Leerjaar 2 - Leerwerkboek schrijven - Studio taal

Page 1

leerjaar 2

Leerwerkboek

3

naam: ......................................................................................................


natuur

Schrijven

les

Blok 3

5

Wat ga je doen? Je denkt na over wat je wilt schrijven. Je maakt eerst een woordenweb met woorden en/of tekeningen. Met de ideeĂŤn uit het woordenweb schrijf je zinnen.

Op verkenning 1

Ellen is op schoolreis geweest.

Ze wil in haar dagboek opschrijven wat ze allemaal heeft beleefd. Maar dat is een heleboel. Daarom maakt ze eerst een woordenweb. Dat is handig om alle ideeĂŤn te verzamelen.

Kijk goed naar het woordenweb.

Wat heeft Ellen allemaal gedaan? Vertel aan je buur.


Uitleg Hoe begin je een tekst te schrijven?

Een woordenweb kan je helpen. In het woordenweb staan woorden en soms ook tekeningen. Dat zijn allemaal ideeën. Die kun je gebruiken bij het schrijven van zinnen of teksten. Ook Ellen gebruikt een woordenweb. Ze schrijft in haar dagboek:

 ‫ה‬bn in  sltuin sld. Er stond n gro draaimon. Aan de slag 2

Ellen gaat op vakan�e. Bekijk de afbeeldingen. Vertel aan je buur wat je ziet. Maak een woordenweb over de vakantie van Ellen.

 vakant van Eln

Vergelijk je woordenweb met je buur. Je mag je woordenweb nog aanvullen.

Blok 3

natuur


les

Blok 3

Schrijven

3

5

natuur

Ellen schrij� een brief naar haar oma. Vul de zinnen aan. Gebruik de ideeën uit je woordenweb.

L oma Ik n gaan kam‫פ‬n. t was uk!  rs dag Mijn brœr en ik Papa Mama Jamr dat  vakant voorbij is. Want ik vind l lfs Eln Lees de tekst van je buur. Welke woorden uit het woordenweb heeft je buur gebruikt? Wat vind je goed? Wat vind je minder goed? Vertel aan elkaar.


4

Heb jij al eens een leuke uitstap gemaakt? Of ben je al eens op vakan�e geweest? Maak een woordenweb. Je mag schrijven en tekenen.

Vertel erover aan je buur. Luister goed naar elkaar.

5

Schrijf een brief naar een familielid of vriend. Vertel wat je hebt beleefd. Schrijf drie zinnen. Gebruik de ideeën uit je woordenweb.

L

l lfs Welke woorden uit je woordenweb heb je gebruikt? Duid ze aan. Lees de tekst van je buur. Wat vind je goed? Wat vind je minder goed? Vertel aan elkaar.

Blok 3

natuur


les

Blok 3

Schrijven

6

5

natuur

Schrijf een brief naar Ellen. Vertel wat jij allemaal doet. Kies uit:

mijn hobby

mijn familie

mijn school

Maak een woordenweb. Gebruik alleen woorden.

Vertel erover aan je buur. Luister goed naar elkaar.

7

Schrijf nu drie zinnen voor Ellen. Gebruik de ideeĂŤn uit je woordenweb.

Welke woorden uit je woordenweb heb je gebruikt? Duid ze aan. Lees de tekst van je buur. Wat vind je goed? Wat vind je minder goed? Vertel aan elkaar.


Blok 3

natuur

Terugkijken 8

Wat heb je geleerd?

Kies een zin die bij jou past. Of verzin zelf een zin. Schrijf je zin op.

Ik bruik ninn in mijn

woornb.

r dat woord. o t  ik at w s  al t aa st b In n woorn

n woornb ft  l i n om or  schrijn.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.