![](https://stories.isu.pub/74844201/images/13_original_file_I0.jpg?width=720&quality=85%2C50)
2 minute read
Column Harri Theirlynck: grootse plannen in New York
Harri Theirlynck ‘Als ie niet weg is, is ie thuis’, zei een buurman laatst over mij. Kan het simpeler? New York of Nieuw-Annerveen, het maakt mij niet uit. Overal kun je een leuk verhaal over schrijven. Journalist Harri woont in hartje Den Haag en heeft een vrouw, een poes en 3 kinderen uit 2 bedden.
COLUMN
Advertisement
GROOTSE PLANNEN IN NEW YORK: ‘NO WHIP, NO SUGAR!’
Als je toch zaken moet doen, dan maar in New York. (Het vertelt thuis ook een stuk lekkerder dan ‘Ik moet voor zaken naar Dortmund.’) Mijn eerste keer New York sliep ik bijna rechtop in een schoenendoos en drong de betekenis van de uitdrukking ‘you could hardly swing a cat’ ten volle tot me door. Het jaar daarna, eind jaren tachtig, huurde ik een groot appartement bovenin Manhattan in een buurt waar ze de vullingen uit je kiezen jatten. Het was een steenkoude studio waar de Alaskawinden dwars doorheen waaiden. De subway raasde elke drie minuten voor mijn raam langs en sloeg een regen van vonken tegen de ruiten. Ik had grootse plannen. Het had in de verte iets te maken met een mondiale booking.com voor reisverhalen, maar dan stukken lucratiever.
![](https://stories.isu.pub/74844201/images/13_original_file_I0.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Als een kameleon paste ik me aan. Ik ging de straat op in een oude trainingsbroek, grote gympen en een hoodie, capuchon diep over de ogen. Ik liep breed want wilde niet overkomen als een zwak prooidier. Bij Starbucks stelde ik mijn eerste daad: koffie bestellen als New Yorker tussen de New Yorkers. Ik brulde tegen de barista: ‘Venti full caf non fat latte, no whip, no sugar, make it a triple shot. ’ Ze knalde terug: ‘What size?’ ‘Eh… small!’ ‘Sir, it’s tall or grande.’ Dat was pijnlijk. Helemaal vergeten. Van de zenuwen pakte ik daarna de vanilla latte two pumps of syrup van het blad. ‘NO SIR, that’s not your cup!’ zei de barista
Gebroken verliet ik het pand. De volgende dag kocht ik mijn koffie bij de Latino-supermarkt en schakelde over op ‘a regulâh cahffee’. Eén dollar voor een litercup heet water waar ze met een katapult een koffieboon doorheen hadden geschoten.
Zijn New Yorkers vriendelijk? Niet op het eerste gezicht. Vorige jaar snauwde de ticketscanner bij Top of The Rock me toe dat hij geen kortingboekje maar een kaartje wilde zien. Bij de lift riepen twee dames om dóór te lopen (waar ik al mee bezig was). Het is niet persoonlijk. New Yorkers zijn dol op regels en snelheid. Ze lijken grof maar zijn reuze behulpzaam. Zelfs de onbenulligste vragen ('Welke richting is het Central Park?') vinden ze heerlijk. Toen ik me tien jaar terug met vrouw en twee uitgehongerde kinderen door een bloedheet Central Park sleepte, leidde een feeachtige New Yorkse dame ons vriendelijk naar het leukste hamburgerrestaurant van de Upper West Side. Nooit vergat ik de balsemende ervaring van aardigheid in den vreemde. Door New York gedraag ik me in mijn woonplaats als een kruising van moeder Teresa en Mark Rutte. Toeristen op zoek naar het Mauritshuis vangen bij mij nooit bot, al staan ze tien meter voor de ingang. Elke keer als ik thuiskom van New York zit ik nog dagen te neuriën aan de eettafel, door de energie van Manhattan. Met die grote zakelijke plannen is het nog niets geworden. Google, Facebook en Airbnb kwamen er even tussendoor. Maar ik dénk nog altijd als een New Yorker: ‘Het allermooiste moet nog komen!’
Harri Theirlynck
13