Voorbeeldpagina's geogenie 4 leerboek

Page 1

Thema

1 Bevolking

9

Bevolking


x 1 mln. inwoners

1800

India

1600

Afrika

1400 1200

Europa

1000

Latijns-Amerika en het Caribisch gebied

800

600 x duizend inwoners 400

Noord-Amerika

200 0 1750

Oceanië

1800

1850

New York

1900

1950

2000

1.1 Bevolkingsgroei in verschillende regio’s

2050

Antwerpen

Beijing

Kalahari

Mumbai

1.2 Nachtelijke satellietfoto en landschappen

1,4

50

één kind

1,2

bevolkingsgrootte

1,0

30

0,8 0,6

geboortecijfer

0,4

20 10

0,2

sterftecijfer

0 1950

Thema 1

40

1960

1970

1980

1990

2000

10

0

geboorte- en sterftecijfers (per 1000 inwoners)

Peru

bevolking (miljard)

Thema 1: Bevolking

China

2000

1.3 Geboorte- en sterftecijfers en natuurlijke groei in China


Uitdagingen door bevolkingsexplosie Wat je al kent en kunt – Je kent het spreidings­patroon van de bevolking op de wereld­kaart. – Je kunt India en China lokaliseren op thematische kaarten. – Je kunt grafieken ontleden en er conclusies uit trekken.

1 Een snelgroeiende wereldbevolking 1.1 Een tikkende tijdbom? Op 19 juli 1999 werd volgens de VN de zes miljardste mens geboren. Elk jaar groeit de wereldbevolking met ca. 80 miljoen inwoners, waardoor we op 31 oktober 2011 het aantal van zeven miljard bewoners hebben overschreden. Tegen 2040 zullen we met 9 miljard zijn. Meer mensen consumeren ook meer. Onder andere door de toenemende welvaart is het inwonertal in sommige landen de afgelopen 30 jaar explosief gestegen. China, India, Indonesië, Brazilië en Nigeria zijn de snelste groeilanden. Mensen wonen steeds dichter bij elkaar in de grote steden, watervoorraden worden schaarser, de prijzen van voedsel en grondstoffen zitten in de lift en de vervuiling van water, lucht en bodem neemt toe.

1.2 De wereldbevolking is niet gelijk verdeeld Welvarende dichtbevolkte gebieden, zoals de oostkust van Noord-Amerika en West-Europa zijn op de nachtelijke satellietfoto (fig. 1.2) erg verlicht. In Zuidoost-Azië, waar de bevolking meer geconcentreerd is, vallen vooral Japan, India en China op. De binnenlanden van Afrika, Latijns-Amerika en Australië zijn minder dicht bevolkt en daardoor heel wat donkerder.

2 China en India: meer inwoners dan andere werelddelen 2.1 Een plotselinge knik in de groeicurve De curven op fig.1.1 leren ons heel wat over de groei van de bevolking in verschillende delen van de wereld. In Europa begon de snelle groei vanaf 1800, maar toont vanaf het begin van dit millennium een daling. Ook in Noord-Amerika loopt de groei terug. In Afrika doet zich een bevolkingsexplosie voor. Twee staten steken er bovenuit: door hun snelle groei overschrijden China en India samen 2,5 miljard inwoners, dat is meer dan 1/3 van de wereldbevolking!

2.2 Ongelijke spreiding van de bevolking De bevolkingsspreiding is in beide staten ongelijk: in China komt het overgrote deel van de bevolking voor in de grote vruchtbare Chinese laagvlakte en het middelland in het oosten. In de grote steden wordt een bevolkingsdichtheid bereikt die veel groter is dan in Vlaanderen. De hooggebergten en hoogvlakten in het westen en de woestijnen in het noorden zijn nauwelijks bevolkt. In India zijn de rivier- en kustvlakten het meest aantrekkelijk.

2.3 De bevolkingsgroei meten Natuurlijke groei De snelheid van de bevolkingsgroei is het gevolg van de evolutie van geboorte- en sterftecijfer. Beide factoren worden uitgedrukt in promille, dus respectievelijk aantal geboorten of sterfgevallen per 1 000 inwoners. Zo kunnen we landen met een grote bevolking vergelijken met landen die een veel kleinere bevolking hebben. De natuurlijke groei of het geboorteoverschot is het verschil tussen geboorte- en sterftecijfer. Dit cijfer geeft men over het algemeen in procent weer, dus per 100 inwoners. Hoe verder de curves van geboorte- en sterftecijfer uit elkaar liggen, hoe groter deze aangroei. Migratiesaldo Het migratiesaldo is het verschil tussen de immigranten of inwijkelingen per 1 000 inwoners en de emigranten of uitwijkelingen per 1 000 inwoners. Totale groei De totale bevolkingsgroei is de som van de natuurlijke groei en het migratiesaldo.

11

Bevolking


Thema 1: Bevolking

1.4 De snelle bevolkingsgroei leidt tot problemen

bevolking (x 1 miljoen)

1800

China

1600 1400

India

1200 1000 800 600 (x 1 miljoen) Bevolking 400 200 0 1950

35 jaar

1960

1970

1980

1990 2000

2010 2020

2030 2040

2050

1.5 Snelle verdubbelingstijd in China en India

1.6 Geboorteplanning in China en India

Thema 1

12


2.4 Snelle verdubbeling van de bevolking Aan de hand van de groeicurve kun je ook de verdubbelingstijd aflezen: op 35 jaar tijd verdubbelde de bevolking van India van 600 miljoen inwoners naar 1 200 miljoen.

2.5 Een snelle bevolkingsgroei zorgt voor problemen De regeringen van deze snelgroeiende landen staan voor de enorme opgave om al deze mensen te voorzien van voedsel en drinkbaar water. Zo wil China landbouwgrond in het buitenland kopen. Er wordt vooral gekeken naar Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen. Op die manier hoopt het land haar voedselvoorziening veilig te stellen. Verder moeten huizen, scholen en ziekenhuizen gebouwd worden en nieuwe jobs gecreëerd. De vraag naar energie en grondstoffen is enorm toegenomen en de strijd tegen milieuvervuiling is een belangrijke uitdaging om deze landen leefbaar te houden.

2.6 Bevolkingsgroei stimuleren of afremmen, een taak van de overheid? 2.6.1 China: de eenkindpolitiek Maatregel Om overbevolking te vermijden, was het strenger afremmen van de bevolkingsgroei noodzakelijk en in 1979 werd de eenkindpolitiek ingevoerd. Families die zich niet aan de wettelijke limiet houden, worden gestraft: ze moeten een boete betalen, ze kunnen hun job verliezen, ze worden opgepakt en gevangengezet of er wordt een gedwongen abortus uitgevoerd. Een uitzondering werd gemaakt voor paren in plattelandsgebieden van wie het eerste kind een meisje was en die sterk naar een tweede kind verlangden. In februari 2011 meldde het Chinese bureau voor statistiek dat China 1,34 miljard inwoners telde. Gevolgen

1.7 Propaganda in China voor het eenkindbeleid

1.8 Propaganda in India voor het kerngezin

– Volgens officiële bronnen heeft deze politiek er de afgelopen dertig jaar voor gezorgd dat de geboorte van zeker 400 miljoen Chinezen werd voorkomen, en daarmee even zoveel monden om te voeden. – De eenkindpolitiek heeft wel geleid tot een scheefgroei door de traditionele voorkeur voor mannelijk geslacht. Door de grootschalige toepassing van selectieve abortus kampt een grote groep mannen met een groot gebrek aan vrouwen. Zo worden er voor elke 100 meisjes 117 jongens geboren. Dat heeft weer een trek naar de grote steden tot gevolg waardoor het platteland ontvolkt. – Door de hoge levensverwachting en het lage sterftecijfer vergrijst de bevolking in een hoog tempo. Daardoor dreigt een tekort aan jonge arbeidskrachten om de kosten van een steeds ouder wordende bevolking te dragen. Daarom gaan er in China steeds meer stemmen op om over te schakelen naar twee kinderen per gezin.

2.6.2 India Oorzaak Toen India in 1948 onafhankelijk werd, had het land ongeveer 350 miljoen inwoners. De Indische vrouwen kregen gemiddeld zes kinderen en de sterfte was aan het dalen. Vooral de bevolking in de Indiase steden groeide snel. Dat komt niet alleen door het hoge geboorteoverschot, maar ook omdat steeds meer mensen van het Indiase platteland naar de stad verhuizen. Daar komen ze meestal terecht in de krottenwijken. Maatregel De regering maakte reclame voor het kerngezin, dat bestaat uit vader, moeder, zoon en dochter. Omdat dit niet lukte, greep de regering in de jaren 70 naar drastische methoden en liet vele duizenden gedwongen sterilisaties uitvoeren, vooral op het platteland. De slachtoffers waren vaak bewoners van krottenwijken die werden opgeruimd. Gevolg Deze politiek had maar weinig effect. Uit de laatste volkstelling van 2011 blijkt dat het land nu 1,21 miljard mensen telt. Opvallend is dat deelstaten met een zeer hoge scholingsgraad, zoals Kerala in Z.W.-India, hun bevolkingsgroei wel hebben kunnen beperken.

13

Bevolking


bevolking in miljard

9 000 8 000 7 000 6 000 5 000 4 000

10 9

9 miljard

8

8 miljard

7

7 miljard

6

6 miljard

5

5 miljard

4

3 000 2 000

4 miljard

3

3 miljard

2

1 000 0 -10000

1 2050

2040

2030

2020

2010

0

2000

2000

0

1990

-2000

1980

-4000

1970

-6000

1960

-8000

1950

miljoen inwoners

jaar

1.9 Groei van de wereldbevolking sinds de prehistorie

1.10 Wereldbevolking 1950-2050

1.11 De natuurlijke groei per 1000 inwoners (‰) 8

kinderen per vrouw

Thema 1: Bevolking

10 000

7 6 5 4

1995 2010 2025

3 2

8,5 8 7,5

Niger

7 6,5 6

DR Congo Ethiopië

5,5 5 4,5 4

1

3,5

0

India

Saudi-Arabië

ë

lgi Be

VS

a

go

2,5

Verenigde Staten

China

a)

as sh

België

2

in

(K

da

nd

ga

U

on

C

r

an

ige

Rw

N

a di

In

a re Ko

na

id

hi

C

n

Zu

Ira

an

ist

an

an

gh

iw Ta

Af

3

1,5 Rusland

1

1.12 Vruchtbaarheid (per vrouw)

400

1000

2000

4000

10000

20000

Duitsland 40000

100000 bbp/inwoner

1.13 Verband tussen het bbp/inwoner en de vruchtbaarheid per vrouw

1.15 Demonstratie voor gezinsplanning in Gambia

1.14 Kroostrijk gezin in Mali

Thema 1

14


Toename van de wereldbevolking per seconde per minuut per dag per jaar

+ 2,6 + 158 + 227 520 + 83 044 800

Toename van de bevolking in industrielanden per seconde per minuut per dag per jaar

+ 0,1 +4 + 5 760 + 2 102 400

Toename van de bevolking in ontwikkelingslanden per seconde per minuut per dag per jaar

+ 2,6 + 154 + 221 760 + 80 942 400

3 Zijn we met te veel op de wereld? 3.1 Bevolkingsexplosie De wereldbevolking begon in de 20ste eeuw zo snel te groeien dat we van een bevolkingsexplosie spreken. Het duurde van het begin der tijden tot 1810 om te groeien tot 1 miljard aardbewoners. In 1927 waren dat 2 miljard. De wereldbevolking bereikte 3 miljard inwoners in 1959. In 1974 overschreden we 4 miljard en in 1987 werd een Kroatisch jongetje symbolisch uitgeroepen tot vijf miljardste wereldburger. Op 19 juli 1999 werd volgens de VN de zes miljardste mens geboren. Een baby uit Sarajevo kreeg de eer. Met de huidige wereldbevolking van 7 miljard en een jaarlijkse groei van ca. 80 miljoen hebben we slechts dertien tot veertien jaar nodig om met alweer 1 miljard te groeien. De bevolkingsgroei vindt voor 99 pct. in de ontwikkelingslanden plaats, waar de meeste mensen over ontoereikende informatie en middelen voor gezinsplanning beschikken.

3.2 Raakt de wereld overbevolkt? Overbevolking en een grote bevolkingsdichtheid zijn geen synoniemen. Wanneer de bevolking de draagkracht van een gebied overschrijdt, spreken we van overbevolking. Deze kan veroorzaakt worden door de groei van de bevolking of door verminderde landbouwproductie door droogte, toenemende vervuiling of natuurrampen. De draagkracht is het vermogen van een gebied om te kunnen voorzien in de primaire behoeften van de bewoners. Sommige landen in Afrika, zoals Mali, zijn dun bevolkt, maar zijn overbevolkt omdat ze over onvoldoende voedsel, grondstoffen en technologie beschikken om een aanvaardbare levensstandaard te behouden.

3.3 Grote verschillen in groei Sub-Saharaans Afrika beleeft door haar hoge geboortecijfers een explosieve groei. Demografen verwachten dat de bevolking in landen zoals Burkina Faso, Burundi, Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville, Uganda en Tsjaad in 2050 zal verdrievoudigd zijn. De groei vertraagt in de VS, China en India en is bijna stilgevallen in West-Europa. In Oost-Europa en Rusland neemt de bevolking zelfs af: de sterftecijfers overschrijden er de geboortecijfers.

3.4 De vruchtbaarheid bepaalt de snelheid van de groei Geboortecijfers zijn sterk afhankelijk van de leeftijdsstructuur van de bevolking: bij een jonge bevolking zijn er veel jonge moeders, bij een oude bevolking weinig. Om deze invloed te omzeilen, hanteren we het vruchtbaarheidscijfer. Dit cijfer geeft het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw in haar vruchtbare leeftijd voortbrengt. Om de bevolking op termijn op eenzelfde peil te houden, moet elke vrouw gemiddeld 2,1 kinderen baren. Ligt dat cijfer hoger, dan zal de bevolking de volgende generatie groeien, ligt het lager dan zal de bevolking dalen. Een lage vruchtbaarheid, ruim onder dit vervangingsniveau van 2,1 heeft al snel ernstige gevolgen: bij een vruchtbaarheid van 1,5 halveert de bevolking in 65 jaar en bij een vruchtbaarheid van 1,1 in 32 jaar.

3.5 Dalende vruchtbaarheid door een hogere welvaart en een bewuste geboortepolitiek Uit fig. 1.13 kunnen we afleiden dat bij een stijgend inkomen de vruchtbaarheid daalt. Een aantal oorzaken is hiervoor verantwoordelijk: door de afnemende kindersterfte vermindert de behoefte aan veel kinderen. In regio’s waar de vrouwen een hoge scholingsgraad hebben en waar kinderarbeid zo goed als verdwenen is, daalt de vruchtbaarheid per vrouw. In de westerse landen en de groeiende industrielanden hechten vrouwen meer belang aan hun carrière en neemt hun materiële welstand toe, waardoor hun behoefte aan grote gezinnen afneemt. Om de snelle groei van de bevolking af te remmen, voeren heel wat ontwikkelingslanden een geboortepolitiek en organiseren ze informatiecampagnes om vrouwen bewust te maken van de voordelen van kleinere gezinnen. Daarvoor moet voorlichting en scholing gegeven worden, want slechts weinig vrouwen gebruiken moderne anticonceptiemiddelen. De organisatie van gezinsplanning stuit echter nog op heel wat moeilijkheden. Zo verbieden bepaalde godsdiensten het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Kinderen helpen vaak op het land en zorgen voor hun ouders als die oud zijn. Hoge zuigelingensterfte en het vasthouden aan eeuwenoude tradities houden het vruchtbaarheidscijfer in heel wat Afrikaanse landen hoog.

15

Bevolking


Thema 1: Bevolking

2

1

Fase 40

3

4

Hoogstationaire fase Vroege expansiefase Late expansiefase geboortecijfer

5

Laagstationaire fase

Afnemende fase

?

30 20

natuurlijke groei

sterftecijfer

10

?

Totale bevolking

tijd

0

?

1.16 Het demografisch transitiemodel

Geboortecijfer Redenen

hoog, stagnerend nog steeds hoog en schommelend en stagnerend – hoge kindersterfte

snelle daling

verdere daling tot stagnatie – familie­ planning

– dalende ­kindersterfte

– kinderen zijn sociale zekerheid (werkkrachten, opvang ouders bij ziekte en oude dag …)

laag en stagnerend – lage vruchtbaarheid

– geen kinder­ – invoering van arbeid meer en contraceptie kinderen gaan naar school – betere levensstandaard – vrouwenemancipatie – inmenging van de overheid (bv. China)

Sterftecijfer Redenen

hoog, stagnerend snelle daling en schommelend – ziekten en industriële revolutie: epidemieën

lichte daling

stagneert

neemt licht toe

levensverwachting neemt toe

verouderde bevolking

wordt steeds kleiner

klein

afname

Brazilië India Saudi-Arabië Turkije

China, Taiwan, Zuid-Korea Frankrijk VK, VS

België Duitsland, Italië, Japan, Polen, Rusland

– toenemende voedsel­ productie

– hongersnoden – gebrekkige hygiëne

– verbeterde medische zorg en hygiëne

– ontoereikende medische hulp

– verbeterd transport – daling van de kindersterfte – levens­ verwachting neemt toe Natuurlijke groei zeer klein, sterk toenemend nagenoeg geen groei Voorbeelden GC > 30 ‰ Dem. Rep. Congo, volksstammen in Niger, Uganda het regenwoud Leeftijdshistogram

Man

Vrouw

Ethiopië - 2010

Ethiopië - 2050

Man

100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

9

7.2

5.4

3.6

Bevolking (in miljoen)

1.8

0

Vrouw

Indië - 2010

Man

100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

0

1.8

3.6

5.4

7.2

9

20 70

16

12

8

4

0

Vrouw

Indië- 2050

Man

100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

0

4

8

12

16

20

65

52

39

Bevolking (in miljoen)

Bevolking (in miljoen)

26

13

0

Vrouw

Man

0

13

26

39

52

65

60

48

36

Bevolking (in miljoen)

24

12

0

Vrouw

Duitsland - 2010 100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

0

12

24

36

48

60

4

3.2

2.4

1.6

0.8

0

0

0.8

1.6

2.4

3.2

4

Bevolking (in miljoen)

1.17 Histogrammen van verschillende stadia in de demografische transitie

Thema 1

16


levensverwachting

3.6 De levensverwachting stijgt nagenoeg overal 64 62 60 58 Zimbabwe 56 54 Botswana 52 50 48 46 44 Zuid-Afrika 42 Kenia 40 Uganda 38 1950

1960

1970

1980

1990

2000

2010

jaar

1.18 Levensverwachting in enkele Afrikaanse landen

Sterftecijfers zijn eveneens afhankelijk van de leeftijd van de bevolking. Uit het histogram (fig. 1.21) leer je dat er al heel wat gepensioneerde Duitsers zijn. In ons land is dat net zo. Daarom heeft ons land een hoger sterftecijfer dan bijvoorbeeld Mexico of Algerije. De levensverwachting is de gemiddelde levensduur die een kind in een bepaald land te verwachten heeft. De leeftijd waarop de meeste mensen sterven is doorgaans veel hoger dan de levensverwachting. Rond 1850 lag de levensverwachting in België nog op het zeer lage peil van 40 jaar. Toch was de leeftijd waarop de meeste mensen stierven 73 jaar. De huidige levensverwachting ligt rond 80 jaar, terwijl de meeste mensen overlijden op 85 jaar. Het verschil hangt sterk samen met de kindersterfte, die rond 1860 beduidend hoger lag dan nu. Sinds de jaren 80 is de levensverwachting in een aantal Afrikaanse landen weer afgenomen. De reden voor deze afname is het verschijnsel hiv/aids. Tegenwoordig is in Botswana, Zimbabwe en Swaziland meer dan 30 pct. van de bevolking besmet met hiv.

3.7 Het demografisch transitiemodel De spectaculaire bevolkingsexplosie, waarbij de zeer langzaam stijgende rode curve op fig. 1.16 plots steil de hoogte ingaat, noemt men de demografische transitie (= verandering of overgang). Hierbij evolueert de wereldbevolking van een situatie met hoge geboorte- en sterftecijfers naar een met lage geboorte- en sterftecijfers. De daling van het sterftecijfer gebeurt heel wat vroeger dan dat van het geboortecijfer. Daardoor lopen in fase 2 en 3 de twee curven uit elkaar en is de natuurlijke groei erg groot.

3.8 Ontwikkelingslanden groeien veel sneller dan industrielanden Vandaag doet 95 pct. van de bevolkingsgroei zich voor in ontwikkelingslanden. Tegen 2050 zullen de rijke landen krimpen met 1 miljoen mensen, terwijl de ontwikkelingslanden zullen groeien met 35 miljoen. In de ontwikkelingslanden startte de demografische transitie veel later en verliep ze veel sneller. Factoren zoals gezondheidszorg en verbeterde hygiëne, het verhogen van de landbouwproductie, e.d. werden ingevoerd uit westerse landen. Hierdoor daalde het sterftecijfer erg snel en de bevolking groeide explosief aan. De transitie is nog volop bezig: heel wat Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen bevinden zich al in fase 3 of de late expansiefase, de meeste landen in Afrika ten zuiden van de Sahara zitten nog maar in de vroege expansiefase of fase 2. Man

Vrouw

Ethiopië - 2010 100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

9

7.2

5.4

3.6

1.8

0

0

1.8

3.6

5.4

7.2

9

Bevolking (in miljoen)

1.19 Ethiopië 2010 Man

India - 2010

Vrouw

100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

65

52

39

26

13

0

0

13

26

39

52

65

1.20 India 2010 Vrouw

Duitsland - 2010 100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

4

3.2

2.4

1.6

0.8

0

Leeftijdshistogram De natuurlijke groei, het geboorte- en het sterftecijfer en de levensverwachting beïnvloeden de leeftijdsstructuur van de bevolking. Die wordt voorgesteld op een leeftijdshistogram. Op de verticale as staan vijfjarige leeftijdscategorieën, op de horizontale het aandeel van de bevolking in die leeftijdsklasse, onderverdeeld in mannen en vrouwen. In de loop der tijd schuiven de balkjes naar boven, de mensen worden ouder. Piramidemodel Het histogram heeft een brede basis en een smalle top, wat wijst op een overwicht van jongeren. Het geboortecijfer en het sterftecijfer zijn hoog. Holle zijden wijzen op een grote kindersterfte. Dit is typisch voor landen met een snelgroeiende bevolking, zoals in de ontwikkelingslanden, bv. Ethiopië.

Bevolking (in miljoen)

Man

3.9 Jonge bevolking in landen in ontwikkeling, oude bevolking in de industrielanden

0

0.8

1.6

2.4

3.2

4

Bevolking (in miljoen)

1.21 Duitsland 2010

Urnmodel Dit model vind je in landen met een dalend geboorte- en sterftecijfer. Bolle zijden tonen dat de sterfte slechts langzaam toeneemt met de leeftijd. Dit is typisch voor landen die de kindersterfte hebben kunnen terugdringen door een goede gezondheidssituatie. India evolueert naar dit model. Klokmodel Deze leeftijdsgrafiek komt voor in landen met een laag geboorte- en sterftecijfer. Een smallere basis in vergelijking met de rest wijst op ontgroening. Een brede top wijst op een vergrijzende bevolking. Dit model is typisch voor welvarende landen, zoals Duitsland en België.

17

Bevolking


Thema 1

127 103 388

32 987 206

17 466 172

38 346 279

142 470 272

27 345 986

23 359 928

81 619 392

35 918 915

63 742 977

318 892 103

49 039 986

Marokko

Niger

Polen

Rusland

Saudi-Arabië

Taiwan

Turkije

Uganda

VK

VS

Zuid-Korea

1 236 344 631

India

Japan

9 996 731

Haiti

61 680 122

66 259 012

Frankrijk

Italië

107 668 23

Filipijnen

253 609 643

96 633 458

Ethiopië

Indonesië

80 996 685

1 355 692 576

China

Duitsland

202 656 788

Brazilië

77 433 744

10 449 361

België

Congo (Kinshasa)

166 280 712

Bangladesh

aantal inwoners

18

Wat je hebt bijgeleerd – Je kunt de snelle bevolkingsgroei in China en India beschrijven en verklaren. – Je kunt de verschillen in bevolkingsgroei tussen verschillende wereldblokken uitleggen. – Je weet welke factoren de bevolkingsevolutie beïnvloeden. – Je kunt onderzoeken hoe en waarom de wereldbevolking zal evolueren. 8,3

13,4

12,2

44,2

16,9

8,6

18,8

11,9

9,8

46,1

18,5

8

8,8

17

19,9

22,8

12,5

24,2

37,7

8,4

35,6

12,2

14,7

10

21,6

6,6

8,2

9,3

11

6,1

7

3,3

13,8

10,4

12,7

4,8

9,4

10,1

6,3

7,3

7,9

9

4,9

8,5

11,3

10,3

7,4

6,5

10,8

5,6

0,17

0,52

0,29

3,32

1,08

0,16

1,55

-0,81

-0,06

3,34

1,37

-0,14

-0,13

1,07

1,26

1,46

0,35

1,93

2,92

-0,29

2,53

0,48

0,82

-0,08

1,6

0,16

0,77

0,54

3,24

1,12

0,25

1,49

-0,03

-0,11

3,28

1,02

-13

0,3

0,95

1,25

1,08

0,45

1,81

2,9

-0,18

5,5

0,44

0,8

1

1,6

geboortecijfer sterftecijfer natuurlijke totale groei (in ‰) (in ‰) groei (in %) (in %)

1,25

2,01

1,9

5,97

2,08

1,11

2,17

1,61

1,33

6,9

2,15

1,4

1,42

2,18

2,51

2,79

2,08

3,06

5,23

1,43

4,8

1,55

1,79

1,65

2,45

vruchtbaarheidscijfer (aantal kinderen per vrouw)

3,9

6,2

4,4

60,8

21,4

4,5

14,6

7,1

6,2

86,3

24,5

2,1

3,31

25,2

43,2

49,4

3,3

17,6

55,8

3,5

73,1

14,8

19,2

4,2

45,7

kindersterfte (in ‰)

79,8

79,6

80,2

54,5

73,3

79,8

74,8

70,1

76,7

54,7

76,5

84,5

82

72,2

67,8

63,2

81,7

72,5

60,7

80,5

56,5

75,1

73,2

79,9

70,1

levensverwachting (jaar)

0,891

0,914

0,892

0,484

0,759

0,836

0,836

0,778

0,834

0,337

0,617

0,89

0,872

0,684

0,586

0,471

0,884

0,66

0,435

0,911

0,564

0,719

0,744

0,881

0,558

HDI

33 200

52 800

37 300

1 500

15 300

39 600

31 300

18 100

21 100

800

5 500

37 100

29 600

5 200

4 000

1 300

35 700

4 700

1 300

39 500

400

9 800

12 100

37 800

2 100

bbp/inwoner in $ (2013)

Thema 1: Bevolking

Demografische indicatoren (2014)


Synthese Bevolkingsgroei in China en India

1 China en India zijn de enige landen met meer dan 1 miljard inwoners, wat meer is dan enig ander werelddeel buiten Azië. Samen woont er meer dan 27 pct. van de wereldbevolking. De bevolkingsspreiding in beide landen is ongelijk: in China komt het overgrote deel van de bevolking voor in de riviervlakten en het middelland in het oosten. De hooggebergten en hoogvlakten in het westen en de woestijnen in het noorden zijn nauwelijks bevolkt. In India zijn de rivier- en kustvlakten het meest aantrekkelijk.

2 De snelheid van de bevolkingsgroei is het gevolg van het verschil tussen het aantal geboorten en sterfgevallen. De daling van het sterftecijfer en de nog hoge geboortecijfers in de periode 1950-1970 zorgde in beide landen voor een zeer snelle bevolkingstoename. Niet alleen de voedselvoorziening, maar ook andere noden, zoals huisvesting, energievoorziening, werkgelegenheid, scholen, gezondheidszorg e.d. kwamen in het gedrang. Om het land verder te kunnen ontwikkelen, was het noodzakelijk de bevolkingsgroei af te remmen.

3 China voerde in 1979 de eenkindpolitiek in, die nog altijd zeer strikt gevolgd wordt. Eenkind­gezinnen krijgen allerlei voordelen, zoals toegang tot crèches en scholen of een betere woning. Strenge straffen worden opgelegd aan ouders die te veel kinderen krijgen. Zonder dit beleid zou China 400 ­miljoen inwoners meer tellen. India propageerde het kerngezin met twee kinderen, maar het resultaat van deze geboortepolitiek was veel kleiner.

4 De bevolking in China vergrijst in een snel tempo. De pensioenen van de ouderen moeten worden betaald door een steeds kleinere groep van de actieve 16- tot 60-jarigen. Daarom heeft China de geboorte­politiek versoepeld: paren die zelf enig kind waren, mogen nu twee kinderen hebben. Zijn we met te veel op de wereld?

1 Lange tijd groeide de wereldbevolking heel traag aan. Sinds de Industriële Revolutie versnelde de groei in de industrielanden. Vanaf de Tweede Wereldoorlog is de bevolking in ontwikkelingslanden zo snel aangegroeid, dat men van een bevolkingsexplosie spreekt. Vooral in Afrika en Zuidoost-Azië, met hun jonge bevolking, is de tijd waarop de bevolking verdubbelt zeer kort.

2 Door toenemende gezondheidszorg en betere voedselproductie begon de daling van de sterftecijfers eerder dan de daling van de geboortecijfers. Men noemt dit de demografische transitie.

3 De wereldbevolking als geheel blijft groeien, van 7 miljard nu naar 9 miljard in 2050, maar het einde van de groei komt in zicht. In 2050 ligt het gemiddeld aantal kinderen per vrouw beneden het vervangingsniveau van 2,1. Op wereldniveau zou de bevolking vanaf 2075 beginnen krimpen.

4 Meer dan 80 pct. van de wereldbevolking leeft in de ontwikkelingslanden en hun aandeel neemt nog toe. De vruchtbaarheid of het gemiddeld aantal kinderen per vrouw bepaalt de snelheid van de groei. Toenemende welvaart en betere scholing verlagen de vruchtbaarheid. Deze trend wordt versterkt door een bewuste geboortepolitiek, die in meer en meer landen in het Zuiden ingang vindt.

5 De leeftijdsstructuur van de wereldbevolking verandert in een ongekend tempo. Vooral in de geïndustrialiseerde landen neemt de bevolking af en zet de vergrijzing onafwendbaar in. Het aantal economisch actieven daalt. Om dezelfde welvaart te behouden en de pensioenen te kunnen betalen, zal de druk op de werkende bevolking toenemen.

6 Door moderne landbouwtechnieken stijgt de voedselproductie sneller dan de bevolking. Het beschikbare voedsel per inwoner neemt dus toe, maar door de ongelijke verdeling van het voedsel over de wereld kampen de minst welvarende landen nog geregeld met voedselproblemen.

19

Bevolking


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.