le papillon
8
huit
- Parler du temps
- Commander un repas et une boisson
- Jouer des minidialogues : À l’hôtel / au restaurant • d’après des images • à l’aide des motsclés • d’après un exemple
- Écrire une variation sur un petit poème
- Jouer un minidialogue : Chez le fleuriste
- Écrire un petit poème d’après un exemple
- TICe : Trouver des infos touristiques en ligne - Dire la date de son (PACA) anniversaire
- Retrouver l’hôtel recherché dans des documents authentiques - Contrôler une addition
- DVD : Le petitdéjeuner de Clémentine Contact 7 p. 83 Atelier 7 p. 215
- TAG + TICe : présenter la météo à l’aide de fiches
- Demander / Faire l’addition - Dire ce qu’on aime (n’aime pas) boire ou manger
- Comprendre une recette simple
- TAG : Présenter une recette
- Comprendre l’idée principale du poème Le chat
- Raconter quelque chose au passé récent
- Comprendre le résumé des scènes du film Le papillon
- Utiliser en ou y pour éviter la répétition - Raconter une histoire à l’aide de mots-clés
- Échanger des dates d’anniversaire
- Répondre en utilisant la forme tonique du pronom personnel
- Noter la météo à l’aide d’images - TICe : Écrire et illustrer un poème sur les saisons à partir d’exemples
- TAG : Écrire une page dans son journal intime
- Écrire un petit poème avec des couleurs
SITUATION (LEXIQUE) 4.1 En route pour l’école (l’indication du chemin) 4.2 Vous avez l’heure ?
GRAMMAIRE
PRONONCIATION
- L’indicatif présent - Les mots avec [ ] et [ ] • du verbe aller • des verbes en -ir: sortir, partir et dormir
4.3 Youpi ! Nous allons en Égypte !
- Les prépositions à, de, en
4.4 Vous aimez la culture française ?
- Majuscule ou minuscule (nationalités)
CULTURE - CHANSONS POÈMES - LECTURE - Poèmes : Je pars en voyage / Le temps passe - Vous aimez la culture française ? - BD : Toto – Il était un petit navire
- La question • avec intonation • avec est-ce que - Le futur proche
5.1 Madame Météo
- L’indicatif présent du verbe faire
- Culture : Le Sud-Est
5.2 Quatre saisons en douze mois - Les verbes impersonnels
6.1 À l’hôtel Dauphine
- L’emploi de l’article défini après un verbe d’appréciation
6.2 Au restaurant À la bonne fourchette - L’indicatif présent des verbes pouvoir, vouloir, manger, boire, 6.3 Menu du jour prendre et mettre
- Poèmes : Les saisons
- La prononciation de s ou ss entre - Poème : Ils boivent deux voyelles - TICe : Combiner des photos de - La liaison monuments avec leur nom - BD : Toto – Les groseilles
- L’article contracté - L’adjectif démonstratif - Bon et meilleur 7.1 J’adore les fruits et les légumes 7.2 Bon anniversaire, Didier ! 7.3 Moi, je travaille !
- L’indicatif présent de venir - Les pronoms y et en (lieu) - Le pluriel des noms en -al / -eau - Le passé récent - Le pronom personnel tonique
- AAG : Les nasales
- Poèmes • La bouche de Louise • Le chat • Pour moi ? • Un bouquet de fleurs - Chanson : Les couleurs du temps (Guy Béart) - BD : Toto – Zoo généalogique
Branché 1 neuf
9
Contact 8 p. 97 Atelier 8 p. 263
COMPRÉHENSION ORALE
COMPRÉHENSION ÉCRITE
- Comprendre le prix d’un produit (de 0 à 1 000)
- Comprendre le texte sur Dunkerque
- Noter les ingrédients pour une recette
- Comprendre un message sur un portable
- Comprendre une con- - Déduire le sens du versation entre un mot à l’aide d’une vendeur et un client image
Contact 9 p. 113 Atelier 9 p. 295
- DVD : Les spots publicitaires
- Comprendre un texte sur le recyclage à l’aide d’images
- Comprendre une conversation : À l’infirmerie / chez le médecin
- Comprendre des ordres et des conseils écrits
- Comprendre et suivre des ordres - Distinguer une phrase affirmative, négative, exclamative et impérative
- TAG : Trouver trois impératifs dans des magazines - Utiliser les stratégies de lecture
EXPRESSION ORALE - Utiliser les adjectifs numéraux cardinaux de 0 à 1 000 - Présenter un petitdéjeuner / déjeuner - Raconter les activités d’un week-end
INTERACTION ORALE
EXPRESSION ÉCRITE
- Jouer des minidialogues : Faire des achats • d’après des images • à l’aide des motsclés • d’après un exemple
- TAG + TICe : Trouver un cadeau original sur Internet et donner un commentaire - TAG + TICe : Écrire un petit texte publicitaire d’après un exemple
- Parler de recyclage à la maison
- Raconter la journée de - Jouer des minil’infirmière à l’aide du dialogues : journal À l’infirmerie / chez le médecin - Raconter • d’après des images • où on a mal • à l’aide des mots• ce qu’on fait le matin clés - Poser gentiment des • d’après un exemple questions, donner un ordre ou formuler un conseil de façon polie
- Décrire ses activités du matin en utilisant des verbes pronominaux
- Présenter les résultats d’une enquête
- Compléter une enquête
- Comprendre une interview - DVD : Clémentine – Au secours
Branché 1
Contact 10 p. 125 Atelier 10 p. 327
10 dix
- Comprendre qui aime - Combiner les noms (n’aime pas) quel sport des sports et les dessins - Reconnaître les temps connus du verbe - Comprendre le portrait d’un sportif - Trouver des informations - Reconnaître un instrument d’après (Justine Henin) la description - DVD : Les Jeux olympiques - Mettre des phrases dans l’ordre logique
- Raconter • quel sport on pratique • quels vêtements on porte • de quel instrument de musique on joue / quel instrument on préfère • une histoire au passé composé
- Parler • de ses activités sportives • de ses loisirs
- TAG : Écrire un courriel en utilisant bien / mal - TICe : Chercher les noms de quelques sports olympiques et leur traduction
SITUATION (LEXIQUE) 8.1 Voici les numéros gagnants 8.2 Au menu, il y a ... 8.3 Pour les achats, nous allons au centre commercial
GRAMMAIRE
PRONONCIATION
- Les adjectifs cardinaux de 0 à 1 000
CULTURE - CHANSONS POÈMES - LECTURE - Lecture : Dunkerque - Petits poèmes
- L’indicatif présent • des verbes en -re • des verbes en -e...er, type acheter - L’article partitif - L’expression de la quantité
9.1 Aïe ... l’infirmière est là ? 9.2 Les filles s’intéressent au foot !
10.1 Vive le sport ! 10.2 D’abord on travaille, puis on s’amuse 10.3 Dommage, on a perdu hier soir
- L’indicatif présent des verbes devoir et ouvrir
- La prononciation de [ε], [ɥi], [iø], [ʃ] ou [s].
- Lecture : Médecins sans Vacances
- Les verbes pronominaux
- Poème : Le jour, la nuit
- Reconnaître les formes de l’impératif présent (affirmatif et négatif)
- BD : Toto – Le verbe du jour
- Le passé composé • avec avoir : formation, emploi, négation • de quelques verbes irréguliers - Bon ou bien / mauvais ou mal
- La liaison : le passé composé
- Chanson : J’ai tout imaginé (Sman) - Lecture : Portrait d’un cycliste belge – Tom Boonen - BD : Toto – Le rangement du dérangé
Branché 1
Aperçu grammatical p. 139 Boîte à outils p. 187 Lexique français - néerlandais p. 201 Lexique néerlandais - français p. 214
onze
11
contact 2 0 Ken je Claire Berthelot nog? Zij is gelukkig in haar nieuwe klas. Alleen jammer dat haar vriendin Élodie naar een andere school is gegaan. Vandaag stuurt Claire haar een e-mail. Claire is erg nieuwsgierig hoe Élodie het maakt op haar nieuwe school. Sympa, ma classe ! Et ta classe ?
1 2
Contacts p. 28
In de les van meneer Delaruelle zijn onze vrienden zeer actief bezig, en niet alleen met de wiskundeoefeningen ... On parle beaucoup en classe !
3
Contacts p. 31
4
De Fransen zeggen niet zo vlug jij en jou. Wil je de regels kennen om niet uit de toon te vallen? Tu ou vous ?
Contacts p. 35
5
Ken je het alfabet? – Natuurlijk! Ook in het Frans? – Dat is toch hetzelfde! Niet helemaal! De zoektocht naar de verschillen is begonnen. L’alphabet ? C’est facile !
Contacts p. 36
6
Ateliers p. 45 Ateliers p. 53 Ateliers p. 58 Ateliers p. 65 Ateliers p. 72
7
Aan het einde van dit hoofdstuk kun je: – – – – –
vertellen over je school, je klas en je leraren, vertellen dat iets van jou of van mij is, vragen stellen aan je leerkracht in de klas, vertellen wat je niet bent, niet hebt of niet doet, een gespeld woord noteren en zelf een woord spellen.
8
Wanneer je dat kunt, ken je ook: de woordenschat over de school, het gebruik van il y a, de indicatif présent van de werkwoorden op -er, enkele vormen van het bezittelijk voornaamwoord, modelzinnetjes om in de klas iets te vragen, de ontkenning: enkele vormen en hun plaats in de zin, het gebruik van tu en vous, on en nous, het Franse alfabet.
9 Ateliers p. 46 Ateliers p. 42 Ateliers p. 49 Ateliers p. 53 Ateliers p. 61 Ateliers p. 64 Ateliers p. 70 Ateliers p. 72
vingt-sept
10 Branché 1
– – – – – – – –
27
2.1 Sympa, ma classe ! Et ta classe ? Le 12 septembre à l’école Pasteur
¡ 11 h : Claire est dans la salle
d’informatique. Voici le courriel de Claire à Élodie, une amie.
Ma Classe - Message (HTML)
De À CC Objet
Claire Élodie Ma classe
Coucou ! C’est moi, Claire. Voilà la photo de ma classe ! Je suis contente. Ma classe est sympathique. Nous sommes 22 élèves. À côté de moi, c’est Lauranne. C’est mon amie. Devant moi, c’est Marie-Solange. C’est une bonne élève. Derrière moi, c’est Didier. Il parle beaucoup en classe. Tu remarques les posters ? Ce sont mes posters. Tu aimes ? Sur la photo, c’est monsieur Delaruelle. C’est notre professeur de maths1. Il est drôle. Mon professeur de français s’appelle madame Leraux. Elle est très gentille. Les cours de français sont difficiles ! Madame Boon est notre professeur de néerlandais. Elle est très sévère. Elle donne souvent des punitions. Elle a peu de patience. Ton école est chouette ? Ta classe est comment ? Tu as déjà de nouveaux amis ? Tes professeurs sont comment ? Tu étudies beaucoup ?
Branché 1
Réponds-moi vite ! Bisous, Claire
Claire aime l’école Pasteur ? 1 les mathématiques = de wiskunde
28 vingt-huit
Ateliers p. 41
Le 14 septembre à l’école Baudouin, à Dinant
∑ 13 h : Élodie et Anaïs, une nouvelle amie, travaillent sur l’ordinateur. Chouette ! Un courriel de Claire ! Voici la réponse.
0 1
RE : Ma Classe - Message (HTML)
De À CC Objet
2
Élodie Claire
3
RE : Ma classe
Bonjour Claire,
4
Merci de ton courriel. Je suis très contente de ma classe. J’ai déjà une nouvelle amie. Elle s’appelle Anaïs. Elle est à côté de moi maintenant.
5
Nos profs sont sympas. Mais ils donnent beaucoup de travail. Heureusement, les devoirs sont faciles.
6
Nous travaillons parfois sur l’ordinateur. C’est intéressant ! Tout le monde aime bien ! Et vous ? Vous jouez ou vous travaillez sur l’ordinateur ?
7
Notre classe est petite mais agréable. Il y a beaucoup de plantes et de posters. (Nous aimons tes posters !) Les tables sont vieilles mais nous avons de nouvelles chaises. Le bureau de notre professeur est nouveau aussi. Dans les armoires, il y a nos livres et nos cahiers. Vos livres sont où ?
8 9
À bientôt ! Élodie et Anaïs
Ateliers p. 41
vingt-neuf
Branché 1
Élodie et Anaïs sont contentes ?
10
29
Poème - J’aime J’a im e ... J’a im e m o n p è r e J’a im e m a m è r e , J’a im e m e s sœ u rs, J’a im e m e s fr è re s, De t o u t m o n cœ ur1 Et t a n t e e t o n c le O u i, t o u t le m o nd e, O u i, t o u t le
G R I LLE HORAI R E - École Pasteur Formation commune : 28 heures/semaine matières
heures/semaine
religion ou morale français langue moderne : néerlandais ou anglais mathématiques histoire géographie formation scientifique éducation physique éducation artistique : plastique ou musicale technologie
2 heures 5 heures 4 heures 4 heures 2 heures 2 heures 3 heures 3 heures 2 heures 1 heure
Activités au choix : 4 heures/semaine latin
4 heures
ou
mathématiques français
2 heures 2 heures
Branché 1
Total : 32 heures/semaine
Vous comprenez l’horaire des élèves de l’école Pasteur ? 1 de tout mon cœur = met heel mijn hart 2 tous, sauf moi = allen, behalve mezelf
30 trente
Ateliers p. 55
Toto – Il effort fatigué Ronlzzzz Fonlzzzz ...
Branché 1
Oojaahh, je suis bien trop fatigué aujourd’hui pour travailler, Madame !
34 trente-quatre
Mais, Toto, le travail n’a jamais tué personne.
Oh, je sais, Madame, mais je préfère ne pas prendre le risque d’être le premier !
Les Blagues de Toto © 2007 – Guy Delcourt Productions – Thierry Coppée
Toto, je crois qu’il est temps que tu te mettes au travail ! Tu vas encore terminer le dernier.