Gezichten van de VN Jean-Luc Lemahieu In het kader van onze interviewreeks ‘Gezichten van de VN’ stellen we u vandaag Jean-Luc Lemahieu voor. Hij is momenteel directeur Beleidsanalyse en Publieke Aangelegenheden (DPA) bij UNODC, het VN-bureau voor Drugs en Criminaliteit. Lemahieu heeft door de jaren heen een indrukwekkende praktijkervaring opgebouwd. In verschillende VNfuncties kwam hij terecht in landen als Zuid-Korea, de Caraïben, Myanmar en Afghanistan.
© UN Photo
Vervolgens stelde Lemahieu zich kandidaat voor het Junior Professional Officers-programma van de Verenigde Naties. “Het JPO-programma was voor mij de open deur naar de VN. Het duurde echter een eeuwigheid voor ik er effectief mocht beginnen. De hele procedure sleepte meer dan een jaar aan. Dat was mijn eerste kennismaking met de VN-bureaucratie. Geen zachte landing!” Die periode was professioneel onzeker voor Lemahieu, tot het toeval hem een handje hielp. Een tekst die hij schreef over de LDC’s (minst ontwikkelde landen) sprong in het oog van het toenmalige hoofd van het kabinet van Ontwikkelingssamenwerking, waardoor hij gedurende een jaar aan de slag kon bij het kabinet.
Jean-Luc Lemahieu Directeur Beleidsanalyse en Publieke Aangelegenheden (DPA), VN-Bureau voor Drugs en Criminaliteit (UNODC) • • • • • •
Werkplaats: Wenen 25 jaar bij de VN Studies: Rechten, Internationaal Privaat- en Publiekrecht Allereerste job: stage bij Vlaams ministerie van Onderwijs Deelname aan JPO-programma Veldervaring in Zuid-Korea, Haïti, Guyana, Jamaica, Belize, de Kleine Antillen, Myanmar, Iran, Tadzjikistan, Pakistan, Afghanistan, …
“Dankzij het JPO-programma geraakte ik binnen bij de VN. Het duurde echter een eeuwigheid voor ik er effectief mocht beginnen” Lemahieu koos er destijds voor om rechten te studeren aan de KU Leuven en volgde nadien nog een postgraduaat Internationaal Recht aan de Université libre de Bruxelles. “Ik koos voor rechten omdat die richting veel beroepsmogelijkheden biedt. Het legale aspect zou voor mij later minder van pas komen, maar mijn rechtenstudie heeft me zeker geholpen met analytisch denken.” Na zijn studies was het even zoeken voor Lemahieu. Een buitenlands avontuur sprak hem altijd al aan, maar dat bleek niet zo evident. “In die tijd bestond Erasmus nog niet. Ik kwam uit Brugge, een mooie stad, maar het buitenland leek ver weg.” Uiteindelijk kwam Lemahieu terecht bij het Vlaams ministerie van Onderwijs voor een jongerenstage, waar hij de geboorte van het Erasmusprogramma van de Europese Unie meemaakte. Daarna ging hij aan de slag voor Ryckevelde vzw, een nietgouvernementele organisatie die jongeren vatbaarder probeert te maken voor het Europese en internationale gedachtengoed.
“De VN is onnoemelijk verrijkend omdat je werkt met mensen met de meest diverse achtergronden.” Lemahieu was reeds dertig en vader van twee toen hij begon op P1niveau, het laagste professionele niveau bij de Verenigde Naties. Voor UNIDO (de VN-organisatie voor Industriële Ontwikkeling) trok hij naar Zuid-Korea. “Er werd mij eerst gevraagd naar Zaïre (de huidige Democratische Republiek Congo, nvdr) te gaan, een land dat ik reeds kende door mijn werk met het kabinet. Ik wou echter mijn horizon verruimen en wilde graag naar een land waar ik zou leren hoe economische ontwikkeling effectief werkte. Een nieuw aanbod om in Zuid-Korea te werken sloeg ik dus niet af.” Het werd een ervaring van onschatbare waarde: “De vaststelling dat Zuid-Korea en Zaïre met dezelfde economische werkboeken twee tegengestelde richtingen uitgingen, was enorm intrigerend. Daar begon ik mij dan ook in te verdiepen. Bovendien waren we met heel weinig op een klein kantoor, waardoor ik gauw willens nillens meer verantwoordelijkheden kreeg.” Die eerste ervaring stelde meteen ook zijn initiële perceptie van de VN bij. “De eerste dag dat ik bij de VN aan de slag ging, dacht ik: ‘Hoe zal ik hier in godsnaam ooit slagen?’. De VN was in mijn verbeelding een elitair gezelschap, intellectueel een paar stappen boven het menselijk gemiddelde, een plaats waar de oplossingen voor de meest diverse wereldproblemen creatief werden in elkaar geknutseld. Maar dat had ik netjes overschat. Natuurlijk was het bijzonder te mogen werken onder de blauwe vlag, maar de VN is een organisatie zoals alle andere, met veel menselijke sterktes en ook onhebbelijkheden. De mix van diverse profielen, culturen en samenlevingen blijft altijd bijzonder. De VN is onnoemelijk verrijkend omdat je werkt met mensen met de meest diverse achtergronden en dit met een gevoel van wederzijds respect. Mijn religie ben ik door de jaren heen misschien kwijtgeraakt, maar mijn gevoel voor een humane samenleving is enorm versterkt.” Na zijn eerste ervaring besloot hij echter bij de Verenigde Naties weg te gaan. “Het was een bijzondere verrijking, een enorme ervaring, maar de wereld lag nu wel open en Brugge ver achter mij. Een contractverlenging leek moeilijk en ik speelde met het idee om op commerciële wijze als zelfstandige te beginnen in Zuid-Korea. Business and culture was het motto.”