Bio-Farmaceutische Wetenschappen | Biologie | LST | MST
Universiteit Leiden
Januari 2013, jaargang 8 nummer 2
THEMA DYSTOPIA
Culinaire chemie met rinny kooi interview met geert de snoo plastic panda's
Redactioneel
Inhoud
Webcam
Nieuws
3
Studentenartikel: Worries on the Homefront
4
Elke laptop is tegenwoordig uitgerust met een webcam. Dat is fijn, want zo kun je overal een Skypegesprek met je moeder houden of een profielfoto maken voor je Facebook. Maar hoe controleer je of dat cameraatje ook uit staat als je er niets mee doet? Laptopeigenaars die daar over nagedacht hebben, pik je er zo tussenuit; die hebben het plekje midden boven hun scherm, daar waar de camera doorgaans prijkt, ontsiert met een stukje papier. Schrijver George Orwell had dat een fantastisch gezicht gevonden. De ongemakkelijke toekomst die hij in '1948' al omschreef, had namelijk óók te kampen met digitale pottenkijkers. Vanaf pagina 8 kun je lezen dat Orwell niet de enige doemdenker met een profetische touch was.
Two foreign students give an insiders' perspective of a problem in their home country.
Special: Dystopian literature
Bètavraagbaak: Anoniem leven
Je zou er bijna zelf een doemdenker van worden. Gelukkig is er ook ruimte voor minder zware kost dit nummer; lees bijvoorbeeld hoe een docent biodiversiteit haar gasten verrast met beestensla en fossielensoep (pagina 20), of denk mee met Bas Haring over de noodzaak van biodiversiteit (pagina 28). Of prijs jezelf gelukkig dat een papiertje voor je webcam vandaag de dag nog genoeg is om je privacy te beschermen. Carlos de Lannoy Hoofdredacteur Redactie Origin
2
Origin - Universiteit Leiden
14
Van je digitale bankafschriften tot je OV-chipkaart reishistorie; digitaal wordt er flink wat over je bijgehouden. Kun je eigenlijk nog wel leven zonder informatie over jezelf te verspreiden?
Centrefold: The human genome Ongemakkelijke toekomsten beschrijven, daar waren de schrijvers van begin vorige eeuw wel bedreven in. Regeringen die hun burgers continu in de gaten hielden en technocratische toestanden zijn terugkerende kenmerken van hun afschrikwekkende wereldbeelden, hun Dystopia’s. Dat het tot nu toe niet zo verschrikkelijk is afgelopen, mag duidelijk zijn. Toch kan het goed zijn om onze samenleving even tegen het licht van het verleden te houden; wat als je gewoon even niet wil dat elke stap die je neemt getraceerd kan worden (pagina 14)? Wat als de mensheid daadwerkelijk dieper delft en hoger bouwt de aarde aankan (pagina 30)?
8
The dystopian writers of the 20th century were not too far off when describing some unsettling technologies. Read on to find what they got right.
16
The story of Marjolein Kriek, the first woman whose genome was fully sequenced.
Artikel decaan: Interview met Geert de Snoo
18
Prof.dr. Geert de Snoo heeft vanaf 1 september 2012 de rol van decaan op zich genomen. Snoo vertelt over de weg die de faculteit dit jaar inslaat.
Culinaire chemie met Rinny Kooi
20
Fossielensoep en salade met beesten; Origin Magazine schoof aan bij Rinny Kooi, docent biodiversiteit, en kwam terug met bijzondere verhalen.
Artikel Instituten: Systems microscopy
26
Read about the smart way to unravel the mechanisms in a cancer cell, under a microscope.
Artikel Boekbespreking: Plastic Panda's
28
Bas Haring schreef een boek over de nutteloosheid van biodiversiteit en kreeg natuurminnend Nederland over zich heen. Was dat terecht?
Column: Humans as Cancer
30
A comparison between the human species and a malignant tumour results in some striking resemblances.
Agenda en Colofon
31
Nieuws
Nieuws Zeven aanmoedigingsprijzen voor jong Leids bèta-talent
In Ovo wint aanmoedigingsprijs Herman Wijffels Innovatieprijs
Zeven getalenteerde studenten in exacte vakken van de Universiteit Leiden ontvingen op 30 november een aanmoedigingsprijs van 500 euro. De gelauwerden zijn landelijk de beste eerstejaarsstudenten op hun vakgebied. Het zijn Mila Schipper (wiskunde), Martijn Oei (natuurkunde), Jennifer Jochems (informatica), Anne-Floor de Kanter en Colin Stok (LST) en Jacob van Hengst en Marenka Brussee (MST). Jennifer Jochems is een wel zeer opvallend talent. Ze rondde haar eerste studiejaar gelijktijdig af met haar vwoopleiding en was daarnaast student aan het Pre-University College van de Leidse universiteit. Daarbij haalde ze gemiddeld een 9,6 voor haar studie Informatica in Leiden! Dit jaar werden 48 prijzen uitgereikt. Het gemiddelde studieresultaat is een 9. Bijna een kwart (23 procent) van de winnaars is vrouw.
Het jonge Leidse biotechbedrijf In Ovo heeft een aanmoedigingsprijs van 10.000 euro gekregen voor een techniek om het geslacht van kuikens al in het ei te bepalen. Dat voorkomt dat miljoenen haantjes worden gedood als ze uitkomen en broederijen besparen er veel energie mee. In Ovo is opgericht door Biologiestudent en oud-assessor van deze faculteit Wouter Bruins en Wil Stutterheim, die pas is afgestudeerd in de Biomedische Wetenschappen. Het initiatief van Bruins en Stutterheim voorziet in een behoefte. In de leghennensector worden jaarlijks alleen al in Nederland 45 miljoen haantjes gedood op de dag dat ze uit het ei komen. Ze leggen geen eieren en zijn dus nutteloos voor de eierproductie. Direct na uitkomen worden de kuikens handmatig gesorteerd op geslacht en dat zorgt voor veel stress. Met de test van In Ovo is het in de toekomst mogelijk om het geslacht van een kuiken al in het ei te bepalen. Dit verhoogt de diervriendelijkheid van broederijen aanzienlijk, aangezien er geen kuikens meer gesorteerd en gedood hoeven te worden.
iSPEX winnaar Academische Jaarprijs 2012 Het team van de Universiteit Leiden heeft met het iSPEXproject ‘Meet fijnstof met je smartphone’ de Academische Jaarprijs 2012 gewonnen. Tijdens een spannende finale liet iSPEX op woensdagavond 24 oktober in de Leidse Stadsgehoorzaal de twee andere teams, uit Groningen, achter zich. Met de Academische Jaarprijs op zak kan het team, dat onder leiding staat van sterrenkundige Frans Snik, het plan uitvoeren om met een opzetstukje voor een smartphone en een bijbehorende app het grootste Nederlandse citizen science experiment ooit te realiseren. Aan de Academische Jaarprijs is een bedrag verbonden van 100.000 euro. Blijf via www.iSPEX.nl op de hoogte wanneer in mei of juni 2013 de grote meetdag plaatsvindt en hoe je kunt meedoen!
Miljoenen voor Leidse onderzoeksprogramma’s De Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie heeft 9,9 miljoen euro toegekend aan vijf nieuwe onderzoeksprogramma's waar de Nederlandse natuurkunde internationaal in uitblinkt en waarbij het wetenschappelijk en maatschappelijk belang duidelijk aanwezig is. Bij drie van de vijf programma’s zijn Leidse onderzoekers van het Leiden Institute of Physics en het Leiden Institute of Chemistry betrokken. Daarnaast zijn Leidse natuurkundigen partners in twee nationale samenwerkingsverbanden die vele miljoenen onderzoeksgeld krijgen van het ministerie van OCW. Het gaat om de Zwaartekrachtsubsidies voor nationale topconsortia, waarbij 167 miljoen euro over zes projecten wordt verdeeld. Tot slot participeert Leids nanofysicus Carlo Beenakker in een Delfts-Leids driemanschap dat met een ERC Synergy Grant van 15 miljoen euro een lab mag gaan opzetten om de kwantumcomputer van de grond te krijgen. Het Majoranadeeltje gaat hen daarbij helpen.
Origin - Universiteit Leiden
3
Studenten
For students abroad, something may turn awry at the home front. What can you do, when your entire nation is affected? Origin Magazine talked to two foreign students in the Netherlands, about their thoughts on the crises in their home lands.
M
Worries on the home front
Mexican elections...
Studying abroad is an opportunity to learn about another culture, but it also allows you to see your own country in a different perspective. Diana Lucatero came from Mexico to the Netherlands two years ago to study Applied Mathematics in Delft, and gained a whole different view of Mexican politics. In light of the recent Mexican presidential elections, she tells about her mind switch. BY: Carlos de Lannoy
In the past, Diana has not always been interested in politics. ‘I did vote, but I just watched the polls on the TV and then voted for the most popular guy’, she laughingly admits. After she received a bachelor's degree in Mathematics at the University of Mexico City, she worked as a research assistant and at a bank. For her master’s degree, Diana sought a university abroad and the Applied Mathematics program in Delft drew her attention. The transition from Mexico City to Delft was not an easy one: ‘I did not speak the language, it was the first time I lived without my parents so I needed to learn how to take care of myself and when winter came, I slipped on the first snow that I had ever seen and broke my leg.’ Luckily, that did not stop Diana; with the help of new friends, she acclimatized to the Netherlands and recently, she finished her master. During her two year stay abroad, Diana looked at Mexican politics from a different perspective. Having the Dutch political system to compare that of Mexico to, she saw how it could be changed for the better in Mexico. Unfortunately, this change was not realized in the 2012 presidential elections of Mexico. Enrique Peña Nieto of the Institutional Revolutionary Party (PRI) won those elections, but many distrust him, as the PRI is known as a corrupt party – an image acquired during the long, difficult period in which they governed Mexico (1928 to 2000).
4
Origin - Universiteit Leiden
Politics In general, Diana is unsatisfied with politicians back home: ‘It is difficult to take politics serious in Mexico; most politicians are all about giving free stuff away to popularize themselves, rather than about their political agenda.’ This was no different during the elections that took place in July 2012. Like all candidates, Nieto gave away free campaigning material. However, he went one step further than the rest, Diana recalls: ‘He handed out free meals, shoes, lipstick with his name on it, but also gift cards for a Mexican department store chain, which would only become valid if he was to be elected as the next president. According to some, he financed all these freebees with money from deals with companies and drug cartels.’ But Diana thinks that the Mexicans are also manipulated by politicians in less obvious ways. Publicity on TV plays an important role in this, as the TV is considered a reliable source of information: ‘Many people do not have internet or cable TV, which means that they will turn to the two freely available TV channels for political information. Nieto had friendly contacts with the people who run those channels, which enabled him to appear on television much more often and much sooner than the other candidates; 6 years before the 2012 elections, that is right after those of 2006, his first commercials were aired!’
Studenten
Another form of TV publicity took place more subliminally: ‘Many people watch soap operas on TV and Nieto would fit right into one; he is considered handsome and he married an actress from one of these soap operas. Before his marriage, the gossip magazines reported his every step; about his relationship with the actress, about the approval they apparently have sought with the pope, that sorts of things.’ She grins and adds: ‘He is a bit like Justin Bieber in Mexico; whenever he comes outside, screaming mothers and girls appear, eager to pose with him for a picture.’
The Dutch branch of 'I am 132', protesting in The Hague against President de Nieto's election.
Difference of opinion
I am 132
Diana’s Mexican friends in the Netherlands agree that the election of Nieto is a bad development, but at home, her family continues to support him. Diana clarifies: ‘Most of my family members live in Mexico state, which is governed on a state-level by the PRI. They work, directly or indirectly, for the government. The governor of Mexico state and Nieto maintain good relations. If it turns out that the majority did not vote for Nieto, they are afraid that many people are fired and new people are employed, as some kind of punishment. My father wants to keep his job, so he voted for Nieto. We have long and heated discussions over Skype about this.’
During his election campaign, Nieto held a speech at a private university. During the speech, students suddenly started yelling at him, calling him a killer. Allegedly, he had let people disappear during his time as the governor of Mexico state. Diana tells: ‘This was completely unexpected; students who attend private universities are usually rich, and in Mexico, rich people are not very politically active.’ The PRI-officials claimed that the protests of that day had not come from students, but political activists who had been smuggled in. 131 students who had attended the meeting responded quickly by posting a Youtube-video of themselves showing their student IDs, along with their discontent with Nieto. Many others followed, all claiming to be the 132nd student. ‘This is how “I am 132” started, a movement of students who oppose to Nieto and the PRI. “I am 132” quickly spread to other universities, both private and public. Thanks to this movement, the two public TV channels of Mexico now show political debates. They previously refused to do so, as they claimed that nobody was interested. They also tried to have the election results declared invalid, because of fraud, but unfortunately, they did not succeed. “I am 132” is still very active and has spread to form many little groups. There are also groups in many other countries, including the Netherlands.’
Diana voted for Andrés Obrador, the strongest leftwing opponent of Nieto: ‘I voted for him because I sympathize with his ideas, of course, but also because he actually formulated plans to reach what he wants. Nieto’s promises are too general: for example, he says he is going to fix the national education program, but he has not mentioned how.’
Change According to Diana many people see the election of Nieto as a step backwards for Mexico. ‘It is like the corruption of the past has been completely forgotten.’ Despite this disappointment, she sees two signals that actual change is coming this time: the rise of political movements such as ‘I am 132’ (see section) and the increased importance of internet and social networks in campaigning and spreading news. Internet is a medium that can hardly be controlled by the state; exactly what Mexicans need, according to Diana.
‘After the elections, some leaders of the “I am 132” groups went missing. Many blame Nieto; they think that it was retaliation for the resistance they caused. Because Twitter and Facebook played such important roles in organizing “I am 132”, the PRI also declared that it wanted to regulate these platforms. Of course, they have not succeeded.’ read more > Origin - Universiteit Leiden
5
Studenten
G ...and Greek debt
Of all European countries, Greece was hit the hardest by the economic crisis. Michalis Douramanis, first year student of the master ‘ICT in business’ in Leiden, left Greece only recently. He gives an insider’s view of the problems in his home country, while describing his big switch to the Netherlands.
In August, just before the start of the academic year, Michalis Douramanis left Greece for the Netherlands. He previously graduated as a mineral resources engineer in Greece, but finding a job in his area of expertise proved to be hard. Michalis worked for five years as a purchaser for a home appliances company. As work is scarce in Greece, he also decided to apply for jobs abroad: ‘I tried to find a job in Germany or the Netherlands, but found that little to no people from abroad are hired. So I decided to study in the Netherlands, to learn the Dutch and German languages. My German has gotten better already, so I plan to find a job in the Netherlands or in Germany after this master.’
Crisis
But Greece has more problems: government debts are higher than ever and insufficient money is available to pay interests. Michalis blames the mismanagement of governments past: ‘The government continuously increases taxes and reduces spending, so people effectiMichalis did not find it very difficult to adapt to the vely have less and less money to spend. In December Netherlands: ‘There is a large community of Greek of 2009, the signs of students in Leiden, an upcoming crisis who offered help. I am 'I rarely discuss the job situation were already there, but still learning certain many, including me, Dutch habits though; in Greece' did not realize it.’ He riding a bike in the gives an example: ‘Years before the crisis, cash paycity requires a certain behaviour, which I try to copy ments for freelancers became rare. Instead they were from the people I see riding in the streets.’ given checks, which they could cash in after 6 months. Companies simply did not have the money to pay them, In the Greek student community, the Dutch job market and were dependent on bank loans. Now that the crisis is considered to be full of opportunities. Michalis comhits hard, bank loans are strongly reduced as well.’ ments: ‘Especially in my sector, IT, the job market here is huge! In Greece it is practically non-existent. If any Needless to say, the educational system also suffers in vacancies exist, the way to get to them is to know somethe crisis; teachers’ salaries are reduced and university one inside, not via websites or papers. Lately, vacancies spendings are cut. Moreover, Greek universities have are often not even filled anymore; if someone leaves, extra reason to be worried: ‘Greek universities are ofhis or her work is just redistributed over the remaining ten politically left, which led to a perspective in which employees.’ Michalis found that a foreign student with private companies are considered ‘evil’. Therefore, acaconsiderable work experience such as himself is rare: demic research is not funded by third parties, as it is ‘With other foreign students, I rarely discuss the job thought to have a bad influence on the development of situation in Greece, as most were simply too young to scientific knowledge. This is also the view of the student have full-time jobs when they left.’
6
Origin - Universiteit Leiden
Studenten
unions, both left- and right-wing. I think that private company-funded academic research, within reasonable limits, should be possible.’
Bailout In the past years, the EU has tried to save the Greek economy twice with large sums of money; the so called ‘bailouts’. A third attempt has been approved recently. Michalis thinks that some form of bailout is the only way to fight the crisis. Having lived in both helping and help-receiving countries, Michalis has seen media propaganda from both sides: ‘In Germany and the Netherlands, media speak out against bailout, while Greek TV tries to terrify people into accepting it. Their message is: “no bailout, no payment or pension”. Of course, the people of Greece want a solution badly and a bailout is an option, but they do not like the way in which the Greek government tries to convince the EU to donate.’ This ‘convincing’ takes shape in negotiations with the EU over regulation packages that come with the bailout. As they are now, Michalis expects those regulations to do more harm than good: ‘The EU gives a number of goals that must be met, but gives the Greek politicians a free hand in how to reach those goals. In practice, this means increasing taxes and cutting government spending, but this will only lead to deeper recession as people will have even less to spend. This does not solve the deeper problems Greece faces: a large black market, large-scale tax evasions and corruption.’ A logical solution would be strict measures to reduce corruption and tax evasion, but Michalis does not expect that to happen: ‘The politicians gain too much
benefits from corruption themselves. Asking them to tackle those problems is like asking the Italian mafia to go to court.’ The solution he proposes is an unpopular one in Greece: ‘More EU control may help, as our own politicians are not willing to change. Understandably, people are highly skeptical about such foreign intervention.’ Meanwhile, Michalis also sees signs of the social unrest that results from the situation; an extremist political party is gaining terrain (see ‘Golden dawn’ section) and serious allegations of police violence towards demonstrators are worrying him.
Future prospect Bailout or no bailout, it is generally believed that the crisis will linger for quite some time in Greece. Nevertheless, Michalis still has hope that the situation may change for the better in the future: ‘The generation of my parents created most of the debts and my generation can be blamed for doing nothing at all. But when I look at photos of demonstrations, I see a lot of younger people. Seeing that gives me hope; this generation may actually be able to fight off corruption.’
Golden dawn As people are increasingly unsatisfied with the way the Greek parliaments are handling the crisis, they turn to parties that present themselves as an alternative to the current system, such as the extreme-right ‘Golden dawn’. Michalis considers that a mistake: ‘Golden dawn began as a government tool to justify demonstration breakups; members would start fights with peacefully demonstrating people, so that the police could come into action, and end the demonstration.’ He still sees Golden dawn as the government’s dirty tool, and not as the new voice they claim to be. Until recently the party was not very conspicuous about their ties to neo-Nazism, but since they entered the elections, Michalis saw them change their ways: ‘Michaloliakos, the leader of the party, was frequently photographed giving the Hitler salute, but now he publicly denounces such behavior. His rhetoric has also changed drastically.’
A demonstration in Athens against austerity measures turns violent.
Origin - Universiteit Leiden
7
SPECIAL
The beginning of dystopian literature
Dystopian Literature
The social inequality of the late 19 th century has been a catalyst for the application of new social structures, such as communism and socialism. This opened up other areas of discussion and these have contributed to the rich variety in literary works. H.G. Wells was the writer that introduced the new genre of science fiction. Wells is famous for his book ‘a modern utopia’, but in his earlier years as an author, he was also the first to write dystopian literature. Wells was intrigued by the theory of cosmic pessimism, which can be summed up as the theory that all species are destined to go extinct. Wells was a strong advocate for innovation and invention with the goal of improving the social system. However, the books that he wrote were filled with warnings that the use of such inventions does not automatically lead to improvement in social interactions or ethics. He believed that mankind was capable of taking control of its natural environment, but in doing so it had to hold on to morals and values. Although we are capable of inventing and producing all kinds of equipment, the new invention must serve the greater good. After the 1 st world war, the introduction of nerve gas and other chemical and mechanical weaponry changed the view of society on technological improvement for the worse. The amount of casualties that is associated with war was ostentatiously larger than ever before, because of the use of these new weapons on such a large scale. In this setting, the genre of dystopian literature became even more popular amongst young adults.
BY: Annette Emerenciana, Dwayne van der Klugt
8
Origin - Universiteit Leiden
Cosmic pessimism is a theory by Thomas Henry Huxley and was based on the observations of Darwin that natural selection and the evolution of species depend on the hardships that the organisms have to endure. The intelligence and creativity of humans originated from the need to survive in a hostile environment. Thus, when there are no challenges to be met, there is no need for these traits. When the degradation of the species starts, it eventually leads to its extinction.
SPECIAL
The time machine (1895) The book ‘The time machine’ tells the story of an inventor who travels into the future with the use of a time machine of his own fabrication and ends up in the year 802,701. The protagonists meets the descendants of mankind, namely the Eloi and Morlocks. These two species differentiated because of their differing social responsibilities. The Morlocks live underground and are responsible for the production of clothes and food for the Eloi. During the night however, they come to the surface and hunt the Eloi. The Eloi are frail looking creatures that aren’t very intelligent. Their days consist of eating, sleeping and some leisure activities. In the time that the book was written, the effects of the industrial revolution were obvious in the looks of the people with a differing social status: the Morlocks were modeled after the workers of the factories and the nobility is represented by the Eloi. In the book, Wells proposes that it is possible to travel through time, just like it is possible to travel through space. Early 2012, when CERN discovered that neutrinos could travel faster than the speed of light, this seemed to become an actual possibility. But as it turned out, one of the detectors was not wired in properly, which accounted for the mistake in the calculation of the speed of the neutrino particles, which in fact travelled slower than light.
Time travel possibilities Stephen Hawking proposed that time travel will be possible in the future. Several ways in which this could be accomplished are by travelling through wormholes, flying around black holes or travelling with the speed of light. However, this is only true for travelling into the future. If it was possible to travel back in time, events such as described in the grandfather paradox could occur and this goes against the laws of nature. Hawking states that travelling with a spaceship at the speed of light would in fact facilitate time travel as time
A Lorentzian Wormhole
slows down for the voyagers on board of the space ship. An experiment that was done at CERN that confirms this hypothesis is the acceleration of pi-mesons at 99% of the speed of light. These pi-mesons have a very short half-life, but when they nearly reach the speed of light, the disintegration slows down, which is an indication of time travel. The grandfather paradox was thought up by the science fiction writer René Barjavel in 1943 and was used to explain what consequences travelling into the past could have. What would happen if it was possible to travel back through time and kill your grandfather. This would mean that you could not have been born. The action that negates your existence can therefore not be executed.
The existence of wormholes was proposed by the theory of relativity created by Einstein. The wormholes are tunnels or shortcuts that link two places in the space-time dimensions. However, these wormholes are too tiny to use as a portal to another place or time period.
read more >
Origin - Universiteit Leiden
9
SPECIAL
The island of doctor Moreau (1896) In another book by Wells, called ‘The island of doctor Moreau’, the protagonist is shipwrecked and ends up on a strange island where animals behave like humans. He finds out that the inventor named doctor Moreau uses vivisection to inflict pain to the animals and change their behavior into human behavior. As the theme suggests, this story was inspired by Mary Shelley’s novel Frankenstein.
replacement. In this view, alternatives for animal testing are encouraged as much as possible.
In scientific research, animal models are used to test substances on their toxicity and to mimic their effect on disease progression. This is necessary because of the law that states that medication must be tested on animals for the safety. The practices that are described in the book, such as vivisection, are not practiced nowadays because the experiments with animals have to be set up in a way that follows strict rules and guidelines. This is done to ensure that the animals are treated the best way possible under the circumstances.
3D cell cultures can be used to mimic the state of cells that are part of a tissue. This results in a better model to monitor the effects of different treatments, because the environment is more like the actual state in the body.
Three R's The guidelines created can be summed up as the three R’s. The three R’s stand for reduction, refinement and
There are several advances in science that may lead to the abolition of the use of animals to test new treatments, such as the use of cell culture with the use of human cells, advanced omics techniques and in silico techniques.
In silico techniques can be used to model interactions between a substance and its target. One of these techniques is the Quantitive structure-activity relationship (QSAR). With this technique it’s possible to predict the activity of a substance by comparing the structure and activity of a known substance with a substance of which the activity is unknown. One of the initiatives that promotes animal free testing is called ‘Assuring Safety without Animal Testing’, ASAT. It is a network of groups that benefit from the interaction with other research groups that do not use animals in their experimental set up. Currently, it is not deemed possible to abolish animal testing completely, but scientific advances might make this possible in the future.
Omics techniques are used to get a comprehensive overview of the changes that occur within the system with the use of certain curative or potentially harmful substances. The group of omics techniques consists of proteomics, genomics, transcriptomics and metabolomics. Genomics is the best known form, because it was used to unravel the DNA sequence of the human genome in the Human Genome project (HUGO). Modern day lab-rats
10
Origin - Universiteit Leiden
SPECIAL
Brave new world (1932) ‘Brave New World’, written by Aldous Huxley, is one of the best known dystopian books in literature. It is even named in the top ten of the most important books in modern English literature. Huxley depicts a future World State inspired by Henry Ford’s production line (mass production, homogeneity, predictability and consumption) to get ‘the primal and ultimate need: stability’. As a consequence, a number of values and rules emerge in this society. For example, considering oneself an individual is thought to be weird and unhealthy; reproduction is no longer necessary, it is done via incubators where the right people are created to meet the demands of society (via what we now would call genetically engineered humans); faith is no longer acceptable, nor is having families. All these values are taught to every citizen of the World State through hypnopaedic processes (learning while being asleep) when they are children. One of the World State slogans used for the conditioning of their citizens for the right consumptional attitude is ‘Ending is better than mending’. In this way, instead of trying to repair products, new ones are always bought; thereby stimulating the World States’ economy. This way, consumption can provide the foundation for the World State’s economic and social stability. Our current economy also depends on the production of goods, so it looks rather similar to the economy in ‘Brave New World’. Luckily nowadays more and more products are being recycled (an alternative form of mending), thereby shifting our economy to a more sustainable one. But is recycling always a better solution or might the World States slogan ‘ending is better than mending’ also be applicable to our world? Yes it can, read the following examples and be astonished by the harm ‘mending’ can do to our environment.
Ending your plastics So this orange figure called ‘Plastic Hero’ asks you to put all your plastics in a special plastics recycle bin, so that they can be recycled and you will save the planet (for you who have not recognized this little fellow, the Dutch government uses him in their campaign to promote the plastics recycle bin). Seems like a good idea, right? Not necessarily so. The reality is that fewer than 10 per cent of the plastics made can be recycled. After your garbage man brings
your plastics to the municipal recycling plant, the inefficient part of the process starts. The recycling plant has to make sure that only those plastics that can be recycled will be recycled and picking the right plastics out can be a rather hard job. Automatic plastic sorting machines do exist, but they are not fool proof, especially when the difference between a recyclable plastic and a non-recyclable plastic is only one additive. So sometimes, manual (and therefore expensive) sorting is the only solution. When sorting is not done well, the end product, the recycled plastic, will lack strength and is thus rendered useless. The sorting of plastics is sometimes so inefficient, that it will do more harm to the environment than when plastics are put into the normal bin. Ending can thus be better than mending. So must we now stop giving our plastics to the ‘Plastic Hero’? No, but giving a bit more thought to which plastics you put in the recycle bin and which in the normal bin can actually save the planet. Check which of your used plastics can be recycled by your municipality and only put those in the recycle bin. The rest you can neatly place in your normal bin.
Plastic hero, a mascot for plastic recycling
Mending your cup Everybody doubts when in line of the Gorlaeus cafeteria: should I take the ceramic cup and plate, or must I take the disposables? In 1994, prof. Martin B. Hocking of Virginia University asked himself the same question, so he conducted a research on the amount of energy used for the production of a disposable cup versus a reusable cup. He found that when using a ceramic cup, only after you used (and washed) it for a staggering 1006 times, it is better for the environment than using foam cups. Overall he concluded: ‘The lesson of this life-cycle energy analysis is that the choice between reusable and disposable cups doesn't matter much in its overall environmental impact. One should use one's best judgement. Indeed, in situations where cups are likely to be lost or broken and thus have a short average lifetime, disposable cups are the preferred option.’ So next time you stand in line for your lunch, you might want to ask the personnel there, how many times your plate and cups are used. And if you are a bit clumsy, you might want to start thinking about using foam cups at home as well or mend your cup every time so that it makes it up to those 1006 uses! read more > Origin - Universiteit Leiden
11
SPECIAL
1984 (1949)
CCTV can be installed almost everywhere!
Published in 1949, the book ‘1984’ by George Orwell (pseudonym of Eric Blair) provided the world with a future dystopia. In a nightmarish vision of a society dominated by governmental power, where there is always war to stimulate economy through investments in the military apparatus and where anti-governmental thoughts alone could get you killed; Orwell described a world in which nobody wished to live. Some might say that he described the communistic regime of the years that would follow while others state that those societies have never been as horrible as described in ‘1984’. Origin will leave that topic for others to discuss. Instead, let us dig deeper into the technology described in ‘1984’.
Big brother is watching you In the book ‘1984’, people are constantly monitored by cameras and other equipment to check whether all citizens obey to the rules of living provided by the state. Orwell’s idea of a state watching her citizens is not new. The 18th century English philosopher Jeremy Bentham already warned for it, referring to it as the "Panopticon" - a space where people can be constantly monitored but never know when they are being watched. If you think that this does not happen in our modern Western society, you could not be more wrong. Perhaps it is not as common as in Orwell’s society, but there are major advances in registration by cameras (or CCTV which stands for closed circuit television). Ahead of the game is the United Kingdom and especially London. In a 2005 study it was estimated that there were 4.8 million security cameras on a population of 9.8 million, almost one camera per two inhabitants! It will not be long before other countries and cities will follow. Government officials from all over the world have been invited to see the London surveillance systems epicentre up close. Among them where law enforcers from São Paulo, Baltimore and also from cities in China. In Scotland, the CCTV registration is now being used to find criminals. Photos of criminals are uploaded in the system to track them down automatically. The cameras provide us safety and are therefore commonly accepted. The misuse of these by our govern-
12
Origin - Universiteit Leiden
ment is not very likely, but there may be some governments in other countries of which the same cannot be said so easily.
Telescreens Some modern day devices closely resemble the ‘terrible technologies’ described in ‘1984’, but did not turn out to be such bad developments after all. Orwell’s telescreens, televisions which can both send video and also capture it, can easily be compared to our modern day webcams attached to most computers. In 1984 they are used to monitor the society and teach them about the great state. Today, people also get taught through their webcam/computer combination. The organisation Webchair even specializes in teaching children through webcams and with that they bring joy to a lot of children that otherwise would never be able to attend school. Graham Smit, CTO of Webchair states on their website: ‘Confronted with the misfortune of students being isolated due to their illness I created the first distant learning systems in 1996’ and now more than 100 schools, hospitals and revalidation centres in the Netherlands, Belgium, France, Germany and the USA use this system to reconnect students with their classes and their classmates. Luckily, the students are taught genuine information like all other students and are therefore not conditioned like Winston, the main character in ‘1984’.
The user decides As can be seen in these two examples, the technology described in ‘1984’ has arrived in our modern day society. For the better or the worse, we are stuck with it, because we simply cannot uninvent technology. It should be clear by these examples that technology is not good or evil, but the user can be. As long as we as the citizens of a country remain sharp, misuse of technologies like CCTV is not very likely and the risk of it does not outweigh the benefits of for instance public safety. Technologies like long distance learning do not even have a risk. Therefore ‘1984’ technology in our society should not be seen as a threat, but as an great leap forward for the Party.. ehm the Western society.
SPECIAL
The Handmaid’s tale (1985) The book ‘The Handmaid’s Tale’ by Margareth Atwood is interesting for several reasons: it gives a feminists point of view on distopia, and it was written in the 1980’s which makes it interesting for comparison with the books that were written at the time of the world wars. However, in the society that is portrayed in the book, technology is hardly used even though it could be the solution to the infertility problem which was the result of biological warfare. Biological warfare is the use of substances that change the physiology of the enemy with the goal of afflicting an impairment. Several disasters have happened involving nuclear power plants such as Chernobyl and Fukushima. Also the case with anthrax which was thought to be a biological attack, was later found to be an accident that involved improper hygienic habits of laboratory workers. The aforementioned examples are infrequent occasions, but there are circumstances in which all of us are exposed to possible source of harm. One could think of pesticides that are used to keep the crops healthy and free of insects. The first pesticides were used by Sumerians around 4500 years ago. They used sulphur containing compounds to repel insects from their crops. In 1873, DDT, a chlorinated hydrocarbon, was produced. The substance seemed perfect for use as an insect repellent, but it tends to accumulate in the body fat which leads to toxicity. In the beginning of the 20th century, arsenic was used as a pesticide, but this lead to a lot of deaths and its use was stopped. Fortunately, the compounds that are produced today are less toxic and continue to get safer. Dystopian literature started out with the intention of introducing the reader to cosmic pessimism. As time went on, writers began to use the genre to voice their worries on the changes that occurred in society. By relating the themes of the books with contemporary problems, the contrast between the ideas of the future and the reality that some of the writers of the 19th and 20th century had, became visible. As you’ve seen in the
various paragraphs, the human imagination is capable of creating frightening outcomes for the future, but don’t worry, it’s going to take another 180,000 years before the Morlocks take over.
Sources: • Stephen Hawking, ‘How to build a time machine’, 27th April 2010, dailymail.co.uk • European Molecular Biology Organization, Andrew More: Revision of the EC directive on the welfare of research animals.www.discovermagazine.com • Reusable vs. disposable cups (1994, Hocking) • http://www.guardian.co.uk/uk/2009/mar/02/ westminster-cctv-system-privacy • http://www.timesonline.co.uk/tol/comment/columnists/david_aaronovitch/article5834725.ece • http://www.webchair.com • www.agrochemicals.iupac.org
Origin - Universiteit Leiden
13
BÈTAVRAAGBAAK
Kunnen we anoniem leven? Door: Mark Weijers
Anoniem leven kan gemakkelijk. Er is nog veel ongerepte natuur in de wereld waar een houten hutje niet zou misstaan. Uitschrijven bij elke officiële instelling en gaan! We vragen ons natuurlijk meer af of het mogelijk is om anoniem te leven zonder onze maatschappij de rug toe te keren; met de invoering van het patiëntendossier, de OV chipkaart, DigID en het veelvuldig gebruik van social media wordt er namelijk veel over je bijgehouden. Laat ik mijzelf even op het internet opzoeken. Binnen drie seconden heb ik een mensenzoeksite gevonden met mijn naam erop en met links naar Facebook en LinkedIn. Google afbeeldingen laat mijn Hyves profiel en projectwerk zien. Tot mijn schrik kom ik er achter dat ik alles behalve anoniem ben! Gelukkig is mijn naam niet uniek en valt de hoeveelheid informatie mee, maar wat spookt er dan nog meer rond op dat internet? Wat Google vindt is natuurlijk nog maar het topje van de ijsberg van de informatie die verkrijgbaar is over mij en vele andere mensen.
Wanneer ben ik anoniem? Anoniem leven is een ingewikkelde kwestie. Laten we anonimiteit definiëren als het gebrek aan informatie over een persoon. Met de hoofdvraag in ogenschouw stellen we de volgende deelvragen: wat is informatie, wanneer is het verspreid en welke distributie maakt het niet meer anoniem? Informatie is in die vorm het verbinden van een daad bij een identiteit. Zo’n daad kan fysiek zijn, maar net zo goed digitaal. Een identiteit is verspreid wanneer hij kenbaar is gemaakt aan een groep mensen. Een persoon
14
Origin - Universiteit Leiden
is in onze wet vrij zijn eigen identiteit kenbaar te maken… maar in hoeverre kan het tegenovergestelde als je over straat loopt, in dagelijkse behoeften voorziet of het internet gebruikt?
Anoniem over straat In Nederland lijkt het anoniem veel moeilijker zelfvoorzienend te zijn. Legale huisvesting is simpelweg niet mogelijk, dus moet dit illegaal. Ook de manier waarop we ons ruilmiddel, de euro, gebruiken is niet handig. In de vorm van cash wordt je identiteit niet gevraagd, voor kleine aankopen tot enkele honderden euro’s. Voor de basisbehoeften als voedsel lijkt dit dus geen probleem. Een veel groter probleem voor totale anonimiteit is echter het verkrijgen van geld. De illegale weg lijkt hierbij de enige optie omdat over elke vorm van inkomsten belasting betaald dient te worden. Manieren zoals een werkgever overtuigen dat hij je zwart moet laten werken of een vals paspoort laten maken zijn dan opties. Deze illegale wegen maken anonimiteit niet aantrekkelijk. Een andere optie is om ons fysieke leven op een laag pitje zetten en het internet in te duiken. Is dan te voorkomen dat er sporen achtergelaten worden?
BÈTAVRAAGBAAK 'Je hebt geen honger, je hebt trek! Kinderen in Afrika hebben honger' De vraag is: meten we hier met één of met twee maten? De boodschap achter deze wijze les, dat we het hier veel rijker hebben, is helder, maar heeft dat gevolgen voor ons gevoel van (elk type) honger?
"Wat is de westerse definitie van honger?" Denk mee en stuur je (onderbouwde) mening naar de Origin Redactie via originredactie@gmail.com!
Wettelijke privacy Er is wettelijk bepaald dat informatie verkregen voor zijn vastgestelde doeleinde alleen gebruikt mag worden voor dit doeleinde (art. 9.1 Wbp1). Verder moet de persoon alleen identificeerbaar zijn als dat voor het beoogde doel nodig is. Getallen die bijgehouden worden voor bijvoorbeeld marketingdoeleinden worden dus gemaskeerd en het individu gaat hier anoniem doorheen. Wettelijk heb je dus niets te vrezen; anonimiteit wordt gewaarborgd tot het uiterste. Behalve als je iets verkeerd hebt gedaan, dan mag persoonlijke informatie gebruikt worden voor de verwerking van een politietaak (art 1.2c Wbp). Ook op internet is dit het geval: ‘Telecom- en internetaanbieders zijn wettelijk verplicht om telecom- en internetgegevens van hun klanten beschikbaar te stellen voor onderzoek naar criminele activiteiten.’ Dit is overigens Nederlandse wetgeving, die niet altijd geldig is voor internetadressen in het buitenland…
De meest onderschatte verspreiding van informatie over je identiteit, is echter eigen distributie. Iemand kan er simpelweg voor kiezen geen identiteit kenbaar te maken op het internet, maar het gebruik van het internet vergt een uniek IP adres: internetidentificatie. Deze kan altijd opgevraagd worden: je bent namelijk met je computer aan elke andere verbonden. Het tracken van een adres naar een locatie is vrij makkelijk: je wordt door het gastadres zo gevonden. Verbinding maken via bijvoorbeeld een Virtual Private Network (VPN) kan dit tracken voorkomen; een gebruiker met zijn eigen IP-adres maakt verbinding met het VPN en het VPN maakt met een ander IP-adres weer verbinding met het internet. Hierdoor lijk je van een andere locatie te komen. Het is buitengewoon moeilijk om dan het originele IP-adres van de gebruiker te achterhalen. Probleem opgelost? Niet helemaal; het gastadres kan gemakkelijk zien dat een VPN gebruikt wordt en verbiedt de toegang; je wordt gewoonweg niet vertrouwd. Anonimiteit is dan wel gegarandeerd, maar dat is nutteloos zonder toegang tot de bron die je wilt bezoeken.
Identificatie is onvermijdelijk
Het oerwoud van internetidentificatie Identiteitsbescherming heb je in Nederland dus alleen als je geen crimineel bent. Voor gevoelige zaken als het patiëntendossier dat elke Nederlander mogelijk krijgt is een ‘intranet’ opgezet met een codering die alleen decodeerbaar is voor ziekenhuizen en zorginstellingen. De beveiliging hiervan is niet altijd even goed 2, maar in principe is deze informatiedistributie geen belemmering voor een anoniem internetleven.
Het internet is een locatie waar communicatie tussen aanbieder en bezoeker via allerlei adressen plaats kan vinden. Identificatie van de personen achter deze adressen kan verhuld worden, maar de aanbieders weten dit en handelen hiernaar door te controleren op verschillende niveaus. Instellingen doen gewoonweg geen zaken met anonieme bezoekers. Het omzeilen van deze systemen is ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk. Houd je anonieme leven dus maar bij bloggen en chatten, de wereld wil je identiteit pas weten als je iets substantieels wilt. Wbp: Wet bescherming persoonsgegevens Zembla: Verzuimpolitie - 20 april 2012 af beelding bronnen:- 7proxys.jpg: www.networksofdoom.com 1 2
Origin - Universiteit Leiden
15
CENTrEFOLD
BY: Rob van Wijk Picture Marjolein Kriek courtesy of Jos van den Broek Source infographic: www.nia.nih.gov
Female genome unraveled The dystopia, in which the government modifies people by genetic engineering to fit in the ‘perfect’ society, became closer and closer with research into the genetic material of organisms. In 1869, long before the writing of 'Brave new world', DNA was isolated for the first time. It took 84 years before Watson and Crick proposed the current structure-model of the double helix, visible on the right, and again 50 years before the Human Genome Project completed determining the sequence of the human genome, mostly by male donors. Then, the DNA of Watson was sequenced, and of three other males. In the LUMC, however, a woman stood up. In this scientific area dominated by male scientists, she decided to sequence the first complete female genome, her own. And with good reason; because of evolutionary reasons the variability in the one X-chromosome in male is lower than that of the two X-chromosomes in the female. On the left, you see the first woman whose whole DNA is sequenced: Marjolein Kriek. What’s in the name.
16
Origin - Universiteit Leiden
CENTrEFOLD
Origin - Universiteit Leiden
17
Faculteit
Decaan prof.dr. Geert de Snoo Sinds 1 september jl. heeft de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen een nieuwe decaan, prof.dr. Geert de Snoo. De komende jaren zal hij de koers voor de faculteit uitzetten. Ook Origin wil graag weten welke koers dat gaat worden en wat de studenten daarvan gaan merken. Verder zijn wij ook enorm benieuwd naar de achtergrond van prof.dr. De Snoo en zijn drijfveren om decaan van de faculteit te worden. Om die reden besloot Origin Magazine een paar vragen aan de decaan voor te leggen, twee maanden na het begin van zijn termijn. door: Dwayne van der Klugt
Prof. dr. De Snoo, binnen onze faculteit zullen sommigen u kennen via het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML), waar u directeur was. Maar natuurlijk niet iedereen kent uw achtergrond. Om die reden zou Origin Magazine graag aan u willen vragen of u iets over uw achtergrond kunt vertellen. Ik ben een bioloog en hoofdzakelijk gespecialiseerd in twee gebieden. Op de eerste plaats in de impact van chemische stoffen zoals bestrijdingsmiddelen en zware metalen op het milieu en de risico’s die dat met zich mee brengt. Daarnaast heb ik me de afgelopen jaren bezig gehouden met natuur- en landschapsbeheer in het buitengebied. Ik heb aan de VU gestudeerd, maar kwam direct na mijn afstuderen terecht bij de Universiteit Leiden. Ik ben in 1995 aan onze universiteit gepromoveerd en er nadien altijd aan verbonden geweest. Aan de Universiteit Leiden ben ik in 2009 benoemd als hoogleraar Conservation Biology. Maar daarvoor was ik vanaf 2003 tot aan het begin van het decanaat actief aan de Universiteit Wageningen als bijzonder hoogleraar Agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Naast het onderzoek zelf, is het uitdragen van wetenschappelijke kennis, ofwel door bestuurlijke functies, ofwel door het op de juiste manier zoeken van de publiciteit, belangrijk voor een betere beeldvorming over wetenschap. Zo heb ik een aantal boeken gepubliceerd die in principe voor beleidsmakers zijn geschreven, omdat die niet altijd de weg naar vakliteratuur vinden. Op deze manier heeft de wetenschap meer impact en laten we ook aan de maatschappij zien wat het belang van de wetenschap is. In het huidige klimaat waarin dat belang wel eens in twijfel wordt getrokken, is dat zeker niet onnodig. Een voorbeeld van mijn bestuurlijke functies is mijn lidmaatschap van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. Dit zelfstandige bestuursorgaan is belast met het al dan niet toelaten van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het College bekijkt daarvoor de impact van deze stoffen op mens, dier en milieu.
18
Origin - Universiteit Leiden
Het faculteitsbestuur met de decaan prof.dr.Geert de Snoo als tweede van links. Verder links naar rechts: vice decaan prof.dr. Edgar Groenen, assessor Rob van Wijk en directeur bedrijfsvoering drs. Gert Jan van Helden.
Verder ben ik de afgelopen jaren inderdaad ook directeur van het CML geweest. Hier ben ik de laatste tijd onder andere bezig geweest met het Centre for Sustainability, een centrum dat door de Universiteit Leiden, de TU Delft en de Erasmus Universiteit samen wordt opgezet. Bij deze functies komen wetenschappelijke inhoud en besturen samen en dat spreekt mij erg aan. Sinds 1 september bent u decaan van onze faculteit. Wat is de reden dat u gekozen heeft om deze rol te vervullen? Het is belangrijk om te beseffen hoe het bestuur van onze universiteit in elkaar steekt. Elke bestuurlijke functie wordt door wetenschappers ingevuld, of het nu gaat om een decaan of om een opleidingsdirecteur. Wij hebben aan de Universiteit Leiden geen ‘beroepsbestuurders’. Dit houdt in dat bij deze posities het stokje steeds doorgegeven moet kunnen worden. Dat betekent dus ook dat er genoeg wetenschappers zich met bestuurlijke functies moeten bezighouden en niet alleen met hun vakgebied. Dit is een belangrijke universitaire waarde en
Faculteit
is een zwaarwegend argument wanneer je gevraagd wordt voor een functie als deze. Bovendien vind ik het besturen van een wetenschappelijke organisatie erg leuk. Dat zijn de redenen dat ik deze taak graag wilde vervullen. Maar dat betekent niet dat het een lichte beslissing is. Door het decanaat is er weinig tot geen tijd om zelf met de wetenschap bezig te zijn, je moet voor 100% voor het decanaat gaan en beschikbaar zijn. Er kan dan een achterstand op het wetenschappelijke vlak ontstaan doordat je een aantal jaar stil staat. Gelukkig is het wel zo dat je in de functie als decaan heel dicht betrokken bent bij alles wat zich op wetenschappelijk gebied op de faculteit afspeelt.
dan van belang dat we het stokje niet laten vallen. Met andere woorden: koers houden. Er zullen dus niet gelijk grote verschillen merkbaar zijn. Maar natuurlijk is het wel zo dat de wereld om ons heen verandert en dat wij mee veranderen. Een voorbeeld op dat vlak is de werving van studenten. Wij zijn er van overtuigd dat wij als faculteit tot de top behoren en maar het blijkt dat niet al onze studenten dat weten. Wij moeten dat dan ook beter naar studenten uitdragen. Zowel om de huidige studenten te binden, als om nieuwe studenten aan te trekken. Afgestudeerde studenten komen vanuit heel de wereld speciaal voor onze goede wetenschappelijke presDe faculteit heeft twee profileringsgebieden, namelijk ‘Bioscience: taties naar Nederland om te promoveren aan onze faculteit, the science base of health’ en ‘Fundamentals of science’. Uw terwijl sommige bachelor studenten juist vertrekken. Wij voorganger, prof.dr. Verduyn Lunel gaf in een eerdere editie van zien bachelor studenten natuurlijk vol trots vertrekken naar Origin Magazine aan dat het uw uitdaging zal worden om de de beste universiteiten van de wereld, maar anders willen wij identiteit van de faculteit langs deze twee gebieden te versterken. hen graag behouden. Wij zijn zeer goed in wat we doen en dat Bent u het hiermee eens en zo ja, kunt u een tipje van de sluier sommige bachelor studenten dat niet altijd weten, is zonde. oplichten over de manier waarop u dit aan wilt pakken? Wel blijft het natuurlijk goed voor de ontwikkeling van alle Laat ik allereerst stellen dat ik studenten om in aanraking te dit een zeer goede beweging komen met studenten van anvind. De zwaartepunten van dere universiteiten, maar dat 'Het samenkomen van wetenschappelijke de faculteit staan op papier en kan ook door uitwisseling, bijinhoud en besturen spreekt mij erg aan' ook het College van Bestuur voorbeeld door het volgen van staat daar volledig achter. De een cursus op een andere univolgende stap is om deze punversiteit. Het onderwijs zal een ten levend te maken in de faculteit, om zo meerwaarde te cresteeds belangrijkere rol gaan spelen op universiteiten, waar ëren. Dit is zoals prof.dr. Verduyn Lunel aangaf inderdaad een vroeger de nadruk soms meer op de wetenschap lag. De kogrote uitdaging. Het gaat alleen bij voldoende massa en dus mende twee à drie jaar zal het aantal studenten groeien, maar moeten alle instituten hieraan meewerken. de demografische voorspellingen geven aan dat op de langere termijn de aantallen weer omlaag gaan. Dan wordt kwaliteit Het vrijmaken van middelen vanuit de faculteit om zes PhD’s nog belangrijker. Het moet dan voor de buitenwereld duidete laten starten langs de lijn van de profileringsgebieden is een lijk zijn dat wij die leveren. eerste kleine stap. Op deze manier moeten mensen elkaar gaan vinden. Dit kan ook door samenwerkingen aan te gaan, bijEen ander punt dat ik persoonlijk erg belangrijk vind is transvoorbeeld in de aanschaf en het gebruik van dure apparatuur, parantie van bestuur. Dit houdt in dat iedereen weet wat er binnen de faculteit, maar ook daarbuiten met bijvoorbeeld het gebeurt en gebeuren moet. Als je het bijvoorbeeld hebt over LUMC, de TU Delft of de Erasmus Universiteit. Op deze mahet Leidse bestuursmodel, met wetenschappers op bestuurnier vinden mensen elkaar op een natuurlijke wijze en kunnen lijke posities, en het aantrekken van nieuw wetenschappelijk ze elkaar versterken. In een bepaald opzicht lijkt dit dan ook personeel, dan moet er bij een nieuwe aanstelling ook nageop mijn werk als directeur van het CML toen we aan de slag dacht worden of die persoon misschien in de toekomst een gingen samen met de TU Delft en de Erasmus Universiteit om bestuurlijke functie op zich zou kunnen nemen. Wanneer je het Centre for Sustainability op te zetten, dat ging toen op een transparant bestuurt, weet iedereen dat ze daar aan moeten soortgelijke manier. denken en waarom. Dat moet dan op alle gebieden zo zijn. Dit zorgt voor een grotere betrokkenheid binnen de gehele faculWat is verder het doel dat u wilt bereiken als decaan? En wat teit en zorgt ervoor dat de verantwoordelijkheid op een juiste gaan de studenten op de faculteit hiervan merken? manier verdeeld wordt. Wij zijn als faculteit bezig met een estafette, waarbij het stokje Origin wenst u veel succes en plezier tijdens uw werk als decaan van de ene aan de andere decaan wordt doorgegeven. Het is van de faculteit!
Origin - Universiteit Leiden
19
CULINAIRE CHEMIE
Culinaire chemie met
Rinny Kooi Twee redactieleden zijn ditmaal uitgenodigd om aan te schuiven voor een bijzonder diner bij Rinny Kooi, onder de biologiestudenten bekend als de enthousiaste docent Biodiversiteit dieren en een doorgewinterde insectenkenner. Ze is erelid van de Leidse Biologen Club, heeft een onderwijsprijs gewonnen en is tevens auteur van twee mooie boeken. Onder het genot van een door Rinny bereide maaltijd hebben we het over haar carrière en leren we andere kanten van Rinny kennen, waaronder de creatieve. Door: Lisette Hemelaar, Marit van Santen
M enu
• Rinny in de keuken
20
Origin - Universiteit Leiden
CULINAIRE CHEMIE
Om klokslag zes uur bellen we bij Rinny Kooi aan. We weten dat we aan het goede adres zijn zodra we een plastic spin naast de voordeur zien staan. Rinny en haar partner Ad staan klaar om ons te ontvangen. Omdat het nog zulk lekker weer is, wordt ons buiten in de tuin een aperitiefje aangeboden. Hierbij krijgen we ook de menukaart voor vanavond onder ogen, getekend in de stijl waar Rinny bij de Leidse biologen om bekend staat. De menukaart vertelt ons in het Gronings dat we eerst ‘Fraans woatter mit wat Fraanze worst’ kunnen verwachten. Wij zijn het dialect weliswaar niet machtig zoals Rinny, maar dit kunnen we nog wel te ontcijferen. Van de rest van het menu weten we nog niet veel te maken. Het Fraans woatter (calvados) en de Fraanze worst (worst met rozemarijn of pepertjes er omheen) vallen erg in de smaak.
Fraans Woatter mit wat Fraanze worst
Fossielensoep Plots vraagt Rinny ons of we salamanders willen zien. De soep wordt laag gezet en Rinny gaat ons voor naar de voortuin. Daar, onder een paar stukjes boomschors, heeft ze de perfecte winterslaapplek voor salamanders gecreëerd. Rinny tilt een stukje op en te midden van enkele tientallen pissebedden zitten twee salamanders. Gelukkig blijven ze nu in de voortuin, want er wordt ons ook verteld dat ze vroeger nog wel eens binnen gevonden werden. Wij laten de salamanders weer met rust, zodat ze kunnen gaan slapen en lopen weer naar binnen. We genieten van de laatste zonnestralen en de laatste Fraanze worstjes.
Wanneer we aan tafel willen gaan voor het voorgerecht, vraagt Rinny ons om nog even buiten de eetkamer te wachten totdat ze de soep heeft opgeschept. Wanneer we de eetkamer binnen komen, wacht ons daar een mooi gedekte tafel, die versierd is met roodbruine herfstbladeren van de wilde wingerd. De soep staat stomend klaar. We vragen ons af wat voor soep het precies is, omdat we het Groningse menu nog niet helemaal hebben weten te ontcijferen. Rinny leest voor: ‘Kinn’n van ’n stain wel soep kook’n as joe d’r mor genog flais bie doun (soep van fossiel’n)’! Geen verklarende beschrijving voor een normaalogende groentesoep met ballen. Glazig kijkend steken we onze lepels in de soepkommen. Een rinkelend geluid verraad een verrassing op de bodem van de kommetjes: 135 miljoen jaar oude fossielen. Rinny verklaart dat ze op haar excursies naar Normandië met de Leidse biologen heel wat versteende beestjes gevonden heeft; zoveel, dat we ze vandaag in de soep kunnen aantreffen. Een opmerking van Ad over het risico op tandartsbezoeken dat dit voorgerecht met zich meebrengt, wijst Rinny van de hand. Als je er twee uit je soepkom vist, heb je ze allemaal gehad. De soep (zonder stenen) was heerlijk. Rinny heeft al een paar keer benadrukt dat ze een gezonde en lekkere maaltijd op tafel wilde zetten voor ons en dat is bij deze al zeker gelukt! De fossielen zijn een aandenken voor ons, zegt Rinny. Net als de les die uit het gerecht
Salamanders zoeken in de tuin
lees verder > Origin - Universiteit Leiden
21
CULINAIRE CHEMIE
te trekken is: je kunt van fossielen prima soep maken, zo lang je er maar genoeg vlees bij doet!
hun camper. Rinny: ‘Ja, die Australiërs stonden wel te kijken; dat die Nederlanders eigenlijk toch wel heel handig bleken te zijn.’
Reizen Tijdens het voorgerecht praten wij met Rinny en Ad over hun aanstaande reis naar Australië; van Sydney met een kleine camper naar Melbourne, om vanaf daar door te vliegen naar Perth, aan de westkant van Australië, voor een familiebezoek. Op de vraag of er wel op de natuur gelet gaat worden knikt Rinny bevestigend, maar Ad kijkt nog wat bedenkelijk. Ad: ‘De natuur is meer iets voor Rinny.’ Rinny: ‘Ad gedoogt het, dat ik er naar kijk. Dat is al heel wat.’ Volgens Ad komt dit doordat hij er geen verstand van heeft, en Rinny juist heel veel. Op vakantie wordt de natuur daarom ‘gecompenseerd’ met het bezoeken van steden. Het is de vierde keer dat Rinny en Ad naar Australië gaan en steeds komen ze terug met fantastische verhalen, zoals hun ervaring met een stortregen in de woestijn. Dat klinkt heel tegenstrijdig, maar Rinny vertelt dat zware regenbuien de wegen zo nu en dan veranderen in rivieren, waardoor hele samenlevingen geïsoleerd raken. Tijdens zo’n stortbui deden Rinny en Ad alle Aussies versteld staan door in een lange regencape de bui te trotseren om van het restaurant waar ze gegeten hadden terug te komen naar
Het hoofdgerecht
22
Origin - Universiteit Leiden
Het excentrieke hoofdgerecht Tijd voor de volgende gang: ‘Ries mit’n prak mit flais van ‘n kou en sloa mit baist’n’. Te midden van twee pannen staat een schaal waarin sla ligt met daarop, jawel, plastic beesten. ‘Maar zijn die ook eetbaar?’ grapt Ad, waarna hij vraagt: ‘Is dit ook de uitrusting die Rinny bij de colleges en practica gebruikt?’ Wanneer je ooit les hebt gehad van Rinny Kooi, kijk je inderdaad niet zo meer op van plastic beesten in je practicum of in je salade. Onder Rinny’s bewind zijn practicumzalen versierd met slingers en begint elke les met een korte voordracht, soms een gedicht, over het te bespreken onderwerp met geheel bijpassende accessoires, zoals een ketting met een grote schelp of olifant-oorbellen gemaakt van tafelkleedgewichten. We halen aan dat Rinny midden in een college een slide wijdde aan een plaatje van een vrouw met een mooie- ‘Hoed!’, schreeuwt Rinny enthousiast: ‘In Portugal, in Lissabon zag ik een vrouw met stoffen vlinders op haar hoed. O, dat was zo mooi.’ We scheppen wat op van de ries (viergranen rijst), prak (biefstukvlees, tomaat, paprika, kerrie, zeezout en Franse kruiden) en sloa mit baist’n (verschillende soorten sla met witlof, pijnboompitten, basilicumdressing en plastic dieren). ‘Neem de beesten vooral ook mee!’ zegt Rinny. Terwijl we genieten van het hoofdgerecht, vertelt Rinny over haar leven. Ze is in Groningen in een klein dorp opgegroeid. Het was van jongs af aan al duidelijk dat ze iets in de biologie zou doen. Ze was altijd op dieren en planten gefocust en vroeg zich als kind al af hoe bepaalde bomen heten. Na de lagere school volgde ze twee jaar onderwijs op de hogere burgerschool, vergelijkbaar met het hedendaagse VWO. In die tijd verongelukte haar vader, waarna ze voor een jaar naar Zwitserland vertrok om in Genève diaconaal werk (vrijwilligerswerk vanuit de kerk) te doen. Daarna heeft ze in Groningen de analisten opleiding zoölogie gedaan. Vanuit de analistenpositie is ze uiteindelijk gepromoveerd op plant-insect relaties. Ze heeft veel ecologisch en evolutionair onderzoek gedaan, waaronder over de verspreiding van insecten en plant-insect relaties.
CULINAIRE CHEMIE
Verder heeft ze al dertig jaar ervaring met bestuurlijk werk. Nu is ze voorzitter van de vakbondsdelegatie waar ze zich bezig houdt met arbeidsvoorwaarden van personeelsleden. Niet zo leuk als het onderwijs, maar fijn om iets voor je collega’s te kunnen betekenen. Het onderwijs in biodiversiteit is een hoogtepunt uit haar carrière. Tijdens deze cursus raken de eerstejaars biologen vertrouwd met de belangrijkste groepen dieren. Tijdens het practicum wordt de inen uitwendige bouw van bepaalde dieren bekeken. Rinny heeft zelfs de prijs ‘Beste docent biologie’ van de faculteit gekregen. Egostrelend, noemt ze het. Ze is ook trots op de Honours Class ‘Crisis in Biology’ die ze zelf heeft opgezet. Dat de Origin bij haar komt eten, is eigenlijk ook een hoogtepunt.
neem je kans waar,’ adviseert ze ons, en voegt daar aan toe: ‘Word geen muts!’
Met z'n allen aan tafel
Het hoofdgerecht is inmiddels met smaak verorberd. Rinny benadrukt dat ze het gerecht zélf verzonnen heeft, en het zélf gemaakt heeft, en er zélf haar best op heeft gedaan, allemaal zonder hulp van Ad. Ad bevestigt dit, maar wil er wel aan toevoegen dat we nu dus niet weten wat we missen van zijn kookkunsten. Als het aan hem had gelegen, zouden we nu achter een heerlijk bord aardappels, andijvie en een sudderlapje gezeten hebben.
'Neem je kans waar, wordt geen muts'
Rinny heeft veel gedaan voor vrouwen in de wetenschap. Er zijn volgens Rinny, die in de emancipatiecommissie heeft gezeten, nog steeds minder vrouwen hoogleraar aan de universiteit dan eigenlijk zou moeten. In de tijd dat zij voor de vrouwen heeft gestreden, ging het percentage vrouwen die een hoge functie bekleden bij de faculteit van 5% naar 19%. In de Biologie is het nog steeds slecht, vindt Rinny. ‘Dus,
Toralia’s en boeken ‘Ik doe nooit niks!’ verklaart Rinny, terwijl we het hoofdgerecht laten zakken. Zelf vertelt ze dat ze altijd wel aan het lezen is. Naast haar bed ligt een grote stapel met boeken. Ad bevestigt dit en vertelt dat ze veel energie steekt in een paar creatieve bezigheden steken, zoals schrijven. Een van haar favoriete onderwerpen is het bestaan van de zogenoemde Toralia. Een uitleg volgt: ‘Toralia zijn beestjes die nog ontdekt moeten worden, maar altijd in onze aanwezigheid zijn. Volgens mensen lijken ze op lieveheersbeestjes, lees verder > Origin - Universiteit Leiden
23
CULINAIRE CHEMIE
maar volgens de Toralia zelf is dit niet waar. Er zijn twee soorten: donker met een lichte stip, en licht met een donkere stip. Ze zijn overal waar biologen ook zijn. Of dit nu de Quo Vadis (studiereis, red') is of het practicum, ze zijn er altijd.’ Op even serieuze toon grapt Ad dat een hoop psychiaters contact met hem opnemen, elke keer dat een nieuw verhaal over de Toralia uitkomt. Ad staat ze dan altijd rustig te woord. ‘Wanneer Rinny over de Toralia schrijft, of wanneer ze bezig is met ze tekenen, komt ze even los van de wereld en dat is heerlijk.’
Rinny bereidt 'n opschepperei hapke
Voor het blad van de wijkvereniging schrijft Rinny verhaaltjes over bomen in de wijk en maakt daar een tekening bij. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het boek ‘Bomen in de buurt’ dat, benadrukt ze, wetenschappelijk verantwoord is. Het boek, waarin 25 bomen zijn beschreven, heeft haar ongeveer net zoveel werk als een proefschrift bezorgd. Een voorbeeld: na grondig onderzoek in december vorig jaar, concludeerde ze dat een zekere boom uit de wijk erg zeldzaam is. De boom kwam oorspronkelijk uit Algerije en nu komt deze soort daar nog maar voor op één berg. Als daar een bosbrand uitbreekt zal de natuurlijke populatie uitsteven. In de tijd dat Algerije bezet was door Frankrijk hebben de Fransen waarschijnlijk zaden meegenomen, waarvan één later tot deze boom is uitgegroeid. ‘Het artikel over deze zilverspar is over de hele wereld gegaan’, zegt Rinny glunderend. Kijkend naar de bladeren van de wilde wingerd die als versiering op de tafel liggen, laat ze doorschemeren dat die boom binnenkort weleens in de wijkkrant zou kunnen komen. Vanuit een hoek van de kamer trekt een oud orgel de aandacht. Ooit hebben Rinny en Ad dit orgel overgenomen voor een habbekrats, omdat het verloren dreigde te gaan. Ad is de enige die weet hoe erop gespeeld moet worden, maar kan eigenlijk niet echt spelen. We sporen hem aan om toch wat te laten horen. ‘Maar ik kan geen noten lezen hoor,’ zegt hij erbij. Rinny vraagt daarom om een eigen compositie. Uiteindelijk krijgen we iets te horen dat lijkt op Boer Er Ligt Een Kip In ’t Water. Rinny: ‘Het maakt eigenlijk niet zoveel uit, maar we hebben hem wel!’
Het door de Rinny geschreven boek 'Darwin in Leiden'
24
Origin - Universiteit Leiden
Niet de muziek, maar het tekenen is een levenslange passie voor Rinny: mensen om haar heen dachten dat ze naar kunstacademie zou gaan. Dat lijkt niet
CULINAIRE CHEMIE
zo verwonderlijk; het huis hangt vol met schilderijen waarvan er een aantal door Rinny gemaakt zijn. Zelf heeft ze altijd betwijfeld of ze wel geld zou kunnen verdienen met haar kunst. Ze snelt naar boven om haar tekenmap te halen. ‘Altijd bezig, nooit haar handen stil,’ zegt Ad. ‘Aan tekenen komt ze de laatste tijd moeilijk toe, ze heeft het erg druk. Veel tijd gaat ook in de voorbereiding van de biodiversiteitscursus zitten.’ Rinny komt binnen met een map die uitpuilt van de tekeningen. Terwijl Ad de tafel afruimt, kijken we de tekenmap door. ‘Ik maak ook veel abstract werk’, zegt Rinny terwijl we Ad zachtjes horen lachen. Er zijn een paar tekeningen die elk jaar af moeten: de kerstkaart, de nieuwjaarskaart en de vakantietekening. Elk jaar heeft de handleiding van de biodiversiteitcursus ook een eigen gemaakte drukke voorkant met thema, waarop, als je goed zoekt, de Toralia’s te spotten zijn. ‘Als je niet in Nature of Science komt, dan moet je de mooiste handleiding hebben!’ grapt Rinny. We krijgen een tekening mee, de nieuwjaarskaart van vorig jaar met de titel ‘boodschappers’. Rinny vertrekt naar de keuken, terwijl wij de tekenmap nog eens doorwerken. Even later worden we onderbroken, omdat we uitgenodigd worden in de keuken om te kijken naar hoe ‘opschepperij’ bereid wordt. Ze is bezig met het kloppen van het zuurstokroze goedje en zodra ze klaar is, staat ze erop dat we de gardes aflikken.
centrum de Bakkerij in Leiden, waar ze zich bezig hield met arme mensen, vluchtelingen en ontspoorde kinderen. Rinny is zelfs mede-oprichter van een opvanghuis voor ex-gedetineerden. Als ze met pensioen is gaat ze vast en zeker nog wat vrijwilligerswerk doen, want ‘ook als gepensioneerde mag je geen muts worden!’ De thee is op en het is tijd om weer naar huis te gaan. Er wordt nog een plastic zak gezocht zodat we de fossielen, de nieuwjaarskaart en een hele boerderij aan plastic beesten mee kunnen nemen. Het eten was heerlijk en gezond en het was vooral erg gezellig. In Rinny’s woorden: ‘De chemie is goed uitgepakt!’
Bluf en abstract werk Tijd voor ’n opschepperei hapke’ ofwel: Haagse bluf en fruit met een scheutje port. Tijdens dit zoete nagerecht vertelt Rinny over een ander boek dat ze geschreven heeft: ‘Darwin in Leiden’. Rinny heeft uitgezocht wat de relaties tussen Charles Darwin en de stad Leiden zijn. Darwin heeft een eredoctoraat van de Universiteit gekregen. Rinny is er trots op dat zij als waarschijnlijk enige Leidenaar een foto heeft van zijn eredoctoraat. Ad noemt het boek een uit de hand gelopen hobby. Wanneer we klaar zijn met het toetje verandert het onderwerp al snel weer naar één van Rinny’s grote passies: tekenen en schilderen.
‘Op reis’, door Rinny Kooi Rinny laat ons één van haar abstracte schilderijen zien. In onze ogen zo abstract dat het wat uitleg behoeft: 'Hier gaat iets weg, er ontsnapt iets dan gaat het door een kolkende wereld en dan komt het hier aan. Dat is het.'
Vrijwilligerswerk Voordat de Origin redactieleden weer naar huis gaan, wordt er eerst nog wat thee gedronken. Rinny vertelt dat ze ook erg maatschappelijk betrokken is. Ze is tien jaar lid geweest van Diaconaal
Origin - Universiteit Leiden
25
institute
Systems Microscopy: a New Strategy to Understand Cancer Biology To fight cancer, we first need to understand what makes cancer tick. By combining several techniques to highlight and follow certain processes in cancerous cells, the Cell Observatory in the Gorlaeus laboratory brings a thorough understanding of the disease one step closer.
by: Sylvia Le Dévédec,
Systems microscopy
Bram Herpers
Cancer is one of the leading causes of death in the world. Metastasis is the general term used to describe the spread of cancer cells from the primary tumor to distant organs and is a primary cause of cancer mortality. In order to metastasize, cancer cells must first detach from the primary tumor, migrate, invade through tissues, survive in the blood stream and attach to a second site (figure 1). Invasive carcinoma cells acquire a migratory and resistant phenotype associated with increased expression of several genes involved in cell motility and survival. Understanding both cellular processes may lead to the discovery of new candidate genes that can be targeted in cancer treatment. Cell migration and survival are highly regulated in time and space and are fundamental to the pathology of cancer. To understand these complex and dynamic cellular processes we make use of live cell microscopy to study and model cellular systems and the role of individual genes. To this end, at the Division of Toxicology, we are very active in developing automated
fluorescence microscopy techniques, RNA interference technology, quantitative image analysis, data mining and modeling. All those disciplines combined provide a new research strategy, called ‘systems microscopy’. Here we shall illustrate the unique possibilities that systems microscopy offers to get a better understanding of cancer biology.
Cancer cells: increased survival and migration capacity Cancer cells typically acquire six crucial biological capabilities during tumor development. These hallmarks include sustained proliferation, escape from growth suppressors, cell death resistance, replicative immortality, induction of blood vessel formation and activation of invasion and metastasis. Recently, two other hallmarks were added to this list, which are energy metabolism and escape from immune destruction. In particular, enhanced cell survival and increased cell motility correlate with metastasis formation and a poor prognosis for cancer patients. We aim to study the mechanisms that explain both cell survival and cell motility, to ultimately discover key players that can be targeted by drugs so that tumor cells are killed and do not metastasize to target organs. To get a better insight in the mechanisms that drive a tumor cell to be resistant and to invade the surrounding tissue to escape from a primary tumor, we developed assays that monitor these processes. Our method of choice is to engineer cancer cells that express diverse sets of fluorescent proteins and measure their responses by live fluorescent microscopy.
GFP tagged proteins as reporter for the dynamics of cellular processes
Figure 1: Metastasis
26
Origin - Universiteit Leiden
Since its discovery in 1995, the green fluorescent protein (GFP) from the jellyfish Aequorea victoria has become one of the most widely exploited proteins in biochemistry and cell biology. Its remarkable ability to efficiently emit highly visible light is a tremendously valuable tool for visualizing biological processes. GFP has become well established as a marker of gene expression and protein targeting in a broad variety of cells and organisms.
institute
We routinely express GFP-fusion proteins or proteins tagged with other fluorescent variants that can emit light in all colors of the spectrum in the tumor cells. A more recent development of this approach is to allow the expression of a GFP-tagged protein to be controlled by its natural promoter, a section of the gene coding region that responds to cellular signals and controls the activation and deactivation of expression. For that, we insert the GFP-encoding sequence into the genome of cells by recombination. It is more physiologically relevant but sometimes less easy to visualize due to low expression levels of the fluorescent proteins. However, this approach is suitable for visualizing genes that are strongly switched on in response to a specific signal or compound.
Fluorescent live-cell imaging, image analysis and data mining A clearer understanding of cellular processes can be gained by studying the spatially and temporally resolved dynamics of protein signaling networks. Fluorescence microscopy methods currently provide the only tools to study the dynamics of molecular processes in living cells with sufficient temporal and spatial resolution. Combined with computational approaches they allow us to obtain insights into the cellular processes that control biological functions on the scale of cells and even organisms. We use time-resolved live-cell imaging to study cell migration and survival. A major technical challenge is to collect the ‘high content’ image-based data that describe the individual migratory behavior (such as speed and direction) of a large number of rapidly-moving cells in a microscope field. To do this, a series of microscope pictures are taken at set time intervals, resulting in a movie of the fluorescent cells in response to a particular treatment. The effect of the treatment on the dynamics of the cells and individual fluorescently tagged proteins of interest can then be examined, such as dynamics of cellular attachment sites (so-called focal adhesions, figure 2), transcription factors responding to cytokines, e.g. NF-K B responding
Figure 2: Tumor cell migration
to TNFÎą or the accumulation of p53 in the nuclei of cells in response to DNA damage induced by anticancer drugs. These dynamics give insight into the cellular response to drug treatments and allowing different treatments to be compared. The role of specific genes in the response can be examined by specific inhibition of their mRNA, using a technique known as RNA interference.
Drug target discovery using functional genomics To perform a systematic analysis of genes that regulate tumor cell migration and survival or to study the effect of potential drugs on tumor cell motility and resistance, high content image-based screening is the most recent advance in imaging technology which is available in our division thanks to high-precision robotic liquid handling machinery, automated fluorescence microscopy and high-performance computing at the new Cell Observatory. To study the essential components of the signaling pathways that play a role in the survival of cancer cells and their potential to metastasize and home in on distant sites, we are screening for the responsible genes by RNA interference (RNAi) in our fluorescent reporter systems. Depletion of random proteins by RNAi most likely will not interfere much with the biology of the tumor cell, unless it is an essential component for the survival or the migratory capacity of the cell. The druggable genome currently includes about 10,000 genes and we systematically evaluate these by RNAi in our different screening assays. We hope to discover new candidate genes that regulate the tumor phenotype. Using this systems microscopy strategy, we will obtain a better understanding of the (tumor) cell biology and hopefully identify new drug targets for cancer therapy.
Origin - Universiteit Leiden
27
Boek
Sims-Nederland In plastic panda's trekt Bas Haring het nut van biodiversiteit in twijfel. Voor grote delen van natuurminnend Nederland was dat genoeg om in de pen te klimmen om Haring eens flink de waarheid te vertellen. Maar was dat terecht?
door: Lisette Hemelaar
Heel vaak krijg ik de vraag ‘waarom ben je Biologie gaan studeren?’ te horen. Ik sta dan vaak een beetje met mijn mond vol tanden, omdat ik niet echt een antwoord klaar heb. Meestal is mijn antwoord iets in de trant van ‘omdat ik van beesten houd’. Zo lang als ik me kan herinneren, ben ik geïnteresseerd geweest in de natuur. Toen ik dertien jaar oud was, las ik het boek ‘Kaas en de evolutietheorie’ van Bas Haring. Van dit boek was ik erg onder de indruk. Ik was erg geïnteresseerd in biologische onderwerpen, maar had me nog nooit in de evolutietheorie verdiept. Na het lezen van dit boek ging ik er ineens wel over nadenken. In dit boek komt naar voren dat evolutie een antwoord kan geven op allerlei vragen, zowel alledaagse als filosofische, zoals ‘waarom is het leven ontstaan?’, ‘hoe kunnen we onsterfelijk worden?’, ‘waarom krijgen we kinderen?’ en ‘hoe ontstaan familiebanden?’ Hier ben ik steeds meer over na gaan denken en uiteindelijk stelde ik mij de vraag of het uitsterven van diersoorten wel zo erg is als wij denken. Evolutionair gezien hoorde dat er gewoon bij. In de loop van de evolutie zijn er veel soorten uitgestorven, omdat ze niet goed genoeg aangepast waren aan hun omgeving. Deze soorten stierven uit, terwijl er nieuwe, beter aangepaste soorten voor in de plaats kwamen. Toch wilde ik hier graag meer over weten, en zo begon ik met veel interesse aan het boek ‘Plastic Panda’s’, ook van Bas Haring. In dit boek stelt Haring zichzelf de vraag hoe erg het is als de biodiversiteit achteruit gaat of verdwijnt. Hij vergelijkt de natuur met een econo-
28
Origin - Universiteit Leiden
mie, waarin soorten allemaal verschillende bedrijfjes zijn. Het zal niet zo zijn dat de hele economie instort wanneer er één bedrijfje failliet gaat. Zo zit het volgens Haring ook met de natuur. Het uitsterven van één soort zal niet direct de ondergang van een heel ecosysteem betekenen. Ik begon aan dit boek met een ‘open mind’. Ik had gehoord van de kritiek die Haring ontvangen had, namelijk dat zijn ideeën over het uitsterven van soorten belachelijk waren; ‘hoe durfde hij zoiets voor te stellen?’ Ik was daarom erg benieuwd naar zijn nieuwe boek, omdat ik veel interesse had in het onderwerp. Met allerlei gedachte-experimenten probeert Haring uit te leggen dat het uitsterven van soorten niet zo erg is als wij denken. Hij probeert vooral het argument te weerleggen dat het uitsterven van soorten de ondergang van de natuur zou kunnen betekenen. Zo legt hij dit bijvoorbeeld uit aan de hand van een model waarin Nederland een groot park zou zijn. Dit park is volledig zelfvoorzienend. Haring rekent uit hoeveel vierkante
Boek
meter landbouwgrond een Nederlander nodig heeft om in zijn voedselbehoefte te voorzien. Hierbij houdt hij rekening met onze behoefte aan plantaardig en dierlijk voedsel, hout en energie. Zijn conclusie is dat dit allemaal min of meer in de oppervlakte van Nederland past, en dat dat park voorzienend is voor zijn bijna zeventien miljoen inwoners.
diversiteit is irrationeel, maar in mijn ogen niet minder belangrijk. Ik vind biodiversiteit leuk en daarom raakt het mij als het verdwijnt. Ik houd er van om naar vogels te kijken. Urenlang kan ik kijken naar een merel die bezig is met een nestje in de tuin, maar ik word toch ook wel erg blij als er af en toe een pimpelmees of roodborst langsvliegt. Van het idee dat er alleen nog maar merels zouden rondvliegen, word ik een beetje treurig (ook al vind ik de merel een mooi beest).
Haring stelt dat hij het zich niet kan voorstellen dat dit park niet zou werken. Zijn Nederland bestaat voor Verder is het eerste wat ik op vakantie vaak doe een een derde uit bos, een kwart is landbouwgrond, en nog (vogel)boek aanschafeen kwart is een park fen met de lokale (flora met zonnepanelen. De en) fauna. Nieuw deel rest van de oppervlakte 'Daarbij vraagt hij wel wat er moet van de wereld, nieuwe wordt bezet door huizen, gebeuren als niemand in de toekomst nog biodiversiteit. En daar kantoren, infrastrucword ik blij van. Dus of tuur en binnenwater. geniet van biodiversiteit' een wereld zonder biodiDit Nederland – ‘Simsversiteit nu ook leefbaar Nederland’, zoals hij het zou zijn of niet, ik word toch blijer van een wereld met noemt –, zou goed genoeg zijn voor bijna zeventien veel verschillende soorten. Ik vind biodiversiteit leuk, miljoen mensen. Biodiversiteit zouden we niet nodig en daarom is het zinvol om haar te beschermen. hebben. Ik betwijfel dit. Allereerst is biodiversiteit nodig geweest om tot de landbouwgewassen die wij nu consumeren te komen. Voor een gezonde voeding is variatie nodig, dus elke dag broccoli is volgens mij geen goed idee. Spinazie, sla, snijbonen, sperziebonen, boerenkool, aardappels; ook dát is biodiversiteit.
Desgevraagd laat Haring aan Origin Magazine weten dat het behoud van biodiversiteit om de ‘leuk’ wat hem betreft een steekhoudend argument is, maar niet het meest gehoorde. Daarbij vraagt hij wel wat er moet gebeuren als niemand in de toekomst nog geniet van biodiversiteit.
Verder zou één groot bos in de houtbehoefte van ‘SimsNederland’ moeten voorzien. Maar een bos bestaat niet alleen uit bomen. Een bos is een ecosysteem, een systeem dat in evenwicht verkeert en zichzelf draaiende houdt. Dat kunnen bomen niet alleen. Bomen hebben voedingsstoffen nodig. Deze worden geproduceerd door bodemorganismen die dierlijk en plantaardig afval omzetten in voedingsstoffen voor planten. Deze organismen zijn dus niet alleen nodig voor voedsel, maar ook voor het opruimen van afval. Een bos zoals Haring het beschrijft zal dus nooit kunnen bestaan zonder dat er sprake is van een beetje biodiversiteit. Mijn grootste argument tegen een wereld zonder bio-
Je kunt het niet eens zijn met Haring over de verwaarloosbaarheid van biodiversiteit die hij probeert te bewijzen in ‘Plastic Panda’s’, maar wellicht zijn er andere redenen om het boek toch eens op te pakken. Proberen zijn argumenten te weerleggen is een prima oefening om het nut van biodiversiteit voor jezelf duidelijk te maken. De situatie die Haring in zijn reactie schetst, van een toekomst waarin biodiversiteit door niemand meer als onderhoudend wordt gezien, zie ik als een hypothetische. Maar zelfs in die situatie zal biodiversiteit nog nodig zijn om onze samenleving in stand te houden. Lees ‘Plastic Panda’s’ zelf, en bedenk of jij het in zijn ‘Sims-Nederland’ zou uithouden.
Origin - Universiteit Leiden
29
COLUMN
Humans as Cancer A dystopian view of society
BY: Dylan van Gerven
Dark towers are looming on the horizon. It is dusk, the 29th of October 2012. Big Apple is shrouded in shadows as the pride of America is being put to the test. Sandy is merciless. Unforgivingly, she urges the water forward until both tree and train are swallowed by her relentless torrent. Fragments of rubble hammer at the towers like rebounding hail. Almost as if nature has risen against humanity, saying: You have gone too far; you have built too high and delved too deep. To heights inciting arrogance and black oily depths invoking great greed. Indeed, the earth is already festered by paved cities of concrete-like ulcers, bleeding sewage and liquid waste. We defy nature with an iron fist and a mind of metal, as if severed from it by some rare device. But nothing could be further from the truth. Humans still follow natural patterns. We are however, unique in our ability to bypass ecological and environmental constraints. It is in that respect that our behaviour is, more than ever, akin to the progressive corruption of cancerous cells. It does require some imagination, but the analogy is striking. If we picture humans as malignant cancerous cells, than the host must surely be the earth. That requires some allowances to be made. Dr. Alan Gregg, a long time official of The Rockefeller Foundation, argues that we may consider the living world as an organism for the sake of a hypothesis. According to the concept he fathered, different organisms should resemble different cells in the host. New growths called neoplasms arise when one of the cells is corrupted. This corruption is brought about by damage in the genetic switches that are in control of the cell cycle. Uncontrollable cellular proliferation is the result, that is, cancer. Viewing humans as cancer implies that we started out as healthy cells on an unspoiled host. And so we did. The hunter gatherers of old, as well as the Native American Indians
30
Origin - Universiteit Leiden
lived in harmony with nature. Resources were not exhausted to the point of depletion and tribes were small. Men moved camp when needed, leaving the ecosystem to restore to its former balance. Technological advances marked the end of that era. We exchanged spears for ploughs, dominated plants and animals alike, mastered fire, steam and electricity. Tribes became villages. Villages became towns and towns became cities. After the industrial revolution we were more efficient than ever. The great Homo sapiens, by then, had circumvented all regulatory measures. We had gone malignant. Subsequently, humans spread all over the globe, like cancerous cells that experience a loss of adhesion. Ecosystems that were formerly unfit for settling were made desirable. As tumours can develop their own vasculature, so do cities create aqueducts, railroads and vast networks to import resources to their core. Coupled with colonial metastasis, new lands were transformed and occupied. In the New World such a tumour arose: New York, made in the likeness of European aggregations. It is only too fortunate that the man-as-cancer hypothesis is nothing more than a hypothesis. For, although we may convincingly resemble cancer, we are not cancer itself. Our ‘mutations’ are reversible. As different cells in healthy tissue work in concert to sustain life, so too should humans join forces with other organisms. A precondition for this collaboration is that the superior position of the Homo sapiens must be challenged. Currently, anthropocentrism is the apple of societies’ eye. It is about time for that to change, because Apples nowadays only appear to get Bigger and Bigger. Bronnen Figuren: Christopher Kyba
AGENDA
Agenda
Colofon
26 januari
, jaargang 8, nummer 2, januari 2013
Open Dag bij de Universiteit Leiden Maak kennis met de bacheloropleidingen.
Oplage:
1 februari Proefstuderen Actief aan het onderwijs deelnemen? Kom een dagdeel op bezoek bij een opleiding! Meer informatie op proefstuderen.leidenuniv.nl
8 februari Dies Natalis Universiteit Leiden Op de diesviering zal tevens het rectoraat van prof.mr. Paul van der Heijden worden overgedragen op prof.mr.dr. Carel Stolker. Meer informatie op diesnatalis.leidenuniv.nl
3.000
Redactieadres: Origin Magazine Einsteinweg 55, 2333 CC Leiden originredactie@gmail.com www.originmagazine.nl 071 527 4538 Aan deze Origin werkten mee: Jos van den Broek, Sylvia Le Dévédec, Michalis Douramanis, Bas Haring, Bram Herpers, Rinny Kooi, Diana Lucatero, Geert de Snoo Redactie: Eindredactie: Rob van Wijk
12 februari Science Café Leiden Vaccinatie: noodzaak of luxe? Meer informatie op sciencecafeleiden.nl
Hoofdredactie: Carlos de Lannoy
22 maart Open Dag bij de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Maak kennis met de opleidingen van onze faculteit.
Redactie: Sharina Chander, Annette Emerenciana, Dylan van Gerven, Dwayne van der Klugt Michael de Korte, Carlos de Lannoy, Anja Rienitz, Marit van Santen, Valery Tjoeng, Mart Vogel, Joris Voorn, Mark Weijers Productie: Drukkerij De Bink Opmaak: teambart
Volgend nummer: Bij zeven miljard mensen horen zeven miljard monden, die allemaal gevoed moeten worden. Dat is op zijn zachts gezegd al een uitdaging. Hoe moet dat als we over enkele decennia, als we met zijn negen-miljarden zijn? Origin Magazine bekijkt welke ontwikkelingen in voedselproductie voor de deur staan en hoe deze de magen van de toekomst gaan vullen. Verder: • Slowfood: studenten over het rebelse antwoord op fastfood • Fotoreportage: de weg van beest tot biefstuk in beeld • Wat weten Westerlingen van honger? • En meer…
Origin en al haar inhoud © Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, Universiteit Leiden. Alle rechten voorbehouden.
Takeaway
Origin - Universiteit Leiden
31
Willemijn @ mijn eureka-moment!
Stephan @ voorbereiden voor practicum
Tanja @ Cell Observatory
Freek @ op weg van het Gorlaeus naar Den Haag
Jeroen @ klaar voor het lab
Marijke @ ontdek het zelf
Tyron @ pauze tussen twee hoorcolleges in
Pim @ bijna bij college
Jorinde @ top of the world of life sciences
Jolien @ studeren in de bibliotheek
Ivar @ ontdekken van het onbekende