UvA ALUMNI MAGAZINE 01 / 2017
46
THEATERDIRECTEUR WORDEN AAN DE UVA EVA MIDDELHOFF EN MELLE DAAMEN
P 16
NA SCHOOL OPSCHOLEN
GEERT TEN DAM BEPLEIT STERKE LEERCULTUUR
P 12 LUSTRUMV IERINGEN IN R ETROSPECTIEF
SAMEN FEESTEN
HET PLANTAGEPARADIJS MIDAS DEKKERS
P 08
P 31
02 INHOUD
p 04 WERK Globetrotter Yan Yang reisde van Beijing naar Amsterdam en
colofon
•
leerde aan de UvA goed Engels en echt onderzoek doen. Nu is ze researcher in New York en zet zich daar in voor het UvA Alumni Chapter.
Uitgever Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA
p 10 STUDIE Dertig jaar uitwisseling tussen Amsterdam en Minnesota: twee
Hoofdredacteur Albert Goutbeek
alumni blikken terug op hun Amerikaanse avontuur. ‘Ik werd opgewacht door een luchtig geklede blondine in een slee met open dak.’
Eindredacteur Shirley Haasnoot Redactie Laura Erdtsieck, Daan Meijer, Carolyn Wever Ontwerp en beeldredactie Mattmo Creative bv Fotografie/illustraties Roberto Conciatori, Kees Hummel, Monique Kooijmans, Marc Kruse, Annaleen Louwes, Mattmo, Museum Kaap Skil, Jeroen Oerlemans, Marjolein Overmeer, Shutterstock, Stadsarchief Amsterdam, J.W. Steenmeijer Druk PrintRegie / Drukkerij Roelofs Aan dit nummer werkten verder mee Han Ceelen, Midas Dekkers, Lea Dyer, Ben Haveman, Charlotte van Oostrum, Marjolein Overmeer, Marion Rhoen, Michiel Röling, Elke Veldkamp, Robin van Wechem Reacties: SPUI, Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA, Postbus 94325, 1090 GH Amsterdam. SPUI @uva.nl ISSN 667-939X De redactie heeft ernaar gestreefd de rechthebbenden van de foto’s te achterhalen. Degenen die desondanks menen rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA. SPUI is een magazine voor, door en over alumni en vrienden van de Universiteit van Amsterdam. SPUI verschijnt twee keer per jaar in druk in een oplage van 100.000 exemplaren en wordt toegestuurd aan alle UvA-alumni (van wie het adres bekend is). Daarnaast wordt maandelijks een mailing verstuurd aan alumni. alumni.uva.nl
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
Carina Benninga en Michaëla Ulrici VLUCHTELINGEN EN DE UVA Wat doet het met je identiteit als je gedwongen bent te vluchten uit je vaderland? Wat betekent het als je je vak niet meer kunt uitoefenen? Of als je niet eens weet of je kinderen nog leven? Wat definieert je dan nog? Indringende vragen, die centraal stonden in de bijeenkomst ‘Opnieuw beginnen in Amsterdam’, die op dinsdag 20 juni – Wereldvluchtelingendag – plaatsvond op het podium van SPUI25. Onder de sprekers waren rechtsgeleerden Marjoleine Zieck en Maarten den Heijer, die in het ‘Gesprek’ in dit nummer van SPUI uitgebreid aan het woord komen over de status van het internationale vluchtelingenrecht. Indrukwekkend was het relaas van Tiffany Pham, die als kind Vietnam ontvluchtte op een gammele vissersboot en velen zag sterven, voordat de overgebleven opvarenden werden opgepikt door een Nederlands vrachtschip. Het programma werd samengesteld door de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF, de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, het Amsterdams Universiteitsfonds en de Amsterdamse Universiteits-Vereniging (AUV). Een gelegenheidscoalitie, met reden. Het UAF werd in 1948, het jaar van de communistische machtsovername in voormalig Tsjecho-Slowakije, opgericht in reactie op het neerslaan van een studentenopstand in Praag. Het was de vermaarde G.C. Heringa, de toenmalig rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam, die opriep tot de oprichting van een ‘Universitair Asylfonds’. Binnen de AUV leeft het thema vluchtelingen volop. In het vorige nummer schreven wij dat twee van de drie AUV-alumnusprijzen in 2016 werden toegekend aan een vluchtelingenproject. Toen we dit voorjaar met de bestuurders van de AUV-alumnikringen spraken over een gezamenlijke, interdisciplinaire reeks, droegen verschillende kringen onafhankelijk van elkaar het thema vluchtelingen aan. Vandaar dat de bijeenkomst op Wereldvluchtelingendag tegelijkertijd de aftrap vormde van deze nieuwe AUV-reeks, onder de titel ‘Alumni Talks’. Heeft u de aankondiging van deze eerste bijeenkomst gemist, houd dan de alumniwebsite en -nieuwsbrieven in de gaten voor volgende afleveringen. Binnen het universiteitsfonds namen diverse particuliere donateurs recent initiatieven ten behoeve van gevluchte studenten en academici. Daarover leest u in een kadertekst bij het ‘Gesprek’. Wilt u zelf iets bijdragen? Dat kan altijd. U kunt een van de initiatieven voor vluchtelingen financieel ondersteunen, of een schenking doen aan het Jaarfonds. Daarnaast zijn uiteraard bijdragen in de vorm van ideeën en inzet welkom. Tot slot vragen wij u weer om kandidaten aan te dragen voor alweer de volgende AUV-alumnusprijs: kent u een jonge alumnus (tot veertig jaar) die een bijzonder maatschappelijk initiatief ontplooide? Laat het ons weten, via de website alumni.uva.nl of de redactie van dit magazine. Een mooie zomer gewenst! Carina Benninga is voorzitter van de Amsterdamse UniversiteitsVereniging. Michaëla Ulrici is voorzitter van het Amsterdams Universiteitsfonds.
p 15 UVA IN BEWEGING UvA werkt samen met Bosch en politie, proef met flexstuderen, studenttevredenheid neemt toe.
p 16 LOOPBAAN Artistieke en bedrijfsmatige vernieuwing volgens theaterdirecteuren Melle Daamen (voorheen Stadsschouwburg Amsterdam, nu Theater Rotterdam) en Eva Middelhoff (van Heerhugowaard naar Nijmegen).
p 18 PENSIOEN Mieke Bal, de grande dame van de Amsterdamse literatuurwetenschap, ontving een ridderorde. ‘Extra leuk dat het een leeuw is, een mooi symbool voor mijn strijdbaarheid.’
p 19 PROEFSCHRIFT Leuk, zo’n mondpiercing, maar allerminst onschuldig. Nienke Hennequin-Hoenderdos promoveerde op een onderzoek naar de risico’s.
WETENSCHAP p 22 Kort nieuws: onderzoekers AMC ontdekken eiwit dat hiv-besmetting kan tegenhouden.
p 24 PERSONALIA p 25 OVERLEDENEN
p 26 IN MEMORIAM Of het nu om werk ging of om golf, bridge, stofferen en
schilderen: anesthesiologe Loes Deen-Van Leeuwen was in alles fanatiek.
MSTERDAMSE UNIVERSITEITSp 27 A VERENIGING
Meld jong talent met een maatschappelijk initiatief voor de AUV-alumnusprijs.
p 28 VARIA Fotoverslag Universiteitsdag 2017: Silke van Daalen wint UvA-scriptieprijs.
p 30 AMSTERDAMS UNIVERSITEITSFONDS Bijzondere Collecties UvA vraagt alumni om amateurfilms over het leven aan de universiteit.
p 31 UVA-SCHRIJVER Midas Dekkers blikt terug op zijn tijd als student Biologie
in het Plantageparadijs en de colleges over voortplanting – met dia’s. ‘De kleuren en geuren dachten we er zelf wel bij.’
03 P 05
SPUI
GESPREK
HEEFT U OOK E-MAIL?
Vluchtelingenrecht Dankzij de Turkije-deal is de grote toestroom van Syrische vluchtelingen naar Europese landen tot staan gebracht. Desondanks blijven de vluchtelingenkwestie en de interpretatie van deals over opvang in de regio materiaal waarop een kabinetsformatie kan stuklopen. Specialisten internationaal recht Marjoleine Zieck en Maarten den Heijer buigen zich over het beleid, over hoe het anders kan en over het Vluchtelingenverdrag uit 1951. En over de vraag waar de weerstand tegen vluchtelingen vandaan komt. Zieck: ‘Ik denk dat we vergeten zijn waar het ook al weer over ging.’
LEVEN LANG LEREN IS DE NORM UVA-VOORZITTER GEERT TEN DAM DRINGT AAN OP ONTWIKKELING STERKE LEERCULTUUR
Is dit magazine bij u thuis op de deurmat gevallen? Dan beschikt de UvA in elk geval over uw huisadres. Maar ontvangt u ook maandelijks het digitale UvA-alumninieuws? Is dat niet het geval, dan is uw e-mailadres wellicht niet bij ons bekend. Om u regelmatig te kunnen informeren en onder meer uit te nodigen voor de jaarlijkse Universiteitsdag, blijft de UvA graag op de hoogte van uw actuele gegevens, inclusief uw e-mailadres. Ga naar alumni.uva.nl/contact, of stuur een e-mail naar relatiebeheer@uva.nl. Alvast bedankt! Reacties Uw reacties op SPUI magazine zijn van harte welkom, per post of via e-mail (adressen: zie colofon). De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden reacties ingekort of helemaal niet op te nemen.
– HOOFDZA AK P12 –
P 08
UVA-GESCHIEDENIS
Lustrumviering
Onder het motto ‘Inspiring Generations’ viert de UvA het 385-jarig bestaan dit jaar met speciale activiteiten voor studenten, medewerkers, alumni en overige Amsterdammers. Samen feesten is van alle tijden: hoogtijdagen en lustra van de universiteit werden in het verleden uitbundig en in gezamenlijkheid gevierd. Het Amsterdamsch Studentencorps schoof de eigen lustrumviering zelfs een jaar op om die gelijk te laten lopen met het lustrum van de universiteit. Negentiende-eeuwer Maurits van Lennep was niet zo’n feestbeest. ‘Alleen de Senaat werd uitgenodigd om binnen te komen en een glas wijn te drinken, zodat wij studenten van dorst vergingen.’
P 20
WETENSCHAP
Textielvondst MRI- en CT-scans, 3D-reconstructies, versnelde veroudering, een ingevlogen Britse kostuumspecialist: geen middel wordt onbenut gelaten voor een sluitend verhaal over de mysterieuze stukken textiel die vorig jaar werden opgedoken uit een zeventiende-eeuws scheepswrak bij Texel. Chemici, historici en archeologen leggen de puzzelstukjes aan elkaar, samen met studenten van de master Conservering en restauratie van cultureel erfgoed. ‘We zijn hier nog wel een paar jaar zoet mee.’
SPUI25
Academisch-cultureel podium SPUI25 vormt een verbinding tussen de academische wereld en de culturele praktijk. SPUI25, dat dit jaar het tienjarig bestaan viert, richt zich zowel op de academische gemeenschap van onderzoekers, docenten, alumni en studenten, als op een breed geïnteresseerd literaircultureel publiek. Bijna dagelijks betreden academici, schrijvers, journalisten, commentatoren en creatieven het podium om nieuwe bevindingen uit wetenschap en cultuur te bespreken. De programma’s bewegen zich tussen wetenschap en verbeelding, tussen feit en fictie. Kijk voor het actuele aanbod aan lezingen, debatten, discussies, boekpresentaties en interviews op www.spui25.nl.
04 WERK
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
tekst • Charlotte van Oostrum
‘EEN DEURKNOP RAAKTEN WE MET EEN LABORATORIUMHANDSCHOEN NIET AAN’ Ze studeerde zo hard dat ze weinig van Amsterdam zag. Wel leerde de Chinese studente Yan Yang aan de UvA onderzoek doen. Dat bracht haar naar New York, waar ze promoveerde in de moleculaire biologie en in 2014 met anderen het New Yorkse UvA-alumninetwerk oprichtte. Toen Yan Yang op haar 22ste van China naar Nederland verhuisde om aan een master Integrative Plant Sciences aan de Universiteit van Amsterdam te beginnen, bleek ze de enige student aan de opleiding. Ze vond het niet erg. Hoogleraar Michel Haring, met wie Yang ruim tien jaar later nog altijd contact heeft, stelde een persoonlijk studieprogramma samen. Dit programma leidde tot een promotieonderzoek in New York, waar ze nog altijd woont en werkt. SPUI spreekt met Yang via Skype. Ze vertelt dat ze als enig kind opgroeide in Beijing. Haar voornaam betekent knowledgeable. ‘Ik denk dat ik dat bijna ben,’ lacht ze. Als kind wilde Yang archeoloog of sterrenkundige worden, maar bij archeologie namen ze liever geen meisjes aan. ‘Ik weet niet of het waar is, maar er werd gezegd dat het lastig was als meisjes op excursie gingen.’ Bij astronomie bleken studenten vooral natuurkunde te doen in plaats van naar sterren te kijken. Biologie wilde ze ook niet, omdat ze niet op dieren wilde experimenteren. Omdat ze net zo geboeid werd door planten als door dieren koos ze voor agricultuur. Cellijnen In Amsterdam kwam Yang, via Haring, toch in aanraking met biologie. Ook leerde ze aan de UvA echt onderzoek doen. ‘Ze waren er heel streng. Dingen die met de buitenwereld in contact stonden, zoals een deurknop, raakten we met een laboratoriumhandschoen niet aan. Zo wisten we zeker dat we niets vanuit het lab naar buiten zouden brengen.’ In de VS zijn ze niet zo zorgvuldig, vertelt Yang. ‘In het begin dacht ik dat ik er zou doodgaan. Ik ben blij dat ik in Nederland onderzoek heb leren doen.’
‘Op alumnibijeenkomsten ontmoet je mensen van alle disciplines en leeftijden’ Tijdens haar Amerikaanse stage ontdekte Yang dat biologen niet meer experimenteren op dieren, maar op cellijnen. Zo komt het dat ze in New York toch in de biologie promoveerde, op een onderzoek naar de rol van proteïnen in de ontwikkeling van kanker. Sinds de afronding van haar promotie werkt ze bij Oxford Nanopore Technologies aan de ontwikkeling van nieuwe toepassingen voor een hand held DNA sequencer, een revolutionair draagbaar apparaatje dat DNA kan lezen. Dat zit in elk levend object en komt dus zowel in ons bloed voor als in het blad van een boom.
Yang is blij dat haar werk mensen wereldwijd helpt om de voordelen van deze nieuwe technologie te benutten. Aan Amsterdam heeft Yang goede herinneringen, alleen de supermarkt ging naar haar smaak te vroeg dicht. Veel van de stad heeft ze echter niet gezien. Haar leven in Amsterdam bestond uit studeren en Engels leren. ‘In Beijing was ik de beste student Engels, maar tijdens mijn eerste college aan de UvA verstond ik maar één woord: protein.’ Yangs boeken uit het eerste semester staan volgekrabbeld met Chinese tekens. ‘Zes maanden heb ik alles in het Chinees vertaald. Zo heb ik Engels geleerd.’ Yang kan zich een middag herinneren waarop ze rond lunchtijd naar college op het Science Park fietste. Ze had tot het laatste moment gestudeerd en had haast. Langs de gracht zag ze een paar eenden waggelen. ‘Ik zou wel een eend willen zijn,’ dacht ze. ‘Lekker wandelen als andere mensen aan het werk zijn.’ In Amsterdam is dat er niet van gekomen, maar tijdens haar vakantie heeft ze eindelijk door Central Park in New York gewandeld terwijl de rest van de stad aan het werk was. Jaloers Hoewel Yang al bijna tien jaar in New York woont, voelt ze een sterke band met de UvA. In 2014 was ze een van de initiatiefnemers van het New Yorkse UvA Alumni Chapter. ‘Ik deed dat omdat ik jaloers was. Mensen om me heen hadden alumnibijeenkomsten waar ze na hun werk naartoe konden, maar ik niet.’ Ze geniet ervan om mensen met elkaar in contact te brengen. ‘Aan de universiteit ontmoet je mensen van je eigen studie,’ legt ze uit, ‘maar op alumnibijeenkomsten ontmoet je mensen van alle disciplines en leeftijden.’ Een van de vaste gasten is een UvA-alumnus van negentig die ooit bij het New Yorkse ziekenhuis werkte waar Yang haar promotieonderzoek deed. Zonder het netwerk hadden ze elkaar nooit leren kennen. Yang organiseert met de andere alumni ambassadors twee alumnibijeenkomsten per jaar. ‘Dat is genoeg,’ zegt ze. ‘Mensen in New York hebben iedere avond twintig evenementen waar ze naartoe kunnen.’ Wel wil Yang het netwerk uitbreiden. ‘Er zijn nog genoeg UvA-alumni in New York die we nog kunnen bereiken.’ Waarom vindt ze een alumninetwerk zo belangrijk? ‘Mensen die naar dezelfde universiteit zijn gegaan, delen een bepaalde kijk op het leven. En als UvA-alumnus kun je op vele manieren teruggeven. Niet alleen met geld, maar ook door onderdeel uit te maken van een gemeenschap.’ •
YAN YANG – 1982 • 2004 bachelor Horticultuur, China Agricultural University, summa cum laude • 2006 master Integrative Plant Sciences, UvA • 2006 stage in Cold Spring Harbor Laboratory, Cold Spring Harbor (VS) • 2007-2009 onderzoeksassistent Memorial Sloan-Kettering Cancer Center, New York • 2014-heden mede-oprichter en ambassadeur UvA Alumni Chapter New York • 2015 promotie Moleculaire biologie, New York University School of Medicine • 2016-heden toegepast wetenschapper Oxford Nanopore Technologies, New York
05
GESPREK
tekst • Shirley Haasnoot beeld • answer5 / Shutterstock.com
‘OOK WIJ HADDEN IN EEN VLUCHTELINGENKAMP GEBOREN KUNNEN WORDEN’ Marjoleine Zieck is hoogleraar International Refugee Law, vice-decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en directeur van de Amsterdam Graduate School of Law. Maarten den Heijer is universitair docent Internationaal publiekrecht en secretaris van de Raad van Toezicht van de Stichting voor Vluchteling-studenten UAF. SPUI sprak met Zieck en Den Heijer over de betekenis van het internationale vluchtelingenrecht en het belang van het Vluchtelingenverdrag uit 1951, het vraagstuk van de verdeling van vluchtelingen in Europa en de lessen uit de geschiedenis. Wereldwijd zijn meer dan 21 miljoen mensen vluchteling. Het huidige internationale vluchtelingenrecht, waar ook Nederland zich aan moet houden, is gebaseerd op het Vluchtelingenverdrag uit 1951 en het bijbehorende 1967-protocol. Voldoet het verdrag nog? Maarten den Heijer: ‘De beginselen van het verdrag zitten goed in elkaar. Een vluchteling mag nooit teruggestuurd worden naar een plaats waar geweld woedt. Hij of zij heeft recht op fysieke bescherming en ook het recht om een plaats te vinden in de nieuwe samenleving en net zo behandeld te worden als de onderdanen die al deel uitmaken van die samenleving als het gaat om toegang tot werk, gezondheidszorg, sociale zekerheid. En een vluchteling heeft ook plichten, zoals de plicht om de wetten na te leven van het land waarin hij zich bevindt. Vluchtelingen mogen nooit tweederangsburgers zijn, dat verbiedt het
verdrag. Dat principe is natuurlijk nog altijd relevant. Maar het verdrag zegt weinig over hoe staten moeten samenwerken om mondiale vluchtelingenproblemen op te lossen. In meer recente verdragen, bijvoorbeeld om het klimaatprobleem op te lossen, is veel aandacht voor de vraag hoe staten gezamenlijk zo’n gemeenschappelijk vraagstuk effectief kunnen aanpakken.’ Is het verdrag verouderd? Marjoleine Zieck: ‘Vluchtelingenrechten zijn toegepaste mensenrechten. In 1948 nam de Verenigde Naties de Verklaring van de Rechten van de Mens aan, en het eerste verdrag op het gebied van de rechten van de mens dat vervolgens werd aangenomen is de 1951-Vluchtelingenconventie. Dat verdrag zit heel knap in elkaar. Het geeft duidelijk aan welke rechten wanneer toekomen aan vluchtelingen. Het verdrag zegt echter niets over wat te doen als er bij de buurlanden een paar miljoen vluchtelingen aankloppen.
Dat probleem betekent niet dat het verdrag verouderd is; de mogelijkheid van ongelijke lastenverdeling werd al bij het opstellen ervan onderkend. In de preambule van het verdrag, de inleidende tekst, staat dat sommige staten puur door geografische ligging meer belast zullen worden dan andere. Het was overigens Frankrijk dat ervoor gevochten heeft om erkenning van die onevenredige verdeling opgenomen te krijgen; dit land had in 1939 aan den lijve ondervonden hoe het was om bijna een half miljoen Spaanse vluchtelingen op te vangen. Maar in de bindende bepalingen van het verdrag ontbreekt een uitwerking van deze erkenning en deze bevatten dus geen verdeelsleutel. Als een land opeens een probleem heeft, kijk naar Syrië, dan heb je als buurland in feite pech. De kwestie van de verdeelsleutel zou ik graag geregeld zien, maar dat kan niet door het huidige verdrag open te breken. Als we dat doen zijn we het verdrag kwijt, is ook de communis opinio.’
06 Politici willen het verdrag wel aanpassen. Den Heijer: ‘Inderdaad staat het Verdrag van 1951 in toenemende mate onder druk. CDA-leider Sybrand Buma stelde vorig jaar al voor om het aan te passen, en ook in Brussel wordt daarover gesproken. Men vraagt zich af of we alle eisen uit het verdrag nog wel kunnen naleven. Is het verstandig om zoveel mensen die volledige rechten te geven? Kan de verzorgingsstaat dat wel aan? Is het goed voor Europese samenlevingen als zoveel vreemdelingen binnenkomen of leidt dat tot spanningen?
‘Als een land opeens een probleem heeft, dan heb je als buurland pech’ De rol van de jurist is om goed uit te leggen wat precies de verplichtingen van staten zijn, want daar bestaan misverstanden over. Het vluchtelingenrecht, en meer algemeen het internationaal en Europees recht, biedt best veel mogelijkheden om op een redelijke en pragmatische manier om te gaan met sommige onderwerpen.’ Op wat voor mogelijkheden doelt u? Den Heijer: ‘Het vluchtelingenrecht verplicht afzonderlijke landen bijvoorbeeld niet om asiel te verlenen aan personen die als vluchteling gedefinieerd kunnen worden. Oplossingen zoals die nu gekozen zijn met Turkije zijn ook mogelijk, waarbij een Europees land of de EU als geheel zegt: er is een ander veilig land waar je terecht kan en dat bereid is om je op te nemen.’
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
Dus de Turkije-deal werkt? Zieck: ‘Hij werkt in de zin dat we hier minder mensen binnenkrijgen. Maar ik vind het een immorele deal die juist tegen het vluchtelingenrecht ingaat. Een aspect er van is dat een Syrische vluchteling die op irreguliere wijze Europa heeft bereikt, naar Turkije wordt teruggestuurd, en dat in ruil voor elke op deze wijze terug gestuurde Syriër, een andere Syrische vluchteling vanuit Turkije in Europa wordt hervestigd, mits hij of zij niet op irreguliere wijze Europa heeft pogen te bereiken. Dit terwijl het Verdrag onderkent dat vluchtelingen zelden of nooit op reguliere wijze een land kunnen binnenkomen en hen dan ook vrijstelt van bestraffing op dit punt. Degenen die het verdrag opstelden realiseerden zich dat mensen niet altijd op legale wijze kunnen inreizen. Los daarvan is het vooral een deal die zorgt dat Europa verder geen last van de vluchtelingen heeft: we kopen onze verantwoordelijkheid af met geld aan Turkije en de belofte van visavrije inreis in Europa van Turkse burgers.’ Hoe kunnen de Europese landen beter samenwerken wat betreft het verdelen van vluchtelingen? Den Heijer: ‘Ik onderzoek de voorstellen die de EU nu doet om tot verbetering van het Europese asielbeleid te komen. Om tot nieuwe afspraken te komen over de verdeling van vluchtelingen, maar ook om het overdragen van bevoegdheden aan Brussel. De lidstaten zien wel in dat er meer geharmoniseerd moet worden, maar als puntje bij paaltje komt zijn de onderhandelingen erg moeilijk. Ikzelf vraag me af of het niet verstandig is om op sommige punten juist meer vrijheid te gunnen aan lidstaten, omdat het asielbeleid nauw raakt aan de verschillende politieke en economische realiteiten in de verschillende landen. Op internationaal niveau hebben we UNHCR verantwoordelijk gemaakt voor de opvang van vluchtelingen. Met name de rijke westerse staten kopen de problemen daarmee af.’
Wat is de rol van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, UNHCR? Zieck: ‘UNHCR heeft de opdracht om duurzame oplossingen te realiseren voor wat het “vluchtelingenprobleem” wordt genoemd. De eerste oplossing is vrijwillige repatriëring. De tweede is lokale integratie. Dat bestaat uit ofwel integreren in het land van toevlucht ofwel in een derde staat, hetgeen bekend staat als hervestiging. Staten hebben geen verplichting tot hervestiging maar Canada, Amerika en Australië zijn genereus en bieden de meeste hervestigingsplaatsen aan van de tachtigduizend plekken die jaarlijks beschikbaar zijn. Een van de functies van hervestiging is het verdelen van verantwoordelijkheden over de individuele staten, maar omdat er zo weinig plekken worden aangeboden – voor minder dan een procent van de vluchtelingen is deze oplossing beschikbaar – kan deze functie van hervestiging in feite niet worden gerealiseerd. Hervestiging is nu beperkt tot het zorgen voor een veilige plek elders voor degenen die niet voldoende beschermd kunnen worden in het land van toevlucht. Voor mij is hervestiging een interessant onderwerp
‘Libanon barst uit haar voegen: een op de drie of vier mensen daar is vluchteling’ omdat het een opdracht is aan UNHCR, en het niet is neergelegd in de 1951-Conventie. Ik onderzoek wat het juridisch kader is en waar de knelpunten zitten. Een belangrijk aandachtspunt is wat daarbij de rechten van vluchtelingen zijn.’
VLUCHTELINGEN EN DE UVA STUDENTEN Per september van dit jaar kunnen student-vluchtelingen aan de UvA een zogeheten landingsprogramma volgen. Dit nieuw ontwikkelde introductieprogramma bevat zowel taalonderwijs, studievaardigheidstraining als bijeenkomsten over de Nederlandse cultuur, zoals geschiedenis, beeldende kunst, staatsrecht en andere zaken waarover aan de UvA ruime expertise bestaat. Het programma werd ontwikkeld nadat de UvA en de Stichting voor Vluchteling-studenten UAF in 2016 een samenwerkingsovereenkomst hadden getekend, waarbij de UvA verklaarde extra inspanningen te leveren om student-vluchtelingen te begeleiden. Marjoleine Zieck is als Dean of Admissions van de UvA betrokken bij het programma. ‘We putten uit onze ervaringen met internationale studenten, maar zijn ons ervan bewust dat deze groep student-vluchtelingen langer in Nederland blijft.’ De overgang naar Nederland is voor de studenten groot. ‘We vragen om een assertieve houding en het kritisch lezen van de stof. Vaak zijn buitenlandse studenten gewend aan uit het hoofd leren en reproduceren wat de docent zegt.’ Om het landingsprogramma goed te kunnen vormgeven, werd met student-vluchtelingen over hun studie gesproken. ‘Ze vertelden ons dat ze vaak moeten wennen aan het tempo. Je kunt niet een week niets doen, dan ben je meteen erg achter,’ aldus Zieck.
ACADEMICI Naast het landingsprogramma bestaat er aan de UvA een kleinschalig werkgelegenheidsprogramma voor vluchteling-academici. Om de toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt te vergemakkelijken, krijgen deze vluchtelingen met een academische opleiding een tijdelijke werkplek binnen de UvA of de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Daarnaast krijgen ze taalen vaardigheidstrainingen die op de arbeidsmarkt zijn toegespitst. Ook is er aandacht voor de Nederlandse cultuur. Zo volgden ze een college ‘Waarom fietsen Nederlanders’, gingen ze rijsttafelen en staat er een college over de Gouden Eeuw gepland met aansluitend een bezoek aan het Rijksmuseum. WERELDVLUCHTELINGENDAG Op 20 juni vond in academisch-cultureel podium SPUI 25 de bijeenkomst ‘Opnieuw beginnen in Amsterdam’ plaats, ter gelegenheid van Wereldvluchtelingendag 2017. Het programma was in handen van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging, het Amsterdams Universiteitsfonds, de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, en het UAF. Onder de sprekers waren behalve Marjoleine Zieck en Maarten den Heijer onder anderen psychiater Pim Scholte en voormalig vluchteling Tiffany Pham, die die ruim veertig jaar geleden als negenjarig meisje Vietnam ontvluchtte en de tocht in een gammel vissersbootje overleefde. De bijeenkomst op Wereldvluchtelingendag is een jaarlijks evenement dat in 2016 voor het eerst plaatsvond.
FONDSEN Bij het Amsterdams universiteitsfonds zijn diverse deelfondsen ondergebracht in relatie tot student-vluchtelingen en gevluchte academici. Zo hebben twee alumni dit jaar het Fonds Studie zonder Grenzen ingesteld, voor de ondersteuning van vluchtelingen die studeren of werken aan de UvA. Dit fonds staat open voor giften van derden: in september werft een team van UvAstudenten sponsorbijdragen door mee te lopen in de Dam tot Damloop. In de toekomst komt via een nalatenschap van een alumna bovendien een huis beschikbaar waar vluchtelingstudenten gedurende hun opleiding kunnen worden gehuisvest. Meer weten? Neem contact op met Jochem Miggelbrink via universiteitsfonds@uva.nl.
07 Het lijkt er soms op dat politici het internationaal vluchtelingenrecht zien als een soort moreel kompas, waar ze zich aan kunnen houden of niet. Zieck: ‘Als staat heb je verdragsverplichtingen en daar heb je je aan te houden. Je wordt vrijwillig partij bij een verdrag, dan moet je dat te goeder trouw uitvoeren. Dat heeft niets te maken met een moreel kompas. Maar als we het over moraliteit hebben, denk ik dat Europa wel een ander gebaar had mogen maken, in plaats van met de EU-Turkije-deal aan te komen. We hadden net als Angela Merkel moeten zeggen: er is een groot probleem wat betreft de Syrische vluchtelingen. Laten we het met elkaar aanvatten en de mensen netjes verdelen. Nu zijn het louter de grensstaten die de miljoenen Syrische vluchtelingen moeten opvangen. Premier Rutte heeft het over opvang in de regio, terwijl Libanon – niet eens partij bij de 1951-Conventie – uit haar voegen barst: een op de drie of vier mensen daar is vluchteling. Waarom denken we dat zo’n land dat aankan?’ Den Heijer: ‘Je kunt zeggen dat het Vluchtelingenverdrag de moraal tot recht heeft gemaakt. We hoeven dus geen beroep te doen op hogere morele beginselen, we kunnen kijken wat het recht voorschrijft en we kunnen toetsen of handelingen van staten voldoen aan de internationale afspraken.’ Kan het Vluchtelingenrecht afgedwongen worden? Den Heijer: ‘Nee, UNHCR als organisatie is afhankelijk van de individuele staten. Maar die hebben allemaal hun eigen belang en dat komt er dan vaak niet van.’ Hoe komt het dat de opvang van vluchtelingen in Nederland op zoveel weerstand stuit? Zieck: ‘Ik denk dat we vergeten zijn waar het ook al weer over ging.’
• 2003 Politicologie, UL • 2005 LLM Rechtsgeleerdheid, UL • 2011 promotie Rechtsgeleerdheid, UL cum laude op het proefschrift Europe and Extraterritorial Asylum • 2011-heden universitair docent Internationaal publiekrecht UvA • 2013-2016 bestuurslid Stichting voor Vluchtelingstudenten UAF • 2014-heden vice-voorzitter Commissie Meijers, een permanente organisatie van deskundigen in internationaal vreemdelingenrecht, vluchtelingen- en strafrecht • 2016-heden secretaris Raad van Toezicht UAF • 2016-heden rechter-plaatsvervanger rechtbank Utrecht
Is de Tweede Wereldoorlog te ver weg? Zieck: ‘Soms denk ik dat. Maar ook wij hadden in een oorlog geboren kunnen worden of in een vluchtelingenkamp. En wij als Europeanen weten als geen ander wat het lot is van mensen die vervolgd worden. Ik vind dat je je daarvan bewust moet zijn en dat je niet zo makkelijk kunt zeggen: “Blijf maar waar je bent”. Als iemand als Buma zegt dat onze verzorgings-
beheersen vaak dezelfde zijn als die van toen. De Joden die Portugal of Spanje ontvluchtten vanwege de inquisitie waren welkom omdat dat paste bij de gedachte van tolerantie in de Republiek. Maar ze moesten vooral niet te veel politieke en religieuze rechten krijgen en het was de bedoeling dat ze uiteindelijk ook protestants zouden worden. Er werd toen eigenlijk niet anders naar Joden gekeken dan nu naar moslims.’
‘Wij wonen in een van de rijkste landen op aarde en dat schept verplichtingen. 86 procent van de vluchtelingen in de wereld wordt opgevangen door ontwikkelingslanden’
Is er een literair werk waardoor u beïnvloed bent? Zieck: ‘Op de middelbare school was L'étranger van Albert Camus lange tijd mijn boek. Meer in het algemeen heeft het existentialisme me beïnvloed. Het idee dat je geworpen bent in deze wereld sluit erg aan bij mijn idee dat je niet louter rechten kunt ontlenen aan het feit dat je op een bepaalde plek geboren bent. Een ander boek, non-fictie, dat ik las toen ik studeerde en dat grote indruk maakte is Ondergang: De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 19401945 van Jacques Presser, en hetzelfde geldt voor de boeken van Primo Levi.’
staat het niet aankan, de leider van een christelijke partij, heb ik daar enorme moeite mee. Wij wonen in een van de rijkste landen op aarde en dat schept verplichtingen. 86 procent van de vluchtelingen in de wereld wordt opgevangen door ontwikkelingslanden, maar wij zouden het niet kunnen dragen?’ Hoe zinvol is het om naar het verleden te kijken? Den Heijer: ‘Dit jaar organiseerden we een conferentie over de historische bescherming van vluchtelingen, waarvoor we ook collega’s van rechtsgeschiedenis en rechtsfilosofie hadden uitgenodigd. Er werd gekeken naar hoe de Joden vanaf het begin van het ontstaan van de Republiek aan het einde van de zestiende eeuw werden behandeld. Het was interessant te zien dat de overwegingen die nu het debat
Den Heijer: ‘What is the What van Dave Eggers gaat over de problemen van een vluchteling die probeert het paradijs van de Verenigde Staten te bereiken. Dat boek is geschreven vanuit het perspectief van de vluchteling en laat zien hoe politici en beleidsmakers vluchtelingenrecht maken, maar dat de uitwerking heel anders is voor de mens op wie hij wordt toegepast. Mijn collega in Utrecht, Antoine Buyse [hoogleraar Rechten van de mens in multidisciplinair perspectief - red.], heeft het ontstaan van mensenrechten wel eens verklaard vanuit de opkomst van de roman. Daardoor leerden mensen zich te verplaatsen in een ander en was die ander opeens geen inheemse of bosneger meer, maar een mens die precies hetzelfde denkt en voelt als wij. Mensenrechten ontstonden mede door dat besef, dat mensen met een andere kleur of een andere achtergrond eigenlijk hetzelfde zijn als wij.’ •
• • • •
•
• •
MAARTEN DEN HEIJER – 1979
MARJOLEINE ZIECK – 1959
m.denheijer@uva.nl
m.y.a.zieck@uva.nl
• • • • • •
1981 Akademie voor Kunst en Industrie 1987 Wijsbegeerte, UvA 1989 Internationaal recht, UvA 1989-1990 juridisch medewerker Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn Advocaten en Notarissen (landsadvocaat) 1997 promotie Internationaal recht, UvA cum laude op proefschrift over vrijwillige repatriëring van vluchtelingen 2003-2008 directeur masteropleidingen en internationalisering Faculteit der rechtsgeleerdheid (FdR), UvA 2005-heden hoogleraar Internationaal publiekrecht, Pakistan College of Law, Lahore (Pakistan) 2008-2015 onderwijsdirecteur FdR, UvA 2009-heden hoogleraar International Refugee Law, UvA 2012-heden, Visiting Professor Brooklyn Law School, Brooklyn NY (VS) 2013-heden Dean of Admissions UvA en vice-decaan FdR 2015-heden directeur Graduate School of Law en internationalisering FdR 2015-2018 Research Director, 8th Colloquium on Challenges in International Refugee Law, Michigan Law School, Ann Arbor, Michigan (VS)
08 UVA-GESCHIEDENIS tekst • Daan Meijer
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
SAMEN FEESTEN Op 8 januari 1632 houdt Gerard Vossius zijn oratie: De utilitate historiae (Over het nut der geschiedenis). Het is het begin van het Athenaeum Illustre als instelling voor hoger onderwijs. Vandaar dat 8 januari als verjaardag of beter gezegd dies natalis van de Universiteit van Amsterdam geldt. Dit jaar viert de UvA haar 385ste verjaardag, haar 77ste lustrum. En bij de dies horen natuurlijk festiviteiten, waar de gehele academische gemeenschap aan meedoet. Dus ook de studenten; zo gaat het al eeuwen.
Poster van het lustrum van 1952 Archief van het Amsterdams Studenten Corps, ondergebracht bij Stadsarchief Amsterdam
Maurits van Lennep, inderdaad de zoon van, studeert tussen 1847 en 1853 rechten. Hij is geen feestvierder, maar moet wel meedoen aan de dies. Als hij terugkijkt op zijn leven herinnert hij zich: ‘Ik hield er niet van om laat naar bed te gaan en had nooit meer het land dan wanneer ik op de dies van het Athenaeum de 8ste Januari ’s avonds met al de studenten serenades moest gaan brengen aan de Hoogleraren, de Burgemeester en de Kommandant der stad. De verpestende lucht, welke zowel de fakkels als het ons vergezellende gepeupel verspreidden, maakte mij ziek; daarbij kwam dat alleen de Senaat werd uitgenodigd om binnen te komen en een glas wijn te drinken, zodat wij studenten van dorst vergingen en met droge kelen, zwarte aangezichten en van onderen tot boven bestoven thuis kwamen.’ Deze beschrijving van academisch feestvieren is één voorbeeld van de verbondenheid die Amsterdamse studenten met het Athenaeum Illustre en later de UvA hebben. Zij doen mee met de feesten, sterker nog zij nemen een deel van de festiviteiten voor hun rekening. En het Amsterdamsch Studentencorps, opgericht in 1851, kiest er bewust voor om tegelijkertijd met de UvA de lustra te vieren. Daarom viert deze zomer het 166 jaar oude ASC/AVSV het 33ste lustrum. Het thema van dit jaar is Demarrage. Nog altijd is er verbondenheid met de universiteit. In het Comité van Aanbeveling zitten de rector magnificus van de UvA en de VU. En op 15 juli spreekt de rector van de UvA, Karin Maex, in de Westerkerk de reünisten en de huidige leden van het ASC/AVSV toe. Maar veel meer zal de UvA niet merken van het corpslustrum. In het verleden is dat wel anders. Dan trekken het corps en de universiteit meer met elkaar op. Vaak zijn de corporale lustra voor de
studenten het moment om naar buiten te treden. Zo is het in Amsterdam, maar ook in de andere universiteitssteden. In de eerste helft van de twintigste eeuw is het lustrum een soort public relationsmiddel van de Nederlandse corpora. Men laat aan de universiteit en aan de stad zien dat studenten bewuste en creatieve burgers zijn; burgers, die de moderne tijd begrijpen. In Leiden moet in 1925 de traditionele, maar zeer kostbare maskerade plaatsmaken voor een nachtelijk toneelspel. En in 1928 organiseert het studentencorps van Delft het openluchtspel Mensch en Machine, waar futuristisch ogend decor en dito kostumering de moderne techniek verbeelden. In Amsterdam is het in 1937 de rector van het corps, Max Kohn-
Men laat aan de universiteit en aan de stad zien dat studenten bewuste en creatieve burgers zijn stamm, die vorm geeft aan het lustrum: nu past er niet alleen ‘de traditioneele pracht en praal’. Nee, de ‘zorgvolle tijden’, de economische crisis, het opkomend extremisme vragen in zijn ogen om engagement. Kohnstamm wil een ‘geestelijke injectie’ voor de stad Amsterdam. Zo organiseert hij met zijn vrienden een expositie in het Stedelijk Museum met kunstwerken die een belofte voor de toekomst inhouden.
09 En als lustrumstuk wordt Liluli opgevoerd, een antioorlogsstuk van de Fransman Romain Rolland. Het blijft niet onopgemerkt. De recensent van de Telegraaf is bijzonder positief: ‘Er leefde een gezonde, jonge geest van spot en kordaatheid in de groote zaal, een geest, die nooit alleen hatelijk was, maar puntig en doeltreffend’. Zijn collega van dagblad De Tijd valt over de door hem gesignaleerde antikatholieke sentimenten en is teleurgesteld: ‘Maar is zulk een a-sociaal, zulk een anti-maatschappelijk satiriek gedoe een onderwerp voor een lustrumspel aan de hoofdstedelijke Universiteit?’
Wel hier en gunter, kom in mijn punter! De felste reactie is van Volk en Vaderland, het weekblad van de NSB. De recensent maakt daar van zijn hart geen moordkuil: ‘Hoe droevig […] dat onze Amsterdamsche studenten een dergelijk stuk ten tooneele voeren! Is het Amsterdamsch Studentencorps werkelijk reeds zóó onder invloed van marxistische hoogleraren, dat het zelfs in zijn streven op kunstzinnig gebied een haard van cultuur-anarchie en godloos marxisme moet zijn?’ Fiesta della Luna Na de Tweede Wereldoorlog wordt de Civitas Academica Amstelodamensis opgericht. Het is een orgaan dat gemeenschapszin en samenhorigheidsgevoel binnen de UvA wil vormgeven. Onderdeel van de Civitas zijn de wetenschappelijke staf, de belangenorganisatie A.S.V.A., alumni en gezelligheidsverenigingen zoals het corps. Samen organiseren zij in 1952 een lustrumviering: twee dagen festiviteiten met onder meer een academische optocht, een toneelopvoering, een diner in de Apollohal, sportwedstrijden en tot slot het A.S.V.A.-bal. Een nogal traditioneel programma.
Voor Propria Cures reden genoeg om met een kritisch geluid de feestelijkheden te verslaan. De leden van het corps zijn aanwezig bij deze gemeenschappelijke viering, maar waarschijnlijk zijn zij in gedachten al bij de festiviteiten van hun eigen club. Want in de zomer vieren zij het lustrum: Fiesta della Luna. Een feest met een Italiaans/Venetiaans karakter onder het motto: Wel hier en gunter, kom in mijn punter! De burgemeester van het Amsterdam van het Zuiden, Angelo Spanio, is één van de gasten. Het programma van het ASC kent een intern en een extern gedeelte. Het interne gedeelte is alleen voor (oud-)leden en behelst de traditionele onderdelen als intocht der reünisten, een galabal en een kroegjool. Maar het externe programma is er voor Amsterdam en eigenlijk voor heel Nederland. In het Stedelijk Museum opent de lustrumexpositie, waarin de duivel centraal staat. In de Jordaan worden een operazangwedstrijd en het wielercriterium van de Lindengracht georganiseerd. De roeiwedstrijden op de Bosbaan zijn ook de selectiewedstrijden voor de Olympische Spelen van Helsinki, later dat jaar. Vanwege de verkiezingen voor de Tweede Kamer op woensdag 25 juni wordt het programma zelfs omgegooid. De professorenkroegjool wordt verplaatst naar donderdag en iedereen (lid of geen lid) kan op het Frederiksplein de verkiezingsuitslagen volgen.
In de Jordaan wordt een operazangwedstrijd georganiseerd Want het Frederiksplein (in die tijd een verwaarloosd stukje Amsterdam) is het middelpunt van de externe festiviteiten. Het plein is om in Italiaanse sferen te blijven omgedoopt tot Piazza di Frederico. Blikvanger is een imitatie Toren van Pisa. Het plein is het decor van een Italiaanse jaarmarkt. Leerlingen van het Amsterdams middelbaar onderwijs zijn welkom om
kennis te maken met de Renaissance. Speciaal hiervoor zijn in de Galerij van het Paleis voor Volksvlijt de kunstenaars Maarten Krabbé en Leo Schatz aan het werk. Zij maken in veertig dagen tijd 26 wandschilderingen van ieder twee bij drie meter. Het zijn eigentijdse kopieën van kunstwerken uit de Renaissance. Het Algemeen Handelsblad ziet de expositie hoofdschuddend aan: ‘Erg jammer, want het geheel was goed bedoeld, maar er is veel hoger gegrepen dan in verre verten bereikbaar was’. Voor leerlingen van het lager onderwijs regelen de corpsleden samen met Pro Juventute kindervoorstellingen. Het is een groot succes, mede door de inbreng van de sponsoren Coca-Cola en De Gruyter. Prentje Opvallend aan de lustrumviering is dat in 1952 nergens wordt verwezen naar het eigen lustrum van het ASC, dat zelf dan honderd jaar bestaat. Ook de ASC-feesten staan in het teken van 320 jaar hoger onderwijs in Amsterdam. De gemeente, dan nog de financier van de universiteit, subsidieert het corpslustrum met 3.500 gulden. De totale kosten van het ASC-lustrum bedragen ruim 55.000 gulden. Tijdens vele activiteiten zijn rector magnificus Bregstein en burgemeester D’Ailly te gast bij de studenten. En in de lustrumkranten van het ASC wordt in meerdere episoden de geschiedenis van het Athenaeum Illustre en de Universiteit van Amsterdam verteld. Wellicht dat een morele druk wordt gevoeld om hieraan aandacht te schenken, want bij de plichtmatige foto van de Agnietenkapel in hetzelfde orgaan schrijft men: ‘door een prentje van de Agnietenkapel te laten afdrukken, hebben we de universiteit weer alle recht doen wedervaren’. Nog enige malen zal het ASC zijn lustra vieren zoals in 1952: groots en met onderdelen die op de stad en de universiteit zijn gericht. Maar na het lustrum van 1967 (met het thema Adammania) is het min of meer afgelopen. Universiteit en corps drijven uit elkaar en vieren elk een eigen feestje. •
Foto uit 1912 van met waxinepotten verlichte vaartuigen in de Amstel ter hoogte van Hotel De l’Europe ter gelegenheid van het 56ste lustrum van de UvA Collectie Stadsarchief Amsterdam
Foto uit 1887 van een feesttempel voor Rokin 31, opgericht voor festiviteiten van het Amsterdamsch Studenten Corps Collectie Kunsthandel Gebr. Douwes, ondergebracht bij Stadsarchief Amsterdam
Foto uit 1912 van het reüniediner in Hotel De l’Europe ter gelegenheid van het 56ste lustrum van de UvA Collectie Stadsarchief Amsterdam
10 STUDIE
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
AMERIKAANSE DROOM Gerard Verbart
‘De hoeveelheid pagina’s die je moest lezen, ik werd er totaal door overrompeld’ GERARD VERBART – 1958 • 1983 Engelse taal- en letterkunde, UvA • 1985-1986 American Studies, University of Minnesota • 1987-1988 toegevoegd docent taalbeheersing Engels, Universiteit Utrecht • 1988-1989 vertaler Engels, buitenlandredactie Het Parool • 1989 Vertaalwetenschap, UvA • 1985-1995 freelance vertaler, vooral literair • 1990-heden tolk-vertaler Engels en tekstschrijver bij de Sociale Verzekeringsbank
GETTING IN Mijn doctoraal had ik al, ik was met goede cijfers afgestudeerd. Omdat ik niet voor de klas wilde, was ik aan Vertaalwetenschap begonnen. Toen werd ik benaderd voor deze uitwisseling. Een verrassing, en een buitenkansje natuurlijk! Er is geen betere manier om een taal te leren dan door je erin onder te dompelen.
NET ALS IN DE FILM Bij mijn aankomst op het vliegveld werd ik opgewacht door een luchtig geklede blondine, met zo’n kartonnen bord met mijn naam erop – verkeerd gespeld. Buiten stond haar auto geparkeerd, een echte slee. Op weg naar de universiteit liet ze het dak open zoeven. Ze gaf me meteen een rondleiding over de campus, we reden hem helemaal rond.
VAKKEN Het meest genoot ik van vakken over Philip Roth en Bernard Malamud. Met plezier een boek lezen, en daarover praten met mensen die er ook wat over weten te zeggen, dat is heel fijn. Ook een boek over het worstelingsproces van wetenschappers om nieuwe ontdekkingen geaccepteerd te krijgen is me bijgebleven. The Structure of Scientific Revolutions heet dat, van Thomas Kuhn. Wetenschappelijke ideeën worden vaak op heel onwetenschappelijke manieren getorpedeerd, toont hij aan.
ARBEIDSETHOS Ik heb nooit zo hard gestudeerd als toen. De hoeveelheid pagina’s die je moest lezen, ik werd er totaal door overrompeld. En schrijven! Het eerste kwartaal schreef ik 130 pagina’s aan papers. Je moest heel kordaat schrijven, niet lang dubben over een zin. Die manier van werken was nieuw voor me.
NEDERLANDS Als uitwisselingsstudent werd van mij een tegenprestatie verwacht. Dus gaf ik les aan twee Amerikaanse studenten die Nederlands wilden leren, ze wilden naar Amsterdam op vakantie. En ik was een van de weinige studenten die fietsten.
VERMAAK Als uitwisselingsstudent werd van mij een tegenprestatie verwacht. Dus gaf ik les aan twee Amerikaanse Om de werkdruk te verlichten, ging ik vaak hardlopen. En een biertje drinken met vrienden. Dat was een bonte verzameling, onder meer met een Joodse trotskist, een Finse dichter die altijd in zwart gekleed ging, een Griek en een paar studenten uit Minnesota zelf. Met Amerikaanse vrienden en hun ouders heb ik Kerst gevierd en Thanksgiving. Met sommigen heb ik nog steeds contact.
OPBRENGST Door de vakken over cultuurgeschiedenis ben ik veel breder geschoold geraakt. Daardoor heb ik verbanden kunnen leggen tussen dingen die ik zag, en dingen die ik las. Sommige van mijn vrienden waren vrij religieus. Door het boek The American Jeremiad van Sacvan Bercovitch begreep ik hoe de religieuze lijn van de Pilgrim Fathers doorloopt naar het heden. En verder kan ik als vertaler natuurlijk veel beter inschatten hoe je iets moet verwoorden als je het naar het Engels omzet. •
11 Het uitwisselingsprogramma met de University of Minnesota, opgezet door emeritus hoogleraar Amerikanistiek Rob Kroes, bestaat dertig
tekst • Marion Rhoen beeld • Kees Hummel
jaar. Ruim 125 studenten verbleven tot nu toe aan deze bekende universiteit in de Amerikaanse Midwest. Gerard Verbart (1958), van de eerste lichting, was er een heel studiejaar. Anna van Laarhoven (1990) ging als vierdejaars een semester.
Anna van Laarhoven
‘Het is opvallend hoe trots studenten daar zijn op hun universiteit’ GETTING IN Ik wilde graag naar Minnesota, hun Public Health department heeft een goede reputatie. De selectie ging op cv en motivatie. Ik vond het spannend, was enorm opgelucht toen het verlossende mailtje kwam. Het half jaar daarna ben ik bezig geweest met het regelen van huisvesting. En hele boeken heb ik doorgewerkt als voorbereiding op de TOEFL-test, die uitwijst of je Engels goed genoeg is.
ANNA VAN LAARHOVEN – 1990 • 2012 semester aan University of Minnesota, Public Health/ Psychology • 2017 Geneeskunde, UvA • 2016-2017 wetenschappelijke stage, GGD Amsterdam
NET ALS IN DE FILM De campus van Minnesota is heel mooi, helemaal zoals ik me als tiener al voorstelde. Statige gebouwen met houten trappenhuizen, alle studenten bij elkaar, een wereld op zichzelf. Ik koos natuurlijk voor een dorm, en had een meal plan, dat voorzag in twee maaltijden per dag in het restaurant beneden in de dorm.
VAKKEN NEDERLANDS Ik hielp een studente die een vak Nederlands deed. Een paar generaties eerder was haar familie uit Nederland gekomen. Eens per week spraken we af. Als ik het simpel hield, kon ze me wel verstaan, maar terugpraten was heel lastig.
VERMAAK In Minneapolis ben ik nauwelijks geweest, alles was op de campus. Elke avond kon je wel naar toneel, of een concert. Cafés en restaurants waren vooral in Dinkytown, de uitgaanswijk op de campus. Na mijn semester heb ik met twee buitenlandse medestudenten een trip gemaakt langs de Westkust.
OPBRENGST Het contact met de vele buitenlandse studenten heeft me veel bewuster gemaakt van verschillen. Mensen uit Aziatische landen vonden het bijvoorbeeld gek dat westerlingen oogcontact maakten met docenten. In hun beleving was dat onbeleefd, ze keken op tegen docenten. Nu zit ik met iedereen op Facebook. Op mijn tijdlijn staan berichten uit Noorwegen, Australië en Zuid-Korea. •
Dit semester was een kans om buiten Geneeskunde te kijken. Ik deed public health- vakken, over hiv en aids. Vooral de passie van de docente is me bijgebleven, ze deelde in haar vrije tijd schone naalden uit aan verslaafden. Abnormal Psychology deed ik ook. Gingen we de hele DSM bespreken, het Amerikaanse standaard handboek in de psychiatrische diagnostiek. Het werd een goede basis voor mijn huidige werk met psychiatrische patiënten. Het was pittig werken. We moesten veel lezen, veel essays schrijven. In het Writing Center werkte ik daar met één op één-begeleiding aan. Mijn Engels is daardoor enorm vooruitgegaan.
ARBEIDSETHOS Studenten in de Verenigde Staten zijn veel meer gefocust op studeren dan ik in Nederland gewend was. Ze waren er de hele week hard mee bezig – ik ook trouwens. Ook opvallend is hoe trots ze zijn op hun universiteit. Dat uit zich onder meer in kleren, petjes, mappen, allemaal met logo en universiteitskleuren.
(over hiv-medicijn) • sinds april 2017 artsassistent psychiatrie bij GGZ Rivierduinen, Zoetermeer
12 HOOFDZAAK
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
tekst • Albert Goutbeek illustratie • Mattmo
NA SCHOOL OPSCHOLEN
13
LEVEN LANG LEREN WORDT DE STANDAARD Een inclusieve arbeidsmarkt, met competente burgers die in uiteenlopende situaties hun weg weten te vinden, vergt een sterke leercultuur, zegt UvA-voorzitter Geert ten Dam. Ook nadat je de school- of collegebanken hebt verlaten, moet doorleren de standaard worden. Vroeger, toen het leven nog eenvoudig en overzichtelijk was, ging je naar school, je leerde een vak, en de rest van je leven werkte je, totdat je erbij neerviel. Of, als je geluk had, tot je met pensioen mocht en daar nog een paar jaar van kon genieten. ’s Ochtends wist je precies wat je die dag kon verwachten. Voor de smidsknecht: nieuwe hoefijzers voor het paard van de schillenboer. Voor de leerkracht van de eerste klas: aap, noot, mies, en de tafel van drie. En voor de plattelandshuisarts de loopneus van de licht hypochondrische echtgenote van de veldwachter. Het werkzame leven als ‘Groundhog Day’ – naar de filmkomedie met Bill Murray als sikkeneurige weerman die vastzit in een tijdlus – waardoor elke dag een herhaling van de vorige lijkt. Maar zelfs als het waar is dat het werk vroeger voorspelbaarder was, zo eendimensionaal als in de karikatuur hierboven kan het toch niet zijn geweest. Ook toen was je nooit te oud om te leren en leerde laag- en hoogopgeleid gaandeweg het werkende leven bij. Toch is er een belangrijk verschil tussen vroeger en nu. Waar het blijven leren eerst bijna uitsluitend impliciet gebeurde, is daar tegenwoordig steeds meer expliciete aandacht voor. Gezien de veranderde omstandigheden is dat ook noodzakelijk, vindt Geert ten Dam, voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam en kroonlid van de Sociaal-Economische Raad (SER). ‘Vroeger bleef het leven natuurlijk ook niet dertig, veertig jaar lang hetzelfde. Maar het tempo en de mate waarin de wereld om ons heen verandert, en daarmee ook de arbeidsmarkt, zijn nu echt van een andere orde. Maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen en een voortschrijdende internationalisering stellen voortdurend nieuwe eisen aan werkenden.’ Vanuit de SER, en met
haar achtergrond als onderwijskundige – zij was eerder onder meer voorzitter van de Onderwijsraad – schreef Ten Dam mee aan het advies ‘Post-initieel leren met en voor iedereen’, dat de SER dit voorjaar uitbracht. De raad beschrijft daarin waarom post-initieel leren, dat zo veel betekent als leren nadat je de school- of collegebanken
druk op sociale voorzieningen. Bovendien vaart de samenleving wel bij educated citizens in een steeds complexere samenleving. De onderwijsinstellingen ten slotte kunnen met postinitiële leertrajecten hun markt uitbreiden. De doelgroep, waartoe ook alumni behoren, kunnen ze benutten voor de verbinding met de praktijk –
‘Vroeger bleef het leven natuurlijk ook niet dertig, veertig jaar lang hetzelfde’ hebt verlaten en bent gaan werken, de standaard moet worden en hoe dat kan worden georganiseerd. Boekentas De nieuwe normen zijn mobiliteit en opscholing – dat in tegenstelling tot omscholing niet per definitie is gericht op ander soort werk maar op verbreding, verdieping en verhoging van het niveau. Werken en leren zijn steeds meer met elkaar verweven. Werknemers moeten flexibel zijn, voortdurend hun kennis op peil houden, zich nieuwe vaardigheden eigen maken, keuzes maken, problemen oplossen, een eigen koers varen en van loopbaan wisselen. Ten Dam: ‘Wie met 16, 18 of 25 jaar de boekentas buiten hangt en denkt voorgoed klaar te zijn met leren, loopt al snel een achterstand op.’ Redenen om in voortdurende ontwikkeling te investeren, zijn er legio. Voor de werkenden zelf is het belangrijk om de eigen duurzame inzetbaarheid op peil te houden. Werkgevers hebben economische en organisatorische voordelen van een goed en up-to-date opgeleid personeelsbestand. Ook de overheid heeft daar belang bij, vanwege de internationale concurrentiepositie en de
een verbinding die studenten soms node missen, en die ook voor onderzoekers meerwaarde heeft. De cijfers laten zien hoe urgent het is dat blijven leren een impuls krijgt. In 2014 nam slechts achttien procent van de volwassenen in Nederland deel aan enige vorm van formeel leren. In de daaraan voorafgaande jaren zat daar al
geen stijgende lijn in. Laagopgeleiden zaten met negen procent ver onder het gemiddelde, terwijl de druk op dit segment van de arbeidsmarkt juist vraagt om voortdurende bij-, om- en opscholing. Ook de regering ziet dat daar meer dan ooit behoefte aan is. De ministers Asscher en Bussemaker maakten het de afgelopen kabinetsperiode tot speerpunt van het beleid. Desondanks, en de vele adviezen en maatregelen van de afgelopen twintig jaar ten spijt, komt leven lang leren in Nederland maar moeilijk van de grond, zo constateert de SER in het advies. Dat komt door een aantal hardnekkige belemmeringen dat scholingsdeelname in de weg staat. De urgentie wordt onvoldoende gevoeld, het ontbreekt aan tijd of geld en er is onduidelijkheid over de mogelijkheden van scholingsactiviteiten of de opbrengsten daarvan. Ook kan er sprake zijn – dit geldt vooral voor lager opgeleiden – van eerdere, negatieve leerervaringen, met als gevolg faalangst en demotivatie.
N : AANBEVELINGE KERN SER-ADVIES structuur Verstevigen infra tructuur voor ras inf e • De publiek n (van mbo formele opleidinge flexibeler tot wo) is beter en rkenden, toegesneden op we n regelgeving door aanpassing va ematiek, en financieringssyst in staat zijn waardoor mensen chten – de om hun trekkingsre r heeft voor ruimte die eeniede rajecten – te formele onderwijst verzilveren. Brede leercultuur de leercultuur in • Een uitnodigen eids- en alle bedrijven, overh aties. nis ga sor eid andere arb
N OP DRIE TERREINE
rvraag Ondersteunen lee e ontwikkelijk on rso pe n • Via ee gang tot lingsrekening en toe dgetten krijgt eigen scholingsbu rkende regie de (potentieel) we ikkeling en over zijn/haar ontw heid daarde verantwoordelijk voor. tructuur van • Adequate infras or het zichtondersteuning, do maken van baar en inzichtelijk nties via individuele compete aringscertifie-portfolio’s en erv ies op maat caten, loopbaanadv n het aanbod en certificering va van opleidingen.
14 Wat is ervoor nodig om de belemmeringen het hoofd te bieden en tot een inclusieve arbeidsmarkt te komen, met competente burgers die in uiteenlopende situaties hun weg weten te vinden? ‘Een sterke leercultuur,’ aldus Ten Dam. ‘Werkenden, werkgevers, onderwijsinstellingen en regio’s moeten aandacht voor het ontwikkelen van kennis en vaardigheden als vanzelfsprekend onderdeel van het arbeidsproces zien. En, samen met de overheid, de handen ineenslaan om te zorgen dat iedereen kan blijven meedoen en zelf verantwoordelijkheid kan nemen.’ Naast deze leercultuur omschrijft de SER nog twee terreinen waarop de impuls aan leren tijdens de loopbaan vorm krijgt. De opleidingsinfrastructuur moet worden verstevigd, gericht op meer maatwerk en flexibiliteit in het aanbod en op betere aansluiting bij de behoeften van werkenden en werkgevers. En de leervraag van de werkende moet beter worden ondersteund, met als instrumenten een trekkingsrecht en ontwikkelrekening: een eigen budget dus, en duidelijkheid over waarvoor je dat kunt inzetten. (Meer over de aanbevelingen van de SER: zie kader p.13.) In de ‘Nationale Skills Strategie’ worden de aanbevelingen uitgewerkt. Daaruit moeten een nationaal akkoord en
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
het in Amsterdam aan een kapstok: een helder, aanspreekbaar loket dat initiatieven voor leven lang leren bundelt en aanbod en vraag aan elkaar relateert. ‘Het zou enorm helpen als we een online platform voor post-initieel onderwijs inrichten van waaruit we de kenniscyclus kunnen vlottrekken. De Amsterdam Economic Board [de driehoek van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid, red.] lanceerde al het House of Skills, een initiatief voor leven lang leren voor de beroepsbevolking op mbo-niveau. Maar investeringen in post-initieel onderwijs moeten alle sectoren van de arbeidsmarkt omvatten en alle onderwijsniveaus. De groei van de werkgelegenheid in Nederland tot 2025 concentreert zich namelijk vooral in beroepen waarvoor een hogere opleiding vereist is. Verbind daarom ook projecten op ho-niveau, zoals Make IT Work en Brug Onderwijs Arbeidsmarkt, en maak er een integrale aanpak van.’ De ambitie die aan deze aanpak ten grondslag ligt, is dat de metropoolregio Amsterdam in 2025 behoort tot de meest adaptieve arbeidsmarkten, met een betere aansluiting tussen talent, onderwijs en arbeidsmarkt, op alle niveaus. ‘We moeten toe naar een situatie van voortdurend op-, bij- en
De bal wordt rondgespeeld tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden bijbehorende actieagenda voortvloeien, die de leercultuur bevorderen waarin blijven leren en ontwikkelen voor iedereen een vanzelfsprekendheid is. Kennismetropool Amsterdam De ideeën zijn er, maar in de praktijk ontbreekt het op landelijk niveau vooralsnog aan een structurele aanpak. Datzelfde geldt voor de metropoolregio Amsterdam. Daar wordt de bal rondgespeeld tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden, zegt Ten Dam. ‘Bedrijven leggen scholing snel buiten henzelf, terwijl zij vaak zeggen moeite te hebben werknemers te vinden die over de benodigde kennis en vaardigheden beschikken. Kennisinstellingen willen wel, maar zoeken naar modellen waarin de inzet van personeel wordt vergoed. En overheden vinden dat bedrijven en kennisinstellingen niet thuis geven. Terwijl de overheid zelf ook een belangrijke rol heeft in leven lang leren, juist als de markt faalt, wat nu het geval is.’ Werk aan de winkel dus. Wat moet er gebeuren? Volgens Ten Dam ontbreekt
omscholen, van permanente kennisdeling. Dat levert niet alleen beter onderwijs op, maar leidt ook tot beter onderzoek, tot beter toegeruste medewerkers, tot een meer inclusieve arbeidsmarkt, met meer kansen voor meer mensen, tot een krachtiger kenniseconomie.’ Ondanks haar pleidooi voor meer formele vormen van leren, wil Ten Dam ook een lans breken voor het informeel leren. ‘Al is het maar omdat het de meest gangbare vorm van leren is. Uit onderzoek blijkt dat van alle tijd waarin werkenden nieuwe dingen leren, 96 procent een informele vorm heeft. Slechts vier procent van het leren gebeurt in cursussen en trainingen. Dat laatste percentage moet natuurlijk echt omhoog. Maar de kracht van informeel leren blijft dat daarmee op een snelle manier de gewenste toegepaste kennis, competenties en vaardigheden kunnen worden verworven.’ Of er op de werkplek daadwerkelijk wordt geleerd, hangt samen met
individuele leercapaciteiten. Niet voor niets geven hoger opgeleiden vaker aan informeel te leren dan lager opgeleiden: bijna veertig versus 25 procent. ‘Ben je in staat en bereid om lering te trekken uit opgedane ervaringen, kennis te delen, naar nieuwe antwoorden te zoeken als het beschikbare repertoire niet meer volstaat, de eigen nieuwsgierigheid als motor te gebruiken, te experimenteren? Deze competenties zijn niet vanzelfsprekend en hangen voor een belangrijk deel samen met de persoon en vooral ook het genoten onderwijs.’ Naast de eigen ontwikkeling speelt ook die van de organisatie een rol. Ten Dam: ‘Is er sprake van een loopbaanperspectief en hebben mensen daar zicht op?
Zijn er uitdagende taken, is er functieroulatie, is het uiten van positieve en kritische feedback gewoon? Zijn er “productinnovaties” waardoor je wel moet leren – denk aan andere manieren van administreren of meer samenwerking tussen verschillende professionals? Is er sociale innovatie in de organisaties; meer autonomie, zelfsturende teams? Hoe meer van deze vragen met “ja” kunnen worden beantwoord, hoe meer er informeel geleerd wordt en hoe groter de leereffecten zijn. Laten we post-initieel formeel leren daarom zo vormgeven dat het waar mogelijk informeel leren op de werkplek ondersteunt en stimuleert.’ •
POST- INITIËLE NDERWIJS EN AANSCHUIFO D AAN E UVA OPLEIDINGEN am it van Amsterd De Universite erlijk nd zo af al nt t aa biedt een groo en n se ek re ge te volgen colle n voor egankelijk zij modules die to el van Ve . en nt stude niet-reguliere onder ikt sch ng ra ge dit aanbod is ges’, pen UvA-colle noemers als ‘O rorp te in ols en W ‘Summer Scho ling’. ho jsc bi en ‘Nagramma’s’ en te vinden via Het aanbod is erwijs. js/overig-ond wi er uva.nl/ond
de UvA odules biedt Naast losse m ge postdi lle ntal vo een beperkt aa meeste de n, aa en ng initiële opleidi bied. ge drijfskundig daarvan op be geacn zij r hieronde De opleidingen snd rla de Ne or de crediteerd do satie ditatieorgani Vlaamse Accre de jes ak ij tussen ha (NVAO), tenz te di cre ac andere naam van een en. ev eg ng aa is ie rende instant
ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE • • • • •
Actuarial Practice Cycle (AAG) Actuarial Science and Mathematical Finance Amsterdam IT-Auditing Programme (NOREA) Bedrijfskunde in deeltijd Business Administration
• Executive Internal Auditing Programme (SVRO) • Executive Master of Finance and Control (VRC / NVAO) • International Finance • Post Master Accountancy (CEA) • Verzekeringskunde
HAPPEN
GEESTESWETENSC
ck Restauratoren • Postgraduate tra / KIVI NIRIA) TO in Opleiding (CC
GENEESKUNDE • Evidence Based Practice • diverse medisch-specialistische opleidingen
MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN • Academisch meesterschap • Erasmus Mundus Master Journalism, Media and Globalisation
EID
RECHTSGELEERDH
Law • International Tax Financieel ing leid op ter gis • Re recht (NOvA)
TANDHEELKUNDE • Postgraduate programme Pedodontologie (Paediatric Dentistry) (accreditatie onbekend)
• Specialisatie Kaakchirurgie (VWS) • Specialisatie Orthodontie
(VWS en CTS/KNMT)
15
UVA IN BEWEGING UVA START PROEF MET FLEXSTUDEREN Vanaf komend collegejaar kunnen maximaal vierhonderd UvA-studenten flexstuderen. Zij betalen alleen collegegeld voor de vakken die ze volgen en niet voor een volledig studiejaar. Het gaat om een proef van in ieder geval twee jaar. De inschrijving is op 8 mei gestart. De UvA heeft van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toestemming gekregen om mee te doen met de pilot om zo tegemoet te komen aan de wensen van studenten die niet fulltime kunnen of willen studeren. Het is vooral interessant voor studenten die vooraf al weten dat ze niet alle vakken van de opleiding volgen. Denk aan studenten die een stage in het buitenland gaan doen, een eigen onderneming starten, vanwege een bestuursfunctie bij een studievereniging beperkt tijd hebben of die mantelzorger zijn.
UVA EN BOSCH STARTEN GEZAMENLIJK L AB VOOR ONDERZOEK NA AR DEEP LEARNING Kunstmatige intelligentie gaat onze wereld veranderen: in de toekomst zullen machines en apparaten steeds beter in staat zijn van ervaring te leren en daarnaar te handelen. Deep learning staat aan de basis hiervan. Tien UvA-promovendi en postdocs gaan nauw samenwerken met technologiebedrijf Bosch in het Delta Lab op het Science Park in Amsterdam. Door kennis uit te wisselen kunnen fundamenteel en toegepast onderzoek elkaar versterken.
COMMUNICATIEWETENSCHAP & MEDIA STUDIES OP DE TWEEDE PL A ATS IN QS R ANKING In de QS World University Rankings by subject maakt de UvA met het vakgebied Communication & Media Studies een sprong naar de tweede plaats. Vorig jaar stond dit vakgebied op de zesde plek. Met in totaal negentien vakgebieden in de top-vijftig is de UvA net als vorig jaar de hoogst genoteerde Nederlandse universiteit.
NIEUWE SAMENWERKING UVA EN POLITIE De UvA gaat structureel met de politie samenwerken om grote hoeveelheden in beslag genomen data in opsporingsonderzoeken te kunnen analyseren. Drie UvApromovendi gaan daartoe hun promotieonderzoek uitvoeren bij de politie om zo kennis uit hun onderzoek direct toe te passen in de operatie. Twee promovendi komen in dienst bij de Landelijke Eenheid en één bij de Eenheid Amsterdam. Het onderzoek richt zich onder andere op de analyse van zeer grote en gevarieerde hoeveelheden data waar men in een opsporingsonderzoek mee te maken heeft, zoals foto’s, teksten en video’s.
AMSTERDAM SCHOOL OF DATA SCIENCE GEOPEND Kajsa Ollongren, wethouder en locoburgemeester van Amsterdam, heeft op 24 maart de Amsterdam School of Data Science officieel geopend. Het nieuwe samenwerkingsverband van de UvA, VU en HvA moet het nijpende tekort aan data scientists op de arbeidsmarkt terugdringen. Met 250 bachelor- en masteropleidingen, specialisaties en vakken – verspreid over verschillende toepassingsgebieden – worden er in Amsterdam jaarlijks duizenden studenten opgeleid in het data science-vakgebied. Het nieuwe initiatief moet zowel middelbare scholieren enthousiast maken over data science als reeds werkenden overtuigen zich te laten omscholen. Daarmee moet het nijpende tekort op de arbeidsmarkt – volgend jaar zijn er achtduizend extra data scientists nodig volgens de Nationale Denktank – worden teruggedrongen.
APARTE BESTUREN UVA EN HVA Het College van Bestuur en de Raden van Toezicht van UvA en HvA hebben op maandag 27 februari besloten om de personele unie van het College van Bestuur van UvA en HvA te beëindigen, verschillende stafafdelingen te ontvlechten maar de gemeenschappelijke diensten te behouden. Dit besluit werd genomen met instemming van de medezeggenschapsraden van beide instellingen. Met het besluit blijft de opgebouwde samenwerking op het gebied van onderwijs, onderzoek en in de gemeenschappelijke dienstverlening bestaan. Wel hebben de UvA en de HvA per 1 maart 2017 weer een eigen College van Bestuur, dat zich volledig kan richten op versterken van het eigen profiel en de identiteit van de afzonderlijke instellingen.
TEVREDENHEID UVA-STUDENTEN STIJGT OPNIEUW UvA-studenten zijn dit jaar tevredener over hun studie. Zowel bachelor- als masterstudenten lieten de afgelopen maanden hun mening over de UvA horen via de Nationale Studenten Enquête. De resultaten ervan zijn gepubliceerd op de website studiekeuze123. nl. Het algemene oordeel over de UvA is dit jaar 4,03 tegenover 4,01 in 2016, op een schaal van 1 tot 5. De voldoende-grens ligt bij 3,5. Op vrijwel alle thema’s stijgt de waardering van de studenten. Vooral op de twee thema’s waarop de UvA nog onvoldoende scoort is verbetering te zien: de tevredenheid over de voorbereiding op de beroepsloopbaan stijgt met 0,05 naar 3,28 en de beoordeling van de studiebegeleiding gaat omhoog met 0,06 naar 3,43. Ook de tevredenheid over de informatievoorziening stijgt met 0,05 naar 3,57. Thema’s die net als vorig jaar hoog scoren zijn de inhoud van de opleiding en de sfeer binnen de universiteit.
HOE BEOORDEEL JIJ JOUW STUDIE? Doe mee aan de Nationale Studenten Enquête 2017!
Maak kans op een reis twv € 2.000, een Bol.com-bon of €400,- cash! www.nse.nl
16 LOOPBAAN
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
tekst • Han Ceelen beeld • Kees Hummel
EVA MIDDELHOFF – 1971 • 1993 propedeuse Geschiedenis, UvA • 1996 Culturele studies, UvA (specialisatie: Beleid en management) • 1993-1998 medewerker marketing en communicatie toneelgezelschap De Trust • 1996-1998 medewerker administratie Vereniging Vlakke Vloer Theaters • 2002-2006 marketingmanager Cinekid festival • 2006-2008 marketingmanager Amsterdams Fonds voor de Kunst • 2008-2014 artistiek manager en adjunct-directeur Cool kunst en cultuur • 2016 masteropleiding Bedrijfskunde, UvA • 2014-2017 directeur/bestuurder Cool kunst en cultuur • sinds juni 2017 directeur Schouwburg Nijmegen en Concertgebouw De Vereeniging
THEATERD WORDEN A
De Munnik. Zijzelf had als tiener al meer affiniteit met theater. ‘Op het EVA MIDDELHOFF Ignatiuscollege in Purmerend, waar ik met mijn moeder ging wonen, was ik altijd bezig met het organiseren van Tijdens haar studietijd raakte Eva voorstellingen en andere culturele actiMiddelhoff definitief in de ban van het viteiten. Ik kreeg daar ook veel vrijheid toneel. Twintig jaar later ging ze daar- voor, en mocht vaak lessen overslaan.’ om terug naar de collegebanken. Na haar middelbare school werkte Middelhoff een jaar als au-pair in Theaterbezoekers vragen Middelhoff wel Monaco alvorens, in navolging van haar eens of ze een fulltime baan heeft. Dat jongste broer, Geschiedenis te gaan komt omdat je als directeur in feite studeren aan de UvA. Maar omdat ze twee jobs hebt, zegt ze. ‘Mensen zien je ‘geen leraar of journalist wilde worden’ ’s avonds bij de voorstelling, maar ze stapte ze na haar propedeuse over op samengevoegd en een extern managemaar ik vond dat ik tekortschoot op het beseffen niet dat je de hele dag al op Culturele studies. Intussen was ze defiment erop gezet. Mijn taak was om dat bedrijfsmatige vlak.’ Het werd een kantoor hebt gezeten. Ik maak weken nitief in de ban geraakt van het toneel allemaal inhoudelijk te verbinden.’ spannende, inspirerende, maar ook van tussen de veertig en zestig uur.’ en begon ze aan een hele rits baantjes Hoofddoel was om van het theater een zware tijd, zegt ze. ‘Ik was opeens weer Minder zal dat voorlopig niet worden, om het vak beter te leren kennen. Ze ‘podium van de stad’ te maken. ‘Op student. Zat tentamens te maken, bij want per half juni verruilt Middelhoff was lichttechnicus bij CREA, knipte kleine schaal probeerden we hetzelfde te de Mensa te eten en bij Kriterion een haar huidige functie in Heerhugowaard kaartjes bij Tuschinski, deed de admidoen als Melle Daamen met zijn biertje te drinken. Ik leerde veel, maar voor die van directeur van Stadsschouw- nistratie bij de Vereniging van Vlakke “expanding theatre” in Amsterdam: een het kostte ook veel geld en tijd. Ik burg Nijmegen en Concertgebouw De Vloer Theaters, en reed voor jeugdtheaplek creëren waar verschillende kunststond vaak om halfzes op om te Vereeniging. tergezelschappen alle provincieschouwvormen samenkomen. En een plek die studeren.’ Geen kleine stap – ze verhuist voorlopig burgen van Nederland af. Haar stage openstaat voor de behoeftes van de Toeval of niet, negen maanden na het niet omdat haar 16-jarige dochter in liep ze bij toneelgezelschap De Trust. samenleving. Ik geloof dat we daar goed begin van haar studie werd Middelhoff Alkmaar op school zit – maar wel eentje Daar zorgde ze ervoor dat ze een jaar in geslaagd zijn. Toen ik begon, werd er directeur in Heerhugowaard. En tweedie perfect past bij de ambities van kon blijven in plaats van de gebruikevooral cabaret geprogrammeerd. Sindsënhalf jaar later, net afgestudeerd, werd Middelhoff. ‘Het klinkt stom, maar ik lijke drie maanden, en dat ze na afloop dien is de programmering veel breder ze benaderd om te solliciteren naar de ga nogal planmatig te werk. Al tijdens een baan kreeg op de afdeling markegeworden. Met opera en dans, en acts functie in Nijmegen. ‘Ik kan het mijn studie riep ik met een knipoog dat ting & communicatie. die het experiment niet schuwen, zoals iedereen aanraden, zo’n tweede studie,’ ik theaterdirecteur wilde worden, en zo Via het Cinekid Festival en het AmsterLucas De Man en Laura van Dolron. In zegt Middelhoff, die haar doelen inmidis het uiteindelijk ook gegaan.’ damse Fonds voor de Kunst belandde het begin zaten daar dertig man, nu dels alweer heeft bijgesteld. ‘Ik begin nu Middelhoff werd geboren in het ze in 2008 bij Cool kunst en cultuur, honderdtwintig.’ aan een hele mooie klus. Ik hoop dat Noord-Hollandse De Rijp, en groeide een provincietheater in Heerhugowaard. Directeur – zoals ze zichzelf beloofd minimaal tien jaar te doen. Dan ben ik op in een samengesteld, muzikaal gezin. Hier kreeg ze als adjunct-directeur en had – was Middelhoff echter nog altijd 55. Tijd genoeg voor nog een volgende Een van haar oudere broers speelde artistiek leider onder meer de taak een niet. Dus nam ze in 2013 een kloek stap.’ • saxofoon bij jarentachtig-band Roberto ingewikkelde fusie te managen. ‘Ze besluit: ze schreef zich opnieuw in aan Jacketti & the Scooters, de ander werd hadden net een gebouw van veertien de UvA voor een studie Bedrijfskunde. bekend als liedjesschrijver voor Acda & miljoen neergezet, twee organisaties ‘Ik wilde die eindverantwoordelijkheid,
‘IK GA NOGAL PLANMATIG TE WERK’
‘In het begin zaten er dertig man in de zaal, nu honderdtwintig’
17 MELLE DAAMEN – 1959 • 1978-1983 bestuurslid VPRO • 1986 Politicologie, UvA • 1987-1990 adviseur bij Leyer & Weerstra Management Consultants • 1990 senior beleidsadviseur Cultuurbeheer, ministerie van WVC • 1990-1993 waarnemend directeur Amsterdams Uit Buro • 1993-2001 directeur Mondriaan Stichting • 2001-2016 directeur Stadsschouwburg
DIRECTEUR AAN DE UVA ‘Theater, in tegenstelling tot klassieke muziek, slaagt erin een nieuw publiek te vinden’
Hij studeerde Politicologie maar de culturele wereld trok hem meer dan de Haagse. Melle Daamen, oud-directeur van de Amsterdamse Stadsschouwburg, groeide uit tot cultuurpaus, een term die hij zelf verafschuwt. Onlangs verhuisde hij naar Rotterdam. Wie het cv van Daamen bekijkt, beseft hoe slim het is om vroeg te beginnen. Op zijn zeventiende was hij al bestuurslid van de VPRO, op zijn 31ste waarnemend directeur van het Amsterdamse Uit Buro, drie jaar later directeur van de Mondriaan Stichting, en op zijn 42ste directeur van de Stadsschouwburg in Amsterdam. Zo had hij vorig jaar op zijn 57ste nog tijd over om te beginnen aan een nieuwe klus als algemeen directeur van Theater Rotterdam. Zijn vroege entrée op de arbeidsmarkt is ook het geheim achter zijn veelge-
• 2016-heden directeur Theater Rotterdam
Vanuit dezelfde politieke interesse was het voor Daamen een logische stap naar een studie Politicologie aan de UvA. Een leuke studie, zegt hij nu, al voelde hij zich ‘nooit echt uitgedaagd’. ‘Het voornaamste wat ik heb geleerd zijn schrijven, statistiek, leren argumenteren en discussiëren, dat soort dingen.’ Sociaal vond Daamen het aanvankelijk ‘best eenzaam’ omdat hij ver buiten Amsterdam in Diemen woonde. Hij verhuisde zelfs even terug naar Utrecht, omdat hij geen woning kon vinden in de stad. roemde netwerk, vertelt Daamen in het Na zijn afstuderen werkte Daamen een café van de Rotterdamse Schouwburg. tijdje in het door hemzelf en enkele ‘Als je al zo lang bezig bent als ik, ken je vrienden opgerichte krakerscafé De gewoon veel mensen. Al speelt Muur, voordat hij werd geheadhunt misschien ook mee dat ik vrij los ben, door een managementconsultancybuen de indruk wek ongevaarlijk te zijn.’ reau. ‘Door mijn activiteiten bij de Daamen werd geboren in Heumen, VPRO zong mijn naam een beetje rond. groeide op in de Achterhoek, en Ik was totaal onvoorbereid op de verhuisde na het vroege overlijden van consultancywereld, ik had geloof ik een zijn vader met zijn moeder naar trui aan op het sollicitatiegesprek. Maar Hilversum – en later Bilthoven en die baas had bedacht: Melle moet het Utrecht. Waar zijn drive vandaan kwam doen.’ Na drie jaar stapte hij via een om zich als schooljongen met de kort intermezzo bij het toenmalige Hilversumse omroeppolitiek te gaan ministerie van WVC over naar het bemoeien? ‘Dat was toen denk ik veel Amsterdamse Uit Buro. ‘Dat was een normaler dan nu. Het waren de jaren enorme kans. Ik had intussen een opleizeventig, iedereen bemoeide zich met ding kunstmanagement gedaan en de alles. Ik was vooral politiek gemotiveerd. culturele wereld trok me veel meer dan Ik wilde de VPRO linkser maken. de Haagse. Wat ik leuk vind is dat er Programmamakers en directeuren weinig domme mensen werken. Met vonden mijn aanwezigheid in het begin kunstenaars en artistieke mensen heb je maar een matig genoegen. Als scholier zelden een oninteressant gesprek.’ had ik alle tijd om de stukken te lezen. Daamens echte doorbraak volgde bij de En er was altijd wel een detail waar die Mondriaan Stichting, die hij in acht mensen niet op hadden gelet, en waar jaar uitbouwde tot een gerespecteerd ik ze genadeloos op kon pakken.’ instituut. Hierna kon hij ‘alles doen’, en
MELLE DAAMEN
‘IK WEK DE INDRUK ONGEVAARLIJK TE ZIJN’
Amsterdam • 2007-2015 lid Raad voor Cultuur
koos hij voor ’s lands bekendste theater: de Stadsschouwburg in Amsterdam. Ook aan het Leidseplein zorgde Daamen samen met artistiek directeur Ivo van Hove voor een frisse wind. De programmering ging op de schop, er werd een jonger publiek aangeboord, huisgezelschap Toneelgroep Amsterdam ging internationaal, en er kwam een tweede podium: de Rabozaal. Daamen zelf groeide, mede dankzij zijn lidmaatschap van de Raad voor Cultuur, uit tot een cultuurpaus – hoewel hij die term zelf verafschuwt. In 2016 maakte hij bekend dat hij overstapte naar Rotterdam, en dat hij leed aan de ziekte van Parkinson. Die ziekte is intussen dankzij een medische ingreep grotendeels onder controle, zegt Daamen. ‘Ze hebben een apparaatje ingebracht, en sindsdien heb ik bijna geen last meer. Verder wil ik er het liefst zo weinig mogelijk over weten.’ Ook over de gezondheidstoestand van het Nederlandse theater is Daamen optimistisch. ‘De kwaliteit is internationaal gezien hoog, met als uitschieter Toneelgroep Amsterdam. En er zijn interessante ontwikkelingen gaande zoals hier in Rotterdam, waar we werken aan een fusie van theater en gezelschappen. Als dat goed uitpakt, ontstaat er veel nieuwe chemie en inspiratie. Je ziet dat het theater, in tegenstelling tot klassieke muziek, erin slaagt een nieuw publiek te vinden. Ik weet niet of het huidige model de volgende eeuw haalt. Maar ik voorzie veel kansen voor virtual reality. Dat staat nog in de kinderschoenen, maar het heeft veel potentie.’ •
18 PENSIOEN
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
tekst • Elke Veldkamp beeld • Roberto Conciatori
‘HET VERPLICHTE EMERITAAT VIND IK BELACHELIJK’ Emeritus hoogleraar Theoretische literatuurwetenschap Mieke Bal is een pionier met haar interdisciplinaire aanpak van de culturele analyse. Daarnaast is ze een gerenommeerd kunst- en cultuurcriticus en videokunstenaar. Vanwege haar verdiensten kreeg Bal in maart een symposium in het Stedelijk Museum en een koninklijke onderscheiding. ‘Een complete verrassing’, zegt Bal over haar benoeming tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. ‘En extra leuk dat het een leeuw is, een mooi symbool voor mijn strijdbaarheid.’ Strijdbaar is Bal regelmatig geweest. Al aan het begin van haar carrière riep ze kritiek over zich af met haar interpretatie van het begrip focalisatie, een narratologische term die de relatie aangeeft tussen de instantie door wiens ogen het vertelde gezien wordt en dat wat gezien en verteld wordt. ‘Ik dacht, als ik een roman wil analyseren en ik vind de instrumenten niet goed, dan maak ik ze zelf. Daarmee overtrad ik een onuitgesproken regel dat je de bestaande methodes hoort te gebruiken. Focalisatie gaat over kijken. Ik wilde laten zien hoe er binnen een romantekst ook heel specifiek gekeken wordt door iemand naar iemand of iets. En hoe je dat dan het beste kunt analyseren. Dat week af van het gangbare concept point of view. Focaliseren is een werkwoord, waarmee het onmiddellijk naar een subject en object vraagt. Wie focaliseert wie of wat? En wie komt juist niet aan het woord? Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor bepaalde visies in het verhaal?’ De focalisatiemethode gebruikte Bal bij een breed scala aan onderwerpen: emancipatie, immigratie, psychoanalyse en kritiek op het kapitalisme. ‘Ik ben sterk geïnteresseerd in negatieve beelden van vrouwen. Met focalisatie zie je dat vrouwenfiguren vaak geconstrueerd worden vanuit een mannelijk perspectief.’ Ze schreef onder meer een trilogie over de Bijbel vanuit een literair-feministisch perspectief, omdat ze het belangrijk vindt dat de Bijbelse verhalen als literaire teksten worden bekeken. ‘Die verhalen zijn van oorsprong vaak veel minder seksistisch dan hoe wij ze nu zien. Neem het woord voor hoer in de bijbel: zonah. Dat komt ook voor in mannelijke vorm en dan betekent het vreemdeling. Aha, dacht ik, het zijn dus geen hoeren die verraad plegen, het zijn buitenlanders, migranten. Vanuit Hebreeuwse ogen gezien – daar komt dat kijken weer – zijn het vreemdelingen en daarom worden ze negatief neergezet. Maar een vreemdeling is niet hetzelfde als een hoer. Dat is verkeerd geïnterpreteerd in de vertaling. Zo ben ik veel verhalen te lijf gegaan.’ Rembrandt Bij het zoeken naar een illustratie voor een van haar bijbelboeken kwam Bal uit bij een ets van Rembrandt.
Ze vond het zo’n bizarre afbeelding dat ze hem ging analyseren. ‘Het betrof het Bijbelse verhaal van de vrouw van Potifar die Jozef probeert te verleiden. Die gaat er niet op in, waarna ze hem beschuldigt van een verkrachtingspoging. Rembrandt had het zó uitgebeeld dat je niet alleen ziet wat er zich afspeelt, maar óók wat zij in haar eigen fantasie ziet. Heel knap.’ De afbeelding prikkelde haar om zich verder in Rembrandt te verdiepen en er een boek over te schrijven, Reading Rembrandt. ‘Ik heb een grote expressiedrang’, zegt ze glimlachend. ‘Waar een ander misschien een artikel had geschreven, schrijf ik al gauw een boek. Rembrandt heeft veel Bijbelse thema’s geschilderd, hij is de beste Bijbelgeleerde die er is. Hij gaat dwars tegen traditionele interpretaties in. Dat vind ik altijd leuk, als je bestaande muren afbreekt.’ Ook haar Rembrandt-boek kwam Bal op kritiek te staan. ‘Men vond het niet duidelijk genoeg binnen één discipline vallen: óf kunstgeschiedenis, óf geschiedenis, óf literatuurwetenschap. In Nederland wil men dat je je bij je leest houdt. In het buitenland heb ik wel veel lof gekregen. Voor mijn boeken over de Bijbel heb ik overigens verschillende prijzen gekregen, nota bene van de Bijbelboys.’ Intellectuele context Als ze begin jaren negentig na een jarenlang hoogleraarschap in Amerika terugkeert naar Nederland, raadt haar partner Bal aan om haar ‘eigen intellectuele context te creëren’, vertelt ze. ‘Ik heb toen de Amsterdam School for Cultural Analysis opgericht, om cultuur op interdisciplinaire wijze te bestuderen en
‘Als ik de analyseinstrumenten niet goed vind, dan maak ik ze zelf ’ de kloof tussen wetenschap en maatschappij te overbruggen. Dat is nu de grootste onderzoeksschool binnen de Faculteit der Geesteswetenschappen. Hij heeft al veel succesvolle promovendi opgeleverd, van wie er twee de Erasmus Dissertatieprijs hebben gewonnen. Daar ben ik erg trots op. Mijn werk en visie worden zo voortgezet.’ Zelf heeft Bal in haar carrière maar liefst 79 promovendi begeleid. De tachtigste komt er binnenkort aan, in Italië. ‘Daar mag je langer je promotierecht uitoefenen dan de vijf jaar die je in Nederland krijgt na je emeritaat. Wat ik overigens belachelijk vind, net als het verplichte emeritaat zelf. Je wordt blijkbaar geacht op je zeventigste seniel te zijn.’
Dan is er ook nog Mieke Bal de film- en documentairemaker. Wanneer is die geboren? ‘Dat begon toevallig, toen ik in Parijs woonde en bevriend raakte met mijn buurman. Hij was een illegale immigrant uit Tunesië. Ik wilde getuigen hoe er in Europa met mensen zoals hij wordt omgegaan. Ik heb spontaan een camera gekocht en ben hem gaan filmen. Dat is de documentaire 1001 dagen geworden. Inmiddels heb ik meerdere documentaires en speelfilms gemaakt, waarmee ik iedere keer verhalen probeer te vertellen die relevant zijn voor onze maatschappij. Film is een heel mooi medium om de hedendaagse cultuur te analyseren. Ik hoop dat mij films activeren en dat ik empathie en begrip bij de kijker kan stimuleren.’ •
MIEKE BAL – 1946 www.miekebal.org • 1969 doctoraal Franse taal- en letterkunde (specialisatie Moderne literatuur), UvA • 1971-1976 leraar Frans • 1977 promotie Frans en Vergelijkende literatuurwetenschap, UU • 1979-1987 universitair docent Literatuurtheorie, UU • 1987-1991 bijzonder hoogleraar Semiotiek en Vrouwenstudies, UU • 1987-1991 hoogleraar Vrouwenstudies en Vergelijkende literatuurwetenschap, University of Rochester (VS) • 1991-2011 hoogleraar Theoretische literatuurwetenschap, UvA • 1993-1998 oprichter en directeur van de Amsterdam School for Cultural Analysis (ASCA), UvA • 2005 benoemd tot Akademiehoogleraar door de KNAW • 2011-heden cultureel theoreticus, kunstcriticus, filmmaker, videokunstenaar
19
PROEFSCHRIFT ‘VEEL SCHADE ONTSTAAT DOORDAT MENSEN MET HUN PIERCING SPELEN’
tekst • Robin van Wechem illustratie • Mattmo
MENSEN MET EEN MONDPIERCING HEBBEN VIER KEER ZOVEEL K ANS OP TERUGTREKKEND TANDVLEES OF AFGEBROKEN STUK JES TAND, VOLGENS HET PROEFSCHRIFT VAN MONDHYGIËNIST NIENKE HENNEQUIN-HOENDERDOS. EN OOK TANDENBORSTELS KUNNEN HET TANDVLEES BESCHADIGEN.
Hoe bent u bij de mondpiercing terechtgekomen? Mondpiercings zijn dus slecht voor een gezonde mond? ‘Tien jaar geleden kreeg onze onderzoeksgroep bij ‘Als je heel graag een piercing wilt, zou ik aanraden om je piercing en ACTA [het samenwerkingsverband van de faculteiten mond regelmatig te laten controleren bij de tandarts of mondder Tandheelkunde van UvA en VU, red.] een vraag hygiënist. Er zijn mensen die hun piercing uitdoen als ze voor van het Ivoren Kruis. Deze vereniging voor preventieve controle komen, dat is niet zo handig. Je kunt beter vragen hoe het tandheelkunde wilde informatie voor een folder over tandvlees eruit ziet en hoe je het sieraad goed schoon houdt.’ mondpiercings. Daar bleek niemand in Nederland in gespecialiseerd te zijn. Ik was toen net een jaar afgestu- En hoe zit het met tandenborstels? Zijn die ook slecht voor deerd en het project kwam bij mij terecht. Vervolgens het tandvlees? ben ik de literatuur ingedoken en heb ik alle publica‘Het is niet zo zwart-wit. Dat hangt er onder andere vanaf hoe goed ties gezocht en gebundeld die hiermee te maken de borstelharen zijn afgerond. De haren van een tandenborstel zijn hadden. Daarna heb ik geïnventariseerd hoe vaak meestal van nylon. In de fabriek worden ze afgeknipt en gepolijst, mondpiercings in de praktijk voorkomen, wat veel zodat de scherpe uiteinden worden afgerond. Maar niet alle tandenvoorkomende complicaties zijn en wat het risico is.’ borstels zijn even goed afgerond. In mijn onderzoek zag ik dat borstelharen die helemaal niet waren afgerond meer tandvleesbeschaWaar heeft u precies naar gekeken? diging veroorzaakten dan haren die voor de helft of bijna helemaal ‘Ik heb onderzocht hoe vaak mondpiercings het gebit waren afgerond. Ik heb overigens alleen gekeken naar handtandenof het tandvlees blijvend beschadigen, maar ook in borstels, niet naar elektrische.’ hoeverre tandenborstels en interdentale hulpmiddelen als tandenstokers en ragers tandvleesbeschadigingen Maakt het uit hoeveel kracht je zet met een tandenborstel? veroorzaken. Normale dagelijkse dingen zoals eten en ‘Als je er harde schrobbewegingen mee maakt en je hebt ook nog tandenpoetsen veroorzaken hele kleine oppervlakkige harde borstelharen, dan gaat je tandvlees op een gegeven moment wondjes aan het tandvlees, vergelijkbaar met schaafwel bezwijken. Maar het type tandvlees speelt ook mee. Sommige wondjes op de huid. Die herstellen meestal weer snel, mensen hebben heel dun en kwetsbaar tandvlees, anderen hebben maar het tandvlees kan ook blijvend beschadigd raken. dik tandvlees dat veel kan hebben. Het nadeel van poetsen weegt Op lange termijn kan het tandvlees terugtrekken en echter niet op tegen het voordeel, dus wel blijven poetsen!’ worden de tanden gevoeliger en vatbaarder voor gaatjes.’ ‘MENSEN WILLEN JUIST DAT HUN Welke problemen zie je bij mondpiercings? ‘Mensen met een mondpiercing hebben vier keer zoveel kans op terugtrekkend tandvlees of afgebroken stukjes tand. Maar niet iedereen met een mondpiercing krijgt terugtrekkend tandvlees of een breuk in een tand of kies. Veel schade ontstaat doordat mensen, soms onbewust, met hun piercing spelen. Ze klakken bijvoorbeeld hun tongpiercing tegen de achterkant van de tanden of houden hem vast tussen de voortanden. Dat kun je voorkomen door een korter staafje of kleiner bolletje als sieraad te nemen en er bij het piercen op te letten dat het verder naar achteren in de tong wordt geplaatst. Maar mensen willen juist dat hun piercing zichtbaar is, dus met een groot sieraad en voor in de mond.’
PIERCING ZICHTBAAR IS, DUS MET EEN GROOT SIERAAD EN VOOR IN DE MOND’
NIENKE HENNEQUINHOENDERDOS – 1984 n.hennequin@acta.nl • 2006 mondhygiënist, Bachelor of Health • 2006-2008 mondhygiënist parodontologiepraktijk PPI Kennemerland • 2006-2008 bestuurslid Nederlandse Vereniging voor
Uw onderzoek is mede betaald door Oral-B en GUM. Is dat wel onafhankelijk? ‘Onze onderzoeksgroep is wereldwijd bekend vanwege ons tandplaken tandvleesonderzoek. Bedrijven komen naar ons toe vanwege de expertise en het gekwalificeerde personeel. Het onderzoek is een samenwerkingsproces. We gaan in gesprek met bedrijven over de onderwerpen die wetenschappelijk gezien interessant zijn. Als ze vervolgens willen meebetalen of producten willen aanleveren voor het onderzoek is dat mooi. En we publiceren alles, ook als de uitkomsten niet goed zouden uitpakken voor de meewerkende bedrijven. Er wordt vaak sceptisch gedaan over onderzoek in samenwerking met de industrie, maar wat is het alternatief? Ik wil onderzoek doen waar patiënten en professionals op korte termijn wat aan hebben en daar is geld voor nodig. Dit type onderzoek is niet zo sexy. Er gaan geen mensen dood aan tandvleesbeschadiging. Het enige wat wij redden zijn tanden en kiezen.’ •
Mondhygiënisten (NVM) • 2008 beleidsmedewerker Onderwijs, Scholing en Wetenschap, NVM • 2006-heden toegevoegd onderzoeker afdeling Parodontologie, ACTA • 2013 post-hbo-opleiding Researchverpleegkunde/ Klinisch onderzoekscoördinator, Breederode Hogeschool Rotterdam • 2017 promotie Prevention of gingival trauma: oral hygiene devices and oral piercings, ACTA-UvA
20 WETENSCHAP
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
tekst • Marjolein Overmeer
Rijk geborduurde stof, interieurtextiel, mogelijk een kussensloop. Foto: Museum Kaap Skil.
IN HET TEXTIEL ATELIER VAN HET R IJKSMUSEUM ONDER ZOEK EN MATER IA ALDESKUNDIGE MA ARTEN VAN BOMMEL EN ZIJN MASTERSTUDENTEN UNIEK E STUKK EN TEXTIEL UIT EEN ZEVENTIENDE-EEU WS SCHEEPSWR AK. ‘HET LIEFST ZOU IK DE JUR K METEEN SCANNEN’. Vorig jaar haalden duikers bij Texel een ongekende schat naar boven. Een zeventiende-eeuws scheepswrak was bloot komen te liggen, doordat stromingen in de Waddenzee het bodemzand hadden verplaatst. Hele kledingstukken kwamen tevoorschijn, waaronder een jurk, terwijl archeologische textielvondsten gewoonlijk bestaan uit een kleine snippertjes. Historici begonnen druk te discussiëren over de herkomst van deze kostbare lading, zelfs een Engelse gravin kwam in beeld als draagster van de jurk. Intussen zijn we een jaar verder en is hoogleraar Natuurwetenschappelijke aspecten van conservering en restauratie van roerend cultureel erfgoed Maarten van Bommel bezig met een uitgebreid onderzoek naar het textiel, in samenwerking met de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed en het Rijksmuseum. We spreken elkaar in het textielatelier van het Rijksmuseum, waar twee onderzoekers zojuist een grote doos voorzichtig op tafel hebben gezet. Van Bommel bekijkt hier met studenten van de master Conservering en restauratie van cultureel erfgoed uit welke materialen de stoffen bestaan en hoe ze die het beste op de lange termijn kunnen beheren. Tegelijkertijd doen historici en
archeologen binnen het project onderzoek naar de context. Samen hopen ze er één sluitend verhaal van te maken. De omstandigheden onder water zorgden ervoor dat het materiaal eeuwenlang in goede staat bleef, maar hoe nu verder? Van Bommel en zijn studenten zijn begonnen met materiaaltechnisch onderzoek naar een aantal textielobjecten uit het wrak. ‘De kleding is vaak van zijde gemaakt en we hebben ook veel zilverdraad teruggevonden. Dat is een zijden kern met daaromheen een heel dun zilverfolie gewikkeld. Het gaat om heel duur materiaal. De natuurlijke kleurstoffen waarmee de stoffen zijn geverfd waren ook heel kostbaar in die tijd. Zoals de kleur rood, gemaakt van schildluizen. Nu zit die zelfs in roze koeken maar toen liet de drager ermee zien hoe welvarend hij was.’ De kleurstoffen die zijn gebruikt, zullen niet zo snel verkleuren, is zijn ervaring. Van Bommel maakt zich meer zorgen om de conditie van de textielvezels. Als de wetenschappers niets doen, zal de textielvondst uiteindelijk tot stof uit elkaar vallen. Van huis uit is Van Bommel chemicus. Hij deed veel onderzoek naar het verval van natuurlijke kleurstoffen.
Ze ondervinden schade door een teveel aan licht, zuurstof, een hoge luchtvochtigheid en temperatuurschommelingen. Dit geldt grotendeels ook voor de organische textielvezels. Alleen is het effect van zuurstof nooit gemeten. ‘Vreemd genoeg niet’, zegt Van Bommel. ‘Textiel wordt al wel hier en daar in zuurstofvrije vitrines opgeslagen omdat we denken dat dat het verval tegengaat, maar zeker weten doen we het dus niet.’
HET EFFECT VAN ZUURSTOF IS NOOIT GEMETEN Stikstof Nu de materialen van de kledingstukken zijn vastgesteld, is de tijd rijp voor stap twee, de modelstudie. ‘We hebben moderne zijde geverfd volgens historisch recept en die gaan we nu versneld verouderen, onder invloed van temperatuur, luchtvochtigheid of licht.
21
Links Hanneke Kramer, student, en rechts René Lugtigheid, docent Conservering en restauratie textiel. Op de achtergrond Maarten van Bommel. Foto’s: Marjolein Overmeer
Bij elke veroudering stellen we een deel van de referentiematerialen bloot aan zuurstof, gewoon in de open lucht. Voor een ander deel gebruiken we stikstof. En dan maar kijken of er verschil is.’ Als dit werkt, zullen de onderzoekers ook kleine textielmonsters uit de opgedoken collectie versneld gaan verouderen. ‘Daarmee komen we dichter bij het object. Een modelstudie is natuurlijk toch minder realistisch. Maar het gaat uiteindelijk om de stap die hierop volgt. Stel dat textiel opslaan in stikstof het nieuwe advies wordt, dan zou ik graag willen dat we een methode ontwikkelen om textiel op de lange termijn te kunnen volgen en monitoren. Dit gebeurt namelijk nog nergens. Zo kunnen we over vijf of tien jaar zien of het textiel daadwerkelijk in goede conditie blijft of dat het toch sneller achteruit gaat dan we verwachtten.’ De opgedoken kledingstukken zijn erg kwetsbaar en de onderzoekers willen ze zo min mogelijk aanraken. Scantechnieken en 3D-reconstructies moeten hier uitkomst bieden. ‘Van 3D-reconstructies kunnen we leren hoe de kledingstukken in elkaar zitten. Kleding bestaat vaak uit meerdere lagen en we willen ook zichtbaar krijgen wat er tussen die lagen textiel zit, of er nog hechtingsgaren in zit bijvoorbeeld.’ Daarnaast is niet alle stof even mooi plat boven water gekomen. Het opgefrommelde textiel wil Van Bommel kunnen uitrekken, zonder het aan te raken. ‘Anders valt het gelijk uit elkaar! We willen in samenwerking met het Academisch Medisch Centrum MRIen CT-scans maken en proberen om die digitaal te stretchen. Deze scantechnieken laten in de medische wereld zien hoe zachte delen van het lichaam, zoals organen, eruitzien. Studenten scannen nu kleine textielfragmenten om te zien of dat ook werkt. Maar het liefst zou ik de jurk meteen scannen, om tussen het textiel te kunnen kijken. Ik weet alleen niet of het
scanapparaat daar groot genoeg voor is, maar dat is van later zorg.’ Er komt duidelijk een hoop pionierswerk kijken bij zo’n unieke vondst. Dat geldt ook voor het kledingstuk in de doos die al een half uur staat te lonken. De studenten pakken hem eindelijk uit en leggen een roodfluwelen kaftan op tafel. In eerste instantie dachten de onderzoekers dat dit ook een jurk was. Een vreemde weliswaar, maar toch. Ook voor de Britse kostuumspecialist Jenny Tiramani, hoofd van de School of Historical Dress, is het atypische kledingstuk één groot vraagteken. Ze is uit Londen overgekomen en ziet het voor het eerst. Enthousiast begint ze te brainstormen. ‘De stijl van de kleermaker zegt iets over waar de jurk gemaakt is, niet de stof zelf. Wie was de maker? Welke technieken heeft hij gebruikt? Dit verschilde enorm per regio. Deze kaftan heeft zowel Ottomaanse als Hongaarse en Poolse kenmerken, terwijl de enorme knopen met zilverdraad Perzisch lijken. Grote kans dat het uit het sterker door andere regio’s beïnvloedde grensgebied komt in plaats van uit het hart van het Ottomaanse Rijk!’ Haar geestdrift is voelbaar in het textielatelier.
ALS DE WETENSCHAPPERS NIETS DOEN, ZAL DE TEXTIELVONDST UITEINDELIJK TOT STOF UIT ELKAAR VALLEN Straatvaarder Volgens Van Bommel zal het nog wel even duren voordat duidelijk wordt waar deze kaftan precies
‘DEZE KAFTAN HEEFT ZOWEL OTTOMAANSE ALS HONGAARSE EN POOLSE KENMERKEN’ gemaakt is, als het überhaupt nog te achterhalen valt. Dat geldt ook voor het wrak zelf. Het zou wel eens om een Straatvaarder kunnen gaan, een koopvaardijschip dat via de Straat van Gibraltar zijn handel haalde uit het Middellandse Zeegebied. Meerdere opgedoken producten hebben ze al kunnen linken aan dit handelsgebied, vertelt hij. Maar als het om een uitvarend schip gaat, kan de lading ook bij elkaar gekocht zijn in Nederland. Amsterdam was namelijk de belangrijkste overslaghaven in die tijd. ‘Waar we met het onderzoek naar toe gaan, zie ik nog niet helemaal precies. Het is één groot onbekend terrein. Ik hoop dat we met alle informatie, van het identificeren van de materialen tot aan de historische context, het totale verhaal completer kunnen maken. Maar ik ben wel realistisch genoeg om te beseffen dat een echt compleet verhaal onhaalbaar is.’ Wat betreft het textiel onderzoeken Van Bommel en zijn studenten twaalf kostuums of delen daarvan, en dertien groepen interieurtextiel. Hiervan willen ze in ieder geval van vijf tot tien stukken een goed overzichtsverhaal hebben, wat ook nodig zal zijn voor de toekomstige tentoonstelling van de stukken. Of meer haalbaar is, vindt Van Bommel moeilijk te zeggen, vanwege de onvoorspelbaarheid van dit pioniersonderzoek. ‘We zijn hier nog wel een paar jaar zoet mee, maar die conserveringsstrategie gaat er uiteindelijk komen, daar ben ik van overtuigd.’ •
22 WETENSCHAP SPUI —
kort nieuws
De wetenschappelijke kennis neemt dagelijks toe. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam dragen daaraan bij met proefschriften, papers en andere publicaties waarin zij de vruchten van hun arbeid wereldkundig maken. SPUI biedt een selectie van recente resultaten.
ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE
Banken hebben oneigenlijk voordeel van overheidssteun Sinds de financiële crisis, die in de zomer van 2007 ontstond, zijn schaal- en scopevoordelen van banken actueler dan ooit. Zowel individuele banken als de financiële sector als geheel zijn steeds groter geworden, zelfs na de financiële crisis. Maar hebben grote banken een kostenvoordeel ten opzichte van kleinere banken? Het antwoord is ja. En dit wordt voor een aanzienlijk deel verklaard door een oneigenlijk voordeel van overheidssteun, blijkt uit promotieonderzoek van econoom Mark Dijkstra. Hij keek of schaal- en scopevoordelen voor banken bestaan en waardoor deze veroorzaakt worden. Hij analyseerde hiertoe een dataset van ongeveer 18.000 Europese bankobservaties tussen 2002 en 2011 en ontwikkelde een maat om het oneigenlijke voordeel van overheidssteun te meten.
ding en reacties van de podiumdirecties zelf. Hij onderzocht daarom hoe managers hun organisaties hebben aangepast in reactie op de bezuinigingen.
GEESTESWETENSCHAPPEN
Ruis essentieel voor goede muziek Stop met het streven naar de perfecte geluidsopname. Hiertoe pleit muziekwetenschapper Melle Kromhout in zijn proefschrift naar de rol van ruis en geluidsvervorming in de muziek. Al sinds Edison in 1877 de geluidsrecorder uitvond, streeft de muziekindustrie naar het ultiem zuivere geluid. Kromhout stelt dat ruis bij geluidsopnames misschien slecht lijkt, maar dat het juist is wat muziek mooi en menselijk maakt. Bovendien is de volledige weergave van de werkelijkheid een utopie, stelt Kromhout. Zijn onderzoek raakt hiermee aan het filosofische domein.
Aandacht nodig voor tekstbegrip scholieren Een kwart van de middelbare scholieren in Nederland heeft niet het gewenste tekstbegripniveau dat noodzakelijk is om de schoolboeken te begrijpen. Vooral het tekstbegrip van leerlingen met een andere thuistaal dan het Nederlands en een lage sociaaleconomische status, is ondermaats. Taalwetenschapper Camille Welie deed promotieonderzoek naar het tekstbegrip van tweedeklassers. Ze stelt dat het ondermaatse tekstbegripniveau zorgelijk is, omdat een gering tekstbegrip het leren belemmert. Extra inspanning op school en daarbuiten is nodig om schoolsucces voor tweetalige leerlingen te bevorderen.
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
Brein in tweeën, maar bewustzijn niet Patiënten met een ‘gespleten brein’ zouden ook een gespleten bewustzijn hebben, aldus de gangbare opvatting binnen de neurowetenschap. Een onderzoeksteam onder leiding van UvA-psycholoog Yaïr Pinto vond aanwijzingen dat de visuele waarneming weliswaar gesplitst is, maar dat dit niet leidt tot onafhankelijke perceptiegebieden in de linker- en rechterhersenhelft. De resultaten zijn gepubliceerd in Brain. Een gespleten brein is de niet-medische benaming voor het gevolg van een corpus callosotomie, een chirurgische ingreep die vroeger werd verricht ter verlichting van patiënten met zware epilepsie. Bij deze ingreep wordt het corpus callosum (de hersenbalk), een bundel van hersenvezels die de linker- en de rechterhersenhelft met elkaar verbindt, doorgesneden om te voorkomen dat epileptische activiteit zich verspreidt van de ene naar de andere hersenhelft.
Melatonine en lichttherapie voor kinderen met slaapproblemen Veel kinderen kunnen moeilijk in slaap komen. Als de inslaapproblemen veroorzaakt worden door een stoornis in de biologische klok, kunnen melatonine en lichttherapie helpen. Pedagoog Annette van Maanen onderzocht beide behandelingen en vond inderdaad een verbetering van de slaap. Slaapproblemen bij kinderen kunnen allerlei verschillende oorzaken hebben. In haar proefschrift onderzocht Van Maanen inslaapproblemen die zijn gerelateerd aan een late afgifte van melatonine, oftewel het ‘slaaphormoon’.
MEDISCHE WETENSCHAPPEN
Biologische versnipperaar houdt hiv tegen Podiumdirecties toonden veerkracht na bezuinigingen Na de bezuinigingen in de cultuursector zijn Nederlandse podia pragmatischer geworden zonder concessies te doen aan de artistieke kwaliteit. Dit blijkt uit een inventarisatie die econoom Alexander Alexiev deed onder managers van schouwburgen en concertzalen in Nederland. Sinds de bezuinigingen in de cultuursector is er een publieke discussie ontstaan over de verdere ontwikkeling van de sector. In de discussie rond de prestaties van Nederlandse podia ontbrak volgens Alexiev echter een belangrijk aspect: de hou-
MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN
Ben je benadeeld als je in een achterstandsbuurt woont? Woon je in een achterstandsbuurt, dan heeft dit een negatief effect op je sociaaleconomische perspectieven. Op dit hardnekkige geloof baseert de overheid al tijdenlang haar wijkenbeleid. Toch heeft de wetenschap hier geen eenduidig bewijs voor gevonden. Politiek socioloog Emily Miltenburg betoogt in haar proefschrift dat als je buurt al invloed heeft op je levenskansen, deze zeer specifiek en afhankelijk van de bewoner zijn.
Onderzoekers van het AMC hebben een eiwit ontdekt dat hiv-besmetting kan tegenhouden. Op termijn kan dit leiden tot een nieuwe aanpak van hiv. Ze deden onderzoek in een type huidcel dat als eerste in aanraking komt met hiv, bij zowel hetero- als homoseksueel contact. Deze zogenoemde Langerhanscellen verhinderen dat het virus het lichaam binnendringt, maar hoe deze cellen dat doen was nog niet bekend. Het onderzoek heeft geleid tot de ontdekking van een bepaald eiwit in deze cellen dat hiv als het ware door de biologische versnipperaar haalt. De vondst is zo opzienbarend dat deze is gepubliceerd in het topblad Nature. Het mechanisme kan verklaren waarom sommige mensen meer of juist minder vatbaar zijn voor hiv: door genetische verschillen in mensen is het eiwit niet altijd in staat het virus te vernietigen.
23 Kunstalvleesklier helpt patiënten met suikerziekte
Baanbrekende katalysator voor omzetten koolstofdioxide
2017 wordt het jaar waarin patiënten met diabetes-1 gebruik kunnen maken van een kunstalvleesklier. Deze reguleert automatisch de afgifte van insuline – van levensbelang voor een diabetespatiënt. AMC’er Jort Kropff promoveerde op onderzoek naar de kunstalvleesklier. Voor het eerst kan hij wetenschappelijk concluderen dat dit apparaat de glucosewaarden van de patiënten aanzienlijk verbetert. Wel kan de ontwikkeling van de kunstalvleesklier nog beter, stelt hij. Medisch-technische bedrijven pakten die handschoen op. Naar verwachting komen zij zeer binnenkort op de markt met een relatief handzaam model.
UvA-scheikundigen Edwin Gnanakumar en Shiju Raveendran hebben een nieuwe katalysator uitgevonden die koolstofdioxide (CO2) doeltreffend kan omzetten in koolstofmonoxide (CO). Deze uitvinding, waarvoor binnenkort octrooi wordt aangevraagd, maakt een duurzame toepassing mogelijk van CO2, een actief broeikasgas dat in verband wordt gebracht met de klimaatverandering. Mocht de katalysator ook op grotere schaal succesvol blijken, dan zou CO2 hiermee op een praktische manier kunnen worden omgezet in bruikbare chemische stoffen.
Ontsmettingsmiddelen voedingsindustrie gevaarlijk bij hersenvliesontsteking Het gebruik van desinfecterende stoffen in de voedingsindustrie kan ertoe leiden dat hersenvliesontsteking minder goed te behandelen is. Uit onderzoek van het AMC blijkt dat hierdoor de patiënten met hersenvliesontsteking door de listeria-bacterie vaker komen te overlijden of met ernstige restverschijnselen herstellen. Het onderzoek is online verschenen in het tijdschrift Clinical Microbiology and Infection.
NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA
Metaalzepen cruciaal in verouderingsproces olieverfschilderijen Als je voor een olieverfschilderij staat in een museum, lijkt dat een permanent en onveranderbaar object. Olieverfschilderijen ondergaan echter heel trage veranderingen in hun uiterlijke en innerlijke structuur. Om kunstwerken in de toekomst beter te conserveren, heeft UvA-onderzoeker Joen Hermans de moleculaire structuur van oude olieverf nagemaakt. Hermans’ promotieonderzoek gaat over de chemische processen die ten grondslag liggen aan verfdegradatie. Vooral de vorming van zogenaamde metaalzepen wordt in verband gebracht met de toenemende broosheid, transparantie of korstvorming van de verf op een schilderij. Naar schatting heeft zeventig procent van alle olieverfschilderijen last van metaalzeepvorming.
Wetenschappers luiden alarmbel over afnemende primatenpopulatie Een groep vooraanstaande internationale experts op het terrein van het behoud van primaten, onder wie UvA-hoogleraar Serge Wich, doet in het tijdschrift Science Advances een oproep om dringende maatregelen te treffen om de wereldwijd teruglopende primatenpopulaties te beschermen. Uit de meest recente cijfers blijkt dat zestig procent van de ruim vijfhonderd primatensoorten met uitsterven wordt bedreigd, een toename van twintig procent sinds 1996. De wetenschappers wijzen op de precaire situatie waarin primaten zich bevinden door de toenemende en onhoudbare druk op hun leefgebieden door landbouw, houtkap, bouwactiviteiten, grondstofwinning en andere menselijke activiteit.
RECHTSGELEERDHEID
Verkiezingsplannen weinig concreet over EU Is er echt wat om over te stemmen bij de verschillende partijen, als het gaat om de Europese Unie? Partijen hebben namelijk nauwelijks concrete en uitgewerkte ideeën over hoe het anders moet met de EU. Dat is de slotconclusie van een groep juristen en EU-experts van het Amsterdam Centre for European Law &
Governance (ACELG) op basis van een diepgravende analyse van de partijstandpunten van de Nederlandse politieke partijen. De EU-juristen analyseerden op EUexplainer.nl per partijprogramma de haalbaarheid en de uitvoerbaarheid van de plannen van de politieke partijen.
Onvoldoende bescherming privacy smart-televisiekijkers Beleidsmakers in Nederland en Europa moeten meer doen om de privacy van mediagebruikers te beschermen en dit niet volledig overlaten aan de wetgeving en instanties op het gebied van gegevensbescherming. Dat is een van de aanbevelingen die privacydeskundigen Kristina Irion en Natali Helberger doen in hun onderzoek dat werd gepubliceerd in het tijdschrift Telecommunications Policy. Irion en Helberger wijzen op de problemen die het gebruik van televisies met internetfunctionaliteit, oftewel smarttelevisies, met zich meebrengt aangaande de bescherming van privacy en van gegevens. Net zoals andere op internet aangesloten apparatuur maken smart-tv’s het mogelijk om het gedrag van kijkers on- en offline te volgen. Ook kan informatie over de sociale achtergrond, gewoonten en kijkvoorkeuren van de kijker worden doorgegeven aan derden.
Van azc naar een baan Voor vluchtelingen in de asielprocedure en in het azc bestaan hoge financiële, administratieve en praktische drempels om te werken. Ook komt Nederlandse regelgeving rond de arbeidsmarktintegratie van vluchtelingen niet altijd overeen met Europees recht. En soms werken de regelgeving en uitvoering daarvan in de praktijk integratie tegen. Dit staat in het rapport Van azc naar een baan, dat is opgesteld onder leiding van expert migratierecht Tesseltje de Lange. Het rapport doet ook aanbevelingen. Vluchtelingen in de asielprocedure zouden na twee maanden al moeten kunnen werken om vacatures te vervullen voor kennismigranten of waar geen Nederlands aanbod voor is. En als vluchtelingen eerder verblijfszekerheid krijgen, biedt dat potentiële werkgevers en werkende statushouders meer perspectief. •
Van azc naar een baan De Nederlandse regelgeving over en praktijk van arbeidsmarktintegratie van vluchtelingen Tesseltje de Lange Elles Besselsen Soumaya Rahouti Conny Rijken
24 PERSONALIA
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
SHIN’ICHIRO ANDO
CUM LAUDE, wint De Zeeuw-Van Dishoeck
VICTOR HALBERSTADT
Curie Fellow aan de UvA, heeft de Europese ster-
universitair hoofddocent Gravitation and Astropar-
Afstudeerprijs voor Sterrenkunde (3.000 euro) bij
ECONOMIE 1964, econoom, ontvangt de Frans
renkundeprijs MERAC 2017 gewonnen (20.000
ticle Physics, heeft de Japanse Grant-in-Aid for
de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der
Banninck Cocqpenning van de stad Amsterdam
euro) voor ‘best early career researcher’ in de theore-
Young Scientists gewonnen, vergelijkbaar met de
Wetenschappen (KHMW) voor zijn onderzoek naar
wegens zijn bijzondere bijdrage aan de stad en de
tische astrofysica.
Vidi-beurs in Nederland.
flikkerende zwarte gaten.
Nederlandse samenleving. Hij was onder meer
HANNA BERVOETS
WALTER VAN EMDE BOAS
het Nationale Ballet en Het Muziektheater
PROMOTIE RECHTSGELEERDHEID 2001,
JOURNALISTIEK EN MEDIA 2008, ontvangt de
GENEESKUNDE 1967, PROMOTIE 1973,
Amsterdam tot de Nationale Opera & Ballet.
docent algemene rechtsleer, is verkozen tot UvA
Frans Kellendonkprijs (5.000 euro) en de BNG
neuroloog en klinisch neurofysioloog, voormalig
Bank Literatuurprijs voor jonge Nederlandstalige
hoofd afdeling Neurofysiologie Stichting Epilepsie
BAS HEIJNE
omdat zij eerstejaarsstudenten direct het gevoel geeft
schrijvers (15.000 euro en een sculptuur).
Instellingen Nederland, is benoemd tot Officier in
ENGELSE TAAL- EN LETTERKUNDE 1984,
dat zij onderdeel uitmaken van de UvA.
de Orde van Oranje-Nassau.
is de winnaar van de P.C. Hooftprijs 2017 voor zijn
betrokken bij de fusie van de Nederlandse Opera,
HANNAH VAN BINSBERGEN
ANTOINETTE MUNTJEWERFF
Docent van het Jaar 2016-2017. De jury prijst haar
beschouwend oeuvre, en de nieuwe Vrije Schrijver
ROEL NUSSE
student Wijsbegeerte aan de UvA, heeft als eerste
ULLE ENDRISS
debutante ooit de VSB Poëzieprijs (25.000 euro)
universitair docent aan het Institute for Logic,
gewonnen voor haar bundel Kwaad gesternte.
Language and Computation (ILLC) van de UvA,
HENKJAN HONING
Breakthrough Prize in Life Sciences van drie miljoen
ontvangt een TOP-subsidie Exacte Wetenschappen
PROMOTIE CITY UNIVERSITY LONDON
dollar voor zijn baanbrekende onderzoek naar onder
DYMPH VAN DEN BOOM
van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschap-
1991, bijzonder hoogleraar Muziekcognitie aan de
meer stamcellen.
PROMOTIE ONTWIKKELINGS-PSYCHO-
pelijk Onderzoek (NWO), evenals zijn ILLC-
UvA, is de nieuwe wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS).
JIM VAN OS
COOS HUIJSEN
epidemiologie en hoofd afdeling Psychiatrie en
GESCHIEDENIS 1985, PROMOTIE 2012, sinds
psychologie UMC Maastricht, is medisch manager
de jaren zeventig betrokken bij diverse organisaties
van de divisie Hersenen bij het UMC Utrecht.
LOGIE LEI 1988 CUM LAUDE, werd bij haar
collega Benno van den Berg; Alex de Koter en
afscheid als rector magnificus van de UvA benoemd
Jean-Michel Désert (Anton Pannekoek Institute
tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, omdat
for Astronomy); en Rob Stevenson en Viresh Patel
ze zich als eerste vrouwelijke rector van een Neder-
(Korteweg-de Vries Institute for Mathematics).
landse universiteit heeft ingezet voor de internationale profilering van het Nederlands hoger onderwijs.
aan de VU.
BIOLOGIE 1975, PROMOTIE 1980, verbonden aan Stanford University en aan de UvA, ontving een
GENEESKUNDE 1984, hoogleraar Psychiatrische
BART JAN VAN ETTEKOVEN
op het gebied van cultuur, kerkelijk leven en homo-
onbezoldigd hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan
emancipatie, is benoemd tot Officier in de Orde van
JOSSE BOSSELAAR
de UvA, is aangetreden als voorzitter van de afdeling
Oranje-Nassau.
INTERNATIONAL DEVELOPMENT STUDIES
bestuursrechtspraak van de Raad van State.
JAMAL OUARIACHI PSYCHOLOGIE 2008, ontvangt de European Union Prize for Literature 2017 voor zijn roman
FRANK VAN DER KNAAP
Een honger, die eerder werd bekroond met de BNG
HILDE GEURTS
POLITICOLOGIE 1989 EN FILOSOFIE 1992 is
Bank Literatuurprijs.
scriptie ‘Patterns of Inequality: A case study on the
PROMOTIE PSYCHOLOGIE VU 2003,
per januari 2017 manager bedrijfsvoering van
labor agency of Bangalore’s garment workers’.
bijzonder hoogleraar Autisme, ontvangt een Vici-
kennis- en netwerkorganisatie Platform31.
2016, heeft de scriptieprijs van de vakbeweging in de categorie universiteiten ontvangen voor haar
subsidie van maximaal anderhalf miljoen euro van
MIRJAM VAN PRAAG ECONOMETRIE 1991, PROMOTIE 1996 CUM
GIJS VAN DEN BRINK
de NWO, evenals Filip Meysman en Jaap de
HARM KRUGERS
LAUDE, hoogleraar Entrepreneurship and Organi-
GENEESKUNDE 1998, PROMOTIE 2002, hoog-
Roode (Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem
universitair docent Neurobiologie, krijgt een
zation aan de UvA en Maersk Mc-Kinney Møller
leraar Experimentele gastro-enterologie AMC-UvA,
Dynamica) en Eric-Jan Wagenmakers (Psychologi-
subsidie van 250.000 euro van het Amsterdam
Professor of Entrepreneurship aan Copenhagen
ontvangt een Consolidator Grant van de European
sche methodenleer).
Brain and Cognition Center voor zijn onderzoek
Business School, is benoemd tot lid van de nieuwe
Research Council van twee miljoen euro, evenals
naar de relatie tussen sociaal gedrag en gebeurte-
raad van toezicht van NWO.
natuurkundige Ben Freivogel, mediëvist Guy
nissen in het vroege leven.
Geltner en bioloog Christa Testerink. MICHÈLE LAMONT EDGAR DE BRUIN
promotie Sociologie universiteit La Sorbonne 1983,
SLAVISCHE TAAL-EN CULTUUR 1986 CUM
hoogleraar Sociologie aan de universiteit van
LAUDE, heeft de Jiri Theiner Award ontvangen
Harvard, eredoctor aan de UvA, krijgt de Erasmus-
voor zijn inspanningen voor de Tsjechische litera-
prijs (150.000 euro) voor haar bijdrage aan onder-
tuur, als literair agent en vertaler.
zoek binnen de sociale wetenschap naar de relatie tussen macht, kennis en diversiteit. De prijs wordt
JAN BUISMAN
in november 2017 uitgereikt door Koning Willem-
SOCIALE GEOGRAFIE 1961, kreeg de Zilveren
Alexander.
MARJA RUIGROK
WRISTER GROMMERS
KAROL LESMAN
raadslid in Amsterdam en oprichter van onderzoeks-
en letterkunde 1980, ontving de onderscheiding
COMMUNICATIEWETENSCHAP 1991, is de
SLAVISCHE TAAL- EN LETTERKUNDE
bureau Ruigrok/Netpanel, is verkozen tot het beste
vanwege zijn bijdrage aan de cultuurhistorie.
nieuwe rector van het Montessori Lyceum
(POOLS) 1985, voormalig bestuurslid AUV-alum-
raadslid van het jaar.
Amsterdam. Hiervoor was hij hoofd Communicatie
nikring Slavistiek, heeft de Martinus Nijhoff
bij het tandheelkundig centrum ACTA.
Vertaalprijs (35.000 euro) ontvangen voor zijn
KOEN SCHOBBERS
vertaaloeuvre van werken uit de Poolse literatuur.
student Geneeskunde en professioneel gamer, krijgt
COMMUNICATIEWETENSCHAP 1990, VVD-
Anjer vanwege zijn bijdrage aan de geschiedenis van de meteorologie. Peter Breuker, Nederlandse taal-
JEAN-SÉBASTIEN CAUX theoretisch fysicus, ontvangt een Advanced Grant van de European Research Council van maximaal
GERT-JAN GRUTER
tweeënhalf miljoen euro, evenals klinisch psycho-
Bijzonder hoogleraar Industrial Sustainable
MARCEL LEVI
coschappen kan combineren met het gamen op
loog Merel Kindt en wiskundig psycholoog Eric-
Chemistry, is genomineerd voor de European
GENEESKUNDE 1986, PROMOTIE 1991,
wereldniveau.
Jan Wagenmakers.
Inventor Award voor zijn uitvinding van bioplastic
is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-
gemaakt van suikers uit planten.
Nassau. Hij nam na dertig jaar afscheid van het
YFKE DULEK LOGIC 2016 CUM LAUDE, wint de Ngi-NGN
JESÚS AGUIRRE GUTIÉRREZ
van de UvA een topsportstatus, waardoor hij zijn
STEPH SCHOLTEN
AMC, waar hij sinds 2010 bestuursvoorzitter was en
KUNSTGESCHIEDENIS EN ARCHEOLOGIE
decaan van de Faculteit der Geneeskunde.
1991, directeur UvA-Erfgoed, verantwoordelijk voor
Informatie Scriptieprijs voor Informatica en Infor-
BIOLOGICAL SCIENCES 2010, promotie 2015,
matiekunde (5.000 euro) bij de KNAW voor haar
psycholoog Marc Heerdink en AMC’er Annegreet
ROEL MAALDERINK
de musea en collecties van de UvA, is per 1 augustus 2017 benoemd als algemeen directeur van het
scriptie over een bijzondere versleutelingsmethode
Veldhuis-Vlug ontvingen een Rubiconbeurs van
INFORMATIERECHT 2017, won de KHMW-
Hunterian Museum & Art Gallery van de
waarmee derden in de toekomst berekeningen op
NWO waarmee ze onderzoek kunnen doen aan een
internetscriptieprijs met zijn scriptie ‘De digitale
Universiteit van Glasgow, Schotland.
versleutelde kwantumdata kunnen uitvoeren zonder
buitenlandse onderzoeksinstelling.
schandpaal en wat we ertegen kunnen doen’.
ELLEN VAN HAAREN
SELMA DE MINK
student Psychobiologie, won de El Hizjra Litera-
JAKOB VAN DEN EIJNDEN
RECHTSGELEERDHEID 1988, is sinds 1 januari
PROMOTIE ASTROFYSICA UU 2010 CUM
tuurprijs 2016 met haar gedicht ‘Je vertelde me wat
ASTRONOMY AND ASTRO-PHYSICS 2016
directeur van het Olympisch Stadion in Amsterdam.
LAUDE, universitair docent, MacGillavry en Marie
ik moest doen’.
AMAL SOUIKI
deze data te hoeven decoderen.
25 PETER VAN TIENDEREN PROMOTIE BIOLOGIE UU 1989, hoogleraar Experimentele plantensystematiek, is benoemd tot decaan van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI).
overledenen
JETTEKE FRIJDA 1925, Psychologie 1970,
JOANNES BERNARDUS VAN DER
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, beste
SCHOOT 1927, Geneeskunde 1953, Ridder in
vriendin van Margot (zus van Anne) Frank
de Orde van de Nederlandse Leeuw, voormalig
JAN VAN CUILENBURG 1946, promotie
(7 december)
hoogleraar Nucleaire geneeskunde AMC-UvA en decaan Faculteit der Geneeskunde
Communicatiewetenschappen 1977, hoogleraar Communicatiewetenschap UvA (1 november 2016) TJEERD TALSMA 1950, Geschiedenis 1985,
ARNOLD VAN AKKEREN 1936, Grieks,
(16 januari)
Latijn en oude geschiedenis 1970, Klassieke taal- en letterkunde 1970, leraar Barlaeus
DIEDERIK WIJFFELS 1983, Geneeskunde
Gymnasium Amsterdam (12 december)
2009, interventie-radioloog (16 januari)
ROB VAN SCHAIK 1927, Economie 1953,
BART LEIJNSE 1925, Wis- en natuurkunde
schrijver, VN-ambassadeur (15 december)
1950, hoogleraar Chemische pathologie
oud-gemeenteraadslid Anna Paulowna, oudfractievoorzitter PvdA en collegelid Gedeputeerde Staten Noord-Holland (1 november)
Erasmus MC, oud-rector magnificus van de MARIJKE MAIJENBURG 1981, promotie Geneeskunde 2011, postdoc bloedonderzoeker University of Pennsylvania (7 november)
JAN LECHNER 1927, Romaanse taal- en letterkunde 1955, Franse en Spaanse taal- en
EUR, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, klinisch chemicus, (18 januari)
letterkunde 1960, emeritus hoogleraar LEI,
KRASSIMIR VELIKOV
corresponderend lid van de Real Academia de
ROBERT ANKER 1946, Nederlandse taal- en
PROMOTIE NATUURKUNDE UU 2002, is
BARBARA MARTENS 1969, Communicatie-
la Historia (15 december)
letterkunde 1976, schrijver en dichter
benoemd tot bijzonder hoogleraar Fysica van
wetenschap 1995, consultant McKinsey &
zachte materie aan de UvA.
Company, manager Sydney Organising Committee Olympic Games, oprichter Guidion
KEES VENDRIK
Bank. SIMONE WALVISCH NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE 1981, is bij haar afscheid als vicevoorzitter van de PO-raad, de sectororganisatie voor het primair onderwijs, benoemd tot Ridder in de Orde van
WILLEM VAN RIJN 1946, Geschiedenis 2004, oud-voorzitter en erelid Koninklijke Mili-
CATHARINA FREDRIKS 1947, Nederlandse
Kamerlid en staatssecretaris van Financiën en
(19 december) ROELOF JAN VELTKAMP 1956, Letteren 1984, neerlandicus en decaan Vrije School in Den Haag, grondlegger van
JEANNE BROEZE 1943, Geschiedenis 1972,
UvA, eerste in Nederland met de officiële
vrijeschoolbeweging.nl (30 januari)
oud-docent Geschiedenis Bonhoeffercollege
bevoegdheid als opleider klinische genetica in
(17 november)
het AMC (24 december)
ED VAN ZOMEREN 1940, Psychologie 1969,
KAREL BONTEKOE 1951, Ontwikkelingsleer
neuropsycholoog UMCG, onderzoeker, oud-
1975, psycholoog en muzikant (27 december)
JACK FAHNER 1954, chef de clinique ACTADen Haag, secretaris klachtencommissie ACTA
voorzitter Nederlandse Vereniging voor Neuropsychologie (18 november)
VRIJE STUDIERICHTING LETTEREN 1986
leraar Klassiek Griekse taal- en letterkunde UvA
CUM LAUDE, PROMOTIE 2009 CUM
(21 november)
LAUDE, wordt bij het NIOD programmaleider
bijzonder hoogleraar Advocatuur aan de Faculteit
eredoctoraat 2010 vanwege baanbrekend werk
hoogleraar Klinische genetica, oud-lid senaat
MARIETJE VAN ERP TAALMAN KIP 1935,
PROMOTIE RUN 1999, is benoemd tot
Management VU (27 januari)
NICO LESCHOT 1948, Geneeskunde 1982,
Oude geschiedenis 1961, promotie 1971, hoog-
DIANA DE WOLFF
ANNETTE KARMILOFF-SMITH 1938, UvA-
(29 januari)
MARIËTTE WOLF
geweld en oorlog in Indonesië.
masterstudent Culture Organization and
en secretaris faculteitsbestuur ACTA
Economische Zaken voor het CDA.
van het onderzoeksprogramma Dekolonisatie,
logie en ontwikkelingssociologie 2015, oud-
Unit van het University College London
2001, is sinds 1 mei de nieuwe theaterredacteur
sten. Wijn was eerder bestuurder bij ABN Amro,
DAVID TAMMES 1960, Culturele antropo-
Investments Aegon (17 december)
TOON DE GEE 1942, universitair hoofddocent
Kenniseconomie van Amsterdam (15 november)
Adyen, dat actief is op het gebied van betaaldien-
recht 1998, Project Management Officer TKP
voormalig hoofd Neurocognitive Development
docent HvA, onderzoeker bij het lectoraat
1994, is per 1 mei bestuurder bij fintechbedrijf
DANNY GOPISINGH 1972, Nederlands
op het gebied van de cognitieve psychologie,
ALGEMENE CULTUURWETENSCHAPPEN
ECONOMIE 1991, NEDERLANDS RECHT
trainer en coach (25 januari)
programma’s Teleac/NOT (15 november)
HERIEN WENSINK
JOOP WIJN
SASKIA POST 1960, Vrouwenstudies 1989,
taal- en letterkunde 1993, maker educatieve
ERIK FIECHTER 1962, Sociologie 1993,
teur van NRC Handelsblad.
recht 1953, raadslid te Den Haag (16 december)
taire Schermvereniging (14 november)
Oranje-Nassau.
van de Volkskrant. Zij was sinds 2008 theaterredac-
MARTHA MOLENDIJK 1928, Nederlands
(12 november)
POLITICOLOGIE EN ECONOMIE 1988, is per 1 april benoemd als hoofdeconoom bij Triodos
(20 januari)
Amsterdam (5 februari) WILLEM AERTS 1926, Klassieke letteren
PHILY VROOME-ELST 1938, Psychologie
1951, hoogleraar Middel- en Nieuw-Grieks en
1964, Kunstgeschiedenis en archeologie 2005,
Byzantinologie RUG, vertaler, componist,
schrijfster (30 december)
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (8 februari)
LIESBETH KRAAIJPOEL 1953, Nederlands recht 1980, schilder en pianist (9 januari 2017)
CHANNAH ZWIEP 1962, Pedagogische wetenschappen 1998, ontwikkelings-
CHARLES COSTER VAN VOORHOUT 1942, Nederlands recht 1971, oud-hockey-
PETER BOOMGAARD 1946, Economische
psycholoog en docent UvA (14 februari)
en sociale geschiedenis 1987, voormalig direc-
international, vertegenwoordigde Nederland
teur Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en
op de Olympische Spelen in Tokyo
JACOB JAN EGMOND 1949,
Volkenkunde, bijz. hgl. Economische en ecolo-
Geneeskunde 1976, psychiater en psycho-
(26 november)
gische geschiedenis Zuidoost-Azië (10 januari)
analyticus (15 februari)
PIET SAGEL 1942, Psychologie 1968,
GUUS MATHIJSEN 1930, Wis- en natuur-
HENK HEEREN 1922, Geografie 1946, hoog-
kunde 1957, Biologie 1965, Officier in de Orde
leraar Sociologie UU, voorzitter Nederlandse
van Oranje-Nassau, bibliothecaris Faculteit
Vereniging voor Demografie (17 februari)
der Rechtsgeleerdheid van de UvA. WARD WIJNDELTS
Gedragsleer 1976, Amsterdams politicus en
BACHELOR NEDERLANDSE TAAL EN
imker (10 november)
CULTUUR 2007, is de nieuwe hoofdredacteur
Diergeneeskunde UU (11 januari)
van opinieblad Vrij Nederland. Hij was eerder
ROEL TIELEMAN 1943, Algemene cultuur-
redacteur bij NRC Handelsblad en plaatsvervan-
wetenschappen 2007, erelid tafeltennis-
gend chef bij NRC.next.
vereniging Serve’71 (2 december)
Meer personalia De meest recente personalia vindt u op alumni.uva.nl/personalia. Zelf een nieuwe functie? Kent u iemand die iets bijzonders deed of een mooie prijs won? Tips zijn welkom via spui@uva.nl
ED HARENBERG 1941, Geschiedenis 1970, GER BOUTEN 1937, Grieks, Latijn en oude
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
geschiedenis 1969, Klassieke letteren 1969,
(18 februari)
classicus en leraar (12 januari) EDDY DE MOOR 1933, Wis- en natuurkunde 1956, promotie 1990, Officier in de Orde van Oranje-Nassau, oprichter Nederlandse vereniging voor de ontwikkeling van het rekenwiskundeonderwijs (6 december)
PAUL VENEKAMP 1922, Economische JAAP VAN HASSELT 1927, Nederlands recht
wetenschappen 1951, hoogleraar Statistiek
1958, vice-president Gerechtshof
(22 februari)
’s-Gravenhage (12 januari)
26 IN MEMORIAM MAARTEN TROMPERT 1967,
LESLIE D’HUY 1969, Politicologie
AAD VAN DUIJN 1951,
Communicatiewetenschap 1994,
1994, o.a.als Raadadviseur Europa
afdelingshoofd acquisitie en
presentator Radio Noord-Holland
werkzaam voor het ministerie van
metadatadiensten Universiteits-
(22 februari)
Buitenlandse Zaken (11 maart)
bibliotheek (17 april)
CARL EBELING 1924, Slavische
HENK KNUVERS 1946, Fiscaal-
DINY HOLOLTCHEFF-VAN
talen en letterkunde 1947, hoog-
juridische opleiding 1979, erelid vrij
BOOMA 1930, Psychologie 1959,
leraar Slavische taal- en letterkunde
dispuutgezelschap V.V.A.T.
psychologe (19 april)
en Slavische en Baltische taalkunde
(13 maart)
UvA, lid KNAW (24 februari) BART SCHAFRAT 1963, Tandheel- 1980, penningmeester VVD Nieuwkunde 1998, tandarts (25 februari) koop (22 maart)
kunde 1957, huisarts, universitair docent VU, SCEN-arts (19 april) AD OELE 1923, hoogleraar
WIRO BOSSEWINKEL 1951,
HERBERT GALLÉ 1954, Neder-
Ontwikkelingen in het democratisch
Andragogische wetenschappen
landse taal- en letterkunde 1987,
socialisme, o.a. Tweede Kamerlid
1982, organisatieadviseur en
docent Nederlands Berlage Lyceum
voor de PvdA, lid Europees Parle-
schrijver (26 februari)
Amsterdam (23 maart)
ment en Commissaris van de Koningin (20 april)
KATJA BLOK 1976, medewerker
JAAP SCHERMERHORN 1925,
afdeling Algemene economie UvA
Wis- en natuurkunde 1954,
WUBBO DE BOER 1948,
(27 februari)
promotie 1959, hoogleraar
Nederlands recht 1971, voormalig
Geochemie (24 maart)
directeur-generaal van o.a. het Ministerie van Economische Zaken
JAN VAN HOORN 1951, Nederlands recht 1976, werkzaam bij het
JAN VAN ENTER 1930, Klassieke
ministerie van Buitenlandse Zaken,
letteren 1961, docent Frans en clas-
en Ministerie van Verkeer en Waterstaat (20 april)
o.a. bij de Organisation for the
sicus aan het gemeentelijk GymnaProhibition of Chemical Weapons en sium Hilversum (25 maart) het International Criminal Court
FEKKE BIJLSMA 1933,
(3 maart)
redacteur studentenblad Kaas &
ERNST ABMA 1924, Sociale geografie 1948, Aardrijkskunde
THIJS CHANOWSKI 1930, voor-
1952, hoogleraar Sociologie LEI
malig bijzonder hoogleraar Multi-
(25 maart)
Nederlands recht 1959, dichter en Brood, Officier in de Orde van Oranje-Nassau (27 april) OTTO BOETES 1923, Psychologie
media interactie UvA, televisieprode Fabeltjeskrant (7 maart)
NOOR BOUWMAN 1943, Nederlands recht 1967, advocaat, oud-
1948, politicus, Eerste Kamerlid voor de PSP (29 april)
partner NautaDutilh N.V. (3 april) PAUL ENGELFRIET 1927, voormalig Nederlands kampioen kunstschaatsen, hoogleraar Immunohematologie, Ridder in de Orde van de
TON VIERSMA 1938, AndragoHARM DE JONGE 1919, Genees-
ADRIAAN GOEDHART 1916, JOLANTHE DE TEMPE 1947,
wetenschappen 2000, senior
logie 1989, andragoloog (13 april)
kunde 1949, oud-huisarts (5 april)
Nederlandse Leeuw (7 maart) ILSE KAMPHUIS 1973, Actuariële
Sociologie 1973, socioloog en systeemtherapeut (6 april)
Nederlands recht, publiekrechtelijke richting 1942, raadsadviseur bij het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (20 april)
actuaris (7 maart) ANTONIUS JOHANNUS MARIA RENÉ FRANQUINET 1947, vertaler en eindredacteur Spirou/ Robbedoes, voormalig docent Amstel Instituut UvA (7 maart) DIK KWEKKEBOOM 1958, Geneeskunde 1985, hoogleraar Nucleaire geneeskunde Erasmus MC (8 maart) VINCENT CLITEUR 1963, Geneeskunde 1992, patholoog-anatoom, arts-assistent afdeling Pathologie LUMC (9 maart) KEES JOOSSE 1945, Nederlandse taal- en letterkunde 1975, oudrector Stedelijk Gymnasium Arnhem, oud-directeur Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij (11 maart)
tekst • Ben Haveman
FRIED GELDORP 1927, GeneesSJEF BAKKER 1950, Economie
ducent van o.a. kinderprogramma
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
KUIJPER 1928, Geneeskunde 1957, Ridder in de Orde van OranjeNassau, huisarts te Bovenkarspel
DAGOBERT TWICE STEENIS 1925, Geschiedenis 1954, historicus en filosoof (30 april)
(11 april) ROELOF VAN DER HEIDE 1920, KEES KOOIJMANS 1929,
Geneeskunde 1946, internist (2 mei)
Geschiedenis 1959, historicus, ouddirecteur Bureau der Rijkscommissie
JOHAN HOOGENRAAD 1951,
voor Vaderlandse Geschiedenis
Geneeskunde 1971, huisarts
(13 april)
(18 mei)
PIET KIMMEL 1931, Opvoedkunde LIEF KETELEER 1950, voormalig 1975, oud-directeur Sint Bonifatius-
programmamanager professionalise-
school Haaksbergen (7 april)
ring en ontwikkeling bij de UvA (23 mei)
BERT ARISZ 1935, Geneeskunde 1961, hoogleraar Inwendige geneeskunde AMC (17 april)
Het meest volledige overzicht van overledenen en in memoriams: alumni.uva.nl/overledenen. Berichten doorgeven kan via: relatiebeheer@uva.nl.
LOES DEEN-VAN LEEUWEN 18 OKTOBER 1933 − 18 FEBRUARI 2017 Bij alles wat ze ondernam, hoorde één woord: fanatisme. Dat wisten ze op de golfbaan en aan de bridgetafel. Wanneer Loes Deen–Van Leeuwen haar eigen meubels stoffeerde, leek het alsof hier een professional te werk ging, en niet zomaar een fröbelende anesthesiologe in ruste. En achter haar schildersezel gingen alle remmen los. ‘Niet van dat petieterige’, zegt haar man. ‘Maar echt van: je dondert het er op. Ze was fanatiek in alles. Enorm fanatiek’. Die drijfveren wortelden in haar vroege jeugd. Loes van Leeuwen, geboren Lucia, was de jongste van vier kinderen in een Velsens huisartsengezin. Haar vader stierf toen ze zes jaar was. Het was niet de enige gebeurtenis die van grote invloed was op haar leven: in het begin van de oorlog werd het vaderloze gezin gedwongen van Velsen naar Heemstede te verhuizen, omdat de Duitse bezetters aan de kust begonnen met het aanleggen van de Atlantikwall; de verdedigingslinie met bunkers tegen een mogelijke invasie van de geallieerden. Loes van Leeuwen was een struise, sportieve verschijning die medicijnen ging studeren toen dat nog ‘een mannending’ was. Het zou via een omweg gebeuren. Er ging een glansrijke studie Engels aan vooraf in de tijd dat de UvA nog Gemeente Universiteit heette. Ook een vervolgcursus Frans aan de Sorbonne in Parijs ging haar soepel af. Haar intelligentie was op de mms al opgevallen, gymnasium alfa was een logische stap. Na Parijs wilde ze even niet meer studeren. Ze werd laborante in het Wilhelmina Gasthuis. Daar kwam Van Leeuwen in aanraking met de vroege celdiagnostiek, een door de Griekse patholoog-anatoom Papanikolaou ontdekte techniek om baarmoederhalskanker te voorkomen door bijtijds cellen te verwijderen. Amerika was daarin ver vooruit. Loes van Leeuwen had op haar dertigste weinig aansporing nodig om er laboratoriumonderzoek te doen, aan de universiteit van Pittsburg, drie jaar achtereen. Ze maakte een rondreis door de VS en liet haar moeder daarvoor overkomen. ‘Amerika, dat was toen alsof je naar de maan zou gaan’, zegt jeugdvriendin Annemarie Gelderman. Loes kwam gemotiveerd terug in Amsterdam om zich als werkstudent op de geneeskunde te storten. Louis Deen, toenmalig anesthesist en hoogleraar, was haar opleider. Hij was net gescheiden en kon bij Loes zijn verhaal kwijt, als overlevende van een Joods gezin uit Loosdrecht waar twee van de zes kinderen door de nazi’s waren vermoord. Van opleider werd hij haar echtgenoot. ‘Ze was heel stimulerend voor mij. In ons huwelijk was de een niet overheersend aan de ander.’ Het anesthesiologen-echtpaar verhuisde mee naar het AMC, kocht een huis aan de gracht, bezeilde IJsselmeer en Waddenzee met de Asklepios, god van de geneeskunde, en ging − tussen buitenlandse reizen door − op donderdag naar het Concertgebouw. Vriendinnen van Loes prezen haar talent voor vriendschap, kleding en een smaakvol gedekte tafel. ‘Ze was echt in alles fanatiek, soms op het overdrevene af’’, zegt ook vriendin Annemarie Gelderman. ‘Ze had de touwtjes goed in handen’, beklemtoont Louis Deen, haar man. ‘Ze was een ontzettend sterke vrouw, totdat het leven haar ontglipte. Loes was in de hogere kringen ingevoerd, ik ben zelf van een iets lager niveau. Daar was ze ook gevoelig voor. We hebben een heel goed leven gehad samen.’ •
27
AUV & VARIA
MELD JONG TALENT AAN VOOR DE AUV-ALUMNUSPRIJS De Amsterdamse Universiteits-Vereniging reikt jaarlijks de AUV-alumnusprijs uit om de bijzondere prestaties van maatschappelijk betrokken UvA-alumni onder de aandacht te brengen en deze alumni aan te moedigen. De winnaars ontvangen een geldbedrag van duizend, tweeduizend en drieduizend euro, dat zij dienen te investeren in het project op grond waarvan zij zijn voorgedragen.
Alumni en (oud-)medewerkers van de UvA kunnen tot en met 25 september 2017 een jonge, getalenteerde UvA-alumnus voordragen die een maatschappelijk aansprekend project heeft ontwikkeld. Een jury kiest vervolgens uit de voordrachten drie winnaars. De AUV-alumnusprijs wordt uitgereikt tijdens de AUV-dag op zaterdag 4 november 2017. Meer informatie over de AUV-alumnusprijs en de voordrachtprocedure: alumni.uva.nl/auv-alumnusprijs.
WAT DEDEN WINNA ARS ALUMNUSPRIJS MET GELD? De drie prijswinnaars van 2016 hebben mede dankzij het prijzengeld hun projecten het afgelopen jaar verder weten uit te breiden. Lees wat de winnaars deden met het prijzengeld op alumni.uva.nl/auv-alumnusprijs.
BETROKKENHEID UVA-ALUMNI ONVERANDERD HOOG De betrokkenheid van alumni bij de UvA is hoog, het aanbod wordt goed gewaardeerd en de behoeften verschillen per categorie: vooral jonge en internationale alumni vragen een specifieke benadering. Dat zijn de belangrijkste conclusies van een grootschalige enquête die de UvA eind 2016 voor de derde keer onder haar alumni heeft gehouden. Ruim zeventigduizend alumni zijn daarvoor via e-mail benaderd, van hen vulden 4.617 personen de Nederlandstalige vragenlijst in en 1.645 de Engelstalige.
De winnaars van de AUV-alumnusprijs 2016: vlnr Luana Carretto (tweede prijs), Renée Frissen (eerste prijs) en Jacob Schaap (derde prijs ). Foto: Monique Kooijmans
ALUMNI COACHCAFÉ Sinds 2016 wordt binnen het jongealumniprogramma het Alumni Coachcafé georganiseerd. Hier kunnen alumni, onder leiding van professionele coaches, in drie rondes praten met andere alumni over hun talenten, dromen en de manier waarop zij hun dromen en talenten kunnen laten samenkomen in een (nieuwe) baan. Deelnemers
van beide edities in 2016 waren positief over de avonden, blijkt uit digitale enquêtes die door bijna de helft van de deelnemers werden ingevuld. De samenhang van het programma en het netwerkgedeelte met andere jonge alumni, die tegen dezelfde problemen aanlopen als zijzelf, werden als inspirerend ervaren.
Net als bij de vorige peiling, in 2013, voelt 59 procent van de Nederlandstalige alumni zich betrokken tot zeer betrokken bij de UvA. De betrokkenheid van niet-Nederlandstalige alumni steeg van 29 procent naar 38 procent. Nederlandstalige alumni zijn het meest bekend met SPUI Magazine en het digitale UvA-alumninieuws en maken daar ook het meest gebruik van. Vrijwel alle aangeboden activiteiten, producten en services worden als (zeer) goed beoordeeld. De Universiteitsdag scoort het hoogst met 90 procent (zeer) goed. Gevraagd naar hun verdere wensen, geven alumni aan vooral behoefte te hebben aan toegang tot online publicaties, vakinhoudelijke activiteiten en het kunnen volgen van (online) colleges. Wat duidelijk wordt uit het onderzoek, is dat de ene alumnus de andere niet is. Vooral jonge en internationale afgestudeerden hebben specifieke behoeften op het gebied van loopbaan- en netwerkactiviteiten. Meer weten over het onderzoek en de conclusies die de UvA daaraan verbindt? Zie alumni.uva.nl/alumnionderzoek.
28 VARIA
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
UNIVERSITEITSDAG 2017
De Universiteitsdag van zaterdag 17 juni begon in de Aula met een voordracht van universiteitshoogleraar Media, jeugd en samenleving Patti Valkenburg, over liefde en haat op het internet. ’s Middags waren er op de Roeterseilandcampus colleges, debatten en interviews over onderwerpen als het levenseinde, politieke vernieuwing en de universiteit van de toekomst. Kinderen konden in uitdagende workshops kennismaken met wetenschap en de universiteit van hun (groot-) ouders.
INVESTEER IN JE LOOPBAAN MET HET JONGEALUMNIPROGRAMMA Met een bul op zak en een rugzak vol academische kennis betreden jaarlijks duizenden recent afgestudeerden de arbeidsmarkt. Vol enthousiasme zetten zij de eerste stappen in hun carrière, maar vaak blijkt pas na verloop van tijd dat ze bepaalde praktische vaardigheden verder willen ontwikkelen. Sommigen ontdekken dat ze hun carrière liever een andere richting op willen sturen en zoeken naar handvatten die kunnen helpen bij deze zoektocht. Dit blijkt uit de diverse onderzoeken die de UvA de afgelopen jaren onder haar alumni heeft uitgezet. Jonge alumni (in de leeftijd tot en met 35 jaar) hebben andere wensen en behoeften dan alumni met langere werkervaring. Ze hebben juist behoefte aan loopbaanbegeleiding en netwerkmogelijkheden om zo hun eigen prille loopbaan verder te helpen. Studenten kunnen bij het UvA Student Careers Centre terecht met vragen over hun loopbaan, en ook alumni kunnen hier tot één jaar na afstuderen aankloppen. Tot nu toe was er daarna een groot gat. De Amsterdamse Universiteits-Vereniging (AUV) en de UvA zijn daarom in 2016 gestart met het jongealumniprogramma om de groep jonge alumni te ondersteunen in hun loopbaanontwikkeling. AUVbestuurslid Maurits Kruithof beheert de portefeuille ‘jonge alumni’ en is de drijvende kracht achter het programma: ‘Als AUV investeren we in onze jonge alumni. Wij kunnen deze unieke groep bij elkaar brengen en binden aan de academische gemeenschap van de toekomst.’
NOG NIET UITGELEERD? Aan de UvA kun je een grote hoeveelheid postacademische programma’s en losse modules volgen. Alumni die zich willen blijven ontwikkelen, hun professionele kennis op peil willen houden of zich willen verdiepen in iets heel nieuws, hebben daarvoor verschillende mogelijkheden. Er zijn online cursussen (MOOCs), postacademische opleidingen, Summer Schools en Winterprogramma’s, en diverse mastercourses. Leden van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging krijgen korting op de Open UvA-Colleges en bijeenkomsten van de Illustere School. Bekijk de mogelijkheden via alumni.uva.nl/ educatie.
VARIA
29
WINNAARS UVASCRIPTIEPRIJS Tijdens de Universiteitsdag werden de jaarlijkse UvAscriptieprijzen uitgereikt. Op de foto boven Silke van Daalen (Biological Sciences, eerste prijs), die in de VS verblijft en via skype reageerde. Daaronder Sam van Noort (Social Sciences, tweede prijs, rechts op de foto) en Yuval Fertig (Economics, derde prijs).
LOOPBAANACTIVITEITEN VOOR JONGE ALUMNI Op basis van de positieve resultaten in 2016 hebben de AUV en de UvA besloten het jonge-alumniprogramma in 2017 voort te zetten. Ook dit jaar worden er weer twee edities van het Alumni Coachcafé georganiseerd. Tevens worden er verscheidene minitrainingen aangeboden op het gebied van loopbaan en vaardigheden, zoals de minitraining ‘Tussen ambitie en werkdruk’, over het omgaan met werkdruk en het stellen van prioriteiten. Waar in de Alumni Coachcafés het verloop van de carrière centraal staat, wordt in deze minitrainingen meer de nadruk gelegd op het ontwikkelen van specifieke vaardigheden. Wil je meer weten over het jonge alumniprogramma? Kijk dan op: alumni.uva.nl/jongealumni.
INTERNATIONAAL NETWERK UVA-ALUMNI BREIDT UIT De UvA blijft graag contact houden met haar internationale alumni. Zij kunnen als ambassadeurs van de UvA een belangrijke rol spelen bij promotie van de universiteit, visitatie en accreditatie van opleidingen, contacten met andere universiteiten en het internationale bedrijfsleven en fondsenwerving. Voor alumni zelf is het ook de moeite waard om betrokken te blijven bij het wereldwijde UvA-alumninetwerk. Juist als je in het buitenland woont, kan het op zowel sociaal als professioneel vlak aantrekkelijk zijn om contact te houden met andere alumni die bij jou in de buurt wonen. Sinds 2002 organiseert de UvA internationale alumnibijeenkomsten. Dit voorjaar waren er bijeenkomsten in Londen, New York, Shanghai en St. Petersburg. In al deze steden zijn UvA Alumni Chapters, lokale verbanden die door vrijwilligers worden gerund. Met ondersteuning van de UvA organiseren zij twee keer per jaar alumniactiviteiten. Daarnaast heeft de UvA in de eerste helft van dit jaar samen met de Netherland-America Foundation (NAF) een viertal lezingen met schrijver Arnon Grunberg georganiseerd. Deze lezingen vonden plaats in New York, Los Angeles, San Francisco en Washington. Na afloop van de evenementen in Washington en San Francisco werd besloten om dit najaar ook Alumni Chapters op te richten in deze twee steden. Bureau Alumnirelaties en Universiteitsfonds informeert alumni ter plaatse over bijeenkomsten op locatie. Dat kan alleen als bij de UvA bekend is waar alumni verblijven. Woon je in het buitenland maar twijfel je of de UvA beschikt over je gegevens? Geef die dan door via alumni.uva.nl/contact. Heb je vragen over activiteiten bij jou in de buurt of de rol die je eventueel zelf kunt spelen? Neem contact op met Christina Ceulemans, International Alumni Officer: c.t.ceulemans@uva.nl.
30 UNIVERSITEITSFONDS
SPUI 46 01 | 2017 alumni.uva.nl
OP ZOEK NAAR AMATEURFILMS OVER HET LEVEN AAN DE UNIVERSITEIT Bewegend beeld was tot voor kort een zeldzaamheid in de collecties van de Universiteit van Amsterdam. Maar nu de mogelijkheden tot digitalisering en conservering zijn verbeterd, wil Marike van Roon, hoofdconservator Bijzondere Collecties, dit audiovisueel erfgoed de aandacht geven die het verdient. Een inleverdag op 7 oktober biedt alumni de gelegenheid hun oude filmrollen aan de UvA te doneren. Over de Universiteit van Amsterdam moet een grote hoeveelheid filmmateriaal van voor 1970 bestaan. Materiaal dat deel uitmaakt van de geschiedenis van de universiteit. Van Roon: ‘Aangezien de nadruk bij Bijzondere Collecties nooit op films heeft gelegen, is het materiaal een beetje tussen wal en schip gevallen. Het ligt verspreid over de verschillende faculteiten en bij instellingen zoals het Stadsarchief en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.’
Van Roon vertelt dat ze filmbeelden gezien heeft over academische plechtigheden en over onderzoek, maar dat er weinig amateurbeelden beschikbaar zijn die het dagelijks leven aan de universiteit laten zien. ‘Natuurlijk was het maken van films duur, maar ik kan me niet voorstellen dat niemand bij een dispuut heeft gefilmd’, zegt ze. ‘Ook tijdens diverse expedities en promoties zullen sommige aanwezigen filmcamera’s hebben meegenomen. Veel van dit materiaal ligt waarschijnlijk bij alumni thuis, op zolders of in kelders, onder omstandigheden die verre van ideaal zijn. We hopen dat de alumni die thuis films hebben, zich bij ons melden.’ ‘Oude filmrollen zijn kwetsbaar en verpulveren snel’, legt Van Roon uit. ‘Het materiaal is niet geschikt om eeuwig te bewaren. Daarom is het belangrijk de rollen te digitaliseren en ze vervolgens op te slaan onder de beste omstandigheden, zodat
verzuring niet meer kan optreden. We willen de films graag behouden voor het nageslacht, nu het nog kan.’ Het audiovisueel erfgoed gaat een belangrijke rol spelen in het vernieuwde Allard Pierson Museum, dat begin 2019 zijn deuren opent. In de filmzaal zal dan een afwisselend programma over de UvA worden getoond. De ontwikkeling daarvan begint met het verzamelen en inventariseren van zoveel mogelijk filmmateriaal.
Op zaterdag 7 oktober organiseert Bijzondere Collecties een inleverdag voor alumni die in het bezit zijn van oud filmmateriaal. Neem voor informatie contact op met Esther Boeles, conservator Geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam (E.Boeles@uva.nl, tel: 020-525 3576), of Marike van Roon, hoofdconservator Bijzondere Collecties (M.vanRoon@uva.nl). Het filmproject van de afdeling Bijzondere Collecties is een van de projecten waar het Amsterdams Universiteitsfonds met het Jaarfonds voor werft. Meer informatie hierover vindt u op de website auf.nl/jaarfonds.
NATUURBESCHERMING EN APARTHEID IN ZUID-AFRIKA Geschiedenisstudent Rosa Deen reisde voor haar masterscriptie af naar ZuidAfrika om het archief van het natuurhistorische Transvaal Museum in Pretoria in te zien. Deen onderzocht welke betekenis de natuur had voor het Transvaal Museum onder het directeurschap van de Nederlander J.W.B. Gunning (18601913), en hoe dit van invloed is geweest op beleidskwesties betreffende natuurbescherming. ‘Het Transvaal Museum en de bijbehorende dierentuin in Pretoria zijn een spil geweest in de ontwikkeling van nationale parken en landbouwkwesties. Hierdoor zijn ze nauw verbonden met de geschiedenis van segregatie in ZuidAfrika en kwesties zoals landonteigening. Natuurhistorisch onderzoek legiti-
meerde vaak het toe-eigenen van land door de overheid. Zo adviseerde het museum om de zwarte bevolking uit een bepaald gebied te laten deporteren, waarna de grond kon dienen als game reserve. Zo’n reservaat was bedoeld voor de aanwas van dieren die goed waren voor de jacht. Later zijn hier wildparken zoals het Kruger Park uit ontstaan. Mijn onderzoek biedt ook inzicht in de betrekkingen tussen Nederland en ZuidAfrika in de periode rond het begin van de twintigste eeuw, waarin de basis werd gelegd van het Apartheidsregime. Het geeft daarmee een beter begrip van de Nederlandse geschiedenis, die vaak los gezien wordt van het koloniale verleden. Hoewel Zuid-Afrika in deze periode geen kolonie meer was, kun je wel spreken van cultureel imperialisme. Dit
kwam vooral door de transnationale netwerken van Nederlandse immigranten zoals Gunning, die hoge posities bij overheidsinstanties innamen en zo bijdroegen aan de vorming van een politiek wit Zuid-Afrika. Zo werd er vanuit de Nederlandsche Zuid-Afrika Vereeniging in Amsterdam een kopie van de Nachtwacht geregeld en gefinancierd voor het museum in Pretoria om zo de ‘glorieuze VOC-geschiedenis’ van de Afrikaners te benadrukken. Dit onderzoeksproject heeft mij veel geleerd over het interpreteren van gevoelige kwesties zoals landonteigening, segregatie en buitensluiting. Het was erg interessant om de archieven te bezoeken. Opvallend vond ik de vele waarschuwingsberichten dat er voorzichtig moest worden omgesprongen met het archief-
Rosa Deen is een van de ongeveer driehonderd studenten die jaarlijks met een reisbeurs van het Amsterdams Universiteitsfonds voor studie, stage of veldwerk naar het buitenland gaan. De reisbeurzen bedragen afhankelijk van reisduur en bestemming tussen de vierhonderd en zeshonderdvijftig euro. Het universiteitsfonds dankt de donateurs die deze bijzondere beurzen mogelijk maken.
materiaal. Anders zou erfgoed ontnomen worden, dat ook toekomstige generaties toebehoort. Dit project bevestigt waarvoor ik ben opgeleid: het begrijpen en verklaren van een bepaalde cultuur en tijdgeest door het gebruik van primaire bronnen. Het raadplegen van deze archiefbronnen heeft mijn enthousiasme voor het vak alleen maar vergroot. Daarnaast heeft dit onderzoek mijn interesse gewekt in de wisselwerking tussen natuurconservatie, musea en politieke ontwikkelingen. Ik hoop hier na het afronden van mijn studie verder in door te gaan.’
31
UVA-SCHRIJVER
HET PLANTAGEPARADIJS
tekst • Midas Dekkers beeld • Annaleen Louwes
Discussiërend over wetenschapscommunicatie, subsidies strooiend voor fabrikanten van de lijm om het publiek aan zich te binden, trok de Universiteit van Amsterdam zich met gezwollen voeten uit het paradijs terug. De zondeval begon met de uitdrijving van het Geologisch Museum en de Hortus Botanicus. Hij eindigde bij het Zoölogisch Museum, dat in zijn geheel cadeau werd gedaan aan aartsrivaal Naturalis te Leiden, dat geen plaats heeft om de spullen op te bergen en amper geld om de afgedankte architect van hun doorzonmuseum af te kopen. Voor mij was de Plantage meer dan een decor. Maar het draait in het toneelstuk van de wetenschap natuurlijk om de mensen. Op het Zoölogisch Museum vond ik mijn voorbeeld, op het Zoölogisch Laboratorium mijn leermeester. Mijn voorbeeld was Dick Hillenius, de charmante dichter/bioloog die je met glimmende oogjes en een innemende glimlach vertelde hoe slecht het met de wereld af zou lopen als gevolg van de ‘kereltjes’ die de wereld bestierden. Op mij had hij het niet zo. Hij verdacht me van het grootste kwaad: idealisme. Volgens hem werd je van al dat in de verte staren maar bijziend.
MIDAS DEKKERS – 1946 • 1973 Biologie cum laude. Tijdens zijn studie werkte Dekkers als studentassistent op de vissenafdeling van het Zoölogisch Museum • 1974 redacteur bij uitgeverij Het Spectrum • 1975 - heden columns en artikelen voor diverse kranten en tijdschriften • 1980 - 2007 wekelijkse column bij radioprogramma Vroege Vogels • 1982 eerste jeugdboek Het walvismeer
Walvissenspecialist
• 1985 Kinderboekenweekgeschenk Houden beren echt van honing? • 1990 diverse tv-series, waaronder Midas en Eerste druk met Midas • 1992 Lief Dier • 1997 De Vergankelijkheid • 2002 De Larf • 2006 Lichamelijke oefening • 2007 Alle Beesten; bundeling van columns 1980 - 2007 voor Vroege Vogels • 2009 Boekenweekessay Piep. Een kleine biologie der letteren • 2014 De kleine verlossing • 2015 De thigmofiel
Waar moet je plantkunde studeren? In de Hortus natuurlijk, wadend door de planten. En dierkunde? Die leer je tussen de olifanten en giraffen van de dierentuin. Bijgevolg fietsten we als studenten de Plantage Middenlaan op en af. Zo zouden wij geleerden worden, van wortel tot tak. Mens werden wij halverwege de Plantage Middenlaan. Daar was café Eik & Linde. Mijn studie duurde tien jaar. De Plantage Middenlaan was een splinter van het paradijs. Rondom strekte Arcadië zich uit langs parken en lanen, tot aan het Roeterseiland, met statige laboratoria, speciaal voor de helden van de wetenschap opgetrokken. Ik was student en wist niet beter dan dat het nooit voorbij zou gaan. Onder de Artisbibliotheek werkte ik als assistent op het Zoölogisch Museum. Al die heerlijke boeken in die heerlijke kasten waren ondermijnd door de vissenafdeling, waar de alcohol van duizenden potten specimina elk moment ontstoken had kunnen worden door de sigaartjes van de wetenschappelijke staf of de zware shag van de assistent. Maar zoiets gebeurt niet in een paradijs. Wilde ik weten welke zeventiende-eeuwse vindplaats waar was, dan liep ik even de trap op om in een zeventiende-eeuwse atlas te kijken.
Jardin des Plantes Er waren plannen om heel deze groene loper, door geschiedenis en wetenschap over het oosten van Amsterdam uitgerold, te vervolmaken. Dat kon gemakkelijk want de markantste onderdelen waren in handen van de gemeente of haar universiteit. Het had iets moeten worden met de grandeur van de Jardin des Plantes in Parijs, waar een hele stadswijk de sfeer ademt van Cuvier, De Buffon en de opkomst van de evolutietheorie. Midden in de heksenketel van Parijs waan je je er in de vergane-glorietijd van ontdekkingsreizigers en kamergeleerden. En in de Amsterdamse Plantage?
Mijn leermeester was het tegendeel van mijn rolmodel. Prof. dr. Everhard Johannes Slijper was een professor zoals ze niet meer worden gemaakt. Stevig in het pak, met bulderende stem, altijd op zijn ponteneur zag hij eruit als de walvissenspecialist die hij was. Maar bovenal was hij didacticus. Les 1: blijf tijdens een lezing staan waar je staat, opdat de mensen je niet hoeven te zoeken nadat ze even zijn ingedommeld. Les 2: laat het zover niet komen; houd de aandacht vanaf het begin vast. Dat was hem zelf bij zijn inaugurele rede al goed gelukt. ‘Als het dan de atoombom niet is om de mens de das om te doen,’ bulderde hij, ‘dan is het, zult u zeggen, toch zeker de roofbouw, de vernietiging van de vruchtbare aarde, waar wij al eeuwenlang mee bezig zijn. Maar zult gij vragen, hoeveel tijd is ons dan nog gegeven, wanneer zal de katastrophe plaatsvinden? Loont het nog de moeite om een nieuwe winterjas te kopen?’ Dat viel niet bij iedereen in goede aarde. ‘Wetenschappelijke dronkenmanspraat’, vond een collega. De universiteit was not amused.
HIJ VERDACHT ME VAN HET GROOTSTE KWAAD: IDEALISME Slijper wel. Met des te meer genoegen doceerde hij over de zojuist uitgevonden pil en de aanverwante anatomie van het geslachtsapparaat. Wat het bestuur het meest dwars zat, waren de dia’s die Slijper erbij vertoonde. Zulke foto’s en dat in kleur! Slijper toonde zich een wijs man. Van nu af kregen we nog slechts dia’s in zwart/wit te zien. Dat vonden we niet zo erg. De kleuren en geuren dachten we er zelf wel bij. Dat is tegenwoordig wel anders. Maar de vraag blijft: waar moet je plant- of dierkunde studeren? Ze zeggen: in de Watergraafsmeer. Daar hebben ze een heel nieuw park gebouwd. Een Science Park. Hier vind je geen ivoren torens meer, maar torens van beton. Hoger dan ooit. Daar wordt topwetenschap bedreven, dat zie je zo. Maar soms wandel ik er langs en herinner ik me een college over planten. Het probleem van de top is, leerde ik daar, dat hij zo ver van zijn wortels zit. •
MAAK HET MOGELIJK STEUN ONDERZOEKERS EN STUDENTEN Jaarfonds 2017
www.auf.nl/jaarfonds
De Amsterdam Advanced Graduate School (AAGS) is een nieuwe Graduate School van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. De AAGS richt zich op life long education voor professionals/ managers in bedrijfsleven en overheid met minimaal een bachelor- of kandidaatsopleiding (HBO of WO) en enige werkervaring. De programma’s in het kort
Agenda
• • • • •
31 augustus - 2 september 2017: Event Design Certificate Program • 28 september - 14 december 2017: Masterclass The Future of Work • 5 oktober - 30 november 2017: Masterclass Digitale Marketing & Communicatie • 9 november - 7 december 2017: Masterclass Content Marketing • Masterclass Medische Psychologie (datum volgt) • Masterclass Veranderkunde Zelforganiserend en Zelflerend Vermogen (datum volgt)
Modulaire programma’s in verschillende formats. Gericht op actuele maatschappelijke thema’s. Met toonaangevende researchers en hoogleraren. Interactieve en verrassende werkvormen. Verder komen met ervaringskennis van deelnemers en inzichten uit wetenschappelijk onderzoek. • Met tal van cases en praktijksprekers en een bijzonder netwerk. • Doorvertaling van de theorie naar de eigen praktijk en next steps. • Deelnemers ontvangen na afloop een certificaat van deelname.
•
Op de hoogte blijven van de programma’s en/of meer informatie? Kijk op aags.uva.nl of mail naar aags-fmg@uva.nl.