Leerjaar 4 - Handleiding - Studio spelling

Page 1

leerjaar 4

Handleiding

1 2


BLOK 2

MATERIAAL • uitlegkaart WW1 en stappenplan werkwoorden • werkboek blok 2 les 1 • verrijkingsopdrachten

DIDACTISCHE INFO In de lessen taalbeschouwing van Ziezo konden de leerlingen ervaren dat een werkwoord door een handeling kan worden uitgevoerd. In de lessen spelling leren ze de persoonsvormen correct schrijven aan de hand van een strategie. De werkwoorden worden aangeboden in drie hoofdvormen. Belangrijk daarbij is dat we niet enkel de onderwerpen hij, zij, wij, jullie … aanbieden maar ook onderwerpen zoals honden, Piet, mama ...

In de rugzak • Dit is een uitbreiding van de leerstof van het derde leerjaar. In L3B5 leerden de leerlingen onder andere persoonsvormen correct te schrijven. Ze maakten ook kennis met het stappenplan werkwoorden.

En hierna • In B4Les6 herhalen de leerlingen het correct schrijven van werkwoorden in de tegenwoordige tijd. • In L4B3 leren de leerlingen werkwoorden in de gebiedende wijs correct schrijven.

2

LES 1

THEMA

spelling

natuur

LESVERLOOP Op verkenning Lees het raadsel voor. De leerlingen proberen het op te lossen. Raad jij wat ik zoek? Denk je het te weten? Vind je de juiste oplossing? Je loopt buiten op straat. Je draagt geen muts of een ander hoofddeksel. Je hebt ook geen paraplu of iets anders om je te beschermen. Toch word je niet nat. Hoe is dat mogelijk? (Het regent niet.) OPDRACHT 1

De leerlingen onderstrepen elke ik-vorm (stam) en omcirkelen elke jij/hij-vorm (stam +t). Overloop elke persoonsvorm. Herhaal: bij de ik-vorm gebruiken we de stam; bij de jij/hij-vorm gebruiken we stam +t. Je kunt van elke persoonsvorm de infinitief laten vormen: Kun je …?

Uitleg Overloop samen uitlegkaart WW1. We spreken over de ik-vorm (stam), de jij/hij-vorm (ook met: mama, Piet …) (stam +t) en de wij-vorm (infinitief). Neem er ook het stappenplan werkwoorden bij. Toon nog eens hoe de leerlingen dit stap per stap kunnen gebruiken. Wijs de leerlingen erop dat ze het stappenplan altijd mogen raadplegen.


Werkwoorden in de tegenwoordige tijd correct schrijven.

25

Aan de slag

PRAKTISCHE INFO

OEFENING 2

Schrijf het raadsel vooraf op het bord.

OEFENING 3

AANDACHT VOOR WOORDEN

De leerlingen geven de werkwoorden van eenzelfde vorm eenzelfde kleur.

De leerlingen schrijven de passende infinitief bij het gekleurde werkwoord. OEFENING 4

De leerlingen rubriceren de persoonsvormen in de passende kolom, nl. werkwoorden met d aan het einde van de stam en andere werkwoorden. OEFENING 5

De leerlingen vullen de juiste persoonsvorm in het rooster in. De gekleurde vakjes vormen dertig graden.

DIFFERENTIATIE De oefeningen kunnen ook individueel gemaakt worden.

Terugkijken

• de infinitief het hele werkwoord, zoals het in het woordenboek staat. ‘Lopen’ is de infinitief van ‘loop’.

VAKOVERSCHRIJDENDE DOELEN • Reflecteren over het leerproces: stap voor stap verwoorden. • Gericht samenwerken in duo’s om tot een oplossing te komen.

OPDRACHT 6

De leerlingen vormen de juiste persoonsvorm in de gegeven zinnen. Leerlingen die snel klaar zijn, maken de verrijkingsopdrachten.

3


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.