SPUI Uva alumni magazine 03 / 2009
31
TEUN VAN DE KEUKEN NO SUCH THING AS A FREE LUNCH
p 14
KLIMAATAFSPRAKEN: ER IS GEEN PLAN B JACQUELINE CRAMER
p 18 ANNA WEIL GING MET EEN REISBEURS NAAR BRIGHTON EN IS NU ACTIEF VOOR DE ALUMNIKRING PSYCHOLOGIE
DUURZAME STAD ALS WETENSCHAPPELIJK CONCEPT
p 24
02 inhoud
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
p 04
p 14
HET GESPREK
Loopbaan
Actieve solidariteit: de verzorgingsstaat op de schop?
Milieuactivisme en onrecht: duurzaamheidsridder worden aan de UvA
Margo Trappenburg plaatst vraagtekens bij de verschuiving van passieve naar actieve solidariteit. Hoe sociaal is het om de verzorgingsstaat steeds meer in handen te leggen van familie, woonwijk en school? Anita Hardon beziet de Nederlandse situatie in internationaal perspectief: wat kunnen wij leren van de manier van zorgen in ontwikkelingslanden?
Liesbeth van Tongeren houdt niet van een strakke levensplanning en verruilde na haar studie Internationaal recht het Amsterdamse actieleven voor een verblijf in Australië. Als directeur van Greenpeace maakt zij strategische keuzen: ‘choose your battles’. Teun van de Keuken kwam na zijn studie Geschiedenis terecht bij de radio. Hij maakt succesvolle tvprogramma’s over onrecht en duurzaamheid in de hoop kritisch bewustzijn bij consumenten te bevorderen.
liesbeth van Tongeren
p 08
p 23
De studie
proefschrift
Met het Amsterdams Universiteits- Onderzoek naar de ‘theorie van fonds naar het buitenland alles’ p 03 Geef om wetenschap
Harry Starren en Jaap Zwemmer vragen aandacht voor Jaarfondscampagne
Dick de Beus kreeg een beurs in de tijd dat een verblijf in het buitenland nog geen voorwaarde was. Hij besteedde zijn toelage in Amsterdam en kon dankzij het geld echt tempo maken in zijn doctoraalfase. Anna Weil ging met haar studentenreisbeurs naar Brighton en deed daar Britse levenswijsheid op.
Lengte, breedte en hoogte zijn de dimensies waarin wij leven. Einstein bedacht nog een vierde, ruimtetijd. Om het universum te beschrijven zijn er echter tien nodig. Lotte Hollands toont ze in haar proefschrift over topologische snaartheorie waarop ze op 3 september promoveerde.
p 10 Hoofdzaak
De duurzame universiteit
p 13 Fokke & Sukke
doen niet meer mee aan de klimaatgekte
p 17 Pensioen
Karel Gaemers, hoogleraar Theoretische fysica
p 18 Post
Jacqueline Cramer op weg naar Kopenhagen
‘Veranderen van gedrag lastigste aspect duurzame bedrijfsvoering universiteit’ – p 10
p 19 UvA in beweging p 20 Kalender
p 33 In memoriam Rob Moesbergen
p 24 Wetenschap
p 34 Amsterdams
p 26 Wetenschap
p 36 Amsterdamse
p 31 Personalia
p 37 AUV-kringen
p 32 Overledenen
p 38 Alumnivaria
De stad als duurzame pionier
Kort nieuws
Universiteitsfonds
Universiteits-Vereniging
p 26 kort nieuws
Amsterdams Universiteitsfonds www.auf.nl
www
Jaarfondscampagne
p 34
p 28
colofon
•
ESSAY
Louise Fresco: Wij eten vlees omdat we dat kunnen De vraag waarom wij vis en vlees produceren en consumeren is niet eenduidig te beantwoorden, constateert Louise O. Fresco in de AUV-lezing 2009. Het behoort nu eenmaal tot onze culturele traditie en dierlijke eiwitten hebben we nodig. Maar we beginnen ons er wel steeds ongemakkelijker onder te voelen. Een pleidooi voor meer bewustwording, nieuwe voedselwetten en matiging.
Uitgever Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA Redactie Albert Goutbeek (eindredacteur/hoofdredacteur a.i.), Margreet Korsten, Daan Meijer Redactieraad Frank van den Bosch, Jim Jansen, Nienke van den Hoek, Tineke Jong, Marjolein Lever, Ton Smit, Ger Wieberdink
Jaap Zwemmer
•
Harry Starren
‘ G eef om wetenschap. Geef aan het Amsterdams Universiteitsfonds’
p 39 Column
In de avonduren werken aan een dichtbundel ‘Eigenlijk ben ik natuurlijk schrijver.’ Dat zeiden veel eerstejaars Nederlands met literaire aspiraties. Zo niet Joost Zwagerman. Hij hield zich liever op de vlakte, zelfs nadat zijn debuut verschenen was. Schrijven is toch een tikje een clandestiene bezigheid. Inmiddels leeft hij al jaren van de pen. Maar zijn moeder vertrouwt het nog steeds niet helemaal.
03
Als voorzitters van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging (AUV) en het Amsterdams Universiteitsfonds praten wij met allerlei mensen over allerlei zaken, waaronder universitaire fondsenwerving. Veel mensen denken dat de overheid de universiteiten volledig financiert, maar zo simpel is het niet. Menig wetenschappelijk project sneuvelt niet vanwege een gebrek aan kwaliteit, maar vanwege een gebrek aan financiële middelen. Extra fondsen geven dus ruimte voor extra kwaliteit. Nederlanders staan bekend om hun bereidheid te geven aan goede doelen. Het ligt voor de hand ook de universiteit daartoe te rekenen. Uit een gevoel van verbondenheid, of misschien trots, iets teruggeven aan de instelling waar je je opleiding hebt genoten. Geven om wetenschap spreekt aan, zo blijkt uit de historie én de cijfers. De eerste particuliere schenkingen – behalve geld ook zaken als privécollecties – dateren al van voor de oprichting van het Athenaeum Illustre, de voorloper van de Universiteit van Amsterdam, in 1632. De vroegere Aula bij de Oudemanhuispoort werd betaald uit een gift van 40.000 gulden van tabakshandelaar Rudolph Lehmann, in 1889. In dat jaar zag ook de Amsterdamse Universiteits-Vereniging het levenslicht, toen bleek dat er geld over was van de werving voor de Aula en naar andere bestemmingen kon worden uitgekeken. De AUV heeft sindsdien de fondsen beheerd die voortkwamen uit vele schenkingen en legaten; tegenwoordig vallen die onder het Amsterdams Universiteitsfonds. Dan de cijfers. In 2007 lanceerde het fonds de eerste campagne voor projecten waarin de overheidsfinanciering niet voorziet en waarvoor de steun van alumni en vrienden van de UvA dus noodzakelijk is. Die actie zette 611 donateurs aan tot het doen van een schenking. In 2008 steeg dat aantal naar 814, voor 2009 staat de teller vooralsnog op zo’n 1100 donateurs. Een duidelijk opgaande lijn dus. In deze SPUI leest u onder meer over de studietijd van alumna Anna Weil. Zij kreeg als student een reisbeurs van het Amsterdams Universiteitsfonds, waardoor zij een tijdje in het Britse Brighton kon studeren. Omdat zij graag iets terugdoet, is zij nu actief als secretaris van de AUV-alumnikring Psychologie. Wie zelf heeft ervaren dat zelfs een relatief kleine gift een groot verschil kan maken, is misschien eerder geneigd om iets terug te geven. Gelukkig zijn er ook veel alumni die niet direct zelf profiteerden van het fonds en toch graag helpen om het verschil te maken voor de studenten en onderzoekers van nu. Op pagina 34-35 van dit nummer leest u meer over de vijf projecten waaraan u dit jaar kunt schenken. De meeste SPUI-lezers ontvangen deze maand ook een brief waarin ambassadeur van de Jaarfondscampagne 2010 Alexander Rinnooy Kan uw aandacht vraagt voor deze projecten. Als iemand het gezag heeft om op te roepen tot investeringen in onderwijs en onderzoek, dan is hij het wel: SER-voorzitter, voorzitter van de adviescommissie over de versterking van het onderwijs, hoogleraar aan onze universiteit en – volgens de Volkskrant – al twee jaar lang de meest invloedrijke Nederlander. Met zo’n ambassadeur en met vijf prachtige projecten hebben wij er alle vertrouwen in dat de opgaande lijn wordt voortgezet. Harry Starren (Politicologie / Bestuurskunde 1985) is voorzitter van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging, Jaap Zwemmer (Rechtsgeleerdheid 1971, promotie 1975) is voorzitter van het Amsterdams Universiteitsfonds.
Ontwerp, realisatie & beeldredactie Mattmo Fotografie Arup, Peter Boer, Joost van den Broek, Bob Bronshoff, Eduard Lampe, Sanneke Fisser, GP/Beusker, Frans Hoevers, Hollandse Hoogte, Monique Kooijmans, Jeroen Kroos, Marc Kruse, Jinke Obbema, Jeroen Oerlemans, Ivar Pel, Frank Ruiter, Tjep Druk Thieme Rotatie Aan dit nummer werkten verder mee Floor Boon, Peter Brusse, Jacqueline Cramer, Karel van Delft, Lea Dyer (redactieassistentie), Louise O. Fresco, Bastiaan Geleijnse, Rob Hartgers, Inge Klinkers (eindcorrectie), John Stuart Reid, Marion Rhoen, Harry Starren, Jean-Marc van Tol, Arnoud Veilbrief, Sanne Verdam, Joost Zwagerman, Jaap Zwemmer Reacties SPUI, Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA, Postbus 94325, 1090 GH Amsterdam. E-mail: SPUI @uva.nl, ISSN 667-939X De redactie heeft ernaar gestreefd de rechthebbenden van de foto’s te achterhalen. Degenen die desondanks menen rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA. SPUI is een magazine voor, door en over alumni van de Universiteit van Amsterdam. SPUI verschijnt drie keer per jaar in een oplage van 80.000 exemplaren en wordt toegezonden aan alle alumni van de UvA (van wie het adres bekend is) en aan medewerkers van de UvA.
04 het gesprek tekst • Sanne Verdam Film- en televisiewetenschap 1995 beeld • Joost van den Broek, Hollandse Hoogte
Actieve
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
Margo Trappenburg www.margotrappenburg.nl
Anita Hardon home.medewerker.uva.nl/ a.p.hardon
www
www
05
solidariteit Onze verzorgingsstaat ligt al jaren op de schop. De familie, reguliere woonwijk en school nemen het steeds meer over. Wat betekent dit voor de burgerlijke solidariteit ? En wat kunnen wij leren van de manier van zorgen in ontwikkelingslanden ?
In haar oratie ter gelegenheid van haar benoeming tot bijzonder hoogleraar Sociaal-politieke aspecten van de verzorgingsstaat, tevens de Willem Drees-lezing 2009, bekritiseerde politicologe Margo Trappenburg de huidige verschuiving in de zorg. De verworven passieve solidariteit van burgers – waarbij de maatschappij grotendeels opdraait voor een zorgsysteem waaraan iedereen bijdraagt via belastingen – maakt plaats voor een actievere vorm van solidariteit die méér verwacht van burgers, families, wijken en het reguliere onderwijs. Maar is dit wel eerlijk en worden hulpbehoevenden hier ook daadwerkelijk beter van? Voelt iedere burger zich bovendien in dezelfde mate aangesproken of kunnen asociale burgers gemakkelijk de dans ontspringen? En hoe is deze verschuiving van solidariteit te duiden in internationaal perspectief, met name als we kijken naar ontwikkelingslanden? Een gesprek tussen Margo Trappenburg en hoogleraar Antropologie van zorg en gezondheid Anita Hardon.
Goed-kwaad-idee
Een blinde en verstandelijk gehandicapte vrouw die haar dagen bang en eenzaam slijt in een gewone woonwijk nadat zij uit haar instelling is geplaatst in het kader van ‘terug naar de maatschappij’. Bejaarden die door het nieuwe beleid min of meer gedwongen thuis blijven wonen. En instellingen die alleen nog ruimte bieden aan de zwaarste gevallen. Dat zijn enkele voorbeelden die Trappenburg in haar oratie noemt als ongewenste effecten van het actieve burgerschap en de toenemende vermaatschappelijking. Hardon ziet in ontwikkelingslanden juist wel veel voordelen van het actieve burgerschap en vindt dat Trappenburg in haar rede ten onrechte een tweedeling aanbrengt tussen passief en actief burgerschap, waarbij zij zich op de lijn stelt dat actief burgerschap niet goed is. ‘“De overheid doet iets fout, het leidt tot ongelijkheid en zorgen met belastinggeld is goed.” Als antropologen houden wij niet zo van dat goed-kwaad-idee. >
06 het gesprek Ik dacht tijdens het lezen: actieve solidariteit is niet alleen maar fout en er zitten ook afhankelijk makende effecten aan een té zorgende staat. Ons onderzoek in ontwikkelingslanden wil laten zien dat mensen juist niet als passieve doelgroepen opgevat moeten worden en wil ze betrekken bij de besluitvorming over wat een goede vorm van zorg is.’ Maar Trappenburg meent dat een land dat al langer welvaart kent en de verzorgingsstaat gewend is, in dat opzicht erg verschilt van een ontwikkelingsland: ‘Ik denk dat je vooral moet kijken naar de beginsituatie. In Nederland was er eerst ook niets aan ziektezorg en ziektegeld, toen gingen de burgers dat zelf organiseren. Ze gingen collecteren en kregen een systeem voor elkaar. Op een gegeven moment wordt dat steeds grootschaliger en neemt de staat het over. Dat kun je betreurenswaardig vinden, maar het is natuurlijk ook erg prettig. Op het moment dat je dat staatssysteem hebt en je gaat dat afbreken, dan moet je niet vreemd opkijken als mensen zeggen: “daar zijn we niet blij mee”. In Nederland hoor je vaak: “De burger heeft geen behoefte aan staatszorg”. Maar mij wordt nooit wat gevraagd. Ik vond het
heerlijk dat het allemaal werd geregeld en ik ben een ontzettend gemiddelde burger. De situatie in ontwikkelingslanden is heel anders: als je begint met niks, kan het eigenlijk ook niet minder worden.’ Hardon beaamt dat de verhouding tussen overheid en burger in ontwikkelingslanden van een geheel andere orde is. ‘Als ik denk aan de situaties waarin ik onderzoek doe… Onze informanten verwachten al heel weinig van de staat en van een zich terugtrekkende staat is daar al helemaal geen sprake. Dat zijn dus echt worlds apart. Medisch antropologen onderzoeken vaak het raakvlak van staat en burger, en de manier waarop gezondheidsdiensten kunnen zorgen voor die burger. Maar die diensten hebben heel weinig middelen, zijn slecht toegankelijk en bieden een slechte kwaliteit zorg. Dus de burger verwacht hier ook niet veel van. Ons werk is dan om duidelijk te maken dat er onterecht wordt uitgegaan van passieve burgers. Zij zijn actief en hebben hun eigen netwerken, juist omdat ze weinig van de overheid verwachten. Wij zeggen dan ook in onderzoeksvoorstellen: ga eerst uit van het actieve burgerschap, van wat mensen zelf
‘ Als je begint met niks, kan het eigenlijk ook niet minder worden’
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
al doen, en ga dan zoeken naar de manier waarop je met die betrokkenheid wat kan.’ Ouderenzorg
Trappenburg bestrijdt in haar oratie het idee dat het beter is voor ouderen om bij de kinderen in huis te gaan wonen. ‘Waarom zou het voor ouderen per se beter zijn om tussen de jeugd te zitten? Ik zou niet weten waarom. Volgens mij bestaat er een te idyllisch beeld van zelfstandig wonende bejaarden.’ Hardon herkent dit: ‘Uit ons onderzoek naar oud worden in Ghana blijkt dat het zeker niet zo is dat ouderen daar zonder meer goed verzorgd worden. Ouderen daar zijn ook heel eenzaam, en het is een heel harde maatschappij voor ze, met veel armoede en slechte mobiliteit.’ Trappenburg: ‘Er is onlangs een proefschrift geschreven over mantelzorg in Italië, vergeleken met Nederland. Hier hoef je als zoon of dochter niet te zorgen voor je oudere ouders. In Italië is dat wel een plicht. Dan kun je zeggen: dat is heel idyllisch. Maar die mensen hebben ook werk en kinderen. Dus die zorgen niet zelf, maar huren iemand in, veelal uit Oost-Europa, om voor de bejaarde moeder te zorgen. Die moeder is dan wel inwonend – maar ben je gelukkiger als je bij je dochter woont die de hele dag aan het werk is en een Litouwse vrouw voor je laat zorgen? Is dat echt veel beter dan in een verzorgingstehuis zitten met medebejaarden? Ik weet dat niet.’ Hardon: ‘Maar we gaan hier natuurlijk steeds maar uit van assumpties. Wij hebben op een gegeven moment hier Indiase onderzoekers gehad die de Nederlandse verzorgingstehuizen kwamen bekijken – vanuit de aanname dat het verschrikkelijk is wat wij hier met ouderen doen. Hoe wij ouderen “opsluiten” in een tehuis: dat kan daar echt niet. In India zijn sociale familiezorg, normen en verbanden erg belangrijk. Toch kwamen ook zij terug met een heel alledaagse beschrijving van het leven in een tehuis. Uiteindelijk vonden ze het helemaal niet zo shocking…’ Businessmodellen
Een in het oog springend voordeel van het systeem van passieve solidariteit is volgens Trappenburg dat het eerlijker was omdat iedereen eraan bijdroeg in de vorm van belastingen. Toch noemt ze ook enkele nadelen. Een nadeel dat ook Hardon ziet, is het misbruik van de WAO: ‘Dat was toch een pervers gevolg van het oude systeem?’ Trappenburg: ‘Ja, je moet zorgen dat er geen misbruik van regelingen gemaakt kan worden, en dat ze ook echt terechtkomen bij de doelgroep waar ze voor bedoeld zijn. Maar om dan maar de hele regeling af te schaffen en alles helemaal anders aan te pakken… Met businessmodellen, quota en scores?’ Hardon beaamt dit: ‘Die over-administratie van de zorg zie je ook terug in de landen waar ik onderzoek doe. Net als in Nederland wordt er steeds meer vanuit businessmodellen gewerkt, en dan denk ik: wie heeft ooit bewezen dat dit efficiënter is? Het idee is: als je het doet volgens het businessmodel is het goedkoper, beter en efficiënter. Maar als je het bekijkt vanuit de gezondheid van de doelgroep is het waanzin.’ Sociale relaties
Door het terugplaatsen van ouderen, gehandicapten en zwakke leerlingen in de maatschappij komen deze groepen weer in nauwer contact met anderen. Heeft de verschuiving naar het actieve burgerschap dan niet als groot voordeel
07 beeld • Jeroen Oerlemans (Margo Trappenburg), Ivar Pel (Anita Hardon)
Margo Trappenburg – 1962
Anita Hardon – 1961
M.J.Trappenburg@uva.nl
A.P.Hardon@uva.nl
• 1987 Politicologie Universiteit Leiden • 1993 promotie Politicologie LEI • 2000-heden universitair hoofddocent Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschappen • 2004-2008 bijzonder hoogleraar Patiëntenperspectief, Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterdam • 2008-heden bijzonder hoogleraar Sociaal-politieke aspecten van de verzorgingsstaat en overlegeconomie (Drees-leerstoel), UvA
• 1984 Medische biologie • 1990 promotie Culturele antropologie • 2001-heden hoogleraar Antropologie van zorg en gezondheid • 2002-2006 wetenschappelijk directeur Amsterdam School for Social Science Research (ASSR), UvA • vanaf 2010 wetenschappelijk directeur Amsterdam Institute for Social Science Research (AISR), UvA
in beeld
A
dat de sociale relaties weer toenemen? Hardon: ‘Hoe zit het eigenlijk met het sociale aspect van die zich terugtrekkende overheid waarvan jij zo’n afkeer hebt? Vanuit medischantropologisch onderzoek weten we namelijk dat gezondheid heel veel te maken heeft met sociale relaties. Het is heel belangrijk voor mensen om in sociale verbanden te zitten. Het weer verleggen van de zorg naar families, wijken en scholen voorziet wel daarin.’ Trappenburg: ‘Wat ik heb willen laten zien, is dat je een andere configuratie van sociale relaties krijgt en dat het terugbrengen van de zorg bij de familie en in de wijk of in de klas niet per se socialer is. Om het onderwijs als voorbeeld te nemen: ik las laatst over een school in een nietachterstandswijk die prat ging op heel veel rugzakkindjes. De teneur was: onze kinderen zitten al vanaf groep 1 met deze rugzakkindjes in de klas, dus ze weten niet beter. Maar je kunt kinderen alles normaal laten vinden. Als je kinderen zegt dat ze altijd ook met hun broertje van drie moeten spelen, dan is dat zo. Dat vinden zij dan normaal, maar is het wel eerlijk en wenselijk? Is dat een offer dat je van hen mag vragen? Win-winsituaties
Zorgbehoevenden komen lang niet altijd goed terecht en opvangende instanties raken vaak overbelast: twee gevolgen van de toenemende actieve solidariteit. Trappenburg noemt nog een belangrijke valkuil van dit systeem; de burger die niet wíl zorgen, kan daar ook niet toe gedwongen worden. Hardon constateert dit ook: ‘Ik zie in mijn onderzoek in ontwikkelingslanden dat die verschuiving de ongelijkheid vergroot.’ ‘Ach, voor een deel is die zich terugtrekkende overheid ook wel goed bedoeld hoor’, zegt Trappenburg.
B
A
Margo Trappenburg
B
Anita Hardon
‘ Ben je gelukkiger als je bij je dochter woont die de hele dag aan het werk is en een Litouwse vrouw voor je laat zorgen?’ ‘Het is niet zo dat er een waanzinnig complot is. Maar de overheid heeft wel heel erg de neiging om te praten in termen van win-winsituaties. Het is misschien wel typisch Nederlands om te zeggen: het is goed voor die mevrouw om als hulpbehoevende in een woonwijk te wonen, het is óók nog verrijkend voor de buurt, plús het is goedkoper. Dat is te positief, je móét zien dat die opstelling ook nadelen heeft. Breng dus de voor- en nadelen in kaart en ga dan kijken of je het nog steeds wilt. Mijn stelling is dat we in Nederland eerst alle voordelen van een benadering gaan benoemen, vervolgens eindeloos reclame maken en het dan ook gelijk in de praktijk gaan brengen. Pas later zien we wel weer wat er voor bijeffecten optreden. En dat is wat ik ter discussie wil stellen.’ • De oratie / Drees-lezing van Margo Trappenburg is te lezen op www.margotrappenburg.nl (zie onder ‘Lezingen’).
08 de studie
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
op reis met
tekst • Marion Rhoen Franse taal- en letterkunde 1993 beeld • Frank Ruiter
Het Amsterdams Universiteitsfonds (voorheen AUV-Fonds) verstrekt sinds jaar en dag beurzen – aanvankelijk bedoeld als extra toelage in Nederland, sinds 1985 voor studeren in het buitenland. Dick de Beus (1946, Economie) besteedde het geld in Amsterdam, Anna Weil (1979, Psychologie) ging ermee naar Brighton.
debeus@xs4all.nl • 1971 Economie •1 970-1971 AUV-beurs, gespendeerd in Amsterdam •1 971-1979 diverse functies bij het GAK •1 979-2004 diverse functies bij pensioenbeheerder PGGM, de laatste 16 jaar voorzitter van de hoofddirectie • t hans diverse commissariaten, onder meer bij Vesteda en ’s Heeren Loo Zorggroep. Tevens voorzitter van de Raad van Toezicht van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest
Dick de Beus De beurs Dankzij het Universiteitsfonds hoefde ik mijn ouders financieel niet meer tot last te zijn. Mijn decaan had de kleine beurs die ik eerder ontving, stopgezet. Mijn opmerking aan het einde van het eerste studiejaar, dat het aantal vakken dat ik kon doen me tegenviel, had hij geïnterpreteerd als moeite met de studie. Maar ik wilde juist méér vakken doen!
Dick de Beus
Dick de Beus – 1946
Inkomsten De beurs bedroeg 1500 gulden, een fors bedrag voor die tijd. Dat geld is opgegaan aan dagelijks levensonderhoud. Zuinig als ik was, kon ik met 250 gulden per maand toe.
Rendement Na mijn kandidaats werd ik een ongeduldige student, wilde snel aan de slag in de maatschappij. Dankzij de beurs kon ik echt tempo maken in mijn doctoraalfase. In de zomermaanden hoefde ik minder naar de Europeesche Reis- en Bagageverzekeringsmaatschappij, waar ik administratief werk deed.
Terugdoen Van de alumnivereniging word ik zeker lid. Een eerdere poging is kwijtgeraakt in de UvA-burelen. Het is leuk om te horen hoe het gaat, in algemene zin. Ik zou ook wel weer college willen lopen. In geschiedenis ben ik zeer geïnteresseerd.
Stamkroeg De Pieper, op de hoek van de Leidseen Prinsengracht. Het is een bruin café in de buurt van de bioscopen van Het Leidseplein Theater.
Favoriete college Kosten en kostprijs, van proin beeld A Dick de Beus (2e van links) met vrienden ‘op’ CASA De Pieper B Café C H.J. van der Schroeff, door Sierk Carl Schröder (olieverf op doek, 1970)
fessor H.J. van der Schroeff (1900-1974, promotie Economie 1940). Een kleurrijk man. ‘Economen!’ riep hij ons toe bij zijn allereerste college. Rond 5 december presteerde hij het om een heel college op rijm te geven. Hij kon, uitzonderlijk voor die tijd, zonder zijn dictaat voor te lezen een goed verhaal vertellen.
A
Beste studieplek De UB. Daar was veel minB
C
der afleiding dan op de Casa, waar ik woonde. Om op te schieten met de studie, zo kreeg ik door, moest je gewoon kantooruren maken. In de Economische Handelsbibliotheek zat ik ook wel, aan de Keizersgracht.
Positief/negatief aan de UvA Prettig waren de locaties: de instituten langs de gracht, de Oudemanhuispoort. In een mooie omgeving voel je je gewoon beter. Minder goed waren destijds de didactische vaardigheden van de docenten. En Economie aan de UvA had in de jaren zeventig en tachtig moeite zichzelf goed op de kaart te zetten.
Studentenreisbeurzenfonds
09
p 35
studiebeurs
‘ Na mijn master ben ik met volle overtuiging lid geworden van de AUV-alumnikring Psychologie’
Anna Weil anna weil
De beurs Ik belandde in het Britse Brighton, een fantastische stad. London by the sea noemen ze het, een op de tien inwoners is er student. In 2003 deed ik er onderzoek voor mijn master tijdens de summer term, en ik volgde twee vakken. Naar het buitenland wilde ik altijd al: kijken hoe ik me staande zou houden in een nieuwe omgeving.
Inkomsten Van het fonds kreeg ik 250 euro. Daarnaast gaf het Erasmus uitwisselingsprogramma 150 euro per maand. Klap op de vuurpijl was 1500 euro van de British Council. Dat voelde als geld toe.
Rendement Aan mijn verblijf heb ik natuurlijk levenswijsheid overgehouden, altijd een goede investering! Ik heb genoten van de contacten met de studenten in mijn studentenhuis. En ik bedank nog steeds bus- en trambestuurders bij het uitstappen. Die gewoonte heb ik overgenomen van de Britten. Zo beleefd, zo vriendelijk. Dat heeft zeker prettige kanten.
Anna Weil – 1979 AnnaWeil@uva-alumni.nl • 2006 Psychologie • 2003 AUV-studentenreisbeurs, gespendeerd aan de University of Sussex, Brighton • 1997-1998 jaar in Israël, onder meer seminars gevolgd over groepsprocessen en leidinggeven, Engelse les gegeven aan kinderen, in een kibboets gewerkt • 2001-2005 lid studentenfractie vakgroep Sociale psychologie • 2006-heden coördinator International Office bij Psychologie • 2007-heden secretaris AUValumnikring Psychologie
Terugdoen Voorwaarde voor een reisbeurs was: na je master lid worden van de alumnivereniging van je studie. Dat heb ik met volle overtuiging gedaan, ik ben zelfs secretaris geworden van de AUV-alumnikring Psychologie. Ik wilde graag iets terugdoen.
Stamkroeg De Roeter, tegenover de faculteit. Daar heb ik heel wat geklaverjast. Dan begonnen we een potje in een tussenuur en gingen niet meer terug naar college.
Favoriete college Consumentenbeslissingen, omdat de trucjes die je er bestudeerde om mensen te beïnvloeden feilloos werken. Ze waren heel herkenbaar. Mijn favoriete docent was Ap Dijksterhuis (promotie Psychologie RUN 1996): een jonge hond, blakend van energie. Zijn passie voor het vak was heel aanstekelijk. Hij gaf de basiscursus Sociale cognitie. Beste studieplek Het Bushuis. Daar is een
A
C
B
knusse computerzaal onder het houten dakspant. Ik kende er niemand, ook goed voor de concentratie. Af en toe sprak iemand me aan, die zag me dan aan voor mijn (eeneiige) tweelingzus die daar Communicatiewetenschap studeerde.
Positief/negatief aan de UvA Als stadsmens geniet ik van de levendigheid in het centrum. Heerlijk dat de faculteit daar middenin ligt. Elke dag fiets ik langs de Amstel, een cadeautje. Negatief: de decentraliteit. Communicatiewetenschap, wat ik eerst deed, had een academisch kwartiertje, Sociale psychologie niet. Het duurde even voor ik doorhad waardoor ik daar steeds zo veel te laat was. •
D in beeld A De afgebrande pier van Brighton B Promotiemagazine voor Brighton C Boarding pass Anna Weil D Met commissie Mercurius (studievereniging Communicatiewetenschap) in tent
10 hoofdzaak
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
11 tekst • Rob Hartgers Engelse taal- en letterkunde 2003 beeld • Tjep www.oogst.org
Zonnepanelen, windmolens en energiezuinige verlichting. De UvA wil een duurzame universiteit worden. ‘Als universiteit moeten we het goede voorbeeld geven.’ In de studiezaal van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde zitten tientallen studenten geconcentreerd te werken achter computers. Op het eerste gezicht is dit een studiezaal zoals elke andere. Maar schijn bedriegt. Dit is de eerste CO2-neutrale studiezaal van de UvA, die daarmee voorloopt op andere Nederlandse universiteiten. De zaal werd op 12 oktober officieel geopend door milieuminister en UvA-alumna Jacqueline Cramer (zie ook pagina 18), als onderdeel van haar ‘Greenovator Tour’ langs bedrijven en onderwijsinstellingen. De studiezaal van de Economiefaculteit (met 250 werkplekken de grootste van de UvA) is het paradepaardje van het duurzaamheidsbeleid van de UvA. Duurzaamheid gaat de komende jaren een belangrijke rol spelen in zowel het onderwijs en onderzoek als in de bedrijfsvoering van de universiteit, zo staat te lezen in het Beleidsplan Duurzaamheid, opgesteld door voormalig FNWIdecaan Walter Hoogland (Wis- en natuurkunde 1963 cum laude, promotie 1968). Er zijn inmiddels tal van initiatieven opgestart. In de bedrijfsvoering gaat de meeste aandacht uit naar het verminderen van het energieverbruik, duurzamer inkopen, en duurzame bouw en nieuwbouw. Op al die vlakken zijn doelstellingen geformuleerd. Zo wil de UvA tussen 2009 en 2020 jaarlijks twee procent energie besparen, moet in 2012 de helft van de inkoop voldoen aan de duurzaamheidscriteria van het agentschap voor duurzaamheid en innovatie SenterNovem, en wordt bij nieuwbouw of grootschalige renovatie gestreefd naar tien tot twintig procent duurzame energieopwekking. Daarnaast is in kaart gebracht welke best practices op het vlak van duurzaamheid er op dit moment al zijn. De bestaande en nieuwe initiatieven worden samengebracht op een nieuwe online portal die binnenkort de lucht in gaat. Duurzaamheid leeft niet alleen in de hoofden van de universitaire bestuurders. Studenten van de Centrale Studentenraad en de Facultaire Studentenraden hebben op eigen initiatief een Commissie Duurzaamheid in het leven geroepen om de druk op de ketel te houden en te controleren of het universiteitsbestuur zijn duurzame beloften nakomt. Collegelid Paul Doop (Politicologie en Bestuurskunde LEI 1980) lijkt die aanmoediging niet nodig te hebben. ‘Duurzaamheid is geen keuze, maar een kwestie van overleven’, stelt hij. ‘Dat geldt voor de gehele samenleving en dus ook voor de universiteit. We kunnen
niet oneindig doorgaan met het verbruiken van fossiele brandstoffen en het vergroten van de kloof tussen arm en rijk. Als universiteit moeten we het goede voorbeeld geven. In de Vereniging van Universiteiten (VSNU) nemen wij het voortouw op het gebied van duurzaamheid.’
D r a a g v l a k Enkele in het oog springende duurzame initiatieven zijn afkomstig van studenten. Zo was de groene studiezaal er nooit gekomen zonder de inzet van Econometriestudent Ewoud de Kok. Duurzaamheid is voor hem iets vanzelfsprekends, vertelt hij: ‘Ik ben ermee opgegroeid. Toen ik klein was, hadden wij thuis al zonnepanelen op het dak. Mijn vader was een pionier.’ Toen zijn faculteit twee jaar geleden een ideeënwedstrijd uitschreef, deed De Kok mee met een plan voor een energiezuinige studiezaal. Met de door hem voorgestelde maatregelen wordt op de lange termijn geld bespaard, rekende hij de facultaire bestuurders voor. De Kok won de competitie, maar moest vervolgens flink lobbyen om draagvlak te smeden voor zijn plannen. Hij werd lid van de Studentenraad om zo aan tafel te komen bij de hoogste bestuurders. Zijn doorzettingsvermogen en overtuigingskracht bleven niet zonder resultaat. In december 2008 stemde het College van Bestuur in met een investering van 200.000 euro, een bedrag dat volgens De Kok in vijftien jaar kan worden terugverdiend met de door hem bedachte energiebesparingen. Trots geeft De Kok een rondleiding door de ruimte. De meeste besparingen zijn onzichtbaar, vertelt hij. Zo is op de computers software geïnstalleerd waardoor ze na vijf minuten automatisch op stand-by gaan. De oude tl-verlichting is vervangen door tl-buizen met een hoog rendement. Met deze twee relatief eenvoudige ingrepen is het energieverbruik van de ruimte tot de helft gereduceerd. Het andere deel van het plan van De Kok ligt op het dak van het gebouw van de Amsterdam Business School aan de Plantage Muidergracht. Een batterij aan zonnepanelen wekt daar zoveel energie op dat het verbruik van de studiezaal hiermee min of meer gecompenseerd wordt. Nog te plaatsen windmolens in het Science Park maken het energieneutrale
plaatje compleet. Zowel de zonnepanelen als de duurzame verlichting zijn geleverd door bedrijfjes van UvA-alumni. Om de zwoegende studenten in de studiezaal bewust te maken van het duurzame karakter van hun studieomgeving, komt bij de ingang van de zaal een groot beeldscherm te hangen waarop precies te zien is hoeveel energie de zonnepanelen opwekken en hoeveel er verbruikt wordt. De Kok: ‘Ik heb nog overwogen om de ruimte te koelen door gras op het dak te leggen, of om de ruimte te verlichten via een grote buis door het dak, maar die ideeën zijn afgevallen. Ze waren misschien wat te radicaal.’
I n k o o p ‘Ik ben heel praktisch ingesteld’, zegt Ineke Veenstra. ‘Mijn voornaamste zorg is dat de gebouwen van de universiteit schoon, veilig en goed onderhouden zijn.’ Als directeur van het Facilitair Centrum speelt Veenstra een sleutelrol in de verduurzaming van de bedrijfsvoering van de UvA. De studenten van de Commissie Duurzaamheid roemen haar down to earth-houding – geen vage beloften en groene vergezichten, maar concrete oplossingen. ‘Zonder dat iedereen dat weet, doen we al veel goed’, begint Veenstra. ‘Bij renovaties weegt duurzaamheid bijvoorbeeld zwaar mee in de kosten-batenanalyse. Ik vind het belangrijk om dat te laten zien; het stimuleert medewerkers en studenten om zich nog meer in te zetten voor duurzaamheid.’ De laatste tijd heeft het Facilitair Centrum een aantal belangrijke stappen genomen in de richting van een groenere universiteit. Zo speelt duurzaamheid een belangrijke rol in alle inkoopcontracten die de UvA voortaan afsluit (in totaal goed voor 110 miljoen euro per jaar). De criteria die SenterNovem heeft opgesteld voor aanbestedingsprocedures door (semi)overheidsinstellingen bieden daarbij een handvat. Veenstra: ‘We verwachten van leveranciers dat hun producten en hun werkwijze zo duurzaam mogelijk zijn. Zo is onlangs in de aanbestedingsprocedure voor een nieuw schoonmaakcontract voor het eerst duurzaamheid als criterium zwaar meegewogen. Ook heeft de UvA een nieuw verhuisbedrijf gecontracteerd, dat met schonere vrachtwagens rijdt.’ >
12 hoofdzaak E n e r g i e Met een jaarlijkse rekening van 6,3 miljoen euro is de UvA grootverbruiker van energie – ter vergelijking: een gemiddeld Nederlands huishouden betaalt per jaar 2000 euro. Ook in vergelijking met andere universiteiten springt de UvA er, omgerekend naar energieverbruik per vierkante meter, niet goed uit. Het verbruik kan en moet flink omlaag. De VSNU heeft afgesproken om jaarlijks een minimale energie-efficiencyverbetering van twee procent te bereiken. Dat moet leiden tot een verbetering van dertig procent in 2020 vergeleken met 2005. De UvA heeft een Energie Efficiency Plan (EEP) opgesteld waarin staat hoe dat doel bereikt wordt. Met de aanschaf van ‘groene’ IT en het door De Kok en student Tandheelkunde Joeri Baas bedachte ‘PC Power Management’ wordt naar schatting 480 ton CO2-uitstoot vermeden. De geplande grootschalige renovatie van het Roeterseilandcomplex en de bouw van een duurzaam sportcentrum op het Science Park zijn andere grote besparingsposten (samen goed voor 380 ton minder CO2uitstoot). Het simpelweg uitschakelen van apparatuur die niet in gebruik is, zorgt voor 147 ton minder uitstoot. Een nieuw aangestelde energiecoördinator houdt in de gaten of de uitvoering van het EEP op schema ligt en waar verdere besparingen mogelijk zijn.
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
Of de doelen bereikt worden, hangt voor een belangrijk deel af van de medewerkers en studenten, denkt Veenstra: ‘Het veranderen van gedrag is misschien wel het lastigste aspect van de verduurzaming van de bedrijfsvoering. Het gaat niet alleen om het uitschakelen of op stand-by zetten van een apparaat waaraan je niet meer werkt, maar ook om het achterlaten van afval in collegezalen. Afgelopen zomer zijn we een campagne begonnen om studenten erop te wijzen dat ze niet moeten eten en drinken in de collegezaal.’
H u i s v e s t i n g De derde pijler van de duurzame bedrijfsvoering, naast inkoop en energiebeleid, is de huisvesting. Het nieuwe huisvestingsplan bevat voor het eerst een duurzaamheidsparagraaf. Daarin staat te lezen dat bij alle geplande nieuwbouw en renovaties tussen nu en 2020 (in totaal bijna 220.000 vierkante meter) duurzaamheid in de realisatie en de exploitatie vooropstaat. Er wordt zo efficiënt mogelijk gebruikgemaakt van de vierkante meters, en renovatie of herbestemming hebben de voorkeur boven nieuwbouw. Met nieuwe technieken en duurzame materialen wordt bespaard op geld en energie. Een belangrijke rol bij dit alles speelt
‘ Het veranderen van gedrag is misschien wel het lastigste aspect van de verduurzaming van de bedrijfsvoering’
de cradle to cradle-gedachte, wat betekent dat toekomstige generaties niet belast worden door onze bouw- en consumptiebehoeften. Bij de productie of bouw wordt daarom rekening gehouden met mogelijk hergebruik. Voor Salomé Bentinck (Bouwkunde TUD 1981), directeur Huisvestingsontwikkeling van de UvA, is duurzaamheid ‘geen issue’, maar ‘een vanzelfsprekend onderdeel van onze bedrijfsvoering.’ Ze legt uit dat bij alle bouw- en renovatieprojecten gebruikgemaakt wordt van een meetinstrument (Greencalc + of BREEAM-NL) waarmee de algehele duurzaamheid van het project kan worden vastgesteld. Daarnaast zijn de verplichte EPC-normen (Energieprestatiecoëfficiënt) voor nieuwbouw met tien procent aangescherpt. Duurzame huisvesting is lastig voor een universiteit die voor een flink deel is gevestigd in monumentale panden, geeft Bentinck toe. Om een bestaand pand, zeker een monument, te verduurzamen zijn flinke investeringen nodig – geld dat er niet altijd is. ‘We kunnen ons niet veroorloven om hard hollend voorop te lopen’, zegt Bentinck. Toch hebben de monumentale panden ook voordelen: ‘Het zijn ruim opgezette gebouwen, met een behoorlijke overmaat. Daardoor zijn ze makkelijker voor verschillende doeleinden te gebruiken. Ook dat is duurzaam.’
A l l o c a t i e Een hobbel op het pad naar een duurzame toekomst is de manier waarop de financiële middelen worden verdeeld over de faculteiten, het zogeheten allocatiemodel. De duurzame basisregel ‘de verbruiker betaalt’ is aan de UvA moeilijk te realiseren. Zo worden de energierekeningen van alle faculteiten op één hoop gegooid. Iedere faculteit betaalt naargelang het aantal vierkante meters dat zij in gebruik heeft, niet naar verbruik. Een faculteit die investeert in energiebesparing, ziet dat dus niet terug op de eigen rekening. Veenstra erkent de minpunten van het allocatiemodel, maar legt uit waarom betalen naar verbruik niet mogelijk is: ‘Faculteiten kunnen niet kiezen in welke panden zij gehuisvest zijn. Een faculteit die is gevestigd in nieuwbouw verbruikt vanzelfsprekend minder energie dan een faculteit die is gevestigd in monumentale panden. Het zou niet eerlijk zijn om die laatste meer te laten betalen. Ik denk dat het wel belangrijk is om meer inzicht te krijgen in het energieverbruik per faculteit en per pand. We willen daarom meer kleinschalige bemetering. Als een faculteit of instituut erin slaagt het energieverbruik te verminderen, kunnen we dat belonen.’
De duurzame UvA www.uva.nl/duurzaamheid
www
‘ We moeten niet in één keer alles willen, maar ons onderscheiden op onderdelen, zoals inkoop of energie’ Investeringen in duurzaamheid betalen zich vaak pas op de lange termijn terug – de kost gaat voor de baat uit. Veenstra pleit voor een universitair fonds waarop faculteiten aanspraak kunnen maken voor duurzame investeringen. Doop verwacht niet dat zo’n pot er op korte termijn komt: ‘Daar is nu geen geld voor. We moeten zo veel mogelijk investeren binnen de bestaande budgetten.’
De duurzame doelstellingen van de UvA •
• •
• •
•
Veenstra blijft realistisch. Ze verwacht niet dat duurzaamheid in de toekomst een onderscheidend kenmerk wordt van de UvA: ‘De universiteiten die op dit moment vooroplopen op dit vlak, zoals Wageningen en Delft, hebben ook inhoudelijk een verbinding met het thema. Voor een brede universiteit als de UvA ligt dat anders. We moeten niet in één keer alles willen, maar ons onderscheiden op onderdelen, zoals inkoop of energie.’ Student Sociale geografie Just Dengerink is voorzitter van de Commissie Duurzaamheid, de groene ‘waakhond’ van de UvA. Hij is blij met alle initiatieven, maar voor hem ‘mag het best wat ambitieuzer’. Dengerink: ‘Ik was laatst in Wageningen. Zij zijn erg ver met duurzaamheid; overal kranen die automatisch uitgaan, energiezuinige verlichting, en stickers die medewerkers en studenten wijzen op energiebesparing. Ik denk dat het vreselijk belangrijk is om mensen voortdurend bewust te maken van het belang van duurzaamheid. Dat mis ik nog aan de UvA. Duurzaamheid moet beter worden gecommuniceerd.’ Ook De Kok pleit voor meer ambitie. Gidsland is wat hem betreft Engeland: ‘Daar zijn universiteiten verplicht om een duurzaamheidsjaarverslag te maken. Ze worden door de overheid afgerekend op hun duurzame prestaties. Het zou goed zijn als dat in Nederland ook gebeurt.’ Tot voor kort stond duurzaamheid niet hoog op de agenda van de UvA, geeft Doop toe. ‘Maar de ontwikkelingen gaan snel. Drie jaar geleden vroegen we ons nog af hoe belangrijk dat nu eigenlijk is, duurzaamheid. Nu zijn we ervan overtuigd dat een duurzame toekomst de enige toekomst is. We moeten klimaatneutraler gaan functioneren en hebben daarvoor meetbare doelstellingen. Wat mij hoop geeft, is de belangrijke rol die studenten hierin spelen. Zij zijn de drijvende kracht achter de verduurzaming van de UvA.’ •
De UvA heeft een speciale website ingericht om duurzame initiatieven op het terrein van onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering zichtbaar te maken www.uva.nl/duurzaamheid
0% energie-efficiency 3 verbetering in 2020 ten opzichte van 2005, ofwel 2% per jaar 40% CO2-reductie in 2025 50% duurzaam inkopen in 2012
e belangrijkste D besparingsmaatregelen tot 2012
•
T o e k o m s t
13
roene IT-strategie: 480 ton G CO2-uitstoot vermijden Nieuwbouw Sportcentrum: 292 ton CO2-uitstoot vermijden Good Housekeeping: 206 ton CO2-uitstoot vermijden Uitschakelen apparatuur buiten gebruik: 147 ton CO2-uitstoot vermijden Bronnen: Energie Efficiency Plan 2009-2012, Huisvestingsplan 2010
14 loopbaan
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
Liesbeth van Tongeren – 1958
tekst • Arnoud Veilbrief Nederlandse taal- en letterkunde 2000 beeld • Frank Ruiter (Teun van de Keuken en Maarten Hajer), GP/Beusker (Liesbeth van Tongeren)
info@greenpeace.nl • 1983 Internationaal recht • 1984 reis naar Australië • 1985-1991 verschillende banen in Australië, waaronder directeur organisaties voor daklozen, vluchtelingen en mishandelde vrouwen • 1992 project bij ondersteuningsinstituut IMCO, provincie Noord-Holland • 1993-2001 diverse functies, o.a. directeur FIOM-huis in Den Haag en projectmanager gemeente Amsterdam • 2001-2003 directeur Sociale Zaken Purmerend • 2003-heden directeur Greenpeace • nevenfuncties: bestuurslid van de European Unit van Greenpeace en van Women on Top, lid van de Sociale Denktank Zeeburg, mentor bij het FNV-initiatief voor vrouwelijk toptalent • nummer 64 in de Trouw Duurzame 100, nummer 6 in de Opzij top 100 van Machtigste vrouwen (categorie goede doelen)
Duurzaamheidsridder worden aan de UvA Liesbeth van Tongeren Een van Liesbeth van Tongerens favoriete spreekwoorden komt uit het Engels: Be careful what you wish for, lest it come true. Wees voorzichtig met wat je wenst, het zou wel eens waar kunnen worden. Zo kijkt ze ook aan tegen mensen die heel rigide hun leven plannen. ‘Misschien bereik je je doel wel, maar word je er doodongelukkig van.’ Zo heeft Van Tongeren nooit per se directeur van Greenpeace willen worden. Ze is zelfs nooit actievoerder of vrijwilliger voor de organisatie geweest. Het is haar, na veel omzwervingen, overkomen. Inmiddels zit ze er alweer ruim vijf jaar en iedere dag opnieuw is het een feest. ‘Ik werk met honderd mensen tegen wie ik op een camping onmiddellijk zou zeggen: zullen we vanavond samen macaroni maken?’ Ze kwam in 1978 aan in Amsterdam. Het was in die jaren een roerige stad, waar allerlei subculturen hun plaats opeisten. Van Tongeren voelde zich er als een vis in het water. Ze ging Rechten studeren en stortte zich in het actieleven: de vredesbeweging, de vrouwenbeweging en buurtinitiatieven. ‘Het was heel vrolijk, iedereen had zin om wat van het leven te maken. Ik was niet fanatiek bezig met een betere wereld. Ik denk achteraf dat interesse in mensen, in bepaalde onderwerpen, mijn grootste drijfveer was.’ Aan ideologische scherpslijperij en eindeloze vergaderingen had ze een broertje dood. ‘Ik wilde vooral praktisch bezig zijn. Na tien minuten in zo’n zaal dacht ik: ik ga de afwas in het buurthuis maar eens doen.’ Aan de studie besteedde ze weinig tijd, het ging haar makkelijk af. ‘Je moest bij een probleem de juiste argumenten kunnen verzamelen, dat was het wel zo’n beetje. Het gymnasium was oneindig veel moeilijker.’ Van Tongeren koos voor Internationaal recht. Nederland was mooi, maar klein. ‘Als je Nederlands recht kiest, sorteer je al vroeg voor. Ik wilde de mogelijkheid houden om in het buitenland te werken.’ Ze herinnert zich een Ierse uitwisselingsdocent,
een zekere Finbarr Murphy. ‘Dat was een soort renaissanceman. Hij kon gedichten declameren, wist wat van wiskundige stellingen, voerde makkelijk het woord. Dat vond ik héél inspirerend. Hij organiseerde etentjes bij hem thuis, jutte ons op. We moesten wat harder nadenken. Waarom kenden wij geen Nederlandse dichters, zulke dingen.’ Niet al haar ervaringen waren zo positief. Met een hoogleraar die zich ‘niet zo vriendelijk uitliet over vrouwen en de gekleurde medemens’ kwam ze hard in aanvaring. Bij een mondeling tentamen over een stuk dat ze had geschreven, bleek dat de professor het stuk niet eens gelezen had. Toen ze in 1983, op het hoogtepunt van de werkloosheid, haar bul haalde, vertrok ze met haar toenmalige vriend naar Australië. ‘Ik dacht: het is hier koud en nat, je krijgt geen baan, er lukt hier niks. Waarom zou ik hier blijven?’ Ze reed op de motor het halve land door en leerde planksurfen. Ze bleef tot 1992 down under. In die tijd werd ze coördinator van een blijf-van-mijn-lijfhuis, zette ze een mediation center op en stichtte ze een centrum voor slachtoffers van seksueel geweld. Hoe krijgt iemand dat allemaal voor elkaar? Maar ze relativeert dat graag. Het leek eigenlijk erg veel op haar actieleven in Amsterdam: min of meer toevallig rolde ze van het een in het ander. ‘Iemand vertelde me dat er federaal budget was voor een centrum tegen seksueel
Liesbeth van Tongeren
‘Je moet strategisch
zijn in het kiezen van je opponenten’ geweld, maar dat ze niemand konden vinden om het op te zetten. Toen ben ik het gaan doen. Ik kreeg een half miljoen dollar, een secretaresse en mij werd veel succes gewenst.’ Maar waarom juist zij?, een Nederlandse nog wel. Van Tongeren bleek bij alle partijen goed te liggen. Haar rechtenbul van ‘een oude Europese universiteit’ bleek een sterke troef bij het ziekenhuisbestuur en de overheid. Lachend: ‘Ik liet het me graag aanleunen. Een heel oude universiteit, zeer gerespecteerd, jazeker.’ Door haar actieverleden voor vrouwenrechten was ze ook voor de lokale vrouwenbeweging een goede kandidaat. Was ze gematigder dan die radicale vrouwen? ‘Gematigder niet, maar wellicht wat strategischer in het bereiken van mijn doelen. Met
een glimlach krijg je meer voor elkaar.’ Zo leidt ze ook Greenpeace. Pick your battles. Net als met die hoogleraar die haar afstudeerscriptie, over het opruimen van scheepswrakken buiten de territoriale wateren, gebruikte voor zijn eigen boek. Van Tongeren kiest haar opponenten zorgvuldig uit. ‘Een bedrijf als Trafigura koopt overal ter wereld strafvervolging af en maakt alleen in Nederland nog kans op vervolging voor zijn illegale gifstort in Ivoorkust. Als milieuorganisatie moeten we kiezen welke problemen we oppakken, maar deze rechtszaak zijn we aangegaan.’
Greenpeace www.greenpeace.nl
Slaafvrije chocolade www.chocolonely.nl
www
www
15
Teun van de Keuken – 1971 t.vandekeuken@parool.nl • 1995 Geschiedenis • 1995-1996 Humboldt Universität • 1997-2007 verslaggever VPRO-radio • 2003-heden programmamaker Keuringsdienst van Waarde • 2008-heden zelfstandig producent Teuropa • 2008-heden columnist Het Parool • nummer 36 in de Trouw Duurzame 100
Teun van de Keuken
‘There’s no such thing as a free lunch’
Teun van de keuken Het onderwijzersvak zit in de familie, zegt Teun van de Keuken. ‘Mijn opa was onderwijzer. Mijn grootvader was hoofd van een school en schreef daarnaast schoolboeken Duits, Frans, Engels en Nederlands. Mijn vader was ook een schoolmeester, in zijn films. Hij had een heel duidelijk beeld van hoe de wereld in elkaar steekt, waar het onrecht zit. En ik ben ook een soort schoolmeester. Ik wil vermaken en tot nadenken stemmen. Ik kan geen programma’s maken over flauwekul.’ Van de Keuken is een succesvol programmamaker. Het vernieuwende en zeer goed bekeken consumentenprogra mma de Keuringsdienst van Waarde is aan zijn zevende
seizoen bezig en heeft prijzen gewonnen in het buitenland. De slag om Brussel, dat Van de Keuken zelf produceert met kompaan Ronald Duong, oogstte goede kritieken. Beide programma’s proberen op een onconventionele manier achter een façade te kijken. De façade van het gezonde, ambachtelijk gemaakte product, de ingewikkelde en veelkleurige werkelijkheid achter de helderblauwe vlag van de Europese Unie. ‘De werkelijkheid achter het beeld laten zien’, zo omschrijft Van de Keuken het zelf. Zijn vader Johan was een beroemd filmer, maar zelf had hij als kind geen enkele interesse in het medium. ‘Ik was een lezer. Iedere week leende ik tien, vijftien boeken bij de bibliotheek en die las ik allemaal.’ Na het
Barlaeus Gymnasium ging Van de Keuken dan ook Geschiedenis studeren, de studie van het grote verhaal bij uitstek. Hij leerde er schrijven, helder formuleren. Werkstukken met taalfouten werden direct retour gestuurd en hij hoopt dat dat nog steeds zo is. Maar verder viel het niveau, of beter gezegd, het klimaat op de faculteit, hem bitter tegen. Tot zijn afgrijzen klaagde een groep studenten in het begin van zijn studietijd dat een docent stof behandelde die niet in het boek stond. ‘Die man reageerde daar heel gevat op’, zegt Van de Keuken. ‘De stof die in het boek stond vertelde hij voortaan staand, de stof die er niet in stond zittend. Dat vond ik een mooi statement.’ Van sommige docenten had hij ook geen hoge pet op. ‘Toen ik overstapte van Middeleeuwse naar Contemporaine geschiedenis stapte een docent boos op mij af. “Had je dat niet eerder kunnen doen?”, vroeg hij boos. “Dit kost ons duizenden guldens!”’ Op het Barlaeus was de sfeer anders. ‘Het huiswerk werd er snel afgewerkt, zodat er nog tijd over was voor iets extra’s: mythen, filosofie, geschiedenis.’ Van de Keuken zat in de redactie van het historisch tijdschrift Skript. Hij en zijn mederedactieleden waren best een wat zelfingenomen groepje, zegt hij terugblikkend. Studenten die een stuk inleverden dat volgens de redacteuren niet aan het gewenste niveau voldeed, kregen dat onomwonden te horen.
‘Natuurlijk ben je wat opschepperig op die leeftijd. Je bent volop bezig jezelf te vormen en te definiëren. Ik merk dat naarmate je beter wordt, je juist bescheidener wordt in plaats van arroganter.’ Na een extra studiejaar aan de Humboldt Universiteit in Berlijn schreef Van de Keuken samen met zijn vriend Gijs Groenteman een brief aan de VPRO, met het verzoek radio te mogen maken. ‘Ze vonden het heel bijzonder dat twee jongeren nog belangstelling hadden voor radio.’ De twee kregen een uitnodiging om eens te komen praten en sindsdien is Van de Keuken programmamaker. Onrecht en duurzaamheid zijn een belangrijk element in zijn werk. Net als bij, inderdaad, zijn vader. Een paar jaar geleden voerde Van de Keuken een eenmanscampagne tegen de uitbuiting van cacaoplukkers in Afrika. Met een chocoladereep in zijn hand en in zijn mond gaf hij zichzelf aan bij de politie, als consument van een product dat met slavenarbeid was geproduceerd. Hij reisde naar Ivoorkust, verzocht cacaoplukkers tegen hem te getuigen, maar kreeg uiteindelijk niet zijn veroordeling. Toch beschouwt hij zijn actie als geslaagd: er kwam aandacht voor het onderwerp, hij bracht zijn eigen ‘slaafvrije’ chocolade op de markt, Tony’s Chocolonely. Verkade schakelde in 2008 geheel over op fair trade. Mede door zijn actie, denkt Van de Keuken. Het leverde hem de 36ste plaats in de duurzaamheidstop 100 van Trouw op. Hij hoopt dat mensen bewuster gaan kijken naar de producten in de supermarkt. Hoe kan die vis zo goedkoop zijn? ‘Daarvoor reis ik naar Vietnam, om dat zelf te zien. Ik wil weten hoeveel die mensen verdienen per uur. Het is ongelooflijk hoe hard men daar moet rennen zodat wij een paar centen minder hoeven te betalen voor onze pangafilet. Ik ben niet dol op het woord, maar mijn “boodschap” is: als jij heel weinig voor iets betaalt, is er altijd iets of iemand anders die ervoor betaalt. Mensen, dieren of het milieu. There’s no such thing as a free lunch.’ Dan weer lachend: ‘Behalve deze lunch voor mij dan.’ •
16 Loopbaan
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
andere Duurzaamheidsridders Ellen mensink
Creative City Lab maarten hajer
Planbureau voor de Leefomgeving Hoe word je duurzaamheidsridder? Een actieverleden is niet vereist: duurzaamheid is salonfähig, in alle sectoren. De biologen zijn het patent op groen al lang kwijt, zoveel maakt het lijstje hiernaast wel duidelijk. Wetenschap, politiek en bedrijfsleven afficheren zich alle graag als duurzaam. Duurzaam ondernemen is een groeimarkt. Niet alleen omdat het sociaal wenselijk is, maar vooral ook omdat de vraag ernaar toeneemt. Steeds meer mensen willen verantwoord consumeren en de politiek schroeft de eisen op. Vooral bèta’s beschikken over de kennis om zelf met innoverende toepassingen te komen; economen weten hoe je een vinding in de markt kunt zetten: opvallend veel UvA-alumni die we tegenkomen in onder meer de Trouw Duurzame 100 (www.trouw.nl/groen/nieuws/ duurzamehonderd) studeerden Economie. Uiteindelijk kleven aan elk product en elke dienst aspecten van duurzaamheid, zodat er voor iedereen kansen liggen om zich als duurzaam te profileren.
Andere duurzaamheidsridders die aan de UvA studeerden Gosse Boxhoorn | Scheikunde 1976, oprichter Solland Solar (zonnecellen), 29 in de Trouw Duurzame 100
emeritus hoogleraar Staathuishoudkunde, pleitbezorger van een ‘breed welvaartsbegrip’ waarin ook de kwaliteit van leven centraal staat, 91 in de Trouw Duurzame 100
Laura Bromet | Nederlandse taal- en letterkunde 1995, fractievoorzitter GroenLinks gemeente Waterland, (vanaf januari) beleidsmedewerker landbouw, natuur en milieu Kamerfractie GroenLinks
Marleen Janssen Groesbeek | Economie 1989, journalist Het Financieele Dagblad, publiceert over verantwoord en duurzaam ondernemen, 72 in de Trouw Duurzame 100
Jacqueline Cramer | Biologie 1976 cum laude, promotie 1987, minister van VROM, 35 in de Trouw Duurzame 100 (zie ook pagina 18)
Bert Koenders | Politicologie 1983 cum laude, minister van Ontwikkelingssamenwerking, 16 in de Trouw Duurzame 100
Tristan van Doorn | Bedrijfskunde 2009, initiatiefnemer Green Lightning (spaarlampen), www.greenlightning.nl
Ellen Mensink | Economie 1995, directeur Creative City Lab (bundeling van innovatieve krachten die op duurzame wijze maatschappelijke en economische ontwikkeling wil realiseren), www.creativecitylab.nl
Lara van Druten | Politicologie 2002 cum laude, directeur Sustainability bij Altran, www.altran.nl Wijnand Duyvendak | Sociologie 1980 kandidaats, voormalig directeur Milieudefensie en Kamerlid GroenLinks, trad af na boek over periode als milieuactivist, 74 in de Trouw Duurzame 100 Willem Ferwerda | Biologie 1987, voorzitter Nederlandse afdeling van de International Union for the Conservation of Nature, strijder tegen het wereldwijd uitsterven van diersoorten, 92 in de Trouw Duurzame 100, www.iucn.nl
Bart Merkus | Economie 1991, directeur Verkade (eerste grote chocoladefabrikant die overstapte op fair trade cacao), 63 in de Trouw Duurzame 100 Lucas Reijnders | Biochemie en Scheikunde 1969, promotie 1973, hoogleraar Milieukunde, in het bijzonder de natuurwetenschappelijke aspecten van milieuvraagstukken, 45 in de Trouw Duurzame 100
Louise Fresco | promotie Tropische plantenteelt WAU 1986 cum laude, universiteitshoogleraar Grondslagen van duurzame ontwikkeling in internationaal perspectief, 5 in de Trouw Duurzame 100 (zie ook pagina 28)
Alexander Rinnooy Kan | Econometrie UvA, Wiskunde LEI 1972, promotie 1976, hoogleraar Policy analysis in the public and private sectors en voorzitter van de SociaalEconomische Raad (SER), riep het bedrijfsleven op tot internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, 19 in de Trouw Duurzame 100
Antoinette Gast | Europese studies 1987, oprichter tuyu (fair trade relatiegeschenken), www.tuyu.nl
Mark Schreurs | Business Economics 2004, EVT Scooter Experience (elektrische scooters), www.evt-nl.nl
Sandra Geisler | Psychologie 2004, manager bij de International Union for the Conservation of Nature, www.iucn.nl
Ton Smit | Economie 1972, voorzitter Aardgas Mobiel, tevens oud-wethouder en initiatiefnemer van het aardgasprogramma in de gemeente Haarlem (en voorzitter van de Kring van Amsterdamse economen), www.aardgasmobiel.nl
Don Gerritsen | student Internationale betrekkingen, Nederlands VN-jongerenvertegenwoordiger Commissie voor Duurzame Ontwikkeling en consultant bij KPMG Sustainability, www.dongerritsen.com Maarten Hajer | Planologie 1987 cum laude, Politicologie 1988 cum laude, promotie 1993, hoogleraar Politicologie en directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), 98 in de Trouw Duurzame 100 Arnold Heertje | Economie 1956, promotie 1960,
Wim Turkenburg | Wis- en natuurkunde 1971, directeur Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling en Innovatie (Universiteit Utrecht) en lid Raad van Toezicht van het Energieonderzoek Centrum Nederland, 76 in de Trouw Duurzame 100 Marieke van der Werf | Nederlandse taal- en letterkunde 1987, programmamanager Natuur- en milieueducatie bij SenterNovem en auteur van Cradle to Cradle in bedrijf
Science Park www.scienceparkamsterdam.nl
www
Heliostaat
p 34
17
tekst • Karel van Delft Psychologie 1992 beeld • Bob Bronshoff
Pensioen — Karel Gaemers: passie voor deeltjesfysica
Als hoogleraar Theoretische fysica verrichtte Karel Gaemers belangwekkend onderzoek. Zeven publicaties werden meer dan honderd keer geciteerd volgens de SPIRES database voor hoge energiefysica – één publicatie zelfs meer dan vijfhonderd keer. Als decaan leverde Gaemers tot zijn emeritaat in mei een belangrijke bijdrage aan de uitstekende reputatie van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI). Hij gaf leiding aan de nieuwbouw in de Watergraafsmeer en legde de basis voor verdergaande onderwijsvernieuwing. ‘Eén ding zou ik anders doen’, zegt Gaemers. ‘Op mijn 45e heb ik mijn wetenschappelijke carrière deels ingeruild voor bestuursfuncties. Dat had ik liever een paar jaar later gedaan.’ In zijn afscheidsrede ‘Your quarks or my quarks’ brak hij een lans voor de noodzaak om vanuit diverse wetenschappelijke disciplines naar een vraagstuk te kijken en bevindingen uit te wisselen. Die lezing sprak hij op 25 september uit in de Lutherse kerk, de Aula van de UvA. ‘Ik wilde het per se op een vrijdag doen en de zaal was niet eerder beschikbaar, zo simpel was dat.’ Gaemers ontving bij die gelegenheid de prestigieuze ‘grote stapenning’, de hoogste onderscheiding van de UvA. Onder de gasten bevonden zich topwetenschappers als Nobelprijswinnaar Tini Veltman (Wis- en natuurkunde UvA 1956, promotie UU 1963), UvA-universiteitshoogleraar en KNAW-voorzitter Robbert Dijkgraaf (promotie Natuurkunde UU 1989) en UvA-hoogleraar en NWO-voorzitter Jos Engelen (promotie Natuurkunde RUN 1979). Gaemers studeerde Wis- en natuurkunde in Leiden, met als bijvak Sterrenkunde. Hij studeerde cum laude af en promoveerde in 1974 aan dezelfde universiteit. Met zijn proefschrift Hard Photon Corrections for Processes in e++e--Colliding Beam Experiments maakte hij snel naam. Hij gaf daarin voorspellingen uit de theorie die experimenteel getoetst konden worden bij de toen nieuwe e++e--opslagringen. Vanaf 1976 werkte Gaemers twee jaar bij het Europese onderzoekscentrum voor deeltjesfysica CERN in Zwitserland. In 1978 werd hij in Amsterdam medewerker van het NIKHEF, het nationaal instituut voor subatomaire fysica. In 1980 volgde zijn aanstelling tot hoogleraar Theoretische fysica aan de UvA. Hij doceerde kwantummechanica en relativistische kwantumveldentheorie. Gaemers werd in 1989 directeur van de sectie Hoge energiefysica van het NIKHEF. Wereldwijd verkeerde Gaemers in kringen van topwetenschappers. ‘Ik was aanwezig toen de latere Nobelprijswinnaar Martin Perl in 1975 in Stanford het “tau-deeltje” ontdekte. Dat is een zogeheten lepton, een elementair deeltje in de fysieke opbouw van het universum. Zo’n deeltje leeft tien tot de min vijftiende seconde. Het bestaan kun je vaststellen via ingewikkelde berekeningen en terugredeneren.’ Een ander hoogtepunt was in CERN het samen met wetenschapper Buras parametriseren en toegankelijk maken van proton-structuurfuncties. En met Gounaris ontwikkelde hij een methode om de spin-toestand van het W-boson te berekenen. In Amsterdam volgde onderzoek met promovendi naar onder meer voorspellingen rond het Higgs-boson – het deeltje waarvan het bestaan moet worden aangetoond in de deeltjesversneller van CERN. Als bestuurder dacht Gaemers meer mogelijkheden te kunnen creëren voor de wetenschap. ‘Het gaat om grote bedragen, in het geval van de deeltjesversneller LHC in het CERN-project om miljarden. Daar moet je regeringen, universiteitsbesturen en de Europese Commissie voor weten te interesseren. Als bestuurder krijg je zicht op wat in diverse onderzoeksgebieden gebeurt en kun je samen met anderen onderzoeksprogramma’s ontwikkelen. Ik constateer achteraf dat ik destijds naïef was en heb onderschat hoeveel tijd je als bestuurder kwijt bent aan dagelijkse beslommeringen in instituten.’ Van 1997 tot 2000 was Gaemers decaan van de toenmalige faculteit WINS. In 2005 werd hij voor de tweede keer decaan, nu van de brede bètafaculteit FNWI. Hij trof voorbereidingen voor de vestiging van alle bèta-afdelingen van de UvA op het Science Park aan de Kruislaan.
‘ Nederland geeft benedengemiddeld geld uit aan onderzoek – als je een kenniseconomie wilt ontwikkelen, is dat erg onverstandig’
Met gepaste trots laat Gaemers het nieuwe faculteitsgebouw zien. Het eerste deel is opgeleverd, het tweede komt volgend jaar gereed. ‘Dit levert een enorme ontschotting op. Wetenschappers van diverse disciplines lopen elkaar letterlijk tegen het lijf. Er is een uitstekende gezamenlijke bibliotheek. Studenten kunnen daar in groepjes of in aparte cabines studeren en er is een ontmoetingsruimte. Het onderwijs kan in het nieuwe gebouw veel efficiënter georganiseerd worden.’ Een groot voordeel van het Science Park is het samenbrengen op één locatie van het NWO-instituut NIKHEF en hightechbedrijven. Dat schept optimale omstandigheden voor kruisbestuiving tussen wetenschappers op het gebied van schei-, natuur- en wiskunde, informatica en biologie. Onder Gaemers’ leiding is de samenwerking met de bètawetenschappers van de VU geïntensiveerd. Naast de totstandkoming van een gezamenlijke masteropleiding speelde hij een belangrijke rol bij het ontwikkelen van samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse bètafaculteiten. >
18
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
Gaemers mag dan met emeritaat zijn, hij blijft betrokken bij het wetenschappelijk onderzoek. Op het NIKHEF werkt hij een paar dagen per week mee aan onderzoeksprojecten op het gebied van neutrino’s. Ook overweegt hij zich te verdiepen in de geschiedenis van de hoge energiefysica en daar wellicht over te publiceren. Wel maakt Gaemers zich zorgen over het wetenschappelijk overheidsbeleid. ‘Nederland geeft benedengemiddeld geld uit aan onderzoek. Als je een kenniseconomie wilt ontwikkelen, is dat erg onverstandig.’ Hij neemt het op voor onderwijsminister Ronald Plasterk. ‘Hij wordt in NRC neergezet als een minister die graag feestjes afloopt. Plasterk heeft het voor elkaar gekregen dat onderwijs en onderzoek worden ontzien in de komende bezuinigingen. Bovendien heeft hij een belangrijke inhaalslag gemaakt in het beter belonen van docenten van middelbare scholen. Daardoor kun je meer inspirerende docenten behouden voor het onderwijs. Het aantal studenten dat voor bètastudies kiest, is onverantwoord laag.’ Een wetenschapper past bescheidenheid, heeft Gaemers geleerd. ‘Een NIKHEF-medewerker informeerde me over het werk van Tim Berners-Lee, die we inmiddels kennen als de bedenker en grondlegger van het world wide web. Die medewerker wilde als een van de eersten buiten CERN een webserver installeren. Daarvan heb ik gezegd: doe maar. www.nikhef.nl werd daarmee wereldwijd een van de allereerste websites.’ •
Karel Gaemers – 1944 kgaemers@xs4all.nl • 1970 Wis- en natuurkunde, Universiteit Leiden • 1974 promotie LEI • 1975-1976 postdoc SLAC (Stanford University) • 1976-1978 theoretisch natuurkundige CERN • 1980-2009 hoogleraar Theoretische fysica UvA • 1989-1996 directeur NIKHEF Amsterdam • 1997-2000 decaan bètafaculteit WINS • 2002-2005 afdelingsvoorzitter Wiskunde, Natuurkunde en Sterrenkunde
in beeld
Minister Cramer (links) ontvangt flessenpost voor Kopenhagen van de Jongeren van Milieudefensie
tekst • Jacqueline Cramer beeld • ministerie van VROM/Frans Hoevers
post — ‘ SEINEN OP GROEN VOOR KLIMAAT– AKKOORD’ Wanneer u deze post leest, is de klimaattop in Kopenhagen misschien net afgerond. Op het moment van schrijven zit ik in de trein op weg naar de Deense hoofdstad. Graag neem ik even de tijd voor SPUI. Ik ben tenslotte zelf alumna van de UvA, heb er bijna veertien jaar gewerkt en was daarna nog jaren als bijzonder hoogleraar aan de UvA verbonden. Er stroomt dus UvA-bloed door mijn aderen. Tijdens mijn treinreis naar Kopenhagen zit ik gelukkig niet moederziel alleen in mijn coupé. Ik word vergezeld door ambtelijke onderhandelaars, vertegenwoordigers van
bedrijven, van maatschappelijke organisaties en van jongerenorganisaties. Zij zullen mij steunen in de strijd voor een succesvol klimaatakkoord. We gaan met zijn allen proberen het verschil te maken. Het verschil tussen een wereld waarin we op basis van business as usual onze koortsige aarde verder uitputten en opwarmen, met catastrofale gevolgen. En een wereld waarin nog toekomst zit. Alle aanwezige politici uit alle hoeken van de wereld zullen de komende dagen en uren hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Sommigen zullen hun mooie woorden in daden moeten omzetten, anderen zullen hun hakken uit het zand moeten halen. We moeten in Kopenhagen ambitieuze afspraken maken over een verminderde uitstoot van broeikasgassen. Linksof rechtsom, we moeten overgaan tot actie. We hebben de kennis, we hebben de gereedschappen, het is nu een kwestie van doen! Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het uitbouwen en verbeteren van een mondiale koolstofmarkt waarin sectoren als de industrie en landbouw tot verregaande reducties worden ‘gedwongen’. En we moeten regelen dat ontwikkelingslanden voldoende geld krijgen zodat zij actie kunnen nemen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Wij in het rijke Westen zijn tenslotte de belangrijkste veroorzakers van het broeikaseffect. Waarom zouden ontwikkelingslanden in beweging komen als wij niks doen? We hebben geen plan B. Kopenhagen moet een succes worden, want Kyoto loopt in 2012 af. We kunnen het ons niet veroorloven dat er een gat valt tussen het aflopen van
• 2005-2009 decaan bètafaculteit FNWI • 2009 UvA-onderscheiding grote stapenning • Belangrijkste publicaties: Neutrino Counting in e+ e - Collisions (met Gastmans en Renard, 1978), Polarization Amplitudes for e+ e - ---> W+ W- and e+ e - ---> Z Z (met Gounaris, 1978), Simple Parametrizations of Parton Distributions with q**2 Dependence Given by Asymptotic Freedom (met Buras, 1977)
Kyoto en het van kracht worden van nieuwe afspraken op basis van Kopenhagen. Landen als de Verenigde Staten en China spelen een cruciale rol. Zij zullen aan boord moeten stappen. Als een ambitieus en mondiaal akkoord wordt bereikt, betekent dit dat alle landen van de Europese Unie hun doelstelling op dertig procent emissiereductie zullen vasthouden. Kortom, best belangrijk dat Kopenhagen. Ik ga mij dus voor honderd procent inzetten voor een klimaatakkoord; aan de onderhandelingstafel, in de vergaderzalen, in de wandelgangen of zoekend naar samenwerking met gelijkgestemde landen zoals het Verenigd Koninkrijk. De belangen zijn groot. Van het woord ‘aarde’ bestaat geen meervoud. Laten we in Kopenhagen ons werkelijke doel weer helder voor ogen krijgen: een duurzame toekomst op die ene aarde die ons ter beschikking staat. Dat is de toekomst waar ik naar streef. Niet alleen in Kopenhagen, maar elke dag weer. •
Jacqueline Cramer – 1951 minister@minvrom.nl • 1976 Biologie cum laude • 1987 promotie • 1976-1989 universitair docent UvA (tot 1982 Biologie en samenleving, daarna Wetenschapsdynamica) • 1989-1999 senior onderzoeker STB-TNO • 1990-1998 bijzonder hoogleraar Milieukunde UvA • 1996-1999 bijzonder hoogleraar Milieumanagement Katholieke Universiteit Brabant • 1999-2005 hoogleraar Milieumanagement Erasmus Universiteit Rotterdam
• 1999-2007 hoogleraar Duurzaam ondernemen Universiteit Utrecht en zelfstandig milieuadviseur • 2007-heden minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Album Academicum www.album academicum.uva.nl
19
www
beeld • Monique Kooijmans & Marc Kruse
De UvA in beweging — UvA op 49e plaats in top 200 beste universiteiten
‘uvA beste Nederlandse universiteit’
Educatieve Minor voor bachelors
Platform UvA Pride opgericht
Expertisecentrum Journalistiek
De UvA is net als voorgaande jaren de beste Nederlandse universiteit in de THE QS World University Rankings 2009, het jaarlijkse overzicht van de beste universiteiten ter wereld. De UvA steeg vier plaatsen ten opzichte van 2008 en bezet nu plaats 49. Daarmee is zij de enige Nederlandse universiteit in de top 50. De ranking wordt aangevoerd door respectievelijk Harvard University, University of Cambridge en Yale University. Elf Nederlandse universiteiten staan in de top 200. De ranglijst is samengesteld op basis van academic peer review, employers review, de verhouding docenten-studenten, het aandeel internationale studenten en docenten, en het aantal citaties per faculteit. De UvA komt echter niet voor in de top 100 van de Shanghai Jiao Tong ranking, die vooral is gebaseerd op onderzoeksprestaties. Net als vorig jaar staat de UvA derde in het totaaloordeel van hoogleraren over de brede Nederlandse universiteiten, in Elsevier Thema Studeren.
Met een bachelor in een schoolvak en een Educatieve Minor kunnen studenten binnenkort lesgeven in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De UvA en andere universiteiten met een eerstegraads lerarenopleiding beschikken over een accreditatie voor deze minor. Naar verwachting wordt begin 2010 een wetswijziging doorgevoerd waarmee de eerste lichting aan het eind van dit collegejaar een beperkte lesbevoegdheid kan krijgen. www.uva.nl/actueel
Afgelopen najaar is UvA Pride opgericht, een platform voor aan de UvA werkende of studerende homo’s, lesbo’s, bi’s en transgenders dat ‘het open en tolerante karakter van de UvA wil waarborgen en waar nodig bevorderen, om te beginnen wat betreft homoseksualiteit’. Het platform organiseert naast een maandelijkse borrel initiatieven als een filmavond en een forumdiscussie over diversiteitsbeleid aan de UvA.
14.000 gepromoveerden in Album Academicum
Nieuw instituut gezondheidszorg arme landen
Een krachtige democratie vereist een sterke journalistiek. Vanuit die gedachte is op initiatief van de Masteropleiding Journalistiek aan de UvA op 1 oktober 2009 het Expertisecentrum Journalistiek van start gegaan. Nu de traditionele media in zwaar weer verkeren en de digitale journalistiek haar weg nog moet vinden, is het nodig de beroepsgroep inhoudelijk te ondersteunen en te versterken. Grondleggers zijn hoogleraar Journalistiek Frank van Vree (promotie Geschiedenis LEI 1989) en de Amsterdamse huisarts Sigrid Sijthoff, telg uit een van de oudste uitgeversfamilies van Nederland, die het centrum in zijn aanloopfase financieel ondersteunt. Het Expertisecentrum wil als Post Graduate Institute niet alleen hoogwaardige en gespecialiseerde scholingsactiviteiten voor journalisten verzorgen, in de vorm van seminars, cursussen en masterclasses, maar ook het debat over de journalistiek stimuleren.
www.topuniversities.com
Eredoctor aten voor K armiloff-Smith en Lessig Tijdens de Dies Natalis op 8 januari worden eredoctoraten uitgereikt aan de Brits-Franse cognitief psycholoog Annette KarmiloffSmith en de Amerikaanse rechtsgeleerde Lawrence Lessig. Karmiloff-Smith (University College London) verrichtte vooral baanbrekend werk op het gebied van de cognitieve ontwikkeling. Lessig (Harvard Law School) is een grote naam in het informatierecht (cyberlaw) en initiator van het succesvolle Creative Commons-project, dat wereldwijd de standaard voor open-contentlicenties heeft gezet. www.uva.nl/actueel
Het Album Academicum van de UvA ontsluit de gegevens van ruim 14.000 gepromoveerden en eredoctoren uit de periode 19782007. Daarnaast bevat de databank, in 2007 gelanceerd naar aanleiding van het 375-jarig bestaan van de UvA, de namen van bijna 2500 hoogleraren van de UvA en haar voorloper, het Athenaeum Illustre, van 1632 tot heden. Voor zover mogelijk zijn alle hoogleraren voorzien van een portret. De gegevens van sommige gepromoveerden worden geïllustreerd met hun promotieplaten. De gegevens worden jaarlijks aangevuld. ww.albumacademicum.uva.nl
www.uvapride.nl
Het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD), een nieuw samenwerkingsverband van AMC, UvA en VU en een aantal ontwikkelingsorganisaties, richt zich op duurzame oplossingen voor grote mondiale gezondheidsproblemen. Het AIGHD, dat onderzoek direct koppelt aan de praktijk, wil de gezondheidszorg in arme landen stimuleren en in de gaten houden of de bevolking daadwerkelijk profiteert van projecten. Het instituut wordt geleid door Joep Lange (Geneeskunde 1978, promotie 1987), aidsexpert en hoogleraar Inwendige geneeskunde, in het bijzonder virale infecties. Bij de lancering van het instituut op 7 oktober spraken internationale autoriteiten als Peter Piot (Institute for Global Health van Imperial College London) en Helen Rees (University of Witwatersrand, ZuidAfrika). Ook waren Prins Friso en Prinses Mabel van Oranje-Nassau (Economie en Politicologie 1993, cum laude) aanwezig. www.uva.nl/actueel
www.expertisecentrumjournalistiek.nl
Centrum voor diensteninnovatie van start In september is het Amsterdam Centre for Service Innovation (AMSI) van start gegaan. Dit initiatief van de UvA en Vrije Universiteit, gesteund door grote bedrijven en de gemeente Amsterdam, verzorgt de eerste opleiding in Nederland voor managers en professionals die zich bezighouden met innovatie en stimuleert wetenschappelijk onderzoek naar het managen van innovatieprocessen in dienstverlenende bedrijven. Omdat de dienstensector de ruggengraat van de economie vormt, liggen er grote kansen voor innovatie en productiviteitsgroei. De vraag neemt toe naar academici die zulke processen begrijpen en vorm weten te geven. www.abs.uva.nl/amsi
•
20 kalender Alle oraties, afscheidsredes en lezingen zijn vrij toegankelijk (tenzij anders vermeld). Oraties en afscheidsredes vinden plaats in de Aula van de UvA, Singel 411.
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
3 feb 19.00
Algemeen
8 jan
Dies Natalis UvA Uitreiking eredoctoraten
aan de Brits-Franse cognitief psycholoog Annette Karmiloff-Smith en de Amerikaanse rechtsgeleerde Lawrence Lessig. www.uva.nl
18
De stelling van…
jan
reeks uitdagende voordrachten waarin prominente wetenschappers zich uitspreken over de grondslagen en grenzen van hun vakgebied. Dijkgraaf is Universiteitshoogleraar Mathematische fysica. Aanmelden: www.spui25.nl
17.00
3 feb
16 mei
Robbert Dijkgraaf Stelling in
Privaatrecht. Aanmelden: www.spui25.nl
17.00
8 maa 17.00
Oratie hoogleraar Real Estate
Valuation
9.30 — 15.00
Een regio in beweging. Mastercourse voor docenten middelbare scholen. www.hum.uva.nl/mastercourses
12
prof. dr. B. Baarsma
29
Oratie bijzonder hoogleraar Toegepast
jan
feb
economisch onderzoek. Aansluitend: afscheidscollege van voorganger prof. dr. J.J.M. Theeuwes
9.30 — 17.00
4 feb 14.30
14.30
3 feb
4 feb 20.00
9 Multatuli: tentoonstelling 150 jaar Max Havelaar bij de Bijzondere Collecties; Multatulidag op 19 februari
ontmoeten elkaar: perspectieven op de Tweede Wereldoorlog. Inleiding Wim Brands. Aanmelden: www.spui25.nl
Geesteswetenschappen
De stelling van… Electorale politiek. Aanmelden: www.spui25.nl
15 jan
Geschiedenis van de hermetische filosofie en verwante stromingen. Aanmelden: www.spui25.nl
Wouter Hanegraaff Hoogleraar
Economie
10.00 — 16.30
21 jan 17.00
Nieuwjaarsreceptie FEB Uitreiking H.K. Nieuwenhuisprijs Scriptieprijs van € 2250,
vernoemd naar alumnus Economie Herman Karel Nieuwenhuis. www.feb.uva.nl
docenten middelbare scholen. www.hum.uva.nl/mastercourses
jan
Armando en Jolande Withuis Wetenschap en kunst
Jean Tillie Bijzonder hoogleraar
Argumenteren in theorie en praktijk Mastercourse voor
prof. dr. M.K. Francke
KNAW-tweegesprek
apr
jan
10.00 — 16.45
feb
12
5
jan
Mastercourse
Mastercourse
Edgar du Perron Hoogleraar
De stelling van…
17.00
22
29
De grote historische, politieke, maatschappelijke en literaire betekenis van de Max Havelaar in beeld: Multatuli’s thema’s zijn nog steeds actueel. www.bijzonderecollecties.uva.nl
feb
feb
opleidingen (in deeltijd) voor professionals, over de twee MBA-programma’s van de ABS en de Master in International Finance. Ook op 7 april. Meer informatie en aanmelden: www.abs.uva.nl
150 jaar Max Havelaar
De stelling van…
17
Amsterdam Business School Voorlichting over (post)master-
Tentoonstelling Multatuli
8 17.00
Voorlichtingsavond
22 jan 9.30 — 17.00
Mastercourse Visies op Rome Architectuur
16.00 — 22.00
Mastercourse voor docenten middelbare scholen. www.hum.uva.nl/mastercourses
Colleges Henk van Os Lorenzo Lotto
Eerste van zes hoorcolleges over deze Venetiaanse schilder. Aanmelden: www.hum.uva.nl/illustereschool
Nieuwsbericht Uitgelicht (NU!) Etniciteit en taal
Met Catherine Snow (Harvard Graduate School of Education; zij geeft op 5 februari om 15.30 uur bovendien een lezing) en Folkert Kuiken (bijzonder hoogleraar Nederlands als tweede taal). Aanmelden: www.spui25.nl
Mastercourse Digitale hulpmiddelen
voor het Vreemde-Talenonderwijs. Mastercourse voor docenten middelbare scholen. www.hum.uva.nl/mastercourses
feb
hoogleraar Taalvariatie binnen het Nederlands. Aanmelden: www.spui25.nl
17.15 — 18.15
Hans Bennis Bijzonder
12
Mastercourse
feb
voor docenten middelbare scholen. www.hum.uva.nl/mastercourses
Bijzondere lezing
18
Maarten Doorman Bijzonder
feb
hoogleraar Journalistieke kritiek van kunst en cultuur. Aanmelden: www.spui25.nl
13.15 — 13.50
Vijf eeuwen schrift, letters en typografie. Mastercourse voor docenten en liefhebbers van mooi vormgegeven boeken. www.hum.uva.nl/mastercourses
Performance in de Nederlandse literatuur
Bijzondere lezing
10.30 — 16.30
Op zoek naar vorm
Mastercourse
11
en beeldende kunst in Rome. Mastercourse voor docenten middelbare scholen die de Romereis voorbereiden. Meer informatie en aanmelden: www.hum.uva.nl/mastercourses
Mastercourse
Blik op Zuidoost-Azië
Wereldliteratuur Mastercourse
Lunchlezing Roel Hijink Geesteswetenschappen presenteert... Het gedenkteken,
de plek en de herinnering. De monumentalisering van de Duitse kampen in Nederland. Aanmelden: www.spui25.nl
19
Multatulidag
feb
stadswandeling, lezing en tentoonstelling Bijzondere Collecties. Met conservator Jos van Waterschoot en letterkundige Marita Mathijsen. Aanmelden: www.hum.uva.nl/illustereschool
10.30 — 16.00
Bezoek Multatulimuseum,
Braginsky Collectie
SPUI25 www.spui25.nl
p 38
26
prof. dr. V.T. van Rossem
feb
stedenbouwkundige vraagstukken van de periode sinds de 19e eeuw, in het bijzonder in de stad Amsterdam
14.30
3 maa 13.00 — 15.00
4 maa 10.00 — 12.00
5 maa 9.30 — 17.00
8 maa 14.00 — 15.00
11 maa
Oratie hoogleraar Monumenten en
maa
Hoe en waarom het Nederlands verandert. Mastercourse voor docenten middelbare scholen. www.hum.uva.nl/ mastercourses
9.30 — 17.00
Nederlands in beweging
26
Mastercourse
maa
Serie hoorcolleges
10.00 — 16.00
Voor docenten en alumni Frans. www.hum.uva.nl/mastercourses
Antisemitisme, ja dan nee?
Controverses en tegenstellingen over Joodse kwesties in de 19e en 20e eeuw. Start serie hoorcolleges met o.a. Evelien Gans. Aanmelden: www.hum.uva.nl/illustereschool
29
Arjan de Koomen
maa
serie hoorcolleges die een ideale oriëntatie vormt voor een reis naar Parijs en de mogelijkheid biedt de stad met nieuwe ogen te bekijken. Aanmelden: www.hum. uva.nl/illustereschool
18.30 — 20.15
Verlangen naar natuur
Over de betekenis van flora en fauna, tuin en landschap in onze cultuur. Start serie hoorcolleges met excursies, met o.a. Erik de Jong (Artis-leerstoel). Aanmelden: www.hum.uva.nl/illustereschool
21
24
Alexander de Grote
apr
Jaarlijkse voorjaarsmiddag, over ‘Alexander de Grote tussen West en Oost’. Aanleiding is de tentoonstelling over Alexander de Grote in 2010 in de Hermitage. Ook het Allard Pierson Museum besteedt aandacht aan deze figuur. Details over sprekers en hun onderwerpen worden nader bekendgemaakt. www.alumni.uva.nl/antiekecultuur
13.00 — 17.00
Franse letterkunde
Kring Antieke Cultuur
Geneeskunde
Parijs als kunststad Start
Serie hoorcolleges
15
prof. dr. C.E.M. Hollak
jan
in het bijzonder de erfelijke stofwisselingsziekten
Oratie hoogleraar Metabole ziekten,
14.30
30
Henkjan Honing
maa
Start serie werkcolleges over Muziekcognitie. Aanmelden: www.hum.uva.nl/illustereschool
19.30 — 21.30
Iedereen is muzikaal
12 maa 14.30
prof. dr. S.E. Buitendijk Oratie bijzonder hoogleraar
Eerstelijns verloskunde, vanwege de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV)
Mastercourse Franse jongerentaal
Simone Buitendijk is naast haar UvAhoogleraarschap als bijzonder hoogleraar Integrale preventieve gezondheidszorg voor kinderen verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Daarnaast is zij hoofd van het programma ‘Jeugd’ bij TNO.
Voor docenten en alumni Frans. Meer informatie en aanmelden: www.hum.uva.nl/mastercourses
Allard Pierson Museum Onder de loep Serie workshops
waarin u bijzondere objecten van dichtbij ziet. Aanmelden: www.hum.uva.nl/illustereschool
Wim Honselaar Bijzonder hoog-
leraar Culturele relaties Nederland-OostEuropa. Aanmelden: www.spui25.nl
Nieuwsbericht Uitgelicht (NU!)
maa
Conserveren en restaureren Anne van Grevenstein-Kruse,
Giovanna Fossati, Rob van der Laarse en Julia Noordegraaf (debatleider). Aanmelden: www.spui25.nl Anne van Grevenstein is hoogleraar Praktijk van conservering en restauratie aan de Faculteit der Geesteswetenschappen en is betrokken bij de opleiding Conservering en restauratie van cultureel erfgoed.
25
Lunchlezing Jacqueline Klooster
maa
Geesteswetenschappen presenteert... Het ondenkbare
binnen handbereik: imaginaire en literaire ruimte bij Callimachus. Aanmelden: www.spui25.nl
16
prof. dr. J. Booij
apr
nucleaire geneeskunde, in het bijzonder onderzoek naar neuropsychiatrische aandoeningen
14.30
Bijzondere lezing
18
13.15 — 13.50
Mastercourse
Vincent van Rossem is naast zijn hoogleraarschap verbonden aan het Amsterdamse Bureau Monumentenzorg en is bestuurslid van de Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad.
17.15 — 18.15
20.00 — 22.00
26
www
15
Lezingen en practicum
apr 19.00 — 21.30
Met Karel van der Leeuw, Joan de Ruijter en Frans Jacobs. Practicum op 17 april van 14.00 – 15.30 uur. Aanmelden: www.hum.uva.nl/illustereschool
15
Nieuwsbericht Uitgelicht (NU!)
apr
E-books: gevaar of uitdaging? Met Lisa Kuitert, Hans
20.00 — 22.00
Maatschappijen gedragswetenschappen
Filosoferen met kinderen
Vervoort, Carel Peeters en Paul Dijstelberge. Aanmelden: www.spui25.nl
22
Lunchlezing Suzanne Aalbertse
apr
Geesteswetenschappen presenteert... De verdwijning
Oratie hoogleraar Experimentele
14
prof. dr. A.D. Kloosterman
jan
geografie en economische planologie
Oratie hoogleraar Economische
14.30
21
Kring Andragologie
jan
Amsterdamse Academische Club. secretariaat@andragologie.eu
Nieuwjaarsborrel in de
van du. Aanmelden: www.spui25.nl
15.00 — 17.00
21
prof. dr. D. Sikkel
22
Bijzondere lezing Ruud Peters Bijzonder hoogleraar
apr
Recht van de islam en het MiddenOosten, over de sharia in Nederland. Aanmelden: www.spui25.nl
jan
communicatie en consumentengedrag, vanwege TNS NIPO
13.15 — 13.50
17.15 — 18.15
14.30
Oratie bijzonder hoogleraar Ouderen,
22 kalender 22
prof. dr. W.D.E. Aerts
jan
geschiedenis van gender in Nederland, vanwege de Stichting Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (ILAV)
14.30
Oratie bijzonder hoogleraar politieke
25
Interdisciplinair IIS-college
jan
wetenschappers over film. Collegereeks van het Instituut voor Interdisciplinaire Studies, met Rob van Es en andere docenten. Kosten: €180 (houders UvAAlumnipas), €300 (overige nietstudenten). Meer informatie: www.iis.uva.nl/keuzeonderwijs
29 maa
Hans Achterhuis
jan
Start serie werkcolleges kring Andragologie. Overige data: 11 februari, 11 maart en 1 april. Aanmelden: secretariaat@ andragologie.eu
29 jan
Start serie werkcolleges kring Andragologie. Overige data: 12 februari, 26 maart, 29 april, 28 mei. Aanmelden: secretariaat@andragologie.eu
3 feb
21 apr
4 feb 19.00
5 feb 10.00 — 12.30
Interdisciplinair IIS-college
feb
het heden. Hoe onze wereld geworden is zoals ze is, bezien vanuit een hedendaags wetenschappelijk perspectief, in 23 lezingen. Met o.a. Fred Spier, Lucas Reijnders, Nico Wilterdink en Ralph Wijers. Kosten: €180 (houders UvA-Alumnipas), €300 (overige niet-studenten). Meer informatie: www.iis.uva.nl/keuzeonderwijs
4 mei
5
Big History Van de oerknal tot
feb
Handelingsproblematiek
in the 21st Century. O.a. Ruud Janssens, Herman Beliën en Sara Polak reflecteren op het eerste regeringsjaar van president Obama. Voertaal: Engels. Kosten: €180 (houders UvA-Alumnipas), €300 (overige niet-studenten). Meer informatie: www.iis.uva.nl/keuzeonderwijs
18 mei
Interdisciplinair IIS-college Islamitische kunst en architectuur Grenzeloze
idealen en praktijken. Inleiding tot de theorie en praktijk van de kunsten in islamitische context, met aandacht voor ideologische en politieke motivaties. Met hoogtepunten van interculturaliteit in o.a. Andalusië, Sicilië, Caïro en Jeruzalem. Met o.a. Robbert Woltering. Kosten: €180 (houders UvA-Alumnipas), €300 (overige niet-studenten). Meer informatie: www.iis.uva.nl/keuzeonderwijs
Kring Andragologie Onderzoek in een veranderende praktijk Start serie
5 maa 14.30
13 maa
docenten en andere belangstellenden. www.science.uva.nl
14
Kinderlezing
Yes We Can! The American Dream
22 apr 16.00
Worden dieren ook verliefd? Fysioloog Jan Hindrik Rave-
sloot over de verschillen en overeenkomsten tussen mensen en dieren. Voor deze en andere kinderlezingen: www. kinderlezingen.nl
Mastercourse De zoektocht naar exoplaneten en exo-leven Cur-
susdag voor vwo-docenten om nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en verschillende interpretaties van hun vakgebied te horen. Kijk voor het volledige aanbod van FNWI-mastercourses op www.science.uva.nl/mastercourses
23
Docentencongres
apr
docenten en andere belangstellenden. www.science.uva.nl
Leve de Wiskunde Congres voor
Oratie hoogleraar Sociale
Rechtsgeleerdheid
psychologie
Kring Andragologie Grote Alumnibijeenkomst
in de Eggertzaal van het Nieuwe Kafé op de Dam. secretariaat@andragologie.eu
29 jan
Het Geheugen
14.30
Themalezing alumnikring Psychologie
1
Jaap Murre over episodisch en autobiografisch geheugen, Pauline Spaan over veroudering en geheugen en over Alzheimer, Merel Kindt over het emotionele geheugen. www.alumni.uva.nl/psychologie
Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Kring Andragologie
Viva Informatica Congres voor
prof. dr. J. Förster
13.00
lezingen over onderzoek in een veranderende praktijk, o.l.v. Cor van Dijkum. Op 4 februari: René Hoksbergen over adoptieonderzoek; 4 maart: Ben Boog over handelingsonderzoek; 8 april: Heleen Riper over onderzoek naar het gebruik van internet in de gezondheidszorg. Aanmelden: secretariaat@andragologie.eu
Organisatieontwikkeling
Nieuwe collegereeks met Thijs Homan, Anton Cozijnsen en Wessel Ganzevoort. Overige data: 5 maart en 9 april. Aanmelden: secretariaat@andragologie.eu
feb
maa
feb
biogeography and physical geography
Docentencongres
2 Interdisciplinair IIS-college
Oratie hoogleraar Computational
11
feb
9
prof. dr. ir. W. Bouten
14.30
de neoliberale utopie
Gerard de Zeeuw
10.00 — 13.00
9
Film en wetenschap Negen
28 18.00 — 21.00
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
apr
prof. dr. C.M. Cappon Oratie bijzonder hoogleraar Ge-
schiedenis van het notariaat, vanwege de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap
prof. dr. R. Wesseling Oratie hoogleraar Competition Law
and Regulation
14.30
Bijzondere Collecties
Spui25
Voor actuele informatie over activi-
interviews, boekpresentaties, discus-
teiten bij de Bijzondere Collecties:
sies, prijsuitreikingen, e.d., gericht
www.bijzonderecollecties.uva.nl
op de academische gemeenschap
SPUI25 is een academisch-cultureel podium met lezingen, debatten,
van wetenschappers, alumni en
Open UvAColleges
studenten, en op een breed geïn-
Verdieping en verbreding op tal
digitale nieuwsbrief: spui25@uva.nl
29
Docentencongres Viva Fysica Congres voor docenten
van terreinen. Zie voor het actuele
jan
en andere belangstellenden met interesse in de actuele ontwikkelingen in het onderzoek. Docenten mogen geïnteresseerde leerlingen uit het laatste jaar meenemen. www.science.uva.nl
aanbod www.studeren.uva.nl/open-uva
teresseerd literair-cultureel publiek. Voor het actuele programma, zie www.spui25.nl. Aanmelden voor de
Actueel Voor een actueel overzicht van UvA-gebeurtenissen: www.alumni.uva.nl/agenda
tekst • Floor Boon Journalistiek en media 2009
Passie voor deeltjesfysica
Caltech www.caltech.edu
p 17
www
23
Beeld • Bob Bronshoff
proefschrift — Topologische snaartheorie
Lengte, breedte en hoogte zijn de dimensies waarin wij leven. Einstein bedacht nog een vierde, ruimtetijd. Om het universum te beschrijven zijn er echter tien nodig. Lotte Hollands toont ze in haar proefschrift over topologische snaartheorie. Snaartheorie, de natuurkundige verzamelnaam voor de ‘theorie van alles’, geldt als de beste kandidaat voor een fundamentele beschrijving van ons universum. De theorie heeft tot doel de vier fundamentele natuurkrachten – zwaartekracht, sterke en zwakke kernkracht en elektromagnetische kracht – te bundelen. Snaartheorie komt velen bekend voor, maar wat het precies is, weten maar weinigen. ‘Dat komt doordat je de beginselen ervan pas tijdens je master Natuurkunde te horen krijgt’, vertelt Lotte Hollands, op 3 september gepromoveerd op een onderdeel van de snaartheorie. ‘Er is een stapeling van kennis voor nodig. Pas na vier jaar kun je de principes een beetje doorgronden.’ Dat klinkt ingewikkeld, en dat is het ook. Daarom legt Hollands niet uit wat ze heeft ontdekt, maar waar haar onderzoek over gaat. Kunt u een elevatorpitch geven van snaartheorie? ‘In de natuurkunde kun je in- en uitzoomen op materie. Als je uitzoomt, kijk je bijvoorbeeld naar sterrenstelsels, waar zwaartekracht de dienst uitmaakt. Als je ver inzoomt, worden de andere drie fundamentele krachten overheersend. Je ziet dan dat een menselijk lichaam uit cellen bestaat, dat cellen zijn opgebouwd uit atomen en dat atomen bestaan uit kernen. De bouwstenen van kernen, protonen en neutronen, bestaan uit quarks. Dat zijn de kleinste deeltjes die we kennen en die kunnen we meten. Dat is wat er onder meer in de deeltjesversneller nabij Genève gebeurt. Snaartheorie zegt dat als je nog verder inzoomt dan quarks, alles is opgebouwd uit snaartjes. Deze snaartjes vertonen trillingen, net zoals de snaren van een viool, en die corresponderen weer met quarks. We kunnen alleen de eigenschappen van deze snaartjes meten, we kunnen ze niet zien. Snaartheorie probeert hier iets over te zeggen, zij beschrijft de eigenschappen van ons universum door naar tien dimensies van ruimte te kijken.’ Tien dimensies, wat moeten we ons daarbij voorstellen? ‘Stel, je neemt een dik touw en rekt het uit, dan wordt het steeds dunner. Als je lang genoeg doorgaat, blijft er een lijn over in plaats van een touw. Terwijl het touw bestaat uit twee dimensies, lengte en breedte, bestaat een lijn nog maar uit één dimensie, alleen lengte. Zo kun je je ook tien dimensies voorstellen. De vierdimensionale ruimtetijd, waarin wij leven, met nog zes andere, hele kleine dimensies. De wisselwerking tussen de vier waarneembare en de zes compacte dimensies vind ik spannend. Daarover gaat mijn onderzoek.’ Wat zijn de grootste raadsels die u hiermee probeert op te lossen? ‘Wij zoeken een theorie die alle vier elementaire natuurkrachten kan beschrijven. Snaartheorie lijkt dat te doen, maar er blijven nog fundamentele vragen onbeantwoord. Een daarvan is de vraag wat er gebeurde vlak na de oerknal. Het heelal kun je je op dat moment voorstellen als een soort quarksoep. Het heelal was heel klein, maar er speelden
onvoorstelbaar grote energieën. Nu weten we veel van zwaartekracht en kunnen we goed beschrijven wat er gebeurt als quarks op elkaar botsen. Maar er zijn nog grote raadsels als alle vier krachten belangrijk worden. Dat proberen we met behulp van snaartheorie uit te vinden.’ Het gaat om hele abstracte zaken, kunt u zich er iets bij voorstellen? ‘Ja, ik ben heel meetkundig ingesteld. Een formule zie ik echt voor me. Zo zie ik de simpele vergelijking x2 + y2 + z2 = R2 als vanzelf als een bol voor me. Het leuke aan snaartheorie is dat je veel formules ruimtelijk kunt interpreteren. Wel is het zo dat je bij elke formule even moet stilstaan om de volledige betekenis tot je te laten doordringen. In die zin is het bijna poëzie.’ •
Lotte Hollands – 1981 hollands@caltech.edu • 2004 Wis- en natuurkunde Universiteit Utrecht cum laude • 2009 promotie UvA op
T opological Strings and Quantum Curves • heden tweejarig verblijf met een Rubiconsubsidie van NWO aan het California Institute of Technology (Caltech) in de Verenigde Staten
24 wetenschap
Biodiversiteit, recycling, energiezuinig transport, klimaatneutrale gebouwen: duurzaamheid wint gestaag aan populariteit. Met het multifacultaire thema duurzame steden zorgt de UvA dat zij niet achterblijft. Onderzoek werd al gedaan, geld was er nog weinig.
Sinds een jaar heeft de UvA een Commissie Duurzaamheid. Op instigatie van de voorzitter van het College van Bestuur (CvB) Karel van der Toorn komt een groepje wetenschappers eens per maand bijeen om de mogelijkheden van een duurzamer UvA te bespreken. Daarbij gaat het met name om ruimte voor meer multidisciplinair en toegepast onderzoek. Onder de vlag ‘duurzame steden’ wil de commissie universiteitsbreed onderzoek naar duurzaamheid bevorderen. Er wordt gezocht naar geld, onderzoekers en een manier om de onderwerpen aan elkaar te koppelen. Waar ligt de focus en op welke gebieden wordt al onderzoek gedaan naar de duurzame stad? Ans Kolk (Politicologie 1990, promotie Economie 1996), hoogleraar Duurzame bedrijfsvoering aan de Amsterdam Business School van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, ziet veel heil in een universiteitsbrede focus op de duurzame stad. ‘Vanuit de bedrijfskunde onderzoek ik hoe bedrijven duurzame principes kunnen omarmen. Hoe kunnen transportsystemen duurzamer en hoe kan de uitstoot van broeikasgassen en watervervuiling worden verminderd? Welke oplossingen je ook bedenkt, er zullen bedrijven bij moeten worden betrokken. En ook de consumenten zijn heel belangrijk om te zorgen dat nieuwe producten en diensten daadwerkelijk worden gebruikt.’ Hoewel Kolk het effect van haar werk begint te zien, biedt samenwerking nieuwe perspectieven. ‘Ik merk dat bedrijven positief reageren op mijn onderzoek, maar als we dwarsverbanden leggen, kunnen we nog veel meer betekenen’, aldus Kolk. In verder onderzoek kan zij daarom samenwerken met Gadi Rothenberg (promotie
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
de stad duur pionier Scheikunde Hebrew University, Jeruzalem 1999), hoogleraar Heterogene katalyse en duurzame chemie, verbonden aan het Van ’t Hoff Institute for Molecular Sciences van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI). Rothenberg onderzocht de mogelijkheden om waterstof te produceren binnen bestaande elektriciteitscentrales. Waterstof staat bekend als dé vervanger van de huidige fossiele brandstoffen. Het probleem is echter dat het niet op aarde voorhanden is en dat het tot op heden werd geproduceerd uit dezelfde fossiele brandstoffen als die het uiteindelijk moet vervangen. Weinig duurzaam dus. Rothenberg: ‘Wij hebben onderzoek gedaan naar het duurzaam produceren van waterstof aan de zijkant van bestaande elektriciteitscentrales. Het bouwen van een volledige waterstofcentrale kost miljoenen, dat doet niemand, maar met de juiste katalysatoren kan het op een goedkope en duurzame manier. Om dit onderzoek ook echt in de praktijk te brengen is een goede economische analyse nodig.’ En precies daar komt Kolk in het spel: ‘Ik houd me bezig met de vraag of en waarom bedrijven
specifieke toepassingen als deze ook op de markt kunnen en willen brengen. Zij weten niet hoe zo’n idee in de praktijk moet worden uitgevoerd. Op die manier vullen onze onderzoeksgebieden elkaar aan.’ De stad gaat een steeds centralere rol spelen in de strijd tegen klimaatproblemen. Het concept van de duurzame stad ontstond in de Verenigde Staten, waar grote steden als Chicago tijdens de regering Bush meenden dat het federale klimaatbeleid faalde. Zij besloten daarom zelf actie te ondernemen. Voormalig president Bill Clinton hielp hen een handje door de Clinton cities in het leven te roepen; steden of regio’s die op eigen houtje proberen de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en als stad een duurzaam karakter te krijgen. Inmiddels hebben ruim veertig steden ter wereld de status van Clinton-stad, waaronder Rotterdam en Amsterdam. ‘Het is geen project waarbij steden geld krijgen’, vertelt Ton Dietz (Sociale geografie RUN 1976, promotie UvA 1987), hoogleraar Rurale milieugeografie van de tropen en de subtropen aan de Faculteit der Maatschappij- en
Duurzame universiteit
p 10
25
tekst • Floor Boon Journalistiek en media 2009 beeld • Arup c_life, Low2No Helsinki
stad als zame pionier ‘ Op het wereldtoneel kunnen steden die experimenteren met klimaatneutraliteit geweldige sprongen maken’ Gedragswetenschappen. ‘Het gaat meer om het uitwisselen van informatie, wetenschappers en beleidsmakers. Wij kunnen leren van ervaringen elders en zij van de manier waarop wij zaken aanpakken. Veel steden experimenteren volop met klimaatneutraliteit en duurzaamheid en je ziet de innovatiebereidheid groeien. De stad als zelfstandige actor op het wereldtoneel, daar kunnen geweldige sprongen worden gemaakt.’ Volgens Dietz gaan we steeds meer van een world of states naar een world of cities en gaan de goed georganiseerde regio’s vooroplopen in een klimaatneutrale wereld. Dietz noemt zichzelf de ‘broker’ van het duurzaamheidsplatform, ‘degene die dingen op gang brengt en mensen bij elkaar brengt’. Samen met voormalig FNWI-decaan Walter Hoogland (Wis- en natuurkunde 1963 cum laude, promotie 1968) zoekt hij in opdracht van het CvB de juiste mensen bij elkaar
om het thema duurzame steden universiteitsbreed te promoten. Dietz: ‘Je moet bedenken dat dit thema universiteitsomvattend is. Informatici zijn bezig met smart grids, het duurzaam opwekken van elektriciteit; op de Geneeskundefaculteit is men bezig met de gezonde stad: waar komt het verschil in gezondheid tussen bepaalde wijken vandaan? Dan kun je kijken naar sociaaleconomische factoren, maar het heeft ook te maken met de omgeving, de bouw van de huizen en de hoeveelheid groen in een buurt.’ Nederland loopt gevaar, meent Dietz, met een chaotisch klimaat, de dreiging van de rivieren en de zee. ‘We moeten daarom actie ondernemen. Eerst als universiteit in samenwerking met de gemeente Amsterdam, later als Randstadregio, want de stad is te klein om het zelf te doen.’
De eerste stappen daarvoor zijn gezet. Ook zonder aandacht van de centrale universiteit is er al veel onderzoek naar duurzaamheid, onder andere binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, waar het Centrum voor Milieurecht zich ook richt op juridische vraagstukken die te maken hebben met duurzaamheid en klimaatverandering. Marlon Boeve (Nederlands recht 1995) doet daar onderzoek naar milieu en ruimtelijke ordening. ‘Steden worden steeds compacter. We willen er wonen, werken en leven en dat betekent een opeenstapeling van milieuproblemen zoals geluidhinder en luchtvervuiling’, vertelt Boeve. ‘Ik kijk bijvoorbeeld naar de juridische ruimte om duurzame, compacte steden te realiseren en tegelijkertijd recht te doen aan de belangen van mens en milieu. Het milieurecht richt zich er veelal niet op een combinatie van functies mogelijk te maken, eerder een scheiding. Toch kan het juist ook een hulpmiddel zijn om duurzaamheid te bevorderen.’ Andere onderwerpen waar het centrum aan werkt, zijn de juridische aspecten van duurzame energie, natuurbescherming, waterberging en nieuwe technologieën. Toch schort het op een aantal terreinen nog aan fundamenteel onderzoek naar duurzaamheid. Dietz: ‘Het bewustzijn van consumenten om duurzamer te kopen en te leven is heel belangrijk. Dat is typisch een onderzoeksonderwerp voor psychologen. Het gebeurt nog te weinig.’ Dietz doelt op het gebrek aan onderzoek binnen de sociale wetenschappen, want economen hebben wel al veel aandacht voor consumentengedrag, met name vanuit marketing. Ook is het moeilijk om goed te kijken naar duurzame bouwtechnieken, want de UvA leidt geen ingenieurs op. Dietz meent dat er nog veel winst te behalen is op het gebied van grijze duurzaamheid: duurzaam afvalbeleid met aandacht voor hergebruik en zuinigheid. ‘Wat betreft groene en blauwe duurzaamheid gaat het al de goede kant op’, aldus Dietz. Het eerste is stedelijke landschapsplanning met veel groen en aandacht voor biodiversiteit, het tweede heeft te maken met schoon water. ‘Maar ook daar is met meer geld en aandacht nog heel wat ruimte voor vooruitgang.’ De wetenschappers benadrukken allemaal dat er samenwerkingsverbanden worden gezocht om elkaars onderzoek aan te vullen. Zo werkt Boeve mee aan de interdisciplinaire bachelor Future Planet Studies, die aardwetenschappen, ecologie, sociale geografie, economie, recht en politicologie bundelt in één opleiding. Rothenberg heeft met de UvA-holding een bedrijf opgezet dat restolie omzet in biodiesel. ‘Op dat initiatief, Yellowdiesel, zijn een paar Economiestudenten afgestudeerd’, vertelt Rothenberg. ‘Het is een bètaproject, maar in samenwerking met het Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE) hebben zij er een businessplan voor geschreven.’ Volgens Rothenberg moet het thema duurzame steden worden gezien als een haak waaraan duurzaamheid bij de UvA kan worden opgehangen: ‘Het is een inclusieve term voor duurzaam onderzoek en onderwijs.’ Kolk ziet daarvan de vruchten al. ‘De Amsterdam Business School geeft al heel lang onderwijs hierover en dat levert een bewustzijn van studenten op. Zij komen uiteindelijk terecht in de bedrijven en organisaties die een groene wereld moeten realiseren.’ •
26 wetenschap Spui —
kort nieuws De wetenschappelijke kennis neemt dagelijks toe. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam dragen daaraan bij met proefschriften, papers en andere publicaties waarin zij de vruchten van hun arbeid wereldkundig maken. SPUI biedt een selectie van recente resultaten.
Lager schooladvies allochtone leerlingen
Haanstra sloeg eigen richting in
Basisschoolleraren geven allochtone en autochtone leerlingen dezelfde cijfers. Wel zijn ze geneigd leerlingen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond een lager middelbareschooladvies te geven dan Nederlandse kinderen, zo blijkt uit het proefschrift van econoom Reyn van Ewijk waarop hij 20 oktober promoveerde. Van Ewijk vroeg 110 leraren om korte opstellen na te kijken van 11-jarigen en advies uit te brengen. Zonder dat zij dit wisten, waren de namen van de schrijvers van de opstellen veranderd en leken zij soms allochtoon, soms autochtoon. Volgens Van Ewijk kunnen lage verwachtingen van docenten leiden tot slechtere prestaties van leerlingen.
Over cineast Bert Haanstra (1916-1997) wordt binnen de filmwereld vaak gemeend dat hij de vooroorlogse documentairetraditie, die sterk was verbonden met de internationale avant-garde-esthethiek, voortzette of navolgde. Haanstra-biograaf Hans Schoots (Rechtsgeleerdheid 1977, Politicologie 1992, promotie 2009) betwijfelt dat in zijn op 8 september verdedigde proefschrift. ‘Haanstra kende weinig van dit werk en als autodidact met vooral Britse invloeden ging hij al snel een eigen kant op’, schrijft Schoots. Haanstra geldt veelal als voorman van de Hollandse Documentaire School, een stroming filmmakers waartoe ook Jan Vrijman en Herman van der Horst behoorden. ‘Maar de Nederlandse documentaireproductie was te veelzijdig om haar onder één noemer te brengen’, schrijft Schoots. ‘De Hollandse Documentaire School is een filmhistorische mythe.’
www.uva.nl/archiefpromoties
Webshop betrouwbare winkel werpt vruchten af
ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE
Een consument koopt eerder bij de webshop van een winkel die hij als betrouwbaar en goed beschouwt. Winkelketens die erin slagen de online activiteiten en de echte shop goed aan elkaar te verbinden, plukken daar de vruchten van. Dat is een van de conclusies van Willemijn van Dolen, universitair hoofddocent aan de Amsterdam Business School, in samenwerking met de VU en de Free Record Shop. Ook blijken klanten te verwachten dat zij bij een online winkel dezelfde sfeer zullen aantreffen als in de traditionele winkel. www.abs.uva.nl/strategyandmarketing
Ethische vorming studenten schiet tekort Een derde van de Nederlandse bedrijven vindt dat de ethische vorming van studenten aan hoger onderwijsinstellingen tekortschiet. Dat blijkt uit onderzoek van accountantsorganisatie KPMG. Ruim veertig procent van de onderzochte bedrijven gaf aan de afgelopen twee jaar afscheid te hebben genomen van high potentials wegens een gebrek aan de juiste normen en waarden. KPMG ontwikkelde samen met de MBA-opleiding van de UvA een toolkit voor ethiekonderwijs voor managers in spe, die ingaat op alle ethische zaken waar studenten in hun loopbaan tegenaan kunnen lopen. www.abs.uva.nl/mba
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
GEESTESWETENSCHAPPEN
Gevaar Duitse aanval niet onderschat Nederland werd al in 1939 gewaarschuwd voor een Duitse aanval en het invasiegevaar werd zeker niet onderschat. Deze opmerkelijke conclusie van militair historicus Tobias van Gent in het proefschrift waarop hij 23 september promoveerde, druist in tegen het bestaande beeld dat de Duitse aanval onverwacht was en de Nederlandse legerleiding de dreiging onderschatte. Van Gent onderzocht diplomatieke en militaire archieven in vijf landen. Hoewel de Nederlandse legerleiding op de hoogte was van de Duitse plannen om Nederland als strategisch belangrijk gebied te bezetten, was het offensief geen vanzelfsprekendheid. ‘Dat Nederland desondanks bezet moest worden had tot doel te voorkomen dat het Nederlandse grondgebied op enig moment door de geallieerden gebruikt zou gaan worden voor grond- en luchtaanvallen op het voor de Duitse oorlogsindustrie cruciale Ruhrgebied’, schrijft Van Gent. www.uva.nl/archiefpromoties
www.uva.nl/archiefpromoties
MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN
450.000 euro voor onderzoek pubers met ADHD Psychologen Saskia van der Oord, Hilde Geurts en Pier Prins hebben samen met ZonMW, de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, een subsidie van 450.000 euro gekregen voor onderzoek naar de effectiviteit van een behandeling voor pubers met ADHD die problemen hebben met plannen en organiseren. De behandeling van pubers met ADHD is tot nu toe lastig: medicatie werkt bij hen niet zo goed als bij jonge kinderen, hun therapietrouw is veel geringer, en de trainingen voor volwassenen zijn te weinig toegespitst op de leeftijdsspecifieke problematiek van pubers. www.fmg.uva.nl/psychologie
Vernieuwend onderzoek naar schoonheid Universitair hoofddocent Sociologie Giselinde Kuipers (promotie 2001) heeft de ERC Grant van 1,2 miljoen euro gekregen voor haar onderzoek naar schoonheid. De ERC Grant is een subsidie van de European Research Council voor vernieuwend onderzoek. Kuipers neemt de transnationale modellenindustrie als uitgangspunt. Ze gaat kijken naar wat modellen ‘mooi’ maakt in de ogen van anderen, hoe schoonheid wordt waargenomen, gevormd en verspreid, en of de opvattingen over schoonheid bij inwoners van verschillende landen uiteenlopen. Het onderzoek start in mei 2010 en heeft een looptijd van vijf jaar. www.fmg.uva.nl/sociologie_en_antropologie
UvA-onderzoek www.uva.nl/onderzoek
www
Wetenschappelijk meetinstrument kwaliteit buitenschoolse opvang Het Kohnstamm Instituut heeft in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut een instrument ontwikkeld dat de kwaliteit van de buitenschoolse opvang (bso) meet. Naar verwachting wordt begin 2010 gestart met een landelijke peiling onder bso’s met gebruikmaking van dit instrument, dat bestaat uit vier onderdelen: een observatielijst over de pedagogische kwaliteit, een beoordelingslijst over de interactievaardigheden van de pedagogisch medewerkers, een kindervragenlijst en een oudervragenlijst.
27
opleiding Robert Minnee. Ouder zijn dan 55 jaar was tot voor kort een bezwaar voor levende donatie, omdat men vermoedde dat de operatie voor 55-plussers te zwaar zou zijn en de kwaliteit van hun nieren onvoldoende. Beide vermoedens blijken na onderzoek door Minnee onterecht. De nierfunctie van 55-plussers is goed genoeg en ze kunnen zelfs beter omgaan met pijn na de operatie dan jongeren.
begrippen zijn de 33 duikvluchten een absoluut recordaantal. We zien bijzondere lawines plaatsvinden waarvan we nog niet precies snappen waarom ze dit op Marszwaartekracht doen.’
www.uva.nl/archiefpromoties
Gammaflits gelokaliseerd
www.science.uva.nl
Astronomen, onder wie hoogleraar Hoge energie-astrofysica Ralph Wijers (promotie Natuur- en sterrenkunde 1991), rapporteren in twee Nature-papers over de ontdekking van het verste astronomische object ooit: gammaflits GRB 090423. Een gammaflits is een krachtige explosie in het heelal. De gammaflits deed zich 630 miljoen jaar na de oerknal voor en werd op 23 april ontdekt door Nasa’s Swift-satelliet. Binnen een aantal minuten na de ontdekking konden enkele van de grootste telescopen op aarde de snel in helderheid afnemende nagloeier lokaliseren. Deze was alleen zichtbaar in het infrarood, wat aangeeft dat de gammaflits van heel ver kwam.
www.fmg.uva.nl/actueel
www.science.uva.nl
MEDISCHE WETENSCHAPPEN
Kwartier liggen na kunstmatige inseminatie Vrouwen die na kunstmatige inseminatie een kwartier op hun rug blijven liggen, hebben vijftig procent meer kans zwanger te worden dan vrouwen die gelijk na de behandeling opstaan. Dat blijkt uit onderzoek onder vierhonderd vrouwen. De resultaten van de studie, geleid door gynaecologe-in-opleiding Inge Custers van het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde van het AMC, werden eind oktober online gepubliceerd door het toonaangevende British Medical Journal. www.amc.nl
Ontdekking roots schizofrenie in Tanzania Schizofreniedeskundige Don Linszen (promotie Geneeskunde 1993) (psychiater) en neurogeneticus Frank Baas (promotie Geneeskunde 1986) denken in Tanzania de ‘roots’ van schizofrenie te kunnen ontdekken. Dat doen ze bij een Bantoevolk dat nog over ‘oer’-DNA beschikt. Schizofrenie komt overal ter wereld voor en ook ongeveer even vaak, namelijk bij circa één procent van de bevolking. ‘Dat wijst op een biologische basis’, zegt Linszen. ‘De verantwoordelijke genetische veranderingen zijn waarschijnlijk heel oud: oermutaties van Afrikaanse origine, honderdduizend jaar geleden meegereisd naar Europa en Azië, en daar recentelijk ontdekt door wetenschappers. Maar als ze inderdaad zo oud zijn, zouden we ze ook nu nog moeten kunnen terugvinden in Afrika.’ www.folia.nl
Oude nieren geschikt voor transplantatie Ook ouderen kunnen veilig een nier afstaan voor transplantatie. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van chirurg in
RECHTSGELEERDHEID
Voorspellers XTC-gebruik NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA
Supercomputers voor dijkbewaking Software ontwikkeld door informatici van de UvA maakt supercomputers nu direct inzetbaar bij aanstaande rampen als overstromingen. De onderzoekers plaatsen verspreid over Europa speciale waarnemingsapparatuur (sensoren) op vulkanen, op scheuren in de aardkorst en op (te) zwakke dijken en bruggen. Deze apparatuur stuurt via internet informatie naar computersystemen die bij een aanzienlijke dreiging een supercomputer inschakelen die snel verschillende scenario’s kan doorrekenen. Speciale aandacht gaat uit naar dijkbewaking. De waarnemingapparatuur kan risicovolle dijken snel identificeren en de dreiging nauwkeurig vaststellen. Het bewaken van echte dijken is onderdeel van de proef. www.science.uva.nl
Bestudering Marslawines Onderzoekers van de UvA, UU en TU Delft hebben op 28 september een succesvolle vliegcampagne boven de Noordzee gemaakt om lawines op Mars te bestuderen. Tijdens zonsondergang maakten ze 33 duikvluchten voor de kust van Noord- en Zuid-Holland om de zwaartekracht van Mars te simuleren en lawine-experimenten uit te voeren. Initiatiefnemer was Sebastiaan de Vet, masterstudent Aardwetenschappen aan de UvA. ‘Voor Nederlandse
Een laag opleidingsniveau en wekelijks cannabisgebruik zijn voorspellers van XTC-gebruik. Het gebruik van de drug binnen de eigen vriendenkring fungeert als een belangrijke aanjager. Dat concludeerde Hylke Vervaeke in het proefschrift waarop zij op 15 oktober promoveerde aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Het onderzoek maakt deel uit van een groot onderzoeksproject naar de sociale context en gedragsmatige aspecten van XTC-gebruik. Hierin is een groep bestudeerd die nog nooit XTC had gebruikt, maar waarbij de kans bestond dat dit tijdens het onderzoek wel zou gebeuren. Op 4 september promoveerde Thelma Schilt binnen hetzelfde onderzoek bij Geneeskunde. Zij onderzocht de neurologische aspecten van de drug. www.uva.nl/archiefpromoties
DSB-onderzoekscommissie van start Decaan van de Rechtenfaculteit en hoogleraar Privaatrecht Edgar du Perron (promotie Nederlands recht 1999) neemt plaats in de onderzoekscommissie naar de gang van zaken bij de DSB Bank die de handelswijze onderzoekt van voormalige bestuurders en commissarissen, van De Nederlandsche Bank en van de Autoriteit Financiële Markten. Ook wordt de rol van het Ministerie van Financiën bekeken. Du Perron was eerder betrokken bij het onderzoek naar Icesave. www.jur.uva.nl
•
28 essay tekst • Louise O. Fresco portret • Jeroen Kroos
Vlees noch vis
AUV-lezing 2009
Breughel de Oude, Luilekkerland (Le Pays de Cocagne) (1567) München, Alte Pinakothek
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
AUV-dag
p 36
Waarom produceren en consumeren wij mensen eigenlijk vlees en vis? Op die vraag zijn vier antwoorden te geven. Pas als we die antwoorden begrijpen, kunnen we iets zeggen over hoe het verder moet met vlees en vis.
1. W ij eten vlees en vis omdat wij dat altijd gedaan hebben Wij zijn voornamelijk alleseters. Wat de eerste hominiden precies aten, kunnen we afleiden uit de anatomische en chemische karakteristieken van kiezen en schedels. De vroegste voeding bestond vooral uit vruchten en bladeren, net als bij de chimpansee. Toen Homo habilis in open savannes gereedschap ontwikkelde, ging hij over op vlees van grote grazers. De eerste bewijzen van visconsumptie door mensachtigen zijn ook zeer oud. Toen de mensen zo’n 60.000 tot 50.000 jaar geleden uit Afrika trokken, bleven zij alleseters. Tot 10.000 jaar geleden, toen geleidelijk, vanuit het Midden-Oosten, de landbouw ontstond. Op veel plaatsen bleven jacht en visserij bestaan als aanvulling op het landbouwdieet. De opkomst van de landbouw ging gepaard met een daling van de inname van dierlijke eiwitten, door de hogere bevolkingsdichtheid en omdat dieren werden gebruikt voor het bewerken van het land en dus niet voor consumptie. Visteelt ontwikkelde zich vele millennia later dan de landbouw, eerst in China. Maar ook de Etrusken teelden al vis in de lagunes aan de Toscaanse kust. Heel veel factoren zijn van invloed geweest op de vlees- en visconsumptie. In het grootste deel van de afgelopen 10.000 jaar was dierlijk eiwit een luxe die alleen de rijken zich dagelijks konden veroorloven. Overvloed, met name van vlees, was een ideaal – zoals in het schilderij van Breughel de Oude, die een varken als fast food avant la lettre met het mes in zijn lijf afbeeldde. In de middeleeuwen kende de katholieke kerk 166 vastendagen waarop geen vlees werd gegeten, maar vis was meestal wel toegestaan. Na de middeleeuwen daalde door de groeiende verstedelijking de consumptie van dierlijke eiwitten nog eens: stedelingen konden niet jagen of vissen noch kleinvee houden. Wereldwijd is de consumptie van vlees en vis pas sinds de industriële revolutie binnen het bereik van velen gekomen, voor de meeste mensen in de middeninkomenslanden pas na de Tweede Wereldoorlog en voor de armsten pas mondjesmaat na 1990. Er bestaat een sterk S-vormig verband tussen nationaal inkomen per hoofd en vleesconsumptie. De grootste groei in de vraag naar vlees treedt op in China. 2. W ij eten vlees en vis omdat wij dierlijke eiwitten nodig hebben Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren, stikstofhoudende organische moleculen, die essentieel zijn voor het leven. Die essentiële aminozuren kunnen wij alleen via voeding binnenkrijgen. Dierlijke producten zijn een betere, meer complete bron van aminozuren. Maar voor de wereld als geheel zijn plantaardige bronnen belangrijker dan dierlijke. In Europa bieden granen ons zo’n 25 gram eiwit per persoon per dag. Wie geen vlees eet, maar wel dierlijke eiwitten binnenkrijgt uit zuivel, heeft geen extra eiwitbehoefte. Voorts zijn vlees en vis goede bronnen van mineralen en vitaminen, maar daarin zijn ze niet uniek. De enige stof die vrijwel uitsluitend in dierlijke producten zit, is vitamine B12, terwijl vette vis de belangrijkste bron is voor onverzadigde omega-3 en -6 vetzuren.
29
— louise — fresco
Dankzij dierlijke eiwitten worden mensen langer, hebben ze een stevig skelet en meer weerstand tegen ziekten, meer fysieke kracht en betere overlevingskansen. Dit succes van dierlijke eiwitten is onmiskenbaar. Wij consumeren in Europa nu honderd gram per hoofd per dag, waarvan zestig procent uit dierlijke bronnen afkomstig is (aanbevolen is 0,8 gram per kilo lichaamsgewicht). Hoge eiwitconsumptie, consumptie van rood vlees en verzadigde vetten worden steeds meer geassocieerd met chronische ziekten. 3. W ij eten vlees en vis omdat het tot onze culturele traditie behoort De mensheid eet slechts een heel beperkt deel van de beschikbare dierlijke eiwitten. Dat is cultureel bepaald: in Nederland worden bijvoorbeeld honden, meeuwen en merriemelk beschouwd als oneetbaar. Verstedelijking, mondialisering en inkomensgroei leiden tot veranderende voedingspatronen. Toch blijven, juist op het gebied van dierlijke eiwitten, tradities in stand. Nederlanders zijn bijvoorbeeld de grootste melkdrinkers ter wereld. Alle religies kennen complexe regels over vlees en vis, die iets zeggen over de speciale status ervan. Dat betekent ook dat je geboden en verboden niet eendimensionaal uit het oogpunt van hygiëne kunt verklaren. Zo is het onjuist dat het verbod op varkensvlees vooral een medische basis heeft. Dit taboe had als voornaamste functie de identiteit van de groep te versterken. Daarnaast was het varken in het Midden-Oosten een directe concurrent van de mens om water en voedsel, en daardoor een ecologisch onverantwoorde keuze. In het licht van de carnivore voorgeschiedenis van de mensheid is het opvallend dat direct na de schepping het eerste voorgeschreven dieet vegetarisch was (Genesis 1:29). Maar acht hoofdstukken later, na de zondvloed, besloot God tot een beleidsverandering en gaf Noach toestemming om ‘alles wat leeft en beweegt’ te eten. Er werden oorspronkelijk slechts twee beperkingen opgelegd: vlees dat nog bloed bevatte mocht niet worden gegeten, net zomin als vet van dieren. Later kwamen hier de spijswetten bij die dieren classificeren als geschikt of ongeschikt. Dat wij ook vandaag nog dergelijke classificaties kennen, blijkt wel uit de uitdrukking ’t is vlees noch vis, die wijst op het ongedefinieerde karakter van iets wat tussen beide categorieën in valt, en staat voor ambivalentie. 4. W ij eten vlees en vis omdat we het kunnen produceren, en omdat we soms niets anders kunnen! Dankzij landbouw en landbouwhuisdieren werd de mens onafhankelijk van de onzekere jacht. Het eerste vlees was een bijproduct: het vlees van dieren die wol of trekkracht leverden werd gegeten, net als de mannelijke dieren die onnuttig waren voor melk of voortplanting. Dit eerste vlees was afkomstig van grazers, die dankzij hun meerdere magen vegetatie verteren die de mens niet eet. Dit is een belangrijke constatering, omdat de >
30 essay
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
‘ Direct na de schepping was het voorgeschreven dieet vegetarisch, maar na de zondvloed besloot God tot een beleidsverandering’
veeteelt vaak wordt gezien als grote boosdoener. Het is waar dat dertig procent van het door de mens gebruikte oppervlak van de aarde bestemd is voor veeteelt, maar dat zijn mede gebieden die te nat, te droog, te steil of te koud zijn om gewassen te verbouwen. Daarnaast kennen wij eenmagigen als kippen, gevogelte en varkens. Zij concurreren directer met de mens om voedsel omdat ook zij alleseters zijn, en delen ook vergelijkbare virussen. Ten behoeve van de groeiende westerse en Chinese vleesproductie is een geweldig handelsnetwerk ontstaan waarbij in Brazilië onder andere soja verbouwd wordt, vaak ten koste van bossen. Het zijn de grootschalige intensivering, het transport van veevoer en dieren, de condities van dierenwelzijn en de milieueffecten die ons nu steeds meer te denken geven over de gevolgen van onze honger naar vlees en vele actiegroepen inspireren. Tegelijkertijd groeit, althans in het rijke Westen, de appreciatie van het echte ambachtelijke vlees. Voor vis geldt een ander verhaal maar met vergelijkbare uitkomsten. Visserij in zeeën en rivieren is immers steeds een vorm van jacht gebleven op wilde populaties, met alle ongewisheid van dien – naast de risico’s van overexploitatie. Bij naar schatting 25 procent van de bestanden van door de mens geconsumeerde soorten wordt meer gevist dan de populatie kan verdragen. Net als de vleesproductie is visserij een sector van grote contrasten, van primitieve handvangst per kano in het Stille Zuidzeegebied tot de modernste koel- en satelliettechnologie. Pas tegen het einde van de twintigste eeuw is de visteelt op grote schaal ontwikkeld, met name voor zalm en garnaal. Ook daarover bestaan zorgen: over hygiëne, aantasting van de kust, voer en vetzuursamenstelling. Vlees, vis en zuivelproducten kunnen we dus nooit over één kam scheren, en dat maakt generalisaties of algemene maatregelen onmogelijk.
Simpel gesteld zijn er drie opties voor de toekomstige consumptie: vlees noch vis in het dieet, minder vlees en vis, of substitutie van dierlijke eiwitten door plantaardige, op vlees en vis lijkende producten. Het demoniseren en uitbannen van vlees en vis is onmogelijk en onwenselijk. Een verbod zou kunnen leiden tot een zwarte markt met verschrikkelijke uitwassen in arbeidsomstandigheden en dierenwelzijn. Daarnaast zijn er gebieden waar niets anders geproduceerd kan worden dan vlees. Het aan banden leggen van of zelfs een verbod op dierlijke eiwitten vanuit één dimensie, zoals het milieu, gaat voorbij aan alle andere betekenissen die vlees en vis ook hebben en de door onze evolutie bepaalde voorkeuren. Bovendien zijn er nog ruim drie miljard mensen die weinig of onvoldoende dierlijke eiwitten consumeren. Alleen al voor hen moet de productie doorgaan. Het verminderen van de vlees- en visconsumptie is een reële optie, al gaat die tegen de trend in. Een belasting op vlees met dit doel zou echter de lage inkomensgroepen onevenredig treffen en juist zij lijden vaak onder onevenwichtige voeding. Voorlichting helpt wellicht, maar een bijsluiter in de trant van ‘vlees bedreigt het milieu en uw gezondheid’ is wetenschappelijk niet te verdedigen. Ik hoop dat een toenemende bewustwording leidt tot een aanpassing van de consumptie en een verhoging van de kwaliteit. Factoren als prijs en beschikbaarheid van alternatieven zijn doorslaggevend. Overheden en bedrijven zouden het goede voorbeeld kunnen geven door altijd een vegetarisch alternatief aan te bieden. Een klein percentage mensen verruilt vlees al af en toe voor vis of wordt ‘flexitariër’. Letterlijk genomen slaat vlees noch vis op ‘nieuwe plantaardige eiwitten’ die als vleesvervangers kunnen dienen, bijvoorbeeld uit lupines en algen. Dat heeft grote voordelen voor het milieu en de gezondheid. Totale substitutie is voor de consument niet aantrekkelijk, maar een vervanging tot dertig procent in vleeswaren is mogelijk.
Vlees noch vis? Wat zullen toekomstige archeologen en historici denken als zij de resten uitgraven van steden met een overvloedig en permanent aanbod van voedsel, een bevolking met overgewicht en de fabrieksmatige transformatie van dieren tot onherkenbare, in plastic verpakte pakketjes? Wat zullen toekomstige generaties denken van grootschalig gekapte bossen, van geërodeerde weidegronden en toenemende uitstoot van broeikasgassen? Wat voor mensen zullen zij denken dat wij waren? Wij zijn, in termen van dominantie over onze leefomgeving, de meest succesvolle soort op aarde. En dat niet alleen, ons meest intensieve productiesysteem, de gesloten bio-industrie, is inherent veiliger en beter voor het milieu omdat het geen emissies veroorzaakt, water en nutriënten in de kringloop blijven en dieren minder stresshormonen aanmaken – hoe contraintuïtief dit ook lijkt. De paradox is dat onze kennis en macht over de productie samengaan met onwetendheid bij de meerderheid van de bevolking, die niet wil weten waar het voedsel vandaan komt. Dat geldt voor alle landbouwproducten, maar al helemaal voor vlees. We willen niet weten dat en hoe lammetjes getransformeerd worden tot lamskarbonade. De laatste culinaire mode richt zich op het onherkenbaar maken van voedsel tot mousses – babyvoedsel voor met stevige kaken uitgeruste omnivoren!
Misschien lukt het ons ooit om over dierlijke eiwitconsumptie internationale afspraken te maken, zoals we dat doen op andere terreinen, met bijvoorbeeld wapens of vliegverkeer. Misschien hoeft dat niet en kan regulering zich beperken tot de negatieve effecten, op basis van het principe dat de vervuiler betaalt. Ik hoop dat Nederland deze mogelijkheden in ieder geval in Europees verband verkent. Onze houding ten opzichte van vlees en vis kan niet anders dan getekend worden door de ambivalentie die ik al eerder noemde: ’t is vlees noch vis. Voor ons ongemak over vlees en vis is geen eenduidig antwoord te geven, behalve een oproep tot bewustwording en nieuwe spijswetten, opdat wij met aandacht en matiging vlees en vis produceren en consumeren. • Dit essay is een sterk verkorte weergave van de AUV-lezing die Louise O. Fresco op 7 november uitsprak in de Aula van de Universiteit van Amsterdam. De videoregistratie van deze lezing is terug te zien via www.alumni.uva.nl/fresco.
Louise O. Fresco – 1952 www.louiseofresco.com • 1986 promotie Tropische plantenteelt Wageningen Universiteit (WAU) cum laude • 1991-1997 hoogleraar Plantaardige productiesystemen WAU • 1997-2006 FAO, Assistant Director-General • 2006-heden universiteitshoogleraar Grondslagen van duurzame ontwikkeling in internationaal perspectief UvA • Fresco publiceert naast wetenschappelijk werk columns (in o.a. NRC Handelsblad), essays, literaire kritieken en romans, waaronder De Utopisten (shortlist Librisprijs 2008)
31
personalia axel arnbak infor matierecht 2009, won de Internetscriptieprijs 2009 voor zijn scriptie Alles onder controle?, over de invoering van de bewaarplicht voor telecommunicatiegegevens.
jan donkers sociologie 1969, geschiedenis 2005, radiopresentator en schrijver, won de Special Prize Quirinale voor de documentairereeks ‘Detroit, een stad in vrije val’.
alessandro beber universitair hoofddocent afdeling Business Studies UvA en Enrique Schroth de la Piedra, universitair docent afdeling Business Studies UvA, wonnen een prijs op de 36ste European Finance Association te Bergen, Noorwegen. Beber won de prijs voor de beste publicatie in de Review of Finance, Schroth de la Piedra de prijs voor de beste conference paper.
ton ellermeijer natuurkunde 1973, promotie vu 1987, bijzonder hoogleraar Curriculuminnovatie natuurwetenschappen voortgezet onderwijs en directeur van het AMSTEL instituut, ontving de ICPE Medal van het International Committee for Physics Education voor zijn inzet voor het natuurkundeonderwijs en de internationale impact daarvan.
søren bisgaard wetenschappelijk adviseur van IBIS UvA, won de Lloyd Nelson Award 2009, die wordt toegekend voor een artikel dat grote impact heeft gehad voor gebruikers van statistische methoden. Dit is de tweede keer op een rij dat een medewerker van IBIS UvA deze prijs wint.
pieter geelen infor matica 1988, medeoprichter van TomTom en oprichter en bestuurslid van de Turing Foundation, is door de glossy Miljonair voor het derde achtereenvolgende jaar gekozen tot Nederlands grootste filantroop.
jan breman sociale geogr afie 1962 cum laude, promotie 1970, emeritus hoogleraar Comparatieve sociologie in het bijzonder tot niet-westerse samenlevingen, ontving een eredoctoraat van het International Institute of Social Studies, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
thijs heslenfeld nederlands recht 1993, fotograaf, won de Amerikaanse ‘Charlie Award’ in de categorie ‘Best single, original color photo’. elly jans klassieke ta al- en letterkunde 1970 cum laude, Harm Pinkster, Klassieke letteren 1967 cum laude, promotie 1971, en Marietje d’Hane Scheltema, Klassieke taal- en letterkunde 1960, eredoctoraat 2003, zijn ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de Vereniging van Classici Nederland benoemd tot erelid, vanwege hun bijdrage aan het onderwijs in de klassieken. thijs kinkhorst system and network administr ation 2009 cum laude, en Michael van Kleij, System and network administration 2009, wonnen de Joop Bautz Information Security Award 2009, een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan jonge, potentiële onderzoekers op het gebied van informatiebeveiliging. De prijs omvat een geldbedrag van 2000 euro. elly konijn sociale psychologie 1988 cum laude, docent aan het Amsterdam University College en aan de VU, werd benoemd tot docent van het jaar 2009 aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de VU.
A
B
C
D
anne kox natuurkunde 1972 cum laude, promotie 1976, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de natuurkunde, ontving de ‘Wheatley Medal’ voor zijn bijdrage aan ‘The Collected Papers of Albert Einstein Volume 11’.
In beeld A Ton Ellermeijer B Dany Jacobs (foto Jeroen Oerlemans; zie P32) C Joris Luyendijk D Marita Mathijsen geridderd door Job Cohen
piet van leeuwen promotie wis- en natuurkunde lei 1967, emeritus hoogleraar Supramoleculaire katalyse, ontvangt een eredoctoraat van de Universitat Rovira i Virgili (Universiteit van Tarragona, Spanje). dana linssen filosofie n.a., hoofdredacteur van de Filmkrant en filmcriticus voor NRC Handelsblad, ontving de Louis Hartlooper Prijs voor de Filmjournalistiek. Linssen wordt geprezen vanwege de ‘brede en beschouwende journalistieke context’. joris luyendijk politicologie 1997 cum laude, journalist, bekleedt vanaf januari de Leonardoleerstoel van de Universiteit van Tilburg. Hij geeft een halfjaar lang masterclasses ‘Journalistiek voor de 21e eeuw’, over milieu en duurzame energie. florencio lopez de silanes molina hoogleraar Finance and Governance, ontving de belangrijkste Franse nationale onderscheiding, de ‘Ordre national de chevalier de la légion d’Honneur’. henriëtte maassen van den brink sociale psychologie 1988 cum laude, promotie economie 1994 cum laude, hoogleraar Scholing, arbeidsmarkt en economische ontwikkeling, is volgens de top 100 van Opzij de machtigste vrouw van Nederland in de categorie onderwijs en onderzoek. Birgit Donker, Geschiedenis 1989, hoofdredacteur NRC Handelsblad, is eerste in de categorie media; Louise Gunning-Schepers, Geneeskunde RUG 1973, promotie Eur 1988, hoogleraar Sociale geneeskunde en voorzitter van het AMC, is de machtigste vrouw in de categorie gezondheidszorg. Voor meer UvA-vrouwen in de top 100, zie www.opzij.nl. marita mathijsen nederlands 1975 cum laude, Wijsbegeerte 1976, promotie uu 1987, is bij haar afscheid als hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Zij ontving de onderscheiding uit handen van burgemeester Job Cohen. gerrit meester landbouweconomie wur 1970, promotie wur 1985, bijzonder hoogleraar Europese economische integratie, in het bijzonder de landbouw en de voedingsmiddelensector, is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. alexandra oswald nederlands recht 1994, officier van justitie in Amsterdam, deed mee aan de Job Swap, een banenuitwisseling tussen New Yorkers en Amsterdammers vanwege 400 jaar vriendschap tussen de steden. >
32 personalia Zij draaide een week mee als officier van justitie in the Bronx, haar Amerikaanse collega een week in Amsterdam. alexander rinnooy kan econometrie uva, wiskunde lei 1972, promotie 1976, staat niet alleen nummer één in de top 200 van invloedrijke Nederlanders van de Volkskrant (zie www.alumni.uva.nl/invloed) maar ook in de Science Guide top 10 van invloedrijke figuren in wetenschap en hoger onderwijs, vanwege zijn dringende betoog om in tijden van crisis te investeren in kennis. Tweede bij Science Guide staat PvdAfractieleider Mariëtte Hamer, Nederlandse taal- en letterkunde 1988, ‘een van de sterkste voorvechters van investeringen in kennis en innovatie’. Zesde is hoogleraar Ondernemingsfinanciering Arnoud Boot, Economie run 1983, promotie Indiana University 1987, ‘opinion-leader aangaande de crisis, haar gevolgen en onzekerheden’. Zevende staat bijzonder hoogleraar Innovatie Dany Jacobs, promotie Economie run 1988, lid van de ‘Commissie van Wijzen Kennis en Innovatie’ voor onder meer de toedeling van de aardgasgelden. piet de rooy geschiedenis 1972, promotie 1979, is bij zijn afscheid als hoogleraar Nederlandse geschiedenis benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Zie ook het interview in de vorige Spui. floor sietsma logic 2009, heeft op zeventienjarige leeftijd de master Logic succesvol afgerond. Toen zij als twaalfjarige begon aan haar studie Informatica was zij de jongste universitaire student in Nederland. De komende tijd gaat zij werken als projectmedewerker bij het centrum Wiskunde & Informatica (cwi).
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
overledenen
nieuwe anchor van het Achtuurjournaal van de nos. Trip wisselt de presentatie af met Sacha de Boer, Communicatiewetenschap 1993.
Patrice Weijer 1948, Econometrie 1973 (2 augustus)
marijke de valck media en cultuur, promotie 2006, is winnaar van de eerste Boekman Dissertatieprijs. In haar Film Festivals: History and Theory of a European Phenomenon that Became a Global Network laat De Valck overtuigend zien dat het festivalnetwerk en Hollywood dichter bij elkaar liggen dan men op het eerste gezicht zou verwachten. Aan de driejaarlijkse prijs is een geldbedrag van 10.000 euro verbonden. max van weezel algemene politieke en sociale wetenschappen 1977, ontving uit handen van Kamervoorzitter Gerdi Verbeet, Sociale geografie n.a., een zilveren koetsje omdat hij 25 jaar op en rond het Binnenhof werkt. bas welling economics 2009, is winnaar van de Studenten Ondernemersprijs 2009 met zijn bedrijf Wefilm, dat (reclame)films voor internetcampagnes produceert.
Roelof Brandt 1940,
Sociale geografie 1968, Culturele prehistorie 1972 (4 augustus)
1971 (5 augustus)
Wietske van der Ree
1958, Opvoedkunde 1986, voorzitter en bestuurslid van de Nederlandse Rorschach Vereniging (7 augustus)
Tony (Anthonia) Feitsma 1928, Scandinavi-
sche talen en hun letterkunde (Deens) 1955, promotie VU 1974, voormalig bijzonder hoogleraar Friese taal- en letterkunde (9 augustus)
Geneeskunde 1957, voormalig consultatiebureau-arts (13 augustus)
Willem Essed 1921, Ge-
B
A
in beeld A Bas Welling B Piet de Rooy (foto Eduard Lampe)
Hans Olivier Verhoeven 1942, Nederlandse taal-
en letterkunde 1972, penningmeester Stichting Galerie Mokum (29 augustus)
Arie Willem van Doorne 1931, Wis- en na-
Natuurkunde 1949, emeritus hoogleraar Natuurkunde (23 september)
Frederika Quak 1923,
Wis- en natuurkunde 1951 (23 september)
neeskunde 1954 (16 augustus)
Psychologie 1970, Ontwikkelingsleer 1974 (24 september)
tuurkunde 1959 (4 september) Gerrit Jan Middeldorp 1936, Geneeskunde Henk Meijer 1940,
Wiskunde 1963, oud-hoogleraar Wiskunde TU Delft (7 september)
1964, chirurg te Hoorn (25 september)
Karl Walboom 1928, Jan van der Tas 1928,
Nederlands recht (Privaatrecht) 1958, oud-ambassadeur te Bonn, lid bestuur Stichting Drugsbeleid, Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau en Commandeur in de Orde van Verdienste van Luxemburg (10 september)
Fiscaal recht 1977, Drager van het Ereteken voor Orde en Vrede en van het NieuwGuinea Herinneringskruis (26 september)
Lourens Hoeksma
1942, Wiskunde 1968 (28 september)
Jan Birkenhäger 1931,
Peter Kok 1951,
Geneeskunde 1957, hoogleraar Interne geneeskunde Erasmus MC (12 september)
Nederlandse taalen letterkunde 1985 (28 september)
Eugelina HulscherHijszeler 1926, Psycholo-
Annelies Passchier
gie 1966 (14 september)
Tanny PastoorMosselman 1930,
rob trip politicologie 1984, vrije studierichting massacommunicatie 1984, is vanaf 2010 de
Geneeskunde 1963, patholoog-anatoom (25 augustus)
Frank Muller 1920,
Harry Broekema 1946, Walter Schuddeboom 1933, Fiscaal recht
jolande withuis sociologie 1980 cum laude, onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), heeft de Grote Geschiedenisprijs 2009 gewonnen voor haar biografie Weest manlijk, zijt sterk, over verzetsheld Pim Boellaard.
hans snijder onderwijskunde 1999, is de nieuwe hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant.
Nicolaas Adriaan den Hartog 1931,
1955, Nederlandse taal- en letterkunde 1981, schrijver, werkzaam bij Uitgeverij Perdu (28 september)
Alexander von Bormann 1936, promotie
Universiteit van Berlijn 1967, emeritus hoogleraar Duitse taal- en letterkunde (16 september)
Ids van der Zijpp
1936, Economie 1961, emeritus hoogleraar Economie (18 september)
Hans van der Kroft
1923, Economie 1954 (18 augustus)
Cornelis Streefkerk
Emma van der Burgh
1929, Economie 1954, Accountancy 1959 (18 september)
1914, Nederlands recht (Privaatrecht) 1953 (29 september)
Bert Koops 1935, Poli-
tieke en sociale wetenschappen 1976 (19 augustus)
Klaus Eberhard Malten 1920, Geneeskun-
Alrich Parson 1942,
de 1950, emeritus hoogleraar Arbeidsdermatologie Radboud Universiteit Nijmegen (19 september)
Nederlands recht (Strafrecht) 1967, voormalig fractievoorzitter VVD gemeenteraad Leusden (20 augustus)
Jacob Oskam 1953,
Geneeskunde 1975, vaatchirurg Rijnland ziekenhuis (22 augustus)
Frans Mension 1932,
Wis- en natuurkunde 1961 (1 oktober)
Jan Blok 1943, Koos Wieberdink
Nederlandse taal- en letterkunde 1985 (2 oktober)
1918, Geneeskunde 1945, oud-chirurg (19 september) Ad Dunning 1930, René Robert Stevens
1947, Tandheelkunde 1974, tandarts (21 september)
Geneeskunde 1958, promotie 1971, emeritus hoogleraar Cardiologie AMC (5 oktober)
33 Asse Roelof van den Noort 1938, Nederlands
recht (Privaatrecht) 1966 (6 oktober)
Karin Loos 1973, Euro-
pese studies 1996, studieadviseur Economie en Bedrijfskunde aan de Vrije Universiteit (8 oktober)
1953, huisarts in ruste (18 oktober)
tekst • Peter Brusse Rechtsgeleerdheid 1962 beeld • Marc Kruse
Hubert Jan van Daal
1925, Wis- en natuurkunde 1956, auteur van Mobility of Change Carriers in Silicon Carbide (19 oktober)
Harrie Hamers 1933,
Psychologie 1967, klinisch psycholoog (23 oktober) Evert Frans van der Grinten 1920, Kunst-
geschiedenis 1950, emeritus hoogleraar Kunstgeschiedenis Radboud Universiteit Nijmegen (9 oktober)
Steven Jan Hoorntje
Gerard Schiethart
Hanny Ladee-Levy
1925, Geneeskunde 1960, huisarts die in de jaren zeventig als eerste openlijk sprak over hoe hij euthanasie op een patiënt had toegepast (9 oktober)
1918, Geneeskunde 1947, voormalig kinderpsychiater in het Sophia kinderziekenhuis. Over onder meer haar verblijf in en ontsnapping uit kamp Westerbork schreef Mirjam Elias in Het verlaten hotel (27 oktober)
1949, Geneeskunde 1976, psychiater, psychoanalyticus (26 oktober)
Rob Moesbergen 1942 – 2009
Eduard Groeneveld
1922, Vrije studierichting Faculteit der Politieke en SociaalCulturele Wetenschappen 1961, voormalig bibliothecaris NIOD, Officier in de Orde van Oranje-Nassau (10 oktober)
Herman Leopold de Smet 1931, Geneeskunde
1959, chirurg, Officier in de Orde van Oranje-Nassau (27 oktober)
Wim Jonker 1940,
Wis- en natuurkunde 1965 (28 oktober)
Frans Graafstal
1922, Economie 1949, Accountancy 1952, oudvennoot Klynveld Kraayenhof & Co (31 oktober)
Rudolf Soeting 1947,
Joop Doorman 1928,
Economie 1973 (11 oktober)
Wijsbegeerte 1957, emeritus hoogleraar Ethiek TU Delft (2 november)
Jan de Lange 1934,
Psychologie 1972 (13 oktober)
Hanna (Rebattu) Nicolaï 1926, Geneeskunde
1954 (3 november) Jan Muris 1924,
Geneeskunde 1954 (16 oktober)
Adriaan Kortlandt
1918, Psychologie en sociale geografie, promotie 1949, voormalig hoogleraar Psychologie en ethologie der dieren, die baanbrekende theorieën formuleerde over onder meer de oversprongbeweging, maar het vaak aan de stok had met collega-wetenschappers (18 oktober)
Ton van den Baar
1923, Russische taal- en letterkunde 1961, emeritus hoogleraar Slavische taalkunde aan de Universiteit Utrecht, drager van de Poesjkin-medaille (5 november)
Sjoukje Rauwerda
1951, Andragologie 1983 (5 november)
Bettina SpaanstraPolak 1919, KunstgeschieStephanus Macrander 1925, Geneeskunde
denis 1947, kunsthistorica (7 november)
Rob Moesbergen, op 16 oktober op 67-jarige leeftijd overleden, was advocaat, belastingkundige, econoom en accountant. Als jongen van veertien ging hij van school omdat zijn vader vond dat hij moest meehelpen de kost te verdienen voor het grote gezin. Als hij verder wilde leren, moest hij maar avonddiploma’s halen. En dat heeft hij gedaan, zijn leven lang. Totdat zijn liefhebbende vrouw eens een tennisracket naar zijn hoofd gooide en riep: ‘Heus, het hoeft niet meer’. Hij was toen vijftig jaar. Niet dat hij het gezin verwaarloosde, hij had tijd voor iedereen. Hielp mee in het huishouden, maakte meubels, plakte banden, ontwierp computersoftware, maar altijd in het besef dat hij uit een arbeidersgezin kwam. Dat schiep verplichtingen. Robert Richardus Johannes Moesbergen werd op 12 juni 1942 in Utrecht geboren, als tweede in een gezin van zes kinderen. Zijn vader, een wees die in een reeks van pleeggezinnen was opgegroeid, was machinebankwerker en werd tijdens de oorlog in Duitsland te werk gesteld. Later ging hij naar Indië als employé van de Bataafse Petroleum Maatschappij. Toen zijn ouders gingen scheiden, voelde Rob zich verantwoordelijk voor zijn moeder en een deel van het gezin. Ze verhuisden naar Heemskerk, waar hij werkte op het laboratorium van de Hoogovens en CetaBever. Daarnaast deed hij de handelsavondschool, haalde diploma’s als analist, was actief bij de Katholieke Arbeiders Jeugd en ontmoette Frédérique op de katholieke dansschool. Hij was een mooie, atletisch gebouwde jongen, serieus, fijn om mee te praten, las Darwin en Teilhard de Chardin. In militaire dienst bood hij zich aan om naar Nieuw-Guinea te gaan in plaats van een vriend die net een kind had gekregen. Hij werd verpleger op de operatiezaal, wat diepe indruk maakte, en kon na repatriatie moeilijk wennen. Zijn baan was vergeven, via makelaars en assuradeurs kwam hij als kassier bij de Land- en Tuinbouwbank. ’s Avonds volgde hij cursussen. Om in aanmerking te komen voor een woning
trouwde hij voor de wet, kwam in de kost bij de ouders van Frédérique. Zolang het stel niet voor de kerk getrouwd was, hielden ze braaf gescheiden slaapkamers. Ze maakten reizen met katholieke jongeren, maar samen op de scooter naar Luxemburg was fijner. In 1967 trouwden ze voor de kerk en Rob solliciteerde bij de Stichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid, waar hij snel carrière maakte. Hij werd belast met de controle van uitkeringen, zwartwerken en fraude. Hij haalde het diploma Accountant-Administratieconsulent (AA) en behoorde tot de eersten die de avondheao volgden. Toen was de weg vrij om – ook weer in de avonduren – Rechten te studeren aan de Erasmus Universiteit; hij deed het in twee jaar. Op zijn 43ste verjaardag kwam hij thuis met ‘een cadeautje voor mijzelf’. Uit een koffertje haalde hij de bul: Meester in de Rechten. Niemand had hij iets verteld. Toen hij enkele jaren later in Leiden afstudeerde als fiscaal jurist, ging hij met vrouw en dochters ergens koffie drinken met taart. Aan de UvA werd hij fiscaal econoom, maar haalde op zijn vijftigste niet het laatste tentamen voor Register Accountant. Hij bleef accountant AA, maar zat wel in commissies die RA-accountantsopleidingen bepaalden; ook nam hij assessments af. ‘Dat is pas echt bijzonder’, zei Frédérique. Hij vestigde zich als advocaat in Den Haag, deed controles voor internationale bedrijven, maar ijverde ook voor aangepaste liften en hijskranen voor bouwvakkers met een handicap. Hij filmde, maakte met het gezin verre reizen, schreef gedichten en genoot van de jaarlijkse Universiteitsdagen, vooral in Amsterdam. Toen hij afgelopen juni in het flamboyant witte kostuum, dat Frédérique hem had aangepraat, werd gefotografeerd op de Universiteitsdag en de foto in september in SPUI verscheen, waren zij diep ontroerd. De foto sierde de maand daarop zijn overlijdensbericht. •
34
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
amsterdams universiteitsfonds De Jaarfondscampagne 2010 van het Amsterdams Universiteitsfonds is gestart. Ook dit jaar zijn vijf projecten geselecteerd die de wetenschapsbeoefening en het studentenleven aan de UvA stimuleren, maar waarin de overheidsfinanciering niet voorziet. Elke euro die u schenkt, komt rechtstreeks ten goede aan de projecten. Meer informatie over de projecten vindt u op www.auf.nl.
—
De Interactieve Patiënten Simulatie van het AMC Leren samenwerken aan de zorg rond een virtuele patiënt De Interactieve Patiënten Simulatie is een door het Academisch Medisch Centrum (AMC) ontworpen computersimulatie waarmee studenten virtuele patiënten kunnen behandelen. De zorg om de patiënt wordt steeds complexer en patiënten worden steeds mondiger. Het is belangrijk dat de arts in spe hier goed mee leert omgaan. Met Interactieve Patiënten Simulatie kunnen studenten in een veilige omgeving kennis opdoen, communicatieve vaardigheden ontwikkelen en fouten maken, zonder dat de patiënt daar last van heeft. Ook leren ze al tijdens hun opleiding samenwerken met collega’s van verschillende disciplines – wat heel belangrijk is voor een optimale kwaliteit van de patiëntenzorg. Tijdens een simulatiebehandeling zijn twee studenten verantwoordelijk voor één virtuele patiënt. Net als in de echte praktijk veranderen klachten in de loop van de tijd, wordt de patiënt overgedragen en moet hij wachten op uitslagen van onderzoeken. De duur van een behandeling varieert van een aantal dagen tot maximaal één werkweek. Na afloop wordt zowel het medisch handelen als de onderlinge communicatie geëvalueerd. Met de Interactieve Patiënten Simulatie leren medisch studenten om te gaan met (de emoties van) patiënten en samen te werken met andere artsen en verpleegkundigen. Dat levert uiteindelijk een betere afstemming op in de zorg rond de patiënt. Uit onderzoek blijkt dat studenten deze vorm van onderwijs zeer positief beoordelen en dat het een effectief middel is om patiëntenoverdracht te trainen. Voor dit bijzondere opleidingstraject stelt het AMC een beperkt aantal studentenbeurzen ter beschikking voor een periode van zes maanden. Voor deze beurzen worden de beste studenten in hun vakgebied geselecteerd. Het Amsterdams Universiteitsfonds steunt dit project van harte en wil zo veel mogelijk studenten de kans geven om aan deze vorm van onderwijs deel te nemen door meer beurzen beschikbaar te stellen. Een gemiddelde beurs bedraagt 500 euro. Daarom is uw bijdrage van groot belang. Geef om wetenschap, geef voor betere medische zorg en onderwijs.
—
Aanschaf Heliostaat Vernieuwingsimpuls voor sterrenkundeonderwijs De UvA heeft plannen voor de bouw van een heliostaat: een uniek instrument waarmee beelden van de zon ‘live’ op een scherm kunnen worden geprojecteerd. De aanschaf van een heliostaat kan een belangrijke vernieuwingsimpuls geven aan het sterrenkundeonderwijs. Een heliostaat bestaat uit een ingenieus spiegel- en lenzensysteem dat een haarscherp beeld van de zon kan projecteren met een diameter van ongeveer één meter. Waarnemingen als zonnevlekken, fakkelvelden of granulatie zijn duidelijk te zien. De aanschaf betekent dan ook een enorme aanwinst. Het sterrenkundig onderzoek aan de UvA is zeer gerenommeerd en staat bekend als een van de beste in de wereld. De Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) beschikt al over zeer geavanceerde telescopen. Met het bezit van een heliostaat kan de UvA haar sterke positie op sterrenkundig gebied nog eens extra benadrukken. Ook in onderwijskundig opzicht is een heliostaat een grote aanwinst. Het instrument is bijzonder geschikt voor onderwijskundige toepassingen, omdat verschillende studenten tegelijk de projectie kunnen bestuderen. Met een heliostaat kan de FNWI een belangrijke nieuwe stap zetten binnen het sterrenkundeonderwijs. De FNWI wil zich ook richten op aankomende studenten uit het voortgezet onderwijs. De aanwezigheid van een heliostaat kan een stimulans zijn om een bètastudie aan de UvA te gaan volgen. Aan de aanschafkosten van dit unieke instrument en voor het onderwijskundig programma, samen 42.500 euro, wil het Amsterdams Universiteitsfonds graag bijdragen. Alle financiële steun is daarbij van harte welkom. Geef om wetenschap, en help de UvA haar sterke positie binnen het sterrenkundig onderwijs te behouden.
—
De Biografie van Amsterdam Digitale leeromgeving en interactieve kroniek van de stad Amsterdam Wat is de geschiedenis van Het Lieverdje? Wie was Floor Wibaut? Waar groeide Johan Cruyff op? Wat was Paradiso voordat het veranderde in een poptempel? Voor een antwoord op deze en andere vragen over de geschiedenis van Amsterdam is er De Biografie van Amsterdam: een zich voortdurend uitbreidend digitaal portret van de stad en haar inwoners in korte, pakkende verhalen. De Biografie van Amsterdam, een initiatief van de masteropleiding Journalistiek van de UvA, is een digitale en multimediale leeromgeving voor studenten van verschillende studierichtingen. Hier kunnen ze in de laatste fase van hun opleiding werken aan films, documentaires, podcasts of journalistieke reportages. Films, foto’s, tekeningen, geluidsfragmenten en teksten – over mensen, straten en pleinen, gebouwen en gebeurtenissen van vroeger en nu – schetsen een boeiende kroniek van de stad en haar inwoners. Zoals het portret van Vera, een dakloze vrouw van 48 die op straat leeft, of dat van rapper
OneVoiZ, die zijn studie Politicologie afbrak om professioneel te gaan rappen. Er zijn filmpjes over de Fietsfabriek, reportages over de Amsterdamse School en ook gebeurtenissen als de Bijlmerramp worden in beeld gebracht. Naast het onderwijskundig belang heeft het project een maatschappelijke impact. Het versterkt de identiteit van de stad en bevordert de sociale cohesie door aandacht te geven aan de achtergronden, overtuigingen en motieven van de verschillende bevolkingsgroepen. De website www.biografievanamsterdam.nl is voor iedereen toegankelijk. In principe kunnen alle plaatselijke opleidingen, instellingen en media erop publiceren. De redactie wordt gevormd door studenten, met docenten als hoofdredactie. De eindverantwoordelijkheid ligt nu nog bij de afdeling Mediastudies van de UvA, maar wordt binnenkort overgedragen aan de Stichting Biografie van Amsterdam, waarin de UvA, het Stadsarchief en omroep AT5 samenwerken. Voor de verdere professionalisering en ontwikkeling van deze digitale leeromgeving heeft de UvA nog veel geld nodig. Het Amsterdams Universiteitsfonds steunt dit project dan ook van harte. Iedere bijdrage is welkom. Voor 50 euro kan al een filmpje worden gedigitaliseerd en gepubliceerd. Geef om wetenschap, en steun dit bijzondere project.
Jaarfondscampagne www.auf.nl
Met een reisbeurs op pad
www
p 09
de universiteit een goede aansluiting op het hoger onderwijs. Met hun academische achtergrond zijn ze bovendien in staat leerlingen iets extra’s te bieden. Door deze positieve ontwikkelingen krijgen de docenten zelf ook meer plezier in het uitoefenen van hun vak. Maar het is lastig voor docenten om naast hun drukke werkzaamheden tijd vrij te maken voor het afronden van een proefschrift. Daarom helpt het Amsterdams Universiteitsfonds hen hierbij. Sinds 2008 werft het Amsterdams Universiteitsfonds middelen voor docenten, zodat ze zich volledig op hun promotieonderzoek kunnen richten. Met een vervangingssubsidie kan een docent een paar maanden worden vrijgesteld van werkzaamheden. Dankzij donaties van alumni en vrienden van de UvA is er het afgelopen jaar voldoende geld binnengekomen voor een beurs voor twee leerkrachten. Maar er zijn meer leraren die willen promoveren! Geef daarom om wetenschap, en geef docenten de mogelijkheid het voortgezet onderwijs naar een hoger niveau te tillen.
—
—
Geef om wetenschap —
—
Promotiefonds docenten voortgezet onderwijs Geef om onderwijskwaliteit. Geef aan het promotiefonds De achteruitgang van de kwaliteit van het onderwijs is een terugkerend onderwerp van discussie. De onderwijscapaciteit van de leraar is daarbij een cruciale factor. Gepromoveerde docenten dragen niet alleen bij aan een verhoging van de onderwijskwaliteit, maar zorgen ook voor een betere aansluiting tussen voortgezet en hoger onderwijs. Daarom helpt het Universiteitsfonds met speciale beurzen voor promotieonderzoek voor leerkrachten. Onderwijsvernieuwingen, de problemen rond de Tweede Fase en het Studiehuis, gecombineerd met een groeiend lerarentekort, zijn van invloed op de kwaliteit van het onderwijs. Ook het toenemende aantal leraren dat onbevoegd voor de klas staat, draagt niet bij. Willen we zorgen dat de onderwijskwaliteit weer vooruitgaat, dan zullen we moeten investeren in haar belangrijkste vertegenwoordigers: de docenten. Scholen hebben baat bij gepromoveerde docenten. Ze verhogen de kwaliteit van het voortgezet onderwijs en bevorderen met hun kennis van
Reisbeurzen voor studenten Geef om internationale uitwisseling. Geef aan het reisbeurzenfonds Steeds meer getalenteerde studenten willen voor hun studie naar het buitenland. Een reisbeurs stelt deze studenten in staat hun studie of onderzoek in een internationaal perspectief te plaatsen, nieuwe sociale netwerken op te bouwen en een unieke ervaring op te doen. Het Amsterdams Universiteitsfonds steunt excellente studenten die een studie in het buitenland willen volgen. Zoals Ine Dorresteijn, die in juni 2009 cum laude slaagde voor haar specialisatie Limnology and Oceanography binnen de master Biological Sciences. Dankzij een reisbeurs van het Amsterdams Universiteitsfonds kon zij tien maanden naar de Universiteit van Fairbanks in Alaska. Hoogtepunt was haar onderzoek op de Pribilof-eilanden, waar zij twee maanden lang de effecten van klimaatverandering op dwergvalken bestudeerde. ‘Zodra de koet is gespot wordt de tien meter lange vishengel tevoorschijn gehaald en de vogel van zijn nest “gevist”. Binnen drie minuten is het bloedmonster genomen, de vogel opgemeten en weer vrijgelaten. Daarna is het wachten op de volgende vogel. Rond 21.00 uur begint de tocht naar huis. We eten met de andere zeevogelonderzoekers, de bloedmonsters worden gecentrifugeerd en dan slapen, want om 8.00 uur gaat de wekker weer af!’ Elk jaar ontvangen ongeveer 250 studenten een reisbeurs van het Amsterdams Universiteitsfonds. Talentvolle studenten die hun reis naar het buitenland niet zelf kunnen betalen. Een gemiddelde reisbeurs bedraagt 500 euro. Dankzij de vele gulle giften aan het Amsterdams Universiteitsfonds konden in 2009 25 extra reisbeurzen worden verstrekt. Dit is een geweldig resultaat. Toch worden nog steeds veelbelovende studenten teleurgesteld, omdat er meer aanvragen zijn dan subsidies. Geef om wetenschap, en steun het reisbeurzenfonds, zodat bijzondere studenten als Ine Dorresteijn hun academische dromen kunnen waarmaken.
35
36
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
amsterdamse universiteitsvereniging Henk van Os in New York Henk van Os, universiteitshoogleraar Kunst en samenleving, sprak op 28 oktober voor een gehoor van vijftig in New York verblijvende alumni en studenten van de UvA. In zijn lezing ‘De knol en de citroen. De cultuurhistorische betekenis van vervalsingen’ ging Van Os in op avonturen met vervalsingen, vervalsers, handelaars en collectioneurs. Na afloop was er een gezamenlijk diner. De bijeenkomst werd georganiseerd door de Amsterdamse Universiteits-Vereniging en de stichting Friends of the Universiteit van Amsterdam in New York. Voor bijeenkomsten in het buitenland in 2010 worden alle alumni uitgenodigd van wie bekend is dat zij in de des-
beeld • Marc Kruse
AUV-Dag ZATERDAG 7 november 2009
betreffende omgeving verblijven. Nadere informatie volgt via www.alumni.uva.nl en in komende edities van SPUI. Met vragen of opmerkingen over de bijeenkomsten in het buitenland kunt u terecht bij Nathalie Rijk, via N.Rijk@uva.nl of 020 525 2823.
Lezing Loopbaanprogramma: toekomst resultaatbeloning Op 1 februari 2010 spreken Henk Thierry (promotie Psychologie VU 1968) en Peter de Rooij (Arbeids- en organisatiepsychologie 1988 cum laude) onder de titel ‘Is er nog
toekomst voor de resultaatbeloning?’ over de rol en effecten van belonen in organisaties. Een veronderstelling is dat je met een adequaat beloningsbeleid het gedrag van mede werkers in de gewenste richting kunt sturen. Maar klopt dit wel helemaal? Wat is adequaat en effectief belonings beleid, en hoe komt het tot stand? In hoeverre is belonings beleid wetenschappelijk te onderbouwen? Ook komt de beloning in internationaal perspectief aan de orde: welke ontwikkelingen doen ertoe en zijn van invloed op belonen in de toekomst? Uiteraard is er aandacht voor belonen in de praktijk: hoe vertaal je als manager het beloningsbeleid binnen je organisatie naar je medewerkers? Henk Thierry is voormalig hoogleraar Arbeidspsychologie aan de UvA en emeritus hoogleraar Organisatiesociologie aan de Universiteit van Tilburg. Peter de Rooij is senior manager Compensation & Benefits bij Eureko/Achmea. Deze lezing vindt plaats in het kader van het Loopbaan programma voor UvA-alumni, dat academische en persoonlijke ontplooiing combineert. Met dit programma wil de UvA ontwikkelings- en reflectiemogelijkheden bieden aan haar alumni in verschillende fasen van hun loopbaan. Meer informatie over het Loopbaanprogramma in 2010 (leertrajecten, coaching en lezingen) volgt via de digitale nieuwsbrief voor geïnteresseerden en www.alumni.uva. nl/loopbaanprogramma. Via deze website kunt u zich ook aanmelden voor de nieuwsbrief.
Kalender meer over activiteiten
p 20
auvkringen Twee nieuwe AUV-alumnikringen De Amsterdamse UniversiteitsVereniging krijgt er twee alumnikringen bij. Dit jaar ging de kring Holocaust- en genocidestudies van start voor alumni van het gelijknamige mastertraject. Dit interdisciplinaire programma binnen de master Geschiedenis biedt de UvA aan in samenwerking met het Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies, onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) met participatie van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). De eerste activiteiten hebben inmiddels plaatsgevonden: een lezingenserie rond het proces tegen oorlogsbeul John Demjanjuk. Tijdens de AUV-dag in 2010 zal de kring officieel binnen de AUV worden opgericht. Contactpersoon is Barbara Boender: b.boender@niod.knaw.nl. Daarnaast zijn de eerste stappen gezet voor de oprichting van de alumnikring Algemene taalwetenschap (ATW). Ook deze kring zal officieel binnen de vereniging worden opgericht op de AUV-dag 2010. Op netwerksite LinkedIn is al een ATWgroep geformeerd, waar informatie over activiteiten is te volgen. Contactpersoon
is hoogleraar Algemene taalwetenschap Anne Baker: A.E.Baker@uva.nl. Aanmeldingen voor beide nieuwe kringen kunnen worden gericht aan auv@uva.nl.
hoofdstukken zijn gewijd aan de kerntaken van de MFAS: onderwijs, dienstverlening en ontspanning. Ook de vooroorlogse jaren en de MFAS-fracties in faculteits- en studentenraden zijn ondergebracht in aparte hoofdstukken. Kleinere onderwerpen en anekdoten komen in korte intermezzo’s aan bod. Verder bevat het boek veel beeldmateriaal, merendeels afkomstig uit het uitgebreide MFAS-archief. Twee jaar heeft de begeleidingscommissie ‘Boegbeeld’ aan het boek gewerkt. De commissie bestaat uit zes studenten Geneeskunde en Cisca Griffioen (Geneeskunde, promotie 1968), erelid van de MFAS. Het Amsterdams Universiteits fonds heeft financieel bijgedragen aan de totstandkoming van het boek. MFAS schrijft geschiedenis is voor € 10 te koop bij de MFAS Boekenservice in het AMC en via www.mfas.net/boegbeeld.
Geneeskunde Laatste bijeenkomst theologendispuut Scientiae et Ecclesiae
MFAS schrijft geschiedenis Faculteitsvereniging MFAS presenteerde op 3 november in het AMC het boek MFAS schrijft geschiedenis. De presentatie werd twee dagen later nog eens overgedaan bij ‘De anatomische les’, de jaarlijkse bijeenkomst van het AMC Alumnipunt in het Concertgebouw. In het boek beschrijven ruim dertig (oud-)leden de historie van de Medische Faculteit der Amsterdamsche Studenten (MFAS). Van de oprichting in 1896, via de serieuze jaren dertig, de roerige jaren zestig, de ‘kritiese’ jaren zeventig en de professionele jaren negentig tot een blik op de toekomst. De thematische
A
Bijna 63 jaar na de oprichting van het (protestantse) theologendispuut Scientiae
37
et Ecclesiae (S et E, Voor de Wetenschap en voor de Kerk) in 1947 hielden oud-dispuutsleden op 11 november in Amsterdam hun slotreünie. Deze datum is niet alleen de dag van St. Maarten, maar ook die van de oudtestamenticus Martinus Beek (1909-1987), die op 11 november 1946 zijn oratie hield over de figuur van Job – een gebeurtenis die de oudste leden zich nog herinneren. Zo’n twintig reünisten brachten een bezoek aan de tentoonstelling van judaïca en hebraïca uit de Collectie Braginsky (zie ook onder Alumnivaria) en een aantal hoogtepunten uit de Bibliotheca Rosenthaliana, en aan het nieuwe kerkelijk centrum in de Limmikhof, vlakbij de Hermitage. Aan het einde van de dag gingen de aanwezigen samen op de foto, ook voor het bescheiden universitaire archief van S et E. Het oudste (theologen)dispuut waarin men lezingen en preken van elkaar kritisch besprak (LOS, opgericht in 1806), was in 2006 al opgeheven, nadat de theologische faculteit was overgegaan in Religiestudies en de kerkelijke opleidingen elders voortzetting vonden. Het naoorlogse dispuut S et E sloot 11 november zijn geschiedenis als 62-jarige af – en hoeft zich dus geen zorgen te maken over stoppen met 65.
Andragologie
Miniconferentie blijkt vruchtbare ontmoeting
B
in beeld A Commissie ‘Boegbeeld’ B Cover MFAS schrijft geschiedenis
Op 24 oktober organiseerde de kring Andragologie een miniconferentie waar zes andragologen onderwerpen presenteerden met als gemeenschappelijke noemers de kennissamenleving, kennisproductiviteit en sociaal kapitaal. Opmaat voor de geanimeerde discussie was de bijdrage van UvA-socioloog Bowen Paulle (promotie 2005), die een tekst inbracht van de Franse filosoof Pierre Bourdieu. Dat leidde tot een vruchtbare ontmoeting van denkrichtingen en interpretaties, daar de zes sprekers zich theoretisch voornamelijk baseerden op de literatuur van andragologen Joseph Kessels en Gerard de Zeeuw. Het doel van de bijeenkomst – met een groep alumni komen tot een bijdrage aan de academische kennisontwikkeling, met oog voor het andragologisch veranderingsperspectief – is zeker gehaald. Van de behandelde teksten wordt een publicatie samengesteld die als uitgangspunt dient voor een volgende bijeenkomst. Voor informatie over de activiteiten van de kring: www.alumni.uva. nl/andragologie.
38
spui 31 03 | 2009 www.alumni.uva.nl
alumnivaria Zaalvoetbaltoernooi
Video-interviews op nieuwe internetportal
oud-deelnemers USC
ondernemende alumni in beeld ACE TV is een internetportal met video-interviews met succesvolle ondernemers die hun opleiding genoten aan een Amsterdamse universiteit of hogeschool. Doel is het stimuleren van ondernemerschap onder (aankomende) studenten op een manier die aansluit bij de belevingswereld van de doelgroep. Scholieren en studenten oriënteren zich voornamelijk via internet: bewegend beeld (video) is voor deze groep de effectiefste communicatievorm. Sinds november biedt ACE TV wekelijks een interview met een inspirerende alumnus/ondernemer. Zo is een gesprek te zien met UvA-alumni Yuri Matteman (Biologie 1999) en Alex Verkade (Biologie 2000) van De Praktijk, een creatief projectbureau voor natuurwetenschappelijk onderwijs en wetenschapscommunicatie. Vanaf 14 januari staat ook een interview online met Thijs Blankevoort (Engelse taal- en letterkunde 1986), directeur van Bubb Kuyper, veilinghuis voor boeken, manuscripten en grafiek. Daarna volgen interviews met andere ondernemende alumni, onder wie vanaf 21 januari Jacob Gelt Dekker (Tandheelkunde 1973), oprichter van onder meer Budget Rent A Car. Bent u geïnteresseerd in de mogelijkheid om uw bedrijf te presenteren via ACE TV? Neem dan contact op met Marion Ester, via M.Ester@uva.nl of 020 525 6053. ACE TV wordt gemaakt in opdracht van CASE, het Amsterdam Center for Entrepreneurship van onder meer de UvA, en is te zien op www.case-amsterdam.nl.
Op zondag 13 juni 2010 organiseert het Universitair Sport Centrum (USC) een toernooi voor oud-deelnemers van de USC-zaalvoetbalcompetitie. In het USC wordt sinds 1976 een interne competitie zaalvoetbal gespeeld. Vele UvAalumni hebben in de loop der jaren deelgenomen aan deze interne competitie zaalvoetbal, ook wel bekend als Stilos of ASS. Het streven is om voor elk van de afgelopen decennia een poule in te delen. Aanleiding voor het toernooi is de verhuizing van het USC, dat eind juni de locatie aan de De Boelelaan inwisselt voor een spiksplinternieuw onderkomen in het Science Park in de Watergraafsmeer. De nieuwe locatie beschikt straks naast alle faciliteiten die op de De Boelelaan aanwezig zijn over een sauna, squashbaan en klimhal. Bovendien komt er meer ruimte voor diensten als sportfysiotherapie en een sporttestlab. Heb je nog contact met vroegere teamgenoten? Zoek ze op en meld je aan. Meer informatie en aanmelden: www.usc.uva.nl/afscheidstoernooi of competitie@usc.uva.nl.
Sporten met korting met de U vAAlumnipas AUV-leden sporten bij het Universitair Sport Centrum met forse kortingen. Zo krijg je op vertoon van je UvA-Alumnipas € 215 korting op een fitness jaarkaart. Ook op de andere cursussen krijg je variërende kortingen. Het USC biedt meer dan 70 (sport)activiteiten op diverse locaties. Naast de hoofdvestiging is er USC Tennis in de Watergraafsmeer; het AMC Sport Centrum (ASC) naast het AMC; USC Fitness in de Van Musschenbroekstraat en PCH Fitness in het P.C. Hoofthuis aan de Spuistraat. De hoofdvestiging verhuist komende zomer van de De Boelelaan naar het Science Park in de Watergraafsmeer. Activiteiten als zwemmen, indoorklimmen en schaatsen vinden in andere sportaccommodaties plaats. Je kunt profiteren van de kortingen door bij je inschrijving aan de balie van een van de USC-vestigingen je UvA-Alumnipas te tonen.
lidnummer 4554653 De heer drs. A.L. Umnus van 1-1-2010 tot 31-12-2010
A
C
Topstukken Braginsky Collectie
Een Reis door Joodse Werelden
B in beeld A Thijs Blankevoort op ACE TV B Huwelijkscontract met gedetailleerd knipwerk (Braginsky Collectie) C Nieuwbouw Universitair Sport Centrum
Het Joods Historisch Museum biedt UvA-alumni korting op het arrangement ‘Een Reis door Joodse Werelden’. Tot en met 17 januari kunt u op zondagmiddag van 14.30-16.30 uur de collectie manuscripten van het museum bekijken, gevolgd door een wandeling door de voormalige joodse wijk naar de Bijzondere Collecties aan de Oude Turfmarkt, waar u de tentoonstelling van topstukken uit de Braginsky Collectie en de stijlkamer Bibliotheca Rosenthaliana kunt bezichtigen. Het arrangement wordt afgesloten met koffie of thee en een gember- of amandelbolus in het Museumcafé van de Bijzondere Collecties. Alumni, medewerkers en studenten van de UvA betalen voor dit arrangement € 15 (gewone prijs: € 20). Aanmelden: vooraf via 020 531 0380, of op de dag zelf bij de kassa.
Joost Zwagerman www.joostzwagerman.nl
column
www
39
tekst • Joost Zwagerman beeld • Peter Boer
Joost Zwagerman – 1963 www.joostzwagerman.nl • 1985-1989 Nederlandse taal- en letterkunde (n.a.) • 1985-heden essays, kritieken en columns voor Vrij Nederland, de Volkskrant en NRC Handelsblad • 2003-2004 presentator VPRO’s Zomergasten • 2008 toekenning Gouden Ganzenveer
‘Eigenlijk ben ik natuurlijk schrijver’ Ik herinner me niet hoeveel eerstejaars Nederlandse taal- en letterkunde er precies waren toen ik aan de UvA begon te studeren, maar wel dat een opmerkelijk aantal ‘eigenlijk natuurlijk’ schrijver of dichter was. Niet dat ik dat direct te weten kwam; in de loop van de maanden zeiden er steeds meer dat ze in de avonduren en weekends aan een dichtbundel werkten. Of dat ze een beetje waren vastgelopen met hun roman. En dat uitgevers allemaal redacteuren in dienst hadden zonder verstand van echte, vernieuwende literatuur – waarom zonden die types anders telkens hun manuscripten retour? Als dit anders doet vermoeden: ik schrijf dit zonder enige ironie op. Ikzelf werkte namelijk ook in de avonduren en weekends aan een dichtbundel. En ik was ‘een beetje’ vastgelopen met mijn roman. Verder vermoedde ik dat uitgevers allemaal redacteuren hadden die... en zo verder. Natuurlijk, er waren heus wel eerstejaars zonder literaire ambities. Maar dat relatief kleine aantal streefde niet bepaald naar een loopbaan als leraar, bibliothecaris of onderzoeker. Degenen die niet ‘eigenlijk natuurlijk’ schrijver
waren, bleken elders te zijn uitgeloot: de ‘dan in godsnaam maar Nederlands’-studenten. Het verschil tussen de meeste eerstejaars met literaire ambities en mij was dat ik die dromen voor mezelf hield. Uit een onvermoed soort bijgeloof keek ik wel uit om rond te strooien dat ik poëzie en proza schreef. Wie van de daken schreeuwde dat-ie ‘eigenlijk’ schrijver was, zou er nooit een worden – een overtuiging die ik niet met argumenten kon verdedigen, maar volgens mijn, ehhh, ‘morele kompas’ mocht je je pas schrijver noemen nadat je een boek had gepubliceerd. Zelfs toen ik dat meemaakte, met De houdgreep, zei ik daar op de universiteit niets over. Er verschenen recensies, maar aan mijn medestudenten ging dit gelukkig voorbij. Ze waren dan wel ‘eigenlijk schrijver’, de boekenbijlagen sloegen ze over. Wel zo prettig. Niet dat ik iets te verbergen had – maar ook ná mijn debuut had ik nog steeds moeite te zeggen dat ik schrijver was. Toch maakte ik een werkgroep mee met twee echte schrijvers-in-de-dop. Bij ‘Intertekstualiteit in het oeuvre van Harry Mulisch’ van Frans de Rover zaten Arie Storm en
• 2010 auteur Boekenweekgeschenk • Boeken (selectie) De houdgreep (1986), Gimmick! (1989), Vals licht (1991; nominatie AKO Literatuurprijs, verfilmd in 1993), De buitenvrouw (1994), Pornotheek Arcadië (2000; essays), Roeshoofd hemelt (2005; dichtbundel), Transito (2006, essays, nominatie AKO Literatuurprijs), Hitler in de polder & Vrij van God (2009, pamflet)
Willem Melchior. Geen van beiden liet ooit één woord los over de boeken die ze vermoedelijk toen al van plan waren ooit te schrijven – misschien in de greep van een vergelijkbaar bijgeloof. Intussen bewaar ik geweldige herinneringen aan die werkgroep, al was ik niet altijd aanwezig. Want in de avonduren schreef ik aan een roman – en dat ging zó voorspoedig dat ik er vaak een hele nacht aan toevoegde. Die roman was Gimmick! Later zei De Rover eens tegen me: ‘Dus dáárom zag je er altijd zo onuitgeslapen uit: je zat stiekem je roman te schrijven!’ Dat was waar – met de nadruk op stiekem. Schrijven hoort, vind ik nog steeds, een tikje een clandestiene bezigheid te zijn. Daarom schreef ik bij voorkeur ’s nachts. Als iedereen op één oor ligt, smeed jij een complot met je verbeelding – zoiets. Storm en Melchior kom ik ruim twintig jaar later zo nu en dan tegen. Dan praten we ook over literatuur, maar zelden over ons eigen werk. Alsof we de nooit uitgesproken code van zwijgzaamheid uit de tijd van ‘onze’ werkgroep in ere willen houden. Aardig is wel dat Storm en Melchior de levende bewijzen zijn die de uitspraak van Maarten ’t Hart weerleggen: ‘Als je schrijver wilt worden, ga dan van alles studeren – behalve Nederlands. Daar komt alleen maar ellende van.’ Die uitspraak las ik toen ik net vier maanden studeerde – en hoewel redelijk van slag, liet ik me er niet door ontmoedigen. Toch stopte ik na vier jaar. Gesjeesd, ja. Inmiddels deed ik waar ik zelden over had gesproken: schrijven. En ik kon er nog van leven ook, zeker nadat in 1989 Gimmick! was verschenen. Sterker: ik verdiende dat jaar ineens drie keer het jaarinkomen van mijn vader. Ik noem nu speciaal mijn vader, omdat hij samen met mijn moeder, zacht gezegd, gemengde gevoelens had over dat schrijverschap van mij. Mijn moeder had daar slapeloze nachten van en vreesde niet eens dat ik in een kartonnen doos onder de brug zou eindigen, maar dat ik daar zou begínnen. Wie in Nederland kon er nou leven van de pen? Een handvol mensen, benadrukte zij keer op keer. Kartonnen doos en brug zijn me, afkloppen, tot nu toe bespaard gebleven. Maar mijn moeder vertrouwt het nog steeds niet helemaal. Vooral de afgebroken studie is haar ook jaren na dato nog een doorn in het oog. Dat ik dat van die doos en brug al opschrijf, is volgens haar de goden verzoeken. Toen me in 2007 de Gouden Ganzenveer werd toegekend, waren bij de uitreiking onder anderen Job Cohen, Harry Mulisch, Alexander Rinnooy Kan en Marita Mathijsen. Hun aanwezigheid maakte diepe indruk op mijn moeder. Na afloop nam ze me apart en zei zacht: ‘Zouden die mensen wel weten dat je je studie niet hebt afgemaakt?’ •
SPUI6:Mercator kwart pagina 23-11-09 12:27 Pagina 1
Hotel RĂŠsidence Le Coin
HOTEL RESIDENCE LE COIN, gevestigd in hartje centrum van Amsterdam en al jaren een pleisterplaats voor gasten van de UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM draagt ALUMNI een warm hart toe en daarom kunnen ook zij rekenen op een gereduceerd UvA-tarief. Zij die aangesloten zijn bij de vereniging ontvangen op vertoon van hun UvA-Alumnipas een extra korting op het ontbijt. Het hotel ligt in het oude centrum en is een uitstekend vertrekpunt voor het (her)ontdekken van alles wat de stad te bieden heeft, van het bijwonen van een theatervoorstelling tot een rondvaart in een van de vele monumentale grachten.
Gastvrijheid in een karakteristieke sfeer SPUI:Mercator kwart pagina 12-11-09 13:55 Pagina 1
Bel voor een brochure of voor nadere informatie 020 - 5246800.
Mercator Sapiens Official UvA Merchandise
w ww. me rc ato rsapi ens .n l Roetersstraat 35, 1018 WB Amsterdam, tel. 020-525 6159, info@mercatorsapiens.nl