Annemarie Bon
bosInhet
bosInhet
Annemarie Bon
In het bos
Het bos is groen.
Er staat een boom en een struik.
Er is mos en er ligt veel blad.
In het bos is het koel.
Maar het is er niet stil.
Want in een bos leeft ook de ree.
En de haas, de mier en de das.
En de vos, het zwijn, het hert en de muis.
En denk aan de uil, de pad en de wolf.
Soms hoor je ze.
Of je ziet een spoor.
En maar heel soms zie je ze.
Want ze zijn bang voor jou.
In dit boek zie je ze wel.
Kom mee, op zoek naar een wild dier!
De das
Aan de rand van het bos leeft de das.
Het is een roofdier.
Hij lust graag een slak of een muis.
Maar ook fruit of graan.
Zijn kop is breed.
En hij is zwart met wit.
De das leeft in een groep.
Zijn hol is heel erg groot.
Met niet één gang, maar heel veel.
De das zelf zul je niet snel zien.
Maar wie weet, zie je zijn poep.
Of een spoor van zijn poot.
Bij zijn hol ligt vaak troep.
En heel soms hoor je een das.
Dan snuift of bromt hij.
De vos
De vos is niet groot.
Maar door zijn bos haar lijkt hij heel wat.
Een vos lijkt op een hond.
Hij slaapt op het mos in het bos.
Maar wil mam een nest?
Dan maakt ze een hol.
Daar kan geen roofdier bij.
En is het heel koud?
Dan slaapt pap ook in het hol.
Een vos lust heel veel:
een muis, een haas en fruit.
Soms kruipt de vos in het hol van de das.
Dan hoeft hij zelf niks te doen.
Is dat niet slim?
