leerjaar 3
Handleiding
1
BLOK 1
LES 11
THEMA
vervolgles
technisch /vloeiend lezen
omgeving
Aanpak 1
Aanpak 2
Op verkenning
Aanpak 3
Klassikale terugblik: basisles en lesdoelen
Uitleg
Modelen: vloeiend lezen Plus 1 2: vloeiend lezen
Aan de slag
Basis 1 2 3: correct, vlot en vloeiend lezen
Terugkijken
Klassikale bespreking (terugkoppeling lesdoel) Voorleesmoment (Omnibus) Introductie leeslogboek Vrij lezen
Extra leestijd (facultatief)
MATERIAAL • • • •
leerkrachtassistent Omnibus p. 10-11 Omnibus De fitste klas Vloeiend & vlot M5 p. 6-9, p. 66 tip 5 • leerwerkboek basis p. 5 • leerwerkboek plus p. 7-8
DIDACTISCHE INFO De leerlingen hebben in de basisles woorden met vaste stukjes vooraan en achteraan (1) geoefend op correct en vlot lezen. In deze vervolgles leggen leerlingen zich toe op het vloeiend lezen. Leerlingen van aanpak 1 en 2 doen dit aan de hand van de tekst uit de Omnibus p. 10-11, die ze eerder geoefend hebben op correct en vlot lezen. De leerlingen van aanpak 3 doen dit aan de hand van een nieuwe tekst in hun leerwerkboek p. 7.
Plus 3 4: begrip en beleving
LESVERLOOP Op verkenning INTRODUCTIE
Vertel dat de leerlingen van aanpak 1 en 2 de tekst uit de Omnibus nogmaals gaan lezen. De nadruk ligt nu op het vloeiend lezen van de tekst. De leerlingen van aanpak 3 gaan de tip van het vloeiend lezen toepassen op een nieuwe tekst, een fragment uit de tekst Kinderarbeid. LESDOEL BESPREKEN
• Woorden met vaste stukjes vooraan en achteraan (1) goed en vlot lezen. • Letten op beschrijvende woorden.
Uitleg VLOEIEND LEZEN > MODELEN
Lees het fragment op het digibord vloeiend voor of laat een leerling van aanpak 3 het stukje vloeiend voorlezen. De leerling kan eventueel ook zelf een stukje uit de Omnibus kiezen. Laat de leerlingen meelezen op het digibord of in hun Omnibus. Wijs na het voorlezen op tip 5: Naar het einde van de zin lezen, niet naar het einde van de regel. Herhaal waar het bij die tip om gaat. Bespreek kort hoe dat bij het voorgelezen fragment te horen was. WERKINSTRUCTIE
leerwerkboek plus p. 7-8 | Vloeiend & vlot p. 66 tip 5 WERKINSTRUCTIE
Omnibus p. 10-11 | leerwerkboek basis p. 5 | Vloeiend & vlot p. 6-9, p. 66 tip 5
Aan de slag ZELFSTANDIG WERKEN
Help alleen leerlingen die zonder jouw hulp niet verder kunnen.
38
© Evaluatietraject taal/spelling 2019
Een tekst op AVI M5 correct, vlot en vloeiend lezen met begrip. Correct en vlot lezen: woorden met vaste stukjes vooraan en achteraan (1). Vloeiend lezen: naar het einde van de zin lezen, niet naar het einde van de regel.
25
Na het maken van de opdrachten kunnen de leerlingen verder oefenen in Vloeiend & vlot.
Terugkijken LESDOEL NABESPREKEN
Laat de leerlingen van aanpak 1 en 2 enkele zinnen voorlezen uit opdracht 1. Spoor hen aan om vloeiend te lezen. De leerlingen van aanpak 3 controleren of het woord in de zin past.
OP RONDE Is de verwijzing naar Vloeiend & vlot bij opdracht 2 duidelijk? Help zo nodig leerlingen de juiste pagina’s te vinden. Controleer of opdracht 2 duidelijk is. Doe eventueel een paar grijze zinnen voor.
VLOEIEND LEZEN > LAAT HOREN
Laat enkele leerlingen van aanpak 1 en 2 een stukje tekst uit deze les voorlezen. Om dit aantrekkelijker te maken, kun je gebruikmaken van de leesstoel. Leerlingen van aanpak 3 kun je uitnodigen om een stukje voor te lezen van de tekst die zij in hun leerwerkboek gelezen hebben. Of laat hen kort iets over deze tekst vertellen aan de andere leerlingen.
EXTRA LEESTIJD (FACULTATIEF) • Plaats de Omnibus centraal in de klas. • Selecteer nog andere boeken uit de klas- en schoolbibliotheek. Start deze activiteit met het voorlezen van het eerste hoofdstuk uit het verhaal De fitste klas. Ga na het voorlezen in gesprek met de kinderen over het verhaal: • Wie moet zich ’s ochtends ook vaak haasten om op tijd op school te komen? Hoe komt dat? • De mama van Fati vindt ontbijten heel belangrijk. Vind jij dat ook? • Weten jullie nog welke tips over ‘gezond ontbijten’ we enkele lessen geleden lazen? • De klas van Fati krijgt les in een oud fabrieksgebouw. Wie zou dat ook leuk vinden? Of wil je liever naar een ander soort gebouw verhuizen? Vertel aan de leerlingen dat ze de volgende weken de kans krijgen om een zelfgekozen boek te lezen. Ze kunnen verder lezen in de Omnibus De fitste klas, maar ze mogen ook een ander boek kiezen. Introduceer het leeslogboek, achteraan in het leerwerkboek. Het leeslogboek moet een stimulans zijn voor de leerlingen om te lezen, om steeds meer te lezen. Het leeslogboek is ook een hulpmiddel om het leesgedrag van de leerlingen in kaart te brengen. De leerlingen noteren of kruisen de titel aan van het boek dat ze gaan lezen. Ze noteren de startdatum. Ze noteren ook de datum wanneer ze het boek uit hebben of wanneer ze het boek omruilen voor een ander boek. Op die manier kun je de evolutie en het leesgedrag van jouw leerlingen volgen.
© Evaluatietraject taal/spelling 2019
39