Leidraad mei 2017

Page 1

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE NR. 2  2017

Duurzaamheid Leiden naar de voorhoede Angst voor terrorisme Hoe bescherm je je kind?

Ineke Bussemaker

‘ Vrouwen zijn de beste bankiers’


Leidraad

tribuut 2

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2017

Soldaat van Oranje

Als jongen van tien, geboren en opgroeiend in Indië, hoort hij van zijn grootvader de mooiste verhalen over diens Leidse tijd. En zo besluit Erik Hazelhoff Roelfzema, alias Soldaat van Oranje, om hier te komen studeren. Op 3 april van dit jaar is zijn honderdste geboortedag gevierd, op 26 september is het tien jaar geleden dat hij op Hawaï overleed, maar hij leeft voort als een van de beroemdste Leidse studenten. In de versie van Rutger Hauer is hij nog elk jaar op tv. Op deze foto staan ze samen op de set van de film. ‘Môge’ – betekenis: proost – werd een van de bekendste Nederlandse filmquotes. En voor buiten­staanders was de soepterrine op Eriks hoofd medebepalend voor het beeld dat ze van Minerva hadden, of hebben. Sinds 30 oktober 2010 heeft de musical die functie overgenomen. Geen Disney-prinses,

maar een Leidse student is het onderwerp van een show die nog elke dag uitverkocht is. Ruim zesenhalf jaar al, dat is langer dan mensen tegenwoordig studeren. In een hangar in Katwijk (‘Bij Leiden’, zoals de reclame roept) zagen al miljoenen bezoekers de motoren, de Dakota en de boot. Plus het inkijkje in Eriks Leidse studentenleven, vol ‘goedaardige kolder’, zoals de Soldaat dat zelf noemt in zijn autobiografie. Want de eerste jaren is Leiden voor hem het centrum van de wereld, maar dan wordt het oorlog. Hij gaat in het verzet (als vanzelf), studeert af (bijzaak), werpt zich op als Engelandvaarder en groeit uit tot Wilhelmina’s adjudant. Een Leidse student wordt een grote oorlogsheld. Al beschrijft hij het zelf als één groot avontuur. Zoals een studietijd hoort te zijn, zou je bijna zeggen.

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: SPAARNESTAD PHOTO

GOEDAARDIGE KOLDER


inhoud 6

Evin Aktar:

‘Negatieve beelden zijn erg krachtig’

20

Jacinta Hin:

‘De hoogleraren waren erg chic en voornaam. Ze spraken me aan met ‘u’ en ‘mevrouw’’

35

Frank van Roermund:

‘De wetenschap stelt hoe-vragen, theologie stelt vragen over zingeving’


inhoud NR. 2  2017

○ Tribuut

/2 ○ Carel houdt woord / 5 ○ De invloed van angst / 6 ○ Terug in de banken Victor Roggeveen / 9 ○ Kort nieuws Berichten van de universiteit / 10 ○ Interview Ineke Bussemaker / 12 ○ Werkplek van Franc Weerwind / 17 ○ Singel wordt park / 18 ○ Eén studie, twee wegen / 20 ○ Geven / 22 ○ Dossier duurzaamheid / 23 ○ De groep van Frank van Roermund / 35 ○ Vernieuwen doe je niet achter je bureau Hester Bijl / 36 ○ Signalen van faculteiten en verenigingen / 40 ○ Lezen, luisteren, doen / 50 ○ Nacht van kunst en kennis / 52

48 Ide Hendriks:

‘Ik vind het leuk om student­ initiatieven te steunen’

Soldaat van Oranje

16

Object

de Kindle van de 16de eeuw

24

Geert de Snoo:

‘Een groene universiteit met een groene uitstraling’


Leidraad is een uitgave van de directie Strategische Communicatie & Marketing/Development en Alumnirelaties van de Universiteit Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar. Uitgever: Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumni­relaties en Fondsenwerving Concept: Fred Hermsen (Maters & Hermsen Journalistiek) Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en vormgeving: Jelle Hoogendam, Marjolijn Schoonderbeek (Maters & Hermsen Vormgeving) Lithografie: Mark Boon Tekst: Jos Damen, Janet van Dijk, ­Marjolein van Enk, Fred Hermsen, Malou van Hintum, Arno van ‘t Hoog, Eric de Jager, Mirjam Jochemsen, Job de Kruiff, Nienke L ­ edegang, Merijn van Nuland, Friederike de Raat, Nicolline van der Spek, Peter Wierenga, Annette Zeelenberg Foto cover: Rob Overmeer Fotografie: Taco van der Eb, Damon Fakhri, Marc de Haan, ­Harmen de Jong, Peter de Krom, Hielco Kuipers, Rob Overmeer, Frank Ruiter, Monique Shaw, Edwin Weers Coördinatie Universiteit Leiden: Wendy Persson Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden Twitter: @leidenalumni Website: www.universiteitleiden.nl/alumni Oplage: 70.500 Adreswijzigingen: wijziging@alumni.leidenuniv.nl Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.

Leidraad

5

FOTO: MARC DE HAAN

COLOFON

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Carel houdt woord

NR. 2  2017

Een beter milieu begint bij jezelf. De beroemde slogan uit de jaren negentig is wellicht wat sleets geworden, maar wat mij betreft kan ‘ie zo op een tegeltje. Thuis pas ik hem al zoveel mogelijk toe, al is mijn vrouw Anneke fanatieker dan ik in het lichten-uitdoen en afval ­scheiden. Maar om dan toch iets te noemen: wij hebben geen auto, al zeker vijfentwintig jaar niet. We doen alles met de trein en op de fiets. En na al die jaren trekken we er in de zomer nog altijd met ons tentje op uit. Het kan natuurlijk altijd beter, maar we vinden het belangrijk dat mensen zich op zijn minst inspannen om zuinig en bewust te leven, dat die intentie er is en dat ze daar ook naar handelen. Die lijn trek ik door naar mijn werk aan de Universiteit Leiden. Want wat thuis kan, is ook mogelijk binnen een organisatie. En dat blijkt. Ik ben er trots op wat er bij ons in Leiden en Den Haag allemaal gebeurt op het gebied van verduurzaming: niet alleen in onderzoek en onderwijs, maar zeker ook in onze gebouwen. Daarnaast zie ik geweldige initiatieven onder onze studenten en medewerkers. Van kleinschalige en symbolische, zoals de warme-truiendag die we afgelopen winter weer hielden, tot ontdekkingen op het gebied van duurzaamheid die de wereld kunnen veranderen. Er is ook een zakelijke drijfveer om aan duurzaamheid te doen. Bij hun keuze voor een universiteit kijken studenten steeds vaker ook naar het rapportcijfer dat deze krijgt voor duurzaamheid. Als dat ze niet bevalt gaan ze ergens anders studeren. Als ik hier rondloop en de verhalen van de ‘werkvloer’ hoor, ook van de medewerkers, denk ik wel eens: een beter milieu begint misschien bij jezelf. Maar het béste milieu begint natuurlijk bij ons samen, in alles wat we doen. Prof.mr. Carel Stolker is rector magnificus & voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden


6

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Open en eerlijk zijn over terreurdreiging

Geef mij

niet je angst

Wat doe je als kinderen vragen stellen over terrorisme, en kun je voorkomen dat ze b ­ ang worden? Evin Aktar, universitair docent ­Psychologie in Leiden, onderzoekt met behulp van robots de overdracht van angst door ouders op hun kinderen, ook als die nog peuters zijn.


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

TEKST: PETER WIERENGA, FOTO’S: HARMEN DE JONG EN MONIQUE SHAW (PORTRET)

TEKST: PETER WIERENGA, FOTO: XXXX

U bent een angst-onderzoeker? ‘Dat klopt. Voor mijn promotie-­ onderzoek ging ik na hoe angst en bezorgdheid zich ontwikkelen bij kinderen van ouders met een angststoornis. Ik onderzocht hoe dit soort negatieve emoties worden overgebracht. Om dit te bestuderen, confronteerden we ouder en kind samen met een vreemdeling of een robot. Ouders kunnen hun angst overbrengen via non-verbale reacties, die als signaal dienen dat er iets mis is, of door in woorden te vertellen dat iets eng is, wat tot een nóg sterkere negatieve reactie bij kinderen kan leiden. We ontdekten dat hoe jonger kinderen zijn, hoe meer ze beïnvloed worden door gestreste, angstige reacties van hun ouders. Vooral tot één jaar oud is dit het geval. Als ze ouder worden en hun sociale netwerk uitbreiden, vormen ze hun eigen ideeën over hoe eng een ­persoon of een stuk speelgoed kan zijn, en neemt de invloed van een angstige ouder af.’ Wat kunnen we daarvan leren, gelet op de angst voor terrorisme? ‘Angst en bezorgdheid kunnen op twee ­manieren worden opgewekt: direct, door zelf een nare gebeurtenis mee te maken, of indirect via ­anderen, door zogeheten “sociaal leren”. Door dat mechanisme hebben wij mensen onze overlevingskansen kunnen vergroten, aangezien we kunnen leren van de negatieve ervaringen van anderen, zonder zelf rechtstreeks aan die be­dreigingen bloot te staan. Maar onder bepaalde omstandigheden, zoals bij een terroristische aanval, kan sociaal leren leiden tot het verspreiden van angst. Onderzoek na 9/11 laat zien dat niet alleen mensen dicht bij het World Trade Center in New York last hadden van angstige gevoelens, maar mensen in heel de Verenigde Staten, door de verschrikkelijke beelden en door verhalen van slachtoffers. Dit is precies het doel van terroristen: zo veel mogelijk angst verspreiden.’ Dat komt dus ook door de media? ‘Ja. Dit soort negatieve beelden is erg krachtig. Ze werken in op het “oudere” deel van onze hersenen. Dat is het subcorticale deel, dat niet kan beoordelen of wat we zien onszelf ook daadwerkelijk overkomt. Tegelijkertijd wordt de activiteit van de cortex, het deel waar onze ratio zetelt, tijdelijk onderdrukt als we blootstaan aan heftige, emoties opwekkende beelden zoals die van terroristische aanslagen.’

CV Evin Aktar

2008 bachelor Psychologie aan de Boğaziçi Universiteit in Istanbul 2010 master ­Psychologie UvA 2016 promotie

Leidraad

7

UvA, met als onderwerp de intergenerationele overdracht van depressie en angst 2017 universitair docent vakgroep Klinische Psychologie Leiden

Hoe moet je daar als ouder mee omgaan? ‘Je kunt bloederige beelden, zoals onthoofdingsvideo’s, het beste zoveel mogelijk vermijden. Dat geldt niet alleen voor je kinderen, maar ook voor jezelf. Maar in de gesprekken thuis moet je het onderwerp terrorisme zeker niet vermijden. Het is een natuurlijke reactie dat we onze kinderen ­w illen beschermen door ze te vertellen dat ze veilig zijn, maar de waarheid verbergen is geen goed idee. Tieners krijgen sowieso het nieuws mee via social media of hun vrienden. Dan is het erg belangrijk om open en eerlijk te zijn. Anders zullen ze zich baseren op roddels of propaganda die ze horen van vrienden of die ze online lezen.’ En wat betekent open en eerlijk in deze context? ‘Je kunt ze vertellen dat het mogelijk is dat ze zelf een terroristische aanslag zullen ­meemaken, omdat we niet kunnen zeggen dat het nooit zal gebeuren, maar dat het statistisch gezien zeer onwaarschijnlijk is en dat er professionals zijn die hun best doen voor onze veiligheid. Vergelijk het met andere gevaren waaraan we blootstaan in Nederland. De kans dat je om zult komen bij een verkeersongeluk, of kanker zult krijgen, is zelfs nog groter. Dat plaatst het in perspectief.’ Maar hoe leg ik dat uit aan mijn dochters van vier en zes? ‘Tja, die zijn daar nog een beetje te jong voor. Pas vanaf hun tienerjaren kunnen kinderen makkelijker onderscheid maken tussen feit en fictie. Dan kun je beginnen met de uitleg. Maar ouders kennen de capaciteiten en gevoeligheden van hun eigen kinderen het beste, dus wil ik liever geen al te precieze leeftijd geven en de timing aan henzelf overlaten.’ Wat kunnen we nog meer doen, behalve open zijn? ‘Het listige aan terrorisme is de onvoorspelbaarheid ervan. We weten niet wanneer of waar de ­volgende aanslag zal zijn. Daarnaast worden er geen uitzonderingen gemaakt: iedere burger is een doelwit. Die onvoorspelbaarheid kan tot ­langdurige stress-­


8

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2017

Jeugdjournaal over de aanslag in Londen, in maart van dit jaar.

symptomen leiden. Daarom is het essentieel om individuen een gevoel van controle te verschaffen. En op het niveau van de staat ís die controle er tot op zekere hoogte ook: de diensten die zich bezighouden met de dreiging van terrorisme. Laat die professionals in het klaslokaal spreken over hun werk, dat zal leerlingen een gevoel van ­controle geven. Een beetje zoals Nederlandse scholen nu ook al excursies organiseren naar de ­brandweer.’ Wat is uw eigen ervaring met het onderwerp? Heeft u zelf kinderen? ‘Nee, maar ik groeide op in Istanbul. Toen ik ongeveer zeventien jaar was, werd een bomaanslag gepleegd in het district van mijn middelbare school. Gelukkig was ik zelf op dat moment niet daar, maar een vriendin van me zag het met eigen ogen – afgerukte ledematen en alle ellende die je je maar kunt voorstellen – en raakte ernstig getraumatiseerd.’ En hoe werd er op school gereageerd? ‘Het veroorzaakte – naast angst – ook gevoelens van solidariteit. Onderzoek wijst uit dat solidair zijn met elkaar na een traumatische ervaring kan helpen. Dit heeft gewerkt voor bepaalde groepen – zoals religieuze gemeenschappen – in New York en Israël.’ Worden deze inzichten al toegepast? ‘Een poosje geleden werd ik door het Leiden Blog on Psychology gevraagd om vanuit mijn expertise commentaar te leveren op de thema’s terrorisme en angst. De discussie die zich ontspon, bevestigde dat er nog steeds een hoop onderzoek te doen valt, tenminste binnen het vak­ gebied van psychologie. De bestaande Nederlandse onderzoeksgroepen doen nog weinig aan

Hoe meet je angst? Hoe meet je een negatieve emotie als angst? Evin Aktar: ‘Ten eerste observeer ik op systematische wijze de ­angstige reacties bij ouders en kinde-

de psychologische benadering van het inboezemen van angst via terreuraanslagen. Dit onderwerp vraagt erom dat wetenschappers van verschillende disciplines, inclusief pyschologie, samenwerken.’ Komt dat ook terug in uw volgende onderzoek? ‘Naar aanleiding van mijn bevindingen wordt de scope van mijn onderzoek verbreed. Ik wil het “sociaal leren” van angst beter kunnen begrijpen, ook voor het specifieke geval van terrorisme. Ik begin met een algemeen onderzoek, in de vorm van een vragenlijst, om meer te weten te komen over de ervaringen van ouders en kinderen in Nederland. Ik zal meer experimenten doen in het overbrengen van angst en bezorgdheid. Onlangs hebben we dezelfde kinderen die we al sinds hun babytijd volgen, geconfronteerd met een nieuwe, gigantische robot. Het bijzondere is dat de kinderen, die nu zeven jaar oud zijn, dit keer hun ouders geruststellen...’

Do’s

• Herken eerst je eigen angsten als ouder, dan kun je je kind beter helpen • Wees open en eerlijk naar je kinderen toe • Geef ze een gevoel van controle

Don’ts

• Blootstellen aan afschuwelijke beelden van terroristische aanslagen • Werkelijk gebeurde ­terroristische aanslagen ontkennen of verzwijgen

En wat weten we vooral nog niet? ‘Het antwoord op de vraag: hoe kun je de verspreiding van angst voorkomen? Ofwel, kunnen we kinderen immuun maken voor de angst voor terrorisme? Als we zouden weten hoe dat kan, konden we het wapen van terroristen onschadelijk maken. Dat weten we dus nog niet, maar we hebben wel een aantal aanwijzingen. Het gevoel van saamhorigheid, van solidariteit, helpt volwassenen en kinderen om beter met hun traumatische ervaringen om te gaan. Kinderen gedijen beter in groepen. Door dat steeds verder te onderzoeken, hopen we op een dag het antwoord te vinden op de vraag hoe we de verspreiding van angst stoppen.’

ren als ze bepaalde gedragsmatige opdrachten vervullen (zoals de confrontatie met de robot). Gaan ze ­huilen? Gillen? Duiken ze weg? Ten tweede stellen we ze vragen erover in online vragenlijsten of in interviews.

Ten derde meten we de fysiologische respons. Zo gebruik ik bijvoorbeeld “eye-tracking” om te zien hoe ouders en kinderen reageren op boze gezichten. De grootte van de pupil zegt iets over de mate van opwinding.’


Victor Roggeveen (68) Veiligheidskundige Victor Roggeveen werd na zijn pensionering duaal promovendus bij het Leiden University Dual PhD Centre. Zijn proefschrift gaat over de ­ invloed van leiderschap op het ontstaan van veiligheidscrises.

Leidraad WETENSCHAP ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN 9 ben vanavond niet voor half ‘Ik heb veertig jaar gewerkt twaalf thuis. Mijn respondenten ­werken door het hele als veiligheidskundige land. Ik vind dat geen proen veiligheidsadviseur, bleem. Uit onderzoek blijkt onder meer in de offshore-­ dat ­mensen die heel oud industrie en de zorg, en ­ worden één ding gemeen wilde daar een boek over hebben: ze zijn midden in het schrijven. Iemand wees leven blijven staan.’ mij op duaal promoveren. In het intakegesprek zei VEILIGHEID de directeur van het Dual ‘Door de ontwikkelingen in Phd ­Centre: wij gaan hier mijn vakgebied, ongevals­ een wetenschapper van je preventie, is de wereld stukmaken. Ik ben bang dat hij, ken veiliger ­geworden. In vooral door de professionele risicomanagement spelen begeleiding, gelijk krijgt.’ techniek, organisatie en de mens een rol. Voor techniek GELUKKIG en organisatie zijn er con‘Inmiddels zit ik diep in het troles en ­periodiek onderveldonderzoek en ik word houd. Bij ‘de mens’ wordt het daar oprecht gelukkig van. aspect veiligheid niet strucIk wist niet dat ik nog zo tureel als selectie­criterium veel kon leren. Het is ­reuze meegenomen. Er is ook geen interessant om te onder­ periodieke controle. Mogezoeken of er een wetenschappelijke basis is voor lijk leidt mijn onderzoek tot de adviezen die ik in het het advies om meer aandacht te besteden aan de ­verleden, slechts op basis invloed van leiderschap op van gut feeling en praktijk­ veiligheid. Dan is voor mij de ervaring, heb gegeven.’ ­cirkel rond, want het is nog steeds mijn ­professionele FULLTIME ‘Ik ben er fulltime mee bezig. doel om mensen te behoeVanochtend om half acht ver- den voor ongevallen.’ trok ik uit Den ­Helder en ik Het Dual PhD Centre van Universiteit ­Leiden is ­gevestigd in Den Haag. Het is de thuisbasis voor de ‘duale’ of buiten­promovendi; dat zijn mensen die een gedeelte van hun werktijd aan wetenschappelijk onderzoek besteden, waarbij een ­thema uit hun beroeps­ praktijk centraal staat. https://universiteitleiden.nl/ dualphd

TEKST: JANET VAN DIJK, FOTO: FRANK RUITER

terug in de banken


kort Nieuwe Asian Library hoort tot wereldtop Dit jaar staat in het teken van de opening van de Asian Library. Nu al zijn enkele belangrijke ­collecties verhuisd en is de nieuwe bibliotheek in gebruik in de nieuwbouw bovenop de Universiteitsbibliotheek Leiden. Op 14 september wordt de ­ Asian Library officieel g ­ eopend met een uitgebreid en feestelijk programma. De Asian Library brengt enkele van ’s werelds belangrijkste Aziëcollecties samen, waaronder de grootste Indonesië­collectie ter wereld. De Universi­teit Leiden is een van de grootste kennis­organisaties op het gebied van Azië. ­Studenten en wetenschappers van over de hele wereld komen naar Leiden om hier onderzoek te doen of deel te nemen aan onderwijsprogramma’s.

‘Marokko Instituut onmisbaar voor beter begrip Arabische wereld’ Meer kennis over ­Marokko en de Arabische wereld is cruciaal voor de internationale relaties én de Nederlandse samenleving. Dat benadrukten ­minister Busse­maker van OCW en burge­ meester Aboutaleb van ­Rotterdam bij de opening van het v ­ ernieuwde Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR) op 1 maart in Rabat.

Het instituut is Leids, maar het decor allerminst. Het nieuwe pand van het NIMAR ligt aan een avenue vol palmbomen met in de verte uitzicht op de A ­ tlantische Oceaan. Bussemaker opende in het bijzijn van Nederlandse studenten en onderzoekers en Marokkaanse gasten het ruimere onderkomen. Hierdoor kunnen

meer Nederlandse studenten in Rabat studeren. Naast onderwijs faciliteert het instituut ook onderzoek en is het een expertisecentrum voor de Nederlandse samenleving. Bussemaker benadrukte dat het NIMAR in deze roerige tijden met een groeiende angst voor moslims extra belangrijk is. ‘Het NIMAR

kan de werelden van Nederland en Marokko nader tot elkaar brengen door kennis over Marokko, de Arabische wereld en de islam te delen. Deze onderwerpen bestuderen in hun eigen context is cruciaal om elkaar echt te begrijpen.’ De aanwezige Marokkaanse minister van Cultuur Amine Sbihi beaamde dat.


NR. 2  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

11

Martijn ­Ridderbos vice-­voorzitter ­College van Bestuur Drs. Martijn Ridderbos wordt per 8 mei 2017 lid en tevens vice-­voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden. Hij volgt ­Willem te Beest op, die met pensioen is. Ridderbos was ­algemeen directeur van de Dienstverlenings­ organisatie Open-

baar Ministerie (DVOM) en concern­directeur ­financiën van het Open-

baar ­Ministerie. Daarnaast is hij universitair docent Public management aan de Universiteit Utrecht (USBO). Eerder was ­Ridderbos vice-president van C ­ apgemini. Ridderbos krijgt in het College van Bestuur de portefeuille bedrijfs­ voering (­financiën, ­vastgoed en ICT). ­

3566

­ uitenlandse b ­studenten ­stonden dit collegejaar in Leiden ingeschreven. Daarmee ­vormen zij 13,5% van de totale studentenpopulatie. Van de Nederlandse universiteiten is Maastricht kampioen op dit vlak, met 8952 (56%) buitenlandse ­studenten. (Bron: Nuffic)

FOTO’S: TACO VAN DER EB EN NIENKE LEDEGANG (PORTRET)

Zes faculteiten nemen intrek in gebouw ­Wijnhaven Het gebouw Wijnhaven in Den Haag is op 10 ­februari officieel en feestelijk ­geopend. Inmiddels draait het gebouw op volle toeren en hebben studenten en medewerkers er hun plek ­gevonden. Wijnhaven is de nieuwe thuis­basis van de F ­ aculteit ­Governance and Global Affairs. Daarnaast h ­ uizen er onderdelen van Geestes­ wetenschappen, het LUMC, Rechtsgeleerdheid, Wiskunde en Natuur­wetenschappen en Sociale Wetenschappen. Studenten en medewerkers zijn blij met het m ­ oderne onderkomen. Eerstejaars studenten I­ nternational Studies ­Delilah Dols en Marieke G ­ errits spreken van een echte verbetering. ‘Voorheen zaten we verspreid over vijf locaties. Op zich waren dat geen slechte locaties, maar de faciliteiten hier zijn veel beter en ingericht op moderne leermiddelen.

Als we college hadden in de Grote Kerk en halverwege was je laptop leeg, dan had je gewoon pech gehad. Hier plug je hem zo in’, zeggen ze. Verder zijn ze lovend over de h ­ oeveelheid daglicht in het gebouw en de variëteit aan studiefaciliteiten. De komende jaren zal Wijnhaven uitgroeien tot een academisch centrum voor zo’n 4500 studenten.

Eerstejaars studenten Delilah Dols en Marieke G ­ errits vinden studeren in gebouw Wijnhaven een echte v ­ erbetering


12 12

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN


NR. 2  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

13

Ineke Bussemaker, bankier in Dar es Salaam

‘ Banken kunnen de positie van vrouwen in Afrika verbeteren’

TEKST: FRED HERMSEN, FOTO: ROB OVERMEER

Zodra Ineke Bussemaker haar appartement in Noordwijk weer eens betrekt, stort ze zich het liefst op familie, vrienden en cultuur. Het contrast met haar werkomgeving kan bijna niet groter. In Dar es Salaam (Tanzania) zetelt ze als bestuursvoorzitter van National ­Microfinance Bank, de grootste bank van Tanzania. In dit interview verbindt ze de twee werelden en blikt terug op haar Leidse tijd.

N

a het gymnasium bèta op het Maerlant-­ Lyceum in Den Haag vertrok Ineke Busse­ maker (de nicht van) naar Amerika, voor een jaar aan het Liberal Arts ­College in North Carolina. Daar volgde ze alfa-vakken als Amerikaanse literatuur, geschiedenis en filosofie. Terug in Nederland sloeg de twijfel toe. ‘Ik miste de exacte vakken behoorlijk, merkte ik. Maar ook Nederlands stond hoog op mijn lijstje.’ Toch koos ze daar niet voor: ‘Lezen kan altijd als hobby. Ben ik ook blijven doen

trouwens, onder meer in een leesclub waarmee we bijvoorbeeld ­Homerus lazen. Andersom zou je wiskunde minder snel als hobby aanhouden. En waarom Leiden?’, herhaalt ze de vraag. ‘Misschien speelde het mee dat veel scholieren uit Den Haag in Leiden gingen studeren, maar ik keek toch ook objectief naar de ­reputatie van de vakgroep en de stad. En heel praktisch: ik wilde makkelijk op en neer kunnen reizen. En dan had ik ook nog een lieve tante in ­Oegstgeest, ze werkte als medisch analist in het Academisch Ziekenhuis in Leiden. Al dat soort zaken speelde

een rol in mijn overwegingen.’ Spijt heeft ze geen moment gehad van haar keuze. De sfeer in de stad was gemoedelijk toen ze aankwam in 1977, met een mooi en overzichtelijk centrum. ‘In de zes jaar dat ik er heb gewoond, is er bovendien veel verbeterd. Neem de bibliotheek en de Burcht. Bouwvallig als ze eind jaren zeventig waren, zo mooi stonden ze erbij toen ik in 1983 vertrok.’ Ze woonde op meerdere plekken, waarvan haar kamers in de Moriaansteeg (‘vlakbij de sfeervolle markt op de Hooglandse Kerkgracht’) en de tweede Groenesteeg en uiteindelijk een appartement op Breestraat 47, boven boekhandel Boox, haar goed zijn bijgebleven. In de Breestraat woonde ze samen met haar vriend – nu haar echtgenoot – die ze via een vriendin had leren kennen. Het woord gemoedelijk valt een paar keer als ze het over de stad heeft. Op de vraag of ze dat predicaat ook op Minerva zou plakken, antwoordt ze volmondig: ‘Zeker. Toen ik aankwam zag je nog de laatste sporen van de flowerpowertijd. Je kwam toen ook geen vervelende excessen tegen waar je nu wel van hoort. Ik heb mijn ­eerste maanden als een gezellige kennis­ makingstijd ervaren.’ Weihnachtsoratorium Pieterskerk

Eens in de paar maanden komt ze over uit Dar es Salaam, naar haar appartement in Noordwijk. Ze neemt dan de kans te baat om een concert, dansvoorstelling of ­toneeluitvoering te bezoeken. Als het even kan in ­Leiden, zoals vorig jaar nog Bachs Weihnachtsoratorium in de Pieterskerk. Ze zoekt dan ook haar twee ­k inderen op, en vaak ontmoet ze haar oude vrienden van Minerva. ‘Nee, met studiegenoten heb ik geen contact meer. Dat waren toch


14

vooral nogal nerdige types die thuis bleven wonen en de stad links ­lieten liggen. Maar een heel klein aantal was lid. Twee goede vriendinnen heb ik eraan overgehouden; zij waren ook lid van Minerva.’ De studie wiskunde vergde veel van haar tijd. ‘Ik had veel meer contact­ uren dan mijn clubgenoten, en zat dan ook vaak op mijn fiets richting ­Mathematisch Instituut.’ In die tijd vond het opkomende vak Informatica nog onderdak bij de studie ­Wiskunde. ‘Programmeren vond ik geweldig. Als ik toen al had kunnen kiezen, zou het Informatica geworden zijn; de zuivere wiskunde vond ik wat te theoretisch.’ Haar praktische inslag zorgde ervoor dat ze na haar kandidaats verder ging kijken, en terechtkwam bij de studie Bedrijfskunde

CV Ineke ­Bussemaker 1970-1976 Maerlant-Lyceum Den Haag, gymnasium bèta 1976-1977 Tussenjaar aan het Liberal Arts College in North Carolina 1977-1980 Studie Wiskunde, ­Rijksuniversiteit Leiden (1977-1980, kandidaats) 1980-1983 Studie Bedrijfskunde aan de Interfaculteit Bedrijfskunde in Delft (doctoraal) 1984–1985 Continental Illinois ­National Bank (CINB) 1985-1993 Diverse functies bij ABN Amro 1993-2005 Diverse functies bij Citigroup, waaronder country corporate officer in Kopenhagen en managing director in global transaction services business in Londen 2005-2015 Diverse functies bij ­Rabobank Nederland, waaronder directeur Betalingsverkeer 2015-heden Bestuursvoorzitter van NMB PLC, Tanzania 2006-2015: Diverse toezichthoudende en bestuursfuncties, onder meer bij Tergooi Ziekenhuizen, Geld ­Service Nederland BV, InClusion Group, European Payments Council en MAS Dienstverleners. 2016-heden Bestuurslid van Women’s World Banking Ineke Bussemaker is getrouwd en heeft twee studerende kinderen

NR. 2  2017

met als afstudeerrichting Bedrijfskundige Informatica aan toen nog de Interfaculteit Bedrijfskunde in Delft. Deze studie is later overgegaan naar de Erasmus Universiteit in Rotterdam. ‘Ook de breedte van die studie sprak me aan. Ik deed bijvoorbeeld een mooi onderzoek naar de voorraadplanning van reservevliegtuig­ onderdelen bij de KLM.’ Niet de makkelijke weg

IT bleef ook daarna een rode draad in haar carrièreverloop. Zo was ze betrokken bij de invoering van elektronisch bankieren in Nederland. Nog een constante: haar werkgevers zijn allemaal banken geweest, van Continental Bank tot ABN Amro, van Citibank tot Rabobank. Vaak in het buitenland, vooral bij Citibank ­waarvoor ze van 1993 tot 2005 in Amsterdam, Londen en Kopen­ hagen aan de slag was. ‘Banken hebben me de kans geboden om in het buitenland te werken, nieuwe culturen te leren kennen, iets anders dan de makkelijke weg te bewandelen. Ze boden me ook altijd de kans om in verschillende rollen te werken. Als IT’er, bankier, in een krediet­functie, als ­relationship banker. En misschien nog wel het mooiste: midden in de innovatie, waar ik me met name de laatste jaren op richt.’ En dat ze het in haar loopbaan heeft geschopt tot topvrouw in het bankwezen? Dat vindt ze niet meer dan logisch, getuige een uitspraak in een interview in NRC ­Handelsblad: ‘Zo vreemd eigenlijk, zegt ze, dat het bankwezen zo’n machowereld is. „Bankiers moeten luisteren naar wat de klanten willen en dat is bij uitstek iets dat vrouwen goed kunnen.” Ze zenden minder en verbinden meer.’ De kans om te innoveren krijgt ze ­volop in Tanzania. De National Microfinance Bank Plc (NMB) is in 2005 geprivatiseerd en naar de beurs gegaan, Rabobank heeft 35 procent van de aandelen in handen. De bank telt 190 kantoren en meer dan drie-

Ineke Bussemaker schudt de hand van dr. John Pombe Magufuli, de president van Tanzania, bij de opening van het nieuwe kantoor van NMB in Mtwara in maart 2017.

duizend werknemers. Mede met steun van de Rabobank staat de bank open voor innovatie. ‘Natuurlijk blijft innovatie om veel overtuigingskracht vragen, en je moet mensen nadrukkelijk ruimte geven om te ­experimenteren en daarbij ook te falen, dat is hier niet anders dan in Nederland. Ik steek hier ook veel energie in het delen van mijn visie op de toekomst van het ­bankieren, en in de rol van onze bank daarin. Ik werk met hoogopgeleide mensen, die al verder gekeken hebben dan hun eigen land. Vaak hebben ze gestudeerd in Europa of Amerika.’ Wet van de Stimulerende Achterstand

Op het Afrikaanse continent geldt de wet van de Stimulerende Achterstand. Bankrekeningen en pinpasjes zijn in de opkomende economie geen gemeengoed, mobiele telefoons wel. En juist daarin schuilt volgens ­Bussemaker de toekomst. ‘Als banken slim zijn bieden ze diensten aan via de mobiele telefoon. Hier ­kennen we bijvoorbeeld de mobiele ­wallet. Je kunt contant geld storten op je ­mobiele wallet of van anderen door ­middel van een sms geld gestort ­krijgen.


NR. 2 NR. 2017 2  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

15

Ineke Bussemaker met haar jaarclub in de squashzaal van Minerva in het eerste jaar van haar studie, 1977. Ineke staat uiterst rechts, ondersteboven en op haar handen.

­ anuit je wallet kun je vervolgens V weer aan anderen geld overmaken via je telefoonnummer. Gespiegeld aan de wallet heeft de telefoonmaatschappij dan geld bij de bank gestald.’ Los van deze innovatieve toepassingen gelooft de bankdirecteur ook in bredere zin in de rol van de bank als intermediair en economische katalysator. ‘Hier in de stad is het welvaarts­niveau redelijk, maar daar­buiten, op het platteland, staan mensen nog steeds in de overlevingsmodus, gaat het vaak om de vraag: is er morgen nog te eten? Banken kunnen hier door microkredietverschaffing en andere diensten een rol spelen. Er zijn ook best veel ­succesverhalen op dat terrein, hoe kleinschalig ook. Daarbij passen we wel iets andere, minder strenge voorwaarden toe dan in het Westen. Het zijn vaak kwetsbare, kleine onder­ nemingen die hier heel langzaam iets

‘ In 1977 had ik nog geen enkele vrouwelijke docent’

opbouwen, met vallen en opstaan. Daar helpen we ze bij.’ Kleine ondernemingen van ­v rouwen hebben daarbij de bijzondere aandacht van Bussemaker. Via de bank, maar ook via Women’s ­World ­Banking, een non-profitorganisatie die vrouwen toegang biedt tot financiële diensten. Ze zit in het bestuur. ‘Vrouwen krijgen hier veel minder kansen dan mannen. Ze gaan minder vaak naar school en typerend is dat huizen en grond meestal op naam van mannen staan. Aan de ­andere kant starten vrouwen wel steeds vaker een klein bedrijfje, ze zijn ondernemend. Met name in coöperaties zit veel energie. Dat wil ik stimuleren.’ En dat het kan veranderen, daarvan is ze overtuigd: ‘Kijk naar mijn eigen studietijd. In 1977 had ik nog geen enkele vrouwelijke docent, en er waren nauwelijks meisjes die toen wiskunde studeerden. Dat is nu wel anders. En inmiddels is 55% van alle studenten in Nederland vrouw.’ Nederland intoleranter

Het verblijf in Tanzania kent ooit een einde, al geniet ze nog met volle teu-

gen van haar baan daar. ‘Ik heb het getroffen met een man die het ook naar z’n zin heeft in het buitenland, en die zijn eigen loopbaan op een lager pitje heeft gezet ten faveure van de mijne. We genieten van de natuur en de ontzettend aardige mensen hier, die ondanks de lage levensstandaard echt iets van het leven maken. Ik moet zeggen dat ik dat wel schrikken vind als ik in Nederland terugkom. In 2006 was het land al veel meer naar binnen gekeerd, intoleranter dan in de jaren negentig. Die trend lijkt door de crisis en de vluchtelingenstromen nog niet te keren.’ Haast om definitief terug te komen heeft ze dus nog niet. Maar voorzichtig kijkt ze wel al verder: ‘Ik hou van technische innovatie, zou best CEO willen worden van een start-up. Of iets doen met mijn kennis van Afrika. Ik ken Afrika, ik ken Europa. Ik kan me voorstellen dat ik een brugfunctie zou kunnen vervullen. Maar voorlopig zit ik hier goed. En verheug ik me erop om binnenkort weer even in Noordwijk te zitten, langs het strand te wandelen en een haring te eten bij Schuitemaker in Katwijk.’


16

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2017

object

TEKST: JOS DAMEN, FOTO: MARC DE HAAN

uit een Leidse collectie

Boudewijn Büch noemde Bibliotheca ­Thysiana aan het Rapenburg ooit een ‘wereldwonder aan een Leidse gracht’. Het is een soort bevroren bibliotheek uit de 17de eeuw, waar de tijd lijkt te ­hebben stilgestaan en waar je bij binnenkomst in een t­ eletijdmachine stapt. Esther Mourits schreef in 2016 een Leids proefschrift over Bibliotheca ­Thysiana. In haar boek staan slechts een paar zinnen over een wonderlijk voorwerp in de bibliotheek: de boekenmolen. Dat voorwerp werd in het blad The Atlantic de ‘Kindle van de 16de eeuw’ genoemd. Een boekenmolen heeft 4 tot 6 lees­planken, die een lezer kon laten draaien, bijvoorbeeld als hij verschillende taalversies van de B ­ ijbel

wilde bestuderen – net zoals je op een K ­ indle ­verschillende e-books tegelijk kunt lezen. De ­boekenmolen werd in 1588 ontworpen door de ­Italiaan Agostino Ramelli, en in de zestiende en zeventiende eeuw werden er tientallen gemaakt, vooral voor vermogende boekenliefhebbers. Een van die culturele miljonairs was de Nederlander Johannes Thysius, die op zijn 31ste stierf en bij testament de eerste openbare bibliotheek in Europa liet bouwen, aan Rapenburg 25. De boekenmolen die hij kocht is een unicum: er zijn in de hele wereld maar veertien boekenmolens bewaard gebleven; één in Mexico en dertien in Europa, waarvan dus één in Leiden.


NR. NR. 1  2017 2  2017

werkplek van

Franc Weerwind

ALUMNIMAGAZINE ALUMNIMAGAZINE VAN DE VAN UNIVERSITEIT DE UNIVERSITEIT LEIDENLEIDEN

TEKST: JANET VAN DIJK, FOTO: TACO VAN DER EB

Eens in de twee weken schuift burgemeester van Almere Franc ­Weerwind aan bij wildvreemde mensen om mee te eten – hij is al tot het einde van het jaar volgeboekt. Klaagverhalen hoort hij nooit. De grote ramen van de moderne werkkamer op de vijfde verdieping van het stadhuis ­symboliseren zijn kijk op het burgemeesterschap. Franc Weerwind (52, D66) gaat het liefst naar buiten, om de samenleving te zien in al haar diversiteit. Tijdens zijn studie Bestuurskunde, toen hij als Minervalid de bingo voor senioren mede organiseerde, wist hij het al, dat hij

Franc Weerwind Bestuurskunde 1986-1992

Leidraad

17

iets wilde doen voor de maatschappij. Jong en vitaal oogt hij, net als de stad die nu zijn stad is. Trots praat de op­­ volger van Annemarie Jorritsma over het groen, het water, de busbanen, de 186 verschillende nationaliteiten, de hogeschool, de Japanse bedrijven, de Syrische mevrouw die mozaïeken maakt voor buurtbewoners, de mooie architectuur. Een foto van de Rode Donders hangt prominent aan een muur. Drie knalrode appartementengebouwen, die Weerwind graansilo’s noemt. Iconen in het gevarieerde landschap van Almere. Ook daar is het uitzicht geweldig.


18

Leidraad

Singel wordt park TEKST: FRIEDERIKE DE RAAT, IMPRESSIE: LOLA ARCHITECTEN

Leiden krijgt het langste stadspark van Nederland: het S ­ ingelpark. Met molens, een museum, twee begraafplaatsen en industriële monumenten als onderdelen van zes kilometer groen.

Creatieve burgers Geestelijk vader van het Singelpark is de Leidse ondernemer Jeroen Maters. In 2008 bedacht hij een plan om de Leidse binnenstad te revitaliseren. Onderdeel van zijn ideeën was het Singelpark. Toen de gemeente twee jaar later zover was dat zij geld wilde uittrekken voor ‘versterking van de groene singelrand’, ging Maters met een team

creatieve burgers van de inmiddels opgerichte denktank Stadslab aan de slag. Doel was een stadspark op het allerhoogste niveau, dat zich zou kunnen meten met Hyde Park en Central Park en dat het mooiste stadspark van Nederland zou worden. Maters: ‘Het leukste vond ik persoonlijk die allereerste avonden en nachten, in kroegen en bij elkaar thuis, toen we letterlijk op bierviltjes het park zagen groeien. We kenden elkaar niet goed, we hadden

totaal verschillende achtergronden, maar we vonden elkaar toch.’ Lola Landscape A ­ rchitects uit Rotterdam en het BritsZwitserse Studio Karst tekenden voor het definitieve ontwerp. De totale kosten: 44 miljoen, waarvan de gemeente 14 miljoen bijdraagt voor de eerste fase. De Vrienden van het Singelpark proberen fondsen te werven en werken mee aan ontwerp, aanleg en beheer van het park, samen met inwoners. Het Singel-

park mag niet alleen toeristen trekken, het moet in de eerste plaats van en voor de Leidse burger zijn, vindt Maters. ‘Ik zie mezelf straks lopen met mijn kinderen en misschien wel kleinkinderen langs al die verschillende plekken: het Cultuurpark, de bloementuin, de bijzondere speeltuin, de moestuin, koffie en limonade halen in De Meelfabriek, de prachtige begraafplaats Groenesteeg, pootjebaden in of schaatsen op de singel bij het Plantsoen…’


4 2a

1b

2b

2c 3b 3c

3d

2d 3a 1a

Route Singelpark

Een impressie van het toekomstige Singelpark, hier tussen de Zijlpoort en de Meelfabriek.

Conny Broeyer, ­voorzitter van de Vrienden van het ­Singelpark:

‘ Op verschillende ­plekken komen kunst en ­faciliteiten voor ­culturele en ­educatieve activiteiten, sport en beweging. In een tuin van ontdekkingen en een medicinale tuin wordt een link gelegd met de wetenschap.’

1 Begraafplaats Groenesteeg (a), onderdeel van het Singelpark, en Park De Put (b) zijn al opgeknapt. 2 De aanleg van een aantal bruggen en parkdelen volgt. Zo komt er een nieuw park bij het voormalige Nuon-­gebouw aan de Maresingel: het E ­ nergiepark (a). Het Huigpark (b), e ­ veneens aan de noordrand, wordt heringericht, net als het Blekerspark (c) aan de Herensingel en het Katoenpark (d) aan de Zijlsingel. 3 Met ‘vergroende’ straten en vijf bruggen worden de parkdelen met elkaar verbonden. Onder andere tussen het Utrechtse Veer en de Kaarsenmakersstraat (a) komt een brug, net als tussen Zijlpoort en Ankerpark (b), van Ankerpark naar Meel­ fabriek (c) en van het Arsenaalplein naar de Rembrandtstraat (d). In 2018 is het rondje singels compleet. 4 De aanleg van een promenade langs Rijnsburger- en Maresingel is de beoogde eerste stap voor de buitenkant van de ­singels.

En de universiteit... De universiteit heeft op allerlei manieren met het Singelpark te maken. ­Tussen Kaiserstraat en Arsenaalplein voert het park over grond die grotendeels in gebruik is bij de universiteit. Tussen de Kaiserstraat en de Sterrewacht, waar ooit het Van der Klaauw­ laboratorium stond en nu nieuwe huizen verrijzen, wordt een wandelpad aangelegd. De route voert niet door, maar langs de Hortus botanicus. Bioloog Rinny Kooi, oud-docent aan de universiteit, is door de g ­ emeente aangesteld als botanisch c ­ urator van het Singelpark. Zij adviseert

de gemeente over de aanplant van bomen en struiken. Volgens Kooi ziet de Hortus graag Aziatische bomen in het park, wegens de oude wetenschappelijke band tussen Leiden en Azië. Inmiddels zijn er zo’n tien bomen aangeplant, waaronder een Amur kurkboom uit Mantsjoerije in het P ­ lantsoen. Er komen ook inheemse bomen, zoals zwarte elzen aan de Boisotkade.

www.singelpark.nl


20

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2017

één studie

twee wegen

Waar een studie Japanologie toe kan leiden…

Jacinta Hin (54) CV is recruitment manager en coach

1982-1989: studie Japanologie, 1989-1998: manager Japan Insite, afd. Japan, 1998-2001: senior consultant Oak Associates, 2001-2004: HR manager Headstrong Japan, 2005-nu: recruitment manager Intralox Azië & coach

H

oe kwam je op het idee om Japanologie te studeren? ‘Mijn vader was filmregisseur. Uitgerekend in de tijd dat ik een studiekeuze moest maken, brak in Nederland de Japanse cultuur goed door. Dus liet hij ons veel films zien van Japanse grootmeesters als Akira Kurosawa en Yasujiro Ozu. Ik werd er al snel verliefd op. Het was zó exotisch. En het kwam precies op het moment dat ik mijn wereld wilde verbreden, wilde ontdekken wat er buiten mijn geboorteplaats Amsterdam nog te zien was.’ En hoe beviel de studietijd? ‘Ik herinner me vooral de exclusiviteit. We kregen les in het statige Arsenaal, en de hoogleraren waren erg chic en voornaam. Zo werd ik gedurende mijn hele studietijd met ‘u’ en ‘mevrouw’ aangesproken, iets wat ik in Amsterdam niet gewend was. Ik vond de studie erg interessant, ook omdat er veel aandacht was voor cultuur. Dat gold niet voor iedereen. We begonnen met een mannetje of twintig, maar in het derde collegejaar waren we nog maar met z’n tweeën over. We werden dikke maatjes en studeerden vaak bij elkaar thuis. En we kregen ook nog eens privéles.’ Je vertrok in 1989 naar Japan, en woont daar nog altijd. ‘Ik vertrok al snel na mijn studie, om te werken voor een Nederlands bedrijf dat marktonderzoek doet in Japan. Tokio was in die dagen één groot feest. Ik kende veel jonge Nederlanders die daar ook werkten, en liep zo ongeveer op de eerste dag al mijn Japanse echtgenoot tegen het lijf. Maar op een gegeven moment ontdek je ook een andere realiteit achter het sprookje Japan. Je zult bijvoorbeeld altijd een buitenstaander blijven. Dat moet je kunnen accepteren. Ik heb buitenlanders gezien die zich volledig probeerden onder te dompelen, maar later tegen een muur aanliepen. Ik heb er bewust voor gekozen om voor buitenlandse bedrijven te werken, en een Japanse én internationale vriendenkring te onderhouden. Ik ben na bijna dertig jaar nog steeds geen Nederlandse Japanner, maar nog altijd een Nederlander in Japan.’


21

van der Arend (54) CV Martin werkt in de voedselindustrie 1982-1989: studie Japanologie & Economie, 1990-1996: accountmanager Azië Meyn Food Processing Technology, 1996-1998: vertegenwoordiger Unicoop Japan Düsseldorf, 1999-2012: verkoopdirecteur Vriesekoop BV, 2013-nu: sales manager Frisia Food en zelfstandig ondernemer

J

TEKST: MERIJN VAN NULAND, FOTO’S: DAMON FAKHRI (LINKS) EN PETER DE KROM

apanologie is geen alledaagse studie. ­Waarom maakte je deze keuze? ‘Ik was vrij goed in talen, en ook commercie interesseerde me. Toen de deadline voor inschrijving naderde, heb ik voor Japanologie gekozen. Dat was geen weloverwogen keuze. Ik was niet al van jongs af aan bezeten door samoeraikrijgers en het zenboeddhisme, zoals veel van mijn jaar­ genoten. Die zaten bij wijze van spreken mediterend in het lokaal. Wonderlijk genoeg is dat mijn redding geweest. Veel anderen begonnen met te hoog­gespannen verwachtingen aan de studie, en zij waren niet voorbereid op de schoolsheid van het eerste collegejaar. Ik was een van de weinigen die dat volhielden.’ Je huidige werk heeft weinig raakvlakken met Japan. ‘Dat klopt, ik vertegenwoordig nu bedrijven in de voedselverwerkende industrie. Maar daar ben ik terechtgekomen door mijn kennis over Azië, en over Japan in het bijzonder. Jarenlang heb ik bedrijven geholpen om Aziatische afzetmarkten aan te boren. Japanners zijn erg bedachtzaam. Dat maakt het voor westerse bedrijven vaak lastig om daar te ondernemen. Ik heb met veel plezier de rol van intermediair vervuld, maar uiteindelijk heeft het ook mij opgebroken. Toen ik in Duitsland agrarische machines moest inkopen voor export naar Japan, dacht ik bij mezelf: wat is dit toch een lastige cocktail van botsende culturen. Ik was opgelucht toen ik terug naar Nederland kon.’ Wat is je bijgebleven van je studententijd in Leiden? ‘De tijd dat ik op kamers zat heeft me gevormd, ongeveer op dezelfde manier als mijn tijd in Japan. Je begint helemaal alleen in een onbekende wereld, in een leven zonder structuur. Vaak heb je geen aanwezigheidsplicht op college. En ook je scriptie moet je zelf zien af te ronden. Bijna iedereen gaat door een dal, maar als je sterk genoeg bent, trek je jezelf weer uit het moeras. Dat geeft je enorm veel zelfkennis. Dat merkte ik later op sollicitaties: ging de keuze tussen mij en iemand die thuis bleef wonen, dan had ik een streepje voor. Ik kan het iedere aankomend student aanraden.’


22

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2017

geven Bijdragen aan inzet, volharding en overtuiging

‘Het is mooi wetenschappelijk onderzoek te kunnen steunen wanneer je het je kunt veroorloven’, aldus mr. Hans van der Valk. Eind jaren vijftig studeerde hij af in de Rechten en sindsdien is Van der Valk een betrokken alumnus. Jarenlang organiseerde hij Cleveringa-lezingen in Zuid-Frankrijk.

TEKST: MARJOLEIN VAN ENK, FOTO: MONIQUE SHAW

‘N

a enkele jaren als advocaat gewerkt te ­hebben, koos ik voor een loopbaan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Begin jaren zeventig werd ik uitgezonden naar de ambassade in Jakarta. Hier ontmoette ik Lingling Wiyadharma, die in Amsterdam studeerde en met vakantie in Indonesië was. Onze kennismaking was niet van voorbijgaande aard. Wij trouwden en vanaf dat moment begon ook voor Lingling het ­z werversbestaan als vrouw van een diplomaat.’ In 1984 houden Lingling’s nieren als gevolg van een auto-immuunziekte op te functioneren. Een nier­ transplantatie in het Academisch Ziekenhuis Leiden (het huidige LUMC) volgt, waarbij professor De Graeff als hoofd interne geneeskunde de hoofdrol vervult. ‘Het was bijzonder elke dag weer getuige te zijn van de kracht waarmee mijn vrouw in het leven stond en van haar liefde voor de medemens. In Berlijn waar ik mijn laatste post vervulde, richtte zij een vereniging ter ondersteuning van nierpatiënten op. Dankzij de inspanningen van De Graeff en medici in zeker vijf ­landen is haar leven met dertig jaar verlengd.’ Na het wegvallen van zijn vrouw in 2014 besluit Van

der Valk zijn steun aan de Universiteit Leiden uit te breiden en concreet inhoud te geven. In gesprekken met het Leids Universiteits Fonds komt een bijzondere donatieconstructie tot stand: een fonds op naam ter nagedachtenis aan zijn vrouw, gekoppeld aan de ­stichting van de hoogleraar die haar behandelde. De ­middelen uit dit Stichting Prof. Jaap de Graeff-Lingling Wiyadharma Fonds worden ingezet ter bevordering van de inwendige genees­kunde. ‘In wetenschappelijk onderzoek komen inzet, ­volharding en overtuiging samen. Daaraan kan ik, ook in de geest van hoe mijn vrouw aan haar leven inhoud heeft ­ge­geven, nu bij­ dragen’, zegt Van der Valk. ‘Mijn verhaal roept hopelijk alumni met een warm hart voor Leiden op om onze universiteit ook te steunen.’

Ook steunen?

Het Leids U ­ niversiteits Fonds beheert fondsen op naam en stichtingen, elk met een specifieke door de schenker bepaalde bestemming. Wilt u meer informatie of overweegt u een fonds op naam of stichting in te stellen? Neem dan contact op met Annah Neve via 071-5130503 of a.neve@luf.leidenuniv.nl


DOSSIER

Duurzaamheid Ambities

Leiden wil naar de voorhoede

Daden

Van compost tot cookstove

Onderzoek

‘De waarde van natuur is niet in euro’s uit te drukken’


24

Leidraad

P

ratend over duurzaamheid wil hij graag dingen laten zien. Dus gaan we met Geert de Snoo, decaan van Wiskunde en Natuurwetenschappen en hoogleraar ­Conservation Biology, naar buiten, naar het ‘Levend Lab’. Maar eerst toont hij het nieuwe Gorlaeus­gebouw. We lopen door het ­honderd meter lange atrium op een lichthouten vloer en zien ruimte, ruimte en nog eens ruimte. Veel daglicht. Schitterende witte trappartijen, hier en daar een paarse bank, felgroene muren. Heel mooi en, minstens zo belangrijk: heel duurzaam. ­Terwijl in de oude gebouwen van De Snoo’s faculteit W&N ‘de energie door de ramen naar buiten vliegt’, benut het nieuwe Gorlaeus ’s winters de warmte die tijdens de zomer in de ondergrond is opgeslagen. Duurzame vis

TEKST: MALOU VAN HINTUM, FOTO: HIELCO KUIPERS

Ook op onderzoeksgebied blaast ­Leiden een duurzaam partijtje mee, met het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML) als een van de grootste milieuwetenschappelijke instituten van Nederland. De milieuwetenschappers ontwikkelen beoor-

In 36 sloten tegelijk Een centrum voor milieuwetenschap, ambitieuze doelen op het gebied van energie, water en CO2-uitstoot. Universiteit Leiden wil op het gebied van duurzaamheid naar de voorhoede. In onderzoek, onderwijs en bewustwording. delingssystematieken voor de duurzaamheid van producten, en die worden wereldwijd gevolgd, vertelt De Snoo. ‘Dat doen we bijvoorbeeld voor de tilapiakwekerijen in Azië, waar ze de vissen kweken die wij hier consumeren. In welke systemen moet je die vissen kweken en laten opgroeien, wat is duurzaam? Het gaat dan onder meer om de toxiciteit en het afval in de kwekerijen, maar ook om de verpakking van de vis en het transport daarna. Of neem biobrandstoffen. Eerst waren voedselgewassen de grondstof, later restproducten uit de landbouw. Hoe beoordeel je de duurzaamheid van zulke processen?’

Decaan De Snoo in het Levend Lab

Daarvoor moet je veel van het fysieke milieu weten, van de economie, en ook goed kunnen rekenen; precies daar zijn de onderzoekers van de CML-afdeling Industriële Ecologie goed in, zegt hij. Daarbij wordt samengewerkt binnen het Centre for Sustainability, waar De Snoo mede-initiator van is. Dat Centre bestaat uit bèta­wetenschappers uit Leiden (CML), techniekonderzoekers van de TU Delft en economen van de Rotterdam School of Management. Bestrijdingsmiddelen

De andere CML-afdeling richt zich op biodiversiteit: de invloed van


DOSSIER Duurzaamheid

­ enselijke activiteit op natuur en m milieu. In het ‘Levend Lab’, 36 sloten achter museum Corpus die met behulp van een crowdfundings­ campagne zijn aangelegd, worden de effecten van chemische stoffen (zoals bestrijdingsmiddelen) op onze waterkwaliteit onderzocht. Dat is nodig, omdat ­buiten – waar vogels, insecten, watervlooien en allerlei andere beestjes en plantjes hun weg zoeken – de condities veel complexer zijn dan in het gecontroleerde, gestandaardiseerde laboratorium binnen. Buiten is échter; net zo echt als het konijntje dat op zijn gemak rondsnuffelt bij het raam van De Snoo’s werkkamer. Verder is het op de Bioscience Campus maar een kale boel. Dat zou veel beter kunnen, vindt De Snoo. ‘Bloemrijke beplanting, insecten­ wallen, zodat we veel meer kleuren, vogels en insecten zien. Als de universiteit, al die bedrijven hier, plus Naturalis zouden samenwerken om dat voor elkaar te krijgen, dan zien we de “bio” van bioscience ook terug in biodiversiteit’, glimlacht hij. ‘Een groene universiteit met een groene uitstraling. Daar zou ik nou echt blij van worden.’

Het ‘Milieubeleidsplan 2016-2020’ van Universiteit ­Leiden telt zes thema’s: ­duurzame huisvesting, energie, water, duurzaam inkopen en beleggen, afval, mobiliteit. Centraal doel: de CO2 -voet­afdruk van de universiteit de komende jaren ­halveren. Daarbij valt de meeste winst te halen uit het verduurzamen van de gebouwen en het terugdringen van de mobiliteit. Ook gaan alle water­ coolers eruit en loopt een pilot met papierloos werken.

25

‘ Het viel me op hoeveel plastic er op het strand lag’

aldus alumna Noortje

‘V

an kinds af aan had ik al een band met de natuur. Ik speelde altijd in de bossen. Een reis door zuidelijk Afrika als tiener heeft me maatschappelijk bewust gemaakt. Voor echte verduurzaming van onze maatschappij is sociale verandering nodig, denk ik. ­Mensen moeten zich weer verbonden en ­verantwoordelijk gaan voelen voor hun omgeving. In 2015 heb ik het Circulaire Strand opgericht, een initiatief waarbij we strandgasten vragen plastic te jutten. Ik kwam op dit idee tijdens het hardlopen. Het viel me op hoeveel plastic er op het strand lag. Jaarlijks belandt 8 miljoen ton plastic afval in zee. Het Circulaire Strand jaagt nieuwe samenwerkingsverbanden aan met gemeenten en strandpaviljoens om deze stroom naar zee te voorkomen. Na het succes in Katwijk gaan dit jaar ook Noordwijk en Wassenaar met ons in zee.’

NOORTJE SCHRAUWEN (29) 2006 Studie Culturele Antropologie, Leiden 2010 Industriële Ecologie in Leiden en Delft. 2013 Search Ingenieursbureau B.V. 2015 Het Circulaire Strand

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

NR. 2  2017


26

Leidraad

Stroom als water Energie uit zonlicht en water: dát zou een oplossing zijn voor ons grootste milieuprobleem. Elektrochemicus Marc Koper onderzoekt de basis voor een CO2-neutrale toekomst.

TEKST: JOB DE KRUIFF, ILLUSTRATIES: BART CORRÉ (MATERS & HERMSEN)

Zonnepanelen en windmolens

Zon en wind zijn de energiebronnen van de toekomst, daarover zijn de meeste geleerden het wel eens. Ze raken nooit op, geven geen CO2-uitstoot of radioactief afval. Maar als we volledig de overgang naar duurzame energiebronnen willen kunnen maken, hoe komen we dan aan stroom op plekken en op tijdstippen waar zon en wind afwezig zijn? Koper: ‘In Duitsland, waar ze al veel verder zijn met de ‘Energiewende’, zie je al dat hét vraagstuk wordt: hoe sla je de reserves aan duurzaam opgewekte energie op? Het antwoord waar wij ons op concentreren is: in waterstof.’

Elektrolyse

Het proces waar Kopers onderzoek op is gericht, is elektrolyse. Dat is een chemische reactie waarbij elektriciteit wordt gebruikt om water om te zetten in zuurstofgas en waterstofgas. Die waterstof kun je opslaan en op een later moment met een brandstofcel weer in elektriciteit omzetten. Het grote nadeel: voor deze elektrolyse zijn nu nog platina en iridium nodig, maar platina is vrij zeldzaam, ­iridium is zelfs het meest schaarse metaal op aarde. Koper c.s. onderzoeken hoe de elektrochemische r­ eactie zo efficiënt mogelijk kan,

waarbij weinig volume nodig is, en wellicht een minder schaars metaal kan worden toegepast. ‘Een interessant aspect van die reactie is: je kunt het water heel zuur of heel erg alkalisch maken. Met zuur water kan de elektrolyse heel efficiënt, maar is het dure metaal nodig. In

alkalisch milieu kan het met goedkoper materiaal maar is het minder efficiënt. Maar waaróm die zuurgraad zo’n rol speelt weten we nog niet precies.’ In een publicatie die in maart in N ­ ature Energy verscheen, licht Koper een tipje van de sluier op. Probleem is dat in het alkalische water het elektrisch veld vlakbij de platina elektrode sterker is en daardoor de watermoleculen minder beweeglijk zijn. Dit inzicht biedt aanknopingspunten om verder te sleutelen, aan stroomsterkte, samenstelling van het water, gebruik van andere metalen.


DOSSIER Duurzaamheid

Auto

We kunnen auto’s al op twee manieren van duurzame elektriciteit voorzien. Met stroom die rechtstreeks aan het net wordt geleverd kun je een accu laden. En daarnaast is er de duurzaam ­geproduceerde waterstof. De waterstofauto

27

bestaat al, alleen hij is duur en kan nog bijna n ­ ergens terecht om te tanken. Bij de huidige stand van de techniek is elektrolyse nog twee keer zo duur als het gebruik van fossiele brandstoffen. Koper hoopt op inzichten waardoor straks de benodigde materialen en apparaten ­goedkoper zijn, maar het prijsverschil kan ook op een a ­ ndere manier teruglopen. ‘Vervuiling is nu nog gratis. Maar vroeg of laat gaat CO2-uitstoot belast worden.’ Het bedrijfsleven is zich daarop aan het voorbereiden, denkt hij. ‘Zelfs Shell ziet al in dat het moet omschakelen van een oliemaatschappij naar een energiebedrijf.’

Brandstofcel Opslag waterstof

De waterstof die is geproduceerd met gebruik van duurzaam opgewekte elektriciteit, fungeert als ‘opslagplaats’ van deze schone energie. Het is een brandstof met allerlei toepassingen in industrie en transport, zonder CO2-uitstoot.

De natuur

Hier wordt de waterstof weer in elektriciteit omgezet. Ook deze ‘­katalyse’ heeft Kopers aandacht, omdat ook die reactie zo goedkoop en efficiënt mogelijk moet. Overigens zijn overal ter wereld grote labs, zowel wetenschappelijke als industriële, bezig met dit soort onderzoek. Er zijn veel belangen mee gemoeid, waarbij s­ ommige oplossingen niet wetenschappelijk maar economisch of politiek zijn ingegeven. Een omslag, bijvoorbeeld van olie als brandstof naar waterstof, is ook niet zomaar gemaakt.

‘Wat we nu zoeken’, zegt Koper, ‘is in wezen een manier om te versnellen wat de natuur zelf ook doet, namelijk het omzetten van zonlicht in brandstof. A ­ ardolie, aardgas, en biomassa zijn brandstoffen die de natuur maakt, alleen dat duurt te lang. Om in de wereldwijde energiebehoefte te voorzien ­hebben we nu iets ‘snellers’ nodig. Onder ­vergelijkbare omstandigheden werd ooit de kunstmest uitgevonden. Dat is ook een chemische versneller van een natuurlijk proces, en dat was toen, begin twintigste eeuw, hard nodig om in de wereldwijd enorm toegenomen voedselbehoefte te voorzien.’

Marc Koper is hoogleraar Katalyse en oppervlakte­ chemie in Leiden. Het ­fundamentele begrip van de elektro­chemische reacties bij de toepassing van ­schone ­energie is zijn onderzoeksterrein. Wat gebeurt er op atomair niveau? En met welke materialen kan dat goedkoper en ­efficiënter? Die zoektocht is van ­essentieel belang voor het behoud van de mensheid en de planeet.


Leidraad

28

NR. 2  2017

5x

1

Green office, green drinks

Leidse duurzame

Afgelopen september is de Leiden U ­ niversity Green Office (LUGO) van start gegaan. De missie van studenten en medewerkers van Universiteit Leiden die hier samenwerken: de universiteit verduurzamen. Dit doen ze door het stimuleren van onderwijs en onderzoek naar duurzaamheid. Rianne Läkamp is een van de studenten die actief is voor LUGO: ‘Maandelijks houden wij voor studenten en medewerkers een borrel, de Green Drinks, met een thema of speciaal tintje, bijvoorbeeld ­sustainable smoothies, een kledingruil of een discussie over duurzaamheid en onderwijs.’

2

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO’S: NADJA BRUN (3) EN MARC DE HAAN (4 EN 5)

Cookstove

Jeroen Waijenberg is Energie- en Duurzaamheids­ coördinator aan Universiteit Leiden. ‘Sinds 2010 vergroenen wij onze verbruikte elektra en gasverbruik. Dat doen wij met Carbon Credits. Deze credits worden gecreëerd door vermeden emissies uit duurzame projecten. Universiteit Leiden heeft gekozen voor een Keniaans Cookstove project. Een cookstove is een kook­ toestel dat is gemaakt voor huishoudens in ontwikkelingslanden. Bijna een derde van de wereldbevolking kookt op open vuur of

met een vervuilend kooktoestel. Dat heeft een enorme impact op de gezondheid, het klimaat en de sociale ontwikkeling van vrouwen en kinderen in ontwikkelingslanden. Wereldwijd sterven jaarlijks vier miljoen mensen aan longziektes veroorzaakt door koken op open vuur. Door het slimme ontwerp van clean cookstoves is er vijftig tot honderd procent minder hout of alleen nog maar biogas nodig bij het koken en komt er bijna geen rook meer vrij. Een enorme verbetering voor de gezondheid. Daarnaast worden ontbossing en CO2uitstoot tegengegaan.’

projecten

3

Nanodeeltjes

Martina Vijver is onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden. Zij focust zich op nano-ecotoxicologie. ‘Nanotechnologie wordt gebruikt in allerlei nieuwe producten en wij testen de green & clean claim hiervan. Met onze d ­ aphnia’s – watervlooien – doe ik samen met post doc N ­ adja Brun onderzoek naar toxische effecten. We stellen de

daphnia’s bloot aan bepaalde nanomaterialen. Door de fluorescerende stof kunnen wij de mate van toxiciteit inschatten. Wat wij doen is misschien niet zo zichtbaar, maar de kennis die wij leveren is heel relevant. Want is een duurzame toepassing nog wel zo wenselijk als het ons blootstelt aan giftige stoffen? Eigenlijk staat ons onderzoek aan de basis van heel veel mooie ontwikkelingen.’


DOSSIER Duurzaamheid

29

4

Compost uit het LUMC

Het LUMC houdt dagelijks veel ­ ereid voedsel over dat niet meer b bruikbaar is. De aanschaf van een composteer­machine was daarom een g ­ ouden greep. Deze verwerkt in twee dagen vier 120-liter kliko’s vol afval tot g ­ eurig bruin poeder: prima ­compost! Afgelopen februari leverde het LUMC de e ­ erste berg compost aan ­tuinvereniging Cronesteyn in ­Leiden. Overigens gaan de teruggekomen voedselresten van de afdelingen niet in de composteermachine. Het risico dat deze vervuild zijn met medicijnen is te groot.

5

Duurzaam gebouw

Watervlo met nanodeeltjes die rode fluorescentie geven.

Breeam is hét instrument om integraal de duurzaamheid van gebouwen te meten en te beoordelen. Het nieuwe gebouw van de Leidse W&N-­faculteit is het eerste Nederlandse laboratorium dat het Breeam-­certificaat mocht ontvangen. Annette Boot is bij Universiteit Leiden werkzaam als projectleider vastgoed en legt uit: ‘Breeam geeft credits op negen ­onderwerpen, waaronder ­gezondheid, vervuiling en e ­ nergie. Veel zaken zijn niet direct zichtbaar, maar ze zijn er wel. Zo zijn alle materialen die gebruikt zijn voor de bouw door

de bouwer beoordeeld op herkomst en productiewijze: allemaal zo duurzaam mogelijk.’ ­Huzarenstukje is de installatie voor ­warmte-koude-opslag. ‘In de winter gebruik je de warmte die je in de zomer hebt opgeslagen en in de zomer gebruik je de koude van de winter. Dit levert een reductie van CO2 -uitstoot van 25 procent op.’ Wil je de cijfers checken, ga dan naar duurzaaminbeeld. erbis.nl/ plattegrond_ binnenstad. Leiden is de eerste u ­ niversiteit die het energieverbruik in al haar gebouwen ­online inzichtelijk maakt ­binnen het project Duurzaam in Beeld.


30

Leidraad

‘ Leiden moet het voortouw nemen’

‘I

aldus alumnus Marcel

k heb tijdens mijn Leidse studietijd onder andere alle sloten van Leiden onderzocht op ecologische en ­chemische waterkwaliteit. Nu ben ik als programmamanager Duurzaamheid bij de gemeente samen met de wethouder het boegbeeld van duurzaamheid in L ­ eiden. Ik voel me zeer aangesproken door het hogere doel om van Leiden een duur­zame stad te maken waar het ook over dertig jaar fijn leven, studeren en ondernemen is. Dat ­positivisme komt ook terug in onze duurzaamheidscampagne ‘Leiden gaat Goed’. Strekking: we gaan de goede kant op, doe je mee? Leiden is een kennisstad en wij vinden dat we daarom het voortouw moeten en kunnen nemen. De afspraken die in Parijs zijn gemaakt om de temperatuur­ stijging te beperken tot 1,5 procent betekenen echt wat. Maar dat betekent dat we NU dingen anders moeten doen: van het (aard-) gas af, schoner vervoer, circulair omgaan met grondstoffen en afval, slimmere inrichting van steden. Als gemeente geven we zelf het goede voorbeeld door onder andere onze eigen gebouwen te verduurzamen, gebruik van volledig groene energie en duurzame inkoop van m ­ aterialen.’

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

MARCEL BELT (37) 1997-2001 Studie ­Chemische technologie, Haagse ­hogeschool 2001-2004 Studie Bestuurskunde en Biologie in Leiden 2007 Beleids­adviseur en projectleider voor Water, groen en openbare ruimte, gemeente Leiden 2015 Programma­ manager ­Duurzaamheid gemeente ­Leiden; Raadslid Water Natuurlijk bij het hoogheemraadschap van Delfland

De bron van al het leven Zonder water beginnen we niets, maar je kunt er ook te veel van hebben. Leidse, Delftse en Filipijnse studenten werken samen aan watermanagement, omdat dit element een centrale rol speelt bij vragen over duurzaamheid.

‘W

ater is de bron van al het leven,’ zegt Gerard Persoon, hoogleraar Milieu en Ontwikkeling. ‘Water heeft te maken met voedselzekerheid, veiligheid, leefbaarheid, om maar een paar zaken te noemen.’ Toen Persoon de financiële ruimte kreeg om een programma in watermanagement op te zetten, greep hij die kans met beide handen aan. Dat bachelorprogramma loopt nu al zeven jaar en is een gewilde onderzoeksstage voor studenten van Universiteit Leiden en TU Delft. Persoon: ‘We organiseren één water course per jaar, maar qua belangstelling zouden dat er vier kunnen zijn.’ Nederlandse stu-

denten doen op de Filipijnen onderzoek naar een aan water gerelateerd thema. Daarbij werken ze samen met Filipijnse collega-­studenten. Klimaatverandering

Persoon is al langer gegrepen door duurzaamheid, en het thema komt dan ook steeds terug in zijn onderwijs- en onderzoekscarrière. ‘Eigenlijk is het raar dat we binnen de culturele antropologie vroeger zo weinig aandacht besteedden aan water. Als het over natuurlijke hulpbronnen ging, dachten we aan zaken als hout en bush meat. En dat terwijl water zo’n belangrijke levensbehoefte is.’ Bovendien is het een levensbehoefte die in veel landen onder druk staat, waarbij ook kli-


DOSSIER Duurzaamheid

NR. 2  2017

31

voorbereid op een dergelijke natuurramp. Dat bleek dit jaar ook uit de onderzoeken van de studenten. Van Weerd: ‘Maar in de wederopbouw schort er nog wel wat aan. Veel boeren zijn hun hele oogst kwijt, plus de investeringen die ze hebben gedaan. Zij krijgen nog te weinig hulp.’ Disciplines verbinden

Sociale aspecten

De water course is niet bedoeld om met de westerse blik kant-en-klare oplossingen aan te dragen voor Filipijnse waterproblemen. Renée Hagen, docent bij het Instituut Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie en in 2017 begeleider bij het programma: ‘Het gaat er voornamelijk om dat de studenten onderzoekservaring opdoen.’ En vergeet de bijbehorende inzichten niet, die

soms in de categorie “eye-opener” vallen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, gaat duurzaamheid niet alleen over ecologische aspecten. Van Weerd: ‘De studenten zien dat ook sociale aspecten een belangrijke rol spelen, zoals de vraag hoe het beschikbare water eerlijk verdeeld wordt. En politiek: wie neemt de beslissingen over water die heel veel mensen raken?’ In 2017 was de orkaan Haima die de Filipijnen in 2016 trof het thema van het onderzoeksprogramma. Een ‘super typhoon’, met windsnelheden tot twee keer zo hard als die van de sterkste storm ooit in Nederland. Na de verwoestende orkaan Haiyan van 2013 heeft de Filipijnse overheid grote stappen gezet en is zij veel beter

Filipijnse fieldschool

De Fieldschool Watermanagement in the Philippines wordt elk jaar ­georganiseerd door de Faculteit Sociale Wetenschappen en het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden en de Isabela State University en de Mabuwaya Foundation in de Filipijnen. Er is plaats voor 12 tot 15 N ­ ederlandse bachelor-studenten en een gelijk aantal Filipijnse studenten. In dit p ­ rogramma doen de deelnemers een maand lang onderzoek naar duurzaam w ­ aterbeheer op de Filipijnen. De fieldschool krijgt financiële ondersteuning van het ­Hoogheemraadschap Rijnland en het Louwes Fonds.

TEKST: ANNETTE ZEELENBERG, FOTO: GERARD PERSOON

maatverandering een rol speelt. Merlijn van Weerd, coördinator van het programma: ‘Op de Filipijnen komt zowel waterschaarste als een teveel aan water voor, bijvoorbeeld door extreme regenval. Daarmee is het land exemplarisch voor veel landen in de tropen. Maar ook in Nederland kennen we droogte en overstromingen.’ De Filipijnen zijn extra interessant omdat het land zich razendsnel ontwikkelt. ‘Sommige steden zijn in korte tijd verdrievoudigd in omvang. Waar je voor de watervoorziening eerst nog toe kon met de aanwezige waterbronnen, moet je nu een hele nieuwe waterinfrastructuur aanleggen, compleet met riolering.’

Tijdens de cursus is veel aandacht voor interculturele verschillen. Hagen: ‘De studenten worden ingedeeld in Nederlands-Filipijnse koppels. Zo leren ze dat niet iedereen op dezelfde manier naar zaken kijkt.’ Van Weerd benadrukt het verschil in omgangsvormen: ‘Het clichébeeld klopt vaak: Nederlanders zijn erg direct. Filipino’s zijn heel beleefd, maar daardoor ook schuchter in de samenwerking. In die zin leren ze van elkaar. Bovendien is de cursus voor veel Filipijnse studenten de eerste kennismaking met buitenlanders.’ Ook op andere manieren werkt de water course verrijkend. Studenten van allerlei disciplines doen eraan mee, van cultureel antropologen tot waterbouwkundigen. Dat maakt de cursus uniek en ook noodzakelijk, stelt Persoon: ‘We willen disciplines met elkaar verbinden. De duurzaamheidssector heeft breed opgeleide mensen nodig die over hun eigen specialisme heen kunnen kijken. En dan samen inventieve oplossingen ontwikkelen. Dat is belangrijk bij het denken over de vraag hoe we de samenleving rechtvaardig inrichten als het gaat om het gebruik van natuurlijke hulpmiddelen en om klimaatverandering. Duurzaamheid is daarin een kernthema.’


32

Leidraad

Vijf vragen aan hoogleraar Internationaal Publiekrecht in Leiden en Eerste Kamerlid (PvdA) Nico Schrijver over de juridische aspecten van duurzame ontwikkeling.

‘ De global goals vormen een prachtige klaroenstoot’

TEKST EN FOTO: NICOLLINE VAN DER SPEK

U houdt zich al jaren bezig met de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN. Welke doelen zijn dat? ‘Dat zijn de opvolgers van de Millennium Ontwikkelingsdoelen. Deze hadden een looptijd tot 2015. Nu hebben we een nieuwe set ontwikkelingsdoelen uitgevaardigd met een looptijd tot 2030, beter bekend als de ‘global goals’. Deze ­doelen hebben onder andere betrekking op de rechten van ­vrouwen en kinderen, het bestrijden van armoede, maar ook op het beheersen van het klimaat. Het grote doel is om ervoor te zorgen dat in het jaar 2100 de temperatuur niet is gestegen ten opzichte van het pré-industriële tijdperk (1850). Doen we niets, dan kan de temperatuur tegen die tijd wel tot meer dan 3 graden gestegen zijn.’

Hebben die global goals invloed? ‘Het zijn louter aan­ bevelingen. Niettemin leert de praktijk dat de global goals een ­enorme normatieve functie hebben. Duurzame ontwikkeling is een betrekkelijk recent rechtsbegrip, dat in 1987 door mevrouw Brundtland, de voormalige premier van Noorwegen, prominent op de kaart is gezet, en in 1992 op een VN-­ conferentie in Rio de Janeiro politiek is omarmd. Sindsdien

zie je dat duurzaamheid heel snel wortel schiet in allerlei internationale verdragen. Ook wil iedereen zich scharen achter de ­global goals. Ze vormen een gemeenschappe­ lijke antenne van de mens, niet alleen van de staten, maar ook van allerlei maatschappelijke organisaties, inclusief VNO-NCW, CNV en FNV in Nederland.’

Wat is precies uw rol? ‘Van 1994 tot 2002 was ik rapporteur van de commissie Legal Aspects of Sustainable Development. In 2002 hebben we vanuit deze internationale commissie een belang­ rijke declaratie over internationaal recht en duurzame ontwikkeling aangenomen in New ­Delhi. In Johannesburg, tijdens de wereldtop (Rio+10) heb ik mogen uitleggen wat de rol is van het internationale recht bij duurzame ontwikkeling. Inmiddels ben ik voorzitter van deze commissie geworden en publiceer ik er regelmatig over. Zo heb ik in 2010 het boek ­Development without Destruction geschreven, een bestseller in ­A merika.’


DOSSIER Duurzaamheid

Hoe kun je vanuit juridisch oogpunt bijdragen aan de bevordering van duurzaamheid? ‘Door duurzaamheid te zien als een mondiale waarde. Van daaruit kun je beginselen en regels op­­ stellen, van waaruit je vervolgens nieuw recht kunt ontwikkelen. Zo is in het Verdrag van Lissabon in 2007 een aantal duurzame rechtsbeginselen opgenomen, zoals het voorzorgsbeginsel en het beginsel van hoog beschermings­ niveau. Ook kennen we in Europa het Verdrag van Aarhus, dat burgers het recht op toegang tot informatie, de rechter en deelname in besluitvorming in milieuaangelegenheden geeft.’

Wat zijn dan juridisch gezien nog de problemen? ‘Staten zijn soms met geen stok vooruit te krijgen. Neem het ­k limaatakkoord van Parijs. Dat is eigenlijk nu al te vrijblijvend gebleken. Nu komt het er op aan dat we de afspraken die daar zijn gemaakt ook daadwerkelijk gaan uitvoeren. Alleen hebben we nu de wonderlijke situatie dat China en Japan wel mee ­w illen doen, landen die vroeger altijd moeilijk deden, en dat Amerika onder Trump ineens dwarsligt. We moeten dus nog maar bezien of Parijs de troepen echt in beweging brengt. Dat geldt ook voor Nederland. We zijn op het gebied van duurzaamheid absoluut geen kop­ loper in Europa, laat staan in de wereld. De global goals moeten iedereen ook na Parijs bij de les houden. Ze vormen als zodanig een prachtige klaroenstoot. Ik blijf dan ook optimistisch, ondanks Trump.’

33

‘ Heel Nederland moet af van gas’ aldus alumna Maya

‘A

ls voorvechter van de grootste ­energietransitie van de eeuw leid ik de campagne ‘Van Gas Los’. Doel: binnen nu en 30 jaar m ­ oeten alle huishoudens van Nederland anders koken en stoken. Dat wil zeggen, zonder aardgas. Om mijn doel te bereiken, breng ik als directeur van Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland 35 partijen bijeen om haast te maken met een CO2 -neutraal beleid. Het ­fossiele tijdperk is echt voorbij. Ik ben dan ook dolblij met de honderd gemeenten, waaronder Amsterdam, die zich al hebben gecommitteerd. Ik was al blij geweest met twintig! Ander goed nieuws: minister Kamp heeft in de Kamer gezegd jaarlijks 200.000 huishoudens van het gas te halen. Dat is ook gewoon heel hard nodig om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen. Gelukkig zijn de meeste gemeenten goed bezig, zoals Leiden, maar ik kan me echt ergeren aan de laksheid van enkele gemeenten. Dan komen ze met zonne­panelen, maar er is veel meer nodig. Er zijn gemiddeld 500 wind­molens per gemeente nodig. Minstens zo belangrijk is de verduurzaming van warmte. Duurzaam koken en stoken is ook nog eens goedkoper, hebben we berekend. Ergo: iedereen moet van het gas af.’

MAYA VAN DER ­STEENHOVEN (45) 1991-1998 Studie Rechten in Leiden 1998-2007 Diverse functies bij ministerie van Economische Zaken 2012 Directeur Energiek Leiden 2013 Directeur Programma­ bureau Warmte Koude Zuid-Holland

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

NR. 2  2017


34

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

‘De natuur is de mens op allerlei manieren van dienst, maar de waarde daarvan is niet altijd in euro’s uit te drukken’, zegt ­Alexander van Oudenhoven, postdoc bij het Centrum voor ­Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden. Hij doet onderzoek naar de Zandmotor vlakbij Den Haag.

TEKST: ARNO VAN ’T HOOG, FOTO: RWS

Het opspuiten van twintig ­miljoen kubieke meter zand in 2011 beschermt nu de kust, maar zorgt in de wijde omgeving ook voor een breed strand, stuifzand en r­ uige

duinen. Het wordt bouwen met de natuur genoemd: de k ­ omende twintig jaar mogen getij en wind hun gang gaan, terwijl de duinenrij spontaan aangroeit. ‘Op een stormachtige dag waan je je daar alleen met de natuur, en dat is bijzonder in de Randstad. ­Wandelaars blijken dat weidse landschap zeer te waarderen.’ De natuur zorgt dus voor ontspanning en welbevinden, en dat is ook belangrijk, zegt Van Oudenhoven, net zoals watersport of zeldzame planten. Van Oudenhoven neemt met het project NatureCoast de Zand­motor een paar jaar onder de loep. Hij gaat de kennis die 12 promovendi in het project verzamelen, vertalen voor beleidsmakers, zodat ze een optimaal ontwerp kunnen

‘ Wie bouwt met natuur oogst meer waarde’

DOSSIER Duurzaamheid

NR. 2  2017

maken voor nieuwe kustverdediging. Kustgemeenten kunnen dan de gevolgen inschatten van hun keuzes voor het landschap, vissen, vegetatie en mensen. Het buitenland kijkt met veel belangstelling naar die v ­ eelzijdige aanpak. Badplaats Negril op ­Jamaica zocht contact met ­NatureCoast. De overheid ter ­plaatse worstelt met kusterosie, die het witte strand en hotels bedreigt. ‘Een oplossing zoals de zand­motor is daar niet gewenst, ook omdat de oorzaak zit in vernietiging van koraalriffen voor de kust en watervervuiling. We moeten dus eerst de lokale situatie veel beter begrijpen en dan kustverdediging, natuur­herstel en toerisme op elkaar zien af te stemmen.’


NR. 2  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

35

de groep van

Frank van Roermund (56) Frank van Roermund, wat zien we op deze foto? ‘Mijn Quintus-dispuut MCP, tijdens het ­slotdiner van een van onze dispuutsweekends. De foto is gemaakt in ­februari 1984, bij onze huischinees Woo Ping. Het was een gezelligheidsdispuut, waar studenten van allerlei pluimage aansluiting vonden. We begonnen met veel bèta’s, maar zoals in Leiden gebruikelijk bestond de groep op den duur voor de helft uit juristen. Omdat het geen jaarclub was, kregen we ook steeds verversing.’

Dat waren dan memorabele etentjes. ‘We hadden de vreemde gewoonte om bij de Chinees ­veilingen te houden. Wat na een dispuutsweekend over was, ging per opbod weg. Van theezakjes tot wc-rollen. Potjes jam waren het populairst. Een aangebroken pot kon zo 30 gulden opleveren voor de dispuutskas. Gebruikte potten kwamen jaarlijks terug op de veiling en werden steeds waardevoller.’ U heeft later een verrassende route gekozen. ‘Ik ben ingetreden in het klooster, bij de ­Norbertijnen. Dat had niets te maken met een gebrek aan interesse in de natuurwetenschap. Ik heb met plezier gewerkt bij ­Fokker Space en probeer in mijn ­vakgebied, de sterrenkunde, een vinger aan de pols te houden. Ik ga elk jaar naar de Oort-­ lezingen. ­Vanaf 1990 ben ik

in de zomer­vakantie telkens een week naar een klooster gegaan. Ik las, wandelde, bad. Het gaf me energie en maakte in mijn hart iets los. Toen ik in 1996 bij de ­Norbertijnen was, voelde het zo vertrouwd, dat ik in 1998 besloot in te treden.’ Geloof en natuurwetenschap, gaat dat samen? ‘Jazeker! Natuurwetenschap is een andere manier van kijken, maar je kijkt naar dezelfde wereld. Nogmaals, mijn interesse in de natuurwetenschap is nog even groot als vroeger. Bij de Vereniging van Oud-Sterrewachters ontmoet ik ook nog jaarlijks de Leidse astronomen. De wetenschap stelt hoe-vragen, theologie stelt vragen over zingeving. Dat kan naast elkaar.’ Frank van Roermund, Sterrenkunde 1979-1987

TEKST: ERIC DE JAGER

Verschillende studies, nieuwe aanwas en toch een hechte band? ‘Een band voor het leven, want we zien elkaar nog steeds. Met Hans Tromp ­bijvoorbeeld, aan mijn rechterhand op de foto, ga ik naar klassieke concerten. We trokken dagelijks met elkaar op. Als je zo intensief met elkaar leeft, leer je elkaar door en door kennen. De tijd verschrompelt direct als we elkaar weer zien. Dat geldt niet alleen voor de dispuutsleden. Bij Woo Ping herkennen ze me ook nog.’


36

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Vice-rector magnificus Hester Bijl over de nieuwe onderwijsvisie

‘Vernieuwen doe je niet achter je bureau’ Hester Bijl is de nieuwe vice-rector magnificus van de Universiteit Leiden. Sinds 1 november 2016 is zij verantwoordelijk voor de portefeuille onderwijs. Haar eerste grote opdracht: de nieuwe onderwijsvisie – Learning@Leiden – samen met docenten en studenten vormgeven. Doel is studenten te laten uitgroeien tot academische en maatschappelijk betrokken professionals die over grenzen heen kunnen kijken.

Erop uit

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO’S: TACO VAN DER EB

Haar kennismaking met de Leidse universiteit bracht haar al op uiteenlopende plekken in de organisatie. ‘Ik vind het belangrijk om het onderwijs aan de Universiteit Leiden verder te ver­nieuwen, samen met de mensen op de werkvloer én de studenten. Daarvoor moet je natuurlijk wel weten waarover je praat. Er gebeuren veel belangrijke en mooie dingen op allerlei terreinen – waar je soms geen weet van hebt. Vernieuwen doe je op zo’n speelveld niet achter je bureau. Je moet de faculteiten en instituten langs. Met onderzoekers praten,

onderwijs volgen. Contact hebben met ­studenten, weten wat er leeft. En dat in je visie meenemen.’

Wijnhaven

Hester Bijl vertelt het op een vrijdagmiddag in het restaurant op de tweede verdieping van het in ­januari geopende gebouw Wijnhaven in Den Haag. Bijl voelt zich er thuis, tussen de veelal ­inter­nationale, Engelssprekende studenten. Er is veel bedrijvigheid, in alle hoeken wordt overlegd en gewerkt – soms in groepjes,


NR. 2  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

soms door studenten alleen. Bijl, enthousiast: ‘Dit is precies wat we wilden. Een universitair gebouw moet contact stimuleren, samenwerking – je ziet het hier voor je ogen gebeuren.’

Alfa en bèta

De vice-rector komt uit Delft, waar ze hoogleraar Numerieke Stromingsleer was en een aantal jaren decaan van de Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Leiden kende ze al, van haar deeltijdstudie Engels, waarin ze een master behaalde.

Leidraad

37

‘Ik ben een alfa en een bèta’, lacht ze. ‘Dat komt in mijn huidige functie goed van pas.’ Bijl heeft allerlei plannen voor de universiteit, een ervan is de nieuwe onderwijsvisie. Het plan kwam tot stand met onder meer de input van een breed samengestelde denktank van docenten, studenten, bestuurders en ondersteuners over het onderwijs van de toekomst.

Aanscherpen

De vice-rector spreekt met enthousiasme over de acht ambities die nu geformuleerd zijn, maar er moet wel meer gebeuren. ‘Ik ben me ervan bewust dat we er nog niet zijn, ook al gebeurt er al veel op het gebied van onderwijs. Komende periode ga ik verder in gesprek met medewerkers en ook met studenten, want we hebben hen hard nodig. Daarnaast is het belangrijk met de faculteitsbesturen en opleidingsbesturen te kijken wat we precies ­willen bereiken. Waar zij prioriteiten willen leggen. Zo kunnen we het plan verder aanscherpen en van ambities concrete acties maken in het onderwijs.’

Verbinden

‘Ik hoop dat ik over vier jaar kan zeggen dat we daar een flinke stap in hebben gemaakt. Dat de organisatie toekomstbestendig is, en dat onze ambities goed terug te vinden zijn in ons onderwijs. Wat volgens mij in het plan essentieel is, is de verbinding. We kunnen nog veel meer dan nu gebeurt verbinden, dwarsverbanden leggen. Tussen mensen, organisaties. Daar ga ik me voor inzetten.’

Hester Bijl

Prof.dr.ir.drs. Hester Bijl (1970) studeerde Technische Wiskunde aan de TU Delft, waar zij ook promoveerde. Daarnaast behaalde zij een master in Engelse Taal en Literatuur aan de Universiteit Leiden. Voor haar onderzoek op het gebied van de numerieke stromingsleer met toepassingen in de luchtvaart en windenergie ontving zij p ­ ersoonsgerichte subsidies van NWO (VIDI en ASPASIA). Bijl was bij de eerste lichting van de Jonge Akademie van de KNAW en

zat ook in het bestuur. Tot haar benoeming als vice-rector magnificus van de Leidse universiteit, met ingang van 1 november 2016, was Bijl hoogleraar Aerodynamica in Delft. Tussen 2013 en 2016 was zij daar decaan van de Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Het College van Bestuur van de Universiteit L ­ eiden bestaat naast vice-­rector Hester Bijl uit voorzitter/ rector magnificus prof.mr. Carel Stolker en, vanaf 8 mei 2017, vice-voorzitter drs. Martijn Ridderbos.


38

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2017

Learning@Leiden in 8 ambities Het onderwijsplan kent acht ambities. Bijl: ‘Doel is studenten laten uitgroeien tot academische en maatschappelijk betrokken professionals die over grenzen heen kunnen kijken. De eerste vier ambities gaan over de ontwikkeling en leeromgeving van de student, de laatste vier gaan over de oriëntatie op de samenleving. Niet alles is nieuw, veel dingen doen we al. Maar dat is niet altijd meteen herkenbaar.’

1

2

De invoering van ‘onder­ zoekend leren’ in alle ­opleidingen: de student is niet alleen toeschouwer, maar wordt deelnemer. ‘Er is een groot verschil t­ ussen over onderzoek horen en zelf onderzoek bedenken en uitvoeren. Wij vinden het belangrijk dat studenten in staat zijn om zelf iets toe te voegen aan dat­gene wat ze in colleges horen. Het levert veelzijdigere en enthousiastere ­studenten op. En de maatschappij straks jonge, academische professionals met kennis van het vakgebied en een kritische onderzoekende houding – betrokken en verantwoordelijke burgers. Onderzoekend leren gebeurt ­overigens op veel plaatsen binnen de universiteit al. Om een voorbeeld te noemen: Friedo Dekker van het LUMC heeft onderzoek toegevoegd aan de verpleeghuisstage, een onderdeel van het e ­ erste jaar van de Bachelor Geneeskunde. Hij geeft de studenten lijsten met onderzoeks­ vragen mee. De gegevens verzamelt en verwerkt hij, waarna de resultaten door de studenten besproken worden. Het is een mooie eerste kennismaking met onderzoek. We willen al die mooie voorbeelden ook met andere opleidingen en docenten delen.’

Het aanbod van meer onderwijs in kleinschalige ‘learning communities’ waarin studenten actief deelnemen. ‘In Leiden willen we geen passieve studenten die achter in een grote collegezaal wegkwijnen. Integendeel. We willen hen actief laten deelnemen aan en laten participeren in ons onderwijs. Niet alleen omdat de stof dan beter beklijft, maar ook omdat het tot een groepsgevoel leidt – iets wat veel jongeren belangrijk vinden. Een goed voorbeeld is de manier waarop het Leiden University College (LUC) werkt in Den Haag, met veel werkgroepen. De studenten geven heel hoge waarderingen aan dit soort werkvormen. We willen bekijken hoe we dit breder kunnen invoeren, ook voor opleidingen met veel studenten.’

Aanbieden van onderwijs en leerroutes waarmee de ­student de mogelijkheid krijgt om de studieloop­ baan aan te passen aan de doelen die hij/zij zelf stelt.

3

‘De maatschappij vraagt om oplossingen voor complexe problemen. Om originele en eigenzinnige denkers te kweken, helpt het als studenten “eigenaar” zijn van hun eigen opleiding. Centraal voor hen staat de vraag: waar wil ik uitkomen? Om doelen te bereiken moeten studenten hun persoon­lijke leerpad kunnen uitstippelen, hun eigen menu samenstellen uit het a ­ anbod van bachelors, m ­ asters, minors, s­ tages, honours classes, ­Massive Open

­ nline Courses (MOOCs) en O Small P ­ rivate ­Online Courses (SPOCs). Zie het als legoblokjes die studenten zelf stapelen. Dat vraagt om intensief mentorschap, want eenvoudig is dat niet. Ik moet nu denken aan de Masteropleiding Biofarmaceutische wetenschappen, waar de allereerste colleges gaan over “hopes and dreams”. Dit is bedoeld om studenten bewust te maken van wat ze nodig hebben om daar te komen waar ze willen zijn. Het zal nog wel even duren voordat er echt grote flexibiliteit mogelijk is. Maar deze ambitie geeft wel richting aan de verandering. En we kunnen nu al kleine stappen maken.’


5

4

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

39

Meer aandacht voor ‘transferable skills’ in het onderwijsprogramma – vaardigheden die je kunt gebruiken voor diverse banen, zoals kunnen samenwerken en communiceren. ‘Naast de academische vaardigheden is er meer aandacht nodig voor vaardigheden die veel gevraagd worden in het bedrijfsleven en de rest van de maatschappij. Ik noem bijvoorbeeld het ­vermogen tot kritisch nadenken, problemen oplossen en zelfreflectie, maar ook creativiteit, kunnen samenwerken, en communicatieve vaardigheden zoals presenteren, overtuigen en debatteren. We moeten studenten hierin ondersteunen want die vaardigheden ontwikkel je niet vanzelf.’

In het onderwijs een betere voorbereiding op de arbeidsmarkt bieden. ‘Ik sprak laatst de Leidse burge­ meester Henri Lenferink. Hij zei: “in mijn staf zitten een filosoof, een historicus, en een sinoloog. Die dachten heus niet dat ze op een stadhuis terecht zouden komen toen ze aan hun studie begonnen.” Toch leeft bij studenten steeds meer de vraag wat ze straks met hun opleiding kunnen. Het is een van de meest gestelde vragen op voorlichtings­dagen. En dat is legitiem. Wat wij als universiteit beter kunnen doen, is zorgen dat ­studenten goed toegerust zijn en zich bewust zijn van de toekomst die voor hen ligt. Dat doen we door samenwerking te zoeken met bedrijven, organisaties en alumni. We hebben voor studenten een geweldig alumni-­ mentornetwerk opgezet.’

8

Leidraad

Meer inspelen op vragen en behoeften van de samenleving. ‘De studententijd is een b ­ elangrijke en ­vormende periode in een mensen­leven. In deze periode word je je er bewust van dat je onderdeel bent van een g ­ roter geheel. Wij benadrukken dat door studenten mee te geven dat wat ze in Leiden leren een bijdrage kan zijn aan de wereld. We vinden het ook heel belangrijk dat onze studenten kritische burgers worden die zich bij-

6

voorbeeld bewust zijn van alternative facts en die niet alles voor waar aannemen. We denken na over de vraag hoe we de student al tijdens de studie willen laten bijdragen aan de samen­leving. Dat kan bijvoorbeeld met s­ ervice- of ­community-projecten die onze studenten kunnen doen samen met maatschappelijke instellingen zoals gemeenten en scholen.’

7

In het onderwijs meer inspelen op technologische ontwikkelingen. ‘Onze samenleving is onderhevig aan enorme technologisering. Het is belangrijk dat je als hoogopgeleide geen digibeet bent. Ik kom uit Delft en daar kan bij wijze van spreken iedereen programmeren. Dat gaat voor L ­ eiden misschien wat te ver, maar je moet wel in staat zijn te opereren in een omgeving waarin technologie van belang is. De rol van technologie in het onderwijs valt me in Leiden tot nu toe helemaal niet tegen. Er worden veel innovatieve MOOCs en SPOCs gemaakt, en er is een flinke groep enthousiaste docenten die vernieuwende onderwijsvormen inzetten. En prachtige nieuwe gebouwen, zoals de science-campus en Wijnhaven, zijn helemaal toegerust voor de toekomst.’

Het bieden en stimuleren van een internationale en inclusieve onderwijsgemeenschap waarin iedereen welkom is. ‘Leiden heeft internationaal gezien absoluut een goede reputatie, in Leiden leer je écht de wereld kennen. We zijn ons zeer internationaal bewust. Op veel faculteiten is samenwerking tussen verschillende culturen en religies de normaalste zaak van de wereld. We ­stimuleren het dat studenten in het buitenland ervaring opdoen via uitwisseling of s­ tage. Ook willen we graag meer internationale classrooms. Net zo belangrijk vinden wij het om een inclusieve universiteit te zijn. Álle mensen moeten zich hier welkom voelen, o ­ ngeacht geloof, geslacht, seksuele voorkeur of culturele achtergrond. Daarom hebben we een diversiteitsteam, met daarin ook een feedbackgroep van studenten en alumni. Het is eigenlijk jammer dat zo’n groep nodig is, maar cultuurverandering is taai. In Leiden gaan sommige dingen al behoorlijk goed als je het afzet tegen andere Nederlandse universiteiten. Zo hebben we met 25 procent het hoogste percentage vrouwelijke hoogleraren.’


40

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2017

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

Nieuwe bachelor Security Studies

I

n september gaat de nieuwe Engelstalige bachelor S ­ ecurity ­Studies in Den Haag van start. De opleiding valt onder de Faculteit Governance and Global Affairs. De interdisciplinaire opleiding bestudeert de complexe veiligheidsvraagstukken van onze snel digitaliserende en globaliserende wereld. Meer informatie bachelors.leiden.edu

RECHTEN

Eerste lustrum ­master Jeugdrecht De vijfde lichting studenten rondt binnenkort de master Jeugdrecht af. Dit lustrum viert de afdeling Jeugdrecht maandagavond 11 september 2017. Alle alumni van deze master zijn uitgenodigd. Zij zijn ook welkom op 16 mei bij de Alumni Avond, waar drie alumni van de master vertellen over hun huidige baan en loopbaancoach Marije Bedaux tips geeft voor een vliegende carrièrestart. Meer informatie: d.s.verkroost@law.leidenuniv.nl.

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK

Kwakkel nieuwe ­Scaliger­hoogleraar Boekhistoricus dr. Erik Kwakkel is benoemd tot ­Scaligerhoogleraar. Deze hoog­leraar is zowel verbonden aan het Scaliger Instituut van de Universitaire Bibliotheken ­Leiden als aan de Faculteit Geestes­ wetenschappen. Kwakkel was al als onderzoeker en docent werkzaam bij de Leidse universiteit. Een van de taken van de Scaliger­ hoogleraar is bevordering van

AGENDA

Hortus

Faculteit Geesteswetenschappen

11-20 augustus CONGRES Van 11 tot 13 augustus is in de hortus een internationaal congres over vleesetende planten. Daarna is er nog de hele week een expositie, een speurtocht voor kinderen en er zijn vleesetende planten te koop.

28 oktober ALUMNIDAG Engelse Taal en Cultuur Jane Austen Festival http://bit.ly/alumnidag-engels. Faculteit der rechtsgeleerdheid 12 mei ALUMNIDAG De eerste van een voortaan jaarlijks te houden alumnidag ­­ voor Gerechtelijk deskundigen die in Leiden de specialisatie­ opleiding hebben gevolgd. www.paoleiden.nl

Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen 9 juni JUBILEUM De opleiding Molecular Science and Technology bestaat 10 jaar. Studie­ vereniging het Chemisch Dispuut Leiden viert dit.

het onderwijs en onderzoek rond de Bijzondere Collecties van de ­Universiteitsbibliotheek. ­Kwakkel volgt prof.dr. Harm Beukers op, die de leerstoel sinds 2007 bekleedde. Kwakkel is in binnen- en buiten­land bekend als promotor van het oude boek: hij deelt zijn kennis via traditionele en s­ ociale media, publiekslezingen en populair-wetenschappelijke ­publicaties. Kwakkel is lid van de Jonge ­Akademie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en van het Comité International de Paléographie Latine.

10 juni SYMPOSIUM Studievereniging de Leidse Biologen Club organiseert een groot symposium. facebook.com/bestuurlbc/ 13 Juni LEZING EN LUSTRUM Het Lorentz Center viert dit jaar zijn vierde lustrum, met onder meer een tentoonstelling in de Oude UB en een activiteit tijdens de Nacht van Kunst en Kennis. Op 13 juni geeft Carlos Bayod een lezing in de Hortus. www.lorentzcenter.nl 1 juli BUITENLID ACTIVITEIT Chemisch Dispuut Leiden.

Verenigingen CATENA 20 mei Reünistendag Ter gelegenheid van 65 jaar VSL Catena. www.horusfonds.org 3 oktober VIERING MET HUTSPOT Noordbrabants Museum ‘s Hertogenbosch universiteitleiden.nl/alumni Kijk voor meer informatie en activiteiten op universiteitleiden.nl/agenda Uitnodigingen ontvangen? Zorg dat uw gegevens bekend zijn: www.universiteitleiden.nl/ Wijziging


SIGNALEN

41

LUMC RECHTEN

Leiden Revisited: Terug in de collegebanken De Leidse Sterrewacht is vrijdag 1 september vanaf 14.30 uur ­wederom de locatie voor het jaarlijkse evenement voor alumni van de Leidse rechtenfaculteit. Met negen verschillende kennissessies waarin diverse v ­ akgebieden van het recht worden belicht, en een afsluitende netwerkbijeenkomst waar oud-studiegenoten en oud-docenten elkaar ontmoeten belooft het ook dit jaar een informatieve en sfeervolle activiteit te worden. De inschrijving is geopend via Paoleiden.nl

­ nderzoekers O ­bouwen ­goedkope MRI-scanner Een MRI-scanner is v ­ reselijk duur; in het LUMC wordt gewerkt met apparaten van 8,5 miljoen euro. De Leidse MRI-hoogleraar Andrew Webb wil de techniek ook beschikbaar maken in ontwikkelings­ landen. Hij ging de samenwerking aan met onderzoekers uit Delft en bouwt samen met hen aan een goedkope, low-tech MRI-­scanner.

W

ebb en zijn Delftse ­collega’s Rob Remis (micro-elektronica-­ expert) en Martin van Gijzen (hoogleraar toegepaste wiskunde) vroegen een zogeheten Open Mind-subsidie van 50.000 euro voor originele, toepas­ bare i­deeën aan en kregen die toegewezen. In Mare vertelde Webb: ‘Ons doel is niet om net zo goed te worden als de apparatuur die hier staat, ons doel is om net goed genoeg te worden. Voor heel veel medische diagnoses hoeft het beeld niet tot op de millimeter n ­ auwkeurig te zijn.’ Over een jaar moet er een werkend prototype zijn. Robuust, transporteerbaar, en goed genoeg om diagnostisch wat mee te kunnen. Het uiteindelijke ontwerp moet volledig openbaar worden: zowel de bouwplannen als de software. Een lokaal fabriekje in Afrika zou dan goedkope MRI-apparaten kunnen maken en onderhouden. Onderzoeker Van Gijzen: ‘Het idee is dat de kennis naar A ­ frika gaat. We willen niet een brok technologie daar droppen, waar de mensen vervolgens niet mee verder kunnen.’


42

Leidraad

NR. 2  2017

GEESTESWETENSCHAPPEN

Mark Rutgers nieuwe decaan Prof.dr. Mark Rutgers is per 1 maart de nieuwe decaan van de Faculteit der Geestes­ wetenschappen. Rutgers volgt prof.dr. Wim van den Doel op, die op 1 januari is toegetreden tot de Raad van Bestuur van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.

M

omenteel is R ­ utgers directeur van de ­Graduate School of Social Sciences aan de Universiteit van Amsterdam. Hier is hij verantwoordelijk voor het dagelijkse management en eveneens hoogleraar filosofie van het openbaar bestuur. Eer-

der was hij bij de Universiteit Leiden lid van het faculteitsbestuur van Sociale Wetenschappen en bekleedde hij de functie van wetenschappelijk directeur. Binnen de faculteit krijgt ­Rutgers de leerstoel Wijs­

begeerte; Sociale filosofie. Hij studeerde­W ­ ijsbegeerte aan de Universiteit Leiden waar hij later promoveerde op het onderwerp Bestuurskunde als kennisintegrerende wetenschap. Later bekleedde hij de leerstoel Bestuurs­kunde, in het bijzonder in de filosofie en ethiek van het openbaar bestuur. In 2010 maakte hij een overstap naar de Universiteit van Amsterdam. Rutgers deed veel bestuurlijke ervaring op in diverse universitaire en NWO-commissies. Ook l­eidde hij het NWO pionier p ­ roject ‘The Renaissance of Public Administration’. Hij heeft meer dan 50 wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan.

RECHTEN

Advanced Master in Law & Finance Het aanbod Advanced Masters van de F ­ aculteit der Rechtsgeleerdheid wordt per september uitgebreid met een nieuwe intensieve Engelstalige Advanced Master in Law & Finance. Dit programma is bestemd voor studenten en alumni met een graad in rechten of economie en biedt hen de kennis en vaardigheden die nodig zijn in dit complexe, internationale en multidisciplinaire rechtsgebied. Het curriculum bevindt zich op het snijvlak van law en finance en sluit nauw aan bij de praktijk. Kijk voor meer informatie op: en.mastersinleiden.nl

PROPARTE

Nieuwe hoog­­leraren­vereniging Leiden heeft sinds januari een nieuwe vereniging voor hoogleraren en hun partners. HOLEC en VROLEC zijn opgegaan in Proparte. Het bestuur van de vereniging bestaat uit voorzitter Caesar Sterk, vice-voorzitter Adri Gittenberger-de Groot, secretaris H ­ elmke Berends, penningmeester Jan Bolk en Hans Teunissen. Proparte organiseert activiteiten voor alle hoogleraren en partners, en ondersteunt behoud van universitair erfgoed, zoals restauratie van bijzondere bezittingen van de universiteit of gelieerde instellingen.


SIGNALEN

43

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Slimme ­steden Hoe kunnen we slim nieuwe t­ echnologie gebruiken om s ­ teden toegankelijker, leefbaarder, en v ­ eiliger te maken? Dat staat in de NL Smart City Strategie die premier Mark Rutte 25 j­ anuari in ontvangst nam. De drie Leidse hoogleraren Carolien R ­ ieffe (­ Psychologie), Joost Kok (Infor­matica) en Wessel Kraaij (W&N) gaven advies.

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

E

erder wonnen zij de publieksprijs voor hun onderzoek naar het speelgedrag van kleuters. Daarbij maakten ze gebruik van een innovatieve techniek: ze bevestigden sensoren op de ­kleding van ­kinderen om interacties op het schoolplein te kunnen volgen. Op die manier kwamen ze tot n ­ ieuwe conclusies over speelgedrag en over het belang van fysiek spel voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen betrekken bij de plannen voor die slimme binnenstad, was nu de inbreng van ontwikkelingspsycholoog Rieffe. Iedereen kent de pleintjes met speeltoestellen voor de allerkleinsten, of de sportveldjes voor de groteren. Maar wat is er te doen voor kinderen die niet van sport houden? Rieffe pleit ervoor om de leefomgeving samen met ­kinderen en jongeren in te richten op een manier die aansluit bij hun leefstijl. Als voorbeeld noemt ze fonteinen die reageren op beweging, zoals in de tuin van het R ­ ijksmuseum in Amsterdam of in de koopgoot in Rotterdam. In het Bijlmerpark in Amsterdam kunnen jongeren muziek maken met hun eigen mobiel in een openbare dj-installatie.


44

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

STUDIUM GENERALE

Arendt en Popper over feit, fake en fictie Hoogleraar Filosofie ­Herman ­Philipse (voorheen Leiden, tegenwoordig Utrecht) geeft dit najaar een bijzondere serie lezingen bij Studium G ­ enerale. In vier colleges worden enkele belangrijke werken van de filosofen Hannah Arendt en Karl Popper besproken. In hun reflecties over het N ­ azisme, het liberalisme, en de v ­ oorwaarden voor een werk­bare d ­ emocratie dachten Arendt en Popper b ­ eiden diepgaand na over de rol van betrouwbare kennis in het politieke domein. In een tijd van populisme en s­ ociale media lijkt deze rol ­vrijwel uitgespeeld, zoals bleek tijdens de discussies over de Brexit en tijdens de verkiezings­campagne en het presidentschap van Donald Trump. De colleges zijn op maandag 18 en 25 september, 9 en 16 ­oktober in het Lipsiusgebouw, ­Cleveringaplaats 1, Leiden, om 19.30 uur. Het volledige lezingenprogramma staat op de website voorzieningen.leidenuniv.nl/ studium_generale

Kom ook!

S

NR. 2  2017

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Zwangerschap verandert hersenstructuur Tijdens de zwangerschap verandert de ­structuur van de hersenen, vooral in gebieden met sociale functies, ontdekte hersenwetenschapper Elseline ­Hoekzema. Het leverde haar een publicatie in Nature ­Neuroscience op.

H

et onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Hoekzema laat sterke en zeer consistente veranderingen zien in de a ­ natomie van de hersenen tijdens de zwangerschap. Het volume van de grijze stof neemt af, met name in ­hersengebieden die een rol s­ pelen in sociale cognitie. Puur op basis van deze veranderingen kon een computer­ algoritme herkennen of een vrouw zwanger was geweest.

B ezoek Schemerstad met de Leidse alumnivloot!

inds 2010 vindt in Leiden jaarlijks het succesvolle Schemerstad plaats: een carrousel van boten die in de schemering over de grachten varen langs theaterstukken op bijzondere locaties. De Universiteit Leiden biedt op vrijdagavond 2 juni een zitplaats in een speciale Leidse alumnivloot. In de invallende duister-

nis varen de boten van de ene plek naar de andere en worden passa­giers geconfronteerd met al wat het Leidse daglicht niet kan verdragen. Laat je samen met andere Leidse alumni verrassen door toneel, dans en zang vanaf het water. Aanmelden: universiteitleiden.nl/ alumni -> Agenda

Hoekzema: ‘De gevonden hersenveranderingen zouden een doel kunnen dienen ten aanzien van het op handen zijnde moederschap. Bijvoorbeeld een specialisatie van deze sociale hersengebieden die de moeder helpt om de behoeftes van haar hulpbehoevende zuigeling beter te herkennen.’ Hoekzema en haar collega’s onderzochten vrouwen die zwanger wilden worden van hun eerste kind. Deze vrouwen zijn gevolgd toen ze zwanger werden en nogmaals na de zwangerschap. Zij deed deze studie met haar toenmalige c ­ ollega’s aan de Universitat Autònoma de Barcelona in samenwerking met de fertiliteitskliniek Instituto V ­ alenciano de Infertilidad. Ze maakte het project af na haar overstap naar Leiden. Voor een vervolgstudie op dit nog weinig onderzochte terrein zoekt Hoekzema nog deelneemsters die zwanger ­willen worden.’ Zie zwangerschaphersenen.nl


45

Het archeologisch museum in Raqqa, kort na een bomaanslag. ARCHEOLOGIE

Digitale reconstructie van museumcollectie Raqqa In de burgeroorlog in Syrië s ­ neuvelt ook cultureel erfgoed. R ­ omeinse oudheden bij Palmyra zijn vernield en vele musea zijn leeggeroofd. De Leidse archeoloog O ­ livier ­Nieuwenhuijse gaat met zijn project Focus Raqqa de collectie van het geplunderde archeologisch ­museum in Raqqa in digitale vorm reconstrueren. ‘Er lagen ongeveer zesduizend voorwerpen en voor zover we kunnen nagaan, is alles weg’, vertelt ­Nieuwenhuijse. ‘Veel van die stukken

zijn ooit door Nederlandse, vaak zelfs Leidse archeologen opgegraven.’ En dat biedt kansen: bij opgravingen worden alle gevonden voorwerpen gerubriceerd. Het museum in Raqqa heeft zelf maar een beknopte lijst van de i­nventaris. Nieuwenhuijse: ‘Alles staat op de lijst, maar genoteerd als: objectnummer 1542, kleitablet, uit Tell Sabi Abyad, 15 bij 20 cm. Dat zegt vrij ­weinig over het voorwerp. Als we dit echter k ­ oppelen aan de informatie uit onze archieven, kunnen we een zeer p ­ recieze omschrijving van

deze kleitablet opstellen.’ Op die manier hoopt Nieuwenhuijse een digitale reconstructie van de gehele ­museumcollectie te kunnen maken. ‘Die inventaris kan dan gebruikt worden wanneer objecten op de markt voor antiquiteiten opduiken, of door opsporingsdiensten die actief op zoek gaan naar verdwenen stukken.’ Het ultieme doel is dat een deel van de collectie ook fysiek kan worden teruggevonden.

FOTO: ANP

SIGNALEN


46

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2017

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Hoogleraar Workplace Pride

S

ociaal en organisatiepsycholoog ­Jojanneke van der Toorn is op 1 januari begonnen als eerste hoogleraar op de bijzondere leerstoel Workplace Pride. De focus daarvan ligt op inclusie van lesbische, homoseksuele, biseksuele en trans­gender personen (LHBT). Ze is de eerste hoogleraar ter wereld op dit

terrein. Haar leeropdracht omvat onderzoek naar de inclusie van LHBT-werknemers op de werkvloer en de verbetering daar-

van. Daarnaast maakt het scheppen van een kader voor toekomstig onderzoek op dit gebied er deel van uit. Van der Toorn wil een brug slaan naar een breder publiek en de media. Bovendien wordt de kennis over inclusie van LHBT’s op het werk onderdeel van het bachelor- en masteronderwijs aan de Universiteit Leiden.

LUMC

Het dertigersdilemma centraal op jongerenbijeenkomst Werk combineren met opleiding, settelen of misschien een andere kant op na de studie? De e ­ erste jongerenbijeenkomst van de LUMC alumnivereniging gaat over het zogenoemde dertigersdilemma. Vrijdagavond 19 mei nemen drie sprekers de aan­wezigen mee langs de keuzes in het leven. Nienke Wijnants is psycholoog en loopbaan­ adviseur. Ze werd bekend met Het

­dertigersdilemma, haar veelgeprezen boek. Menno de Bree studeerde filosofie en werkte als filosoof bij Heineken en N ­ yenrode. Sinds 2016 is hij tevens docent aan the School of Life Amsterdam. Ron de Kloet is akademiehoogleraar bij de KNAW op basis van zijn bijdragen op het gebied van stress­ biologie. Aanmelden via www.lumc.nl/alumni

MIND THE GAP

Alumni masterclass

otsen B generaties op de werkvloer?

I

n een snel veranderende samenleving is het voor veel organisaties een uitdaging om ‘bij de tijd’ te blijven. Manieren van organiseren, samenwerken, leiderschap, communiceren en omgaan met diversiteit raken snel verouderd. Hoe benut je de potentie van nieuwe generaties op de werkvloer om te ‘verversen’ en tot eigentijdse producten en diensten te komen? Hoe ondersteunen de generaties elkaar? Over deze vragen gaat het in de alumni-masterclass ‘De kracht van generaties’.

Wat kunnen deelnemers ­verwachten? Generatie-expert dr. Aart Bontekoning geeft een uitleg over de verschillen en parallellen tussen generaties en gaat in op de houdbaarheidsdatum van gedrag. Universitair docent bestuurskunde dr. Ben Kuipers bespreekt een onderzoek van de Public Leadership F ­ oundation naar de vraag wat verschillende generaties in de publieke sector beweegt. In gesprek met elkaar en met de sprekers gaan deelnemers ­vervolgens actief op zoek naar succesvolle interventies in hun eigen praktijk. Dinsdag 13 juni 19.00-22.00 uur KOG, Steenschuur 25, Leiden Meer informatie en inschrijving: universiteitleiden.nl/masterclasses


SIGNALEN

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

LUMC

47

Geneeskundestudenten kunnen in Leiden door een andere bril k ­ ijken. De HoloLens is een draag­bare ­computer in de vorm van een bril, die 3D-beelden over de werkelijkheid heen legt. Het Centre for I­ nnovation en het LUMC hebben samen een app ontwikkeld. Ze voorspellen voor dit soort technieken een grote toekomst, al is de HoloLens nu nog te duur om op grote schaal in het onderwijs toe te passen.

H Leren van je bril HOVO

Stadspaleizen en Limes

I

n augustus zijn bij HOVO (Hoger Onderwijs voor Ouderen) twee zomercursussen te volgen. Over de Limes in Nederland door dr. Julia Chorus en over stadspaleizen in de Gouden Eeuw in Amsterdam door dr. Eymert-Jan Goossens. Deze cursussen bestaan uit colleges en excursies. In het najaar wordt verder aangehaakt bij het jaar van De Stijl en bij de opening van de Asian Library van de UB. Het volledige programma is te vinden op onderwijs.leidenuniv.nl/hovo

et wordt mixed ­reality genoemd: je ziet de ­werkelijkheid, maar daarin zie je, geprojecteerd op de binnenkant van je bril, ook 3D-computerbeelden. In ­werkcolleges ziet de student die de bril op heeft bijvoorbeeld een hologram van een onderbeen, waar hij of zij omheen kan lopen en iets mee kan doen. Vernieuwend aan deze toepassing is de ‘extra’ dimensie beweging. Zo kan de enkel van het hologram meebewegen met de enkel van de student. Die ziet precies wat er tijdens het wandelen gebeurt zijn of haar eigen enkel. Beerend Hierck, docent Anatomie in het LUMC en lid van de Leiden ­Teachers Academy, zag zijn studenten razend enthousiast worden toen ze een prototype van de bril gebruikten. Het helpt ze op een innovatieve manier de menselijke anatomie te doorzien. ‘Het hologram wordt iets van jou, waarmee je vanzelf gaat experimenteren.’

QUINTUS

Grote verbouwing Quintus Na ruim twintig jaar is het pand van Quintus aan een verbouwing toe. In de zomer van 2018 begint de ingreep, die het pand beter geschikt moet maken voor het stijgende ledental en de grote vraag naar ruimtes voor feesten en partijen. Er komt een nieuw, zuiniger klimaatbeheer­systeem, het ­centrale trappenhuis gaat naar een andere plek, waardoor veel r­ uimte vrijkomt, de kelder wordt omgebouwd voor discofeesten en de entree en garderobe gaan op de schop. Voor de financiering klopt de vereniging onder andere aan bij haar reünisten.


48

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2017

Leids Universiteits Fonds Sleuteldragers

Ide Hendriks (26)

Studie: Rechten (2008) Loopbaan: Advocaat bij Houthoff Buruma Sleuteldrager sinds: 2015 ‘Als student was ik al betrokken bij de Commissie Algemene S ­ ubsidies StudentenActiviteiten (CASSA) van het Leids U ­ niversiteits Fonds (LUF). Ik vind het leuk om student­ initiatieven te steunen, zoals het d ­ rukbezochte debat tus-

TEKST: MIRJAM JOCHEMSEN, FOTO’S: MONIQUE SHAW

Jurian Snijders (39)

Studie: Rechten (1996) Loopbaan: Gestart als advocaat bij AKD, nu a ­ dvocaat bij FIZ ­advocaten Sleuteldrager sinds: 2013 ‘In mijn studententijd mocht ik een half jaar s­ tuderen aan de ­prestigieuze universiteit S ­ ciences Po in Parijs. Daar heb ik op zowel wetenschappelijk als persoonlijk vlak zo veel van geleerd! Een onderzoeksperiode in

het buitenland is voor ­iedere jonge wetenschapper ­verrijkend en het LUF biedt hen deze mogelijkheid. Mijn grote voorbeeld professor S ­ chermers én een verzoek waar ik geen ‘nee’ op kon zeggen, ­inspireerden mij om S ­ leuteldrager te worden. Het doet mij groot plezier j­onge ­onderzoekers op deze manier een duwtje in de rug te kunnen geven aan het begin van hun wetenschappelijke ­carrière.’

sen Gert-Jan Segers en A ­ rjen Lubach dat in februari in de Pieters­kerk werd georganiseerd. Een logisch vervolg op CASSA is voor mij het worden van Jonge Sleuteldrager. Deze ‘light’-versie van het Sleuteldragerschap is een mooie vorm van donateurschap voor pas afgestudeerde jonkies als ik. Mijn betrokkenheid bij de ­Leidse universiteit was al maximaal, mijn budget groeit geleidelijk mee.’


Leidraad

49

Wordt u ook Sleutel­drager?

Diederick ­Kraaijeveld (53)

Studie: Geschiedenis (1982) Loopbaan: Gestart als ­verslaggever, nu ­beeldend kunstenaar bij www.oudhout.com Sleuteldrager sinds: 2015 ‘Ook voor vakgebieden zoals geschiedenis, die niet direct in het oog ­springen door hun maatschappelijk of economisch nut, is onderzoek belangrijk. Als student Moderne Amerikaanse geschiedenis heb ik een half jaar in Austin, Texas doorgebracht. Dit was het begin van mijn journalistieke loopbaan. Bovendien ontdekte ik door mijn verblijf in het buitenland een andere wereld. Deze fantastische tijd legde de basis voor mijn leven nu. Een dergelijke ervaring gun ik ondernemende ­Leidse studenten. Het gaat mij heel goed en daarvan geef ik graag terug. Bijkomend plezier: tijdens het afgelopen Sleuteldragersdiner herontdekte ik de heerlijke stad Leiden.’

Als Sleutel­drager steunt u innovatieve wetenschappelijke onder­­­wijsen onder­zoeks­ projecten. Uw gift draagt bij aan de academische ontwikkeling van een volgende generatie wetenschappers en studenten aan de Universiteit L ­ eiden. Vanaf €500 per jaar bent u Sleuteldrager, als (echt)paar doneert u minimaal €750 per jaar. U wordt Sleuteldrager middels een fiscaal ­voordelige schenkings­ overeenkomst. Bijzonder diner Sleuteldragers zijn ­welkom bij alle jaarlijkse academische hoogtepunten. Bovendien wordt u uitgenodigd voor bijeenkomsten die het Leids Universiteits Fonds speciaal voor dit netwerk van betrokken alumni organiseert, zoals het jaarlijkse Sleutel­ dragersdiner, dat dit jaar in het R ­ ijksmuseum van Oudheden plaatsvindt op 6 oktober 2017. Wilt u Sleuteldrager ­worden en als onze gast het Sleutel­dragers­ diner bijwonen? Neem dan contact op met Juliette Nieuwland via 071-5130503 of Sleuteldrager@ LUF.leidenuniv.nl.


50

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

lezen, luisteren, doen

Kroonjuwelen uit Azië

Leiden Asia Year In de vorige editie van ­Leidraad was al een selectie van activiteiten in het kader van het Asia Year te vinden. Inmiddels is het jaar in volle hevigheid ­losgebarsten. Alle ­lezingen, symposia, tentoonstellingen en a ­ ndere a ­ ctiviteiten zijn handzaam gebundeld in het p ­ rogramma van het Leiden Asia Year, terug te vinden op www.leidenasiayear.nl

Japanmarkt

In 2017 is het 200 jaar geleden dat de botanische tuin in Bogor (Java), vroeger bekend als ’s lands planten­tuin te Buitenzorg, werd aangelegd. Samen met de o ­ pening van de Asian Library én het feit dat 2017 is uitgeroepen tot jaar van de botanische tuin, is dat reden genoeg om de geurige en smakelijke gewassen in de tropische kassen in het zonnetje te zetten. De tentoonstelling ‘Kroonjuwelen uit Azië’ in de Hortus botanicus laat de bezoeker kennismaken met het Bogor en Indonesië van 200 jaar geleden, met de eerste directeur en latere prefect van de Hortus ­Caspar Georg Carl Reinwardt, en met de Aziatische collectie die nog steeds een zwaartepunt vormt van de Hortus botanicus Leiden. De connectie tussen Leiden en

Bogor is altijd ontzettend belangrijk geweest, niet alleen vanwege ­Reinwardt, maar ook vanwege de constante uitwisseling van kennis en plantenmateriaal gedurende de 19de en 20ste eeuw. Uit Buitenzorg kwamen bijzondere tropische gewassen; Leiden stuurde planten uit Amerika naar Indonesië, en verzorgde personeel en kennis voor de Plantentuin. Beroemde 19de-eeuwse tuinmannen zoals Johannes Elias Teijsmann en Simon Binnendijk correspondeerden veel met hun Leidse collega’s. Deze briefwisselingen zijn bewaard g ­ ebleven en geven een bijzondere kijk in het leven van de mannen, hun dagelijkse bezigheden, frustraties en passies. Kroonjuwelen uit Azië, tot en met 8 oktober, Hortus botanicus.

Aan het Rapenburg is zondag 4 juni de Japanmarkt. De markt wordt jaarlijks georganiseerd door het ­SieboldHuis ter herinnering aan het bezoek van de Japanse keizer aan het Rapenburg in 2000. Tijdens deze speciale editie vanwege het Azië­jaar zijn er ook diverse culturele activiteiten en op de 400 meter lange markt met standjes is er bovendien veel culinairs uit Japan te proeven.


51

100 jaar De Stijl Het is een eeuw geleden dat in Leiden De Stijl werd opgericht. Dus is er van alles te doen rond deze kunstbeweging. Van 11 mei tot en met 2 september laat de galerie van het LUMC in de tentoonstelling ‘In het licht van de Stijl’ werk zien van tien hedendaagse kunstenaars die zich laten inspireren door de geometrische vormentaal van De Stijl; minimalistische kunst gebaseerd op een strakke geometrische lijnvoering. Van 18 mei tot en met 6 augustus is er de vrij toegankelijke o ­ penluchtexpositie ‘Raakvlakken’ van Beelden in Leiden op ­verschillende locaties in de stad. Van 19 mei tot en met 5 juni is in Ars Aemula Naturae (Pieterskerkgracht) ‘Concreet 100 jaar later’ te zien, een expositie met hedendaagse kunstenaars wier werk gerelateerd is aan het De Stijl-gedachtegoed.

Cool Japan Pokémon, Hello Kitty, robots en samoerai: het zijn wereld­ beroemde iconen van de ­Japanse beeldcultuur. Japan staat bekend om e ­ euwenoude tradities en tegelijk is het hip and happening. Museum Volken­ kunde heeft nu de tentoonstelling COOL JAPAN – wereldwijde fascinatie in beeld. De tentoonstelling toont de populariteit van hedendaags Japan en plaatst die in een historische context. COOL JAPAN brengt alles bij elkaar: van de herken­ bare J­ apanse horror tot cute fashion uit de straten van Tokyo. ­Museum Volkenkunde laat met historische topstukken uit zijn wereldberoemde

Japan­collectie zien dat de iconen van nu in een lange traditie staan. Naast onder andere werk van ­Katsushika Hokusai, bekend als ‘de Rembrandt van Japan’, is ook hedendaagse kunst vertegenwoordigd. De centrale blik­vanger is het vier meter hoge s­ childerij Uki-Uki van Matsuura Hiroyuki waarin oude (traditionele kimono) en nieuwe (­manga) e ­ lementen de kern van de t­ entoonstelling verbeelden. Liefhebbers van de J­ apanse ­popcultuur kunnen genieten van originele tekeningen en ontwerpen van klassieke m ­ anga, ­anime en games als Death Note, ­Princess Mononoke en Final F ­ antasy. Projecties laten de m ­ ooiste fragmenten zien uit invloedrijke animatiefilms. COOL JAPAN is te zien tot en met 17 september in Museum ­Volkenkunde.

Van 24 mei tot en met 9 juni brengt muziektheaterensemble de Veenfabriek de voorstelling Mondriaan op verschillende locaties in het land, waaronder Leiden. Het complete programma van 100 jaar De Stijl is te vinden op www.visitleiden.nl

LAKENHAL IN DE OPEN LUCHT­ De Lakenhal wordt verbouwd, maar laat zich in het jaar van De Stijl niet onbetuigd. Van 2 juni tot en met 27 augustus is er het Openluchtmuseum de Lakenhal op het Pieterskerkhof. Grote monumentale wall paintings van hedendaagse internationale kunstenaars tonen 100 jaar na De Stijl hun eigentijdse invulling van abstracte kunst. Een deel van het schilderij Compositie in lijn, tweede staat (19161917) van Piet Mondriaan dient als plattegrond voor de gratis openluchttentoonstelling op het Pieterskerkhof. In de Pieterskerk zijn ook nog publicaties van De Stijl tentoongesteld.


Nacht van Kunst en K ­ ennis voor alumni De historische binnenstad van Leiden v ­ erandert zaterdag­ avond 16 s­ eptember 2017 in een p ­ odium voor k ­ unstenaars, acteurs, dansers, ­muzikanten, o ­ piniemakers en weten­ schappers. Overal in de binnenstad worden geest en gevoel gescherpt en uitgedaagd. Dát is de Nacht van Kunst en K ­ ennis. Voorafgaand aan dit magische festival is er het jaarlijkse alumni evenement in de Faculty Club, met borrel, buffet en sneak previews. Kijk op w ­ ww.universiteitleiden.nl/alumni


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.