leerjaar 3
Leerwerkboek
2
Begrijpend lezen
10
Je voorspelt waarover een tekst gaat.
Blok 2
Wat ga je doen?
les
© Evaluatietraject taal/spelling 2019
natuur
Op verkenning 1
Dit is het begin van een tekst. Verken de tekst. Lees hem nog niet!
DE TEEK Teken zijn spinachtige diertjes. Ze kunnen zich vastzetten op de huid van mensen en dieren. Ze zuigen dan bloed. Een beet van een teek doet geen pijn, maar als de teek besmet is, kun je ziek worden. De teek Wat zijn teken? Waar leven teken? Hoe herken ik een teek?
WAAR LEVEN TEKEN? Ze leven in het park, in de tuin, in het bos, in de duinen ... Ze verstoppen zich in hoog gras of struiken. Als een mens of dier voorbijkomt, kruipen ze op het lichaam en bijten ze zich vast. HOE HERKEN IK EEN TEEK?
Je wilt meer weten over teken. Kan deze tekst je daarbij helpen? Hoe weet je dat de tekst over teken gaat? Door … £ de titel £ de afbeelding £ de eerste zin £ opvallende woorden Waar vind je deze tekst? £ op een affiche £ in een krant
£ op het internet £ in een verhalenboek
Uitleg Zie je een tekst? Begin dan niet direct te lezen. Bedenk waar de tekst vandaan komt. Kijk naar de titel en de afbeeldingen. Lees enkele zinnen. Vaak kun je dan al voorspellen waarover de tekst gaat. , Ik verken de tekst en kijk naar: • de soort tekst, • de afbeeldingen, • de titel, de kopjes, de opvallende woorden, de eerste zinnen. Ik voorspel waarover de tekst gaat. • Wat verwacht ik te lezen? • Wat weet ik daar al over?
25
L3B2_les1-17_cpdf.indd 25
9/05/2019 14:22:49
les
10
natuur
Aan de slag 2
Bekijk de tekst.
Lees de titel en de eerste zin. Waarover denk je dat de film gaat? Kruis de juiste tekening aan.
© Evaluatietraject taal/spelling 2019
Blok 2
Begrijpend lezen
KETNET 17.35 Jim in het oerwoud **** Deze film gaat over het jongetje Jim. Apen, leeuwen, een dikke tijger en wat nog niet allemaal. Een oerwoud vol apen en vogels en olifanten.
Technisch lezen Waar vind je deze tekst? Kruis aan. £ in een informatief boek £ in een verhalenboek £ in een tv-programma £ in een folder
3
Bekijk de tekst. Kruis aan wat je doet. £ Ik lees de titel. £ Ik kijk naar de afbeelding. £ Ik lees de eerste zin.
Drie kinderen voorspellen waarover de tekst gaat. Wie doet het goed? Kruis aan.
In de tekst staat hoe je een voederhuis moet maken.
In de tekst staat hoe vogels overleven in de winter.
In de tekst staat waar je een voederhuis kunt kopen.
26
L3B2_les1-17_cpdf.indd 26
9/05/2019 14:22:49
© Evaluatietraject taal/spelling 2019
4
Bekijk de tekst.
Spinnetje
Welk soort tekst is dit? Kruis aan. £ een informatiefolder £ een verhaal £ een interview £ een krantenartikel
Spinnetje is de kat van Lara. We stelden Lara enkele vragen.
Blok 2
natuur
1 Hoelang heb je Spinnetje al? Al bijna twee jaar. 2 Wat eet Sppinnetje graag? Boterkoek en friet met ketchup en pickles. 3 Waarom heet hij zo? Hij zei zelf dat hij zo heet.
Waarover gaat de tekst volgens jou? Schrijf dat op in een of enkele woorden.
5
Hieronder staan stukjes van drie verschillende teksten. Welke titel hoort bij welke zin? Welke foto hoort ook daarbij? Verbind wat bij elkaar hoort.
Hoe verzorg ik mijn hond?
Een maand geleden werd in onze dierentuin een nieuwe giraf geboren.
Op zoek naar de wolf
Als je een hond hebt, moet je er ook goed voor zorgen.
Bezoek Ka, onze babygiraf!
Een man zag tijdens zijn wandeling in het bos een echte wolf. Tot voor kort dacht men dat er in ons land geen wolven meer leefden.
27
L3B2_les1-17_cpdf.indd 27
9/05/2019 14:22:51
Blok 2
Begrijpend lezen
les
10
natuur
Terugkijken 6
Je kunt op verschillende manieren voorspellen waarover een tekst gaat.
© Evaluatietraject taal/spelling 2019
Wat doe je eerst? Wat daarna? Schrijf nummers om de volgorde te bepalen. naar opvallende woorden zoeken
naar de afbeeldingen kijken
de eerste zinnen lezen
de titel lezen
Wat ging al vlot? Zet een kruisje. £ Ik kijk eerst naar de titel van een tekst. £ Ik bekijk de afbeeldingen en denk voor mezelf na waarover ze mij vertellen. £ Ik bekijk de afbeeldingen niet. £ Ik kan al goed voorspellen waarover een tekst gaat. £ Ik kan niet goed voorspellen waarover een tekst gaat.
Extra opdracht Pancakes recipe 1 In a large bowl sift together the flour, baking powder, salt and sugar. 2 Make a well in the center and pour in the milk, egg and melted butter; mix until smooth.
Duid aan wat je doet. £ Ik lees de titel. £ Ik kijk naar de afbeeldingen. Welk soort tekst is dit? Kruis aan. £ een verhaal £ een recept £ een krantenartikel Waarover gaat de tekst volgens jou?
Deze tekst is in een andere taal geschreven. Weet jij welke?
28
L3B2_les1-17_cpdf.indd 28
9/05/2019 14:23:04