Jaargang 4 juli 2009 Nummer 4
Farmaceutische Wetenschappen | Biologie | LS&T | MST | Universiteit Leiden
Crystals with your coffee?
Suikersynthese
Het nieuwe CML, typisch Leids
Biologie Olympiade Junior 2009
Redactioneel Leiden, Stad van de Ontdekkingen Een zin die op vele manieren kan worden geĂŻnterpreteerd en tevens op vele manieren waarheid is. Een eerste associatie gaat bijvoorbeeld via de Leidse geschiedenis van grachtenpanden en Rembrandt, naar de nog immer prachtige binnenstad. Maar als de aandacht verplaatst wordt van de binnenstad naar het BioSciencePark, kan gesteld worden dat juist hier dagelijks nieuwe ontdekkingen worden gedaan. Zowel in de bedrijven als op de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen zijn vele hardwerkende onderzoekers bezig om in hun laboratoria de geheimen van het leven en omringende omgeving te ontrafelen. De successen van wereldniveau maken dat wij met recht trots kunnen zijn op onze eigen Faculteit van de Ontdekkingen.
Inhoud Nieuws
3
Crystals with your coffee?
4
Suikersynthese
8
De Graduate School of Science
13
Leren Onderzoeken in een gloednieuw Cell Observatory
14
Het nieuwe CML, typisch Leids
16
Biologie Olympiade Junior 2009
20
Nobelprijswinnaar op PAC Symposium
22
De week van Tamara Hoogenboom
24
De LIFE alumnireunie
26
Aesculapius op studiereis naar Zwitserland!
27
Agenda & promoties
31
Chantal Stoffelsma
4
16
24
27
Colofon , jaargang 4, nummer 4, juli 2009 Oplage:
6.200
Redactieadres: Origin Magazine Einsteinweg 55 2333 CC Leiden info@originmagazine.nl www.originmagazine.nl
Aan Origin werkten mee: Rob Lane, Jasper Dinkelaar, Edgar Groenen, Claude Backendorf, Eelco Vijzelaar, Marjolein Gebraad, Jos van den Broek, Annemarie Meijer, Tonny Regensburg, Robin Kamperman, Rik Bartels, Paula van Kranenburg, Miriam Moester, Tamara Hoogenboom, Leonoor Albers, Bart Lenselink en Simone Verhage. Drukkerij: Drukkerij Groen, Leiden Opmaak: teambart
Redactie:
2
Hoofdredactie: Gert Jan van Helden Eindredactie: Chantal Stoffelsma Johan Detollenaere
Origin - Universiteit Leiden
Origin en al haar inhoud Š Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, Universiteit Leiden. Alle rechten voorbehouden.
Nieuws Dr. Tom Wennekes wint Farmacochemieprijs Dr. Tom Wennekes van het Leids Instituut voor Chemie (LIC) ontving de Nederlandse Farmacochemieprijs van de KNCV (Koninklijke Nederlandse Chemie Vereniging) voor zijn proefschrift, getiteld: ‘Lipophilic iminosugars: synthesis and evaluation as inhibitors of glucosylceramide metabolism’. De prijs is aan Tom toegekend vanwege het innovatieve karakter en uitzonderlijk hoge wetenschappelijke niveau van zijn proefschrift. Aan de prijs is een oorkonde en een geldbedrag van € 2000 verbonden, beschikbaar gesteld door de Stichting Nederlandse Farmacochemiecongressen.
Hermen Overkleeft wint gouden KNCV medaille Hermen Overkleeft ontving op 16 april de Gouden Medaille van de KNCV. De jaarlijkse Gouden Medaille is uitgegroeid tot de belangrijkste Nederlandse prijs voor onderzoekers die zich bijzonder hebben onderscheiden op het gebied van chemisch speurwerk in de breedste zin. Professor Hermen Overkleeft profileerde zich niet alleen als eerste klas syntheticus, maar wist door chemische modificatie verbindingen ook geschikt te maken voor biologisch gebruik in een medicinale setting. Daartoe bouwde hij sterke relaties op met biologisch en medisch georiënteerde groepen. Met zijn wetenschappelijke overtuigingskracht wist Overkleeft al vele subsidies en fondsen te verwerven zoals een VICI en NWO TOP-subsidie.
Paul Hooykaas Akademiehoogleraar Prof.dr. Paul Hooykaas, hoogleraar moleculaire genetica in het Instituut Biologie Leiden (IBL), is op 14 april door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) benoemd tot Akademiehoogleraar. Akademiehoogleraren ontvangen van de KNAW een bedrag van één miljoen euro zodat zij zich volledig kunnen wijden aan innovatief onderzoek en de begeleiding van jonge onderzoekers. Paul Hooykaas doet al jaren onderzoek naar het ontcijferen van de wisselwerking tussen de bodembacterie Agrobacterium tumefaciens en planten. Hij heeft ontdekt dat eiwitten van de bacterie zelfstandig
hun weg vinden naar de plantencel. Sinds de ontdekking van het unieke transportsysteem van deze bacterie, wordt dit wereldwijd toegepast bij het modificeren van gewassen, schimmels en gist voor toepassingen in de industriële biotechnologie en voor de ontwikkeling van medicijnen. Paul Hooykaas is een pionier in zijn vakgebied en heeft gepubliceerd in de meest vooraanstaande bladen, waaronder Nature en Science. Bron: www.nieuws.leidenuniv.nl
Anatomisch theater opnieuw in gebruik Het Anatomisch theater in Museum Boerhaave was op dinsdag 28 april het toneel van een tafereel dat al jaren niet meer is waargenomen. Dr. Frans Witte gaf er zijn college Ontwikkelingsbiologie aan de hand van de papier-maché modellen van de Franse arts Auzoux. De eerstejaarsstudenten Biologie kregen op een klassieke manier les – net als in de 17e eeuw – in de his- Foto: Rinny Kooi torische setting van het Anatomisch theater van het museum. De anatomische modellen uit de collectie van Museum Boerhaave, die Witte gebruikt, zijn 150 jaar geleden ontworpen door de Franse arts Auzoux en gemaakt van papier-maché. De modellen van Auzoux zijn zo accuraat en natuurgetrouw dat ze nu nog in het onderwijs gebruikt kunnen worden. Sterker nog, het model van de bloedsomloop van een krokodil is anatomisch correct, terwijl biologen in spe in moderne leerboeken menigmaal een onjuiste voorstelling voorgeschoteld krijgen. Het college wordt gegeven in het kader van het Darwinjaar en biedt een unieke kans om in contact te komen met deze wereldberoemde driedimensionale ontwikkelingsmodellen. Ze vormen een bijzonder alternatief voor het reguliere snijpracticum. De Auzoux collectie van Museum Boerhaave behoort met 72 objecten tot de belangrijkste ter wereld.
Nieuws Origin - Universiteit Leiden
3
Crystals with
your coffee?
Many models which have formed the basis of novel drug design may be incorrect. This is the sobering discovery made by Dr Rob Lane and Prof. Ad IJzerman, head of the Medicinal Chemistry division. Together with colleagues Dr Ray Stevens and Dr Veli-Pekka Jaakola from the Scripps Institute in La Jolla in the United States they worked on clarifying the crystal structure of the adenosine A 2A receptor. This protein is the main target in the human body for caffeine and has been linked to Parkinson’s disease. The findings of the research, which was part-funded by Topinstituut Pharma, were reported in Science (Jaakola et al., 2008).
DOOR: ROB LANE
4
Origin - Universiteit Leiden
Rob came to Leiden after finishing his doctorate studies in molecular pharmacology at the University of Glasgow. ‘I’m fascinated by how drugs exert their effects on the body at a molecular level. My PhD studies into dopamine receptors fueled this interest.’ He continues, ‘Like many researchers at the end of my PhD I was finding it difficult to decide whether to go into the pharmaceutical industry or stay in academia. Luckily, I received an email from Prof. IJzerman asking me to consider doing a post-doc in his group as part of the TI Pharma collaboration. This seemed to offer the best of both worlds. Ad is a renowned expert in the field and as part of TI Pharma there was real potential to collaborate with the industrial partners of this scheme.’ So has it been a successful move? ‘Definitely,’ Rob replies immediately. ‘I have learnt a great deal since coming across here and with the publication of the A 2A receptor structure it has been a very productive one too.’
So what is the big deal about this receptor structure? ‘Well I guess I should start by giving a bit of background’ says Rob. ‘Adenosine receptors fall into a bigger family of receptors called G protein coupled receptors (GPCRs). GPCRs are the largest family of membrane proteins and mediate most cellular responses to hormones and neurotransmitters, as well as being responsible for vision, our senses of smell and taste. Furthermore, roughly half of all medicines available in pharmacies target GPCRs with annual worldwide sales in excess of $ 50 billion (Wise et al., 2002). Determining the crystal structure of these types of receptors is the best way to find out how a drug binds to its target and exerts its effect at an atomic level. With this knowledge we have the potential to design better, more selective drugs with fewer side effects. This is something more easily said than done’ says Rob. ‘For decades researchers have been trying unsuccessfully to achieve this,’ he informs us. ‘These receptors are found in the cell membrane and outside of this lipid environment they are extremely unstable. In addition to this instability they are also very flexible. These factors make it almost impossible to get crystals of these receptors.’
Leiden demonstrated that the modified receptor bound the drug that would be co-crystallized with the receptor with the same ability as that of the ‘wild-type’ receptor. In addition, we demonstrated that a high concentration of sodium ions stabilized this ligand bound form. Rob: ‘This would prove important, since a high concentration of sodium ions was needed in the crystallization conditions.’
Figure 1: A ‘snake-plot’ of the modified A2A receptor construct A2a-T4L-�C’ used for crystallization studies. Genetic fusing of the T4 lysozyme between
Several different approaches have been used to overcome this problem of instability. These include stabilizing the protein using mutagenesis or by using an antibody fragment. However, in 2007, the researchers in La Jolla found a clever solution for this problem and this has been the most successful approach to date. By inserting another protein which crystallizes easily (the T4 lyzozyme) into the third intracellular loop of the receptor, the receptor is stabilized and the number of crystal lattice-forming contacts are increased. Indeed this strategy proved successful for another GPCR, β2-adrenergic receptor (Cherezov et al., 2007). In 2008 in was the turn of the adenosine A 2A receptor. Rob: ‘These receptors have been the focus of research in the Medicinal Chemistry division of the LACDR for many years. So it was understandable that the American researchers should contact us. We joined forces and were able to determine the characteristics of the engineered receptor biochemically and pharmacologically in Leiden, while on the other side of the ocean the crystallization trials were performed.’ This biochemical characterization was important since, as described above, the receptor had been highly modified. Importantly the group in
transmembrane domains V and VI effectively increased the available surface area that can be potentially involved in crystal contacts. In addition the highly flexible carboxy- terminal tail was deleted to increase the likelihood of crystallization.
As described above many GPCRs represent attractive drug targets, so why was special attention given to the A 2A adenosine receptor? The A 2A adenosine receptor has an important role both in the central nervous system and in the periphery. Activation of the adenosine A 2A receptor has been shown to be a vital step in the response to metabolic stress and hypoxia. Accordingly activators or agonists of this receptor could potentially be useful drugs to combat inflammatory diseases such as asthma (Brown et al., 2008). In addition, epidemiological research has shown that coffee-drinkers suffer less frequently from Parkinson’s disease; this was associated with a daily intake of caffeine - in the region of 100 mg – that you might expect in a cup of espresso or cappuccino(Ross et al., 2000; Schwarzschild et al., 2006). In addition animal tests have shown that caffeine protects against attempts to induce Parkinson’s disease. These effects have been shown to be mediated by the adenosine
Origin - Universiteit Leiden
5
A 2A receptor. Excitingly, several A 2A antagonists are being developed by pharmaceutical companies and are already in clinical trials. Rob: ‘Overall both the activation and blockade of this important receptor may lead to new therapies.’
receptor structures and extrapolated them to other receptors whose structures have yet to be revealed – termed ‘homology modeling’. This new crystal structure indicates that many of these models could be incorrect; a sobering yet significant discovery which we have made. In fact previous homology modeling studies placed ZM241385 in an incorrect position.’
Figure 2: ‘Chocolate bar’ model of the crystal structure of the modified adenosine A2a
Figure 3: Diagram of the top half of the adenosine A2a crystal
receptor showing the overall topology. The transmembrane part of A2a structure is colored
structure showing both the transmembrane helices (brown) and
brown (helices I to VIII). The bound drug ZM241385 is colored red, and the five lipid molecules
the extracellular loops (green). The ligand ZM 241385 is shown in
bound to the receptor are colored green. Most importantly the orientation of the ligand
blue. From the diagram you can observe that ZM 241385 is pointing
ZM241385 is perpendicular to the membrane. This was different to previous G protein-coupled
upwards, out of the transmembrane domains. Interestingly, there are
receptor structures such as rhodopsin where the ligand was parallel to the membrane.
significant contacts between the ligand and the extracellular loops of the receptor. These interactions may be important for the selectivity of the ligand.
The first crystals of the receptor bound to ZM241385, a caffeine derivative, of a good enough quality were produced and analyzed at the end of June 2008. Rob: ‘We were really surprised to see that ZM 241385 has a different orientation within the receptor than could have been expected based on the other crystal structures. In fact, as you can see the orientation of the ligand is perpendicular to the membrane, whereas in previous structures the ligand was parallel to the membrane.’ (see figure 2) This means that areas of the receptor, such as the extracellular loops are more important for the binding of drugs than previously thought (see figure 3). This information will undoubtedly lead to new drugs being developed at this target. However, this finding has much wider and important implications. Rob: ‘The unexpected binding site is important because researchers both in academia and in the pharmaceutical industry have used models derived from previously determined
6
Origin - Universiteit Leiden
Image of the crystals obtained. A total of 20,000 crystallization conditions were tried. The crystals were extremely small, almost invisible, and very difficult to handle. 100 crystals were tested and 13 used eventually. The diffraction from these was combined to give a structure of 2.6A resolution
So what is the next step? ‘The crystal structure gave an exciting insight, showing us how a receptor binds a drug,’ says Rob. ‘But it is still only a snapshot, a frozen moment in time, and there is lots of information missing such as how a drug could bind to and switch on the receptor. It would also be really interesting to see how caffeine, the most widely used psycho-active drug binds to its target in the body. ’ He continues, ‘The crystal structure was a massive achievement, but I really see it as a starting point from which we can start to piece together how these receptors work. At Leiden we intend to keep working to put these missing pieces together.’
References Brown RA, Spina D and Page CP (2008) Adenosine receptors and asthma. Br J Pharmacol 153 Suppl 1:S446-456. Cherezov V, Rosenbaum DM, Hanson MA, Rasmussen SG, Thian FS, Kobilka TS, Choi HJ, Kuhn P, Weis WI, Kobilka BK and Stevens RC (2007) High-resolution crystal structure of an engineered human beta2-adrenergic G protein-coupled receptor. Science 318(5854):1258-1265. Jaakola VP, Griffith MT, Hanson MA, Cherezov V, Chien EY, Lane JR, Ijzerman AP and Stevens RC (2008) The 2.6 Angstrom Crystal Structure of a Human A2A Adenosine Receptor Bound to an Antagonist. Science. Ross GW, Abbott RD, Petrovitch H, Morens DM, Grandinetti A, Tung KH, Tanner CM, Masaki KH, Blanchette PL, Curb JD, Popper JS and White LR (2000) Association of coffee and caffeine intake with the risk of Parkinson disease. Jama 283(20):2674-2679. Schwarzschild MA, Agnati L, Fuxe K, Chen JF and Morelli M (2006) Targeting adenosine A2A receptors in Parkinson’s disease. Trends Neurosci 29(11):647-654. Wise A, Gearing K and Rees S (2002) Target validation of G-protein coupled receptors. Drug Discov Today 7(4):235-246.
Prof. IJzerman (front right) celebrating the Science publication with the collobarators from the Scripps Instititute; Dr. Veli-Pekka Jaakola (back right) and Prof. Ray Stevens (left).
Origin - Universiteit Leiden
7
Suikersynthese Het woord koolhydraten wordt door de meeste mensen vertaald met voedingsmiddelen zoals suiker of zetmeel. Minder wordt gedacht aan het gebruik van koolhydraten voor materialen zoals papier, terwijl de relatie van koolhydraten met biologische processen bijna nooit wordt gelegd. Toch zijn koolhydraten, naast nucleïnezuren en eiwitten, de derde klasse van polymeren die een essentiële functie vervult bij tal van fundamentele processen in de cellen van alle organismen. Terwijl voor nucleïnezuren en eiwitten deze functie al allang is geaccepteerd, is het belang van koolhydraten pas in de laatste decennia duidelijk geworden. De reden voor deze relatief late onderkenning is de grote diversiteit en de geringe hoeveelheden waarmee de koolhydraatmoleculen in vergelijking met nucleïnezuren en eiwitten in biologische monsters voorkomen. De isolatie van zuivere koolhydraten en de vaststelling van hun structuur is namelijk geen geringe opgave. Maar om meer inzicht te verkrijgen in de rol van koolhydraten is het in handen krijgen van een voldoende hoeveelheid zuiver en gedefinieerd koolhydraatmateriaal onontbeerlijk.
DOOR: Jasper Dinkelaar
De synthetische chemie is vrijwel de enige manier om dit tot stand te brengen. De synthetische koolhydraatchemie houdt zich niet alleen bezig met het ontwikkelen van nieuwe methoden en technieken om in de natuur voorkomende koolhydraten te bereiden, maar ontwerpt en synthetiseert ook mimetica en derivaten van koolhydraten. Op deze wijze wordt nieuwe fundamentele organische chemische kennis opgedaan, terwijl gesynthetiseerde koolhydraatstructuren worden gebruikt om biologische processen, waar koolhydraten bij betrokken zijn, te analyseren en te beïnvloeden. Zulk onderzoek kan bijvoorbeeld leiden tot de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Een “schoolboek voorbeeld” van hoe succesvol de suikersynthese kan zijn, is de pentasaccharide bloedstollingsremmer Arixtra. Dit geneesmiddel, ontwikkeld door Organon (nu Schering- Plough) in samenwerking met het Franse bedrijf Sanofi, wordt in 64 stappen (een “normaal” medicijn wordt in minder dan 10 stappen gemaakt!) uit de samenstellende 5 monosacchariden bereid. In vergelijking met het oude middel heparine, een “suikersoep” die uit varkens wordt geïsoleerd, werkt het pentasaccharide veel selectiever, langer en met minder bijwerkingen in
8
Origin - Universiteit Leiden
de behandeling van trombose, door heel selectief aan zijn bindingspartner, antithrombine III, te binden. Ook in het immuunsysteem spelen suikers een belangrijkere rol dan eerst werd verondersteld. Ons immuunsysteem is een verdedigings- en
Figuur 1: Binding van arixtra aan antithromdin III
beschermingsmechanisme, dat ongewenste indringers te kunnen verlengen moet tussentijds één bepaalde als bacteriën en virussen weert en toxische stoffen (orthogonale) beschermgroep worden verwijderd, en kankercellen kan opruimen. Het bestaat uit een terwijl andere functies vrij worden gemaakt van aangeboren en een adaptief deel. Het aangeboren deel (permanente) beschermgroepen aan het eind van de van het immuunsysteem is de eerste verdedigingssynthese als de oligosaccharide keten de juiste lengte linie tegen ziekteverwekkers en maakt onder heeft bereikt. De tweede kwestie betreft de glycosyleandere gebruik van zogenoemde Toll-like receptoren ringsreactie zelf, die in het algemeen tot twee produc(TLR’s). Deze receptoren herkennen moleculen die ten kan leiden, namelijk het 1,2-cis en het 1,2-trans niet lichaamseigen, maar kenmerkend zijn voor ziekproduct. Bij een glycosyleringsreactie reageert een teverwekkers. Bij herkenning van lichaamsvreemde beschermd donor saccharide, die een activeerbare moleculen door TLR’s wordt aan de alarmbel van het vertrekkende groep op het anomere centrum heeft, immuunsysteem getrokken, waarna een reeks van met de vrije hydroxyl functie van een acceptor sacprocessen van het immuunsysteem in gang wordt charide. Op grond van de aard van de vertrekkende gezet. Er zijn verschillende TLR’s die elk een andere groep van de donor en de wijze waarop deze geactiklasse van moleculen herkenveerd wordt, kan een groot nen. Recent is bekend geworaantal glycosyleringsmethoden dat TLR 2 en 4 geactiDe isolatie van zuivere koolhydraten den worden onderscheiden. veerd kunnen worden door Elk van deze methoden en de vaststelling van hun structuur de fragmenten van polysacheeft zijn eigen voordelen is namelijk geen geringe opgave. chariden, zoals hyaluronan en beperkingen. Zeker is en alginaat. Doordat deze dat geen van de nu bekende oligosaccharides uit natuurglycosyleringsreacties kan lijke bronnen zijn geïsoleerd, is het niet duidelijk hoe zorgen voor de vorming van alle gewenste glycosidilang deze polymeren moeten zijn voor hun activische banden. Voor het introduceren van een 1,2-trans teit. Bovendien is het niet uitgesloten dat minimaal glycosidische binding is inmiddels een afdoende aanwezige onzuiverheden voor de activiteit hebben oplossing gevonden: door het aanbrengen van een gezorgd. Om de rol van mogelijke onzuiverheden ester beschermende groep op de 2-positie van een volledig uit te sluiten en, niet minder belangrijk, donor saccharide wordt in het algemeen een 1,2-trans om structuur- en activiteitsstudies van deze oligoglycosidische binding gevormd. De ester groep parsacchariden mogelijk te maken, is de ontwikkeling van ticipeert in de reactie en schermt daarmee één kant een synthese van deze moleculen een voorwaarde. van het donor glycoside af, waardoor de aanval van de accceptor slechts van de andere kant kan plaatsvinden. Elk oligosaccharide wordt opgebouwd door gebruik te maken van de samenstellende monosacchariden. Natuurlijk voorkomende monosacchariden, zoals glucose, bevatten tot vijf hydroxyl groepen en zijn soms voorzien van amino (glucosamine) en/of carboxyl groepen (glucuronzuur). De synthese van oligosacchariden vraagt om het bedenken van een strategie die twee hoofdproblemen oplost. Het eerste is het regioselectief aanbrengen van de glycosidische binding. Deze binding verbindt het anomere centrum van het ene monosaccharide met de gewenste hydroxyl groep van een ander monosaccharide. Om te voorkomen dat de glycosidische binding met de verkeerde hydroxyl wordt aangebracht, worden beschermende groepen geïntroduceerd die de hydroxyl en eventueel andere functies behoeden voor reactie. Figuur 2: Schematische suiker synthese Er zijn veel beschermende groepen met elk unieke eigenschappen. Immers om de oligosaccharide keten Origin - Universiteit Leiden
9
De selectieve introductie van de 1,2-cis glycosidische band daarentegen blijft een grote uitdaging. Het eerste gedeelte van het onderzoek dat ik heb verricht in de groep Bio-organische synthese (BIOSYN), betreft de ontwikkeling van een strategie om hyaluranzuur fragmenten te synthetiseren. Hyaluranzuur is een polymeer, dat bijvoorbeeld in bindweefsel voorkomt en tegenwoordig in veel anti-rimpel crèmetjes wordt verwerkt. Het is bekend geworden dat een mengsel uit natuurlijke bron, geïsoleerde korte fragmenten van het immuunsysteem activeert door aan TLR 4 te binden. Hyaluranzuur bestaat uit afwisselend met elkaar verbonden glucuronzuur en glucosamine bouwstenen, waarbij alle glycosidische bindingen 1,2-trans zijn. Van de vele denkbare synthesestrategieën voor hyaluranzuur werd gekozen voor het stapsgewijs verlengen van de keten met het disaccharide, dat repeteert in het polymeer. Op grond hiervan zijn twee disacchariden mogelijk. Als eerste werd disaccharide 2 (Fig. 3) ontworpen die de levulinoyl als orthogonale beschermgroep heeft en daarom op die positie kan worden uitgebreid. Op de 2-positie van de glucosamine, naast het anomere centrum, is een trichloroacetyl groep aangebracht om de invoering van 1,2-trans glycosidische bindingen te verzekeren. De thiophenyl op het anomere centrum heeft als bijzondere eigenschap dat deze groep stabiel is onder een breed scala van reactiecondities en tegelijkertijd selectief geactiveerd kan worden om te vertrekken. Voor de synthese van disaccharide 2 werden een aantal procedures geëvalueerd en de beste werd tenslotte op een grote schaal uitgevoerd. In de eerste stap werd van 200 gram commercieel verkrijgbaar glucose en glucosamine uitgegaan. Hiertoe wordt speciale apparatuur zoals de Hell reactor met een
Figuur 3: Retro synthese van HA oligomeer
10
Origin - Universiteit Leiden
capaciteit van 10 liter oplosmiddel gebruikt, wat uniek is in een academische setting. Eenmaal voldoende dimeer in handen, werd dit dimeer 2 getest in een aantal glycosyleringsreacties. Hoewel deze studie een tri-, tetra- en penta-saccharide opleverde, bleek ook dat het beschermende groep patroon niet optimaal was. De 4,6-benzylidene groep bleek niet voldoende stabiel onder de zure glycosyleringscondities. In de tweede strategie werd de 4,6-benzylidene groep vervangen door de zuurstabielere di-tertbutylsilylidene groep, zoals in dimeer 3. Dit bleek een goede keuze en dit keer werd in hoge opbrengst een heptasaccharide bereid, die voorzien is van een azidospacer, welke als handvat kan dienen voor het aanbrengen van bijvoorbeeld fluorescentielabels. Met de verschillende HA oligomeren klaar voor de biologische studies, was het volgende doel de synthese van alginaat oligomeren. Deze oligosaccharides zijn opgebouwd uit 1,2-cis gekoppelde D-mannuron- en L-guluronzuren. Deze laatstgenoemde suiker komt relatief weinig voor in de natuur en is de C-5 epimeer van mannuronzuur. Voor de synthese van deze oligosacchariden kan geen gebruik gemaakt worden van de participatie vanaf de C-2 positie, zoals boven beschreven voor de hyaluronan oligomeren, omdat dit de trans-verbindingen zou opleveren. De grootste uitdaging in de synthese van de alginaat doelmoleculen bestond dus uit de stereoselectieve introductie van de glycosidische banden. Om dit voor elkaar te krijgen
zijn er verschillende mannose, mannuronzuur, gulose en guluronzuur donoren onderzocht. Alhoewel deze donoren op het eerste gezicht weinig van elkaar verschillen, bleken ze erg verschillende koppelingseigenschappen te hebben. In tegenstelling tot D-mannose, dat in de leerboeken als een 1,2-trans-selectieve donor gepresenteerd wordt, bleek het mannuronzuur heel erg 1,2-cis-selectief te koppelen. De gulose donoren lieten het tegenovergestelde zien: het niet geoxideerde L-gulose was heel erg 1,2-cis selectief, waar het guluronzuur meer van de 1,2-trans verbinding gaf. Omdat deze resultaten niet verklaard konden worden met de tot dan toe beschikbare theorieën, hebben we een nieuw model moeten opstellen wat de verassende selectiviteiten kon verklaren. Geïnspireerd door recente publicaties over C-glycosyleringen hebben we gepostuleerd dat de drie dimensionale structuur van de intermediaire oxocarbenium ionen aan de basis staat van de verkregen selectiviteit. In de “vlakke” oxacarbenium ion structuur kunnen de ring substituenten verschillende posities innemen die de stabiliteit van het oxacarbenium ion beïnvloeden. Zoals aangegeven in Figuur 1, willen de substituenten aan C-3 en C-4 het liefst axiaal staan, en prefereert de C-2 groep een equatoriale orientatie. Om zoveel mogelijk het oxacabenium ion te stabiliseren, neemt de zuurgroep op C-5 het liefst een axiale positie in. In samenwerking met de theoretische chemie groep zijn verschillende oxacarbenium ionen doorgerekend, wat een bevestiging opleverde van het experimenteel gevonden model. Met behulp van de stereoselectieve
De promotiedag, v.l.n.r.: Stefan paranimf, Gijs promotor, Jeroen co-promotor, Jasper promovendus en Wouter paranimf
glycosyleringen hebben we inmiddels een set mannuronzuur en guluronzuur alginaat oligomeren kunnen maken. Op dit moment wordt er hard gewerkt om deze kleine alginaat bibliotheek uit te breiden met gemengde sequenties en zwitterionische derivaten. In samenwerking met het LUMC, zal de gesynthetiseerde bibliotheek getest worden op immunostimulerende eigenschappen. Dit zal een duidelijk inzicht geven in de structuur-activiteitsrelatie van deze suikers. Bovendien kan een “hit” de deur openen naar een toepassing als onderdeel van een synthetisch, en dus goed gedefinieerd vaccin. De chemie waar ik in mijn promotieonderzoek aan gewerkt heb, strekt zich dus uit van fundamentele theoretische organische chemie tot aan toegepaste immunologie, en maakt duidelijk dat suikersynthese niet ophoudt bij het stoken van jenever, proost!
Figuur 4: Oxacarbenium ion model
Origin - Universiteit Leiden
11
Even voorstellen:
De Graduate School of S
Onze faculteit heeft zijn Master of Science en PhD opleidingen ondergebracht in de Graduate School of Science. Doel van deze facultaire bundeling is de organisatie te stroomlijnen en de master- en PhD-programma’s een eenduidiger profiel te geven waardoor de aantrekkelijkheid van de Leidse Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen voor potentiële studenten in binnen- en buitenland wordt vergroot. De graduate school creëert een stimulerende academische omgeving waarin studenten, onderzoekers en staf voortdurend met elkaar in interactie zijn in de combinatie van onderwijs en onderzoek.
DOOR: Prof. Dr. Edgar Groenen, plv. decaan W&N
In de Graduate School of Science worden alle masterstudenten opgenomen, zij die wiskunde studeren, informatica, natuurkunde, sterrenkunde, chemie, biologie of bio-farmaceutische wetenschappen. De masterstudenten studeren in een onderzoeksomgeving en worden vanaf het begin opgenomen in een onderzoeksinstituut. De onderzoeksomgeving stimuleert de nieuwsgierigheid en vormt de ideale omgeving voor een student om een academische houding te ontwikkelen, om kennis en vaardigheden
12
Origin - Universiteit Leiden
op te doen, om te leren een probleem te definiëren, te analyseren en op te lossen, en om te oefenen in het presenteren en bediscussiëren van resultaten. De nadruk op onderzoek bereidt de student voor op een carrière in de wetenschap, maar dat niet alleen. De aangeleerde analytische wijze van denken wordt hogelijk gewaardeerd ook buiten de wetenschap.
Science
Naast de masterstudenten maken alle promovendi deel uit van de Graduate School of Science. Zij werken onder begeleiding van een van de hoogleraren van de faculteit aan een promotie-onderzoek dat uitmondt in de verdediging van hun proefschrift. De graduate school biedt hun een opleidings- en begeleidingstraject dat duidelijker vorm wordt gegeven. Naast het onderzoek volgt de promovendus cursussen ter verdieping van zijn of haar kennis en ter ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden. Hierbij komen aspecten aan de orde als communicatie van resultaten, samenwerking, doelgericht werken, tijdsplanning en oriëntatie op de tijd na de promotie. Voor de administratieve ondersteuning van de master en PhD programma’s is het Graduate School Office ingericht bij het voor bachelor- en masterstudenten al bekende Educatief Centrum op de eerste verdieping van het Huygens laboratorium. Vanaf voorjaar 2009 kunnen dus ook PhD studenten op één plek terecht voor registratie, cursusadministratie en het traject ter voorbereiding van de verdediging van het proefschrift. Beschrijvingen van de master- en onderzoeksprogramma’s van de Graduate School of Science samen met praktische informatie zijn te vinden op www.science.leidenuniv.nl onder het kopje Graduate School. Voor nadere inlichtingen kun je rechtstreeks contact opnemen met de studieadviseurs van de masteropleidingen of een email studeren naar het Graduate School Office op GSoffice@science.leidenuniv.nl
Voor studenten die zich willen verbreden biedt de graduate school de mogelijkheid de onderzoeksopleiding in de master te combineren met elementen van Science Based Business, communicatie en, voor Nederlandse studenten, educatie ter verkrijging van een lesbevoegheid. Masterstudenten die uitzonderlijk goed presteren zullen worden gestimuleerd in te stappen in een van de PhD programma’s van de graduate school. Voor hen is een betaalde promotieplaats beschikbaar.
Origin - Universiteit Leiden
13
Leren Onderzoeken in een gloednieuw Cell Observatory Zeven menselijke tumorcellijnen, duizenden steriele petrischalen, tien verschillende celkweekmedia verdeeld over meer dan duizend steriele vaatjes, evenveel buisjes met ‘phosphate-buffered-saline’, honderd ‘multiwells’ met soft-agar en methylcellulose, duizenden microscoopglaasjes, twaalf laminar-flow kasten, drie fluorescentiemicroscopen en een gloednieuw FACS-apparaat (fluorescence activated cell sorting). Een practicumleider en drie assistenten (waaronder de CO facility manager) die veel voorwerk verricht hebben. DOOR: Dr. Claude Backendorf Afdeling Moleculaire Genetica LIC
Botkanker cellen die 14-3-3 sigma (groene kleuring) tot expressie brengen
14
sigma isoform, heeft een tumorsuppressor activiteit Op 15 april 2009 is het eerste Moleculaire Celbiologie en kan dus cellen voor carcinogene transformatie practicum (MCp) begonnen in het nieuwe Cell Obserbeschermen. Het andere eiwit, de zeta isoform, heeft vatory (CO) van de Faculteit W&N. De dames van de oncogeen vermogen en kan, bij verhoogde expressie, CO Service Unit (CSU) draaien op volle toeren om er de verandering van een normale cel in een kankercel voor te zorgen dat alle benodigdheden klaar zijn, zodat bevorderen. Tijdens het MCp wordt het effect van de ongeveer tachtig tweedejaars LS&T en BFW studenten expressie van beide isoformen in menselijke tumorcel(verdeeld over vier groepen) op een gecontroleerde len met elkaar vergeleken en door de studenten beooren verantwoorde manier proeven met menselijke deeld op kanker-gerelateerde eigenschappen. Hiervoor tumorcellen kunnen uitvoeren. Het MCp heeft een worden een aantal celkweekproeven uitgevoerd die research-karakter en is gebaseerd op recent werk van het mogelijk maken om de eigenschapzowel de groep van de practicumHet is de bedoeling dat pen van normale en kankercellen met leider in Leiden als ook onderzoek uitgevoerd door groepen in Atlanta de student sneller in contact elkaar te vergelijken, zoals b.v. ‘anchorage independent growth’ (AIG) (zie en Edinburgh. Beide publicaties komt met lopend onderzoek 1,2 box 2). Normale cellen, die loslaten van zijn begin 2008 verschenen en de resultaten verkregen tijdens het practicum zullen een het oorspronkelijke weefsel, ondergaan onmiddellijk directe bijdrage leveren aan lopende internationale een zelfdodingsprogramma, anoikis genoemd (Grieks programma’s. Op deze manier weerspiegelt het MCp voor dakloos). Veel kankercellen zijn ongevoelig het nieuwe onderwijsconcept ‘Leren onderzoeken’ van geworden voor anoikis en kunnen zich als geïsoleerde de Faculteit W&N. Het is de bedoeling dat de student cellen uitstekend vermeerderen. Het zal duidelijk zijn sneller in contact komt met lopend onderzoek en leert dat resistentie tegen anoikis de kans op uitzaaien van zelf over nieuwe vraagstellingen na te denken en ze kwaadaardige tumoren significant kan verhogen. Een eventueel ook zelf op te lossen. interessante vraag die de studenten van het MCp zullen proberen te beantwoorden, is of de expressie van Het MCp draait om de analyse van twee isoformen de twee boven genoemde 14-3-3 isoformen anoikis van van de 14-3-3 eiwitfamilie. Hoewel beide eiwitten verschillende menselijke tumorcellen differentieel zal bijzonder veel op elkaar lijken (zie box 1), hebben zij beïnvloeden? Na afloop van het MCp zullen wij het tegenovergestelde cellulaire functies. Het ene eiwit, de weten.
Origin - Universiteit Leiden
Box 1: 14-3-3 eiwitten 14-3-3 eiwitten zijn een familie van eiwitten die heel veel op elkaar lijken en dus tijdens de evolutie niet veel veranderd zijn. Zij komen voor in alle eukaryote organismen (van gist tot mens). Bij de mens zijn er zeven verschillende isoformen (= eiwitten afkomstig van eenzelfde genfamilie). 14-3-3 eiwitten kunnen specifiek binden aan andere eiwitten die op bepaalde plekken gefosforyleerd zijn. Omdat eiwitfosforylering een centrale rol speelt bij signaaltransductie (= de impulsen die cellen krijgen om bepaalde functies uit te voeren) zijn 14-3-3 eiwitten betrokken bij alle essentiële cellulaire processen, zoals celdeling, celdifferentiatie, celmigratie, celveroudering en celdood. Het is aannemelijk dat alle 14-3-3 isoformen specifieke eigen functies in cellen vervullen hoewel ze qua structuur bijzonder veel op elkaar lijken. Hoe dit kan is nog niet bekend en zal nog veel internationaal onderzoek en meerdere jaren MCp vergen. De 14-3-3 sigma (σ) en zeta ( ζ) eiwit-isoformen hebben vergelijkbare structuren maar hebben toch tegenovergestelde cellulaire functies
Box 2:Anchorage independent growth Een van de beste indicatoren van kwaadaardige celgroei is het vermogen van cellen om nog los van het oorspronkelijke weefsel te kunnen voortbestaan en zelfs te kunnen delen (anchorage independent growth). Cellen van multicellulaire organismen hebben goede onderlinge contacten en interactie met de extracellulaire matrix (b.v. collageen) nodig om goed te kunnen functioneren. Als deze vitale kontakten verbroken worden, gaat een normale cel spontaan over naar een celdodingsmechanisme dat anoikis wordt genoemd. Veel tumorcellen hebben deze eigenschap verloren en kunnen prima vermeerderen in een ‘semi-solid’ medium als soft-agar of methylcellulose. De structuur van het medium verhindert dat de cellen onderling contact kunnen maken. Na een à twee weken in dit medium vormen kankercellen kleine klompjes van cellen, die in het geval van de beroemde/beruchte HeLa cellen (zie box 3) zelfs met het blote oog zichtbaar zijn. ‘Anchorage independent growth’: HeLa cellen die 14-3-3 zeta (groene kleuring) tot expressie brengen vormen klompjes van cellen in ‘semi-solid’ medium.
Referenties 1. Niemantsverdriet M, Wagner K, Visser M, Backendorf C (2008) Cellular functions of 14-3-3 zeta in apoptosis and cell adhesion emphasize its oncogenic character. Oncogene 27: 1315-1319 2. Li Z, Zhao J, Du Y, Park HR, Sun SY, Bernal-Mizrachi L, Aitken A, Khuri FR, Fu H. (2008) Down-regulation of 14-3-3 zeta suppresses anchorage-independent growth of lung cancer cells through anoikis activation. Proc Natl Acad Sci U S A: 162-167
Box 3: HeLa: living forever? Door : Eelco Vijzelaar bachelor-student LST Sinds onheuglijke tijden droomt de mens ervan eeuwig jong te blijven. De verheven Griekse goden waren de Onsterfelijken, waarbij wij aardbewoners maar pover afstaken. De ontdekking van Amerika blies het oude ideaal nieuw leven in, zoals te zien op De Bron van de Eeuwige Jeugd, geschilderd door Lucas Cranach. En een kleine zestig jaar geleden heeft de celbiologie iets ontdekt dat – onder strikt kunstmatige condities – de onsterfelijkheid lijkt te gaan benaderen: de HeLa-cel. HeLa-cellen zijn vernoemd naar Henrietta Lacks, een Amerikaanse vrouw die stierf in 1951, 31 jaar oud. Het is een uitzonderlijk robuuste en sneldelende cellijn, afkomstig uit een tumor in de baarmoederhals. Deze opmerkelijke eigenschappen maken HeLa tot een betrouwbaar stuk gereedschap dat in de research al tientallen jaren wordt toegepast. Ons practicum Moleculaire Celbiologie was het eerste dat in het nieuwe Cell Observatory werd gegeven, en dit gaf ons de gelegenheid om de krachtige woekering en de resistentie tegen anoikis van HeLa met eigen ogen waar te nemen. De biomedische wetenschap was ervan overtuigd dat er met deze ‘eeuwigdurende’ cellijn een nieuwe weg was ingeslagen. Op de dag dat Lacks overleed, verscheen de bioloog die haar cellen onderzocht, George Gey, op de net uitgevonden televisie. Hij hield een reageerbuis voor de camera en zei: ‘It is possible that, from a fundamental study such as this, we will be able to learn a way by which cancer can be completely wiped out.’ Dankzij een actief telomerase blijft het celmateriaal van Henrietta Lacks onverminderd vitaal. Haar cellen worden in laboratoria over de hele wereld doorgekweekt en hiermee is haar oorspronkelijke lichaamsgewicht inmiddels verveelvoudigd. HeLa bevat overigens door horizontale uitwisseling met het humane papilloma-virus HPV-18 en door genetische instabiliteit niet minder dan 82 chromosomen, zodat de huidige cellen nog weinig zullen lijken op die van Henrietta zelf. De taxonoom Stanley Gartler heeft onlangs dan ook voorgesteld om HeLa tot een geheel nieuwe levensvorm te bestempelen, de Helacyton gartleri. De cellen hebben één nadelige eigenschap voor het onderzoek: ze zijn zo agressief dat ze, meeliftend op pipetpuntjes en in petrischaaltjes, een labkweek gemakkelijk kunnen besmetten. De schattingen geven aan dat tussen de tien en twintig procent van alle cellijnen in de laboratoria uit HeLa bestaan, vaak zonder dat dit bekend is. Daarmee is veel kostbaar onderzoek, met alle werk en materiaal dat erin is gestoken, ineens waardeloos geworden. En zo blijkt: de mens mag wikken - de Goden beschikken. Om nog even bij de Grieken terug te komen: in menig klassiek verhaal wordt altijd maar doorleven juist als een vloek ervaren. Goed dus dat het ware visioen van de eeuwige jeugd ongrijpbaar blijft.
De Bron van de Eeuwige Jeugd Lucas Cranach de Oude (circa 1520). (Bron: Wikimedia Commons)
Origin - Universiteit Leiden
15
Het nieuwe CML, Sinds 1 januari 2009 heeft de faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen (W&N) een nieuw instituut onder haar vleugels, namelijk het Institute of Environmental Sciences, beter bekend als Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML). Hier ging een reorganisatie aan vooraf, de eerste in het 30 jarig bestaan van het CML. Een interview met Prof. dr. Geert de Snoo, kersvers hoogleraar Conservation Biology, hoofd van de gelijknamige afdeling en bestuurslid van het CML.
DOOR: Marjolein Gebraad Foto’s: Jos van den Broek
16
Origin - Universiteit Leiden
typisch Leids We spreken elkaar op zijn werkkamer op de derde etage van het Van Steenis. Vrijwel alle wanden zijn bedekt met boekenkasten vol mappen, boeken en tijdschriften. Alleen in de hoek bij het raam staat een bureau met computer. “Regelmatig sta ik hier even voor het raam naar buiten te kijken.” Op de vensterbank staan drie neppatrijzen op stokjes in melkflessen die tijdens een veldstudie werden gebruikt. “Met weinig succes”, lacht De Snoo. Al gauw gaat het gesprek over de patrijs, een van zijn vroegere studieobjecten. Twee stoffige, opgezette exemplaren worden van de kast gehaald voor de foto. De aan de VU in Amsterdam opgeleide bioloog is gespecialiseerd in Ecotoxicologie. Een vakgebied dat het effect van milieuvreemde stoffen op de biodiversiteit bestudeert. Al bijna zes jaar is De Snoo hoogleraar Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer in Wageningen. Hij spreekt hier met veel liefde over. “Nee, planten heb ik niet op mijn kamer; die houden het hier niet vol!”, vult hij de kamerobservaties aan, om er zelfbestraffend aan toe te voegen: “ Da’s niet best voor een milieubioloog, niet?” Dan komen belangrijker zaken dan patrijzen aan de orde. “De reorganisatie van het instituut was best pittig”, zegt De Snoo desgevraagd, “ Er zijn collega’s weggegaan. Je moet een reorganisatie daarom niet te vaak uitvoeren. Maar aan de andere kant moeten we hierdoor op een nieuwe manier samenwerken. Alles is opgeschud.” Optimistisch: ”Dit geeft een hoop nieuwe energie en mogelijkheden.” Hij legt uit dat het CML eerst als instituut onder het College van Bestuur van de Universiteit Leiden viel. Maar omdat de universiteit alle instituten bij de faculteiten wil onderbrengen, valt het CML nu onder W&N. “Dit maakt de samenwerking tussen Milieuwetenschappen, Biologie en Scheikunde makkelijker. Ingebed in een grote, krachtige faculteit hebben de milieuwetenschappen een sterkere voet binnen
de universiteit. We kunnen nu meer meedoen met ‘mainstream’ universitaire activiteiten. Bovendien past het beter bij de ontwikkelingen in de wetenschap.” Het nieuwe CML heeft behoorlijk moeten inleveren, want er zijn nu nog maar twee afdelingen in plaats van drie: Conservation Biology en Industrial Ecology. De laatste is gewoon blijven bestaan, zij het in afgeslankte vorm. Conservation Biology is een samenvoeging van de vroegere afdelingen Environmental Biology en Environment & Development. De eerste richtte zich op onderzoek in Nederland en Europa, terwijl de tweede zich meer richtte op de tropen. Maar fundamenteel was er geen verschil in de manier van onderzoek, dus kon dit prima samen.
Beschermen van Biodiversiteit Binnen de afdeling Conservation Biology ligt de focus nu meer op het beschermen van biodiversiteit. De Snoo vertelt dat het vakgebied Conservation Biology uit drie delen bestaat. Het eerste is het in kaart brengen van de biodiversiteit. “Dit doen wij hier niet. Daar hebben ze in Naturalis en het Nationaal
Origin - Universiteit Leiden
17
Herbarium Nederland-Leiden meer expertise in. Wat we hier wel doen, is het bekijken van de invloed van de mens op de biodiversiteit. En het ontwikkelen van oplossingen voor het verlies en het beschermen van biodiversiteit.” De naam van dit vakgebied is van oorsprong een Amerikaanse term, die niet makkelijk te vertalen is in het Nederlands. “We hebben er intern wel over nagedacht, maar er bestaat geen Nederlands woord dat recht doet aan wat Conservation Biology is. Dit komt omdat zowel ‘conservation’ als ‘biology’ in het Amerikaans een bredere betekenis hebben dan het bestuderen of beschermen van de natuur; ook sociale en economische aspecten horen er bij. Conservation Biology bestaat nog niet zo lang: in 1976 werd het voor het eerst als vakgebied in de
18
Origin - Universiteit Leiden
literatuur genoemd. Pas in 1985 werd er voor het eerst een wetenschappelijke bijeenkomst gehouden over dit vakgebied. Hier werd ook de Society for Conservation Biology opgericht. Nu is dat een mondiale organisatie met meer dan 10.000 leden. Sinds 1987 heeft de Society een eigen tijdschrift, Conservation Biology, dat voor ‘conservation-biologists’ gelijk staat aan tijdschriften als Science of Nature.” De Snoo pakt er een boek bij van het eerste Europese congres en vertelt verder: “Kijk, het eerste Europese congres was in 2006 in de Hongaarse stad Eger. Dit jaar is het tweede congres in Praag. Daar gaat het CML twee workshops verzorgen. Het CML richt zich binnen de Conservation Biology op verschillende zaken. Onder andere de impact van milieuvreemde stoffen en ‘biologische vervuiling’ op de biodiversiteit. ‘Biologische vervuiling’ is een term
waarmee genen of soorten worden bedoeld die niet in de inheemse biodiversiteit thuishoren. Voorbeelden hiervan zijn genen van landbouwgewassen die in de wilde soorten terecht komen, zoals bij de wortel en de wilde peen. Of het effect van exoten, zoals halsbandparkieten op de Nederlandse soorten. Verder bestuderen ze wat er gebeurt met de biodiversiteit als het landgebruik verandert. Het CML doet onderzoek in Nederland, Europa en Zuidoost-Azië. “In de Filippijnen hebben we trouwens dit jaar precies 20 jaar een samenwerkingsrelatie.”, merkt de Snoo later nog op. De andere poot van het CML is Industrial Ecology, een wetenschappelijke discipline met een systematische benadering van duurzame ontwikkeling die zich bezig met duurzame productie en consumptie. Het vakgebied bevindt zich op het snijpunt van milieu en economie. Medewerkers van deze afdeling gebruiken vaak methodes zoals de levenscyclusanalyse (LCA). Dit wordt wel de ‘wieg-tot-graf ’-benadering genoemd. Industrieel ecologen gebruiken hiervoor een hele lijst aan indicatoren. Ook Industrial Ecology is nog niet zo’n oud vakgebied: het is pas een jaar of vijftien oud. Het CML heeft een grote bijdrage geleverd aan de oprichting hiervan. Ondertussen is het uitgegroeid tot een mondiale bezigheid.
Aantrekkelijk onderwijs Voor studenten is er door de reorganisatie binnen het CML ook veel veranderd. Dit hangt samen met de reorganisatie van de opleiding Biologie. Per 1 september zijn er bij de opleiding biologie nog maar twee volledig biologisch georiënteerde mastertracks. Het CML zal samen met het IBL, Nationaal Herbarium Nederland-Leiden en Naturalis betrokken zijn bij de mastertrack Evolution, Biodiversity and Conservation. Studenten kunnen hierdoor kiezen uit meer vakken. De Snoo vindt het een aantrekkelijke mastertrack geworden. In september begint daarnaast de eerste minor van het CML, ‘Duurzame ontwikkeling’, als onderdeel van het nieuwe onderwijs van de Universiteit Leiden. Deze minor is geschikt voor studenten van alle faculteiten.
een aparte master te maken. Dit plan is aangeboden voor accreditatie. Als we dit keurmerk binnen hebben kunnen we echt beginnen. Het mooie van deze master is dat Leiden en het CML hierdoor sterker op de kaart komt te staan. Hij zegt uit te kijken naar de komst van het Nationaal Centrum voor Biodiversiteit (NCB). Binnen het NCB komen alle biologische collecties samen. Hierdoor wordt Leiden de biodiversiteitstad van Nederland. “Dit is ontzettend belangrijk voor onderzoek en onderwijs. Het is een grote kans voor Universiteit Leiden. Het is erg leuk, ook voor het CML. Het sluit mooi aan bij onze afdeling Conservation Biology. Ik zie het als een mogelijkheid voor studenten om meer vanuit wetenschappelijke vraagstellingen aan collecties te werken. De keuze in stageaanbod kan enorm toenemen.” De Snoo verwacht dat er een samenwerkingsdriehoek ontstaat, waarbij binnen het NCB de biodiversiteit wordt onderzocht, het IBL het ontstaan van biodiversiteit en evolutie bestudeert en het CML bij Conservation Biology naar de bescherming en gebruik van biodiversiteit kijkt. Hij vindt dat een erg inspirerend beeld. Breed grijzend: ”Met daarnaast de sterkere band met de TU Delft - via de afdeling Industrial Ecology - maakt dit het CML typisch Universiteit Leiden!”
De Snoo: ”We zijn samen met de TU Delft bezig om van de mastertrack Industrial Ecology, die nu onder de opleiding Molecular Science & Technology valt,
Origin - Universiteit Leiden
19
DOOR: Annemarie Meijer / Tonny Regensburg / Robin Kamperman / Rik Bartels/ Paula van Kranenburg
Biologie Olympiade
Dit jaar was de Universiteit Leiden voor de derde keer de gastheer van de eindronde van de Biologie Olympiade Junior. Voor deze eindronde waren 19 leerlingen geselecteerd die het beste hebben gepresteerd bij een voorrondetoets op vwo-scholen uit het hele land.
Dit jaar deden 5200 scholieren uit de onderbouwklassen mee aan de voorronde. De eindronde wil aan de winnaars van de voorronde een extra uitdaging bieden. Deze slimme leerlingen krijgen leerstof uit de bovenbouw aangeboden die ze in korte tijd moeten verwerken. Ook maken ze kennis met technieken die biologiestudenten in hun eerste jaar leren en worden ze getoetst op het verwerven van praktische vaardigheden. Bij de eindronde komt het dus niet alleen aan op slimheid maar ook op handigheid. Juniorolympisten krijgen vaak zo de smaak te pakken van de olympiadesfeer dat ze later ook weten door te dringen tot de eindronde van de Bovenbouw Olympiade, en wellicht zien we sommige van hen later terug in de collegebanken. De olympisten hebben met volle teugen genoten van de unieke kans om een keer te kunnen werken in een universitair laboratorium en kennis te maken met de technieken die bij moleculair onderzoek komen
20
Origin - Universiteit Leiden
kijken, zoals pipetteren, verdunnen, DNA knippen en gels gieten. Tijdens een oefenpracticum werden ze door biologiestudenten die zelf bezig zijn met hun bachelor of master stages enthousiast geholpen en in korte tijd klaar gestoomd voor de practicumtoets waarbij ze alle technieken zelfstandig moesten kunnen uitvoeren en een casus moesten oplossen. Over het dragen van labjassen waren de meningen verdeeld. De een vond het cool, terwijl de ander toch liever niet in deze outfit op de foto wilde. Vooral het rekenen aan verdunningen vonden de leerlingen lastig, maar uiteindelijk kreeg iedereen dat met de uitleg van de assistenten goed onder de knie. Tijdens de practicumtoets had uiteindelijk iedereen mooie resulaten, zodat de olympisten overtuigend hebben aangetoond hoe goed ze hun nog maar net geleerde vaardigheden in de praktijk konden brengen. Het thema van de eindronde 2009 was antibiotica. Het programma begon met een inleidend college van Professor Kees van den Hondel over de werking van antibiotica. Door de ontdekking van antibiotica heeft de mens de meeste bacteriĂŤle infectieziekten overwonnen. Echter, een wereldwijde toename van antibioticumresistenties bij ziekteverwekkende bacteriĂŤn is een groeiend probleem. Professor van den Hondel legde uit hoe bacteriĂŤn via plasmiden
Junior 2009 resistentiegenen met elkaar kunnen uitwisselen, waardoor antibioticumresistenties zich kunnen verspreiden. Ook vertelde hij hoe zijn onderzoeksgroep nieuwe antibiotica probeert te ontdekken voor de voortdurende strijd tegen infectieziekten. Tijdens het practicum gingen de olympisten puzzelen aan resistenties. Ze leerden hoe je plasmide-DNA van bacteriën kunt knippen met enzymen en hoe je DNAbandjes kunt scheiden met behulp van gelelectroforese. Aan de hand van het bandenpatroon van het geknipte DNA konden ze bepalen welk resistentiegen het plasmide bevatte. Ook deden ze een groeitest van bacteriën op platen met en zonder antibiotica. Tenslotte moesten ze alle resultaten aan elkaar koppelen en bedenken welke antibiotica al dan niet geschikt zouden kunnen zijn om een ziekte, veroorzaakt door deze bacteriën, te bestrijden. De olympisten hadden een drukke donderdag met ’s ochtends colleges en ’s middags oefenpracticum. ‘s Avonds gingen ze samen met de practicumassistenten gezellig eten bij de studentenvereniging Augustinus en daarna hard studeren voor de toesten van de volgende dag. Op vrijdagochtend was er nog een vragenuurtje en daarna volgde eerst de theorietoets en ’s middags de practicumtoets. Na afloop werd er een barbecue georganiseerd door de Leidse
Biologen Club (LBC). Hier konden de olympisten bijkomen van alle nieuwe ervaringen en zich ontspannen met megatwister, een typisch LBC-spel dat altijd succes heeft. Ondertussen werden de toetsen nagekeken en rond acht uur wisten wij al wie de olympiade had gewonnen. Voor de olympisten bleef dit nog een verassing tot de prijsuitreiking op zaterdag in het Kamerling Onnes Gebouw, waarvoor ook hun ouders en de biologiedocenten van hun eigen school waren uitgenodigd. Op de dag van de prijsuitreiking heerste er een uitgelaten sfeer. Eerst ging de groep olympisten op excursie naar het Natuurhistorisch Museum Naturalis en naar de Hortus Botanicus. Daarna werden de uitslagen van de Olympiade bekend gemaakt en de prijzen uitgedeeld door Professor Edgar Groenen, de portefeuillehouder onderwijs van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. De bronzen medaille was voor Mees van der Hoff van het Stedelijk Gymnasium in ’s Hertogenbosch. De zilveren medaille ging naar Patrick van Vliet van het Kalsbeek College in Woerden. Jette van den Broecke van het Kandinsky College in Nijmegen behaalde zowel bij de theoretische toets als bij het practicum de hoogste score en zij won daarmee welverdiend de gouden medaille van de Biologie Olympiade Junior 2009!
Origin - Universiteit Leiden
21
Nobelprijswinnaar op PAC Symposium Op 5 maart heeft de vijftiende editie van het PAC Symposium plaatsgevonden op het Gorlaeus in Leiden. Met ruim 400 bezoekers was deze derde lustrumeditie de grootste ooit! De schotel van het Gorlaeus is de hele donderdag overgenomen door de chemici voor lezingen, workshops, de Jong KNCV posterwedstrijd, een borrel en zelfs een driegangen diner.
DOOR: Miriam Moester
De dag begon met een plenaire lezing van Prof.dr. Mathieu Noteborn. Nobelprijswinnaar Prof. Sir John E. Walker, door wie deze lezing eigenlijk zou worden gegeven, was helaas te ziek om vanuit Engeland naar het symposium te vliegen. Maar Prof. Noteborn heeft ondanks zijn korte voorbereidingstijd een levendige
22
Origin - Universiteit Leiden
presentatie over apoptose neergezet. Na deze goede start waren er twee parallelle sessies, waarbij de deelnemers konden kiezen uit een van de vier lezingen en workshops, door prominente sprekers uit de universitaire wereld en het bedrijfsleven. De onderwerpen varieerden van tal van chemische topics tot communicatie met niet-chemici en ondernemerschap. Alle lezingen waren goed bezocht en een succes te noemen. Tijdens de luxe lunch was er ook tijd om de posters van de KNCV posterwedstrijd te bekijken. Studenten presenteerden hun afstudeeronderzoek door middel van een poster om daarmee kans te maken op een van de hoofdprijzen. Na de lunch waren er weer twee succesvolle parallelle sessies en daarna verzamelden alle ruim 400 chemici zich in collegezaal 4/5 voor de twee laatste lezingen van de dag. Ten eerste was daar Prof. K. Barry Sharpless, een charmante Amerikaan die in 2001 de Nobelprijs voor de Chemie heeft mogen ontvangen voor zijn werk aan asymmetrische oxidatie katalysatoren. In een energieke en misschien soms wat warrige lezing toonde hij het onderzoek
waar zijn vakgroep in La Jolla, CaliforniĂŤ, momenteel mee bezig is. Daarna maakte cabaretier Lebbis (Hans Sibbel) zijn opwachting, met een speciaal voor het symposium samengesteld stuk cabaret. Met onder andere verhalen over hoe hij in zijn jeugd natrium in vijvers gooide, had hij de lachers op zijn hand. Tot slot werden de prijzen van de Jong KNCV posterwedstrijd uitgereikt, de PAC Publieksprijs ging naar Annemarie Walters van de UvA.
Het bestuur van Stichting PAC heeft veel positieve reacties gekregen en heeft het zelf ook een fantastische dag gevonden. Volgend jaar zal het PAC Symposium op donderdag 4 maart gehouden worden in de splinternieuwe scheikunde faculteit van de Universiteit van Amsterdam!
Als afsluiting van een mooie dag vol chemie was er een drukbezochte borrel in de hal van het Gorlaeus, waar de deelnemers konden napraten met elkaar en met de sprekers en organisatie. Het avondprogramma was dit jaar ook grootser dan ooit aangepakt: ruim 180 chemici zijn blijven eten in de speciaal tot restaurant omgetoverde kantine van het Gorlaeus. Na een sfeervol driegangen diner bracht een afgehuurde partybus de fanatiekste studenten (en een enkele zaalvoorzitter) naar d’Oude Harmonie, voor het afsluitende feest. Onder andere door het ongebruikelijk grote aantal dineerders was de opkomst op het feestje behoorlijk goed en is er tot na half 3 hard doorgefeest.
Origin - Universiteit Leiden
23
De week van...
Tamara Hoogenboom Mijn naam is Tamara Hoogenboom, ik ben 18 jaar oud, en dit jaar vol enthousiasme aan de studie Biologie begonnen. Elke dag reis ik vanuit Wassenaar, waar ik nog bij m’n ouders en zusje woon, naar Leiden. Buiten de momenten dat ik voor mijn opleiding bezig ben om, zul je mij vaak op activiteiten van de studievereniging of in het zwembad tegenkomen.
Maandag 13 april Het is tweede paasdag dus ik kan lekker uitslapen. Na een uitgebreid ontbijt met m’n ouders en zusje is het tijd om nog wat dingen te regelen. Ik ben praeses van de ouderejaarscommissie, een groepje eerstejaars die onder leiding van 2 ouderejaars een weekend organiseert voor leden van de Leidse Biologen Club (LBC). Het weekend wat we organiseren, is komend weekend en dat brengt een hoop extra werk met zich mee. Nadat ik de laatste dingen heb geregeld, beantwoord ik nog even wat mailtjes van de jaarvertegenwoordiging, waar ik ook deel van uitmaak.
Dinsdag 14 april Vanochtend heb ik statistiek, dit bestaat altijd uit een kort college, gevolgd door een werkgroep. De opdrachten van de werkgroep van vandaag zijn pittig, maar gelukkig komen we eruit. Om kwart over 11 begin ik met modelleren, ook dit vak bestaat uit een college met aansluitend een werkgroep. Tijdens deze werkgroepen maak en analyseer je modellen op de computer. Na hier een paar uurtjes mee zoet te zijn geweest is het voor mij tijd om naar het zwembad te gaan. Ik zit al jaren met veel plezier op wedstrijdzwemmen en train hier dan ook regelmatig voor. Dit zorgt er helaas wel voor dat ik vanavond niet naar de paasborrel van de LBC kan. Aan de andere kant kan ik op deze manier nog wel even het college van morgen voorbereiden. Wetende dat ik nog een drukke week te gaan heb, besluit ik ook eens op tijd naar bed te gaan.
24
Origin - Universiteit Leiden
Woensdag 15 april Net als de rest van de week beginnen om 9 uur de colleges, vandaag zijn dit embryologie en morfologie. Samen met fysiologie en moleculaire embryologie vormen deze het vak biologie van het organisme dier. Zelf vind ik dit een erg interessant vak en dat helpt om weer vroeg mijn bed uit te komen. Na de colleges ben ik de rest van de middag vrij voor zelfstudie. Om 6 uur vertrek ik weer naar het zwembad om te trainen. Eenmaal thuisgekomen staat de laatste vergadering van de ouderejaarscommissie gepland. Gelukkig zijn deze vergaderingen behalve nuttig ook altijd erg gezellig.
Donderdag 16 april Om 9 uur begin ik weer aan statistiek. Als ik de opdrachten af heb, is er nogmaals tijd voor zelfstudie. Gelukkig heb ik gisteren al veel gedaan, want vanmiddag heb ik met Esmee afgesproken om de boodschappen voor het weekend te doen. Als deze aan het einde van de dag allemaal binnen zijn, kan ik met een gerust hart naar huis. Nu is toch echt alles klaar voor het weekend! Vol spanning en met veel zin ga ik slapen.
Vrijdag 17 april ‘s Ochtends snel de laatste spullen klaarzetten voor het weekend, om vervolgens naar het Van Steenis gebouw te gaan. Ik heb de sleutel van het LBC hok
gekregen zodat de studenten die meegaan op ons weekend hier hun spullen kwijt kunnen. Als om kwart voor 9 alle spullen in het hok staan, vertrek ik samen met aan aantal van mijn commissieleden naar de collegezaal van het Van der Klaauw. Hier hebben we nog twee uur college morfologie. In deze colleges wordt de stof die we afgelopen practica hebben geleerd nog eens herhaald. We hebben het onder andere over de ingewanden en het kopskelet van een vis, maar ook over de ontwikkeling vanuit de kiemlagen en de evolutie van de kaak en gehoorbeentjes. Na afloop van deze colleges volgt een korte meerkeuze toets. Deze toetsen krijgen we steeds na twee middagen zelfstudie en er moet minimaal een 5.3 voor gehaald worden. Maar voordat het zover is, ga ik snel nog even wat geld pinnen om mee te geven aan Esmee, de quaestor van onze commissie. Zij vertrekt eerder naar onze locatie zodat daar alles klaar staat als we aankomen. De toets ging wel aardig en samen met Rick en Flemming vertrek ik weer richting het Van Steenis. We hebben nog een paar uur voordat we vertrekken en in de tussentijd leren we nog wat. Het volgende onderwerp van dit vak, biologie van het organisme dier, is dynamic human. Met behulp van een computerprogramma kom je van alles te weten over het menselijk lichaam. Rond 4 uur komen de eerste mensen aan en verplaatsen we de spullen uit het LBC hok richting de parkeerplaats. Nog even de namenlijst checken en dan is het zover: we vertrekken richting Schaijk. Na een goed verlopen busreis kunnen we lekker barbecueën. De eerste activiteit die voor vanavond gepland staat is een pubquiz. Ikzelf kan meegenieten van achter de bar, ik heb deze avond namelijk bardienst. Als na een geweldige eerste avond iedereen naar bed is, besluit ik zelf ook maar te gaan slapen, ik moet er tenslotte morgen weer als eerste uit. Van mijn voornemen om te gaan slapen komt alleen niks terecht, doordat één van mijn commissieleden heeft besloten om de hele nacht flauwe grappen te maken…
Zaterdag 18 april Om 7 uur is het tijd voor de commissie om op te staan, zodat de eerste dingen voor deze dag geregeld kunnen worden. Om 8 uur maken we de rest van de groep wakker, één van de leukste momenten van de dag voor de mensen die al wakker zijn. De filmcamera wordt erbij gehaald en de muziek (I like to move
it, uit de film Madagascar) aangezet. Als iedereen een beetje bijgekomen is en gegeten heeft vertrekken we richting het centrum waar het eerste spel van vandaag plaats vindt. Weer terug gekomen bij het kamphuis staat er geheel in thema, een groot luchtkussen klaar. We hebben geweldig weer, dus de zwembroeken en bikini’s worden aangetrokken, en de watergevechten ontstaan. Na een tijdje moet ik helaas weer naar binnen om me om te kleden en voor te bereiden op het volgende spel. Al snel loop ik in m’n labjas met zakken vol ballonnen in het bos. Nog even en twee teams zullen achter elkaar aan rennend proberen de ‘borsten’ van het andere team kapot te maken. Ik, als plastisch chirurg, heb de taak om nieuwe ballonnen uit te delen na elke juist beantwoorde vraag. De rest van de avond wordt gevuld met de bonte avond, die ik mag presenteren. Doordat Esmee de volgende dag met de auto terug naar huis gaat, besluit ik van haar de late bardienst over te nemen. Om kwart over 5 lig ik, na een gezellige dag, eindelijk op bed.
Zondag 19 april Na een korte nacht gaat om half 9 de wekker. Snel even douchen, voordat de rest van de groep wakker gemaakt wordt. Dan, om 11 uur, is het tijd voor hints, alle oude tv figuren komen aan bod. Dit korte spel wordt vervolgd door levende stoelendans. Alle jongens mogen op de grond gaan liggen, zodra de muziek stopt is het de taak aan de meisjes er zo snel mogelijk bovenop te gaan liggen. Zodra dit potje is afgelopen worden de rollen omgedraaid. Daar lig je dan, op de grond, terwijl er elke minuut iemand bovenop je springt, wachtend tot je eindelijk aan de beurt bent om eruit gehaald te worden… Maar dat gebeurt natuurlijk niet, voordat ik het wist was het al te laat en lag ik onderop de stapel. De rest van de dag besteden we aan opruimen en de bus inladen. Om exact half 5 vertrekken we weer naar Leiden, waar we met de commissie pannenkoeken eten en alles opruimen. Nagenietend van een fantastische week kruip ik ’s avonds lekker mijn bed in.
Origin - Universiteit Leiden
25
De LIFE alumnireunie Op 16 mei was het weer zover: de alumni kwamen een kijkje nemen op de faculteit. Samen met andere jaargenoten werden oude herinneringen opgehaald en nieuwe afspraken gemaakt, opdat men elkaar niet meer uit het oog zou verliezen. DOOR: Leonoor Albers
Om half 4 stond de commissie al klaar om van de avond een feestje te maken. De beamer werd geïnstalleerd voor de foto’s van vroeger en wat oude verslagen van reizen werden uit het archief opgediept. Om vier uur stonden dan de eerste alumni voor de deur. Onder het genot van een drankje kwamen de gesprekken langzaam op gang. Allereerst werd er besproken wie er al getrouwd waren en waar er baby’s op komst waren. Ook wilde iedereen van elkaar weten waar ze terecht waren gekomen en wat ze op dit moment deden. Al snel kwamen de gesprekken op de jaren dat ze bij LIFE actief waren geweest. Doordat de oude foto’s langsvlogen op de beamer kwamen de oude roddels ineens weer boven en was het een avond van herkenning. De beamer werd af en toe stilgezet om het beeld toch iets beter te kunnen bekijken om zo de genante en hilarische momenten goed te aanschouwen. Rond zes uur stond de cateraar op de stoep met een heerlijk tapasbuffet. De inmiddels 30 alumni konden
nauwelijks wachten totdat het diner met een korte doch effectieve speech geopend werd. Toen iedereen een bordje had verkregen en rustig zat te eten stond ineens Lucie in de zaal. Lucie is de verpersoonlijking van de lustrumcommissie alias de vrouwelijke versie van onze opleidingsdirecteur. Lucie vertelde dat ze kwam voor LSD, lustrum schoonmaak dienst. Haar taak was om alles zo schoon mogelijk te houden en ze voegde de daad bij het woord. De bar werd gepoetst en ook enkele alumni werden onder handen genomen. Ze besloot haar grote schoonmaak met de aankondiging van het lustrumopeningsfeest. Op 9-92009 houdt de opleiding LS&T samen met SV LIFE een groot feest om het lustrumjaar te openen. Deze zal in Danssalon InCasa plaatsvinden en de kaartjes waren bij haar te koop of op een van de hokken. Ze ging langs bij elke alumnus en verkocht een bril voor 5 euro, wat tevens het toegangskaartje zal zijn voor het openingsfeest samen met een tweetal gratis drankjes. Aangezien de kleuren blauw en geel te kiezen waren, moest er soms even gepast worden welke kleur bril het ging worden. De rest van de avond werd voortgezet met netwerken en een lekkere neut bij de koffie. Ook zonder koffie viel de neut in goede handen. Om tien uur werden de laatste kaartjes uitgewisseld en vertrok iedereen weer naar huis. Natuurlijk werd het buffet op de studentikoze manier verdeeld onder de alumni. Eens student, altijd student, want LIFE goes on!
26
Origin - Universiteit Leiden
Aesculapius op studiereis naar Zwitserland! niet meer uit het oog zou verliezen.
zoeken gingen we uiteindelijk eten bij een pizzeria, aangezien veel restaurants in Basel op zondagavond al vroeg dicht gaan. Na het eten bleek iedereen vermoeid van de lange reis te zijn en zijn we weer terug naar het hotel gegaan.
Door: Bart Lenselink en Simone Verhage
Maandag 20 april:
Op 16 mei was het weer zover: de alumni kwamen een kijkje nemen op de faculteit. Samen met andere jaargenoten werden oude herinneringen opgehaald en nieuwe afspraken gemaakt, opdat men elkaar
Zondag 19 april: Op zondag 19 april begon onze mooie reis naar Zwitserland om 9 uur. Nadat alle deelnemers en dr. Bert de Boer (een van onze begeleiders) verzameld waren, vertrok de bus van Pasteur Reizen richting Basel. Ron de buschauffeur vergezelde ons de hele week en het duurde dan ook niet lang voordat hij goed in de groep lag. De sfeer zat er al snel goed in en de eerste drankjes werden al gauw genuttigd. Na een korte stop in de omgeving van Brussel werd onze tweede begeleider, prof. Herman van Vlijmen, opgepikt. Vervolgens werd de reis gecontinueerd en na een aantal stops kwamen we na ongeveer 10 uur reizen bij hotel ‘Rochat’ in Basel aan. Na een snelle incheck zijn wij met z’n allen een hapje gaan eten. Na relatief lang
Na een nachtje bijslapen, gingen we weer vroeg uit bed. Na een heerlijk ontbijt vertrokken we om half 9 richting Novartis Pharma. Rond 9 uur kwamen we aan bij de hoofdingang waar we door heuse VIPassistentes ontvangen werden. Na de koffie en thee werd een kort praatje gehouden over Novartis en de ontwikkeling van medicijnen. Vervolgens hielden we in kleinere groepjes zeer interactieve discussies over allerlei persoonlijke vragen rondom Novartis. Als laatste onderdeel kregen we een uitgebreide rondleiding over de campus en in een aantal laboratoria. Er kwam veel architectuur bij kijken: Novartis is namelijk de campus aan het vernieuwen en uitbreiden met nieuwe gebouwen. Verder kregen we de enorme bibliotheek van stoffen te zien (met daarin een aantal miljoen stoffen!) en de semi-geautomatiseerde HTS (high throughput screening) afdeling.
Origin - Universiteit Leiden
27
BFW-student bij een bedrijf als Hoffman La Roche. ’s Avonds hadden we bij een lokaal Zwitser restaurant afgesproken in klein Basel, waar de deelnemers een gratis diner aangeboden kregen namens het assessoraat. Na het geslaagde diner gingen we met zijn allen naar de ‘Bar Rouge’, gelegen in het hoogste gebouw van Zwitserland. Vanaf 33 hoog hadden we onder het genot van een borrel of een cocktailtje een prachtig uitzicht over de stad.
Woensdag 22 april:
Na deze rondleiding was het tijd voor de welverdiende afsluitende lunch. We werden ontvangen in de tapas lounge waar we onder andere een 3-gangendiner en verse sapjes aangeboden kregen. Verder was er de gelegenheid om met Nederlandse werknemers te netwerken. Na de lunch werd een groepsfoto gemaakt buiten de campus, de enige plek waar dit toegestaan was. Hierna had iedereen een aantal vrije uurtjes waar ook volop gebruik van werd gemaakt. ’s Avonds was weer met z’n allen afgesproken om voor het eerst de echte Zwitserse keuken te ontdekken.
Dinsdag 21 april: Dinsdagochtend begonnen we een half uurtje later aan het ontbijt, waarna we met de stadsbus richting het complex van Hofmann- La Roche vertrokken. We werden opgevangen door een oud-bestuurslid van onze vereniging, die ons leidde naar een zaal waar een aantal praatjes over de visie van Roche op geneesmiddelenontwikkeling ten gehore werd gebracht. Na de lunch begon de rondleiding, waarbij we in twee groepen werden opgedeeld, over de campus en de avastin/monoclonal antibody fabriek kregen te zien. Roche heeft op zijn eigen terrein namelijk in een grote “toren” een fabriek waar ze een groot gedeelte van de antilichamen (avastin, herceptin etc.) tegen kanker maken. Dit was een zeer interessant gebouw en het heeft onlangs zelfs nog een prijs voor het ontwerp ontvangen. Na de rondleiding kregen we nog wat meer te horen over de mogelijkheden voor een
28
Origin - Universiteit Leiden
Woensdagochtend was alweer onze laatste ochtend in Basel en na een vroeg ontbijt gingen we richting de Universiteit van Basel. We kregen een aantal praatjes over hoe de studie in Basel is ingericht en kwamen tot de conclusie dat het onderwijs in Leiden er toch wel anders (in positieve zin!) uitziet. Verder kregen we presentaties en een rondleiding van Master studenten en AIO’s die op het lab aan het werk waren. Tijdens de lunch was er gelegenheid om te integreren met de Baselse studenten. Na afloop gingen we terug naar het hotel waar de spullen in de bus gepakt konden worden. Ons reisgedeelte in Basel zat er op en we konden met de bus naar onze volgende locatie: Genève! Onderweg kwamen we prachtige landschappen tegen en werd er in de bus volop gekaart, geslapen en geborreld. Na een reis van dik drie uur kwamen we eindelijk bij het hotel aan. ’s Avonds werd besloten om het lekker goedkoop te houden en collectief bij de McDonalds aan de overkant te eten. Een gedeelte van de groep besloot nog even het centrum in te gaan en hier hebben we in een café, die hun eigen bier brouwde, op een gezellig pleintje de beruchte zelfgebrouwen ‘Giraffe’ getrotseerd.
Na de lunch was het tijd om ons richting de World Health Organisation te begeven. Hier kwamen we te vroeg aan, dus kon er even bijgekomen worden en van het weer genoten worden. Om 15 uur begon dan het programma bij de WHO, waar we op de maatschappelijke kant van onze studie gewezen werden. We kregen informatie over de zaken die het WHO doet qua medicijnvoorziening. Hierna konden we snel naar huis gaan om om te kleden voor het einddiner. In het restaurant “N’oublie pas les poissons rouges” hebben we heerlijk culinair gegeten en alles was perfect van de amuses tot aan de speeches.
Zaterdag 25 april: Donderdag 23 april Donderdag was er tijd om ’s ochtends enigszins uit te slapen. Echter was er helaas tot slechts 10 uur ontbijt en was iedereen dus ook voor deze tijd aanwezig. Na het ontbijt gingen we met de bus richting het Red Cross museum. Hier kregen we een rondleiding op kosten van SKIM. Deze was zeer indrukwekkend; we kwamen veel over de rijke historie te weten en over de huidige projecten en zaken waar het Rode Kruis zich mee bezig houdt. ’s Middags hadden we een heerlijke middag vrij en er werd dan ook volop genoten van het mooie weer. Zo is er onder andere over het meer gevaren en is het centrum verder verkend. ’s Avonds was er afgesproken bij een pizzeria waar de deelnemers een gratis pizza kregen. Om toch aan de integratie te werken, gingen we richting een kroeg waar we met studenten Farmacie uit Genève hadden afgesproken. Deze kroeg bleek nogal lastig om te vinden en we kwamen dan ook enigszins te laat aan. Gelukkig waren de studenten in Genève ook niet vies van leidsch kwartiertje, aangezien zij nog later dan ons arriveerden. Toen ze allemaal aanwezig waren, kreeg iedereen een gratis drankje aangeboden namens „Aesculapius” en kon het feest echt los gaan. De sfeer zat er goed in en zelfs de begeleiders waagden zich op de dansvloer.
Zaterdag was een vrije dag en de deelnemers hebben dan ook veel verschillende dingen ondernomen. Genève is een stad die bol staat van de cultuur. Sommigen hebben de stad bekeken, anderen zijn naar het Patek Philiphe museum geweest en een aantal mensen hebben van het heerlijke weer en het uitzicht op de 130 meter hoge fontein genoten. Na een mooie week stond om negen uur ’s avonds de bus helaas weer klaar om richting het schone Leiden te vertrekken. Ik denk dat ik namens iedereen spreek, als ik zeg dat het echt een prachtige week was! Wij hebben in ieder geval genoten. Het assessoraat 2008-2009, Bart en Simone.
Vrijdag 24 april: Vrijdag begon het ochtendprogramma al weer vroeg. Op de Universiteit van Genève kregen we eerst presentaties over wat de studie Farmacie in Genève inhield en vervolgens waren er een aantal Master studenten die hun onderzoeksproject presenteerden. Hierna volgde een rondleiding door de diverse afdelingen en ook hier hebben we weer een aantal bijzondere HPLC’s gezien.
Origin - Universiteit Leiden
29
Gezocht: Student-assistenten Ben je op zoek naar een baan waar je wat van opsteekt èn waar je iets aan hebt voor je toekomst? Een baan die méér te bieden heeft dan alleen een goede verdienste? In het kader van de practica voor de studierichtingen LST, MST en BFW in het collegejaar 20092010 zoeken wij student-assistenten. Bachelor-studenten LST, MST, SK of BFW (2e jaars of ouder) en Master-studenten LST, BFW of SK komen in aanmerking voor assistentie bij de volgende practica:
Introductiepracticum en Practicum Biochemie I
september – oktober 2009
Practicum Basisvaardigheden - Biochemie - Organisch/anorganisch/fysisch
september – oktober 2009
Practicum Gentechnologie
november - december 2009
Practicum Scheikunde I
november – december 2009
Practicum Scheikunde II
februari – maart 2010
Practicum Biochemie II
april – juni 2010
Practicum Moleculaire celbiologie
april – juni 2010
Heb je interesse of wil je meer informatie? Neem dan contact op met Netty Lindenbergh, tel.: 071-5276307, e-mail: lst@leidendelft.nl
30
Origin - Universiteit Leiden
Agenda Vrijdag 7 augustus t/m zondag 9 augustus
Zondag 20 september
Eerstejaarsweekend studieverenigingen Een deel van de studieverenigingen houdt dit weekend haar kennismakingsweekend voor de nieuwe studenten. Andere verenigingen houden het Eerstejaarsweekend half september.
Tinbergen lezing. Dit jaar is de gastspreker prof. Marc Hauser, evolutionair psycholoog en bioloog aan Harvard University. Kijk voor meer informatie op www.nikotinbergen.nl of www.science.leidenuniv.nl
Maandag 10 augustus t/m vrijdag 14 augustus Zomer 2009
EL CID-week 2009 Onder het motto “Alle Wegen Leidenaar� worden de nieuwe eerstejaars wegwijs gemaakt in Leiden. Op woensdag 12 april zal de Faculteitenmiddag plaatsvinden om de eerstejaars welkom te heten op hun faculteit.
Na jaren van plannen en werkzaamheden is het dan zover. Deze zomer zullen de medewerkers van het Instituut Biologie Leiden vanuit het Clusius en van der Klaauw verhuizen naar het Sylvius. Daarmee komen alle Leidse biologen in een prachtig gerenoveerd gebouw voorzien van de nieuwste faciliteiten voor onderwijs en onderzoek.
Maandag 31 augustus Opening Academisch Jaar Plechtige opening van het academisch jaar 2009/2010 in de Leidse Pieterskerk.
Maandag 31 augustus Sinds december 2008 is in het collegezalengebouw van het Gorlaeus druk gewerkt aan de collegezalen. Zo zijn het ventilatiesysteem en verlichting vernieuwd maar ook zijn de zalen voorzien van de nieuwste AV faciliteiten ten behoeve van het onderwijs. Als kroon op het werk wordt collegezaal 4/5 met een capaciteit van 700 gedurende de zomermaanden onder handen genomen. Met de opening van het nieuwe academiejaar zal ook deze zaal weer in gebruik worden genomen. De zaal krijgt naast de faciliteiten die ook in de andere zalen aanwezig zijn de mogelijkheid om colleges en andere evenementen live te streamen in HD kwaliteit of later in streaming via de website te bekijken.
Agenda Origin - Universiteit Leiden
31
Faculty of Science
Sylvius-gebouw
Nieuwe huisvesting voor Biologie Het Instituut Biologie Leiden is gehuisvest in verschillende gebouwen in Leiden. Daar gaat in 2009 verandering in komen want dan zal het IBL het gerenoveerde Sylvius-gebouw aan de Wassenaarseweg betrekken. Daarmee komen alle medewerkers en studenten van het IBL samen te werken op een locatie. Momenteel wordt hard gewerkt om het ontwerp van Hoek & de Wit Architecten uit Delft voor het Sylvius gestalte te geven. Als alles volgens plan verloopt, zal het collegejaar 2009 - 2010 van start kunnen gaan op de nieuwe locatie. Het Sylvius wordt voorzien van een aantal collegeruimtes met moderne faciliteiten voor het onderwijs. Ook de labzalen worden voorzien van nieuwe labtafels, zuurkasten en wat verder nodig is voor het gevarieerde onderzoek op het gebied van lifesciences en biodiversiteit te faciliteren. Met de verhuizing naar het Sylvius komt het IBL in het hart van het BioSciencepark Leiden te zitten en op loopafstand van het Gorlaeus complex waar onderzoekers van het IBL samenwerken met andere instituten in het Cell Observatory. In 2009 kunnen medewerkers en studenten samen in het Sylviusgebouw werken om van Leiden de biodiversiteitsstad van Nederland te maken.
www.science.leidenuniv.nl
Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken.