20082009 origin#1

Page 1

Jaargang 4 oktober 2008 Nummer 1

Bio-Farmaceutische Wetenschappen | Biologie | LS&T | MST | Universiteit Leiden

Junior Science Lab ook open voor vwo en havo

Peter Klinkhamer nieuwe opleidingsdirecteur biologie

Vissen roepen om gehoord te worden

De dans van de eiwitten


Redactioneel

Inhoud

Een nieuw jaar

Nieuws

3

Het academisch jaar is net begonnen. Dit gaat zoals gewoonlijk gepaard met de aantocht van de herst. Stormachtige herstdagen worden afgewisseld met bijna zomers aandoende zonnigheid. Ach, niets is zo veranderlijk als het weer. Voor onze faculteit betekent het nieuwe jaar een lichting enthousiaste eerstejaars in de collegebanken. Zij staan aan het begin van een mooie studententijd, waarin hun studievereniging wellicht een belangrijke rol gaat spelen. In dit nummer stellen de nieuwe besturen van drie studieverenigingen zich voor. De verenigingen kunnen veel betekenen voor de studenten, op het gebied van onderwijs, kennismaken met bedrijven en ontspanning. Zoals Peter Klinkhamer, de nieuwe opleidingsdirecteur Biologie, het mooi weet te verwoorden: “.. een actieve studievereniging vergroot het kader (..) voor de studenten”.

De dans van de eiwitten

4

Klimaatsverandering, voorbode voor ‘The Sixth Extinction?’

8

Chantal Stoffelsma

Zomerstage

12

Vissen roepen om gehoord te worden

16

Interview Peter Klinkhamer

20

De week van Jiska Kentrop

24

De musketiers komen eraan

26

LBC lentefeest

28

Aesculapius

30

Agenda & promoties

31

4

12

20

30

Colofon , jaargang 4, nummer 1, oktober 2008 Oplage:

6.200

Redactieadres: Origin Magazine Einsteinweg 55 2333 CC Leiden info@originmagazine.nl www.originmagazine.nl Redactie:

2

Hoofdredactie: Gert Jan van Helden Eindredactie: Chantal Stoffelsma Johan Detollenaere

Origin - Universiteit Leiden

Aan Origin werkten mee: Marcellus Ubbink, Jan Slikkerveer, Christiaan van Gorkum, Hans Slabbekoorn, Reanne van Kleef, Peter Klinkhamer, Jiska Kentrop, Leonoor Albers, Hans de Bruijn, Frits Roozen en Tatjana Zwaans. Drukkerij:

Drukkerij Groen, Leiden

Opmaak:

teambart

Origin en al haar inhoud © Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, Universiteit Leiden. Alle rechten voorbehouden.


Nieuws Douwe Breimer ontvangt Ubbo Emmiuspenning van Rijksuniversiteit Groningen Prof.dr. Douwe Breimer, farmacoloog, oud-rector magnificus en oud-collegevoorzitter van de Universiteit Leiden, heeft de Ubbo Emmiuspenning voor Wetenschappelijke Verdiensten van de Rijksuniveristeit Grongen ontvangen. Deze prijs wordt slechts eens in de vijf jaar uitgereikt. Breimer kreeg de prijs vanwege het feit dat hij in en buiten zijn vakgebied zeer veel heeft bijgedragen aan de wetenschap. Prof.dr. Serge Daan, decaan van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen noemde de combinatie van zijn goedgebruikte talenten een zeldzaamheid. Bron: Universiteit Leiden

gaan hier gebruik van maken. Dr. Ludo Juurlink is, naast onderzoeker Oppervlaktechemie en Katalyse bij het LIC, twee dagen per week directeur van het Junior Science Lab. Juurlink wil ook dat de docenten bij het lab worden betrokken. Er wordt gekeken hoe je de stof kunt omzetten in proeven voor scholieren. Daarnaast ziet Juurlink nog meer mogelijkheden voor het lab. ‘Dit is een unieke kans om didactisch onderzoek te doen. Je zou bijvoorbeeld de effectiviteit van onderwijs kunnen onderzoeken. Hoe effectiever het onderwijs, hoe minder docenten je nodig hebt en gezien het docententekort voor de bètavakken is dat enorm relevant.’ Bron: Universiteit Leiden

Magnetic Resonance in Chemistry Award for Young Scientists voor Eugenio Daviso

De Hortus Botanicus Leiden – oudste botanische tuin ter wereld?

Eugenio Daviso, van het Leids Instituut voor Chemisch Onderzoek (LIC), heeft de Magnetic Resonance in Chemistry Award for Young Scientists 2008 gewonnen. De prijs wordt uitgereikt door de uitgever van het Journal of Magnetic Resonance in Chemistry. De redacteuren van dit tijdschrift selecteerden de drie beste bijdragen van een jonge debutant. De bijdrage, The origin of solid-state photo-CIDNP effect, beschrijft het coherentiefenomeen van kernspins dat in natuurlijke fotosynthetische reactiecentra optreedt en nieuwe mogelijkheden biedt voor vastestof-NMR-methoden. Het werk maakt deel uit van zijn promotieonderzoek onder de supervisie van Vidi-laureaat dr. Jörg Matysik. De prijs werd uitgereikt op de jaarlijkse vergadering van de Groupement Ampere, de EUROMAR conferentie, op 10 juli in Sint Petersburg. Bron: Universiteit Leiden

Junior Science Lab ook open voor vwo en havo Op 23 september was de aftrap van het vernieuwde Junior Science Lab in de Gorlaeus Laboratoria. Waar oorspronkelijk vooral klassen van basisscholen proefjes kwamen doen, wordt het nu ook toegankelijk gemaakt voor vwo- en havo-klassen. Zes Leidse scholen

Op 22 oktober 2008 zal Dr. Gerda van Uffelen, collection manager van de Hortus botanicus te Leiden, hierover een lezing houden in de Oranjerie van de Hortus aan het Rapenburg te Leiden. De Leidse Hortus botanicus behoort tot de oudste Europese universitaire tuinen ter wereld. De Leidse Hortus voldeed al bij zijn stichting aan alle drie deze criteria: de tuin was toegankelijk voor de burgers van Leiden, en was dus net als nu een museum. Op last van de universiteit herbergde de tuin ook een collectie medicinale planten, voor het onderwijs van aankomende artsen: een Hortus medicus. Onderzoek is terug te vinden bij bijvoorbeeld Carolus Clusius, één van de eerste plantkundigen, die planten niet alleen vanwege hun mogelijk nut bestudeerde, maar oprecht geïnteresseerd was in alle planten die hij maar te pakken kon krijgen. De Hortus Botanicus was recentelijk nog in het nieuws. Eind augustus kwam de reuzenaronskelk in bloei te staan. Dit bijzondere event – de aronskelk komt slechts eens in de acht à vijftien jaar tot bloei – trok meer dan 6000 bezoekers.

Nieuws Origin - Universiteit Leiden

3


De Dans van de Eiwitten Eiwitmoleculen zijn de werkpaarden van de levende cel. Om alle levensprocessen in goede banen te leiden communiceren ze met elkaar door aan elkaar te binden. We hebben ontdekt dat sommige eiwitten daarbij voortdurend om elkaar heen bewegen: de dans van de eiwitten. DOOR DR. MARCELLUS UBBINK, PROTEIN CHEMISTRY, LEIDS INSTITUUT VOOR CHEMIEONDERZOEK M.UBBINK@CHEM. LEIDENUNIV.NL; HTTP://PROTCHEM.LIC.GORLAEUS.NET/

Eiwitten: levensstof Eiwitmoleculen of proteïnen (van het Griekse πρωτειος dat ‘op de eerste plaats’ betekent) vormen het grootste deel van de vaste stof in ons lichaam, de ‘materie van het leven’. Eiwitten vervullen zeer diverse functies. Harde stoffen zoals haar en nagels bestaan grotendeels uit het eiwit keratine. Collageen is het hoofdbestanddeel van pezen, de banden die de spieren hechten aan botten. Maar ook signaalmoleculen, zoals het hormoon insuline, zijn vaak eiwitten. Daarnaast worden de talloze chemische reacties in de natuur versneld en gecontroleerd door evenzovele verschillende eiwitten, die enzymen worden genoemd. De mens maakt 20 –25 duizend eiwitten, waarvan bovendien vele nog in verscheidene vormen kunnen voorkomen.

Figuur 1. Het elektrontransporteiwit pseudoazurine bestaat uit een keten van 123 aminozuren die zich opvouwen in de weergegeven structuur. De blauwe bol is een koperion, verantwoordelijke voor elektronopname en –afgifte. De koper wordt vastgehouden door enkele zijgroepen van de aminozuren. De overige zijgroepen zijn niet weergegeven.

4

Origin - Universiteit Leiden

Ondanks de rijkdom aan functies is de opbouw van eiwitten bedrieglijk eenvoudig. Alle eiwitten bestaan uit een lange keten van twintig verschillende bouwstenen, de aminozuren. De ketenlengte varieert van zo’n 70 tot wel meer dan 26.000 aminozuren voor het spiereiwit titine, al zijn de meeste niet langer dan 2000. Het zijn de verhouding en volgorde van verschillende aminozuren die de structuur en het karakter van het eiwit bepalen. Met twintig typen aminozuren is een astronomisch aantal combinaties te maken; voor een keten van lengte n is dat 20n. De samenstelling van de keten van aminozuren ligt gecodeerd in het DNA. Het ligt voor de hand te denken dat een lange, flexibele keten van aminozuren geen vaste ruimtelijke structuur heeft, maar toen aan het begin van de 20 e eeuw aangetoond werd dat eiwitten kristallen konden vormen, werd duidelijk dat alle eiwitmoleculen met dezelfde aminozuurvolgorde ook dezelfde ruimtelijke structuur aannemen. Sindsdien is voor duizenden eiwitten die ruimtelijke structuur bepaald, zie bijvoorbeeld Figuur 1, voornamelijk met behulp van Röntgendiffractie in de kristallen. Er is een grote diversiteit aan eiwitstructuren die verklaart waarom eiwitten zulke verschillende taken kunnen uitvoeren.

Pratende eiwitten Eiwitten communiceren met elkaar. Door contact te maken kunnen ze elkaars activiteit beïnvloeden. Deze eiwitinteracties vormen de moleculaire basis van de immer verbazingwekkende complexiteit van het leven. Binnen in een cel verlopen tientallen processen tegelijkertijd in harmonie en bij elk proces zijn tientallen eiwitten betrokken. Een mens is opgebouwd uit vele miljarden cellen verdeeld over honderden celtypen in verschillende weefsels en organen, zo georganiseerd dat één samenhangend geheel ontstaat. Er bestaan complexe netwerken van eiwitinteracties; veel eiwitten kunnen contact maken met meer dan één ander eiwit. Willen we de complexiteit werkelijk kunnen doorgronden dan moeten we de fundamentele, fysische interacties tussen eiwitmoleculen begrijpen. Anders zullen we niet


kunnen voorspellen welke eiwitten wel en welke niet geneigd zijn een interactie aan te gaan. Immers, een eiwit treft vele andere eiwitten aan in zijn omgeving maar weet zijn partners te onderscheiden van de rest. In de onderzoeksgroep Protein Chemistry onderzoeken we hoe eiwitten een eiwitcomplex vormen. De sterkte waarmee eiwitten elkaar binden verschilt over meer dan 13 ordes van grootte, afhankelijk van de functie van de interactie. Als een eiwit een ander bindt om diens activiteit uit te schakelen, in een zogenaamde enzym-inhibitor complex, dan moet die interactie heel sterk zijn en een lange levensduur hebben. Maar als eiwitten binden om elkaar een signaal door te geven, bijvoorbeeld als respons op insuline dat aangeeft dat suiker in de cel moet worden opgenomen, dan kan zo’n complex zwakker en kortlevend zijn. Stevige eiwitcomplexen kunnen vaak, net als losse eiwitten, kristallen vormen en dus kan hun structuur bepaald worden. Hierdoor hebben we Figuur 2. Een NMR spectrum van een klein eiwit. Elk signaal wordt veroorzaakt door veel geleerd over eiwitinteracties in dergelijke coméén van de aminozuren in de eiwitketen. De letter geeft het type aminozuur aan en plexen. Eiwitcomplexen worden niet door chemische het nummer de positie in de keten. (‘covalente’) bindingen bij elkaar gehouden, maar door zwakke fysisch-chemische interacties, zoals in hoog tempo oxidaties en reducties uitgevoerd voor waterstof bruggen, van der Waals contacten, ladingsde energieproductie. De elektronoverdrachtseiwitten interacties en het hydrofobe effect. Ieder van de deze transporteren elektronen van één eiwit naar het interacties tussen twee atomen is zwak maar vele andere, door eerst een complex te vormen met het samen leveren de bindingsdonoreiwit en daarna met Ondanks de rijkdom aan functies kracht. Zo weten we dat het acceptoreiwit. Het is voor sterke interacties de is de opbouw van eiwitten bedrieglijk zaak dat het elektron dan oppervlaktes van de beide overspringt van eiwit naar eenvoudig eiwitten goed moeten paseiwit. De levensduur van sen en dat watermoleculen, deze complexen mag niet die normaal rond het eiwitoppervlak zitten, moeten te lang zijn want dat zou de hele energieproductie worden weggeduwd. Dit lijkt ongunstig, maar is juist kunnen vertragen. Daarom zijn dit vaak kortlevende gunstig door de toename aan wanorde (entropie) die complexen, met een levenduur van minder dan de watermoleculen daardoor ervaren. 1 milliseconde.

Wisselende contacten

Magnetische spins van atomen kietelen

Weinig weten we echter over de zwakke interacties tussen eiwitten, die desalniettemin veel voorkomen en belangrijk zijn voor allerlei levensprocessen. Een goed voorbeeld zijn de elektronoverdrachtseiwitten, welke een rol spelen in allerlei chemische reacties waarbij elektronen vrijkomen of gebruikt worden (redoxreacties). Dit gebeurt in de fotosynthese, het belangrijkste levenproces op aarde, waarbij suikers worden gemaakt met behulp van licht, maar ook in onze eigen energiecentrales in de cel, de mitochondriën genaamd. In deze complexe processen worden

Wij bestuderen deze kortlevende complexen met behulp van kernspinresonantie, meestal aangeduid met de Engelse afkorting NMR, voor nuclear magnetic resonance. Het is een spectroscopische techniek waarbij het eiwit in een sterk magneetveld wordt bestookt met radiogolven. De magnetische spin van de atoomkernen in het molecuul kunnen zo zichtbaar worden gemaakt. Deze techniek is bijzonder nuttig omdat daarmee de verschillende atomen in een molecuul apart geobserveerd kunnen worden. Zelfs in een groot molecuul als een eiwit kan het NMR signaal

Origin - Universiteit Leiden

5


van bijna alle verschillende atomen apart worden waargenomen en geïdentificeerd, zie bijvoorbeeld het NMR spectrum in Figuur 2. Dit zijn honderden signalen die elk als een kleine lokale sensor informatie geven over wat er in de directe omgeving van dat atoom gebeurt. Dit geeft ons een beeld van het eiwit op atomair niveau en maakt het mogelijk de delen van het eiwit die betrokken zijn bij het binden van de partner te bepalen, mits de ruimtelijke structuur van het losse eiwit reeds bekend is. Nadeel van NMR spectroscopie is dat redelijk veel eiwit, in zuivere vorm vereist is. Daarom worden de eiwitten geproduceerd in speciale cellen (bacteriën, gist of insectencellen) en daarna gezuiverd. Dit is de moeite waard, want alleen NMR kan inzicht geven in zowel de structuur als de dynamiek van de zwakke eiwitinteractie. Onze specialiteit is gelegen in speciale trucs die we gebruiken om nog meer informatie uit de NMR experimenten te kunnen destilleren. We brengen speciale probes aan die het NMR signaal op een gecontroleerde manier beïnvloeden. Deze probes bevatten één of enkele ongepaarde elektronen en worden paramagnetisch genoemd. De magnetische spin van het elektron is zeer sterk en zorgt voor goed begrepen, afstandsafhankelijke effecten op de atoomkernen in beide eiwitten in het complex. De probes kunnen eenvoudige moleculen zijn, zoals stabiele radicalen, die op een door ons bepaalde plek op het eiwitoppervlak worden vastgezet. Maar zulke moleculen hebben veel bewegingsvrijheid, wat de toepassing beperkt. We hebben daarom een speciaal nieuw molecule ontwikkeld voor dit doel, in samenwerking met dr. Mark Overkleeft van de sectie Bio-organische chemie. Deze probe heeft twee ‘armen’ waarmee hij op twee plekken op het oppervlak wordt vastgezet (Figuur 3). Daardoor

Figuur 3. De lanthanidekooi bevestigd aan een eiwit.

6

Origin - Universiteit Leiden

is hij veel minder beweeglijk. Het is een kooi waarin een lanthanide-ion kan worden opgesloten. Lanthaniden zijn metalen die zeer sterke paramagnetische effecten veroorzaken.

Figuur 4. Het complex van nitriet reductase (in pastelkleuren) en pseudoazurine (transparante bollen met rode lintstructuur). De oranje bollen geven de posities aan van de gebruikte probes.

De dans Met behulp van deze probes hebben we de structuur van verschillende kortlevende complexen kunnen bepalen, zelfs van een heel groot complex (Figuur 4). Net als bij de structuren van stevige complexen, geven deze structuren informatie over wat het complex bijeen houdt, maar ook wat zorgt voor een korte levensduur. Om een snelle binding te bereiken zijn er meestal sterke ladingsinteracties tussen de eiwitten. In deze complexen passen de eiwitten niet goed op elkaar en is het contactoppervlak klein. De eiwitten vervormen nauwelijks bij het aangaan van het complex. Deze eigenschappen zorgen dat het complex gemakkelijk weer uiteen gaat. Misschien wel de belangrijkste ontdekking is dat deze complexen erg dynamisch zijn. Door de analyse van de paramagnetische effecten bleek dat de eiwitten niet voortdurend een enkele, goedgedefi nieerde structuur innemen, maar meer bewegingsvrijheid hebben. De eiwitmoleculen bewegen rond elkaar, als voeren ze een elegante dans uit. Dit kan worden weergegeven als een dubbel evenwicht (Figuur 5), waarbij de dynamische en goedgedefi nieerde vorm met elkaar in evenwicht zijn. Terwijl men, wellicht beïnvloed door de statisch plaatjes van stevige complexen, dacht dat de dynamisch fase slechts heel even bestond en niet waar te nemen was, blijkt nu dat in zwakke eiwitcomplexen, deze fase een belangrijk deel


van het complex uitmaakt. Dit jaar hebben we zelfs een complex gevonden dat volledig in de dynamische fase blijkt te zijn (Figuur 6). En toch is dit complex actief in elektronoverdracht. De natuur balanceert hier tussen een specifieke en een non-specifieke interactie, op zoek naar het evenwicht tussen de bindingssterkte en korte levensduur van het complex. We hebben al gezien dat kleine veranderingen in het contactgebied van de eiwitten het evenwicht kan verschuiven richting minder specificiteit en meer dynamiek. Dit onderzoek maakt duidelijk dat voor het doorgronden van zwakke complexen de dynamische fase ook bestudeerd moet worden. We vermoeden dat in die fase vooral ladingsinteracties van belang zijn en dat de eiwitten hun omringend water niet hebben afgestoten. Daarom wordt deze fase wel de ‘encounter state’ genoemd, de fase waarin de eiwitten elkaar nog maar net ontmoet hebben, maar nog geen uitgebreide interacties zijn aangegaan. Ons huidige onderzoek is erop gericht de dynamische fase verder in kaart te

brengen. Hoe groot is het oppervlak dat de eiwitten afzoeken? Bestaat de dynamische fase uit enkele oriëntaties van de eiwitten ten opzichte van elkaar of uit een continuüm? Welke eigenschappen van het eiwitoppervlak bepalen het evenwicht tussen dynamische en goedgedefi nieerde fase? Kunnen we deze dans van eiwitten zichtbaar maken...?

Het complex van cytochroom c (rood) en cytochroom c peroxidase (groen). De gouden wolk geeft aan waar cytochroom c kan komen in het dynamisch complex. De rode structuur geeft de positie in het goedgedefinieerde complex aan.

Enkele van onze artikelen: 1. Volkov, A. N., Worrall, J. A. R., Holtzmann, E. and Ubbink, M. (2006). Figuur 5. Model voor complexvorming. De vrije eiwitten (links)

Solution structure and dynamics of the complex between cytochrome

vormen eerst een dynamisch complex (midden) dat in evenwicht is

c and cytochrome c peroxidase determined by paramagnetic NMR.

met het goedgedefinieerde complex (rechts) waarin de reactie (zoals

Proc.Natl.Acad.Sci.U.S.A. 103, 18945-18950.

elektronoverdracht) plaatsvindt.

2. Keizers, P. H. J., Desreux, J. F., Overhand, M. and Ubbink, M. (2007). Increased paramagnetic effect of a lanthanide protein probe by two-point attachment. J.Am.Chem.Soc. 129, 9292-9293. 3. Vlasie, M. D., Fernandez-Busnadiego, R., Prudencio, M. and Ubbink, M. (2008). Conformation0 of pseudoazurin in the 152 kDa elektron transfer complex with nitrite reductase determined by paramagnetic NMR. J.Mol.Biol. 375, 1405-1415. 4. Xu, X. F., Reinle, W. G., Hannemann, F., Konarev, P. V., Svergun, D. I., Bernhardt, R. and Ubbink, M. (2008). Dynamics in a pure encounter complex of two proteins studied by solution scattering and paramagnetic NMR spectroscopy. J.Am.Chem.Soc. 130, 6395-6403.

Figuur 6. Het complex van cytochroom c en adrenodoxine is een dynamisch complex. Het oppervlak van adrenodoxin is weergegeven, met rood voor negatieve en blauw voor positieve gebieden. De middelpunten van de cytochroom c moleculen in het ensemble van mogelijke oriëntaties zijn weergegeven als groene bollen, om te laten zien dat het gebied dat door cytochroom c bezocht wordt overeenkomt met de negatieve kant van adrenodoxine.

Origin - Universiteit Leiden

7


Voorbeschouwing op de Public Lecture van Richard E. Leakey op 25 november 2008 in de Grote Zaal van het Gorlaeus Gebouw.

Klimaatsverandering: Voorbode van de ‘Sixth Extinction’? Lang voordat Al Gore samen met het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) de Nobel vredesprijs in 2007 ontving omdat zij mondiale aandacht op het probleem van klimaatsverandering wisten te vestigen, schreef Richard Leakey in 1995 in zijn boek ‘The Sixth Extension: Patterns of Life and the Future of Humankind’ reeds: ‘by far the most important mode

of human-driven extinction is the destruction and fragmentation of habitat, especially the inexorable cutting of tropical rainforest’ , waarmee hij impliciet aangaf dat met name verdere ontbossing in hoge mate bijdraagt aan klimaatsverandering door toename van het broeikas-gas CO2. Doordat deze bekende palaeoantropoloog en natuurbeschermer daarmee een belangrijke oorzaak van de huidige klimaatsverandering aan het conto van de mens toevoegt, en daarmee Homo sapiens zelf verantwoordelijk stelt voor het uitsterven van soorten van planten en dieren, en uiteindelijk van zijn eigen soort, heeft het concept van ‘human-induced extinction’ van Alfred Russel Wallace (1876) een nieuwe, bredere betekenis gekregen in het debat van klimaatsverandering versus bedreiging van bioculturele diversiteit.

PROF.DR. L. JAN SLIKKERVEER, LEAD/NHN

Fig. 1 Voorstelling van de transformatie van de nymf Daphne in een laurierboom. (Bron: Ovid’s Metamorphoses, ca. 1450)

8

Origin - Universiteit Leiden

Veranderingen en schommelingen in het klimaat hebben de mens al sinds eeuwen beziggehouden, allereerst vanwege de directe gevolgen voor levenswijze en overleving, maar vooral ook door de daarmee gepaard gaande enorme, dikwijls levensbedreigende natuurkrachten, waarvoor de verklaring in het bovennatuurlijke gezocht diende te worden. Zo verhaalt de Griekse mythe van de transformatie van de nymf Daphne in een laurierboom (Laurus nobilis), bewerkstelligd door haar vader, de Rivier God Pencios, om aan de amoureuze bedoelingen van Apollo, de God van muziek, profetie en de zon, te ontkomen. In die gedaante werd zij niet alleen het symbool van de overwinning, voortlevend in onze lauwerkrans en het laureaat, maar is de laurier – apart van de gastronomische eigenschappen van bessen en bladeren - sedert de prehistorie vooral ook als heilige boom vereerd en beschermd vanwege haar magische eigenschappen om de mens voor de natuurkrachten van klimaat, donder en bliksem te behoeden. [Fig. 1]


De opmerkelijke belangstelling van 16e en 17e eeuwse Europese historici voor de Zondvoed (Flood ofwel Deluge) werd vooral geinspireerd door oude Griekse bronnen en de Bijbel, waarin de cosmische geschiedenis vanaf de Schepping via het leven, de dood en de opstanding van Christus tot aan de Dag des Oordeels en de Apocalypse tot uitdrukking kwam in voorstelligen van Adam en Eva in het Paradijs, de Ark van Noach en de allesverwoestende Zondvloed. Reconstructies van de tijd van voor de komst van de mens op aarde werden uitgevoerd aan de hand van fossielen van planten en dieren, die als ‘organic remains resFig. 2 Voorstelling van de verschijning van de mens op tored’ een beeld trachtten te geven van uitgestorven aarde nog voor de Zondvloed. levensvormen uit de oertijd. De fascinatie voor de (Bron: Louis Figuier’s Earth before the Deluge, periode en de aanleiding tot de Zondvloed komt later Paris: Hachette 1867) vooral tot uitdrukking in populair-wetenschappelijke werken van John Martin (1828) A Descriptive Catalovan nieuwe soorten. Deze ‘habitat hypothese’ van gue of the Deluge, Louis Figuier (1863) La Terre avant Elisabeth Vrba (1997) gaat uit van verschillende le Déluge, en Oscar Fraas (1866) Before the Flood. reacties van soorten op klimaatsveranderingen van Deze laatste werken scheppen een prachtig beeld van verspreiding, migratie of speciatie – opsplitsing in de rijke biodiversiteit die de aarde gekend moet hebnieuwe soorten - of van totale uitsterving. ben voor de komst van de mens. [Fig. 2] Na afloop van de periode van de laatste IJstijd die De onschatbare waarde die biodiversiteit heeft voor duurde van 75.000 tot 10.000 jaar geleden deed zich het bestaan van de mens heeft Richard Leakey vanuit in Afrika ook een dergelijke ‘pulse of evolution’ in de evolutietheorie vooral het Neolithicum voor, die in zijn werk benadrukt niet alleen gepaard ging Veranderingen en schommelingen binnen de context van de aan de verdere algemene in het klimaat hebben de mens al sinds ontwikkeling van de mosnel toenemende bedreiging van uitsterving en verlies derne mens, maar ook aan eeuwen beziggehouden daarvan, en pogingen om diens landbouwcultuur dit proces een halt toe te brengen. Zijn diachronische in de transitie van gebruik van wilde planten naar de benadering van het directe voordeel van de ‘diversity eerste vormen van gedomesticeerde voedselplanten, of life’ voor de overleving van de mens – voedsel, mabekend als de ‘Agricultural Revolution’. Hoewel Oost teriaal en medicijnen - is de belangrijkste inspiratie Afrika door Nicolai Vavilov (195i) was aangewezen voor mijn eigen werk geweest op het etnobotanische als een van de wereld’s Mega Centers of Biodiversity, terrein van de met bidoversiteit verbonden culturele is deze regio vooral als Charles Darwin’s ‘Cradle of diversiteit in termen van Indigenous Knowledge Mankind’ bekend geworden door de opzienbarende Systems (IKS), specifiek gericht op kennis en gebruik ontdekkingen door Richard Leakey en zijn team van van planten voor voedsel en medicijnen in ontwikfossiele resten van de belangrijke menselijke vooroukelingslanden. ders – Australopithecus, Homo erectus, Homo habilis Door onze toegenomen kennis over de invloed van en Homo sapiens – met name in het gebied van Lake klimaatsveranderingen op ecosystemen en levende Turkana in Noord-West Kenya. soorten vanaf het Cenozoic, 65 miljoen jaar geleden De begrijpelijke lacune in het onderzoek naar oortot aan het heden, waaruit een patroon naar voren sprong en ontwikkeling van de landbouw in dit voor komt van elkaar opeenvolgende afkoeling en opwarde menselijke evolutie zo belangrijke gebied in vergeming van de aarde in de zgn. ‘Milankovitch Cycles’ lijking met interessante studies in de Fertile Crescent weten we nu dat klimaatswijzigingen in het verleden in Turkije en in vroege landbouwgebieden in Mesoniet alleen tot uitsterven van grote aantallen planten Amerika en Peru bood mij vanuit ons Leiden Ethnoen dieren hebben geleid, maar soms ook tot opkomst systems and Development Programma (LEAD) de

Origin - Universiteit Leiden

9


unieke gelegenheid om in samenwerking met Richard Leakey van de National Museums of Kenya (NMK) het eerste palaeo-etnobotanisch onderzoek in Kenya, Oost Afrika uit te voeren met steun van Phillips Medical Systems. Het veldwerk in Gogo Falls in West Kenya in de zomer van 1989/1990 bracht daarbij de opzienbarende ontdekking aan het licht van de eerste progenitor van finger millet, Corancana, geidentificeerd als Eleusine indica spp. africana. [Fig. 3] Als follow-up van dit onderzoeksproject werd in 1990 in Leiden het Symposium Origins and Development of Agriculture in East Africa: The Ethnosytems Approach to the Study of Early Food Production in Kenya gehouden, waarin ook een interdisciplinair programma voor toegepast gericht onderzoek werd opgesteld, dat op basis van de reconstructie van processen van ontstaan, ontwikkeling en interactie met het milieu in Oost Afrika de synergie van traditionele en moderne landbouwsystemen in deze regio verder tracht te ontwikkelen . Zoals Leakey en Slikkerveer (1991) opmerken: ‘ future research should be focused on existing perceptions, practices and skills, as well as on the groups which continue to maintain and utilize these unique knowledge systems to survive often harsh environments from generation to generation.’ Deze eerste palaeo-etnobotanische analyse van de vroege voedselproductie in Kenya heeft niet alleen het inzicht in het ontstaan van de landbouw in Oost Afrika verder vergroot, maar ook de methode van de etnografische analogie, dwz diachronische vergelijking van (pre)historiche en tegenwoordige bevol-

Fig. 3 Electronen microscoop foto van de gevonden Elusine indica spp. africana. (Bron: LEAD/NMK; foto: Mr. Nelson Tabu).

10

Origin - Universiteit Leiden

Fig. 4 Richard Leakey demonstreert hier het gebruik van een 9.000 jaar oude hertshoorn sikkel waarmee onze voorouders voldoende voedsel van een wilde graansoort, eenkoorn, wisten te oogsten. (Bron: R.E. Leakey, Human Origins, London: Hamish Hamilton, 1982) kingsgroepen in een bepaalde regio in hun gebruik van planten voor voedsel, medicijnen en materiaal, verder ontwikkeld.[Fig. 4] Naar aanleiding van bovengenoemd Symposium heeft het project haar vervolg gekregen in een zeer belangrijk, door de EU gesponsoord onderzoeksprogramma van LEAD met NMK i.s.m. Universitas Padjadjaran (UNPAD) in Bandung en het Mediterranean Agronomic Institute of Chania (MAICH) in Griekenland inz. Indigenous Knowledge for Sustainable Agricultural Development in Kenya and Indonesia (INDAKS) 1994-1999, waarbij op grond van vergelijkend onderzoek praktische aanbevelingen konden worden geformuleerd voor de ontwikkeling van duurzame landbouwsystemen in beide landen, de zgn geintegreerde – traditionele en moderne – agroecosystemen, die gebaseerd zijn op lokale kennis, gebruik en ervaring van voedselplanten en gewassen in relatie tot het specifieke habitat van Kenya en Indonesie. In deze geintegreerde benadering van lokale farming systems t.b.v. voedselproduktie klinkt niet alleen de grote betekenis door van bovengenoemde biodiversiteit van planten, maar ook van culturele diversiteit van kennis en ervaring in dat gebruik van deze natuurlijke hulpbronnen door de lokale bevolking. Opmerkelijk is hier, dat ook fluctuaties en veranderingen in het klimaat van direkte betekenis zijn voor de ‘indigenous management systems’, en alszodanig de basis vormen voor de ontwikkeling van specifieke aanpassingen aan het milieu over vele generaties. Niet alleen selectie en rotatie van voedselplanten en gewassen, maar ook migratie naar vruchtbare streken en adaptieve veranderingen in levenswijze volgen de dikwijls bedreigende weersveranderingen die uiteindelijk leiden tot droogte, erosie en degradatie van gronden, met name in de aride en semi-aride gebieden, de ASAL Lands van Oost Afrika.


Een belangrijk resultaat van het INDAKS onderzoek is, dat ontbossing en grootschalige bosbranden in beide onderzoeksgebieden van Kitui in Kenya en Halimun in Java, Indonesie niet alleen door de lokale bevolking als een directe bedreiging voor hun landbouwgronden worden gezien, maar ook in relatie worden gebracht met grote veranderingen in weer en klimaat over vele generaties heen, die bepaalde groepen voornamelijk vanwege het verlies van hun habitat hebben doen wegtrekken uit hun oorspronkelijke vestigingsgebieden. Wat wij aldus hebben geobserveerd in kleinschalige ontwikkelingen van het voortbestaan van inheemse volken in ruraal Afrika en Azie , ver weg van de grote urbane centra van de wereld, kan als een indicatie gezien worden van het begin van soortgelijke ontwikkelingen in breder verband in Oost Afrika en Zuid-Oost Azië, en elders ter wereld: bedreiging van bioculturele diversiteit door structurele veranderingen in het klimaat die uiteindelijk voor een groot deel het indirecte gevolg zijn van destructieve menselijke activiteiten, zoals het kappen en branden van het regenwoud, dat een zekere toename van het broeikasgas CO2 tot gevolg heeft. Uit dit en overeenkomstig onderzoek is overigens gebleken, dat de schuld daarvoor zeker niet altijd bij de kleine inheemse boeren gelegd kan worden, maar dat vaak niet-lokale handelaren en zakenlieden zich van deze praktijkern bedienen om korte-termijn winsten te boeken ten koste van het duurzame gebruik van het natuurlijk milieu en de hulpbronnen zoals dit over vele generaties als onderdeel van de ‘Traditional Ecological Knowledge’ (TEK) in het voortbestaan van inheemse culturen heeft voorzien. Het is duidelijk, dat de oorzaken van bedreiging en verlies van de ‘diversity of life’ door dergelijke klimaatsveranderingen zeer complex zijn, en dat de bijdragen tot het vinden van een mogelijke oplossing van vele kanten zullen moeten komen. Global warming is inderdaad en global problem, en aldus zijn wij niet alleen een onderdeel van het probleem, maar ook van de oplossing daarvan. Het behoud van het tropisch regenwoud met alle diversiteit van planten, dieren en inheemse volken is daarbij niet alleen te beschouwen als een middel ter voorkoming van het verlies van een potentiele bron van planten voor voedsel, medicijnen en materiaal, maar vooral ook als een middel tot drastische beperking van grote klimaatsveranderingen door de reductie van Co2 uitstoot, die

daarbij onontbeerlijk zal zijn, niet alleen voor Oost Afrika, maar ook voor de rest van de wereld.

Referenties Leakey, R.E. & L.J. Slikkerveer (eds) (1991) Origins and Development of Agriculture in East Africa: The Ethnosystems Approach to the Study of Early Food production in Kenya, Studies in Technology and Social Change No. 19, Ames, Iowa State University Research Foundation, 302 pp. Leakey, R.E. & L.J. Slikkerveer (1993) Man-Ape, Ape-Man: The Quest for Human’s Place in Nature and Dubois ‘Missing Link’. Leiden: Netherlands Foundation for Kenya Wildlife Service. Leakey, R.E. & R. Lewin (1995) The Sixth Extension: Patterns of Life and the Future of Humankind, New York: Doubleday. Slikkerveer, L.J. (1995) Indigenous Agricultural Knowledge Systems in East Africa: Retrieving Past and Present Diversity for Future Strategies, in: Bennun, L.A., R.A. Aman & S.A. Crafter (eds.) Conservation of Biodiversity in Africa: Local Initiatives and Institutional Roles, Tresaith: Samara Publishers. Slikkerveer, L.J. (1999) Ethnoscience, ‘TEK’ and its Application to Conservation, in: Posey, D.A (ed.) Cultural and Spiritual Values of Biodiversity: A Complementary Contribution to the Global Biodiversity Assessment, Nairobi/London: UNEP/ITP. Swahn, J.O. (1995) The Lore of Spices: Their History, Nature and Uses around the World, New York: Crescent Books. Vavilov, N.I. (1951) The Origin, Variation, Immunity and Breeding of Cultivated Plants, New York, Roland Press. Vrba, E. (1997) Habitat Theory in Relation to the Evolution in African Neogene Biota and Hominids, in: Bromage, T.G.& F. Schrenk African Biogeography, Climate Change and Early Hominid Evolution, New York: Oxford University Press. Warren, D.M., L.J. Slikkerveer & D.W. Brokensha (eds) (1994) The Cultural Dimension of Development: Indigenous Knowledge Systems, IT Studies in Indigenous Knowledge and Development, London, Intermediate Technology Publications.

Origin - Universiteit Leiden

11


Zomerstage Mijn naam is Christiaan van Gorkum, ik ben 21 jaar en onlangs begonnen aan mijn Master Life Science & Technology. Aan het einde van mijn Bachelor ben ik als vrije keuzevak op uitwisseling geweest via de USA zomerstage van het LIC. Los Angeles was geweldig en ik wil er graag over vertellen! DOOR; CHRISTIAAN VAN GORKUM

Voorbereiding Ergens in november 2007 kwam ik op de LIFE website een verhaal tegen van Daan Geraets, die in de zomer in Los Angeles op stage was geweest. Geïnteresseerd las ik zijn verslag, printte het uit en legde het op dat stapeltje wat iedereen waarschijnlijk wel heeft. Hét stapeltje wat ik raadpleegde toen ik de aankondiging van de buitenlandvoorlichting las, Daan zou hier spreken! Vol spanning zat ik in het Gorlaeus, om er snel achter te komen dat er een hoop interessante verhalen waren over olifantenpopulaties in Afrika, maar meneer Geraets ontbrak. Gelukkig kreeg ik via Gloria Schildwacht de benodigde info, die mij later ook via het opleiding-blackboard bereikte. De uitwisseling is van origine tussen scheikunde studenten van het LIC en 4 Amerikaanse Colleges, een soort hogeschool, maar op universitair niveau. Gelukkig was deze sinds kort ook open voor LS&T studenten en toevallig had ik mijn keuzevakken en Bachelor stage zo gepland dat ik in mee kon doen. Ik had mazzel: de uitwisseling was bedoeld voor MSc studenten, maar omdat ik mijn stage op tijd zou afronden mocht ik meedoen. En eigenlijk had ik

12

Origin - Universiteit Leiden

een LIC stage moeten doen, maar een LUMC stage gepland; gelukkig was ook dat was geen bezwaar. Dus begon ik met het schrijven van mijn sollicitatie, liet het controleren door verschillende mensen, twijfelde nog eens of ik hier wel klaar voor was, en stuurde het op. Eind februari hoorde ik uiteindelijk dat ik geselecteerd was. Ten minste, er waren maar 3 deelnemers dus mocht ik mee doen. Dankzij mijn gunstige gemiddelde mocht ik als eerste kiezen en koos dus voor het bekende: Occidental College in Los Angeles. Ik meende me van de Amerikaanse verkiezingen te herinneren dat California blauw kleurde en best progressief was.

Los Angeles Vanaf toen ging het snel. Ik had het al druk zat met mijn stage en ‘normale’ leven dus het was best een opgave om opeens een visum, vliegtickets, paspoort en weet ik al niet te regelen. Tot in de details moest ik mijn reis plannen, verhuisde bijna de volledige inhoud van mijn kamer naar mijn ouders en had mijn stageverslag nog niet eens af toen ik opsteeg op 25 mei. Ook was ik er nog niet aan toe gekomen me te oriënteren op LA of California, dus ik sprong letterlijk in het diepe toen ik weer landde. Gelukkig bracht een taxi me naar het juiste adres en vond ik snel mijn kamer in de dormitory op de campus, dit zou voor 10 weken mijn thuis zijn. Het waterniveau in de WC’s stond argwanend hoog, de douches bestonden uit sproeikoppen met daartussen douchegordijnen en de kluisjes deden mij meteen denken elke willekeurige Amerikaanse teen-movie. Maar dat zou ik wel overleven.


Op de eerste avond maakte ik kennis met twee vriendelijke kerels, enorm homo, en toen de één na een pilletje begon te knuffelen en vroeg of ik toch niet Bi-curious was – ik had meteen duidelijk gemaakt hetero te zijn – vond ik het tijd voor mijn bed. Toch raakte ik bevriend met deze dubieuze kerel, en na een vrije dag (Memorial Day) vol interessante cultuur uitwisselingen, werd ik op dinsdag opgepikt door een labgenootje voor ontbijt. Na een onwennige maaltijd in de kantine kwam ik aan in het lab van Prof. Dr. Phoebe Dea en maakte kennis.

Biochemisch onderzoek We zouden met fosfolipiden aan de slag gaan, en ik mocht zelf mijn onderwerp kiezen. Toen ik kenbaar maakte totaal geen inspiratie te hebben, duwde ze me voorzichtig in de richting van interdigitated bilayers. Ik begon te lezen en leerde over een speciale fase van celmembranen, waarin de apolaire staarten tussen elkaar gaan zitten en als gevolg de bilayer dikte halveert. Dit kan worden geïnduceerd door anesthetica zoals ethanol en heeft ingrijpende gevolgen voor de cel; signaaltransductie, transportcomplexen en andere membraaneiwitten worden totaal ontregeld. Interdigitatie schijnt ook in natuurlijke situaties voor te komen, alhoewel ik nog steeds geen precieze voorbeelden kan noemen. Helaas (of gelukkig?) zijn celmembranen bijzonder complex en nog altijd niet goed begrepen. Ons model bestond dan ook uit een mix van twee fosfolipiden, wat het celbiologische kader behoorlijk verminderde. Karakterisatie lijkt me voor een scheiko minder erg, moleculen zijn moleculen. Maar voor mij als LS&Ter was dit even slikken, want wat is dan de toepassing? Waar Daan Geraets met

De Interdigitated Gel Phase werd geïnduceerd met 8% ethanol in water. Zonder ethanol wordt door verhitting de Rippled Gel Phase bereikt. Door verdere verhitting volgt voor beide de Liquid Crystalline Phase. De pieken van deze faseovergangen werden met elkaar vergeleken.

stamcellen in de weer was geweest, had ik een meer fundamenteel onderwerp te pakken. Een beetje balend ging ik aan de slag met calorimetrie om mijn fosfolipidenmixjes te karakteriseren. Fosfolipiden kunnen bij verhitting en afkoeling verschillende fasen doorlopen (zie figuur). Is er bij een bepaalde temperatuur extra energie nodig om de mix op te warmen, dan komt dit door een faseverandering. Een calorimeter registreert deze energiepiek en ik heb in totaal zo’n 200 pieken van verschillende fosfolipiden mixjes vergeleken. De ellende met calorimetrie is, dat de meetwaarden vaak ‘waar’ zijn. In het LUMC keken we minder gek op van rare resultaten, die cellen waren nu eenmaal eigenwijs. Nu moest ik voor alle verschillende pieken een verklaring zoeken en hoopte een bepaalde trend te ontdekken. Verbaasd merkte ik dat dit stiekem best leuk was. Al je creativiteit loslaten om resultaten te verklaren; dat is een spelletje, een ingewikkelde puzzel voor biochemici. En zo ging ik van gepassioneerde eiwitgek over in fundamenteel scheikundig onderzoeker. Blijkbaar zit onderzoeken in ons bloed, want ik was net zo gepassioneerd bezig als in het LUMC.

Origin - Universiteit Leiden

13


Met fluorescentie spectroscopie en een fluorescerende probe – welke niet fluoresceerde in de interdigitated phase – heb ik uiteindelijk mijn antwoorden gevonden. Mijn professor wilde nog aan mijn achtergrond tegemoet komen en ook een membraaneiwit toevoegen. Ik ben daar echter nooit meer aan toegekomen. Dr. Dea steunde me in alles, had geduld, inspireerde en was bijzonder vriendelijk. Ze nam ons mee uit eten en was altijd op zoek naar een mooie plek voor groupmeetings. Zo zijn we onder werktijd nog eens rondgeleid in een prachtig tuinencomplex en bezochten we een leuk patriottistisch museum. We waren met z’n drieën háár studenten en ze zorgde goed voor ons. Ook komt ze met al haar studenten tot een publicatie, onderzoek doen undergraduates het hele jaar naast hun studie, en in 2 jaar bereiken de meesten wel wat. Mijn onderwerp wordt nu opgepakt door een labgenootje en we zullen over een jaar gaan publiceren in waarschijnlijk het Biophysical Journal. Het moederfiguur is ook een ijzersterk onderzoeker, geweldig!

Het was zonder twijfel de zomer van mijn leven!

De ervaring Onderzoek staat natuurlijk centraal in een zomerstage. Toch was ik blij verrast met de 40 urige werkweek met 1 uur lunch per dag. In het LUMC maakte ik soms dagen tot 19.00u, in de VS maakte Dr. Dea zich zorgen of we niet te hard werkten. Ze kwam na 17.00u vaak vragen of ik niet eens naar huis moest gaan en daar ging ik dankbaar in mee. Na een diner in de kantine, all-you-can-eat, had ik de avonden vrij en zo ook het weekend. En dat was ik niet gewend met mijn zaterdagse bijbaantje, zondagse familiebezoekjes en wekelijkse drukte van studeren, huishouden, commissies en mijn verenigingen. Ik had gewoon het gevoel dat ik op vakantie was en ben bijvoorbeeld een weekendje gaan kamperen in Sequioa National Park. Verder is het in California altijd 30 graden, dus was het heerlijk vertoeven en de avonden waren lang. En zo leerde ik in een razend tempo veel mensen kennen, stuk voor stuk interessante figuren. In LA is er een bijzondere emancipatie tegenover homoseksualiteit en daar zouden wij in ons land wat van kunnen leren. Gelukkig waren er ook vele andere verhalen, van een mormoon uit Utah tot hippe gast uit New York; van Bulgaarse uitwisseling student tot rasechte lompe Amerikaan; Afro-Amerikanen, Mexicanen en de Aziaten, ze waren er allemaal.

14

Origin - Universiteit Leiden


De culturele diversiteit op campus vond ik fijn en mijn Nederlandse achtergrond viel ook goed in de smaak. Ik heb hard gelachen om de gezichten die me aankeken wanneer ik vertelde dat ik nog nooit wiet had gerookt in Nederland, want daar is het legaal toch? Ze vonden dat het gedoogbeleid een nobel prijs verdiende. Alcohol werd ook volop geconsumeerd, want dat mag pas vanaf je 21e en de verboden vrucht smaakt best lekker. Daarentegen is autorijden de normaalste zaak van de wereld. De afstanden zijn groot en veel jongeren gaan met hun auto al naar highschool. Mocht jij met jouw auto naar de middelbare school? Ik niet! Er is hierdoor wel behoorlijk wat smog in drukke delen van de stad. Iedereen denkt wel aan het milieu, maar Los Angeles is groot en openbaar vervoer een ramp. Lucky us! De clichés zijn allemaal uitgekomen. Ik heb in de relatief korte periode mezelf beter leren kennen, de goede kanten van Nederland leren waarderen maar ben ook geïnspireerd door Amerikaanse vriendelijkheid en gastvrijheid. Ook al heet het ‘het westen’, er zit een wereld van verschil tussen Europa en de VS. Bevestigd in Amerikanen die naar Europa willen en Europeanen die het willen maken in de States. Verder zijn mijn onderzoeksvaardigheden enorm verbeterd en men merkte op dat mijn Engels beter is dan dat van vele Amerikanen.

ieder weekend klem te zuipen, gelukkig zijn sommige studentengedragingen universeel. Mijn vrienden daar zijn voor het leven. In het 3 oktober weekend zoek ik twee vriendinnen op in Parijs, waarmee ik ook de kerstvakantie in Bulgarije ga vieren. In februari ga ik met LIFE op studiereis naar California en ook dan ga ik iedereen weer opzoeken. Het lijkt alsof ik een stukje van mezelf heb verloren aan California; 10 weken stage, negen tijdzones van huis, een hele ervaring. Het was zonder twijfel de zomer van mijn leven!

Voor meer informatie over de zomerstage voor scheikunde en LS&T, neem contact op met Gloria schildwacht@edufwn.leidenuniv.nl. Let wel, stage en kamer in Leiden zijn een pré!

Een van mijn hoogtepunten was het bezoek aan de Grand Canyon State Arizona. Ik heb de trekpleister zelf niet gezien, maar verbleef met een vriend bij zijn ouders wat erg speciaal was. Family Life was warm en welkom, en hun speedboat bezorgde ons een leuke dag op een stuwmeer. De bergen daar waren mij als lagelander al indrukwekkend genoeg! Verder is College Life te gek voor woorden: let’s chill, hang out and party! De fraternities en sororities zijn heel anders dan studentenverenigingen en in plaats van studieverenigingen is op de campus veel georganiseerd in clubs. Debate club, Ultimate Frisbee, Queer Straight Alliance, bedenk het en het is er. Academisch gezien zitten die lui ook goed in elkaar; ze leren nachtenlang voor hun tentamens en CV’s staan vol met community service en internships. De maatschappij leeft, ook op de campus. En toch staan ook zij zich

Origin - Universiteit Leiden

15


Vissen roepen om gehoord te de Nederlandse Niet voor niets gebruiken de marine en de pelagische visserij sonar om respectievelijk verdachte objecten en scholen vis op te sporen. Water is namelijk een uitermate geschikt medium voor geluidsoverdracht. Wat veel mensen zich echter niet realiseren, is dat geluid ook voor veel dieren een zeer belangrijke rol speelt in hun onderwaterleven.

HANS SLABBEKOORN GEDRAGSBIOLOGIE, INSTITUUT BIOLOGIE LEIDEN

Aukje Coers helpt de netten binnenhalen van binnenvisser Peter Kooistra.

Walvissen staan bekend om hun melancholieke zangtonen die over afstanden van duizenden kilometers hoorbaar zijn. Maar ook veel vissen brommen, grommen, raspen, knarsen, klikken of piepen. Het meest gebeurt dit tijdens de paartijd, om een partner te lokken of een concurrent op afstand te houden, of tijdens de trek, ten behoeve van groepscoördinatie. En er zijn niet alleen vissengeluiden die van belang kunnen zijn, maar alle geluiden en echo’s onder water kunnen relevante informatie bevatten voor een vis. Waterturbulentie van watervalletjes, kolken van een aanvallende roofvis, het geruis van wind in riet dat van boven naar onder water wordt doorgegeven, of geluiden van menselijke activiteiten, behoren allemaal tot het geluidslandschap, de “soundscape” onder water.

Eén en al oor Veel vissen hebben ook zeer gevoelige ‘apparatuur’ om te kunnen horen. Hoewel ze geen uitwendige gehoorschelp hebben, vertoont hun inwendige oor veel overeenkomsten met het onze. Daarnaast bezitten ze meer organen om geluid te kunnen detecteren, zoals het zijlijnsysteem (drukreceptoren langs de lengteas van het lichaam) en de zwemblaas (waarmee ze hun drijfvermogen reguleren, maar die ook prima

16

Origin - Universiteit Leiden


worden,maar lukt dat nog in binnenwateren? Niels Bouton aan het werk onder water op de Azoren

als klankkast fungeert), die via speciale gehoorbeentjes geluidstrillingen kan doorgeven naar het oor. Kortom, de meeste vissen zijn één en al oor!

Informatieoverdracht in de ‘dark room’

Karen de Jong, Aukje Coers, en Dennis Vincourt hebben als student geluidsopnames gemaakt “in het veld” op de Azoren onder begeleiding van Niels Een voorbeeld van een vis die geluid gebruikt om te Bouton en IBL-gedragsbioloog Hans Slabbekoorn. communiceren is de rotspoelslijmvis van de Azoren. Zo kwamen we er achter dat de mannen geluiden maDe mannen van deze soort bezetten een holte in de ken als er vrouwelijke visite is. Grote mannen roepen rotsen aan de lavakust, of nemen positie onder een daarbij met een lagere stem dan de kleine mannen en steen in de getijdenzone. De dus is er potentie voor informavrouwen zwemmen rond en tieoverdracht in de ‘dark room’. Grote mannen roepen bezoeken deze nestlokaties om Er wordt niet altijd geroepen, daarbij met een lagere stem maar als er bij binnenkomst een eieren af te zetten en verder de zorg aan de betreffende man vocaal onthaal is dan is de kans dan de kleine mannen over te laten. Doorgaans zijn groot dat de vrouw lang blijft en vissenvrouwen geïnteresseerd een flink eipakket afzet. Binnenin grootte. Grote mannen kunnen haar eieren goed kort hopen we te weten of een laag stemgeluid van de tegen rovers bewaken. Grote mannen zijn ook groot man bijdraagt aan het vertrouwen bij de vrouw. geworden door lang te leven en goed te eten, en dus is grootte een bewijs voor een genenpakket van een De nestlokaties van de roepende slijmvissen liggen overlever. Interessant is dus om te weten hoe groot de zoals gezegd in de getijdenzone. Het verschuiven van man is die onder de steen of in een holte huist, maar de branding met hoog en laag water zorgt voor grote hoe komen ze dat te weten in de duisternis? variatie in lawaainivo. Hierdoor hebben de acoustische signalen soms wel en soms niet de potentie om verder te reiken dan de nestholte. Dit zijn natuurlijke fluctuaties in lawaainivo die een maskerende werking hebben gehad gedurende de

Origin - Universiteit Leiden

17


Afgezet eipakket van een slijmvisvrouw in een experimentele buis.

18

Origin - Universiteit Leiden


evolutie van dit communicatiesysteem. Dichter bij huis zwemt er ook veel onder water en spelen geluiden zeer waarschijnlijk ook een belangrijke rol voor veel vissoorten. In de Nederlandse binnenwateren was het misschien echter evolutionair gezien heel lang stil, maar daar is recent verandering in gekomen. Overal leggen menselijke activiteiten een steeds groter beslag op de acoustische ruimte onder water. Ongehoord (door ons), en onbekend als het om de overlast voor vissen en schade aan gevoelige populaties gaat.

Herrie onder water In juni 2007 verscheen het rapport “Vissen en Geluidsoverlast” waarin een zorgwekkende toename van geluid onder water in Nederlandse meren en rivieren in beeld werd gebracht. Beroepsvaart, gemotoriseerde recreatie en bouwen in en aan het water zijn de belangrijkste veroorzakers van de herrie. Kennis over de gevolgen voor zoetwatervissen in deze lawaaizones is nagenoeg afwezig. Eigenlijk zou in de buurt van water elke milieu effect rapportage (MER) aandacht moeten besteden aan de effecten van geluid op vissen. Heiwerkzaamheden dichtbij of in water kunnen vissen directe schade toebrengen. Binnen een straal van 50 m rondom de heipaal is directe vissterfte onvermijdelijk, maar ze kunnen over afstanden van een paar honderd meter nog steeds bloedingen en beschadigingen vertonen van inwendige organen en de zwemblaas. De minder luide, maar meer continu aanwezige geluidenstroom van boten, fabrieken, en gemalen, heeft een bekende, negatieve invloed op stress-hormoonnivo’s, maar de invloed op overleving, succesvolle broedcycli, of efficiëntie van migratie is volledig onbekend.

Snoekbaars die niet goed heeft geluisterd

Op de bres voor vis en vaderland De onderzoeksgroep Gedragsbiologie van het Instituut Biologie Leiden wil in de kennisbehoefte voorzien door een onderzoeksprogramma op te zetten in samenwerking met o.a. TNO en IMARES. Hierbij zullen we ons niet alleen richten op de paling, maar ook op andere vissoorten, zowel beschermde soorten van de rode lijst als commercieel interessante soorten als snoekbaars, baars en brasem. Uiteindelijk moet dit ten goede komen aan de bescherming van zoetwaterpopulaties en dus zorgen voor een verbeterde visstand in de Nederlandse binnenwateren. Op de bres voor vis en vaderland: fundamenteel wetenschappelijk onderzoek met oog voor natuurbehoud en visserijbelangen!

Literatuur Slabbekoorn, H. & Bouton, N. 2008. Soundscape orientation: a new field in need of sound

Neem bijvoorbeeld de paling: op dit moment serieus met uitsterven bedreigd. Er wordt veel geld geïnvesteerd in onderzoek naar hoe de soort is te redden, maar niemand die naar de paling luistert. In een Frans wetenschappelijk tijdschrift werd in 2004 gesuggereerd dat palingen geluid maken en de Engelse visgeluidenexpert Tony Hawkins meent ook palinggeluiden opgevangen te hebben. Geluid zou een belangrijke rol kunnen spelen tijdens de migratie, zowel voor onderlinge communicatie als bij het vinden van de juiste route. Dit laatste geldt waarschijnlijk voor meer soorten, en onderzoek naar akoustische geleiding van vis zou bijvoorbeeld de effectiviteit van vistrappen significant kunnen verbeteren.

investigation. Animal Behaviour doi:10.1016/j.anbehav.2008.06.010 Coers, A., Bouton, N., Vincourt, D. & Slabbekoorn, H. 2008. Fluctuating noise conditions may limit acoustic communication distance in the rock-pool blenny. Bioacoustics 17, 63-65. De Jong, K., Bouton, N. & Slabbekoorn, H. 2007. Azorean rock-pool blennies produce sizedependent calls in a courtship context. Animal Behaviour 74: 1285-1292. Van Opzeeland, I., Slabbekoorn, H., Andringa, T. & ten Cate, C. 2007. Vissen en geluidsoverlast: Effecten van geluidsbelasting onder water op zoetwatervissen. Rapport Universiteit Leiden/Universiteit Groningen, pp 1-20. De Levende Natuur 108: 39-43. Visionair, het Vakblad van Sportvisserij Nederland 4: 11-13.

Origin - Universiteit Leiden

19


Peter Klinkhamer nieuwe opleidingsdirecteur biologie

“We zouden de studenten een tijdje de universiteit uit moeten schoppen!�

20

Origin - Universiteit Leiden


Sinds 1 september 2008 mag Dr. Peter Klinkhamer zich opleidingsdirecteur van de opleiding Biologie noemen. Waarom kiest een rasonderzoeker voor zo een zware, tijdrovende bijbaan? En wat heeft hij voor het biologieonderwijs in petto?

DOOR; REANNE VAN KLEEF

Hoe ben je in Leiden terecht gekomen en wat heb je gedaan voordat je opleidingsdirecteur van biologie werd?

Hoe ben je uiteindelijk opleidingsdirecteur geworden? “Toen er een nieuwe opleidingsdirecteur nodig was ben ik gevraagd; het leek me een hele spannende en uitdagende functie. Onderwijszaken boeien me. Tijdens mijn studie heb ik een half jaar onderwijskunde gedaan en ik zit al een tijd in de OCB. Hoe lang kan ik me niet eens herinneren! Tien jaar? Vijftien jaar? In ieder geval heel lang! Ik denk dat dit mij een logische keus maakte.”

“Ik heb biologie gestudeerd in Utrecht met als hoofdrichting ecologie. Ik studeerde daar met mijn huidige collega Tom de Jong. We hebben ook op dezelfde promotieplek bij plantenecologie in Leiden gesolliciteerd, al weer 26 jaar geleden. Deze promotieplek hebben we gedeeld zodat we uiteindelijk allebei een halve baan hadden. Het Denk je dat de OCB – de OpleidingsCommissie onderwerp was Biologie – echt invloed kan uitoefenen op het populatiedynamibiologie onderwijs in Leiden? ca bij tweejarige “Het is niet altijd zichtbaar wat de OCB doet. Evaluaties van alle cursussen komen binnen via de planten. Daarna commissie en geluiden vanuit de studenten bereiken zijn we meer geinons via de studentleden. Op die manier komen we er teresseerd geraakt in de evolutie van life-histories van soms achter dat studenten bepaalde zaken heel anders planten; we hebben er zelfs een boek over geschreven! ervaren dan de stafleIk ben in een gunstige tijd den. Er zijn door de tijd wetenschapper geworden. heen wel concrete dingen Nu is het ondenkbaar “Het onderwijs zal efficiënter veranderd. Trouwens, als dat twee onderzoekers moeten worden gegeven; dit kan het ik dacht dat de OCB niets een promotieplek delen te zeggen heeft, zou ik er en dan ook nog in vijf programma zelfs verbeteren.” natuurlijk niet zo lang in jaar promoveren. Het is blijven zitten!” tegenwoordig allemaal een stuk moeilijker. Er wordt geen rekening gehouWat vind je van het huidige biologieonderwijs in den met mensen die alleen parttime kunnen werken. Leiden en wat zou je zelf willen veranderen? En hoewel het niet zo zou moeten zijn maakt dit het “Over het algemeen vind ik dat het biologieonderwijs vooral voor vrouwen een stuk lastiger. Daar zou wat hier lekker functioneert. Dat neemt niet weg dat er aan gedaan moeten worden! altijd punten zijn waar je voortdurend alert op moet Na mijn promotie kreeg ik een vaste aanstelling en zijn. Carel ten Cate, een van de vorige opleidingsuiteindelijk ben ik sectieleider van plantenecologie directeuren, heeft dat heel goed gedaan door onder geworden. Ik werk nu in een erg prettig team en dat andere het blokkensysteem in het eerste jaar in te is wel nodig als je ook opleidingsdirecteur wilt zijn. voeren en daarmee de zelfwerkzaamheid en de zelfMijn collega’s moeten nu een deel van mijn taken standigheid van studenten te vergroten. Onderdelen in opvangen.” een programma zijn daar altijd met een goede reden

Origin - Universiteit Leiden

21


“Ik heb wel wat rare trekjes: als ik een bloem zie moet ik altijd even naar de honingklieren kijken!”

22

geplaatst, maar je moet in de gaten blijven houden of Een ander punt is dat studenten nu niet goed zijn ze nog steeds goed functioneren. Een aantal punten voorbereid op hun bachelorstage. Dit zou kunwil ik wel verbeteren, maar nogmaals: met als uitnen worden verholpen door de cursus ‘General gangspunt dat ik het goed vind gaan. De Universiteit Research Skills’ naar voren te halen en al in het Leiden is een onderzoeksuniversiteit. Daarom vind ik bachelorprogramma te verwerken. In deze cursus dat elk masterprogramma goede onderzoekers moeworden de studenten voorbereid op het maken van ten afleveren. Wetenschappers hebben echter vaak een onderzoeksplan, het doen van onderzoek, het de neiging kloontjes uitvoeren van stavan zichzelf te willen tistische analyses en maken. Studenten het schrijven van een “Leiden moet zich gaan uitdragen als komen dikwijls op wetenschappelijk ardé biodiversiteitsstad van Nederland” hele andere posities tikel. Nu zit de cursus terecht dan die van aan het begin van de onderzoeker. Daarom master. Ik hoop dat vind ik dat we onze studenten moeten voorbereiden we zo de vertraging die studenten nu vaak oplopen met een breder blikveld. Ze moeten kunnen presenbij het afronden van hun stage kunnen verhelpen. teren, populair-wetenschappelijke stukken schrijven, Samen met de andere opleidingen binnen de faculnetwerken, enzovoort. We zouden de studenten een teit denken we hard over deze zaken na. tijdje de universiteit uit moeten schoppen! Eigenlijk zou Wat ik ook belangrijk vind, is dat Leiden zich iedere student een aantal maanden ervaring moeten moet gaan uitdragen als dé biodiversiteitstad van opdoen buiten de Leidse biologie. Nederland. Met Naturalis, Herbarium, Hortus,

Origin - Universiteit Leiden


CML en IBL hebben we heel wat in huis. Dat zouden we weleens beter naar buiten mogen brengen!”

Het IBL wordt gereorganiseerd en er is beloofd dat dit geen invloed zal hebben op het onderwijs. Veel studenten vragen zich echter af of dit ook echt mogelijk is. Hoe denk jij hierover? “De reorganisatie betekent dat we moeten gaan nadenken over de organisatie, en samenwerking moeten stimuleren. We moeten het onderwijs efficiënter geven; dit kan het programma zelfs verbeteren. Nu kent de biologie bijvoorbeeld veel contacturen. Je kan er over nadenken of dat de beste manier van onderwijs geven is. Maar we zullen dit zeker niet verminderen als dat betekent dat het onderwijs dan wordt aangetast. Waarschijnlijk zal de onderwijsinspanning per medewerker omhoog gaan. Mijn inschatting is dat het onderwijs niet in het geding zal komen.”

De afgelopen jaren is er een goede band opgebouwd tussen de opleidingsdirecteur en de LBC. Ben je van plan net zo nauw samen te werken met de LBC als de vorige opleidingsdirecteur? “Kees van den Hondel heeft dat heel goed gedaan. De LBC kan niet genoeg gekoesterd worden! Bij biologie is er een heel leuke actieve studievereniging en dit vergroot het kader en de lol voor studenten. Naast feesten worden er veel vakgerelateerde activiteiten georganiseerd en het contact tussen studenten en docenten wordt gestimuleerd. We mogen ons gelukkig prijzen met de LBC. Ik ben geen lid, maar zodra er een goede actie wordt georganiseerd om stafleden als lid te werven, ben ik de eerste die tekent!”

Een omhelsing met de beroemde LBC boom

In één zin: waar staat de nieuwe opleidingsdirecteur van biologie voor? “Onderwijs organiseren met een open blik op de wereld.”

Wil je tot slot nog wat kwijt? “Wil je wat lekkers bij de thee? Chocola? Pepernoten? Oh, ik zal de koekjes even bijvullen!”

“Het is gewoon heel leuk om met studenten om te gaan! Dat schept levendigheid, het vernieuwt je daardoor toch steeds een beetje en drukt je met de neus op de feiten. Ik denk dat dit voor veel docenten een belangrijke drijfveer is om op de universiteit te werken.” Auteur Reanne van Kleef volgt nu de mastertrack Biology & Communication

Origin - Universiteit Leiden

23


De week van...

Jiska Kentrop Hoi!, ik ben Jiska Kentrop, 19 jaar, tweedejaars student Biofarmaceutische Wetenschappen in Leiden en ik woon sinds half augustus op kamers in een hele gezellige studentenflat. Ik ben sinds dit jaar lid geworden van de studentenverenigingen Augustinus en AEGEE en ik help regelmatig mee met dingen voor m’n studievereniging Aesculapius. Zo ben ik nu bijvoorbeeld mentor van een groepje eerstejaars BFW’ers om ze te helpen met eventuele problemen die ze misschien liever niet aan de studieadviseurs voorleggen. En nee, ik ben niet uitgeloot voor geneeskunde, BFW was mijn eerste keuze (mensen blijven het maar vragen!) en na afgelopen jaar ben ik nog zekerder geworden van die keuze.

Maandag 8 september Maandag begon als een veelbelovende dag! Ik had geen college en kon dus beginnen met studeren voor Moleculaire Genetica en Biochemie. Met vooral Biochemie als prioriteit omdat de colleges voor mij veel te snel gingen en ik het niet meer bij kon benen. Ik heb ‘s middags toch een klein deel van m’n achterstand in kunnen halen, maar ik was nog best wel moe van het introductieweekend van AEGEE van afgelopen weekend dus het ging allemaal niet zo snel als ik zou willen. Ook al zijn de colleges nog maar een week begonnen, toch moest er wel weer fl ink worden gewerkt (vooral gelezen eigenlijk) en het opstarten na de vakantie is altijd moeilijk.

Dinsdag 9 september Dinsdagochtend om 9 uur begon mijn eerste college ICE (Introductie Communicatie en Educatie, of ook wel; leren presenteren) en het ging best aardig. Ik heb namelijk nogal de neiging om heel snel te praten tijdens presentaties als ik zenuwachtig ben; ik kreeg daarom de tips “las bewuste pauzes in tussen je zinnen door” en “neem af en toe een slokje water om pauzes te creëren”. Ik was heel blij met deze tips omdat ik hier ook echt wat mee kan doen. Ik hoop

24

Origin - Universiteit Leiden

dat ik over twee weken tijdens mijn grote presentatie in staat ben om de zinnen op een normaal tempo uit te spreken, maar dat is waarschijnlijk een kwestie van vaak oefenen! Tijdens het college Moleculaire Genetica had ik ook moeite om het tempo bij te houden. Het werkt natuurlijk niet in mijn voordeel dat ik een kleinde achterstand had opgebouwd, maar ik kon goed merken dat het tempo dit jaar fl ink is opgeschroefd. In het tweede jaar gaan de docenten uit van de basiskennis uit het eerste jaar en behandelen we de stof sneller. Maar een groot deel van die basiskennis is een beetje op de achtergrond geraakt en in m’n hoofd werd het een grote chaos aan losse herinneringen van de colleges van vorig jaar. ’s Avonds was de borrelavond van AEGEE. Eerst heb ik samen met mijn ‘mentorgroepje’ gegeten bij onze mentor van de introductieperiode en later zijn we gaan borrelen met andere leden van de vereniging in Café de Kroeg. Ik heb die avond een paar leuke mensen leren kennen en ben tot het einde van de borrel gebleven. Het was een zeer geslaagde avond!

Woensdag 10 september Vanmorgen heb ik heerlijk uitgeslapen en een klein beetje zelfstudie gedaan, want pas rond half twee begon m’n eerste college. Voor vandaag stonden Moleculaire Genetica en Biochemie op het programma (qua vakkendiversiteit bleef er deze week veel te wensen over) en het werd me zo zachtjes aan wel duidelijk dat m’n achterstand geen kleintje is; ik kon de colleges slecht bijhouden en ik moest nog veel lezen (van vorig jaar maar ook van de afgelopen colleges) Ik heb vandaag nog wel echt geprobeerd iets te volgen, maar ik liep echt te veel achter. ’s Avonds ben ik voor een avondje terug gegaan naar m’n ouders om te bewijzen dat ik nog leefde. Vanaf het moment dat ik op kamers ging, ben ik vanwege de KMT en werkweek van Augustinus amper thuis geweest.


Donderdag 11 september

kreeg. Het klonk allemaal even onbekend. Nu een Vandaag alleen Biochemie op het rooster maar ik ben jaar later ken ik de meeste commissies wel en ook niet gegaan. Onze docent had namelijk al voorspeld de leden dus ervaarde ik het minisymposium op een op woensdag waar we ons vandaag in zouden verdieheel andere manier! pen en aangezien ik het vorige college al moeite had ’s Middags was het tijd voor een paar gezellige spelom het te volgen, besloot ik eens goed in de boeken letjes zoals onder andere Twister XL en een bierestate duiken en echt aan de fette om het integreren slag te gaan. Tijdens het tussen eerstejaars en lezen kwam ik erachouderejaars iets te Ondanks dat de Salsales ter dat alle stof niet zo bevorderen. De stemeen complete chaos was, heb ik me moeilijk was als het eerst ming zat er goed in! leek, want in de boeken ’s Avonds was er een prima vermaakt! werden wel veel dingen gemaskerd feestje en herhaald en door veel heb ik een aantal plaatjes te kijken vallen veel kwartjes. eerstejaars studenten leren kennen, waaronder een ’s Avonds heb ik mijn eerste les Salsa gehad. Het was paar van mijn mentorgroepje. heel erg leuk en verassend vermoeiend. Vooral als de excentrieke dansleraar me bij de hand nam en Zondag 14 september met mij de zaal door danste. Ondanks dat de les een Nu, 750 foto’s (ik was de fotocommissie dit weekend) complete chaos was, heb ik me prima vermaakt! en vele leuke herinneringen later, zit ik lekker bij m’n ouders thuis in de tuin te genieten van het mooie Vrijdag 12 september weer. Straks nog even een hoofdstuk van Biochemie De dag van het Eerstejaars Weekend van Aesculapius lezen en hopen dat ik het vanaf maandag weer een waar ik al de hele zomer naar uit heb gekeken. Eerst beetje kan volgen! had ik nog ICE college waar ik een korte presentatie heb gegeven over mijn verbeterpunten voor het presenteren. Deze korte presentatie was voor een kleine groep van twintig mensen waarbij ik me totaal niet zenuwachtig voel. Het probleem is meer de grote zaal met honderd mensen! De kleine presentatie ging dus wel goed, alleen nu de grote presentatie nog over een tijdje. ’S Avonds begon het “Historisch” Eerstjejaars Weekend van Aesculapius. Het eerste feest stond in het teken van de Romeinen en de meeste mensen hadden het net zo professioneel aangepakt als ik; iedereen liep rond in een oud wit laken met een riem er omheen (en hier een daar een paar laurierkransen en plastic zwaarden). De nieuwe eerstejaars studenten waren nog een beetje onwennig, maar de stemming was goed.

Zaterdag 13 september Vandaag begon de dag met een minisymposium voor de eerstejaars BFW’ers over Aesculapius, de K.N.P.S.V en de commissies binnen deze verenigingen. Ik als tweedejaars Bio-farmaceut wist nog wel dat ik als eerstejaars een jaar geleden echt geen idee had van alle dingen die ik toen op het symposium te horen Origin - Universiteit Leiden

25


De Musketiers komen eraan, de Elfkus gaan vrije uurtjes hoog te houden volgt ze Chinees en een fotografiecursus mag ook niet ontbreken. Zij is de oudste en heeft de meeste ervaring van het stel, aangezien ze 5e jaars is en al vele commissies in LIFE draaiende heeft gehouden.

Het nieuwe jaar is weer begonnen en dit betekent dat ook het bestuur van LIFE weer is veranderd. De Elfkus hebben er een sprookjesjaar van gemaakt, maar zijn door het dromen verslagen door de Musketiers. Komend jaar gaat er gestreden worden om weer een super LIFE jaar neer te zetten. Maar wie zijn dan die Musketiers?

Allereerst hebben we Daan Robeerst. Hij zal komend jaar de taak van Abactis op zich nemen. Daan weet feilloos iedereen te vinden in de database en houdt in iedere vergadering de pen bij de hand. Hij heeft nu 2 jaar van de studie afgerond en heeft tijd voor een studiebreak. Hij is 19 jaar en droomt ervan om later net zo hard te kunnen fietsen als dat hij te paard gaat... Verder is het gekkengetal niet uit zijn hoofd te krijgen en droomt hij nu al over carnaval in februari. De nieuwe Quaestor heet Renco Beunis. Hij is ook derdejaars en net 20 geworden. Door de week rekent hij zich suf en in het weekend worden de cijfertjes in een beat en een lichtshow omgezet. Hij draait op feesten en partijen. Hij zal dus ook menig feestje regelen voor komend jaar. Met zijn eigen karretje rijdt hij kris kras door het land, maar sneller dan zijn paard zal hij nooit gaan. Als Quaestor kijkt hij namelijk erg naar zijn centen en een bekeuring blijft een slechte uitgave. De derde die de Musketiers gaat versterken is een nieuwe Commissaris Intern. Mia Urem houdt de touwtjes in handen van de commissies maar ook van de studie. Zo draagt de studievereniging niet alleen bij aan feestjes, maar blijven de tentamens ook hoog in het vaandel staan. Om de studie ook in haar

26

Origin - Universiteit Leiden

Ook voor Commissaris extern is er een vervanger gevonden. Bianca van Leeuwen zal zorgen dat er geen gevecht uitbreekt en dat er een goede communicatie ontstaat met de verschillende bedrijven. Zij regelt ook de excursies en natuurlijk de sponsoring voor mooie activiteiten. Mocht ze nu een uurtje vrij hebben om te relaxen, staat er alweer een activiteit ingepland in de vorm van basketbal, roeien of gewoon vrienden bezoeken in het hele land. De stopknop is moeilijk te vinden dus zij rent sneller dan haar paard. De 5e Musketier is Leonoor Albers. Komend jaar gaat zij als Praeses alles onder controle houden en blijft ze ervoor zorgen dat alle paarden dezelfde kant opgaan. Naast haar jaar op het hok gaat ze fluitend in een orkest het leven door en onderneemt ze een poging tot sporten. Ondertussen droomt ze over Chili waar ze op haar paard graag een keer naartoe wil rijden. Maar wat gaan de Musketiers voor LIFE betekenen? Allereerst blijven de borrels bestaan, de voorbereidingen van het lustrumjaar worden in gang gezet en de commissies gaan weer hoogtij vieren. De excursies worden gepland en de reizen georganiseerd. De feestjes mogen natuurlijk ook niet ontbreken en de samenwerking met andere verenigingen versterkt. Een puntje waar extra aandacht naar uitgaat, is de promotie, de alumnidatabase en activiteiten voor de masters. Studiegerelateerde activiteiten zoals lunchlezingen, tentamenbundels, evaluaties zullen blijven bestaan en in samenwerking met professoren verbeterd worden. Kortom het komend jaar zal een levendig LIFE jaar worden, mis het niet!


Chemisch Dispuut Leiden

Het Chemisch Dispuut Leiden is 16 september van bestuur gewisseld en ik heb de eer om het CDL, mijn bestuursgenootjes en mijzelf voor te stellen. Het CDL is de studievereniging van de studie MS&T en de masterstudenten scheikunde. Wij willen als studievereniging in de eerste plaats de kwaliteit van de opleiding bewaken, maar daarnaast zijn we er ook voor de gezelligheid. Vanuit het CDL worden regelmatig borrels en feestjes georganiseerd, maar ook de wat serieuzere dingen zoals lunchlezingen, excursies en een reis naar België om daar een kijkje te nemen bij chemische bedrijven. Het CDL heeft vijf bestuursleden, te weten: Johan Postema, de ab actis; Jos van den Elshout, de quaestor; Tom Hazenberg, de assessor acquisitie; Stefan van der Vorm, de assessor onderwijs. De praeses van het Chemisch Dispuut Leiden ben ik: Hans de Bruijn. Johan is 22 jaar en een veelzijdige jongen. Hij heeft een jaar in Canada rondgereisd en gewerkt, maar vindt het daarnaast ook leuk om te werken aan zijn modeltreinbaan. Helaas mist de tijd daarvoor een beetje... Als ab actis zal hij het contact onderhouden met de buitenwereld via de mail en er voor zorgen dat de post op tijd de deur uit gaat. Jos is 21 jaar oud, vindt foto en videobewerking erg leuk en is zo creatief dat hij al wel eens een halve IO’er is genoemd. Als quaestor zal hij dit jaar over al ons geld gaan. Wat we mogen uitgeven en waaraan, het is allemaal zijn taak. Tom is nu 21, heeft een passie voor muziek en houdt ook wel van wat beweging op zijn tijd. Op het

moment tennist hij, maar hij is nog meer van plan. Als assessor acquisitie is hij verantwoordelijk voor het binnenhalen van sponsorgelden, iets wat hij met veel plezier zal gaan doen. Stefan is 20, woont sinds kort op kamers en houdt heel erg van muziek. Of het nou om luisteren of het maken ervan gaat, Stefan kan er van genieten. Hij zal zich binnen het bestuur voornamelijk gaan bezighouden met de kwaliteit van het onderwijs. Zowel van de studie MS&T, als van de master scheikunde. Zelf ben ik 19 jaar, houd ook heel erg van muziek, maar zeil toch ook wel heel graag. Voornamelijk het wedstrijdzeilen bevalt altijd heel erg goed. Dit jaar houd ik me bezig met het regelen van alles wat er vanuit de vereniging wordt georganiseerd en bewaar ik het overzicht binnen de vereniging. Als bestuur willen we een aantal dingen bereiken. Zo willen wij graag minimaal één carrièrelezing organiseren zodat leden een beter beeld kunnen krijgen van de mogelijkheden die zij hebben na hun studie. Ook het organiseren van drie major oriëntatie-excursies vinden wij belangrijk. Tijdens deze excursies krijgen de eerstejaars een betere indruk van de mogelijkheden binnen de verschillende majors waaruit zij kunnen kiezen, te weten: scheikunde, duurzaamheid en technologie. Verder willen wij ons ook inzetten voor de studie MS&T, niet alleen de kwaliteit van de studie is belangrijk, maar ook de promotie voor wetenschappelijke bèta opleidingen (voornamelijk MS&T natuurlijk) is van groot belang. Wij hebben er ontzettend veel zin in en gaan dit een mooi jaar maken!

Origin - Universiteit Leiden

27


LBC Lentefeest Het is mei 2003. Biologen, hoogleraren en docenten staan in groepjes met elkaar te praten, genietend van een buffet en muziek. De Oranjerie van de Hortus is omgetoverd tot een feestlocatie voor het grootste feest van de Leidse Biologen Club, het Lentefeest. Natuurlijk wordt er ook genoten van de aanwezige dranken en later op de avond staat dan ook iedereen swingend op de dansvloer. De romantische aantrekkingskracht van de Hortus laat niet menig bioloog ongeroerd.

Korte wandelingen worden gemaakt, ondertussen wordt er even geslapen tussen de plantjes en menig struik of plant wordt voorzien van een andere naam. De Hortus Botanicus is een fantastische plek om rond te dwalen als bioloog maar toch niet zo geschikt als feestlocatie. Het LBC ging dan ook samen met het Instituut Biologie Leiden (IBL) op zoek naar een nieuwe locatie voor het Lentefeest. De keuze viel op de tuin van het Clusius Laboratorium. Naast een nieuwe locatie werd ook een nieuwe formule geprobeerd; het Lentefeest en het eindfeest van het IBL werden gecombineerd. Het resultaat was dat hierdoor zowel biologen, bètastudenten als IBL medewerkers weer op een leuke manier samen het academisch jaar konden besluiten.

28

Origin - Universiteit Leiden

Op 27 juni 2008 was het Lentefeest. Geen lente meer, maar de intentie is hetzelfde. Op het grasveld achter het Clusius Laboratorium was een grote feesttent neergezet, her en der stonden wat biertafels en over het gehele terrein hingen kleurige lampjes. Al aan het einde van de middag kwamen de eerste gasten binnen druppelen. De eerstejaars biologen hadden een week lang onderzoek gedaan en deze dag was er een afsluitend symposium, waarna er geborreld kon worden op het Lentefeest. Het weer was goed en toen het eerste fust werd aangesloten, stormden vele eerstejaars naar te tap om een drankje te kunnen bemachtigen. Ook de IBL medewerkers, docenten en studenten begonnen gestaag het feestterrein te betreden en al


snel zat de sfeer er goed in. Het geluidsteam was nog bezig met opzetten, maar af en toe schalde er veel belovende muziek over het terrein. Tegelijkertijd werd er een barbecue opgezet, zodat de gasten aan het begin van de avond een goede maaltijd konden verorberen.

ieder jaar weer wordt georganiseerd, mogelijk nog geslaagder en met nog meer studenten. Tot volgend jaar!

DJ Tom de Jong, zelf ook ooit IBL medewerker, startte het feest door gezellige jaren ’80 plaatjes te draaien. Studenten en docenten gingen richting de feesttent en werden warm gemaakt door de muziek. De volgende act was ‘The Palookas’, een Haagse Ska-band. Deze punkers bliezen de tent op met hun ruige gitaren en feestelijke trombone. Het feest was in volle gang en het gehele terrein was in de ban van de ska. De meisjes van ‘Disco Prino’ sloten de avond goed af, door de benodigde hits op de dansvloer te werpen. Een avond vol muziek, drank, eten, gezelligheid en voor ieder wat wils.

Frits Roozen Praeses Lentefeest 2008

Namens de Lentefeest Commissie,

Het Lentefeest 2008 was voor veel docenten en biologen een van de gezelligste feesten van de LBC. Nu is het natuurlijk de bedoeling dat het Lentefeest

Origin - Universiteit Leiden

29


Aesculapius

L.P.S.V. ‘Aesculapius’

Waerde lezers,

30

Een nieuw academisch jaar betekent dat er veel nieuwe plannen, mensen en opdrachten klaar staan. En ook nieuwe besturen van de studieverenigingen van onze mooie faculteit. Zo nieuw als de overige besturen zijn wij niet meer, aangezien wij vanaf juni al bezig zijn, maar voor alle eerstejaars en de lezers van de Origin zijn wij frisse nieuwe gezichten. Toch zijn wij ook niet erg fris op dit moment, want wij hebben afgelopen weekend ons eerstejaarsweekend gehad. Een heel weekend optrekken met de nieuwe stroom van Aesculapen is een lust, maar doet niet veel voor je nachtrust. Waar wel uit af te leiden valt dat het drie geslaagde dagen waren! In dit weekend hebben wij de vereniging en ons als bestuur voorgesteld en we willen ons langs deze weg ook aan de studenten en medewerkers van de faculteit voorstellen. Al 123 jaar is L.P.S.V. „Aesculapius” de vereniging voor (bio-)farmaceuten in Leiden en ook dit jaar is er een nieuw bestuur gevormd dat met veel enthousiasme het jaar in- en uitgaat. Met z’n vijven regelen wij dat de dagelijkse gang van zaken en zien erop toe dat elke commissie zijn taken uitvoerd. Dit jaar heb ik de eer om dat te doen met Julia Hillger als ab-actis, Marco van der Stoep als quaestor, Simone Verhage als assessor I en Bart Lenselink als assessor II. Ik zal eens wat meer over ze uit de doeken doen, zodat je een idee krijgt waar ik hele dagen mee op het hok door breng. Julia is nu derdejaars en een echte vastbijter. Ze begint pas aan iets als ze het

Origin - Universiteit Leiden

andere helemaal volmaakt heeft volbracht. Je kan dus wel inzien dat ze als ab-actis op de goede plek zit, want de notulen van een Algemene Leden Vergadering typen is geen klein karweitje. Marco is net als ik vierdejaars en ken ik al sinds de El-Cid, want daar zaten wij samen in een groepje. De vriendschap is nooit overgegaan en van het bestuur ken ik hem door en door. Erg leuk, maar ook irritant als hij mij weer eens op mijn plekje zet, aangezien hij mij ook door en door kent. Als een echte mastermind tovert hij dit jaar met de getallen, zodat alles kloppend wordt en wij mooie activiteiten kunnen organiseren. Verder heb ik Simone om te zorgen dat alles goed verloopt met onze eerstejaarscommissie ‘Panacea’ en de buitenlandse excursie. Haar zag ik vaak op activiteiten en ben er al achtergekomen dat we ons samen goed kunnen vermaken op een borrel. Net als Julia is ze derdejaars en zij kenden elkaar dan ook al goed voordat ze aan deze missie begonnen. Als laatst Bart, schattige Bart. De functie van assessor II wordt bij ons altijd ingevuld door een (toen) eerstejaars en daarmee is hij dus het broekje van het bestuur. Onderschat hem echter niet! Van ons allen is hij degene die iedereen onder tafel kan drinken, zoals hij ons vaak subtiel op wijst. Dan zal ik ook maar iets over mezelf vertellen, anders is het volgende stukje afkomstig van mijn medebestuursleden. Ik ben vierdejaars en als praeses probeer ik alles in goede banen te leiden. Dat dit soms op een dwingend toontje gebeurt, zijn ze al achtergekomen. Maar daarna maak ik het altijd goed door ze een aai over de bol te geven of te vertellen dat ik het geweldig met ze vind. Want dat staat zeker vast: het wordt een geweldig jaar met z’n vijven! Allemaal bruin haar, rare humor en een ambitieus plan voor de vereniging maakt een perfecte cocktail voor een bloeiend jaar voor de mooiste en oudste studievereniging van Leiden. Omdat het kan, wil ik graag afsluiten met de kreet die de eerstejaars al vaak gehoord hebben dit weekend: Vivat, Crescat, Floreat, „Aesculapius”! Namens het 123e bestuur der L.P.S.V. „Aesculapius” ‘Zwaanzinnig’ Tatjana Zwaans h.t. praeses aesculapii


Agenda

Promoties

Zondag 19 oktober

Woensdag 15 oktober, 15.00 uur Promotie: M. Durinx Promotor: Prof.dr J.A.J. Metz

Wetenschapsdag Scholieren van basisscholen kunnen op deze dag, met het thema ‘Kraak de code’, langskomen en kennismaken met de wereld van de bèta’s. Zo kunnen ze Superslijm of hun eigen haargel maken in het Pretlab, een lezing van een echte wetenschapper bezoeken of auto’s laten rondrijden op waterstof.

Zaterdag 25 oktober Studiefestival (Pieterskerk, Leiden)

Donderdag 16 oktober, 15.00 uur Promotie: Mw. P.M. den Hartog Promotor: Prof.dr. C.J. ten Cate

Dinsdag 4 november Bètadictee Teams van de studieverenigingen zullen het tegen elkaar opnemen in het dictee voor de bèta’s. Zullen zij in staat zijn om de exacte woorden die ze dagelijks gebruiken ook goed te spellen?

Donderdag 23 oktober, 15.00 uur Promotie: Mw. S.C.A. de Jager Promotor: Prof.Dr. T.J.C. van Berkel

Donderdag 13 november Schooldecanendag De acht bacheloropleidingen en elf masteropleidingen van de Faculteit presenteren zichzelf aan schooldecanen uit het voortgezet onderwijs. Ook activiteiten als Pre-University en Lapp-Top komen aan bod.

Donderdag 23 oktober, 16.15 uur Promotie: Mw. G. Zauner Promotor: Prof.Dr. G.W. Canters, Prof.Dr. T.J. Aartsma

Donderdag 13 november Jaarlijks Symposium IBL Bij het jaarlijkse symposium van het Instituut Biologie Leiden (IBL) speelt ditmaal snelle evolutie en het afleiden hiervan in de genetische architectuur, een centrale rol.

Zaterdag 15 november

Woensdag 29 oktober, 11.15 uur Promotie: Mw. I.J. Flores Sanchez Promotor: Prof.dr. R. Verpoorte

Public Lecture Richard Leakey

Vrijdag 21 november Open Dag (Gorlaeus Laboratorium)

Maandag 5 januari Nieuwjaarsreceptie W&N Het jaar 2009 zal worden ingeluid met een receptie in de hal van het Gorlaeus Laboratorium. Tijdens deze receptie zal de Faculaire Onderwijsprijs worden uitgereikt en de Ontdekker van het Jaar wordt bekend gemaakt.

Dinsdag 4 november, 11.15 uur Promotie: Mw. D. Ye Promotor: Prof.dr. T. van Berkel

Donderdag 6 november, 13.45 uur Promotie: S.van der Laan Promotor: Prof.Dr. E.R. de Kloet Donderdag 6 november, 15.00 uur Promotie: Hr H. Zhang Promotor: Prof.Dr. J. Memelink Dinsdag 18 november, 11.15 uur Promotie: Mw. D.R.H. Huntjens Promotor: Prof.dr. M. Danhof Dinsdag 18 november, 13.45 uur Promotie: Hr. E. Daviso Promotor: Prof.dr. H.de Groot Donderdag 20 november, 11.15 uur Promotie: D. Tsetse Promotor: Prof.Dr. W.T. de Groot Dinsdag 25 november, 10.00 uur Promotie: Mw. A. Garza-Ortiz Promotor: Prof.dr. J. Reedijk Woensdag 26 november, 10.00 uur Promotie: Mw. S. Ganapathy Promotor: Prof.Dr. H.J.M. de Groot

Voor meer promoties, kijk op: www.promoveren.leidenuniv.nl

Origin - Universiteit Leiden

31


Faculty of Science

Sylvius-gebouw

Nieuwe huisvesting voor het IBL Het Instituut Biologie Leiden is gehuisvest in verschillende gebouwen in Leiden. Daar gaat in 2009 verandering in komen want dan zal het IBL het gerenoveerde Sylvius-gebouw aan de Wassenaarseweg betrekken. Daarmee komen alle medewerkers en studenten van het IBL samen te werken op een locatie. Momenteel wordt hard gewerkt om het ontwerp van Hoek & de Wit Architecten uit Delft voor het Sylvius gestalte te geven. Als alles volgens plan verloopt, zal het collegejaar 2009 - 2010 van start kunnen gaan op de nieuwe locatie. Het Sylvius wordt voorzien van een aantal collegeruimtes met moderne faciliteiten voor het onderwijs. Ook de labzalen worden voorzien van nieuwe labtafels, zuurkasten en wat verder nodig is voor het gevarieerde onderzoek op het gebied van lifesciences en biodiversiteit te faciliteren. Met de verhuizing naar het Sylvius komt het IBL in het hart van het BioSciencepark Leiden te zitten en op loopafstand van het Gorlaeus complex waar onderzoekers van het IBL samenwerken met andere instituten in het Cell Observatory. In 2009 kunnen medewerkers en studenten samen in het Sylviusgebouw werken om van Leiden de biodiversiteitsstad van Nederland te maken.

www.science.leidenuniv.nl

Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.