Leidraad Winter 2016

Page 1

Leidraad Dossier: Jong geleerd Oud gedaan

‘ Ik romantiseer mijn verleden in Leiden’ Advocaat Oscar Hammerstein

Kiezen voor een studie Hoe doe je dat anno 2016?

ALUMNIMAGAZINE WINTER 2016


Leidraad

tribuut 2

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

Cees Goekoop

Voor de een was hij ‘Goe’, voor de ander ‘Cheese’. De ene dag was hij een Leienaar, de andere een Leidse bal. Burgemeester Cees Goekoop was in zijn eentje heel Leiden. Enig theater was de man, die pas op het laatste mo­ ment de knoop doorhakte tussen een opleiding aan de Toneel­ school en de Universiteit Leiden, dan ook niet vreemd. De term burgervader leek voor Goekoop te zijn uitgevonden. Weinig Leidenaren waren zo Leids als deze Amsterdammer. Hij hoorde – met zijn vooruit­ gestoken buik, bretels, eeuwige rode sjaal en tevreden, zelfver­ zekerde blik – de klaagzang uit Leiduh-Noorrrd net zo makkelijk aan als het betere gebral in de studentenkroegen. Een van zijn vele bijnamen was ‘de eeuwige

student’, al had die vooral be­ trekking op de extracurriculaire activiteiten van de bon vivant. Hij schreef zich aanvankelijk in voor Scheikunde in Leiden, maar de overlevering wil dat hij vanwege een weddenschap overstapte naar Rechten. Hij noemde zichzelf een ‘door­ sneestudent’ die zich graag onderdompelde in de gesloten Leidse studentenwereld. Al poogde hij destijds al bruggen te slaan tussen de arbeidersbevolking en Minervanen door het organiseren van sportwed­ strijden. Als burgemeester stelde hij tevreden vast dat de traditio­ nele 3 oktober-vechtpartijen voor de sociëteit tot het verleden behoorden. Later dook hij op­ nieuw de collegebanken in, om zich te storten op de archeologie.

Cees Goekoop (1933-2011) was van 16 augustus 1980 tot 1 januari 1999 burgemeester van Leiden.

TEKST: ERIC DE JAGER, FOTO: HIELCO KUIPERS

DE EEUWIGE STUDENT


inhoud 06

Ton Rabelink

‘Je ziet in een bakje nierweefsel ontstaan. Ongelooflijk!’

15

Maarten Biesheuvel

‘Ik schrijf    ’s nachts, van tien tot vier’

30

Ina van Berckelaer-Onnes

‘Jongeren vinden mij een taart’

3


inhoud WINTER 2016

○ Tribuut

Goekoop / 2

○ Carel houdt woord / 5 ○ Nier uit een bakje / 6

○ Eén studie, twee wegen… / 10

○ Kort

Berichten van de universiteit / 12

○ Herinneringen aan

’t Kasteeltje / 14

○ Werkplek van

Maarten Biesheuvel / 15

16

○ Object / 20 ○ Groep van

Marc van Biezen / 33

○ Geven / 34

○ Terug in de Banken

Oscar Hammerstein: ‘Een Minervaan heeft bij mij altijd een streepje voor’

Vassilis Dafnomilis / 39

○ Signalen van faculteiten en

verenigingen / 40

○ Dies voor alumni / 48

○ Lezen, luisteren, doen / 50 ○ 13 februari / 52

35

Het abc van de studiekeuze Wat is eigenlijk een minor?

21

Dossier: Ouder worden

‘Ophouden? Daar moet ik niet aan denken’


COLOFON

Leidraad is een uitgave van de directie Strategische Communicatie & Marketing/Development en Alumnirelaties van de Universiteit Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar. Uitgever: Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing Hoofdredacteur: Lilian Visscher, hoofd Development en Alumnirelaties Concept: Fred Hermsen (Maters & Hermsen Journalistiek) Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en vormgeving: Jelle Hoogendam, Marjolijn Schoonderbeek (Maters & Hermsen Vormgeving) Lithografie: Mark Boon Tekst: Jan Joost Aten, Jos Damen, Janet van Dijk, Marjolein van Enk, Fred Hermsen, Arno van ‘t Hoog, Malou van Hintum, Eric de Jager, Job de Kruiff, Nienke Ledegang, Pjotr van Lenteren, Friederike de Raat, Nicolline van der Spek, Peter Wierenga Foto cover: Taco van der Eb Fotografie: Jörgen Caris, Taco van der Eb, Marc de Haan, Hielco Kuipers, Edwin Weers Coördinatie Universiteit Leiden: Hanneke Wiessing Reacties: 071-5273237 of contact@leidraad.leidenuniv.nl LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden Twitter: @leidenalumni Website: www.alumni.leidenuniv.nl Oplage: 68.000 Adreswijzigingen: wijziging@alumni.leidenuniv.nl Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.

Leidraad

5

O

uder worden is een fenomeen dat we mijden en omarmen. Ouderdom boezemt ontzag in en jaagt tegelijkertijd angst aan bij velen die het klimmen der jaren letterlijk aan den lijve ondervinden. Die ambivalentie vind je terug op alle niveaus: De verjaardag van de honderdjarige wordt groots gevierd, met bezoek van de burgemeester. Ook de dies van onze eigen universiteit vieren we uitbundig: Kijk ons eens oud zijn! Maar ouderdom is soms ook ongemakkelijk, want de ouderdom komt met gebreken. In onze maakbare maatschappij is dat een waarheid die niet altijd even licht is. Verontrustend soms, en vaak ook belastend. Denk aan de mantelzorg voor onze ouders en naasten. Aan onze universiteit speelt ouder worden in vrijwel alle disciplines een rol. In vakgebieden als geschiedenis, filosofie en archeologie zijn het oudheid en ouderdom die mensen enthousiasmeren en inspireren. Manifest is ouderdom ook binnen onze opleidingen geneeskunde en biomedische wetenschappen. Alles wat hier gebeurt is erop gericht om ons gezond te laten blijven of worden, en liefst zo vitaal mogelijk. Het succes van de medische zorg, het feit dat we langer leven, roept ook weer vragen op. Hoe we onze oude dag betaalbaar houden en bevredigend vormgeven bijvoorbeeld. Ook die antwoorden worden van universiteiten verwacht. Vraagstukken van ouder worden brengen soms dilemma’s met zich mee. Dilemma’s waar we graag en veel over discussiëren – dat noem ik onze academische plicht. In het dossier van deze Leidraad, dat – u raadt het al – het thema ‘ouder worden’ heeft, worden allerlei aspecten naast elkaar gezet. Studenten en onderzoekers die zich bezighouden met preventie, anderen die aan de wieg staan van baanbrekend geneesmiddelenonderzoek, en weer anderen die laten zien hoe ze zich na het pensioen nog altijd aan de wetenschap wijden. Wie de vragen die de vergrijzing ons stelt, het beste kan oplossen? Welke ziekten we ooit echt zullen overwinnen? Dat kunnen we nu nog niet zeggen. Dat gaat stapje voor stapje, ontdekking voor ontdekking. Net als ouder worden. Prof.mr. Carel Stolker is rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden

FOTO: MARC DE HAAN

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Carel houdt woord

WINTER 2016


6


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

Nier uit een bakje Artsen die een orgaan kunnen vervangen door een op maat gekweekt exemplaar. Het is een techniek die de geneeskunde ingrijpend zal veranderen. En het LUMC loopt voorop.

‘M

et je eigen huidcel kun je nierweefsel kweken, als je er op het juiste moment correcte groeifactoren aan toevoegt. Eerlijk gezegd snap ik zelf ook niet goed dat het kan. Je kijkt ernaar en het gebeurt. Het is een wonder!’ De man die zijn oprechte verbazing uitspreekt is Ton Rabelink, hoogleraar Nierziekten aan het LUMC. Hij haalde eind 2015 het nieuws met een piepklein stukje uit huidcellen gekweekt nierweefsel – de diameter ervan is tien millimeter – waarin alle vijftien celtypen zitten die in de nier voorkomen. Het is nog lang geen nier, waarschuwt hij, maar toch. Het begin is er, en dat belooft een enorme stap vooruit voor alle nierpatiënten die nu afhankelijk zijn van dialyse.

BEELD: THINKSTOCK

Donortekort

Mensen met nieren die nog maar voor tien tot vijftien procent werken, moeten dialyseren. Ze melden zich drie keer per week in het ziekenhuis, of dialyseren thuis. De noodzaak van een goede behandeling is groot: jaarlijks overlijdt ongeveer twintig procent van de ­nierpatiënten. Wat hen echt kan helpen, is een niertransplantatie. Maar, zegt Rabelink, we hebben een donortekort, en de technische mogelijkheden om dat terug te dringen zijn inmiddels volledig benut. Tegenwoordig worden nieren getrans-

planteerd van overleden donoren, van zogeheten non heart beat-donoren – patiënten op de intensive care die geen enkel perspectief meer hebben, en bij wie de beademing wordt uit­ geschakeld zodat ze overlijden – en van levende donoren die een nier afstaan. Groter wordt het aantal donoren niet meer, is zijn ­overtuiging. ‘Bovendien transplanteren we zelfs over de bloedgroep heen. Alles wat je aan barricades kunt bedenken, hebben we opgerekt’, zegt hij. Kortom: er is iets anders nodig om ­nierpatiënten te helpen. Iets radicaals. In Rabelinks woorden: ‘Een disruptive technology, die het mogelijk maakt je eigen nier te maken. Dat heeft bovendien als voordeel dat je geen afweerremmende middelen hoeft te gebruiken waar mensen op langere termijn kanker van krijgen. Want daar verliezen we ook patiënten aan.’ Je eigen nier in een bakje. Het klinkt ­simpel, maar dat is het natuurlijk niet. Daar gaan een paar stappen aan vooraf. Rabelink: ‘Onze ­eerste vraag was: kan een zieke nier ­zichzelf ­repareren? Met dat onderzoek zijn we in 1995 begonnen.’ Nieren bleken van zichzelf een behoorlijk reparerend vermogen te hebben. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de nierbuisjes, het ­epitheel. Elke dag verlies je tienduizend van ­zulke ­cellen en die worden elke dag weer aangemaakt, je leven lang. De nier heeft dus, zoals we dat ­noemen, een intern regeneratief v ­ ermogen.’ Maar wat stuurt die regeneratie aan? ­Rabelink:

7


Ton Rabelink: ‘Je hoeft niet per se een hele nier te kweken. Je kunt ook een stukje implanteren.’

‘Nierbuisjes hebben ­stamcelachtige ­capaciteiten, maar een stamcel functioneert altijd in een zogenoemde niche. Dat betekent dat er ­cellen omheen moeten zitten die de stamcellen vertellen wat ze moeten doen. In dit geval zijn dat bloedvaatjes in combinatie met zogeheten ­stromale cellen, cellen die het regeneratieve ­vermogen van weefsels reguleren.’ Dat inzicht leidde tot nieuwe mogelijkheden, legt Rabelink uit. ‘De wetenschappelijke redenering was: als je nierschade hebt, mankeert er iets aan het aansturen van dat reparerende vermogen. Als we nou stromale cellen uit beenmerg halen, daar een klinisch product van maken en dat teruggeven aan de patiënt, geven we als het ware een boost aan het interne reparatie­ vermogen. En kunnen we bekijken of het in de praktijk inderdaad op die manier werkt.’

Fabrikantenvergunning

Zo gezegd, zo gedaan – al was het zo ­eenvoudig natuurlijk niet. Om dit ­wetenschappelijk gefundeerde idee ook te kunnen uitvoeren, was een faciliteit nodig die behalve het LUMC geen enkel Nederlands of zelfs Europees ziekenhuis heeft. Rabelink laat op zijn laptop foto’s zien van zogenoemde clean rooms: ­volledig ­steriele

ruimtes waarin cellen worden opgekweekt. ‘Het LUMC heeft een echte fabrikanten­ vergunning, die heeft verder geen enkel ­ziekenhuis in Nederland. Je moet daarvoor aan allerlei nationale en Europese regelgeving ­voldoen en toestemming krijgen, de Inspectie komt langs, enzovoorts. Wat je normaal alleen in ­biotech-bedrijven ziet, hebben wij hier in huis.’ Het kostte ‘vele jaren’ en ’ongelofelijk veel geld’ – het leeuwendeel van de financiering bestaat uit Europees geld, maar ook het ziekenhuis en de universiteit dragen bij – maar het is alle investeringen waard, zegt hij: ‘Dankzij deze faciliteit kunnen wij dit soort concepten direct naar de patiënt brengen. Dat kan verder nergens in Nederland. Je kunt van alles in de muis doen, maar ja, de muis is geen mens, en zeker dit soort onderzoek kun je niet van muis naar mens vertalen.’ Rabelink en zijn onderzoekers hebben – stap één – stromale cellen bij het beenmerg van ­patiënten afgenomen. Vervolgens hebben ze die cellen opgekweekt in de clean rooms. In een maand hebben ze die vermeerderd tot ­honderden cellen. Daarna hebben ze die ­cellen via een infuus teruggegeven aan een trans­ plantatiepatiënt.


WINTER 2016

‘ Stel je voor: je kunt vanuit je eigen huidcel je eigen nierweefsel kweken!’

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

het nierweefsel uithaalt, hou je het ­nier­skelet over, de ‘kale’ nier. ‘Dat skelet bezaaien we met die nieuwe cellen. Overal op het skelet ­zitten groeifactoren die ter plekke signalen afgeven aan die nieuwe cellen, zodat ze weten hoe ze zich moeten ontwikkelen. In feite geven we die afgekeurde nier een opknapbeurt.’ Deze nier blijft aan de gang in een speciaal in Leiden ­ontwikkeld, technisch heel complex, kweek­ systeem.

Nog tien jaar Op dit moment wordt bij vijftig patiënten onderzocht of dit ter plekke herprogrammeren van de nier betere resultaten oplevert dan de conventionele behandeling, waarbij de ­patiënt afweerremmende middelen krijgt (inclusief alle bijwerkingen daarvan). Rabelink verwacht dat de resultaten van het onderzoek naar het ­boosten van het eigen regeneratieve vermogen binnen drie jaar duidelijk zijn, en dat het daarna ook therapie wordt.

Afgekeurde transplantatie

Dat was stap één. De tweede stap was de stromale cellen uit de nier zelf halen – sinds 2003 is bekend dat stromale cellen in álle weefsels ­zitten en ook overal die regulerende ­werking kunnen hebben. Rabelink: ‘Om dat te onderzoeken, gebruiken we transplantatie­organen die zijn afgekeurd. De stromale ­cellen zitten daar en zijn, omdat ze ­gespecialiseerd zijn, veel beter voor hun taak toegerust dan de beenmergcellen.’ Hier komt Melissa ­Little in beeld, de Australische ontwikkelingsbioloog die al haar hele werkzame leven aan nieren wijdt. Zij werkte recent drie maanden in het LUMC als Boerhaavehoogleraar en doet mee in het LeidsAustralische consortium waarvan Rabelink initiator en coördinator is. Stap drie werd gezet: ‘Melissa kon beredeneren op welke dagen welke groeifactoren belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de nier. Die correcte groeifactoren heeft ze goed getimed in een ­bakje gedaan en dan zie je nierweefsel ontstaan. Ongelooflijk! Alle onderdelen zitten erin. Het is niet georganiseerd zoals een nier, maar stel je voor: je kunt vanuit je eigen huidcel je eigen nierweefsel kweken!’ Spectaculair, maar bij lange na geen complete kweeknier. Om die in het vizier te krijgen, doet Rabelink onderzoek met behulp van nieren die zijn afgekeurd voor transplantatie. Als je daar

Een skeletnier helemaal vol met cellen krijgen – er zijn er miljarden nodig – gaat nog wel even duren, zegt hij. ‘Maar dit leert je wel heel veel over de driedimensionale organisatie van het nierweefsel.’ Bovendien, denkt hij, hóéf je ook niet per se een hele nier te kweken. ‘Je kunt misschien ook wel een stukje van zo’n nier­ skelet, een blokje, implanteren in een bestaande nier. Dat gaat dan misschien wel zelf doorgroeien. Uit dierstudies weten we dat als je die blokjes implanteert, ze opgenomen worden in het normale nierweefsel. Terwijl we bij stap één en twee het regeneratieve vermogen een boost geven, zouden we in dit geval echt gezond weefsel kunnen teruggeven aan de patiënt.’ Nog tien, vijftien jaar, schat hij, en de blokjes weefsel kunnen als behandeling worden ingezet.

Leiden, een Europese hub

Dat Leiden de unieke faciliteiten heeft om op dit gebied snel tot toepassingen te komen, heeft minder te maken met een uitgekiende ­strategie dan met de traditie van transplantatie die begonnen is onder de legendarische ­Leidse immunoloog Jon van Rood. Hij ontdekte het belang van weefseltypering voor transplantaties en was oprichter van Eurotransplant. Dat was in 1967. Bijna vijftig jaar later ontwikkelt Leiden zich op het terrein van de regeneratieve geneeskunde tot een Europese hub, zegt Rabelink. ‘Dat komt doordat we de klinische vertaling vanaf dag één inbedden in onze infrastructuur. Er wordt op heel veel plekken in de wereld stamcelonderzoek gedaan. Maar om als eerste studies te kunnen doen in mensen, heb je die complexe infrastructuur nodig, en die is extreem kostbaar. Door daar vroeg in te investeren, heeft Leiden een voorsprong genomen op de rest en kan het deze voorloperspositie innemen. Voor stromale cellen zijn we nu hét centrum in Europa.’ Hij lacht. ‘Ons verhaal is echt een Leids ­verhaal.’

Leidraad

9


10

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

één studie

twee wegen

WINTER 2016

Waar een studie Bestuurskunde toe kan leiden...

Janne Marie van Vlastuin (35) CV 2002 - 2007: Bestuurskunde Universiteit Leiden, met minor Economie 2003 - 2007: Bijbanen als HR-medewerker en Accountmanager 2007 - 2013: ICT Consultant & Key Accountmanager Sogeti 2011 - 2013: Informatie­manager Marketing & Sales EMEA Akzo Nobel 2013 - 2015: Com­mercieel Verander­manager bij Essent 2015 - heden: New Business Manager bij Essent

W

aarom Bestuurskunde? ‘Ik ben van nature nieuwsgierig en breed geïnteresseerd. Maatschappijleer was altijd als een hobby voor me, en B ­ estuurskunde is een soort maatschappijleer voor g ­ evorderden. Er zit sociologie in, organisatiekunde, f­ ilosofie, management, politicologie: een heel brede ­opleiding.’ Wat was je voor student? ‘Van de verschrikkelijkste soort: eager maar ­efficiënt. Ik heb het maximale uit mijn studententijd gehaald; ik werkte 24 uur als H ­ R-medewerker en later 32 uur als account manager: ik was een ­student met een lease-auto. Daarnaast stak ik veel tijd in sociale activiteiten, zoals de studenten­ vereniging. Toch vond ik het allemaal makkelijk te combineren omdat de studie me inspireerde.’ Wat inspireerde je dan? ‘Veranderende organisaties binnen de alsmaar veranderende omgeving waaraan de o ­ rganisatie haar bestaansrecht ontleent vind ik ­fascinerend, de colleges van docent Wim van Noort ­hebben me bijvoorbeeld daarin echt geboeid. ­Organisaties worden gevormd door mensen, ondersteund door processen en I­ CT-middelen. Dit dient een samenhangend geheel te zijn. Omdat ik de kennis van ICT miste, ben ik na mijn s­ tudie bij Sogeti gaan werken waar ik ben o ­ pgeleid tot ­informatieanalist (systeemontwerper) en B ­ usiness Process Consultant. Een carrière­keuze waar ik dagelijks de vruchten van pluk, ongeacht de omvang van de IT-component en het type ­verandertraject dat ik doe.’ Wat is je tip voor mensen die nu afstuderen? ‘Geniet van de laatste fase van je studie en volg je interesses. Zorg dat het pad dat je h ­ ierna kiest aansluit bij jou als persoon en durf met de bestuurskundige bril naar het speelveld te k­ ijken waarin je je bevindt. Dit stelt je in staat om met veel plezier tijd, passie en energie in je werk te s­ teken en scherp te blijven. Zo kun je daad­ werkelijk succesvol zijn.’

Janne Marie van Vlastuin

is New Business Manager bij Essent


11

CV Dave Ensberg (31) 2002 - 2008: Bestuurskunde Universiteit Leiden, met minor Politicologie 2006 - 2009: adviseur Binnenlands Bestuur bij Price­waterhouseCoopers 2009 - 2015: o.a. strategisch adviseur ‘Kwaliteits­­aanpak Basisonderwijs Amsterdam’, gemeente Amsterdam en bestuurssecretaris Onderwijsgroep Buitengewoon Oktober 2015 - heden: voor­zitter College van Bestuur Stichting Biezonderwijs

W

TEKST: JAN JOOST ATEN, FOTO’S: JÖRGEN CARIS

aarom Bestuurskunde? ‘Op mijn veertiende wist ik al dat ik Bestuurskunde wilde studeren. Dat komt door mijn ouders en achtergrond. Mijn grootvader was vicepresident van Suriname, van jongs af aan kreeg ik zijn verhalen mee. Ik was gefascineerd door de vraag hoe het moet zijn geweest om bestuurder te zijn van zo’n j­onge republiek. Mijn ouders hadden bovendien altijd veel interesse voor de maatschappij en stimu­ leerden ons om het nieuws te volgen. Dat l­everde thuis al veel goede discussies op. Tot slot: mijn ouders, broer en zus hebben in Suriname gewoond, maar moesten vluchten na de militaire coup. Dat gaf ons een extra besef van het belang van democratie, recht en vrijheid.’

Dave Ensberg

is voorzitter College van Bestuur Stichting Biezonderwijs

Wat was je voor student? ‘Eentje die hard werkte. Vanaf mijn zestiende, toen ik in Leiden een vwo-scholier was, w ­ oonde ik op kamers op de Hogewoerd. Om mijn leven goed in te richten, had ik twee bijbaantjes, ook ­tijdens mijn universitaire studie. Al vrij snel deed ik er vrijwilligerswerk naast. Ik had geen tijd om altijd een 8 of een 9 te halen. Eigenwijs was ik ook. Ik heb erop aangedrongen dat ik na het halen van mijn bachelor stage mocht lopen, wat ongebruikelijk was. Ik liep stage bij het vaktijdschrift PM, dat is belangrijk voor me geweest. Voor het eerst ervoer ik het samenspel tussen de overheid en de maatschappij in de praktijk. Naar aanleiding van artikelen bij PM en een prijs voor mijn bachelor thesis werd ik door PricewaterhouseCoopers benaderd of ik daar wilde werken. Werken bij PwC is als voetballen in de Champions League van de adviesbureaus in het openbaar bestuur. Zo is mijn carrière gaan rollen.’ Hoe zou je het vinden als je kind Bestuurskunde zou studeren? ‘Ik heb zelf geen kind, maar het lijkt me onwijs gaaf. Het is een prachtige studie, en ik zou graag deelgenoot worden van de huidige academische inzichten. Misschien ga ik dan ook zijn of haar ­studieboeken lezen!’


kort Noodopvang in Sportcentrum Studenten en universiteits­ medewerkers hebben in g ­ roten getale vrijwillig geholpen bij de opvang van 123 v ­ luchtelingen in het Universitair S ­ portcentrum van 23 tot 30 oktober. Vrijdag waren er nog tot half 5 tentamens; daarna was het flink aanpoten om de grote sportzaal in te richten als slaapaccommodatie, en om een huiskamer, een eetzaal, een recreatieruimte voor volwassenen en een voor kinderen te creëren. De vluchtelingen waren afkomstig uit Syrië, Mongolië, Eritrea, Irak, Afghanistan en Servië. Het ging om veertig alleenstaande ­mannen en verder gezinnen. De vrijwilligers regelden van alles om de groep goed onder te ­brengen: van WiFi tot beweg­ wijzering in het Arabisch, van comfortabele banken voor een beetje huiselijkheid tot een ­activiteitenprogramma. De ­ervaring leert dat verveling het grootste probleem is voor de vluchtelingen. Daarom bood de universiteit samen met zo’n 200 (student)vrijwilligers dagelijks activiteiten aan, waaronder sport, een bezoek aan een studentenhuis, knutselen met de kinderen en een stadswandeling.

Waar was het feestje?

Koning en koningin op bezoek Koning Willem-Alexander en koningin Máxima hebben in Leiden hun staats­bezoek aan China van oktober voor­bereid. Ze namen op 1 oktober deel aan de bijeenkomst ‘China in Nederland’, georganiseerd door de universiteit. In Leiden ontmoette het koningspaar vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, de wetenschap, de culturele sector en de media die actief betrokken zijn bij de samenwerking tussen beide landen. De Universiteit Leiden is de enige universiteit in Nederland die een opleiding Chinastudies heeft.


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

FOTO: MONIQUE SHAW

WINTER 2016

Leidse hoog­leraren op postzegel

FOTO: MONIQUE SHAW

M

et een speciale gedenkzegel is onlangs herdacht dat het 75 jaar geleden was dat de Leidse hoog­leraren Cleveringa, Barge en Van Holk een ­protestrede hielden aan de U ­ niversiteit Leiden. Daarin zetten ze zich af tegen het ontslag van J­ oodse collega’s door de D ­ uitse bezetter. Het openbaar college werd gehouden op 26 n ­ ovember 1940. Als herinnering werden op 26 november 2014 al gedenkstenen ­onthuld bij hun voormalige woon­ huizen. De postzegels verschenen op 26 november 2015 en zijn te b ­ estellen via de website van initiatief­nemer Frans Hemelop, www.hemelop.nl

Leidraad

13

2015 was een feestjaar: de ­Universiteit Leiden vierde haar 88e lustrum. Uitgenodigd waren studenten, m ­ edewerkers, ­alumni en relaties; Leidenaren, ­Hagenezen en andere belangstellenden konden m ­ eegenieten. ­Sportievelingen deden mee aan een meerkamp met spijker­ broekhangen en bumperbal, feest­gangers dansten bij De Jeugd van Tegenwoordig in de Pieterskerk (zie foto), kunstliefhebbers genoten van de ­tentoonstelling ­Global Imaginations op een b ­ ijzondere ­locatie – de oude Meelfabriek. En er was meer: de drukbezochte alumnibijeenkomst gevolgd door een extra feestelijke Nacht van Kunst en Kennis, debatten, een film over E ­ instein in Leiden en de 3 October U ­ niversity. Voor een terugblik op het lustrum zie www.universiteit­leiden.nl/ lustrummagazine

Roze speelgoed voor meisjes? Vooroordelen stonden centraal op het diversiteitssymposium Challenging Implicit Bias dat de Universiteit Leiden op 5 november organiseerde. Bezoekers konden er de stereo­ typentest doen. Tijdens de lezingen en workshops kwam een ­grote diversiteit aan onderwerpen aan bod: roze speelgoed voor meisjes, alledaags racisme op universiteiten, LGTBQ-­rechten, een vurig pleidooi voor meer empathie op de universiteit. In het digitale magazine dat na afloop verscheen, staan filmpjes, een link naar de Harvardtest over onbewuste associaties, interviews en quotes over de bijeenkomst: www.leidenuniv.nl/diversity-inclusion


14

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

herinneringen aan ’t Kasteeltje

TEKST: FRIEDERIKE DE RAAT, FOTO: MARC DE HAAN

‘I

k denk dat ik mijn kamer in ’t Kasteeltje, aan de Jan van Goyenkade 44, heb gevonden via studentenvereniging VVSL, die later opging in Minerva. Je kwam binnen in een grote, statige hal. Daarna moest je drie trappen op en kwam je op zolder. Daar woonden vier meisjes, die allemaal een klein, met veel hout afgetimmerd kamertje hadden. Levensgevaarlijk natuurlijk! Van mijn vader had ik een scheepstouw gekregen om bij brand uit het raam te kunnen k ­ limmen. In mijn kamer kon ik een bed kwijt, een bureautje, een theetafeltje en een ­tafeltje met twee stoelen. In het halletje bij de kamers stond op een grote kist een kooktoestel.

Een koelkast was er toen nog niet, dus we gingen elke dag boodschappen doen in de Doezastraat. Een badkamer of douche was er ook niet, je waste je bij de wastafel in je kamer. Het was zó primitief! En heel gehorig. Maar ik had een prachtig uitzicht, want ik had het torenkamertje. Aan drie kanten keek ik uit op water. Drie van de vier bewoonsters hadden een vast vriendje en we mochten tot elf uur ’s avonds heren­ bezoek ontvangen. Een ander voordeel van het huis was dat ik veel colleges en practica om de hoek had, in het farmaceutisch laboratorium in de Hugo de Grootstraat. Elke maand ging ik op de thee bij de eigenaresse, mevr. dr. M. Nieuwenhuis -

barones Von Uexküll Guldenbandt, om de huur te betalen. Veertig gulden, dat was best veel in die tijd. Dat waren interessante gesprekken, maar je moest er wel de tijd voor nemen, want ­me­vrouw hield van aanspraak. Ze kon leuk vertellen over de bezoeken van Albert Einstein aan de buren van ’t Kasteeltje, de familie Ehrenfest in de Witte Rozenstraat. En over haar mans verblijf op Borneo, eind 19e eeuw, waar hij werkte als arts. Ik heb acht jaar met plezier in ’t Kasteeltje gewoond, toen ben ik getrouwd en v ­ erhuisd.’

Mevrouw J.C. van Rossen-Iburg Farmacie, 1950-1957


werkplek van

Maarten Biesheuvel Het raam staat altijd open. Tegelijk moet het doodstil zijn. ‘Daarom schrijf ik ’s nachts, van tien uur tot vier uur. Niet elke nacht, nee, zo eens in de tien dagen.’ Nog drie of vier jaar denkt hij in dit tempo nodig te hebben voor zijn volgende boek, de novelle Maarten en Eva. Vroeger werkte hij sneller, al was ook toen ­absolute stilte vereist. ‘Tsjechov moest altijd zes of zeven babbelende mensen om zich heen hebben als hij schreef, maar ik ben het andere uiterste. Ik ben trouwens door Karel van het Reve eens met Tsjechov vergeleken, wist u dat?’

Maarten Biesheuvel, Rechten (1960-1970)

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: REINIER SIJPKENS

Spulletjes geven geborgenheid, zegt Maarten Biesheuvel over de toestand van zijn bureau. De kamer waar hij sinds 35 jaar zijn boeken schrijft is verder ‘zoals een studiootje hoort te zijn, met een klein raam op het noorden’. We moeten één krakende trap op, in het h ­ outen huis in de Leidse Professorenwijk dat hij deelt met zijn vrouw Eva en acht poezen. S ­ chrijven doet hij op een Remington uit 1923, vertelt hij. Die staat weggestopt onder een stoel, met een theedoek eroverheen tegen het stof. Als hij schrijft zijn ‘water, sigaren en frisse lucht’ alles wat hij nodig heeft.



WINTER 2016

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

17

Oscar Hammerstein

‘Mijn bestaan is gebaseerd op vertrouwen’

TEKST: FRED HERMSEN, FOTO’S: TACO VAN DER EB

‘I

Advocaat Oscar Hammerstein (61) is in het echte leven milder dan de toon van zijn autobiografische boek Ik heb de tijd (2014) doet vermoeden. Waar hij in het hoofdstuk over zijn studententijd tamelijk expliciet is over zijn antipathieën binnen het Leidse, daar is hij deze zonnige middag vol lof over vrijwel alles met Leidse wortels.

n mijn boek beschrijf ik vooral Minerva, maar mijn hart gaat uit naar de héle stad. ­Leidenaren beseffen niet half hoe zinderend intens de schoonheid hier is. Steeds mooier eigenlijk, want zelfs de straten die toen armoeiig waren, zien er nu goed uit. Naarmate ik ouder word, ga ik mijn verleden hier meer romantiseren.’ Advocaat Oscar Hammer­stein wijst vanuit zijn oude stamkroeg Barrera: ‘Kijk daar, in de bocht van het Rapenburg woonde ik. Met het mooiste uitzicht van de stad en een binnendoor-deur naar ’t Keizertje. Heel handig, want er stond een leuke jongen achter de bar.’ In die kamer heeft hij overigens nooit maar één minuut aan zijn ­studie gewijd. Dat deed hij op het Gravensteen. Regelmatig zag hij daar de beroemde professor Robert Feenstra (Romeins Recht) langskomen, ‘die zich wel eens verwaardigde om een praatje met je te maken mits je, net als hij, in driedelig grijs naar de bibliotheek gekomen was’, schrijft de ­advocaat in zijn autobiografie. ­Colleges volgen deed hij uitsluitend

als het ­aanbod hem beviel, zoals bij ‘de ­grappige en voortreffelijke’ professor Willem Kleijn (Burgerlijk Recht) en professor Egbert Myjer (Strafrecht), die tot 2012 rechter aan het Europees Hof voor de rechten van de Mens is geweest. ‘Als ik een college saai vond, ging ik ­simpelweg niet meer. Dan zat ik liever hier met mijn vrienden, of ­verdiende ik geld als vertegenwoor­ diger van ­sigarettenfabriek Turmac.’

Driedelig grijs

Oscar Hammerstein studeerde Rechten in de tweede helft van de ­woelige jaren zeventig. Hij leidde te midden van alle ‘sosjale eksperimenten’ het leven van een klassieke dandy. De sfeer van zijn beschrijvingen houdt het midden tussen F. Scott ­Fitzgerald en Oscar Wilde. Hij schrijft: ‘Mijn ­Leidse jaren waren nog wel een beetje zoals in de film Soldaat van Oranje […] Corps­ studenten flaneerden in driedelig grijs ’s middags door de stad, speelden ­tennis in Noordwijk en gaven zich vanaf borreltijd over aan bier, ballen en gebral. De oude levensstijl was nog niet helemaal verdwenen.’ Trouw aan dat beeld zit hij ook hier aan tafel, met

zorgvuldig getrimde baard, in geruit maatpak en op schoot een beleefde chihuahua met de welluidende naam Tank.

Pro Patria

Het kost enige moeite om in hem de gewezen praeses van de ­Koninklijke Leidsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapen­ handel Pro Patria te herkennen. ‘Mijn huisgenoten zaten erbij en het was gezellig. Je moet het ook zo zien: je had een goede reden nodig om te drinken, en dit was er een. Ik was ooit afgekeurd voor militaire dienst op S5; er mankeerde blijkbaar iets aan mijn stabiliteit, haha. Maar het gaat mij ook om de militaire traditie. Ik kan je vertellen dat ik trots als vaandeldrager heb geposteerd bij de inhuldiging van Beatrix tot onze koningin. Prachtig.’ In zijn boek legt hij uit wat de tijd bij ­Minerva voor hem heeft betekend: ‘Ik geloofde niet dat een veertiendaagse kennismaking zou resulteren in vriendschap voor het leven. Het wonderbaarlijke is dat het nog werkt ook. Clubgenoten worden familie, je komt er niet meer ­vanaf, hoe graag je dat ook zou ­willen.’


18

Leidraad

Ook de mores zitten er goed in: ‘Alleen je huisgenoten, clubgenoten en beste vrienden noemde je bij hun voornaam, andere leden tutoyeerde je, maar sprak je aan met hun achternaam, ­ongeacht hun leeftijd. Dat blijf je doen, ook als je al uit Leiden bent vertrokken en je waar dan ook een corps­student herkent.’ Nadat hij een passerende kennis heeft begroet, zegt hij: ‘Een ding waar Minerva altijd al in heeft ­uitgeblonken is het vermogen om een netwerk te creëren. Als je afstudeert ken je 2.500 mensen die je later in je carrière overal kunt tegenkomen. Natuurlijk zijn er ook goede andere juristen die hun verleden bij andere verenigingen hebben. Ik ken ze alleen niet. Dat zorgt ervoor dat een Minervaan bij mij altijd een streepje voor heeft bij sollicitaties. En dan kijk ik ook nog eens goed uit welk huis zo iemand komt.’ Waar de liefde voor zijn studentenstad geen grenzen kent, dooft zijn enthousiasme voor alles ‘ten oosten van Woerden’ al snel. Dat begon al direct na zijn afstuderen in 1980. Het afscheid viel hem niet eenvoudig. Hij schetst: ‘Vanaf dat moment hoor je er in Leiden niet meer bij en was het de bedoeling dat je afscheid nam […] De enige manier om aan deze verbanning uit de stad te ontkomen, was eeuwig student te worden. Dat kwam ook veelvuldig voor, maar wie dat deed, leidde in het algemeen een veel treuriger bestaan dan dat van de banneling die ergens voorbij Woerden een nieuw bestaan vond.’ De advocaat vond emplooi bij Blackstone, Rueb & Van Boeschoten, eind jaren tachtig begon hij samen met Frits Salomonson een praktijk die later onderdeel wordt van de maatschap Boekel de Nerée.

Herenhater

Veel warme herinneringen koestert hij niet aan de afloop van die samen­ werking. Die werd ingeleid door zijn zes weken durende detentie in 1994, op verdenking van onder meer het witwassen van geld voor een van zijn ­cliënten, crimineel en drugshandelaar Johan V., beter bekend als De Hakkelaar. ‘Ik ben vastgezet op basis van drie valse beschuldigingen. ­Staatssecretaris

Fred Teeven voerde het uit, maar hoofdofficier van Justitie in Amsterdam Hans Vrakking zat erachter. Hij stond bekend als “herenhater” en heeft valse bewijslast opgevoerd. In hoger beroep is mijn blazoen uiteindelijk volledig schoongeveegd.’

Reputatie

Oscar Hammerstein (links) in zijn Pro Patriatijd.

Dat zijn naam deuken opliep, heeft hem extra geraakt omdat hij zichzelf altijd heeft laten voorstaan op ‘vertrouwen en reputatie’. In Hammersteins optiek twee kernwoorden als je het over Leiden hebt. Woorden die ook nauw met elkaar samenhangen. ‘Als je het in je gestelde vertrouwen ook maar één keer beschadigt, kun je je reputatie in de advocatuur wel vergeten. Mijn Leidse vrienden zijn gelukkig grotendeels achter me blijven staan in de jaren negentig. Maar mijn integriteit werd pas echt bezegeld toen ik vorig jaar een Ridderorde opgeprikt kreeg. Dat maakte veel van het aangedane leed goed.’ Het vertrouwen dat hij onder Leidse collega’s altijd heeft gevoeld, ontbrak


19

Biografie

‘Mijn Leidse vrienden bleven achter me staan’ in zijn Amsterdamse werkomgeving. ‘Als een wederpartij met een ­Leidse advocaat aankwam, konden zaken meestal in der minne worden geschikt. Bij advocaten met een Amsterdamse achtergrond lag dat heel anders. Die zijn er doorgaans op uit om elkaar de pas af te snijden. Ik moet helaas vaststellen dat de sfeer in de advocatuur eerder Amsterdams is geworden dan Leids. En dat is jammer, want mijn hele bestaan is gebaseerd op vertrouwen.’ Een tweede dieptepunt in zijn leven was de tijd waarin werd vastgesteld dat hij hiv had. ‘In 1988 klonk zoiets nog als een doodvonnis. Dat pakte anders uit, maar de strijd die ik heb moeten voeren, heeft me wel getekend. Erover praten en schrijven kost me veel moeite. Ik heb tegen mezelf gezegd: “Zolang je de tekst voor je boek daarover niet afhebt, laat je je baard staan.” En dat die baard er na het verschijnen van zijn boek nog steeds aanzit? ‘Ja zeg, ik laat me toch niet de wet ­voorschrijven door anderen die me daarop ­wijzen?’ ­Praten over zijn ziekte levert de ­enige stilte op in het gesprek. ‘Het zit nog

heel diep. En dat merk ik ook bij ­anderen die ermee te maken hebben ­gekregen. Ik ben redactielid van ­Hello ­Gorgeous, een magazine voor mensen met hiv en naasten van hiv-­patiënten. Toen we mensen als ­Eberhard van der Laan, Humberto Tan en Mark ­Rutte ­vroegen mee te doen aan een interview – zij hebben allen een broer verloren aan aids – voelde geen van hen daar iets voor. Te privé. Sowieso ligt homo­seksualiteit nog steeds erg precair, het is een groot stigma. Er zijn zoveel jongeren die nog steeds niet uit de kast durven komen. Eeuwig zonde. Ik moet zeggen dat ik er ook relatief laat mee tevoorschijn kwam. Pas toen ik in Amsterdam woonde. In mijn boek zeg ik daarover dat iedereen het toch al wist: goede wijn behoefde geen krans.’

LPF

Een goede vriend was de in 2002 ­vermoorde Pim Fortuyn. Nog vlak voor diens dood diende Hammerstein twee aanklachten in namens Pim. ‘We ­konden het ook flink oneens zijn hoor, maar zochten elkaar altijd weer op.

20 februari 1954 Geboren in Rotterdam 1975-1980 Studie Rechten in Leiden 1981 Aangenomen bij advocaten­ kantoor Black­ stone, Rueb & Van Boeschoten. 1985 tot 1995 Voorzitter van de Nederlandse Filmkeuring. 1989 Start met Frits Salomonson de maatschap Boekel de Néree. In hetzelfde jaar blijkt dat hij is besmet met hiv.

1994 Zes weken vastgehouden voor witwasprak­tijken; uiteindelijk op alle punten vrij­ gesproken. 2000-2011 Advocatenkantoor met Gerard Spong. 2002 Rechtszaak tegen onder meer politici en ­journalisten die Pim ­Fortuyn ­zouden hebben gedemoniseerd. Korte tijd actief bij Lijst Pim Fortuyn, in 2003 afgetreden als voorzitter.

Dertien jaar na zijn dood weet ik één ding: als hij in het Catshuis was gekomen, zou het niet goed afgelopen zijn met de fractie. Hij had veel moeite om goede mensen voor zijn partij te vinden. De LPF, waar ik nadien nog een tijd voorzitter van ben geweest, heeft daar ook later veel moeite mee gehad. Waar moesten we in vredesnaam 26 goede mensen vandaan halen voor de zetels die we hadden binnen­ gesleept? Lang heb ik me niet met die vraag beziggehouden. Ik stopte er snel weer mee; politiek is niets voor mij. Te veel ambtenaren in de Kamer, te ­weinig gebaseerd op vertrouwen en idealisme.’ Hammerstein bezoekt zijn alma mater inmiddels weer met enige regelmaat: ‘De scholingspunten die je als advocaat moet verwerven, haal ik het liefst hier, dat spreekt voor zich. Op een prachtige locatie trouwens, de Oude Sterrewacht.’ Hij geniet weer van de universiteit, maar heeft nog wel een prangende vraag: waarom is Romeins Recht niet meer standaard in het curriculum? Een goeie jurist hoort te weten waar zijn kennis vandaan komt.’ Zo kennen we Oscar Hammerstein. ‘Een man van het grootse gebaar? Nou, dat herken ik niet zo. Wel iemand die zegt waar het op staat. En die een beetje uitdaagt.’


20

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

object

uit een Leidse collectie

Silhouet van Anthony van der Boon Mesch

TEKST: JOS DAMEN

Collectie Leids Prenten­ kabinet. Portretten van 2000 Leidse hoogleraren: hoogleraren.leidenuniv.nl

Het zat de Leidse hoogleraar niet mee. Anthony van der Boon Mesch was meer dan veertig jaar (tussen 1829 en 1873) een bekwame hoogleraar scheikunde aan de L ­ eidse universiteit, maar moest met lede ogen toezien hoe zijn knappe student Gerrit van de Linde in 1833 een verhouding had met zijn vrouw, Jeane Mobachius Quaet. Student Van de Linde gaf zijn professor zelfs nog een venijnige trap na. De student kon ook vaardig schrijven: hij werd later bekend als dichter onder het pseudoniem ‘De Schoolmeester’ – schrijver van het grafschrift op de dichter Poot: ‘Hier ligt Poot – hij is dood’. Over de echtelijke onmacht van professor Van der Boon Mesch schreef Gerrit s­ arcastisch: ‘Eer zal de zon in ‘t Westen naken / Eer zal een zuigling ­nooten kraken / Eer Van der Boon een zuigling zal maken’. De colleges van hoogleraar Van der Boon Mesch

waren overigens wél een succes. Hij introduceerde aan de Leidse universiteit moderne technieken en proeven in het curriculum, en werd al op zijn 24e tot buiten­­gewoon hoogleraar benoemd. In de periode 1847-1848 was hij zelfs rector van de Leidse u ­ niversiteit. Uiteindelijk trof rampspoed hem ook daar. Op de dag dat Van der Boon Mesch zijn afscheidsrede als Leids rector zou h ­ ouden tijdens de dies van de universiteit in 1848 overleed zijn vrouw Jeane. De rede werd daarom ­uitgesproken door zijn collega Jan Scholten. Van der Boon Mesch zelf bleef (volgens zijn collega Vrolik in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letter­ kunde 1876) ‘alleen in stillen rouw bij het lijk zijner gade. Sedert dien treurigen dag had hij nooit meer den moed de ­rectorale Oratie op den 8sten F ­ ebruarij bij te wonen.’


DOSSIER

Hoera! We worden steeds ouder...

Hoe word je gezond oud?

De tips van het Leidse LAVA

Ouderdom leren begrijpen

Het LUMC onderzoekt

Later is al lang begonnen Drie alumni


22

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

De baas blijven over je eigen leven

I

‘We weten best hoe we gezond oud moeten worden’, stelt David van Bodegom, arts en universitair docent bij Leyden Academy on Vitality and Ageing (LAVA). ‘Maar we doen het niet. En dat kost veel geld.’

n de zomer na zijn afstuderen haalde historicus David van Bodegom (1978) zijn scheikunde-achterstand in om medicijnen te kunnen gaan volgen. Hij verbaasde zich vervolgens zes jaar lang over de wereld van de arts. ‘Ik was gewend om te liften en mijn ­boeken te lenen, hier hadden alle studenten al een auto en waren veel mensen voor wie het belangrijk was om geld te verdienen.’ Tot hij kennismaakte met hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp. Als het niet zijn oude Ford Transit was die vertrouwen inboezemde, dan toch zijn ambitieuze colleges over veroudering. Tijdens zijn ­promotieonderzoek in Ghana vielen Van Bodegom al die kern­gezonde ouderen op, die een centrale rol in de gemeenschap bleven spelen. Samen met Westendorp schreef hij er een boek over: Oud worden in de praktijk. ‘Als je na zo’n wereldreis weer in onze samenleving terugkomt, dan zie je pas hoe gek wij dingen eigenlijk geregeld hebben.’

TEKST: PJOTR VAN LENTEREN

Leyden Academy maakt er nogal een punt van dat het beeld van ouderen anders moet. ‘Wij willen bijdragen aan een betere kwaliteit van leven

Tips van Van Bodegom om gezond oud te ­worden

Gebruik kleine borden en klein bestek. Je eet ­minder en voelt je toch voldaan.

voor ouderen. Maar wie met jongeren praat over werken met ouderen – als arts, als verpleegkundige, in de thuiszorg – wordt nog geconfronteerd met veel desinteresse. In het ziekenhuis is het ook niet bepaald de populairste afdeling. Jongeren associëren ouderdom met verzorgingshuizen, maar in werkelijkheid zijn ouderen tot op hoge leeftijd thuis en actief. We hebben jong talent hard nodig om te zorgen dat dat zo blijft.’ Waarom is ouderdom zo’n gewichtig thema? ‘Omdat mensen het onvermijdelijke niet willen. ­Buiten de westerse wereld is het cool om oud te zijn, wij zijn er doodsbang voor. Het liefst verstoppen we onze ouderen. Dat kost ontzettend veel geld. De meeste ouderdomsziekten zijn eigenlijk welvaartsziekten. Ze zijn te voorkomen met gezonder eten en een half uurtje lopen per dag.’ Wat is uniek aan jullie bijdrage? ‘Ons toegepaste onderzoek en onze maatschappelijke betrokkenheid. In plaats van mensen elke keer weer op te lappen, zouden we moeten zorgen dat ze niet opgeKoop grote g ­ lazen voor water en smalle voor fris. Je drinkt meer water en minder fris.

Zet de thermostaat een graadje lager. Je verbrandt meer calorieën om warm te blijven.


DOSSIER Ouder worden

lapt hóeven te worden. Het recept om gezond oud te worden kennen we al dertig jaar: eet gevarieerd en niet te veel, zorg dat je voldoende beweging krijgt. Maar we doen het niet. Waarom niet? Daar denken wij bij LAVA over na.’ Preventie is bepaald niet nieuw. Wat is jullie onderscheidende inzicht? ‘Ik denk bij preventie ook meteen aan van die SIRE-reclames, die ik vaak hopeloos en tenenkrommend vind. Ik let lekker op vet. Ga weg, dat werkt niet. Laten we de omgeving zo veranderen dat ­mensen worden geholpen om gezonde en sociale keuzes maken. Een paar voorbeelden: van de ruim twee miljoen mensen die op fiets­afstand van hun werk wonen, gaat maar een kwart op de fiets. We ­zitten massaal de hele dag onderuitgezakt achter onze bureaus. In winkels zijn de roltrappen prominent en de trappen verstopt. Je moet winkels, kantoren en hele steden dus anders inrichten. Zet de gezonde opties centraal en maak ze makkelijk en aantrekkelijk. Zorg dat bureaus verstelbaar zijn zodat je er achter kunt staan. In Stockholm hebben ze een pianotrap: als je die neemt, hoor je muziek. Nu is alles georganiseerd rond: de auto pakken, onderweg wat snacken, en de hele dag zitten. Je maakt dan onbewust te ­makkelijk en te vaak de minst gezonde keuze.’ Dus doen we ook dit interview staand. ‘Zeker, op ons instituut proberen we het goede voorbeeld te geven. We werken en vergaderen staand. Er is kantoorfruit. Naast de thee vind je noten in een glazen pot. Een tip voor thuis: stop snoep nooit in een glazen pot, want je blijft eten. In Amsterdam willen ze waterkraantjes overal in de stad, zodat voetballende jochies water gaan drinken in plaats van naar binnen om cola te halen. Ik vind dat een goed idee. Gemeenten zouden als eigenaren van scholen de bedrijven die automaten plaatsen moeten verplichten om naast zo’n automaat als gezond alternatief gratis water aan te bieden. Dan heb je echt een keus.’ Mogen we niet lekker zelf weten hoe we oud worden? ‘Mensen hechten erg aan het idee van vrije wil, ik ook. Maar wij zien in onze onderzoeken dat je die gekoesterde vrije wil vaak met een korreltje zout kunt nemen. In werkelijkheid zijn we gewoontedieren die reageren op de minste prikkel. Producenten van ongezonde producten maken daar handig gebruik van.’ Mág je nog wel oud worden? ‘Juist wel! Maar wat wij voorstellen is gezond voor iederBewaar groenten en fruit op ooghoogte. Je zult ze, net als in de supermarkt, vaker pakken.

Zorg op je werk voor zit-stabureaus. Meer afwisseling in zitten en staan is goed voor je.

23

een. Ouder worden begint al als je jong bent. Wij zijn uiteindelijk niet meer alleen uit op een vitale oude dag, maar op vitale gemeenschappen: buurten die zowel wat inrichting als ­sociale cohesie betreft zorgen dat mensen gezond oud worden, lang thuis kunnen blijven en de baas blijven over hun eigen leven. Word dus maar lekker oud. Maar wat ons betreft wel in een betere samenleving dan die van vandaag.’

GO! Leiden: met Leienaars werken aan vitale buurten

Tien jaar toevoegen aan het leven van ­Leidenaren, dat is de ambitie van GO! L ­ eiden, een initiatief van L ­ eyden ­Academy on Vitality and Ageing. L ­ eidenaren ­kunnen op een digitaal platform ideeën plaatsen voor v ­ eranderingen in hun omgeving die bijdragen aan een v ­ itale stad. Bijvoorbeeld een moestuin of het plaatsen van een bankje. Maar ook ambitieuze projecten zoals het S ­ ingelpark en het fiets- en wandel­ vriendelijk maken van de binnenstad. ‘Daarmee zijn we er nog niet, natuurlijk’, geeft Van Bodegom meteen toe. ‘Er zijn pleintjes genoeg in de stad die er verlaten bijliggen. Alle volwassenen zijn aan het werk en jongeren en ouderen op zo’n plein: dat werkt niet meteen. We zijn vooral op zoek naar idee-

Plaats bloemen en een bankje voor je deur. Je gaat vaker naar buiten en hebt meer contact.

ën om dát soort dingen op te lossen. Hoe krijgen we meer lichte, vrijblijvende s­ ociale contacten in de wijk?’ Het project is vergelijkbaar met Blue Zones in Amerika, waar met behulp van een andere inrichting en organisatie al drie jaar is toegevoegd aan de levensverwachting van de bewoners. Leyden A ­ cademy ondersteunt GO! Leiden met c ­ ijfers, bijvoorbeeld uit GGD-enquêtes, en evaluatie, artikelen en wetenschappelijke peer review. Zodat de r­ esultaten ook toepasbaar worden in andere steden en landen. Een belangrijk hulp­middel dat daarvoor wordt ontwikkeld is de Waardenmeter, waarin ouderen kunnen a ­ angeven wat ze zélf graag willen en belangrijk ­vinden. www.goleiden.com

Richt je slaap­kamer sfeervol in, heb meer seks. Die spanning is goed voor je. Je slaapt beter.


24

Leidraad

Gezond oud worden, hoe doe je dat?

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

‘ De dood gaat heel erg over het leven’

aldus alumna Marion

Op zoek naar

‘W

aar mensen zich honderd jaar ­geleden nog schikten in hun lot, zie je nu dat veel mensen de dood niet kunnen aanvaarden. Het leven is maakbaar, denken we. De dood past daar niet bij. Persoonlijk ben ik niet bang voor de dood. Waarom zou ik? Ik geloof in de wet van behoud van energie. Het sterven zelf lijkt me wél moeilijk. Dat vindt bijna iedereen, merk ik in mijn werk als stervens- en rouwbegeleider. Aan de andere kant levert het ook iets op. Sterven of iemand verliezen in je omgeving brengt je tot de kern van het leven: liefde, relaties en betekenis worden belangrijk. Wat heb je gedaan met je leven? Voor wie was je belangrijk? Rond de dood vallen maskers weg. Wat dat betreft zouden we vaker stil moeten staan bij onze sterfelijkheid, ook al is je levenseinde nog lang niet in zicht; het doet je bewuster leven. Helaas is praten over de dood voor velen nog altijd een taboe. Neem alleen al de ziekenhuizen. Het mortuarium zit altijd ergens verstopt in een achenebbisj kelder of uithoek. Wie dood gaat, heeft gefaald: je hebt de strijd verloren na een lang gevecht. Ik vind die benadering onjuist. De dood gaat juist heel erg over het leven.’

Wat je moet doen om 120 te ­worden? ­Eline Slagboom noemt het een ­‘decadente vraag’. En: is dat écht wat we willen? Immers, de meeste mensen hebben op hun tachtigste al een scala aan aandoeningen. Toch komen wetenschappers in het LUMC, mede door onderzoek bij gezonde ouderen, steeds dichter bij het antwoord op de vraag hoe je zo gezond mogelijk zo oud ­mogelijk wordt.

H

et onderzoek op het gebied van ‘ageing’ is een van de aandachts­ gebieden van het LUMC. Het staat onder leiding van Gerard Jan Blauw, hoogleraar ouderengeneeskunde, en Slagboom, die van origine bioloog is en sinds 2000 hoog­ leraar Moleculaire Epidemiologie.

Leiden LangLeven Studie

1984 Pedagogiek in Leiden 1984-1991 Trainer en manager bij trainingsbureau Vergouwen Overduin 2001-2006 Talentmanager bij Kempen & Co Corporate Finance 2006-2009 Partner bij Twynstra Gudde adviseurs en managers 2012-nu Rouw en verliesbegeleider bij FinEsse en uitvaart­ onder­nemer bij Alfine uitvaarten

TEKST: JOB DE KRUIFF

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

MARION KROEZEN (55)

Bekend en tot de verbeelding sprekend is de ­Leiden LangLeven Studie. Daarvoor worden families gevolgd die generaties achter elkaar opvallend oud worden. Want hoewel onheil van buiten of roken als een ketter natuurlijk ook hún leven kan bekorten; zulke families bestaan wel degelijk. Voor deze studie moesten ten minste twee broers en/of zussen nog in leven zijn, op ­respectievelijk 89-jarige (mannen) en ­91-jarige (vrouwen) leeftijd. Eerst is veel onderzoek gedaan bij die ouderen zelf en hun kinderen, de meesten nu al boven de zeventig. In totaal ­worden 1800 kinderen van langlevenden nu al jarenlang onderzocht, met hun partners als controle­groep. Die partners hebben immers niet die bijzondere genen, maar veelal wel een ­vergelijkbare leefstijl en omgeving.

Zeer gunstig profiel

Dat jarenlange onderzoek, bij gezonde mensen, heeft een schat aan informatie opgele-


die ene knop verd, ­vertelt Slagboom. De crux blijkt te zitten in genen die betrokken zijn bij het energiemetabolisme. Op gebieden als stofwisseling, schildklierfunctie en insulinehuishouding delen de lang­ levers een zeer gunstig profiel. Het was iemand ‘van de kouwe kant’, met dus niet die perfecte genen, die op een terugkomdag van de Leiden LangLeven Studie professor Slagboom wakker schudde. ‘Fijn dat we dit nu weten, maar voor wie doe je het onderzoek?’, was ongeveer de vraag. Tot dan toe hielp al die kennis de levenskansen van de partners namelijk nog niet. En gezond oud worden, dat willen we allemaal wel.

Drie maanden gezonder eten

Dus kwam er de studie Samen Oud Samen Thuis. Stellen van zestig jaar, bestaand uit een lid van een langlevende familie en diens ­partner, werden drie maanden begeleid om gezonder te eten en meer te bewegen. Slagboom: ‘Het lukt je niet vaak om op zo’n schaal zo’n ­interventie te doen. Laat staan bij gezonde mensen, van wie je al jarenlang allerlei gegevens registreert. En dan was iedereen ook nog eens erg ­enthousiast om mee te doen. Het grootste probleem was voor de gepensioneerden om ’s avonds geen kaas en wijn te nuttigen en voor degenen die nog aan het werk waren, om voldoende te bewegen.’ De interventie leidde tot een lagere bloeddruk, een gezonder vetmetabolisme en een betere slaapkwaliteit en tot een nieuwe ‘metabolieten­meting’ waarmee de respons zorgvuldiger kan worden gevolgd in de toekomst. Opvallend was dat deze oudere deelnemers evenveel afvielen als jongere deelnemers in een eerdere studie, maar dat de insuline­spiegel veel meer verschilde. ‘De kunst is nu’, zegt Slagboom, ‘om voortijdig bij ouderen te meten en begrijpen wie er wel en wie niet ­gunstig op een interventie zullen reageren. Die groepsindeling wil je ook toepassen bij behandelingen met medicijnen. En ­misschien is er een knop, een mechanisme dat je zou ­kunnen beïnvloeden om meer ouderen ­gezonder te laten verouderen.’

DOSSIER Ouder worden

25

De rol van het brein De Leiden LangLeven Studie was als een steen in de onderzoeksvijver van het LUMC. De resultaten leidden tot talloze nieuwe deelonderzoeken op het gebied van veroudering, en er is nog een groot onontgonnen terrein. Switchbox is een van de onder­ zoeken waar het LUMC bij b ­ etrokken is. Klein, maar fijn, noemt de Leidse associate professor dr.ir. Diana van Heemst (­ afdeling Interne geneeskunde, sectie ouderen­ geneeskunde in het LUMC) het onderzoek waar zij bij betrokken is. Fijn omdat haar onderzoek zeer specifiek is. Klein, omdat het kleinschalig is. Niet omdat de resultaten onbeduidend zouden zijn. Switchbox is een gezamenlijk onderzoek van zes Europese universiteiten dat zich richt op de rol van het brein bij het functioneren van het lichaam. Het Leidse aandeel is het onderzoeken van hoe dit werkt bij ouderen én ­jongeren. De eerste resultaten zijn al gepubliceerd en opmerkelijk. ‘We h ­ ebben gemeten hoe de werking van de schildklier is, ‘de ­thermostaat’ van je lijf. Onze aan­name was dat mensen die langer leven – zoals de mensen uit de Leiden LangLeven Studie – een licht onderdrukte schildklierwerking ­hebben. Hun kacheltje brandt simpelweg wat minder hard. Gebleken is dat dit niet zo is. Wat we wel vonden, was dat mensen uit de L ­ eiden LangLeven Studie een 60 procent sterkere aanmaak van TSH hebben, dat is het ­hormoon dat de schildklier stimuleert.’ Wat zoiets betekent is onderwerp van vervolg­ onderzoek. ‘Daarin willen we onderzoeken hoe het kan dat die aanjager TSH effect heeft op de levensverwachting van mensen en of we dit kunnen beïnvloeden.’ Van Heemst is gefascineerd door dit soort innovatief onderzoek. ‘Er is nog zoveel te ­ontdekken. Tot de jaren negentig van de ­vorige eeuw g ­ ingen we ervan uit dat veroudering een t­ oevallige ophoping van schade was waarvan de snelheid niet te beïn­vloeden was. Nu weten we dat dit wel kan en is deze relatief jonge wetenschapsdiscipline een schatkist voor onderzoekers zoals ik.’

TEKST: NIENKE LEDEGANG

WINTER 2016


26

Leidraad

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO: TACO VAN DER EB

V

ierentwintig jaar g ­ eleden kreeg Leids alumnus en huisarts Nico van ­Hasselt (91) bericht van de z­ orgverzekeraar dat hij moest stoppen. ‘Omdat een 65-­plusser minder kwaliteit zou ­leveren.’ Hij ging een moeizame strijd aan en won. De leeftijdsgrens voor huisartsen kwam te vervallen. ‘Terecht’, zegt Van Hasselt in zijn Amsterdamse spreekkamer. ‘Uit onderzoek van de Universiteit van ­Miami blijkt dat doorwerken na je 65e minder kans geeft op hart- en vaatziekten. Dat komt overeen met mijn advies om gezond oud te worden. Blijf actief, houd je brein aan de praat, doe aan hersenjogging. Het bereiken van je pensioengerechtigde leeftijd is slechts een gebeurtenis en geen eindstation.’ ‘Ik ben zeven dagen per week, 24 uur per dag huisarts. Ik doe nog altijd 180 verrichtingen per week. Ik heb 902 bevallingen gedaan in mijn leven. Ik ken alle dossiers uit mijn hoofd, en weet of iemand werk heeft en wie zijn buurman is. Dat zit in mijn hoofd, ik ben nog uit de tijd van vóór de computer, de receptioniste en de praktijkondersteuner.’ Van Hasselt kwam in Leiden kort na de oorlog, waarin hij als jonge verzetsstrijder lange tijd in een reeks gevange­nissen doorbracht. Een tijd die hem gevormd heeft. ‘In die ­gevangenissen beloofde ik mezelf arts te worden. Dat lukte: op 4 juli 1956. En arts, dat ben je voor het leven.’ ‘Er zijn door de jaren heen wel eens patiënten weggegaan uit mijn p ­ raktijk omdat ze me oud vonden, en ­vanwege dat gedoe met die pensioenleeftijd, waardoor behandelingen niet meer vergoed werden, maar die fase is voorbij. Inmiddels komen de ­mensen hier juist omdát ik zo oud en ervaren ben. Ophouden? Ha. Daar moet ik niet aan denken.’

Nico van Hasselt,

Geneeskunde 1946-1950


TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO: TACO VAN DER EB


– Essay –

Ook het onvermijdelijke wordt in Leiden onderzocht. Dr. Rico Sneller, universitair docent bij het ­Instituut voor Wijsbegeerte, schreef op verzoek voor dit dossier een essay met als onderwerp de dood.

voortgebracht. In ons prachtige Academiegebouw aan het Rapenburg staart de galerij der overledenen de levende groten aan die zich weldra bij diezelfde galerij zullen vervoegen.

O

nlangs stond ik in Rome voor het Colosseum. ‘Zij die gaan sterven, groeten u!’ Alsof de galm er nog steeds klonk en de schimmen van de stervenden er nog rondwaarden. Aldus namen eens de gladiatoren afscheid van hun keizer. De groet kon er nog af, daarna volgde de onverbiddelijke dood. De keizer, aan wie de groet werd overgebracht, is inmiddels zelf ook gestorven, zo niet even gewelddadig omgebracht als zijn gladiatoren. Tussen het moment waarop ik dit stuk schrijf en de publicatiedatum, zijn er vast al weer enkele potentiële lezers gestorven, en over mijzelf, als auteur, durf ik evenmin zekere uitspraken te doen. De dood lijkt alles en iedereen in te halen. Zelfs een betoog over de dood – en geloof me: voor de filosofie die ik doceer is het een dankbaar thema – wordt met de dood bekocht: op een dag zal ook de auteur van dat betoog niet meer zijn. En misschien zelfs stevent de Leidse universiteit, die in 2015 haar lustrum vierde, net zo hard op haar einde af als dat ze zich van haar oorsprongsjaar verwijdert. Het ‘weten’ of de ‘wetenschap’ die er gehuldigd wordt, moet met lede ogen aanzien dat niets of niemand eeuwig is, te beginnen met hen die dat ‘weten’ of die ‘wetenschap’ hebben

Het zou niet kies zijn de ernst van de dood te ­ ntkennen. Wie echter in diezelfde dood een vooro wendsel vindt om zijn of haar eigen zwakke betoog met modieuze, ‘mortale’ metaforiek kracht bij te zetten, is al evenmin geloofwaardig. De filosofie kan en mag niet voor de dood weglopen. Maar het is wel zaak het midden te bewaren tussen overdreven pathetiek enerzijds en eenzijdige afstandelijkheid anderzijds. Anders gezegd: aan het sterfbed van een geliefde filosofeer je niet meer; daarvoor is het op dat moment te laat. Maar filosoferen is wel een ­activiteit die als het ware ‘terugkeert’ van zo’n sterfbed, of die het sterfbed indachtig is. Ik zou de volgende gedachten over de dood graag met de lezer delen. Ofschoon ik ze hoofdzakelijk heb opgedaan bij de bestudering van bovengenoemde en andere filosofen, en niet per se bij terugkeer van een begrafenis, ben ik wel degelijk bereid ze in het zicht van sterfbed of doodskist te herhalen. Die van mijzelf dan wel die van mijn naasten. Allereerst: de dood is, anders dan het ­zelfstandig naamwoord suggereert, geen concreet ding, zoals een appel of een fiets een ding is. Immers: naar ­welke tastbare werkelijkheid zou het woord ‘dood’ moeten verwijzen? De taal is hier meer ­verhullend dan onthullend. Wat ik ervaar, is primair een ­(stervens) proces of een verdwijnen (van een naaste). Dat zijn eerder gebeurtenissen. Daarnaast ­worden er soms – indirect – ervaringen opgedaan aan een dergelijk proces of bij zo’n verdwijnen; ik zou dat de ‘subtiele’ ervaring willen noemen. Deze ­sub­tiele ervaring laat

TEKST: RICO SNELLER

Over de dood en het leven

Voor het vak dat ik geef (filosofie) is de dood een onvermijdelijk onderwerp. Ik heb er talloze colleges aan gewijd, en daarin volop aandacht besteed aan weer­galoze denkers als ­Rousseau, Ludwig Klages, Hans Driesch, Freud, Bataille en Derrida. Vanaf Hegel is de dood in de filosofie sowieso niet meer weg te denken. De existentiefilosofie maakte van (wat zij noemde) de menselijke eindigheid zelfs een niet-onderhandelbaar uitgangspunt; de menselijke existentie, zo horen we van Sartre, Heidegger, Jaspers en Camus, is doortrokken van eindigheid, en wie dat ­loochent, is verblind.


DOSSIER Ouder worden

‘ Ik laat mensen er frisser uitzien’

zich helemaal niet ­uitdrukken in medische taal, laat staan in een ‘diagnostiek’. ­Misschien brengt de ervaring van het sterven van een ander ons op het idee, dat zo’n ‘subtiele’ ervaring veel vaker voorkomt dan we doorgaans ­denken. ­Misschien verwoorden we de meeste van onze ervaringen überhaupt – ook los van dood en sterven – wel in woorden die te grof zijn om er recht aan te doen. Wie weet is het juist de ervaring van het sterven van een ander die ons van dit besef doordringt. Taalarmoede leidt tot ervaringsarmoede, en in het uiterste geval tot een armzalig, ‘grof’ wereldbeeld. Wie ooit aan een sterfbed heeft gestaan en geen geschikte woorden kon vinden om te spreken, zal begrijpen wat ik hier bedoel.

‘M

Ten derde: dood kan niet worden losgemaakt van leven. Zolang we niet weten wat leven is, kunnen we ook geen verstandige dingen over de dood zeggen. In het licht van het voorgaande dringt de gedachte zich op dat het leven al evenmin bij (‘bio-chemische’ of ‘bio-fysische’) verdingelijking of objectivering gebaat is. Van de Duitse levensfilosofie (Schelling, Driesch) neem ik graag het inzicht over dat het ­materiële substraat van een organisme geen leven oplevert, maar er een teken of aanwijzing van is.

ALI PIRAYESH (45) TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

Misschien staat veroudering derhalve niet nood­ zakelijk haaks op vitaliteit. Misschien komen de ­portretten, die gebroederlijk naast elkaar in ons ­Academiegebouw hangen, eens opnieuw tot leven, en voegen hun aura’s zich bij de paranimfen, of mengen ze zich met de corona. Zo iets dergelijks niet allang gaande is…

aldus alumnus Ali

ensen associëren plastische ­chirurgie onterecht vaak met ­excessen: ­opgeblazen borsten en ­lippen. Ik laat mensen er frisser ­uitzien op een natuur­lijke manier. Zelf zou ik ook iets laten doen als dat nodig was. ­Oogleden die gaan hangen bijvoorbeeld. Ik heb helemaal niets tegen kraaienpootjes, maar aan de andere kant is het ook vervelend als je de hele tijd te horen krijgt dat je er moe uitziet. Tegenwoordig zijn mensen nog heel actief rond hun zestigste. Wat ik hoor als plastisch ­chirurg is dat mensen hun uiterlijk niet ­vinden passen bij hoe ze zich voelen. Dan laat je toch iets doen! Het taboe rond esthetische chirurgie is eraf. Natuurlijk moet je als plastisch chirurg wel de grenzen aangeven. Ik ga niet mee in hypes of rages. Je moet ­kijken naar wat mogelijk en ­veilig is. Toch vind ik het geen aanstellerij als mensen moeite hebben met cup A, een rimpeltje of ­moedervlek. Welke invloed je uiterlijk op je kan hebben, weet ik uit eigen ervaring. In de laatste klas van het gymnasium viel al mijn haar uit door een allergie. Ik was ineens een buitenbeentje. Niets vergeleken bij de vrouwen die ik ­opereer in Colombia. Ik geef deze ­vrouwen een gezichts­reconstructie met de kunsthuid die we samen met onderzoekers van het Universiteits­ ziekenhuis Gent en het VUmc ­hebben ontwikkeld: Glyaderm, de eerste niet-commerciële kunsthuid voor de behandeling van brandwonden. De plastisch chirurg is toonaangevend specialist in het ­verbeteren van vorm en functie.’

Vervolgens: als de dood geen ding is dat zich ­adequaat laat uitdrukken in een ‘begrip’, kan ik hem evenmin denken. Het lijkt wel alsof denken aan of over de dood vergelijkbaar is met denken aan het oneindige. Het denken slaat op hol, het raakt fundamenteel ontregeld. Tot geen van beide alternatieve strategieën om hiermee om te gaan – loochening en rationalisatie – voel ik mij aangetrokken. Ik heb zelf het idee dat het denken juist begint bij deze ­ervaring van ontregeling of ontgrenzing. Anders gezegd: het denken begint bij het ondenkbare en denkt daarvandaan – en ernaartoe, in een permanente pendel­ beweging.

Tot slot: als dood noch leven zich op ­bevredigende wijze laten objectiveren, is er ook geen ­enkele aan­leiding om beide als elkaars absolute tegendeel tegenover elkaar te zetten. Dat zou een ­ongeoorloofde abstractie zijn. Waar er niet kan ­worden ­afgebakend of gedefinieerd, kan er al evenmin streng worden onderscheiden.

29

1997 Geneeskunde in Leiden, cum laude 2000 Royal College of Surgeons, Londen, algemene chirurgie 2001 Werkzaam in brandwondencentrum Universitair Ziekenhuis Gent, start PhD-­onderzoek 2005 Schenkt Euro Skin Bank patent op kunsthuid Glyaderm 2007 Diploma Plastisch Chirurg, Universitair Ziekenhuis Gent 2011 Privékliniek: Amsterdam Plastic Surgery


30

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO’S: EDWIN WEERS

‘I

op e r th

rO

Ina van BerckelaerOnnes (74)

d a go g i e k E m e r it u s ho

a ra e l og

k vind mijn vak gewoon verschrikkelijk leuk. Als ik hoor over nieuwe interessante publicaties ga ik er meteen achteraan, autisme is een fascinerend thema. Mijn vak biedt ook mogelijkheden om door te gaan. Grijze haren doen best wel wat, ook als ik klinisch word geconsulteerd bij mensen met ernstig probleemgedrag. Dan loop ik bijvoorbeeld een dag mee op een afdeling waar ze niet goed weten hoe ze met iemand met complex gedrag moeten omgaan, en daar kan ik dan op grond van vele jaren ervaring adviezen geven. De verantwoordelijkheid ligt bij jezelf, om je vak bij te ­houden en te kijken of je nog meekomt. Daarom vraag ik altijd om een evaluatie als ik onderwijs geef. Dat ik bij post-doctoraal onderwijs hoger scoor dan bij studenten, snap ik heel goed. Jongeren vinden mij een taart, en terecht op deze leeftijd, ik kan hun oma zijn. Sinds een aantal jaren werk ik in Peru aan een project voor kinderen met ontwikkelingsstoornissen. Twee keer per jaar ga ik ernaartoe. Het is prachtig om te doen, maar doodvermoeiend. Ik ben daar om acht uur al op de vloer bezig en ’s avonds sta ik trainingen te geven. Ze wisten er aanvankelijk heel weinig over autisme. Ik heb gezorgd voor training en materialen en dat alles in het Spaans vertaald werd. De opzet is nu dat ik daar over twee jaar uit kan, en dat gaat ook wel lukken. Ja, dat wordt dan misschien een soort pensioen.’

olit rP

aa

Een verslaving kent geen pensioenleeftijd. En de wetenschap is er zo een. Daarom is doorwerken na hun emeritaat voor veel Leidse hoogleraren vanzelfsprekend. Al is het op een kleinere kamer en pro deo, betrokken zijn bij onderzoek kunnen ze niet missen. Of zoals Moh Daha zegt: ‘Wetenschap is voor mij hetzelfde als de koorts die een goudzoeker voelt. Ik ben vreselijk nieuwsgierig, het liefst zou ik alles willen begrijpen.’

i c olog i e

Een wetenschapper stopt nooit E m e r it u

o s ho

gl

er

Joyce Outshoorn (71)

‘D

e krenten uit de pap? Zo had ik het nog niet bekeken, maar nu u het zegt. Ik heb geen e ­ indeloze stafvergaderingen meer en mijn vakanties hangen niet meer af van het college­rooster. Ik doe alleen nog onderzoek, en de terreinen die ik bijhoud heb ik beperkt tot de politiek en wetgeving rond abortus en prostitutie in OECD-landen. Ik ben een archiefrat. De nieuwsgierigheid, het willen weten wat er allemaal gebeurt en waarom, dat heb ik nog heel sterk. Leiden houdt zijn oud-hoogleraren graag betrokken. Trouwens niet alleen hoog­ leraren, ik deel mijn kamer met a ­ ndere gepensioneerden, die geen hoogleraar waren. Formeel ben ik gastdocent, ik heb geen betaalde aanstelling, dus wees gerust: ik zit niet een jonkie in de weg. Ik heb veel collega’s van wie ik hou. Onlangs was ik in Uppsala voor een conferentie, dat is dan beregezellig. Ik geef soms ook nog gastcolleges, maar niets van wat ik doe is een verplichting. Ja, ik vervang weleens een zieke collega. Dat beschouw ik als iets terugdoen voor het feit dat ik hier een werkplek heb. Zolang de gezondheid van mij en mijn naasten het toelaten en ik het leuk blijf vinden, wil ik wel zo door. Ik kan me niet voorstellen dat ik mijn dagen zou vullen met fietsen en zwemmen. Anderzijds: mijn man is ook politicoloog en doet nu vrijwilligerswerk voor vluchtelingen. Hij vindt dat het leukste werk wat hij ooit in zijn leven heeft gedaan.’


DOSSIER Ouder worden

‘Later is al lang begonnen’

Moh Daha (71)

‘A

ls je ouder wordt, en je wordt fysiek m ­ inder, is je brein het enige wat overblijft. Zolang je althans het geluk hebt dat je niet aan het dementeren slaat. Dat brein moet je koesteren. Door te lezen, met mensen te discussiëren. Ik geef nog veel lezingen, ben betrokken bij promoties, ik heb dagelijks contact met jonge mensen. Dat is altijd een van mijn drijfveren geweest: jonge mensen op een hoger niveau brengen. De promovendi moeten beter worden dan ik ben. Dat maakt me trots. Ik heb nog een kamer in het LUMC, maar niet meer op mijn eigen afdeling. Dat is wel belangrijk, dan loop je niet in de weg, je leert afstand nemen. En ze weten me te ­vinden als dat nodig is. Elke maandag ben ik er, verder probeer ik veel op afstand te doen, en ik ga nog om de twee weken naar Groningen, waar ik ook promovendi begeleid. Het komt erop neer dat ik mensen tijd bespaar door ze op de goede weg te helpen. En ik leer ze denken. Dát is waar het uiteindelijk om draait. Er is veel vraag hoor, naar ouwe mannetjes met grijze haren die bereid zijn advies te geven. Mijn expertise is het complementsysteem, datgene waarmee het lichaam bacteriën en virussen herkent. Vanochtend in de sportschool had ik het nog met iemand over bacteriën. Dat we als wetenschappers natuurlijk geneigd zijn niets te geloven van de drankjes van Yakult en dr. Vogel. Maar nu weten we dat ieder mens een eigen ‘fingerprint’ aan bacteriën in zijn lichaam heeft, in bloed en ontlasting. En dat die bacteriën helpen bepalen hoe je immuunsysteem wordt gevormd. Verschillende onderzoekers experimenteren met poeptransplantaties bij bepaalde infecties – en zien duidelijk effect. Misschien werpt dat straks toch een nieuw licht op wat we ooit kwakzalverij noemden, en op Surinaamse medicijn­ goeroes. Ja, als je ouder wordt ga je ook veel breder naar de dingen kijken, hè.’

‘M

u s hoogle raar Im

ol

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

nt s t ek ing

de o an

e r it

n mu

aldus alumnus Henriëtte

ensen blijven gelukkig steeds l­anger gezond tijdens hun oude dag, toch beginnen de m ­ eeste mensen pas aan hun pensioen te denken zodra ze aan de leesbril gaan. Zo rond hun vijftigste. Veel te laat. Wil je ‘later’ geen dank je wel hoeven zeggen en waardig je oude dag kunnen vieren, dan geldt voor het o ­ pbouwen van je pensioen: hoe eerder, hoe beter. De tijd van de goudgerande pensioen­regelingen van onze ouders is immers voorbij. De pensioenen zijn fors versoberd. Ik vind het als pensioenbestuurder schrijnend w ­ anneer mensen zeggen allerlei plannen te hebben voor als ze met pensioen zijn, en er helemaal geen geld blijkt te zijn als het eenmaal zover is. Elk jaar naar de Male­ diven is maar w ­ einigen gegeven, maar wil je een beetje leuk leven, dan moet je jong beginnen, want: later is al lang begonnen. Het gekke is dat ons brein dat niet toelaat. Wie op zijn t­ wintigste nadenkt over hoe hij zal zijn op zijn zeventigste, kan ­beide personen niet met elkaar v ­ erenigen. De man van 70 is een heel ander persoon dan hijzelf. Dat is onderzocht. Pas later zijn onze hersenen wel in staat een voorstelling te maken van hoe ons leven eruit ziet als we met ­pensioen zijn.’

ev

o

gi

Em

31

HENRIËTTE DE LANGE (46) 1993 Rechtsgeleerd­ heid in Leiden 2002-2010 Schols & de Lange, vennoot 2011 Pensioen is nu, eigen bedrijf 2012 Bestuurslid BPF Koopvaardij 2015 Voorzitter Pensioenfonds HaskoningDHV


32

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Telomerase Zoals een kreeft—een zoet stuk vlees, verguld Met harde schaal, beschermd met scherpe scharen, Onaangedaan door het verloop der jaren, Oneindig groeiend—steeds zijn pantser vult Totdat het splijt, en hij, met zacht geduld Zich losweekt, prijsgeeft, blootstelt aan gevaren, Zichzelf verliest, zichzelf tracht te bewaren, Zichzelf zo overnieuw opnieuw onthult; Zo groeit, in Leiden, tussen gracht en tijd, Een ouder worden zonder te verteren, Een biologische onsterfelijkheid, Een strekken van verborgen telomeren, Een eeuwig jonge Universiteit, Met elke feut, met ieder afstuderen. Wouter Ydema

Wouter Ydema (1983) is sinds januari 2015 stadsdichter van Leiden. In die rol verblijdt hij gedurende twee jaar de stad gevraagd en ongevraagd met gedichten. Ydema studeerde Literatuurwetenschap in Leiden.


WINTER 2016

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

de groep van alumnus Marc van Biezen (46)

Marc van Biezen, hoe oud is deze foto? ‘Ehm, deze is, denk ik, uit 1992. Er is er nog een, daarvan weet ik het precies: april 2015. Toen ­hebben we de foto opnieuw genomen, met ­iedereen op dezelfde plek. Dit is het ­dispuut ‘Nooit meer slapen’, ontstaan tegen het einde van onze ­studie Nederlandse taal- en letter­kunde. Het ­contact is altijd gebleven, we gaan uit eten, ­bezoeken elkaars verjaardagen, er zijn hechte vriendschappen ontstaan. Sommige leden spreek ik wekelijks.’

TEKST: ERIC DE JAGER

Hoe is deze bijzondere club bij elkaar gekomen? ‘We zijn begonnen met het organiseren van studieactiviteiten, zoals lezingen en introductiedagen. Langzaam maar zeker werd de groep een geheel en zijn we steeds meer gezellige dingen gaan doen. Daaruit groeide vriendschap.’ Hoe houden jullie dat vol, 23 jaar zo hecht? ‘Ron Rijghard, rechtsonder op de foto met de bal op het hoofd van Arjan Berben, is de grote ­initiator en een drijvende kracht. Hij reserveert restaurants, huisjes en componeert quizzen. Die gaan over wat ons bindt: literatuur, maar ook over onszelf. Ze ­leveren heel veel kennis op

over oude meesters, jonge helden en bovenal over elkaar. De bijzonderheid van deze groep zit in de taal. Het gesprek wordt heel makkelijk opgepakt, ook al heb je elkaar een tijdje niet gezien. Er is ruimte voor slap geouwehoer en voor diepgaande gesprekken.’ Wat zie je als je naar deze foto kijkt? ‘Dan word ik vrolijk, want ik zie dat het helemaal niet zo erg is om ouder te worden. Ik kijk niet met nostalgie of melancholie naar deze foto. Ik zie hier heel duidelijk een groep studenten en dat is niet iets waar ik per se naar terug verlang. Het ­baldadige is eraf, als we een huisje huren hoeft niet binnen een minuut de deur eruit te liggen, er wordt ook niet meer met eten gegooid. Zelfs niet meer door mij, nee. We zijn allemaal ouder en ­wijzer geworden. De groep is dezelfde, maar ik vind het alleen maar leuker en bijzonderder geworden.’ Voor de foto uit april 2015 en wie-is-wie: zie www.alumni.leidenuniv.nl

33


34

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

Geven

‘Ons bescheiden fonds is een springplank voor meer onderzoek’

N

a zijn HBS-opleiding in Nederlands-Indië, waar hij ook is geboren, besloot Robert Nypels terug te keren naar Nederland. ‘Geneeskunde werd het. Ik doorstond de zware toets van het kandidaatsexamen en verkaste naar Groningen. Hier leerde ik mijn ­eerste vrouw kennen. Zij studeerde chemie. Haar vader was weg- en waterbouwkundig ingenieur en had zijn ­passie voor militaire technologie op zijn dochter over­ gedragen. Geneeskunde vond zij geen wetenschap. Het was niet exact genoeg: in haar ogen hoefde je er alleen een goed geheugen voor te hebben.’ Tijdens zijn coschappen deed de heer Nypels enig hersenonderzoek. De eerste hoogleraar neurochi­ rurgie wilde hem graag als assistent. Wetenschap­ pelijk onderzoek paste hem uitstekend. Maar de dienstplicht was er ook nog. ‘Ik werd geplaatst als arts bij een cavalerie-eenheid. Mijn vrouw zocht mij in deze militaire omgeving maar wat graag op’, glimlacht Nypels. Zo kregen de twee meer begrip en waardering voor elkaars interesses. Na zijn diensttijd bleef de heer Nypels binnen Defensie; hij doorliep een mooie carrière. Als laatste was hij de hoogste militairgeneeskundige autoriteit onder de minister van Defensie.

Druppel

De heer Nypels vervolgt: ‘Soms komen er invloeden samen die een grotere uitwerking hebben dan je denkt. Na het overlijden van mijn eerste vrouw ontmoette ik mijn huidige vrouw. Zij was uit haar eerdere huwelijk bekend met het Leids ­Universiteits Fonds (LUF) en de mogelijkheid om via het LUF te schenken aan de universiteit. Mede hierdoor en

dankzij de inspirerende betrokkenheid van Annah Neve, de directeur van het LUF, kwam ik er uiteindelijk toe om geld dat “over” was, deels afkomstig uit de familie van mijn eerste echtgenote, een bijzondere bestemming te geven: het Nypels-van der Zee Fonds.’ Nypels was in zijn functie gewend met grote onderzoeksbudgetten om te gaan. Dit Fonds voelde in eerste instantie als een druppel op een gloeiende plaat. ‘Wat stellen mijn bijdragen nou voor? vroeg ik me af. Professor Marijnen, die uit het Fonds een ­subsidie ontving voor pioniersonderzoek, heeft mij overtuigd dat het wel degelijk belangrijk is. Voor haar was dit onderzoek namelijk een springplank naar een grotere wetenschapssubsidie. Met dit Fonds dragen wij eraan bij om geneeskunst stukje bij beetje meer geneeskunde te maken.’

Het Nypels-van der Zee Fonds

subsidieert projecten die gericht zijn op het ontwikkelen van nieuwe of het verbeteren van bestaande technologieën voor toepassing in de geneeskunde. De laatst toegekende subsidie gaat naar de ontwikkeling van een innovatieve vorm van prostaatkankeronderzoek in menselijk weefsel buiten het lichaam. Meer informatie over Fondsen op Naam: www.LUF.nl/fondsopnaam

TEKST: MARJOLEIN VAN ENK, FOTO: MARC DE HAAN

‘Het was het enige wat ik toentertijd kon bedenken.’ Zo omschrijft Robert Nypels (1929) zijn keuze voor de studie geneeskunde, in Leiden. Een bijzondere, medisch-militaire carrière volgde. Zijn eerste echtgenote Marion van der Zee vond geneeskunde geen wetenschap. Dat veranderde gedurende hun huwelijk. Mede in haar nagedachtenis werd het Nypels-van der Zee Fonds opgericht.


WINTER 2016

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

35

TEKST: PETER WIERENGA

Scholieren en hun ouders, ze moeten scherper zijn dan ooit. De tijden van ­ eeuwig studeren waren allang voorbij, maar inmiddels is het studie­landschap nog veel ingrijpender veranderd. Een keur aan nieuwe opleidingen, waarmee je geen doctorandus of meester wordt, maar bachelor of master. Geen basisbeurs meer, maar een leenstelsel. Wie in het eerste jaar niet minstens driekwart van de studie­ punten haalt, moet zijn studie stopzetten. Ongeveer twintig procent is na een jaar uitgevallen of geswitcht, mede door een verkeerde ­studiekeuze. Alle reden dus om er in te duiken: hoe kies je een studie anno 2016? Aanmelden aan·mel·den over­­­­gan­ke­lijk ­werk­woord • meld­-de aan, heeft aan­-ge-­meld Wie in september wil gaan ­beginnen met een nieuwe opleiding aan een hogeschool of universiteit, moet zich voor 1 mei van datzelfde jaar inschrijven via Studielink. Dat is de online ‘inschrijf-wizard’ van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), het oude ‘Groningen’. Maar let op! Voor studies met een numerus fixus ­gelden andere deadlines. ­Wanneer er sprake is van een landelijke loting, zoals voor psychologie of rechten, dan is dat 15 mei. Maar als er

een decentrale selectie is, waarbij elke universiteit haar eigen selectieprocedure heeft, zoals voor geneeskunde, dan moet je er al in ­januari bij zijn. Baan baan (geen afbreking) zelf­standig ­ aamwoord • de ] • ba-­nen; baan-­tje n Hoe zit het met de kansen op een baan? Een veelgestelde vraag, ook op Open Dagen. Volgens de Keuze­g ids Universiteiten 2015 ­hebben vooral pas afgestudeerde economen, juristen en bedrijfs­kundigen – populaire opleidingen –


36

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

iets minder kans op een baan. ­Gunstige vooruitzichten zijn er voor tandheel­kunde, techniek, informatica, maar ook ­theologie. Alle andere ­richtingen, zoals ­letteren en sociale wetenschappen, zitten daartussenin. Als student kun je je eigen kansen flink vergroten door relevante bijbaantjes, ­passende ­stages of een goed ­aangeschreven master.

Bindend studieadvies stu·die·ad· vies zelfstandig naamwoord • het • stu­die­ad­v ie­zen Het bindend studieadvies (bsa) hangt volgens sommige studenten als een zwaard van Damocles boven de collegezalen. Het is bedoeld om studenten snel op de juiste plek te krijgen en de vaart in hun studie te brengen. Elke student krijgt halverwege het eerste studiejaar een voorlopig advies, met eventueel een waarschuwing. Aan het einde van het jaar moeten minstens 45 van de 60 punten gehaald zijn, zo niet, dan moet de student stoppen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn (zoals ziekte of familieomstandig­ heden) die een uitzondering rechtvaardigen. Opleidingen mogen

FOTO: MARC DE HAAN

Bachelor ba·che·lor /bɛ­tʃə­lər/­ zelfstandig naamwoord • de m • ba­che­lors In het Bologna-akkoord uit 1999 hebben Europese landen ­afspraken gemaakt om hun hoger-onderwijs­ stelsels te harmoniseren, met als belangrijkste resultaat het BachelorMaster-stelsel naar Angelsaksisch voorbeeld. Dit houdt in dat een ­studie tegenwoordig drie jaar duurt, met als afsluiting de titel bachelor. Voor het wetenschappelijk onderwijs gelden de titels Bachelor of Arts (BA, geesteswetenschappen bijvoorbeeld), Bachelor of ­Science (BSc,

denk aan natuur- en sociale wetenschappen) en Bachelor of Law (LLB, rechten). Een bachelor wordt weliswaar beschouwd als een goede basis, maar een aansluitende master biedt aanzienlijk meer kansen op de arbeidsmarkt.

De open dagen van Universiteit Leiden worden steeds drukker bezocht. De Pieterskerk is op deze dagen dé centrale plek.

WINTER 2016

­ verigens aanvullende eisen ­stellen, o en in Leiden loopt momenteel een pilot met een bsa waarbij ook in het tweede studiejaar een minimum aantal punten gehaald moet ­worden. Decaan de·caan /de­kan/ zelfstandig naamwoord • de m • de­ca­nen Op de middelbare school kan een leerling met alle vragen over ­studeren terecht bij de decaan ­(meestal een docent). Hij of zij houdt de ­informatie over universiteiten en ­studies up-to-date, weet wanneer de Open Dagen en andere studie­ keuze­activiteiten zijn en wat je daar zoal kunt verwachten. Omgekeerd ­organiseren ze zelf activiteiten waar ­bijvoorbeeld oud-­leerlingen komen ­vertellen over hun studie-­ ervaringen. Informatie in·for·ma·tie /­ ɪn­fɔr­ma­(t)si/ zelfstandig naamwoord • de v • in­for­ma­ties, ­ver­ou­derd ­in­for­ma­tiën Relevante informatie over studie­ keuze is op veel plekken te ­v inden, niet alleen via de decaan of op de Open Dagen. Er zijn ook ­talloze ­websites die scholieren op het ­juiste spoor zetten. ­Universiteiten en opleidingen zelf bieden op hun websites doorgaans veel nuttige info, maar er is ook een ruim aanbod van min of meer onaf­h ankelijke ­studiekeuzesites. Bekend zijn www.universitairebachelors.nl, https://studiekeuze.qompas.nl en www.studiekeuze123.nl. Zit er een Open Dag aan te komen? Veel universiteiten gebruiken traditionele media zoals krantenadvertenties of abri’s in de stad om deze aan te kondigen. En scholieren worden ook in toenemende mate via social media geïnformeerd of uitgenodigd. Internationaal in·ter·na·ti·o·naal / ɪn­tər­nɑ­(t)ʃo­nal/ bij­voeg­lijk naam­ woord • in­ter­na­ti­o­na­ler, meest ­in­ter­na­ti­o­naal Het onderwijs wordt steeds inter­


Leidraad

nationaler. Dat geldt voor alle Nederlandse universiteiten. Studenten komen uit alle windstreken: van Sri Lanka tot Mexico. In Leiden worden de meeste masteropleidingen al in het Engels gegeven en er zijn momenteel zes ­bacheloropleidingen die volledig Engels­talig zijn. In totaal volgen in Leiden zo’n 900 tot 1000 studenten zo’n ­Engelstalige bachelor. Bijna de helft daarvan komt uit het buitenland. De overige studenten zijn veelal Nederlanders die later aan de slag willen bij een internationale organisatie. Leenstelsel leen· stel·sel zelfstandig naamwoord • het • leen­ stel­sels Het ­veelbesproken ­leenstelsel is per ­afgelopen september ingevoerd. De basisbeurs is verdwenen, en in plaats daarvan mogen studenten dit collegejaar maximaal zo’n 1000 euro per maand lenen. Je bepaalt zelf hoeveel je daadwerkelijk leent, en je mag onbeperkt bij­ verdienen. Studerenden van

wie de ouders het niet zo breed hebben kunnen ­maximaal 370 euro per maand kwijtgescholden krijgen, op voorwaarde dat ze binnen tien jaar hun diploma halen. Master mas·ter /mɑːs­tər/ zelfstandig naamwoord • de m • mas­ters Master (van het Latijnse woord ‘magister’ voor meester) is de titel voor de een- of tweejarige kopstudie waarmee je na je bachelor de diepte in gaat. Er zijn verschillende varianten: Master of Arts (MA), Master of Science (MSc), Master of Law (LLM). Er zijn verschillende typen, zoals de onderzoeksmaster, die voor­bereidt op een promotietraject, of de educatieve master, die voorbereidt op een carrière voor de klas. Voor ­sommige masters gelden ­specifieke toelatings­eisen. Studenten ­baseren hun ­masterkeuze met name op wat voor soort werk ze willen gaan doen, en zijn ook bereid daarvoor te verhuizen naar een andere universiteitsstad. Zo’n 20 procent van de in Leiden afgestudeerde bachelor­ studenten gaat elders een master volgen, en omgekeerd stroomt ruwweg net zo’n groep in van buiten. Minor mi·nor bij­voeg­lijk naam­woord Een minor is een samenhangend vakkenpakket van meestal een half

37

jaar dat vooral geschikt is voor derdejaars bachelorstudenten. Bij veel studies is het mogelijk om je vrije studieruimte in te zetten voor zo’n minor, zodat je ook aan andere ­vakgebieden kunt snuffelen. De meeste zijn ­toegankelijk voor alle studenten, sommige hebben een ingangseis. In Leiden zijn er rond de vijftig minors, zoals Europese Unie Studies, waarin ­‘Brussel’ multidisciplinair onder de loep wordt genomen. November no·vem·ber zelfstandig naamwoord • de m • no­vem­bers Ouders, opgelet. Het moment om een goed gesprek te voeren met zoon of dochter de eerstejaars. Meestal weet die na twee tot drie maanden al wel of hij/zij de goede keuze heeft gemaakt. De eerste tentamens zijn bovendien in aantocht. Financieel kan het aardig schelen of de eerstejaars tijdig een eventuele verkeerde keuze inziet. Stap je er na twee maanden uit, dan ben je ongeveer 2000 euro kwijt en krijg je het collegegeld voor de overige maanden terug. Maar val je pas na een jaar uit, dan bedraagt de rekening al gauw ruim 12.000 euro. Open Dag dag (geen afbreking) zelfstandig naamwoord • de m • da­gen; dag­je, spreek­taal ook daag­je Die mogen aankomend ­studenten niet missen. Alle opleidingen zijn aanwezig om middelbare ­scholie­ren en hun ouders voor te ­lichten en vragen te beantwoorden. Er zijn standjes, studentambassadeurs lopen rond om je te helpen met je vragen, soms is er zelfs een Arbeidsmarktcafé (waar alumni vertellen over hun werk). De laatste Open Dag in Leiden trok zo’n 5500 scholieren en 4400 ouders, een record. Ga vooral mee als ouder en bezoek met je zoon of dochter ­bijvoorbeeld het studiekeuzeplein, waar je ­online testjes kunt doen. Stel gerust ­v ragen, maar laat je kind dat ook doen. Vwo vier of vijf is het ­beste moment voor de Open Dag, dan kun je het jaar erop nog de ­broodnodige


Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

verdieping ervaren: ­proefstuderen voor scholieren, of een dagje mee­lopen met een ‘echte’ student. Veel middelbare scholen ­organiseren ook voorlichtingsbijeenkomsten op school. Experts raden aan om zoveel mogelijk van dit soort a ­ ctiviteiten te volgen. Profiel pro·fiel zelfstandig naamwoord • het • pro­fie­len; pro­fiel­tje Eigenlijk wordt de eerste studie­keuze al in vwo drie gemaakt, en wel voor het profiel voor de bovenbouw. Er zijn vier smaken: ­cultuur en maatschappij, economie en ­maatschappij, natuur en techniek en natuur en gezondheid. Ze zijn gericht op bepaalde sectoren in de maatschappij, zoals het zaken­ leven, de culturele sector, de techniek en de zorg. En daarmee ­sorteer je al voorzichtig voor, want met

Joost van den Broek (16, vijf vwo) op bezoek bij de Open Dag van ­afgelopen ­oktober. ‘Ik wil i­nformatie verzamelen zodat ik de studies in ­verschillende ­steden kan vergelijken. Ik wil bestuurskunde studeren of iets in de technische hoek, zoals klinische technologie of informatica.’

WINTER 2016

s­ ommige profielen word je eenvoudigweg niet toegelaten tot bepaalde studies. Zo is geneeskunde uitgesloten voor ­studenten die alleen eindexamen hebben gedaan in het profiel cultuur en maatschappij, of economie en maatschappij. Studiekeuzeadvies ad·vies /­ɑt­fis/ zelfstandig naamwoord • het • ­ad­v ie­zen Het is sinds studiejaar 2014-2015 wettelijk verplicht dat iedereen die zich voor 1 mei aanmeldt voor een studie, een studiekeuzeadvies ­ontvangt. In Leiden begint dat met de Studiekeuzecheck: de aspirant-­ student krijgt per mail vragen over de studiekeuze en over zichzelf. Doel is om zo vroeg mogelijk even­ tuele knelpunten of twijfels in kaart te brengen. De student in spe kan met die twijfels terecht bij de studieadviseur, maar ook andersom kunnen er vragen zijn. Zo vindt men het bij geschiedenis van belang dat iemand algemeen geïnteresseerd is en kranten leest. Als het resultaat van de studiekeuzecheck daar aanleiding toe geeft, wordt de kandidaat uitgenodigd voor een gesprek, om samen na te gaan of dit nu werkelijk de gedroomde studie is.

FOTO: MARC DE HAAN

38

Populairste studies

Rechten • Economie • Bedrijfskunde • Psycho­ logie • Geneeskunde (bron: DUO)

Maandelijkse lasten Collegegeld Huur Boodschappen Studieboeken Vervoer Ontspanning Kleding Zorgverzekering Telefoon

€ 163 € 366 € 161 € 57 € 55 € 144 € 47 € 97 € 26

Totaal per maand € 1116 (bron: Nibud)

Typische Open Dagvragen Wat voor soort onderwerpen komen aan bod? Hoe ziet het onderwijs in de praktijk eruit? Wat kan ik met deze ­studie worden? Kom ik later snel aan een baan? Wat is het grootste ­verschil met de middelbare school?

Moeder Foske van den Broek ­studeerde zelf in Leiden. ‘Maar het maakt me niet uit waar Joost gaat studeren. Het belangrijkste is dat hij een studie gaat doen die hem aanspreekt.’ Ze heeft het idee dat ­jongeren nu op jongere ­leeftijd rondkijken bij opleidingen. ‘In zes vwo hebben ze het te druk en als je uitgeloot wordt, kun je je nog voor een andere studie inschrijven.’


terug in de banken WINTER 2016

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

39

Vassilis Dafnomilis (25)

TEKST: ARNO VAN ’T HOOG, FOTO: MARC DE HAAN

Alumnus Vassilis Dafnomilis was deelnemer en begeleider van de eerste MOOC international tax law.

NIEUW THUIS ‘Ik kwam voor het eerst als toerist in Leiden, vijf jaar geleden. Die kennismaking beviel zo goed, dat ik hier graag een master belastingrecht wilde doen; in Athene was dat niet mogelijk. Ik had ook het geluk dat mijn ­huidige promotor Sjoerd Douma net had besloten om een nieuwe master Europees belastingrecht te starten. Vorig jaar heeft hij voor het eerst een MOOC international tax law georganiseerd. Het was een primeur dat belastingrecht op het

­ nline Coursera-­platform o te volgen was.’ ONLINE LEREN ‘Die eerste editie was met dertigduizend inschrijvingen van over de hele wereld een succes. Ik volgde de cursus als student en als community assistant. Die modereert de online discussies van deelnemers en helpt met het beantwoorden van vragen. Dat was een uitdaging, want mensen in Singapore komen op een ander moment ­online dan wij. Maar het is de ­moeite

waard: het is goed om op deze manier kennis en expertise te delen, want niet iedereen is in staat om een kostbare juridische master te volgen.’ DYNAMISCH ‘Als mensen zeggen dat belastingrecht saai is, dan hebben ze het verkeerd begrepen. Juristen moeten hun uiterste best doen om ontwikkelingen bij te benen. De regels veranderen door­lopend. Als het ­Europese hof een uitspraak doet, heeft dat direct ­gevolgen voor het

­ elastingregime in 28 b Europese landen, en moet je een bedrijf daarover praktisch kunnen adviseren. Dat vraagt alfa- en bèta-vaardigheden. Je moet juridische kennis combineren met economische inzichten. Bij zo’n dynamisch vak past een dynamisch online ­medium, waarin mensen uit de hele wereld kennis opdoen en ideeën uitwisselen.’ Ook een MOOC volgen? coursera.org/leiden


40

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

agenda Algemeen 8 februari VERJAARDAG De universiteit viert haar 441ste verjaardag. Vanaf 15.00 uur, Pieterskerk. Diesorator: Geert de Snoo, decaan Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. De plechtigheid is live te volgen via www.leidenuniv.nl 13 februari DIES VOOR ALUMNI Meer informatie www.luf.nl/dies2016 Campus Den Haag 15 januari ORATIE In zijn oratie, getiteld De grenzeloze staat, bespreekt Kutsal Yesilkagit dat ondanks het groeiend wantrouwen van burgers, nationale overheden juist steeds meer zijn gaan investeren in nieuwe vormen van grensoverschrijdende samenwerking. Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen 21 januari LEZING Wetenschapsfilosoof Bas Haring houdt een lezing voor het Natuurwetenschappelijk Gezelschap. 13 februari ALUMNIDAG Voor de alumni van Bio Farmaceutische Wetenschappen & Farmacie. Georganiseerd door de LPSV Aesculapius, ter gelegenheid van het 26ste lustrum. Vanaf 13.30 uur. 18 februari LEZING Reumatoloog Tom Huizinga houdt een lezing voor het Natuurwetenschappelijk Gezelschap. 11-13 maart STERRENKIJKDAGEN De landelijke sterrenkijkdagen. 18 maart LUSTRUMCONGRES Science Matters is de titel van het lustrumcongres van de Faculty of Science. Faculteit Geneeskunde/LUMC 8 maart BORREL De LAG (Leidse Alumnivereniging voor Geneeskunde en Biomedische wetenschappen) houdt een alumnibijeenkomst in het LUMC voor de

afgestudeerden van de jaren 1950 tot 1970. Van 18 tot 21.30 uur. 19 april LAGERHUISDEBAT De LAG houdt haar ALV, een LAGerhuisdebat en reikt de Scriptie­prijs 2016 uit. Locatie: LUMC Onderwijs­ gebouw, foyer en Burumazaal 24 mei BORREL Alumni-bijeenkomst in het LUMC voor alle afgestudeer­den sinds 1970. Van 18 tot 21.30 uur. Studium Generale 29 en 30 januari DE FANTASTISCHE ROMANTIEK In het kader van het weekend De Fantastische Romantiek van de Stadsgehoorzaal organiseert Studium Generale twee lezingen. Op vrijdag spreekt musicoloog Leo Samama en op zaterdag hoogleraar Duits Anthonya Visser. Verenigingen SSR 16 april Reünie t.g.v. het 23ste lustrum. CATENA 9 januari Nieuwjaarsborrel NJORD 29 april Row To Rio dag. Een ergometer­ marathon om geld in te zamelen voor de uitbouw.

WINTER 2016

HORTUS BOTANICUS

Tulpentuin van het jaar

D

e Hortus botanicus is afgelopen najaar uitgeroepen tot Tulip Garden of the Year. Hortus-prefect Paul Kessler nam de bekroning op 24 oktober in Suncheon City in Z ­ uid-Korea in ontvangst. De prijs is uitgereikt door de W ­ orld Tulip Summit Society, een netwerk van tulpenliefhebbers uit 17 landen dat de tulp als symbool van wereld­ wijde vriendschap promoot. Met het thema van 2015 in gedachten, te weten ‘Generating Success with ­Garden and Tulip Tourism’, zijn de World Tulip Awards uitgereikt aan organisaties die uitblinken in de promotie van de tulp.

Hortus 10 januari WANDELING Knoppen en zaden in de winter, is het thema van een wandeling in de hortus. 14 februari staan de Japanse en Chinese bomen centraal. HOVO Het aanbod van het Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO) van komend voorjaar is te vinden op www.hovo.leidenuniv.nl Jonge Alumni Netwerk (t/m 35 jaar) 27 februari Young Alumni Academy Volg workshops en verbeter je skills. Kijk voor meer informatie en aanmelding voor de genoemde activiteiten en voor het laatste nieuws over evenementen op www.alumni.leidenuniv.nl/agenda

QUINTUS

Rik van de Westelaken houdt Juffermanslezing Nieuwslezer Rik van de Westelaken ­verzorgt op 15 april de eerstkomende ­Juffermanslezing. Deze lezing vindt ­jaarlijks plaats in april en is vernoemd naar PvdA’er en oud-Quint Michael Juffermans. De Juffermanslezing is speciaal bedoeld om reünisten de kans te bieden elkaar te ontmoeten en te netwerken. Van de Westelaken (1971) behaalde zijn propedeuse bestuurskunde in Leiden en was voorzitter van het Quintus­dispuut AquaVite.


SIGNALEN

41

FOTO: STEFANIE UIT DEN BOOGAARD

MINERVA

Reünisten halen ruim 42.000 euro op Jaargang LSC-Minerva Reünisten 1965 heeft 42.930 euro opgehaald voor de jaarlijkse scriptieprijzen van de Universiteit Leiden. Dit bedrag wordt ondergebracht bij het Leids Universiteits Fonds. Tijdens de gouden lustrumviering van de reünisten over­handigde reünist Willem Nagtglas Versteeg een cheque aan rector magnificus Carel Stolker. Stolker sprak van ‘een prachtige gift’.

NJORD

Leidse geneeskundestudente op weg naar Paralympische Spelen

FOTO: WOUTER NUIJTEN

Z

e heeft één droomdoel: goud halen op de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro. Maar met deelname aan deze spelen is Annika van der Meer (29, geneeskunde) ook al heel gelukkig. Daar traint ze momenteel hard voor bij Njord. Van der Meer, die verlamd is geraakt aan één been na een ski-ongeluk, probeerde zich eerder al te plaatsen voor het onderdeel skiën op de Paralympische Spelen in Sotsji, maar moest vanwege een operatie verstek laten gaan. Inmiddels richt zij zich bij Njord op het roeien, en met s­ ucces. Ze hoort tot de Nederlandse top en maakt grote kans de Nederlandse vlag te verdedigen bij de P ­ aralympische Spelen in Rio de Janeiro in september.


42

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

RECHTSGELEERDHEID

Oefenrechtbank na crowdfunding

D

e finale van het vak moot court (vrij vertaald: een ­academische rechts­ zitting) is een climax die elke Leidse r­ echtenstudent zich nog lang zal herinneren. In een nagespeelde rechtszitting houden zij een s­ lotpleidooi. Dankzij een succesvolle crowd­fundingactie kan dat voortaan in een bijna echte ­oefenrechtbank. Dit najaar sloot de Faculteit der Rechtsgeleerdheid de inzameling af met een positief resultaat van ruim boven het streef­bedrag van 25.000 euro. Van het geld wordt een ­echte oefenrechtenbank ­ingericht op de begane grond van het Kamerlingh Onnes gebouw.

Jaarlijks volgen negenhonderd ­studenten het verplichte vak moot court. Studenten leren om een juridisch probleem op te lossen door de relevante feiten uit een verhaal te halen en de juiste rechtsregels hierop toe te passen. Zo bouwen zij gaandeweg een pleidooi op, waarin zij het belang van hun cliënten zo goed mogelijk verdedigen. Bij de slotpleidooien proberen de studenten de rechter te over­ tuigen. Tot op heden vinden deze pleidooien plaats in een gewone werkgroepzaal. Dankzij de crowd­ fundingactie wordt de ­ervaring van de pleitende student nog realistischer en krijgt hij een betere voorbereiding op de toekomst.

GEESTESWETENSCHAPPEN

Leidse faculteit op 17de plek in internationale ranking De Leidse faculteit Geesteswetenschappen staat op de 17de plek in de Times Higher Education world ranking 2015-2016 van f­ aculteiten voor Art and Humanities. Dat maakt de faculteit het hoogst genoteerde niet-Angelsaksische instituut op deze lijst. Vergeleken met het jaar hiervoor is het L ­ eidse

Geesteswetenschappen zeven plaatsen gestegen. The Times Higher Education (THE) vergelijkt universiteiten op een reeks indicatoren op het gebied van onderwijs, onderzoek en ­innovatie. De Universiteit Leiden als geheel staat op de 67ste plek van de THE-ranking.

Leidse masterclass voor alumni

Inzicht in ­beïnvloeding

D

agelijks proberen mensen om ons heen ons tientallen keren te beïnvloeden. Of het nu de ­organisaties zijn waar we werken, de winkels waar we onze spullen kopen of de overheid, soms gaat die beïnvloeding zo subtiel en onbewust dat we het niet eens echt door ­hebben. Maar hoe werkt dat beïnvloeden eigenlijk? Wat zijn daarbij nieuwe mogelijkheden? En hoe ­kunnen we de kennis daarover ­inzetten om mensen in beweging te krijgen of te stimuleren ‘goed’ gedrag te v ­ ertonen? Wat kunt u verwachten? We bespreken verschillende manieren van beïnvloeden en k ­ ijken hoe het denken daarover door de jaren heen is veranderd. We gaan in op wat ‘nudging’ is en hoe u dat in zou kunnen z­ etten om een ‘positieve’ gedrags­verandering bij de mensen in uw omgeving te stimuleren. Inspirerende sprekers geven hun visie op hoe publieke en private organisaties gebruikmaken van de kennis die er binnen de gedragswetenschappen over b ­ eïnvloeden aanwezig is. Tijdens de masterclass bespreekt u met elkaar hoe u als professional met beïnvloeding om kunt gaan en wat daarbij ethische grenzen zijn. Leidse Masterclass voor alumni, dinsdag 22 maart van 19.00 tot 21.30 uur in het Kamerlingh Onnes Gebouw. De kosten bedragen €29,50. www.alumni.leidenuniv.nl/masterclass


SIGNALEN

43

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK

Op reis met de kunst van Nieuwenkamp

W

.O.J. Nieuwen­ kamp (18741950) was een veelzijdig ­kunstenaar: hij werkte als schilder, tekenaar, hout­ snijder, etser, lithograaf en boekbandontwerper. De Universitaire Bibliotheken Leiden en de Stichting

Museum Nieuwenkamp houden van 21 januari tot en met 17 mei een tentoon­ stelling over de kunst van Nieuwenkamp. Centraal in de tentoonstellingen staan de reizen van Nieuwenkamp door Nederland, India, Indonesië en Egypte en de indrukken

die hij op zijn zwerftochten heeft vastgelegd. In Europa maakte Nieuwen­ kamp voor het reizen gebruik van een door hem zelf ontworpen boot: De Zwerver. Hij leefde en werkte op deze boot en organiseerde er exposities van zijn werk. Nieuwenkamp is bij

het publiek vooral bekend door zijn Indische voor­ stellingen. De tentoonstelling is te bezichtigen in de ­Universiteitsbibliotheek ­Leiden, Witte Singel 27, ­Leiden. Kijk voor openings­ tijden op bibliotheek. leidenuniv.nl.


44

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK

Hoge Japanse onderscheiding voor Harm Beukers

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Leidse ­antropologe wint ­filmprijs Afgestudeerd ­antropologe Ildikó Plájás heeft op het internationale Astra Film ­Festival in Sibiu, R ­ oemenië, de prijs gewonnen voor ­beste documentaire in de studenten­competitie. De documentaire ‘Swamp Dialogues’, die Ildikó in 2014 maakte voor haar afstudeerproject van de mastertrack Visual Ethnography, werd door de jury geprezen om het grondige onderzoek en de overtuigende manier waarop het verhaal over de l­okale bevolking van de R ­ oemeense Danube Delta door s­ impele dialogen in beeld wordt gebracht. Swamp Dialogues gaat over een Europees natuurreservaat dat op de UNESCO-wereld­ erfgoedlijst staat, iets waar de Roemeense ­deltabewoners onder lijken te lijden. De ­documentaire werd eerder al vertoond op acht inter­ nationale filmfestivals, waaronder het Amsterdamse Beeld voor Beeld.

Scaliger-­ professor Harm ­Beukers ontvangt namens de K ­ eizer van Japan een hoge onderscheiding voor zijn inzet ter p ­ romotie van de academische uitwisseling tussen Japan en Nederland: de Orde van de

­ ijzende zon met gouR den stralen. Beukers is de enige ­Nederlander onder de 85 buiten­landse ontvangers van de J­ apanse ­keizerlijke Lente­ onderscheiding. De ­emeritus hoog­leraar ­Geschiedenis van de Geneeskunde aan de ­Universiteit Leiden is

oud-voorzitter van de Nederlandse ­Vereniging van J­ apanstudies en ­kenner van de invoering van de westerse geneeskunde via Nederlanders in Japan in de zeventiende eeuw. Hij bekleedt momenteel de ­Scaliger-leerstoel in de Universitaire Biblio­ theken ­Leiden.

GEESTESWETENSCHAPPEN

Eeuwenoude alfabetische woordenlijst ontcijferd

D

e Leidse egyptoloog Ben Haring ontcijferde een tekstje op een stuk steen uit de 15e eeuw voor Christus en s­ telde vast dat het een a ­ lfabetisch geordende woorden­lijst is. De ontdekking is g ­ epubliceerd in het oktobernummer van het Journal of Near Eastern ­Studies. Het gaat om de vroegst ­bekende woordenlijst die ­georganiseerd is naar beginklank, en d ­ aarbij een v ­ olgorde toont die nu nog steeds bekend is. Die volgorde is niet ons vertrouwde ABC, maar het Halaḥam (HLḤM), dat bekend is van oud-­Egyptische, oudArabische en Ethiopische ­teksten. De Engelse egyptoloog Nigel Strudwick vond het ­beschreven stuk steen (een ­‘ostracon’, een als ‘kladblok’ gebruikte potscherf) al 20 jaar geleden in een oud-­Egyptisch

graf nabij Luxor, maar n ­ iemand begreep de tekst. Ben Haring, als egyptoloog v ­ erbonden aan de ­opleiding Oude culturen van de mediterrane wereld, kon hem o ­ ntcijferen.


SIGNALEN

45

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

Nieuwe naam voor Haagse faculteit De jongste faculteit van ­Universiteit Leiden heeft een nieuwe naam. Sinds 1 januari 2016 heet de F ­ aculteit ­Campus Den Haag de Faculteit Governance and Global Affairs. Daarmee gaat de Haagse loot aan de stam van de universiteit een nieuwe fase in, op weg naar volwassenheid.

O

FOTO: TACO VAN DER EB

m 21ste-eeuwse maatschappelijke vraagstukken als klimaatverande­ ring, ­terrorisme en e ­ conomische ­crises het hoofd te bieden, is ­inhoudelijke wetenschappelijke k ­ ennis vereist. Aan de meeste ‘­global ­challenges’ z­ itten ook politieke en bestuurlijke aspecten. De Faculteit G ­ overnance and G ­ lobal Affairs kijkt vanuit bestuurskundige en andere perspectieven naar de nationale- en de wereldproblematiek en ­koppelt de kennis van bestuur en beleid aan inhoudelijke kennis op de verschillende terreinen. ‘Een combinatie die z­ elden wordt gemaakt’, stelt d ­ ecaan ­Kutsal Yesilkagit. ‘Daarmee krijgt de faculteit in essentie een grens­overschrijdend ­karakter, zowel in geografische zin als in termen van ­disciplines.’

LUMC

Breedveld dubbel onderscheiden bij afscheid LUMC

Locoburgemeester van Leiden Robert Strijk benoemde Breedveld tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Onder leiding van specialist en onder­zoeker Breed-

FOTO: NIENKE DE ZWART

Prof.dr. Ferry Breedveld, oud-­voorzitter van de Raad van Bestuur van het LUMC, heeft 13 november op zijn afscheidsbijeenkomst zowel een koninklijke onderscheiding als de Universiteitspenning van de Universiteit Leiden gekregen.

veld groeide de afdeling Reuma­tologie uit tot een toonaangevend ­instituut. Later ­ontwikkelde Breedveld zich op bestuurlijk ­terrein en was hij van 2006 tot 2015 voor­ zitter van de Raad van Bestuur van het LUMC. Ook b ­ uiten het LUMC was (en is) Breedveld actief als bestuurder: voor­zitter van de Raad van T ­ oezicht van Ipse de B ­ ruggen ­(zorgorganisatie voor ­verstandelijk en meer­ voudig ­gehandicapten), Sanquin (regio­nale bloed-

bank) en Curium (centrum voor onderzoek en behandeling van k ­ inderen en ­jongeren met psychiatrische problemen). Daarnaast was hij bestuurslid van de Bio Sciencepark Foundation en het Leids Universiteits Fonds. De ­Universiteitspenning is de hoogste onder­ scheiding van de Universiteit Leiden en wordt sinds 1958 uitgereikt aan mensen die een b ­ uitengewone bijdrage aan de Universiteit Leiden hebben ­geleverd.


46

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

ARCHEOLOGIE

Leidse studenten vinden ‘blingbling’ uit de Bronstijd

B

ij opgravingen in Noord-Holland ­ontdekten onder­ zoekers – onder wie Leidse master­studenten Archaeology – vorig jaar vijftien bronzen sieraden van ongeveer 2800 jaar oud. De faculteit Archeologie presenteerde de bijzondere

vondst bij de aftrap van de Archeologiedagen, dit najaar. De vondst bestaat uit drie grote mantelspelden ­(fibulae) die door hun vorm aan een bril doen denken (bril-­fibulae), armbanden en ­ringen. Verder zijn gevonden een grote schijfnaald (ook

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Studenten op ­bezoek in Bio ­Science Park Vijftig studenten verzamelden zich eind november in het pand van BioPartner op het Leiden Bio S ­ cience Park (BSP) voor de eerste BSP-­ Excursie. De studenten kregen een hele dag een kijkje in de keuken

bedoeld om kleding mee vast te zetten), twee rechthoekige plaatjes met daarop lusvormige oogjes (mogelijk onderdelen van een groter sieraad) en een vuurstenen werktuig. De voorwerpen moeten belangrijk geweest zijn voor mensen, misschien niet

bij zes bedrijven, waar veel Leidse ­alumni werken. De bedrijfsoriëntatie werd georganiseerd door de stichting Bèta Banen Markt voor studenten van de bèta­ faculteit van de Universiteit L ­ eiden. Bij de zes bedrijven konden de deelnemers terecht met hun vragen. Alumni van de Universiteit Leiden vertelden over hun studie en het werk dat ze nu doen. Een belangrijke les op deze dag: Nee heb je, ja kun je krijgen. ‘De e ­ nige voorwaarde voor ons bedrijf is dat

eens zozeer omdat ze van brons waren, maar omdat ze van betekenis waren voor de eigenaar. Juist naar die betekenis­geving is prof. dr. David Fontijn met een aantal promovendi en postdocs, gesteund door een NWO-VICI, een onderzoek gestart.

je het bedrijfsleven aankunt en snel schakelt’, zegt Ciska van Doesum van ProQR. Zij rondde zestien jaar geleden haar studie Bio-farmaceutische Wetenschappen in Leiden af. ‘We geven ook afgestudeerden ­zonder ervaring een kans.’ De excursie heeft de studenten geleerd dat zij na hun master in ­uiteenlopende functies op het BSP terechtkunnen. En dat de uitdaging van het bedrijfsleven anders is dan die bij een onderzoeksgroep of bij een universiteit.


SIGNALEN

47

STUDIUM GENERALE

Brazilië onder de loep

B

razilië is meer dan de ­clichés van voetbal, samba, strand, strings en carnaval. De ­Olympische spelen zijn een g ­ oede aanleiding om aandacht te ­besteden aan het land en op zoek te gaan naar de minder bekende kanten ervan. In een collegereeks van 10 februari tot en met 30 maart, zoomt Studium Generale in op het Zuid-Amerikaanse land in de reeks ‘Beyond Brazil’. Als opkomende economie en

één van de BRIC-landen (­ Brazilië, Rusland, India, China) is B ­ razilië steeds prominenter aanwezig op het toneel van de wereld­ politiek en -economie. Tegelijkertijd haperen de Braziliaanse ­toekomstscenario’s door ­crises in de politiek en het bedrijfs­ leven, met sociale wentelingen en wegebbend vertrouwen bij de bevolking als gevolg. Meer informatie is te vinden op www.studiumgenerale. leidenuniv.nl

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK

FOTO: TACO VAN DER EB

Aanteken­boekje van Jacob Cats teruggevonden

CATENA

Feest voor oudste Catena-lid Nog altijd is zij meerdere dagen per week op de vereniging te v ­ inden, de 81-jarige An Knaap. Knaap was afgelopen jaar 40 jaar lid van ­Catena en dat was reden om een speciale tijdelijke commissie, de An-Cie, op te richten die in het geheim een feestje organiseerde voor de j­ ubilaris. Onder het voorwendsel van een klaverjastoernooi werd Knaap naar de vereniging gelokt. Hier wachtte haar, naast natuurlijk het klaverjas­toernooi, een taart en vele bekenden. Voor de gelegenheid kon alle koffie gratis in de variant ‘Irish’ verkregen worden en zat An’s favoriete drank wodka-jus gewoon op tap.

I

n de Bijzondere Collecties van de ­Universitaire Bibliotheken Leiden is een persoonlijk aantekeningenboekje van Jacob Cats (1577-1660) ontdekt. Jacob Cats dankt zijn onsterfelijke ­reputatie aan zijn gedichten. Minder bekend is dat hij tevens werkzaam was als jurist, ambtenaar en particulier ­landontwikkelaar. Het ontdekte aan­ tekeningenboekje geeft inkijk in zijn werkzaamheden als landontwikkelaar. Bij dat werk onderhield Cats contact met meerdere partijen over het inpolderen van land in Zeeuws-Vlaanderen. Om overzicht te houden hield hij lijstjes bij van zaken die hij nog moest afhandelen of niet mocht vergeten. Het boekje draagt als titel: Diversche memorien roerende de saecken van Vlaanderen. Cats begon het lijstje in 1614, toen hij nog aan het begin van zijn carrière als polderaar stond.


48

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

WINTER 2016

DIES VOOR ALUMNI

Nog nooit in de geschiedenis waren we zo met elkaar verbonden, maar hoe kunnen we met die digitale ­connecties wereldproblemen ­oplossen? Gideon Shimshon, ­directeur van het Leiden University ­Centre for Innovation is op zoek naar de antwoorden. Hij vertelt hierover tijdens de dies voor alumni.

TEKST: ERIC DE JAGER, FOTO’S: MARC DE HAAN (LINKS), HIELCO KUIPERS

‘W

Innovatie in een digitaal tijdperk

e hebben nu analyse­ technieken en databronnen tot onze beschikking die we nooit ­hadden. Telefoongegevens, sociale media, de mogelijk­ heden lijken onbegrensd, maar dat is tegelijk de valkuil. Hoe organiseren we de innovatie, hoe g ­ ebruiken we die nieuwe ­mogelijkheden, deze 'sensor­ revolutie' om de wereld beter en mooier te maken? Dit zou wel eens een moment kunnen zijn waarop we g ­ rote ­keuzes maken. We moeten leren de mens centraal te stellen in het digitale tijdperk. Veel is al gaande: na de aardbevingen in Nepal zijn hogeresolutiefoto's met satellieten gemaakt en is mensen gevraagd de wegenkwaliteit te mappen, zodat de hulp­ verleners snel wisten waar nog vracht­wagens heen konden. Het ­Centre for Innovation jaagt dit soort innovatie op het snijvlak van onderwijs, onderzoek en samenleving aan.’


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

49

Lees dit maar eens programma DIES VOOR ALUMNI Op zaterdag 13 februari 2016 vindt de dies voor alumni plaats. De Universiteit Leiden en het Leids Universiteits Fonds nodigen u van harte uit voor deze feestelijke dag! Of u nu meer wilt weten over migratie en mensenhandel, over de strategie in moderne militaire operaties of over bruin vet: tijdens de dies kunt u uw kennis uitbreiden, door naar de bevlogen verhalen van Leidse wetenschappers te

luisteren. Ook twee jonge onderzoekers die een Veni-subsidie in de wacht sleepten, vertellen over hun onderzoek. Voor de junioren (8 t/m 14 jaar) is er een mooi programma in het Sieboldhuis, waar zij met wetenschap aan de slag gaan. Vanaf 12.30 uur bent u van harte welkom in het Kamerlingh Onnes Gebouw voor deze dies, die om 16.30 uur wordt afgesloten met een borrel.

lezingen PROF.DR. EWINE VAN DISHOECK ‘Rosetta: op zoek naar de oorsprong van ons zonnestelsel’ PROF.DR. ISABELLE DUIJVESTEIJN ‘ Strategie in moderne militaire operaties; tussen politieke haalbaarheid en militaire wenselijkheid’ PROF.DR. JOANNE VAN DER LEUN ‘Uitgebuit: migratie en mensenhandel’ PROF.DR. PATRICK RENSEN ‘Bruin vet is hot’ PROF.DR. MARLOU SCHROVER ‘ Is de hedendaagse migratie anders dan in het verleden?’ DRS. GIDEON SHIMSHON ‘Innovatie in een digitaal tijdperk’ 2 VENI-WINNAARS: DR. SIGRID DE JONG ‘Architectuur ervaren in 18e-eeuws Parijs en Londen’ DR. ANTOINETTE VAN LAARHOVEN ‘Jeuk zit óók tussen de oren!’ Voor meer informatie over het programma verwijzen wij u naar de website www.LUF.nl/dies2016 en naar de bijlage bij deze Leidraad. Leids Universiteits Fonds 071-5130503

zonder te krabben

Antoinette van Laarhoven, onderzoeker aan het I­ nstituut Psychologie, sectie Gezondheids-, Medische Neuro­ psychologie, ontving een Veni-subsidie voor een project over aandacht voor jeuk. Ze zoekt naar een manier om jeuk te negeren. Tijdens de dies voor alumni doet ze in haar lezing uit de doeken hoe ze dat wil doen. Waarom jeuk? ‘Iedereen heeft wel eens last van jeuk. Als ik het erover heb, begin je al te krabben. Maar onderzoek is er weinig gedaan. Dat verbaasde me. Kennelijk is jeuk lang een taboe geweest. Chronische jeuk kan leiden tot depressieve klachten, concentratieproblemen en slaaptekort. Toch wordt jeuk minder onderkend dan pijn. Naar pijn zijn zoveel meer onderzoeken gedaan. Terwijl uit de weinige studies die er zijn, toch blijkt dat je van jeuk net zoveel last kunt hebben.’ Wat als krabben niet meer helpt? ‘Er zijn geen medicijnen die jeuk helemaal weg kunnen nemen. Vaak worden zalven gebruikt om jeuk te verminderen, maar daar moet je je dan een of twee keer per dag helemaal mee insmeren. Dat is erg belastend. Wat wel kan werken: de jeuk geen aandacht geven. Afleiding helpt, dat weten we, maar heeft maar kortdurend effect. Als je daarna rustig op de bank zit, komt de jeuk meteen weer terug.’ Hoe gaat u ons aan een oplossing helpen? ‘Ik wil de psychologische processen in kaart brengen die een rol spelen bij de aandacht voor jeuk en een vergelijking maken met pijn. K ­ ijken in w ­ elke mate mensen jeuk- of pijn­ prikkels kunnen negeren. U ­ iteindelijk wil ik mensen kunnen trainen om hun aandacht niet op de jeuk te ­richten, zodat die jeuk ze niet meer ­belemmert in hun functioneren.’


50

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

lezen, luisteren, doen

Benieuwd naar de ­herkomst van de tiendelige breuk? Waarom de dieren doen wat ze doen? Hoe het zit met het uitzetten van m ­ aterie bij verhitting? In Leiden zijn vele b ­ ijzondere en belangrijke ­ontdekkingen gedaan. Zwerf door de stad met ­Leiden ­Discoveries en ­ontdek ter plekke de ­boeiende verhalen die er achter zitten. Leiden Discoveries is een initiatief van prof.dr. Ton van Raan, emeritus hoogleraar kwantitatieve wetenschapsstudies. Hij heeft er voor geijverd dat op 28 plekken in de stad uitleg wordt gegeven bij ontdekkingen die een relatie hebben met die locatie. Zo ontstond een leerzame route door de stad. Meer informatie is te vinden op w ­ ww.leiden­ discoveries.nl. De route is ook beschikbaar via de app Leiden Discoveries. Van Raan over de route: ‘Uiteindelijk zijn we bij 28 ontdekkingen uitgekomen, ­verdeeld over een breed scala aan onderwerpen. Volledig kunnen we helaas nooit zijn, maar we geven zo een prachtige inkijk in de bijdrage die Leiden heeft mogen leveren aan de wetenschap en de wereld.’

In 2016 is het 150 jaar geleden dat ­Philipp Franz Balthasar von Siebold overleed. Binnen en buiten Nederland wordt daar aandacht aan besteed, op initiatief van de Leidse Hortus. Von Siebold studeerde geneeskunde aan de universiteit van Würzburg, Duitsland; plantkunde was een belangrijk onderwerp. Na zijn studie wilde hij meer van de wereld zien. Von S ­ iebold werkte t­ ussen 1823 en 1829 als arts op de Nederlandse handelspost D ­ eshima in Nagasaki, Japan. Von Siebold was onder de indruk van de Japanse natuur en zag de economische waarde van in het Westen nog onbekende bloeiende planten. De Hortus heeft contact gezocht met andere bota-

nische tuinen met de vraag of zij in 2016 ook aandacht aan planten uit Japan zouden willen besteden. Daar hebben vijf tuinen positief op gereageerd. Er komt bovendien een tentoonstelling in het Boomkwekerijmuseum in Boskoop en een expositie over de Japanse planten van hortulanus W ­ itte in de Oude UB in Leiden. Ook over de grens is de oproep goed terecht­ gekomen: twee b ­ otanische tuinen en een museum in Duitsland besteden dit jaar extra aandacht aan Von Siebold. Activiteiten in de Hortus: 9 en 10 april ‘Camellia opnieuw ontdekt’, 13 -18 mei Japan & Von S ­ iebold, 13-15 juni Japanse v ­ erzamelplanten. Zie voor het hele ­programma, ook van de andere tuinen en musea www.hortus­ leiden.nl.

BEELD: FLORA JAPONICA

Route langs 28 Leidse ­ontdekkingen

Von Siebold en de planten uit Japan

Vier eeuwen geschiedenis op YouTube De geschiedenis van de Universiteit Leiden is nu te zien in video’s. De vier k ­ orte films, g ­ etiteld Vier eeuwen vrijheid, zijn gemaakt ter ere van het 440-jarig bestaan en ­gingen in november in ­première tijdens het Leids Filmfestival. De films zijn geïnspireerd

op de bondige geschiedenis die hoogleraar Universiteitsgeschiedenis ­Willem Otterspeer over de 440-jarige universiteit schreef: Edele, ­lieve, ­wijze, bijzondere. In de films neemt Otterspeer de kijker mee langs bijzondere locaties in Leiden. Hij vertelt het verhaal van de

­ niversiteit Leiden als bolU werk van vrijheid en vrije wetenschap. Vrijheid van Spaanse overheersing ten tijde van de oprichting door Willem van Oranje, vrijheid van onderzoek in de eeuwen die volgden en vrijheid van onderdrukking tijdens de Tweede Wereldoorlog.


51

WINTER 2016

Een formule als een gedicht Niet het afgezaagde E=mc2, maar de sleutelformule, de kern van Albert ­Einsteins relativiteitstheorie staat sinds kort op de muur van M ­ useum Boerhaave. Het is de eerste van een reeks formules die de komende tijd op Leidse muren worden a ­ angebracht. Robbert Dijkgraaf onthulde de ­schildering eind november. De muurformules komen er op i­nitiatief van natuurkundigen Ivo van Vulpen en Sense Jan van der Molen. De uitvoering is in handen van de Stichting TegenBeeld, die sinds 1992 met in totaal 111 gedichten op Leidse muren en gevels het aanzien van de stad heeft v ­ errijkt. De formules voegen daar nu een ­nieuwe dimensie aan toe.

Veel namen van beroemdheden en geleerden komen voorbij. Wat bond hen aan de Universiteit Leiden en wat (ver)bindt ons als universiteit na al die eeuwen? De films zijn gemaakt door het Centre for I­ nnovation van de L ­ eidse u ­ niversiteit. Regisseur Thomas ­Hurxkens (werkzaam bij het Online L ­ earning Lab): ‘Ik wil op de e ­ erste plaats

Het wordt een reeks van minimaal tien formules, die allemaal een link h ­ ebben met de stad. Dat Einstein de p ­ rimeur krijgt is, niet vreemd. Hij n ­ oemde ­Leiden ooit ‘Dat verrukkelijke stukje grond op deze dorre aarde.’ Begin vorige eeuw was hij al vaak in Leiden om te discussiëren met Nederlandse collega’s als Lorentz en Ehrenfest. In 1920 werd hij aangesteld als bijzonder hoogleraar. Op de rol staan verder nog onder meer de brekingswet van Snellius, de slinger­ tijd van Huygens, de L ­ orentz-contractie en de Toestandsvergelijking van Van der Waals. De muurschilderingen komen er met steun van de g ­ emeente Leiden en de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden.

de bijzondere geschiedenis van de universiteit laten zien en de kijker deze ook laten ­ervaren. En daarbij hoop ik dat de films inspireren om vaker

wetenschappelijke kennis in beelden te vertellen.’ De films zijn te zien op YouTube onder ‘vier eeuwen vrijheid’.

Leiden in het teken van de Matthäus Passion In de Stille Week zal het in ­Leiden niet meer zo stil zijn. De week voor Pasen staat voor de Pieterskerk in het teken van de Matthäus Passion. De ­Kinder Matthäus, een ­ingekorte ­uit­voering, biedt kinderen de mogelijkheid om rond Pasen uniek cultuurgoed te ervaren op hedendaagse wijze. Ook is er de Matthäus ­Sing-along, een spektakel met highlights uit de M ­ atthäus die uit volle borst kunnen ­worden meegezongen. De Pieterskerk presenteert bovendien een programma over Bach, de Bachacademy. De Leidse Bachkenner Aukelien van Hoytema neemt u mee naar de wereld achter de muziek en de componist. Meer informatie: www.bachenleiden.nl Kinder Matthäus (8+): zondag 20 maart, 13:30 uur Bachacademy: maandag 21 maart, 19:30 uur Matthäus Sing-along: zaterdag 26 maart, repetitie 15:00-17:00 uur, concert: 20:00 uur


ANNIKA SCHMEDING zwierf mee met nomaden­stammen in A ­ fghanistan, ze sprak in het land met p ­ arlementariërs, ze bezocht er vluchtelingen­ kampen. Het veldwerk van de ­studente Middle ­Eastern Studies diende als basis voor haar scriptie. Ze kreeg er de Leidse U ­ niversitaire Scriptie­prijs 2015 van het Leids U ­ niversiteits Fonds voor. ‘Moedig en lovenswaardig’, noemde de jury haar onderzoek en de ­weerslag ervan. Een jaar later, vanuit Boston, de stad waar ze nu als onder-

zoekster werkt, blikt ze terug: ‘Te weten dat je niet alleen voor jezelf bezig bent, maar dat wat je onderzoekt ook waardevol is voor anderen. Die erkenning is heel belangrijk. Daarnaast gaf het me de mogelijkheid om nog d ­ ieper in de materie te duiken. Dankzij de prijs van 3000 euro kon ik nog een keer terug naar Afghanistan voor meer onderzoekswerk. Ik was al buitengewoon gevleid toen ik genomineerd werd, maar dat ik won heeft me echt geraakt. Als mens en als onderzoeker.’

13 februari Wie wint dit jaar de Leidse Universitaire Scriptieprijs? De prijs van 2016 wordt uitgereikt tijdens de Dies voor alumni op zaterdag 13 februari. Naast de uitreiking van de prijs voor de beste scriptie, ontmoeten bij de Dies ­alumni elkaar om lezingen te volgen van Leidse wetenschappers en om bij te praten. Meer informatie: www.luf.nl/dies2016


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.