SPUI Uva alumni magazine 01 / 2013
38
WAT LAAT DE SLAVERNIJ ONS NA p 10 / p 39
Pensioen: Bart van Heerikhuizen p 22
TOEKOMST VAN DE NATUURKUNDE Stan Bentvelsen, Erik Verlinde en Ralph Wijers
p 04
Patti Valkenburg: Jeugd en media p 24
02 inhoud
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
p 08
Studie
p 14
Loopbaan
Redactie Albert Goutbeek (hoofdredacteur), Laura Erdtsieck, Daan Meijer, Carolyn Wever
p 16
UVA-GESCHIEDENIS
Redactieraad Frank Aarts, Jim Jansen, Astrid Helstone, Marjolein Lever, Ron Plattel, Aleid Truijens, Ger Wieberdink, Fione Zonneveld
p 17
werk
p 18
voetsporen
p 20
kalender
p 22
pensioen
p 23
UVA IN BEWEGING
p 24
WETENSCHAP
p 26
WETENSCHAP
p 31
Proefschrift
p 32
Personalia
p 33
Overledenen
p 34
in memoriam
p 35
AMSTERDAMSE UNIVERSITEITSVERENIGING EN KRINGEN
colofon
•
Uitgever Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA
Ontwerp en beeldredactie Mattmo Fotografie/illustraties Amke, Bob Bronshoff, Kees Hummel, Monique Kooijmans, Eduard Lampe, nadiafotografeert.nl, Jeroen Oerlemans, Frank Ruiter Op de cover foto hand: Mel Bles - www.melbles.com Druk Habo DaCosta Aan dit nummer werkten verder mee Vittorio Busato, Han Ceelen, Kirsten Dorrestijn, Lea Dyer, Shirley Haasnoot (eindredactie), Ben Haveman, Antoine de Kom, Bennie Mols, Janna Reinsma, Marion Rhoen, Michiel Röling, Jonathan Soeharno, Ellen Stoop, Elke Veldkamp, Machteld Vos, Robin van Wechem Reacties SPUI, Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA, Postbus 94325, 1090 GH Amsterdam. SPUI @uva.nl ISSN 667-939X De redactie heeft ernaar gestreefd de rechthebbenden van de foto’s te achterhalen. Degenen die desondanks menen rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA. SPUI is een magazine voor, door en over alumni en vrienden van de Universiteit van Amsterdam. SPUI verschijnt twee keer per jaar in druk in een oplage van 100.000 exemplaren en wordt toegestuurd aan alle UvA-alumni (van wie het adres bekend is) en aan medewerkers van de UvA. Daarnaast verschijnt zes keer per jaar SPUI digitaal. www.uva-alumni.nl/spui
Louise Gunning Alumni en de universiteit hebben elkaar veel te bieden De grootste waarde die de universiteit toevoegt aan de samenleving, wordt gevormd door de alumni. Op deze uitspraak in een interview in het vorige nummer van SPUI kreeg ik veel reacties. Sommigen waren verrast dat valorisatie breder is dan ‘kennis, kunde, kassa’, waartoe het in het publieke debat soms wordt teruggebracht. Inderdaad: de toegevoegde waarde van de universiteit reikt verder. Behalve de onderzoeksresultaten die niet direct tot financieel gewin leiden maar interessant en belangrijk zijn om andere redenen, zijn het in de eerste plaats de mensen die met hun academische vorming een wezenlijke bijdrage vormen aan de maatschappij. Alumnus zijn van een universiteit is dus waardevol. Voor de samenleving en voor alumni zelf. Tijdens de studietijd ontstaan persoonlijke relaties die vaak leiden tot intense, levenslange vriendschappen. Na de studietijd kunnen alumni elkaar verder helpen in professionele zin – met stages en banen, en door kennis, ervaring en contacten uit te wisselen. Ook de universiteit blijft haar alumni graag mogelijkheden bieden elkaar te ontmoeten en nieuwe inzichten op te doen: via postacademisch onderwijs, Open UvA Colleges, via dit magazine en de jaarlijkse Universiteitsdag, die op 1 juni door zo’n vijftienhonderd mensen werd bezocht. Omgekeerd hebben alumni de universiteit veel te bieden. En ja, dan gaat het ook over geld. In deze tijd is het van groot belang dat we nieuwe inkomstenbronnen aanboren. Particulier initiatief is daarbij van wezenlijk belang. Ik ben daarom erg blij met een initiatief als dat van universiteitshoogleraar Henk van Os, die bij het Amsterdams Universiteitsfonds een Fonds op Naam heeft ingesteld ten behoeve van studenten en promovendi in de geesteswetenschappen. Ik hoop dat hij daarmee anderen inspireert om op hun manier ook bij te dragen. Maar zoals het bij valorisatie niet alleen om geld gaat, is dat bij de relatie tussen universiteit en alumni evenmin het geval. U kunt veel meer bijdragen: uw kritische reflectie op de opleiding en de aansluiting op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld. Of u kunt uw kennis en kunde in dienst stellen van de volgende generatie, door eens een gastcollege te verzorgen. Een mooi voorbeeld van iemand die zich de afgelopen jaren heeft ingezet voor de alumnigemeenschap, is Harry Starren, die wij op de Universiteitsdag hebben uitgewuifd als voorzitter van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging (AUV). Harry is de afgelopen jaren het gezicht geweest van de AUV en het alumninetwerk in bredere zin. U kent hem van de bespiegelingen die hij op deze plek schreef, over onderwerpen als instellingsoverstijgende en internationale samenwerking en – het thema van zijn eerste bijdrage in 2009 – crowd sourcing. In dat stukje beschreef hij het alumninetwerk als een vorm van overvloed, een potentieel dat ongekende mogelijkheden biedt als het gaat om meedenken en innoveren. Een mooie gedachte. Harry, dank voor je inspanningen voor het netwerk van de Universiteit van Amsterdam en het bij elkaar brengen en verbinden van velen die daarvan deel uitmaken. Louise Gunning-Schepers is voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam
Ophokuren en leerlingenraden: Marit Maij en Sywert van Lienden waren LAKS-voorzitter.
Muziekpublicisten Menno Pot en Thea Derks.
30 jaar AMC: fotoboek over BG, WG en AMC toen en nu.
Fab.: Fabienne Chapot maakt furore met eigen tassen- en accessoiremerk.
Heilige verontwaardiging: typisch trekje van de familie De Savornin Lohman.
‘Beste docent ooit’. Geliefd en gelauwerd socioloog Bart van Heerikhuizen neemt afscheid.
Grootste uitdaging: zelfcontrole. Patti Valkenburg onderzoekt effecten van mediagebruik door jeugd.
Kort nieuws
Wieteke de Boer promoveerde cum laude op silicium nanokristallen en efficiëntere zonnecellen.
Mensendokter Wim ten Bokkel Huinink.
Kringactiviteiten: discussieforum, netwerkborrel, workshop, congres en toneelvoorstelling.
p 36
ALUMNIVARIA
p 38
A MSTERDAMS UNIVERSITEITSFONDS
Vicky Breemen winnaar UvA-scriptieprijs.
UvA-studenten naar internationale pleitwedstrijd in Berlijn, Hongkong en Wenen.
03 P 04
Spui Reacties
gesprek
Uw reacties op SPUI magazine zijn van harte welkom, per post of via e-mail (adressen: zie colofon). De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden reacties ingekort of helemaal niet op te nemen.
Onbevredigend, dat ‘poef ’ Stan Bentvelsen was betrokken bij de ontdekking van het Higgsdeeltje, Erik Verlinde formuleerde een alternatieve visie op de zwaartekracht en Ralph Wijers blijft zoeken naar zwaartekrachtgolven. Drie baanbrekende bèta’s over de oerknal (‘heel onbevredigend, dat “poef”’), de betrekkelijkheid van de Theorie van Alles en de toekomst van de natuurkunde: ‘Ik geloof dat we de grenzen van onze kennis steeds kunnen blijven verleggen.’
Samenwerking Vietnam
P 10 HOOFDZAAK
Ken uw land
Honderdvijftig jaar geleden schafte Nederland de slavernij af. Die had niet alleen grote impact in Suriname en op de Antillen. Ook Nederland is er mede door bepaald, aldus bijzonder hoogleraar West-Indische letteren Michiel van Kempen. ‘Onze welvaart hier is niet uit de lucht komen vallen. Die is een gevolg van de bloeiende handel die direct gelieerd was aan de slavernij. In Amsterdam kun je die erfenis op straat aanwijzen.’
Heb met veel belangstelling het artikel gelezen over de universitaire samenwerking met Vietnam (SPUI 37, UvA-Geschiedenis). Op één punt verdient het artikel echter correctie en wel waar gesteld wordt: ‘Opmerkelijk is dat de steun voortduurde nadat de minister voor Ontwikkelingssamenwerking begin jaren tachtig de hulp aan Vietnam had stopgezet’. Dit laatste is niet juist! Ik ben als toenmalig hoofd van het bureau Internationaal Onderwijs en Universitaire Ontwikkelingssamenwerking (DPO/IO) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken nauw betrokken geweest bij de evaluatie van en de discussie over het al dan niet afbouwen van de onderwijssamenwerking met Vietnam. Er was grote politieke druk om helemaal te stoppen (bootvluchtelingen en de rol van Vietnam in Cambodja). Ik heb de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Eegje Schoo (VVD), ervan kunnen overtuigen dat juist onder wetenschappers en studenten de meest kritische Vietnamezen t.o.v. het communistische regime zaten en dat het daarom van groot belang was om juist met hen in contact te blijven. Wij noemden dat: ‘het venster op het Westen’. Ik heb toen als compromis voorgesteld om projecten op het terrein van landbouw, voedingswetenschappen en gezondheidszorg te continueren en projecten op andere gebieden stop te zetten. Dit compromis is door de minister aanvaard en kort daarna ook geaccepteerd door de commissie voor Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer. Aldus is een deel van de universitaire ontwikkelingssamenwerking met Vietnam behouden gebleven. Ik wilde dit punt graag even rechtzetten. Lucien Wolfs, Politicologie 1974
‘Ik heb mijn machteloze ontzetting omgezet in pogingen te snappen wat slavernij met mensen doet’ – Antoine de Kom P 39 –
RECTIFICATIE
In het vorige nummer van SPUI magazine (nummer 37, 2012) is van twee alumni ten onrechte hun overlijden vermeld. Het gaat om de heren F. Groenevelt (Geneeskunde 1971) en R. Slaterus (Planologie 2002). De redactie heeft beide heren intussen haar welgemeende excuses aangeboden voor deze bijzonder pijnlijke vergissing. Ook bieden wij graag onze verontschuldigingen aan diegenen aan die zijn geschrokken van deze onjuiste overlijdensberichten. Redactie SPUI en medewerkers afdeling Relatiebeheer UvA CONTACT
P 28 Essay
Drie vingers in de lucht? Bankiers, schoolbestuurders en wetenschappers: ze zouden allemaal een eed moeten afleggen om te voorkomen dat ze over de schreef gaan. Maar hoe reëel is de verwachting dat een eed het geschonden vertrouwen in een sector kan herstellen of individuen daadwerkelijk weerhoudt van gesjoemel? Rechtsfilosoof Jonathan Soeharno peilt de waarde van de eed en pleit voor herziening van het Nederlandse eedgebaar.
Hebt u een vraag over SPUI of de Universiteitsdag? Wilt u lid worden van de Amsterdamse UniversiteitsVereniging? Heeft u een goed idee voor het Amsterdams Universiteitsfonds? Is uw adres gewijzigd? Als alumnus of vriend van de Universiteit van Amsterdam, lid van de AUV of donateur van het universiteitsfonds kunt u met uw vragen en opmerkingen terecht bij het bureau Alumnirelaties en Universiteitsfonds van de UvA: telefoon 020-525 2138, e-mail alumni@uva.nl. Wij zijn u graag van dienst! WIE ONTVANGT SPUI?
Iedereen die een erkend diploma aan de UvA heeft behaald (m.u.v. de propedeuse) wordt beschouwd als alumnus en ontvangt SPUI, mits de UvA over de juiste adresgegevens beschikt. Om SPUI te ontvangen, hoeft u geen lid te worden van de AUV, maar dat mag uiteraard wel. Als lid ontvangt u bovendien de AUV-pas, die onder meer recht geeft op allerlei kortingen. Zijn uw adresgegevens onjuist? Ontvangt u wel de gedrukte SPUI, maar niet de digitale edities? Neem dan contact op via relatiebeheer@uva.nl.
04 gesprek
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
‘We staan misschien aan de vooravond van een nieuwe De toekomst revolutie’ van de natuurkunde
Vlnr: Erik Verlinde, Stan Bentvelsen en Ralph Wijers
05 Welke natuurkundige vraagstukken zijn de laatste jaren opgelost? Wat zijn de grote vragen, en waarop kunnen we het komende decennium een antwoord verwachten? Tijdens de Universiteitsdag gingen UvA-hoogleraren Stan Bentvelsen, Erik Verlinde en Ralph Wijers hierover in debat. Vooraf sprak SPUI met hen. Bentvelsen: ‘Ik geloof niet dat er ooit een dag komt waarop we kunnen zeggen: nu zijn we helemaal klaar.’
Voordat we over de toekomst van de natuurkunde praten, leggen we eerst de vinger aan de pols van de huidige natuurkunde. Laten we als vergelijking de natuurkunde van honderd jaar geleden nemen. Het jaar 1913 was het jaar waarin Niels Bohr zijn kwantummechanische atoommodel presenteerde. Einstein had in 1905 met zijn speciale relativiteitstheorie de klassieke mechanica van Newton op zijn kop gezet. En dat terwijl natuurkundigen aan het eind van de negentiende eeuw nog dachten dat hun vak bijna af was.
Hoe staat de natuurkunde er nu voor vergeleken met honderd jaar geleden?
Stan Bentvelsen, hoogleraar Large Hadron Collider Physics: ‘We hebben nu zo’n totaal ander denkkader. We hebben een goed werkend Standaardmodel voor drie van de vier fundamentele natuurkrachten en voor een hele familie aan elementaire deeltjes die toen nog onbekend was.’ Erik Verlinde, hoogleraar Theoretische natuurkunde: ‘Ik heb het gevoel dat de situatie van nu vergelijkbaar is met die van eind negentiende eeuw. We lijken veel te begrijpen, maar er liggen nog steeds veel open vragen. Ik denk dat we net zulke conceptuele doorbraken nodig hebben om die vragen op te lossen als de doorbraken die begin twintigste eeuw nodig waren. Er is een tijd geweest, vooral in de jaren negentig, dat de theorie van het hele kleine ver vooruitliep op het experiment. Dat waren de beginjaren van de snaartheorie. Maar met de experimenten in de Large Hadron Collider (LHC), de ondergrondse deeltjesversneller van CERN, heeft het experiment de theorie weer ingehaald. We krijgen nu een explosie van experimentele data die nieuwe theorieën gaan voeden.’
Ralph Wijers, hoogleraar Hoge-energie astrofysica: ‘In de sterrenkunde is het verschil tussen 1913 en 2013 nog veel groter dan in de natuurkunde. Een verschil van dag en nacht. In 1913 leefden we in een eeuwig en onveranderlijk heelal. Nu weten we dat het heelal uitdijt en een begin heeft gehad. We weten zelfs vrij precies dat het 13,7 miljard jaar oud is en evenzovele lichtjaren groot. Het inzicht dat we de natuurkunde van het aardse kunnen gebruiken om het heelal te begrijpen, begon pas goed na 1913. Nu zitten we in een situatie waarin we nieuwe natuurkunde kunnen ontdekken door naar het heelal te kijken. Natuurkunde en sterrenkunde zijn vervlochten geraakt.’
tekst • Bennie Mols beeld • Monique Kooijmans
nieuws te vinden eerst miljoenen moeten investeren in apparatuur: een deeltjesversneller of een telescoop.’ Verlinde: ‘Ik denk dat enkele individuen nog steeds met radicaal nieuwe ideeën kunnen komen. Zeker als het gaat om de natuurkunde van materialen, denk ik dat keukentafelexperimenten nog steeds nieuwe ontdekkingen kunnen opleveren. In die zin is grafeen geen uitzondering.’ Wijers: ‘Tegenwoordig gaat het om een combinatie van het beste brein met het beste apparaat. Alleen een van die twee is meestal niet meer genoeg.’
Wat zijn voor jullie de belangrijkste doorbraken van de afgelopen tien tot vijftien jaar?
Bentvelsen: ‘Voor mij ongetwijfeld de ontdekking van het Higgsdeeltje in 2012. Het kwam niet geheel onverwacht, maar ik vind het prachtig hoe we iets wat decennia geleden is bedacht nu ook experimenteel terugvinden.’
Er wordt wel gezegd dat al het laag hangende fruit in de natuurkunde al is geplukt. In hoeverre klopt dat?
Verlinde: ‘Voor mij ook zeker het Higgsdeeltje. Maar daarnaast ook nog de ontdekking dat het heelal versneld uitdijt. Dat is waar we de naam “donkere energie” op hebben geplakt zonder te weten wat dat is. Verder moeten we niet vergeten dat er behalve een natuurkunde van het hele kleine en het hele grote er ook nog veel natuurkunde is op schalen daartussenin. We kunnen kwantummechanische systemen steeds groter maken. Mede daardoor hebben ze in Delft vorig jaar het Majoranadeeltje kunnen ontdekken. En ook de ontdekking van hele gekke materialen is een doorbraak die we ook niet moeten vergeten. Metamaterialen kunnen allerlei trucs met licht uithalen die we lang voor onmogelijk hielden. En er blijkt allerlei materie te zijn die noch vast, vloeistof of gas is.’
Wijers: ‘De ontdekking van grafeen [een koolstoflaagje van één atoom dik met bijzondere materiaaleigenschappen, red.] in 2004 is een mooie uitzondering. Dat werd gevonden door met een plakbandje stukjes koolstof af te schrapen van een potloodpunt. Toch wordt het aantal plekken waar nog zo’n groot gat in onze kennis zit dat we het snel kunnen opvullen steeds kleiner. We zien steeds vaker dat we om iets
Wijers: ‘Ik ben het eens met Stan en Erik. Maar ik wil er nog een doorbraak aan toevoegen: de ontdekking van exoplaneten, planeten die om een andere ster dan onze zon draaien. Dat is weliswaar geen fundamentele natuurkunde, maar raakt wel aan een aloude, fundamentele vraag: Zijn wij alleen in het heelal of is er ergens anders ook nog een planeet met leven?’
Bentvelsen: ‘In de afgelopen vijftien jaar is de kosmologie een hele kwantitatieve wetenschap geworden. Daardoor kunnen we een uitspraak doen als dat slechts zo’n vijf procent van de inhoud van het heelal bestaat uit gewone materie zoals we die op aarde kennen, en dat zo’n vijfentwintig procent gek materiespul is dat we “donkere materie” noemen. De overige zeventig procent is een gek soort energie die we “donkere energie” noemen.’
06 gesprek
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
Laten we nu dan naar de toekomst van de natuurkunde kijken. Op welke vragen kunnen we in de komende tien tot twintig jaar een antwoord verwachten?
foto: Nasa
Donkere energie Sterrenkundige waarnemingen laten zien dat het heelal versneld uitdijt. Dat wijst op het bestaan van een soort afstotende kracht die de zwaartekracht tegenwerkt. Omdat sterrenkundigen geen flauw idee hebben van de oorsprong van die kracht, hebben ze er de naam ‘donkere energie’ aan gegeven. Maar liefst 75 procent van de energie-inhoud van het heelal zou ‘donkere energie’ zijn. Donkere materie Zo’n 25 procent van de inhoud van het heelal lijkt te bestaan uit spul dat wel onderhevig is aan de zwaartekracht, maar toch heel anders van aard is dan de gewone materie: ‘donkere materie’. Higgsdeeltje Het Higgsdeeltje is een deeltje dat nodig is om te verklaren waarom andere deeltjes massa hebben. Het is begin jaren zestig voorspeld en in 2012 voor het eerst waargenomen in de grote LHCdeeltjesversneller van CERN in Genève. Ruimtetijd Volgens Einsteins speciale relativiteitstheorie uit 1905 zijn ruimte en tijd één concept: de ruimtetijd. Zwaartekracht bleek ineens een eigenschap van de ruimtetijd zelf te zijn. Elke massa verandert de vorm van de ruimtetijd – zoals een zware bal een trampolinezeil indeukt – en beïnvloedt zo de beweging van een andere massa. Snaartheorie Volgens de snaartheorie zijn puntdeeltjes zoals quarks en elektronen eigenlijk minuscule, eendimensionale trillende snaartjes. De snaartheorie verenigt de natuurkunde van het hele kleine (de kwantummechanica) met de natuurkunde van het hele grote (de zwaartekracht). Standaardmodel Momenteel de beste beschrijving van drie fundamentele krachten (elektromagnetische kracht, zwakke kernkracht en sterke kernkracht) en drie families van elementaire deeltjes in de natuur. De vierde fundamentele natuurkracht, de zwaartekracht, wordt niet verklaard binnen het Standaardmodel.
Bentvelsen: ‘Ik hoop en denk dat we het deeltje gaan vinden dat verantwoordelijk is voor wat we nu donkere materie noemen. Daarbij gebruiken we drie tactieken. We proberen donkere materie in de LHC te maken. We proberen donkere materie in speciale detectoren op aarde te meten. En ten slotte proberen we met satellieten te speuren naar signalen van donkere materie die uit de ruimte komen. Verder hoop ik op een verklaring voor de grote vraag waarom we om ons heen zo veel meer gewone materie zien dan antimaterie. Terwijl er bij de oerknal evenveel materie als antimaterie moet zijn gecreëerd. De LHC heeft al kleine verschillen laten zien, maar nog lang niet genoeg om dat raadsel op te lossen. De LHC kan zeker nog tot 2025 draaien en ik denk dat we pas in 2030 het hele potentieel van de versneller hebben benut. Ik denk ook dat we zwaartekrachtgolven kunnen ontdekken, golven in de structuur van de ruimtetijd zelf...’
Verlinde: ‘Die vraag is voor mij een voorbeeld van een vraag die we nooit kunnen beantwoorden. Logisch gezien had er ook niets kunnen zijn.’ Wijers: ‘Mensen willen altijd weten waarom dingen zo zijn. Die vraag grenst aan metafysica. Soms is er geen waarom. Het is gewoon zo, en wij proberen dat te beschrijven.’ Bentvelsen: ‘Ik vind dat juist een motivatie om verder te zoeken.’ Verlinde: ‘De uitdaging is om iedere waarom-vraag om te toveren in een hoe-vraag... Het feit dat er iets is, verander je niet zomaar. Ik denk dat we juist van het vroege heelal een heel ander beeld gaan krijgen. Ik zie gewoon niet in hoe alles wat we nu in het heelal zien, kan zijn ontstaan uit iets wat dat niet had. Dat gaat in tegen de behoudswetten waarvan we juist zien dat ze de natuur heel goed beschrijven.’ Wijers: ‘Ik geef Erik groot gelijk. Er zit iets heel onbevredigends aan dat “poef”: eerst was er niets, en ineens is er een
‘Er zit iets onbevredigends aan dat “poef”: eerst was er niets, en ineens is er een heelal’ Wijers: ‘We hebben indirecte aanwijzingen dat zwaartekrachtgolven moeten bestaan. En als de nu geplande verbeteringen van bestaande detectoren succesvol worden uitgevoerd dan moet er wel iets heel bizars aan de hand zijn wanneer we ze niet vinden.’ Verlinde: ‘Wat mij betreft wordt de zoektocht naar donkere materie de belangrijkste in de komende tien jaar. Het lijkt misschien of we met het Standaardmodel bijna klaar zijn, maar ik zie allerlei aanwijzingen dat we een conceptueel nieuwe theorie nodig gaan hebben. Vooral om verschijnselen op hele grote schalen te begrijpen: Wat is het effect van donkere materie op melkwegstelsels? Wat bepaalt de verhouding tussen donkere materie en gewone materie? Is de oerknal echt het begin van alles? Ik denk dat we daar een heel ander beeld van gaan krijgen. Zelf ontwikkel ik een nieuwe theorie van de zwaartekracht. Daarin is zwaartekracht een emergent fenomeen dat ontstaat uit de onderliggende statistische eigenschappen van massa, ruimte en tijd. Ik ben bezig om dat nieuwe idee te toetsen aan de experimentele gegevens over donkere materie.’ Wijers: ‘Ook ik denk dat we in de komende tien jaar de aard van donkere materie gaan vinden. Ik denk verder dat we gaan bepalen hoeveel van alle exoplaneten aardachtige eigenschappen hebben en wat de kans is dat er daar leven is. Ten slotte denk ik aan een existentiële vraag: waarom is het heelal gevuld met iets dat rijk is aan structuren in plaats van gewoon glad en saai?’
Dan zou je je ook wel kunnen afvragen of het raar is dat er überhaupt iets is, en niet niets....
Wijers: ‘Ja, ja, de meest natuurlijke uitkomst is dat er niets is.’
heelal. Als je heel strikt kijkt, dan mag je ook niet vragen wat er voor de oerknal was, want toen was er geen tijd. Dat ruikt naar losse eindjes in ons begrip.’ Verlinde: ‘Vergelijk de situatie met de stap die Bohr honderd jaar geleden zette met zijn atoommodel. Zonder de kwantummechanica zouden de elektronen die om de atoomkern heen draaien langzaam naar binnen slingeren. De kwantummechanica was de radicaal nieuwe stap die verklaart waarom dat niet gebeurt. Analoog daaraan denk ik dat het onderscheid tussen materie en ruimtetijd gaat verdwijnen.’ Bentvelsen: ‘Ik vind het mooi om te zien dat onze experimentele resultaten richting geven aan de theoretische natuurkunde. Maar uiteindelijk moeten we het wel hebben over de natuur zoals we deze observeren. Dat is het keurslijf waar we binnen moeten blijven.’
Kunnen we straks alles verklaren of lopen we tegen grenzen aan?
Verlinde: ‘Toen ik begon in de natuurkunde, geloofden veel fysici nog in een Theorie van Alles. Als we die zouden hebben, dan zouden we alles kunnen uitrekenen. Daar zijn de meesten op teruggekomen. Ik heb het idee dat we nooit echt alles zullen weten. We zijn goed in beschrijven, maar dat is iets anders dan verklaren. Ik denk dat er een limiet is aan de mate van complexiteit die we kunnen beschrijven. Niemand kan bijvoorbeeld alle moleculen in deze ruimte beschrijven.’ Wijers: ‘Maar ik weet niet of er een fundamentele limiet is. Sommige dingen kunnen we misschien niet of nog niet begrijpen omdat ze te ingewikkeld zijn, maar dat wil niet zeggen dat ze ten principale buiten schot zullen blijven.’
07
Bentvelsen: ‘Daar sluit ik me helemaal bij aan. Toch geloof ik niet dat er ooit een dag komt waarop we kunnen zeggen: nu zijn we helemaal klaar.’ Wijers: ‘Ik word juist gemotiveerd door het idee dat er niets is wat we ten principale niet kunnen begrijpen. Ik geloof dat we de grenzen van onze kennis steeds kunnen blijven verleggen.’ Bentvelsen: ‘Een bekend natuurkundige zei een keer tegen mij: “Ach, dat Higgs-deeltje. Hebben we weer een nieuw deeltje. Waarom houd je er niet een keer mee op?” Nou, dat past zo totaal niet in mijn wereldbeeld...’
Stel dat we alle natuurwetten hebben gevonden, kunnen we de toekomst dan helemaal voorspellen?
Wijers: ‘Nee, ik denk dat de natuur daarvoor veel te veel vrijheidsgraden heeft. Chaostheorie laat zien dat sommige fenomenen zo gevoelig zijn voor een iets andere beginvoorwaarde, dat de uitkomst al snel heel anders en onvoorspelbaar wordt. Hoe sterk ik ook geloof in ons vermogen om de natuur te beschrijven, ik geloof niet in predestinatie of dat mensen geen keuze zouden hebben.’ Verlinde: ‘De enige manier om de volledige toekomst van alles in het heelal te kennen, is om het heelal te laten doen wat het doet. Ik denk dat het heelal dat al op een hele slimme manier doet en dat wij als mensen geen slimmere manier gaan bedenken. Mijn poes begrijpt geen kwantummechanica. En hoewel de mens slimmer is dan een poes,
denk ik dat we ook weer niet zó intelligent zijn dat we alles kunnen begrijpen... Tegelijkertijd: we kunnen veel voorspellen zonder dat we alle details hoeven te kennen. Ik ben ervan overtuigd dat we als mensen altijd weer nieuwe ideeën over de natuur kunnen verzinnen. We zijn nog lang niet aan het einde van de natuurkunde. Sterker nog, misschien staan we wel aan de vooravond van een nieuwe revolutie.’ Wijers: ‘Een wereld waarin geen vragen meer zijn, is voor mij een hele saaie wereld. Ik zou depressief worden als er op een ochtend een briefje op mijn bureau ligt waarop alle antwoorden staan geschreven. Dat is alsof je de krant open slaat om een cryptogram op te lossen, maar dat blijkt al ingevuld. Dan bel je toch boos de hoofdredacteur?’ •
‘Een wereld waarin geen vragen meer zijn, is voor mij een hele saaie wereld’
Stan Bentvelsen – 1965
Erik Verlinde – 1962
Ralph Wijers – 1964
• 1 989 Theoretische natuurkunde UvA • 1994 promotie UvA cum laude • 1994-2000 fellow en vervolgens stafmedewerker CERN, Genève (Zwitserland) • 2000-2005 senior onderzoeker FOM - Nikhef. Voorbereiding voor het Atlas-experiment bij de LHC • 2005-heden programmaleider van de Nederlandse bijdragen aan het Atlas-experiment bij CERN • 2005-heden hoogleraar Large Hadron Collider Physics UvA en directeur Instituut voor Hoge Energie Fysica • 2013 Physicaprijs, met collega Frank Linde, voor hun bijdragen aan de ontdekking van het Higgsdeeltje met het Atlas-experiment op CERN
• 1 985 Theoretische natuurkunde UU • 1988 promotie UU • 1988-1993 medewerker Institute for Advanced Study, Princeton (VS) • 1993-1998 lid permanente staf CERN • 1996-1999 hoogleraar Theoretische natuurkunde UU • 1999-2003 hoogleraar Theoretische natuurkunde Princeton University (VS) • 2003-heden hoogleraar Theoretische natuurkunde UvA • 2011 NWO Spinozapremie, de hoogste Nederlandse wetenschappelijke onderscheiding
• 1987 Sterrenkunde LEI • 1991 promotie UvA • 1991-1994 Compton Fellow Princeton University Observatory (VS) • 1994-1998 PPARC en Royal Society Fellow Institute of Astronomy, Cambridge (GB) • 1998-2002 assistent-professor Stonybrook University (VS) • 2002-heden hoogleraar Hoge-energie astrofysica UvA • 2010 ERC Advanced Investigator Grant • 2011-heden directeur Sterrenkundig Instituut Anton Pannekoek UvA
08 studie
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
tekst • Marion Rhoen beeld • Bob Bronshoff (Sywert van Lienden); PvdA (Marit Maij)
Jong en mondig Marit Maij
‘Ik kreeg de indruk dat ernaar werd geluisterd, ja’ Bij laks Ik vond het heel belangrijk dat leerlingen konden meepraten over de kwaliteit van hun leeromgeving. Het ging er niet om of je drie uur Duits had of vier, maar of de sfeer en de omgeving op school goed waren. Op mijn eigen school zat het wel goed, het ging me meer om de zaak. Via bekenden kwam ik op de ledenvergadering terecht, ik werd meteen heel actief. Dat mijn moeder als (voormalig CDA-minister Hanja Maij-Weggen, red.) politiek actief was, heeft er ongetwijfeld aan bijgedragen dat ik al jong maatschappelijk bewust werd.
Heet hangijzer We vonden dat het leerlingenstatuut op alle scholen verplicht moest worden. De examenklachtenlijn hadden we ook net, die heb ik nog bemand tijdens mijn eigen examen. We kregen van de PTT vijf lijnen op één nummer, heel revolutionair. Er kwamen 1457 klachten, veel meer dan de tweehonderd van het eerste jaar. Over lawaai tijdens het examen, dat de papieren te laat kwamen. Alle klachten werden gebundeld en aan het ministerie van Onderwijs aangeboden. Ik kreeg de indruk dat ernaar werd geluisterd, ja. We belden ook naar scholen, of adviseerden leerlingen hoe ze dingen konden oplossen.
scholieren Ineens was er, dankzij subsidie, geld om een paar medewerkers aan te nemen. Stel je voor, jeugdigen van een jaar of zestien die volwassenen gaan aannemen. We hebben er een CNV-jongere bij gehaald, die had al wat ervaring met sollicitatiegesprekken. Onze raad van advies, ook nieuw toen, was zo’n vier jaar ouder dan wij. Ook het ledenbestand werd geautomatiseerd. Een paar scholieren waren daar superhandig in.
Druk
Marit Maij – 1972 www.pvda.nl/personen/ Marit+Maij • 1 988-1990 voorzitter LAKS (1989 eindexamen) • 1994 Politicologie • 1994-1996 assistent CDAfractie Europees Parlement • 1996-2009 Ministerie van Buitenlandse Zaken, onder meer beleidsmedewerker humanitaire hulpprogramma’s en ambassadewerk in Costa Rica en China
• 2 009-2011 adviseur Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties • 2011-2012 afdelingshoofd en lid managementteam, directie consulaire zaken en migratiebeleid, Ministerie van Buitenlandse Zaken • 2012-heden lid PvdA-fractie Tweede Kamer (portefeuille: ontwikkelingssamenwerking, asiel en migratie)
Dat viel wel mee. Mijn examen heb ik gewoon gehaald. Ik kreeg er veel energie van. Af en toe kreeg ik een dag vrij voor het lobbyen in Den Haag. Dát hele proces nam wel veel tijd in beslag. Pas in 1992 is het wetsvoorstel voor de leerlingenraden aangenomen. Mijn latere opvolgers Frank Noorland en Roos Kapteijn hebben het wetsvoorstel met GroenLinks-Kamerlid Peter Lankhorst afgemaakt.
Grote Mensen Broekie zijn heeft een voordeel. Als je niet weet hoe bijzonder het is, zit je heel ontspannen aan tafel met een staatssecretaris. Al was ik voor mijn eerste bezoek aan het ministerie, best zenuwachtig. Sommige politici, vooral uit CDA-hoek, vroegen zich af waarom ze zouden luisteren naar kinderen tussen de twaalf en achttien. PvdA en GroenLinks stonden veel positiever tegenover ons. Mijn moeder denkt dat ik sindsdien van de PvdA ben, haha.
Na laks Ik ging Politicologie doen, dat leek me gewoon leuk. Daarna wilde ik op een andere manier maatschappelijk bezig zijn. Uiteindelijk ben ik bij het ministerie van Buitenlandse Zaken terechtgekomen. Na mijn terugkeer uit China ging ik meedenken over actualisering van de internationale visie van de PvdA, en toen begon het te kriebelen. Meedenken is mooi, uitdragen en mee vormgeven nog mooier. •
09 Marit Maij (1972) en Sywert van Lienden (1990) waren voorzitter van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS). Zij tijdens het lobbytraject voor de Wet op Leerlingenraden, hij tijdens het protest tegen de ‘ophokuren’ op middelbare scholen.
Sywert van Lienden
‘Ik had door: we zijn niet gevaarlijk genoeg’ Bij laks Mijn middelbare scholen, ik was aan mijn derde bezig, frustreerden me nogal: slechte leraren, veel nadruk op vaardigheden in plaats van kennis. Niet inspirerend. Daarom wilde ik graag mijn diploma halen in het buitenland, via een speciaal programma. Maar op het laatste moment werd één van de 21 beurzen ingetrokken, en ik was de pechvogel. In een opwelling ben ik toen met iemand naar een LAKS-vergadering gegaan. ‘Dat bepaalt Den Haag’, kreeg ik vaak te horen en bij LAKS kon ik misschien wat met mijn frustratie daarover.
Heet hangijzer Scholen moesten 1040 uren lesgeven, maar omdat ze daar de middelen niet voor hadden, gaven ze ophokuren. Leerlingen zaten dan in de aula en de conciërge hield toezicht. De VO-raad, de sectororganisatie van het voortgezet onderwijs, wilde de 1040-urennorm aanvankelijk slikken in ruil voor 300 miljoen extra geld. Daar kwamen we tegen in het geweer, mobiliseerden scholieren in het hele land. Zo’n twee, drie maanden lang hebben we actie gevoerd, schoolbesturen keerden zich van de VO-raad af. Uiteindelijk ging die koppeldeal van tafel.
scholieren Toen de acties tegen de 1040-urennorm op stoom raakten, kwamen scholieren spontaan naar de Westermarkt, waar het LAKS-kantoor gevestigd is. Ze bleven tot diep in de nacht doorwerken en sliepen op de bureaus. Niet alle vaste krachten vonden dat leuk: het gewone werk moest ook gedaan. Toen het kantoor eens vol spandoeken hing, gingen ze boos in een café zitten. ‘Zo kunnen we niet meer werken, bel ons maar als het hier weer rustig is.’
Druk Op school kwam ik sporadisch. Eigenlijk woonde ik aan de Westermarkt. Daar lag mijn slaapzak. Eten kocht ik kant-en-klaar in de omgeving. In de drukste periode hadden we om de dag actie, er viel veel te organiseren. Ik was bij de grootste scholierendemonstraties, in Groningen, Zwolle, op het Museumplein. Dankzij gebruik van social media, MSN kwam net op, konden we grote groepen scholieren snel laten weten dat er iets te gebeuren stond.
Grote Mensen Politici vinden het kennelijk belangrijk om met me praten, dacht ik eerst. Na twee maanden had ik door: we zijn niet gevaarlijk genoeg. Toen hebben we geprobeerd om het de gevestigde partijen in onderwijsland moeilijk te maken, de beeldvorming te laten kantelen, en hun belangen bloot te leggen en te doorkruisen. We kregen informatie toegespeeld, die we aan de pers gaven.
Na Laks Terug naar school lukte niet meer, ik had te veel gemist. Dus deed ik staatsexamen. In het studeren nu heb ik lol, maar niet in de aanwezigheidsplicht en voorgeschreven collegestof. De politiek hoef ik niet in: dan krijg je een portefeuille en moet je je aan fractiediscipline houden. Nee, ik geloof in verandering die komt van buiten het bestaande systeem. Zoals met de G500, die ijvert voor meer invloed van jongeren in bestaande politieke partijen. •
Sywert van Lienden – 1990 www.G500.nl • 2 006-2008 bestuurslid en voorzitter LAKS • 2009 staatsexamen gymnasium • 2007-heden dagvoorzitter/ debatleider/deelnemer aan (politiek-)maatschappelijke debatten
• 2 009-heden student Rechten, Politicologie en Europese studies, eerder ook student Economie en Bedrijfskunde • 2009-heden politiek columnist en commentator voor diverse media, o.a. HP/De Tijd en nrcnext • 2012 oprichter en kwartiermaker G500, jongerenorganisatie die ijvert voor meer invloed van jongeren in politieke partijen
10 hoofdzaak
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
‘De welvaart in Nederland is niet uit de lucht komen vallen‘
Uit: John Gabriel Stedman, Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana (Amsterdam, 1799/1800). Bijzondere Collecties van de UvA
11 De zwarte bladzijde van de slavernij heeft zijn sporen niet alleen nagelaten in Suriname en op de Antillen, maar ook in Nederland zelf. Bijzonder hoogleraren op de gebieden van de West-Indische, de Oost-Indische en de Zuid-Afrikaanse letteren onderzoeken het verleden aan de hand van romans en gedichten.
tekst • Kirsten Dorrestijn
Op 1 juli 1863, honderdvijftig jaar geleden, schafte Nederland de slavernij af. En nog dagelijks houden historici, antropologen en letterkundigen zich bezig met het Nederlandse slavernijverleden. Problematisch daarbij is dat tot slaaf gemaakte mensen zelden een stem hadden. Bronnen die iets van hun gedachten en gevoelens blootgeven, zijn schaars. Literatuur kan, anders dan historische bronnen, wél de gevoelswereld van de slaven weergeven, al gaat het dan natuurlijk om fictie. Volgens Michiel van Kempen, sinds 2006 bijzonder hoogleraar West-Indische letteren, maakt juist de weergave van de belevingswereld van de mens literatuur zo interessant. ‘Dorre feiten kun je wel ergens anders opzoeken.’ Surinaamse en Antilliaanse auteurs hebben dan ook indringende boeken geschreven. In Hoe duur was de suiker verhaalt Cynthia McLeod over de leden van een joodse plantersfamilie en de manier waarop zij met hun slaven omgaan. In De stille plantage beschrijft Albert Helman hoe een familie een suiker- en tabaksplantage begint. En in Slaaf en Meester schrijft Carel de Haseth over de slavenopstand van 1795 op Curaçao. Het zijn goede bekenden van Van Kempen. Hij promoveerde in 2002 aan de UvA op het 1400 pagina’s tellende proefschrift De geschiedenis van de Surinaamse literatuur, sindsdien een standaardwerk. Op de werktafel in zijn appartement in de Amsterdamse Bijlmer liggen hoge stapels opengeslagen boeken. Na zijn studie Nederlands in Nijmegen vertrok Van Kempen in 1983 naar Suriname om les te geven. Het was een onstuimige periode: in 1982 had het regime van Bouterse een staatsgreep gepleegd, de Binnenlandse Oorlog vond plaats, de inflatie zorgde voor woekerprijzen en er was een groot tekort aan levensmiddelen. ‘Na mijn studie wilde ik weg uit Nederland, gewoon een tijdje ergens anders wonen. Min of meer toevallig werd dat Suriname. Al was het een moeilijke periode, ik vond het geweldig. Het was alsof de gordijnen voor de ramen werden weggetrokken: ik kwam in zo’n totaal andere wereld terecht. En ik ben ook heel persoonlijk die wereld ingetrokken, ik kreeg een relatie met een Surinaamse vrouw en ik heb twee Surinaamse kinderen geadopteerd.’ Pionier Tijdens zijn verblijf raakte Van Kempen gefascineerd door de Surinaamse literatuur. ‘Die romans en gedichten gingen ergens over. Het had urgentie. En dat is nog steeds zo. Als er in Suriname een nieuwe roman verschijnt is dat belangrijk, ongeacht of het een artistiek geslaagd boek is. Er zit altijd wel iets bijzonders in, de auteur is altijd een pionier van een samenleving in wording.’ Heel wat Surinaamse en Antilliaanse schrijvers zijn bij een breed publiek bekend: Astrid Roemer, Frank Martinus Arion, Cynthia McLeod, Anil Ramdas, Clark Accord en Karin Amatmoekrim. ‘Er zijn ontzettend veel begaafde mensen uit deze kolonie gekomen.’ De huidige generatie Surinaamse en Antilliaanse auteurs schrijft nog sporadisch over het slavernijverleden. ‘Bij de tweedegeneratieauteurs die in Nederland wonen, vind je soms nog slechts een dun lijntje met Suriname.’ Eerdere generaties Surinamers vonden dat ze niet anders konden, die móesten wel over het verleden schrijven. Zelfs zo iemand als Bea Vianen, die toch heel onafhankelijk was in haar denken, bleef altijd met Suriname bezig.’ Momenteel schrijft Van Kempen aan de hand van archiefstukken, brieven, dagboeken en artikelen de biografie van Albert Helman, die in 1926 als een van de eerste Surinamers in Nederland over de wandaden van de kolonisator publiceerde.
12 hoofdzaak
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
‘Mogen wij wel spreken namens een stemloze slaaf?’ Njai Ook in Indië vond slavernij plaats. ‘In Batavia maakten de slaven op een gegeven moment dertig procent van de bevolking uit,’ vertelt Pamela Pattynama, bijzonder hoogleraar Koloniale en postkoloniale literatuur- en cultuurgeschiedenis, met als specialisatie Nederlands Oost-Indië. ‘Toch speelt slavernij in de Indische literatuur slechts een marginale rol. In een verhaal van Maria Dermoût bijvoorbeeld, dat is gesitueerd in het huishouden van een gouverneur-generaal die een hele stoet aan slaven had die hij ook lijfstraffen gaf en martelde.’ Verder is een vorm van slavernij in de Indische literatuur terug te vinden in de belangrijke figuur van de ‘njai’, een Aziatische vrouw met wie Nederlandse mannen het aanlegden en die behalve als concubine, huishoudster, echtgenote en moeder, ook als slavin kan worden beschouwd. Pattynama houdt zich in haar onderzoeken veel bezig met cultureel geheugen, de manier waarop herinneringen aan Indië vorm krijgen in literatuur, speelfilms, documentaires en fotografie. Aan de UvA verzorgt ze de collegeserie Indië als postkoloniale herinnering, waarin ze literatuur behandelt die betekenis geeft aan Indië en waaruit blijkt hoe wisselend in de loop der tijden over het koloniale verleden is gedacht.
Uit: Pierre Benoit, Voyage à Surinam: description des possessions néerlandaises dans la Guyane (Brussel 1839). Collectie K. Boumann
Bruine mensen Ook in Zuid-Afrika werden slaven gehouden, maar niet op zo’n grote schaal als in Suriname en op de Antillen. ‘Over de slavernij hebben Zuid-Afrikaanse schrijvers zowel traditionele als postmoderne historische romans geschreven, maar niet veel,’ vertelt Ena Jansen, bijzonder hoogleraar Zuid-Afrikaanse letteren. ‘De schrijvers zijn zich bewust van belangrijke vragen zoals: mogen wij wel spreken namens een stemloze slaaf?’ Volgens Jansen schreven tot kort geleden alleen ‘witte’ schrijvers over de slavernij, André P. Brink voorop. Maar recent publiceerden ook de eerste ‘bruine’ auteurs over dit onderwerp, zoals Rayda Jacobs en Yvette Christiansë. ‘In Zuid-Afrika is de slavernijgeschiedenis absoluut de geschiedenis van de bruine mensen, geboren uit relaties tussen slaven en bazen. In 1657 haalde Jan van Riebeeck de eerste slaven naar Zuid-Afrika om het zware werk te doen dat kwam kijken bij het opbouwen van een nederzetting voor de VOC. Deze slaven kwamen uit Oost-Afrikaanse landen en uit Azië. De plaatselijke zwarte Zuid-Afrikaanse bevolking is nooit tot slaaf gemaakt.’ Binnenkort verschijnt Jansens boek Soos familie (‘Zoals familie’), over haar onderzoek naar de representatie van vrouwelijke huisbedienden in Zuid-Afrikaanse stadsromans. ‘Door het slavernijverleden is er in Zuid-Afrika een soort vanzelfsprekendheid ontstaan dat iemand anders het zware werk doet. Handenarbeid wordt nog steeds vooral door donkere mensen verricht. Zodra mensen een beetje geld hebben, nemen ze een bediende in huis.’
Gekaapt schip Literatuur is niet de enige bron die een inkijk geeft in de belevingswereld van slaven. Historisch archiefmateriaal en drukwerk doen dat ook. Historica Suze Zijlstra onderzoekt de machtsverhouding tussen bevolkingsgroepen in de vroege kolonie. Voor haar promotie bekijkt ze ruim zeshonderd brieven uit het zeventiende-eeuwse Suriname, een periode waarnaar tot nu toe weinig onderzoek is gedaan. De brieven zijn afkomstig van een gekaapt schip, de meeste zijn geschreven door kolonisten. ‘Zij schrijven nauwelijks over de behandeling van slaven. Ik ben één brief tegengekomen waarin iemand schrijft dat de slaven gemarteld worden.’ Zijlstra bekijkt de kolonisatie vanuit verschillende perspectieven. ‘Maar hoe de slavenbevolking zelf die tijd heeft ervaren, moet ik uit de context opmaken. Het is natuurlijk al veelzeggend dat de kolonisten zo weinig over de slaven schrijven.’ Antropologen benaderen het verleden weer op een heel andere manier. Universitair docent Francio Guadeloupe onderzoekt de relatie tussen media, religie en nationalisme en hoe de kolonisatie daarin terug te vinden is. Aan de hand van sporen in het heden reconstrueert hij het verleden. ‘De nalatenschap van het slavernijverleden is niet alleen maar negatief,’ benadrukt Guadeloupe. ‘Zonder de strijd van onze voorouders zouden wij niet zo veel vrijheden hebben. Wij vieren honderdvijftig jaar na dato niet “dat er iets is afgeschaft voor die arme sloebers in het Caraïbisch gebied”, maar dat wij niet zouden kunnen zijn wie we zijn zonder de vrijheidsstrijd die de slaven hebben gevoerd.’
13 A
C
In beeld van Kempen A Michiel B Ena Jansen C Pamela Pattynama
Kalverstraat Het is vaak moeilijk om te beseffen dat de slavernij niet alleen invloed heeft gehad op de mensen in Suriname en op de Antillen, maar dat het ook de Nederlanders heeft bepaald, stelt Van Kempen. ‘Onze welvaart hier is niet uit de lucht komen vallen. Het is een gevolg van de bloeiende handel in de zeventiende en achttiende eeuw en deze was direct gelieerd aan de slavernij. In Amsterdam kun je die erfenis als het ware op straat aanwijzen.’ Van Kempen verzorgt voor derdejaars studenten het keuzevak Caraïbische dromen, waarin de klassiekers uit het gebied worden behandeld: Wij slaven van Suriname van Anton de Kom, Mijn zuster de negerin van Cola Debrot, Dubbelspel van Frank Martinus Arion, De stille plantage van Albert Helman. Daarnaast begeleidt hij zeventien promovendi. De interesse onder studenten en promovendi voor zijn vakgebied neemt toe, merkt hij. ‘Het ontgaat natuurlijk niemand dat wij zo langzamerhand een gekleurde samenleving hebben. Je kunt de tv niet aanzetten of je ziet een gekleurde Nederlander. Tegenwoordig kom je Surinamers en Antillianen in alle geledingen van de maatschappij tegen. In de Kalverstraat is bijna driekwart van de mensen gekleurd. Als inwoner van Nederland wil je toch weten hoe dat komt?’ De bestudering van de West-Indische letteren aan de UvA valt volgens Van Kempen dan ook in de categorie ‘ken uw land’. •
Bijzondere leerstoelen (post)koloniale literatuur In 2001 werd aan de UvA de bijzondere leerstoel Koloniale en postkoloniale literatuur- en cultuurgeschiedenis geïnstalleerd en bekleed door Bert Paasman. Later werd deze ‘algemene’ leerstoel opgedeeld in drie bijzondere leerstoelen. In 2002 werd Ena Jansen benoemd voor de bestudering van de Zuid-Afrikaanse letteren, in 2005 volgde Pamela Pattynama Bert Paasman op voor de specialisatie Nederlands Oost-Indië en in 2006 kwam daar nog de bijzondere leerstoel West-Indische letteren bij, waarop Michiel van Kempen werd benoemd. Sinds 2010 kent de UvA bovendien een bijzondere leerstoel Nederlands slavernijverleden en erfenis, die door Stephen Small wordt bekleed. Bijzondere leerstoelen worden gefinancierd door externe partijen, maatschappelijke organisaties of fondsen. Juist organisaties die te maken hebben met het koloniale verleden gaan gebukt onder de financiële crisis, en veel instituten hebben hun deuren moeten sluiten: het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (Ninsee), het Moluks museum, een deel van het Koninklijk Instituut voor taal-, land- en volkenkunde (KITLV), het Sarnámi museum, de theatergroep van het MC Theater. Voor opvolging van Pamela Pattynama, die dit jaar met emeritaat gaat, en de voortzetting van de bijzondere leerstoel Oost-Indische letteren, wordt nog naar middelen gezocht. De bijzondere leerstoel West-Indische letteren verkeerde in 2011 in grote nood toen het fonds waaruit deze werd bekostigd volledig bleek opgedroogd. Michiel van Kempen en zijn promovendi hebben zelf actief meegezocht naar financiers en uiteindelijk is de leerstoel veilig gesteld met een gulle gift van een Curaçaos zakenman. In 2014 zal opnieuw gezocht moeten worden naar financiers. Tentoonstelling ‘Slavernij verbeeld’ Bij de Bijzondere Collecties van de UvA is tot en met 22 september de tentoonstelling ‘Slavernij verbeeld’ te zien. Prenten, boeken en objecten vertellen het verhaal van de zeventiende- en achttiende-eeuwse slavernij in Suriname en op de Antillen. Er wordt veel eigen materiaal getoond, zoals boeken met prenten waarop te zien is hoe slaven gestraft worden, of een kleitablet waarop staat dat een slaaf vrijgelaten is. Ook worden materialen uit privécollecties en museale instellingen in bruikleen getoond, zoals koopcontracten van slaven, lijsten met verscheepte slaven, brieven, schilderijen, een zeventiende-eeuwse globe en een oude landkaart met de indeling van de plantages. In videofragmenten reflecteren cabaretier en presentator Jörgen Raymann en zijn dochter Melody, student Geschiedenis aan de UvA, op tien stukken uit de collectie. Ook hield Raymann straatinterviews over slavernij. UvA-kunsthistoricus Elmer Kolfin, één van de gastconservatoren van de tentoonstelling, publiceert geregeld over de verbeelding van slavernij en maakte eerder de tentoonstelling ‘Black is Beautiful’ in de Nieuwe Kerk. Bijzondere Collecties, Oude Turfmarkt 129 Amsterdam, www.bijzonderecollecties.uva.nl. Toneelstuk bij afscheid rechtsfilosoof Cees Maris Op 17 mei 2013 hield hoogleraar Rechtsfilosofie Cees Maris zijn afscheidsrede ‘Wij verlangen onze vrijheid’. De afscheidsrede had de vorm van een filosofisch toneelstuk over slavernij en werd uitgevoerd door de acteurs Ab Gietelink en Raymi Sambo. In juni is het stuk nog vier keer opgevoerd, mede dankzij steun van het Amsterdams Universiteitsfonds. Nu is het nog via internet terug te zien: www.theaternomade.nl. Lezing 150 jaar afschaffing slavernij Op 27 juni spreken bijzonder hoogleraar Slavernijverleden Stephen Small en historica Suze Zijlstra in academisch-cultureel centrum SPUI25 over 150 jaar afschaffing slavernij. Meer informatie en aanmelden: www.spui25.nl.
14 loopbaan
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
tekst • Han Ceelen beeld • Kees Hummel
Muziek– publicist worden aan de UvA Volkskrant-criticus Menno Pot is optimistisch over de toekomst van de journalistiek. ‘Als U2 in Nederland optreedt, willen mensen lezen hoe het was. En een afgewogen oordeel.’ Poprecensenten kun je onderverdelen in twee categorieën, zegt Menno Pot. Zij die vinden dat popmuziek hun werk is (de grootste groep), en degenen die het vooral om het schrijven gaat. Zelf behoort hij tot de laatste categorie. ‘Mocht ik niet meer over dit onderwerp kunnen schrijven, dan zou ik een ander kiezen. Schrijven is mijn ambacht, daar haal ik het meeste plezier uit.’ Pots stukken in de Volkskrant houden dan ook niet noodzakelijk verband met zijn eigen smaak, vertelt hij in restaurant Stalpaert in het Scheepvaartmuseum. ‘Ik schrijf met liefde voor het onderwerp, maar ik kijk ook met een academische bril naar de popmuziek. Ik wil analyseren, duiden, in perspectief plaatsen. Uitleggen wat ik vind, zonder dat het een particulier meninkje blijft. Wat voegt een plaat toe? Wat zegt hij over de jeugdcultuur? Ik houd niet van Marco Borsato of Guus Meeuwis, maar ik vind het leuk en belangrijk om over ze te schrijven. En dan niet, zoals je vaak ziet, in een reportage die voor de helft over het publiek gaat. Nee: serieus. Ik probeer zo goed mogelijk uit te leggen waarom ik het niet goed vind. Daar kan ik als schrijver heel enthousiast van worden.’ Ondanks zijn academische blik, ziet Pot nauwelijks een link tussen zijn beroep en zijn studie aan de UvA. Hij koos voor
Culturele studies om vanuit Friesland naar Amsterdam te kunnen verhuizen, én vanwege de schrijfvakken. Maar waar het leven in de hoofdstad hem prima beviel, was de studie een afknapper. Het curriculum van de nog jonge opleiding was onsamenhangend, vakken bleken niet op elkaar afgestemd. Zelfs de schrijfcursussen vond Pot tam en niet inspirerend. Halverwege zijn studie hield hij zich vooral bezig met het bezoeken van concerten en met wedstrijden van Ajax (zijn tweede grote liefde), en overwoog hij serieus om het bijltje erbij neer te gooien. Gelukkig was daar juist op tijd reddende engel Michaël Zeeman, die ook een schrijfcursus gaf. De in 2009 overleden schrijver/criticus liet hem zien dat schrijven wel leuk kon zijn. Al tijdens de eerste lessen werd het kaf ruw van het koren gescheiden. ‘Teutebellen’ die het niet in zich hadden, kregen te horen dat ze beter konden vertrekken. Ook Pot werd aanvankelijk hard aangepakt. ‘Het was echt een bloedbad. Van mijn eerste stukken liet hij geen spaan heel. Maar dat vond ik niet erg. Ik had eindelijk het gevoel dat ik iets leerde. Helder schrijven, zuiver formuleren. Ik dacht: als ik hier doorheen kom, betekent het tenminste iets.’ Pots doorzetten werd beloond, want uiteindelijk zou hij in Zeeman een geweldige mentor vinden. Zeeman gaf hem op zijn falie als hij niet hard genoeg werkte, begeleidde zijn scriptie, en zijn stage bij de Amsterdamse stadszender AT5. In 1998 tipte hij Pot dat de muziekredactie van de Volkskrant een medewerker zocht. De laatste vijftien jaar is er bij de krant veel
Menno Pot
‘Altijd weer een bandje waarover ik dolenthousiast ben’ veranderd, zegt Pot. De zure oude garde is met pensioen, en de redactie is flink verjongd. Onder de Belgische eigenaar De Persgroep is overgeschakeld op tabloidformaat, wat de beschikbare ruimte heeft beperkt. Teruglopende oplages zorgden voor minder financiële speelruimte, en door de opkomst van de burgerjournalistiek hebben journalisten en critici aan gezag ingeboet. Toch is Pot niet pessimistisch over de toekomst: ‘Ik denk dat er juist in deze tijd, met een enorm aanbod aan schrijfsels, behoefte is aan duiding door goede auteurs. Daar geloven we bij de Volkskrant nog heel erg in. Als U2 in Nederland optreedt, willen mensen de volgende dag lezen hoe het was. En dan willen ze een afgewogen oordeel.’ Ook persoonlijk is Pot nog lang niet op de popmuziek uitgekeken. Goed, als huisvader van 38 voelt hij niet meer altijd dezelfde opwinding als toen hij Nirvana en Pearl Jam ontdekte. ‘Maar tot nu toe is het altijd
zo dat als ik denk dat ik een oude zeurpiet begin te worden, er weer een bandje opstaat waar ik wél dolenthousiast over ben, zoals The Arctic Monkeys. En zelfs al spreekt zo’n jong groepje me minder aan, dan herken ik de geestdrift van de fans en word ik dáár enthousiast over: meta-enthousiasme. Zo kom ik toch weer op dat schrijfplezier uit. Ik denk dat dat de sleutel is om lang popjournalist te kunnen blijven. Ik heb laatst voor het blad Muziek.nl een groot verhaal geschreven over de Berlijnse jaren van David Bowie. Ik weet zeker dat ik dat over dertig jaar nog met precies evenveel plezier en liefde doe.’ •
www.mennopot.com
http://theaderks.wordpress.com
www
www
15
Menno Pot – 1975
Thea derks – 1953
www.mennopot.com
http://theaderks.wordpress. com
• 1997 stage AT5 • 1998 Culturele studies, variant Publicistiek • 1998-heden medewerker de Volkskrant • 2011-heden medewerker en columnist Muziek.nl • 2012 gastdocent popjournalistiek Fontys Hogeschool, Utrecht • boeken: Vak 127 (debuutroman over het leven van een Ajax-supporter, 2005), De Derby (2008), Sporen van Ajax (2012)
• 1976 Engelse taalen letterkunde RUG • 1977-1992 docent Engels • 1987 oprichting band Tess • 1996 Muziekwetenschap cum laude • 1995-heden medewerker Muziekjournaal Entr’acte en andere muziekbladen/ blogs • 1996-heden programma’s, interviews en reportages voor Radio 4 • 2013 biografie Reinbert de Leeuw
Thea Derks
‘Het publiek wéét niet wat het wil’ Muziekpublicist Thea Derks wil moderne klassieke muziek toegankelijk maken voor een groot publiek. ‘Cultuur wordt steeds meer verdreven uit het publieke domein.’ Een opmerking die Thea Derks vaak hoort, is dat ze moeilijke muziek zo toegankelijk voor het voetlicht brengt. ‘Dat vind ik een groot compliment. Veel mensen zijn huiverig voor moderne klassieke muziek. Door er op een heldere manier over te praten en schrijven, wil ik die drempelvrees wegnemen. Laten zien: het is geen akelige plink plonk, maar muziek die je kan raken.’ Dat Derks zich richt op een breed publiek, valt niet los te zien van haar eigen muzikale achtergrond. Opgegroeid in een Limburgs
boerengezin, werd ze al op jonge leeftijd lid van de harmonie. Later, na een studie Engels in Groningen en een frustrerende loopbaan als lerares, begon ze de popband Tess (naar de roman Tess of the d’Urbervilles van Thomas Hardy). Hiermee maakte ze verschillende platen, en toerde ze door Nederland. ‘Ik zong, schreef alle nummers, en speelde trompet,’ zegt Derks. ‘Maar ik liep steeds vaker tegen technische problemen aan. Hoe zet ik een song op een logische manier in elkaar? Hoe kom ik van A naar B? Daarom ben ik eerst lessen gaan volgen aan het Conservatorium, bij onder anderen Misha Mengelberg. Maar op een gegeven moment kreeg ik een bassist in mijn band die Muziekwetenschap had gestudeerd. Die kon heel goed arrangeren. Toen dacht ik: die studie ga ik ook volgen.’ De beslissing om zich in te schrijven bij Muziekwetenschap was een van de beste
in haar leven, zegt Derks. ‘Er ging een wereld voor me open. Ik verdiepte me in harmonieleer en contrapunt, maakte kennis met het “ijzeren repertoire” van de grote klassiekers. Zoals wel vaker bij mensen die een tweede studie doen, was ik bloedfanatiek. Ik zat altijd vooraan, studeerde me suf. ’s Avonds ging ik voor een habbekrats naar de IJsbreker, het Concertgebouw of de opera. Ondertussen schreef ik ook nog voor Klnk, het blaadje van studievereniging Ragtime, en volgde ik een cursus muzikale journalistiek in Utrecht bij Eddie Vetter.’ Toch waren er ook dingen waar Derks zich aan stoorde in haar studie, zoals het snobisme van sommige docenten. Veel onderwerpen werden bekend verondersteld, terwijl zij nu juist was gekomen om daarover te leren. Ook viel het Derks op dat er nauwelijks aandacht was voor vrouwelijke componisten. Wie daar wat van zei, werd meewarig aangekeken. Die laatste omissie zette Derks persoonlijk recht in haar scriptie, waarvoor ze vrouwelijke oprichters van Nederlandse ensembles interviewde. Ze studeerde cum laude af, maar legde het aanbod om te gaan promoveren naast zich neer. In plaats daarvan rolde ze de journalistiek in. Eerst bij Muziekjournaal Entr’acte, later bij het Algemeen Dagblad en verschillende tijdschriften, blogs en radioprogramma’s. Naast haar werk als journalist schreef Derks een biografie van Reinbert de Leeuw die binnenkort verschijnt, en treedt ze geregeld op als moderator en inleider. Over de positie van de klassieke-muziekrecensent anno 2013 heeft ze een dubbel
gevoel. Enerzijds gebeurt er ontzettend veel, vooral op internet. Maar de gespecialiseerde blogs die daar ontstaan betalen nauwelijks en bedienen slechts een nichepubliek. ‘Dat baart me wel zorgen. Cultuur en klassieke muziek worden steeds meer verdreven uit het grote publieke domein. Toen ik jong was, kreeg je muziekles op school. Op televisie had je mensen als Godfried Bomans en Pierre Janssen, die het volk op een lichtvoetige manier lieten kennismaken met kunst en cultuur. Als Reinbert de Leeuw een optreden gaf of een plaat uitbracht, verschenen er grote stukken in de kranten. Tegenwoordig heeft de gewone man of vrouw nauwelijks meer kans om met klassieke muziek in aanraking te komen. Korte items in De Wereld Draait Door uitgezonderd.’ Het standaardverweer van programmamakers – het publiek wil het zelf niet – gaat er bij Derks niet in. Met stemverheffing: ‘Het publiek wéét niet wat het wil. Je moet het iets durven geven. Het beste voorbeeld vind ik nog altijd het Residentieorkest. Dat was jarenlang heel progressief in de programmering, en de zalen zaten tjokvol. Op een gegeven moment ging de programmeur weg, en begon men zich zorgen te maken over de koers. Toen werd er toch maar weer Beethoven, Mahler en Brahms geprogrammeerd. Vervolgens bleven de mensen weg. Dat cateren voor wat het publiek wil, werkt volstrekt averechts. Wat is er nu leuker dan dat je iets krijgt wat je nog niet kende, en denkt: wow, wat een ontdekking!’ •
Andere muziekpublicisten die aan de UvA studeerden: www.uva-alumni.nl/muziekpublicisten.
16 Uva-geschiedenis
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
De ontwikkeling van een ziekenhuis in foto’s Een nieuw fotoboek toont zowel de geschiedenis van het Academisch Medisch Centrum als de ontwikkeling van de geneeskunde in Nederland. Dit jaar is het dertig jaar geleden dat de verhuizing van het Wilhelmina Gasthuis (WG) naar het Academisch Medisch Centrum (AMC) werd afgerond. Het Binnen Gasthuis (BG) verhuisde al twee jaar eerder naar de nieuwbouwlocatie aan de Meibergdreef in Amsterdam-Zuidoost. De oude locaties kregen een nieuw leven en veranderden van functie. In het fotoboek AMC 30 jaar. Metamorfosen van een Amsterdams gasthuis, een initiatief van de Historische Commissie AMC, zijn oude en nieuwe foto’s van dezelfde
delen van het voormalige BG en WG naast elkaar geplaatst. Zo is goed te zien hoe de twee gebouwen in het centrum transformeerden tot dynamische plekken waar mensen wonen en werken. Ziekenzalen werden woonkamers, ateliers of kantoren, collegezalen werden skihelling en dansstudio, het pathologisch anatomisch laboratorium werd een caférestaurant en het mortuarium is tegenwoordig te huur voor feesten en partijen. Ook zijn in het boek foto’s opgenomen van het huidige AMC, naast foto’s van dertig jaar geleden. De beelden tonen welke vlucht de geneeskunde in Nederland in drie decennia heeft genomen. In deze periode zijn belangrijke medische
beeld • Matthanja Bieze / Boom
ontdekkingen gedaan. Het AMC is een ‘medische stad’ geworden waar hoogwaardige zorg wordt geboden en tal van voorzieningen zijn voor patiënten, onderwijs en onderzoek. De topzorg verandert nog steeds voortdurend en in het verlengde daarvan zal ook de fysieke omgeving van het AMC van gedaante blijven wisselen. AMC 30 jaar. Metamorfosen van een Amsterdams gasthuis Boom, december 2012 Samenstelling en inleiding: Thomas van Gulik (Geneeskunde 1980, promotie 1981 cum laude), hoogleraar Experimentele heelkunde, in het bijzonder fundamenteel chirurgisch onderzoek. •
De Grimburgwal tijdens het bezoekuur van het BG in 1950, en in 2012. De voormalige polikliniek Geslachtsziekten (lage gebouw midden) is tegenwoordig in gebruik als Amsterdamse Academische Club
In de voormalige collegezaal van de afdeling KNO in het WG (1983) is nu een indoor skihelling gevestigd (2012)
In de voormalige Vrouwenkliniek van het WG (1919) is nu atelier de Kraamkamer gevestigd (2012)
Ziekenzaal in het WG (1983) is verbouwd tot woonkamer (2012)
College Interne geneeskunde met een patiënt in een BG-zaal (1981) die nu in gebruik is als leslokaal van het studiecentrum Binnengasthuis (2012)
Bij mooi weer konden de patiënten met bed en al de binnentuin van het BG in (1983), waar in 2011 studenten ontspannen tijdens de Intreeweek
www.fab.nl
werk
www
Een winkel in Soho als kers op de taart Fabienne Chapot startte haar eigen tassen- en accessoiremerk Fab. en verovert daarmee de wereld. ‘Ik heb geleerd om problemen pas op te lossen als ze zich voordoen.’ Het kantoor van Fab. aan de Amsterdamse Kerkstraat heeft een enorme glazen entree. Al van buiten zie je het opvallende bedrijfslogo aan de muur en de modieuze jonge vrouwen aan het werk achter iMacs. Fabienne Chapot gaat de verslaggever op zelfontworpen laarzen voor naar haar werkplek, een glazen kantoor-in-het-kantoor. Op haar bureau liggen foto’s voor een interview met de glossy Jan, een MacBook, een iPhone en felgekleurde stalen slangenleer. Fabienne ontwerpt alles zelf: van tassen, portemonnees, iPhone- en iPadhoezen tot aan zonnebrillen met leren rand. Haar tassen en lederaccessoires zijn herkenbaar aan zacht, kwalitatief hoogwaardig leer en het gebruik van hartjes en studs. Aan elke tas zit een decoratief leren hartje met het logo, dat ook als sleutelhanger te gebruiken is. Het gaat Fab. sinds de lancering in 2006 voor de wind. In 2011 wijdde Tassenmuseum Hendrikje een solo-tentoonstelling aan haar werk. In 2012 introduceerde Fabienne ook een schoenenlijn, bracht ze het parfum Fabelle op de markt en opende ze haar flagshipstore in de Hartenstraat, waar klanten de kleur van de voering van hun tas kunnen uitkiezen.
17 tekst • Janna Reinsma beeld • Frank Ruiter
‘Je hoort van veel mensen dat ouders het hen afraden, als hun dochter of zoon zegt: “Ik ga voor mezelf beginnen.” Maar ik kreeg enorm veel steun.’ Met haar tassen ging Fabienne langs de winkels waar ze zelf als klant graag kwam. Tot haar verrassing kreeg ze veel enthousiaste reacties en werd er direct aangekocht. ‘Men vond de tassen heel mooi en de prijs ook!’ Toen ook de Bijenkorf belangstelling toonde ging het snel. Kort erna opende ze haar eigen tassenfabriek op Bali, waar inmiddels 114 mensen werken. Met tassen die in prijs variëren van 220 tot 280 euro, creëerde Fabienne een eigen niche, tussen de goedkope tassen van de Zara en de H&M en de peperdure designertassen. Marktonderzoekjes Hoewel Fabienne van haar studietijd heeft genoten, vond ze de studie Communicatiewetenschap veel te breed van opzet. ‘Heel jammer. In die tijd stond de studie ook slecht aangeschreven.’ Inmiddels is de studie veranderd, en onlangs kwam Communicatiewetenschap van de UvA in de QS World University Rankings op de zevende plaats van de wereld en op de eerste plaats van Europa te staan. De studie heeft haar wel het een en ander bijgebracht. ‘Analytisch denken is nuttig voor de rest van je leven, ook bij het opzetten van een bedrijf. Verder leer je verschillende soorten onderzoek doen. Daar heb je wat aan in een bedrijf, waar je constant beslissingen neemt, marktonderzoekjes doet en je strategie bepaalt.’
‘Vier weken lang heb ik het eiland afgestruind en diverse samples van een tas laten maken’
Fabienne Chapot – 1981 www.fab.nl • 2004 Communicatiewetenschap • 2006 oprichting Fab. • 2011 expositie Tassenmuseum Hendrikje • 2012 opening flagshipstore Fab. in de Negen Straatjes (Amsterdam), lancering parfum Fabelle en eigen schoenenlijn
Cijfers • 1 tas en 1 portemonnee per seizoen, in vele varianten • 2 collecties per jaar • 750 items per seizoen • verkoopt 75.000 producten per jaar • in 370 winkels in Nederland • in 14 landen te koop • 15 medewerkers in Nederland • 114 medewerkers op Bali • 5 stagiairs • 40.000 geïnvesteerd (en allang terugbetaald)
Bali Fabienne gebruikt vaak het woord ‘gewoon’. Toch is haar verhaal helemaal niet zo gewoon. Na haar studie Communicatiewetenschap reisde ze eerst een halfjaar de wereld rond. Ze bezocht onder andere Bali, waar ze onder de indruk was van wat men daar maakte – schilderijen, meubels, kleding en leerproducten. Terug in Nederland ging ze werken bij een reclamebureau, ‘vooral omdat ik dacht dat ik aan de bak moest, maar eigenlijk wist ik niet wat ik wilde.’ Na een tijdje werd ze onrustig. ‘Het was een heel leuk bureau. Maar ik kreeg het er benauwd. Ik denk dat ik de reclame toch een beetje te oppervlakkig vond. Ik had het gevoel alsof mijn leven aan me voorbijging.’ Tijdens een vakantie borrelden ‘duizend en één ideeën’ op, toekomstplannen die geen van alle iets met de reclamewereld te maken hadden. Ze zegde haar baan op en ging zich bezinnen. ‘Toen is het idee ontstaan om tassen en portemonnees te gaan ontwerpen.’ Ze besloot terug te gaan naar Bali. ‘Ongeveer vier weken lang heb ik het eiland afgestruind en diverse samples van een tas laten maken, in een aantal kleuren.’ De sprong in het diepe beviel uitstekend. ‘Ik dacht: nu leef ik, ik ben echt iets gaafs aan het doen.’ Haar ouders waren ook enthousiast. Zij zijn zelf ook ondernemers: haar vader werkte in een familiebedrijf in gordijnen en stoffering, haar moeder was interieurstylist. Van haar moeder leende Fabienne veertigduizend euro aan startkapitaal via de Tante-Agaathregeling (een voor investeerder en lener fiscaal gunstige lening aan startende ondernemers).
Stel dat ze een gastcollege aan de UvA mocht komen geven, waarover zou dat gaan? ‘Ik zou vertellen hoe marketing en pr in de praktijk werken, en wat daar allemaal bij komt kijken. Communicatiebureaus vragen ons wel eens: “Wie doet jullie pr?” Dat doen we zelf en hebben we ook altijd zelf gedaan.’ En wat zou ze ondernemende alumni met wilde plannen willen adviseren? ‘Als ik álles had bedacht wat er misschien wel mis zou kunnen gaan, dan denk ik niet dat ik mijn onderneming was gestart. Ik heb geleerd om problemen pas op te lossen als ze zich voordoen. Maar wel steeds ook het slechtste scenario in het achterhoofd houden. Dan valt het eigenlijk altijd weer mee. Dus: niet naïef zijn, maar ook weer niet té veel nadenken.’ Onlangs was Fabienne met haar stylist in New York voor een fotoshoot. Vooral de hippe wijk Soho maakte indruk. Een plek voor Fab.? ‘Ik denk wel dat een winkel in Soho de kers op de taart is. Daar komt de hele wereld bij elkaar, alle merken van betekenis zitten er.’ Zou ze er ook wel willen wonen? ‘Ja, heel graag. Voorlopig focussen we op de Duitse markt, maar over een jaar of vier, vijf, ga ik de tijd nemen om daar een winkel op te zetten. Dan kijk ik gewoon of het me gaat lukken in Amerika.’ •
18 voetsporen
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
tekst • Elke Veldkamp
‘Op familievergaderingen heeft iedereen strijd met elkaar’ De pater familias die veertig jaar in de Tweede Kamer zat en zijn kleinkinderen op zolder liet hockeyen. Een strenge zoon die president werd van de Hoge Raad. En een eigenzinnige achterkleindochter die hoogleraar aan de UvA werd en na haar zestigste cabaretier. Heilige verontwaardiging is het typische trekje dat de familie De Savornin Lohman drijft. Dominique de Savornin was een Franse hugenoot die zich aan het eind van de zestiende eeuw, vermoedelijk na de Bartholomeusnacht, in Nederland vestigde. Zijn achterachterkleindochter Anna trouwde met Wijtsius Lohman, waarna hun zoon Maurits (1770) de eerste De Savornin Lohman werd. Door zijn huwelijk met gravin Louisa van Heiden Reinestein steeg Maurits een flink stuk op de maatschappelijke ladder. Zijn kleinzoon, jonkheer mr. Alexander Frederik de Savornin Lohman (1837), is de pater familias bij wie dit verhaal begint. A.F. de Savornin Lohman was rechter, Tweede en Eerste Kamerlid, hoogleraar aan de VU, minister van Binnenlandse Zaken en oprichter van de CHU, de voorloper van het huidige CDA. Daarnaast was hij adviseur van koningin Wilhelmina en Minister van Staat. ‘Hij is veertig jaar parlementslid geweest, een waanzinnig lange tijd,’ zegt achterkleindochter Wytzia de Savornin Lohman. Hij kreeg elf kinderen, onder wie zoon Witius Hendrik (1864). Die studeerde rechten aan de VU, maar promoveerde aan de UvA, omdat de VU op dat moment het recht om promoties te verlenen nog miste. Hij werd uiteindelijk president van de Hoge Raad. Terwijl zijn vader bekend stond als een aardige, toegankelijke man, was zoon Witius zeer streng en conservatief. ‘Ik heb begrepen dat hij een autoritaire man was,’ vertelt kleindochter Jacqueline de Savornin Lohman. ‘Mijn moeder was vreselijk zenuwachtig toen ze hem voor het eerst ontmoette. Hij citeerde voor haar een zin van Homerus in het Grieks, waarop zij puur toevallig het vervolg wist. Toen was ze goedgekeurd.’ ‘Zijn kinderen gingen liever bij grootpapa Alexander spelen,’ vertelt Wytzia. ‘Daar mochten ze op zolder hockeyen. En met grootpapa praatten ze over hun toekomstplannen. Hij deed een goed woordje voor hen bij zijn zoon.’
De vader van Wytzia, die net als zijn vader Witius Hendrik – roepnaam Wite – heette, was twaalfde in het gezin. ‘Een heel lieve man, die bang was voor zijn vader en zelf niet zo’n vader wilde zijn,’ zegt Wytzia. ‘Er was voor hem besloten dat hij notaris zou worden. Daar was hij uiteindelijk wel blij mee, want het paste bij hem.’ Wytzia zelf studeerde Geschiedenis; kandidaats in Utrecht, doctoraal aan de UvA. Ze werkt nu als adviseur, gespecialiseerd in samenwerkingsvraagstukken in de non-profitsector. ‘Ik wilde eigenlijk Theaterwetenschap studeren, daarom was ik naar Amsterdam overgestapt. Maar die studie viel me tegen. Geschiedenis sprak me aan.’ Aan de linkse UvA van de jaren zeventig besloot Wytzia zich alleen Lohman te noemen. ‘Ik had genoeg van het commentaar op mijn naam en titel als jonkvrouw. Maar een medestudent kwam er achter en riep uit: “Je hebt ons belazerd!”. Toen ben ik weer de hele achternaam gaan gebruiken. Inmiddels ben ik erin gegroeid en vind ik het gewoon een prachtige naam. De adellijke titel speelt verder geen rol in mijn leven. Het is aardige folklore.’
rebels. Het leek me geweldig om de partij die mijn overgrootvader had opgericht, te laten ontploffen. Van Mierlo vroeg me als kandidaat voor de Eerste Kamer, maar dat vond ik te zwaar op dat moment met kleine kinderen. In de jaren negentig ben ik wel voor D66 in de Eerste Kamer verkozen.’ Jacqueline raakte geïnteresseerd in de verandering van het strafrecht en kwam in contact met Alfred Heijder, hoogleraar aan de UvA. ‘Ik had goed contact met hem en besloot aan de UvA te promoveren. Dat werd me overigens niet in dank afgenomen door Leiden.’ Ze werkte als stafmedewerker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau en werd in 1982 hoogleraar Sociale hulpverlening aan de faculteit Andragologie. ‘Vanwege bezuinigingen werd de faculteit in 1989 opgeheven. Toen ik als fellow bij het NIAS zat in Wassenaar, las ik in de krant dat ik was ontslagen.’ De faculteit Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen wilde Jacqueline graag behouden en zij kreeg een aanstelling als hoogleraar Jeugdbescherming en jeugdhulpverlening. ‘Daar heb ik een interessante tijd gehad met onderzoeksopdrachten van Justitie, omdat er meer aandacht kwam voor ondertoezichtstelling en kindermisbruik.’
‘IK PLANTTE DE KINDEREN WEL EENS BIJ EEN CIPIER ALS IK BIJ EEN CLIËNT OP BEZOEK MOEST’
Jonkvrouw Witius en zijn vrouw Emmy kregen dertien kinderen, van wie Jacquelines vader Alexander Frederik de oudste zoon was. Hij besloot niet in de voetsporen van zijn vader te treden, maar vertrok met zijn vrouw naar NederlandsIndië om te werken als referendaris van het departement van Economische Zaken. ‘Op een gegeven moment zaten zeven van de dertien kinderen van Witius in Indië,’ vertelt Jacqueline. ‘Een deel is daar overleden, de rest is na de oorlog gehavend teruggekomen. Mijn vader overleed in 1944 in Japanse krijgsgevangenschap, werkend aan de Pakanbaroespoorlijn. Hij was een heel bescheiden, kwetsbare man. Idealistisch ook, hij kon niet tegen onrecht.’
D66 Terug naar de lijn van Jacqueline: haar moeder keerde met haar vier kinderen na de oorlog terug naar Nederland. ‘Ik groeide op in de wereld van de familie Verwey, de familie van mijn moeder. Haar broer was de bekende kunstschilder Kees Verwey. Het was een bohemienachtige familie, het was ook eigenlijk logischer geweest voor mij om in Amsterdam te gaan studeren. Mijn moeder had een jaar Frans gestudeerd aan de Gemeente Universiteit, de voorloper van de UvA. Ze moest ermee ophouden omdat er geen geld meer was en haar drie broers voor gingen qua opleiding.’ Voor Jacqueline werd het Leiden, waar ze Rechten ging studeren. ‘Dat had niks te maken met een familietraditie, het leek me gewoon een praktische studie. Ik ben de advocatuur ingegaan, maar met drie kleine kinderen was dat best lastig. Ik plantte ze wel eens bij een cipier als ik bij een cliënt op bezoek moest.’ In de woelige jaren zestig was Jacqueline betrokken bij de oprichting van D66. ‘Er zaten nogal wat De Savornin Lohmannen in de politiek en ik was zelf nogal
One woman show
Met de nieuwe generatie studenten onderhoudt Jacqueline contact als scriptiebegeleidster. ‘Dat houdt mij bij de les. De studenten moeten wel een klein bedrag betalen, anders nemen ze me niet serieus. Als ze hun bul binnen de termijn halen, krijgen ze de helft terug. Ik merk dat de nieuwe generatie heel ambitieus is, soms een beetje té voor wat betreft hun scriptie.’ De achterkleindochter van de bekende staatsman heeft nog een andere kant: ze staat regelmatig in het theater met haar one woman show. ‘Ik deed cursussen kleinkunst en ontdekte dat ik zelf liedjes kon schrijven. Ik wilde graag cabaret maken dat het clichébeeld van ouderen doorbreekt.’ Haar hobby liep wat uit de hand, onlangs sloot ze een kleine tournee langs Nederlandse theaters af. ‘Op zich leuk om te doen, maar het gedoe eromheen vergt veel energie.’ Van Jacquelines kinderen zijn er twee naar de UvA gegaan: Wirt en Bas Soetenhorst. ‘Mijn dochter Wytzia wilde graag Theaterwetenschap in Amsterdam studeren, maar werd steeds uitgeloot.’ Beide zoons studeerden Rechten, Wirt is inmiddels uitgever van Boom Juridisch en Bas journalist bij Het Parool. ‘Rechten was geen heel doordachte keuze van mij,’ vertelt Bas. ‘Het was bij gebrek aan betere opties. Ik ben begonnen in Leiden, maar ik vond Amsterdam eigenlijk een veel interessantere plek om te studeren. Dus ben ik na mijn propedeuse overgestapt naar de UvA.’
19 Wytzia heeft een tijdje in het familiebestuur gezeten. ‘Daardoor leer je veel mensen binnen de familie kennen, er zijn zo’n 120 leden van de vereniging. Ik vind het heel aardig om verhalen uit andere staken van de familie te horen, we hebben toch allemaal een gemeenschappelijk verleden.’ Er is ook een typisch De Savornin Lohmantrekje, vinden zowel Wytzia als Jacqueline: ‘We kunnen een soort heilige verontwaardiging over zaken voelen. Op familievergaderingen heeft iedereen strijd met elkaar en bemoeit men zich overal mee. Maar uiteindelijk volgt er altijd weer verzoening.’ •
Familievereniging De dertien kinderen van strenge Witius Hendrik hebben altijd een hechte groep gevormd. Wytzia: ‘Om de familieband te onderhouden werd na de oorlog een familievereniging opgericht. Eén keer in de twee jaar houden we een reünie en tussendoor zijn er vergaderingen over het reilen en zeilen van de vereniging. We hebben een paar jaar terug een groot boek gemaakt over de familie, waarvoor alle leden verhalen over zichzelf en hun overleden familieleden schreven. Dat is een handig naslagwerk, want er lopen heel wat Wites en Alexander Frederiks rond op de bijeenkomsten: in mijn vaders tijd had je de blonde, de zwarte en de rode Wite.’ Twee jaar geleden trad Jacqueline op als cabaretier tijdens de reünie. ‘Vreselijk leuk om te doen. Ik moest nogal wat uit mijn voorstelling schrappen, om gevoeligheden te vermijden.’
‘in mijn vaders tijd had je de blonde, de zwarte en de rode Wite’
1839-1906
Johanna Ermerins
1837-1924
Alexander de Savornin Lohman
1867-1944
Emelia Hovy
1864-1932
Witius Hendrik de Savornin Lohman
1927-1972
Wite de Savornin Lohman
1888
Rechtsgeleerdheid promotie
1956
Edmond de Savornin Lohman 1928
Lex de Savornin Lohman
1901-1989
Margaretha Verweij
1894-1944
Alexander (Lex) de Savornin Lohman
1913-1995
Mieke van Dam van Isselt
1908-1991
Witius (Wite) de Savornin Lohman
1940
Margriet de Savornin Lohman
1933-2012
Rob Soetenhorst 1943
1933
Lous de Savornin Lohman
Jacqueline de Savornin Lohman 1975
Rechtsgeleerdheid promotie
1963
Wirt Soetenhorst 1987
Nederlands recht promotie um
1945
1964
Wytzia Soetenhorst 1966
Bas Soetenhorst 1990
Nederlands recht
Alexander de Savornin Lohman
1949
Wytzia de Savornin Lohman 1982
Geschiedenis
20 kalender Oraties (16.00 uur) en afscheidscolleges (15.00 uur) vinden plaats in de Aula van de UvA, Singel 411, tenzij anders vermeld.
22
VOOR EEN UITGEBREID EN ACTUEEL OVERZICHT: uva-alumni.nl/agenda
Tentoonstelling
20
Oratie
JUN
Bijzonder hoogleraar Innovatieve gastrointestinale endoscopie. Innovatieve endoscopie: uitkijken en vooruit kijken
24 JUN
jul
Beleef het oude Egypte als nooit tevoren! Het hart van deze experience is een multimediashow, het Culturama. Reis in twintig minuten langs de hoogtepunten van het Oude Egypte – van prehistorie, farao’s en de grote piramides, tot de vroegchristelijke Koptische tijd. www.allardpiersonmuseum.nl
jan
Eeuwig Egypte Experience
Jean-Sébastien Caux
sep
De Amsterdamse Academische Club opent het academisch jaar met een debat met o.a. AAC-voorzitter Mirjam van Praag. Aanmelden: aac.uva.nl/agenda
13
Verhalen
sep
Zes wetenschappers vertellen verhalen over het IJ. Ook op 20 en 27 SEP, 4, 11 en 18 OKT. Prijs € 150 / € 120 (AUVleden, UvA-medewerkers, leden Artis). www.is.uva.nl
12
Toneelvoorstelling
sep
Reprise van Gogols beroemde toneelstuk door het Slavisch Toneel, vanwege het Nederland-Ruslandjaar 2013. Universiteitstheater, Nieuwe Doelenstraat 16, Amsterdam. Reserveren: secr-bungehuis@uva.nl
sep
Hoogleraar Theory of low-dimensional quantum condensed matter. The pursuit of exactness in quantum physics
Interview A AC Mirjam van Praag en Louise Gunning
Gesprek over o.a. alumnibeleid, kennisvalorisatie, de Amsterdam Economic Board en samenwerking met de VU. Aanmelden: aac.uva.nl/agenda
jun
Meer informatie: www.uva-alumni.nl/frankrijk
27
Dubbeloratie
Parijs
2 sep
3 sep
Menno de Winther en Esther Lutgens
De Winther: hoogleraar Vasculaire immunologische celbiologie. Afweer in de vaatwand: van signalering tot integrale oplossingen. Lutgens: hoogleraar Experimentele vasculaire immunopathologie. Co-stimulatie in Europa.
5 sep
6 sep
6
Opening Academisch Jaar Amsterdam-China
Workshop Icarus at the Edge of Time
Workshop voor leraren natuurkunde over het verhaal van een jongen die naar een zwart gat reist. Voorbereiding op gelijknamige voorstelling op 4 oktober in het Muziekgebouw aan het IJ. http://betaonderwijs.uva.nl
Discussieforum De Vrije Wil?
Hoe is het sinds Wij zijn ons brein van Dick Swaab gesteld met de vrije wil? Zie ook onder AUV en kringen, pagina 35.
David Van Reybrouck
28
Oratie
jun
Hoogleraar Klinische cardiovasculaire pathologie. Het hart in de hand
10
Congres
Collegereeks met excursies
jul
Het Internationaal Neuropsychologie Congres is een samenwerking van de Nederlandse Vereniging van Neuropsychologie en de Federation of European Neuropsychological Societies. Locatie: Hilton Amsterdam. www.ins-amsterdam2013.nl
Allard van der Wal
Neuropsychologie
12 sep
Natuur en kunst. Samenhang of tegenstelling?
Colleges en excursies met Erik de Jong naar Artis en de Artis Bibliotheek. Ook op 19 en 26 SEP, 3, 10, 17 en 31 OKT. Prijs € 155 / € 110 (AUV-leden, UvAmedewerkers, leden Artis). www.is.uva.nl
De Revizor
sep
‘Hoezo Rusland? Rusland in Nederland’, congres Slavische talen en culturen, vanwege het Nederland-Ruslandjaar 2013. Universiteitstheater, Nieuwe Doelenstraat 16, Amsterdam. Reserveren: secr-bungehuis@uva.nl, meer informatie: www.uva.nl/disciplines/slavisch
15
Wakker Worden Kinderlezing
sep
Wat doen satellieten in de ruimte?
Hoezo Rusland?
Sterrenkundige Rudy Wijnands spreekt in NEMO over soorten satellieten en wat ze onderzoeken. http://betaonderwijs.uva.nl
18 sep
Live jazz
SPUI25-Lezing
Dichtbij het IJ
Congres
Muzikale borrel A AC Start van het nieuwe seizoen met live jazz: elke vrijdag in de Amsterdamse Academische Club een informele borrel met hapjes en live muziek voor iedereen. Programma: aac.uva.nl/agenda
Opening Academisch Jaar
14
Thema van de opening is de samenwerking tussen Amsterdam en China. Sprekers zijn o.a. universiteitshoogleraar en logicus Johan van Benthem en zijn Chinese collega Fenrong Liu. www.uva.nl
De zevende SPUI25-lezing, de openingslezing van het seizoen, wordt verzorgd door de Vlaamse auteur David Van Reybrouck, bekend van zijn monumentale boek Congo. Een geschiedenis. www.spui25.nl
sep
jul
Debat A AC
14
Oratie
Alumnibijeenkomst
13
12
Bas Weusten
25
jun
Tentoonstelling
Slavernij verbeeld
SEP
JUN
12 5
Tentoonstelling over de zeventiende- en achttiende-eeuwse slavernij in Suriname en op de Antillen. Zie ook pagina 13. www.bijzonderecollecties.uva.nl
21
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
Hoorcollege De vrouw als hoofdpersoon
Hoorcollegereeks over de vrouw als hoofdpersoon in de Nederlandse letterkunde, met Yra van Dijk, Lia van Gemert, Marita Mathijsen, Bert Paasman en Herman Pleij. Ook op 2, 9, 16 en 30 OKT. Prijs €150 / € 105 (AUV-leden, UvA-medewerkers, leden Artis). www.is.uva.nl
19
Hoorcollege
sep
René van Royen vertelt over Herodotus, de eerste schrijver-onderzoeker. Ook op 26 SEP, 3, 10, 17, 24 en 31 OKT, 7, 14 en 21 NOV. Prijs € 180 / € 130 (AUV-leden, UvA-medewerkers, leden Artis). www.is.uva.nl
19
Debat A AC
sep
Het Griekse wonder
Onderzoekszwaartepunten
Elke donderdag: debat over een van de onderzoekszwaartepunten van de UvA. Aanmelden: aac.uva.nl/agenda
Actuele gebeurtenissen www.uva-alumni.nl /agenda
www
24 sep
25 sep
Collegereeks met excursies In dialoog met het kunstwerk
Collegereeks met Frank Reijnders, met museumpractica en tentoonstellingsbezoek. Ook op 1, 8, 15 en 29 OKT, 5 en 12 NOV. Prijs (exclusief museumtoegang) € 160 / € 110 (AUV-leden, UvAmedewerkers, leden Artis). www.is.uva.nl
Len de Klerk en Stan Majoor in gesprek over hun vakgebied in AUV-debatreeks Stand van de Wetenschap. www.spui25.nl
Andragologie
sep
Steven P.M. de Waal: De waarde(n) van maatschappelijk leiders. Informatie: www.uva-alumni.nl/andragologie, aanmelden: andragologie@uva.nl
Leiderschap
27
Andragologie
sep
Collegereeks met Gerard Donkers: Bevlogenheid terug in het werk. Ook op 11 OKT, 1, 15 en 29 NOV. Informatie: www.uva-alumni.nl/andragologie, aanmelden: andragologie@uva.nl
Sterrenkijkavond De sterrenhemel van dichtbij
nov
5
Weekend van de Wetenschap
okt
Wetenschapsorganisaties in Nederland openen hun deuren en tonen het publiek hun ‘Schatkamers’. www.hetweekendvandewetenschap.nl
6 okt
9 okt
sep
Dynamische dag over verleden, heden en toekomst van de opleiding Engelse taal en cultuur. Zie ook onder de AlumniVaria op pagina 37.
100 jaar Engels
Andragologie Veranderen
Huib Wursten: Veranderen bij cultuurverschillen. Vervolg op gelijknamige collegereeks. Ook op 8 NOV en 10 DEC. Informatie: www.uva-alumni.nl/andragologie, aanmelden: andragologie@uva.nl
10 okt
Conservator Hans Mulder leidt u door de bibliotheek van het Koninklijk Zoölogisch Genootschap ‘Natura Artis Magistra’. Prijs € 12 / € 8 (AUV-leden, UvA-medewerkers, leden Artis). www.is.uva.nl
27
Interactieve voorstellingen
okt
Andragologie Veranderen
Collegereeks met Huib Wursten: Veranderen bij cultuurverschillen. Ook op 29 OKT, 5, 12 en 26 NOV. Informatie: www.uva-alumni.nl/andragologie, aanmelden: andragologie@uva.nl
Schatkamers
Rondleiding
Een kijkje in de sterrenkoepels van Sterrenkundig Instituut Anton Pannekoek. Ook op de vrijdagen 25 OKT en 22 NOV. http://betaonderwijs.uva.nl
28
okt
nov
9
Bevlogenheid
Lustrum
2
5
Planologie
26
okt
De onderzoeksinstellingen op het Science Park Amsterdam openen hun deuren voor het publiek. Beleef de wetenschap van dichtbij. http://betaonderwijs.uva.nl
Lia van Gemert spreekt in SPUI25 over zeventiende-eeuwse toewijding. www.spui25.nl
sep
1
Science Park Amsterdam
Zeventiende-eeuwse toewijding
Stand van de Wetenschap
sep
okt
Open Dag
Lezing
25
27
5
30 okt
UvA-HvA Sportsymposium Gewichtsmanagement bij (top-)sporters
Cees Vervoorn, lector Topsport en onderwijs, en anderen over de wereld van (top-) sport en voeding. Aanmelden: www.hva.nl/kik
17 nov
Drie voorstellingen van de beste komische schrijvers van hun tijd: Gerbrand Bredero, Jilles Noozeman en Thomas Asselijn. Inleidingen door Lia van Gemert, Jeroen Jansen en René van Stipriaan. Ook op 17 NOV en 11 DEC. Prijs € 98 / € 89 (AUV-leden, UvA-medewerkers, leden Artis). www.is.uva.nl
21 nov
25 nov
26 nov
28 nov
Hoorcollege De eeuw van de Habsburgers
Hoorcollege van Arjan de Koomen e.a. over het kunstmecenaat van zeven Habsburgse vorsten, van Maximilaan I tot Rudolf II. Ook op 6, 13, 20 en 27 NOV en 4 en 11 DEC. Prijs € 135 / € 121,50 (AUV-leden, UvA-medewerkers, leden Artis). www.is.uva.nl
31
Andragologie
okt
Herhaling collegereeks met Robert de Hoog: Met modellen meer mans? Ook op 7, 14, 21 en 28 NOV. Informatie: www. uva-alumni.nl/andragologie, aanmelden: andragologie@uva.nl
Modellen
Introductiedag The Quantum Universe
Masterclass, profielwerkstuk en nascholing. Erik Verlinde spreekt over de entropische zwaartekracht (zie ook het Gesprek op pagina 04). Voor scholieren die een profielwerkstuk maken over quantummechanica, zwarte gaten of snaartheorie, of een extra uitdaging willen. Ook voor docenten natuurkunde. http://betaonderwijs.uva.nl
AUV-dag Lezingen en debatten
Jaarlijkse ledendag Amsterdamse Universiteits-Vereniging, met inhoudelijke programma’s van de diverse alumnikringen. www.uva-alumni.nl/auvdag
Wakker Worden Kinderlezing Hoe los je met een sporenonderzoek een mysterie op?
Biofysicus Maurice Aalders spreekt in NEMO over wat er allemaal komt kijken bij een forensisch onderzoek. http://betaonderwijs.uva.nl
Artis Bibliotheek
Komisch toneel in zeventiende-eeuws Amsterdam
21
Chapterbijeenkomst New York
Bijeenkomst voor alumni en vrienden van de UvA in New York. www.uva-alumni.nl
Tentoonstellingsbezoek met inleiding Atlas der Neederlanden
Conservator Jan Werner vertelt over de unieke negendelige Atlas der Neederlanden, die ook centraal staat in de Jaarfondscampagne van het Amsterdams Universiteitsfonds. Prijs (exclusief toegang tentoonstelling) € 15/ € 10 (AUVleden, UvA-medewerkers, leden Artis). www.is.uva.nl
Taalwetenschap Een leven na Taalwetenschap
Vier oud-studenten Taalwetenschap of Gebarentaal spreken over hun loopbaan sinds zij hun studie afrondden. www.uva-alumni.nl/taalwetenschap
Andragologie Publieksevent
Openbaar publieksevent Kring Andragologie, thema wordt nader bekend gemaakt. Informatie: www.uva-alumni.nl/andragologie, aanmelden: andragologie@uva.nl
15
Wakker Worden Kinderlezing
DEC
Zie je werkelijk wat je ziet?
Hersenonderzoeker Harm Krugers spreekt in NEMO over waarnemen, gezichtsbedrog en de samenwerking tussen je ogen en hersenen. http://betaonderwijs.uva.nl
22 Pensioen
‘Op het podium moet je altijd stralen’ tekst • Machteld Vos beeld • Amke
‘Sociologieheld gaat met pensioen’, ‘I’m pretty sure i’m never going to forget you’, ‘Beste docent ooit’ en ‘De man die tienduizend sociologiestudenten gelukkig maakte’. Het is slechts een kleine greep uit de talloze twitterberichten die volgden op het afscheid van Bart van Heerikhuizen, de socioloog die aan de UvA drie keer genomineerd werd als Docent van het Jaar en die in 2010 de Excellent Teacher Award won aan het Amsterdam University College. Bij zijn afscheidscollege pasten de ruim vijfhonderd aanwezigen met moeite in de Aula en Folia kopte ‘Project xtaferelen bij afscheid Van Heerikhuizen’. Hoe komt een docent zo immens geliefd? Van Heerikhuizen, lichtelijk beschaamd: ‘Het helpt als je zo’n weinig avontuurlijke carrière hebt gehad als ik. Van het begin tot het eind heb ik bij de UvA gezeten. En als je dan ook nog eens dertig jaar lang het grote eerstejaarscollege geeft, heb je alle sociologiestudenten wel een keer gezien. Dan is het geen kunst om een aula vol te krijgen.’ Misschien niet, maar het is op zijn minst bijzonder als al die aanwezigen laaiend enthousiast over je zijn. ‘De crux is dat je je moet kunnen verplaatsen in de ander,’ zegt Van Heerikhuizen. ‘Ik probeer heel bewust de wereld door de ogen van de student te zien. Dat heeft te maken met het symbolisch interactionisme, een sociologische benadering die stelt dat interacties alleen succesvol zijn als je je denkbeeldig in de ander kunt inleven.’ En de studenten van tegenwoordig hebben hoge verwachtingen van een college. ‘Ze betalen veel collegegeld en hebben daardoor een meer consumentistische houding dan vijfentwintig jaar geleden. Ze verwachten een goede show, een beetje zoals ze die voorbij zien komen in Amerikaanse films en televisieseries.’
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
En passie, een term waar Van Heerikhuizen zelf ook geen fan van is, is daarbij het modewoord. ‘Ze verwachten een docent die met passie college staat te geven. Waarbij je moet uitkijken dat het geen theaterstuk wordt. Een docent is geen stand-up comedian.’ Een andere regel die hij consequent toepast: op het podium moet je altijd stralen. Zwak, ziek of problemen op persoonlijk vlak? Aan Van Heerikhuizen hebben de studenten het nooit gemerkt. ‘Stel dat Mick Jagger opkomt met de woorden: “misschien klinkt het vandaag iets minder want ik heb hoofdpijn.” Dat kan toch ook niet? Zodra ik de zaal inkom gaat er een knop om. Studenten moeten denken: die man op het podium staat zich geweldig te amuseren.’ Dat hij later het onderwijs in zou gaan, wist Van Heerikhuizen al op jonge leeftijd. Zijn ouders waren beiden onderwijzer en zijn opa was leraar Engels. ‘Het onderwijzerschap gaat zelfs zeven generaties terug in de familie.’ Tijdens zijn studie zat Van Heerikhuizen in de collegezaal met het gevoel: op een dag sta ik daar. ‘Ik dacht na over mijn stijl en vroeg me tijdens colleges continu af hoe ik het zelf zou aanpakken.’ Zijn latere promotor Johan Goudsblom was van grote invloed. ‘Ademloos heb ik naar hem zitten luisteren. Ik weet nog dat ik dacht: als de lat zo hoog ligt, is dit vak voor mij niet weggelegd. Die man was intimiderend goed. Soms kreeg je het idee dat hij helemaal niks had voorbereid, maar hardop stond na te denken in de collegezaal. Ik besloot al snel dat ik niet moest proberen om een slap aftreksel van hem te worden. In dezelfde periode had ik ook college van Lucas van der Land over de klassieke politicologen. Hij doceerde gestructureerder maar met enorm veel plezier. Ik voelde: wat hij doet, kan ik ook en misschien zelfs wel iets beter.’ Als je dertig jaar lang hetzelfde hoorcollege geeft, bestaat het gevaar van slijtage. ‘Dat je de PowerPointpresentatie van vorig jaar van de plank grijpt en denkt: daar gaan we weer! In herhaling vallen is voor jezelf niet goed en voor de kwaliteit van het college al helemaal niet.’ Van Heerikhuizen heeft er, zoals hij het zelf noemt, een trucje voor. ‘De dagen voorafgaand aan het college dompel ik mezelf onder in de werken van de grote socioloog die ik ga behandelen. Dan raak ik zo onder de indruk van de grootsheid van zo’n denker dat ik mezelf als het ware in een euforische stemming breng. Dan ga ik opgeladen naar het college en probeer dat enthousiasme aan de studenten over te brengen.’ Hoewel hij het zelf een cliché noemt, meent Van Heerikhuizen het als hij zegt dat hij veel heeft geleerd van zijn studenten. ‘Ze dwingen je scherp te blijven. Meer dan eens komt het voor dat ik na een college nog druk sta te schrijven. Ik noteer tegenstrijdigheden in mijn verhaal, op welke manier ik mijn betoog anders moet opbouwen of hoe ik bepaalde stof beter kan interpreteren zodat het helderder wordt. Dat zijn dingen die je alleen maar leert in de interactie met anderen.’ Van Heerikhuizen is dan ook geen voorstander van het afschaffen van hoorcolleges, zoals onlangs gepropageerd door de Nijmeegse hoogleraar Jan Derksen. ‘Ik ben niet conservatief. Ik zeg niet: “Wie aan het hoorcollege komt, zet de bijl in de wortels van de universiteit,” maar ik zie wel de gevaren van individueel online studeren. Juist vanwege het ontbreken van die fysieke interactie.’ De implicaties van elektronische vernieuwing in het onderwijs, was ook het onderwerp van zijn afscheidscollege. ‘De universiteit wordt overspoeld door nieuwe technologie: colleges worden gefilmd en zijn direct online te bekijken. Wat betekent dat voor de Alma Mater? Dan praat je over onderwijssociologie. Ik vind het leuk om daarover na te denken omdat het gaat over de ontwikkeling van mijn eigen vakgebied.’ Het is een onderwerp waar hij de komende jaren over wil blijven schrijven. Maar niet alleen daarover. Al zijn hele leven schrijft Van Heerikhuizen dagelijks ‘invallende gedachten’ op multoblaadjes. Ter ere van zijn afscheid werden een aantal van deze stukjes, eerder verschenen als columns in sociologiebladen, gebundeld. Dat er in de toekomst weer een bundel met gedachtespinsels verschijnt, sluit Van Heerikhuizen niet uit. ‘Laatst zei iemand tegen me: “Jij gaat helemaal niet met pensioen. Zolang de samenleving blijft bestaan, blijf jij erover nadenken.”’ •
Bart van Heerikhuizen – 1948 B.vanHeerikhuizen@uva.nl • • • • • •
1973 Sociologie cum laude 1972-1973 kandidaats-assistent Sociologie 1973-2013: wetenschappelijk medewerker, later (universitair) hoofddocent Sociologie 1987 promotie 1998-2002 voorzitter Nederlandse Sociologische Vereniging 2007-2011 voorzitter Kring van Amsterdamse Sociologen (AUV-alummnikring)
uva in beweging Eerste Massive Open Online Course gratis beschikbaar
Gezamenlijke masteropleiding Computational Science UvA en ITMO
Op 20 februari lanceerde de UvA de eerste Massive Open Online Course (MOOC) ter wereld voor communicatiewetenschap: Introduction to Communication Science. De gratis online cursus is Engelstalig, duurt acht weken en behandelt aan de hand van videocolleges alle aspecten van communicatie – van geschiedenis en theorie tot invloed van de media op de maatschappij. Elke week krijgen de deelnemers opdrachten. Na het succesvol afronden van de cursus ontvangen de deelnemers een certificaat van de opleiding Communicatiewetenschap van de Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen.
Op dinsdag 9 april zijn de handtekeningen gezet onder de overeenkomst tussen de UvA en de ITMO Universiteit van Sint-Petersburg voor een gezamenlijk masterprogramma Computational Science. De samenwerking kwam tot stand op initiatief van Peter Sloot, die aan beide universiteiten is gelieerd. De overeenkomst is ondertekend door Louise Gunning, voorzitter van het College van Bestuur van de UvA, en Vladimir Vasiliev, rector van de St. Petersburg National Research University of Information Technologies, Mechanics and Optics (ITMO).
UvA-nieuws www.uva-alumni.nl /nieuws
www
23
Eredoctoraten Kuipers en Tata De UvA vierde op dinsdag 8 januari haar 381ste Dies Natalis (geboortedag). Rector magnificus Dymph van den Boom sprak in de openingstoespraak over academische vorming. Vervolgens hield Anita Hardon, hoogleraar Antropologie van zorg en gezondheid de Diesrede getiteld ‘De geheimen van global health’. Na een inleiding door burgemeester Eberhard van der Laan werden eredoctoraten toegekend aan de Indiase ondernemer en filantroop Ratan Naval Tata en de Nederlandse ruimtevaarder André Kuipers. Tata ontving het eredoctoraat voor zijn grote bijdrage aan de wereldwijde expansie van de Tata Group, waarbij hij economische groei liet samengaan met een uitgebreid corporate social responsibility-programma van het concern. Kuipers werd onderscheiden voor zijn succes in het toegankelijk maken van wetenschap voor een breed publiek én de wijze waarop hij verschillende wetenschappelijke disciplines heeft samengebracht in zijn werk. De diesviering werd afgesloten met de uitreiking van de prijs voor de UvADocent van het Jaar aan Jan van Maarseveen.
Nieuwe evaluatiemethode moet onderwijskwaliteit verbeteren De UvA heeft een nieuwe evaluatiemethode geïntroduceerd voor het onderwijs. Deze methode maakt het, voor de eerste keer in Nederland, mogelijk om alle vakken die aan een universiteit worden gegeven onderling met elkaar te vergelijken. Het nieuwe systeem, UvA Q, geeft niet alleen inzicht in de kwaliteit van het vak, de methoden van onderwijs en de docenten, maar draait met name om de vraag hoeveel en wat studenten geleerd hebben. Voor docenten levert het meer en betere informatie op, die zij weer kunnen gebruiken om hun vaardigheden en het onderwijs te verbeteren. Opleidingscommissies biedt het de mogelijkheid om verschillen in waardering te signaleren, terwijl schools en colleges met de resultaten permanent kunnen sturen op de kwaliteit van het onderwijs. UvA Q is mede ontwikkeld in het kader van de Instellingstoets kwaliteitszorg en past bij de ambities van de UvA om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
Bachelordagen trekken meer scholieren dan ooit
Peter Sloot
Prestigieuze ERC Advanced Grant voor zes UvA-wetenschappers Amsterdam University College wint Amsterdamse Architectuurprijs 2013 Het Amsterdam University College (AUC) heeft de Amsterdamse Architectuurprijs 2013 (Gouden A.A.P.) gewonnen. Het AUC is de gezamenlijke liberal arts and sciences-opleiding van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. Het onderwijsgebouw van zesduizend vierkante meter op het Science Park is ontworpen door Mecanoo architecten uit Delft. Unaniem adviseerde de jury om de Gouden A.A.P. toe te kennen aan het AUC vanwege de eenvoud van de vorm, een groot huis, dat binnen verrast.
De European Research Council (ERC) heeft de onderzoeksvoorstellen van zes wetenschappers aan de UvA gehonoreerd met een Advanced Grant. Hiermee kunnen zij grensverleggend, nieuw onderzoek doen. De subsidie, die per project 2,5 miljoen euro bedraagt, wordt uitsluitend toegekend op basis van wetenschappelijke excellentie van zowel de wetenschapper als het onderzoeksvoorstel. De gehonoreerden zijn Marlies Glasius, Anita Hardon, Annelies Moors, alle drie van het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR), en Has Caswell, Gerard Muijzer en André de Roos, die hun onderzoek alle drie zullen uitvoeren aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED). Het is uitzonderlijk dat er in één jaar tweemaal drie Advanced Grants binnen één onderzoeksinstituut worden toegekend.
Voor de bachelordagen aan de UvA, waar aankomende studenten zich kunnen oriënteren, hebben zich meer scholieren dan ooit aangemeld. Na de ‘uitverkochte’ bachelordag afgelopen december, waar maar liefst 6.000 bezoekers – scholieren en ouders – op af kwamen, werd besloten om een extra voorlichtingsdag voor toekomstig bachelorstudenten te organiseren. In totaal ontving de UvA op 23 maart en tijdens de extra dag op 6 april meer dan 5.500 bezoekers. Vanwege het recordaantal scholieren verwacht de UvA een toename van het aantal nieuwe studenten in het komende academische jaar.
24 wetenschap
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
‘Met de meeste kinderen gaat het goed’ Universiteitshoogleraar Patti Valkenburg onderzoekt hoe kinderen en adolescenten nieuwe media gebruiken en wat de effecten daarvan zijn. ‘Omgaan met privacygevoelige informatie moet een integraal onderdeel worden van de opvoeding.’
tekst • Vittorio Busato beeld • Hollandse Hoogte
In april 2013 benoemde het College van Bestuur van de UvA haar tot universiteitshoogleraar Media, jeugd en samenleving. Patti Valkenburg, volgens het tijdschrift Communication Education de meest productieve communicatiewetenschapper in Europa, had toen al een indrukwekkend curriculum. En dan te bedenken dat zij pas op haar dertigste begon met studeren: Pedagogiek in Leiden, een studie die ze binnen twee jaar cum laude afrondde, om drie jaar later cum laude te promoveren op een dissertatie over de invloed van televisie op de fantasie van kinderen. ‘Ik kom niet uit een milieu waarin het gewoon was dat je naar de universiteit ging,’ vertelt Valkenburg in haar werkkamer in het Maagdenhuis. ‘Voordat ik ging studeren, ben ik verpleegkundige en secretaresse geweest. Toen ik naar de lerarenopleiding ging, kwam ik in contact met een uitgever voor wie ik twee lesboekjes schreef. Die heeft me, tot mijn geluk, gestimuleerd naar de universiteit te gaan.’ Weinigen die de academische wereld zo zullen waarderen als zij, misschien wel juist door haar achtergrond. ‘Ik voel me thuis in een wereld waarin erkend wordt dat er niet één absolute waarheid bestaat. Dit is een boeiende fase in mijn carrière. Veel wat vroeger moeilijk was, gaat nu makkelijk. Ik voldoe aan de tienduizend-uren regel, bekend geworden door Malcolm Gladwell in zijn boek Outliers. Succes is een optelsom van talent en minstens tienduizend uur toegewijde oefening. Daaraan heb ik inmiddels ruimschoots voldaan.’
U richtte in 2003 het CcaM op. Wat is de missie van dat onderzoekscentrum? ‘We streven naar begrip van effecten van mediagebruik door kinderen en adolescenten. Waarom en hoe gebruiken zij media en sociale media? Daarnaast proberen we de gevolgen van de razendsnelle veranderingen op dat terrein bij te houden en te begrijpen. Toen we net begonnen, hadden we een longitudinale studie opgezet naar effecten van sociale media. De media en tools die we toen onderzochten – MSN, Sugababes, CU2, Hyves – bestaan niet meer. Dat maakt het zo’n dynamisch onderzoeksveld. Nu zijn onze onderzoeksprojecten vooral gericht op de meer duistere kanten van het internet zoals de effecten van internetporno, cyberpesten en online gameverslaving, en op de effecten van mediagebruik bij agressieve kinderen en bij kinderen met ADHD.’
Blijkt uit uw onderzoek dat gameverslaving onder jongeren enorm is toegenomen, zoals meer populaire media wel berichten? ‘De media willen onze onderzoeksresultaten nog wel eens anders interpreteren. Met de meeste kinderen gaat het goed, maar met een klein percentage niet. Wij vonden bijvoorbeeld dat drie procent van de jongens serieus gameverslaafd is, die kunnen dus niet stoppen en ervaren ook problemen thuis, op school en met vrienden. Drie procent is relatief niet heel veel, maar absoluut gaat het om tienduizenden jongeren. Of gameverslaving toeneemt, kan ik op basis van ons onderzoek niet zeggen. Maar het zal vermoedelijk niet afnemen. En mede door ons onderzoek is deze vorm van verslaving als een voorlopige stoornis opgenomen in de vijfde editie van de Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders (DSM). Het gaat dus om een serieus probleem.’
‘Ik kom niet uit een milieu waarin het gewoon was dat je naar de universiteit ging’
En cyberpesten, heeft dat een enorme vlucht genomen? ‘Nee. Offline pesten komt nog altijd vaker voor dan online pesten. Dat blijkt uit onderzoek dat ik samen met collega Sindy Sumter deed. Evenmin blijkt het zo te zijn dat cyberpesten vaak anoniem plaatsvindt. Vaak zijn het dezelfde kinderen die zowel offline als online pesten en die offline en online worden gepest. Cyberpesten zou ook
25
Patti Valkenburg – 1958 P.M.Valkenburg@uva.nl • 1992 Pedagogiek LEI cum laude • 1995 promotie LEI cum laude • 1995-1996 docent Communicatiewetenschap • 1997-2003 fellow KNAW • 1998-heden hoogleraar Jeugd en media (vanaf 2011 tevens faculteitshoogleraar) • 2003 Vici-subsidie NWO, oprichting Center for research on Children, Adolescents, and the Media (CcaM) • 2009 Advanced-subsidie European Research Council • 2011 Hendrik Mullerprijs KNAW, lid KNAW en Spinozapremie NWO • 2012 meest productieve communicatiewetenschapper in Europa volgens Communication Education, Zwaartekrachtsubsidie NWO • 2013-heden universiteitshoogleraar Media, jeugd en samenleving
Wat voor ouders evenwel de grootste uitdaging in de opvoeding zal zijn, is het bijbrengen van zelfcontrole. Kinderen moeten, meer dan vroeger, zelf hun grenzen leren stellen in een wereld vol verleidingen. En dat is aan te leren. En ook het omgaan met privacygevoelige informatie moet nadrukkelijk integraal onderdeel worden van de opvoeding. Zo moet kinderen al vroeg worden bijgebracht dat het niet verstandig is al te veel persoonlijke informatie online te zetten, ook niet via cloud computing. Alles wat je online zet, blijft daar staan, ook al doe je nog zo je best het te verwijderen. Dat fenomeen heet “dataremanentie”, en zelfs veel volwassenen weten daar nog te weinig van.’
‘De grootste uitdaging is het bijbrengen van zelfcontrole’ vaker door meisjes worden gedaan, daar vinden we evenmin empirische aanwijzingen voor. Ik wil het beslist niet bagatelliseren, want online pesten kan keihard aankomen. Maar de gevolgen zijn niet echt anders dan die we van het “gewone” pesten kennen.’ Moeten ouders zich in het algemeen zorgen maken over het sociale mediagebruik van hun kinderen? ‘We hebben in de loop der jaren verschillende artikelen gepubliceerd over positieve effecten van sociale media bij tieners, zoals de toename van zelfvertrouwen en de verbetering van sociale competenties. Daaruit blijkt ook weer dat een klein percentage kinderen meer risico loopt op internet. Ongeveer zeven procent krijgt voornamelijk negatieve reacties. Die tieners zijn onhandig en hun zelfvertrouwen wordt erdoor geschaad. De meeste kinderen weten dus wel wat verstandig is en wat niet.
U pleit sterk voor multidisciplinair onderzoek. Waarom? ‘Als je grote, complexe maatschappelijke problemen wilt onderzoeken zoals gezondheid, obesitas en kinderlijke ontwikkeling, dan volstaat een monodisciplinaire aanpak niet. Je kunt de effecten van media niet in een vacuüm onderzoeken, er zijn zoveel andere omgevingsinvloeden die ook spelen. Als je bedenkt hoeveel er nu bekend is over individuele verschillen in genetische aanleg, als je de progressie in het breinonderzoek beschouwt, dan is er geen ontkomen aan integratie van kennis. De oplossing van
maatschappelijke vraagstukken wordt nog te vaak gehinderd doordat te weinig mensen over de heg van hun eigen discipline kijken. Ik erken waar mijn gaten in kennis zitten en wil daarom graag complementair werken.’ Waar gaat u zich als universiteitshoogleraar vooral mee bezig houden? ‘Ik blijf directeur van het CcaM, dat ik verder wil internationaliseren. Daarnaast ben ik lid van een Zwaartekrachtconsortium van het ministerie van OCW, dat zich richt op kinderlijke ontwikkeling en waarvoor we zeer onlangs 27 miljoen euro subsidie hebben gekregen. Samen met onderzoekers van acht andere universiteiten gaan we de interactie tussen genetische factoren en omgevingsinvloeden onderzoeken, gecombineerd met breinonderzoek. Ik ben vooral verantwoordelijk voor het media- en opvoedingsgedeelte. We gaan twee groepen tien jaar lang volgen, een groep kinderen vanaf de baarmoeder tot hun tiende jaar en een groep adolescenten van tien tot twintig jaar. Zo hopen we meer over individuele verschillen tussen kinderen te ontdekken. Mijn uiteindelijke doel is een algemeen gepersonaliseerd model van communicatie te ontwikkelen.’ • Op de Universiteitsdag van 1 juni debatteerden Patti Valkenburg en Sindy Sumter met anderen over pesten en gepest worden.
26 wetenschap
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
Spui —
kort nieuws De wetenschappelijke kennis neemt dagelijks toe. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam dragen daaraan bij met proefschriften, papers en andere publicaties waarin zij de vruchten van hun arbeid wereldkundig maken. SPUI biedt een selectie van recente resultaten.
GEESTESWETENSCHAPPEN
Individualisering is groepsvormingsproces Individualisering wordt meestal in verband gebracht met individuele vrijheid en afnemende groepsdruk. Toch heeft individualisering in Nederland vooral tot groepsvorming geleid. Dat staat in het proefschrift van Bram Mellink. Hij onderzocht debatten over de inrichting van het Nederlandse onderwijs sinds 1945. Hij constateert dat Nederlandse onderwijsorganisaties steeds sterker probeerden om kinderen tot vrije, zelfstandige burgers op te voeden. Met hun gezamenlijke streven naar individualisering tuigden zij echter onbedoeld een hechte groepscultuur op. Daarbij kreeg niet ieder kind de mogelijkheid te ‘worden wie je bent’. Vooral nieuwkomers vielen volgens Mellink buiten de boot. ‘Onder de noemer van tolerantie, vrijheid en zelfstandigheid vielen migranten ten prooi aan leraren en onderwijsbestuurders die hen maanden tot aanpassing aan individualiseringswaarden. Het emancipatieproces van nieuwkomers was pas voltooid als zij de waarden van vrijheid, zelfstandigheid en ruimdenkendheid omarmden, als ze werden zoals wij.’
Resusaap hoort beat in muziek niet Resusapen zijn niet in staat tot beat-inductie, het waarnemen van een regelmaat (de puls) in een variërend ritme. Dit ontdekten onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de National Autonomous University of Mexico (UNAM). Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE. Het onderzoek van Henkjan Honing, hoogleraar Muziekcognitie aan de UvA, en neurobiologen van de UNAM toont aan dat resusapen niet in staat zijn om de beat in muziek te ontdekken, terwijl zij wel ritmische groepen kunnen onderscheiden in muziek. De resultaten ondersteunen de visie dat beat-inductie een uniek menselijke, cognitieve vaardigheid is, en dragen bij aan een beter begrip van de cognitie, de biologie en de evolutie van muziek.
RECHTSGELEERDHEID
Blower koopt niet minder cannabis door strenger beleid Strenger cannabisbeleid zorgt er niet voor dat blowers minder cannabis kopen. Waar gebruikers hun wiet en hasj kopen wordt wel beïnvloed door het beleid. Dit concludeert criminoloog Marije Wouters in haar promotieonderzoek. De resultaten van Wouters maken aannemelijk dat de nabijheid van coffeeshops niet zorgt voor een toename in het gebruik van cannabis of hard drugs. Het aantal coffeeshops en de toegankelijkheid ervan bepalen of blowers hun wiet of hasj bij coffeeshops of elders kopen. Als cannabisliefhebbers bij niet-gedoogde verkooppunten kopen, maken zij het meest gebruik van de 06-dealer, gevolgd door de thuisdealer. De thuiskweker is ook relatief populair, terwijl van straatdealers en onder-de-toonbank-dealers sporadisch gebruik wordt gemaakt.
Rechter vaker geconfronteerd met Kinderrechtenverdrag De Nederlandse rechter wordt steeds vaker geconfronteerd met de rechten van kinderen zoals neergelegd in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). De rechter neemt dit Verdrag steeds serieuzer. Met name in schrijnende situaties heeft het kinderrechtenverdrag toegevoegde waarde. Dit blijkt uit onderzoek van het Centre for Children’s Rights Amsterdam (CCRA) van de UvA. De onderzoeksresultaten zijn niet alleen relevant voor rechters, advocaten en bestuursorganen, maar ook voor de wetgever. Het onderzoek biedt aanknopingspunten voor een beter begrip van de verschillende toepassingsvormen van het Verdrag. Ondanks een toename in het gebruik van het Verdrag, zijn nog veel advocaten en rechters onvoldoende bekend met de werking hiervan. Het IVRK kan met name worden ingeroepen in situaties waarbij kinderen tussen wal en schip dreigen te vallen.
MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN
Patiënten geholpen met psychotherapie via internet Online behandelingen van veel voorkomende klachten als posttraumatische stress, burn-out, depressie, paniek en eetstoornissen zijn minstens zo effectief als reguliere (face-to-face) therapie. Dit blijkt uit een grootschalig promotieonderzoek van Jeroen Ruwaard waarbij voor het eerst specifieke online behandelingen in de dagelijkse praktijk zijn getoetst. Het onderzoek toont tevens aan dat het breed invoeren van therapie via internet zeer goed mogelijk is. ‘De gezondheidszorg heeft grote behoefte aan laagdrempelige, efficiënte én effectieve behandelalternatieven. De door ons onderzochte online behandelingen bieden een dergelijk alternatief,’ aldus Ruwaard.
Geheugen ontvankelijk voor wissen angstreactie Wanneer mensen tijdens het ophalen van een angstherinnering iets nieuws leren, kan een angstreactie worden gewist. Dit blijkt uit onderzoek van klinisch psychologen dat is gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrijft Science. Onderzoekers Dieuwke Sevenster, Tom Beckers en Merel Kindt ontwikkelden een methode om te bepalen of een aangeleerde angstreactie openstaat voor verandering. Hiermee werd duidelijk onder welke omstandigheden een aangeleerde angstreactie kon worden gewist. Om te meten of mensen iets nieuws leren maakten de onderzoekers gebruik van een maat voor Prediction Error – oftewel een discrepantie tussen wat iemand verwacht en wat er daadwerkelijk gebeurt.
Kleine groep tieners neemt online seksueel risico Online seksueel risicogedrag komt niet massaal voor onder tieners, maar beperkt zich tot slechts een kleine groep adolescenten. Ook verschillen volwassenen en adolescenten weinig in online seksueel risicogedrag en hun inschatting van de bijbehorende voor- en nadelen. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Susanne Baumgartner. De bevindingen nuanceren eerdere zorgen over de mate van online seksueel risicogedrag onder de jeugd. Echter, de kleine groep adolescenten die dit gedrag wel vertoont, verdient extra aandacht. De promovenda toont verder aan dat jongeren met een verhoogd online seksueel risicogedrag ook meer offline seksueel risicogedrag vertonen, vaker worden lastig gevallen op het internet en vaker ongewilde seksuele verzoeken krijgen.
Onderzoeksnieuws www.uva-alumni.nl / onderzoek
www
Getekende figuren zetten kleuters aan tot gezonder eten Kleuters kiezen eerder voor groente en fruit als er een getekend figuur op de verpakking staat. Dit is een van de conclusies uit het promotieonderzoek van Simone de Droog. Zij onderzocht de invloed van getekende figuren op de gezonde keuzes van kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 6 jaar. De Droog keek specifiek naar het effect van getekende figuren op productverpakkingen en in prentenboeken. Haar onderzoek naar verpakkingen laat zien dat niet alleen bekende tekenfilmfiguren effectief zijn. Ook onbekende figuren op de verpakking, die passen bij het product (bijvoorbeeld een konijn op een zak wortels), maakt gezonde producten aantrekkelijker voor kleuters en doet hen hier eerder om vragen bij hun ouders.
voedsel om kan zetten in stoffen die nodig zijn om te leven. Die informatie is belangrijk voor onderzoek naar stofwisselingsziektes en nieuwe behandelmethodes voor overgewicht, diabetes en kanker. In Nederland werkten wetenschappers van AMC, UvA, VU, VUmc en UMC St Radboud aan het onderzoek. De biochemische kaart is een verbeterde versie van eerdere pogingen om de stofwisseling van de mens te ordenen.
NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA
Ruis bevordert informatieoverdracht in complexe netwerken MEDISCHE WETENSCHAPPEN
Gevaarlijke variant dikkedarmkanker komt vaker terug Onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum en het Cambridge Research Institute hebben een tot nu toe onbekend en relatief gevaarlijk subtype dikkedarmkanker geïdentificeerd. Hun ontdekking verklaart waarom bij circa één op de vijf patiënten bij wie een niet-uitgezaaide tumor in de dikke darm wordt weggehaald, de kanker na verloop van tijd toch weer terugkomt. De gevaarlijke variant lijkt zich te kunnen ontwikkelen uit bepaalde poliepen (goedaardige gezwellen in de darm). De ontdekking ervan zal artsen op termijn in staat stellen om patiënten met een verhoogd risico beter en sneller te herkennen en behandelen. De resultaten van het onderzoek zijn verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Medicine.
Het toevoegen van ruis en onzekerheid kan complexe netwerken beter laten functioneren. Dit onverwachte effect ontdekten Peter Sloot, hoogleraar Computational Science, en collega-wetenschappers van de Warsaw University of Technology. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het toonaangevende online tijdschrift Nature Science Reports. Sloot richt zich op de vraag waarom complexe netwerken zo verrassend veel voorkomen in de natuur en zo stabiel lijken te zijn. Omdat wiskundige modellen hierbij niet gebruikt kunnen worden, kwamen hij en zijn Poolse collega’s op het idee om met behulp van computersimulatie te onderzoeken hoe complexe netwerken informatie verwerken.
Stofwisseling van de mens in kaart gebracht Een internationale groep wetenschappers heeft de volledige stofwisseling van de mens in kaart gebracht. In deze ‘biochemische kaart’ staan alle manieren waarop de mens zijn
Deze nieuwe materialen zijn uitstekende Fischer-Tropsch (FT)-katalysatoren die goede dieselfracties opleveren.
Gebergtevorming bevordert toename biodiversiteit Gebergtevorming bevordert de toename van biodiversiteit. Dat stellen UvA-onderzoeker Carina Hoorn en collega’s van de Senckenberg (Duitsland) en Gothenburg Botanical Garden (Zweden) in het tijdschrift Nature Geoscience. Tot nog toe werd vaak gedacht dat een langdurig stabiele omgeving leidt tot een groei van soorten, en daardoor een grotere biodiversiteit. Nu blijkt dat juist geologisch-dynamische gebieden een grote rol spelen in de toename van biodiversiteit. De auteurs trekken deze conclusie op basis van eigen onderzoek en literatuur over onder meer de Andes-Amazoneregio. De wetenschappers stellen dat jonge gebergtes zoals de Andes, Himalaya en de Zagros (Irak en Iran) in de afgelopen tien miljoen jaar op grote schaal landschaps- en klimaatveranderingen veroorzaakten. Op die manier vormden zich tal van nieuwe habitats die gunstig waren voor de ontwikkeling van nieuwe soorten. De nieuw ontstane corridors stimuleerden soortuitwisseling terwijl deze corridors óók als barrières fungeerden en populaties scheidden (waardoor vervolgens weer nieuwe soorten konden ontstaan). De gevolgen van gebergtevorming en de gerelateerde klimaatveranderingen zijn tot ver buiten de gebergtes merkbaar.
ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE
Gemengde teams komen tot betere prestaties
Na eerste hartstilstand goede vooruitzichten Wie een hartstilstand krijgt op straat, overleeft dat meestal niet. Maar wie eenmaal een hartstilstand heeft doorstaan, loopt minder kans dat het nóg een keer gebeurt dan eerder werd aangenomen. ‘Ik kan bange patiënten nu beter geruststellen en ze ervan overtuigen dat een ingrijpende behandeling niet nodig is,’ zegt cardioloog Jonas de Jong, die er zijn promotieonderzoek aan wijdde. Daarnaast zocht hij naar manieren om te voorkomen dat mensen überhaupt een hartstilstand krijgen.
27
Cassettebandjes-patent inspiratie voor nieuwe Fischer-Tropsch-katalysator Chemici van de UvA hebben op basis van patenten uit de audiocassette-industrie in de jaren zestig een nieuwe Fischer-Tropsch-katalysator ontwikkeld. Deze katalysator kan worden gebruikt voor de productie van synthetische brandstoffen uit aardgas en biomassa. Het onderzoek is onlangs gepubliceerd als VIP-artikel in Angewandte Chemie. De onderzoekers Robert Calderone, Raveendran Shiju en Gadi Rothenberg, allen van het Van ’t Hoff Institute for Molecular Sciences, zijn erin geslaagd ijzeroxidedeeltjes met kobaltomhulsels van nanometerdikte te ontwikkelen.
Gemengde teams presteren beter dan teams die vooral bestaan uit mannen of teams met een meerderheid van vrouwen. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Sander Hoogendoorn van het Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE). Hoogendoorn deed onderzoek naar het effect van diversiteit in teams op hun prestaties. Hij keek niet alleen naar diversiteit in geslacht, maar ook naar diversiteit in etniciteit en in cognitieve vaardigheden. Een gematigde etnische diversiteit in teams blijkt geen effect te hebben op de prestaties. Etnische diversiteit is positief voor de prestaties als ten minste de meerderheid van het team verschillende etnische achtergronden heeft. Dit positieve effect kan worden verklaard doordat teamleden in etnisch diverse teams elkaars kennis beter aanvullen. Hierdoor leren ze mogelijk ook meer van hun mede-teamleden.
28 essay
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
De waarde van de eed
29 Aan de eed worden magische krachten toegedicht. De eed zou het vertrouwen terugbrengen in de financiële sector, schoolbestuurders bij de les houden en wetenschappers weerhouden van gesjoemel met data. Zijn deze hooggespannen verwachtingen terecht? En hoe zit het met het Nederlandse eedgebaar?
De Jonge Akademie van de KNAW vindt dat iedere wetenschapper een eed moet afleggen. De eed moet dan een ‘leidraad en ruggensteun’ bieden in het competitieve wetenschapsklimaat. De minister van Onderwijs pleit voor een eed voor schoolbestuurders, die moet ‘markeren’ dat schoolbestuurders weer ‘dienstbaarheid betonen’ aan het onderwijs. En voor het einde van dit jaar moeten ongeveer 17.000 leidinggevende bankiers de zogenaamde bankierseed hebben afgelegd. Die eed moet bijdragen aan herstel van vertrouwen in de financiële sector. Maar wat mogen we verwachten van de eed? Eén wens die uitdrukkelijk wordt uitgesproken, is dat verkeerd gedrag kan worden tegengegaan door invoering van een eed die gesanctioneerd kan worden. De Jonge Akademie vindt bijvoorbeeld dat wetenschappers die ‘tegen de eed zondigen’ hun doctorstitel moeten kwijtraken. Dit is opmerkelijk. Want als we kijken naar de denkgeschiedenis, zien we dat de eed zich in essentie niet leent voor sancties. De eed bekrachtigt slechts een bestaande verbintenis: de wetenschapper is ook zonder eed gehouden tot waarheidsvinding, de schoolbestuurder ook zonder eed tot dienstbaarheid aan het onderwijs en de bankier ook zonder eed tot zorgvuldige dienstverlening aan de klant. Sancties ten aanzien van het schenden van de eed zijn dus in essentie niet gericht op de eed als zodanig, maar op schending van de onderliggende verplichtingen. Wellicht heeft de aandacht voor de eed te maken met onzekerheid over die onderliggende verplichtingen. Door allerlei ontwikkelingen – zoals secularisering, ontzuiling en pluriformisering – weten we eigenlijk niet meer op grond van welke overtuigingen we iemand nog mogen aanspreken. In de eed lijkt men nu een soort surrogaat gevonden te hebben om deze onzekerheid tegen te gaan. De eed creëert de schijn van moraal, zonder dat duidelijk wordt wat deze moraal inhoudt. En men lijkt enthousiast om allerlei misstappen onder de noemer van schending van de eed te brengen. Maar wat de eed is en betekent, dat blijft onduidelijk. Waarin kan vandaag de dag dan nog de waarde van de eed gelegen zijn? Daarvoor dienen we te kijken naar een paar kernmotieven, die in iedere tijd een andere betekenis krijgen. De vraag is hoe deze vandaag de dag kunnen worden herijkt.
jullie dat je helemaal niet moet zweren’
Bij de Griekse filosoof Anaximenes treffen we de eerst bekende definitie van de eed aan. Deze luidt: ‘de eed is een onbewezen bewering onder aanroeping van goden.’ Het eerste element, ‘een onbewezen bewering’, omschrijft de eed als een bewering over onzekere gebeurtenissen. Of een getuige nu naar waarheid zweert dat een gebeurtenis in het verleden heeft plaatsgehad, of een vorst zweert zijn ambt in de toekomst trouw te zullen vervullen, het betreft in beide gevallen onbewezen beweringen. Niet voor niets is het antieke symbool voor de eed de rivier de Styx: de rivier die de bovenwereld scheidt van Hades, het rijk van schimmen. De eed is gelegen tussen de wereld van het kenbare en verifieerbare aan de ene kant en de wereld van het onkenbare en onverifieerbare aan de andere kant. Voor de waarheid die men niet kan kennen, is de eed een laatste toevlucht voordat men daadwerkelijk in het schimmenrijk terechtkomt. Het tweede element, ‘onder aanroeping van goden’, heeft iets sacraals. Het inroepen van hogere machten doet men immers niet lichtvaardig. Het sacrale karakter van de eed kan overigens ook in andere zaken gelegen zijn dan goden. De etymologie van het begrip ‘sacraal’ brengt ons bij een Romeins gebruik dat door beide partijen in een geding een geldbedrag – een sacer – werd gestort bij de praetor, zeg de rechter. Dit sacer diende als borg voor de juistheid van de gezworen eden. Bij de eed moet er dus iets op het spel staan. Dit tweede element maakt ook duidelijk dat het afleggen van de eed een handeling is. De eed is in al zijn geschiedenis vrijwel steeds afgelegd door een mondeling uitspreken van een
beeld • Mattmo
eedformule, veelal onder begeleiding van een eedgebaar. De onbewezen inhoud van de eed mag dan aan gene zijde van de rivier de Styx liggen, de eedformule en het eedgebaar zijn wel kenbaar en verifieerbaar voor anderen. Aan de precieze aflegging van de eed wordt dan ook vaak veel waarde gehecht. Maar dit maskeert de schimmen aan de andere kant van de Styx. Met het afleggen van de eed pretendeert iemand de voor anderen onkenbare waarheid in pacht te hebben. De Griekse tragedies wijzen in dit opzicht steeds op het gevaar van de ‘hubris’ – de hoogmoed. Het zijn in de Griekse mythologie dan ook de Furiën, de vloekgodinnen, die waken over gestanddoening en misbruik van de eed. In de ontwikkeling van de tragedies zien we echter een opmerkelijke verschuiving. Ik verwijs naar de Oresteia van Aeschylos. Koning Agamemnon had zojuist Troje verwoest. Na zijn terugkeer uit Troje werd hij vermoord door zijn vrouw, Klytaimnestra, en haar minnaar Aigisthos. Orestes, de zoon van Agamemnon, zwoer vervolgens een eed onder aanroeping van de god Apollo dat hij zijn moeder zou doden om zijn vader te wreken. Nadat Orestes zijn eed vervulde, werd hij echter achtervolgd door de Furiën. Deze wilden zijn moeder wreken, omdat zij meenden dat het doden van een bloedverwant zwaarder zou wegen dan het gewraakte doden van een echtgenoot. Orestes had de eed in hun ogen niet mogen zweren en al helemaal niet mogen vervullen. Maar dan komen Apollo en de godin Athena tussenbeide: de eed, zo benadrukken zij, mag inderdaad niet bestaan zonder gerechtigheid. Maar in dit opzicht hebben de Furiën het mis. De huwelijkse band heeft juist een hogere status dan de bloedband. Hiervan getuigen, onder meer, de huwelijkse eden van het hoogste godenpaar, Hera en Zeus. Orestes wordt vrijgesproken.
‘Ik zeg
Van wraakgodinnen tot eerbiedwaardigen
tekst • Jonathan E. Soeharno
De verschuiving die we hier zien, is dat de eed van angst voor de Furiën nu wordt vervlochten met een idee van gerechtigheid. Aan het slot van de Oresteia geeft Athena de Furiën dan ook een nieuwe naam: de Eerbiedwaardigen. Nu de eed is verbonden met de idee van gerechtigheid, krijgt deze ook publieke betekenis. In een beroemde redevoering sprak koning Lykourgos: ‘De eed is dat, wat de democratie bijeenhoudt. Want het politieke leven bestaat uit drie elementen: de heersers, de rechters en de massa. En ieder van hen is gehouden aan dezelfde eed.’ Hier zien we een ander motief van de eed, namelijk als bindmiddel voor de samenleving. De eed markeert cohesie.
Een nieuwe sacraliteit Met de opkomst van het Christendom verschieten de motieven van de eed van kleur. Jezus van Nazareth zegt over de eed: ‘Ik zeg jullie dat je helemaal niet moet zweren, noch bij de hemel, want dat is de troon van God, noch bij de aarde, want dat is zijn voetenbank, (…). Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad.’ Er zijn talloze pogingen gedaan om deze woorden af te zwakken, maar ze blijven radicaal. Uiteindelijk komt de kerkvader Augustinus met de gevleugelde uitspraak die het standpunt van de kerk zal gaan bepalen: ‘ falsa iuratio exitiosa est, vera iuratio periculosa est, nulla iuratio secura est’ (een valse eed is fataal, een ware eed gevaarlijk en geen eed veilig). In het licht hiervan wordt vanuit de kerk gewerkt aan een nieuw, sacramenteel karakter van de eed. Het motief gerechtigheid wordt ingevuld met de Christelijke geloofsleer. Het motief geloofwaardigheid duidt op geloven – hieronder moet nu ook worden begrepen: de vreze Gods. Daarmee zijn de Furiën teruggekeerd, maar in nieuwe gedaante. Vanuit de kerk wordt, tot slot, goed begrepen dat de eed opnieuw als middel tot cohesie kan dienen: zo wordt de eed een teken dat de Christen van de niet-Christen onderscheidt.
30 essay
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
Jonathan Soeharno – 1977 J.E.Soeharno@uva.nl • • • •
2003 Godgeleerdheid UU 2005 Wijsbegeerte RUN 2008 Rechtsgeleerdheid UU 2009 promotie Rechtsgeleerdheid UU, The Integrity of the Judge • 2008-heden advocaat De Brauw Blackstone Westbroek
Durven denken Deze denkbeelden kunnen ons als archaïsch in de oren klinken. Om met de verlichtingsfilosoof Immanuël Kant te spreken, zijn wij opgevoed met het verlichtingsideaal om zelf te durven denken. Het kan dus niet zo zijn dat publieke instituties dwingen tot de afname van de eed. Want de eed is in essentie een religieuze bekentenis, en het afdwingen van een religieuze bekentenis is in tegenspraak met de vrijheid van het religieuze geweten. De filosoof Hegel brengt hierop een nuance aan. De eed is volgens Hegel niet zozeer een religieuze bekentenis, maar een gewetensfenomeen. Hiermee trekt Hegel de eed uit de strikt religieuze sfeer en in de sfeer van de gewetensvolle bevestiging. Langs deze lijn kan de staat van mensen vragen om de eed af te leggen: gevraagd wordt immers niet naar religie, maar naar het geweten. Deze betekenisverschuiving van de eed als religieuze bekentenis naar de eed als gewetensfenomeen wordt onderstreept door de filosoof Schopenhauer. Hij stelt zich deze vraag: ‘Als de religie ooit eens in verval mocht komen en alle geloven zouden ophouden te bestaan, hoe zou het er dan voor staan met de eed?’ Schopenhauer antwoordt dat het doel van de eed is om de waarheidsplicht op een levendige manier voor het bewustzijn te brengen: daarvoor is in de kern geen religie nodig. Ook het motief van cohesie wordt herijkt door de verlichtingswaarden. De moderne staat kan niet functioneren zonder mensen die innerlijk betrokken zijn op het algemeen belang. De grondslag voor deze betrokkenheid ligt nu niet meer in een gedeelde vreze Gods, maar in de vrije, autonome wil van mensen: die autonome betrokkenheid wordt bevestigd in de eed.
Ons eedgebaar
• 2009-heden docent beroepsethiek en oordeelsvorming zittende en staande magistratuur Studiecentrum Rechtspleging (SSR) • 2012-heden bestuurslid Stichting Beroepsopleiding Advocaten (SBA) • 2012-heden hoogleraar Rechtspleging in rechtsfilosofisch perspectief
moraal iemand aanhangt, maar slechts om het feit dat iemand gewetensvol de eed aflegt. Maar over de inhoud van iemands geweten weten we dus niets. Wat iemands overtuigingen betreft, kijkt men dus weer uit over de Styx: in een schimmenrijk. Het probleem is dat de verlichting professies in de kern heeft veranderd. Ook de professies zijn een uitingsvorm geworden van individuele autonomie. Plat gezegd, zijn het carrièrepaden geworden naast andere carrièrepaden. Het ereaspect van deze professies – aldus Max Weber – namelijk dat men niet alleen innerlijk gedreven is door een eigen belang, maar ook door een groter belang, dreigt naar de achtergrond te verdwijnen. Dit ereaspect kan nu gelegen zijn in de eigen, kenmerkende, waarden van iedere professie. Met welke wetenschapper men bijvoorbeeld ook te maken heeft, men moet erop kunnen vertrouwen dat hij handelt overeenkomstig de wetenschappelijke kernwaarde van waarheidsvinding – ongeacht zijn religie of afkomst. Professionele kernwaarden kunnen daarmee invulling geven aan het motief van gerechtigheid. De eed kan vervolgens geloofwaardig worden gemaakt door prudentie, namelijk door steeds actief en zorgvuldig af te wegen wat die professionele waarden in concreto betekenen – en deze vervolgens te stellen voor het eigen belang. Wat cohesie betreft, markeert de eed een moment van toetreding tot een groep, professie of instituut – tot een eedgemeenschap. De eedaflegging zet deze gemeenschap als het ware stil. Iedereen – de eedaflegger, de eedafnemer en de toeschouwers – beseft op dat moment dat niet alleen de eedaflegger, maar ook de gemeenschap, door bepaalde waarden worden beheerst. Deze gedeelde waarden vormen het ereaspect van de eedgemeenschap. Maar cohesie heeft ook een negatieve zijde. Met het zweren van de eed bepaalt de aflegger dat hij niet buiten de waarden van de gemeenschap zal treden. Hier staat een sacer op het spel. Wie de eed schendt, zet niet alleen zijn eigen eer, maar ook de kernwaarden van de eedgemeenschap op het spel. En hier liggen de hedendaagse Furiën van de media op de loer, van Pownews tot NRC Handelsblad.
‘Wie de eed schendt, zet veel op het spel’
De verlichting ten spijt, verraadt het Nederlands eedgebaar nog de oude religieuze herkomst. In Nederland wordt al eeuwen het zogenaamd eedgebaar ‘te lucht’ gehanteerd, dat in vrijwel alle bronnen de volgende betekenis heeft. Het getal van de drie opgestoken vingers (duim, wijsvinger en middelvinger) symboliseert het vroegchristelijke kernleerstuk van de heilige drie-eenheid – van de Vader, Zoon en Heilige Geest. De twee gesloten vingers (ringvinger en pink) duiden op het christelijke leerstuk van de twee-naturenleer – een menselijke en een goddelijke natuur – van Christus. Iedereen die in Nederland de eed aflegt, doet dit dus naar de twee kernleerstukken van het christelijk geloof – van welke religieuze achtergrond men ook is. Dat is een vreemde situatie. Passender zou het zijn om te laten zweren bij het relevante heilige boek: de Bijbel, de Torah, de Koran of de Bhaghadvadgita. Dit is ook de praktijk bij veel Angelsaksische rechtbanken. Of men kan kiezen voor een neutraler eedgebaar dat aansluit bij het gewetenskarakter, zoals het leggen van de hand op het hart. Dan kan eventueel ook de formule (‘zo waarlijk helpe mij God almachtig’ ) worden aangepast.
De waarde van de eed Ik keer nu terug naar de hoofdvraag: wat is vandaag de dag de waarde van de eed? Hoe kunnen de eedmotieven van gerechtigheid, geloofwaardigheid en cohesie worden herijkt naar de eisen van vandaag? Wat het motief van gerechtigheid betreft, bestaat er nu een vacuüm: moraal is ofwel te abstract, ofwel voorbehouden aan de privésfeer. Met de verlichting zijn immers abstracte waarden centraal komen te staan in de publieke sfeer, zoals autonomie, redelijkheid en vrijheid. Daarentegen zijn concrete waarden, zoals vervat in religie, zuil of afkomst, verdrongen naar de privésfeer. Dit vacuüm raakt ook de geloofwaardigheid van de eed. De verlichting heeft de eed veranderd in een gewetensfenomeen: het gaat er niet om welke religie of (zelfs)
Waarachtigheid Ik verwees aan het begin van dit betoog naar de onzekerheid over overtuigingen in de publieke sfeer. De magie van de eed reikt niet zover dat zij deze onzekerheid kan wegnemen. Veeleer markeert de aandacht voor de eed dat de eedmotieven – gerechtigheid, geloofwaardigheid en cohesie – herijking behoeven. De specifieke waarden van de professies kunnen thans invulling geven aan de eedmotieven: aan gerechtigheid omdat deze waarden het ereaspect van de professies bepalen, aan geloofwaardigheid omdat de aflegger afweegt wat deze waarden in concreto betekenen en zijn eigen belangen daaraan ondergeschikt maakt, en aan cohesie omdat deze waarden markeren tot welke eedgemeenschap iemand toetreedt. Naast de veranderlijke motieven van de eed bestaat er ook een eenvoudigere waarde. De eed gaat steeds over iets wat wij niet bezitten – namelijk over waarheid. Al onze zekerheden, waaronder de wetenschappelijke wereld, de financiële markten en de rechtsstaat, hebben te maken met een fundamentele begrensdheid. Er is altijd iets wat wij niet kunnen weten. De eed gaat over die begrensdheid. Laten wij daarom, met iedere aandacht voor de eed, voor ogen houden dat de diepste waarde van de eed hierin schuilt: een eenvoudig verlangen naar waarachtigheid. • Dit is een verkorte versie van de oratie die Jonathan Soeharno op 22 mei jl. uitsprak in de Aula van de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar Rechtspleging in rechtsfilosofisch perspectief.
31
proefschrift
Wieteke de Boer – 1983 wd2230@columbia.edu
tekst • Robin van Wechem beeld • Mattmo
‘Het is de bedoeling dat ieder foton wordt omgezet in een elektron’ Fundamentele natuurkunde en praktische toepasbaarheid zijn geen easy bedfellows. Wieteke de Boer trok zich daar niets van aan. Ze experimenteerde in een nieuw onderzoeksveld en bracht efficiëntere zonnecellen een stap dichterbij. Haar promotieonderzoek naar silicium nanokristallen werd afgelopen januari beloond: ze promoveerde cum laude. Wat is de link tussen nanokristallen en zonnecellen? ‘Het overgrote merendeel van de zonnecellen is gemaakt van silicium, eigenlijk gewoon zand. Silicium is ook de grondstof voor bijvoorbeeld glas en computerchips. In theorie hebben silicium zonnecellen een maximaal rendement van ongeveer 31 procent. Dat wil zeggen dat ze een derde van het zonlicht dat op het paneel valt, kunnen omzetten in elektrische energie. Silicium nanodeeltjes kunnen dat rendement verhogen.’ Hoe werkt dat precies? ‘Zonlicht bevat heel veel energie, daarom kun je er maar beter niet direct in kijken. Veel van die energie zit in het voor mensen onzichtbare UV-gedeelte van het zonnespectrum. Zonnecellen zetten een groot deel van die UV-straling om in warmte. Dat is verlies van elektrische energie en haalt het rendement naar beneden. Zonnecellen worden ook nog eens minder efficiënt als ze warm worden, waardoor het rendement verder omlaag gaat. In tegenstelling tot gewoon silicium kunnen silicium nanokristallen de energiepakketjes uit UV-straling (fotonen) wel efficiënt omzetten in elektriciteitsdeeltjes (elektronen). Dat gebeurt doordat de nanokristallen de UV-fotonen als het ware kunnen opknippen, waardoor er meerdere elektronen ontstaan en er minder warmte wordt geproduceerd.’
Dat klinkt revolutionair. ‘Dat is het eerlijk gezegd ook wel. Wetenschappers dachten namelijk dat het rendement van silicium zonnecellen vastlag op die 31 procent. Nanodeeltjes hebben door hun afmeting – ze zijn ongeveer duizend keer kleiner dan de dikte van een haar – vaak andere eigenschappen dan het materiaal waar ze oorspronkelijk van zijn gemaakt. Op die schaal zijn namelijk kwantumeffecten aan het werk die materiaaleigenschappen kunnen veranderen. Sinds 2010 heb ik hier samen met enkele collega’s regelmatig over gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.’ Zijn nanodeeltjes niet gevaarlijk? ‘Dat hangt deels af van het materiaal waar ze oorspronkelijk van zijn gemaakt. Nanodeeltjes van lood wil je vanuit gezondheidsoogpunt liever niet gebruiken, maar die van silicium zijn vooralsnog veilig gebleken. Ze zijn erg stabiel en dat is gunstig. Ik heb ze aan allerlei heftige tests onderworpen, ze met lasers bewerkt, en het deed ze nauwelijks iets. In de medische sector wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van silicium in nanovorm in dragervloeistof, voor bepaalde medicijnen of bij indicatiemethoden voor sommige ziekten. Silicium is in gewone vorm niet giftig voor het lichaam, en het lijkt er steeds meer op dat de nanodeeltjes dat ook niet zijn.’
• 2 008 Condensed Matter Science (Natuurkunde) • 2010 publicatie Nature Nanotechnology • 2011 co-auteur publicatie Nature Nanotechnology • 2012 co-auteur publicatie Nature Photonics • 2013 co-auteur publicatie Nature journal Light: Science & Applications • 2013 promotie cum laude, op proefschrift Carrier dynamics in Si NCs in a SiO2matrix investigated by optical spectroscopy • april 2013-heden postdoc biochemisch onderzoek, Columbia University, New York (VS)
Wanneer liggen de eerste zonnecellen met nanodeeltjes op de daken? ‘Dat is moeilijk te zeggen. We zijn nog bezig om in kaart te brengen onder welke omstandigheden de nanokristallen goed werken en hoe klein we ze moeten maken om ze optimaal te laten presteren. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de efficiëntie de honderd procent haalt, dat elk foton in principe wordt omgezet in een elektron. Ik heb alleen geen idee wanneer dat zal lukken. Het kan jaren duren maar het onderzoek kan ook opeens heel snel gaan. Dan kan er binnen een jaar een product op de markt liggen. Een relatief goedkope en praktische toepassing zou bijvoorbeeld kunnen zijn om de nanodeeltjes te verwerken in verf die op bestaande zonnecellen kan worden gesmeerd. Dat zou het rendement van bestaande zonnecellen flink verhogen.’ Hoe is het om - als vrouw - cum laude te promoveren in natuurkunde? ‘Het is fijn dat ik erkenning heb gekregen voor mijn harde werk van de afgelopen jaren en het geeft natuurlijk enorme voldoening om dat cum laude te hebben afgerond. Wat betreft het vrouw-zijn heb ik dubbele ervaringen. Aan de ene kant is er veel aandacht voor het onderwerp en worden er allerlei programma’s opgezet om vrouwen aan te trekken in de wetenschap. Aan de andere kant ben ik regelmatig in situaties beland waarin ik het gevoel kreeg dat ik me moest bewijzen. Zo was er laatst nog een man wiens mond letterlijk openviel van verbazing toen hij hoorde dat ik een publicatie in Nature op mijn naam heb staan. Hij kon het amper geloven. Van een mannelijke collega die daar ook aanwezig was en ook in Nature had gepubliceerd, werd niet impliciet verwacht dat hij zou uitleggen hoe hij dat voor elkaar had gekregen.’ •
32 personalia Geert Banck
Culturele antropologie 1968, promotie 1977, emeritus hoogleraar Antropologie van Brazilië (UU), ontving een eredoctoraat van de Universidade Federal do Espírito Santo (Brazilië) en de hoogste onderscheiding van de deelstaat Espírito Santo.
Lia Karsten
Elik Lettinga
Yvette van Eechoud
universitair hoofddocent Geografie en Planologie, ontvangt een eredoctoraat van de universiteit van Uppsala (Zweden).
Europese studies 1994, is benoemd tot ambassadeur in Qatar.
Nederlands recht en Engelse taal- en letterkunde 1992, is de nieuwe uitgever bij Nijgh & Van Ditmar, waar zij Vic van de Reijt, Nederlandse taalen letterkunde 1984, opvolgt.
Jacqueline Klooster
Geneeskunde, is de nieuwe rector magnificus en CEO van Nyenrode Business Universiteit.
Hilde Geurts Marleen Barth
Politicologie 1989 cum laude, voorzitter van GGZ Nederland, is sinds 1 mei lid van de Raad van Toezicht van de Hogeschool van Amsterdam. Gerard Mols, hoogleraar Strafrecht en strafprocesrecht en oud-rector magnificus UM, is lid van de RvT van de UvA.
promotie Psychologie VU 2003, hoogleraar Klinische neuropsychologie, en Sjoerd Repping, Medische biologie 1998, promotie Geneeskunde 2003 cum laude, hoogleraar Humane voortplantingsbiologie, zijn toegetreden tot De Jonge Akademie van de KNAW. Karin van Gilst
Stan Bentvelsen
Natuurkunde 1989, promotie 1994 cum laude, hoogleraar Large Hadron Collider Physics, en Frank Linde, promotie Natuurkunde LEI 1988, hoogleraar Experimentele hoge-energiefysica, ontvingen de Physicaprijs 2013 voor hun bijdragen aan de ontdekking van het Higgs-deeltje. Arnoud Boot
promotie Finance 1987 Indiana University (VS), hoogleraar Ondernemingsfinanciering en financiële markten, is lid geworden van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en voorzitter van de Bankraad van De Nederlandsche Bank. Chris Buijink
Politicologie 1980 cum laude, eerder secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken, is sinds 1 juni voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Madeleine de Cock Buning
Nederlands recht 1991, promotie 1998, is sinds 1 april voorzitter van het Commissariaat voor de Media. José van Dijck
promotie Comparative Literature University of California, Berkeley (VS) 1991, hoogleraar Televisie, media en cultuur, is per 1 mei de nieuwe voorzitter van academisch-cultureel centrum SPUI25. Zij volgt emeritus hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde Marita Mathijsen op. Reina Dokter
Slavische talen en hun letterkunde 1989, ontving de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2013 (€ 35.000) voor haar vertalingen van Servo-Kroatische literatuur naar het Nederlands. Susan Duinhoven
Scheikunde 1988 cum laude, is de nieuwe bestuursvoorzitter van mediaconcern Wegener. Miša Džoljic
promotie UvA, MBA Nyenrode, voormalig lid Raad van Bestuur van het AMC en vicedecaan van de Faculteit der
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
Nederlandse taal- en letterkunde 1990, is de nieuwe algemeen directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Louise Gunning-Schepers
promotie Geneeskunde 1988 EUR, voorzitter van het College van Bestuur van UvA en HvA, is benoemd als kroonlid van de Sociaal-Economische Raad (SER). Frank Heemskerk
Economische wetenschappen 1994, voormalig staatssecretaris van Economische Zaken (PvdA), is sinds april bewindvoerder bij de Wereldbank. Margriet Heim
Nederlands 1987 cum laude, promotie 2001, taalwetenschapper, ontving de Gehandicaptenzorgprijs 2012 vanwege haar onderzoek naar betere communicatie met mensen met een meervoudige beperking. Henkjan Honing
promotie Muziekwetenschap City University of London 1991, hoogleraar Muziekcognitie, gaat als Distinguished Lorentz Fellow interdisciplinair onderzoek doen naar de cognitieve en biologische bouwstenen van muzikaliteit. Jeroen Hopster
Wijsbegeerte 2012 cum laude, won de ABG VN Essay Prijs 2013 voor zijn essay over Stephen Jay Gould.
Griekse en Latijnse taal en cultuur 2001, promotie 2009, kreeg een Marie Curie-Pegasus fellowship voor haar project over schrijvende heersers in de oudheid.
Tirtsah Levie Bernfeld
Geschiedenis 1978, promotie Hebrew University (Israël) 2005, ontving de Jewish Book Award in de categorie Sefardic Culture voor haar proefschrift over Portugese joden in Amsterdam.
Bert Koenders
Politicologie 1983 cum laude, voormalig minister voor Ontwikkelingssamenwerking en VNgezant in Ivoorkust, wordt het hoofd van de missie van de Verenigde Naties in Mali. Anouk Kootstra
Social sciences 2011 cum laude, junior docent Algemene sociale wetenschappen, won de eerste Robbert Dijkgraaf Essayprijs, voor haar essay ‘De smartphone als modern panopticum’.
Esther Lutgens
hoogleraar Experimentele vasculaire immunopathologie, psycholoog Hilde Huizinga, wiskundige Sergey Shadrin en logicus Khalil Sima’an ontvangen een Vici-subsidie van NWO van anderhalf miljoen euro. Jan van Maarseveen
promotie Scheikunde RUN 1994, docent Bèta Gamma, is tijdens de Dies Natalis van de UvA uitgeroepen tot UvA Docent van het Jaar 2012.
Sandra Korstjens
Holocaust- en genocidestudies 2011 cum laude, is de nieuwe correspondent Zuid-Amerika van het RTL Nieuws. Thijs Kouwenhoven
promotie Sterrenkunde 2006, hoogleraar Astronomie en astrofysica aan de Universiteit van Beijing, is uitgeroepen tot beste docent in de ‘Beijing University Young Teachers Competition’. Titia de Lange
promotie Wis- en natuurwetenschappen 1985 cum laude, eredoctoraat UU 2003, Leon Hess hoogleraar aan de Rockefeller University, NYC, won een Breakthrough Prize in Life Sciences 2013 (de ‘Nobelprijs voor de 21ste eeuw’), vanwege haar onderzoek naar kanker.
A
Peter Neijens
Politicologie 1978 cum laude, promotie VU 1987, hoogleraar Communicatiewetenschap, heeft de eerste NeFCA Career Award gewonnen. Cecilia Odé
promotie Letteren 1989, linguïst aan de UvA, ontving de Grand Prix tijdens ARKTIKA 2012 voor haar documentaire Stemmen uit de Toendra - De laatsten der Joekagieren. Henk van Os
promotie Kunstgeschiedenis RUG 1969 cum laude, universiteitshoogleraar Kunst en samenleving, ontving de Grote Sta-penning van de UvA en stelde het Henk van Os Fonds in, dat studiereisbeurzen verstrekt aan studenten en promovendi. Laurentine Pels Rijcken
Vrije studierichting economie 1987 cum laude, is benoemd tot operationeel directeur van poppodium Paradiso. Aai Prins
Philip Huff
Wijsbegeerte 2009 cum laude, pseudoniem voor Philip Verdonck Huffnagel, ontving de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs voor zijn boek Niemand in de stad. Huib de Jong
promotie Rechten UT 1989, is per 1 maart benoemd tot rector van de HvA en lid van het College van Bestuur van de UvA en de HvA. Hij was daarvoor vicevoorzitter van het CvB van de Hogeschool Utrecht en hoogleraar aan de UT. Ingrid Kamerling
Journalistiek en media 2010, filmmaker, ontving de Mediafondsprijs Kids & Docs 2012 (€ 15.000) voor haar jeugddocumentaire Geluiden voor Mazin.
Slavische taal- en letterkunde (Russisch) 1986, vertaler en tolk, ontving de Filter Vertaalprijs voor haar vertalingen van verhalen en novellen van Gogol.
33 Roger Pruppers
Arnold Smeulders
docent Business Studies bij de Amsterdam Business School, kreeg van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde voor de tweede keer op rij de Van der Schroeffprijs voor de beste docent.
promotie Geneeskunde LEI 1983, hoogleraar Informatietechnieken in de biologie, ontving de ICT Personality Award 2012.
Henk van Riemsdijk
Fiscaal-juridische opleiding en Economie 1986, Accountancy 1988, voormalig topman van Sara Lee, is de nieuwe chief financial officer van het Amerikaanse agri- en foodconcern Cargill.
Algemene taalwetenschap 1972 cum laude, promotie 1978 cum laude, emeritus hoogleraar Algemene taalwetenschap aan de Universiteit van Tilburg, ontving een ereprofessoraat van de Universiteit van Boekarest (Roemenië) en een eredoctoraat van de Universiteit van Szeged (Hongarije). Erik Rietveld
Wijsbegeerte 2003, promotie 2008, onderzoeker Logic and Language aan de UvA, is samen met zijn broer door Vrij Nederland geselecteerd als Radicale vernieuwer. Filosoof Erik en architect Ronald Rietveld werken samen om de resultaten van filosofisch onderzoek te vertalen naar architectonische ontwerpen. Rengenier Rittersma
Geschiedenis 1999 en Duitse taalen letterkunde 2000 cum laude, heeft voor zijn proefschrift Egmont da capo – eine mythogenetische Studie de Preis zur Förderung exzellenter Publikationen (€ 15.000) ontvangen.
Marcel Smits
John Tholen
master Algemene cultuurwetenschappen 2011 cum laude, ontving als eerste een Young Fellowship voor boekwetenschappelijk onderzoek van De Koninklijke Vereniging van het Boekenvak. Maud Timmermans
bachelor Economie en bedrijfskunde 2011 cum laude, master Real estate finance 2012, won de NVM Scriptieprijs (€ 5.000) met haar scriptie over de verhouding tussen de hoogte van de hypotheek en de waarde van de woning. Mariëlle Tweebeeke
Sociologie 1997, presentator van Nieuwsuur, ontving de Sonja Barend Award voor haar interview met de verantwoordelijken voor het controversiële RTL-programma Tussen Leven en Dood.
Eline Schiebroek
Informatierecht 2008, advocaat, is de nieuwe voorzitter van Stichting Jonge Balie Nederland. Milo Schoenmaker
Politicologie 1991, is geïnstalleerd als burgemeester van Gouda. Hij was eerder burgemeester van Bussum. Carla Schölzel-Dorenbos
Geneeskunde 1976, promotie RUN 2011, klinisch geriater in het Slingeland Ziekenhuis, ontving de Kwaliteitsprijs 2012 voor haar ‘Dementia Quality of Life Instrument’.
Rien Verhoef
Vertaalwetenschap, vertaler, ontving een eredoctoraat van de Universiteit Leiden vanwege zijn vertalingen uit de Engelstalige wereldliteratuur. Bernard Wientjes
Nederlands recht 1967, voorzitter van werkgeversverband VNO-NCW, is voor het derde jaar op rij de meest invloedrijke Nederlander volgens de Volkskrant. De jaarlijkse Top 200 van deze krant telt vele UvA-alumni en –medewerkers, onder wie Coen Teulings (9), Alexander Rinnooy Kan (10), Kasja Ollongren (14) en Louise Fresco (19).
Laetitia Schoofs
Communicatiewetenschap 1998, heeft sinds dit jaar de leiding over de Boeddhistische Omroep Stichting. Freek Schravesande
Journalistiek en media 2009, redacteur van nrc.next, heeft de journalistieke prijs De Tegel voor talent gewonnen. Marlene Schrijnders
Geschiedenis (Duitslandstudies) 2012, is de winnaar van de Volkskrant/ DIA-scriptieprijs 2012.
Menno Wigman
Nederlandse taal- en letterkunde 1992, dichter, vertaler en bloemlezer (en momenteel Stadsdichter van Amsterdam) ontving voor zijn bundel Mijn naam is Legioen de Awater Poëzieprijs 2012. Joke de Wolf
Kunstgeschiedenis 2008 cum laude, promovendus aan de RUG en kunstrecensent voor Trouw, kreeg de tweejaarlijkse Prijs voor de Jonge Kunstkritiek.
overledenen Henk Marsman
Joop Odink
Tine Ruiter-Husner
1937, Algemene politieke en sociale wetenschappen 1955 n.a., schrijver en dichter, pseudoniem J. Bernlef (29 oktober)
1945, Economische wetenschappen 1971 cum laude, promotie UT 1985, ruim veertig jaar verbonden aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (21 december)
1950, Culturele antropologie en niet-westerse sociologie 1984 (22 januari)
Chris van den Berg 1949, Economische wetenschappen 1973 (1 november)
1946, Nederlands recht 1977 (23 december)
Personalia in SPUI digitaal Meer personalia en uitgebreidere informatie over de hier genoemde personen: www.uva-alumni.nl/spui Tips zijn welkom via SPUI@uva.nl
1939, Klassieke letteren 1965 cum laude, lerares klassieke talen (31 januari)
Jules Theeuwes 1944, emeritus hoogleraar Arbeidseconomie, wetenschappelijk directeur SEO (6 november)
James Richard van Horn 1941, Geneeskunde 1970, promotie 1979, emeritus hoogleraar Orthopedie en voormalig hoofd van de afdeling Orthopedie UMCG (10 november)
Charlotte Antoinette van SprangFlugi Van Aspermont 1956, Nederlands recht 1989 (16 november)
Louis Lehmann 1920, Culturele prehistorie 1963, promotie Letteren 1995, jurist en scheepsarcheoloog (23 december)
Arend Langenberg 1949, Massacommunicatie en politicologie 1986, nieuwslezer en voice-over (29 december)
Arie Haspels 1925, Geneeskunde 1954, promotie 1961, emeritus hoogleraar Verloskunde en gynaecologie UU, uitvinder van de morning-afterpil, initiatiefnemer AMREF Flying Doctors, Commandeur in de Huisorde van Oranje (30 december)
Jenny Ligthart 1967, Economie 1991, promotie 1997, voormalig universitair docent UvA, hoogleraar Macro-Economie TIU, hoogleraar Algemene en kwantitatieve economie RUG (21 november)
Dunja Cinotti 1974, Media en cultuur 2005 cum laude, medewerker Digitaal op Koers aan het Erasmus MC (30 december)
Elsa van Oosten 1965, Communicatiewetenschap 1988 (1 februari)
Marijke Smalbraak 1941, Engelse taal- en letterkunde LEI 1966, voormalig universitair hoofddocent Engelstalige letterkunde (2 februari)
Gerrit van Kalkeren 1951, Scheikunde 1977 cum laude, promotie 1979 (3 februari)
Loes Leicht 1954, Geneeskunde 1980, psychiater (5 februari)
Aart van de Laar 1938, Economie 1963, promotie VU 1979 (6 februari)
Kees Peeters Renate Fuks-Mansfeld 1930, Geschiedenis 1958, emeritus hoogleraar Geschiedenis en cultuur van het moderne Jodendom (27 november)
Pieter Christiaan Milder 1940, Kunstgeschiedenis en archeologie 1981, voormalig studieadviseur en docent Kunstgeschiedenis (28 november)
Jan Willem Smits 1935, Geneeskunde 1965, huisarts (7 december)
Arianne Meulepas-Broek 1969, Engelse taal- en letterkunde 1994, sinds 1998 werkzaam bij de Faculteit Economie en Bedijfskunde en de Universiteitsbibliotheek (8 december)
Sebastiaan Morel 1973, Nederlands recht 2001 (8 december)
Kees Schmalz In beeld A Peter Neijens B José van Dijck
Janwillem Luberti
Annemarie Tichelman-Jansen
1944, Economische wetenschappen 1968, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (11 december)
Jeanne Maria Veltman 1951, Sociologie 1986 (13 december)
Henriette de Levita-Isaac 1929, Geneeskunde 1956, voormalig arts en psychoanalytica (2 januari)
Marinus Naeff 1948, Wijsbegeerte 1976 (2 januari)
Philo Hendrik Jan Houwink ten Cate 1930, Semitische taal- en letterkunde 1956 cum laude, promotie Wijsbegeerte 1961, emeritus hoogleraar Geschiedenis en archeologie van het Nabije Oosten aan de UvA (8 januari)
Adriaan Jacques Philipszoon 1931, Geneeskunde 1958, promotie 1959, oud KNO-arts (8 januari)
Roderick Habermehl 1956, Fiscaal-juridische opleiding 1986 (10 januari)
Jos de Beus 1952, promotie Politicologie en Economie 1989, hoogleraar Politieke theorie, voormalig columnist Buitenhof en actief bij de PvdA (16 januari)
Henk Bierstee 1946, Economische wetenschappen 1972 (20 januari)
1931, promotie Kunstgeschiedenis RU 1969, voormalig hoogleraar Geschiedenis der architectuur, werkzaam bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de RU, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en lid KNAW (6 februari)
Frida Balk-Smit Duyzentkunst 1929, Nederlandse taal- en letterkunde 1953 cum laude, promotie 1963, emeritus hoogleraar Taalkunde, Officier in de Orde van Oranje-Nassau (7 februari)
Ankie van der Bol 1947, Nederlandse taal- en letterkunde 1989 (9 februari)
Willem Lak 1922, Handelswetenschappen 1948, voormalig Verkeersraad aan de ambassades te Washington DC en Jakarta, Drager van het Officierskruis in de Orde van Oranje-Nassau (13 februari)
Toon Borren 1923, kandidaats Rechtsgeleerdheid 1946, oud-directeur en -commissaris van Coldenhove Papier (13 februari)
Ilja Hehenkamp 1978, Culturele antropologie en niet-westerse sociologie 2010 cum laude (16 februari)
34
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
tekst • Ben Haveman Tom de Smidt 1923, Nederlands recht 1950, promotie 1954, emeritus hoogleraar Oud-Nederlands recht, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Officier in de Kroonorde van België (17 februari)
René Kuijten 1935, Geneeskunde 1962, promotie 1969, emeritus hoogleraar Kindergeneeskunde UM, Ridder in de Orde van OranjeNassau (18 februari)
Rietje Weel-Krimp 1947, Nederlands recht 1972, advocaat te Haarlem (19 februari)
Floor van den Hout 1977, Psychologie 2004, journalist bij Quest (20 februari)
Frank Barendregt 1941, Scheikunde 1971, Europees- en Nederlands-Octrooigemachtigde (21 februari)
Ruud Greve 1928, Economie 1956, ouddirecteur planning en bouw Ministerie van WVC, Officier in de Orde van Oranje-Nassau (25 februari)
Jeroen Hamers 1969, Politicologie 1994 (1 maart)
Johanna Pel-Mellink 1919, Geneeskunde 1945, huisarts te Middelburg, psychotherapeut (24 maart)
Kees Kersting 1943, Scheikunde 1968 cum laude, promotie 1973 (4 april)
Roel Pots 1949, promotie Geesteswetenschappen 2000 (4 april)
Adri Baan 1942, Natuurkunde 1969, sinds 2005 lid van de Raad van Toezicht UvA (5 april)
Gerard Johan Brink 1926, Geneeskunde 1958, arts, kapitein ter zee b.d. (7 april)
Gerd Richard Weyers 1950, Duitse taal- en letterkunde 1975 cum laude, oprichter vertaalbureau Balance (9 april)
Willem Arnold des Bouvrie 1923, Geneeskunde 1951, huisarts te Amsterdam (10 april)
Johannes van Donselaar 1928, promotie Biologie 1963, voormalig lector Bijzondere plantkunde UvA (12 april)
Robert Feenstra 1920, promotie Rechtsgeleerdheid 1949 cum laude, emeritus hoogleraar Romeins recht LEI, Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw, lid KNAW en eredoctor van de universiteiten van Parijs en Kaapstad (2 maart)
Hendrik Pieter de Boer 1932, Geneeskunde 1962, huisarts (18 april)
Freek Riem Vis 1952, Nederlands recht 1985 (21 april)
Martin Olbers 1942, Nederlands recht 1968, oud-hoofddocent Arbeidsrecht (2 maart)
Evert Groeneveld 1937, Economie 1967, o.a. penningmeester van de stichting Monumentenfonds (2 maart)
Gerrit Roelof Louwaars 1952, Geologie en geofysica 1978, geoloog (9 maart)
Joris van Groningen 1962, Nederlandse taal- en letterkunde 1994, tekstschrijver, werkte geruime tijd als uitgever bij stichting Perdu (16 maart)
Hans Keeman 1934, Geneeskunde 1962, promotie 1972, chirurg, Officier in de Orde van Oranje Nassau (23 maart)
Wim ten Bokkel Huinink 1943-2013
Jérôme Louis Heldring 1917, Rechtsgeleerdheid 1941 LEI, eredoctoraat UvA 1993, oud-hoofdredacteur NRC Handelsblad, columnist (27 april)
Jeannette Henriëtte de Weme-Brown 1958, Tandheelkunde 1983, tandarts (28 april)
Kirsten Geusebroek 1978, Engelse taal- en letterkunde 2001, traffic manager bij CJP (29 april)
Ben Hellebrekers 1931, Geneeskunde 1959, oudlongarts (1 mei)
Marijke Spies 1934, Nederlandse taal- en letterkunde 1963 cum laude, promotie 1979, voormalig hoofddocent en bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de rhetorica UvA, emeritus hoogleraar Oudere Nederlandse letterkunde VU (12 mei)
‘Ik word er onthutst van. Ik heb er geen woorden voor. Humbug. Oplichterij.’ Menigmaal trad hij op in tv-programma’s om te waarschuwen tegen de ‘flauwekuldiagnose’ van alternatieve genezers dat kanker een kwestie is van een virus, schimmel, bacterie of parasiet. De Jomanda’s van deze wereld misgunde hij hun visioenen niet, maar Wim (Willem Wybrandus) ten Bokkel Huinink vond dat de kwakzalverij al te veel slachtoffers had gemaakt: tumoren kun je niet bestrijden met het inspuiten van zoutoplossingen. Kankerspecialist Ten Bokkel Huinink, bijna 70 jaar geworden, was een voortrekker. In de 32 jaar dat hij als internist-oncoloog verbonden was aan het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (AvL) drukte hij een groot stempel op ‘het kankerinstituut’, zoals hij het zelf noemde. In de jaren tachtig legde klinisch-farmacologisch onderzoek onder zijn leiding de basis voor grote doorbraken in de behandeling van zowel eierstok- als zaadbalkanker. Hij zorgde ervoor dat die kennis werd overgedragen naar kleine ziekenhuizen met amper benul van kankerbehandeling. Met overgave leidde hij onervaren specialisten op, via consultbijeenkomsten en telefonisch overleg. Veel van zijn overtuigingen uit de jaren tachtig, destijds controversieel, zijn waar gebleken: ‘Mijn vader heeft keer op keer gelijk gekregen,’ benadrukt zijn jongste dochter Janneke. Als expert op het gebied van eierstokkanker en baarmoederhalskanker was Ten Bokkel Huinink de tegenhanger van zijn collega Pinedo bij het VU-ziekenhuis, die een andere behandelmethode voorstond. Ten Bokkel Huinink ontdekte een manier om verlies van de zaadbal bij mannen te voorkomen. ‘Wim gold internationaal als een van de groten. Hij heeft velen van ons geleerd hoe zaadbalkanker moet worden behandeld,’ zei Sjoerd Rodenhuis, lid van de Raad van Bestuur van het AvL, bij de crematie. ‘Hiermee heeft hij vele jonge mannen nodeloze bijwerkingen en blijvende beschadigingen bespaard.’ Wim ten Bokkel Huinink groeide op in Tiel. Zijn vader was huisarts, zijn grootvader eveneens. Hij studeerde Geneeskunde aan de UvA. Al vroeg deed hij zich in het ziekenhuis kennen als een kleurrijke man vol humor en compassie die – in de woorden van Rodenhuis – onverwachts in woede kon uitbarsten. ‘Zijn hoofd kleurde dan dieprood (…) en de woordenvloed waarmee hij zijn slachtoffer volstrekt met de grond gelijk maakte, was gewoonlijk even briljant als humoristisch.’ In zijn patiënten had hij niet alleen beroepsmatige belangstelling. ‘Hij onthield wat iemand boeide,’ zegt dochter Janneke. ‘Woonde een patiënt in Zutphen, dan ging hij bij zo iemand langs, wanneer hij in de buurt was. Hij was een warme man met patiënten in het hele land, omdat hij veel second opinions deed.’ Als geoefend zeiler zocht hij vaak het IJsselmeer op. Wim was lyrisch van opera en reisde de hele wereld rond. Na zijn pensionering verbleef hij enige tijd in Hongarije met een vriendin. Hij was kettingroker, een melanoom bleef hem niet bespaard. Op 5 januari werd een hartstilstand hem fataal. Zijn jongste dochter, werkzaam bij Stichting Sanquin Bloedvoorziening, tegenover ‘zijn’ ziekenhuis, was uit voorgevoel bij hem langs gegaan en trof hem levenloos aan. Ze kreeg hartverscheurende brieven van patiënten die hem op handen hadden gedragen. Mensendokter Wim ten Bokkel Huinink, ‘chemofanaat’ in de ogen van het alternatieve circuit, zag de patiënt als degene die zelf beslist over behandelingsmogelijkheden; een novum in een tijd dat elke openheid ontbrak. Die cultuur dreigt nu te verwateren. Vakgenoot Rodenhuis kent een van de oorzaken. ‘Omdat Wim er als cultuurdrager niet meer is om de mensen de schellen van de ogen te laten vallen.’ •
AUV www.uva-alumni.nl / auv
AUV en Kringen AMSTERDAMSE UNIVERSITEITSVERENIGING EN KRINGEN VOORZITTER AUV
WILLEM F. KORTHALS ALTES VOORZITTER Harry Starren is tijdens de Algemene Ledenvergadering op 16 april teruggetreden als voorzitter van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging (AUV). Starren was sinds 2009 als voorzitter betrokken bij de AUV en heeft veel betekend bij de ontwikkeling van klassieke vereniging naar een modern, open netwerk. Willem F. Korthals Altes, tot voor kort secretaris van de AUV en daarnaast bestuurslid van Oudemanhuispoort, kring voor juristen, is tijdens de Algemene Ledenvergadering verkozen tot nieuwe voorzitter voor de resterende periode van Starrens termijn, tot juni 2014. In het dagelijks leven is Korthals Altes als senior strafrechter verbonden aan de rechtbank Amsterdam.
Willem Korthals Altes
ANDRAGOLOGIE
ANTROPOLOGIE E.A.
www van Perspekt Studios, Patricia Böschen, hoofd collectievorming en kennisuitwisseling en Ad de Jong, bijzonder hoogleraar Nederlandse cultuurgeschiedenis, verzorgden lezingen met aandacht voor restauratie en presentatie van cultureel erfgoed. Een rondwandeling en een gezamenlijke lunch vormden mede de aanzet tot uitwisseling en discussie.
NIEUW BESTUURSLID
CULTUUR
De Vereniging Kring Andragologie heeft een nieuw bestuurslid: Josée Briaire maakt sinds april deel uit van het kringbestuur. Thea Cohen heeft na ruim zes jaar bestuurslidmaatschap haar functie als bestuurslid en secretaris van het bestuur neergelegd. Vanaf september organiseert de kring weer een aantal publieksevenementen en collegereeksen over thema’s als leiderschap (met Steven P.M. de Waal), bevlogenheid in het werk (met Gerard Donkers) en veranderen bij cultuurverschillen (met Huib Wursten). Zie hiervoor de Kalender (pagina 20-21) en de website www.uva-alumni.nl/andragologie.
In september organiseert de Kring Cultuur een ‘Meet and Greet’ netwerkborrel. De borrel is dé gelegenheid om andere alumni te ontmoeten, te netwerken en verhalen uit de studietijd op te halen onder het genot van een drankje. Een spreker uit het culturele veld leidt de borrel in. Locatie, tijdstip en spreker worden bekend gemaakt via de website: www.uva-alumni.nl/kringcultuur. Op 24 mei bracht de Kring Cultuur een bezoek aan het Openluchtmuseum. De aanwezigen werden daar ontvangen door Pieter-Matthijs Gijsbers, directeur van het Openluchtmuseum. Paul Ariese, vormgever
NETWERKBORREL
Dit voorjaar verzorgde de kring met de opleiding de reeks ‘Slavic Delights’, over literatuur, kunst, film en politiek uit Centraal- en Oost-Europa en de Balkan. Op 13 juni hield Ellen Rutten haar oratie als hoogleraar Slavische letterkunde, getiteld ‘Vintage Russia: Wat imperfectie sexy maakt’.
UVA-SENIOREN
PSYCHOLOGIE
NIEUWE KRING OUD-MEDEWERKERS
De Kring Psychologie organiseert in oktober een interactieve workshop over de do’s en don’ts van netwerken en de inzet van sociale media, verzorgd door Femmy Wolthuis. Datum en locatie volgen via www.uva-alumni.nl/psychologie.
Tijdens de AUV-dag van 3 november 2012 is de nieuwe Kring UvA-senioren feestelijk opgericht. In de Academische Club heetten UvA-collegevoorzitter Louise Gunning en AUV-voorzitter Harry Starren betrokkenen en potentiële leden van de kring welkom. Aan de kring ligt geen wetenschappelijke discipline ten grondslag, de leden zijn gepensioneerden uit zowel de wetenschappelijke als de ondersteunende staf. Dit voorjaar telde de kring al zo’n tachtig leden. Het lidmaatschap van de AUV en de nieuwe kring is voor gepensioneerden in elk geval gratis tot en met 2014. Het bestuur van de kring bestaat uit Ruud Bleijerveld (voorzitter), Dorothée te Riele (secretaris), Gedi van Schriek (penningmeester), Joop de Winter en Kees Vrieze. Het bestuur is van plan minimaal vier inhoudelijke én gezellige bijeenkomsten per jaar te organiseren, waarvan er één samenvalt met de jaarlijkse AUV-dag. De afgelopen periode verzorgde de kring al drie activiteiten. Op 20 februari sprak rector magnificus Dymph van den Boom in de Academische Club over de groei van de studentenaantallen, de samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en de Vrije Universiteit en internationale samenwerking. Aansluitend waren er een geanimeerde discussie en een borrel. Op 24 april was er een excursie naar de nieuwbouw op het Science Park. Daar bezocht een groep van 35 personen onder meer de ‘Sterrenwacht’, het Computermuseum en verschillende laboratoria. De excursie werd afgesloten met een geanimeerde borrel in het naastgelegen restaurant De Polder. Op 29 mei vond een cursus plaats over het werken met UvA-mail, UvA-webmail en Catalogus Plus (voorheen de Digitale Bibliotheek). UvA-gepensioneerden kunnen een UvAnetID en een UvA-e-mailadres aanvragen via https://topdesk.ac.uva.nl/xfg/ openmeduva. Ook hebben zij gratis toegang tot de (digitale) Universiteitsbibliotheek. Voorts hebben kringleden toegang tot de Amsterdamse Academische Club, waar zij ook eigen bijeenkomsten kunnen organiseren. De Kring UvA-senioren is verder van plan een periodiek uit te brengen, de ‘Uitdienstbode’, waarvan het eerste nummer half juni is verschenen. Er is inmiddels een lange lijst met mogelijke activiteiten. Suggesties van leden blijven welkom. Overigens is niet van alle oud-medewerkers een adres bekend. Kent u oud-medewerkers, attendeert u hen dan op het bestaan van de nieuwe kring en de mogelijkheid van een – zeker tot en met 2014 – gratis lidmaatschap.
WORKSHOP NETWERKEN
DE VRIJE WIL?
De kringen Antropologie, Andragologie, Communicatiewetenschap, Economie, Psychologie, Rechtsgeleerdheid en Sociologie nodigen hun leden uit voor een discussieforum met als thema De Vrije Wil? Aanleiding is het boek Wij zijn ons Brein van Dick Swaab, dat veel ophef veroorzaakte en bij bevooroordeelde lezing impliciet de conclusie in zich draagt dat alle sociale wetenschappen overbodig zijn (of net zulke plezierige illusies zijn als het idee van de vrije wil). Dat kunnen sociale wetenschappers natuurlijk niet op zich laten zitten. Vanuit verschillende sociale wetenschappen gaan we na in hoeverre de notie van de vrije wil in de discipline speelt en in de opleiding aan de orde komt, hoe streng de definitie is die men hanteert, welke begrenzingen men aan de vrije wil toekent en wat de bronnen van die begrenzingen zijn; en welke maatschappelijke gevolgen toegerekend kunnen worden aan een beperkte opvatting over het bestaan van bewuste keuzemogelijkheden in het gedrag van mensen. Dat raakt aan vraagstukken van determinisme versus voluntarisme, nature/erfelijkheid versus nurture, toerekeningsvatbaarheid van handelen en meer. Deelnemers aan het forum zijn Dick Swaab (neurowetenschapper), Frans van Winden (econoom, docent neuro-economie), Bart van Heerikhuizen (onlangs gepensioneerd docent sociologie), Rob Schwitters (rechtssocioloog) en Rob van Es (organisatiefilosoof). Het forum vindt plaats op donderdagavond 5 september vanaf 20 uur in de muziekzaal van CREA aan de Nieuwe Achtergracht 170 (Roeterseilandcomplex).
35
SLAVISTIEK
CONGRES HOEZO RUSLAND? Vanwege het Nederland-Ruslandjaar 2013 organiseert de Kring Amsterdamse Slavisten in september een reprise van Gogols De Revizor en het congres ‘Hoezo Rusland? Rusland in Nederland’. Voor wie vorig jaar de opvoeringen heeft gemist van De Revizor van Nikolaj Gogol, speelt het Slavisch Toneel dit beroemde stuk nog eens op 12, 13 en 14 september, in het Universiteitstheater aan de Nieuwe Doelenstraat 16 te Amsterdam. Aanvang: 20 uur, toegang: € 9,50 (voor deelnemers congres 14 september: € 5,00). Reserveren: secr-bungehuis@uva.nl. Op zaterdag 14 september vindt het eendaagse congres plaats ‘Hoezo Rusland? Rusland in Nederland’. Hoe wordt Rusland gepresenteerd in de media? Welke hedendaagse literaire werken worden in het Nederlands vertaald? Wie maakt die keuze, hoe wordt er geselecteerd? Deze en andere vragen komen aan de orde in twee debatten. Daarnaast houden diverse Rusland-experts lezingen over onderwerpen op het gebied van film, documentaire, musea, architectuur, theater en nieuwe media in Rusland. ’s Avonds wordt de dag feestelijk afgesloten met een reprise van de voorstelling De Revizor. Locatie: Universiteitstheater. Deelname congres (incl. lunch, koffie/thee en diner): € 15; AUV-leden en studenten: € 10. Voorsteling De Revizor: € 5 extra. Meer informatie: www.uva.nl/disciplines/ slavisch. Reserveren: secr-bungehuis@uva.nl. Bij uw aanmelding graag aangeven of u ook aan het diner deelneemt.
36 Alumni-varia VOORDEEL MET DE AUV-PAS
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
Universiteitsdag en scriptieprijzen
ALLARD PIERSON MUSEUM Gratis toegang
HOTEL RÉSIDENCE LE COIN UvA-gastentarief
AMSTERDAMSE ACADEMISCHE CLUB Korting op lidmaatschap
BIBLIOTHEEK VAN DE UVA
Op 1 juni vond de jaarlijkse Universiteitsdag plaats. De openingsrede in de Aula werd uitgesproken door astronaut en eredoctor André Kuipers. Op het Science Park Amsterdam vond een speciaal ouder-en-kindprogramma plaats met workshops en lezingen voor nieuwsgierige kinderen van alumni en medewerkers van de UvA. ’s Middags in de Oudemanhuispoort was er het traditionele kennisfestival met colleges en debatten. Tijdens de slotmanifestatie werden de UvA-scriptieprijzen uitgereikt aan de drie prijswinnaars Vicky Breemen (Information Law cum laude, eerste prijs), Martí Perarnau Llobet (Physics cum laude, tweede prijs) en Laura Lauta van Aysma (Muziekwetenschap cum laude, derde prijs).
Gratis lenerspas
UNIVERSITAIR SPORT CENTRUM Korting op fitness-jaarkaart en cursussen
UVA TALEN Korting op cursussen en vertaalwerk
ATHENAEUM BOEKHANDEL Incidentele aanbiedingen
AMSTERDAM CITY WALKS Korting op rondleidingen en stadswandelingen
AMSTERDAM UNIVERSITY PRESS Incidentele aanbiedingen
BLUE BOAT COMPANY & AMSTERDAM CANAL CRUISES Korting op rondvaarten
CREA Korting op concerten, voorstellingen, lezingen, cursussen
FOAM Korting op toegang en incidentele aanbiedingen
DE HORTUS Korting op toegang
HERMITAGE AMSTERDAM Korting op toegang
HOLLAND FESTIVAL Incidentele aanbiedingen
NEW YORK UNIVERSITY Gratis toegang tot diverse voorzieningen
Vlnr: UvA-scriptieprijswinnaars Laura Lauta van Aysma, Vicky Breemen, Martí Perarnau Llobet (foto: Marc Kruse)
OPEN UVA-COLLEGES Verschillende kortingen
NIEUWE KERK AMSTERDAM Korting op toegang
OPPASCENTRALE KRITERION Korting op contributie
HOME ACADEMY Korting op hoorcolleges op audio-cd
UVA SHOP Korting in de online shop
www.uva-alumni.nl/auv-pas
Ouder-en-kindprogramma: maak een mummie moeder (foto: Monique Kooijmans) foto: van DirkjeGillissen
AUV www.uva-alumni.nl / auv
www
Geesteswetenschappen
Engels
Op vrijdag 5 april vond de eerste alumnistudiemiddag plaats van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Voor deze middag met als thema Sociale media waren alle alumni sinds het ontstaan van de faculteit in 1997 uitgenodigd. Zo’n honderd alumni verzamelden zich in de Aula van de UvA, waar zes wetenschappers van de faculteit vanuit diverse invalshoeken de laatste ontwikkelingen bespraken op het gebied van sociale media. Sprekers waren Jan Willem van Henten (vice-decaan en dagvoorzitter), José van Dijck (hoogleraar Mediastudies), Anne Helmond (promovenda Nieuwe media), Thomas Poell (universitair docent Nieuwe media en digitale cultuur), Martijn de Waal (universitair docent Journalistiek) en Thomas Nys (universitair docent Ethiek). Zij maakten onder meer inzichtelijk dat Facebook volgt welke internetpagina’s gebruikers bezoeken, dat mensen die op gratis sociale media actief zijn in feite geen afnemers zijn maar producten die worden verkocht aan derden en dat nieuwe media ook de echte wereld veranderen – bijvoorbeeld doordat ontmoetingen met gelijkgestemden niet langer afhankelijk zijn van specifieke locaties. De middag werd afgesloten met een borrel. De faculteit is van plan voortaan jaarlijks een alumnistudiemiddag te organiseren. Voor deze middag zijn alle alumni van de Faculteit der Geesteswetenschappen sinds 1997 per e-mail uitgenodigd. Geen uitnodiging ontvangen? U kunt uw e-mailadres doorgeven via relatiebeheer@uva.nl.
De opleiding Engelse taal en cultuur bestaat dit jaar honderd jaar. Om deze bijzondere gebeurtenis te vieren, organiseert zij een dynamische dag waarop wordt stilgestaan bij het verleden, het heden en de toekomst van de opleiding. Op zaterdag 28 september, vanaf 13.30 uur, komen in de Zuiderkerk te Amsterdam emeriti-hoogleraren, leden van de huidige staf, alumni, studenten, promovendi en bijzondere gasten bijeen voor de lustrumviering. Na een kort overzicht van de geschiedenis van de opleiding door Bouwe Postmus houden diverse sprekers lezingen over taal, literatuur en cultuurkunde, onder wie de alom geroemde linguïst en auteur David Crystal, voormalig directeur bij de National Gallery in Londen Jillian Barker en de momenteel aan de UU verbonden hoogleraar Engels Ton Hoenselaars. Het programma wordt opgeluisterd met verschillende intermezzo’s van huidige en voormalige studenten. De dag wordt om 20.30 uur in het Universiteitstheater in stijl afgesloten met de opvoering van een toneelstuk door de studententoneelgroep van de opleiding, onder regie van Steve Smith. Alumni Engels zijn van harte uitgenodigd om het honderdjarig bestaan mee te vieren. De toegang bedraagt € 10. Aanmelden kan via secr-bungehuis@uva.nl. Vermeld expliciet of u alleen deelneemt aan het middagprogramma of aan zowel het middag- als het avondprogramma.
ALUMNISTUDIEMIDDAG SOCIALE MEDIA
37
HONDERDJARIG BESTAAN GEVIERD
Open UvA-Colleges Verdieping en verbreding op tal van terreinen. Zie voor het actuele aanbod www.uva.nl/onderwijs/overig-onderwijs
Mastercourses Docenten in de schoolbanken! Vindt u het leuk om te horen waarmee wetenschappers zich momenteel bezighouden? Bent u op zoek naar inspiratie voor lesmateriaal? Vergaar nieuwe inzichten en neem deel aan een UvA-mastercourse op uw vakgebied. Meer informatie en aanmelden: www.uva.nl/onderwijs/ overig-onderwijs
Interdisciplinaire colleges Het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS) aan de UvA verzorgt colleges met wetenschappelijke, maatschappelijke, culturele, filosofische en actuele thema’s, zoals Geheime praktijken, Wetenschapsgeschiedenis en CSI Reality. Vragen vanuit verschillende wetenschapsgebieden worden verrassend verkend en creatief gecombineerd. De colleges zijn ook toegankelijk voor niet-reguliere studenten en contractanten. Het volledige aanbod vindt u op www.iis.uva.nl/ onderwijs
Bijzondere Collecties Voor alle activiteiten van de Bijzondere Collecties: www.bijzonderecollecties.uva.nl
NIEUWE PARTNER AUV
A ANBIEDING RONDVAARTEN De Amsterdamse Universiteits-Vereniging heeft een nieuwe partnerorganisatie: Blue Boat Company & Amsterdam Canal Cruises. In 2013 viert Amsterdam het vierhonderdjarig bestaan van de schilderachtige grachtengordel, die enkele jaren geleden door Unesco op de Werelderfgoedlijst is geplaatst. Blue Boat Company & Amsterdam Canal Cruises vieren dit jubileum graag met leden van de AUV, die korting krijgen op de City Canal Cruise, de Evening Cruise en de Blue Boat Dinner Cruise.
City Canal Cruise 75 minuten durende rondvaart langs alle hoogtepunten van de stad normale prijs: € 15; AUV-prijs: € 12
Evening Cruise 90 minuten durende rondvaart door nachtelijk Amsterdam normale prijs: € 17,50; AUV-prijs: € 14
Blue Boat Dinner Cruise 2,5 uur durende dinner cruise met viergangenmenu inclusief drankjes, elke zondag om 20.00 uur normale prijs: € 67,50 p.p.; AUV-actie: 4=3, u betaalt: € 202,00 voor vier personen (€ 50,50 p.p.)
Louise Gunning ontvangt van André Kuipers het exemplaar van SPUI dat hij meenam op zijn ruimtereis (foto: Marc Kruse)
De AUV-aanbiedingen zijn niet geldig in combinatie met andere acties. Meer informatie: www.blueboat.nl/nl/specials/auv.html. Reserveren: 020 6791370 of reservations@blueboat.nl.
38 amsterdams universiteitsfonds UvA-studenten pleiten sterren van de hemel in Berlijn, Hongkong en Wenen Jaarlijks verstrekt het Amsterdams Universiteitsfonds 350 studentenreisbeurzen. Deze beurs is een tegemoetkoming in de reiskosten en maakt voor velen het verschil tussen het opdoen van een onvergetelijke internationale ervaring en thuisblijven. Vijf studenten Rechtsgeleerdheid reisden dit voorjaar naar Berlijn, Hongkong en Wenen voor een internationale pleitwedstrijd. Tes Flapper, Dewi Krop, Simon Mineur, Pieter Spuijbroek en Isabel Verkes vormden het UvA-team dat dit jaar meedeed aan de Willem C. Vis Commercial Arbitration Moot Court Competition 2012-2013, een pleitwedstrijd waaraan jaarlijks zo’n 300 internationale studententeams deelnemen. De vijf UvA-masterstudenten stortten zich op juridische vraagstukken rond de thema’s kinderarbeid, hoor en wederhoor van getuigen en non-conformiteit van goederen. De casus draaide om een geschil tussen een fashionlabel en een kledingfabrikant. Het label koopt 100.000 poloshirts van een kledingfabrikant. Na levering blijkt dat de shirts door kinderhanden gemaakt zijn. Door deze kwestie lijdt het label reputatie- en financiële schade. Het fashionlabel eist een vergoeding van de fabrikant.
spui 38 01 | 2013 www.uva-alumni.nl
Late uurtjes De eerste taak was het schrijven van twee verweerschriften: een memorandum voor de eiser en een memorandum voor de gedaagde. In de memoranda moesten de studenten, ondersteund door literatuur en jurisprudentie, het standpunt van beide partijen zo overtuigend mogelijk naar voren brengen. ‘Het schrijven van de memoranda was een ongelofelijk leerzame ervaring,’ vertelt Dewi. ‘In vier maanden tijd hebben we geleerd om heel intensief in een team samen te werken aan een groot juridisch project. We hebben heel wat late uurtjes in de bibliotheek gezeten.’ Hongkong Zodra de memoranda waren ingeleverd, begon de pleitfase. Het team heeft veel geoefend: tegen zichzelf voor de spiegel en tegen elkaar op de Oudemanhuispoort. Ook namen de studenten het bij diverse advocatenkantoren op tegen teams van andere Nederlandse universiteiten. Dewi: ‘We hebben pleitsessies gehad op het kantoor van Greenberg Traurig, Simmons & Simmons, De Breij Evers Boon, Van Doorne Advocaten, het Nederlands Arbitrage Instituut en De Brauw, Blackstone & Westbroek. Ook hebben we workshops gevolgd en mochten we een zitting bijwonen van de Raad van Arbitrage. Feedback van de arbiters namen we na elke sessie mee om de volgende keer nog beter te presteren.’ Tribunaal Het team deed ook mee aan een internationale pre-moot op de Humboldt Universität in Berlijn. Aan deze oefensessie deden twintig universiteiten mee. ‘In drie dagen hebben we veel mensen ontmoet, indrukken opgedaan en ervaringen gedeeld. Vooral de Duitse universiteiten bleken erg sterk. Maar ook wij hebben goed gepresteerd.’ Direct na Berlijn begonnen de echte pleitwedstrijden in Hongkong en Wenen. Bijna driehonderd teams kwamen bijeen om tegen elkaar te strijden. ‘Urenlang op de hotelkamer
‘Waar de ene arbiter een show kon waarderen, zocht de andere juist een strak juridisch betoog’
BEDANKT!
oefenen en elkaar kritische vragen stellen om vervolgens de sterren van de hemel te pleiten. Elke dag weer dezelfde emoties: zenuwen, enthousiasme en extreme ambitie,’ vat Dewi de wedstrijd samen. ‘We hebben onze pleidooien goed kunnen overbrengen op het tribunaal en konden goed reageren op argumenten van de wederpartij. Het was leuk om de verschillende stijlen te ervaren. Sommige studenten gingen heel ingetogen te werk, terwijl anderen vuur spuugden. Ook de arbiters waren verschillend, wat zich uitte in de feedback: waar de ene arbiter een show kon waarderen, zocht de andere juist een strak juridisch betoog.’ Honourable mention De UvA-studenten hebben met hun deelname een mooie prestatie geleverd. Hun Memorandum for Claimant (verweerschrift voor de eiser) behoorde tot de beste 25 schriftelijke stukken en werd beloond met een honourable mention. In Hongkong eindigde het team bij de laatste 32 universiteiten. In Wenen stoomde het UvA-team, als enige Nederlandse universiteitsteam, door naar de elimination rounds. ‘Helaas eindigde het juridische steekspel daar voor ons. Teleurgesteld waren we heel even, maar ook heel erg trots op onze prestaties,’ blikt Dewi terug. ‘De afgelopen maanden zaten vol met onderzoek, vergaderingen, colleges, workshops, kantoorbezoeken en geweldige pleitwedstrijden in het buitenland. Deze tijd heeft zijn sporen nagelaten: we zijn in contact gekomen met rechtenstudenten van over de hele wereld, dromen nog steeds over Art. 96 CISG, Mr. Short’s witness statement en de New Zealand Mussles case. De Willem C. Vis Moot Court beloofde het meest intensieve, leerzame en uitdagende studieproject te worden en deze belofte is zeker waargemaakt!’ •
De studenten, wetenschappers en anderen die afgelopen jaar profiteerden van toekenningen uit het Amsterdams Universiteitsfonds bedanken graag alle donateurs die in 2012 hebben bijgedragen. 1860 gevers, onder wie de donateurs die hier met naam worden genoemd, maakten projecten mogelijk op het gebied van onderwijs en onderzoek, academisch-cultureel erfgoed, studie- en reisbeurzen en studentenvoorzieningen. Ook dit jaar werft het Amsterdams Universiteitsfonds weer voor bijzondere projecten. Draag bij en maak het mogelijk! www.auf.nl/jaarfonds
F.M.T. van Alebeek J.A. Ankum B. Appelhof R.L. Auburger A.P.M. Baede J.A.H.M. Meijer - Baets G.E. Bakker G.J. Bakker M.E.S. Bakker-Wouter J.F. Bekker A.E.P.M. Bekker-Willemse J.T.E. van Beukering W.de Boer L.J. Bolwidt E.M. van Bommel M. van den Boogaard-Gras J.E.A. Boomgaard M.D.A. Brand D.T. Breebaart J.F. van der Bruggen W. Camstra J.W. ten Cate J.P.M. Coelewij J. Coutinho E. Doorenspleet M.L. Dorreboom H. Duijnhouwer J.W. Ehrhardt A.C.M. Eickholt W. van Emde Boas P.C. den Enting H. Evers M.H.E.S.M. Fayed G.W. Feith F. Feitsma E.A. Fliers I. Frieseman J. L. van Gelder J. Geursen B.P. Gielliet M. Gnyp H. Greebe L.C. Grijns E.H. de Groot C. de Groot J.E. de Groot-Groot H. van Haaps T.S. Haisma C.W. Hajer - Sasse D. Harkes F.M. Hartog J.W. Haverkort M.W. Hengeveld C.P. Henny E.J.M. Hermans H.C.W. Hoff W.J.J. Honselaar A.M. Honselaar - de Groot J.F. Hoogland A.A. Hubbeling H.C. Huijsmans H.J. Hulsebosch M.R. van der Kamp M.J. Kappers W. van Kernebeek E. Klap A.W. Kleijn H.J.G. Klijn A.J.F. Köbben B. Koch A.C. Koekkoek H.J. Kok A.C.H.M. de Kok M.E. Kokke L.J.M. Koomen E. van der Kroon - Vooys C.J. Kwik A.J.M. van Laarhoven A. Lammen M.C. Lammen-Kohn E. de Lange B.A.M. Langedijk W.H. Leeuwenburgh H.A. van der Liet M. Limburg E. Looijs W. Looyestijn F.J.D. Ludérus H.R.E. van Maanen D.J. Meijers P.C. Mousset H. Muntendam H. Nakamura H.E. van Nierop I.A. Overdiep D. Pandal Aparicio L.J. Peters G. van der Plas C.M. Poot-Brinkman E.A. du Preé B.P. Prins J.E. Rechtsteiner G.J.M. Rigter C. Rikkers F. Roozenboom W.M. Rouwenhorst J.P. Saman B.C. Santen I. Santen S.J.M. van Santen C.F.A. Schaars J.J. Schoneveld K. Schooneveldt E. Schooneveldt-Kramer N.W.M. Schoot C.A. Schreuders-Bais L.M. Schultze W. Siebenhar H.C. Streefkerk F.B.M. Swart L.N. Tan P.N.L.H. Terwindt P.A. Thio H. Tromp J.H. Tulleners W.A. Vaders B. Veenis M. Verhoeff - Neef L.J.C. Vet W.H. van Vliet E.R. de Vries R. de Vries M.F.E.O. Vulsma A.H. Wallenburg C.T. Waslander I. van de Weetering M.C. van der Wende M.W. van Wijngaarden A.W. Wilbrink-Peeterman R.A. Willems N.A. Wilterdink J.C. van der Wolf T.A.D. van Wordragen K.Y. Yung E. Zandee A. Zentveld C. Zuidweg J.W. van Zuthem
39
column
Kinderen van Cham
*
tekst • Antoine de Kom
Antoine de Kom – 1956
beeld • Amke
www.querido.nl
Ik moet ongeveer vijftien zijn geweest toen ik Wij slaven van Suriname voor het eerst las. Ik had tot dan toe een vrij vage notie van wat er tot pakweg 150 jaar geleden aan de hand was geweest. Nu kwam ik ineens bij het lezen van het boek van mijn grootvader in een wereld terecht die ik niet voor mogelijk had gehouden. We waren als gezin een jaar geleden uit Suriname teruggekeerd. Ik had ons verblijf daar als bijna paradijselijk ervaren. In Wij slaven gaf mijn grootvader een rauw beeld van het land dat door de Nederlanders was overheerst. Een geschiedenis van sleepsporen, knechting, marteling, grove exploitatie en verderf. Wat mij vooral bijbleef waren details als het levend ophangen aan een vleeshaak of het met gloeiende tangen bewerken van weke lichaamsdelen. En ook het bandeloze gedrag van planters, de seksuele onderdrukking en het verwoesten van de familiebanden onder de slaven. Enkele jaren geleden voeren we met de familie naar de plek waar ooit de suikerplantage Molhoop lag, waar de nazaten van onze Afrikaanse voorouders hadden geleefd. Die plek lag aan de Boven-Cottica, een paar uur varen van de stad. Vroeger hadden de planters tentboten en roeiden de slaven. Stel je voor dat je eigendom bent. Dat je een voorwerp bent en dat op ongehoorzaamheid zware lijfstraffen staan. Die werden ook uitgevoerd in het Fort Zeelandia. Daar zat mijn grootvader in 1933 gevangen omdat hij dit soort verhoudingen met de toenmalige gouverneur wilde bespreken. Er was gedemonstreerd en er waren doden en gewonden gevallen. Hij werd uitgezet naar Holland. Hij was de zwartepiet. Ik heb mij dit soort dingen vaak vreselijk aangetrokken. Ik heb mijn machteloze ontzetting omgezet in pogingen te snappen wat slavernij met mensen doet. Ik denk dat slaven houden slecht is voor de gemoedsrust. Slavinnen houden brengt menig man op verkeerde gedachten en bekort diens leven. Minstens zo schadelijk is het moeten verbloemen van deze feiten. Het zelfbeeld wordt kunstmatig schoongeveegd. Men wordt een zedenmeester. Of een Sinterklaas. Slavernij? De koning heeft hen toch de vrijheid geschonken? Waar heb je het over? Aan de kant van de nazaten van slaven is er een diepliggend gevoel ontstaan gewoon een stuk vuil te zijn. Zo’n vuile mat waar overheen wordt gelopen. Men legt daar graag een schaamlap op om zich wat meer mens te voelen. Erkenning van het slavernijverleden helpt niet echt veel. Er zijn nog meer gevolgen van slavernij. In het hedendaagse Suriname ontstaat een nieuw zelfbewustzijn dat tegen de Nederlanders is gericht. Als ik bij mijn ouders ben, die alweer jaren in Suriname wonen, dan is mijn vader de man die dat nieuwe zelfbewustzijn omarmt. Helaas moet ik hem herinneren aan de slechte naam die Suriname heeft op het gebied van de mensenrechten. Moiwana. De Decembermoorden. Die laatste vonden plaats in het Fort Zeelandia. Ook daar kan ik mij erg over opwinden. Is er dan niets veranderd? Zitten de Hollanders van weleer nog in de Surinaamse hoofden? Het waren Surinaamse militairen die onder de man die nu President is korte metten maakten met democraten die zij als ongehoorzaam en staatsgevaarlijk zagen. Dat zou mijn grootvader meteen hebben herkend als een gemene plantersstreek.
• 1986 Geneeskunde • 1989 debuut in De Gids • 1991 psychiater, opgeleid in het AMC • 1991-2004 psychiater Pieter Baan Centrum • 2004-heden psychiater Arkin, Amsterdam • Boeken: Tropen (1991), De kilte in Brasilia (1995), Zebrahoeven (2001), Chocoladetranen (2004), De lieve geur van zijn of haar (2008), Het misdadige brein: over het kwaad in onszelf (fictieve gesprekken met historische misdadigers, 2012). Zomer 2013 verschijnt de dichtbundel Ritmisch zonder string.
In Suriname zijn er twee mannen aan de macht die zich als Sinterklaas gedragen. Bouterse en Brunswijk. Beiden hebben het een en ander schoon te vegen. Ik vrees dat zij last hebben van een chronische aandoening die berust op een gebrek aan gemoedsrust en vertrouwen. Dat leidt tot een bedenkelijke aantasting van de eigenheid, de eigen kleur. Een tot nu toe onbekende vorm van psychische leukodermie. Ik heb er een naam voor bedacht. Het witwassyndroom. Overgehouden uit de eeuwen waarin je almaar bevuild werd door perverse verhoudingen. Beide heren herhalen die foute verhoudingen. Want dat doet slavernij uiteindelijk. Je komt er niet zomaar vanaf. Meester en slaaf zijn uiteindelijk allebei slachtoffer. Ze hebben allebei hulp nodig. Een zetje in de goede richting. Onderling zullen ze er namelijk niet uitkomen. Het is lastig om de meester uit het hoofd van de gewezen slaaf te krijgen. En wanneer mag Zwarte Piet in de Hollander eindelijk eens opstaan? Als we allemaal Zwarte Piet zijn geworden dan gaan we gewoon onder de douche stel ik voor. En daarna eten we samen een boterhammetje met chocoladetranen. Drinken een glaasje zwarte melk. Om bij te komen. Dat mag wel na 150 jaar. •
* Over Cham (zie de titel) schrijft Bert Paasman op www.dbnl.org: ‘Een ander aan de Bijbel ontleend pro-slavernij-argument dat een langdurig en hardnekkig bestaan beschoren was de abolitie voorbij -, is de z.g. Cham-ideologie, waarbij de negers beschouwd werden als de door Noach tot knechtschap vervloekte nakomelingen van Cham (of diens zoon Kanaan). Vooral het betoog van J. Picardt (1660) laat aan duidelijkheid niets te wensen over: de Europeanen zijn als nakomelingen van Japhet superieur aan de nakomelingen van Cham, te weten de negers. Deze zijn zodanig inferieur en indolent van aard dat ze volgens ds. Picardt alleen door fysiek geweld tot arbeid aangezet kunnen worden: pas onder een hard slavenregime komen ze tot “zelfontplooiïng”.’ Antoine de Kom (kleinzoon van Anton de Kom) spreekt op vrijdag 21 juni de derde Cola Debrot-lezing uit, in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam.
maak het mogelijk Jaarfonds 2013
www.auf.nl universiteitsfonds@uva.nl
Onderwijs en onderzoek
STUDIE- EN REISBEURZEN
Studentenvoorzieningen
Academisch-cultureel erfgoed
Bedrijfskunde in deeltijd (MSc) »Thinking Business«
Combineer werk en studie
Masterclasses Bedrijfskunde
■ Deeltijdopleiding Bedrijfskunde
■ Actuele onderwerpen uit het bedrijfsleven
■ Onderwijs op vrijdagen
■ 5 Masterclasses op vrijdagen in Carré
■ Start september en februari
■ Start september 2013
■ Specialisatie in Marketing, Strategie of Leadership and Management
■ Korting voor UvA alumni ■ Zie www.executiveacademy.nl
■ Voor ambitieuze wo en hbo professionals Bezoek een voorlichtingsbijeenkomst, de website of neem contact op met de Amsterdam Business School Plantage Muidergracht 12 | 1018 TV Amsterdam | T (020) 525 5339 | bedrijfskundeindeeltijd@uva.nl | www.bedrijfskundeindeeltijd.nl